2 minute read

Impact: Heleen Zorgdrager over de ‘Rainbow Index

IMPACT

Van inclusief tot homofoob: regenboog laat Europese kerken kleur bekennen

Advertisement

Prof. dr. Heleen Zorgdrager zegt het tijdens het gesprek met nadruk: ‘De tafelgemeenschap van Jezus sluit niemand uit.’ De praktijk is echter anders. In veel kerken in Europa ervaren LHBTchristenen beperkingen. Toegang tot het Avondmaal spreekt niet vanzelf, net als een relatiezegen of een kerkelijke functie. In sommige kerken is het klimaat ronduit homofoob. Maar ‘veel’ en ‘sommige’ zijn wetenschappelijk onbevredigende aanduidingen. Samen met haar collega dr. Rein Brouwer is de hoogleraar systematische theologie en genderstudies bezig de mate van LHBT-inclusiviteit in kerken in heel Europa in kaart te brengen: hoe erg is het nu werkelijk? Deze ‘Rainbow Index’ wordt op 8 mei op een conferentie van het Europees Forum voor LHBTchristenen gepresenteerd.

Zorgdrager voelt zich vereerd dat het Europees Forum bij de PThU aanklopte voor dit onderzoek: ‘We hebben een goede reputatie opgebouwd binnen de Europese LHBT-wereld, als een universiteit waar betrouwbaar en betrokken onderzoek plaatsvindt.’ Methodologisch is het onderzoek ook spannend, voegt ze er aan toe: ‘Dat we samenwerken met plaatselijke groepen voor de gegevensverzameling – dat is nog nooit op deze manier gedaan.’

Het idee achter de index is om een aantal vanzelfsprekende aannames tegen het licht te houden, aldus Zorgdrager: ‘Het Europees Forum heeft contacten met mensenrechtenorganisaties, lobbyclubs, leden van het Europese Parlement. Deze zeggen: jullie kunnen wel vinden dat de kerk bijdraagt aan een homofoob klimaat, maar maak dat nou eens hard. Vertaal dat nou eens in de taal van mensenrechten. Deze organisaties kunnen niets met kerkelijke taal. Daar kunnen ze geen beleid op zetten, geen politiek mee bedrijven. Ze willen harde feiten. Ze willen cijfers.’

Concurrentie

En die krijgen ze dan ook. De onderzoekers hebben de data binnengekregen over de grootste kerken in dertig Europese landen, verzameld door christelijke LHBT-groepen uit de landen zelf. In totaal 47 indicatoren in de vorm van stellingen, verdeeld over vier categorieën, moeten een beeld geven van de mate van inclusiviteit van de kerken. De eerste is institutioneel: wat staat er in de kerkorde, de canon? Bij de tweede gaat het om kerkelijke praktijken: mogen LHBT-ers meedoen aan de ambten, het Avondmaal? De derde is taal: in hoeverre zijn de gebruikte woorden, bijvoorbeeld van de liturgie, inclusief? En de vierde gaat over kerkelijk spreken: wat zeggen kerkleiders en kerkelijke instanties over dit thema? De uitkomst van de stellingen wordt in alle gevallen onderbouwd met citaten in de oorspronkelijke taal en een toelichting in het Engels, legt Zorgdrager uit: ‘We willen niet alleen een rating. Behalve de ranglijst komt er ook een narratief rapport, op basis van de toelichtingen en onze analyse. Dat is uiteindelijk belangrijker dan welk land bovenaan staat. Al hopen we natuurlijk dat het de onderlinge concurrentiedrift zal aanwakkeren...’

Zouden sommige landen en sommige kerken misschien juist tevreden met een lage notering zijn? ‘Dat vermoeden wij ook. Het is pijnlijk maar waar. Zij zullen zeggen: jullie inclusiviteit is de onze niet. Maar we hebben dit onderzoek wel degelijk ontworpen vanuit een theologische visie op inclusiviteit. En die is radicaler dan de sociaal-wetenschappelijke definities. De tafelgemeenschap van Jezus sluit niemand uit. Degene die aan de rand verkeert krijgt de belangrijkste rol. In de queer- en feministische theologie wordt gesteld dat de kerken geroepen zijn die inclusiviteit gestalte te geven. Die visie kleurt dit onderzoek.’

This article is from: