De Waterbouwer-editie-1_2025

Page 1


‘Meer

mindersynergie, vrijblijvendheid’

HetHoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) werkt met man en macht én waterbouwers aan de versterking van dijken tot 2050. Nieuwe inzichten en berekeningen lijken gunstig uit te pakken, zo blijkt uit de kamerbrief van januari. Programmadirecteurs HWBP David van Raalten en Eric Withaar praten u bij.

Lees verder op pagina 3

‘Samen vooruitdenken, bijsturen en doorpakken’

Vier kilometer kanaal droogleggen, verdiepen, verbreden en herbekleden. En dat alles voorbereiden en uitvoeren in krap een jaar tijd. Van den Herik-Sliedrecht en projectpartners lieten zien dat het kan. “Na een flinke dosis vooruitdenken, bijsturen en doorpakken, zit het werk in Limburg er bijna op”, aldus technisch managers Gerard Boon en Roel van Gerwen.

Lees verder op pagina 5

‘Milieueffecten scheepsbrandstoffen in kaart’

TNO en EcoReview onderzoeken de milieueffecten van 29 energiedragers voor binnenvaart- en zeeschepen. Dat doen ze in opdracht van de Vereniging van Waterbouwers, Rijkswaterstaat en Havenbedrijf Rotterdam. “Zo kunnen waterbouwers beter bepalen waarin ze gaan investeren”, zegt Anne Kleine Staarman, teamleider energie- en emissieoplossingen bij Van Oord.

Lees verder op pagina 7

‘Bent u klaar om te versnellen?’

Als Vereniging van Waterbouwers zien we de grote impact die onze leden gaan ervaren als projecten en vergunningverlening niet ‘KRWproof’ gemaakt worden of als programma’s om waterveiligheidsopgaven uit te voeren niet sneller tot uitvoering komen. De waterbouwers hebben daarom hun uitvoeringskennis gebundeld en daarmee uitvoeringsversnellers benoemd die kunnen helpen om alle projectfasen te doorlopen en daarmee Nederland grondig te kunnen renoveren en ‘future proof’ te maken. Een opgave die ook centraal staat in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Beide programmadirecteuren vertellen er meer over in het interview op pagina 3.

‘Never waste a good crisis’ is een gevleugelde uitspraak, die ook werd toegepast op het project Julianakanaal. In recordtempo werd ruimte gevonden om alle benodigde

processen te doorlopen en de verbreding en verdieping van het kanaal met vereende krachten tot een goed einde te brengen. U leest erover in het interview op pagina 5. Versnellen en toekomstbestendigheid gaan ook hand in hand met verduurzaming en toegewijde mensen. U leest daarom in deze editie over hoe de atypische waterbouwvloot wordt voorbereid op duurzame brandstoffen, hoe er in en samen met de natuur wordt gewerkt en hoe er wordt gezorgd voor een nieuwe generatie én een hecht netwerk van waterbouwers.

Bent u klaar om te versnellen? Ik wens u veel leesplezier.

Ik wens u veel leesplezier. Andrea Vollebregt, directeur Vereniging van Waterbouwers

‘Voor wat de natuur ons geeft, doen we graag iets terug’

Er is veel mogelijk als je grondstofwinning zo plant dat je tegelijkertijd het gebied ontwikkelt en meerwaarde biedt voor de maatschappij. K3Delta wint en verwerkt al meer dan 90 jaar zand en grind. Tegelijkertijd ontwikkelen ze nieuwe natuur- en recreatiegebieden. Projectleider Frank Taverne: “Voor wat de natuur ons geeft, doen we graag iets terug.”

Lees verder op pagina 8

Verder in deze editie:

P. 2 Vereniging aan het woord:

• Voorwoord: ‘Uitvoeringsversnellers als antwoord op urgentiegevoel’

• Waterbouwer in beeld: KWS

• Vereniging in beeld: Promotie waterbouw

P. 4 Column: Platform Jonge Waterbouwers: ‘Elkaar kennen is belangrijk voor de inhoud van ons werk’

P. 4 Projecten in beeld: Dijkversterking Marken

• Versterking Rijnkade Arnhem

P. 6 Beroepen in beeld: Energy & emissions engineer – Van Oord

• Commercieel manager – Smals Bouwgrondstoffen

• Schipper, monteur en schilder – Van der Meulen Woudsend

• Area manager – Baggerbedrijf De Boer

P. 7 In de diepte: Afdeling Duurzame Scheepvaart: ‘Zo kan deze mooie sector een duurzame en robuuste toekomst tegemoet gaan’

P. 8 Toekomst in beeld:

• ‘Optimaal datagebruik vergt kennisdeling en -bundeling’

In deze editie: Verbinden en Versnellen

Voorwoord

‘Uitvoeringsversnellers als antwoord op urgentiegevoel’

Dijken bouwen, waterwegen graven, land aanwinnen en innovaties ontwikkelen: als vooruitstrevende waterbouwers doen we dit al eeuwen lang om Nederland veilig, leefbaar en bereikbaar te houden. Maar we zien dat steeds meer tijd, energie en middelen opgaan aan de voorbereiding van projecten.

Complexe, integrale opgaven verlammen de besluitvorming, waardoor beslissingen worden vooruitgeschoven. De start van de uitvoering laat steeds langer op zich wachten, terwijl de krapte op de arbeidsmarkt verder toeneemt. Gelukkig wordt er op verschillende niveaus ruimte gecreëerd om hierover te spreken en groeit het gezamenlijke besef dat versnelling noodzakelijk is.

