Zaman Nederland

Page 1

OKTOBER 2008 ~ JAAR: 4 ~ NUMMER: 32 ~ GRATIS

www.zamannederland.nl

GE OPLA 00 50.0

Segregatie in het onderwijs en huisvesting:

Een halfvol glas 12

6

Wethouder Leonard Geluk: ‘Meer investeren in onze kinderen’

16

8

In gesprek met een Nederlands officier van Turkse komaf

18

Segregatie treft ook de kleinere gemeente

20

Hoogbegaafdheid

Dr. Menno Fenger (EUR): “We zien een democratisering van de media”


NIEUWS

ZAMAN

OKTOBER 2008

2

NEDERLAND

Landelijke enquête over creditcrisis

Behoefte aan allochtone vrouwen in de zorg

HOGIAF, Federatie van Jonge Ondernemers Nederland, de grootste ondernemersorganisatie van allochtone ondernemers in Nederland heeft een landelijke enquête gehouden onder 150 allochtone ondernemers uit een bestand van ruim 3500 allochtone ondernemers jegens hun verwachtingen tav de gevolgen van de crisis in de financiële sector. 137 ondernemers hebben meegewerkt aan dit enquête. Meer dan 80 porcent geef aan de ontwikkelingen rondom de financiële crisis te volgen. Bijna 90 procent

Een groter aantal allochtone vrouwen in de zorg kan het personeelstekort terugdringen en de zorg voor allochtone patiënten verbeteren. De sector doet er goed aan te investeren in de werving van met name Turkse en Marokkaanse vrouwen. Dat stelt de Raad voor Werk en Inkomen (RWI). Op dit moment kiezen weinig allochtone vrouwen voor een opleiding of baan in de zorg. Enkele culturele factoren die deze keuze beïnvloeden zijn de onvolledige algemene kennis van de Nederlandse gezondheidszorg, de status van het

van hen denkt dat de financiële instellingen het moeilijker zullen doen tav het verstrekken van credit, 70 procent van hen denkt dat zij (allochtone ondernemers) het moeilijker zullen krijgen te vergelijken met autochtone collega’s. Bijna 85 procent van hen denkt dat deze crisis ook de reële economie negatief zal treffen en bijna de helft denkt dat het herstel tussen 1 en 2 jaar gaat duren en een kwart denkt zelfs dat het herstel langer dan 3 jaren in beslag gaat nemen. Zaman Nederland

beroep in de cultuur en het geloof. Een groot deel van de kennis is gebaseerd op de zorg in het land van herkomst. Het zorgen voor anderen wordt in de eigen cultuur nog niet als ‘echt werk’ gezien en sommige meisjes worstelen met bepaalde geloofsvragen. Actieplan Met het oog op de vergrijzing en het steeds groter wordende deel van het allochtone patiëntenbestand in zorginstellingen is het volgens het RWI goed om te investeren in de werving van allochtone vrouwen. Daarom moeten werkgevers- en werk-

nemersorganisaties, sectorfondsen en onderwijsinstellingen in de zorgsector een gemeenschappelijk actieplan ontwikkelen. Het RWI komt zelf met een adviesrapport met aanknopingspunten om de in- en doorstroom van allochtonen in de zorg te vergroten. Zorg en Welzijn, Den Haag

WILT U ZAMAN NEDERLAND OOK IN 2009 BLIJVEN ONTVANGEN?

1. Wat vindt u van de huidige Zaman Nederland? Is deze makkelijk te lezen? ................................................................................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................................................................................................................... 2. Zijn er onderwerpen die u mist in de huidige Zaman Nederland? (zoals sport/kunst/politiek Den Haag etc.)

Geachte lezer, Vanaf januari 2009 verschijnt de vernieuwde Zaman Nederland.

................................................................................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................................................................................................................... 3. Als er één ding was dat u aan de huidige ZN zou mogen veranderen, wat zou dat zijn?

- Het vernieuwde blad wordt om de 2 weken uitgebracht in plaats van één keer per maand.

................................................................................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................................................................................................................... 4. Bent u tevreden over de onderwerpen in de huidige ZN (qua onderwerpkeuze, themakeuze) ................................................................................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................................................................................................................... 5. Wat is uw favoriete krant als u kunt kiezen uit Metro, Spits of De Pers? Zou u willen dat ZN qua uiterlijk deze richting op gaat, en waarom? ................................................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................................................

ABONNEEFORMULIER www.zamannederland.nl 1

...............................

ABONNEE GEGEVENS

Voor- en achternaam:.................................................................................. Bedrijfsnaam: .............................................................................. Bezorgadres:................................................................................................. Nr: .................................

U ontvangt om de 2 weken Zaman Nederland tegen portokosten (€20 per jaar)

Postcode:............................................... Plaats: ................................................................................... Tel.1: ...................................................... Tel.2: ............................................................. E-mail: ..........................................................................

Datum:

2

Contactpersoon:

............................................................................. BETAALWIJZE

[ ] Automatische incasso €20 per jaar Rekeningnummer: ......................................................

[ ] Acceptgiro €21 per jaar

............................................................................. .............................................................................

3

FACTUUR GEGEVENS (indien afwijkt van 1)

Tel.:

Bedrijfsnaam:................................................................................................ Adres: ............................................................................................................. Nr: .................................

.............................................................................

Tel.: ................................................................................................................. E-mail: ..........................................................................................

Time Media Group Bezoekadres: Hang 4, 3011 GG Rotterdam Postadres: PB 21028, 3001 AA Rotterdam Atw.nummer: Antwoordnummer 30533 3030 WB Rotterdam

4

Abonnee service

Postcode:............................................... Plaats: ...................................................................................

Datum

Handtekening

......................................

......................................

Hierbij verklaar ik dat er tot wederopzegging door St. Time Media Group van mijn rekening gelden mogen worden geincasseerd (bij aankruisen van Automatische incasso). Indien de abonnee bezwaar heeft tegen het geincasseerde bedrag dan dient de abonnee zich in eerste instantie te wenden tot Stichting Time Media Group. Als de abonnee het wenst dan kan de abonnee binnen 30 dagen het geincasseerde bedrag terug laten boeken. De abonnee dient dan op een andere manier, het verschuldigde bedrag, te betalen. Tevens verklaart de abonnee geen bezwaar te hebben tegen opname van de bovenvermelde persoonsgegevens in een geautomatiseerd bestand. De abonnementen kunnen na 1 jaar worden opgezegd, per einde van de maand, met in achtneming van 1 maand opzegtermijn.

Contactpersoon

...............................................................................................................................................................................................

Notities

............................................................................................................................................................................................... ...............................................................................................................................................................................................

Telefoon ma t/m vr zaterdag

010 20 13 747 09:00-17:00 09:00-12:00

- Vanaf januari 2009 stoppen wij met het (gratis) versturen via de post. Indien u toch uw krant thuis wilt ontvangen, dan kan dat tegen portokosten (20 euro per jaar). U kunt het abonneeformulier zonder postzegel opsturen naar ons antwoordnummer. - Op dit moment zijn wij bezig met het aanpassen van Zaman Nederland. En daarbij kunnen wij uw hulp goed gebruiken. Wij willen de krant vaker uitbrengen, en wellicht uitbreiden met andere onderwerpen als daar aan uw kant behoefte aan is. Zou u zo vriendelijk willen zijn om bovenstaande vragen voor ons te beantwoorden. U kunt het zonder postzegel opsturen naar ons antwoordnummer. Met vriendelijke groet, De (hoofd)redactie.

------------------------

St Time Media Group Antw.nummer 30533 3030 WB Rotterdam


ZAMAN

3

‘Radicalisering nog te veel in taboesfeer’ Vaak erkennen welzijnsinstellingen en scholen de signalen niet die wijzen op radicalisering. Dat zegt de Amsterdamse stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch in een interview met het ANP. 'Als je gaat praten, blijkt er vaak meer aan de hand te zijn.'

Volgens Marcouch verloopt de aanpak van radicalisering in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart nog moeizaam. Het onderwerp zit volgens hem nog te veel in de taboesfeer en signalen worden vaak gebagatelliseerd. Wel zijn er concrete zaken aan het licht gebracht. 'Het afgelopen jaar is behoorlijk wat beweging ontstaan, het onderwerp is veel meer bespreekbaar geworden. Maar de aanpak vergt een lange adem.' Vooral welzijnsen onderwijsinstellingen zijn nog te passief. Ahmed Marcouch 'Ik hoor vaak "Bij ons valt het wel mee" of "Hier gebeurt niks", terwijl als je gaat praten er toch vaak meer aan de hand blijkt te zijn.' Scholen zijn bovendien bang voor imagoschade. Ze lossen het liever zelf op, aldus Marcouch. Signalen De stadsdeelvoorzitter geeft het voorbeeld van een jongen die in zijn werkstuk schrijft dat hij hoopt dat de islam de wereld verovert en dat hij het liefst PVV-voorman Geert Wilders wil onthoofden. De

school heeft de leerling in een paniekreactie geschorst. Volgens Marcouch een volstrekt verkeerde aanpak. 'Je moet juist de confrontatie aangaan en ideeën van zo iemand in de school aan de kaak stellen.' De radicaliseringsdeskundige van het stadsdeel is via andere kanalen op de hoogte gesteld van deze kwestie en heeft het voor elkaar gekregen dat de jongen terug is op school. Met de ouders zijn gesprekken gevoerd en de scholier wordt nu op de voet gevolgd in zijn ontwikkeling. Ouders reageren volgens Marcouch vaak geschrokken als ze dit soort verhalen horen over hun kind. 'Het gaat veelal om jongeren die het heel goed doen.' De ouders zijn zich er niet altijd van bewust dat ze een rolmodel zijn voor hun kinderen, aldus Marcouch. Hij vindt dat mensen binnen de gemeenschap elkaar een spiegel moeten voorhouden. 'Zij zitten het dichtst op de kinderen. Doorbreek dit soort signalen. Mensen moeten veel meer tegen elkaar zeggen.' Taboe De stadsdeelvoorzitter wil dat het aantal meldingen van radicalisering stijgt. 'Ik denk dat er veel meer gebeurt dan dat er binnenkomt. We moeten ervoor zorgen dat de meldingen toenemen, dan weten we dat iedereen er scherp op is.' Marcouch doet een oproep aan alle betrokken instanties om een eigen antiradicaliseringsbeleid te ontwikkelen. 'We moeten echt het taboe doorbreken bij ouders, docenten en welzijnsmedewerkers. Ze moeten maar één doel voor ogen hebben en dat is de kinderen erbij houden.' Zorg en Welzijn/ANP

Burgemeester Gouda wil toon Marokkanendebat matigen Burgemeester Wim Cornelis van Gouda wil dat de Tweede Kamer ‘de toon in het debat over de Marokkanen in zijn stad tot wat normalere proporties terugbrengt’. Hij schrijft dat in een brief aan de fractievoorzitters van de Kamer. Eind september sprak de Tweede Kamer in een spoeddebat over de problemen in de Goudse probleemwijk Oosterwei. De wijk was in opspraak gekomen omdat Marokkaanse jongeren daar onder meer buschauffeurs bedreigden. Eerder hekelden andere politici al de toon van het spoeddebat. Volgens NRC Handelsblad heeft minister Ernst Hirsch Ballin van Justitie tijdens een toespraak voor CDA-bestuurders gezegd dat de alarmerende toon van de Kamerleden niet wordt gerechtvaardigd door enige echte dreiging. Plan In een brief aan het kabinet heeft burgemeester Cornelis tevens een uitvoerig plan ontvouwd om de problematiek in zijn stad aan te pakken. Cornelis wil Marokkaanse probleemgezinnen dwingen mee te werken aan het leren van de taal, het bijbren-

NIEUWS

NEDERLAND

OKTOBER 2008

COLUMN

Grijze scholen

E

lke ochtend loopt deze forens in zijn buurmeisjes ook wel eens bij hen in de Rotterdamse wijk langs een basisstraat?’. Het antwoord op deze vragen kun school. Het is altijd een komen en je wel raden. gaan van ouders en een gekrioel van kindeIk liep de winkel uit, met de verse ren op het schoolplein: één grote bijenbroodjes. Mijn gewaarwording doolde nog zwerm. even rond in mijn hoofd. Ik raakte verontU zult het wellicht niet echt bijzonder rust. Er ging van alles door me heen: erg, vinden. Dat is het op het eerste erger, ergst. Er woedde een gezicht ook niet: gewoon een discussie in de bovenkamer. mooi plaatje van een school, Weer vlogen de vragen in de met op de voorgrond rondrenrondte. Hoe groeien de buurtnende kinderen. Echter, wat me kinderen hier op? Wat leren ze steeds weer opvalt is de zeer op school? Leren ze wel beperkte diversiteit. En dan heb genoeg? Hoe vaak komen ze in ik het niet over de term waar we aanraking met autochtone kindoorgaans mee worden platgederen? Zullen ze straks fatgooid. Nee, dit is een ander soenlijk Nederlands kunnen a.saglam@columns4all.com soort diversiteit. In het geval spreken? Wat gaan ze studevan ‘mijn’ basisschool gaapt er ren? Gaan ze überhaupt wel namelijk een groot gat tussen zwart en wit; studeren? Hoe groot is het steentje dat ze en deze kloof kleurt allesbehalve grijs. De straks zullen bijdragen aan de maatschapsegregatie in het onderwijs is helaas een feit. pij? Wat staat er straks op hun CV? Zijn ze Een paar weken terug stond ik bij de tevreden met hun baan? bakker, te wachten op mijn puntjes. Er liep De vragen raakten in de knoop. Ik heb een groep schoolkinderen voorbij, duidelijk het nog steeds niet los weten te peuteren, van een ‘echte’ prachtwijk, een paar treetjes maar loop nog wel elke dag langs de basishoger op de sociaaleconomische ladder. school in kwestie, de hoeksteen van de Even voor de duidelijkheid: ik ben doorsamenleving. Zwart is wederom zwart en gaans niet gecharmeerd van ladders. Ze nog geen spatje grijs te bekennen. Uiteraard staan alleen maar in de weg en zijn reuze gaat dit niet over één nacht ijs; maar hoeveel gevaarlijk. Maar ik noem het beestje nu even nachten dan wel? bij de naam. Hopelijk ben ik niet de enige die zich Terug naar de Daantjes en Sofietjes, op hier druk om maakt. Hoe kijk jij eigenlijk excursie. Ze keken hun ogen uit in mijn tegen dit vraagstuk aan? wijk. Er ging kennelijk een wereld voor hen open. Al die kleuren en geuren. Een waar "Ahmed Saglam (25) is organisatiepsycholoog en momenteel werkzaam als beleidsmedewerker bij het zintuigenfestival! Even vroeg ik me af: ‘hoe Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke groot is de kans, dat zij hier nog eens Ordening en Milieubeheer" komen? En spelen mijn buurjongens en

AHMED SAĞLAM

Lassen Sleutelaar Industrie reiniging Grondkabel werken Magazijn medewerker Detacheren

Burgemeester Wim Cornelis gen van normen, voltooien van opleidingen en zoeken naar werk. Hij hoopt dat politiek Den Haag het wettelijk mogelijk maakt om harder op te treden. Als situaties echt uit de hand lopen, dan wil de burgemeester 'probleemouders' treffen in de portemonnee, of hen desnoods de ouderlijke bevoegdheden ontnemen. ANP, Gouda

Rotterdam en omgeving

Van Riemsdijkweg 20 3088 HC Rotterdam Tel.: 010-429 59 45 Fax: 010-429 56 05


NIEUWS

OKTOBER 2008

ZAMAN

4

NEDERLAND

Kabinet ontkracht beschuldigingen tot tweemaal toe

‘Gülen-beweging niet gevaarlijk of sektarisch’ Het kabinet heeft Kamervragen van de SP, PvdA, VVD en het CDA beantwoord over de Gülen-beweging. Hieruit werd duidelijk dat het kabinet onderzoek naar de beweging en door de heer Gülen geïnspireerde organisaties niet nodig acht. Het actualiteitenprogramma Nova had op 4 juli in een reportage geopperd dat een onderzoek noodzakelijk was naar de Gülen-beweging, die de programmamakers als sektarisch bestempelden. Uit de reactie van het kabinet is op te maken dat deze mening door Den Haag niet gedeeld wordt.

