HAVENNIEUWS

Het Opleidingscentrum Zeebrugge (OCZ) vraagt aan Vlaams minister Hilde Crevits om steun voor het uitbreiden van de opleiding voor nieuwe havenarbeiders. Door de groeiende activiteiten van de bedrijven, wordt de vraag naar extra nieuwe instroom dit jaar op 350 mensen geschat. Tegelijk wensen de sociale partners het initiatietraject voor nieuwe havenarbeiders uit te breiden van 3 naar 5 weken.

Begin februari bracht Vlaams minister van werk Hilde Crevits (CD&V) een werkbezoek aan het Opleidingscentrum Zeebrugge. Dat gebeurde op uitnodiging van de sociale partners – Centrale der Werkgevers Zeebrugge (Cewez) en de vakbonden – en het havenbestuur. Minister Crevits kreeg eerst een toelichting in de leslokalen, gevolgd door een rondleiding op de terreinen waar nieuwe rekruten de eerste beginselen van dit specifieke beroep aangeleerd worden. “Het is druk want er is veel vraag naar bijkomende havenarbeiders. Vorig jaar telden we 1.570 cursisten, voor cursussen gaande van korte lessen veiligheid en EHBO tot langdurige functiespecialisaties zoals diverse types kraanman of chauffeur”, zegt coördinator van het OCZ Severine Maes.

Terreinen en lokalen De beroepsopleidingen voor havenarbeiders behoren tot de sociale voordelen van het Compensatiefonds voor de Bestaanszekerheid voor de havens van Zeebrugge-Brugge, Oostende en Nieuwpoort. Om die te organiseren, beschikt het Opleidingscentrum Zeebrugge over een oppervlakte van één hectare met praktijkterreinen en leslokalen langs de New Yorklaan.

Coördinator Severine Maes kan rekenen op 2 assistenten, 14 praktijkinstructeurs en 2 administratieve medewerkers. Met levensechte machines en materiaal sluit de opleiding direct aan bij de dagelijkse realiteit. Sinds 2020 beschikt het OCZ bijvoorbeeld over een simulator voor autobehandeling en indien nodig vinden lessen op verplaatsing bij de havenbedrijven plaats. De organisatie is erkend door VDAB en verwierf vorig jaar het vereiste kwaliteitscertificaat ISO 9001.

De bestuurders van het OCZ vroegen aan minister Crevits om steun voor uitbreiding. “In zijn huidige vorm kan het centrum jaarlijks 200 nieuwe mensen opleiden. Maar door de sterke groei van de havenactiviteiten, hebben de bedrijven dit jaar nood aan 350 nieuwe havenarbeiders. We vragen om extra capaciteit voor het opleidingscentrum maar voor de snelle behoefte kan er ook veel gedaan worden met het toelaten van gelegenheidshavenarbeiders”, zegt Marc Adriansens, voorzitter van Cewez en medebeheerder van het Compensatiefonds. Het huidige contingent bestaat uit 2.000 erkende havenarbeiders. De vraag wordt gedreven door de groei en nieuwe projecten van onder meer CSP Zeebrugge, C.RO Ports, Zeebrugge Food Logistics, Wallenius Wilhelmsen Solutions en International Car Operators.

Tegelijk vroegen ze de steun om de initiatieopleiding van 3 weken te kunnen uitbreiden met 2 weken stage, zodat de nieuwe havenarbeiders zoveel mogelijk begeleid worden bij hun eerste stappen op de kade. “Zo worden de nieuwe opleidingen nog beter aangepast aan de specifieke trafieken in onze haven”, klinkt het. (RJ - Eigen foto)

Haven Oostende, sinds 2019 een NV van publiek recht, vaart een koers met de wind in de zeilen. De keuze voor één missie en één visie gesteund op 2 fundamenten (diversificatie en duurzaamheid) en 5 pijlers (onder andere blauwe economie, circulaire industrie en klassieke cargo) heeft voor een ommekeer gezorgd. Anno 2022 zorgt Haven Oostende voor direct 5.278 jobs en indirect nog eens voor 4.372. CEO Dirk Declerck en havenschepen Charlotte Verkeyn navigeren het schip over veilige wateren.

