
1 minute read
Nieuw Kerkelijk Peil
PThU helpt gemeenten zichzelf onder de loep te nemen
Hoe gaat het met u? De Protestantse Theologische Universiteit biedt sinds 1 februari een ‘gezondheidsscan’ aan, die een beeld geeft van de vitaliteit van de plaatselijke kerk. Waar zitten de kwaliteiten? Wat zijn de kansen en de kwetsbaarheden? Is de gemeente naar buiten gericht? ‘Dit zelfonderzoek helpt je als gemeente om te zien wat je in huis hebt’, vertelt initiatiefnemer dr. Marten van der Meulen, universitair docent godsdienstsociologie aan de PThU. De scan, getiteld Nieuw Kerkelijk Peil (NKP), is een instrument voor het ontwikkelen van beleid voor de langere termijn.
Advertisement
Hoe het werkt? De kerkelijke gemeente kan via nieuwkerkelijkpeil.nl het NKP-pakket aanvragen, met daarin enquêteformulieren en een handleiding om de scan plaatselijk te organiseren. De enquête kan door gemeenteleden zowel fysiek als online worden ingevuld. De enquêtes worden verwerkt en geanalyseerd door specialisten van de universiteit. De gemeente krijgt vervolgens een rapport van 28 pagina’s toegezonden met daarin de resultaten van het onderzoek en een overzicht van hoe de eigen leden het kerkzijn, op een groot aantal terreinen, beleven. De scan kost € 350,- per gemeente plus € 3,- per enquêteformulier.
Pilot
Een pilot onder dertig kerkelijke gemeenten in 2019 leverde enthousiaste reacties op. Van der Meulen: ‘Het invullen is al een vorm van vernieuwing. Sommige kerken maakten er echt een feestje van, met een invulsessie na de kerkdienst. Stukje taart erbij.’ In aansluiting op de scan gaat de universiteit een begeleidingsaanbod ontwikkelen, waarmee plaatselijke kerken een veranderingstraject in gang kunnen zetten. De PThU vindt het belangrijk om plaatselijke gemeenten op deze manier van dienst te zijn, zegt de godsdienstsocioloog: ‘Dat is deel van onze roeping.’ Maar er zit ook een breder doel achter dit aanbod: ‘In Nederland is nauwelijks kwantitatieve informatie beschikbaar over christelijke gemeenschappen. Door deze data te verzamelen voor wetenschappelijke analyse, kunnen we een landelijk beeld schetsen van hoe kerken er voor staan. Die kan dan de basis vormen voor allerlei vervolgonderzoek, bijvoorbeeld op het gebied van pastoraat.’ Ook een internationale vergelijking wordt dan mogelijk, omdat de NKP het model volgt van de in Australië ontwikkelde en in vele landen toegepaste Church Life Survey (CLS).
Het onderzoek is nadrukkelijk niet alleen gericht op gemeenten in de Protestantse Kerk in Nederland, maar kan ook door gemeenten van andere kerkgenootschappen worden aangevraagd.