Behalve de Gülen-beweging plaatsten de programmamakers ook organisaties en scholen als het Cosmicus College, de Dialoog Academie, de Ondernemersfederatie Hogiaf en de Time Media Group in een bedenkelijk daglicht. Naar aanleiding van de berichtgeving werden door vier leden van de genoemde partijen Kamervragen gesteld. De Kamerleden Sadet Karabulut (SP) en Madeleine van Toorenburg (CDA) stelden in september als eerste hun vragen aan het kabinet. Een maand later volgden de Kamerleden Halbe Zijlstra (VVD) en Jeroen Dijsselbloem (PvdA). De vragen van de laatstgenoemden overlapten die van hun voorgangers op veel fronten. De bewindslieden die op de twee verschillende vraagrondes reageerden zijn de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Justitie, de minister voor Wonen, Wijken en Integratie en Staatssecretaris Van Bijsterveldt van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Mede namens de overige bewindslieden stuurde minister Ella Vogelaar van Wonen, Wijken en Integratie de Tweede Kamer de antwoorden aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, Gerdi Verbeet (PvdA). Toegang Karabulut en Van Toorenburg vroegen of het kabinet stappen zal ondernemen om de heer Gülen in de toekomst eventueel de toegang tot Nederland te ontzeggen. Hierop reageerden de ministers ontkennend: “De Nederlandse autoriteiten beschikken niet over informatie waaruit kan worden afgeleid dat Fethullah Gülen activiteiten verricht op grond waarvan hem toegang tot Nederland zou moeten worden ontzegd.” Uitspraken Zijlstra en Dijsselbloem wezen het kabinet echter op verscheidene uitspraken die aan de heer Gülen worden toegeschreven. Hierop reageerde het kabinet kort en krachtig, het verwees de heren Zijlstra en

Alsnog Amerikaanse verblijfsvergunning voor Fethullah Gülen Ruim zeven jaar duurde het voordat Fethullah Gülen zijn ‘green card’ kreeg. Op 10 oktober was het zover. Ongeveer drie maanden nadat een federale rechtbank vaststelde dat de immigratiedienst een eerdere aanvraag van Fethullah Gülen ten onrechte had afgewezen. Hierdoor is het mogelijk dat de heer Gülen zich permanent in Amerika vestigt. Een jaar geleden weigerde de Amerikaanse immigratiedienst de aanvraag van Fethullah Gülen om hem te kwalificeren als ‘buitenlander met buitengewone mogelijkheden’. Volgens ambtenaren van de immigratiedienst werd de heer Gülen nationaal en internationaal onvoldoende gewaardeerd, en had hij onvoldoende bereikt om die status te krijgen. Dit besluit werd in juli van dit jaar aangevochten door een federale rechtbank. De advocaat van de heer Gülen, Ronald Klasko, verklaarde dat hij niet begreep waarom de aanvraag van zijn cliënt zo traag werd behandeld. Normaal gesproken duurt het één tot anderhalf jaar om tot een besluit te komen. “M. F. Gülen

De regering gaf ons nooit een reden”, vertelt Klasko. “De status van de heer Gülen was nooit geheel duidelijk.” Opgelucht Fethullah Gülen is opgelucht dat hij zijn verblijfsvergunning uiteindelijk toch gekregen heeft: “Ik ben blij dat de aanvraag geaccepteerd is. De onzekerheid heeft me veel stress en onrust bezorgd. Ik wil iedereen bedanken die mij gesteund heeft.” Al sinds 1999 woont de heer Gülen in Amerika. Hij verhuisde naar het land wegens gezondheidsproblemen, zoals suikerziekte en problemen met het hart. In 2001 deed de geleerde zijn eerste aanvraag om permanent inwoner van Amerika te worden. Dit deed hij vanwege de gezondheidsproblemen. “Nu ik mij permanent kan vestigen in dit land, zal het voor mij ook makkelijker worden om naar Turkije of een ander land te reizen voor een korte periode. Zolang mijn gezondheid dit toestaat.” Op het moment woont de heer Gülen in een afgezonderde omgeving in Pocono Mountains, een uitgestrekt gebied in het noordoosten van de staat Pennsylvania.


5

ZAMAN

Dijsselbloem naar de reactie op Kamervragen die de dames Karabulut en Van Toorenburg eerder stelden over hetzelfde onderwerp. Hierin gaf het kabinet duidelijk aan dat de GĂźlen-beweging uit juridisch autonome organisaties bestaat. Slechts op basis van persoonlijke en ideologische banden is er daadwerkelijk een band tussen deze organisaties. Het overgrote deel van de organisaties die zich door de heer GĂźlen laten inspireren, heeft totaal verschillende doelstellingen. Daarnaast gaf het kabinet aan niet te zullen reageren op uitspraken die aan de heer GĂźlen toegeschreven zijn. Diversiteit In de Nova-reportage noemde hoogleraar Erik-Jan ZĂźrcher de uitspraken van de heer GĂźlen ‘tot op zekere hoogte nadelig voor de integratie’. Deze mening deelt het kabinet niet. De bewindslieden zijn van oordeel dat de door GĂźlen geĂŻnspireerde organisaties een grote vorm van diversiteit vertonen. Het kabinet benadrukt dat burgers in Nederland vrij zijn om religieuze en levensbeschouwelijke boodschappen uit te dragen, behoudens de grenzen die de wet hieraan stelt. Volgens het kabinet is er ‘op dit moment geen reden een onderzoek te starten naar de beweegredenen van door Fethullah GĂźlen geĂŻnspireerde organisaties en de effecten daarvan op de Nederlandse samenleving’.

NIEUWS

NEDERLAND

OKTOBER 2008

Rotterdamse Raad wil Aboutaleb als burgemeester De Rotterdamse gemeenteraad heeft Ahmed Aboutaleb donderdag 16 oktober voorgedragen als opvolger van Ivo Opstelten. De raad gaf na urenlang vergaderen de voorkeur aan de PvdA-politicus, die in 2007 staatssecretaris van Sociale Zaken in het vierde kabinet-Balkenende werd. De Kroon moet Abatouleb formeel nog benoemen. Daarna kan hij per 1 januari 2009 de functie overnemen van Ivo Opstelten (VVD), die tien jaar burgemeester van Rotterdam is geweest. De gemeenteraad omschrijft Aboutaleb onder meer als ‘erg

geĂŻnteresseerd in lokaal bestuur’ en ‘inspirerend voor alle Rotterdammers’. Ook is de PvdA'er innemend en heeft hij de gave van het woord, aldus de raad. ‘En hij heeft lef getoond in het verleden.’ De voormalige wethouder van de gemeente Amsterdam maakte zich geregeld kwaad over de politiek in Den Haag en stak dat niet onder stoelen of banken. Als staatssecretaris staat hij bekend als een no-nonsense bruggenbouwer. Aboutaleb wordt de eerste Nederlandse burgemeester van Marokkaanse afkomst. ANP, Rotterdam

Ahmed Aboutaleb

&L@CBF<H@ E4F@HF 8A Ă…?8A <AFC<E4GBEF IBBE IE878 8A 7<4?BB:

Niet sektarisch De heren Zijlstra en Dijsselbloem wezen het kabinet op het feit dat de GĂźlen-beweging volgens de Amerikaanse inlichtingendienst CIA beschikt over genoeg financiĂŤle mogelijkheden en dat daarmee ongeoorloofde zaken zouden worden bekostigd. Het kabinet ging hier niet op in. Het gaf slechts aan dat de aan de GĂźlen-beweging ‘verbonden’ organisaties zich niet inlaten met illegale praktijken. Ook bestaan er geen redenen voor het kabinet om er vanuit te gaan dat de GĂźlen-beweging of een van de organisaties een voedingsbodem vormt voor radicalisering. Ook de door Nova gebezigde aanduiding ‘sektarisch’ nam het kabinet niet over. De GĂźlen-beweging wordt getypeerd als ‘overwegend religieus conservatief’. De bewindslieden gaven aan dat de Nederlandse overheid in alle gevallen pas kan ingrijpen bij gedrag dat aanzet tot haat. “Orthodox denken als zodanig is niet strafbaar.â€? Ook wijst het kabinet op het feit dat de Europese Unie ‘noch Fethullah GĂźlen, noch door Fethullah GĂźlen geĂŻnspireerde organisaties’ van terroristische activiteiten verdenkt. Van EU-maatregelen tegen de beweging, organisaties en internaten is in dit verband dan ook geen sprake. Vreemd De heren Zijlstra en Dijsselbloem vonden het vreemd dat de GĂźlen-beweging schijnbaar eigen media en instituten bezit. Zo werd verwezen naar het Cosmicus College en deze krant. Het kabinet gaf echter aan dat het voor geen enkele organisatie of beweging verboden is om eigen media of instituten te bezitten. Uiteindelijk stelden de Kamerleden van de VVD en PvdA dezelfde vraag als de SP en het CDA: “Bent u (kabinet) bereid een uitgebreide veiligheidsanalyse door de AIVD te laten uitvoeren?â€? Voor het antwoord hadden de heren Zijlstra en Dijsselbloem net zo goed de eerste reactie op dezelfde vraag kunnen lezen. Deze luidde: “Nee, er is op dit moment geen reden een dergelijk onderzoek te starten.â€? Zaman Nederland

:GCEJCI:C c *4G M<=A 78 I8EF6;<??8A 8A BI8E88A>B@FG8A GHFF8A 78M8 ;H@4A<FG<F6;8 8A <F?4@<G<F6;8 78A>8E c *4G <F ;HA 58G8>8A<F IBBE 78 BAGJ<>>8?<A: I4A 88A @H?G<6H?GHE8?8 F4@8A?8I<A: c HAA8A M<= A<8HJ8 C8EFC86G<8I8A 5<878A BC 88A GB8>B@FG J44E<A J<= <A ;4E@BA<8 >HAA8A F4@8A?8I8A ;HAJ>I>C< 988FG8?<=> 7<A8E 4:IBBEM<GG8E "C8A<A: &CE8>8EF

<8F58G; 8IL 8JAIJJGĂžADHD;: @E E<8F I4A :G DJ9 B>C>HI:G EG:H>9:CI 7E 8AE< EBC G6HBJH *C>K:GH>I:>I 'DII:G96B 7E #<@ )4?>8A58E: !DNDA6 DAA:<: 6AI>BDG: B?8A44E J>H K6C G6HBJH 7E 8B 7EF Ă…E>4A 8?<> >6ADD< 869:B>: 7E

'<=7

Üß D@ID7:G Üôôß :7DDGI:96< K6C G6HBJH þø ôô þý ôô HHE

B64G<8 "E:4A<F4G<8 4A@8?7<A:

%B6;HFF8AFGE44G ÜÜþ áôÜþ !' %BGG8E74@ <4?BB: 6478@<8 H<F I4A E4F@HF <A9B 7<4?BB:46478@<8 A? ôþô øÜÚÝÚáá B9 <A9B ;H<FI4A8E4F@HF A? ôþô Üøáýøýú

4GH@

JJJ 7<4?BB:46478@<8 A? JJJ ;H<FI4A8E4F@HF A? c Üß D@ID7:G >H 6< K6C G6HBJH >C 'DII:G96B :I HNBEDH>JB _ G6HBJH :C ÇA:C` B66@I 9::A J>I K6C 9: B6C>;:HI6I>: _ G6HBJH >C 'DII:G96B` C 9: B66C9:C D@ID7:G :C CDK:B7:G =:G9:C@I O>?C <:7DDGI:HI69 ::C K6C 9: <GDDIHI: 9:C@:GH J>I DCO: <:H8=>:9:C>H c $E:C>C< G6HBJH=J>H #6 6Ă&#x;DDE K6C =:I HNBEDH>JB@6C B:C DB þý áô JJG 9: DE:C>C< 7>?LDC:C K6C =:I A6C< <:EA6C9: G6HBJH=J>H :O: DE:C>C< LDG9I K:GG>8=I 9DDG KD $EHI:AI:C 9: 7JG<:B::HI:G K6C 'DII:G96B >C 9: !6JG:CH@:G@


INTERVIEW

OKTOBER 2008

COLUMN

Opvoeding en onderwijs SAJÝDAH ABDUS SATTAR www.nimatullahi-soefi.nl

M

et smaak beet de jongen in de versgeplukte appel. Ergens tussen de onafzienbare rijen vruchtbomen zag hij een oude man die bezig was met het planten van jonge boompjes. “Hé opa, riep hij, je doet al die moeite voor niets. Als die boompjes groot genoeg zijn om vrucht te dragen, ben jij al lang dood en begraven.” De man strekte zijn rug en veegde het zweet van zijn voorhoofd. “Zie je die bomen daarginder? Die zijn door mijn grootvader geplant; die appels heb ik als kind al gegeten. En ik herinner me nog hoe de bomen hiernaast werden aangeplant en verzorgd door mijn vader. Ik heb gezien hoe ze groter werden en hun eerste appels geproefd. Ook deze nieuwe aanplant zal opgroeien, zodat op een dag een jongen als jij ervan zal genieten en later ook zelf jonge boompjes zal planten.” De belangrijkste dingen, zoals kinderen opvoeden en onderwijzen, doen we niet voor onszelf, maar voor anderen. Of we het ons realiseren of niet, als ouders voeden we kinderen op, sturen ze naar school en begeleiden ze naar volwassenheid om menselijke verworvenheden als beschaving, medemenselijkheid, geestelijke ontwikkeling en culturele vooruitgang gaande te houden. Leraren voegen daaraan de elementen kennis en bijzondere vaardigheden toe. Niet alleen elk individueel kind profiteert van dat onderwijs, maar ook de huidige en komende generaties van hun families, de omringende samenleving en zelfs de hele mensheid. Overdreven? Als, bijvoorbeeld, Louis Pasteur geen zorgzame ouders en wijze leraren had gehad, zou hij vaccinatie niet hebben ontdekt. En als Alexander Fleming geen scheikundedocenten had gehad, zou hij de penicilline niet hebben ontdekt en waren er miljoenen mensen onnodig aan infecties overleden. Dus de ouders en docenten van Pasteur, Fleming en van alle grote persoonlijkheden zijn van algemeen belang geweest. Dat Nederland de leerplicht kent, betekent dat de overheid verantwoordelijk is voor alle benodigde faciliteiten, maar de inhoud van het onderwijs moet worden overgelaten aan de ouders en de deskundigen. Vanzelfsprekend voelen ouders zich verplicht de hoogste waarden van hun eigen tradities door te geven aan hun kinderen, hoewel de deskundigen in het onderwijs een kader van algemeen geldende waarden moeten aanhouden. Politici die, met het oog op de volgende verkiezingen, te vaak zwichten voor de waan van de dag, moeten zich er niet inhoudelijk mee bemoeien. Dit wil niet zeggen dat ouders altijd hun zin kunnen krijgen. Wanneer zij, of de hen aansturende dogmatici en ideologen zich bekrompen en kortzichtig opstellen, zullen zij eraan moeten worden herinnerd dat in het werk van karakterontwikkeling en onderwijs het kind centraal staat en bovendien dat continuïteit van algemene principes in het onderwijs een voorwaarde is voor de voortgang van elke beschaving.

Sajidah Abdus Sattar is coördinator van het Nimatullahi soefi-huis in Leiden en schreef o.a. 'Islam voor beginners. Een heldere inleiding tot de wereld van de Islam' en 'De positie van de vrouw in de islam'.

ZAMAN

6

NEDERLAND

Wethouder Leonard Geluk:

‘Meer investeren in onze kinderen’ Leonard Geluk (CDA) is wethouder Jeugd, Gezin en Onderwijs van de gemeente Rotterdam. Als de grootste uitdaging voor Rotterdam beschouwt hij het ‘balans in de stad brengen, op alle gebieden’. Zaman Nederland sprak met de wethouder over witte en zwarte scholen, onderwijsachterstanden en het tekort aan mannen voor de klas.

ÖNDER KAYA

ROTTERDAM

Er wordt veel geklaagd over wijken met een hoge minderhedenconcentratie in grote steden als Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag. Opeenhoping in wijken als Katendrecht en de Schilderswijk zou de integratie belemmeren. Wat zijn volgens u de gevolgen voor de inwoners? “Als het onderwijs in deze wijken van goede kwaliteit is en mensen respectvol met elkaar omgaan hoeft dit geen gevolgen te hebben. Juist in deze wijken hebben we de allerbeste scholen nodig. Een school waar juffen en meesters werken die de kinderen uitdagen. Zodat ieder kind zijn talent kan ontwikkelen. In Rotterdam willen we daarom dat kinderen langer naar school gaan. Het is raar dat een kind in Wassenaar even lang naar school gaat als een kind hier in Rotterdam. Wij willen kinderen hier meer bieden. Als we deze kinderen meer bieden, dan kunnen ze meer van hun leven maken.” “Goed Nederlands leren is daarbij het allerbelangrijkst. Op dat punt verwacht ik ook veel van ouders. Als kinderen op de basisschool komen en ze spreken nog geen woord Nederlands, hebben ze meteen een grote achterstand. In Rotterdam hebben we gelukkig heel goede voorscholen, waar kinderen voordat ze naar de basisschool gaan al Nederlands kunnen leren. Goed Nederlands spreken is essentieel voor de integratie.” Is er een relatie tussen deze wijken en (jeugd)criminaliteit? “Ja, dat is feitelijk aangetoond. Als we kijken naar deze wijken, zien we dat daar de meeste voortijdig schoolverlaters zijn en hier ook de meeste jeugdcriminaliteit voorkomt. Juist daarom hebben wij er als gemeente voor gekozen om de wijken waar de problemen het grootst zijn als eerste aan te pakken. We werken daarvoor met gerichte programma’s per wijk. We bekijken goed wat de problemen zijn en zetten daar gericht acties in.”

‘Ieder kind in Rotterdam heeft recht op het allerbeste onderwijs’ Er ontstaan ‘witte’ en ‘zwarte’ scholen met vrijwel uitsluitend leerlingen met een autochtone of allochtone achtergrond. “Voor kinderen is het allerbeste als ze met kinderen in de klas zitten met ver-

Wethouder Leonard Geluk schillende achtergronden. Daarom proberen we in Rotterdam ook zo veel mogelijk scholen te ‘mengen’ en zorgen we op die manier dat de samenstelling van de school een afspiegeling vormt van de buurt waarin de school staat. Als dat niet lukt dan willen we dat scholen gaan samenwerken met andere scholen om zo toch de kinderen in aanraking te laten komen met andere culturen.” Pim Fortuyn dacht dat door de onderwijsachterstanden de spoeling te dun wordt. ‘Meesters en juffen’ kunnen de grote hoeveelheid leerlingen niet meer aan. Is dit een argument om klassen kleiner te maken of meer leerkrachten in te zetten? “Volgens mij is de grootte van de klas in Rotterdam over het algemeen geen probleem meer. We hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd om de klassen kleiner te maken. Wel moeten we nu zorgen dat de zorg op school beter wordt geregeld. Dat betekent meer maatschappelijk werk op school en een betere samenwerking met andere hulpverleners van buiten de school. Hierdoor kunnen leraren op school echt doen waar ze voor bedoeld zijn, namelijk lesgeven.”