De eerste vraag is misschien wel de lastigste: mooi om zien hoe Haven Oostende na zoveel decennia worstelen met zichzelf, nu haar roeping heeft gevonden. Waarom heeft dat zo lang geduurd? Charlotte Verkeyn: “Oostende is lange tijd een haven geweest die teerde op roro-trafiek en op ferryverkeer, een one product shop. Daarna werd de keuze gemaakt voor offshore, wat uiteraard een geluk was voor de Haven. Maar ook in het havenbestuur van voor 2019 waren er al diverse stemmen die pleitten voor meer diversificatie, om te vermijden dat het verleden zich zou herhalen. De laatste jaren heeft die keuze expliciet vorm gekregen met de uitwerking van 5 pijlers: blauwe economie, circulaire industrie, roll-on roll-off en ferry, bulk- en projectcargo en visserij.” Dirk Declerck: “De rode draad doorheen al die activiteiten is dubbel: diversificatie en duurzaamheid. Ik denk te mogen zeggen dat alles in een stroomversnelling is geraakt in 2019. In december 2018 heb ik voor het eerst Charlotte ontmoet en al vlug bleek dat we eenzelfde visie hadden. Ondernemerschap stimuleren en jobs creëren, daar gaat het voor ons om. Ik ben zelf een Oostendenaar en heb er in 1990 mijn ingenieursstudies afgewerkt. Maar ik heb er nooit kunnen naast kijken dat er in mijn stad zoveel werkloosheid was. Daar wilde ik graag mee iets aan doen. Met Charlotte vorm ik een coalitie van gelijkgestemden.” Charlotte Verkeyn: “En wat een geluk, in de raad van bestuur van Haven Oostende vinden we nog meer mensen met dezelfde visie en begeestering. Dus een coalitie van gelijkgestemden binnen het havenbestuur is een mooie verwoording.”

Laten we beginnen bij jullie cargoactiviteit. Charlotte Verkeyn: “We willen als haven graag schepen zien aanmeren in Oostende, dat is evident. Naast de klassieke bulk- en projectcargo, is er nog steeds plaats voor trafieken die wellicht minder in de beleidslijnen van andere havens passen of voor hen minder interessant zijn. Welnu, als deze trafieken naar Oostende kunnen komen, dan komt dat evident ook naar Vlaanderen en alles wat goed is voor Vlaanderen, is meegenomen. Maar voor een goed begrip: we zoeken onze eigen niche.”

Laten we ook de visserij eens nader bekijken. Is het niet moeilijk om een constructieve eigen koers te varen, gezien de afhankelijkheid van de EU in deze thematiek? Charlotte Verkeyn: “Ik zou zelfs meer zeggen: niet alleen de EU heeft een zware stem in dat kapittel, mogelijk heeft de federale overheid een nog zwaardere stem. Binnen die context van grote regelneverij en van wat mag en wat niet mag, proberen wij zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de roep om de korte keten op te waarderen als een surplus. Ook al zijn er maar een beperkt aantal kustvissers en schepen in omloop, toch vinden we die doelgroep uiterst belangrijk om te steunen.”

Lopen de visserij en de bedrijven actief in de blauwe economie elkaar niet voor de voeten? Charlotte Verkeyn: “Dat is een heel terechte vraag. Er kan soms een spanningsveld optreden tussen die 2 groepen. De Noordzee dient tegenwoordig als wingewest voor van alles. Het is wel zo dat er een Maritiem Ruimtelijk Plan is, maar misschien is het goed om naar de toekomst toe na te denken over hoe dat planningsinstrument kan ingezet worden om het respect tussen verschillende gebruikers en vooral ook het mariene milieu te waarborgen. Als Haven kunnen wij proberen te faciliteren. Ik merk ook dat tussen de verschillende gebruikers onderling gewild of ongewild niet veel contact is. De Haven kan en moet daar een rol in spelen.”

Terug naar de blauwe economie. Jan Jambon kwam hier recent de lof zingen over jullie invulling van duurzame economie. Hebben jullie in de voorbije 2 crisisjaren ook daadwerkelijk iets gehad aan Vlaanderen? Charlotte Verkeyn: “Het dossier van de nieu-

we zeesluis dateert al van 1993. Stap voor stap, jaar na jaar, is er vooruitgang geboekt. Maar nog steeds ontbreekt het sluitstuk van de zeesluis. Het is wat dat betreft vooralsnog wachten op het inschrijven van de nodige fondsen in het budget.” Dirk Declerck: “Iedereen weet dat Vlaanderen kampt met budgettaire beperkingen. Vooral op het vlak van infrastructuur zijn en blijven we vragende partij voor modernisering. In een ideaal scenario komt er een nieuwe zeesluis, maar ik denk ook aan de verbreding van de havengeul en aan de verdere maximale maritieme ontwikkeling van Plassendale. Voor de werken aan de havengeul investeerde Vlaanderen 30 miljoen euro. We blijven hoopvol gestemd en onderhouden onze contacten in Brussel omdat we uitgaan van onze eigen sterkte: we zijn klein maar doen mooie zaken.”

