De Schildwacht_2025-03

Page 1


De Schildwacht

Mei - Juni 2025 - nr. 03

Voorwoord De parabel van de slaapzak en de pantservoertuigen

Tweemaandelijks tijdschrift van de Algemene Centrale van het Militair Personeel Verantwoordelijke uitgever: Yves Huwart - Afgiftekantoor: Brussel X - P109013

De parabel van de slaapzak en de pantservoertuigen

Waarom je bij Defensie beter vele tientallen miljoenen belastinggeld verspilt dan een scheur oploopt in je slaapzak

Er was eens een soldaat die diende bij een infanterie-eenheid. Dat was zwaar werk: gemiddeld 100 nachten per jaar van huis weg, oefeningen in regen en koude, talloze bivaks, marsen met meer dan 40 kg aan uitrusting, gevechtstesten, … Maar hij deed het van harte, zijn werk verschafte hem voldoening en hij wou dolgraag met zijn eenheid mee op de volgende buitenlandse missie. Vandaar dat hij zich wou bewijzen door al zijn taken op voorbeeldige wijze te vervullen, dag en nacht beschikbaar te zijn, nooit te klagen en steeds bereid te zijn voor om het even welke karwei.

Echter… bij een ‘escape’ bij nacht en ontij tijdens een tactisch bivak blijft zijn slaapzak achter een tak hangen. Met een grote scheur tot gevolg. Zijn hiërarchische meerderen stellen hem verantwoordelijk voor de schade en beslissen dat hij 400 euro moet betalen, wat overeenstemt met ongeveer één vijfde van zijn maandloon. Om de huur van zijn appartement te kunnen betalen moet hij die maand zijn spaarcenten aanspreken.

De grote chefs van de soldaat werken in Evere. Op een dag beslissen zij dat het tijd is dat onze soldaat

en zijn collega’s in de operationele eenheden van de Landmacht nieuwe pantservoertuigen nodig hebben. Zij ijveren hard voor de Franse pantserwagens van het type CaMo. Hun inspanningen worden door de regering bekrachtigd, alhoewel ze verzuimen een degelijke kostenraming uit te voeren.

Op het vlak van operationeel vermogen en interoperabiliteit zijn deze Franse pantsers, Griffon en Jaguar, echter onmiskenbaar een stap achteruit. Bovendien mogen de Fransen quasi autonoom de prijzen vaststellen voor wisselstukken, munitie, software-aanpassingen en latere updates. Meer nog: ze krijgen er zelfs een fikse commissievergoeding voor, zonder dat ze op een of andere manier aansprakelijk gesteld kunnen worden. Verder regelen deze hoofd- en opperofficieren een economische return die compleet ondermaats dreigt te worden voor ons land. Kortom, Frankrijk bepaalt, België betaalt en het leger krijgt een kat in een zak.

In tegenstelling tot de soldaat die zijn gescheurde slaapzak moet vergoeden, dienen deze militaire chefs die dit fiasco hebben laten plaatsvinden, op geen enkele

manier te betalen of enige rekenschap af te leggen over hun falen. Integendeel, ze zijn gepromoveerd tot het niveau van hun incompetentie. Het feit dat de belastingbetaler vele tientallen miljoenen euro’s hierbij zal inschieten, is kennelijk van geen tel.

Deze zaak zou je een rein geval van hypocrisie kunnen noemen. Hypocrisie, ook wel huichelarij genoemd, wordt gedefinieerd als: van anderen een bepaalde moraal of welomschreven gedrag verlangen, waar je je vervolgens zelf niet aan houdt.

De soldaat met zijn slaapzak wordt nalatigheid en onvoldoende plichtsbewustzijn verweten, oftewel een gebrek aan integriteit. Maar wanneer mensen binnen de legertop onzorgvuldig handelen, aan hun voorbeeldfunctie verzaken, hun verantwoordelijkheid niet nemen en zichzelf niet in vraag stellen, met andere woorden zelf een manifest gebrek aan integriteit vertonen, passeert dit geruisloos.

De hypocrisie bij Defensie is zo wijdverbreid dat je bijna zou denken dat ze tot de normale functioneringsmodus behoort.

Foto: Alain Lazaron

Colofon

De Schildwacht is het tweemaandelijkse tijdschrift van de Algemene Centrale van het Militair Personeel. Alle leden krijgen een exemplaar toegestuurd.

Oplage: 9.800 exemplaren.

Adresgegevens worden behandeld overeenkomstig de wet op de privacy (wet 8/12/1992 & GDPR).

Verantwoordelijke uitgever: Yves Huwart Coördinatie:

Jesse Arents & Concetto Bandinelli

Algemene gegevens - ACMP: Romboutsstraat 1 – Bus 021 1932 Zaventem srt@acmp-cgpm.be www.acmp-cgpm.be Tel.: 02 245 72 14

BE32 2100 6234 6602

BIC: GEBABEBB

BE57 0682 3639 9535

BIC: GKCCBEBB

Foto cover: Yves Huwart

De Schildwacht

Mei - Juni 2025 - nr. 03 2 4 6 8 10 12 14 16 18

De parabel van de slaapzak en de pantservoertuigen

50 jaar vrouwen bij Defensie

De weg naar een ‘Weapon Safety Culture’

Afscheid van een korporaal

Van gamer tot strijder

Terugbetaling bril of contactlenzen

Creative militairen met AI

Help de generaals uit de shit

Op weg naar een sociaal akkoord…

Volg ons op Facebook

50 jaar vrouwen bij Defensie

5 Mei 2025 was voor Defensie een historische mijlpaal: Wat begon als een schuchtere beleidswijziging in 1975, groeide uit tot een erkenning van vrouwelijk talent, veerkracht en visie in de ondersteunende diensten en later ook de gevechtseenheden van Defensie. Een halve eeuw vrouwen in uniform. Deze transformatie heeft een gelaat…

Eén levend bewijs, is Anne Gabriels, een adjudant-majoor op rust maar nog steeds reserviste in hart en nieren. Deze vrouwelijke militair van de eerste generatie in zowel het militaire beroep als die van militaire vakbondsafgevaardigde, is ook moeder van een dochter die vandaag haar voetsporen volgt. Hun verhaal belichaamt vijftig jaar vechten, met meer dan enkel wapens. Een strijd gevoerd met woorden, dossierkennis, stilzwijgen waar nodig, maar vooral spreken waar het telt!

1975 als scharniermoment

Het jaar 1975 markeerde de formele toelating van vrouwen tot de Belgische strijdkrachten. In volle nasleep van de tweede feministische golf, en onder druk van maatschappelijke en NAVO-brede trends, opende ook Defensie haar deuren voor vrouwen. Aanvankelijk voorzichtig en beperkt, maar het zaadje was geplant en kon kiemen.

Eerst met mondjesmaat, vervolgens tientallen, later honderden vrouwen traden toe tot militaire ondersteunende functies. De weg naar gevechtsfuncties, commandoposten en topstructuren was nog veraf en het zou nog lang

duren, vaak te lang alvorens er van enige gelijkwaardigheid sprake zou zijn. Maar toch, de eerste barsten in het glazen plafond van de ivoren toren waren er en Defensie zou nooit meer dezelfde zijn.

Een eenzame pionier wordt moeder van de compagnie

Anne startte haar loopbaan in 1980, als een van de eerste vrouwen die via rechtstreekse werving op diploma (AC2) instroomde. Meteen werd ze geconfronteerd met de realiteit want als enige vrouw kwam ze in 20 Cie TTr in Delbrück terecht in een door-endoor mannelijke omgeving. Ze beet door. Haar transmissieopleiding was geen formaliteit, maar valt perfect te rijmen met de lijfspreuk ‘Omnia conjugo’ wat betekent ‘ik verenig alles’. Dit was letterlijk de toegangspoort die haar in een wereld bracht waarin ‘luisteren vóór spreken’ een zeer waardevolle levensles werd.

Binnen de CAMP (Commissie van Advies van het Militair Personeel) vond ze snel haar echte roeping: anderen helpen, verdedigen, hun stem zijn wanneer de hiërarchie te hard of te blind werd. Als jonge vakbondsafgevaardigde werd ze

een stille storm die lang kon zwijgen maar dan scherp en ongenadig kon uithalen. Deze stijl werkt feilloos op voorwaarde dat je je dossierkennis tot in de puntjes beheerst. En dat deed ze.

Maar alles komt met een prijs. Omdat haar echtgenoot ook militair was, bleef zij in België tijdens zijn missies naar verschillende operatiezones in de Balkan en vertrok zij uiteindelijk nooit op buitenlandse opdracht. Als moeder met twee kinderen die talloze cumuls aaneenreeg, belandde Anne in een zwaar tijdperk. Een echtscheiding volgde, en zelfs de loopbaan dreigde op een gegeven moment vast te lopen, maar Anne vocht toch door. Ze vervolmaakte haar carrière tot HOO.

Met nieuwe adem vervoegde Anne NARFA waar ze ook internationaal haar mannetje stond en faam verwierf. Uiteindelijk sloot zij daar op 56-jarige leeftijd haar loopbaan af, ietwat met spijt maar nog lang niet uitgestreden.

‘Vrouwen worden nog al te vaak niet au sérieux genomen’, zegt ze. ‘Maar ik ben fier. Fier op iedereen die ik heb kunnen helpen. Fier op het feit dat ik altijd de lat voor

mezelf hoger legde. Want vrouwen moeten zich nu eenmaal dubbel zo hard bewijzen.’

Vandaag blijft ze nog actief als reserviste. Maar bovenal als inspirerend voorbeeld voor een volgende generatie. Een generatie die ze letterlijk zelf heeft voortgebracht.

Aan de vloedlijn van engagement

Sofie Ghekiere, Anne’s oudste dochter, is vandaag onderofficier in de Marinebasis van Zeebrugge. In haar naam weerklinkt niet alleen die van haar moeder, maar ook die van haar vader die evenzeer een gerespecteerd vakbondsafgevaardigde van de militaire vakbond ACMP-CGPM was. Engagement, zo blijkt, is erfelijk in deze familie.

De jonge syndicaliste begon haar loopbaan als detector aan boord van de Louise-Marie, maar kiest vandaag bewust om mee te bouwen aan de logistieke

ondersteuning aan wal. Net zoals haar moeder, maakt zij een bewuste keuze om de balans tussen gezin en inzet voor Defensie zelf in handen te houden.

Als vakbondsafgevaardigde speelt haar strijd zich nu vooral af in een nieuwe context: de verschraling van militaire loopbanen door outsourcing, de afname van uitloopfuncties voor ervaren militairen, onzekerheid over de militaire pensioenen, de attractiviteit van het militaire beroep en nog steeds… de blijvende bewijsdrang die vrouwen voelen binnen Defensie. ‘Het is niet omdat we al 50 jaar toegelaten zijn, dat de strijd gestreden is. Je moet je nog steeds keihard bewijzen en ik vecht daar graag voor.”

De cirkel is rond maar nog niet gesloten

Van Anne tot Sofie, van 1980 tot 2025: de geschiedenis van vrouwen bij Defensie leest als een boek

vol doorzettingsvermogen, nuance en strijdlust. Vrouwen veranderen Defensie zoals ook Defensie vrouwen wellicht verandert.

Daarmee lijkt de cirkel rond zonder dat dit een eindpunt is. De beweging gaat gewoon als een spiraal omhoog en wordt gedragen en doorgegeven van generatie op generatie.

Dankzij vrouwen als Anne Gabriels, die met stille kracht muren doorbraken, vrouwen als Sofie Ghekiere, die vandaag spreken waar zwijgen niet meer volstaat. Dankzij 50 jaar moed, overgave en professionalisme, is de vlag nog lang niet gestreken maar de strijd nog maar net goed begonnen.

Van aan de kade van Zeebrugge tot in de herinneringen aan Delbrück leeft vandaag iets dat er vroeger niet was: Vrouwen in Defensie, nooit gelijk… altijd gelijkwaardig!

Foto: Fam. Gabriëls - Ghekiere

De weg naar een ‘Weapon Safety Culture’

Wereldwijde onrust vereist dat Defensie goed voorbereid moet zijn op directe dreigingen. Een goede paraatheid vergt degelijke training en vraagt op haar beurt aandacht voor de veiligheid van elke uitvoerder. Incidenten met wapens en munitie tijdens trainingen tonen het belang aan van een degelijke veiligheidscultuur.

Cultuurvervaging

Teruggaan naar de totalitaire controledrang van voor het invoeren van TGS (Techniek Gevechtsschieten), zoals de oudsten onder ons zich nog herinneren, hoeft niet. Wel moet er opzoek gegaan worden naar waarom de veiligheidscultuur stillaan vervaagt. Routine speelt hierin een grote rol. Na de eerste jaren van intensief trainen in een nieuwe manier van omgaan met wapens en munitie, is de waakzaamheid verminderd, waardoor fouten – hoe klein ook – zich opstapelen en vervolgens deel gaan uitmaken van nieuwe routines in zowel opslag, transport als gebruik van wapens en munitie.

