14 minute read

Zorgzaken

Next Article
Last post

Last post

Zorgzaken

Nieuws uit de Oost-Vlaamse zorgsector

“Handen te kort in de zorg?

Alles is al gezegd maar niemand is bezig met oplossingen”

Dendermondenaar Willy Vertongen (60) werkte meer dan een halve loopbaan voor Solidariteit voor het Gezin, onder meer als directeur Thuisverpleging. En onder zijn leiding groeide Mederi uit tot de Belgische nummer1 in dienstverlening aan zelfstandige thuisverpleegkundigen. Hij ziet concrete kansen om ‘vertrekkers’ terug naar de zorg te loodsen en legt ook de pijnpunten bloot. Ongecensureerd.

TEKST JAN VAN GYSEGHEM - FOTO NATHALIE DOLMANS

Over Mederi

Mederi, Latijn voor ‘zorgen’, levert diensten aan thuisverpleegkundigen en zorgkundigen. Het bedrijf met zetel in Aalst en vijf kantoren in Vlaanderen en Brussel, ondersteunt 1400 verpleegkundigen, actief in 200 praktijken. Dat varieert van solopraktijken tot praktijken met 60verpleeg- en zorgkundigen.

Mederi is marktleider in België en helpt zijn klanten met het runnen van hun praktijk: bij de opstart, juridisch, verpleegtechnisch. Daarnaast levert het via TDM3 tarificatie- en facturatiediensten aan verpleegkundigen en artsen.

Willy is een veelzijdig en gedreven man. Naast zijn professionele passie voor de zorg is hij al even passioneel bezig met initiatieven die het leven de moeite waard maken: de zorg voor kinderen met progeria en voor mensen met een verstandelijke beperking (Thomashuizen). Hij houdt van kunst en koers en van het raakvlak tussen beide. Via het platform Clochart steunt hij jonge wolven in de wereld van illustratie en fotografie. De aankleding van zijn kantoor in een voormalige textielfabriek illustreert zijn uiteenlopende passies.

Willy praat met zachte stem, helder en rustig. Over zijn interesses en engagementen. Over zijn ‘maten’, een adresboekje vol klinkende namen die zijn pad kruisen: artistiekelingen Stefan Vanfleteren, Xavier Truant en Ever Meulen naast sportfanaten als Fons Leroy en Roger De Vlaeminck. Ons gesprek gaat over de toekomst van de zorg maar vooral over de mensen die hiervoor nodig zijn.

Handen in de zorg: ze zijn er wel maar je ziet ze niet

Willy Vertongen schat het aantal vacatures in de zorg op 20.000 tot 25.000. In België werken zowat 700.000 mensen in de zorg. “Minder bekend is dat 80.000 mensen wel over een geviseerd diploma vepleging beschikken maar helaas niet (meer) aan de slag zijn in de sector. Hiervan zijn er 20.000 nog potentieel inzetbaar in de zorg”, stelt Vertongen met spijt vast.

Het probleem is niet nieuw. Een deel van de gediplomeerde mensen die niet meer in de zorg werken, zijn op pensioen, anderen oefenen het vak niet langer uit omwille van lichamelijke klachten. Zorg verstrekken – vooral aan het bed van patiënten – is fysiek lastig. Willy Vertongen: “Wat wij wel weten is dat de medewerkers in de zorg afknappen op een aantal bekende fenomenen: veel uren kloppen, moeilijke tijdstippen, gejaagdheid, (onder)waardering…” Men haakt af omwille van de werkorganisatie. Iedereen wil wel eens op normale uren thuis zijn. Maar door het tekort aan verpleeg- en zorgkundigen komt men nog sneller bij de medewerkers aankloppen om in te springen en extra te presteren. Zo blijft men in cirkels draaien.”

Opvallend is dat nogal wat (ex-)zorgverstrekkers buiten de sector een baan opnemen. Willy Vertongen: “Een aantal zorg- en verpleegkundigen stapt tijdelijk uit het vak op het ogenblik dat er kinderen komen. Zij blijven dan twee of drie jaar thuis met de bedoeling om de draad opnieuw op te pikken, maar dat blijkt in de praktijk helemaal niet eenvoudig. Uiteindelijk belanden nogal wat onder hen in sectoren zoals immobiliën en retail waar hun contactvaardigheden naar waarde worden geschat.”

Terughalen kan

Toch zijn de vertrekkers uit de zorg volgens Vertongen te overhalen om – via vorming en bijscholing – opnieuw in de sector aan de slag te gaan. “’Compacteren’ naar een vierdagenweek is een utopie, zolang er een tekort is aan mensen”, stelt de CEO van Mederi. “Dat is vragen om nog meer problemen.”

Willy sprak met veel mensen over de frustraties. “Ik ben sterk vragende partij om daar iets rond te doen. We weten over wie het gaat, we hebben de lijst met namen. Laat ons dan nagaan waarom zij niet meer mee draaien. Vermoedelijk krijgen wij een hele waslijst aan verklaringen, maar we zouden het dan op zijn minst wel weten.”

Voor een onderzoek en een aanpak ziet hij mogelijkheden met het budget van 48 miljoen euro dat de Vlaamse Regering en het RIZIV hebben weggezet voor het Zorgpersoneelsfonds en dat bestemd is voor

Ik krijg het ervan als men zegt: dat is een roeping! Alsof het een roeping is om weken te kloppen van 60 uren

de zelfstandigen in de zorg. “Laat ons daar iets mee doen. Als wij nog maar 1% van de uitstappers terug kunnen halen, levert dat 800 extra mensen op! Normaal vergt het jaren om een gelijkaardig resultaat neer te zetten.“

De bijzondere enveloppe laat volgens de Mederi-topman toe om mensen te vergoeden die het vak opnieuw in de vingers willen krijgen: “Ons voorstel aan de doelgroep zou zijn: rijd mee met onze zelfstandig verpleegkundigen. Dat kan weinig juridische problemen stellen – de mensen beschikken over een diploma. Het kan, het mag.”

Het project zou mensen de kans bieden om de ‘stiel’ opnieuw te leren, op een haalbaar tempo. De opleiding, in samenwerking met scholen, zou deels een theoretische update zijn over nomenclatuur, rechten, plichten, bescherming, aansprakelijkheid enz. Daarnaast zou de herinstapper begeleiding krijgen op het technische niveau, in de effectieve uitoefening van de (thuis)verpleging. Dat moet toelaten om de wijzigingen in het vak gedurende de periode van inactiviteit, bij te benen. “Het zou een krachtig signaal zijn om met het ‘slapende’ potentieel echt iets te doen,” besluit Vertongen stellig.

Aanpakken, iemand?

Op de vraag wie dit onderzoek in gang kan of moet duwen denkt Vertongen aan sociale secretariaten of: “Waarom niet Voka, met medewerking van kennisinstellingen?” En de overheid?

Willy Vertongen: “De data komen al van de overheid. Over dat probleem is al heel veel, zo niet alles gezegd. Alleen is niemand bezig met oplossingen. En wij zullen het niet redden met wollige campagnes. Laat ons nu eens moeite doen om oplossingen tezoeken.”

Volgens de directeur van Mederi zullen een aantal vastgeroeste dingen in vraag moeten worden gesteld. Zoals het inzetten van zorgkundigen in plaats van verpleegkundigen voor bepaalde handelingen in de thuiszorg en elders, zonder kwaliteitsverlies. Willy Vertongen maakt zich zorgen over de tanende aantrekkingskracht van de zorgsector. “Ik waardeer alle inspanningen maar welk imago zijn wij die sector aan het geven? Stel: jij bent 18. Wat gaat jou prikkelen om iets in de zorg te doen als je geïnformeerd wordt zoals de meeste mensen? Dat betekent: onregelmatige uren, lastig, op elk moment kunnen opgeroepen worden en te weinig betaald worden. Dat laatste klopt overigens al lang niet meer. Maar dat beeld leeft nog altijd heel sterk en wordt niet doorprikt.”

Uit een vergelijking van loonbarema’s blijkt dat het goed zit met de remuneratie voor standaardwerk in de zorg. Dat is niet het geval voor de vele uitzonderingen die worden gevraagd en die men als normaal beschouwt. Willy Vertongen: “Ik krijg het ervan als men zegt: dat is een roeping! Alsof het een roeping is om weken te kloppen van 60 uren… Als je dat echt wil, zeg ik: word dan zelfstandig.”

niet alleen zelfstandigen moeten worden betrokken, geeft Vertongen toe. “Ik zou al heel gelukkig zijn als stap 1 lukt: mensen in de verpleging krijgen.” Alle verdere stappen zijn prima: kiezen voor de thuisverpleging (stap2), als zelfstandige aan de slag gaan (stap 3) en kiezen voor Mederi (stap 4).”

“Zolang er geen mensen zijn, gaan wij ze uiteraard niet naar Mederi krijgen, het is een vrij simpele logica. Wij profileren ons bijgevolg hoe langer hoe meer als een groep die op een brede manier naar de problematiek kijkt en niet alleen omdat wij er zelf beter van worden.”

Net voor dit nummer van Ondernemers in druk ging, werd Willy Vertongen door 400 aanwezigen in CC De Werf Aalst verkozen tot ‘Ondernemer van 2022’. DeOndernemersaward is een initiatief van Broeikas (Odisee en HoGent), i.s.m. stadAalst.

Project Thuismonitoring covid-patiënten koppelt uitgangspunten van brede hervorming gezondheidszorg

Hoe kunnen we evolueren naar maximale thuiszorg?

Mederi roert zich in meerdere debatten rond zorgzaken. Als trekker van het project ‘Telemonitoring van covid-patiënten thuis’ kreeg Mederi steun van het RIZIV en van partners waaronder de twee ziekenhuizen in Aalst, de zorgcentrale Z-plus, Remedus, i-mens en de huisartsenkringen.

Het uit de kluiten gewassen pilootproject (120 patiënten) loopt tot midden 2022 en omvat een zorgtraject waarbij bevestigde covid-patiënten vanop afstand worden opgevolgd door middel van metingen en bevragingen in de thuissituatie.

De oefening kadert in een onderzoek naar de mogelijkheden van thuishospitalisatie. Het KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg) volgt het project op nationaal niveau op.

Thuishospitalisatie behelst momenteel 2 onderdelen: (1) het intraveneus toedienen van antibiotica en (2) het thuis toedienen van chemotherapie. In de toekomst zijn er tal van andere toepassingen mogelijk.

Willy Vertongen: “Je kan die projecten zowel vanuit technisch als vanuit financieel oogpunt bekijken: Kan het? Is het verantwoord en veilig om dit thuis te doen? Maar ook: Wat is de financiële impact? Zo wordt telemonitoring een element in het bredere verhaal van de hervorming van de ziekenhuizen. Vertongen: “Wij gaan naar systemen waar uiteindelijk regionale afspraken moeten worden gemaakt, ook over de ‘lijnen’ (eerstelijnszorg, tweede lijn…) heen. Wat kan in de eerste lijn of in de thuiszorg? Die discussie wordt nu volop gevoerd.”

Het is een oefening waarin de ziekenhuizen een bepalende rol spelen en bereid moeten zijn mee te denken. “Een aartsmoeilijke klus,” zegt Vertongen. “Moeilijk maar niet onmogelijk want alle patronen in de gezondheidszorg gaan die richting uit. Het RIZIV is bezig met een transversaal budget. Dat betekent dat men de budgettaire kokertjes – thuisverpleging, kinesisten, ziekenhuizen, tandartsen… - doorbreekt en elke discipline, vanuit het ‘eigen budget’, mee projecten financiert die doorheen verschillende kokers snijden. Alle betrokkenen zijn hierbij gebaat, want veel zaken kan je gewoonweg niet isoleren tot bijvoorbeeld thuiszorg alleen.

Dat alles behoeft uiteraard een kader, maar zo wordt het wel haalbaar. Als we eerlijk zijn en de problematiek macro-economisch bekijken, is er geen andere keuze.”

Vertongen heeft de rekening al gemaakt. Een ligdag in een ziekenhuis kost 560 euro, in een universitair ziekenhuis zelfs 1.000 euro. In een concept van maximale thuiszorg daalt de rekening tot minder dan een vierde. Voor juiste cijfers is er echter diepgaand onderzoek nodig.

Het project rond thuismonitoring koppelt het probleem van te weinig handen in de zorg via digitalisering aan de bekommernis over efficiëntie zonder kwaliteitsverlies en over oplopende kosten. Willy Vertongen: “De tak van de eerstelijnszorg zit vandaag in een echte rollercoaster. Er kan veel, wij kennen de remmende factoren en nu is het kwestie van niet al te grote stappen te nemen en toch op te schuiven. Mederi is de partner bij uitstek om met ziekenhuizen tot gerichte samenwerking te komen in de eerstelijnszorg.”

Succesvolle projecten met een 360° project cockpit

Het uitvoeren van projecten hoort bij het DNA van een aannemersbedrijf. Het specifieke karakter van elk individueel project en stijgende kosten maken het moeilijk om op voorhand te bepalen welke koers zal worden gevaren. Neem daarbij het feit dat klanten niet alleen veeleisender worden maar ook kostenbewuster handelen, maakt dat projecten uitvoeren geen evidentie is. Integendeel, het vereist ondersteuning door de juiste mensen, juiste systemen, juiste processen én juiste informatie.

PROJECT MANAGERS & DE FINANCIEEL VERANTWOORDELIJKEN MOETEN HET PROJECT BENADEREN VANUIT ÉÉN VERHAAL

Een project in uitvoering wordt vanuit twee invalshoeken opgevolgd:

– Operationeel: De focus van de projectmanager of werfleider ligt op de operationele uitvoering. Hoe zit het met deplanning van de onderaannemers?

Zijn de bestellingen tijdig gemaakt?

Halenwe de oplevertermijn? – Financieel: De financieel verantwoordelijke volgt eerder de kasstromen op en kijkt de correcte en tijdige uitfacturatie van de prestaties na. Daarnaast evalueert hij ook de cost-to-complete en projectmarge.

Beide invalshoeken moeten echter één verhaal brengen en een positieve wisselwerking teweegbrengen. Het bundelen van het boekhoudkundig resultaat en het operationeel projectresultaat is hierbij een absolute must. De kunst bestaat erin om steeds de variantie te kunnen verklaren en onder controle te houden. Wanneer de aansluiting tussen beide een feit is, zal de financiële projectrapportering als enige waarheid gelden zodat het gesprek tussen de bedrijfsleider, de projectmanager en financiële mensen zal leiden tot de juiste acties en aansturing van de projecten.

HET PROJECTRESULTAAT: NOOD AAN DAGELIJKSE OPVOLGING ÉN MAANDELIJKSE AFSLUITCIJFERS

Enerzijds is er de noodzaak om bepaalde cijfers ‘live’, dus dagelijks, op te volgen. Denk onder meer aan het aantal arbeiders die momenteel op een project werken en of de goederen op tijd op locatie geleverd worden zodat er effectief verder kan gewerkt worden en dit zo efficiënt mogelijk zonder wachttijden.

Anderzijds is het belangrijk om ook over de (financiële) projectresultaten te beschikken, bij voorkeur op een maandelijkse basis. Het project moet eigenlijk virtueel stil gelegd worden, zodat er een foto kan gemaakt worden van de huidige financiële status van het project. Maar om deze foto te maken, staat de financieel verantwoordelijke voor tal van uitdagingen. Zo kunnen de projecten over meerdere maanden lopen, worden niet alle kosten integraal doorgerekend naar de projecten en is de bepaling van de werken in uitvoering ook geen simpele oefening. Door het optimaliseren van de dataregistratie (d.i. wie geeft welke informatie op welk moment via welk systeem in?) alsook de financiële afsluitprocessen kunnen deze uitdagingen structureel aangepakt worden. Op die manier kan de automatisering van een aantal manuele stappen risico’s op fouten beperken en tijdswinst genereren. De opmaak van een afsluitkalender en een checklist zorgen er voor dat alle betrokkenen doorheen het proces op elkaar zijn afgestemd.

Na oplevering van het project wordt de rekening gemaakt en geëvalueerd. Wat is de finale projectmarge? Waar zijn we afgeweken van het budget? Om die vragen te beantwoorden wordt er een projectnacalculatie opgemaakt. Hier worden de gefactureerde omzet en gemaakte kosten tegenover elkaar geplaatst. Hoe transparanter de opbouw van deze kosten en opbrengsten (bv. uurprestaties, verbruikte materialen, meerwerken, …), hoe sterker de analyses en conclusies zullen zijn. DOEN WE DIT PROJECT MORGEN OPNIEUW?

