2020-09-VL-Voka Paper

Page 5

VOKA.BE

Inleiding De digitalisering van onze samenleving sijpelt al een tijdje door binnen het onderwijs. De laatste jaren zijn onder andere digitale lessen en leeromgevingen, digitale leermiddelen, adaptieve programma’s en toetsapplicaties langzaam ingeburgerd in het onderwijs. Dat levert een booming sector op met heel wat EdTech-spelers en -gebruikers.

D

eze digitale ontwikkelingen hebben tot op heden zeker niet altijd tot uitsluitend positieve resultaten geleid. Het bekendste voorbeeld is misschien wel dat van de Massive Online Open Courses. MOOCs waren veelbelovend toen ze in 2012 opkwamen en men dacht dat ze het hele hoger onderwijs radicaal zouden veranderen aangezien iedereen ter wereld de mogelijkheid kreeg om van de beste proffen les te krijgen. Dat was niet helemaal het geval. MOOCs blijken vooral interessant voor reeds hoogopgeleide mensen en veruit het grootste deel van de ingeschreven studenten behaalt nooit de eindstreep.1

“Digitale ontwikkelingen hebben tot op heden zeker niet altijd tot uitsluitend positieve resultaten in het onderwijs geleid.” De Covid-19 pandemie is een ander voorbeeld en maakte duidelijk dat een plotse totale afhankelijkheid van digitale tools niet ideaal is om het reguliere, face-to-face onderwijs op een volwaardige manier te vervangen. Met het sluiten van scholen, hogescholen en universiteiten moest iedereen een versnelling hoger schakelen. Op grote schaal werd bestaande EdTech ingezet en nieuwe in gebruik genomen om digitale lessen te geven en het contact met leerlingen te behouden. Docenten en leraren kregen in sneltempo bijscholingen. Deze krachttoer zorgde ongetwijfeld voor een belangrijke afremming van de oplopende leerachterstand, maar leverde tegelijkertijd ook complicaties op. Niet alle lerenden konden bereikt worden, er waren grote (kwaliteits)verschillen tussen scholen en de leraren waren lang niet altijd voldoende voorbereid om deze omslag te realiseren.2 Betekenen deze voorbeelden dat het klassiek onderwijs de norm blijft? Misschien wel. Technologie is uiteindelijk maar een middel dat ingezet kan worden om een bepaald doel sneller of beter te bereiken. Dat geldt zeker wanneer het gebruikt wordt in leerprocessen en nog meer wanneer het gaat over onderwijs aan kinderen en jongeren. Het is daarom essentieel dat dit doordacht en

kwalitatief gebeurt, met de juiste online pedagogie en didactiek. Als dat het geval is, kan technologie wel degelijk een meerwaarde betekenen. Met de juiste randvoorwaarden en doordacht beleid zijn de mogelijkheden enorm. Neem het voorbeeld van artificiële intelligentie (AI). Vandaag wordt AI al gebruikt in bepaalde adaptieve leermiddelen waarmee het niveau, tempo en de context wordt aangepast op maat van de leerling. De gegevens die dit oplevert kunnen mits juiste analyse en schaal en met een goed kader rond gegevensbescherming gebruikt worden om leerlingen objectiever te evalueren, opleidingen en onderwijsinstellingen te versterken of pijnpunten bloot te leggen. In een volledig digitale wereld konden we tijdens de Covid-19 crisis onmiddellijk monitoren hoeveel de leerachterstand bedroeg, welke leerlingen extra ondersteuning nodig hadden en hoe deze remediëringstrajecten er inhoudelijk moesten uitzien. Om de digitale mogelijkheden in de toekomst wel optimaal te kunnen benutten, moeten we zorgen dat ons onderwijs klaar is om nieuwe technologieën succesvol te implementeren. Dat zal niet van vandaag op morgen gebeuren, maar vraagt een volgehouden inspanning die best zo snel mogelijk start. Voka reikt met deze paper alvast een plan aan met vijftien concrete aanbevelingen. 1. 2.

Reich, J. and Ruipérez-Valiente, J. A. (2019). The MOOC Pivot. Science 363(6423), pages 130-131 OESO, Education responses to Covid-19: Embracing digital learning and online collaboration, 23 maart 2020.

SEPTEMBER 2020 VOKA PAPER 5


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.