Chemie Magazine - september 2020

Page 1

SDG 7, betaalbare en duurzame energie

Biomassa als voeding voor FCC-krakers

Nedmag pioniert met inzet van waterstof

Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie

SHELL MOERDIJK

JAARGANG 62 • 09 • 22 SEPTEMBER 2020

EFFICIENCYSLAG VERANDERT SKYLINE


What clean air!

> 99.9 % combustion rate

WANT TO KEEP THE AIR CLEAN WHEN BURNING OFF YOUR POLLUTANTS? USE OUR UNIQUE MOBILE COMBUSTION SYSTEMS! ENDEGS is the European expert for the mobile, safe and clean degassing of tanks, containers, tank cars, pipelines, ships and suction vehicles. We help you prepare for downtime and maintenance, and offer temporary replacement of VRUs, flares and vapor processing systems. For the safety of your project and your site. Want to learn more? Call ENDEGS at +31 614 5595 37 or visit our website.

ENDEGS Group Noiseless. Professional. Cost-efficient.

0.1 - 50 MW combustion capacity

ZERO VOC EMISSIONS

www.endegs.com


INHOUD 09 | 22 september | 2020

14

SHELL MOERDIJK REDUCEERT CO2UITSTOOT MET NIEUWE FORNUIZEN Shell gaat zestien oude fornuizen van de kraker in Moerdijk vervangen door acht nieuwe. Door dit zogenoemde Skyline-project daalt het energieverbruik en de CO2-uitstoot van het chemiecomplex aanzienlijk. “Hiermee realiseren we een energiebesparing vergelijkbaar met het jaarlijks energieverbruik van een stad als Den Bosch.”

NEDMAG ZET CONCRETE STAPPEN NAAR VERDUURZAMING Nedmag, producent van hoogwaardige DBM (DeadBurned Magnesia), magnesiumhydroxide en calciumchloride, wil in 2035 onafhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Het bedrijf in Veendam ziet voor de eigen processen waterstof als de meest kansrijke energiebron. De verwachting is dat eind 2020 een van de installaties al daarop draait.

36 september 2020 Chemie Magazine 3


Cooling, power and heating

Tijdelijk stroom, koeling of verwarming nodig? Van Abeelen staat garant voor efficiency, 24/7 zekerheid en hecht grote waarde aan milieuvriendelijke oplossingen en duurzaamheid. Wij werken met een team van specialisten die oplossingen bieden speciaal voor de behoeften van petro(chemische) en pharmacy industrie. Van nood- tot seizoensgebonden situaties, van onderhoudswerkzaamheden tot volledige energievoorzieningen. Ongeacht hoe groot, klein, eenvoudig of complex de aanvraag is, wij zijn binnen zeer korte tijd op locatie voor de juiste oplossing. Neem voor meer informatie contact op met: T +31 (0)161 219 031 | E rental@vanabeelen.eu

25 jaar

019

1994- 2

Kempenbaan 1 5121 DM Rijen Nederland


INHOUD 09 | 22 september | 2020

7

22

Avebe, Borealis en DuPont over hun bijdrage aan SDG 7, betaalbare en duurzame energie

28

Door de relatieve kleinschaligheid van de plant in Rozenburg kan Ducor snel een nieuw product ontwikkelen en leveren

9 11 13 14 18 22 26 28 32 36 40 45

40

ICL in Amsterdam is een stap dichter bij het sluiten van de fosfaatkringloop

46 49 50 50

Voorwoord Manon Bloemer Vertel je verhaal

ACTUEEL

Mirjam Verhoeff is Plant Manager of the Year Magnum-ijsbakken met gerecycled plastic Unilever wil af van fossiele chemicaliĂŤn

ACHTERGROND

Kraker Shell Moerdijk vervangt 16 oude fornuizen Biomassa Het groene goud van scale-up Vertoro Duurzaamheid SDG 7, betaalbare en duurzame energie Wetenswaardig Lignine vervangt fenol in meubelpanelen VNCI-lid Ducor kan snel ontwikkelen en leveren Human capital Collin Balemans over zijn werk bij AD International Waterstof Nedmag wil af van fossiele brandstoffen Kunstmest ICL sluit de fosfaatkringloop Samenwerking Trilaterale strategie voor duurzame chemie Uitgelicht Dyneema beschermt Team Sunweb Wetgeving Nieuw in Omgevingswet is participatie VNCI Nieuws Colofon