‘Dat er zo weinig mannen voor de klas staan betreur ik zeer’ Slechts een op de negen geslaagde leraren voor het basisonderwijs is een man, zo blijkt uit onderzoek. Wat vindt u van deze ontwikkeling? “Dat er zo weinig mannen voor de klas staan betreur ik zeer. En daarmee doe ik niets af aan de inzet van de vele fantastische juffen die we hebben in Rotterdam. Maar het is goed voor kinderen als ze met mannen en vrouwen in het onderwijs in aanraking komen. Uit onderzoek blijkt dat er juist steeds minder kinderen voor een technische vervolgopleiding kiezen omdat er zo weinig mannen werkzaam zijn in het basisonderwijs. Ik hoop dat we dat kunnen veranderen. Juist omdat we veel technici kunnen gebruiken in Rotterdam.” ‘Alle scholen in Rotterdam, of ze nu christelijk, islamitisch of een andere grondslag hebben, moeten goede kwaliteit leveren; kinderen verdienen dat’

Onlangs werd u door de rechter teruggefloten omdat u ouders van de leerlingen op de basisschool Ibn Ghaldoun adviseerde hun kinderen naar andere scholen te sturen. Vindt u dat u daar over de schreef bent gegaan? “Nee, absoluut niet. Ieder kind in Rotterdam heeft recht op het allerbeste onderwijs. Deze school biedt dat absoluut niet. Sterker nog: ze krijgen al jarenlang achter elkaar zeer slechte beoordelingen van de inspectie. Daarnaast weigert de school met ons samen te werken om de kwaliteit te verbeteren. Met andere scholen in Rotterdam waar het even niet zo goed gaat, kunnen we prima samenwerken om de kwaliteit te verbeteren. En dat lukt ook. Met de brief wilde ik ouders waarschuwen. Dat de rechter dit te ver vond gaan, betreur ik zeer. Daarom gaan we dit besluit van de rechter ook aanvechten. Want nogmaals: alle scholen in Rotterdam, of ze nu christelijk, islamitisch of een andere grondslag hebben, moeten goede kwaliteit leveren. Kinderen verdienen dat.”

‘We laten nu nog veel te veel talenten onbenut; dat is zonde’ Achttien procent van de jongeren in de grote steden heeft een onderwijsachterstand van anderhalf jaar. Welke oplossingen stelt u voor om deze onderwijsachterstanden tegen te gaan? “We moeten meer investeren in onze kinderen. We laten nu nog veel te veel talenten onbenut. Dat is zonde. Als we in Rotterdam zorgen dat we onze kinderen meer geven, dan ben ik er van overtuigd dat ze ook beter tot ontwikkeling komen. Daarom ben ik ook zo blij met de brede scholen. Op deze scholen is veel aandacht voor bijvoorbeeld cultuur en voor beweging. En dat gaat daar niet ten koste van leren rekenen of lezen, omdat de school extra uren investeert in de kinderen. Daarnaast denk ik dat we terug moeten naar de traditionele vakscholen. Waar kinderen die heel goed met hun handen kunnen werken een echt vak leren. En niet opgezadeld worden met allerlei theoretische kennis waar ze niets mee kunnen. Gelukkig zijn we er in geslaagd om met een aantal scholen in Rotterdam die slag al te maken.”


ZAMAN

7

NEDERLAND

OKTOBER 2008

Werkzoekenden

STEIGERBOUWERS Verantwoordelijkheidsgevoel Serieus en langdurige werk intentie Zijn onze verwachtingen

en

HULPMONTEURS

Goed salaris Beste mogelijkheden Perfecte werksfeer Is wat wij aanbieden

VCA verplicht infokilicbv@gmail.com Tel.: 010 477 93 24 - Fax: 010 - 477 72 07 - GSM: 0614237813 Groenweegje 138 3111 PB Schiedam

TEGENOVER MURADIYE MOSKEE


INTERVIEW

ZAMAN

OKTOBER 2008

8

NEDERLAND

COLUMN

Alles samen of ieder voor zich?...

T

wee simpele modellen die soms gebruikt worden om de positie van minderheidsgroepen in een samenleving te beschrijven worden aangeduid als enerzijds China town en anderzijds de melting pot. Het model China town staat dan voor een minderheid die zich in een eigen dagelijkse woonomgeving terugtrekt (naar het voorbeeld van Chinatown, de wijk in San Francisco waar bijna uitsluitend mensen van Chinese afkomst wonen: de grootste Chinese stad buiten China). Vanuit die eigen woonomgeving vervult de minderheid dan functies binnen de rest van de maatschappij. Maar die heeft met de interne zaken van de eigen gemeenschap van de minderheidsgroep niet veel te maken: men houdt ervan zijn eigen zaken zoveel mogelijk volgens eigen normen en tradities af te handelen. f.florin@wxs.nl De melting pot (smeltkroes, waarin verschillende metalen gemengd worden tot een nieuw amalgaam) staat voor precies het tegenovergestelde. Men trouwt buiten de eigen groep, sluit aan bij of gaat zelfs op in de rest van de samenleving, die weliswaar invloed ondergaat van haar nieuwe leden, maar die invloeden worden daarin verwerkt en zijn na enkele generaties geheel eigen geworden, los geraakt van hun oorsprong. Natuurlijk komt geen van deze beide modellen in zuivere vorm voor. Want ook iemand die in een Chinatown woont, of het nu in San Francisco is of in New York of elders, zal zich de taal van de meerderheid minstens enigermate eigen moeten maken om economisch te kunnen overleven en zal ten minste enige kennis moeten opdoen van omgangsvormen, administratieve en andere regels, de inrichting van het onderwijs, de belastingen enzovoorts. En iemand die zou willen opgaan in de samenleving van het ontvangende land, zal toch altijd min of meer verbonden blijven met het land van zijn of haar voorouders, al is het maar omdat zijn omgeving er hem of haar op aanspreekt. Het simpele schema dat in het aangegeven alternatief Chinatown versus melting pot ligt opgesloten gaat bovendien van een andere versimpeling uit, namelijk dat je hier een minderheid hebt en daar een meerderheid en dat die ieder voor zich relatief eenvormig zijn. Maar migranten, ook als ze uit eenzelfde land komen, vormen lang niet altijd een groep of eenheid. En de ontvangende samenleving kent ook enorme interne verschillen en tegenstellingen. Ook daarin zal een migrant zijn weg moeten vinden en soms uitgenodigd of zelfs door de omstandigheden gedwongen worden om stelling te nemen. In de schematische modellen waarmee ik deze column begon lijkt het alsof een migrant zelf zonder meer zou kunnen kiezen hoe hij of zij zich in de samenleving zal positioneren. Maar ook dat ligt bij nadere beschouwing niet zo simpel. De ontvangende samenleving kan ofwel zich tegenover nieuwkomers en minderheden afsluiten of hen het leven moeilijk maken, ofwel hen echt ontvangen, dat wil zeggen hen actief de kans geven om hun eigen weg te vinden. Daarbij is het natuurlijk ook weer zo dat een migrant die uit een gesloten eenheidscultuur komt (één exclusieve religie, één onveranderlijke maatschappelijke hiërarchie, stevig vastliggende patronen bijvoorbeeld in de omgang tussen de seksen en in de opvoeding van kinderen), meer moeilijkheden zal ondervinden om flexibel een eigen weg te vinden dan iemand die uit een open omgeving komt, waar het vreemde eerder nieuwsgierigheid dan vijandschap oproept. In een tijd waarin oneliners en simpele uitspraken en oordelen over minderheidsgroepen populair zijn, is het geen gemakkelijke boodschap om aan de man te brengen dat het hier om complexe zaken gaat waar je niet zinnig over kunt spreken als je de keerzijde van elk opdoemend probleem niet ziet, dat wil zeggen de uiteenlopende positie van waaruit leden van die minderheid, respectievelijk mensen die hier al generaties lang wonen, er tegenaan kijken, waarom dat dan zo is en wat de consequenties zijn. Eenzijdige, dikwijls emotionele reacties brengen in ieder geval de oplossingen niet dichterbij.

FRİTS FLORİN

Dr. Frits Florin is filosoof met als specialisme de filosofie van S. Kierkegaard. Daarvoor was hij 30 jaar werkzaam in het Nederlendse en Europese vluchtelingenwerk.

Ömer Köse (rechts)

‘Werk met een doel’ In gesprek met een Nederlands officier van Turkse komaf Ömer Köse (33) sleutelt graag aan zijn bijna 25 jaar oude Mercedes 280 SCL. Ook gaat hij graag op stap in het weekend, bezoekt hij vrienden en familie of maakt hij strandwandelingen. De in Leiden geboren Köse geniet van het leven, houdt ervan om met mensen samen te werken en om zijn lichaam te verzorgen. Half maart vertrekt hij voor vier en een halve maand naar Uruzgan. “Op dit moment werk ik daar samen met mijn manschappen naar toe.” Ömer Köse is Eerste Luitenant bij de Koninklijke Landmacht. Zaman Nederland sprak met hem.

MARTIJN JONKMAN

deerde ik af bij de KPN. Een groot bedrijf, dat toen met veel problemen kampte. Op een gegeven moment stond ik op straat, met kosten voor een eigen huis en hypotheek. Een tijdje werkte ik als taxichauffeur, maar daarmee ben ik gestopt. Ik wilde een baan hebben met een doel. Ik zag een advertentie van de Koninklijke Landmacht, waarop ik reageerde. Ik vond het erg aantrekkelijk om tijdens je werk met sport bezig te zijn, en daarnaast leidinggevend te kunnen zijn. Daarnaast is werken bij de Landmacht altijd een uitdaging. Werk met een doel.”

‘Ik kan me geen leven buiten de Landmacht voorstellen’

Wat deed je voordat je koos voor de Land-

Waarom koos je voor de landmacht?

“Ik heb de opleiding MTS Electro gevolgd, en daarna HBO Informatica. Uiteindelijk stu-

“Ik zag het als een investering in de toekomst. Er zijn voldoende mogelijkheden bij de Landmacht. Je kunt cursussen vol-

macht?

gen, of studeren. Hierdoor kun je makkelijk doorgroeien. De mogelijkheden zijn ongekend. Ik koos vier jaar terug voor een vijfjarig contract, dat binnenkort afloopt. Wanneer dat gebeurt, teken ik graag bij. Ik kan me geen leven buiten de Landmacht voorstellen.” Je bent gestationeerd op de Kazerne Oirschot. Wat doe je daar? “Ik ben eerste luitenant. Dit betekent dat ik een leidinggevende functie heb. Op het moment zit ik in het traject voor uitzending. Tot en met half maart 2009 werk ik samen met mijn manschappen toe naar onze uitzending naar Uruzgan. Ik ben verantwoordelijk voor 23 man, waarvan ik er tien zelf mag kiezen. De mannen leren de militaire basisvaardigheden, krijgen schietoefeningen en een missiegerichte opleiding.” Uit een onderzoek uit 2006 bleek dat Nederlandse militairen negatief waren over allochtonen. Merk je daar persoonlijk wat van?


ZAMAN “Nee. Op een jongen uit China na zijn al mijn mannen autochtoon, maar ik heb nog nooit problemen gehad vanwege mijn afkomst. Je functioneert in principe als een team. Wanneer je goed je best doet en altijd je verplichtingen nakomt, dan ben je één met de groep. Maar je dwingt het zelf af. Ik heb een leidinggevende functie, je kunt afhankelijk van de situatie meer of minder autoritair handelen.” Afgelopen maand was vastenmaand voor de moslims. Hoe heb je dit ervaren tijdens je werkzaamheden voor de Landmacht? “Er wordt voldoende rekening gehouden met mensen die een

geloofsovertuiging hebben en praktiseren, met iedere religieuze stroming wel. Je kunt vragen om halal-voedsel, of je nu moslim bent of niet. Ook lopen er imams en rabbi’s rond op de kazernes om de gelovige militairen te ondersteunen. Met het vasten zelf heb ik niet meegedaan. Mijn moeder vertelde mij vroeger dat ik niet goed kon studeren op een lege maag. Tegenwoordig heb ik een leidinggevende functie, en wanneer ik zou vasten, zou ik om half vijf ’s ochtends op moeten staan. Daardoor zou ik moe kunnen worden gedurende de dagen, waardoor ik fouten kan gaan maken. Ik heb er om die reden voor gekozen niet mee te doen aan de vastenmaand.”

9

NEDERLAND

Nederlandse jongeren die ook in het bezit zijn van een Turks paspoort moeten de vijftien maanden durende Turkse dienstplicht vervullen. Het is mogelijk om deze dienstplicht af te kopen. Hoe gaat dat in zijn werk? “Er is een regeling voor Turkse dienstplichtigen dit af te kopen, maar ze moeten nog wel, nu voor een periode van drie weken, naar Turkije. Voor Nederlandse soldaten met een Turks paspoort, die hierdoor in Turkije toch dienstplichtig blijven, biedt het ministerie van Defensie de mogelijkheid van een renteloze lening om dit afkoopproces te vergemakkelijken. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet je een jaar lang goed

gefunctioneerd hebben in de Koninklijke Landmacht. Het geleende geld wordt daarna iedere maand van je salaris afgetrokken. Naast de mogelijke lening krijgen deze soldaten ook een bijzonder verlof, waardoor ze naar Turkije kunnen gaan om de vervangende dienstplicht te vervullen.”

‘De huidige generatie is minder streng opgevoed, en kan veel leren in het leger’

WE ZOEKEN TEAMSPELERS. KIJK OP WWW WWW.IKKANDE DELANDMA MACHTAAN TAA AN.NL NL OF BEL 0800-0124.

INTERVIEW

OKTOBER 2008 Wat vind je van het afkopen van de Turkse dienstplicht? “De Turkse dienstplicht voor Turken in een ander land mag van mij worden opgeheven, wanneer zij actief zijn als beroepsmilitair. Zelf heb ik namelijk al een algemene militaire opleiding genoten, ik zie er daarom geen meerwaarde in. Maar de dienstplicht voor Turkse burgers zonder militaire opleiding mag mijns inziens gewoon door blijven gaan. Want de huidige generatie is minder streng opgevoed, en kan veel leren in het leger. Bepaalde normen en waarden, en respect. Het leger bezorgt je een bepaalde discipline, waardoor je groeit als mens.”


NIEUWS

ZAMAN

OKTOBER 2008

10

NEDERLAND

Schoolverlaters en hoogopgeleiden houden elkaar in evenwicht Onder tweede generatie allochtonen valt een tweedeling waar te nemen. Aan de ene kant heb je de schoolverlaters die zonder diploma de arbeidsmarkt opgaan, aan de andere kant de hoogopgeleiden. Beide groepen zijn even groot. Dat blijkt uit het onderzoek ‘De tweede generatie jongeren in Amsterdam en Rotterdam. Last of kapitaal voor de toekomst’. Het onderzoek werd gehouden door het Instituut voor Migratie en Etnische Studies (Imes) in Amsterdam en Rotterdam, en is deze maand

in Amsterdam gepresenteerd. Voor het onderzoek werden duizend nietwesterse allochtonen in de leeftijd tussen achttien en 35 jaar ondervraagd. Daartegenover stond een vergelijkingsgroep van vijfhonderd autochtone jongeren. Een kwart daarvan heeft geen diploma, een kwart is hoogopgeleid. Diploma Driekwart van de allochtonen gaat naar het middelbaar beroeps onderwijs (mbo). Een groot aantal weet door te stromen naar het hoger

onderwijs, een even groot deel valt uit zonder diploma. Naast de gewone weg, via havo of vwo, komen allochtonen het vaakst door middel van 'het stapelen van opleidingen' in het hoger onderwijs terecht. Maar de groep die het onderwijs zonder startkwalificatie –een havo- of vwodiploma, of een mbo-diploma vanaf niveau 2 – verlaat, is even groot. De

startkwalificatie is volgens de overheid noodzakelijk om kans te maken op geschoold werk. Een normaal mbo-diploma geldt niet als startkwalificatie. Huwelijk Wat opvalt, is dat de jongeren zonder startkwalificatie niet lang werkloos blijven, ze hebben vaak tijdelijk werk. Een op de vijf doet aan bijscholing of is een eigen bedrijf begonnen. De tweedeling wordt versterkt doordat allochtonen vaak een huwelijkspartner uit dezelfde groep kiezen. ‘Jongeren zonder startkwalificatie trouwen jong en krijgen op jonge leeftijd kinderen,’ zegt onderzoeker Maurice Crul. ‘Hoogopgeleiden stellen het krijgen van kinderen juist uit.’ Op die manier ontstaan 'dubbel kwetsbare' huishoudens met laagopgeleide ouders en veel kinderen en hoogopgeleide gezinnen zonder kinderen. Elsevier, Amsterdam

Leerlingen en leraren van Stichting Lucerna

Turkse taal en cultuur in Tilburg Evenals voorafgaande jaren verzorgt Stichting Lucerna weer de ‘Cursus Turkse Taal & Cultuur’, vanaf november 2008 op het adres Nimrodstraat 30 te Tilburg. Het is een cursus die in een gezellige sfeer wordt gegeven, geschikt voor hen die het Turks en de Turkse cultuur willen leren kennen. De lessen vinden plaats in de avonduren, van 19.00 uur tot 21.00 uur. De cursusduur bedraagt 24 lesweken, wekelijks is er zowel een theorieavond als een praatavond ter bevordering van de spreekvaardigheid. De cursus start november 2008 en eindigt medio juni 2009. Wie de cursus doorloopt, kan communiceren met Turkse mensen uit zijn omgeving en/of tijdens een vakantie in Turkije en zichzelf verstaanbaar maken in het Turks. U leert niet alleen de taal maar ook de Turkse cultuur kennen; culturele uitstapjes behoren tot de mogelijkheden. Kortom, als u zowel de Turkse taal wilt leren als een gezellige tijd wilt beleven, is dit een leuke kans. Tot 1 november kunt u zich inschrijven.