Mentaliteitsverandering

Bij het hanteren van wapens is een juiste ingesteldheid van levensbelang. Een kleine fout kan leiden tot ongevallen met ernstige letsels en zelfs dodelijke afloop – niet alleen voor jezelf, maar even vanzelfsprekend voor jouw collega’s. Een sterke 'weapon safety culture' betekent dat je bij elk wapen, elke munitielading en elke situatie hetzelfde uitgangspunt hanteert: veiligheid eerst! De militair die dit beheerst en naleeft, geeft blijk van uiterste professionaliteit.

Een kandidaat-militair van 18 jaar dit professionalisme bijbrengen, is geen sinecure want vaak menen zij al heel wat wijsheid in pacht te hebben via online-gaming en airsoft duels, activiteiten die door hun eerder onschuldige uitwerkingen nog wel eens bijdragen aan een onbewuste vorm van nonchalance. Maar wat betekent nu zo’n ‘veiligheidscultuur’ in de praktijk? Je leert om geen schrik maar respect te hebben voor munitie en wapensystemen. De militair moet leren te vertrouwen op zijn training en uitrusting, terwijl de alertheid altijd aanwezig blijft. Denk aan verkeersregels: je rijdt niet verkrampt van angst rond maar vertrouwt op de kwaliteit van je wagen en toch bezit je de helderheid van geest om risico’s in te schatten van wat de gevolgen kunnen zijn wanneer je de regels met de voeten treedt.

Veiligheid versus realiteit

Militairen hebben een specifiek beroep, je hoeft maar de actualiteit te volgen aan het Oekraïense front om dit te beamen. Iedereen vindt het vanzelfsprekend dat militairen soms in situaties terechtkomen waarin veiligheid niet meer de bovenhand neemt. Tijdens militaire acties worden objectieven of doelen opgelegd, die een

gegarandeerd risico inhouden. Toch blijft het belangrijk om veiligheid bij realistisch trainen na te streven ondanks wat zich in werkelijkheid kan afspelen.

De sleutel op succes ligt in een combinatie van aangeleerde disciplines en de context van een zo veilig mogelijke werkomgeving en uitrusting

Realistische scenario’s mogen nooit excuses worden voor slordigheid. Het verschil tussen een risicovolle, maar goed doordachte oefening en een roekeloze training zit hem in de voorbereiding en de uitvoering. Het trainen op situaties waarbij de veiligheid niet ten volle kan gegarandeerd worden, zoals bijvoorbeeld bij een boarding operatie op zee, moet altijd plaatsvinden onder de strengste controles door ervaren instructeurs en de door hun opgelegde glasheldere afspraken. 

Voor een 18-jarige militair kan dit initieel wel eens klinken als een paradox waarop het gezond verstand gaat haperen: hoe kun je zoveel veiligheidsregels in acht nemen en een training aanvatten die bijna echt is en ook een zeker risico inhoudt? Het antwoord is simpel: je leert de regels en technieken om met risico’s om te gaan op een gecontroleerde manier. Een goed voorbeeld is oefenen met scherpe munitie. Dit gebeurt pas na uitgebreide training met lege wapens of blankmunitie, vervolgens met simulatiemunitie totdat je weet hoe je moet handelen voordat het eigenlijke risico toeneemt.

Realistisch trainen

Want de actualiteit vraagt steeds meer om te trainen zoals in reële omstandigheden. Het draait nu eenmaal om snelheid, besluitvaardigheid en improvisatie in oorlogssituaties. Maar zelfs dat mag niet leiden tot een cultuur waarin risico’s weggewimpeld worden om ‘de missie te voltooien’, ten koste van wat dan ook.

Jongere militairen worden wel eens onvoldoende of te kortstondig opgeleid in veilig omgaan met bewapening en munitie of ervaren de regels er omheen als verouderd en betuttelend. Recentelijk is een merkbaar verstrengingsbeleid voelbaar en dat is goed.

Want op instructeursniveau verdwijnt de schaarse oorlogservaring langzaam. Dit is deels te wijten aan de vergrijzing die toeslaat maar ook omdat de ervaren instructeurs die gevechtssituaties in Afghanistan (OMLT) doorstonden, op één hand te tellen zijn. De nodige omzichtigheid is dan ook geboden wil men realistisch gaan trainen.

Verantwoordelijkheid van de militair

Een 'Weapon Safety Culture' begint bij de militair onder de vleugels van goede ‘Safety Leaders’. Iedereen is zo ongeacht rang of ervaring, verantwoordelijk voor het hanteren van wapens volgens de geldende regels. Kortom: het maakt deel uit van de basis van je

vak en vormt zo een garantie dat jij en je collega’s veilig en effectief kunnen opereren.

Samen Sterker, Samen Veiliger

Defensie heeft als missie dus niet alleen het beschermen van het land, maar ook van haar mensen die dit mogelijk maken. Een sterke 'Weapon Safety Culture' is geen luxe, maar een noodzaak. Door jonge militairen hier bewust van te maken en hen te leren dat veiligheid en paraatheid hand in hand gaan, kan Defensie bouwen aan een sterke, professionele organisatie die klaarstaat voor elke uitdaging.

De militaire vakbond ACMP-CGPM en hun preventieadviseurs staan dan ook ten volle achter de werkzaamheden van DG H&WBDienst Bescherming en Preventie op het Werk (DBPW) en de initiatieven van de militairen achter ‘Weapons Safety Directives’ (WSD). 

Foto: 2CDO

Afscheid van een korporaal

België wil meer slagkracht om geloofwaardiger over te komen als kleine schakel in de NAVO. Het resulteert in een verhoopte en gewaagde doorstart. Dreigt die ambitie niet tussen de vingers van ervaren militairen weg te glippen nu die steeds vaker ‘eieren voor hun geld kiezen’?

De getuigenis die hieronder wordt weergegeven, is een persoonlijk verhaal dat een bredere trend illustreert. Terwijl de rekruteringskranen volledig open staan, lijkt niemand bij de hogere staf zich zorgen te maken dat het afvoergat onderaan wijd open blijft staan. Bovendien zijn pogingen om deze leegloop te stoppen schaars of zonder resultaat.

Elk nieuw persoonlijk drama resulteert stillaan in een lawine aan noodsignalen die uitrolt tot bij de militaire vakbond ACMP-CGPM. Het zijn de kreten van ervaren militairen die zo ver doorheen hun motivatie geschoten zijn, dat ze niet meer van hun stuk te brengen zijn om andere windstreken te gaan opzoeken. Eén van hen is Korporaal J. F. een veteraan met Afrika-ervaring en weldra burger, dit is waarom…

Van rekruut tot realiteit

Wellicht kan je dit aflezen op het gelaat van elke (onder)officier in een rekruteringscentrum wanneer een van energie overlopende jongeling tekent voor misschien wel het meest uitdagende beroep van zijn tijd. In elk geval de 21-jarige staat daar niet lang bij stil en zet zich schrap voor de rollercoaster die zich vanaf de selectie in gang zet.