18

Vertoro heeft een procedĂŠ ontwikkeld om lignocellulose om te zetten in een bio-olie die als co-feedstock de FCC-kraker in kan

september 2020 Chemie Magazine 5


Risico’s uitsluiten? Vertrouw op 80 jaar inzicht in integriteit Applus+ RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieën en diensten voor Niet-destructief Onderzoek, inspecties en certificatie. Toegewijd, proactief en vakbekwaam personeel is overal ter wereld beschikbaar om met u samen te werken om operationele effiency te behouden, terwijl de risico’s voor mens en omgeving geminimaliseerd worden. Wij bieden u een helder inzicht in de integriteit van uw installaties.

Applus+ RTD Nederland Delftweg 144 3046 NC Rotterdam T +31 10 716 60 00 E info.netherlands@applusrtd.com I www.ApplusRTD.nl

NDO Inspectie Certificatie Training & Opleiding Stralingsbescherming


Voorwoord

VERTEL JE VERHAAL Recent was ik bij de aan corona aangepaste Plant Manager of the Year-verkiezing. Als jurylid had ik al een goed beeld gekregen van de vier genomineerden en ook op de middag zelf hielden ze alle vier een gloedvol betoog. Ze straalden van trots (op hun team en op de nominatie), en terecht. De rode lijn in hun verhalen was hoe ze op een ‘moderne’ manier hun rol als leidinggevende invullen. Niet de hiërarchische leider maar er zijn voor je team, met zorg voor de mens. Met name de winnaar, Mirjam Verhoeff, vertaalde die zorg voor haar mensen op een bijzondere manier. Zij ziet het als haar belangrijkste taak om haar medewerkers (jong en oud) steeds uit te dagen om hun talenten verder te ontwikkelen. Niemand mag stil komen te staan in deze snel veranderende wereld die met de dag ‘digitaler’ wordt. Haar missie, die ze consequent uitdraagt, maakte Mirjam tot winnaar van deze spannende verkiezing. Luisterend naar de vier genomineerden (waarvan deze keer twee vrouwen, een zeer welkom unicum), bedacht ik me dat zij één grote reclamezuil zijn voor de industrie. Voor zo’n plantmanager wil iedereen wel werken. Ik zag direct voor me hoe we hun verhalen vol enthousiasme en vernieu-

AGENDA EVENEMENTEN: www.vnci.nl/agenda

VERGADERINGEN: www.vnci.nl/ledennet

wingsdrang kunnen inzetten als magneet op de arbeidsmarkt. Onder de noemer ‘Wij zijn chemie’ heeft de VNCI namelijk, samen met C3 (Centrum JongerenCommunicatie Chemie), haar lidbedrijven uitgedaagd om gastlessen te geven. Wij helpen met de inhoud, maar het gaat vooral om het enthousiasme en de trots op de chemie, dat vragen we aan de gastdocenten om mee te brengen naar de (digitale) klas. We hebben jongeren nodig in de industrie, jongeren die hier zinvol werk vinden, deel kunnen zijn van de transitie, en zichzelf willen blijven ontwikkelen. In hbo en wo zijn de afgelopen jaren al goede stappen gezet om de instroom te bevorderen. Het is vooral op mbo-niveau dat we hard moeten knokken om voldoende talent naar de industrie te trekken. Ik hoop dat velen zich geroepen voelen: geef een gastles, vertel je verhaal. Vertel waarom jij juist voor de chemie hebt gekozen en hoe zinvol je werk is. Wie weet inspireer je met je verhaal iemand die over 10 of 20 jaar meedoet aan de Plant Manager of the Year-verkiezing. Het zou de cirkel mooi rondmaken. Mocht je willen optreden als gastdocent, neem dan contact op met Vicky Hendriks via hendriks@vnci.nl, 06 34944189. Manon Bloemer, directeur Koninklijke VNCI

Meer info

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

TWITTER.COM/VNCI

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie Magazine en alles over de chemische industrie in Nederland

De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

WWW.VNCI.NL/NIEUWS/

LINKEDIN

VNCI-NIEUWSBRIEF

Gratis VNCI nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

Discussieer mee met meer dan 3500 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIngroep van de VNCI september 2020 Chemie Magazine 7


Choose better technology Accurate, versatile chemical pumps Flow rates from 0.1 to 2000 ml/min at 7bar Simple drop-in installation eliminates ancillary equipment One minute tool-free maintenance

Solenoid

PC pump

wmftg.com/qdos-pumps-nl | sales.nl@wmftg.com | +31 (0)85 5360010


2020

MIRJAM VERHOEFF (DSM RESINS AND FUNCTIONAL MATERIALS)

PLANT MANAGER OF THE YEAR 2020 Mirjam Verhoeff is tijdens het congres Deltavisie op 3 september uitgeroepen tot Plant Manager of the Year 2020. De plantmanager van DSM Resins and Functional Materials in Hoek van Holland is daarmee het nieuwe boegbeeld van de Nederlandse industrie.

D

FOTO: ERIK VAN DER BURGT

SM Resins and Functional Materials maakt uv-uithardende harsen die worden gebruikt als coating voor glasvezel en als 3D-printmateriaal. Verhoeff is trots dat het met een verbeterprogramma is gelukt om 55 verbeteringen door te voeren in 8 maanden tijd. Medewerkers kregen daarbij hulp van een coach, maar de medewerkers mochten zelf invullen wat zij gingen verbeteren. “Als je klein denkt, kun je heel veel dingen zelf”, aldus Verhoeff. “Als we dat met honderd man elke dag doen, gaan we als een speer vooruit. Dan krijgen we veel kleine verbeteringen, die samen een gigantische verbeterstap zijn. Dat slaat hier enorm aan.” De jury vindt dat Verhoeff door het geven van veel vertrouwen meer

als coach dan als manager een jong en winning team neerzet. Telkens worden nieuwe ideeën geboren en gerealiseerd, met als resultaat een jaarlijkse groei aan productiecapaciteit zonder veel investeringen. Daarnaast heeft Verhoeff volgens de jury oprecht hart voor haar medewerkers. ‘Ze kan zaken goed aan anderen overlaten en op haar handen blijven zitten. Ze pakt leidinggeven echt op een heel andere manier aan.’

Digitaal

Als Plant Manager of the Year 2020 wil Verhoeff zich graag inzetten om meer samen te werken aan het verbeteren van het gebruik van data en digitale oplossingen in de chemische industrie. “Iedereen is er wel mee bezig, maar vindt het voor zichzelf uit. Terwijl we het allemaal nodig hebben om te blijven verbeteren. We doen al veel, maar hoe haal je daar nou het maximale uit? Ik heb rondgevraagd, maar niemand kan mij een bedrijf in onze sector aanwijzen dat een echte koploper is op dit gebied. Door te delen wat werkt en wat niet kunnen we samen verder komen.”p

De verkiezing van de Plant Manager of the Year wordt jaarlijks georganiseerd en is een initiatief van het Petrochem Platform in samenwerking met de Koninklijke VNCI, VOTOB, Deltalinqs, Nogepa, het Havenbedrijf Rotterdam en het kennisplatform Het Nieuwe Produceren. De verkiezing draagt bij aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie door de inspanning en prestaties van plantmanagers te benoemen en te waarderen. De focus ligt hierbij op veiligheid, gezondheid, milieu, productiviteit en duurzaamheid. Naast Mirjam Verhoeff waren dit jaar ook Ann Geens (Ducor), Harry Talen (Engie) en Lennard Luijt (NAM) genomineerd. De vakjury heeft alle kandidaten bezocht op hun site, online gesprekken gevoerd en zestig punten verdeeld. De overige punten zijn gegeven door internetstemmers (twintig punten) en bezoekers van het congres Deltavisie (twintig punten). september 2020 Chemie Magazine 9


Nu beschikbaar: 7000 m2 PGS15 Warehouse

180 JAAR COMPLEXE LOGISTIEK

C.J. Hendriks Expeditieen Veembedrijf bv Latexweg 10 1047 BJ Amsterdam Telefoon: (020) 58 78 123 Email: info@cjhendriks.com www.cjhendriks.com


Actueel Magnum introduceert kuipjes van gecertificeerd circulair polypropyleen.