ZAMAN

11

NEDERLAND

COLUMN

OKTOBER 2008

COLUMN

De illusoire maakbaarheid van de gemengde ‘grijze’ school

O

nderwijssegregatie op levensbeschouwelijke grondslag is in Nederland van oudsher bekend en inherent aan het onderwijsbestel. Segregatie, die nu de kern vormt van het onderwijsdebat, is vooral etnisch en wordt teweeggebracht door factoren als woonconcentraties en sociaaleconomische achtergronden, alsmede de ‘witte vlucht’ wegens etnische afwijzing en vermijding van leer- en gedragsproblemen op ‘zwarte’ scholen. Om redenen van onderwijskundige en maatschappelijke aard is het stimuleren van de gemengde ‘grijze’ school in de afgelopen decennia hoog op de politieke agenda komen te staan. De realisatiekansen en effectiviteit daarvan worden ongelukkigerwijs overschat en berusten op een aantal illusies waarvan twee zullen worden besproken. Illusies De eerste illusie is dat gemengde scholen beter in staat zouden zijn om integratie en sociale cohesie te stimuleren. Allochtone leerlingen zouden hier meer Nederlands gaan spreken en een meer etnisch diverse vriendenkring krijgen. De theorie van

aantrekkelijkheid van gelijkenissen leert echter dat mensen het liefst omgaan met anderen die in hoge mate op hen lijken: dus een vergelijkbare cultuur, houding en wereldbeeld hebben. Onderzoek toont herhaaldelijk aan dat leerlingen, inclusief autochtone, hun vriendjes uit de eigen etnische groep selecteren, ook zelfs voor een kort praatje op het schoolplein. Op zichzelf hoeft dit geen probleem te zijn, althans als het niet plaatsvindt vanuit etnische afwijzing. Door deze gerichtheid zal het nagestreefde effect van de gemengde school op sociale menging echter nauwelijks worden bereikt. Een tweede illusie betreft de gedachte dat gemengde scholen de onderwijsprestaties van kansarme leerlingen ingrijpend zouden verbeteren. Ook dit valt te betwijfelen. Doordat sociaaleconomische achtergrond een cruciale rol speelt bij onderwijsprestaties, verwacht ik dat het positieve effect van dergelijke scholen op allochtone leerlingen uiterst bescheiden zal zijn. Als bijvoorbeeld hun Nederlandse taalkennis om deze reden te wensen overlaat, is hun achterstand in de taal van de ouders nog groter. ‘Zwarte’ scholen zijn

prof.dr. WASIF SHADID trouwens beter toegerust met aangepaste onderwijsmethodieken om specifieke onderwijsachterstanden aan te pakken. Het extra negatieve effect van de sociaaleconomische achtergrond is in dit geval niettemin van tijdelijke aard. De verhouding tussen hoog- en laagopgeleide allochtonen trekt de laatste jaren goed bij. De voorhoede van een allochtone elite is inmiddels duidelijk zichtbaar. Ook omdat het voor de hand ligt dat op gemengde scholen de gemiddelde leerling als norm zou worden genomen, zullen zwakkere leerlingen op den duur de dupe worden. Menging zal de gemiddelde onderwijsprestatie van ‘grijze’ scholen doen dalen en maximaal op het acceptabele niveau houden, hetgeen kan leiden tot toename van de o zo gehate zesjescultuur.

Tweesporenbeleid Uit het hierboven staande moet zeker niet worden geconcludeerd dat onderwijssegregatie niet hoeft te worden aangepakt. Dit volstrekt verwerpelijk verschijnsel is immers het resultaat van de tweedeling in de samenleving (wij en zij), en houdt tegelijkertijd deze tweedeling in stand. Toch is de gemengde ‘grijze’ school niet direct maakbaar, zelfs niet wanneer de schoolkeuzevrijheid zou worden afgeschaft. Amerikaanse ervaringen laten zien dat blanke ouders inventief zijn om zich via onder andere verhuizing en inschrijving op particuliere scholen aan het spreidingsbeleid te onttrekken. Uiteindelijk moeten allochtone ouders dan het onderspit delven. Ook spreidingsstrategieën als voorlichting en het invoeren van wachtlijsten en aanmeldingsmomenten waarvoor het kabinet dit jaar 4 miljoen Euro heeft uitgetrokken, zijn experimenten in de marge en zullen geen noemenswaardige resultaten opleveren. Toename van gemengde ‘grij-

ze’ scholen kan het beste indirect beïnvloed worden via een tweesporenbeleid. Allereerst via gedurfde intensieve investeringen in onderwijskwaliteit, schoolklimaat, leerlingbegeleiding en interculturele competentie van leerkrachten op ‘zwarte’ scholen. Dus de ‘prima scholen’ van Dijksma, à la de ‘prachtwijken’ van Vogelaar. Daarenboven zal intensief moeten worden geïnvesteerd in serieuze maatschappijbrede campagnes voor het corrigeren van het negatieve beeld over de allochtoon en om de multiculturele samenleving uit de taboesfeer te trekken. Als de beide beleidssporen tegelijk worden uitgezet, zullen autochtone en ook allochtone ouders in concentratiewijken minder vluchtgedrag gaan vertonen en zal de spreiding geleidelijk tot stand komen. Bestrijding van onderwijssegregatie is van wezenlijk belang om een leefbare multiculturele samenleving gestalte te geven. Een samenleving waar het totale sociaal kapitaal meer is dan de som der delen.

Prof.dr. W.A.R. (Wasif) Shadid is hoogleraar in interculturele communicatie. Verzorgt onderwijs en advisering en verricht onderzoek op dat vakgebied en de multiculturele samenleving in het algemeen.


INTERVIEW

OKTOBER 2008

ZAMAN

12

Segregatie in het onderwijs:

Een halfvol glas Relschoppers, hangjongeren, risicogroep. Er zijn veel benamingen voor de Turkse en Marokkaanse jeugd. Ze passen zich niet aan, integreren niet voldoende in de Nederlandse samenleving. Segregatie blijkt een complex probleem, wat botsende beschavingen tot gevolg kan hebben. Dit is een voorbeeld van het halflege glas. Want hoe lastig is de

Turkse en Marokkaanse jeugd nu eigenlijk? Segregatie houdt in dat een bepaalde groep zich afzondert van de maatschappij, een verschijnsel dat veel voorkomt bij allochtonen. Maurice Crul schreef samen met Adel Pasztor en Frans Lelie het rapport ‘De tweede generatie, uitdagingen en kansen voor de stad’. Crul werkt als onderzoeker

NEDERLAND

De tweede generatie van allochtone immigranten groeit op. Ze hebben het zwaar te verduren in de Nederlandse samenleving. Soms terecht, soms ook gebaseerd op vooroordelen. Feit is dat het beeld dat over deze groepen bestaat, moet worden bijgeschaafd. Op 6 oktober jl. kwam het IMESrapport uit dat het welbekende halflege glas moet doen veranderen in een halfvol glas.

Maurice Crul

ruim 1000 allochtone jongeren in Amsterdam en Rotterdam geïnterviewd, plus nog eens 500 Nederlandse jongeren uit dezelfde leeftijdsgroep (18 tot 35 jaar), die als vergelijkingsgroep fungeerden. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de groep hoogopgeleide allochtone jongeren een klein beetje groter is dan de groep allochtone jongeren zonder middelbare schooldiploma (startkwalificatie). Onevenredige selectie

MARTIJN JONKMAN

voor het Instituut voor Migratie en Etnische Studies (IMES), dat is verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. TIES In 2005 startte IMES met het onderzoek, onder de naam TIES (The Integration of the European Second Generation). Hierin werd de positie van de tweede generatie jongeren van Marokkaanse en Turkse afkomst in Europa onderzocht. Crul zegt over deze tweede generatie jongeren: “De Nederlandse tweede generatie van Turkse of Marokkaanse afkomst is volwassen aan het worden. Een ander deel heeft inmiddels de overstap gemaakt naar de arbeidsmarkt. Het huidige beeld van de tweede generatie in de publieke opinie geeft zowel reden tot zorg als tot optimisme. We zien dat een aanzienlijk deel van de tweede generatie het zeer goed doet, terwijl een ander, niet te verwaarlozen deel achterblijft.”

‘We zien dat een aanzienlijk deel van de tweede generatie het zeer goed doet, terwijl een ander, niet te verwaarlozen deel achterblijft’ Voor het TIES-onderzoek werden in acht Europese landen in totaal 10.000 Turkse en Marokkaanse jongeren in de leeftijd 18 tot 35 geïnterviewd. In Nederland werden deze interviews onder Amsterdamse en Rotterdamse jongeren gehouden. Andere landen waar het TIES-onderzoek werd verricht zijn België, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Spanje, Zweden en Zwitserland. Uit het onderzoek blijkt dat een kwart van de Turkse en Marokkaanse jongeren de school vroegtijdig verlaat. Onder hen bevinden zich iets meer jongens dan meisjes. De groep schoolverlaters is in Rotterdam iets groter dan in Amsterdam. Dit heeft te maken met het specifieke Rotterdamse probleem: veel jongeren verlaten daar het vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs) vroegtijdig. In het TIES-onderzoek werden in totaal

“Bijna de helft van de hoogopgeleide allochtone jongeren volgt de lange route”, legt Crul uit. “Dat wil zeggen dat ze alle niveaus van onderwijs doorlopen, van het vmbo tot en met het hbo of zelfs de universiteit. Autochtone jongeren stromen vaker direct door naar het hbo (hoger beroepsonderwijs) of universiteit. Het positieve van de lange route is dat het mogelijk is om door te stromen voor de allochtone jongeren. Het negatieve ervan is dat ze bij het vmbo moeten beginnen, terwijl ze uiteindelijk het hoger onderwijs ook aan kunnen.” Crul is daarom van mening dat de selectie, aan het eind van de basisschool, te vroeg komt om goed te bepalen welk onderwijsniveau kinderen aan kunnen. “De selectie is inderdaad een probleem. De groep studenten die de lange route volgt is te groot om eraan voorbij te gaan. Vroeger functioneerde de ‘brede brugklas’ als een soort buffer, van waaruit leerlingen naar de mavo, havo of vwo konden doorstromen. Tegenwoordig worden ze direct ergens geplaatst, en is het lastiger geworden om te switchen tussen bijvoorbeeld mavo en havo.” Deze lange route brengt nog een ander probleem met zich mee. Op het mbo hoeven de jongeren bijvoorbeeld geen essays te schrijven, terwijl dat op het hbo en op de universiteit wel vereist is. “Wanneer deze academische jongeren in het hoger onderwijs terecht komen en toch essays moeten schrijven, is dat voor hen een probleem. Ze missen de basis, maar de docenten verwachten wel dat ze dit kunnen. Het is een grote reden waarom allochtone jongeren in het hoger onderwijs alsnog afhaken.” Wellicht kunnen studenten die vanuit het mbo doorstromen naar hbo of universiteit speciale zomercursussen volgen.

‘Uit alles blijkt dat men bereid is om allochtone studenten goed te onderwijzen’ Opgave Het is voor het onderwijs een geweldige opgave om de grote groep kinderen van immigranten goed onderwijs te bieden. Peter Blokhuis, opleidingsmanager van de faculteiten communicatie en journalistiek aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) is niet negatief over segregatie in het onderwijs. “Uit alles blijkt dat men bereid is om allochtone studenten goed te onderwijzen. Er zijn zorgen over de concentratie van deze jonge mensen op bepaalde


ZAMAN scholen, maar die concentratie is niet zo vreemd wanneer je let op de concentratie van bepaalde bevolkingsgroepen in sommige wijken en steden.” Wel erkent Blokhuis het probleem met de uitval van veel allochtone studenten. “Het is positief dat dit als probleem wordt gezien. En tegelijk is het probleem niet verbazingwekkend voor wie beseft hoe groot de achterstand soms is.”

INTERVIEW

NEDERLAND

OKTOBER 2008

Sebelan Kiliç

Peter Blokhuis

Seher Demirbag

ingezet om de opleidingsgraad van jongeren te verhogen.”

Blokhuis vindt het prachtig dat veel schoolverlaters alsnog een baan bemachtigen. “Daaruit blijkt dat de samenleving voor velen ruimte heeft en dat mensen herkansingen krijgen. Echter, niet iedereen krijgt een tweede kans.” Demirbag vindt het prijzenswaardig dat de schoolverlaters relatief kort zonder werk zitten. “Het komt vaak genoeg voor dat hoogopgeleide mensen een lange tijd besteden aan het vinden van een geschikte baan. Ik denk dat de schoolverlaters doeners zijn, die liever werken dan studeren. Zo zie je maar dat de oorzaak van schoolverlating persoonsgebonden is.”

zijn er nog wel mogelijkheden, omdat het niveau voor alle kinderen ongeveer gelijk is. In het voortgezet onderwijs zie je de klassen toch steeds witter worden, naarmate het niveau omhoog gaat”, legt Crul uit. “De enige manier om allochtonen en autochtonen te mengen is om verschillende scholen bij elkaar te voegen. Maar de trend is juist omgekeerd geweest in de laatste jaren. De scholen zijn zelf gesegregeerd.” Blokhuis voelt er niets voor om scholen verplicht te mengen. “Scholen moeten een goede naam hebben om leerlingen te trekken, en ouders zullen altijd op zoek gaan naar de school die het beste is voor hun kind. Dat verbieden levert veel onvrede op en gebrek aan betrokkenheid van ouders bij de school. Zolang er grote achterstanden zijn in kennis van de cultuur, taal en dergelijke zullen leerlingen die met die achterstanden kampen problemen hebben op school.” Volgens Blokhuis kan het onderwijs deze problemen slechts gedeeltelijk oplossen, maar is het mengen van scholen daarvoor niet de juiste oplossing. “Het is een maatschappelijk probleem dat tijd nodig heeft.”

Academische rolmodellen Er wordt gesuggereerd dat voornamelijk Turkse hoogopgeleide jongeren terugkeren naar het land van herkomst. Seher Demirbag studeert Bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, en is afkomstig uit Leiden. “Dat er veel hoogopgeleide allochtonen zijn die Nederland verlaten, is een teken aan de wand. Het geeft aan dat de Nederlandse arbeidsmarkt minder te bieden heeft dan de Turkse arbeidsmarkt. En misschien ook dat er iets gedaan moet worden om hoogopgeleiden ook na hun studie in Nederland te houden, om zodoende te profiteren van hoogwaardige werknemers.” Blokhuis is positief over hoogopgeleide remigranten: “Natuurlijk is het jammer voor Nederland. Maar het is gunstig voor het land van herkomst. Als dit het gevolg is van een negatieve houding tegen immigranten, dan is het slechts tijdelijk. Als wij deze mensen hard nodig hebben en zij op vele plaatsen zichtbaar worden, zal de negatieve houding op termijn veranderen. Bovendien kunnen zij een positieve invloed uitoefenen binnen de groep die afkomstig is uit hetzelfde land als zij. Daarmee wordt de segregatie tegengegaan.” Crul is het met Blokhuis eens, dat jonge allochtonen een rolmodel nodig hebben. “Veel allochtone schoolverlaters missen steun van de ouders, of oudere broers of zussen. Hoogopgeleide allochtonen doen vaak wat terug voor hun jongere medestudenten. Denk aan naschoolse begeleiding, bijlessen en mentorrollen. Een paar honderd van deze hoogopgeleiden zijn actief, en zijn op deze manier het rolmodel voor degenen zonder ouderlijke steun.” Blokhuis ziet de allochtone rolmodellen wel, maar vindt dat er te weinig allochtone docenten actief zijn die als rolmodel kunnen functioneren. “Ze zijn er wel, en hun inbreng is van groot belang bij het tegengaan van de uitval en slechte schoolresultaten. Maar hun aantal moet groeien.” Demirbag ziet in haar stad genoeg initiatieven van allochtonen om elkaar te ondersteunen. “Er zijn een paar Turkse verenigingen in Leiden waar gratis bijles en huiswerk begeleiding wordt aangeboden. Omdat het Turkse verenigingen zijn, kan het worden opgevat als een oorzaak voor segregatie. Maar zo zie je maar dat er vanuit de hoek van de allochtonen wel degelijk middelen worden

13

‘De samenleving heeft voor velen ruimte, maar niet iedereen krijgt een tweede kans’ Kwetsbare arbeid De groep schoolverlaters wordt vaak betiteld als risicogroep, of probleemjongeren. Het onderzoek van Crul, Pasztor en Lelie laat echter zien dat dit een verkeerd beeld is. De meerderheid van de jongeren zonder startkwalificatie heeft een baan, een kwart verdient zelfs een modaal inkomen. Slechts een klein gedeelte van de allochtone jongeren zonder startkwalificatie is langdurig werkloos. Het feit dat ze geen diploma hebben behaald, betekent dus niet automatisch dat hun positie in de maatschappij slecht is. “Ik zou het stigma van risicojongeren willen nuanceren”, zegt Crul. “Ze hebben inderdaad vaak een baan, alleen is het wel zo dat ze vaker van baan wisselen. Ze zijn kwetsbaarder voor de economie.”