Innovatie is een term die altijd terugkomt in jullie aanpak. Dirk Declerck: “We beschouwen het als onze taak zaken in beweging te helpen krijgen en te faciliteren. Wij geloven sterk in de quadruple helix. Alleen kan je niets, en ben je weinig. Samen sta je sterker: overheid, bedrijven, burgers en kennis- en onderwijsinstellingen moeten aan één zeel trekken en clusteren. Het is inmiddels al genoeg bewezen dat zo’n vierhoeksverhouding werkt en clusters ongelooflijk veel meerwaarde bieden. We hebben de voorbije jaren mooie voorbeelden kunnen realiseren. Ik denk hier onder meer aan het dossier van Eca Robotics Belgium, dat hier een innovatieve fabriek neerzet van maritieme drones. Daar worden 70 mensen tewerkgesteld met verschillende profielen. Dit past perfect binnen de fundamenten van Haven Oostende, waar de missie is om duurzame tewerkstelling te creëren. Zo wisten we ook het Von Karman Institute aan te trekken, een internationaal gereputeerde onderwijs- en onderzoeksinstelling voor stroommechanica. Zij zien op hun beurt veel mogelijke interactie met de bedrijven die actief zijn met het winnen van windenergie op zee.” Charlotte Verkeyn: “Ook Ostend Science Park slaat de brug tussen onderzoek en bedrijven en wil marien en maritiem onderzoek in Oostende verankeren om de blauwe economie verder te versterken.”

Hoe staan jullie tegenover aquacultuur? Charlotte Verkeyn: “De komst van het Noorse bedrijf Columbi Salmon (een investering van 200 miljoen euro en goed voor 200 jobs), een bedrijf actief in de

aquacultuur, toont aan dat we daar positief tegenover staan. Daarnaast beantwoordt het helemaal aan de clusteridee. Toen het dossier nog aan het rijpen was, hebben wij met de Haven de zaken in de goede richting geduwd en het businessplan mee helpen opstellen. Dat is wat we bedoelen met kruisbestuiving of meerwaarde dankzij een partnership. Finaal leidt dergelijke politiek van partnerships ook naar het tegengaan van de in Oostende beruchte braindrain. We zien dat die aanpak nu meer en meer vruchten afwerpt, ook al omdat we nu meer dan vroeger voorbeeldig samenwerken met een instelling als de VDAB.”

Haven Oostende heeft al een zeer mooi jobparcours gereden. Maar zoals bekend: rekruteren kan hier maar langs één zijde. Is dat een achillespees? Charlotte Verkeyn: “Ik heb het moeilijk met die insteek en dooddoener van ‘jobs komen nu eenmaal niet uit de zee’. Veel wereldsteden en wereldhavens liggen toch met een halve cirkel voor hun neus.” Dirk Declerck: “Werken in Oostende heeft meer dan één voordeel. Om te beginnen is het mobiliteitsprobleem hier zo goed als onbekend. Twee: investeerders komen me toch altijd vertellen dat ze de mensen vinden die ze zoeken. Drie: hier worden duurzame en goed betaalde jobs in het leven geroepen die werknemers ook een langetermijnperspectief bieden. Dit gezegd zijnde: samen met de Stad (waar Charlotte ook schepen is voor economie) en het Economisch Huis Oostende, proberen we elke dag te streven naar nieuwe jobs.”

Hebben de bedrijven aan land en in het Oostendse hinterland over de jaren heen voldoende aansluiting gevonden bij jullie businessplan? Dirk Declerck: “We werken zelf graag op maat van de klant. We gaan actief op zoek naar opportuniteiten die we bekendmaken aan de (potentiële) bedrijven. Ik denk hier bijvoorbeeld aan de mogelijkheid om van afval een grondstof te maken. Of aan mogelijkheden op het vlak van energiebevoorrading of op het vlak van logistiek. Over het algemeen pikken de kmo’s goed in, maar het mag natuurlijk altijd meer zijn.”

Bestaat het risico dat andere Europese havens in een straal van pakweg 500 kilometer jullie fraaie businessmodel en strategie ook gaan kopiëren en zo gaan uithollen en ‘capteren’? Charlotte Verkeyn: “Dat kan, maar een risico Haven Oostende vierde onlangs haar 25-jarige bestaan en het 10-jarige bestaan van haar dochteronderneming REBO nv. Samen met provinciegouverneur Carl Decaluwé, burgemeester Bart Tommelein, voorzitter Charlotte Verkeyn, Vlaams minister-president Jan Jambon, CEO Dirk Declerck en minister van Noordzee Vincent Van Quickenborne werd teruggeblikt op de verwezenlijkingen en werden de ambities voor de toekomst toegelicht.

