De Schildwacht
Maart - April 2025 - nr. 02


Maart - April 2025 - nr. 02
VOORWOORD DOOR YVES HUWART | VOORZITTER
De pensioenen liggen reeds jaren onder vuur. We beleven al sedert 2012 de ene aanval na de andere op ons pensioen, waarbij we telkens hetzelfde riedeltje horen: ‘hervormingen zijn onvermijdelijk om de pensioenen te kunnen blijven betalen’. Doch zoals steeds is iedere hervorming een kwestie van keuzes.
Bij een pensioenhervorming heb je als overheid twee opties: ofwel bespaar je op de uitgaven en laat je mensen langer werken en verlaag je hun pensioenbedrag, ofwel versterk je de financiering van die pensioenen. Het is evenwel bizar dat die tweede piste nooit aan bod komt in het debat in ons land. Want het zijn niet zozeer de uitgaven, maar wel de inkomsten die ons stelsel van pensioenen en sociale zekerheid ondermijnen.
Zij worden immers betaald met sociale bijdragen op onze lonen. De opeenvolgende regeringen hebben de werkgeversbijdragen gestaag afgebouwd; deze afbouw bedraagt tegenwoordig al 16 miljard euro per jaar. Arizona doet daar nog een schep bovenop, wat zal leiden tot 19 miljard lagere inkomsten in 2029. De werkgeversbijdragen gedragen zich dus al jaren als de poolkappen: ze smelten weg. Ondertussen werden ook de pensioenen voor zelfstandigen verhoogd zonder dat zij daar ook maar één euro extra voor moeten bijdragen, iets wat niets anders is dan een aanfluiting van het solidariteitsbeginsel.
Deze politieke keuzes zijn in feite een gigantische hold-up op de financiering van de sociale zekerheid en de pensioenen, goed voor bijna 3% van ons bbp of méér dan de totale stijging van de pensioenuitgaven tussen 2025 en 2070. De regering creëert dus voor een stuk zelf de onbetaalbaarheid van onze pensioenen. Terwijl aandeelhouders hun winsten zien stijgen, moeten ambtenaren en militairen inleveren op hun pensioenrechten. Rechtvaardig is anders.
Daarenboven hanteert de Arizonaregering een wel heel vilein woordgebruik wanneer zij het pensioenstelsel van de militairen als een ‘gunstregime’ benoemt, om hen bij de rest van de bevolking weg te zetten als ‘profiteurs’. Terwijl wat nu als een ‘gunstregime’ bestempeld wordt, niets anders is dan een specifiek stelsel dat in plaats werd gesteld om rekening te houden met de bijzondere eisen en plichten die aan het militair beroep gesteld worden. Met name: om te allen tijde en in alle omstandigheden in staat te zijn extreem geweld te gebruiken én te ondergaan ter bescherming van ons land, onze bevolking en onze bondgenoten; zaken waarvoor je
over fysiek en mentaal geschikte mensen moet beschikken.
Het is dan ook gewoonweg pervers, contraproductief en – vooral – operationeel compleet dom om het pensioenstelsel van de militairen geheel op de schop te nemen en van onze krijgsmacht een oudemannen-leger te maken. Het pensioenbeleid is een kwestie van keuzes. Aangaande de militaire pensioenen maken de ministers Francken en Jambon (Pensioenen) duidelijk de verkeerde keuze.
‘Thank you for your service’ is in andere landen de spontane begroeting van iemand in uniform. Militairen worden er met dankbaarheid en respect bejegend. Ze krijgen voorrang bij het boarden van een vliegtuig en misschien zelfs een upgrade. Ze hebben een streepje voor bij een sollicitatie na het verlaten van de actieve dienst. Hogere opleidingen in burgermilieu worden betaald door de krijgsmacht. Een hypotheeklening? Met militaire korting. En in ons land? Daar bestaat deze appreciatie voor militairen uit een ezelsstamp van de bevoegde ministers die hun pensioenstelsel compleet verneuken.
De Schildwacht is het tweemaandelijkse tijdschrift van de Algemene Centrale van het Militair Personeel. Alle leden krijgen een exemplaar toegestuurd.
Oplage: 9.800 exemplaren.
Adresgegevens worden behandeld overeenkomstig de wet op de privacy (wet 8/12/1992 & GDPR).
Verantwoordelijke uitgever:
Yves Huwart Coördinatie:
Jesse Arents & Concetto Bandinelli
Algemene gegevens - ACMP: Romboutsstraat 1 – Bus 021 1932 Zaventem srt@acmp-cgpm.be www.acmp-cgpm.be Tel.: 02 245 72 14
BE32 2100 6234 6602
BIC: GEBABEBB
BE57 0682 3639 9535
BIC: GKCCBEBB
Foto cover: Jorn Urbain
Maart - April 2025 - nr. 02 2 4 6 13 14 15 18
Ezelsstamp
Een dag in een Informatiecentrum
Pensioenhervorming en tegenmaatregelen!
Topsporters, maar bovenal militairen!
Nieuwe vaste afgevaardigde, Margo Haenraets
May the FORCE be with EU: in gesprek met Wouter Beke
Vierdaagse van de IJzer – 52ste editie 2025
Volg ons op Facebook
Eén van onze leden heeft het Algemeen Programma van de ACMP-CGPM gelezen. Een passage over de basisrekrutering bij Defensie heeft hem doen reageren. Hij stelde daarom voor dat de militaire vakbond zich rekenschap zou geven van hoe het eerste contact tussen potentiële kandidaten voor een militaire functie en Defensie verloopt. Hier volgt een kijkje achter de schermen in een Informatiecentrum.
Een dinsdagochtend in maart, tijdens de krokusvakantie. De zon schijnt en deze voormalige kazerne, die inmiddels werd overgenomen door de lokale overheden, lijkt in slaap te zijn gevallen, zelfs al verdoezelen bouwwerken het gezang van de vogels. Bij de wachtpost hebben twee burgers de militairen vervangen. Men moet nog steeds zijn identiteit tonen, maar de ontvangst is een stuk gemoedelijker. Een van de medewerkers verwijst ons naar het Informatiecentrum, dat zich in een afgelegen hoek bevindt. In de inkomhal van dit kleine gebouw wachten de deelnemers van de eerste sessie, zonder enig geluid te maken. Slechts vijf jongeren zijn aanwezig voor de briefing. Deze jongvolwassenen (vier mannen en één vrouw) zijn geïnteresseerd in de officiersopleiding en de voorbereidende divisie voor de KMS, de zogenaamde ‘VDKMS’.
‘De zaal is minder gevuld wanneer het gaat om de rekrutering voor de Koninklijke Militaire School,’ legt een ervaren eerste sergeantmajoor, ‘Active recruiter’, ons uit. ‘Voor de rekrutering van onderofficieren is de zaal daarentegen vaak te klein. Zoveel volk komt erop af.’ ‘We organiseren gemiddeld vier
briefings per week voor soldaten en onderofficieren. Tel daar de briefings voor officieren bij, de wekelijkse 1-dagspermanentie bij de FOREM (Waalse tegenhanger van de VDAB), het partnerschap met ‘Cité des Métiers’ (Beroepenpunt) en de Dienst Studie- en Beroepsinformatie (Siep.be), plus een briefing om de twee zaterdagen – dat is goed voor zo’n zeven briefings per week voor alle categorieën: van magazijnier tot piloot, inclusief infanterist of cyberexpert.’
Nadat hij de inschrijvingsformulieren heeft verzameld, informeert de recruiter naar de schoolse- of academische achtergrond van de aanwezige jongeren. Hij vraagt hen ook waarom ze de stap naar het
Informatiecentrum hebben gezet. De ene is een laatstejaarsstudent die van zijn schoolvakantie gebruik maakt om zijn toekomst voor te bereiden. De andere is een afgestudeerde dierenarts, die andere studies wenst aan te vatten en die via Defensie arts wil worden. Tussen deze verschillende profielen zijn er ook jongeren die hun ‘eerste militaire keuze’ even hebben opgeborgen om hun studies in de burgerij aan te vatten, of jongeren die een familielid volgen. Een ander zoekt naar waarden die hij in de samenleving niet meer terugvindt. Na een afgerond of niet afgemaakt parcours komen ze gemotiveerd aan bij het Informatiecentrum om vervolgens het uniform aan te trekken.
Serieuze en nauwkeurige aanpak
‘Hoe staat het met jouw kennis van wiskunde en Frans?’ Dat is de vraag die elke kandidaat krijgt. Want deze basiskennis is een vereiste wil men een toegang verkrijgen tot de KMS. De VDKMS bereidt de kandidaten dan weer goed voor: zo slaagt 90% nadien voor de toelatingstests. Met 4 uur wiskunde per week wordt het moeilijk, met 6 uur per week, slaag je in principe met de vingers in de neus.’ Sport blijft essentieel, en de instructeur polst naar de fysieke paraatheid. Hij benadrukt daarmee het belang van een goede, fysieke conditie. And last, but not least evalueert hij de motivatie van de potentiële rekruten. Hij raadt hen aan geen functies te kiezen die ver uit elkaar liggen, zoals piloot, ambulancier, informaticus of kok: de kloof tussen die functies is te groot.
Na ook gepeild te hebben naar hun kennis over Defensie (‘Wie zijn de drie hoogste bevelhebbers?’, ‘Wat zijn de verschillende componenten?’, ‘Wat zijn de huidige missies van Defensie?’), kan de instructeur zijn uiteenzetting verder afstemmen op het publiek.
De briefing is duidelijk over het militaire beroep: het statuut, de voordelen en nadelen worden allemaal besproken. De soberheid van het leven en werk, het hoge selectieniveau, het aantal verlofdagen, de duur van de opleiding, stressbestendigheid, omgang met wapens, het internaatleven dat soms maanden of jaren duurt, fysieke proeven en jaarlijkse evaluaties, verloning, medische zorgen, beschikbaarheid voor oefeningen en operaties, verantwoordelijkheidszin en initiatief nemen – alles komt transparant aan bod.
De laatste fase van deze 90 minuten durende briefing heeft als doel de kandidaten gerust te stellen met enkele tips, via een simulatie, en dit om beter te kunnen reageren op de 240 stellingen die ze zullen krijgen tijdens een computertest in Neder-over-Heembeek. ‘Beantwoord eerlijk en spontaan. Er zijn geen strikvragen, maar sommige stellingen over hetzelfde thema worden herhaald of anders geformuleerd. Alles komt goed.’
Geen enkel detail wordt aan het toeval overgelaten. De onderofficier benadrukt het belang van de inschrijvingsdeadline en bespreekt het testpakket in het Militair Hospitaal. Hij vergeet ook niet enkele aspecten aan te halen die de jongeren lijken te onderschatten: ‘Vergeet beleefdheid en je voorkomen niet. Het blijft nog altijd een sollicitatiegesprek.’
De sessie eindigt zonder vragen, een duidelijk teken dat de recruiter zijn uitleg waarschijnlijk duidelijk en volledig heeft gegeven.
Verandering van toon
Tijdens de tweede sessie (in de namiddag) is er meer volk: zestien jongeren, waaronder twee vrouwen. Twee moeders volgen de briefing discreet mee vanop de achtergrond. Deze kandidaten voor onderofficiersfuncties komen uit het secundair onderwijs of hebben al een (technisch) hoger diploma. De uiteenzetting van een andere recruiter is informeler en doorspekt met persoonlijke ervaringen uit zijn jarenlange carrière bij een genie-eenheid. Zelfs de directeur, die de formulieren overloopt, spreekt op een meer directe manier: hij wil vermijden dat de kandidaten verrast of teleurgesteld
worden door de harde militaire realiteit en vertelt ronduit dat de Defensiepubliciteit ‘slechts reclame’ is. In de echte wereld zullen ze geconfronteerd worden met kou, regen, lange werkuren, enzovoort. Die waarschuwing doorprikt bepaalde clichés van de jongeren, die hopelijk de zaken in perspectief zullen kunnen plaatsen.
De kwaliteit van deze laatste briefing is behoorlijk goed. De toon is meer ‘met beide voeten op de grond’ en de inhoud benadrukt de verschillende mogelijkheden binnen de componenten en de realiteit van het militaire beroep. Er zijn veel waarschuwingen over de ruige opleiding, de zelfopoffering en het ‘op je tanden bijten’. De tweede onderofficier wijst ook verschillende keren op de subtiliteiten en beperkingen van een gekozen functie, op het feit dat je je keuze niet zomaar kunt wijzigen tijdens de opleiding, op de afstand woonplaats-kazerne, en op het belang van een goede voorbereiding voor de selectieproeven in N-O-H: ‘Ga er niet naartoe met het idee dat je voldoende talent hebt. Ga ernaartoe met een goede voorbereiding,’ legt hij uit. In tegenstelling tot zijn collega in de ochtend, krijgt hij verschillende vragen waarop hij vlot antwoordt. Indien het antwoord bijkomende uitleg vergt, wordt de kandidaat uitgenodigd voor een extra gesprek in een aangrenzend lokaal.
Samengevat: we waren positief verrast door de kwaliteit van de briefings. Hopelijk vormen ze de basis voor een goed begeleide menigte en geven ze een realistisch beeld van wat jonge rekruten te wachten staat wanneer ze eindelijk het langverwachte uniform mogen aantrekken.
In de laatste ‘De Schildwacht’ van 2024 hadden we het over het horrormenu dat werd overwogen door de potentiële ‘Arizona-regering’. Deze regering werd op 3 februari 2025 gevormd op basis van een regeerakkoord. Tijd dus voor een update over wat dit betekent voor het pensioen en op rust stellen van militairen.
De krachtlijnen
Hieronder geven we de voornaamste krachtlijnen (niet de overgangsmaatregelen) uit het ‘Arizona’akkoord weer, en wat de gevolgen hiervan zijn of zouden kunnen zijn voor (gepensioneerde) militairen. Ter herinnering: het sleutelwoord van deze regering is ‘een harmonisering tussen de stelsels van loontrekkenden, ambtenaren en zelfstandigen … Tegen het einde van de legislatuur zal er een dynamiek van convergentie tussen de drie stelsels tot stand worden gebracht…’
1. De wettelijke pensioenleeftijd wordt 67 jaar (sinds 2025 is dit 66 jaar en in 2030 wordt dat 67 jaar).
Daarnaast zal het automatisch op pensioen stellen bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd worden afgeschaft. Vanaf dan zal de pensionering steeds op vraag van de militair gebeuren. We laten het aan u over om zich deze situatie voor te stellen binnen de context van Defensie.
Wat dit punt betreft, heeft de minister van Pensioenen in de Kamer verduidelijkt dat hij, in samenwerking met zijn collega’s van Ambtenarenzaken, Defensie en Mobiliteit, een einde wil maken aan de automatische pensionering. Vanuit hun standpunt is het belangrijk dat ambtenaren die na de wettelijke pensioenleeftijd willen blijven werken, dit ook gemakkelijker kunnen doen.
