Ben je als zelfstandige door de nieuwe pensioenberekening je fiscaal voordeel bij IPT kwijt? Als zelfstandige bedrijfsleider van een vennootschap ben je misschien nog te hard aan het genieten van het ondernemen om al aan je pensioen te denken. Maar wist je dat net je pensioen aantrekkelijke fiscale voordelen biedt? De premies voor je aanvullend pensioen zijn immers beroepskosten die fiscaal volledig aftrekbaar zijn, zolang je je aan één regel houdt: de 80%-regel. Een nieuwe richtlijn van de fiscus voor de berekening van de pensioenen dreigt echter roet in het eten te gooien. Om te beginnen bestaat je pensioen uit drie verschillende pijlers. De eerste is het wettelijk pensioen dat je van de staat krijgt. Het is echter een publiek geheim dat het wettelijk pensioen niet genoeg is om aan de levensstandaard die je aan je pensioenleeftijd gewoon geworden bent, te voldoen. Daarom zetten veel Belgen zelf een appeltje voor de dorst opzij. Dat kan bijvoorbeeld met een aanvullend pensioen uit de tweede pijler, of een pensioen- of langetermijnspaarrekening uit de derde pijler.
VAPZ, IPT of alle twee? Vooral de tweede pensioenpijler is voor zelfstandigen interessant. Alle zelfstandigen kunnen een vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen, kortweg VAPZ, opbouwen. De premies die je in je VAPZ stort, zijn fiscaal aftrekbare beroepskosten. Daardoor heb je een lager belastbaar inkomen, en dus ook een lagere sociale bijdrage. De premies worden dan belegd in een tak 21product. Die garanderen een zekere rente, al is die tegenwoordig erg laag. Een VAPZ kan je, als zelfstandige bedrijfsleider van een vennootschap, ook combineren met een individuele pensioentoezegging of IPT. Ook de premies die je in je IPT stort, zijn beroepskosten die volledig fiscaal aftrekbaar zijn. Daarnaast drukken ze de winst van de vennootschap, en dus de vennootschapsbelasting. In tegenstelling tot een VAPZ kunnen de premies van een IPT ook in een tak 23-product belegd worden. Het rendement van zo’n belegging is potentieel hoger, maar niet gegarandeerd. In principe staat er geen limiet op het bedrag van je IPT-premie, zolang je je maar houdt aan de befaamde 80%-regel. Die stelt dat bij pensionering de som van je wettelijk pensioen (eerste pijler) en je aanvullend pensioen (tweede pijler) niet hoger mag zijn dan 80 procent van je laatste bruto jaarloon. Als de grens van 80 procent overschreden wordt, dan is dat deel van die bedragen dus niet langer fiscaal aftrekbaar.