Naast de project specifieke conclusies wil het management vooral inzicht krijgen in de algemene lessons learned. Wat zijn de structurele werkpunten? Wat is de productiviteit van mijn teams? Welke onderaannemers presteren naar behoren en welke niet? Die inzichten komen naar boven door over de projecten heen naar de diverse projectparameters te kijken. Vanuit een overkoepelende exceptierapportering kunnen knipperlichten tijdig vastgesteld worden en de nodige acties ondernomen worden door het management. Degelijk financieel beheer binnen een projectomgeving wordt ondersteund door een goede projectrapportering in een gebruiksvriendelijke, dynamische en future proof tool: een 360° project cockpit. Deze omvat een specifiek dashboard met analysemogelijkheden per verantwoordelijkheidslijn, per projectfase en knipperlichten die de risico’s in kaart brengen. De verschillende invalshoeken moeten één integraal verhaal brengen en zorgen dat de neuzen binnen de organisatie in dezelfde richting staan.

Ulrike Debels Director Deloitte Strategy & Performance, udebels@deloitte.com www.deloitteprivate.com

Sweco bouwt mee aan de toekomst van de Dampoort

Al jaren zorgt de verkeersknoop aan het station Dampoort in het noorden van Gent voor hinder en gevaarlijke situaties. In september vorig jaar koos de Vlaamse overheid definitief voor een ondertunneling om het probleem aan te pakken. DeWerkvennootschap, een overheidsafdeling, is verantwoordelijk in het opvolgen van het project. Zij stelden ingenieursbureau Sweco aan voor de studieopdracht ter waarde van 14,3 miljoen euro. Daarin zitten onder meer de ondertunneling van de Heuvelpoort en de heraanleg van 6 pleinen in vervat. De volledige studie moet afgerond zijn in het voorjaar 2024 om drie jaar later te beginnen aan de werken. “Dit grootschalig project betekent goed nieuws voor de inwoners in en rond

Gent”, vertelt Erwin Malcorps, managing director Sweco Belgium. “We hebben alle disciplines in huis om Dampoort om te vormen tot een multimodaal knooppunt en deleefbaarheid, verkeersveiligheid en mobiliteit onder de loep te nemen.”

swecobelgium.be

Rf-Technologies verkozen tot ambassadeur maatwerkbedrijven

Elk jaar benoemt Groep Maatwerk, werkgeversorganisatie voor een 60-tal maatwerkbedrijven, een bedrijf of organisatie tot ambassadeur als ze structureel samenwerken met een maatwerkbedrijf en bereid zijn om de meerwaarde extern te communiceren. Voor 2022 is dat Rf-Technologies, een bedrijf uit Oosterzele die oplossingen voor passieve brandwering ontwerpt en vervaardigt. Sinds 2013 schakelen ze meer dan 10 maatwerkers van Trianval uit Wetteren in tijdens het assemblageproces van brandwerende kleppen. “De samenwerking met Trianval maakt ons trots en we willen er andere bedrijven mee inspireren”, vertelt Bernard Santens, gedelegeerd bestuurder Rf-Technologies. “Ze zijn een voorbeeld voor wat enclavewerk moet zijn: een geborgen inclusie tonen”, vult Luc De Maesschalck aan, directeur van Trianval. In Vlaanderen zijn meer dan 24.500 maatwerkers in Vlaanderen aan de slag. “Daarmee leveren ze een substantiële bijdrage aan de Vlaamse economie”, besluit Francis Devisch, directeur van Groep Maatwerk

rft.eu

Van links naar rechts: Francis Devisch, André Troch, Bernard Santens, Clement De Meersman en Luc De Maesschalck

UZ Gent trapt vernieuwingsoperatie op gang met gebouw N

Binnenkort vat UZ Gent de werken aan van het Nobel I-gebouw. Die realisatie is meteen ook de start van het masterplan ‘Project U’ voor het ziekenhuis van de toekomst. Dat langetermijnproject omvat alle toekomstplannen om een campus te creëren die aangenaam en efficiënt is voor zowel patiënten, medewerkers als buurtbewoners. Het omvat naast een centrale nieuwbouw tal van andere bouw- en vernieuwingsprojecten waarvan Nobel I, een nieuwe hoogbouw van 12 verdiepingen en 62 meter hoog de eerste schakel is. Het nieuwe gebouw wordt een nieuwe hub voor innovatie, onderzoek en ontwikkeling. De onderste verdiepingen zullen onderdak bieden aan een opleidingscentrum, poliklinieken en kantoren van het departement ICT als tussenstap naar de centrale nieuwbouw. Het UZ Gent wil vooral ook focussen op duurzaamheid met zonnepanelen op het dak en een energiegevel. De oplevering is voorzien in 2024.

This article is from: