In deze editie: Waterbouwers op de kaart
‘Van water 1.0 doorschakelen naar water 3.0’
Demissionair Minister Mark Harbers doet met vele samenwerkingspartners, onder wie de waterbouwers, zijn uiterste best voor robuuste infrastructuur, bescherming tegen water en zorg voor schoon water. We interviewden hem over projecten die niet lijken los te komen, gevoelde belemmeringen door de Kaderrichtlijn Water en de Actieagenda toekomst binnenvaart. “Voor jullie leden is er in de toekomst veel werk te doen.”
Lees verder op pagina 3
‘Laten we gezamenlijke doelen als uitgangspunt nemen’
Het is rumoerig in aanbestedingsland. In het kader van vastgelopen aanbestedingen van complexe projecten is het tijd om samen te kijken hoe het anders kan. Jaap van der Weele, algemeen directeur bij DEME Environmental NL, gooide zelf al het roer om. “De ‘wat’ hoort bij de opdrachtgever. De ‘hoe’ bepalen we samen.”
Lees verder op pagina 5
Tweede leven voor damwanden
Beens Speciale Projecten is in januari 2021 als onderdeel van Beens Groep opgericht om duurzaamheid en circulariteit in de waterbouwmarkt te zetten. Ewald Scholten en Harry Post vertellen dat ze het liefst waterbouwkundige werken aannemen waarin ze hergebruik van materialen zoals houten, betonnen en stalen damwanden kunnen toepassen. “Soms is bestuurlijk lef nodig om verduurzaming in gang te zetten.”
Lees verder op pagina 7
‘Water als integraal onderdeel van maatschappelijke vraagstukken’
Het thema ‘water’ staat steeds steviger op de maatschappelijke en politieke agenda. Het haalt vooral het nieuws zodra er dreiging of concrete overlast is. Klimaat, stijgende waterspiegel, neerslag, overstromingen, maar ook droogte, piekafvoer en waterretentie. Die aandacht is er niet alleen bij incidenten in Nederland, maar over de hele wereld.
Maar crisismanagement is slechts een onderdeel van het totale waterbeheer in Nederland. ‘Water’ wordt een steeds belangrijker onderdeel van maatschappelijke vraagstukken en verdient het daarom als integraal onderdeel meegenomen te worden. Daarmee dient het werk van de waterbouwers een breder belang dan alleen de continuïteit van werk in de eigen sector. Als waterbouwers kunnen wij namelijk concreet bijdragen aan oplossingen om met de realiteit van water in ons land om te gaan.
Dat geldt voor oplossingen voor de kustlijn van Nederland, maar ook voor wateruitdagingen in het binnenland. Rondom onze waterwegen en rivieren en bij de instandhouding van onze natte infrastructuur. Dit vraagt wel om het durven ruimte te geven aan leren en toepassen in de praktijk. Iets dat typerend is voor de waterbouw. Het verleden heeft geleerd dat we niet alles kunnen overzien en dat we beter nu kunnen beginnen en gaandeweg de opgedane kennis toepassen en bijsturen. Al deze verschillende aspecten van de waterbouw komen aan bod in deze editie, net als de randvoorwaarden waaronder werkzaamheden worden uitgevoerd en een greep uit de diverse beroepen die deze mooie sector rijk is.
Ik wens u veel leesplezier.
Andrea Vollebregt, directeur Vereniging van Waterbouwers
‘Verplichte docking en certificering zien wij als onderhoud’
Twee keer per vijf jaar moeten de schepen De Reimerswaal en De Orisant volgens de Zeevaartwet in een werf droog komen voor verplichte inspectie. Volgens Jos den Herder is alle bijbehorende administratie een bijkomend effect van de door de overheid verplichte docking en bijbehorende certificering. “Maar verder zien wij dit vooral als een extra check op ons onderhoud en veiligheid.”
Lees verder op pagina 8
Verder in deze editie:
P. 2 Vereniging aan het woord:
• Voorwoord: ‘Blijf in gesprek en kijk samen vooruit’
• Waterbouwer in beeld:
Baggerbedrijf De Boer – Dutch Dredging
• Vereniging in beeld: Binnenvaarttafel
P. 4 Column:
Nederland als Museum van de Toekomst
P. 4 Projecten in beeld:
• Noodherstel overlaat Bosscherveld
• Prestatiecontract Vaarwegen Oost-Nederland
P. 6 Beroepen in beeld:
• Hoofd technische dienst nat – Boskalis Nederland
• Eerste stuurman – Faasse Groep
Grondstromen- en omgevingscoördinator – Van Oord
• Teamleider peil en meetdienst - Martens en Van Oord
P. 8 Toekomst in beeld:
‘Je mag duurzaamheid gelukkig
hoog op de agenda zetten’
Hét blad voor de waterbouwers van Nederland | Editie 1 – 2024
‘Blijf in gesprek en kijk samen vooruit’
Deze Waterbouwer laat mooi zien hoe waterbouwers een belangrijke rol spelen in het binnenlandse watersysteem en daardoor van belang zijn voor het implementeren van het water en bodem sturend principe (WBS). In deze goed gevulde editie komt de volle breedte van de opgaven waar waterbouwers een belangrijke bijdrage aan leveren aan bod.
We zoomen in op activiteiten van zandwinning op zee door Faasse Groep (zie pagina 6) tot slim hergebruik van damwanden van de Twentekanalen door Beens Groep (zie pagina 7). U leest over het indrukwekkende vermogen van waterbouwers om adequaat te reageren op crisissituaties, zoals hoe Paans van Oord omging met de calamiteit bij het Maastrichtse Bosscherveld (zie pagina 4). En hoe waterbouwers tegelijkertijd hun ogen op de toekomstige opgave richten
en vooroplopen in duurzame klimaatoplossingen. Klimaatexpert Tim van Hattum schijnt zijn licht op dit toekomstperspectief in zijn gastcolumn (zie pagina 4).
Platform V&R
We zijn blij met het nieuws van demissionair Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat. Hij vertelt op pagina 3 over het voornemen om, met oog op de grote onderhoudsbeurt van Nederland, aannemers voortaan meer zekerheid te bieden met acht- in plaats van tweejarige contracten. Rijkswaterstaat anticipeert hierop door haar aanbestedingsprocedures kritisch onder de loep te gaan nemen. “Van water 1.0 doorschakelen naar water 3.0”, noemt Harbers deze transitie. Het nieuwe platform, gericht op de vervangings- en renovatieopgave, gaat hierin een rol spelen. Het nieuwe platform V&R, dat valt onder de Taskforce Infra, toont gelijkenissen met de Taskforce Deltatechnologie en
Waterbouwer in beeld:
Baggerbedrijf De Boer - Dutch Dredging
‘Specialist in onderhoudsbaggeren langs vaarwegen en havens’
Zo’n zestig jaar geleden begon Baggerbedrijf De Boer B.V. als een klein familiebedrijf, dat hoofdzakelijk op de Nederlandse markt actief was. Na jaren van groei ging het bedrijf de internationale markt op onder de naam Dutch Dredging B.V. De kernactiviteiten van het bedrijf zijn baggerwerkzaamheden, metingen uitvoeren en andere waterbouwkundige werkzaamheden, met een sterke focus op onderhoudsbaggeren langs vaarwegen en havens.
Directeur Kees van de Graaf benadrukt de voorkeur van het bedrijf voor langdurige onderhoudscontracten boven grootschalige landaanwinningsprojecten, vanwege de voorspelbaarheid en beheersbaarheid van de werkzaamheden. “Ons bedrijf staat bekend om zijn conservatieve aanpak in combinatie met vooruitstrevende moderne technieken. Als ons werk onopgemerkt blijft bij de klant, dan is dat juist een teken van kwaliteit.
Een recent project in het buitenland is de verdieping van 68 kilometer van de Surinamerivier, in joint venture met Boskalis Nederland. Daarnaast voert Baggerbedrijf De Boer - Dutch
Dredging momenteel in Nederland onderhoudswerkzaamheden uit in havens als Harlingen, Delfzijl, Scheveningen en Duinkerke.
Het bedrijf streeft naar duurzaamheid, omdat ze geloven in het belang van langetermijndoelen. Keuzes maken op het gebied van duurzaamheid is echter complex, vooral omdat er vaak een gebrek aan duidelijkheid is over de richting van het overheidsbeleid. Van de Graaf: “Gelukkig zien we dat opdrachtgevers, zoals Rijkswaterstaat, steeds meer invulling geven aan duurzaamheidsaspecten bij aanbestedingen.”
Lees verder op www.waterbouwers.nl
is opgericht om de kennis van de markt en Rijkswaterstaat pre-concurrentieel te benutten.
Eerlijke risicoverdeling
Mede door de vastgelopen renovatieaanbesteding van de Van Brienenoordbrug is in de media een stevig gesprek gaande over risicoverdeling tussen markt en opdrachtgever (zie pagina 5). Laten we ons in dat gesprek ook voldoende richten op de vraag hoe we de kennis in onze sector kunnen inzetten om risico’s beter te doorgronden en te beheersen in plaats van het gesprek alleen te richten op allocatie. De waterbouwsector staat bekend om haar vakmanschap en empirische kennis. Laten we die gezamenlijke kennis benutten. Individuele waterbouwers kunnen grootse dingen doen, maar voor de integrale wateropgaven van Nederland zijn we samen op ons allersterkst.
Vereniging in beeld: Binnenvaarttafel
‘Waterbouw als verbindende schakel aan de Binnenvaarttafel’
Sinds januari is de Vereniging van Waterbouwers aangesteld als vaste deelnemer aan de nieuw opgerichte Binnenvaarttafel.
Deze tafel is onderdeel van de ‘Actieagenda toekomst binnenvaart’ die demissionair Minister Mark Harbers eind 2023 in zijn Kamerbrief lanceerde.
De Binnenvaarttafel, georganiseerd vanuit het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving, beoogt alle partijen uit de keten bij elkaar te brengen en strategische vraagstukken binnen de sector op te pakken. In een land waar water zo’n aanwezige rol speelt – in de directe leefomgeving en als cruciaal onderdeel van de logistiek- en transportmix – vormt de waterbouw de randvoorwaarde die deze elementen met elkaar verbindt. De waterbouw vormt daarmee een belangrijke pijler van de Nederlandse economie en maatschappij. Deze boodschap willen we graag uitdragen aan de Binnenvaarttafel.
Naast het verbinden van de verschillende opgaven op, in en aan het water, zoals klimaatadaptieve waterwegen,
Kader Richtlijn Water en het vervangen en renoveren van natte kunstwerken, is de Binnenvaarttafel ook een overlegorgaan waar de specifieke waterbouwbelangen behartigd zullen worden. Denk daarbij aan verduurzaming van de zoete waterbouwvloot en de gewenste verplichting van het emissielabel (mits de gestelde normen overeenkomen met de afspraken uit het Transitiepad Kustlijnzorg en Vaarwegonderhoud). Als waterbouwers houden we hierbij de belangen van de atypische zoete vloot goed in de gaten, zodat het systeem passend is en de sector kan blijven bijdragen aan duurzame waterwegen én schoon en emissieloos bouwen.
Lees verder op www.waterbouwers.nl
Voorwoord
Lees verder op www.waterbouwers.nl
2 DE WATERBOUWER - Hét blad voor de waterbouwers van Nederland
“Met het Platform V&R wordt kennis op het gebied van de vervangings- en renovatieopgave pre-concurrentieel beter benut.”
‘Van water 1.0 doorschakelen naar water 3.0’
Van jongs af aan heeft hij een passie voor alles wat rijdt, vaart en vliegt, zo lezen we op de profielpagina over bewindspersonen. Demissionair Minister Mark Harbers doet met vele samenwerkingspartners, onder wie de waterbouwers, zijn uiterste best voor het verkeer, bescherming tegen water en zorg voor schoon water. We mochten hem interviewen over projecten die niet lijken los te komen, gevoelde belemmeringen door de Kaderrichtlijn Water en de Actieagenda toekomst binnenvaart. “Voor jullie leden is er in de toekomst veel werk te doen.”
"Onze infrastructuur - en dus ook de waterkunstwerken - zijn in overgrote mate gebouwd na de wederopbouw. Veel van onze infrastructuur is nu gemiddeld genomen vijftig jaar oud. Dan ben je er niet meer met een likje verf of onderhoud, dat vergt renovatie of vervanging. Dat was voor het ministerie genoeg reden om te zeggen: we gaan eerst
vormgeven aan die grote onderhoudsbeurt van Nederland. Dat doen we met het geld uit het coalitieakkoord plus het geld van gepasseerde aanlegprojecten. Die aankondiging van 1,6 miljard afgelopen voorjaar was een aankondiging voor de begroting van 2024 en die is pas afgelopen week (eind januari, red.) in de Kamer behandeld en moet half februari nog worden vastgesteld. Bij gebrek aan een vastgestelde begroting kan ik het geld nog niet uitgeven.”
Hoe kunt u opdrachten na de vaststelling versneld naar de markt brengen?
"Daarbij willen we inzetten op deal flows: gelijkvormige onderhouds-, renovatie- of vervangingswerkzaamheden. Veel werkzaamheden zijn tamelijk uniform. Met de deal flows willen we gespecialiseerder en efficiënter werken stimuleren en innovatie bundelen. Dat is voor nu een grote veranderslag bij Rijkswaterstaat. Ik verwacht dat die opdrachten dit jaar en volgend jaar loskomen. Ik begrijp jullie ongeduld, maar het komt goed.”
“ Ik verwacht dat die opdrachten dit jaar en volgend jaar loskomen. Ik begrijp jullie ongeduld, maar het komt goed.”
“We hebben zo'n ingenieus mooi watersysteem. Door dat alles zijn de aanhoudende hoogwaterstanden tijdens de kerstperiode geen ramp geworden”
Het ‘geen achteruitgang principe’ van de Kaderrichtlijn Water (KRW) is in potentie een grote belemmering voor de continuïteit van werk voor de waterbouw. Wat is uw inzet om deze belemmering weg te nemen?
"Ik nuanceer graag jullie stelling, want het is niet zo dat plotseling allerlei projecten niet meer kunnen doorgaan. De KRW is in dat opzicht wel specifieker dan bijvoorbeeld stikstof, het gaat over tientallen stoffen in zevenhonderd verschillende waterlichamen. Het heeft vaak maar net te maken met welke stof in welk waterlichaam overbelast is. Is het toch zo dat de KRW de bouw van een project onmogelijk maakt terwijl het een project is met een groot maatschappelijk belang, bijvoorbeeld waterveiligheid, dan kunnen we, onder heel strenge voorwaarden, een beroep doen op de uitzonderingsgrond in de KRW. Maar inmiddels is duidelijk dat een aantal argumenten niet geaccepteerd wordt als uitzonderingsgrond. Daarom heb ik de turbo erop gezet, met het KRW-Impulsprogramma, want het blijft een heisa om alle doelen, richtlijnen en beperkingen op elkaar af te stemmen."
Eind november 2023 is de Actieagenda toekomst binnenvaart en de oprichting van de Binnenvaarttafel bekendgemaakt. Als waterbouwers juichen wij beide ontwikkelingen toe. Ons werk is immers randvoorwaardelijk voor het ontwikkelen van klimaatadaptieve vaarwegen. Hoe wordt gewaarborgd dat de doelstellingen en ambities van Schoon Emissieloos Bouwen overeenkomen met de actieagenda?
“De Actieagenda is het afgelopen jaar tot stand gekomen met alle betrokken organisaties in de binnenvaart. Het wordt gedragen door de sector. Dat vind ik een enorme plus. Ook de eerste invulling om alles samen voor elkaar te krijgen is heel positief. Maar om te voorkomen dat na het maken van een plan iedereen weer zijn eigen gang gaat, is de Binnenvaarttafel opgericht; een vast overlegplatform waar alle partijen geregeld bij elkaar komen om elkaar te inspireren én scherp te houden. Bijvoorbeeld over schoon en emissieloos bouwen. Maar ook over
schoon en emissieloos varen. Beide werken in elkaars verlengde.
De bouw begon emissieloos te werken rond de stikstofproblematiek en zo hebben aannemers de stikstofemissies in de bouw kunnen verminderen. En bedrijven die hun nek daarvoor uitsteken, belonen we als overheid in de aanbesteding. Maar de emissies komen niet alleen uit de bouw, maar bijvoorbeeld ook door binnenvaartschepen. Dat is een kwestie van wat langere adem; de binnenvaart moet in 2050 nagenoeg zero-emissie zijn."
Op welk behaald waterbouwresultaat bent u het meest trots?
“Ik ben vooral heel trots op alles wat we in een ver of minder ver verleden met elkaar gerealiseerd hebben. We hebben zo'n ingenieus mooi watersysteem. Door dat alles zijn de aanhoudende hoogwaterstanden tijdens de kerstperiode geen ramp geworden.
Dit is ‘gewoon’ het dagelijkse werk van Rijkswaterstaat, waterschappen en provincies om er met al die waterbouwkundige hoogstandjes voor te zorgen dat we al die weken het hoge water aankonden. Sterker nog, we konden in die periode onze noodpompen aan Frankrijk uitlenen."
Welke boodschap wilt u onze leden meegeven?
“Als ik naar de toekomst kijk, zien we dat bescherming tegen hoogwater veel energie gaat vragen. Daarnaast hebben we een nieuwe uitdaging die bijna tegen onze natuur ingaat. Want we zijn heel goed in water zo snel mogelijk afvoeren, maar in de vier droge zomers van de afgelopen zes jaar zien we dat we water óók moeten leren bufferen en vasthouden voor drogere tijden. De derde uitdaging is dat we in al onze waterbouwwerken moeten zorgen dat we onze waterkwaliteit op orde krijgen en houden. Van water 1.0 dus meteen doorschakelen naar water 3.0. Voor jullie leden is er in de toekomst veel werk te doen.”
Lees verder op www.waterbouwers.nl
3 EDITIE 1 / 2024
Mark Harbers, demissionair Minister van Infrastructuur en Waterstaat:
Nederland als Museum van de Toekomst
Het behoeft weinig uitleg dat het piept en kraakt in Nederland. Ons laaggelegen deltalandje staat voor enorme uitdagingen die we onmogelijk kunnen repareren met pleisters plakken.
Meer dan ooit is er behoefte aan een hoopvol toekomstperspectief. Hoewel het kortetermijndenken regeert, liggen er al prachtige bouwstenen voor zo’n langetermijnvisie. Met collega’s van Wageningen University & Research (WUR) ontwikkelden we een toekomstbeeld voor Nederland in 2120, met daarin een centrale rol voor water en natuur. We wilden laten zien hoe Nederland eruit kan zien als we het natuurlijk systeem van water en bodem leidend maken. Een prachtig land met volop ruimte voor water en natuur, voedselproductie op land en zee in balans met de natuur, landschappen als spons en groene en gezonde steden. De veelbesproken visie heeft veel mensen geïnspireerd in binnen- en buitenland. Een consortium van partijen staat inmiddels in de startblokken om binnen het kennis- en innovatieprogramma NL2120 Nederland koploper nature-based solutions te maken.
Ook op de klimaatconferentie (COP28) in Dubai kreeg de visie voor Nederland 2120 weer een podium. Tussen de sessies door zag ik nog even kans om een
bezoek te brengen aan het wereldberoemde Museum van de Toekomst. Enigszins teleurgesteld over de focus op techno-fix oplossingen kwam de vraag bij me op waarom ons land eigenlijk niet zo’n museum heeft. In een Museum van de Toekomst presenteert een land zijn visie op de toekomst. Er is geen enkel ander land ter wereld zo goed in staat als Nederland om te laten zien hoe je een laaggelegen dichtbevolkte delta klimaatrobuust inricht zodat je er prettig kan wonen en werken.
Water en natuur spelen een hoofdrol voor onze toekomst. Er kan magie ontstaan als waterbouwtovenaars en de nature-based solutions-profeten uit de watersector meer de krachten bundelen. Zoals Steve Jobs ooit zei: 'I think the biggest innovation of the 21st century will be at the intersection of biology and technology’. Hoe gaaf zou het zijn als de watersector het voortouw neemt om ons land om te zetten tot een (openlucht)Museum van de Toekomst, waarbij de groene klimaatoplossingen uit Nederland in 2120 zich al in alle uithoeken van het land presenteren. De hele wereld kijkt dan weer naar Nederland om te zien hoe wij onze tovenaarsstrategie van vechten tegen het water hebben getransformeerd naar een gezonde en gelukkige samenleving die leeft in balans met water en natuur.
• Hoofd Klimaatprogramma Wageningen University & Research Auteur Only Planet Klimaatgids voor de 21ste Eeuw
“Waarom heeft ons waterland nog geen Museum van de Toekomst?”
Projecten in beeld
‘Samen kun je het onmogelijke mogelijk maken’
Van aannemers en woonarkbewoners tot militairen met Chinookhelikopters: tijdens de calamiteit met de overlaat die begin dit jaar plaatsvond bij het Maastrichtse Bosscherveld, werkte projectmanager Peter Brand van Paans Van Oord samen met wel heel uitzonderlijke partners. “Als iedereen hetzelfde doel voor ogen heeft, kun je het onmogelijke mogelijk maken.”
Prestatiecontract Vaarwegen Oost-Nederland
‘Samen houden we de route bevaarbaar’
Wouter Schreur werkt als werkvoorbereider namens Martens en Van Oord (MvO) aan het Prestatiecontract Vaarwegen Oost-Nederland op het speciale baggerponton Roeroord, dat is uitgerust met een explosieveilige munitiescheidingsinstallatie. “Het prestatiecontract houdt in dat we samen met Heijmans, in opdracht van Rijkswaterstaat, zorgen dat de vaarwegen bevaarbaar blijven. In dit geval gaat het om het toeleidingskanaal richting sluis St. Andries.”
Tim van Hattum
Lees alle details over dit project op www.waterbouwers.nl
Lees alle details over dit project op www.waterbouwers.nl
Noodherstel overlaat Bosscherveld
4 DE WATERBOUWER - Hét blad voor de waterbouwers van Nederland
“De ‘wat’ blijft bij de opdrachtgever, maar de ‘hoe’ bepalen we samen.”