2. Verhoging van de pensioenleeftijd voor ‘bevoorrechte’ categorieën.
a. Vanaf 1 januari 2027 zal de pensioenleeftijd
voor militairen (56 jaar) geleidelijk met 1 jaar per jaar worden verhoogd, tot ze in 2037 67 jaar bedraagt. Hierbij zal rekening worden gehouden met de legitieme verwachtingen van personen die dicht bij de pensioenleeftijd staan en waarvoor de Arizona-regering een voldoende overgangsperiode en -maatregelen zou voorzien, in overleg met de vakbonden. Hierbij zouden de ook nodige maatregelen inzake aangepast werk worden genomen.
b. Een strikte toepassing hiervan zou betekenen dat enkel militairen die uiterlijk in 1970 geboren zijn, nog automatisch op pensioen zouden kunnen gaan op 56-jarige leeftijd. Voor alle anderen zou de wettelijke pensioenleeftijd van 67 jaar van toepassing zijn. Er blijft echter wel een mogelijkheid tot vervroegd vertrek op 60 jaar mits 42 dienstjaren (zie verder).
3. Een vervroegde pensionering zou mogelijk zijn via de ‘60/42’-regel vanaf 1 januari 2027. Dat betekent: minstens 60 jaar oud zijn én een loopbaan van minstens 42 dienstjaren hebben (in ‘tijd’). (Momenteel is een vertrek op 60 jaar mogelijk, maar dan met 44 gepresteerde dienstjaren.)
a. Alleen de jaren met minstens 234 effectieve werkdagen zullen worden meegeteld om na te gaan of voldaan is aan de voorwaarde van 42 loopbaanjaren
b. Ter herinnering: een volledig pensioen wordt verkregen na 45 dienstjaren aan het tantième 1/60: 45/60 = 75% van de referentiewedde berekend over 45 loopbaanjaren. Met de ‘60/42’-regel is
het duidelijk dat het onmogelijk is om een volledig pensioen (45/60) te bereiken, want dat zou slechts 42/60 (of zelfs 41/60 – zie uitleg hieronder) zijn!
c. Laten we verduidelijken dat wat betreft de voorwaarde ‘loopbaanduur’: voor actieve diensten (militairen?) de duur van hun loopbaan zou worden verhoogd met een coëfficiënt. Voor de jaren vóór 2027 zou die coëfficiënt 1,05 bedragen (een verhoging van 5% waardoor één gewerkt jaar een ‘bonus’ oplevert van ongeveer 18 dagen). Dit betekent dat zij ‘sneller’ met pensioen kunnen gaan dan andere werknemers, voor wie de verhogingscoëfficiënt vanaf 1 januari 2027 op 1,00 staat.
Voor actieve diensten zoals bv. bij Defensie zou de verhogingscoëfficiënt dus op 1,05 blijven, maar vanaf 2027 jaarlijks met 0,005 dalen om in 2032 te plafonneren op 1,025 (een verhoging van 2,5%; één jaar werken levert dan een ‘bonus’ op van ongeveer 9 dagen!). In de toekomst zou men dus vervroegd met pensioen kunnen gaan als ze voldoen aan de geldende loopbaan- en leeftijdsvoorwaarden: op 60 jaar met 44 dienstjaren, op 61 of 62 jaar met 43 dienstjaren, en op 63, 64 of 65 jaar met 42 dienstjaren. De Arizona-regering voegt daar dus een vertrek op 60 jaar met 42 dienstjaren aan toe.
Bijvoorbeeld: éénmaal in regime zal een militair met 41 aanrekenbare dienstjaren voor de be-
Foto: Daisy Lauwers
rekening van de loopbaanduur voldoen aan de voorwaarde van 42 jaar voor vervroegd pensioen op 60 jaar, want 41 jaar x 1,025 = minstens 42 jaar. Maar voor het pensioenbedrag (€) blijft het 41/60, wat neerkomt op ongeveer 68% van de referentiewedde — wat dus niet gelijk is aan 75% (45/60).
4. Harmonisering van de loopbaanvoorwaarden voor een vervroegd pensioen
a. Momenteel verschilt de definitie van een loopbaanjaar per pensioenstelsel. Vanaf 1 januari 2027 zullen enkel kalenderjaren (van 1 januari tot 31 december) waarin minstens 2 kwartalen (6 maanden of 156 gewerkte of gelijkgestelde dagen) werden gepresteerd, meetellen voor de loopbaanvoorwaarde in de drie stelsels (loontrekkenden, zelfstandigen en ambtenaren).
b. Vandaag is een vervroegd pensioen mogelijk op 60 jaar met 44 loopbaanjaren, op 61 of 62 jaar met 43 jaren, en op 63, 64 of 65 jaar met 42 jaren. De Arizona-regering voegt hier dus aan toe dat een vervroegd pensioen ook mogelijk wordt vanaf 60 jaar met 42 loopbaanjaren.
5. De berekeningswijze van het pensioen (het ‘bedrag’, de €’s) wordt eveneens grondig herzien. Het gaat hierbij enerzijds om de verlenging van de loopbaanduur die wordt meegerekend in de referentiewedde voor militairen, en anderzijds om het tantième.
a. De berekening van de referentiewedde is vandaag gebaseerd op de laatste 10 jaar van de loopbaan, terwijl in de andere stelsels de volledige loopbaan in aanmerking wordt genomen.
b. Bijgevolg zou volgens de Arizona-regering het aantal loopbaanjaren dat wordt meegerekend voor de berekening van het referentiewedde bij militairen geleidelijk worden verhoogd. Vanaf 2027 zou er elk jaar één extra loopbaanjaar worden toegevoegd aan de berekening van de referentiewedde. Op die manier zou in 2062 de referentieperiode 45 jaar bedragen — dus de volledige loopbaan, net zoals in de twee andere pensioenstelsels. Met andere woorden: in 2027 zou het referentiesalaris dat als basis dient voor het pensioenbedrag worden berekend op basis van de laatste 11 jaren. In 2028 op de laatste 12 jaren. In 2029 op de laatste 13 jaren. Enz.
Het spreekt voor zich dat deze overstap van een referentiewedde gebaseerd op 10 jaar naar één gebaseerd op 45 jaar, enkel kan leiden tot een lager pensioen!
c. Bovendien eist de Arizona-regering de geleidelijke afschaffing van de ‘voorkeursstelsels’, waaronder dat van de militairen, die momenteel een ‘volledig’ pensioen kunnen bereiken na een kortere loopbaan.
Concreet geldt voor de meeste ambtenaren een tantième van 1/60, wat een loopbaan van 45 jaar veronderstelt (want 45/60 = 75% = het maximale pensioenbedrag), terwijl anderen genieten van gunstigere tantièmes. Het pensioenbedrag is afhankelijk van deze tantième.
Voor prestaties die in de toekomst geleverd worden vanaf 1 januari 2027, zouden alle bestaande gunstige tantièmes — waaronder het tantième van 1/50 voor militairen — worden teruggebracht tot het gewone tantième van 1/60, dat uitgaat van een volledige loopbaan van 45 dienstjaren.
Vroeger leidde een militaire loopbaan van minstens 35,5 jaar tot een volledig pensioen, want met de bonificatie van 2 jaar kwam de teller op
37,5 jaar, oftewel voor het pensioen: 37,5/50 of 45/60 of 75%.
In de toekomst zal een militair 45 loopbaanjaren moeten hebben voor een volledig pensioen, aangezien hij de verhouding 45/60 zal moeten bereiken.
