
14 minute read
BEDRIJF
‘We staan voor twee decennia van monnikenwerk’
De kerncentrale van Doel produceert jaarlijks liefst 23 miljard kWh aan elektriciteit, meer dan een kwart van het Belgische verbruik. Althans nog tot 1 oktober 2022, want dan schakelt met Doel 3 de eerste van de vier Vlaamse drukwaterreactoren definitief af in het licht van de Belgische kernuitstap. Voor de Antwerpenaar valt zo het vertrouwde beeld van stomende koeltorens aan de horizon weldra weg. ‘Al wordt hier de volgende 25 jaar nog volop gewerkt’, benadrukt directeur Peter Moens van de ENGIE-site in Doel.
door Jan Van de Poel fotografie Wim Kempenaers
Tenzij de bevoorradingszekerheid niet gewaarborgd is, moeten de laatsten van in totaal zeven Belgische kernreactoren in 2025 stoppen. Dat vooruitzicht betekent al vroeger extra werk aan de winkel voor energiebedrijf Electrabel, dat al sinds 1975 instaat voor de veilige uitbating van de kerncentrales in Doel en Tihange. Zo start het nog dit jaar de constructie van een tweede opslaggebouw voor verbruikte splijtstof op basis van uraniumoxide op. Dat is de hoogradioactieve brandstof die tot vier jaar lang de energie levert om water om te zetten naar stoom en bijgevolg elektriciteit op te wekken. Jaarlijks produceert elke Belgische kernreactor ongeveer 20 ton verbruikte splijtstof, zeg maar zo’n 5 gram per Belg.
‘Gebruikte splijtstofelementen koelen eerst minstens drie tot vijf jaar gecontroleerd af in aparte splijtstofdokken in elke centrale. Vervolgens worden ze in beveiligde splijtstofcontainers geladen. Die zijn bestand tegen explosies en zelfs de impact van een vliegtuig. De containers komen terecht in een speciaal hiervoor ontworpen gebouw, waar passieve luchtventilatie zorgt voor de verdere afvoer van warmte’, legt Peter Moens uit. ‘Dat is een tijdelijke oplossing, in afwachting van een beslissing van onze overheid over de definitieve berging in de bodem. Daarvoor zal die zich onder andere baseren op studies naar hoe diep dat moet gebeuren. De splijtstofcontainers blijven bijvoorbeeld nog honderden jaren warmte afgeven. Er moet dus worden onderzocht hoe ondergrondse lagen hierop reageren. Onder meer Finland en Zweden hebben al de eerste ervaringen opgedaan hiermee, maar vrijwel elke case is anders. De Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen, die verantwoordelijk is voor de finale berging, schat dat een eerste oplossing pas na 2100 operationeel zal zijn. Dus moeten we de volgende 80 jaar nog opslagcapaciteit op de site voorzien. Het gebouw waar de gebruikte splijtstof van de voorbije 40 jaar is geborgen, zal tegen 2025 volledig zijn ingenomen. Aangezien de splijtstofelementen uit de uitgeschakelde reactoren er nog bij komen, is een bijkomend gebouw een must.’

VERANTWOORD WERKEN TOT LAATSTE DAG Tot 2025 opereert Electrabel op twee pijlers: tot de laatste dag uitbaten met nucleaire veiligheid als hoogste prioriteit en tegelijk voorbereidingen treffen voor de ontmanteling. ‘Tot het moment dat het laatste splijtstofelement de centrale verlaat, moeten we verantwoordelijk uitbaten’, wijst Peter Moens op de immer aanwezige focus op absolute nucleaire veiligheid. ‘Op 9 juni van dit jaar was Doel voor het eerst in zijn 46-jarige geschiedenis drie jaar operationeel zonder scram van de vier reactoren. Dat is een automatische stop van de centrale volgens onze strikte veiligheidsprocedures. Deze mijlpaal toont aan dat we deze centrale nauwgezet uitbaten.’ Dat Doel 2 medio juli toch even moest worden stilgelegd voor een euvel aan de alternator in het niet-nucleaire gedeelte van de centrale, is voor Peter Moens ook een bewijs daarvan. ‘De minste anomalie in een kerncentrale moet worden ingeschaald op de internationale INES-schaal (International Nuclear and Radiological Event Scale, red.). Het aantal INES-meldingen voor Doel valt de jongste tien jaar zeer laag uit’, stipt hij aan. ‘De jarenlange uitbating maakt ons geroutineerd in het onderhoud en het proactief vervangen van componenten. Bovendien investeren we jaarlijks 100 miljoen euro in verbeteringen en vinden er jaarlijks zo’n 56.000 onderhoudswerken plaats, naast alle testprogramma’s en controles. Wij staan garant voor een open communicatie met het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, de Belgische onafhankelijke nucleaire controle-instantie. Dan zijn centrales die beweren nooit anomalieën mee te maken eerder iets om bezorgd over te zijn.’
BELGISCHE CENTRALES EXTRA GEWAPEND
Een 20 centimeter dikke wand van plaatstaal rond het reactorvat en nog eens een muur in gewapend beton van een meter dik is de gangbare standaard voor het veilig afschermen van een kernreactor. Maar de Belgische reactoren bezitten de unieke eigenschap dat daarrond nog een tweede, gelijkaardige betonmuur is opgetrokken. ‘Die extra veiligheid is destijds ingebouwd, met oog op de nabijheid van Doel en Tihange bij Antwerpen en Luik’, weet Peter Moens. ‘Tussen beide muren wordt ook onderdruk gecreëerd, zodat niets vanuit deze tussenruimte naar buiten kan ontsnappen.’ ‘Jaarlijks investeren we 100 miljoen euro in verbeteringen en vinden er ook zo’n 56.000 onderhoudswerken plaats, naast alle testprogramma’s en controles.’
DRIETRAPSRAKET VOOR VEILIGHEID De echte ontmantelingsactiviteiten op de 80 hectare grote Electrabel-site langs de Schelde starten in oktober volgend jaar, wanneer de sinds 1982 actieve reactor Doel 3 afschakelt. Doel 4 zal afschakelen in 2025, net zoals Doel 1 en 2. Die laatste twee reactoren kwamen al in 1975 op het net, maar kregen van de federale regering in 2015 een vergunning tot uitbatingsverlenging van tien jaar. Daarin heeft Electrabel zo’n 700 miljoen euro geïnvesteerd. ‘We treffen alle mogelijke maatregelen zodat de uitbating van
onze kerncentrales mens, milieu noch omgeving schaadt’, benadrukt Peter Moens. ‘Drie niveaus helpen ons om die nucleaire veiligheid dagelijks waar te maken. Eerst en vooral staat het ontwerp van de centrale helemaal in het teken ervan, met verschillende barrières die het radioactief materiaal insluiten (zie kader). Daarnaast hanteren we strikte procedures en processen. Het derde niveau omvat het voortdurend bijsturen van het gedrag van medewerkers. Dat moet menselijke fouten helpen vermijden. Dat gaat van strikte afspraken over communicatie of het controleren van geleverd werk tot het uitvoeren van kritieke werken in teamverband. Tegelijk lopen er voortdurend audits om de veiligheid te bewaken.’ Jaarlijks zijn er dat een vijftigtal, zowel in eigen opdracht als van organisaties zoals het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, het internationaal Atoomenergie Agentschap of de World Association of Nuclear Operators. ‘Na de kernramp van Tsjernobyl heeft die organisatie een bijbel opgesteld rond excellentie in nucleaire uitbating. Zo zoeken collega’s van over de hele wereld hier elke vier jaar naar mogelijke verbeterpunten. Audits houden ons constant een spiegel voor en dat moet ook’, vindt Peter Moens. ‘Een basisprincipe van nucleaire veiligheid is voortdurende verbetering. Op basis van nieuwe inzichten die zowel in de nucleaire wereld als in andere industrieën worden opgedaan, trachten we voortdurend mogelijke zwaktes proactief te detecteren. Tot onze laatste operationele dag blijven we inzetten op uitmuntendheid. Daarna willen we dat niveau ook in de ontmanteling bereiken. Want elk buitengewoon verhaal verdient een buitengewoon einde.’

MINUTIEUZE PLANNING De ontmanteling zal alleszins een hele reorganisatie van de site vereisen, met onder andere afvalverwerkingsinstallaties die ter plaatse moeten worden gebouwd. Aangezien dit specifieke vergunningen voor klasse 1-inrichtingen vereist, bereidt ENGIE zich nu al volop voor. ‘De verschillende stappen die je hiervoor in België moet zetten, vergen tijd. Een kerncentrale schakel je ook niet uit met een simpele druk op de knop. Bijvoorbeeld de splijtstof blijft nog jarenlang warmte afgeven, waardoor ze langdurig moet worden gekoeld. Daarvoor heb je technische processen en inspecties nodig’, blikt Peter Moens al vooruit. ‘In die eerste fase van definitieve stopzetting hebben we nog de helft van onze systemen nodig om de koeling van onze gebruikte splijtstof te blijven garanderen. Het vraagt een maand om de kernreactor te ontladen en het splijtstof over te brengen naar de splijtstofdokken. Daarna zijn er zes maanden nodig om de radioactieve deeltjes uit de poriën van de primaire kringen te verwijderen en zo de straling sterk te reduceren, in voorbereiding op de latere afbraakfases. Tel daarbij nog de tijd nodig om de splijtstof na afkoeling naar het opslaggebouw af te voeren en de finale reiniging en uitdienstneming van de kringen af te werken. Dan zit je al snel aan een kleine vijf jaar voor de eigenlijke ontmanteling van start kan gaan. Daarvoor is nog eens ongeveer twaalf jaar nodig. In die tijdsspanne worden alle interne structuren zoals het reactorvat, het leidingwerk en het betonnen omhulsel van de reactor gedecontamineerd en verwijderd. Voor zulke operaties worden gespecialiseerde firma’s ingeschakeld. Muur per muur en kwadrant per kwadrant wordt daarna nagegaan of er nog radioactiviteit
te bespeuren is. Het is een monnikenwerk waarbij elke vierkante millimeter wordt gescand.’ Pas wanneer er geen nucleaire beperkingen voor de infrastructuur meer zijn, volgt daarna gedurende een tweetal jaar de effectieve afbraak van de gebouwen, met onder meer de koeltorens. Nog twee jaar verder kan het hele terrein, uitgezonderd de zone met de opslaggebouwen voor verbruikte splijtstof, na een bodemsanering vermoedelijk beschikbaar komen als industrieterrein. ‘Dan zitten we al snel voorbij 2045’, overloopt Peter Moens de timing van de operatie, waarvoor liefst 14,1 miljard euro al opzij ligt. ‘Zowat de helft
hiervan gaat naar de effectieve afbraak. De andere helft wordt gebruikt voor het uitwerken van een oplossing voor de berging van splijtstof.’
AFVAL VEILIG BEHEREN Hoewel anders doet vermoeden, kan veel sloopafval volgens hem conventioneel worden verwerkt. ‘Elk stuk afval wordt ingedeeld in een categorie, afhankelijk van de gemeten radioactiviteit en de halveringstijd (tijd nodig om de helft van de radioactiviteit kwijt te raken, red.). 99% van het afval van de ontmanteling is nietradioactief en kan worden gerecycleerd of naar een stortplaats gaan. Slechts één procent is radioactief afval, een fractie daarvan is hoogstralende splijtstof’, licht hij toe. ‘Laag- en middelradioactief afval dat een lange halveringstijd kent, komt onmiddellijk terecht in speciale gebouwen voor opslag van radioactief afval bij Belgoprocess in Dessel. Soortgelijk afval met een korte halveringstijd komt via onze afvalverwerkingseenheden eveneens daar terecht, tenzij het door maximaal te decontamineren nog als klassiek afval kan worden verwerkt.’ Pas wanneer niet de minste becquerel meer te meten valt, is de site niet langer een nucleaire installatie.

DE BEZETTING NA 2025 Wat er later, in de jaren 2040, met de site zal gebeuren, is nog een vraagteken. Het duizend man sterke team weet al beter waar het aan toe is. ‘Over de toekomst van onze medewerkers loopt er al geruime tijd een intensief overleg met de sociale partners. Iedereen op onze site heeft alleszins de zekerheid gekregen van minstens tot eind 2027 op de centrale te kunnen blijven werken. Dat maken we waar door mensen om te scholen naar andere functies of door contractorwerken weer toe te vertrouwen aan eigen mensen’, geeft de sitedirecteur aan. ‘Perspectief bieden aan onze medewerkers zorgt voor rust en kan ze aan boord houden. Dus trachten we nu al hun latere jobmogelijkheden in kaart te brengen. Voor velen blijft het vertrouwde werk na 2025 trouwens doorlopen. Bijvoorbeeld operatoren in de controlezaal moeten het koelen van de splijtstofelementen opvolgen en ook de expertise van onze specialisten op vlak van stralingsbescherming is in de ontmantelingsfase heel belangrijk. Voorts kijken we welke expertise we nog nodig hebben en hoe we medewerkers nog verder kunnen opleiden om hun traject hier voort te zetten. Zo investeren we op onze site jaarlijks in meer dan 160.000 opleidingsuren.’
SINT-NIKLAAS SCHAKELT VOOR GROEI

“Sint-Niklaas zette de afgelopen jaren grote stappen vooruit om haar economisch beleid gericht vorm te geven. Vandaag schakelen we nog een versnelling hoger”, aldus schepen voor economie Ine Somers. “We schakelen voor groei. Groei voor ondernemers, groei voor de stad, voor haar inwoners én investeerders”.
En schakelen doen ze niet alleen. Samen met lokale en bovenlokale ondernemers, het provinciebestuur, belangenorganisaties en partners zetten ze de schouders onder een aantal afgebakende doelstellingen.
“Eind 2020 werd de Ruimtelijke Economische Studie pub Sint-Niklaas afgerond. In dialoog met bedrijfsleiders, VOKA, provincie Oost-Vlaanderen en onderwijsspelers, zetten we de komende jaren alles op alles om het groeipotentieel in onder andere zakelijke dienstverlening en circulaire economie ten volle te benutten. De economische broedplaatsen zijn geïdentifi ceerd. De ambities zijn helder. Dankzij de studie weten we exact welke activiteiten we waar willen ontwikkelen de komende vijf à tien jaar. Dat kader geeft houvast voor alle betrokken partijen, en geeft vooral veel goesting om teschakelen richting een nóg meer innovatieve, dynamische en welvarende stad.”
Zakelijke dienstverlening in de stationsomgeving
Eén van de opvallende vaststellingen uit de Ruimtelijke Economische Studie is dat er in Sint-Niklaas een stevig groeipotentieel is voor zakelijke dienstverleners en maakindustrie. De stad, in samenwerking met Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland, willen voor die eerste sector onder andere ICT-bedrijven, studiebureau’s, HR- of marketingbureaus aantrekken.

Daarvoor is de ontwikkeling van de Stationsomgeving met vlotte mobiliteitsaansluitingen belangrijk. De terreinkennis en het netwerk van Voka helpen om de juiste personen rond de tafel te krijgen en een positieve dynamiek op gang te trekken.
Een groene en kwalitatieve stadskern, met de vernieuwde Grote Markt als uithangbord.
Ben je als dienstverlener, ondernemer of investeerder op zoek naar een locatie om jouw business uit te breiden of te bestendigen? Het stadsbestuur zoekt graag met jou mee.

Sint-Niklaas in ontwikkeling
De stad Sint-Niklaas is meer in beweging dan ooit. Met grote publieke en private werven zal de hoofdstad van het Waasland er binnen een aantal jaar grondig anders uitzien.

PUBLIREPORTAGE
Circulaire economie in de Heistraat
De Ruimtelijke Economische Studie identifi ceerde de Heistraat als een ideale broedplaats voor circulaire en sociale economie. Samen met de provincie Oost-Vlaanderen wil de stad daar een circulaire hub uitbouwen, een plaats waar bedrijven grondstoffen niet uitputten, maar waarbij ze reststoffen volledig opnieuw inzetten. Een economisch systeem dat duurzaam omgaat met materialen en hulpbronnen.
Een repair café? Vintage meubelen heropwaarderen? Aan de slag met lokaal voedsel? Gedeelde ateliers? Creatieve startups? “De concrete invulling moet nog verder bepaald worden en zullen we ook laten afhangen van ondernemersinitiatieven, maar we geloven er in elk geval in dat het maatwerkbedrijf Den Azalee, het opleidings- en oriëntatiecentrum, bestaande of nieuwe ondernemersinitiatieven elkaar kunnen versterken”, klinkt het bij het stadsbestuur. Op de site wordt ook een regionaal kenniscentrum circulaire economie voorzien voor en door Wase ondernemers. De voormalige industriesite Nobels-Speelman biedt veel kansen! Maar liefst 8000m² leegstaande, vervallen industriegebouwen worden gerenoveerd en opgewaardeerd. Naast economische invulling en kennisuitwisseling, is er potentieel om met deze ‘verweven werklocatie’ een mooi evenwicht te creëren tussen werken en wonen, mét de mogelijkheid om tegelijkertijd tegemoet te komen aan de vragen van de buurt naar meer groen en speelprikkels.

De stad en de provincie streven er naar om de site Heistraat, één van de vijf sleutelprojecten van het stadsbestuur, tegen 2024 te laten herleven.
Ben je als ondernemer op zoek naar een nieuwe locatie of zei jij jouw business model functioneren in een dergelijke site. Team economie kijkt er naar uit om met jou mee te denken, én doen! pub Sint-Niklaas
Jongeren en ondernemerschap in verweven werklocaties
Jongeren tussen 18 en 30 jaar begeleiden om hun eerste stappen in de ondernemerswereld te zetten. Hiervoor gaat Sint-Niklaas, als derde Vlaamse stad na Antwerpen en Leuven, een samenwerking aan met Kavka vzw van wie het BAAS-project uitgaat.
“Er zit heel wat verborgen talent in Sint-Niklaas. Met dit project willen we de expertise van reeds gevestigde ondernemers delen met starters. Er zal een community worden gecreëerd waar jongeren van elkaar zullen leren en samen kunnen groeien in het ondernemerschap. Geen idee is te gek, geen sector te vreemd”, klinkt het bij de projectverantwoordelijke. De hoofddoelstelling is jongeren aansporen om zich te laten inspireren door ondernemerschap in de meest brede zin van het woord. Het traject start in het najaar van 2021 met een kick-off. Eén jaar later hopen we 20 nieuwe starters een vaste stek te kunnen geven in de Lindenstraat.
BAAS is nog op zoek naar ervaren ondernemers die in de vorm van “peterschap” de jonge ondernemers mee op sleeptouw willen nemen. Laat van jullie horen!
Innovatieve en duurzame woonprojecten vlakbij de stadskern. Met de Labschool heeft Sint-Niklaas straks een bijkomende en vernieuwende onderwijssite aan de noordelijke stadsrand.
Meer weten over het economisch beleid in Sint-Niklaas of zin gekregen om mee te schakelen voor groei? of zin gekregen om mee te schakelen voor groei? Via www.ondernemeninsintniklaas.be en de daarbij horende sociale media, kom je het snelst in contact met horende sociale media, kom je het snelst in contact met de teams economie en stadsontwikkeling. de teams economie en stadsontwikkeling.