‘In het voortgezet onderwijs zie je de klassen toch steeds witter worden, naarmate het niveau omhoog gaat’ Mengen geen oplossing Een plan om in sommige wijken scholen verplicht te mengen (autochtoon/allochtoon) is volgens Maurice Crul moeilik te verwezenlijken. “Op de basisscholen

‘Iedereen zal moeten meewerken om de segregatie tegen te gaan’ Verbetering Uit het onderzoek blijkt ook dat de groep jongeren zonder startkwalificatie in de loop van de tijd afneemt, in het bijzonder de groep Turkse meisjes. Op grond hiervan wordt aangenomen, dat de maatschappelijke situatie van Turkse meisjes verbetert. Van alle allochtone jongens zonder startkwalificatie begeeft 84% zich op de arbeidsmarkt. Slechts 12% is werkloos, terwijl 9% zich daadwerkelijk problematisch ontwikkeld. In vergelijking scoren de Turkse mannen zonder diploma beter dan de Nederlandse jongeren, omdat ze eerder aan een baan komen via hun netwerk van familie en vrienden. De werkloze allochtone jongeren die al langer dan een halfjaar zonder baan zitten, kunnen volgens Maurice Crul baat hebben bij individuele begeleiding. “Gezien het aantal (ongeveer 750 per stad) moet dit haalbaar zijn.

In het verleden werd voor de Molukse jeugd een succesvol ‘duizend banenplan’ opgesteld.” Een optie die de Zwitserse filosoof en maatschappelijk leider Tariq Ramadan onvoldoende vindt. “Segregatie is een uiterst complex probleem, dat ons allen aangaat. Het is geen verschijnsel van de afgelopen jaren. Iedereen zal moeten meewerken om de segregatie tegen te gaan, of het nu in het onderwijs is, of in de woonomgeving. Het zal een uitvoerig proces worden, om de eenvoudige reden dat iedereen zal moeten samenwerken. De overheid, het onderwijs, de banenmarkt, de samenleving. Dit proces vereist veel respect en begrip voor elkaar.” Doorzettingsvermogen Sebelan Kiliç, studente journalistiek aan de Christelijke Hogeschool Ede en zelf van Koerdische afkomst, zegt over segregatie op scholen: “Naar mijn mening wordt segregatie veroorzaakt door het politieke beleid van de overheid. Dit doen ze, om de allochtonen systematisch in een hokje te plaatsen. De hele discussie over allochtonen en integratie is slechts een manier om de problematiek rondom het allochtonenbeleid te verdoezelen. Want laten we wel zijn: integratie moet van beide kanten komen. Zowel de Nederlandse samenleving als de allochtonen moeten zich hiervoor inspannen.” Hiermee geeft de 29jarige Kiliç aan wat Maurice Crul eerder verwoordde toen hij sprak over het negatieve beeld dat bijgesteld moet worden. Een reden voor de uitval van jonge, talentvolle allochtone vrouwen zonder startkwalificatie is het huwelijk. Turkse vrouwen hebben de neiging zich zodra zij gehuwd zijn op het huishouden te richten. Zelf is Kiliç eind augustus getrouwd. Ze heeft echter geen moment overwogen haar hbo-opleiding in Ede stop te zetten, en denkt er zelfs over om zich in te schrijven voor een masterstudie. Daarmee is Sebelan Kiliç een goed voorbeeld van een hoogopgeleide allochtone jongere. Crul prijst de motivatie en het doorzettingsvermogen van de allochtone studenten in Nederland. “Ze worden in het vmbo ingedeeld, stromen door naar het mbo, waar ze veel allochtone medestudenten zien afvallen. Daarna stromen ze alsnog door naar het hbo of zelfs de universiteit. Om dat aan te kunnen moet je een ijzersterke motivatie en doorzettingsvermogen hebben. Dat mag ook weleens gezegd worden.” En dit is nu een voorbeeld van een halfvol glas. “De tweede generatie. Uitdagingen en kansen voor de stad.” Maurice Crul, Adel Pasztor en Frans Lelie (2008). Den Haag-Nicis http://www.tiesproject.eu/component/option,com_docman/task,cat_vi ew/gid,43/itemid,142


NIEUWS

ZAMAN

OKTOBER 2008

14

NEDERLAND

Intercultureel project slaagt op alle fronten Op zaterdag 20 september organiseerden SWS Welzijn en Stichting Mondial samen het evenement ‘Interculturele Dialoog in Schiedam’. Tijdens de Ramadan genoten 250 mensen van de traditionele iftarmaaltijd in de moskee van de Islamitische Vereniging aan de Schaepmansingel in Schiedam.

Met de pakkende titel ‘Proef de Ramadan’ probeerde de organisatie mensen uit verschillende culturen en met verschillende religies aan het praten te krijgen. “Het doel was om de interculturele dialoog op gang te krijgen”, zegt Ummu Mermer, projectcoördinator van Stichting Mondial. “In totaal namen negentig mensen deel aan de diaWethouder loog, van wie de Martin Groene helft uit Turkse

mensen bestond. Ook hadden we bezoekers van Syrische, Somalische, Iranese, Irakese en Nigeriaanse afkomst. Wethouder Maarten Groene was de gehele tijd aanwezig.” Mermer is tevreden over de eerste editie van het project. “De dialoog verliep goed. We hadden een imam, een pastoor, een dominee en de voorzitter van de Hindoestaanse stichting, die interactief in gesprek raakten met het aanwezige publiek. Uit een grabbelton moesten ze bepaalde woorden of gezegden trekken, en die dan betrekken op hun geloof.” Intercultureel buffet Op 13 december staat de tweede editie van het project op de agenda: ‘Kennismaking met Kerst’. In de Grote Kerk in Schiedam kunnen mensen wederom gratis deelnemen aan het evenement, waarna een multiculturele maaltijd genuttigd kan worden. “Het wordt een interculturele maaltijd, met hapjes uit verschillende landen die door vrijwilligers worden

bereid. Bijvoorbeeld een traditionele Irakese salade en wat Turkse broodjes. Maar natuurlijk mogen de oliebollen in december ook niet ontbreken”, legt Mermer uit. Kennismaking met Kerst Ramadan en Kerst. Twee perioden in het jaar die voor mensen van verschillende religies belangrijk zijn. Daar heeft de organisatie speciaal voor geko-

Segregatie is niet het probleem

B

ijna niets is op zichzelf goed of slecht. Meestal is iets goed of slecht, afhankelijk van de daarbij horende perceptie. Dit geldt ook voor de kwestie van segregatie en het daaraan gerelateerde onderwerp ‘spreiding in het onderwijs’. Bij ‘segregatie’ doemt bij velen onmiddellijk een negatief beeld op van ‘anti-integratie’,

waarbij integratie door velen en door het overheidsbeleid als goed en gewenst wordt gezien. In haar boek Tussen fanatisme en fatalisme heeft Rachel Reedijk enkele jaren geleden evenwel aangetoond 'dat integratie geen garantie biedt voor acceptatie'. Zelfs niet in het zogenoemd 'tolerante'

zen. “Mensen praten gemakkelijk over hun geloof. Het hoofddoel van dit project is om een culturele dialoog op gang te brengen en via het geloof is dat goed te bewerkstelligen. Het is echter niet zo dat de islam meer aandacht krijgt dan een ander geloof.” ‘Kennismaking met Kerst’ begint om 16.30 uur. Dan kunnen de bezoekers een kopje koffie of thee drinken. Na de offici-

Nederland, waaruit –na Polen– het hoogste percentage Joden is weggevoerd, ondanks de verwoede pogingen van Joden in hun latere geschiedenis om te integreren, tot gemengde of interreligieuze huwelijken toe. Uit deze studie van Reedijk blijkt evenzeer dat segregatie niet noodzakelijkerwijs tot isolement leidt, zoals de Marokkaanse mellah en de Turkse millet (Joodse wijken) bij de Joodse populatie in beide landen hebben aangetoond. Harvard-geleerden Glazer en Moynihan hebben dan ook afgerekend met de melting pot-gedachte. Eigen identiteit is een levensbehoefte, zoals Taylor het heeft verwoord. Dus eigen scholen, eigen wijken, eigen voorzieningen dienen niet a priori te worden afgewezen; zij kunnen juist de eigen identiteit versterken. Dit is in eerste instantie positief voor de betrokkenen zelf en dientengevolge voor hun leefomgeving. Duidelijk is wel het beeld, ook uit de studie van Reedijk, van de Jood als succesvolle migrant. Succes wordt -evenals falen overigens- bepaald door meerdere factoren. Er is echter één factor die van kardinaal belang en zeer bepalend is. Het beste valt dat te illustreren met het volgende, veelzeggende, oude verhaal. Een hoerenlopende rabbi krijgt op een dag van een prostituee te horen dat hij verdoemd is. Angstig begint de man te bidden tot de hemel en de aarde om een goed woordje voor hem te

doen bij God, maar ze weigeren. Dan bidt hij tot de sterren en de planeten maar ook die weigeren. Net als de bergen en de heuvels, en de bomen en bloemen. Wanhopig roept de rabbi ten slotte uit: 'dan zal ik het zelf moeten doen.' Het volgende ogenblik komt er een (Goddelijke) Stem uit de hemel die zegt dat de rabbi is bestemd voor het leven in de hemel. De hieruit sprekende boodschap is helder: zelfredzaamheid en onafhankelijkheid. En dit staat haaks op het Nederlandse concept van de 'integratiefabriek', met nog steeds ‘tig’ instanties en instellingen voor migranten.

‘Een grote grijze gehaktballenmassa is kennelijk de diepe wens van de tegenstanders van werkelijke diversiteit en verscheidenheid’ De angst voor een gedegen inhoudelijke discussie over dit thema is wel begrijpelijk; men vreest dat zo’n discussie een ‘buitensluiting van vreemdelingen’ tot gevolg zal hebben en een deling tussen ‘wij’ en 'zij' met zich mee zal brengen. Een irrationele angst, een fobie, vind ik de vrees voor deze deling. Ooit heeft iemand zich laten ontvallen dat deze deling van ‘wij’ en ‘zij’ politiek incorrect is.

ële opening om 17.15 uur en het traditionele gebed om 17.25 uur begint om 17.40 uur de dialoog. Thema hiervan is ‘Eenheid in verscheidenheid’. “Dit is een thema waarmee veel mensen zich zullen kunnen vereenzelvigen”, denkt Mermer. Vanaf 20.00 uur is het buffet geopend. Kennismaking met Kerst wordt om 21.00 uur afgesloten. Martijn Jonkman

COLUMN

En het papegaaicircuit is in werking gesteld. Wat is er precies mis met zo’n deling? Hoe vaak per dag redeneert men niet vanuit deze op zichzelf volstrekt onschuldige categorisering? ‘Wij vrouwen, wij de generatie van de sixties, wij FNV’ers, wij liberalen, wij de bewoners van het stadsdeel, wij de medewerkers van afdeling x, wij de nakomelingen van, wij de dragers van bril, snor of baard.’ En stel dat ‘wij’, Marokkanen, Turken, Surinamers, vrouwen, analytici en levensgenieters niet alleen gelijkwaardig worden behandeld, maar ook gelijke kansen als ‘zij’, wie dat ook mogen zijn, zouden krijgen. Is die deling in wij en zij dan nog steeds verkeerd? Een grote grijze gehaktballenmassa is kennelijk de diepe wens van de tegenstanders van werkelijke diversiteit en verscheidenheid. Daarom wijst men een serieuze discussie over het onderhavige indringende thema gewoonweg af.

Prof. dr. David Pinto is hoogleraar in Nederland en in Israël, op het gebied van interculturele communicatie. Hij is tevens directeur van het interculturele instituut ICI, dat onderzoek doet, traint, adviseert op het gebied van diversiteit.


ZAMAN

15

COLUMN

NEDERLAND

OKTOBER 2008

COLUMN

‘Legitimiteit voor twee identiteiten’ Intellectueel Amin Maalouf droomt van een nieuwe wereld

P

olitieke romantici heeft de wereld veel gekend. Alexander de Grote was zijn tijd ver vooruit toen hij in de vierde eeuw voor Christus droomde van een verenigde wereld met gemengde rassen en universele steden. Schrijver Amin Maalouf gaat ook de uitdaging aan, zijn droom mondiaal te verkondigen. Nadat in zijn geboortestad Beirut de burgeroorlog uitbrak, vluchtte Maalouf met zijn gezin naar Parijs. Sindsdien schrijft hij met veel succes over oorlog en migratie. In zijn boek Moorddadige Identiteiten (1998) pleit de geboren Libanees voor legitimiteit voor meerdere identiteiten. Joris Luyendijk sprak onlangs nog met Maalouf voor het televisieprogramma van de VPRO, Tegenlicht. “De mensheid dient anders georganiseerd te worden. Minderheden moeten de mogelijkheid krijgen te overleven”, zegt Maalouf. Hij was aanvankelijk journalist maar op latere leeftijd is Amin Maaoulof voltijds romanschrijver geworden. Sindsdien heeft de van huis uit socioloog en econoom enkele prestigieuze onderscheidingen gekregen voor zijn werken en vindt hij met essays en boeken gehoor bij zowel nationale als internationale intelligentsia.

ÖNDER KAYA

‘Mensen moeten in het mozaïek van gemeenschappen de garantie krijgen hun identiteit te kunnen behouden’ In de wereld van vandaag wordt men gedwongen te kiezen tussen twee polen. Integratie wordt maar al te vaak verward met assimilatie. Integratie betekent dat beide bevolkingsgroepen zich aanpassen, zowel de oorspronkelijke bevolking als de nieuwkomers. Assimilatie is daarentegen een eenzijdige aanpassing. “De mensheid is op een punt aanbeland om zich anders te organiseren. Mensen moeten in het mozaïek van gemeenschappen de garantie krijgen hun identiteit te kunnen behouden. Wanneer mensen worden gedwongen te kiezen tussen twee cultuurgronden, dan ontstaan er wat ik noem ‘moorddadige identiteiten’. Wanneer mensen kiezen voor hun land van herkomst, dan creëren ze vijandschap tegenover hun land van vestiging. Als ze kiezen voor het land van vestiging, dan is er sprake van schuldgevoel. Een situatie als deze is onnodig,” concludeert Maalouf. Europese landen zouden tegenwoordig eensgezind zijn, terwijl vroeger vreedzame perioden zeldzaam waren. Een conflict als Elzas-Lotharingen wordt in het Europa van vandaag niet meer voor mogelijk gehouden. Aan de andere kant zijn de interne spanningen in Europese landen wel aan het toenemen. Maalouf: “We moeten de verhoudingen heroverwegen. We moeten bewust gaan bouwen aan een nieuwe wereld zoals we dat vroeger ook weloverwogen hebben gedaan in Europa.” “We moeten speciaal voor communicatieve doeleinden een internationale taal beheersen”, zegt de schrijver gedecideerd. Luyendijk citeert uit Maalouf’s boek ‘Moorddadige Identiteiten’ een passage waarin de intellectueel stelt dat migranÖnder Kaya studeert economie en schrijft als freelancer voor verschillende kranten.

ten bereid moeten zijn dagelijks een dosis vernedering tot zich te nemen. Maalouf zegt daarmee de cultureel-taalkundige component te benadrukken. Niets van de geschiedenis van migrantengroepen heeft waarde in het land van vestiging. Schrijvers, poëten en filosofen uit het land van herkomst op wier werken jarenlang is gestudeerd zijn nietig. Maalouf: “Het is in deze omstandigheden een verleiding om bitter te zijn, maar we kunnen het ons niet permitteren te denken dat we gediscrimineerd of buitengesloten worden.”

‘Vermijd gesegregeerde scholen en bied in het onderwijs ruimte voor de cultuur en geschiedenis van migrantengroepen’ Het verleden van migrantengroepen zou een grotere rol moeten spelen in de samenleving. Werkelijke integratie vergt immers aanpassing aan twee kanten. Joris Luyendijk: “Terwijl islamitische geleerden zo belangrijk zijn geweest in onder meer geneeskunde, chemie, astronomie en filosofie worden hun namen

nauwelijks vermeld in schoolboeken. Als het al vermeld wordt, dan worden hun namen veranderd. Ibn Sina wordt Avicenna, Ibn Rushd wordt Averroës, et cetera.” Maalouf, zelfbewust christen-liberaal, riposteert: “Juist, hun verleden is bekend. Houd hier rekening mee. Vermijd gesegregeerde scholen en bied in het onderwijs ruimte voor de cultuur en geschiedenis van migrantengroepen.” Amin Maalouf is bekend van onder vele andere publicaties: Les Croisades vues par les Arabes (The Crusades Through Arab Eyes), De rots van Tanios en Oorsprong.


