
4 minute read
Onderzoek kerkmuziek in Nederland
Onderzoek laat zien: kerk kan niet zonder muziek
Door Hanna Rijken
Advertisement
Het is een wonderlijk moment om iets te schrijven over het Kerkmuziek Onderzoek Nederland. De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) heeft plaatselijke kerken dringend geadviseerd om niet meer te zingen in de kerk; dit om verspreiding van het coronavirus te voorkomen. Veel gelovigen en kerkleden ervaren dit als een groot gemis. Gezien de uitkomsten van het onderzoek is dat ook geen verrassing.
In 2019 heb ik, vanuit mijn onderzoeksaanstelling aan de PThU, samen met Wim Houtman van het Nederlands Dagblad een landelijk, kerkbreed onderzoek uitgezet naar kerkmuzikale praktijken in Nederland. Uit welke bundels wordt er gezongen? Hoe wordt de zang begeleid? Zijn er veranderingen geweest? Welke betekenis heeft muziek? Hoe ziet het muzikale landschap in protestants Nederland er vijf jaar na het verschijnen van het Liedboek - zingen en bidden in huis en kerk uit?
De aanleiding van het onderzoek was dat het in 2018 precies vijf jaar geleden was dat het Liedboek verscheen. Het Liedboek is een veelkleurige liedbundel die de Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied heeft samengesteld in opdracht van verschillende kerken, waaronder de PKN, de Remonstrantse Broederschap en de Algemene Doopsgezinde Sociëteit, in een later stadium sloten onder andere ook de Nederlands Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt aan. Spoedig na het verschijnen van het Liedboek zagen diverse andere liedbundels het licht. Het opvallende is dat deze bundels meer vanuit één ‘nestklank’ zijn samengesteld. In 2015 verscheen de bundel Hemelhoog op initiatief van het Evangelisch Werkverband binnen de PKN in samenwerking met het Confessioneel Gereformeerd Beraad en de Confessionele Vereniging. Twee maanden later verscheen een nieuwe, herziene editie van Op Toonhoogte vanuit de Hervormd Gereformeerde Jeugd Bond (HGJB). In hetzelfde jaar werd ook Zangen van zoeken en zien - oecumenische liedbundel gepubliceerd. Deze bundel richt zich met name op oecumenische basisgroepen en ecclesia’s. Een jaar later, in 2016, werd de bundel Weerklank gepresenteerd, bedoeld voor kerken van het gereformeerd

belijden. Een spannende vraag was: hoe zouden de verschillende bundels ingang gaan vinden? Dat bracht ons op het idee om vijf jaar na het verschijnen van het Liedboek een landelijk onderzoek op te zetten waarin de muzikale ontwikkelingen centraal staan
Vragenlijst
In 2019 hebben we een online vragenlijst uitgezet en bijna zeshonderd gemeenten en parochies uit de volle breedte van kerkelijk Nederland – 21 denominaties – deden mee aan het onderzoek. Van iedere gemeente vulde de voorganger of pastoor, de musicus of de scriba de vragenlijst in. Ongeveer de helft van de deelnemende gemeenten kwam uit de PKN. We hebben de PKN onderverdeeld in verschillende mogelijkheden, zoals algemeen, evangelisch-luthers, of gereformeerd. Het voert te ver om hier uitgebreid in te gaan op alle muziekpraktijken en ontwikkelingen in Nederland. Ik focus nu op de twee laatste vragen van het onderzoek, namelijk de vraag of er de afgelopen tien jaar iets veranderd is op muzikaal gebied en de vraag naar de betekenis van muziek. Vrijwel alle respondenten geven aan dat er in hun gemeente iets veranderd is op het gebied van muziek. Bij die veranderingen zijn de onderlinge verschillen groot. Ik noem enkele voorbeelden, los van de invoering van liedbundels: ‘we zijn ritmisch gaan zingen’, ‘de aanschaf van een piano’, ‘er is een band gekomen’, ‘de oprichting van een kindercantorij’, ‘er is een worship leader aangesteld’, er zijn ‘doordeweekse vespers’, ‘sing-ins’, of ‘Top2000-vieringen’ ingevoerd. Als we de ontwikkelingen binnen de PKN samenvatten, zijn twee tendensen zichtbaar. Aan de ene kant is er een ontwikkeling zichtbaar richting de evangelische liedcultuur met aandacht voor lichte muziek, bands en worshipleaders. Het valt op dat deze ontwikkeling ook in de gereformeerde gezindte geregeld wordt genoemd. Aan de andere kant zien we een beweging richting oecumenisch-protestantse liturgie. In deze ontwikkeling worden koor- en cantorijpraktijken genoemd, meerstemmige zang, gezongen liturgie, vespers en evensongs. In een deel van de PKN zijn beide tendensen aanwezig: respondenten geven dan aan dat het om een pluriforme gemeente gaat. Dit kan soms spanningen opleveren.
Het blijkt dat er in Nederland een enorme diversiteit is op het gebied van muziekpraktijken, en de discussies en veranderingen die daarbij horen. Maar wat opvallend is: de vraag naar de betekenis van muziek is over de hele linie van kerkelijk Nederland als uit één mond beantwoord. Vrijwel alle respondenten geven aan hoe belangrijk muziek is. In alle denominaties wordt muziek als onmisbaar benoemd. Respondenten zeggen bijvoorbeeld: ‘Zonder muziek zou ik niet meer naar de kerk komen’ en ‘Ik zou geloven niet uithouden zonder zingen’. De betekenis van muziek vat men samen in termen als ‘van onschatbare waarde voor de geloofsbeleving’, ‘onontbeerlijk’, ‘cruciaal’ en ‘essentieel’, ‘belangrijk als middel tot lofprijzing van God’. Ook het verbindende karakter van muziek wordt genoemd, zowel de onderlinge verbondenheid als de verbinding met God. Muziek beschrijft men als ‘een voertuig’ dat de ziel omhoog beweegt naar God. ‘Muziek helpt om te naderen tot het geheim van Gods liefde.’
Dit artikel is een bewerking van een uitgebreider artikel dat in Muziek & Liturgie is verschenen.