— CHARLOTTE VERKEYN

zou ik dat toch niet noemen. Ik zou eerder zeggen dat dit een normaal gegeven is. Niet alleen buitenlandse havens kijken naar ons, de binnenlandse doen dat evenzeer.” Dirk Declerck: “Maar er bestaat altijd zoiets als een first mover advantage en dat kan niemand ons afpakken. Inzake circulaire economie – denk aan het model dat Renasci hier in de markt heeft gezet – durft Oostende claimen dat het een voortrekkersrol speelt. Als anderen dat ook willen? Dat kan. Je moet concurrentie aanvaarden en als een stimulans zien om zelf beter te doen. Zolang we onszelf heruitvinden, zit het goed.”

Tot slot. In een context van meer en meer samenwerking (denk aan de fusie tussen de havens van Antwerpen en Zeebrugge, of aan die tussen Gent en Terneuzen) blijft Oostende kennelijk zweren bij een standalone? Of niet? Dirk Declerck: “De tijd van onverbiddelijke concurrentie tussen de Vlaamse havens is voorbij. Bij mijn aantreden ben ik quasi meteen gaan praten met Jacques (Haven Antwerpen), Daan (Haven Gent) en toen nog Joachim (Haven Zeebrugge). En praten en overleggen doen we sindsdien zeer frequent. Maar je moet niet altijd gehuwd zijn met je partner.”

Je kan ook aanhouden? Dirk Declerck (lacht hartelijk): “Ja, iets in die zin. Als er maar wederzijds begrip en respect is.”

Samen met het Gentse Visuals for Brands ontwikkelde Masureel uit Hulste de Home Visualizer, een digitale tool op maat om behangpapier mooier en gedetailleerder te presenteren aan haar klanten. De tool maakt deel uit van een ruimere digitale strategie van het bedrijf.

Sinds de jaren 80 groeide de voormalige textielververij Masureel uit Hulste uit tot één van de sterke Europese spelers in de markt van behangpapier. Zowel bij particulieren als in de contractmarkt staat Masureel hoog aangeschreven. Maar dat is voor het bedrijf van CEO Guy Verstraete allerminst een reden om op de lauweren te rusten. Het creëerde onlangs het nieuwe, ecologische label Greenwall, digitaliseerde zijn collecties en ook aan de visualisatie wordt gewerkt. Daarvoor werd samen met Visuals for Brands een inspiratietool gebouwd met de naam Home Visualizer.

Bedoeling van die digitale tool: potentiële klanten een beter idee geven van het effect van een behangpapier in een interieur. Daarmee wordt het op de website mogelijk om in een interieur het effect van verschillende behangsoorten te bekijken. Daarbij is er aandacht voor elementen zoals kleur, structuur en het gevoel van behang, stoffen, muren, deuren en meubels, en ontstaat een goed beeld van het effect van behangpapier.

De nieuwe digitale tool kwam er deels op vraag van de klanten, verduidelijkt marketingverantwoordelijke Lieselotte Peperstraete. “Op deze manier krijg je een veel duidelijker beeld dan met gewoon foto’s. Ook een staal geeft niet altijd de juiste indruk, omdat het te klein is. En er bestonden al wel wat tools, maar die waren niet zo professioneel. Ze hadden bijvoorbeeld niet altijd het juiste lichteffect. Daarom hebben we onze eigen tool ontwikkeld. We zijn als test gestart met de collectie Cabinet of Curiosities. Bedoeling is om de Home Visualizer uit te breiden naar onze andere collecties. Die worden constant vernieuwd en aangevuld en ook het aantal interieurs wordt uitgebreid, waardoor er erg veel variaties ontstaan.”

Digital twins Voor de creatie van de tool ging Masureel in zee met Visuals for Brands, een dochteronderneming van Animotions. Dat is het bedrijf van de naar Gent uitgeweken Kortrijkzaan Pieter Lozie, dat zich heeft gespecialiseerd in 3D-visualisaties voor architectenbureaus en digitale visualisaties voor de maakindustrie. Animotions doet veel meer dan louter simulaties maken aan de hand van het betere Photoshopwerk. Het maakt digital twins van bestaande en zelfs nog te ontwikkelen producten, met alle specifieke eigenschappen, waardoor voor bedrijven een nieuw palet aan mogelijkheden ontstaat. Het behangpapier van Masureel bestaat bijvoorbeeld uit verschillende lagen. Dat wordt digitaal nagemaakt, waardoor de digitale versie over dezelfde ‘eigenschappen’ beschikt als het papier zelf. Daarbij wordt vaak de combinatie gemaakt van 3D-beelden en een fotografische aanpak.

“Niet alleen krijg je veel duidelijkere en gevarieerdere beelden, je boekt ook veel tijdswinst”, legt Pieter Lozie uit. “Deze vorm van digitalisering grijpt namelijk in op de klassieke manier van werken van je bedrijf. Vroeger moest je eerst het product zelf produceren. Dat gebeurt soms in het buitenland, waardoor het een tijd duurt voor de stalen tot hier geraken. Vervolgens moest je een fotoshoot organiseren en hopen op de juiste omstandigheden. Dat kost allemaal tijd en geld. Die tijd en moeite sparen wij nu uit: we maken een digitale versie van een product en kunnen die digitale versie nog veel ruimer in de bedrijfsvoering inzetten, zoals bij automatisatie van stalenbeheer.”

Bij Masureel hebben ze alleen maar lof over de digitale marketingtool. “Wij zien dat de Home Visualizer erg goed wordt gebruikt door de klanten,” vult Lieselotte aan. “Je merkt dat het een handige tool is. Omdat wij de enige fabrikant zijn met dit systeem, biedt het ons echt een voorsprong op de

— LIESELOTTE PEPERSTRAETE

Het nieuwe systeem biedt allerlei voordelen. “Zo kan je al marketing beginnen voeren op basis van de digital twin, zonder dat een product al echt in productie is. In de automotive is dat al zeer gebruikelijk, maar we zien het nu ook steeds meer in de maakindustrie. Met onze systemen kan je een digitale catalogus samenstellen. Op basis daarvan kan je zien naar welke producten veel vraag is, en welke minder succes kennen. Zo kan je de productie aanpassen. Dat is pure winst”, vertelt Pieter Lozie. Op die manier doet Visuals for Brands meer dan zomaar een digitale visualisatie creëren, het denkt mee over de hele digitale omslag en digitale marketing van een bedrijf.

concurrentie.” (DV - Foto Kurt)

www.masureel.com www.visualsforbrands.com

SECURITY Om de kans op hacking of andere security-problemen te verkleinen, zet je als ondernemer best in op drie pijlers. Ten eerste moet je ervoor zorgen dat je IT-infrastructuur upto-date is. “Met Promoni bekijken we hoeveel updates niet werden uitgevoerd, welke toestellen niet over een correct antivirusprogramma beschikken en van welke servers de schijven bijna vol lopen. Op basis van een periodieke rapportage werken we dan aan gerichte oplossingen. Secundo is het belangrijk te zorgen voor voldoende back-ups, zowel lokaal als in ons datacenter. Duikt er toch een probleem op, dan kan je op die back-ups terugvallen. Ten slotte moet ook elke gebruiker gesensibiliseerd zijn. Via fake phishingberichten analyseren we het gedrag van alle medewerkers en geven we hen de nodige instructies om ook die kans op hacking te vermijden.” DIGITALISERING Veel ondernemingen werken nog met verouderde softwarepakketten en maken facturen nog op in Word of Excel. “Er bestaan nochtans voldoende kwalitatieve systemen om de integrale flow – van offerte over bestelling tot en met facturatie – veel eenvoudiger aan te pakken. Het is verstandig om daarop in te zetten. Doordat veel mensen een eerder gebrekkige kennis over Microsoft Office-toepassingen hebben, maken ze van hun workflow een ‘Excel-hel’, terwijl tools zoals Power BI en Power Automate veel efficiëntere data-analyses toelaten, zonder ‘copy paste’-toestanden. Voor het traceren en de werkopvolging van mobiele technici kan je veel efficiënter werken met een betaalbare app.”

VOIPPLAY Een traditionele telefooncentrale via ISDN? Ook dat kan een stuk moderner. “Met Voipplay, ons systeem voor Voice Over IP, telefoneer je via de cloud. Zo is elke medewerker op elk moment en waar hij/zij zich ook bevindt, vlot bereikbaar. Vergeet die complexe en meestal dure telefooncentrale. Voipplay is een oplossing met een hoge schaalbaarheidsfactor, die een betere integratie met softwarepakketten faciliteert. Dankzij deze aanpak bespaar je bovendien nog eens 45% op internationale gesprekken.”

Een update van je IT-infrastructuur is een garantie op méér efficiëntie, zonder dat je daarvoor harder hoeft te werken. Trustteam vertelt