
3 minute read
SANDERS ACCOUNTING
De fiscale gevolgen van het coronavirus
Zo goed als elke ondernemer heeft te kampen met het coronavirus, of met de gevolgen van de maatregelen die zijn genomen om het virus in te dijken. De economische impact is groot, echter rijzen er ook fiscale vragen bij de ondernemers. Hieronder behandelen we de voornaamste fiscale vragen die Vlaamse bedrijven kunnen hebben.
Naast uitstel van betaling en verlenging van indieningstermijnen hebben de Vlaamse en federale overheid ook gezorgd voor diverse uitkeringen en steunmaatregelen.
Aan het begin van de coronacrisis besloot de Belgische overheid zelfstandigen tegemoet te komen, door het klassieke overbruggingsrecht te veranderen in een crisis-overbruggingsrecht. Het overbrug gingsrecht is een vorm van vervangingsinkomen. Dat betekent dat het helaas niet belastingvrij is en wordt het beschouwd als een afzonderlijke belastbaar inkomen, dat dient te worden opgenomen in je perso nenbelasting. Het is dus raadzaam om als zelfstandige de nodige voorafbetalingen hierop door te voeren.
Al vroeg in de coronacrisis kondigde de Vlaamse overheid een hinderpremie aan voor zaken die verplicht waren om te sluiten vanwege het virus. Alle ondernemers die geconfronteerd worden met een volledige sluiting, ontvangen een eenmalige premie van 4.000 euro en dagelijks 160 euro. Op 1 april kondigde de regering bovendien een premie van 3.000 euro aan voor zelfstan digen die niet dicht moeten, maar wel tenminste 60% omzetverlies lijden in de periode 14 maar tot 30 april. Zowel de hin derpremie voor volledig gesloten zaken als de compensatiepremie en ondersteunings premie voor zaken die 60% van hun omzet verliezen, zullen volledig belastingvrij zijn. Deze premie dient dus niet opgenomen te worden in je aangifte personenbelasting. De tijdelijke werkloosheidsuitkeringen die worden toegekend tijdens de corona viruscrisis aan werknemers worden belast tegen het normale belastingtarief, het zogenaamde ‘progressieve tarief’. Voor de bedrijfsvoorheffing werd het tarief verlaagd tot 15% op de wettelijke uitkeringen. De bedrijfsvoorheffing is een voorschot op de belasting, wat betekent dat deze niet nood zakelijk de verschuldigde belasting dekt. Het is dus waarschijnlijk dat voor sommige werknemers de optelling van alle in 2020 ontvangen beroepsinkomsten een belas tingcorrectie zou kunnen teweegbrengen. Afhankelijk van de fiscale situatie van de belastingplichtige kan deze correctie ofwel een belastingteruggave ofwel een te betalen toeslag zijn.
Na de geldelijke uitkeringen werden een aantal fiscale steunmaatregelen gelanceerd teneinde de liquiditeiten en solvabiliteit van de ondernemingen te ondersteunen. De eerste maatregel heet de belastingvrije coronareserve. Met dit carry back-mecha nisme kunnen zelfstandigen en bedrijven hun geraamde verliezen van 2020 éénmalig vervroegd in aftrek brengen door ze reeds te compenseren met de winsten of baten van het daaraan voorafgaande jaar 2019. Ondernemers kunnen zo hun voorafbeta lingen, al dan niet gedeeltelijk, terugvragen en zien zo hun belastingfactuur voor inkomstenjaar 2019 aanzienlijk dalen. Had je vorig jaar geen belastbare inkomsten of had je vennootschap vorig jaar geen winst, dan kan je deze maatregel niet toepassen. Hetzelfde geldt in de personenbelastingen. Weliswaar is er een belastingvermeerdering verschuldigd indien het werkelijk verlies meer dan 10% lager ligt dan het geraamde verlies.
Een tweede steunmaatregel kan je enkel toepassen als je via een vennootschap werkt en heeft als doel de eigen middelen weer op peil te krijgen. A rato van het verlies in 2020 kan een ‘wederopbouwreserve’ worden aangelegd, aangerekend op de winsten in 2021 tot 2023 en geboekt bij de vrijgestelde reserves op de passiefzijde van de balans. De aangelegde reserve zal wel aan een onaantastbaarheidsvoorwaarde moeten voldoen om vrijgesteld te blijven. Op deze wijze worden toekomstige winsten tijdelijk vrijgesteld en kan de vennootschap zijn eigen vermogen weer ‘opbouwen’ of herstellen.
Beide maatregelen versterken zowel de liquiditeit als de solvabiliteit van de onder nemingen. Door ervoor te zorgen dat ze hun verlies snel kunnen recupereren én door hun solvabiliteit op te krikken, kunnen bedrijven ook snel hun balans weer aanzui veren en staan ze sterker in hun heropstart. Echter weet dat het in beide gevallen louter gaat om een verschuiving in de tijd.
Tot slot – en zeker geen onbelangrijke fis cale maatregel – wordt de investeringsaftrek op nieuwe activa die worden verkregen tussen 12 maart 2020 en 31 december 2020 verhoogd tot 25%. Deze investeringsaftrek is enkel van toepassing op kmo’s. De termijn voor de overdracht van ongebruikte inves teringsaftrek voor investeringen in het jaar 2019 wordt verlengd tot de twee volgende belastbare tijdperken in plaats van één belastbaar tijdperk. Dus, investeren maar…
Filip Verbeke en Julius Sanders, gecertificeerd accountants & belastingadviseurs