Eens het karretje is vertrokken, verdwijnen ‘nieuwe’ elementen al vrij snel uit het zicht vanuit het rekruteringsorgaan naar de vormingsinstellingen. Zie het als een estafetteloop waarbij een wisselstok aan elke volgende loper wordt doorgegeven die moet waken over het proces van de opleiding tot aan het einde van de stage. Tenslotte komt de stok dan bij de eenheid terecht en die moet dan maar zien de wedstrijd ermee uit te lopen zonder ‘het wisselstokje’ al te vaak uit de vingers te laten glijden…

J.F. is een verkenner, een ‘volti’ in het vakjargon en hij is er eentje in hart en nieren. In zijn eerste jonge jaren aanvaardt hij zonder veel gemor dat doordeweekse overnachtingen nu éénmaal nodig zijn, wil hij niet één vierde van zijn maandloon opofferen aan dagelijkse vervoerskosten tussen een Franse grensgemeente en Leuven.

De kloof tussen gezin en kazerne

En dan komt de fase van gezinsuitbreiding. Er komt een partner en kinderen maar de jonge soldaat geeft niet op en gaat resoluut verder op eergevoel en voor het Vaderland. Het gezinsleven komt er wel extra bovenop en om de druk enigszins te verlichten, besluit de militair om toch de dagelijkse heenen weerellende te ondergaan in al

haar vormen en voor zoverre de dienst dit toelaat.

Helaas blijken kind en gezin vaker wel dan niet een doorn in het oog van de werkgever, althans op het niveau van de directe werkomgeving. Op enige empathie rekenen wanneer je als militair een gezinskwestie moet oplossen, is meestal uitgesloten, zelfs al staat de overheid op datzelfde moment met 700! overuren in het krijt bij deze korporaal.

In geval van overmacht niet vlot op je werk geraken? Reken niet op je werkgever voor enige sympathie, ook niet wanneer je wagen met 400.000 km op de teller het begeeft tijdens het woon-werkverkeer. Je moet maar opnieuw ‘living-in’ worden of dagelijks zes kostbare levensuren op de trein doorbrengen.

Als militair aan de andere kant van het land wonen? Reken op weinig sympathie van een overste die zelf met grote zekerheid een gelijkaardig lot te wachten staat ergens gedurende zijn loopbaan. De kameraadschap die in oorlog het verschil maakt, is in vredestijd vaak ver te zoeken en dat is jammer.

Een missie met gevolgen

Maar goed, niet getreurd: J.F. is een doorbijter en zoekt zélf een uitweg uit deze onhoudbare

toestand. ‘Vervolmaken om zo veelzijdig mogelijk in allerlei competenties uit te blinken! Dat moet het antwoord zijn’, denkt hij en volgt elke nieuwe cursus met succes zoals chauffeur, aidman en elektro-mechanieker. Met deze skills kom je overal, dus ook dichter bij huis, aan de bak. Zelfs onderofficier worden, staat op J.F.’s to-do-lijstje.

Eerst lonkt nog een buitenlandse missie waar hij verlangend naar uitkijkt. Zes maanden met een verkennerseenheid in het verre Mali. De toenmalige berichtgeving laat niets aan de verbeelding over en dus eiste ook deze opdracht zijn tol. Elke militaire inzet in een conflictgebied doet mentaal wat met een militair, maar J.F. loopt bovendien onomkeerbare knieschade op en is voor de verdere carrière aangewezen op alternatieve sportproeven. Zijn door de dienst opgelopen lichamelijke schade legt een onmiddellijke hypotheek op de carrièrekansen en de droom

om onderofficier te worden. Het beeld van een trotse militair die zijn toekomst zo ‘in het lateriet van de Sahel’ ziet wegzinken, spreekt boekdelen als symbool van de soms weinig aantrekkelijke vooruitzichten om te ‘overleven’ binnen Defensie wanneer je niet meer volledig voldoet...

Het laatste marsbevel

‘Ik gaf alles aan Defensie, maar Defensie nam steeds meer van me af…’ besluit korporaal J. F. En het stopt nu hier.

De werkgever wuift J.F. na tien jaar BDL uit met een ‘Tot nooit meer, Korporaal’ en behalve het cashen van een welverdiende ‘opofferingspremie’ die nu eerder aanvoelt als een ‘afkooppremie’, rest de militair niks meer dan zijn toekomst uit te bouwen in het burgerleven. Daar smeken ze gelukkig wel naar zijn verworven competenties en doorzettingsvermogen. Enigszins verbaasd – en misschien ook wel

tevreden- zien zij hoe een overheid zulk talent laat wegglippen.

De ex-militair zelf verbetert zich misschien wel in ‘work/lifebalance’ maar moet hiervoor zijn vrienden, eergevoel en fierheid laten varen. Ten slotte behoort zelf de nieuwe werkgever tot de verliezers want ook aan hen worden de extra kosten mee doorgerekend wat betreft nieuwe opleidingen en verloren expertise.

De militaire vakbond ACMP-CGPM wordt dagelijks geconfronteerd met pijnlijke tekortkomingen op het individuele en collectieve welzijn. Defensie dreigt namelijk haar slagkracht steeds sneller te verliezen omdat het personeel zich niet genoeg gewaardeerd voelt. Aarzel dus niet om ons Vast Secretariaat te contacteren wanneer u ook op onbegrip stuit bij het aankaarten van incorrecte arbeidsomstandigheden.

Foto: AI Jesse Arents

Van gamer tot strijder

Defensie voert actief campagnes om haar getalsterkte gevoelig op te krikken en kijkt daarbij ook steeds vaker naar ‘Gamers’. Cognitieve vaardigheden zijn van levensbelang nu hybride oorlogsvoering de norm is. Enkel fysiek een sterk beest zijn, volstaat lang niet meer…

Van fragging tot militaire strategie

De term ‘fragging’ vindt zijn oorsprong in de Vietnamoorlog en verwees naar het moedwillig uitschakelen van een meerdere of collega. Vandaag de dag heeft het een heel andere betekenis gekregen: het staat voor het verslaan van een tegenstander in een FPSgame (First Person Shooter). Deze woordspeling, afgeleid van ‘fragmentatiegranaat’, is razend populair onder jongeren. En hoewel men ooit neerkijkend sprak over deze ‘verloederde’ generatie die nachtenlang achter hun computers en spelconsoles doorbracht, blijken deze gamers vandaag een onverwachte troef voor het leger dankzij een soms wel fenomenaal gevoel voor strategisch inzicht.

Stereotype of rekruteringskans?