INTERVIEW

ZAMAN

OKTOBER 2008

16

NEDERLAND

‘We hebben professoren en buschauffeurs’

Interview met Grethe van Geffen, voorzitter van Mensa Nederland YUSUF ALAN alan@timemedia.nl

U

bent de voorzitter van Mensa Nederland, vereniging van hoogintelligente mensen. Kunt u iets vertellen over de geschiedenis van Mensa International en Mensa Nederland? Het idee van een vereniging voor hoogintelligente mensen ontstond kort na de oorlog, toen de Brit Lance Ware en de Australiër Roland Berrill elkaar toevallig in de trein ontmoetten. Aanvankelijk kozen ze voor de naam High IQ Club, maar later vonden ze toch Mensa passender. Mensa is het Latijnse woord voor tafel en de keuze voor deze naam refereert aan de legende van de Ronde Tafel van koning Arthur, waar iedereen als gelijke aan zit. Dit idee van gelijkwaardigheid, met het IQ als enige bindende factor, is nog steeds een essentieel onderdeel van Mensa. Afkomst, geloof, sekse, leeftijd: het telt allemaal niet mee wanneer iemand zich aanmeldt voor het lidmaatschap. Inmiddels heeft Mensa International ruim 100.000 leden in 90 landen, waarvan er 30 een nationale vereniging hebben. De focus voor uitbreiding ligt op dit moment bij landen als China, Mexico en Thailand. In Turkije zijn 9 mensen lid. Op de eerstvolgende internationale bestuurdersvergadering (oktober, in Rome) komt een geïnteresseerde uit Turkije zich voorstellen. Mogelijk gaat Mensa zijn focus voor ‘emer-

NEDERLAND - Maandelijks Nieuws- en Opinieblad Oktober 2008

Nr.: 32

Oplage: 50.000

Gratis

Uitgever:

Time Media Group

Hang 4, 3011 GG Rotterdam

Tel.: 010-2013744

PB 21028, 3001 AA Rotterdam

Fax: 010-2013749

info@zamanhollanda.nl

www.zamanhollanda.nl

Hoofdredacteur

Alaattin Erdal

Eindredacteur

A. van Cruyningen

Advertenties

Köksal Yazar

Mob.:+31(0)6-41 362 995

yazar@zamanhollanda.nl

Correspondenten Basri Doðan-Amsterdam

dogan@zamanhollanda.nl

Yasin Yaðcý-Rotterdam

yagci@zamanhollanda.nl Vertegenwoordigers

Asým S. Mecidhan-Deventer Fazlý Altýntaþ-Eindhoven

mecidhan@zamanhollanda.nl altintas@zamanhollanda.nl

Abdulmuttalip Demirci-Amsterdam

demir@zamanhollanda.nl

Kemal Bolat-Noord-Holland Mustafa Balban-Zuid-Holland Ayhan Gülec-Brabant

bolat@zamanhollanda.nl balban@zamanhollanda.nl gulec@zamanhollanda.nl

ISSN: 1871-4722

Grethe van Geffen ging Mensas’ dan ook op Turkije richten. Mensa Nederland is opgericht in 1963 en groeit gestaag. We hebben nu ruim 3300 leden. Een aantal leden is van Turkse komaf, maar het grootste deel van de leden is Nederlands van geboorte. Ons doel is vooral om een thuis te bieden aan mensen met een hoge intelligentie en hen te ondersteunen in ontplooiingsmogelijkheden en belangenbehartiging. Verder stimuleren we onderzoek naar hoge intelligentie. Wat zijn de criteria om lid van Mensa te worden? En hoe zien de leden eruit? Het enige criterium voor lidmaatschap is een zeer hoge score in bepaalde algemene intelligentietests. Wij werken dus niet met normen als ‘een IQ van 130’, omdat die kunnen verschillen per test. Waar het om gaat, is dat je bij de bovenste 2% van de bevolking scoort. In Nederland zijn er dus potentieel 300.000 hoogintelligente mensen. 1% daarvan is nu lid, dus we hebben nog een flinke groei te gaan. De beste beschrijving die je kunt geven van de leden is: diversiteit. We hebben professoren en buschauffeurs, mensen die leven van het vermogen dat ze met zakendoen verdienden en mensen die leven van een uitkering. Veel leden doen van alles tegelijk, want dankzij hun hoge intelligentie hoeven ze zich niet te beperken tot alleen een baan of studie. Je komt ook de meest merkwaardige hobby’s tegen bij Mensalen. Het is een erg gevarieerd gezelschap.

‘De idee van gelijkwaardigheid, met het IQ als enige bindende factor, is een essentieel onderdeel van Mensa’ Wat voor activiteiten bieden jullie voor de leden en voor het publiek? Voor leden zijn er tal van mogelijkheden. Veel activiteiten betreffen vooral gezelligheid en ontmoeting: weekenden, borrels, maillijsten, spelletjesmiddagen zijn er door het hele land. Bijeenkomsten van MensAcademie met gerenommeerde sprekers zijn er ook. Daarnaast staan alle bijeenkomsten in andere landen open voor de Nederlandse leden. Je kunt je dus gemakkelijk thuis voelen, of je nu lokaal of transnationaal gericht bent. Voor mensen met een hoge algemene intelligentie die nogal eens met vooroordelen worden geconfronteerd in het dagelijks leven, biedt Mensa een warm thuis én, door de snelheid en variëteit van de gesprekken en de mogelijkheid om zelf zaken te organiseren, een grote bron om uit te putten als je je intelligentie wilt inzetten. Voor het publiek geven we voorlichting over hoge intelligentie. Dat kan in een bibliotheek zijn of bij een beroepsnetwerk, of ook aan studenten bij de jaarlijkse Studiebeurs. Wat zijn de belangrijkste eigenschappen van mensen met een hoge intelligentie? Dat is een vraag waarover binnen Mensa veel gediscussieerd

wordt! Wat ons bindt is dat hoge IQ, maar wat betekent dat nu eigenlijk? Wie ben je dan? In zijn algemeenheid kun je wel zeggen dat Mensalen nieuwsgierige mensen zijn die veel verschillende typen activiteiten combineren, en daardoor soms een gebrek aan focus hebben om iets helemaal af te maken. Hoge intelligentie betekent dus niet dat je per definitie met kop en schouders ergens bovenuit steekt. Maar je kunt relatief gemakkelijk verbanden leggen en complexe problemen doorzien. Heb je vaak het gevoel dat je gemakkelijk van alles begrijpt wat anderen niet begrijpen, dan is het de moeite waard om de Mensa thuistest eens te doen! Wat zijn de risico’s van hoogintelligent zijn? Veel van onze leden hebben de ervaring gehad ‘anders’ te zijn, voordat ze het onder woorden konden brengen. Maatschappelijk wordt er nogal eens negatief gereageerd op ‘anders’ zijn. Mensen hebben etiketten opgeplakt gekregen als moeilijk kind, eigenwijs, onwillig zich aan gezag te onderwerpen, onhandelbaar op het werk, en zo nog wat vooroordelen. Door deze negatieve feedback kun je als mens onzeker worden. Het Mensa lidmaatschap geeft hoogintelligente mensen energie om hun intelligentie in te zetten en te benutten. De vraag hoe je moet omgaan met mensen die jou niet (kunnen) begrijpen, kan in vertrouwde kring besproken worden. Hebben jullie ook activiteiten om vaardigheden en capaci-

teiten van hoogintelligente mensen in balans te brengen om tegemoet te komen aan hun emotionele en spirituele behoeften? Ja, er zijn heel wat activiteiten die dit ondersteunen. Waar een behoefte wordt gesignaleerd, start een lid vaak zelf een dergelijke activiteit. Dat is de kracht van onze vereniging! De activiteit kan variëren van praten over geloof en spiritualiteit tot groei op het werk en omgaan met bepaalde geestelijke noden. Ook vinden gelijkgestemde mensen vrienden voor het leven en we hebben inmiddels heel wat Mensa huwelijken achter de rug. Alleen al de ontmoeting met zoveel andere hoogintelligente mensen komt tegemoet aan diepe emotionele en spirituele behoeften, denk ik. Veel Mensalen zijn met hun veelzijdige talent te lang alleen geweest.

‘We hebben niet zozeer piekervaringen bij Mensa, maar vooral duizend gouden momenten’ Hebben jullie een bijzondere ervaring gehad tijdens jullie activiteiten? Voor de meeste mensen is met name het begin van hun lidmaatschap van Mensa het meest bijzonder. Ineens komen ze in een gezelschap waar ze drie gesprekken tegelijk kunnen voeren, waar anderen net zo snel denken als zijzelf, waar herkenning, ergernis en humor elkaar afwisselen in een tempo


ZAMAN

dat nergens anders wordt vertoond. We hebben niet zozeer piekervaringen bij Mensa, maar vooral duizend gouden momenten.

17

Bij de oprichting van Mensa na de oorlog waren er wel ideeën over een rol van Mensa hierin, maar al snel is overgegaan tot een concept waarbij Mensa onpartijdig en onafhankelijk is. Mensa is daarmee een van de weinige internationale gremia die volledig apolitiek is. Persoonlijk juich ik het toe als hoogintelligente mensen de bereidheid hebben om verantwoordelijke maatschappelijke posities in te nemen. Niet iedereen wil dat, maar ik denk dat het de enige weg is om tot echt vernieuwende oplossingen te komen. Dergelijke posities vragen wel grote sociale vaardigheden, een doorzettingsvermogen dat vele jaren overleeft en een transnationale gerichtheid. Hoge intelligentie alleen is niet genoeg, maar zonder hoge intelligentie blijven we te veel steken in het bestaande. Mensa als vereniging doet geen uitspraken over sociale, politieke of maatschappelijke kwesties, maar biedt in feite wel een uitstekend transnationaal netwerk om tot samenwerking tussen individuen te komen. Met de verdere groei van Mensa zullen de mogelijkheden daartoe vergroot worden. Hoe kunnen gezinnen of individuen zich bij Mensa melden voor ondersteuning of lidmaatschap? Mensa is een vereniging van leden, voor leden. We zijn dus niet bezig met de ondersteuning van mensen buiten de vereniging, behalve via onze algemene belangenbehartiging van hoogintelligente mensen. Voor clubs of netwerken van een zekere omvang die geïnteresseerd zijn in Mensa, komen we graag een presentatie geven met uitgebreide informatie! Wie zelf lid wil worden, kan het beste de thuistest doen op www.mensa.nl. Stuur hem in met naam en adres, en je wordt uitgenodigd voor een meer uitgebreide testbijeenkomst in Utrecht, die toegang geeft tot Mensa als je bij de bovenste 2% scoort. Onze verwachting is dat heel wat lezers van Zaman tot die groep behoren: van harte welkom! Doe de thuistest op: www.mensa.nl

OKTOBER 2008

‘Intelligentie is belangrijk’ Zaman Nederland sprak met een ‘hoogbegaafde’ van Turkse origine: Nalan Karaveli organiseer ik samen met anderen een middag, waarop we een debatwedstrijd gaan houden.

YUSUF ALAN Hoe kunnen hoogintelligente mensen wereldwijd samenwerken om de algemene problemen van de mensheid op te lossen?

INTERVIEW

NEDERLAND

alan@timemedia.nl

Wat adviseer je mensen die ook bepaalde gaven hebben en mogelijk niet weten hoe om te gaan met deze gaven?

Kunt u zich kort voorstellen?

Ik heb zelf gemerkt dat intelligentie erg belangrijk is voor mij. Het dient niet alleen om goede punten te halen op school, of om mijn werk uit voeren. Het dient ook om waardevolle sociale contacten op te bouwen. Het is daarom erg belangrijk om bij jezelf je talenten te ontdekken en deze te ontwikkelen. Zo kom je vanzelf meer bij jezelf en kan je beter je weg in het leven bepalen. Mocht je willen weten hoe het met je eigen intelligentie gesteld is, kun je op www.mensa.nl een thuistest doen.

Ik ben in Eindhoven geboren uit twee Turkse ouders. Oorspronkelijk komen mijn grootouders uit een dorp aan de Zwarte Zee kust in de provincie Kastamonu. Mijn ouders hebben beiden hun jeugd in Istanbul doorgebracht. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik vijf was. Mijn vader is daarop teruggekeerd naar Turkije. Daar woont ook de rest van mijn familie. Inmiddels woon ik al meer dan tien jaar in Amsterdam. Ik was hier indertijd gaan wonen in verband met mijn werk. Dit bevalt mij zeer goed. Amsterdam is een leuke stad, waar altijd iets te doen is. Het is ook een hele bruisende stad. Ik kan al vrolijk worden van het fietsen door de stad. Dan hoef ik niet eens iets speciaals te doen. Inmiddels woon ik samen met een Nederlandse man met wie ik later dit jaar zal gaan trouwen.

het einde van de cursus had ik een gesprek met mijn cursusleidster. Die vertelde mij toen dat ik hoogbegaafd ben en dat ik daar wat mee moest gaan doen. Toen wilde ik het zelf ook zeker weten. Ik had al eens gehoord over Mensa. Hierop heb ik de test gedaan en gehaald.

Hoe was uw kindertijd? Hoe is hoogbegaafdheid ontdekt? Welke problemen heb je ervaren?

Hoe is het om met mensen/lot genoten in contact komen die elkaar beter begrijpen?

In mijn jeugd zat ik een vreemde spagaat. Aan de ene kant zat ik op school met alleen autochtone kinderen. Ik was echt een heel vreemde eend in de bijt. Mijn klasgenoten kregen thuis bijvoorbeeld te horen dat ik luizen had, of dat mijn kleding tweedehands was. En natuurlijk reden mijn ouders ook in een Mercedes, want dat deden die mensen, terwijl ze van een uitkering leefden. Ik had altijd erg veel moeite om dit soort vooroordelen te snappen. Ik werd hierdoor een erg verlegen kind. Buiten school was ik de dochter van een tolk die veel voor mensen regelde (mijn moeder). Dat was weer een ander uiterste. We werden altijd zeer hartelijk ontvangen bij mensen thuis. We werden altijd erg verwend door onze gastheren en vrouwen. In de wijk waarin ik ben opgegroeid, woonden toen nog geen andere Turkse gezinnen. Als we dan naar een wijk toegingen waar wel veel Turkse gezinnen woonden, was het voor mijn gevoel altijd feest. Dan speelden we allerlei spelletjes met de kinderen in de buurt. Als kind had ik niet in de gaten dat ik bijzonder intelligent was. Ik haalde wel goede cijfers , maar ik was niet de enige. Ik dacht ook altijd na over allerlei dingen. Ik bestudeerde altijd mijn omgeving en ik keek hoe mensen reageerden in bepaalde situaties. Maar hoe kon ik weten of ik dit meer of minder deed dan mijn klasgenoten? Toen ik een jaar of 16 was heeft een lerares eens tegen mij gezegd, dat ik vaak lang en diep nadacht over zaken. Dat was voor mij voor het eerste signaal dat ik dit wellicht iets meer deed dan mijn leeftijdsgenoten.

Ik ben ondertussen erg blij dat ik lid ben geworden van Mensa. De contacten verlopen gemakkelijk en natuurlijk, maar vooral ook heel positief. Iedereen is geïnteresseerd in elkaar. Ik vind het heel bijzonder dat mensen zo vertrouwd met elkaar omgaan, terwijl de enige gemeenschappelijke factor in de eerste plaats je IQ is. Verder is het ook leuk om verschillende mensen te leren kennen. Ik heb leuke contacten met mensen met verschillende beroepen, leeftijden en interesses. Meer dan ik had voordat ik Mensalid werd. In mei hebben we met een groep van ongeveer 50 Mensaleden een accommodatie gehuurd. Hoewel de meeste mensen elkaar door het jaar weinig zien, voelt het contact zo vertrouwd dat je het wel aandurft om een heel weekend met zo´n grote groep weg te gaan. In het weekend ontplooien zich vanzelf activiteiten. Dit jaar gaven twee mensen een fotoworkshop. Een ander gaf een workshop aikido. Weer een ander regelde we dat we onder begeleiding een wandeling in een natuurgebied konden maken. Maar het grootste deel van de tijd doen we niets anders dan kletsen. Er wordt heel veel gekletst met elkaar. Wat ook erg leuk is, is dat je deel uitmaakt van een grote groep. Er zijn meerdere landen met Mensa´s. Als lid word je in de overige landen ook verwelkomd. In het weekend in mei was bijvoorbeeld ook een Mensalid uit Duitsland aanwezig. Hij was eerder al meegekomen en nu was hij er weer. Vorig jaar heeft hij ook een weekend voor Mensa Duitsland georganiseerd . Toen heeft hij ons ook uitgenodigd. Enkele maanden geleden was ik een aantal weken in de VS voor mijn werk. Daar heb ik contact gezocht met Mensa. Ik kreeg onmiddellijk een website toegezonden, met alle activiteiten in de regio. Daarnaast heb ik nog erg leuk mailcontact gehad met een lid dat internationaal actief is. De wetenschap dat je zo gemakkelijk contacten kunt leggen met mensen, en dat je zo welkom wordt geheten, maakt het erg gemakkelijk om voor langere tijd ergens anders naar toe te gaan. Als er maar een Mensa is, kom ik in een vertrouwde omgeving terecht. Mensa is in de eerste plaats ook een vrijwilligersorganisatie. Alles wat gedaan wordt, wordt door vrijwilligers georganiseerd. Ikzelf heb ook wel eens wat georganiseerd. Nu

Hoe ben je met Mensa in contact gekomen? Ongeveer tien jaar geleden zat ik in een baan die ik helemaal niet leuk meer vond. Mijn toenmalige manager gaf mij toen de mogelijkheid om een loopbaanadvies in te winnen. Een van de onderdelen was een uitgebreide intelligentietest. Daar kwam uit dat ik op een aantal vlakken hoogbegaafd ben. Daar heb ik indertijd niets mee gedaan. In de jaren daarna ging ik voor de grap intelligentietests doen. Ik werd namelijk altijd blij van de uitslag. Een paar jaar later werkte ik bij een ander bedrijf. Daar ging ik een cursus doen om mij persoonlijk te ontwikkelen. Aan

Nalan Karaveli

Nederlands eerste familie restaurant zonder alcohol

Tel.:030 214 82 68 / 06 45 904 550 WWW.OTTOMAANRESTAURANT.NL Jutfaseweg 219, 3522 HS Utrecht

MULDUR LOODGIETERSBEDRIJF Alle soorten CV installaties en loodgieters werkzaamheden voor aantrekkelijke prijzen. Tel: 0641528503 0643029839 muldur@orange.nl


INTERVIEW

ZAMAN

OKTOBER 2008

18

NEDERLAND

Segregatie treft ook de kleinere gemeente Segregatie betekent dat een groep migranten op één of meerdere terreinen van de samenleving apart staat van de rest van de samenleving. Bijvoorbeeld in het onderwijs en in de huisvesting. Men kan gemakkelijk de eigen cultuur behouden, want er is geen uitwisseling met de samenleving waarin men verblijft. Dit proces resulteert in een multiculturele samenleving waarin verschillende culturen naast elkaar leven in plaats van met elkaar. Doordat de verschillende culturen apart van elkaar leven, is er ook geen sprake van integratie. En dat is juist waar de Nederlandse regering naar toe wil werken. Maar zolang er sprake is van segregatie lijkt dit moeilijk te verwezenlijken.