‘Laten we gezamenlijke doelen als uitgangspunt nemen’
Hetis rumoerig in aanbestedingsland. In het kader van vastgelopen aanbestedingen van complexe projecten is het tijd om samen te kijken hoe het anders kan. Jaap van der Weele, algemeen directeur bij DEME Environmental NL, gooide zelf al het roer om. “De ‘wat’ hoort bij de opdrachtgever. De ‘hoe’ bepalen we samen.”
Er wordt momenteel veel van waterbouwers verwacht. We staan voor een grote onderhouds- en renovatieopgave en moeten tegelijkertijd anticiperen op maatschappelijke veranderingen, nieuwe weten regelgeving en de uitvoering van programma’s zoals de Kaderrichtlijn Water (KRW), het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW).
Bij de aanbestedingen van hoognodige projecten staan enerzijds de overheden die belastinggeld zorgvuldig willen besteden en aan de andere kant de aannemers die winst willen maken. “Natuurlijk vinden we het belangrijk om stikstofuitstoot te beperken en ons materieel te verduurzamen. Dat doen we graag”, vertelt Van der Weele. “En gelukkig wordt onder meer die duurzaamheidswaarde steeds vaker meegerekend bij het ‘gunnen op waarde’. Toch is deze ontwikkeling nog niet consistent en voorspelbaar genoeg. Als puntje bij paaltje komt wordt door opdrachtgevers nog vooral naar de laagste waarde in euro’s gekeken. Wat dat betreft zitten we echt op een ander tempo dan de meeste overheden.”
Tegelijkertijd wordt volgens Van der Weele teveel geld uitgegeven aan zaken als vergunningstrajecten en proceskosten. Volgens hem moet veel meer van dat geld gaan naar de essentie van wat we als waterbouwers uitvoeren. “We doorlopen zoveel procedures voordat er een laagje klei op de dijk kan. Mijn faalkosten zitten al lang niet meer in meer of minder kuubs in de uitvoering, maar in de vraag of ik het contract wel goed heb begrepen en de betrouwbaarheid van de areaalgegevens.”
Risicoverdeling
Dat complexe miljardencontracten nog te vaak worden uitgegeven in dichtgetimmerde contracten, met alle risico’s bij de aannemer, moet veranderen. Dat vindt ook jurist, adviseur en ex-advocaat Arent van Wassenaer. Hij schreef een boek over de succesfactoren van projecten wereldwijd. Succes betekent volgens hem het halen van je vooraf gestelde doelen. En alles wat het behalen van die doelen kan beïnvloeden, noemen we risico’s. “En juist die risicoverdeling, daar moeten we anders mee omgaan. Als we contracten aanbestedingsvormen anders gaan benaderen, kunnen we ruimte creëren voor partijen om vooraf meer in gesprek
te gaan over de te treffen beheersmaatregelen. Dan zal blijken dat het ene risico beter gedekt kan worden door de ene partij en de andere door de andere.”
Meer 2-fasencontracten en allianties
Van der Weele is een voorstander van zo’n manier van samenwerken. Hij heeft er bewust voor gekozen niet meer standaard voor de laagste prijs mee te vechten en roept andere waterbouwers op ook de impasse te doorbreken. “We moeten samenwerken om te komen tot een consistente uitvraag.” Als de aanblijvende uitvragen in UAV-GC-contracten vaker plaatsmaken voor meer 2-fasencontracten – of volgens hem nog beter: werken in coöperaties – ontstaat er volgens hem een heel andere dynamiek. “De ‘wat’ blijft bij de opdrachtgever, maar de ‘hoe’ bepalen we samen.”
De kracht ligt bij de flexibiliteit om samen keuzes te maken in plaats van een afgebakend contract uit te voeren. “We maken duidelijke afspraken over het verdienmodel, brengen onze mensen en middelen in en kijken samen naar de aanpak. Vervolgens kunnen we op basis van transparantie, gezamenlijk belang en een eerlijke verdeling van baten en risico’s als alliantie dezelfde doelen nastreven.”
Volgens Van Wassenaer is samenwerken in allianties niet altijd het tovermiddel
voor succes. Volgens hem zijn er heus wel projecten waarbij waterbouwers met een RAW-bestek uit de voeten kunnen. De uitzondering ligt bij complexe projecten. Denk aan de recent vastgelopen aanbesteding van de Van Brienenoordbrug. “Bij dergelijke projecten is een succesvol eindresultaat afhankelijk van te veel risico’s aan de opdrachtnemerskant. Potentiële hindernissen kun je van tevoren onmogelijk allemaal overzien. Laat staan dat één partij ze kan managen. De beste ontwerpoplossingen kun je volgens mij veel beter samen uitvogelen dan wegzetten in een UAV-GC-contract.”
Gezamenlijke doelen motiveren
Een niet te onderschatten succesfactor daarbij is een gemotiveerd team. Dat mensen gedeelde verantwoordelijkheid voelen en met enthousiasme hun taken vervullen, is volgens Van Wassenaer nog belangrijker dan de contract- of aanbestedingsvorm. “En dat gevoel bereik je niet zonder heldere gezamenlijke doelen. Je hoeft niet in alles samen te werken, maar neem op zijn minst de tijd om overeenstemming te vinden over die doelen.”
“En hoe soepeler dit proces loopt, hoe meer arbeidsvreugde”, voegt Van der Weele toe. Hij merkt dat zijn collega’s deze manier van samenwerken omarmen, bijvoorbeeld binnen de Graaf Reinald-alliantie op het project Gorinchem-Waardenburg. “Ook sectorbreed heeft het alleen maar voordelen als mensen lekker op hun plek zitten. Met de voorspelde krapte op de arbeidsmarkt het komende decennium, staat werkplezier én het goed benutten van kennis en kunde hoog op al onze agenda’s.”
Voor meer informatie lees de uitgebreide versie van het artikel op www.waterbouwers.nl
5 EDITIE 1 / 2024
Beroepen in beeld
Marco van den Kieboom – Teamleider peil en meetdienst bij Martens en Van Oord
‘Collega’s ondersteunen en zorgen dat alles werkt’
Marco van den Kieboom startte zijn carrière met een stage bij Martens en Van Oord (MvO), dat hij al kende van vakantiewerk aan de hogesnelheidslijn en verbreding van de A16. Inmiddels is hij alweer 21 jaar bij MvO in dienst. Hij groeide door naar zijn huidige functie als teamleider peil- en meetdienst waarin hij zich bezighoudt met data inwinnen via lucht, land en water. Hij
verwerkt die data, bepaalt volumes en maakt ontwerptekeningen. “We hebben zo’n 40 eigen machines en diverse peilsystemen die werken met GPS. We zorgen ervoor dat die naar behoren functioneren.”
Lees Marco's verhaal op www.waterbouwers.nl
Daisy Ansems Grondstromen en omgevingscoördinator bij Van Oord ‘Van
bodem- en milieubeheer tot omgevingscommunicatie’
Daisy Ansems heeft zich bij Van Oord ontwikkeld van een bescheiden adviseur tot een sleutelfiguur in de sector. Ze heeft momenteel een dubbelfunctie bij het project Dijkversterking Hansweert als grondstromen- en omgevingscoördinator. Hierbij heeft ze, als onderdeel van de combinatie Answest,
Roland Peene eerste stuurman bij Faasse Groep
‘Op een skateboard door een pijp voor inspectie’
Roland Peene groeide in Westkapelle op aan zee. Hij volgde de Zeevaartschool, liep stage bij Faasse Groep en groeide in korte tijd door tot tweede en eerste stuurman. In die functie is hij inmiddels twee jaar de rechterhand van de kapitein en verantwoordelijk voor het systeem aan dek van een sleephopperzuiger. “We winnen zand voor de Nederlands-Belgische kust. Ik
ben veel aan dek te vinden en kruip regelmatig op een skateboard door een pijp om een inspectie uit te voeren. Daarnaast zorg ik dat het schip draaiende blijft en ben ik verantwoordelijk voor het aansturen van de bemanning aan dek.”
Lees Rolands verhaal op www.waterbouwers.nl
Wim Stander Hoofd technische dienst nat bij Boskalis Nederland ‘Ik
houd ons materieel operationeel en beschikbaar’
een cruciale rol in de communicatie met de omgeving. Daarnaast adviseert ze over efficiënt en goed (her)gebruik van grond. “Juist die combinatie van werkgebieden maakt mijn werk zo boeiend.”
Lees Daisy's verhaal op www.waterbouwers.nl
Eigenlijk wilde Wim Stander bosbeheerder en boswachter worden. Toen daar weinig werk in te vinden was koos hij voor de Zeevaartschool. Geen vreemde keuze als zoon van een ervaren zeeman. Als hoofd technische dienst nat en technisch inspecteur bij
Boskalis Nederland houdt hij nu het materieel operationeel en beschikbaar voor opdrachten. “Ik ben graag een regelneef, het is trekken en duwen.”
Lees Wims verhaal op www.waterbouwers.nl
6 DE WATERBOUWER - Hét blad voor de waterbouwers van Nederland
In de diepte circulariteit in de waterbouwmarkt
Tweede leven voor damwanden
Beens Speciale Projecten is in januari 2021 als onderdeel van Beens Groep opgericht om duurzaamheid en circulariteit in de waterbouwmarkt te zetten. Ewald Scholten runt dit bedrijfsonderdeel samen met Harry Post.
Scholten is een man met een missie. “Wij nemen het liefst waterbouwkundige werken aan waarin we hergebruik van materialen zoals houten, betonnen en stalen damwanden kunnen toepassen. Hergebruik heeft naast preventie immers de hoogste prioriteit op de ladder van Lansink.” De ladder van Lansink onderscheidt drie categorieën van omgaan met afval. Preventie en hergebruik hebben de hoogste prioriteit. Vervolgens recycling en hoogwaardige energiewinning. De minste voorkeur heeft het verbranden of storten van afval.
Vervanging damwanden
Een mooi voorbeeld van de manier waarop invulling is gegeven aan hergebruik en circulariteit is het project Opwaardering Twentekanalen. Dat richtte zich op het verdiepen van de Twentekanalen. De combinatie Van OordHakkers-Beens Groep (VOHB) leverde het project in 2023 op. Tijdens het project is onder meer 42 kilometer aan houten
en stalen damwanden vervangen. Al in de aanbesteding zagen we grote kansen om de materialen te hergebruiken en opnieuw in de keten te brengen. Veel materiaal is nog prima bruikbaar en dat geldt zowel voor houten, betonnen als stalen damwanden. “Zo hebben we veel stalen damwanden kunnen hergebruiken in ondiepere watergangen in Noord-Holland.”
Circulair depot
Veel vrijkomende damwanden gaan naar het Circulair Depot van Beens Speciale Projecten in Lelystad. Het bedrijf nam het depot van ruim één hectare met state-of-the-art houtzaagmachines na een verbouwing eind 2023 officieel in gebruik. Werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt maken hier onder meer hardhouten materialen ter plekke op maat. Het depot ligt vol met Azobe en Basralocus hout, betonnen en stalen damwandplanken en kunststof brugdelen die op een nieuw leven wachten.
‘Bestuurlijk lef is nodig’
Hoe kunnen waterbouwers vanuit de opdrachtgevers meer ruimte creëren voor vergelijkbare duurzame en circulaire projecten als het project Opwaardering Twentekanalen? Scholten heeft een duidelijke mening. “Soms is er ‘bestuurlijk lef’ nodig om projecten in gang te zetten. Neem bijvoorbeeld de aanleg van een nieuwe oeverbeschoeiing in Overijssel in 2023. Door hergebruik van betonnen damplanken wordt er in dit project 1.285 ton CO2 minder uitgestoten ten opzichte van stalen damwanden. De betrokken gedeputeerde heeft zich sterk gemaakt om het project te realiseren door binnen de huidige ontwerprichtlijnen toch ruimte te creëren voor hergebruik.
“Wij hebben de tijd mee. De prijs van nieuwe bouwmaterialen is de afgelopen tijd met tien tot vijftien procent gestegen, dus hergebruik is financieel ook interessant.”
Circulaire oever in Oude Vaart bij Hasselt is schoolvoorbeeld van toekomstbestendig bouwen
Provincie Overijssel wil in 2030 50% minder grondstoffen gebruiken voor haar infrastructurele projecten. In 2050 moet zelfs al het materiaal op hergebruik gebaseerd zijn. Dit zijn circulaire doelstellingen die de waterbouwers van Beens Groep als muziek in de oren klinken. Zo realiseerde Beens Groep onlangs met gebruikte damwanden een circulaire oever langs de provinciale weg N337. Een innovatieve zandsproeitechniek maakte baggeren en het afvoeren van slib overbodig. Harry Post legt graag uit, waarom dit project een schoolvoorbeeld van circulariteit en vindingrijkheid is.
In de Oude Vaart moest een waterkant met verrotte houten palen vervangen worden. Bij andere projecten kwamen betonnen damplanken vrij die nog in goede staat bleken te zijn. Die betonnen planken zijn geplaatst midden jaren ’70 en zouden theoretisch 80 tot 100 jaar mee gaan. Het oorspronkelijke plan was om ze te breken en als puin te gebruiken, bijvoorbeeld als fundament onder een weg. Na onderzoek bleken de planken theoretisch nog wel 250 jaar mee te kunnen gaan. Dus konden ze uitstekend worden hergebruikt. Veiligheidshalve werd uitgegaan van een resterende levensduur van 50 jaar. De wens om de betonnen planken opnieuw te gebruiken werd bij Beens Speciale Projecten neergelegd.
In ontwerprichtlijnen al ruimte voor circulariteit inbouwen Circulair bouwen vraagt een andere aanpak dan gebruikelijk. Post: “Normaal gesproken maakt de provincie een ontwerp en bepaal en bestel je op basis van dat ontwerp de nieuwe materialen. Nu was er al bestaand materiaal met vaststaande specificaties. Dus moesten we een ontwerp maken waarin dat materiaal toegepast kon worden. Lastig daarbij was het feit dat het materiaal uit een tijd met andere regels en eisen stamde. Nieuwe constructies moeten natuurlijk voldoen aan de huidige veiligheidseisen en meestal zijn nog aanvullende eisen met betrekking tot levensduur en esthetiek. Je moet dus goed inventariseren, op welke voorwaarden deze
eisen gebaseerd zijn en welke risico’s je loopt bij de uitvoering van het ontwerp. Wil je circulair bouwen, dan moet je in de ontwerprichtlijnen daar al rekening mee houden.”
Aanzienlijke vermindering CO 2 -uitstoot
Door hergebruik van de betonnen damplanken in dit project verminderde de CO2 uitstoot met 1.285 ton ten opzichte van een stalen waterkant. Dit is vergelijkbaar met de uitstoot van 75.000 benzineauto’s die van Zwolle naar Amsterdam rijden (bij een verbruik van 1 liter benzine per 15 kilometer). De milieubelasting van het project was slechts een derde ten opzichte van een bouw met nieuwe materialen. Geaccepteerd werd dat circulair materiaal ongeveer de helft van de levensduur van nieuw materiaal heeft.
Baggeren en afvoer van slib overbodig
Normaal gesproken wordt eerst slib van de onderwaterbodem gebaggerd. Dat slib gaat naar een erkende grondverwerker. Post: “Door toepassing van een innovatieve zandsproei-techniek bedekten we het slib in de Oude Vaart met dunne laagjes zand. Het gewicht van het zand perste het slib samen en zo ontstond een draagkrachtige ondergrond. We hoefden dus niet te baggeren en slib af te voeren. De winst van het project in CO2-uitstoot werd hierdoor nog groter. En daarmee levert dit project een belangrijke bijdrage aan het behalen van de circulaire doelstellingen van de provincie.”
7 EDITIE 1 / 2024
Harry Post (l) en Ewald Scholten (r)
Toekomst in beeld: Duurzaamheidsvisies
‘Je mag duurzaamheid gelukkig hoog op de agenda zetten’
Martijn Lourens is als rentmeester gebiedsontwikkeling bij K3Delta verantwoordelijk voor grondzaken en betrokken bij lopende projecten en het verwerven van nieuwe locaties om te kunnen ontwikkelen. Thomas Hamer is als sustainable development engineer bij Van den Herik bezig met verduurzaming, zowel bedrijfsbreed, in lopende projecten als in aanbestedingen. Samen gaan ze in gesprek over de toekomst van de waterbouwsector. “Je mag duurzaamheid gelukkig hoog op de agenda zetten.”
Waterbouwprojecten kunnen een goede bijdrage leveren aan het bevorderen van de natuur en biodiversiteit in een gebied. “Het vraagt om een andere manier van kijken”, stelt Lourens vast. “Natuur is altijd een belangrijke pijler binnen onze projecten en hetgeen je aan het einde oplevert; een plek waar de natuur verder zijn gang kan gaan.” Daarbij werkt Lourens samen met partijen als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de Landschappen en Stichting Ark. “We trekken echt samen op. Met elkaar kijken we hoe we tot een
goed eindbeeld kunnen komen dat ook relevant is voor de natuur. Aan het einde krijgt zo’n organisatie het gebied kant en klaar opgeleverd op de manier waarop we samen besproken hebben.” Omdat sommige projecten jarenlang lopen kan het zijn dat de doelstellingen gedurende de looptijd worden bijgesteld als maatschappelijke veranderingen daarom vragen.
Van den Herik opereert als aannemer vooral binnen de kaders van opdrachteisen, maar combineert dit wel aanvul-
Praktijk in beeld: Docking en certificering
lend met haar eigen duurzaamheidsvisie waarbij ook de natuur centraal staat. Zo is er bijvoorbeeld een lopend (prestatie) contract voor het beheer en onderhoud van de IJssel en het Twentekanaal. “Soms maaien wij minder of buiten de seizoenen om en minimaliseren we bijvoorbeeld ergens het baggeren om de natuur te ontzien. Wij zijn constant bezig met het verduurzamen van onze vloot, in lijn met de bedrijfsdoelstellingen. Verder kijken wij in aanbestedingen goed naar wat er duurzamer kan wat betreft materiaalkeuze,
‘Verplichte docking en certificering zien wij als onderhoud’
Reimerswaal Dredging startte in 1966 met een gelijknamig schip van 400 m3. Met dit eerste schip voer en werkte de opa en later ook de vader van Jos den Herder op de binnenwateren. Hoe gaat het familiebedrijf om met de verplichte docking en de bijbehorende certificering?
We spreken Den Herder; hij is kapitein en samen met zijn vader eigenaar van Reimerswaal Dredging. Administratie is volgens Den Herder een flink nadeel van de door de overheid verplichte docking en bijbehorende certificering. “Maar verder zien wij dit alles eigenlijk als een extra check op ons onderhoud en veiligheid.”
Twee keer per vijf jaar moeten volgens de Zeevaartwet de schepen De Reimerswaal en De Orisant in een werf ‘droog’ komen voor de verplichte inspectie."
Docking is volgens Den Herder het verlengde van je eigen onderhoudsplan én een extra check. “Als je het zo bekijkt, is
De Waterbouwer is een uitgave van de Vereniging van Waterbouwers en is bedoeld om haar leden en relaties te informeren over onderwerpen die de branche raken. De Waterbouwer wordt samengesteld door het bureau van de vereniging. Voor reacties en nadere informatie kunt
zo min mogelijk beton om maar iets te noemen. Ook in andere projecten die al in uitvoering zijn, voeren we zogeheten duurzaamheidscans uit, dan gaan we zelf op zoek naar wat er duurzamer kan en bespreken we dit met onze klanten. Waar we kansen zien om nog meer te verduurzamen, bespreken we de opties altijd met onze opdrachtgever, wat tot interessante ideeën kan leiden die ook steeds vaker uitgevoerd mogen worden.”
Lees verder op www.waterbouwers.nl
het geen gedoe meer, maar juist fijn dat iemand van buiten met een kritische blik naar jouw schip kijkt. Misschien hebben wij wel blinde vlekken.” Den Herder kijkt wel met gefronste wenkbrauwen naar de vele certificeringen. “Soms zijn het regels op regels. Alles wordt alleen maar meer. Mijn vader had vroeger twee mappen met papieren. Nu hebben we bij wijze van spreken een bibliotheek vol.” Tijdens het varen en lossen voert de bemanning – onder wie altijd een paar vaklassers
– tussendoor veel onderhoud uit. “Wij kunnen bijvoorbeeld droog lossen in 2,5 uur, maar op sommige plekken hebben ze er 8 uur voor nodig, omdat we op een walinstallatie moeten lossen. In die wachttijd kunnen we mooi ons leidingwerk en componenten controleren, opknappen of overhalen.”
Ook aan wal treft Reimerswaal Dredging veel voorbereidingen voor eigen onderhoud. “We hebben een eigen loods met draai- en freesbanken en drie vaste
Redactie
Tom
Catelijne
technici. Daarnaast werken we met een groep zzp’ers. We leggen onze schepen om de twee à drie jaar in het droogdok om alles te controleren, repareren en vervangen: van rubbers tot hydrauliek en van boegschroeven tot schroefassen. Je kunt natuurlijk wachten op die verplichte docking, maar als je in zout water vaart en grind verwerkt dan weet je dat materiaal hard slijt. Onderhoud hoort bij het varen, zoals die certificering bij de verplichte docking hoort.”
Lees verder op www.waterbouwers.nl
- eindredactie)
u terecht bij:
van Waterbouwers
Hopmans Bezuidenhoutseweg 12 2594 AV Den Haag Telefoon 070 – 3490700 c.hopmans@waterbouwers.nl www.waterbouwers.nl
Vereniging
Catelijne
van Velzen (TVV Tekst
de Bruin) Adriaan van Hooijdonk (AdriaanSchrijft) Vormgeving: Lex Bijl (Gouwestad Marketing & Media) Beeld: Jan-Evert Zondag (Ardito) Sabine Bison (Bisonder Producties) Ivo van Leeuwen (IvovanLeeuwen.com) Drukwerk: De Groot Drukkerij F TUMBLR-SQUARE
Hopmans (VvW – coördinatie) Robbert Roos (Sold Communicatie) Helene de Bruin (Helene
“Soms zijn het regels op regels. Alles wordt alleen maar meer"
8 DE WATERBOUWER - Hét blad voor de waterbouwers van Nederland