FOTO: SABIC

FOSFAAT TERUGWINNEN VIA MAGNETISCHE SCHEIDING

MAGNUM LANCEERT IJSBAKKEN MET GERECYCLED PLASTIC Dit jaar rolt Magnum, een merk van Unilever, 7 miljoen ijsverpakkingen gemaakt van gecertificeerd circulair polypropyleen van SABIC in heel Europa uit. Daarna volgt de rest van de wereld. Magnum is de eerste die gerecycled plastic gebruikt in de ijsindustrie.

S

ABIC heeft binnen de TRUECIRCLE-oplossingen een nieuw polypropyleen impactcopolymeer ontwikkeld voor de verpakking van diepvriesproducten. Het materiaal gebruikt post-consumer gemengd plastic als grondstof, dat wordt afgebroken tot zijn moleculaire bouwstenen, om nieuwe plastics te maken waarvan de nieuwe recyclebare ijsbakken worden geproduceerd. Na een succesvolle pilotlancering vorig jaar in Spanje, BelgiĂŤ en Nederland, volgde de uitrol in alle Europese landen. Vanaf 2021 worden de bakken wereldwijd gelanceerd. De actie maakt deel uit van de verplichting van Unilever om verpakkingen met meer dan 100.000 ton te verminderen en het gebruik van gerecycled plastic tegen 2025 te versnellen. Om de circulaire economie te stimuleren zullen binnenkort alle Magnum-verpakkingen volledig herbruikbaar, recyclebaar of composteerbaar zijn en gemaakt van postconsumer gerecycled materiaal. De TRUECIRCLE-oplossingen van SABIC omvatten: gecertificeerde circulaire polymeren van de chemische recycling van gebruikt, gemengd plastic; gecertificeerde hernieuwbare polymeren uit biobased grondstoffen; en mechanisch gerecyclede polymeren. De gecertificeerde polymeren zijn gebaseerd op een massabalansbenadering. Om de chain of custody te borgen hebben de waardeketenpartijen een ISCC PLUS-certificering nodig. Dit algemeen erkende duurzaamheidscertificeringsprogramma verifieert dat de massabalansboekhouding vooraf gedefinieerde en transparante regels volgt. Bovendien zorgt het voor traceerbaarheid in de hele toeleveringsketen, van de grondstof tot het eindproduct. p

In 2013 stonden kenniscentrum voor de waterschappen STOWA en chemiebedrijf Kemira, dat onder meer chemicaliĂŤn produceert voor waterzuivering, aan de wieg van onderzoek van technologie-instituut Wetsus naar het terugwinnen van ijzergebonden fosfaat uit zuiveringsslib. Na 7 jaar, waarin het nodige fundamenteel en toegepast onderzoek werd uitgevoerd, is er nu zicht op een commercieel toepasbare techniek. Het geheim: magnetisch scheiden.

W

aterschappen halen sinds jaar en dag fosfaat uit afvalwater. Om de oppervlaktewaterkwaliteit te verbeteren en om deze steeds schaarser wordende grondstof te kunnen hergebruiken, bijvoorbeeld in kunstmest. Het verwijderen kan zowel biologisch, in de vorm van struviet, als chemisch plaatsvinden. Dat laatste gebeurt via toevoeging van ijzer- of aluminiumzouten, waarmee het fosfaat in het afvalwater reageert en neerslaat. Onderzoekers van Wetsus en TU Delft ontdekten dat al het neergeslagen fosfaat in het zuiveringsslib uiteindelijk dezelfde soort fosfaatverbinding vormt: vivianiet. Vivianiet is paramagnetisch: het is zelf niet magnetisch, maar in aanwezigheid van een sterke magneet wel. Met een reeds bestaande scheidingstechniek uit de mijnbouw is vervolgens in een pilot bij een waterschap aangetoond dat het mogelijk is om door magnetische scheiding ijzergebonden fosfaat uit zuiveringsslib te halen. Een mogelijke toepassing is als ijzerkunstmest bij gewassen die vaak kampen met ijzertekort, zoals olijfbomen, citrusbomen en wijnranken. Ook wordt onderzocht of het fosfaat en het ijzer gesplitst kunnen worden. Het ijzer kan dan opnieuw worden toegepast in de zuivering, terwijl het fosfaat kan worden gebruikt in kunstmest. Ook wordt gekeken of vivianiet, net als struviet, gebruikt kan worden als grondstof voor brandvertragers. p september 2020 Chemie Magazine 11


Meten van (nano)deeltjes

De Disc Centrifuge van CPS Instruments meet nauwkeurig de deeltjesgrootte in suspensies en emulsies door middel van differentiële sedimentatie. De CPS Disc Centrifuge is zeer geschikt voor het meten van nanomateriaal en voor kwaliteitscontrole en -beheersing, wanneer de kwaliteit van het product afhankelijk is van de deeltjesgrootte. Met het instrument is zowel een kwalitatieve, als kwantitatieve meting uit te voeren.

Wilt u meer weten of heeft u interesse in een test? Wij helpen u graag verder: info@inventech.nl of 0162-460404. Bezoek in september ook het CPS-user event. Aanmelden kan via Inventech.nl/cps

Pluspunten van de CPS Disc Centrifuge: • 0,005 – 50 micron (µm) • Zeer hoge resolutie • Hoge gevoeligheid en nauwkeurigheid • Breed dynamisch bereik • Reproduceerbaar

Geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE

Ga naar www.vnci.nl/chemie-magazine en kies voor print of digitaal


Actueel Het Nederlandse hoofdkantoor van Unilever in Rotterdam.

Unilever zet zijn leveranciers onder druk om duurzame chemicaliën te gaan produceren, meldt het FD. De multinational, bekend van Omo, Glorix en Robijn, wil de komende jaren alle ingrediënten vervangen die uit fossiele grondstoffen worden geproduceerd.

V

olgens het bedrijf bestaan er ook milieuvriendelijker alternatieven om vlekken op te lossen en de was te laten geuren. Om de omslag naar duurzame chemicaliën mogelijk te maken, investeert Unilever de komende 10 jaar 1 miljard. Daarbij geeft de multinational naar eigen zeggen ‘een belangrijke boodschap’ af aan zijn leveranciers. “Als je door wilt met Unilever, moet je zorgen dat je aansluit bij onze nieuwe visie van schoonmaken”, aldus Peter ter Kulve, die leiding geeft aan de Home Care-divisie. Om aan de nietfossiele ingrediënten te komen is Unilever bereid om traditionele chemiebedrijven in te ruilen voor biotechbedrijven. “We kunnen niet zo doorgaan”, aldus Ter Kulve in het FD. “Als autoproducent wil je ook niet de rest van je leven dieselauto’s produceren.” De nieuwe ingrediënten zullen volgens hem niet tot prijsstijgingen leiden. p

FOTO: SHUT TERSTOCK

1 MILJARD VOOR OMSLAG NAAR DUURZAME CHEMICALIËN

DSM EN VDL MAKEN SAMEN MONDKAPJES EN FILTERS DSM en VDL, onder meer bekend van productie van autobussen en assemblage van personenauto’s, gaan samen een bedrijf opzetten om mondkapjes en filters te maken: Dutch PPE Solutions.

I

n Helmond kan volgende maand al worden gestart met de productie van mondmaskers. In Geleen moet nog een fabriek worden gebouwd waar meltblown polypropyleen kan worden gemaakt, een belangrijk onderdeel van het filtermateriaal voor de maskers. Die fabriek moet in april volgend jaar operationeel zijn. De maskers en filters zijn in eerste instantie bedoeld voor de gezondheidszorg. Later kan worden uitgebreid naar andere sectoren. p

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis VNCI Nieuwsbrief (meld je aan via de site). september 2020 Chemie Magazine 13


De chemische industrie staat aan de basis van zo’n beetje alle dagelijkse producten. Aan het begin van die keten staan krakers. 2e deel van een serie over de krakers in Nederland. Deze keer: Shell.