FATIMA AKGÜL

Segregatie in het onderwijs en huisvesting is de laatste tijd een actueel onderwerp in de media. Vooral segregatie in het onderwijs is in de vier grote steden een groot maatschappelijk probleem. Zo wordt er in de media veel

gediscussieerd over de aanwezigheid van de zogeheten ‘zwarte’ scholen; scholen waar de meeste leerlingen van allochtone afkomst zijn. Een van de redenen voor het ontstaan van deze scholen ligt voor de hand: rijkere mensen wonen in rijke buurten en armere mensen in arme buurten. De ‘arme’ buurten in steden bestaan vaak voor een groot deel uit allochtonen. De kinderen in deze wijken gaan in de buurt naar school en zo ontstaan er ‘zwarte’ scholen. Het kabinet doet zijn uiterst best om een oplossing te vinden voor segregatie in het onderwijs en huisvesting. In de media wordt er vooral aandacht besteed aan segregatie in de vier grote steden. Maar dit probleem speelt zich niet alleen in die steden af. Ook kleinere steden kampen hiermee. Een van die kleinere steden die zich momenteel met segregatie bezighouden is Tilburg. Onderzoek Brugt Groenevelt, woordvoerder van wethouder Hugo Backx (onderwijs en jeugdzorg), zegt hierover:’ Tilburg kent net als veel grotere steden in Nederland wijken en

Wethouder Hugo Backx

scholen waar de samenstelling van diverse nationaliteiten en afkomst nogal eens kan verschillen. Toch is het niet helemaal duidelijk of hier echt sprake is van segregatie, zoals in de grote steden. Dat wil de gemeente Tilburg nu te weten komen, om te zien of het daadwerkelijk nodig is beleid aan te passen en waar dit dan eventueel zou moeten. Momenteel zijn er gesprekken gaande met vele honderden mensen uit de wijken, waaronder ouders, schoolbesturen, kinderdagverblijven, woningbouwverenigingen, ondernemers, bewoners en andere betrokkenen. Na dit overleg wordt een groot stedelijk

Mieke van der Loop

debatevenement georganiseerd waar nog eens uitgebreid over het onderwerp wordt gesproken. Doel is om duidelijk te maken of er sprake is van segregatie, en om te analyseren of het ook daadwerkelijk een probleem is. Wellicht kan dat zelfs per wijk verschillen. Veel mensen hebben hun eigen theorie over segregatie, maar wij als gemeente willen het graag op onderzoek baseren.’

nisaties in de wijk op het gebied van onderwijs, zorg en welzijn, met als doel de onderwijs- en ontwikkelingskansen van kinderen te vergroten. ‘Veel instellingen in de wijk werken samen aan hetgeen ook ouders willen: het beste voor hun kind’, zegt van der Loop. De gemeente mag zich er dan nog niet echt over uitlaten of er sprake is van segregatie in Tilburg, volgens van der Loop is er in Tilburg Noord wel degelijk sprake van segregatie in het onderwijs en huisvesting. ‘Vooral de wijk Stokhasselt kampt met dit probleem. Stokhasselt is een kleurrijk gebied waar de bewoners voor 80% uit allochtonen bestaan.

Mix Mieke van der Loop is coördinator van Bredeschool Tilburg Noord. Een Brede School is een samenwerkingsverband tussen orga-

No Limits on Quality BEN JIJ OP ZOEK NAAR WERK IN DE STEIGERBOUW? Wij zoeken gemotiveerde collega’s met verantwoordelijkheidsgevoel WAT BIEDEN WIJ JOU: Goede verdiensten en secundaire arbeidsvoorwaarden Doorgroeimogelijkheden binnen het bedrijf Opleidingen en vakgerichte cursussen Woon- werkverkeer wordt verzorgd Auto van de zaak voor leidinggevende functies

Interesse of vragen? Neem dan contact met ons op!

Driemanssteeweg 658 3084 CB Rotterdam

www.kabakyer.nl

Tel: 010 478 13 13

Fax: 010 478 13 30

info@kabakyer.nl


ZAMAN Dit zien we dan ook terug op de basisscholen. Want segregatie in het huisvesting brengt segregatie in het onderwijs met zich mee. Als er in een wijk bijna alleen maar allochtonen wonen, zie je dat natuurlijk ook terug op de basisscholen. De kinderen die in die wijk wonen, moeten vanzelfsprekend ook in die wijk naar school. Het mooiste zou zijn als er op een basisschool een mix van 50% allochtoon en 50% autochtone kinderen zou zijn. Dat is goed voor de ontwikkeling en integratie van de kinderen. We zijn de laatste tijd in gesprek met de gemeente over de aanpak van dit probleem’, geeft van der Loop aan. ‘De gemeente is op dit moment in een onderzoeken gespreksfase. Ook spreken we met de ouders van kinderen van de wijk Stokhasselt om te kijken hoe zij erover denken.’ Huisvesting Een van die ouders die in de wijk Stokhasselt wonen is Suzan Akgul. Haar dochter zit in groep 8 van basisschool De Lochtenbergh, die voor bijna 80% uit allochtone kinderen bestaat. ‘In sommige klassen is alleen de leraar van Nederlandse afkomst’, zegt Akgul. Zij is hier geen voorstander van. ‘Onze kinderen moeten de verschillende culturen leren kennen, waaronder ook de Nederlandse cultuur, zodat ze later een betere arbeidsmarktpositie hebben. We leven immers samen in dit land en moeten als eerste elkaars cultuur leren kennen. En dat is moeilijk haalbaar als onze kinderen afgezonderd leven van de Nederlandse kinderen.’ Wit en zwart Ook de twee kinderen van Emmy van B. zitten op basisschool de Lochtenbergh. ‘Mijn kinderen zijn de enige blanke leerlingen in hun klas’, zegt Emmy. In eerste instantie had Emmy daar moeite mee. Ze was bang dat haar kinderen zich niet thuis zouden voelen en buitengesloten zouden worden. ‘Echter, ik heb er geen problemen mee gehad dat mijn kinderen op een zogeheten ‘zwarte’ school zitten. Ze kunnen het goed met hun schoolgenoten vinden. En aan de ene kant leren ze zo ook andere culturen kennen. Aan de andere kant had ik wel gewild dat er meer Nederlandse kinderen op de school zouden zitten. Want het is belangrijk dat de allochtone kinderen de Nederlandse cultuur eveneens leren kennen. Ze moeten met elkaar om kunnen gaan want ze leven in dezelfde samenleving. Nadelen Zowel Mieke van der Loop als de beide ouders zijn het erover eens dat segregatie in het nadeel van integratie is. Ook vinden ze allen dat door segregatie de taalontwikkeling van de allochtone kinderen stagneert. Volgens Akgul is taalachterstand van de kinderen op de basisschool van haar dochter ook het gevolg van segregatie. ‘Doordat er veel allochtone kinderen op die school zitten, praten ze vaak tijdens de pauzes hun eigen taal in plaats van Nederlands en dat gaat ten koste van de taalontwikkeling’, zegt ze. Verder somt ze als nadelen van segregatie op: onwetendheid over elkaars culturen, bevorderen van discriminatie en vooroordelen, geen begrip voor mensen met een

19

NEDERLAND

andere achtergrond, pesterij onder de kinderen. Voor sommigen is een voordeel van segregatie het voorkomen van conflicten die ontstaan door cultuurverschillen. Maar daar zijn zowel Van der Loop als de beide ouders het niet mee eens. Van der Loop:‘We moeten samen dingen doen als we samen in een land leven. We moeten leren samen te leven en de economie en democratie in dit land samen te handhaven. We kunnen moeilijk 25 verschillende eilandjes creëren en allemaal apart leven in één land.’ Oplossing? De Gemeente Tilburg is de mate van segregatie nog aan het onderzoeken en denkt na over eventuele oplossingen. De coördinator en de beide ouders denken al een mogelijke oplossing te hebben. Volgens Van der Loop is het bouwen van gevarieerde woningen van groot

belang. ‘Als je in een wijk een mix aan goedkope en duurdere woningen hebt, zijn de bewoners van die wijk ook gemixt. Dan wonen mensen met verschillende culturen gemengd bij elkaar. Als je in een wijk als Stokhasselt alleen maar goedkope huurwoningen hebt, dan heb je ook grote kans dat die woningen worden bewoond door sociaal- economisch zwakkeren. En helaas zijn dat meestal allochtonen. Als je duurdere en goedkope woningen bij elkaar bouwt, zullen er in die wijk ook verschillende mensen gaan wonen. Dus zowel allochtoon als autochtoon en hebben we het niet langer meer over segregatie in huisvesting en daardoor is er ook geen segregatie in het onderwijs.’ Akgul is het hiermee eens. Alleen voegt ze er het volgende aan toe. ‘Er moeten door de gemeente meer integratieactiviteiten worden georganiseerd. Nederlandse mensen moeten vaker met allochtonen

INTERVIEW

OKTOBER 2008

bijeenkomen, zodat de angst voor andere culturen verdwijnt. Zo willen allochtonen vaak gedreven door deze angst bij elkaar in een wijk wonen, maar ook de Nederlandse mensen willen dit vaak . Ze zijn bang voor het onbekende. Door integratieactiviteiten kan deze angst verdwijnen. Want onbekend maakt onbemind.’ Ook Emmy onderstreept het belang van integratieactiviteiten, waar zijzelf ook vaak aan heeft deelgenomen. ‘In onze wijk zijn er soms van die integratieactiviteiten als culturele markten. En als ik eerlijk moet zijn, hebben zulke activiteiten veel invloed op mij gehad. Doordat ik mijn best heb gedaan om andere culturen te leren kennen, heb ik er ook geen angst meer voor. Anders was ik misschien ook allang verhuisd uit deze wijk. Maar nu is de angst voor het vreemde weg en blijf ik hier gewoon wonen. Dus integratieactiviteiten zijn zeker zinvol!’


INTERVIEW

ZAMAN

OKTOBER 2008

20

NEDERLAND

Dr. Menno Fenger (EUR):

“We zien een democratisering van de media” Dr. Menno Fenger is 36 jaar oud en universitair docent Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit. In zijn onderzoek richt Fenger zich met name op vraagstukken van solidariteit en sociale zekerheid, zowel in Nederland als in andere landen. “De laatste tijd ben ik sterk geïnteresseerd geraakt in de ontwikkeling van de sociale zekerheid in de nieuwe lidstaten van de Europese Unie,” aldus Fenger. Zaman Nederland sprak met deze bevlogen docent.

ÖNDER KAYA

S

inds de Tweede Wereldoorlog heeft Nederland veel gastarbeiders en bewoners van de (voormalige) Nederlandse koloniën ontvangen. Wat is uw indruk van de komst en integratie van deze groepen gedurende de afgelopen decennia? “Dit is natuurlijk een ongelooflijk lastige vraag. Ik ben opgegroeid in Beverwijk, een stad

waar Hoogovens (het huidige Chorus) een van de belangrijkste werkgevers is. Hoogovens bood werk aan de eerste generatie gastarbeiders, met name Spanjaarden en Italianen. Wat je daar zag, is eigenlijk illustratief geweest voor de geschiedenis van migranten in Nederland. Velen van hen komen hierheen met het idee ooit terug te keren naar het moederland. Maar na

*Hypotheken HUIS + AUTO verzekeringe n = % 10 k or ti n g

*Verzekeringen *Financieringen

AC

TU

EEL

en D E SKUNDIG

0031 (0)10 226 2023 0031 (0)614 602 221 Zaagmolenstraat 27 3036 HB Rotterdam

info@totaladvies.nl www.totaladvies.nl

verloop van tijd blijkt het twee simpele feiten. Ten eerlastig om terug te keren: de ste: er is een grote achterstand kinderen gaan naar een in opleidingsniveaus, en dat Nederlandse school, hebben leidt altijd en overal tot lagere vrienden in Nederland, en inkomens, hogere criminalizien een toekomst in Spanje, teit en hogere werkloosheid. Menno Fenger Turkije of Marokko helemaal Ten tweede: de allochtonen niet meer zitten. Dus zowel maken deel uit van de Nederde migranten zelf als de overheid hebben landse samenleving: het zijn Nederlanders. lange tijd geen noodzaak gezien om seri- Een discussie over ‘terugsturen naar Marokeus aan integratie te werken. Ik denk dat ko’ is dus puur retoriek, en ongeveer net zo als we dat beeld, dat in de jaren ’60 van de zinnig als een discussie over het terugsturen vorige eeuw in steden als Beverwijk al van Limburgers naar Limburg.” zichtbaar werd, serieuzer hadden geno“Het is heel vervelend, maar bijna een men, de achterstand van allochtonen nu wetmatigheid: als beide ouders een laag misschien iets kleiner was geweest. Maar opleidingsniveau hebben, is de kans groot we moeten ook niet de illusie hebben dat dat de kinderen ook een laag opleidingsnidit probleem snel of eenvoudig is op te losveau hebben. Dat geldt zowel voor autochsen.” tone als voor allochtone Nederlanders. Stop je daar nog een stukje discriminatie Het politieke klimaat is sinds een aantal bij – en ook dat speelt ongetwijfeld een rol jaren aan het veranderen. – dan wordt het nog moeilijker. Ik zie in “Ik heb de neiging om zaken vaak in een Rotterdam heel veel studenten van allochgroter verband te bekijken. Wat dat betreft tone afkomst, en dat is voor mij een teken vind ik het multiculturele aspect van de Verdat de ‘sociale mobiliteit’, zoals we dat enigde Staten wel een interessant voornoemen, begint toe te nemen. Dat wordt beeld. En dat stemt niet hoopvol. De Amerikanen ontvangen al zo’n 400 jaar slaven, ook bevestigd door cijfers. Maar de gastaren nog steeds zijn de perspectieven van de beiders die wij hebben aangetrokken hoorzwarten in Amerika vele malen slechter dan den in het algemeen niet tot de hogere van de blanken. Terwijl taalachterstand daar opleidingscategorieën, en het kost een aaneigenlijk nauwelijks een rol speelt. Aan de tal generaties voordat dat dan enigszins is andere kant: Colin Powell was volgens mij bijgetrokken. Wij hebben in Nederland nu de eerste zwarte Amerikaanse minister, en zo’n vijftig jaar gastarbeiders, en we accepdat heeft dus een hele tijd geduurd. Terwijl teren niet dat er verschillen zijn in werkwij pas sinds de jaren ‘60 Marokkanen en loosheid, criminaliteit enzovoorts. En als die Turken in Nederland ontvangen, en beide er wel zijn, wijten we dat in het politieke kligroepen in dit kabinet een staatssecretaris maat van dit moment aan de onwil en gebrekkige integratie van allochtonen. Dat leveren.” “Voor mij is het hele vraagstuk van pro- wil niet zeggen dat er geen problemen zijn, blemen met allochtonen terug te leiden tot of dat die problemen niet opgelost moeten


ZAMAN worden. Maar het is een klassiek sociaal vraagstuk: behandel het dan ook zo. “ Men ziet ook de invloed van de media steeds verder toenemen. Er wordt zelfs gesproken over ‘de vijfde macht’ of ‘de mediacratie’. Wat is uw mening omtrent de invloed van de media op onze samenleving? “Op zichzelf is dat een terechte constatering. Tegelijkertijd zou ik u een tegenvraag willen stellen: wie zijn de media? Tot tien jaar geleden was dat heel duidelijk, en dan was uw constatering ook volkomen terecht geweest. Media konden toen heel nadrukkelijk de publieke opinie sturen. Doordat zij het nieuwsaanbod konden bepalen. Maar de opkomst van internet, en dan met name sites waar mensen zelf inhoud op plaatsen, zoals YouTube en Wikipedia, heeft een enorme impact op het medialandschap. We spreken wel over de democratisering van de media: alles komt via filmpjes op internet. Zoals ook de misstanden in de Abu Ghraib gevangenis. Dat gebeurde in het verleden ook wel, denk aan Watergate, maar het is nu bijna onbestuurbaar geworden. Zo onbestuurbaar, dat mensen steeds meer en vaker op zoek gaan naar hun eigen informatie.” “Wat wel heel opvallend is, is de kracht van ‘beelden’ in onze

samenleving. Als gebeurtenissen in flitsende videobeelden te zien zijn, kunnen ze een enorme impact hebben.”