Elke nieuwe opkomende generatie, wordt door ervaren militairen steevast met enig argwaan bekeken. Wie zich geen tien keer kan optrekken of blaren oploopt na een speedmars met rugzak van 20 kg, wordt zo wel eens te snel afgeschreven als ‘zwak’. Veteranen zien zo in de gamende jongeren nog te weinig potentiële soldaten, maar vaker een generatie ‘watjes’ die niet opgewassen is tegen de uitdagingen van de strijd. Vooroordelen die nogal eens misplaatst zijn, blijkt nu.

Langzaam maar gestaag kwam een opmerkelijke kentering op gang. De militairen die rond de eeuwwisseling hun carrière startten kunnen er van meespreken. Zij vormen nu het ervaren kaderpersoneel en zien de zaken enigszins anders. Zij groeiden immers zelf op met realistische videogames en begrijpen dat deze spellen meer zijn dan tijdverdrijf. Tactisch inzicht, reactievermogen en samenwerking zijn cruciale vaardigheden die door specifieke ‘gaming’ worden aangescherpt. En net zoals zij hun passie voor spellen doorgaven aan hun kinderen, geven ze nu hun militaire kennis door aan een nieuwe generatie rekruten die met een controller in de hand opgroeide.

Het idee dat 'iedere soldaat een infanterist moet zijn', is intussen achterhaald

Gaming als oefenterrein

Spelen om te leren is trouwens niet louter menselijk, het komt zelf veelvuldig voor in de dierenwereld. Bij zoogdieren, vogels en sommige reptielen komt spelgedrag frequent voor en helpt bij

het ontwikkelen van zowel fysieke, sociale, cognitieve en overlevingsvaardigheden. Maar het gaat hier over mensen en bij hen ontstond zo rond de eeuwwisseling een merkbare cultuurverandering: opgroeiende jongeren die vroeger hun vrije tijd veelal in cafés en dancings doorbrachten, werden plots computernerds. Een fenomeen ontstond van clandestiene netwerkjes met spelcomputers waarvan de draden kriskras door de gangen liepen op campussen en militaire slaapblokken.

De Amerikaanse landmacht (US Army) speelde slim in op de nieuwe trend en startte met de ontwikkeling en lancering van ‘America’s Army’ in 2002. Deze eigen ontwikkelde en gratis game maakte jongeren spelend warm voor een militaire carrière. Het gevolg was dat dit spel een succesvol rekruteringsinstrument werd. Tot wel 30% van de rekruten heeft dit spel voordien gespeeld. Zelf op de dag van vandaag is de impact nog steeds voelbaar.

Dit type games heeft trouwens de grondslag gelegd voor de realistische gevechtssimulatoren die nu in bepaalde kazernes ontstaan. Want ook onze Defensie erkent steeds vaker de waarde van simulatieomgevingen, niet alleen voor de rekrutering maar ook voor opleiding en training.

Het idee dat videogames een invloed hebben op militaire vaardigheden is intussen bevestigd. Jongeren die hun strategisch denkvermogen dieper ontwikkelen in games als Battlefield en Counter-Strike, trekken die kennis door naar real-life activiteiten zoals airsoft en virtual reality-trainingen. Dit maakt voor sommigen de stap naar een echte opleiding veel gemakkelijker te overbruggen.

Een gamecontroller als wapen

Het conflict in Oekraïne toont een opvallende trend: aan de frontlinies vechten vaak oudere soldaten de klassieke loopgravenoorlog, terwijl de jongere generatie de oorlog vanop afstand mee bepaalt. Drone-oorlogsvoering, precisiebombardementen en cyberaanvallen worden meestal uitgevoerd door experts die comfortabel achter een scherm zitten. De klassieke infanterist blijft uiteraard belangrijk, maar steeds vaker wordt de strijd beslist door wie de

technologische tools het best beheerst. De kans dat de infanterist op zijn stelling persoonlijk in aanraking komt met een tegenstander die deels of helemaal AI-gestuurd is, groeit exponentieel.

Een nieuwe manier van oorlog voeren vraagt vanzelfsprekend naar een ander type soldaat: iemand met technische expertise, snelle reflexen en analytisch vermogen. Dat betekent niet dat fysieke kracht en uithoudingsvermogen onbelangrijk zijn, maar benadrukt het belang dat moderne oorlogsvoering vraagt om een mix van fysieke en cognitieve vaardigheden.

Militair zijn verdient een specifiek statuut!

De militaire vakbond ACMP-CGPM benadrukt dat Defensie zich wel sneller dan verwacht aan deze evoluties aanpast, maar intussen nog steeds worstelt met haar personeelsbeleid. Zeker nu de

specificiteit van het militaire beroep steeds sneller de helling af dreigt te rollen met het sombere vooruitzicht van ‘veel te moeten geven en weinig of niks terug te krijgen’.

Het idee dat ‘iedere soldaat een infanterist moet zijn', is intussen achterhaald en dat mag men niet misbruiken om tweedracht te zaaien door de specificiteit van het militaire beroep statutair gewoonweg te ‘versplinteren’ tot militairen die extra waardering verdienen op het einde van hun carrière en militairen die dat omwille van hun andere functie, ‘niet verdienen’!

Een herbekijken van het militaire statuut moeten rekening houden met elke militair en diens vaardigheden en specialiteiten. Sommigen zullen nu eenmaal uitblinken in fysieke kracht en uithoudingsvermogen, terwijl anderen strategisch genie, technisch expert of levensreddend medisch specialist op hun talentenlijst afvinken. Een verschil in waardering op niet correct meetbare fysieke en mentale belasting doorheen een volledige carrière is daarom onrechtvaardig!

Intussen hebben veel van die gamers en andere diverse talenten hun plek binnen Defensie wel verdiend. Of je nu een Special Operations operator bent, een expert in het doen crashen van vijandelijke IT-systemen of een infanterist die mee is met de moderne oorlogsvoering? Elke specialiteit is cruciaal om het verschil te maken tussen overwinning en nederlaag. Dus de specificiteit van het militaire beroep? Daar blijf je gewoon af...

Terugbetaling bril of contactlenzen

Een heldere bril is niet alleen beter voor uw zicht, maar ook voor uw administratie! Sinds 6 februari 2023 geldt er een nieuwe richtlijn binnen Defensie voor de terugbetaling van gewone brillen, brilglazen en in uitzonderlijke gevallen, contactlenzen.

De GID (Gedetailleerde instructie) DGBF-GID-FMEDAMXO-001 ‘Verklaring van de optieker en samenstelling van het terugbetalingsdossier van medische onkosten voor de aanschaf van gewone brillen en brilglazen bij de Sectie Medische Tarifering van Defensie’ vervangt eerdere instructies en brengt belangrijke verduidelijkingen met zich mee over de samenstelling van het terugbetalingsdossier.

