
4 minute read
IMOG
Imog kan restwarmte vervoeren met containers
‘Mobiele warmte’-technologie als alternatief voor gas
Zwembaden verwarmen met restafval? Het is haalbaarder dan je zou denken: Imog heeft een ‘mobiele warmte’-technologie uitgewerkt, waarbij de restwarmte die vrijkomt bij de verbranding van restafval via energiecontainers op locatie gebracht kan worden. “Zeker nu de gasprijzen zo hoog zijn, is dit een heel interessant alternatief”, zegt directeur Johan Bonnier.
De Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen, kortweg Imog, zorgt voor de huisvuilverwerking van ruim 232.000 inwoners. De intercommunale doet haar uiterste best om de fractie ‘restafval’ zo klein mogelijk te houden, onder meer door te sorteren en te recycleren. Maar ook het restafval dat overblijft, zorgt nog voor opportuniteiten. De restwarmte die vrijkomt bij de verbranding van restafval, kan immers gebruikt worden als groene energiebron. Via een warmtenet wordt die restwarmte naar andere bedrijven, gemeentelijke- of stadsgebouwen en woningen gebracht, om die te verwarmen.
Het afval van die ruim 230.000 mensen kan tot 75 mio. kWh aan energie opleveren per jaar, een hoeveelheid die neerkomt op het gemiddelde verbruik van 65.000 mensen. “Betonbedrijf Nerva uit onze buurt is het eerste dat onze restwarmte via een warmtenet tot bij hen in het bedrijf heeft afgenomen”, zegt algemeen directeur Johan Bonnier. “Daarnaast loopt er ook een warmtenet, dat onder de Leie werd geboord, naar het grensgebied tussen Kuurne en Harelbeke. Zo’n 350 gezinswoningen tappen er warmte af, en daar kunnen er nog 400 bijkomen. De gemeente Kuurne is van plan om er in de nabije toekomst ook nog enkele gemeentelijke gebouwen op aan te sluiten, onder meer het gemeentehuis. Daarnaast is ook een warmtenet voorzien richting het centrum van Harelbeke, om er enkele stadsgebouwen op aan te sluiten.”
Optimaal benutten Maar er is nog restwarmte over, die niet benut wordt. “De restwarmte die we op vandaag niet via warmtenetten wegtrekken, zetten we om in elektriciteit en die steken we terug op het net. Net zoals mensen die zonnepanelen hebben, dus. Maar het liefst zouden we onze restwarmte optimaal benutten.”
Imog neemt daarom initiatief door zélf steden en gemeenten en bedrijven de mogelijkheden voor te stellen. “Er is niet per se een warmtenet nodig om restwarmte op een bepaalde locatie te krijgen”, zegt Bonnier. “In 2018 hebben we een ‘mobiele warmte’-technologie uitgewerkt, waarbij we de restwarmte via energiecontainers op locatie kunnen brengen. Een container met een zoutoplossing wordt opgewarmd met de restwarmte van Imog. Daarna wordt de container naar het gebouw gebracht waar de restwarmte wordt afgenomen. Daar zet een warmtewisselaar de warmte van de zoutoplossing om, om er het gebouw mee te verwarmen.”
Imog contacteerde enkele jaren geleden al enkele steden en gemeenten om het project voor te stellen. “We zouden met restwarmte bijvoorbeeld publieke zwembaden kunnen verwarmen. Maar toen was er niet zo veel interesse voor. Er zijn immers nog altijd vrachtwagenchauffeurs nodig die voor een constante aanvoer aan energie moeten zorgen, en dat kost wel wat. Toen de energieprijzen nog niet zo hoog waren, was ons project financieel gezien niet meteen interessant. Nu de gasprijzen wél zo hoog zijn, is dat een ander verhaal. We verwachten dat we de komende periode dan ook wel enkele aanvragen zullen binnen krijgen.” (JM - Foto Kurt)
JASPER DEMEULEMEESTER – PRODUCTMANAGER AXIOMA
Tips van de expert

Binnen een bedrijf is de verlichting verantwoordelijk voor 30 tot 45% van het totale energieverbruik, afhankelijk van de activiteit. Een goede verlichting is essentieel om het werk op de best mogelijke manier te laten verlopen. Tegelijk is het belangrijk de energiebalans niet uit het oog te verliezen.
Jasper Demeulemeester van Axioma geeft graag nuttige tips voor de update van je verlichtingsinstallatie.
1. Laat een energiescan uitvoeren en een doordacht lichtplan opmaken
Via een analyse van je bestaande verlichtingsinstallatie kan je de prioriteiten inzake relighting vastleggen. De opmaak van een doordacht lichtplan leidt tot een uitgewerkt projectvoorstel, met kostprijs-, TCO- en ROI-berekening van de installatie. Zo ontdek je meteen de impact van de verlichting op het totale energieverbruik en hoeveel je daadwerkelijk kan besparen door de relighting.
2. Zet de stap naar relighting
Vanaf 1 september 2023 is de verkoop van T5- en T8fluorescentielampen en compacte fluorescentielampen (CFL’s) verboden in Europa, omdat die lichtbronnen licht opwekken met behulp van kwik. Tegenwoordig bestaan er, dankzij leds, beduidend energiezuinigere alternatieven. Die zijn vrij van kwik, veel efficiënter en hebben een langere levensduur. Zo verlaag je op termijn de energie- en onderhoudskosten, met als resultaat een kleinere CO2 voetafdruk. Door de stap naar relighting van binnen-, buiten- én noodverlichting te zetten, is je verlichtingsinstallatie conform de toekomstige richtlijnen.
3. Voeg een lichtsturingssysteem toe
De ledtechniek is inmiddels volwassen geworden, dankzij slimme besturingstechnieken die je gebouw ook ‘smart’ maken. Door het toevoegen van aanwezigheidssensoren, daglichtregelingen en uitschakelfuncties, of een combinatie daarvan, kan je de energiebesparing zelfs tot 85% verhogen. Die sensoren genereren ook informatie inzake het klimaat, ‘verkeer’, ruimtegebruik en energiemonitoring in een gebouw. Op basis van die data kan je het gebouw nog efficiënter gebruiken, wordt de energiebesparing nog groter en je verlichting energie-efficiënter.
4. Vraag subsidies en premies aan
Wie overstapt naar energiezuinige verlichtingssystemen, komt in aanmerking voor verschillende subsidies en premies. Zo is er bijvoorbeeld een investeringsaftrek wanneer je als bedrijf werk maakt van de oprichting of uitbreiding van een energiebesparend project. Daarnaast kan je via Fluvius een premie ontvangen voor de opstart van een relightingproject. Bedrijven komen in aanmerking voor die premie wanneer ze hun bestaande verlichting volledig verwijderen, een lichtstudie laten uitvoeren en een volledig nieuwe verlichtingsinstallatie laten plaatsen. De premie geldt voor alle gebouwen van vóór 2006 en kan maar eenmaal per ruimte worden toegekend. Het premiebedrag kan oplopen tot maximaal 20.000 euro.