‘Ik heb niets met allerlei projecten waarin allochtone en autochtone buren bij elkaar op de koffie gaan of zoiets’ Er wordt veel gesproken over het langs elkaar heen leven van burgers met verschillende achtergronden en culturen. “Ook hiervoor geldt: we zijn in Nederland niet anders gewend. In mijn colleges zeg ik wel eens: Nederland had alle ingrediënten in zich om een soort Noord-Ierland te worden. Maar een van de grote verschillen was dat roomskatholieken en protestanten er in slaagden om volkomen langs elkaar heen te leven, zonder daar een probleem van te maken. Ik heb dan ook niets met allerlei projecten waarin allochtone en autochtone buren bij elkaar op de koffie gaan of zoiets. Dat blijft een beetje een bevestiging van een ‘wij – zij’ denken.” “Wat ik wel interessant vind, is dat ik meen te zien dat in Nederland oprechte interesse voor de Islamitische cultuur lijkt te ontstaan. Ik kan me vergissen, maar ik vind dat vasten tijdens de Ramadan steeds meer als iets

21

NEDERLAND

heel normaals voor moslims wordt gezien. We polariseren op het terrein van de probleemjeugd, maar ik heb serieus het idee dat op heel veel andere terreinen moslims en de meer traditionele stromingen in Nederland eigenlijk steeds minder moeite met elkaar hebben.” Heeft u in uw werk als bestuurskundige wel eens te maken gekregen met praktische problemen in de omgang met mensen van een andere cultuur of levensbeschouwing? “Nee, eerlijk gezegd niet. Ik merk wel dat Rotterdam een relatief groot aantal allochtone studenten heeft, terwijl de staf voor het overgrote deel uit blanke mannen bestaat. Wat dat betreft zou het goed zijn als we er in zouden slagen dat wat te doorbreken. Vooral ook omdat een wetenschappelijke carrière voor heel veel studenten ver weg staat, maar voor de allochtone studenten – die vrijwel nooit een professor van Turkse of Marokkaanse afkomst zien, nog iets verder.” “Wat ik wel heel leuk vind, is eigenlijk juist het tegenovergestelde van ‘problemen’. Zoals ik net al zei, voor allochtonen is ‘studeren’ toch nog bijzonderder dan voor autochtone Nederlanders. En het is echt prachtig om te zien hoe ontzettend trots allochtone ouders vaak op hun kinderen zijn als ze hun doctoraaldi-

ploma halen. Natuurlijk zijn autochtone ouders ook trots, maar veel van de allochtone ouders zijn naar Nederland gekomen om hun kinderen en kleinkinderen een beter leven te geven. En dan zie ik ze, tientallen jaren later, kijken hoe hun kind of kleinkind een diploma in ontvangst neemt, en hoor ik ze zeggen dat dit het allemaal waard was.” Sinds de aanslagen op het WTC in New York zijn de verhoudingen in de wereld abrupt veranderd. Met name de notie Clash of Civilizations die door Samuel Huntington werd geïntroduceerd vindt veel gehoor. “Waar het bij de ‘Clash of Civilizations’ om gaat, is dat het wegvallen van de ideologische verschillen na de val van De Muur en de toenemende economische beschaving niet alle mogelijke bronnen van oorlog tussen staten hebben weggenomen. Culturele en religieuze verschillen zijn ook een belangrijke bron van conflicten. En daar heeft hij deels gelijk in, zie Rwanda, zie voormalig Joegoslavië. Hij heeft echter veel minder oog voor de enorme dynamiek die in elk van de culturele wereld die hij onderscheidt, is waar te nemen. Juist die strijd tussen verschillende stromingen binnen landen, overigens ook in Turkije, is heel bepalend voor de verhoudingen tussen landen en tussen delen van de wereld.”

INTERVIEW

OKTOBER 2008

‘Ik heb niet echt het idee dat er nu meer gevaarlijke gekken rondlopen dan 50 jaar geleden’ Wereldwijd wordt de terreur afgekeurd. Hoe denkt u dat wij ons in Nederland behoren op te stellen tegenover de dreiging van het globale terrorisme? “Uiteraard moeten we waakzaam zijn, tegelijkertijd staan voor mij mensenrechten voorop. Daar hoort voor mij ook godsdienstvrijheid bij. Een extremist is voor mij niet meteen een terrorist. En die vergissing dreigen wij soms te maken. Kijk bijvoorbeeld naar de discussie over die islamitische advocaat Mohammed Enait, die weigerde op te staan voor een Nederlandse rechtbank. Ik vind het lastig om daar iets zinvols over te zeggen, maar voor mij is dit een discussie tussen de rechtbank en een advocaat die zijn geloof misschien wat rigide interpreteert. Niet meer en niet minder. Maar als je sommige media moet geloven, is de man levensgevaarlijk.” “Tegelijkertijd: de wereld wordt steeds minder controleerbaar. En gevaarlijke gekken zijn er altijd geweest, ik heb ook niet echt het idee dat er nu meer gevaarlijke gekken rondlopen dan 50 jaar geleden. Alleen een gek kan nu makkelijker dood en verderf zaaien dan 50 jaar geleden.”


DE BRIEFWISSELING OKTOBER 2008

ZAMAN

Afzondering zonder perspectief Beste Alaattin, Als ik ergens van overtuigd ben dan is het wel dat segregatie op Nederlandse scholen geen enkele kans van slagen meer heeft. Welke kinderen zouden van welke andere kinderen nog gescheiden gehouden moeten worden? Poolse kinderen van Roemeense kinderen, of juist Turkse kinderen van Poolse en Roemeense kinderen samen? Of toch weer Nederlandse kinderen van Antilliaanse kinderen aan de ene kant en Marokkaanse kinderen aan de andere kant, die dan ook al weer gescheiden zouden moeten zijn van Chinese kinderen (of toch op zijn minst Indische kinderen, die dan wel apart gehouden moeten worden van Pakistaanse kinderen. En hoe dat moet met Joodse afstammelingen en kinderen van Palestijnse vluchtelingen, tja dat wordt nog een heel gedoe. In Nederland zijn we sterk in het verzinnen van criteria. Maar ja, hoe Frans Jozef van houdt men geloofwaardig criteria der Heijden aan? Een school voor alleen blanke f.heyden@chello.nl kinderen, maar er zijn zoveel kinderen blank die verder helemaal niet geldt trouwens ook voor zwarte Dat lijken. op elkaar kinderen, die op de een of andere manier toch weer steeds minder zwart lijken te worden. Misschien kan verschil van godsdienst ons nog even in de segregatie redden, maar hoe scheiden we rooms-katholieke kinderen van de Kaapverdische eilanden van rooms-katholieke kinderen uit het Oude Westen van Rotterdam, die al niet meer te scheiden zijn van die paar gereformeerde kinderen, die oorspronkelijk van de Zuid-Hollandse eilanden stammen? En dan heb ik het er nog niet over hoe kinderen van praktiserende moslims uit elkaar gehouden kunnen worden van kinderen van niet praktiserende moslims, terwijl al die kinderen van die prachtige, zwarte krullenbollen hebben.

‘Gelukkig zullen de kinderen dit soort rare problemen zelf uit de wereld helpen’ Gelukkig zullen die kinderen dit soort rare problemen zelf uit de wereld helpen. Wat sommige Nederlanders maar niet door hebben, weten zij intuïtief: zij hebben elkaar bitter hard nodig. En de enige basis waarop dat ook kan, is nu net dat ze allemaal hoe dan ook deel uitmaken van de Nederlandse samenleving, dat zij in ieder geval ook Nederlands met elkaar (kunnen) praten en zij ook door de Nederlandse regels en gebruiken zijn gevormd. En als ze dat al niet hier hebben gemerkt, zien ze dat onmiddellijk wanneer zij op vakantie zijn in het land van hun ouders en grootouders. Het is trouwens ook te hopen, want waar de helft van de kinderen die nu op school zitten, van allochtone afkomst is, kunnen wij het hier straks wel schudden wanneer zij zich afgezonderd blijven houden. En dat percentage wordt op den duur ook maar groter en groter en nog eens groter totdat segregatie zelfs een begrip is, dat geen enkel perspectief meer kent. “Frans Jozef van der Heijden is journalist, was 16 jaar Tweede Kamerlid voor het CDA, was zowel daarvoor als daarna raadslid (ook CDA) in Rotterdam en is voorts voorzitter of lid van Raden van Toezicht bij grote instellingen voor hulp en zorg.”

22

NEDERLAND

De Briefwisseling In deze rubriek schrijven Alaattin Erdal en Frans Jozef van der Heijden elkaar elke maand over uiteenlopende onderwerpen die beiden na aan het hart gaan.

Segregatie Beste Frans Jozef,

Laat ik beginnen met het principe. Ik zie op geen enkele manier een meerwaarde in segregatie. Zich afscheiden van de rest en eigen (on)bewoonbare eilandjes creëren is niet meer van deze tijd. De laatste tijd zijn mensen gelukkig geneigd, weer terug te vallen op het verleden. Het collectieve bewustzijn is weer terrein aan het winnen. Mensen hebben elkaar nodig. ‘Hoe meer zielen, hoe meer vreugd’ is de boodschap van het oeroude spreekwoord. Niet voor niets heeft men deze conclusie getrokken, denk ik dan bij mezelf. Maar, waar het in het onderwijs om gaat is een andere kwestie. Feit is en blijft: in de grote steden is er een concentratie gaande van groepen mensen die tot dezelfde sociale klasse behoren. Hele wijken, straten, dus ook de scholen zien er onder andere kleurrijker uit. Mensen vestigen zich op basis van hun opleiding, werk, status, omstandigheden, Alaattin Erdal a.erdal@timemedia.nl kunnen en kunde in bepaalde gebieden in deze steden. Van iemand met kinderen, die zich een dure ‘villa’ kan veroorloven, kan en mag je niet verwachten dat hij een piepklein appartement ergens in een zijstraatje van Rotterdam betrekt. Dit temeer omdat er simpelweg geen geschikte woningen te vinden zijn in deze buurten. Maar, je kunt het ook anders formuleren: van iemand met een salaris ter hoogte van een miezerige uitkering mag je niet verwachten dat hij een huis zal kopen in een dure Vinexlocatie. Wat je dan krijgt is een natuurlijk proces: de stad gaat zich, in alle dynamiek die haar eigen is, splitsen. Dat hoeft niet altijd slecht te zijn. Zolang deze splitsing alle beschaafde contacten en interactie tussen individuen maar niet belemmert. En zolang de bemoeizuchtige, populistische en schreeuwlelijke politici deze en vergelijkbare natuurlijke processen niet forceren.

‘Mensen blijven wezens van vlees en bloed en willen eerst worden overtuigd’ Beste Frans Jozef,

De groepen die jij noemt in je brief zijn de groepen nieuwe Rotterdammers. Mensen uit vele streken van de wereld. Maar wel één voor één nieuwe Rotterdammers, die ondanks verschillende achtergronden de Nederlandse taal hebben die ons aan elkaar verbindt. Zolang het Nederlands het belangrijkste bindmiddel blijft, hoeven de verschillen ons niet te verblinden en te vervreemden van elkaar. Erkenning van verschillen en tegelijk alles eraan doen om het maximale te halen uit wat we met elkaar gemeen hebben, moet als uitgangspunt gelden. Anders zoeken we tevergeefs naar allerlei instrumenten die alleen maar geld en energie kosten en weinig opleveren, terwijl ze helaas ook het vertrouwen dat toch al aan een zijden draadje hangt verder verzwakken. Zoek de oplossing, zou ik willen zeggen, niet in normatieve en subjectieve kaders, maar in de sociale en emotionele waarden van mensen. Waarom hebben we elkaar nodig? Waarom noemen we ons Amsterdammers en Rotterdammers? Waarom moet ik anderen respecteren, aangezien ik ook respect verwacht van anderen? Hoe realistisch is het om enkel en alleen te leunen op je eigen groep, terwijl je donders goed weet dat deze steden meer dan 180 culturen huisvesten? Zonder in deze waarden en gevoelens van binding en noodzaak te investeren, lijkt het mij geen haalbare zaak om te pleiten voor het verplicht mengen van individuen en groepen. Mensen blijven wezens van vlees en bloed en willen eerst worden overtuigd, voordat je verdere acties kunt ondernemen. Anders neem je deze nieuwe Rotterdammers, Amsterdammers, Hagenaren en Utrechters niet serieus. De auteur is hoofdredacteur van maandblad Zaman Nederland.


ZAMAN

23

NIEUWS

NEDERLAND

OKTOBER 2008

Lid Raad van Bestuur Rabobank Bert Bruggink

“Van de internationale kredietcrisis is de Rabobank de minst geraakte bank omdat wij niet beursgenoteerd zijn” Op initiatief van Kaya Turan Koçak, adviseur van de Turkse gemeenschap van Rabobank, is de internationale kredietcrisis in het hoofdkantoor van Rabobank besproken.

BASRÝ DOÐAN

UTRECHT

Tijdens het programma gaf Bert Bruggink, de CFO van Rabobank, nader uitleg over de kredietcrisis. Het programma werd bezocht door de voorzitter van de Landelijke Turkse Ondernemersvereniging (Hogiaf), Mehmet Kabakyer, en diverse Turkse ondernemers en werknemers. Ongeveer dertig genodigden hebben aan het programma deelgenomen. Na de ING Bank is Rabobank de tweede grootste Nederlandse bank. De heer Bruggink gaf als belangrijke reden voor deze internationale kredietcrisis de hypotheekleningen in de Verenigde Staten, die tegen lage rente verstrekt zijn. Deze situatie zal via nationalisering en vereenvoudiging van het systeem overbrugd worden. “Van deze internationale crisis zijn wij het minst geraakt, omdat wij niet beursgenoteerd zijn. Binnen het financiële banksysteem worden wij gewaardeerd en geprezen. Veel klanten kiezen dan ook voor de Rabobank”, zei Bruggink. Tevens vertelde hij Bert Bruggink dat Turkije een interessant land blijft om in te investeren, en dat hij de ontwikkelingen in Turkije volgt. Maar op het moment kon hij niet zeggen of Rabobank een Turkse bank zal overnemen. “Als coöperatie zal Rabobank open en transparant blijven en hoeven de klanten van Rabobank niets te vrezen. Wij zullen een betrouwbare bank blijven.” Kaya Turan Koçak, adviseur van de Turkse gemeenschap van Rabobank: “Wij wilden dieper ingaan op de laatste ontwikkelingen met betrekking tot de kredietcrisis. We hebben aangegeven wat de historie is van deze crisis, en hoe het is ontstaan in de Verenigde Staten. Omdat wij niet beursgenoteerd zijn, komen we goed weg. Het feit dat wij een coöperatie zijn maakt ons op dit moment erg aantrekkelijk in de markt en bij de klanten. Rabobank bestaat meer dan honderd jaar en is met 52.000 werknemers een grote bank in zowel Nederland als Europa. Bij de 450 duizend koppige Turkse gemeenschap in Nederland is Rabobank goed bekend. Velen kiezen voor deze bank.” De voorzitter van de Turkse ondernemersvereniging Hogiaf, Mehmet Kabakyer vond de bijeenkomst zeer nuttig: “Op zijn plaats, en nuttig. De ondernemers dienen goed na te denken welke bank zij willen kiezen. De banken die sterk zijn door internationale investeerders beleven een moeilijke periode. Door ons coöperatieve karakter hebben wij hier weinig last van. Rabobank is een bank die met beide benen stevig op de grond staat.” De Nederlandse overheid gaf eerder aan dat zij de in probleem geraakte banken zal ondersteunen. Vicepremier en Minister van Financiën Wouter Bos gaf in een tv-interview aan dat de overheid in deze moeilijke periode doortastend zal optreden en banken die in de problemen zijn geraakt zullen ondersteunen. Eerder nam de Nederlandse overheid 49% van de Nederlandse tak van Fortis over, waarna het 4 miljard euro in de bank investeerde.

Op initiatief van Kaya Turan Koçak, adviseur van de Turkse gemeenschap van Rabobank, is de internationale kredietcrisis in het hoofdkantoor van Rabobank besproken.

Rabobank Cijfers & Trends Rabobank Cijfers & Trends brengt voor ondernemers al meer dan 30 jaar de ontwikkelingen in het Nederlandse bedrijfsleven in kaart. Op onze website geven wij onze visie op 9 sectoren en 80 branches in het Nederlandse bedrijfsleven. Naast cijfers en trends, vindt u ook informatie over kansen, bedreigingen en het perspectief in uw branche. Met Rabobank Cijfers & Trends heeft u als ondernemer toegang tot de meest actuele en uitgebreide branchespecifieke kennis. Deze kennis is online en dus altijd en overal beschikbaar. Rabobank deelt haar branchekennis graag met u. Voor het gratis raadplegen en downloaden kijkt u op www.rabobank.nl/cijfersentrends.

Rabobank Cijfers & Trends Het is tijd voor de Rabobank.

Kijk op rabobank.nl/bedrijven



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.