De nieuwe Gedetailleerde Instructie (GID) verduidelijkt:

- Welke documenten u moet indienen;

- De verplichtte passage bij een oogarts

- Wanneer u wél of géén Model Transfer nodig heeft;

- Wanneer u recht heeft op een tussenkomst voor contactlenzen.

Te volgen procedure om een terugbetaling te bekomen

Vanaf 06/02/2023 vallen alle bril-gerelateerde dossiers onder het AO-J/838-protocol. Dit zijn de stappen die u moet volgen:

1. Bezoek uw militaire of door Defensie aangenomen arts met terugbetaling van het remgeld

- U meldt een probleem met uw zicht aan uw

reguliere arts (aangenomen door Defensie).

- De arts schrijft een Model Transfer voor een oogarts uit. Het model transfer is één jaar geldig en heeft u nodig om voor de terugbetaling van het remgeld van de consultatie bij de oogarts te vragen.

2. Ga naar een oogarts (zonder terugbetaling van het remgeld)

- De oogarts schrijft een brilvoorschrift uit met de dioptrie. Opgelet dit document is slechts zes maanden geldig! De bril moet aangekocht worden binnen de zes maanden om in aanmerking te komen voor terugbetaling.

3. Koop een bril bij een ERKEND optieker in België

- Bril of glazen worden aangekocht op basis van het voorschrift van de oogarts

- Online of aankoop in het buitenland is niet geldig.

- De optieker vult de verklaring opticien in (Bijlage A). Dit is een verplicht document waarin wordt verklaard dat de bril aan alle voorwaarden voldoet.

- De optieker voorziet een originele aankoopfactuur met vermelding van de dioptrie

4. Samenstelling terugbetalingsdossier:

Dien het dossier in bij Sectie Medische Tarifering (BFA-M). Dit bevat:

- Terugbetalingsaanvraag medische kosten (in twee exemplaren). Enkel het voorblad hiervan invullen;

- Verklaring van de optieker (Bijlage A);

- Originele aankoopfactuur van de optieker met vermelding dioptrie;

- Oogartsvoorschrift met dioptrie (max. 6 maanden oud);

- Model Transfer naar oogarts (voor de terugbetaling van het remgeld van de consultatie);

- Attest van de mutualiteit voor de terugbetaling van het remgeld;

Foto: Pixabay

- Verzending van de terugbetalingsaanvraag per post en niet digitaal!.

Wat wordt niet terugbetaald?

- Versterkte zonnebrillen;

- Fotochromatische glazen;

- Contactlenzen tenzij een bril medisch niet mogelijk is (moet blijken uit de verklaring in het brilvoorschrift van de oogarts).

Hoe vaak heb je recht op terugbetaling?

- Bril of montuur: om de 5 jaar

- Brilglazen zonder montuur: om de 2 jaar

Wat moet er op een factuur staan?

- Aanduiding onderneming VOORGEDRUKT (Geen stempel)

- Identiteitsgegevens verkoper, naam, adres maatschappelijke zetel

- Rechtsvorm en ondernemingsnummer

- Vermelding ‘rechtspersonenregister’ of afgekort ‘RPR’, gevolgd door de zetel van de rechtbank van het rechtsgebied m.b.t. de onderneming

- Financiële gegevens verkoper: IBAN en BIC

- Identiteitsgegevens van de koper, naam, adres

- Het woord ‘factuur’

- Het volgnummer van de factuur

- De factuurdatum

- De leveringsdatum (indien anders dan de

- Datum op de factuur is bepalend voor deze termijnen.

Indien er verdere vragen zijn hieromtrent, stel deze gerust via e-mail naar;

- BFA-M/TAR BE (België)

- BFA-M/TAR EXPAT (Expats)

Bewaar dit artikel, print het af en hang het uit voor uw collega’. Bij discussies of onduidelijkheden, aarzel niet en contacteer de militaire vakbond ACMP-CGPM op srt@acmp-cgpm.be 

factuurdatum)

- Omschrijving van geleverde producten, diensten, liefst met een gedetailleerde prijsberekening met hoeveelheden, aantal,…

- Dioptrie van de bril

- Eventuele kortingen

- BTW-bedrag toegepast (tarief, voor België 6%, 12% of 21%)

- Eventuele BTW-vrijstellingen

- Het totale BTW-bedrag

- Het totaalbedrag inclusief BTW

- Handtekening voor ‘voldaan’

- De algemene verkoopsvoorwaarden, geen verplichting maar wel handig in eventuele latere discussies over de factuur.

Foto: Erwin Ceuppens

Creative militairen met AI

Op 13 mei 2024 veranderde artificiële intelligentie (AI) definitief van vorm: met GPT-4o kan AI voor het eerst in real-time praten, kijken én luisteren – over de meeste taalgrenzen heen. Wat ooit sciencefiction leek, is plots bruikbaar voor iedereen. Ook voor de militair, maar zijn we daar wel klaar voor?

Van sciencefiction naar soldatentaal

De jongere generatie militairen hoeft nauwelijks uitleg: zij groeien op met technologie alsof het een aangeboren talent is. Maar voor wie al wat langer in het vak zit, is AI op zich al erg confronterend. Zeker als ze dagelijks samenwerken met jongeren die communiceren in hun eigen creatieve taal.

Wie AI de eerste keer echt hoort spreken, voelt zich vreemd genoeg snel vertrouwd – alsof je met een mens praat. Alleen: deze gesprekspartner slaapt nooit, spreekt meer dan 50 talen, en begrijpt context sneller dan wie ook. Voor sommigen is dat verbazingwekkend, voor anderen beangstigend. Zoals bij elke nieuwe ‘kameraad’ op het terrein, is blind vertrouwen geen goed idee, zeker nu deepfaketechnologie steeds realistischer en misleidender wordt. Toch is deze AI een krachtig hulpmiddel. Maar wel ééntje die je goed moet leren kennen.

Operaties, tolkentekort en spraakverwarring

Wie vandaag op missie vertrekt, weet dat taal en communicatie vaak het zwakke punt zijn in een operatie. Ondanks de goede

kennis van Engels en soms zelf Arabisch, blijft het een uitdaging om met onbekenden correct te communiceren, zonder dat daarbij waardevolle informatie verloren gaat. Denk maar aan samenwerken met NAVO-partners in een meertalige omgeving, communiceren met lokale bevolkingen of autoriteiten, bevelen en coördinaten uitwisselen onder stressvolle omstandigheden,…

Fout begrepen communicatie terwijl je onder vuur ligt, is geen detail maar een potentiële moordenaar. En net daar kan GPT-4o een gamechanger zijn als realtime vertaler; instructeur, of digitale assistent. Of je nu een kaart toont, een onderschept radiobericht afspeelt of een medische handleiding leest: GPT-4o begrijpt, vertaalt, vereenvoudigt en geeft dit weer in fracties van seconden.

AI op het slagveld?

Vandaag zit GPT-4o nog in je smartphone of laptop. Morgen misschien in een headset, helm of tactisch systeem onder de vorm van directe spraakvertaling in je oorbescherming, een feilloze beeldanalyse via je helmvizier (identificatie van symbolen, wapens, voertuigen), transcriptie en vertaling van orders die doorkomen via

radioverkeer of gewoon face to face.

De technologie is er al. De vraag is nu: durven we ze ook écht gebruiken in een operationele context?

Hulpmiddel, geen vervanging

AI moet de soldaat ondersteunen maar mag die niet vervangen. Artificiële intelligentie heeft vooralsnog geen moreel kompas, geen terreinervaring en al helemaal geen stressbestendigheid. Het blijft een machine die niet functioneert zonder eerst gevoed te worden door data en modellen. Foutieve input of verkeerde interpretatie kunnen ernstige gevolgen hebben. Wie dus denkt dat AI alle problemen oplost, onderschat de complexiteit van militaire besluitvorming.

Daarom volstaat het niet dat Defensie enkel investeert in F35’s, fregatten en dronetechnologie van de bovenste plank, maar is het mogelijks nog belangrijker om te investeren in zowel de opleiding als de valorisatie van zij die ermee moeten werken: de militairen zelf.

Kameraadschap blijft menselijk

Het niveau van artificiële intelligentie is vandaag al indrukwekkend te noemen en zal de manier waarop militairen opereren, trainen en

communiceren ongetwijfeld fundamenteel veranderen. Maar net zoals een wapen zijn kracht enkel toont in bekwame handen, is een hulpmiddel slechts zo waardevol als de militair die ermee werkt. Zo kan diezelfde technologie net zo goed een nederlaag bespoedigen wanneer men er onachtzaam mee omgaat.

De werkdag van de militair van morgen zal er wellicht helemaal anders uitzien, maar kameraadschap,

ervaring en gezond verstand blijven gegeerde eigenschappen die niet weg te denken zijn. Daarom is het uiterst belangrijk om ook die menselijke factor niet te verwaarlozen en mee te ‘upgraden’ volgens de noden van de tijd.

Een multifunctionelere militair met veel meer troeven en minder lichamelijke belasting kan gerust wat jaren langer op de teller slijten? Allemaal goed en wel maar menselijk rendement benut men pas

optimaal wanneer de werkgever terugbetaalt met het juiste respect en een correct statuut.

De militaire vakbond ACMP-CGPM geeft vooral naar jongeren toe nog één belangrijk advies: toets eerst uw ‘menselijke intelligentie’ zodat al te ijverig aan de slag gaan met dit nieuwe medium, uw naasten en uiteindelijk ook uzelf, geen schade toebrengt!

Foto: AI Jesse Arents

Help de generaals uit de shit

Defensie staat voor een gigantische uitdaging. Terwijl de wereld met de dag instabieler wordt, proberen onze generaals met beperkte middelen en zelfs goede wil de boel recht te trekken. Dit verloopt helaas niet van een leien dakje. Wie vandaag het militaire uniform aantrekt, heeft daarom niet alleen een missie, maar ook een verantwoordelijkheid om mee aan de kar te trekken van deze noodzakelijke hervormingen.

Geen tijd voor apathie

Onze jonge militairen kijken vandaag aan tegen een krakende organisatie die zo lang onder gefinancierd, ondergewaardeerd en onderbemand is gebleven dat de gevolgen dagelijks voelbaar zijn. Burn-out’s, onzekere loopbaantrajecten, verouderd materieel en nog steeds een logge administratie jaagt jongeren weg in plaats van hen te ondersteunen. Ook tijdens de talrijke opleidingen blijkt het kaderpersoneel weinig tot niks te ondernemen tegen de demotivatieval die elke kandidaat wel eens treft door de cultuurshock tussen burgerij en militaire discipline. Nog

steeds voelt het alsof men te snel iemand laat opgeven…

Intussen spreekt niemand tegen dat de legertop volop wil hervormen. In die mate dat zelfs de laatste vesting van waardering in het militaire statuut dreigt te vallen. Om op zoek te gaan naar een breed draagvlak onder hun troepen, lijkt dit alvast geen succesvolle strategie.

De militair zelf moet inzien dat alleen klagen en zagen aan een toog of op sociale media evenmin iets oplevert. Echte verandering vraagt immers organisatie en wie niet meedoet aan het gesprek, wordt immers niet gehoord.

Wie niet meedoet aan het gesprek, wordt immers niet gehoord

ACMP is geen vertragende hindernis, zij is jouw stem

Het cliché leeft dat vakbonden ‘de boel tegenhouden’. Een zeldzame klavierveteraan beleeft zelfs de tijd van zijn leven met het verspreiden van zulke onzin, maar is louter contraproductief. De realiteit toont dat vakbonden zowat de enigen zijn die structurele problemen aankaarten en op lange termijn meedenken aan oplossingen. En ja, dat doen ze soms luid op basisoverlegcomités of tijdens onderhandelingen. Zwijgen heeft immers nog nooit iets veranderd

Beste militairen, de militaire vakbond ACMP-CGPM is niet de vijand van de hervorming, maar net haar garantie op enige realiteitszin. Wie anders vertegenwoordigt zowel de leefwereld van de jongeren als diegene dichter bij hun pensioen bij de actuele

Foto: Belgian Army

onderhandelingen? Wie anders zorgt ervoor dat men in Evere de mouwen moet opstropen opdat jouw job aantrekkelijk blijft – vandaag én morgen? Wie anders valt en struikelt over de met stille trom ingevoerde wetsaanpassingen betreffende uw veiligheidsverificaties die indirect uw job zekerheid zomaar in het gedrang brengt?...

Ook Europa vraagt om volwassenheid, zelf van ons…

Vandaag gaat er geen NAVO- of EU-vergadering meer voorbij zonder gepleit voor een sterk Europa op defensievlak. Met enkel drones en veel budget bouw je geen Europese Defensie. Er is inspraak, democratisch draagvlak en vooral veel sociaal overleg nodig om een samenhorigheid van gemotiveerde militairen die in harmonie met een goede uitrusting en materieel

garant staan voor een Europa dat men respecteert.

De woorden en daden van een kleine natie als België lijken misschien op te gaan in de massa. Weet alvast dat de militaire vakbond ACMP-CGPM deel uitmaakt van EUROMIL, dé Europese Organisatie van Militaire verenigingen en vakbonden.