Om de opgaven nog betaalbaar en op tijd te realiseren, zijn structurele veranderingen nodig. Daarom heeft de Vereniging van Waterbouwers een brochure met uitvoeringsversnellers opgesteld. Hierin bieden we verschillende hand-

reikingen – aan de hand van concrete projectvoorbeelden van onze leden – die kunnen zorgen voor besparing en versnelling van de huidige uitvoeringsprogramma’s. Denk aan meer centrale regie met regionale uitvoering of de bundeling van meerdere vergelijkbare projecten in portfoliocontracten.

Ook het samenvoegen van programma’s kan lonend zijn. Op dit moment lopen meerdere programma’s, zoals het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en de Kaderrichtlijn Water (KRW) – parallel aan elkaar. Ze hebben veel overlap en door ze te combineren kunnen we voortrajecten versnellen en

Waterbouwer in beeld: KWS ‘Totaalpakket voor veiligheid en duurzaamheid’

Van stoep tot snelweg en van dijkversterkingen tot natuurontwikkeling: KWS is in vele markten thuis en speelt een cruciale rol in de Nederlands infrastructuur. “Met de huidige klimaatopgaven is onze focus voor de komende jaren steeds verder verschoven richting waterbouwprojecten, zoals dijkversterkingen en kanaalverbredingen”, vertelt directeur waterbouw Jan Pols. “We willen ons nog sterker profileren in deze sector en een belangrijke bijdrage leveren aan de waterveiligheid van Nederland.”

Eén van de grote voordelen van KWS’ landelijke spreiding en vele dochterondernemingen – gespecialiseerd in alles van tunnels en kademuren tot grondstoffenwinning en verkeersregeling – is dat ze een totaalpakket kunnen aanbieden in infrastructuur en waterbouw. “Dat is een groot pluspunt in deze markt”, legt Pols uit. “Opdrachtgevers en partners hebben te maken met één aannemer en rekenen tegelijkertijd op de lokale betrokkenheid van onze 2.000 medewerkers. “We zorgen voor een integrale benadering van de projecten

bestuurlijke procedures efficënter doorlopen.

Kortom, laten we als waterbouwers het momentum vasthouden, in kansen denken en zo veel mogelijk doen om nú al te versnellen. Zo staan we stráks op tijd klaar om de klimaatadaptatie op te vangen en voorkomen we een adaptatiegat in Nederland.

Femke Zevenbergen

Voorzitter Vereniging van Waterbouwers

lees meer

“Zo staan we stráks op tijd klaar om de klimaatadaptatie op te vangen in Nederland"

Vereniging in beeld: Promotie waterbouw

‘Blijf

jongeren enthousiasmeren

voor de waterbouw’

Waterbouw is overal om ons heen: van havens en sluizen tot landaanwinning en kustbescherming. Maar hoe zorgen we ervoor dat de volgende generatie klaarstaat om deze essentiële projecten uit te voeren? Quentin van Emmerik, waterbouwambassadeur en voorlichter bij het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds (O&O-fonds) Waterbouw, zet zich in om jongeren te enthousiasmeren voor de sector.

en nemen daarbij alle omgevingsfactoren mee die te maken hebben met land en water. Zo bieden we een zo breed mogelijk waterveiligheidspakket aan.”

Met meer dan 120 jaar ervaring blijft KWS zich inzetten voor het verbeteren van de bereikbaarheid en leefbaarheid in Nederland. “Samen maken we Nederland veiliger en duurzamer”, belooft Pols.

lees meer

“Als je niet weet dat een beroep bestaat, hoe kun je het dan kiezen?”, reflecteert Van Emmerik. Daarom trekt hij het hele land door om gastlessen te geven, bedrijvendagen op scholen te bezoeken, excursies naar projecten te organiseren en jongeren op onderwijsbeurzen te laten ervaren hoe veelzijdig en innovatief de waterbouwsector is. “Eén van de grootste uitdagingen in mijn werk is binnenkomen in de schoolprogramma’s. Toch zien we dat steeds meer scholen het O&O-fonds Waterbouw vinden voor dit soort waardevolle momenten om jongeren enthousiast te maken.”

Naast fysieke voorlichting is online zichtbaarheid cruciaal. “We zijn actief op YouTube, Instagram en LinkedIn. TikTok staat ook op de planning. Jongeren orienteren zich steeds meer online, dus ook daar moeten we zijn.” Alleen met voldoende instroom van getalenteerde en gemotiveerde mensen kan Nederland blijven bouwen aan een veilige en innovatieve waterwereld.

lees meer

In de diepte – Versnelling HWBP

‘Meer synergie, minder vrijblijvendheid’

Erligt een grote opgave om de waterveiligheid in Nederland te garanderen. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) werkt met man en macht én waterbouwers aan de versterking van dijken tot 2050. Nieuwe inzichten en berekeningen lijken, zo lezen we in de kamerbrief van januari, gunstig uit te pakken. Ook de Vereniging van Waterbouwers ziet mogelijkheden voor ‘uitvoeringsversnellers’. De redactie spreekt met David van Raalten en Eric Withaar, beiden programmadirecteur HWBP.

Uit de kamerbrief van minister Madlener en het rapport ‘Opgaveen ontwikkelbehoeftegesprekken’ blijkt dat de opgave minder groot is dan eerder gedacht. Is versnelling nog noodzakelijk?

Withaar: “De totale opgave van het HWBP wordt nu inderdaad kleiner ingeschat dan in november 2023. Toen werd deze op maximaal 2.000 kilometer ingeschat. Dat getal is verfijnd. De laatste stand van zaken is dat er nog ongeveer 1.400 kilometer dijk versterkt moet worden. De minister heeft dat aan het begin van het jaar gerapporteerd aan de Tweede Kamer. De vorige inschatting was globaler, nu weten we beter wat de

werkelijke opgave is, de onzekerheden zijn minder groot.”

Van Raalten: “Het is gunstig dat het totaal aantal kilometers lager is, maar we hebben ontzettend veel werk te doen. Het programma is na tien jaar op stoom. Dat tempo moeten we vasthouden, liefst versnellen. En zeker geen mijlpalen doorschuiven. Daarnaast moeten we ons realiseren dat dit werk in 2050 niet klaar is. Werken aan waterveiligheid is nooit af. De klimaatverandering en de zeespiegelstijging blijven onze aandacht vragen voor waterveiligheid, ook na 2050.”

Wat ziet het HWBP als grootste vraagstuk?

Withaar: “Als het gaat om de productiedoelen van het HWBP steken twee thema’s er met kop en schouder bovenuit: kostenbeheersing en planning. Het tempo was de afgelopen jaren lager dan we wilden. De prognose voor de komende jaren is goed, maar het is dan wel zaak dat het waarmaken en de planningen gehaald worden. Daarnaast zien we de kosten van de projecten steeds verder oplopen. Dat zet de financiële haalbaarheid onder druk. Alleen geld erbij is niet de oplossing. We moeten ook scherpere keuzes maken en efficiënter gaan werken. Daar kan de markt ons bij helpen.”

Welke rol kunnen waterbouwers daarbij spelen?

Van Raalten: “Niet met meel in de mond praten. Op het moment dat je instapt, doe dan voor de volle 100% mee. Stel kritische vragen, breng innovaties in, durf tradities te bevragen, denk mee, wees creatief, combineer. Als een innovatie om bepaalde machinerie vraagt en je hebt die niet, huur

“Het

HWBP is niet van het HWBP, het is van ons allemaal, het is

onze gezamenlijke opgave.”

ze bij de concullega of vertel het ons. Verschuil je niet achter zo-doen-wedat-altijd. Het HWBP is niet van het HWBP, het is van ons allemaal, het is onze gezamenlijke opgave. Kortom: laat je toegevoegde waarde zien. En als jij de opdrachtgever zou zijn, hoe zou je zelf de opdracht dan aanpakken. Dat elan en vuur moet erin. Het HWBP is ook jullie zaak. De wil om samen slimmer te werken is er. Dat blijkt ook uit het feit dat het programmabestuur HWBP in gesprek gaat met de Vereniging van Waterbouwers over uitvoeringsversnellers.”

Over innovaties gesproken, welke ruimte is er binnen het programma?

Van Raalten: “Veel. We hebben een kennis- en innovatieprogramma van zo’n 10 miljoen per jaar, waarmee ook projecten gefinancierd kunnen worden. Normaal gesproken bekostigen we 10% van een innovatie, maar als het relevant is voor de hele alliantie, dan financieren we 100%. We willen nieuwe inzichten opdoen en innovaties toepassen.”

Withaar: “Ik zou het mooi vinden als nieuwe vondsten breed toegepast worden. De stap naar de implementatie en opschalen van innovaties blijkt in de praktijk toch lastig. Onze oproep is: ga er samen voor en als je tegen dingen aanloopt, klop bij ons aan. We hebben ook een risicovangnet; we komen helpen als het niet uitpakt zoals beoogd was.’

Is er laaghangend fruit om het HWBP te versnellen?

Van Raalten: “Veel laaghangend fruit is er niet. Anders zouden we het al geplukt hebben…”

Withaar: “We kunnen nog wel naar de omvang van projecten kijken. We zien dat grote projecten lastiger beheersbaar zijn. Kunnen we ze behapbaarder maken en wellicht ook onderbrengen in een portfolio van kleinere projecten, waarmee we transactiekosten verlagen en de procedures kunnen versnellen? Dat willen we verder onderzoeken, onder meer met de Taskforce Deltatechnologie.”

Draagt de huidige aansturing en het financieringsmodel van het HWBP bij aan een snelle uitvoering?

Withaar: “We bekijken ook de governance. De aanpak in het verleden was gebaseerd op een bottom-up benadering: de waterschappen leverden hun projecten en planningen in en wij maakten daar een programma van. Dat werkt niet meer, dus moeten we nu meer centraal gaan organiseren en een top-down-achtige benadering toevoegen. Dat gesprek loopt nu, daar hebben we nog geen sluitend antwoord op, maar de teneur is: meer synergie, minder vrijblijvendheid.”

lees meer

Platform Jonge Waterbouwers:

‘Elkaar kennen is belangrijk voor de inhoud van ons werk’

Martijn van Wijngaarden is tijdens de laatste bijeenkomst van Platform Jonge Waterbouwers (PJW) benoemd tot voorzitter. Na 2,5 jaar ‘gewoon’ lidmaatschap is hij vereerd en enthousiast om zijn deelname aan het platform voort te zetten in zijn nieuwe functie. In deze gastcolumn vertelt hij over de waarde van informele kennismaking, netwerken uitbreiden en kennisoverdracht. “De waarde van deze club is groot, zeker tegen het licht van de grote uitdagingen waar we als sector voor staan.”

Klimaatuitdagingen, duurzaamheidstransitie, digitalisering, veranderingen in grondstoffenwetgeving, grondstoffenschaarste en schaarste op de arbeidsmarkt. We hebben elkaar hard nodig om die uitdagingen aan te kunnen gaan: netwerken en kennisdelen zijn belangrijker dan ooit. Ik denk dat het ‘elkaar kennen’ van groot belang is voor de inhoud van ons werk. Het verrijkt mij dat ik weet wie mijn concullega’s zijn, wie aannemer is en wie het werk buiten uitvoert. Dát is de waarde van ons platform.

Elkaar en elkaars werk en inzichten beter leren kennen kan bijdragen aan innovatievere jonge waterbouwers. En die kwaliteiten hebben we keihard nodig om onze gezamenlijke uitdagingen aan te gaan. Ik leg de nadruk op ‘gezamenlijk’, want zo zien we de toekomst als platform en als

Projectbezoek Zandkreeksluis van het Platform

Jonge Waterbouwers en Jong Rijkswaterstaat

jonge waterbouwers: we moeten echt samen onze schouders eronder zetten om uitdagingen als klimaatverandering, verduurzaming en vervanging- en renovatieprojecten aan te kunnen. Dat vraagt om nieuwe kennis en innovaties.

Dat alles hebben we ook nodig bij de voorbereiding, het ontwerp en de uitvoering van kust-, rivier- en dijkprojecten. Vervanging en renovatie vragen om andere kennis van technieken, methoden en materialen. Daar komt bij dat duurzaamheid over elk project heen komt. Al die

“De waarde van deze club is groot, zeker tegen het licht van de grote uitdagingen waar we als sector voor staan."

uitdagingen tezamen vragen om samen werken, samen kennis delen en samen optrekken, want er ligt nóg een uitdaging op de stapel: efficiency. Hoe kunnen we samen slimmer werken, zodat we met minder mensen sneller een waterwerk kunnen realiseren? Ik denk dat als je elkaar kent, als je weet wat je aan elkaar hebt. Als je bereid bent om kennis te delen, met je concullega’s, met leveranciers én zelfs met opdrachtgevers. Dat we de uitdaging van morgen en overmorgen, van dit jaar en volgend jaar, van dit decennium en de rest van deze eeuw aankunnen.

Projecten in beeld

Hof op Marken – Dijkversterking Marken

‘Oog voor waterveiligheid, cultuur en natuur’

Combinatie Hof op Marken, bestaande uit DEME Environmental en JLD Contracting, voert de ‘Dijkversterking Marken’ uit. Een HWBP-project dat het historische eiland Marken gaat beschermen tegen het stijgende water. “Met deze ingrijpende versterkingsoperatie moeten we de waterveiligheid van het schiereiland de komende vijftig jaar garanderen”, vertelt projectdirecteur Roger Boogert. “Dat doen we met oog op het milieu én het unieke karakter van Marken.”

lees meer

Martijn van Wijngaarden • Voorzitter Platform Jonge Waterbouwers Werkvoorbereider bij De Klerk Werkendam

Hakkers B.V. - Versterking Rijnkade Arnhem

‘Arnhemse Rijnkade klaar voor de toekomst’

De versterking van de Rijnkade in Arnhem, uitgevoerd door de bouwcombinatie Hakkers, Van der Ven en Ballast Nedam, bereidt de stad voor op toekomstige waterveiligheidseisen. Het in 2023 gestarte project maakt deel uit van het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en zal naar verwachting in het voorjaar van 2026 gereed zijn. Bijzonder is dat het team vrijwel emissieloos werkt. “Alles draait om innovatie, duurzaamheid en samenwerking”, aldus ontwerpleider Joël Sinke van Hakkers.

lees meer

In de diepte – Julianakanaal

‘Samen vooruitdenken, bijsturen en doorpakken’

Vier kilometer kanaal droogleggen, verdiepen, verbreden en herbekleden. En dat alles voorbereiden en uitvoeren in krap een jaar tijd. Van den Herik-Sliedrecht en hun projectpartners lieten zien dat het kan. Technisch managers Gerard Boon en Roel van Gerwen praten ons bij over de uitdagingen op dit ‘alledaags werk in XL-formaat’. “Na een flinke dosis vooruitdenken, bijsturen en doorpakken, zit het werk in Limburg er bijna op.”

Project Julianakanaal is onderdeel van het grotere Maasrouteproject van opdrachtgever Rijkswaterstaat, bedoeld om de vaarroute tussen Maasbracht en Maastricht geschikt te maken voor een grotere klasse binnenvaartschepen. Van den Herik is sinds 2020 betrokken bij het werk aan het Julianakanaal. In eerste instantie ging het om een werkgebied van zo’n 2,5 kilometer, waarin verschillende gebieden stapsgewijs onder handen werden genomen. Dat gebeurde in bouwkuipen terwijl het kanaal open bleef voor de scheepvaart. Toen een damwand bezweek, met een volgestroomde bouwkuip en lekkend kanaal als gevolg, besloot toenmalig minister Harbers (IenW) dat er niks anders op zat dan het kanaal tussen Berg aan de Maas en Born volledig droog te leggen. Het startsein voor een indrukwekkend project met een ongekende doorlooptijd.

Teamwork voor topkwaliteit

Het besluit van de minister had grote gevolgen voor de aard en omvang van de werkzaamheden. In plaats van stapsgewijs gedeeltes van het kanaal aan te pakken, verdubbelde de scope en viel het besluit om dit deel over de gehele lengte van zo’n vier kilometer te verdiepen, verbreden en te bedekken met bentonietmatten en stenen. Boon: “Zo’n drooglegging is natuurlijk ingrijpend voor de scheepvaart, maar gaf ons wel de kans om nóg nauwkeuriger te werken en het kanaal over de volledige lengte en breedte waterdicht te maken.”

“Om zo’n omvangrijke klus onder serieuze tijdsdruk te klaren, hebben we meteen een aantal andere aannemers gevraagd om bij te springen”, vertelt Van Gerwen. “Nadat we het werkgebied hebben afgedamd en drooggelegd, namen partners Boskalis Nederland en Jac Rijk ieder een deel van het kanaal op zich, waar ze onder onze hoede, maar met eigen mensen en materieel aan de slag gingen. Het derde en meest uitdagende werkvak – dat nieuw aan de scope was toegevoegd en waarover het minst bekend was – namen wij zelf op ons.”

Logistiek meesterwerk

Normaal gesproken gaan vergelijkbare projecten gepaard met jarenlange voorbereidingen. Die tijd was er in dit geval simpelweg niet. “Zodra we in maart 2024 groen licht hadden om te starten, hebben we direct berekend hoeveel grind, steenslag en breuksteen we nodig hadden”, legt Boon uit. “Eén week later begonnen de steenleveranties al.”

Om de omgeving te ontlasten zette Van den Herik alles op alles om zo veel mogelijk van de 400.000 ton stenen over water

“Na een flinke dosis vooruitdenken, bijsturen en doorpakken, zit het werk in Limburg er bijna op.”

aan te leveren, nog voor het kanaal werd drooggelegd. “Dat materiaal moesten we wel ergens kwijt”, voegt Van Gerwen toe. “We huurden zo snel mogelijk 26 hectare grond om in te richten als werken opslagterrein. Dat was een project an sich, compleet met de aanleg van verharde wegen en een goed doordacht waterafvoersysteem. Door de plakkerige grond vormt overtollig regenwater in dit gebied een serieus risico voor onze doorlooptijden. Een strak staaltje watermanagement was essentieel om veilig en efficiënt te kunnen werken.” Om het depotterrein direct aan het kanaal te verbinden, plaatste Van den Herik zelfs een 50 meter lange tijdelijke brug over de tussengelegen openbare weg, die de gemeente graag open wilde houden.

Continu bijsturen

Met zo’n noodgedwongen korte voorbereidingstijd, zijn onvoorziene hindernissen onvermijdelijk. Het was voor Van den Herik een kwestie van alert blijven en continu bijsturen. Zo troffen ze in hun werkvak bij de sluis van Born grote hoeveelheden slib aan. Veel meer dan ze aan de hand van bodemonderzoek

hadden verwacht. Van Gerwen: “Daar moesten we onze werkmethode meteen op aanpassen. Het slib was verontreinigd en konden we niet zomaar in de omgeving opslaan. Het moest direct afgevoerd worden naar daarvoor bestemde rijksdepots. Daarom is ad hoc een slimme constructie bedacht om het slib in een elf meter dieper gelegen sluiskolk in schepen te kunnen laden. Alles om maar door te kunnen gaan en de deadline te halen.”

In april 2025 moet het Julianakanaal weer bevaarbaar zijn. Nu het werk er bijna op zit, blikken Van Gerwen en Boon met gepaste trots terug op een uitdagende periode die veel heeft gevraagd van hun mensen. “We danken het succes mede aan de prettige bouwteamopstelling met Rijkswaterstaat en de nauwe samenwerking met onze vele projectpartners. Het feit dat we voor elke hobbel op de weg, gaandeweg, sámen tot de beste oplossingen kwamen: dat werkt heel fijn. We hebben hier in Limburg mooi bewezen wat er allemaal mogelijk is als de neuzen dezelfde kant op staan.”

“Het feit dat we voor elke hobbel op de weg, sámen tot de beste oplossingen kwamen werkt heel fijn.”

Benieuwd naar de bijdrage van projectpartners
Boskalis Nederland, De Klerk Werkendam, Naue Nederland en Martens en Van Oord? Scan de QR-code en lees de volledige versie van dit artikel online.

Beroepen in beeld

‘Het is inspirerend om bij de groep koplopers te horen’

Astrid Berndsen is als energy & emissions engineer bij Van Oord dagelijks bezig met duurzaamheid. Het grootste deel van haar werk bestaat uit emissieen MKI-berekeningen maken. “Je bent voortdurend aan het afwegen of alles betaalbaar blijft, uitvoerbaar is binnen

‘Optimaal benutten wat de grond ons geeft’

het project en of er innovaties toegepast kunnen worden. Geen project is hetzelfde: juist die afwisseling maakt het werk voor mij interessant en elke keer weer uitdagend. Ik heb altijd zin om naar mijn werk te gaan.” lees meer lees

Hindrik Thys Haringsma – Schipper, monteur en schilder bij Van der Meulen Woudsend

‘Een levensstijl en bron van eindeloze voldoening’

In het Friese dorpje Woudsend werkt Hindrik Thys Haringsma als schipper, monteur en schilder bij Van der Meulen Woudsend. “Het mooiste vind ik het varen,” vertelt hij. “Hele dagen in de natuur geven me een gevoel van rust en vrijheid.” Daarnaast is Haringsma regelmatig te vinden in de loods, waar

hij wel mensen om zich heen heeft om kennis uit te wisselen en van elkaar te leren. “Ik zie mezelf hier nog vele jaren werken, het is een manier van leven, een passie en een bron van eindeloze voldoening.”

Zandwinning en bouwgrondstoffenhandel gaat niet alleen om opgraven en verkopen, maar ook om slimme strategieën en duurzame keuzes. Hein Gartsen werkt als commercieel manager bij Smals Bouwgrondstoffen, onderdeel van Koninklijke Smals. Zijn missie: “Optimaal benutten wat de grond ons geeft.” Hij verkoopt alle grondsoorten die hij tegenkomt, zonder restproducten

over te houden. Daarnaast vond hij een manier om gebroken betonpuin met primair zand te mengen tot een hoogwaardige duurzame grondstof: Circuzand. In de toekomst wil Gartsen nog meer zandsoorten ontwikkelen die bijdragen aan duurzame bouwoplossingen.

Kobus Kramer - Area manager bij Baggerbedrijf De Boer ‘Sleutelfiguur

in de baggerwereld’

Area manager Nederland en België Kobus Kramer werkt al bijna 35 jaar bij Baggerbedrijf de Boer. “Ik ben verantwoordelijk voor de planning, uitvoering en naleving van afspraken richting de opdrachtgever. Daarnaast houd ik toezicht op de dagelijkse voortgang om ervoor te zorgen dat alles veilig, efficiënt en binnen budget verloopt.” Verder lost Kramer praktische uit-

dagingen op, zoals planningswijzigingen door wisselende weersomstandigheden. Met zijn jarenlange ervaring is Kramer een bekend gezicht binnen Baggerbedrijf De Boer geworden en een sleutelfiguur in de Nederlandse waterbouwsector.

Astrid Berndsen – Energy & emissions engineer bij Van Oord

In de diepte - Afdeling Duurzame Scheepvaart

‘Zo kan deze mooie sector een duurzame en robuuste toekomst tegemoet gaan’

Als afdelingshoofd Duurzame Scheepvaart bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) zet Martine Hoeksma zich in voor de verduurzaming van de zee- en binnenvaartvloot. Ze begrijpt volledig dat de unieke waterbouwvloot om maatwerk vraagt. “Ook deze bijzondere sector nemen we mee op weg naar een duurzame en economisch gezonde toekomst.”

Verduurzaming van de scheepvaart kan volgens Hoeksma een enorme positieve milieu-impact hebben. De afdeling Duurzame Scheepvaart ziet waarde in een krachtige combinatie van normeren en beprijzen. “We werken toe naar internationale wetgeving rondom beprijzen, broeikasgasintensiteit en hernieuwbare brandstoffen. Zo kan de vloot serieuze verduurzamingsstappen maken binnen een eerlijk speelveld. Een Europese aanpak is inmiddels al een heel eind op weg.”

Verduurzaming nú stimuleren

“Wachten met verduurzamen tot het normeren en beprijzen aanslaat zou een gemiste kans zijn”, vindt Hoeksma. “Door nu al aan de slag te gaan, kan de sector straks sterker uitkomen in een duurzame toekomst. En daar willen we als overheid

bij faciliteren door mee te denken en te subsidiëren. Denk aan het Maritiem

Masterplan voor de ontwikkeling van klimaatneutrale schepen en het project Zero Emission Services (ZES) voor de verduurzaming van de binnenvaart.”

Waterbouw vraagt om maatwerk

Hoeksma beseft maar al te goed dat ‘generiek beleid’ richting duurzamere scheepvaart niet altijd één op één toepasbaar is op de atypische waterbouwvloot. De overheid dient sterk in verbinding te blijven met de waterbouwsector en te doorgronden hoe beleid zich vertaalt naar de praktijk. Zo bracht Hoeksma in januari op uitnodiging van de Vereniging van Waterbouwers een bezoek aan sleephopperzuiger Mahury. “Daar ging het unieke karakter van de waterbouwvloot voor mij echt leven.”

In de diepte – Energiedragers van de toekomst

Brandstoftransitie

"Door nu al aan de slag te gaan, kan de sector straks sterker uitkomen in een duurzame toekomst."

“De gezamenlijke verduurzamingsvisie leeft al”, benadrukt Hoeksma. “Er wordt geïnnoveerd en geëxperimenteerd met duurzame energiedragers.” (zie artikel: Energiedragers van de toekomst). Al blijft het ook voor waterbouwers een dilemma op welke brandstoftechnologie over te stappen. Aan de regelgeving rondom duurzame energiedragers wordt hard gewerkt. En om aan kop te blijven richting klimaatneutrale zeevaart in 2050, is een ‘Roadmap brandstoftransitie in de zeevaart’ opgesteld, die onder meer inzicht geeft in de verschillende brandstofopties.

“Ik begrijp dat de Waterbouwers ook een Roadmap Transitiepad Kustlijnzorg en Vaargeulonderhoud hebben voor de brandstofstransitie van hun zoete en zoute vloot. Ik zou graag nog een keer in gesprek willen gaan om te horen hoe dat loopt en ik wil jullie aanmoedigen een koploperspositie te behouden door elkaar mee te blijven nemen op weg naar verduurzaming”, besluit Hoeksma. “Zo blijft deze mooie sector robuust in een duurzame toekomst.”

lees meer

TNO en EcoReview brengen milieueffecten scheepsbrandstoffen in kaart

TNO en EcoReview onderzoeken de milieueffecten van 29 energiedragers voor binnenvaart- en zeeschepen. Dat doen ze in opdracht van de Vereniging van Waterbouwers, Rijkswaterstaat en Havenbedrijf Rotterdam. “Zo kunnen waterbouwers beter bepalen waarin ze gaan investeren”, zegt Anne Kleine Staarman, teamleider energie- en emissieoplossingen bij Van Oord. In april 2025 worden de onderzoeksresultaten verwacht.

De verduurzaming van de waterbouwvloot kent geen ‘one size fits all’-oplossing. Er zijn tal van potentiële scheepsbrandstoffen beschikbaar. Van traditionele fossiele brandstoffen, zoals diesel en Marine Gas Oil (MGO), tot biobrandstoffen zoals bio-LNG en Hydrotreated Vegetable Oil (HVO). En uiteindelijk zogeheten Renewable Fuels of Non-Biological Origins (RFNBO’s) oftewel e-fuels, zoals groene waterstof en e-methanol. Het brede scala aan mogelijkheden maakt het kiezen van de juiste brandstof per scheepstype een complexe beslissing. Dat geldt ook voor Van Oord, dat in 2050 klimaatneutraal wil zijn.

Noodzaak van actuele milieuprofielen

De variabele beoordeling van de Milieukostenindicator (MKI) in aanbestedingen bemoeilijkt momenteel de keuze voor scheepsbrandstoffen. Om de milieueffecten van brandstoffen te beoordelen, wordt gebruik gemaakt van Levenscyclusanalyses (LCA’s) maar die waren verouderd. Twee jaar geleden nam Kleine Staarman contact op met TNO om een update van hun rapport te realiseren.

“We wilden nieuw inzicht in de milieu-impact van verschillende energiedragers om de klimaat- en milieuvriendelijkste oplossing te kunnen toepassen.” Ook andere bedrijven hadden behoefte aan actuele milieuprofielen voor investeringsbeslissingen. Ze stelde daarom voor er een breder sectorinitiatief van te maken: ‘Energiedragers van de Toekomst’. Een geactualiseerde milieu-impactanalyse helpt tevens bij aanbestedingen. Rijkswaterstaat speelde een belangrijke rol in het vormgeven van een gezamenlijke onderzoeksopdracht met meerdere opdrachtgevers. Een onderscheid tussen zee- en binnenvaartschepen was hierbij essentieel.

Investeren in duurzame keuzes

EcoReview voert de actuelere LCA-berekeningen uit voor diverse energiedragers en ontwikkelt gestandaardiseerde milieuprofielen voor de 29 relevantste scheepsbrandstoffen. Waar ziet Kleine Staarman de meeste potentie? “Biobrandstoffen zijn nu een bruikbare transitiebrandstof op basis van de huidige berekenmethode, maar hun lange

Vanwege het (bio-)LNG-brandstofsysteem en het energiezuinige ontwerp van Van Oords sleephopperzuiger Vox Apolonia liggen het brandstofverbruik en de emissies een stuk lager dan dat van een conventioneel schip op gasolie.

termijn beschikbaarheid en prijsstabiliteit zijn onzeker. E-fuels hebben hogere initiële kosten, maar bieden schaalbaarheid met hernieuwbare elektriciteit en blijvende naleving van regelgeving in de toekomst. Voor waterbouwers, die investeren in schepen met een levensduur tot 2050 en verder, zijn lange-termijn duurzaamheid en beschikbaarheid cruciaal. In de toekomst lijken binnenvaartschepen het best af met batterij-elektrische of groene waterstofaandrijving, terwijl zeegaande werkschepen duurzaam kunnen overstappen van bio- naar e-fuels zoals e-methanol.” Van Oord heeft zelfs al een zeegaand schip dat op methanol kan

varen: het nieuwe offshore windmolen-installatieschip Boreas.

Omdat twee grote opdrachtgevers –Havenbedrijf Rotterdam en Rijkswaterstaat – zich hebben gecommitteerd aan de onderzoeksresultaten, ontstaat een helder investeringsperspectief. Uiteindelijk wil de sector niet alleen investeren in de duurzaamste scheepsbrandstoffen, maar er ook voor zorgen dat opdrachtgevers die op een eerlijke en vergelijkbare manier waarderen.

lees meer

In de praktijk – Gebiedsontwikkeling Lingemeren

‘Voor wat de natuur ons geeft, doen we graag iets terug’

Als je ergens grondstoffen voor de bouwsector wilt winnen, dan krijg je vaak vragen vanuit de omgeving en andere betrokkenen. Als je de plannen vormgeeft op een manier waarop je tegelijkertijd het gebied ontwikkelt en meerwaarde biedt voor de maatschappij, dan is er juist veel mogelijk. K3Delta wint en verwerkt al meer dan 90 jaar zand en grind. Tegelijkertijd ontwikkelen ze op de win-, opslag- en overslaglocaties nieuwe natuur- en recreatiegebieden. “Voor wat de natuur ons geeft, doen we graag iets terug.”

De gebiedsontwikkeling Lingemeren bij Echteld is daar een mooi voorbeeld van. Hier ontwikkelt en realiseert K3Delta een waterrijk natuur- en recreatiegebied. In september 2024 is binnen de gebiedsontwikkeling Lingemeren het Plan Natuureilanden van start gegaan. Dit plan bestaat uit de aanleg van een nieuw natuurgebied met grasland, bosschages, ondiep water en 26 natuurlijk ingerichte eilandjes. “Op

17 eilandjes komt een recreatiewoning te staan”, licht projectleider Frank Taverne toe. “Je kunt er alleen via het water komen en moet er dus zelf naartoe varen. Ideaal voor mensen die even ‘off-grid’ willen gaan. De overige eilandjes zijn niet toegankelijk voor het publiek. Zo wordt het uiteindelijk een plek waar mens én dier, helemaal tot rust komen.”

De winning van zand, grind en klei is de drager van deze ontwikkeling. K3Delta is met haar manier van werken een unieke speler in de markt. Natuurlijk wordt het commerciële aspect niet uit het oog verloren. “We winnen hier jaarlijks 1,3 miljoen ton zand”, legt directeur Ton van der Burg uit. “Dat kan verwerkt worden in 800.000 kuub beton, genoeg voor ongeveer 40.000 woningen per jaar. Maar vanzelfsprekend is een veelvoud van dit volume nodig voor de infrastructurele opgaves in Nederland. Dit soort projecten voorziet de bouwsector van de hard nodige grondstoffen.”

Toekomst in beeld - Parametrisch ontwerpen

lees meer

"Als je de plannen vormgeeft waardoor je het gebied ontwikkelt en meerwaarde biedt voor de maatschappij, dan is er juist veel mogelijk."

‘Optimaal datagebruik vergt kennisdeling en -bundeling’

opkomst van parametrisch ontwerpen heeft de waterbouwsector aanzienlijk veranderd. Bij het opzetten van zo’n ontwerpproces kunnen variabelen en parameters op een dynamische manier worden aangepast om zo tot de oplossing te komen. Een groot verschil met traditionele en vaak statische ontwerpen die voorheen gemeengoed waren. Building Information Modeling (BIM) en Artificial Intelligence (AI) zijn binnen de waterbouwsector sterk in opkomst. Er is veel data, maar die is nog niet integraal voor iedereen beschikbaar. Om dat te bereiken zal de sector kennis moeten bundelen en delen.

Discipline engineers geotechniek Siavash Honardar (Van Oord) en Tom Laumen (Boskalis), hebben dagelijks met deze materie te maken. Sinds hun afstuderen aan de TU Delft is er veel veranderd. Veel ontwerpers zoals Honardar werken met software van Deltares en Bentley. Daarnaast gebruiken ze programmeertalen zoals Python om ontwerpprocessen te automatiseren, in combinatie met BIM en Computer-Aided Design (CAD). Verder wordt ook gebruik gemaakt van surveydata zoals geofysische data of bathymetrische data die gepeild zijn door schepen of peilboten. Honardar: “Het is de uitdaging om die data te centraliseren en op een gestructureerde manier op te slaan en te

De Waterbouwer is een uitgave van de Vereniging van Waterbouwers en is bedoeld om haar leden en relaties te informeren over onderwerpen die de branche raken. De Waterbouwer wordt samengesteld door het bureau van de vereniging. Voor reacties en nadere informatie kunt u terecht bij:

beheren.” Laumen vult aan: “We hebben moderne machines die allemaal continue staan te meten. Daarmee kunnen we in het veld direct meten wat er werkelijk gebeurt onder bepaalde omstandigheden. Door deze gegevens te extrapoleren kun je de voorspelling die je maakt verder verfijnen of aanscherpen. Omdat je meer gegevens en minder ontbrekende factoren hebt, kun je nog nauwkeuriger berekenen.”

Ook binnen de waterbouwsector wordt de laatste jaren veel nagedacht over de mogelijkheden van AI. “Er wordt op dit moment al gebruik van gemaakt”, licht Honardar toe. “Maar om de echte machi-

Vereniging van Waterbouwers

Catelijne Hopmans

Sir Winston Churchilllaan

299A 2288 DC Rijswijk

Telefoon 070 – 3490700

c.hopmans@waterbouwers.nl www.waterbouwers.nl

"We hebben moderne machines die allemaal continue staan te meten. Daarmee kunnen we in het veld direct meten wat er werkelijk gebeurt."

ne-learning algoritmes in te zetten om onze dataprocessing te extrapoleren naar verschillende omgevingen en situaties, ontbreekt het binnen veel bedrijven nog

Tom van Velzen (TVV Tekst

lees meer

aan de juiste expertise. Kennis bundelen en delen kan een oplossing zijn om dit proces te versnellen.”

Redactie
- eindredactie)
Catelijne Hopmans (VvW – coördinatie)
Robbert Roos (Sold Communicatie)
Helene de Bruin (Helene de Bruin)
Adriaan van Hooijdonk (AdriaanSchrijft)
Vormgeving: Lex Bijl (Gouwestad Marketing & Media)
Beeld: Jan-Evert Zondag (Ardito) Sabine Bison (Bisonder Producties) Drukwerk: Elma Media

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
De Waterbouwer-editie-1_2025 by waterbouwers - Issuu