2 minute read
BRUGGE
Brugge heeft de rijzende energie- en loonkosten al bij al vrij vlot kunnen tackelen. Het bespaart in eerste instantie binnen de eigen organisatie. Het indexeert een aantal retributies, maar verhoogt de basisbelastingen niet. Er is een aanwervingsstop, maar niemand verliest zijn job. En ook alle geplande investeringen gaan door.
De extra kosten waarmee Brugge geconfronteerd wordt, bedragen nu om en bij de 60 miljoen euro. “En dat bedrag kan mogelijk nog oplopen, afhankelijk van de economische situatie en de snelheid waarmee de loonindexeringen blijven komen”, zegt schepen van Financiën Mercedes Van Volcem. “Personeelskosten bedragen nu al 40 miljoen euro meer dan geraamd voor de stad, OCMW, Mintus en welzijnsverenigingen samen. Energie komt op 6,6 miljoen euro extra voor dit jaar en volgend jaar. Maar ook andere uitgaven zijn exponentieel duurder geworden. Investeringsprojecten kosten ons bijvoorbeeld ook al 6,5 miljoen euro meer dan we ze destijds hebben ingeschreven en in totaal betalen we 1,2 miljoen euro meer aan huur en huurlasten.”
Van bij de start was duidelijk dat het stadsbestuur dat geld niet bij de inwoners en bedrijven zou halen. “We verhogen de belastingen voor de Bruggeling niet. We willen de impact op de Bruggeling zo klein mogelijk houden. We kozen er wel voor om de verblijfsbelasting, betaald door de toeristen, vanaf 2023 te verhogen. Dat zou ons al 5,7 miljoen euro opleveren.” Er zijn ook geen plannen om de belastingen voor de bedrijven te verhogen. “Integendeel, sinds de start van de legislatuur hebben we heel wat belastingen aangepast. Zo werd de belasting op het economisch gebruik van bedrijfsruimten geschrapt voor 2020 en werd elk bedrijf tot 2.000 m² vrijgesteld van die belasting. Ook de horeca kon rekenen op een belastingverlaging. Zo hebben we de terrastaks in de randgemeenten gehalveerd.”
Doordachte keuzes Het geld zal dus in de eerste plaats uit besparingen moeten komen. “Een besparingsronde binnen onze organisatie leverde ons al 5 miljoen euro op. We zetten de temperatuur in onze gebouwen iets lager, op 19 graden. En we besparen op personeelsbudget: zo is er een aanwervingsstop tot eind 2022. Dat zou ons al 6 miljoen euro opleveren. We proberen niet alleen onze kosten te beperken; we sturen ook bij aan de inkomstenzijde. Zo indexeren we verschillende inkomsten, maar proberen daarbij ook om de impact op de Bruggelingen zo klein mogelijk te houden. We verhogen de verblijfsbelasting, goed voor 5,7 miljoen euro extra, en indexeren de parkeertarieven, goed voor 3,1 miljoen euro extra. Verder indexeren we ook de museumtarieven, wat een positieve impact heeft op het meerjarenplan van 2,0 miljoen euro. We krijgen 14,5 miljoen euro extra uit de aanvullende persoonsbelasting en 23 miljoen euro extra uit de onroerende voorheffing. Het gemeentefonds is goed voor 8 miljoen. Een vrouw die ons 5 miljoen euro heeft nagelaten uit liefde voor de stad, zorgt ook voor een financiële meevaller.” Dankzij alle meevallers en beslissingen kan het investeringsritme aangehouden worden. “We moeten geen investeringen schrappen. En we moeten ook geen personeel ontslaan, wat hier en daar in andere centrumsteden wel gebeurt.” (JM - Foto Kurt)