Generaals kunnen dit niet alleen

Het is makkelijk om vanop afstand te zeggen ‘dat ze het in hun ivoren toren zelf oplossen’. Maar wat als de Defensiestaf dat nu effectief probeert en daarbij jouw steun echt nodig heeft?

Help de generaals ‘uit de shit’. Sluit je dus aan, praat mee of wordt zelf afgevaardigde… Niet omdat het moet, maar omdat het

Adrien Muylaert

de enige manier is om van binnenuit de toekomst van Defensie mee vorm te geven tot iets wat terug fantastisch werkt, kameraadschap creëert en als afschrikking tegen aanvallers op onze democratische waarden van tel is!

Want zonder jullie, geëngageerde militairen, maar vooral, jongeren… verandert er niets! Wil jij mee bouwen aan de Defensie van morgen? Sluit je vandaag nog aan bij ACMP-CGPM mocht dit nog niet gebeurd zijn.

Mail srt@acmp-cgpm.be of ga op zoek naar uw lokale vakbondsafgevaardigde die u gemakkelijk terugvindt op onze webpagina www.acmp-cgpm.be

Foto:

Op weg naar een sociaal akkoord…

De herziening van het militair pensioenstelsel laat diepe sporen na. Waar vroeger het recht op een correcte pensioenregeling deel uitmaakte van het impliciete contract tussen de staat en haar militairen, voelt de door de Arizona-regering aangekondigde hervorming aan als een breuk met die historische belofte. Het evenwicht tussen de specificiteit van het beroep en de compensaties is zoek. Daarom is de weg naar een sociaal akkoord meer dan ooit noodzakelijk.

Een eerlijke regeling

Militairen dragen een unieke verantwoordelijkheid. Beschikbaarheid, inzetbaarheid en flexibiliteit zijn geen loze woorden, maar dagelijkse realiteit. De specificiteit van het beroep brengt fysieke, mentale en sociale belasting met zich mee die moeilijk vergelijkbaar is met andere overheidsdiensten. De ambtshalve pensionering was niet louter een voordeel, maar een erkenning van die belasting. De afschaffing of drastische inperking ervan vraagt dus om eerlijke compensaties.

Sociale dialoog als kompas

In de nasleep van het regeerakkoord is er opnieuw ruimte ontstaan voor dialoog. De representatieve militaire vakorganisaties hebben hun standpunten duidelijk gemaakt: er moet gewerkt worden aan compenserende maatregelen die niet louter financieel zijn, maar ook structureel. Denk aan realistische loopbaanperspectieven, werkbare eindeloopbanen, aangepaste functies voor oudere militairen en betere ondersteuning van de militair en zijn omgeving.

Het sociaal overleg is daarbij essentieel. Er is nood aan een akkoord dat gedragen wordt door alle betrokken partijen en dat recht doet aan de realiteit op het terrein.

Overleg in vertrouwen en discretie

Sociaal overleg verloopt volgens vaste procedures en in een strikt kader van wederzijds respect. Alle betrokken actoren – vakorganisaties en overheid – nemen deel in een geest van samenwerking, waarbij elke stap in het proces vertrouwelijk behandeld wordt. Die discretie is geen vorm van geheimhouding, maar een noodzakelijke waarborg om sereen en constructief tot een gedragen akkoord te komen. Publieke uitspraken of speculaties over tussenresultaten kunnen het overleg ondergraven en het wederzijds vertrouwen schaden. Alleen door deze regels te respecteren, kan het sociaal overleg zijn rol ten volle spelen.

Een evenwichtige toekomst

Het herstel van vertrouwen is een werk van lange adem. Maar het is

mogelijk, op voorwaarde dat men bereid is het verleden te erkennen en het gesprek aan te gaan over eerlijke oplossingen. Een sociaal akkoord moet niet alleen herstellen wat gebroken is, maar ook bouwen aan een toekomst waar militairen zich gewaardeerd en beschermd weten.

De aantrekkelijkheid van het beroep staat immers op het spel. In tijden van geopolitieke onzekerheid en verhoogde operationele noden heeft Defensie mensen nodig die willen en kunnen dienen. Daarvoor is meer nodig dan louter roeping: ook rechtszekerheid, respect en perspectief.

De weg naar een sociaal akkoord is niet eenvoudig, maar wel noodzakelijk. Het herstellen van het evenwicht is niet alleen een kwestie van rechtvaardigheid, maar ook van strategisch beleid. Militairen verdienen duidelijkheid, waardering en een kader waarin hun inzet op een eerlijke manier wordt gehonoreerd. Dit is waar we ons als militaire vakbond ACMP-CGPM voor inzetten.

NATHÉO – 14/04/2025

In het gezin van Arnaud ELOY (Luik)

LAURA – 15/04/2025

In het gezin van Niels DONNÉ (Heusden-Zolder)

SOFIA – 18/04/2025

In het gezin van Nordine BOUKHALFA (Braine-l’Alleud)

MEHDI- 24/04/2025

In het gezin van Michaël BLOND (Leuven)

GABRIEL – 26/04/2025

In het gezin van Marc HUET (Marche-en-Famenne)

FINN – 28/05/2025

In het gezin van Gregory STEYLAERTS (Hasselt)

LANA – 03/06/2025

In het gezin van Nicolas FAILON (Luik)

11/06/2022

BOUKHALFA Nordine en HASSAN Nadia (Seneffe)

19/10/2024

FORNAROLI Nolan en DESGAIN Lola (Pont-à-Celles)

02/04/2025

AUVERSACK Geoffrey en CHARLES Laureen (Héron) (Wettelijke samenwoning)

19/05/2025

VANDENBULCKE Servaas en DE BOCK Tine (Kruisem) (Wettelijke samenwoning)

04/06/2025

SANCHEZ MORENO Michaël en MAGNET Bérénice (Châtelet)

06/06/2025

CORDIER Gwendoline en CORDARO Simone (Erquelinnes)

Volg ons!

DEPREITERE GABRIEL

1936 - … 26/05/2025 (Florennes)

Indexcijfer van de consumptieprijzen

- Maart: 135,56 punten

- April: 134,44 punten

- Mei: 134,23 punten

Gezondheidsindexcijfer

- Maart: 135,91 punten

- April: 134,77 punten

- Mei: 134,54 punten

De afgevlakte gezondheidsindex bedraagt in maart 132,55 punten, de spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen vastgelegd op 133,28 punten werd hierbij niet overschreden.

Het planbureau legt een volgende spilindexoverschrijding vast op 133,28 punten en die zal mogelijks in september 2025 bereikt worden.

Bron: Statbel

Als militair staan we steeds paraat voor anderen. Maar voor ons?

Wie staat er altijd klaar voor ons? ACMP-CGPM,

Foto: ACMP-CGPM

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.