In deze editie:
Waterveiligheid en klimaatadaptatie – Tijd voor actie!
In deze editie:
Waterveiligheid en klimaatadaptatie – Tijd voor actie!
Professor Marjolijn Haasnoots rapport Analyse van bouwstenen en adaptatiepaden voor aanpassen aan zeespiegelstijging in Nederland was voor de waterbouwers richtinggevende input voor de strategische roadmap. “Wij werken langzamer dan we denken en de klimaatverandering gaat sneller dan we dachten.”
Lees verder op pagina 3
‘Langjarige samenwerking stimuleert innovatie’
In opdracht van Provincie Noord-Holland werken aannemers Beens Groep en Hakkers sinds 2020 aan een omvangrijk oeververvangingsprogramma. Het zesjarige contract stelt ze in staat om kosteneffectief te werken, innovaties te implementeren en duurzame doelen te realiseren. “Met dit project zet de provincie een belangrijke stap naar duurzame, toekomstbestendige vaarwegen.”
Lees verder op pagina 5
‘Balanceren tussen verschillende belangen’
Michiel van Kruiningen werkt als directeur Maritieme zaken bij het directoraat-generaal Luchtvaart en Maritiem van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan veilige, duurzame en concurrerende zee- en binnenvaart en zeehavens. Eén van de uitdagingen voor de toekomst is de vaarwegen bevaarbaar houden én klimaatadaptief maken. “De wisselwerking tussen ministerie en stakeholders is daarbij van groot belang.”
Lees verder op pagina 7
‘Laten we het urgentiegevoel aanwakkeren’
We houden als Vereniging van Waterbouwers een dringend pleidooi om waterveiligheid & waterinfrastructuur hoger op de nationale prioriteitenlijst te zetten. Naast de nodige aandacht voor de instandhoudingsopgave, is het nu tijd om te beginnen met kleinschalige klimaatadaptieve maatregelen waarvan we kunnen leren, om ze vervolgens op grotere schaal toe te passen. Zo zijn we tijdig voorbereid op de veranderingen die op ons afkomen en blijft Nederland die mooie plek om te wonen, werken en recreëren.
Op dit moment zien we binnen de politiek een focus op de korte termijn, gericht op de instandhoudingsopgaven van de bestaande waterinfrastructuur. Opgaven waar we hard mee aan de slag moeten. Onze zorg ligt
echter ook bij de lange termijn. We hebben in Nederland veel tijd nodig om toekomstgericht te plannen en beslissingen te nemen en uit te voeren, denk aan de Deltawerken. Ondertussen zal de inrichting van ons land onvermijdelijk veranderen als gevolg van klimaatverandering, met impact op zaken als zoetwatercapaciteit, waterafvoerruimte en overstromingsbescherming, zodat we onze economische activiteiten kunnen blijven voortzetten. Daarom is het essentieel dat we nú de ruimte krijgen om te experimenteren met nieuwe opgaven, zoals zoetwaterretentie of getijdenparken. Kort samengevat: we missen een gevoel van urgentie en dat moet veranderen.
Ik wens u veel leesplezier. Andrea Vollebregt, directeur Vereniging van Waterbouwers
‘Snel schakelen en innovatie hand in hand’
In slechts een maand tijd heeft Paans Van Oord in opdracht van waterschap Brabantse Delta, 560 meter oevers van de Kerkvaart in Waspik hersteld. Voor het eerst werden volledig biobased zinkstukken ingezet, geleverd door Van Aalsburg BV. “Dankzij de efficiënte samenwerking werd de strakke deadline behaald.”
Lees verder op pagina 8
Verder in deze editie:
P. 2 Vereniging aan het woord:
• Voorwoord: ‘Experimenteren, innoveren, versnellen’
• Waterbouwer in beeld: Koninklijke Smals
Vereniging in beeld: Kerngroep Mens
P. 4 Column: VOUW: kennisinjectie vóór en dóór waterbouwers
P. 4 Projecten in beeld: Damwandvervanging de Eem
• Suurhoffbrug
P. 5 In de diepte: Vernieuwing en versterking Afsluitdijk
P. 6 Beroepen in beeld:
• Ontwerpleider – Van den Herik - Sliedrecht Adviseur grondstoffen – Boskalis Nederland
• HR & crewing manager – Baggerbedrijf De Boer - Dutch Dredging
Trainer productietechniek – Van Oord
P. 8 Toekomst in beeld:
• Volledig datagestuurd baggeren: ‘We komen steeds dichterbij’
Voorwoord
Tijdige besluitvorming vanuit de overheid is essentieel bij de uitdagingen waar we op het gebied van waterveiligheid, klimaatadaptatie en woningbouw voor staan. Helaas zien we dat besluiten steeds verder worden vooruitgeschoven, met een zogenaamde ‘adaptiekloof’ tussen planning en uitvoering als gevolg. Om nú te beginnen met wat we stráks nodig hebben, dienen lopende programma’s zoals het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en de Kaderrichtlijn Water (KRW) sneller en efficiënter te worden uitgevoerd.
Uitvoerings en adaptieversnellers
Om die versnelling te realiseren heeft de Vereniging van Waterbouwers concrete uitvoeringsversnellers benoemd, zoals meer centrale regie, regionale bundeling & uitvoering van projecten en het eerder betrekken van uitvoeringskennis vanuit de markt. Daarnaast hebben we onze ogen gericht op technische ‘no-regret maatregelen’ die waterbouwers meteen kunnen toepassen in lopende programma’s. Deze bouwstenen, die direct bijdragen aan de langetermijndoelstellingen – denk aan getijdenparken,
vooroevers, zoetwaterretentie, dubbele dijken en wisselpolders – noemen we adaptieversnellers.
Professor Marjolein Haasnoot weet de urgentie van de opgave en de noodzaak van versnellende maatregelen mooi te raken op pagina 3 van deze Waterbouwer. We hebben dan ook dankbaar gebruik gemaakt van ‘haar’ Deltaresrapport ‘Analyse van bouwstenen en adaptatiepaden voor aanpassen aan zeespiegelstijging in Nederland’ bij het concretiseren van onze uitvoerings- en adaptieversnellers.
Waterbouwer in beeld: Koninklijke Smals ‘Baggeren en ontwateren moet en kán groener’
Koninklijke Smals heeft zich sinds de oprichting in 1885 ontwikkeld van een nationale zand- en grindwinner tot internationale specialist in kleinschalig baggeren en ontwateringsoplossingen. Intussen bestaat het bedrijf uit drie takken: Smals Dredging, Smals Verhuur en Smals Bouwgrondstoffen. “We begonnen in Limburg en opereren intussen in een groot deel van Europa”, vertelt Charles Moreu, manager operations dredging en verhuur.
In Nederland en Duitsland is Smals actief in zandwinning en andere (kleinschalige) baggerwerkzaamheden. Daarnaast opereren ze in andere delen van Europa, waaronder bij stuwmeren in uitdagende omgevingen. “En ook daar doen we er alles aan om duurzaam te werken en vrijgekomen specie ecologisch verantwoord af te voeren”, benadrukt Moreu. “Duurzaamheid kenmerkt ons bedrijf. Tegenwoordig moet je wel investeren in duurzaam materieel en waar mogelijk maken we daar al volop gebruik van.” Naast elektrische zuigers en testen met alternatieve energieën is Smals bezig met andere duurzame innovaties voor ontwateren en de ont-
Start met experimenteren
Ondanks de urgentie van de situatie, denkt Haasnoot graag in oplossingen en nodigt ze de waterbouwers van Nederland uit om nu te beginnen met experimenteren. Laten we die uitgestoken hand vooral aannemen. Experimenteren en innoveren zit immers in ons bloed, getuige de mooie praktijkvoorbeelden van onze leden op pagina 5 en 8. Door nu bottom-up te investeren in onze uitvoerings- en adaptatieversnellers, stimuleren we de sectorbrede expertise om oplossingen op tijd op te schalen en onze toekomst in eigen hand te houden.
Tegelijkertijd hebben we top-down alle steun nodig die we kunnen krijgen. Als vereniging zijn we dan ook continu bezig draagvlak te creëren in Den Haag, waar we zowel in de Eerste als Tweede Kamer van ons laten horen. Meer richtinggevende keuzes en een snellere uitvoeringsstart: dat willen we graag zien.
“Met onze uitvoerings- en adaptieversnellers kunnen we nú beginnen met wat we stráks nodig hebben.”
Vereniging in beeld: Kerngroep Mens
‘Op naar een toekomstbestendige arbeidsmarkt’
Het nut, de noodzaak en de veelzijdigheid van de waterbouwsector zichtbaar maken is belangrijker dan ooit. Onze Kerngroep Mens werkt hard aan het borgen en ontwikkelen van een goed arbeidsmarktbeleid, arbeidsvoorwaarden & sociale zaken, waterbouwkundig onderwijs en arbeidsomstandigheden & veiligheid. Een toekomstbestendige arbeidsmarkt in de waterbouw hoort daarbij.
wikkeling van Circuzand®, wat bestaat uit nieuw en gerecycled materiaal.
Zoals voor menig waterbouwbedrijf is het aantrekken van vakmensen een uitdaging voor Smals. “Gekwalificeerd personeel vinden is moeilijk”, zegt Moreu. “We merken helaas dat de klassieke baggerschool er niet meer is. Maar we werken samen met onderwijsinstellingen om jonge mensen te enthousiasmeren voor deze unieke branche. Zo hopen we bij te dragen aan een enthousiaste nieuwe lichting waterbouwprofessionals.”
“Voldoende professionals vinden en behouden om de waterbouw draaiende te houden blijft een cruciale uitdaging”, vertelt adviseur arbeidsvoorwaarden en sociale zaken Erwin Holterhues.
lees meer
“We werken aan een arbeidsmarktcampagne om de waterbouwsector al in een vroeg stadium zichtbaar te maken voor de volgende beroepsgeneratie. Het is een uitdagende sector met volop carrièremogelijkheden, dat moet onder jongeren bekender worden. We roepen onze leden straks op om de campagne via hun (social) mediakanalen te delen.”
MKB, laat je horen!
Robin Van den Boom weet als personeelsmanager bij De Klerk Werkendam als geen ander hoe belangrijk het is om ook het MKB te vertegenwoordigen. “Juist over de constructieve waterbouwtak, waarin De Klerk actief is, moet naast de nu vaak regionale bekendheid, meer landelijke bekendheid komen.” Als MKB-vertegenwoordiger roept hij de ‘kleinere’ waterbouwers op om meer van zich te laten horen. “Voor ons weegt het samensterk-principe des te zwaarder.”
lees meer
In de diepte – Adaptiepaden en bouwstenen
‘Samenwerken,
Aanleiding voor het interview met Marjolijn Haasnoot is dat ‘haar’ rapport Analyse van bouwstenen en adaptatiepaden voor aanpassen aan zeespiegelstijging in Nederland voor ons richtinggevende input was voor de strategische roadmap van de waterbouwers. Marjolein Haasnoot is professor ‘Klimaatadaptatie in delta’s en kustgebieden’ aan de Universiteit Utrecht, lid van de Wetenschappelijke Klimaatraad van Nederland en werkzaam bij Deltares. “Wij werken langzamer dan we denken en de klimaatverandering gaat sneller dan we dachten.”
In het rapport beschrijft Haasnoot met haar Deltarescollega’s bouwstenen voor toekomstige oplossingen en adaptatiepaden om de gevolgen van de zeespiegelstijging aan te kunnen. De bouwstenen zijn vooral gericht op bescherming tegen overstromingen en worden uitgebreid voor zoetwatervoorziening. “We hebben
verkend waar, wanneer en in welke combinaties ze kunnen worden toegepast. Voorbeelden zijn: ruimte creëren voor waterberging en afvoercapaciteit realiseren voor de rivieren, vernatten van veenweidegebieden tegen bodemdaling en ruimte vrijhouden voor dijkversterking. De studie is uitgevoerd in opdracht van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. De overheid is hiermee verdergegaan en nu ook de Vereniging van Waterbouwers voor hun roadmap.”
Sneller en exponentieel
De belangrijkste vraag die we met adaptatiepaden en bouwstenen kunnen beantwoorden is wat we (nu al) moeten doen als de zeespiegel sneller stijgt. Haasnoot: “Meerdere studies geven aan dat het zeewaterniveau veel sneller en exponentieel zou kunnen stijgen. De bouwstenen geven sets van maatregelen, die we in een volgorde kunnen plaatsen zodat we keuzes kunnen maken voor de korte, lange en nog langere termijn. Veel vragen die richting kunnen
“We kunnen als opdrachtgevers, kennisinstellingen en uitvoerders meer samenwerken en leren. Dat stimuleert innovatie waardoor we kunnen opschalen en versnellen.”
“Hebben we voldoende ruimte, materiaal, tijd en menskracht om ons land en leven aan te passen?”
geven over een zekere onzekere toekomst.”
Daarnaast hebben we in Nederland ten gevolge van klimaatverandering volgens Haasnoot ook nog andere watergerelateerde uitdagingen: piekbuien, wateroverlast, overstromingen, droogte, verzilting en hittestress. Heeft ze het idee dat er urgentie wordt gevoeld? “Niet alle partijen, sectoren of organisaties delen dezelfde zorgen en dat snap ik ook. Ik was onlangs bij een regionaal overleg en dan zie ik dat waterschappen en provincies de urgentie echt voelen. Er zijn grenzen aan wat we aankunnen, in fysieke zin voor mens en natuur, maar ook in financiële zin. Hebben we voldoende ruimte, materiaal, tijd en menskracht om ons land en leven aan te passen?”
Harde werkelijkheid
Bereiden we ons al voldoende voor op die vraag? Haasnoots antwoord is in beginsel positief, maar ook waarschuwend. “Er gebeurt veel, maar als je kijkt naar de gegevens van Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) dan zie je op Europees niveau veel plannen, maar ook dat de implementatie achterloopt. Bovendien zijn die plannen niet afdoende om de gevolgen van klimaatverandering allemaal op te vangen. Het Deltaprogramma concludeerde bijvoorbeeld dat het Hoogwaterbeschermingsprogramma moet versnellen om doelen te halen. Wij zijn langzamer dan we denken en de klimaatverandering gaat sneller dan we dachten.”
Aanpasbaar ontwerpen en bouwen
We kunnen volgens Haasnoot voortbouwen op onze eeuwenlange ervaring, maar de veranderingen die we nu zien, zijn groter en sneller. “We staan voor een andere uitdaging. Ook voor Nederland, voor de hele delta-community is de opgave heel groot. Daarvoor hebben we onderzoekers, strategen en waterbouwers nodig én samenwerking tussen al die mensen, want in de uitvoering worden oplossingen ontdekt die we aan de tekentafel niet kunnen bedenken.”
Hoe kijkt Haasnoot naar de samenwerking, bijvoorbeeld van haar kennisinstituut met waterbouwers? “Ik had onlangs een gesprek met Femke Zevenbergen, voorzitter van de Vereniging van Waterbouwers, en we constateerden dat we nog meer kunnen samenwerken. Bij een infrastructurele wijziging kun je aanpasbaar ontwerpen en bouwen zodat je in de toekomst kunt opschalen. We hebben allemaal een verantwoordelijkheid en moeten meer dan ooit onze rol durven pakken. We kunnen als opdrachtgevers, kennisinstellingen en uitvoerders meer samenwerken en leren. Dat stimuleert innovatie waardoor we kunnen opschalen en versnellen.”
Voorloperspositie
Nederland neemt vaak een voorloperspositie in. Hebben we volgens de internationaal werkende professor die positie nog? Haasnoot merkt dat instellingen, overheden en landen respect hebben voor wat wij in onze laaggelegen delta klaarspelen: “Het is de kunst om te laten zien dat we blijven innoveren. Ruimte maken voor rivieren is een goed voorbeeld, maar ook de methode van adaptatiepaden opstellen en bouwstenen toepassen. We moeten ook van andere delta’s en kustgebieden leren.”
Haasnoot grijpt graag de gelegenheid aan om waterbouwers uit te nodigen voor experimenten, bijvoorbeeld in de Deltares-Deltagoot, een unieke testfaciliteit waar tot op ware grootte het effect van extreme golven op dijken, duinen, golfbrekers en andere waterkeringen kan worden getest. “De Deltagoot is een veelzijdige, onmisbare faciliteit voor kust-, haven- en offshore constructies. Ik roep waterbouwers op hun innovaties hier te testen: van innovatieve steenbekledingen tot nature based solutions met wilgen of kunstmatig koraal. We moeten nieuwe manieren van groene en grijze bescherming bedenken en testen, want de uitdagingen waarvoor we staan, kunnen we alleen samen oplossen.”
lees meer
Als vereniging zetten we volop in op educatie en (persoonlijke) ontwikkeling. We onderhouden contact met het maritiemen civieltechnisch onderwijs en laten ons zien op onderwijsbeurzen, waar we ons als maritieme (bouw)sector in de volle breedte presenteren. Door plaats te nemen aan diverse overlegtafels, oefenen we directe invloed uit op lesprogramma’s, zowel op mbo- als hbo-niveau.
Instroom van nieuw talent is essentieel voor de continuïteit van onze indrukwekkende sector. Maar minimaal net zo belangrijk is het behoud van onze huidige professionals. Aandacht voor ‘leven lang ontwikkelen’ is dan essentieel. Oftewel, zorgen dat mensen zich verder kunnen ontplooien binnen de waterbouw door hun vakkennis te verdiepen en verbreden. Hierbij zoeken we continu naar aansluiting tussen praktijk en onderwijs.
Een sprekend voorbeeld is de Voortgezette Opleiding Uitvoering Waterbouwwerken (VOUW), die in nauwe samenwerking met experts van onze lidbedrijven is ontwikkeld. In zeven VOUW-modules zijn essentiële waterbouwkundige kennis en praktijkervaringen geïntegreerd, van grondmechanica en pomptechniek, tot kust- en oeverwerken. Het programma is exclusief voor werknemers van onze leden en kan naar wens per relevante module of volledig worden gevolgd.
Het is mooi om te zien hoe we als sector – hoe concurrerend we ook kunnen zijn
– de koppen bij elkaar steken om al deze kennis met elkaar te delen om dieper de inhoud in te duiken en er collectief op vooruit te gaan. Deelname aan de VOUW betekent een stap vooruit voor de werknemer, de organisatie en de waterbouw als geheel.
Opgestart in 1974, viert de VOUW dit jaar haar vijftigste verjaardag. Je kan wel zeggen dat de opleiding, die gericht is op leven lang ontwikkelen, net als de duizenden cursisten, zelf ook al een leven
“Zorgen dat mensen zich verder kunnen ontplooien binnen de waterbouw door hun vakkennis te verdiepen en verbreden."
lang is doorontwikkeld. Inmiddels zijn alle zeven modules en de examinering digitaal én Engelstalig beschikbaar. Daarmee is de VOUW toegankelijker dan ooit. Op naar de volgende vijftig jaar, waarin we onze waterbouwkundige kennis als één branche naar een hoger niveau blijven tillen!
Bouchra Azzar Opleidingscoördinator en Adviseur Onderwijs (VvW)
Van den Biggelaar Grond en waterbouwDamwandvervanging de Eem
‘Volledig emissieloos werken vergt aanpassingen’
De komende vijf jaar vervangt Provincie Utrecht 5,5 kilometer aan verouderde houten damwanden langs de oevers van de Eem door toekomstbestendige stalen varianten. Van den Biggelaar Grond- en waterbouw heeft het eerste traject al volledig emissieloos uitgevoerd. “Mede door de bouwteamsamenstelling konden we al in een vroeg stadium product- en procesoptimalisaties doorvoeren om dit waar te maken”, aldus projectleider Joffrey Schaap.
lees meer
Meer weten over VOUW?
Tebezo - Suurhoffbrug
Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening rondde in juli 2024 de werkzaamheden af aan de Suurhoffbrug over het Hartelkanaal, dat de Maasvlakte en Rotterdam verbindt. Een dukdalf raakte in 2022 zwaar beschadigd bij een aanvaring. Die is inmiddels verwijderd en maakte plaats voor een nieuw geleidewerk. “We hebben het drukke scheepvaartverkeer en de sterke stroming getrotseerd om de veiligheid en stabiliteit te herstellen”, aldus uitvoerder Kevin Visser en projectleider Jelle Wollaars.
lees meer
In de diepte – Vernieuwing en versterking Afsluitdijk
‘Straks pompen we 400 olympische zwembaden per uur’
De uitbreiding van de spuisluizen bij de Afsluitdijk, inclusief de bouw van een gemaal met zes enorme pompen, beschermt het achterland straks tegen overstromingen. Het Rijkswaterstaatproject wordt uitgevoerd door het bouwconsortium Levvel, bestaande uit BAM, Van Oord, Rebel en Invesis. Het werk is in 2018 gestart en zal naar verwachting tot eind 2026 duren.
“Het gemaal met zes pompen en twee nieuwe spuisluizen is een essentieel onderdeel van de grootschalige vernieuwing en versterking van de Afsluitdijk”, vertelt Peter Jansen, senior adviseur constructieve waterbouw bij Rijkswaterstaat. “Dit project richt zich op het verhogen van de afvoercapaciteit van het IJsselmeer naar de Waddenzee om voorbereid te zijn op de gevolgen van klimaatverandering.”
De nieuwe pompen – ’s werelds grootste in hun soort – kunnen samen 400 olympische zwembaden water per uur verplaatsen.
Spuien als het kan, pompen als het moet Spuien – waarbij water bij eb uit het IJsselmeer door sluizen naar de Waddenzee stroomt – is altijd een passieve, kostenefficiënte methode geweest. Patrick Buijs, engineer hydraulic infrastructure bij Arcadis, legt uit: “Door de stijgende zeespiegel en frequentere stormen wordt deze methode echter steeds minder effectief. De nieuwe pompen worden
vooral belangrijk bij extreme weersomstandigheden, wanneer spuien langdurig onmogelijk is.”
Uitdaging op uitdaging
De waterafvoer berekenen en optimaliseren vergde uitgebreide berekeningen. “We gebruikten diverse analysemethodieken”, vertelt Bas van Rossum. Hij was ontwerpleider bij BAM Infra. “De uiteindelijke oplossing was een intensieve samenwerking met experts uit allerlei disciplines, van computermodelleurs tot hydraulici, betonspecialisten en flora- en faunaspecialisten. Daarnaast moesten we rekening houden met de effecten op flora en fauna, zoals een veilige doorstroming van vissen en voorkomen van overlast door het pompgeluid. Bovendien moesten de pompen onder meer bestand zijn tegen extreme klimaatomstandigheden.”
Duurzame benadering
Het ontwerp is sterk gericht op duurzaamheid, licht van Rossum toe. “We hebben het ontwerp zo gemaakt dat de spuica-
In de diepte - Oeververvanging Noord-Holland
‘Langjarige samenwerking stimuleert innovatie’’
In opdracht van Provincie Noord-Holland werken aannemers Beens Groep en Hakkers sinds 2020 aan een omvangrijk oeververvangingsprogramma. Het zesjarige contract stelt ze in staat om kosteneffectief te werken, innovaties te implementeren en duurzame doelen te realiseren.
Wanneer oevers van de 250 kilometer aan Noord-Hollandse vaarwegen aan vervanging toe zijn, komen ze op het Integraal Meerjarenprogramma Infrastructuur van Provincie Noord-Holland te staan. “Bij de uitvoering van projecten werken we binnen het kader van de Green Deal GWW, waarbij duurzaamheid, CO2-reductie en biodiversiteit centraal staan”, vertelt Eugenie ten Hag, senior project- en programmamanager bij Provincie Noord-Holland.
Langere samenwerking versnelt innovatie
Opvallend is de zesjarige samenwerking tussen Provincie Noord-Holland en aannemers Beens Groep en Hakkers. Deze langjarige samenwerking stelt ze in staat om niet alleen individuele projecten duurzamer te maken, maar ook structurele veranderingen door te voeren. Concrete doelen zijn onder meer: 80%
"Spuien
als het kan, pompen als het moet"
paciteit is gemaximaliseerd en de pompcapaciteit alleen wordt ingezet wanneer het absoluut noodzakelijk is. Bovendien wordt door de pompen gebruikte energie volledig gecompenseerd door groene energie, een Nederlands primeur. Het bouwconsortium stelde voor de pompen van energie te voorzien met een zonnepark, aansluitend bij de vraag van Rijkswaterstaat om de Afsluitdijk energieneutraal te maken.”
Oog op de toekomst De Afsluitdijk beschermt het achterland
in de toekomst tegen overstromingen, terwijl tegelijkertijd wordt voldaan aan de eisen van de Europese Kaderrichtlijn Water. “De balans tussen spuien en pompen zal de komende decennia steeds belangrijker worden om Nederland veilig te houden”, concludeert Jansen. “Dit project is een voorbeeld van innovatie en toekomstbestendige oplossingen in de waterbouw, waarmee we het hoofd bieden aan de uitdagingen van klimaatverandering.”
reductie van de milieukosten, verbetering van de biodiversiteit en betere risicobeheersing rondom kabels, leidingen en andere condities.”
Hergebruik en emissieloos bouwen Eén van de innovatieve en duurzame maatregelen binnen het programma, is het hergebruik van stalen damwanden. “In totaal hebben we samen met de provincie 10,5 kilometer aan gebruikte damwanden ingekocht”, vertelt Jan Junte, projectmanager bij Beens Groep. “De damwanden – afkomstig van de Twentekanalen – worden zorgvuldig gecontroleerd op kwaliteit voordat we ze opnieuw gebruiken op trajecten waar dat mogelijk is.”
Daarnaast wordt ingezet op emissieloos bouwen. Dankzij de langjarige samenwerking met de provincie hebben de
"Langere samenwerking versnelt innovatie"
aannemers kunnen investeren in duurzaam materieel. Daaf de Rijke, projectleider bij Hakkers, legt uit: “We hebben als aannemerscombinatie een zowel elektrisch als emissievrij materieelpark opgebouwd. Zo hebben we bijvoorbeeld de MS Jan – een volledig elektrisch werkschip – ingezet voor dit project in Den Helder. Dit soort investeringen zijn alleen mogelijk dankzij de lange looptijd van het contract.”
Meekoppelkansen
Elkaar bij het project blijven betrekken is volgens Ten Hag cruciaal. “We werken nauw samen met onze partners en andere stakeholders, zoals omwonenden en vaarweggebruikers. Hun tevredenheid is belangrijk, daarom pro-
beren we in elk project zogenoemde meekoppelkansen te benutten. Dit zijn kansen waarbij we meteen ook op andere vlakken verbeteringen doorvoeren, bijvoorbeeld op het gebied van recreatie of veiligheid.”
lees meer lees meer
“Het langjarige karakter van het contract maakt het mogelijk om het project voortdurend te evalueren en waar nodig bij te sturen”, sluit Ten Hag af. “Zo hopen we stapsgewijs onze duurzame ambities waar te maken. Met dit project zet Noord-Holland een belangrijke stap naar duurzame, toekomstbestendige vaarwegen. Samenwerking op de lange termijn is daarbij de sleutel tot succes.”
Jochem Roubos – Ontwerpleider bij Van den Herik Sliedrecht
‘Van waterveiligheid naar integrale gebiedsontwikkeling’
Jochem Roubos geniet van zijn diverse werkzaamheden, zoals technische problemen oplossen, klantcontact en de integraliteit en uitvoerbaarheid van ontwerpen bewaken. Hij vindt het leuk om zijn technische kennis te combineren met sociale vaardigheden. “Soms zit ik aan tafel bij een ingenieursbureau en duiken we de techniek in, even later ben ik met mijn voeten in de klei te vinden.
Mijn passie ligt in de waterbouw, waarbij we vooral bodembeschermingen, oeverconstructies en dijkversterkingen ontwerpen. Als ontwerpers zijn we daarbij steeds meer integraal bezig en kijken we naast waterveiligheid ook naar andere omgevingsfactoren, zoals ruimte voor ecologie en recreatie.”
Edwin de Heer - Trainer productietechniek bij Van Oord ‘Van
klaslokaal naar baggerpraktijk’
Edwin De Heer heeft als trainer productietechniek een sleutelrol in het opleiden en begeleiden van bemanningsleden en stafpersoneel. Met zijn unieke combinatie van didactische ervaring en technische kennis, bereidt hij de medewerkers van Van Oord voor op de uitdagingen van het bagger-
proces. De Heers werk is cruciaal voor de continuïteit van Van Oords projecten wereldwijd, waar theorie en praktijk samenkomen. “Ik ontwikkel de complexe trainingen met zorg en ben trots als we er resultaat mee boeken.”
Gijsbert Roos – Adviseur grondstoffen bij Boskalis Nederland
‘Op naar een evenwichtige aanpak bij hergebruik van grondstoffen’
Gijsbert Roos is een expert op het gebied van grondstoffenhergebruik en milieuwetgeving. Bij Boskalis Nederland combineert hij zijn inhoudelijke expertise met strategisch inzicht om bij te dragen aan een circulair en hoogwaardig grondstoffenbeheer. Daarnaast zet hij zich als voorzitter van onze werkgroep Grond en Baggerspecie in voor het vergroten van begrip tussen beleidsmakers en de prak-
tische uitvoering van GWW-projecten, nat én droog. “Ik zoek naar een evenwichtige aanpak van grondstoffen, waarbij zowel milieubescherming, civieltechnische aspecten en economische efficiëntie worden meegenomen. Deze evenwichtige aanpak is sterk in beweging.”
Jolanda Hofman - HR & crewing manager bij Baggerbedrijf De Boer - Dutch Dredging ‘Samen
sterk op zee’
In de dynamische wereld van de waterbouw draait het bij Baggerbedrijf De Boer - Dutch Dredging om meer dan enkel schepen en techniek. Voor HR & crewing manager Jolanda Hofman staat persoonlijk contact met de bemanning centraal. Van bemanningsleden inplannen tot sterke relaties opbouwen met medewerkers: Hofman weet als geen ander hoe belangrijk verbondenheid is voor succes op zee. “De hechte familiecultuur voel je door het hele bedrijf, samen staan we sterk.”
In de diepte – Klimaatadaptieve vaarwegen
Michiel van Kruiningen heeft sinds begin 2023 de taak om als directeur Maritieme Zaken de Nederlandse zee- en binnenvaart en de zeehavens van (inter)nationaal belang concurrerend, veilig en duurzaam te houden. Eén van de uitdagingen voor de toekomst is de vaarwegen bevaarbaar te houden én klimaatadaptief te maken. “Het goede gesprek met en de wisselwerking tussen ministerie en stakeholders zijn van groot belang.”
Directie Maritieme Zaken is onderdeel van het directoraat-generaal Luchtvaart en Maritiem van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De directie telt vijf afdelingen: zeevaart, binnenvaart en vaarwegen, zeehavens, duurzame scheepvaart en multimodaal goederenvervoer en buisleidingen. In het verleden werkte Van Kruiningen al eens bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat en was hij voordat hij weer terugkwam achttien jaar werkzaam voor de gemeente Rotterdam in diverse managementfuncties. Hij studeerde Vervoerseconomie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
U bent ruim anderhalf jaar werkzaam als directeur Maritieme Zaken. In die tijd heeft u op diverse dossiers met de waterbouw te maken gehad. Wat is uw beeld van deze sector en hoe ervaart u de samenwerking?
“Inzoomend op de taak van de directie Maritieme Zaken en kijkend vanuit het perspectief van de binnenvaart onderken ik de brede scope van de sector bij het bevaarbaar houden van onze vaarwegen.
Er rust daarbij een grote verantwoordelijkheid op de kwaliteit van het werk, de kennis en ervaring van waterbouwers. Daarbij is onderlinge samenwerking en het delen van visie, strategie en ideeën heel belangrijk. Ik ervaar de samenwerking zeer positief.”
Begin 2024 is de Binnenvaarttafel gestart om handen en voeten te geven aan de Actieagenda toekomst binnenvaart. Hoe biedt deze actieagenda ruimte voor de waterbouw?
De kracht van de tafel is dat wij als ministerie en opdrachtgever nadrukkelijk niet de voorzitter zijn; we zijn één van de gesprekspartners. De tafel is bewust onafhankelijk georganiseerd om met de verschillende kennis, erva-
“Het goede gesprek met en
de
wisselwerking tussen ministerie en stakeholders zijn van groot belang.”
“In de complexiteit van de opgaven kunnen we het als overheid niet meer alleen oplossen of bepalen. Bij het afwegen van belangen zijn wisselwerking en participatie noodzakelijk.”
ring en inzichten van alle ‘tafelgenoten’ de actiepunten ook werkelijk in actie te brengen en te realiseren. De uitvoering van de agenda is een zoektocht, voor een deel omdat hiervoor vooral naar het ministerie wordt gekeken. Natuurlijk zit bij ons de verantwoordelijkheid voor investering en instandhouding, maar het is ook belangrijk dat bijvoorbeeld waterbouwers vrijelijk hun inzichten, visie, experimenten en innovaties delen. Goede wisselwerking tussen alle betrokkenen is belangrijk, mijn ervaring is dat de deelnemers die ruimte pakken en met oplossingsrichtingen komen. De tafel onderstreept het besef dat we écht gezamenlijk stappen moeten en kunnen zetten.”
Welke rol verwacht u van de waterbouwsector bij het waarborgen van een toekomstbestendige binnenvaart?
“Het korte antwoord op deze vraag is: waterbouwers deel je visie, kennis, ervaring, ideeën en strategieën. Neem bijvoorbeeld actief deel aan de tafel en praat en denk op andere manieren mee.”
U houdt u zich onder meer bezig met klimaatadaptieve vaarwegen. Hoe gaat de directie Maritieme Zaken om met klimaatverandering en de gevolgen voor de scheepvaart?
“Voor het bevaarbaar houden spelen twee grootste bedreigingen: lage waterafvoeren in combinatie met bodemerosie. Naast het managen van deze twee risico’s, hebben we ook te maken met het waterverdelingsvraagstuk. Rivieren hebben niet alleen een transportfunctie, maar moeten ook het zoetwater op peil houden, veilig zijn en spelen een rol bij industriële processen. Om vanuit het hele systeem goed te kunnen bepalen welke maatregelen we moeten nemen voor het bevaarbaar houden zie ik ook voor alle deelnemers aan de tafel – en dus ook voor waterbouwers – een belangrijke rol, want we kunnen goederenvervoer niet alleen via het spoor
en de weg afwikkelen. Ik prioriteer het bevaarbaar houden én klimaatadaptief maken nadrukkelijk ook in de Rijnvaart Commissie. Daarnaast staat bevaarbaarheid als specifieke opgave genoemd in het hoofdlijnenakkoord.”
Welke uitdagingen ziet u op dit vlak en hoe kan de waterbouwsector helpen om deze op de agenda te krijgen?
“Het is belangrijk dat het goede verhaal, de opgave en het belang van binnenvaart in het multimodale transportsysteem goed voor het voetlicht gebracht worden, ook door stakeholders zoals waterbouwers, verladers en de industrie. 90% van wat wij gebruiken als consument komt via de Nederlandse havens in een productie- of logistiek proces en de binnenvaart speelt daarbij een grote rol bij de doorvoer. Naast het tonen van die urgentie van het vitale water- en vaarwegsysteem zijn het goede gesprek met en de wisselwerking tussen ministerie en stakeholders van groot belang.”
Welke oproep wilt u doen aan de waterbouwsector?
“In de complexiteit van de opgaven kunnen we het als overheid niet meer alleen oplossen of bepalen. Bij het afwegen van belangen zijn wisselwerking en participatie noodzakelijk. Ik verwacht een informatie- en ideeënstroom van de markt, van waterbouwers, richting hun vereniging, zodat wij weten wat er speelt en andersom. Ik zie grote opgaves op het gebied van klimaatadaptie met betrekking tot onze vaarwegen en ook bij de mitigatie, het verduurzamen van de schepen. Ook daarbij speelt het spreekwoordelijk zoet en zuur: aanscherpen van de regels enerzijds en subsidiëren van verduurzaming uit bijvoorbeeld het klimaatfonds anderzijds. Op deze vraagstukken is het balanceren tussen de verschillende belangen, terwijl de opgave existeert. Om die op te lossen hebben we elkaar hard nodig.”
In slechts een maand tijd heeft
Paans Van Oord BV in opdracht van waterschap Brabantse Delta, 560 meter oevers van de Kerkvaart in Waspik hersteld. Voor het eerst werden volledig biobased zinkstukken ingezet, geleverd door Van Aalsburg BV. Dankzij de efficiënte samenwerking werd de strakke deadline behaald.
Anco Sneep, dagelijks bestuurder van waterschap Brabantse Delta, legt uit waarom snelheid essentieel was: “De oevers van de Kerkvaart waren dringend aan onderhoud toe. Om het achterland te beschermen tegen overstromingen, moesten de werkzaamheden voor 1 oktober klaar zijn. Snel schakelen en efficiënt werken was dus essentieel.”
Verantwoord inkopen
Waterschap Brabantse Delta heeft duurzaamheid bij haar inkoopopdrachten hoog in het vaandel staan. Sneep: “Vanaf de scopebepaling staan sociaal, duurzaam en maatschappelijk verantwoord inkopen voorop. Zo geven we partijen zoals Paans Van Oord de ruimte om innovatieve en duurzame oplossingen aan te dragen.”
Leonard Speksnijder, projectleider bij Paans Van Oord, was nauw betrokken bij de uitvoering. “Het gebruik van zinkstukken die volledig bestaan uit natuurlijke materialen is een primeur in Nederland en hiermee zetten we een belangrijke volgende stap in ons streven om duurzame oplossingen te creëren en natuurlijke materialen te gebruiken. De krappe tijdlijn bracht de nodige uitdagingen met zich mee. We moesten snel schakelen, vooral bij het verkrijgen van goedkeuring voor het ontwerp en de tijdige levering van materialen. We werkten nauw samen met Van Aalsburg, wat leidde tot een versnelde uitvoering. Een win-winsituatie voor zowel het waterschap als de aannemer en leverancier.”
“We hebben volledig biobased zinkstukken ingezet”, vertelt Dick van Aalsburg, directeur van Van Aalsburg BV. Die zijn gemaakt van Hollands gevlochten wilgenhout met een jute filterdoek, een natuurlijk alternatief voor de gebruikelijke kunststof geotextielen. Ze worden verzwaard met breuksteen en voorkomen zo bodemerosie. Dit project zal als proef worden gemonitord om te bepalen hoe we dit in de toekomst breder kunnen toepassen.”
Toekomst in beeld - Volledig datagestuurd baggeren
Geografische Informatiesystemen (GIS) zijn allesbehalve nieuw in de baggerwereld. Al jaren verwerken we data uit peilingen, scans en metingen in computermodellen tot bruikbare informatie voor projecten. Deze werkwijze zit nu in een stroomversnelling, merken Lourens Francke (hoofd ontwerp bij Van den Herik - Sliedrecht) en Martijn de Graaf (projectleider bij Martens en Van Oord).
In opdracht van Rijkswaterstaat voeren Heijmans en Martens en Van Oord het onderhoud uit op de Boven-Rijn, Waal en het Maas-Waalkanaal. Daarbij gebruikt De Graaf een 'digital twin' om het onderwatergedrag binnen het onderhoudsareaal te leren kennen en efficiënt te baggeren. “Gepeilde dieptes combineren we onder meer met data over waterstanden en afvoerdebieten. Een steeds accuratere datastroom is die van de eigen baggeracties. Hoe beter we in staat zijn om die data te combineren met data uit natuurlijke invloeden, hoe beter we toekomstige baggeracties kunnen voorspellen.” Ook Francke gebruikt een digital twin en ver-
De Waterbouwer is een uitgave van de Vereniging van Waterbouwers en is bedoeld om haar leden en relaties te informeren over onderwerpen die de branche raken. De Waterbouwer wordt samengesteld door het bureau van de vereniging. Voor reacties en nadere informatie kunt u terecht bij:
"Dit project zal als proef worden gemonitord om te bepalen hoe we dit in de toekomst breder kunnen toepassen."
Leren over de projecten heen Dankzij de efficiënte samenwerking tussen waterschap Brabantse Delta, Paans Van Oord en Van Aalsburg BV, is de Kerkvaart weer veilig en duurzaam beschermd tegen erosie. Het project in Waspik biedt waardevolle inzichten
voor toekomstige waterbouwprojecten. Sneep: “Dit soort innovatieve projecten helpen ons als waterschap én de waterbouwsector om stappen te zetten in de verduurzaming van onze werkzaamheden.”
"Risicoloos innoveren is onmogelijk. Waterbouwers én opdrachtgevers moeten durven een sprong in het diepe te wagen."
zamelt data om de bodemligging in werkgebieden in kaart te brengen, onder meer op de IJssel en het OpenIJ project. “Zo kunnen we al vrij accuraat vooruitkijken wat de bodem gaat doen.”
Maatwerk biedt serieuze meerwaarde
Momenteel worden onderhoudsarealen in baggercontracten nog overwegend als geheel benaderd. “Wat wij willen”, onderstreept De Graaf, “is doelgericht onderhoud, zonder afbreuk te doen aan de functie van de waterweg. We willen meer maatwerk leveren.” Francke: “Met slimmere vaarroutes en beperkte bagger-
Vereniging van Waterbouwers
Catelijne Hopmans
Bezuidenhoutseweg 12 2594 AV Den Haag
Telefoon 070 – 3490700 c.hopmans@waterbouwers.nl www.waterbouwers.nl
acties voorkomen we onnodige risico’s en beperken we de uitstoot, met gunstigere MKI-waardes als gevolg.”
Durf samen te innoveren “De ontwikkelingen gaan hard, maar staar je niet blind op de overvloed aan data”, waarschuwt Francke. “De nieuwe generatie waterbouwers heeft gevoel voor data, laten we dat vooral omarmen. Maar vertrouw ook op de praktijkkennis en -ervaring van meer seniore medewerkers om data te beoordelen.”
Data-innovaties kunnen een hoop opleveren voor de waterbouwsector, al vergt
Tom van Velzen (TVV Tekst - eindredactie)
Catelijne Hopmans (VvW – coördinatie)
Vormgeving: Lex Bijl
Marketing & Media)
lees meer lees meer
het volgens De Graaf lef om ermee aan de slag te gaan. “Risicoloos innoveren is onmogelijk. Waterbouwers én opdrachtgevers moeten durven een sprong in het diepe te wagen.” Beide heren sluiten af met een oproep aan medewaterbouwers en (publieke) opdrachtgevers. “Laten we elkaar sectorbreed ondersteunen om de innovatie voort te zetten. Het is in ieders belang om verzamelde data zorgvuldig te bewaren en beschikbaar te maken, ook voor de volgende opdrachtnemer bij een contractwissel.”