6. Plafonnering van de indexering voor ‘hoge’ pensioenen en vervanging van de perequatie door een nieuwe welvaartsenveloppe.
a. Wanneer het loon van actieve militairen, behorend tot de korf ‘Krijgsmacht’, stijgt, wordt ook het pensioenbedrag van gepensioneerde militairen met een bepaald percentage verhoogd, bovenop de gewone indexering. Dit is het perequatiesysteem.
b. In het kader van de harmonisering van de pensioenstelsels wil de Arizona-regering een einde maken aan het perequatiesysteem vanaf 2026. In de toekomst zal hun stelsel, net als de andere, worden opgenomen in de nieuwe welvaartsenveloppe, die — na advies van de sociale partners — zal worden berekend op basis van andere parameters.
c. ’De indexering van het wettelijk pensioen van militairen zou tijdelijk niet langer volledig worden toegepast indien een bepaald bedrag wordt overschreden. Zoals half april door de pers werd onthuld, zou het, bij de huidige index, gaan om een bruto maandplafond van € 5.250,00.’
Bij de volgende indexering zal het gewaarborgd minimumpensioen voor een alleenstaande maandelijks stijgen met € 36,17.
Ook zouden militaire pensioenen die hoger zijn dan € 5.250,00 slechts met € 36,17 stijgen (bijvoorbeeld: een pensioen van € 5.675,00 zou stijgen tot € 5.711,17 (€ 5.675,00 + € 36,17) in plaats van tot € 5.788,50 (€ 5.675,00 x 1,02)).
Militaire pensioenen die lager zijn dan € 5.250,00 zouden ofwel volledig geïndexeerd worden, ofwel beperkt worden tot een maximum van € 5.286,17 (€ 5.250,00 + € 36,17).
Bijvoorbeeld: Een pensioen van € 4.050,00 zou
volledig geïndexeerd worden: € 4.050,00 x 1,02 = € 4.131,00 aangezien het geïndexeerde bedrag niet boven de € 5.286,17 uitkomt. Daarentegen zou een pensioen van € 5.190,00 slechts gedeeltelijk geïndexeerd worden: in plaats van € 5.190,00 x 1,02 = € 5.293,80 (wat het plafond zou overschrijden), zou het beperkt worden tot € 5.286,17.
Er zou ook een tijdelijke bevriezing van het absolute plafond voor ambtenarenpensioenen voorzien worden.
Dit betekent dat een pensioen niet hoger zou mogen zijn dan € 8.291,60 bruto per maand.
Deze twee tijdelijke maatregelen zouden van kracht zijn vanaf 1 juli 2025 tot 31 december 2029, maar hun verlenging met opeenvolgende periodes van 2 jaar blijft mogelijk.
7. Vanaf 2026 zou het pensioenbedrag (€) verminderd worden met een malus van 2% (tot in 2030), 4% (tot in 2040), en 5% (vanaf 2040) per jaar ver-
vroegde uittreding vóór de wettelijke pensioenleeftijd, als de gepensioneerde wél voldoet aan de loopbaanvoorwaarde voor vervroegd pensioen (60 jaar/44 jaar (of in de toekomst 42 jaar), 61 of 62 jaar/43 jaar, 63, 64 of 65 jaar/42 jaar), maar níet aan de voorwaarde van minstens 35 loopbaanjaren van telkens 156 effectieve werkdagen en een totaal van 7.020 effectieve gewerkte dagen
8. De huidige pensioenbonus (niet toegankelijk voor militairen aangezien zij met pensioen gaan op 56 jaar en dus vóór de wettelijke pensioenleeftijd van 66 jaar) zou vervangen worden door een nieuwe bonus waarbij het pensioenbedrag (€) verhoogd wordt met een bonus van 2% (tot in 2030), 4% (tot in 2040), en 5% (vanaf 2040) per jaar dat men blijft werken na de wettelijke pensioenleeftijd, op voorwaarde dat de gepensioneerde 35 loopbaanjaren van minstens 156 effectieve werkdagen en een totaal van 7.020 effectieve gewerkte dagen kan aantonen. We benadrukken dat dit voor militairen pas vanaf 2038 van toepassing zou zijn, voor wie dan 67 jaar is (geboren in 1971).
Algemeen Programma ACMP-CGPM 2023-2028 van 2 december 2023
Voor wie een kort geheugen heeft, ter herinnering het standpunt dat de ACMP-CGPM, heeft ingenomen op 2 december 2023 met haar Algemeen Programma 2023-2028 — dus meer dan een jaar vóór de komst van de Arizona-regering.
Zo stond op pagina 28 van dat programma het volgende:
De militaire vakbond ACMP-CGPM blijft van mening dat, om operationele redenen, het bestaande pensioenstelsel niet gewijzigd mag worden. Als de politieke overheid toch zou beslissen om aanpassingen door te voeren aan het militaire pensioenstelsel — om redenen die niets te maken hebben met de slagkracht van het leger en die enkel de operationele doeltreffendheid ervan ondermijnen — dan moeten de volgende principes worden gerespecteerd:
- De analoge behandeling van de militairen als alle andere Belgen op het vlak van de verhoging van de pensioenleeftijd: een stijging van één jaar in 2025 en een vermeerdering met nog eens één jaar in 2030.
9. De periodes van moederschapsverlof en loopbaanonderbrekingen/-verminderingen omwille van zorgtaken worden gelijkgesteld met effectieve arbeidsprestaties. De aanvaardbaarheid van dienstjaren voor de toekenning en berekening van het pensioen zou daarentegen geschrapt worden voor onderbrekingen zonder zorgmotief, evenals voor diverse vormen van vrijwillig vervroegd deeltijds vertrek, zoals de vrijwillige vierdagenweek.
Onderhandelingen
Een belangrijk element: alle wettelijke teksten die nodig zijn voor de concretisering van de pensioenhervorming moeten nog worden voorgelegd aan het Militair Onderhandelingscomité (CONEGO), waarin de representatieve vakbonden voor militairen zetelen. Het is binnen dit overlegorgaan, dat specifiek gewijd is aan onderhandelingen, dat alle openstaande vragen — onder andere door bepaalde onduidelijkheden in het regeerakkoord — nog moeten worden uitgeklaard.
- De onbetwistbare voorwaarde van fysiek en mentaal fitte militairen jonger dan 60 jaar om aan de vereisten van de operationele inzet en de paraatstelling te voldoen.
- De eenvormige bepaling van de pensioenleeftijd voor alle militairen, zonder onderscheid naargelang de macht, categorie, vakrichting of type van eenheid of van loopbaan.
- Het in rekening brengen van alle tijdens de gehele militaire loopbaan gepresteerde uren, ook degene die tot op heden op geen enkele wijze (noch financieel, noch in tijd) gecompenseerd worden in de deelstanden in ‘intensieve dienst’, ‘hulpverlening’, ‘operationele inzet’ en ‘militaire bijstand’; een gegeven waardoor militairen bij dit soort aanwending per 24 uur negen uur ‘gratis’ werken.
- De eventuele verlenging van de loopbaan moet resulteren in een hoger pensioenbedrag, te beginnen met de integratie van de loopbaantoelage voor de pensioenberekening. Een individuele verlenging op persoonlijke aanvraag mag bovendien enkel gebeuren op vrijwillige basis.
Het spreekt voor zich dat de ACMP-CGPM erop zal toezien dat de uitvoering van het regeerakkoord zo positief mogelijk uitvalt voor de (ex-)militairen.
Mogelijke tegenmaatregelen
Er zijn al heel wat gesprekken gevoerd sinds de Arizona-regering tot stand kwam. Een eerste reeks van mogelijke maatregelen werd in overweging genomen:
- De uren gepresteerd tijdens de nacht, in het weekend en op feestdagen zouden afzonderlijk worden vergoed, berekend op basis van een specifieke coëfficiënt.
- Het concept van het loopbaansparen zou worden overwogen.
o Het leidende principe voor een deel van de opbouw van deze loopbaanspaarpot zou erin bestaan dat elk gepresteerd uur gecompenseerd moet worden in tijd of in geld (want de
harmonisatie van ons statuut kan niet beperkt blijven tot het pensioenstelsel!):
Vandaag wordt een militair, per periode van 24 uur in intensieve dienst, militaire hulpverlening, operationele inzet of bijstand, via zijn loon betaald voor 7u36 en krijgt hij 5/1850ste toegekend, wat overeenkomt met 12u36 — terwijl hij gedurende de volledige 24 uur 100% ter beschikking blijft van het commando (zonder enige vrijheid om zelf over zijn tijdsbesteding te beslissen, naar huis te gaan, enz.). Er zou een krediet van 11u24 (24u – 12u36) per weekdag toegekend worden, aangezien deze uren momenteel noch in tijd, noch in geld gecompenseerd worden. Tijdens het weekend zou dit krediet oplopen tot 19 uur (24u00 –5/1850).
Voor elke periode van 24 uur dienstverplaatsing met overnachting in normale dienst
zou een krediet van 2 uur worden toegekend (zie de DS ‘Uithuizigheid’).
Officieren, onderofficieren en vrijwilligers zouden allemaal onder het regime van 38 uur per week worden geplaatst.
o De militair zou ook een tiental verlofdagen per jaar kunnen overdragen naar zijn loopbaanspaarpot, evenals een onbeperkt aantal uren gewone compensatie, …
o Dit loopbaansparen zou hem de mogelijkheid bieden om dit eventueel om te zetten in tijd en zo vrijgesteld te worden van elke dienstverplichting, lid blijven van het actief kader en als dusdanig betaald worden … en dit gedurende een maximale periode van 7 jaar.
- Aangezien de politie het behoud van hun Non-Activiteit Voorafgaand aan de Pensioenering (NAVAP) hebben verkregen, zouden militairen naar analogie ook recht moeten hebben op een militaire NAVAP van maximum 2 jaar, met behoud van salaris (inclusief toelagen, …) aan 75%.
- Door gebruik te maken van dit loopbaansparen in tijd en/of van deze militaire NAVAP (maximaal ongeveer 7 jaar), zou de militair zijn dienstverplichtingen kunnen stopzetten rond de leeftijd waarop hij vandaag met pensioen zou gaan.
Integratie van toelagen, vergoedingen,... in het loon
Het doel is om de referentiewedde in overeenstemming te brengen met de realiteit voor andere werknemers (ambtenaren, politie, …) in België, aangezien er sprake is van harmonisering en bijgevolg een coherentie zich opdringt.
Het spreekt voor zich dat de loopbaantoelage en de toelage voor hogere kaderleden de eerste essentiële elementen zijn die in het loon moeten worden geïntegreerd, aangezien ze vandaag niet worden meegerekend bij de bepaling van het pensioen. Een loon dat in de praktijk de basis vormt voor de referentiewedde en dus voor het pensioen.
Andere elementen zouden ten voordele van de militairen kunnen worden ingevoerd in het kader van de harmonisering en coherentie met de andere stel-
sels (ambtenaren, politie, …). Zo wordt een volledige gelijkschakeling met de loonschalen van de politie onvermijdelijk. Verder zouden onder meer volgende toelagen kunnen worden voorzien: de competentietoelage (bij het succesvol afronden van een gecertificeerde opleiding); de compensatietoelage (voor nietopgenomen verlof omwille van dienstredenen of bij vertrek); de toelage voor artsen/tandartsen (voor het uitoefenen van die functie); de ploegendiensttoelage; de toelage voor permanentie en beschikbaarheid; de toelage voor ononderbroken dienst van meer dan 24 uur; de mentortoelage (bij begeleiding van meerdere personen/stagiairs); de ‘Brussel-Hoofdstad’-toelage (als tegenhanger van een verhuis- en/of afstandstoelage voor militairen); de ‘knelpuntberoep’-toelage; de secretaristoelage (opmaak van verslagen, …); de boekhoudtoelage (voor de ‘pecuniaire’ verantwoordelijken); ...
Sociaal akkoord
U hebt ongetwijfeld al meerdere keren gehoord of gelezen dat de Minister van Defensie, de heer T. Francken, heeft laten verstaan dat hij de intentie heeft om een sociaal akkoord te sluiten met de representatieve vakorganisaties, om zo de negatieve gevolgen van de pensioenhervorming op de attractiviteit van het militair statuut te compenseren.
Voor de militaire vakbond ACMP-CGPM moeten eventuele ‘compenserende maatregelen’ die bedoeld zijn om het militair statuut aantrekkelijk en marktconform te houden, ook een harmonisering omvatten met andere statuten — zoals dat van de politie.
Bovendien moet de specificiteit van het militaire beroep behouden blijven, zodat ons statuut niet alleen marktconform is, maar ook competitief blijft ten opzichte van gelijkaardige beroepen. Als dat niet gebeurt, zal Defensie er nooit in slagen om over het noodzakelijke personeel te beschikken dat vereist is voor de tewerkstelling van de dure investeringen in materieel, noch om de ambitieuze rekruteringsdoelstellingen te halen.
Voor alle vragen kunt u steeds contact opnemen met ons Vast Secretariaat op het nummer 02/245.72.14 of via srt@acmp-cgpm.be
Op 22 april 2025 vond de volgende Commissie Sport van Hoog Niveau Defensie plaats, wat opnieuw een gelegenheid bood om de topsporters van Defensie in de schijnwerpers te zetten. U houdt ervan of niet, de militaire vakbond ACMP-CGPM
hecht veel belang aan de opvolging van onze 'anders dan andere' collega's.
Zoals de richtlijnen voor het rekruteren van topsporters het zelf treffend stellen, wenst Defensie haar imago als sportieve organisatie en goede werkgever te promoten en de sportbeoefening te bevorderen bij het personeel. In dit kader vormen de interne en externe zichtbaarheid van deze militaire topsporters belangrijke sleutels. Ze kunnen tevens worden ingezet om de rekruteringsinspanningen van Defensie te ondersteunen. Ze genieten van bijzondere dienstfaciliteiten die hen toelaten om zich in eerste prioriteit toe te leggen op de uitoefening van hun sport.
Niet voor iedereen
Hier speelt de commissie, waarin de militaire vakbond een raadgevende rol heeft, een eerste belangrijke rol bij het selecteren van de kandidaten voor het statuut van topsporter. Aan de hand van verschillende criteria, naargelang de discipline Olympisch of niet-Olympisch is, moet de commissie, indien nodig, een beslissing nemen. Dit houdt in dat de aanvragen die gesteund en ingediend worden door een nationale of regionale federatie, met een al dan niet positief advies overgemaakt worden aan DG H&WB. Natuurlijk mogen zichtbaarheid en echte concurrentie in de discipline niet uit het oog
worden verloren. De ervaring leert dat de debatten zo objectief mogelijk, constructief en soms levendig zijn. Met een maximum van 30 beschikbare plaatsen binnen Defensie is er geen ruimte voor improvisatie, om nog maar te zwijgen over de mensen achter elke aanvraag. Het is belangrijk om erop te wijzen dat deze toekomstige collega's niet ontsnappen aan selectieproeven en een militaire basisvorming en gespecialiseerde professionele vorming moeten afronden vooraleer ze een verdere mediatraining krijgen.
Niet voor eeuwig
Na een eerste evaluatie door hun huidige beroemde beheerder (Eerste sergeant-majoor Frederik Van Lierde, wereldkampioen Ironman 2013) evalueert de commissie niet alleen hun sportieve prestaties, maar ook hun houding en samenwerking als sportambassadeurs. In een notendop: er worden kaarten uitgereikt die van groen naar oranje
kunnen gaan als waarschuwing en helaas ook naar rood in het geval van een voorstel om de erkenning als topsporter te verliezen. Deze beslissingen worden nooit “lichtvaardig” genomen, maar de motivatie van onze collega's, de geloofwaardigheid van het statuut en het imago van Defensie staan hierbij op het spel.
En daarna?
De betrokkenen kunnen hun militaire hoedanigheid - momenteel a priori 50% volgens de cijfers van Defensiebehouden door in overleg met DG HR hun beroeps-hoofdkwalificatie te veranderen, ofwel door in de sport te blijven, ofwel door een volledig andere functie uit te oefenen, uiteraard met de nodige specifieke vormingen. Deze win-win oplossing kan andere sporters alleen maar inspireren om dit pad te volgen of de andere militaire collega’s aan te zetten tot sporten voor ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’.
‘Als je goud in handen hebt maar het voor zand aanziet, geen zorgen, iemand anders bouwt er wel een kasteel mee’. De militaire vakbond zette deze woorden in daden
om bij deze infanteriste die slechts met één hand aan de mazen van het attritienet vasthing. De recente versterking in ons Vast Secretariaat voor de ‘Individuele belangenbehartiging’ in het kader van de rechtspositie van de militairen, heet Margo Haenraets.
De 27-jarige Margo studeerde rechten aan de universiteit maar heeft deze studies onder meer door haar reisdrang niet afgerond. De vele reizen brachten de welbespraakte en meertalige Mechelse tot in alle uithoeken van de wereld. Zo kwam zij op diverse plaatsen in aanraking met verschillende culturen en andere opvattingen over gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid. Met een valies gevuld vol ontluikende volwassenheid en eerste levenslessen, ging zij op zoek naar het laatste deel van haar drieluik: de broederschap.
One of the boys
Onder die ontwapenende glimlach schuilt echter een meedogenloze strijder – als het moet – zal ze geen seconde aarzelen wanneer zij strijdt voor recht en eer. Onder dat motto vervoegt Margo de Belgische strijdkrachten. Ze verkiest om als soldaat de opleiding te starten want zoals de rest van haar leven, wil ze ‘ervaren’ vanaf de bodem en groeien naar boven toe. Als één van de weinige vrouwen kiest én slaagt ze voor een opleiding tot stormfuselier en komt zo terecht in één van de roemrijke infanterieregimenten die onze Defensie telt.
Misschien was het voorbestemd, misschien ook niet, maar na enkele jaren viel een deeltje van haar ideaalbeeld van een goed werkende Defensie aan diggelen. Aanvankelijk leek de uitgang, ver weg van de teleurstelling, de enige leefbare oplossing.
Betere collectieve en individuele belangen
En dan plots… Het licht! Margo, bleek een talent in eloquentie én menselijkheid te zijn die bovendien ondanks haar teleurstelling een onvoorwaardelijke liefde voor Defensie in haar meedraagt. Toen de militaire vakbond haar voorstelde om haar talenten misschien eens anders aan te wenden, aarzelde Margo heel even. Maar net dat ideaalbeeld van een betere Defensie nastreven, heeft haar doen besluiten om zich ten volle in te zetten voor deze nobele zaak.
Haar leergierigheid gekoppeld aan een spraakwaterval die als het ware jongleert met wetteksten, reglementen en permanent toetst aan feiten, maakt van haar een zeer beloftevolle syndicalist die met een vlammend zwaard zal strijden voor zowel Defensie als organisatie, als de leden van de militaire vakbond ACMP-CGPM in het naleven van hun rechten, zonder daarbij aan hun plichten te verzaken!
De in de media breed uitgesmeerde ruzie tussen de Oekraïense president Zelensky en president Trump heeft zonder twijfel de geschiedenisboeken gehaald. Maar nu Europa op eigen benen moet staan om zich te verdedigen, is dit het uitgelezen moment om als militaire vakbond in gesprek te gaan met dhr. Beke, Europees parlementslid en lid van de Commissie Veiligheid en Defensie van het Europees Parlement.
Een warm onthaal in Brussel
Met een vriendelijke glimlach verwelkomt dhr. Beke ons in zijn kantoor in het Paul-Henri Spaak-gebouw in Brussel. De voorjaarszon schijnt binnen en verspreidt een zachte gloed doorheen een door Beke geschilderd portret van JeanLuc Dehaene. Dhr. Beke oogt opmerkelijk fris ondanks een recente handelsmissie naar Bangkok en de bijbehorende jetlag.
Het gesprek wordt hartelijk geopend met een Thaise wijsheid: ‘A thousand friends are not enough, one enemy is one too many’.Een krachtige ijsbreker, zeker nu de geopolitieke kaarten wereldwijd opnieuw worden geschud. De Verenigde Staten verhogen de druk op Europa, nochtans hun grootste afzetmarkt, en proberen hun invloed veilig te stellen. De tweedracht die de Amerikaanse president momenteel wel met de hele zak ineens lijkt uit te zaaien, mag Europa niet van haar stuk brengen. Hoe irrationeel alles ook aanvoelt, het maakt deel uit van Trump’s strategie om de VS opnieuw economisch en militair sterker te maken.
Wij maken de bedenking dat de VS lijken te streven naar een modern Yalta-akkoord, waarin via een nieuwe verdeling van invloedssferen Europa een ondergeschikte rol krijgt. De VS richten zich voornamelijk op Noord- en Centraal Amerika en de Arctische gebieden, met inbegrip dus van Canada, Mexico en Groenland, terwijl Europa zich volgens Washington maar moet beperken tot Noord-Afrika als hun afgebakend speelgebied. De eens zo sterke trans-Atlantische
samenwerking lijkt als sneeuw voor de zon te verdwijnen.
Dhr. Beke bevestigt deze trend en voegt eraan toe dat opkomende machten zoals India zich ook steeds verder van de VS afkeren. India bezet de vijfde plaats op de wereldranglijst van economieën en is goed op weg om in 2027 de vierde plaats in te nemen. We zien steeds vaker dat grote landen hun eigen koers varen en dat gestructureerde samenwerking afbrokkelt.
Een veranderende wereld dwingt Europa tot actie, onder andere met een sterkere defensiestructuur.
Waarom een EU-leger?
De EU is economisch een wereldmacht, maar mist een volwaardige militaire component. Terwijl diplomatie als ‘soft power’ één van haar grootste troeven is, blijft of lijkt de Unie machteloos in crisissituaties zonder een afschrikkende militaire slagkracht of ‘hard power’. Dhr. Beke verwijst naar Artikel 42, paragraaf 7 van het EU-verdrag dat wel militaire solidariteit vastlegt tussen lidstaten, maar stelt tegelijk vast dat de EU in de praktijk
de middelen ontbreekt om militair grootschalig en efficiënt in te grijpen.
Tot nu toe vertrouwde Europa, met op kop de Oost-Europese landen, op de VS als veiligheidsgarantie tegen de mogelijke grillen van Rusland. Dit vertrouwen moet nu worden bijgesteld want hoe realistisch is Amerikaanse bescherming nog? Kan Europa zijn eigen defensie garanderen zonder de Amerikaanse steun waarop zij altijd heeft gerekend?
F.O.R.C.E.
Dhr. Beke gebruikt op militaire wijze een mnemotechnisch woord om zijn visie van een EU-Defensie kracht bij te zetten:
- (F) Financiering – Uitgeven van Europese Defensieobligaties, verhogen van nationale defensiebudgetten en private investeringen moeten de komende tien jaar minstens €100 miljard opleveren.
- (O) Operationaliteit – Snelle inzetbaarheid op zowel nationaal als Europees niveau.
- (R) Resources – Logistiek, inlichtingen, communicatie en personeel versterken.
- (C) Capaciteiten – Investeren in luchtafweer, drones, een raketschild en andere middelen om hybride oorlogsvoering te bestrijden (of uit te voeren).
- (E) Europees – Efficiënte samenwerking tussen de lidstaten voor een sterker defensieapparaat.
Frankrijks ‘Force de Frappe’
Volgens dhr. Beke kan Frankrijk, onder leiding van Emmanuel Macron, de drijvende kracht zijn achter een Europese defensie. Hij vergelijkt de situatie met de val van
de Muur van Berlijn in 1989 en de daaropvolgende Duitse éénmaking onder kanselier Kohl, die ondanks enorme politieke en economische uitdagingen toch slaagde. Een crisis kan dus voor dhr. Beke als een soort katalysator werken om een grote sprong voorwaarts te maken, in het bijzonder op het vlak van de Europese defensie.
Een mogelijke doorbraak kan er volgens hem komen door samenwerking van de lidstaten onder de vorm van een ‘Force de Frappe’. Een Franse nucleaire afschrikking of ‘deterrence’ onder de EU-vlag plaatsen, lijkt iets waar alvast Duitsland met politiekers zoals Merz, voor te vinden is.
Hybride oorlogsvoering: de onzichtbare en niet voelbare dreiging
De huidige wereldorde vereist niet enkel conventionele militaire capaciteiten zoals tanks, oorlogsbodems en vliegtuigen, maar moet ook een pasklaar antwoord hebben tegen hybride oorlogsvoering zoals we die nu bijna dagelijks voelen. Belgische en Europese websites worden voortdurend blootgesteld aan cyberaanvallen van één of ander Russisch hackerscollectief. Een forse uitbouw van zowel defensieve als offensieve cybercapaciteiten is dus van levensbelang.
Dhr. Beke wijst op de Russische invloed in voormalig Oost-Duitsland via partijen als het extreemrechtse AfD. Dit soort beïnvloeding vergroot het risico op sabotage en verspreiding van desinformatie binnen de EU. Hij betitelt deze dreiging als een ‘Microwave War’, waarbij – net zoals bij een microgolf – de temperatuur eerst aan de buitenkanten opwarmt, terwijl het binnenin initieel nog relatief
‘koud’ blijft en we dus weinig zien en voelen van de spanningen. De oorlog in Oekraïne en de conflicten in Noord-Afrika zorgen voor een ‘opwarming’ aan de buitengrenzen van Europa, maar hybride dreigingen veroorzaken ook langzaam een temperatuurstijging in het centrum van Europa, omdat externe krachten de interne stabiliteit langzaamaan ondermijnen.
Soevereiniteit: realiteit of illusie?
Critici vrezen dat een EU-leger ten koste gaat van nationale soevereiniteit. Volgens dhr. Beke is dat zelfbeschikkingsrecht nu al relatief door de geopolitieke uitdagingen waar Europa mee worstelt. In haar korte geschiedenis heeft de EU defensie nooit echt als een absolute prioriteit gezien en surfte dan maar gemakkelijk halve mee op de plank van de NAVO.
Nu voor het eerst sinds de Koude Oorlog de directe dreiging opnieuw voelbaar wordt, moet Europa volgens de christendemocratische politicus wel enkele versnellingen hoger schakelen en dat kan met voortrekkers als Frankrijk en Duitsland. Maar alleen lukt dit ook niet, dus er is nood aan een ijzersterk gemeenschappelijk buitenlandbeleid.
De militaire vakbond ACMP-CGPM merkt op dat een EU-leger enkel kan werken als landen enige inspraak behouden over hun troepen. Polen bijvoorbeeld, zal moeilijk kunnen accepteren dat zijn soldaten naar de Sahel worden gestuurd zonder beslissingsrecht. Bovendien is de financiële impact gigantisch met een initiële investering van €500 miljard in militaire capaciteiten om grote operaties te leiden onafhankelijk van de VS. Tel daarbij nog eens de jaarlijkse
kosten van €300 miljard om militair op eigen benen te staan en je komt op bijna een verdubbeling van de huidige defensiebudgetten. Landen als België worstelen momenteel om de 2%-norm te halen, die zou dan oplopen tot 3,5% van het BBP!
Een ‘Coalition of the willing’ als alternatief?
Geen enkel EU-land kan een grootschalig conflict alleen oplossen. Maar ‘gelegenheidscoalities’, samengesteld uit landen met verschillend materieel, vormen evengoed een probleem, volgens dhr. Beke.
Een treffend voorbeeld is de militaire steun aan Oekraïne: verschillende wapensystemen met complexe handleidingen in alle talen, maken een vlotte inzetbaarheid ingewikkeld. Een gezamenlijke EUaanpak, waarin wel meer ‘gelijke’ wapensystemen kunnen bestaan dankzij gezamenlijke aankopen
(Joint Procurement), zou veel efficiënter zijn. ‘Meer materieel voor elke uitgegeven Euro’ zeg dhr. Beke spontaan, maar vervolgt dat zelfs dat lang niet voldoende zal zijn.
Naast beter materieel heeft de EU voor dhr. Beke immers nood aan een centrale inlichtingendienst, zeg maar een Europese CIA, en de oprichting van een EU-raketschild als bescherming tegen luchtdreigingen. Dus denken dat je er komt met alleen maar een extra brigade samen te stellen, is dromen. Het volledige defensieapparaat dient herzien te worden.
Europese of toch nog Belgische militairen tegen 2040?
Dhr. Beke zucht en zegt dat er op zijn minst een minimale Europese militaire capaciteit moet komen. Zeggen dat we een brigade van 5.000 manschappen hebben, zal niet volstaan…
De militaire vakbond verwijst naar het CD&V-partijprogramma, dat mikt op 40.000 effectieven in het Belgische leger tegen 2040 en vraagt of dat haalbaar is? Dhr. Beke countert onze opwerping humoristisch met ‘Het is dan ook geen regeerakkoord tot 2040’.
Wij vermelden de cijfers van de defensiestaf, die aangeven dat met de attritiecijfers tijdens de vorming en de verwachte stijging van de uitstroom tijdens de loopbaan als gevolg van de pensioenhervorming, het bereiken van die beoogde getalsterkte van 40.000 zeer moeilijk zal zijn.
Dhr. Beke denkt dan ook dat de oplossing ligt in een versterkt reservestatuut waarin vooral op de steun van de werkgever in de
privésector gerekend wordt om flexibeler met verlofregelingen om te gaan. In de openbare sector zoals het onderwijs kunnen nu al dagen worden toegekend ten bate van Defensie. Maar, zoals wij opmerken, zal dit ook geen mirakeloplossing zijn. Want met de huidige regelgeving lijden heel wat beroepsgroepen er financieel verlies wanneer zij hun dagen ter dienste van het land presteren en zullen ze dus niet echt geneigd zijn om te dienen als reservist. Het reservestatuut zit met andere woorden nog vol hiaten.
Ongerustheid over de militaire pensioenen
Dhr. Beke benadrukt de geleidelijke overgang naar een pensioenregeling zoals beschreven in het regeerakkoord. Hierbij wijst hij op een verhoging van telkens één jaar per jaar vanaf 2027, met de optie om nog steeds op één of ander vorm van vervroegd pensioen te gaan. Bezield spreekt hij over de rol die iedereen zal moeten spelen om onze huidige welvaart, ons sociaal zekerheidsstelsel en ons samenlevingsmodel overeind te houden.
De militaire vakbond ACMP-CGPM wijst echter op de door de staf gemaakte simulaties betreffende de mogelijk enorme kostprijs van de pensioenhervorming voor Defensie zelf. Wanneer als gevolg van de gelijkschakeling van alle pensioenstelsels in ons land ook een harmonisering van de verloningswijze dient te gebeuren, zal dit het leger jaarlijks bijna €600 miljoen kosten, terwijl de besparing op de pensioenuitgaven slechts €170 miljoen op jaarbasis zal bedragen. Dit geeft toch stof tot nadenken?
Ook dit jaar zal er een delegatie van de ACMP-CGPM deelnemen aan de Vierdaagse van de IJzer en dit sinds 2001. De start vindt plaats op dinsdag 19 augustus in Oostduinkerke en we komen aan op vrijdag 22 augustus 2025 te Ieper. Onze leden kunnen gratis deelnemen. Maar wees er snel bij want, de plaatsen zijn beperkt!
We zijn op zoek naar gemotiveerde leden die wensen te genieten van de sfeer en onze kleuren willen vertegenwoordigen gedurende dit prachtig evenement. We logeren zoals elk jaar in het kamp ‘Maeke-blijde’, ter hoogte van de brandweerkazerne, Doornstraat 43, 8970 Poperinge.
We wandelen van dinsdag tot en met vrijdag. Vanaf maandagnamiddag is het kamp toegankelijk. Het vervoer naar de startplaats en de deelname aan de Vierdaagse van de IJzer is inbegrepen voor de vier dagen. Het kamp te Poperinge, georganiseerd door de toeristische dienst van de stad, wordt eveneens door ons rechtstreeks aan hen betaald.
Wat biedt ACMP-CGPM?
De totale kostprijs voor het wandelen en de all-in, wordt voor u betaald. Dit omvat voor de vier dagen: het logement, de maaltijden, het vervoer, de verzekering, de medische verzorging en een aandenken. Daarnaast bezorgen we u een T-shirt en een petje en bieden we u onderweg nog een consummatie aan.
Mogelijkheden van afstanden: 4 x 16 km of 4 x 32 km. Een familiewandeling van 4 x 8 km en een jongerenparcours van 4 x 24 km. Een combinatie van diverse afstanden is ook mogelijk (Bv.: 1 x 16 km, 1 x 24 km en 2 x 32 km).
Voor de actieve militairen onder ons: aangezien we meewandelen als ‘burger’ en niet in het militaire tenue,
dient u van dinsdag tot en met vrijdag vier verlofdagen of compensatie te nemen.
Inschrijven kan via het vast secretariaat van de ACMP-CGPM t.a.v. Filip Duquesne en dit vóór 31 juli 2025. We laten max 25 leden toe. Wees er dus snel bij en stuur een mailtje naar: srt@acmp-cgpm.be of filip.duquesne@gmail.com Vermeld hierbij:
- Naam & Voornaam
- Burgeradres
- Lidnummer ACMP-CGPM
- Geboortedatum
- Telefoonnummer & e-mailadres
- Aantal deelnames
- Gewenste afstand
- Indien u naar Poperinge komt met eigen voertuig, uw nummerplaat!
- In principe slapen we allen in de Maeke-blijdezaal.
- Uiteraard kan er ook deelgenomen worden zonder logement
Voor meer informatie over het evenement zelf kan u een kijkje nemen op: www.vierdaagse.be
58ste Editie van de MESA, met ACMP-CGPM!
Ook dit jaar sponsort de militaire vakbond ACMP-CGPM de ‘Marche Européenne du Souvenir et de l'Amitié’, die van 24 tot en met 27 juni 2025 zal plaatsvinden. De etappes van dit jaar zijn Houffalize, La Roche, Durbuy, Vielsalm. Aarzel niet om onze stand in het 'dorp' van het evenement te bezoeken! Meer info: www.marche-mesa.com
VIOLETTE – 03/07/2024
In het gezin van Benoît SIMONS (Namen)
ELISE – 02/02/2025
In het gezin van André JANSSENS (Deurne)
IDRISS – 03/02/2025
In het gezin van Rachid AISSATI (Luik)
LOÏC – 13/02/2025
In het gezin van Marjolein LEMMENS (Leuven)
GASPARD – 11/03/2025
In het gezin van Philippe PAQUET (Auderghem)
LÉON – 11/03/2025
In het gezin van Alix VAN LONDERSEELE (Knokke-Heist)
QUINN – 24/03/2025
In het gezin van Arne DE ROUCK (Zottegem)
LOU – 31/03/2025
In het gezin van Jore VIERENDEELS (Aalst)
09/08/2022
SAINT-VITEUX Thomas et THEYS Marialicia (Ottignies) (Wettelijke samenwoning)
17/05/2024
D’HELFT Kevin et VAN DEN HEULE Jorien (Wevelgem) (Wettelijke samenwoning)
21/05/2024
GROSDENT Stéphanie en JORIS
Pierre (Jalhay) (Wettelijke samenwoning)
21/06/2024
CLAEYS Wesley en KUCHKAROVA Kamila (Diksmuide)
06/01/2025
MARMOL CANIEGO Frédéric en LINOTTE Nathalie (Flémalle) (Wettelijke samenwoning)
13/01/2025
GROMMERCH Quentin en FRAYMANN-GILSON Lydie (Aywaille)
VAN HERCK ROBERT 1943 - 22/12/2024 (Korbach – Duitsland)
SCHEEPERS LEOPOLDUS 1945 - 03/01/2025 (Leuven)
GROOTAERS ARMAND 1940 - 12/01/2025 (Tongeren-Borgloon)
GILLARD MARCEL 1928 - 23/01/2025 (Viroinval)
DE VRIESE JACQUES 1930 - 01/02/2025 (Gent)
VAN HULLEBUSCH CAROLUS 1935 - 04/02/2025 (Sint-Job-In’t-Goor)
DESECK GERARD 1932 – 09/03/2025 (Gent)
- Januari: 135,39 punten
- Februari: 135,66 punten
- Maart: 135,56 punten
- Januari: 135,52 punten
- Februari: 135,79 punten
- Maart: 135,91 punten
De afgevlakte gezondheidsindex bedraagt in maart 132,53 punten, de spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen vastgelegd op 133,28 punten werd hierbij niet overschreden.
Het planbureau legt een volgende spilindexoverschrijding vast op 133,28 punten en die zal wellicht in september 2025 bereikt worden.
Bron: Statbel
Defensie heeft inmiddels het aanvraagformulier voor de syndicale premie voor het referentiejaar 2024 elektronisch via HRM@Defence en email verstuurd.
Militairen die voor 01 januari 2025 met pensioen zijn vertrokken en geen toegang meer hebben tot hun militaire mailbox, zullen hun aanvraagformulier via normale briefwisseling ontvangen.
Dit formulier dient men te vervolledigen en voor 01 juli 2025 op te sturen naar: ACMP-CGPM, Romboutsstraat 1 – Bus 021, 1932 ZAVENTEM
Militairen wonende of actief in en rond Leopoldsburg kunnen hun ingevuld aanvraagformulier ook rechtstreeks deponeren in de brievenbus van ons kantoor gelegen aan de Hospitaalstraat 10 te Leopoldsburg. Men mag het origineel ingevulde en ondertekende formulier eveneens overhandigen aan een ACMP-afgevaardigde die het ons op zijn beurt zal bezorgen.
Wacht niet langer om uw aanvraagformulier op te sturen!
Nadat uw aanvraagformulier is aangekomen op het Vast Secretariaat van de ACMP-CGPM, zullen wij het nodige doen om de syndicale premie binnen de drie maanden uit te betalen.
Voor meer info of als u het aanvraagformulier niet heeft ontvangen, kan u contact opnemen via srt@acmp-cgpm.be