SHELL MOERDIJK VERLEGT HORIZON MET NIEUWE FORNUIZEN

Luchtfoto Shell Moerdijk

14 Chemie Magazine september 2020

FOTO:SHELL

EFFICIENCYSLAG VERANDERT DE SKYLINE


Krakers

Shell gaat zestien oude fornuizen van de kraker in Moerdijk vervangen door acht nieuwe. Door dit zogenoemde Skyline-project daalt het energieverbruik en de CO2-uitstoot van het chemiecomplex aanzienlijk. “Hiermee realiseren we een energiebesparing vergelijkbaar met het jaarlijks energieverbruik van alle huishoudens in een stad als Den Bosch.” Tekst: Igor Znidarsic

S

hell heeft verschillende krakerinstallaties in Nederland. Voor de raffinageprocessen heeft shell in Pernis onder andere een FCCkraker en een hydrocracker, die koolwaterstoffen uit ruwe aardolie omzetten in lichtere koolwaterstoffen, zoals lpg, kerosine, benzine en nafta. 30 kilometer ten zuiden van Pernis staat een stoomnaftakraker, op het chemiecomplex van Shell Moerdijk aan het Hollands Diep. Deze Moerdijk Lower Olefinsinstallatie (MLO) is een van de grootste krakers in zijn soort in Europa. Hier worden de koolwaterstoffen in nafta en lpg met behulp van stoom omgezet in kortere, onverzadigde koolwaterstoffen: de olefinen ethyleen en propyleen. De belangrijkste bijproducten zijn butadieen en pygas. De twee complexen in Pernis en Moerdijk vormen via terminals en pijpleidingen een geïntegreerde unit. Enerzijds neemt Moerdijk voeding zoals nafta en lpg af van Pernis, anderzijds stuurt Moerdijk producten terug naar Pernis. In het chemiecomplex in Moerdijk worden de olefinen omgezet in tal van basischemicaliën, zoals benzeen, ethyleenoxide, propyleenoxide en styreenmonomeren, die voor de chemische industrie in Nederland en elders als grondstof dienen voor ontelbare producten die uiteindelijk verwerkt worden tot lichtgewicht plastics, zepen, kleding, isolatiemateriaal, ontsmettingsmaterialen, matrassen, auto- en fietsbanden en sportschoenen. “Wij spelen een belangrijke rol in het maken van de basisbouwstenen waar anderen allerlei eindproducten mee maken”, zegt Richard Boll, business opportunity manager bij Shell Moerdijk. De installaties in Moerdijk zijn neergezet tussen 1971 en 1973. Hoe is de technische staat van de installaties anno 2020? Boll: “We hebben de afgelopen 50 jaar uiteraard niet stilgezeten. Met zorgvuldig geplande onderhoudsprojecten zorgen we ervoor dat onze installaties technisch in goede staat blijven. Daarnaast hebben we natuurlijk investeringsprogramma’s. Het recente Skyline-project is een mooi voorbeeld van zo’n investering, waarbij we onze oude fornuizen vervangen door state-of-the-art fornuizen. Dit leidt tot een enorme energie-efficiency, goed voor het bedrijf en het milieu. Door moderne warmtewisselaars, branders, recovery-systemen en

SHELL MOERDIJK

Shell Moerdijk is een van de grootste chemiecomplexen van Europa. Bij de fabriek werken ongeveer 850 mensen. Bij onderhoudsingrepen of grote projecten kan het aantal werknemers daar een veelvoud van zijn.

‘Dit past perfect in het streven naar broeikasgasreductie van het door Shell gesteunde Klimaatakkoord’ nieuwe, vuurvaste materialen zijn we hierdoor veel energie-efficiënter en stoten we minder uit. Dit past perfect in het streven van het door Shell gesteunde Klimaatakkoord om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 49 procent te verlagen.” Wat gaat er precies gebeuren? “We gaan de zestien oude fornuizen vervangen door acht nieuwe, veel efficiëntere fornuizen. Daarmee realiseren we een energiereductie die vergelijkbaar is met de jaarlijkse energiebehoefte van een stad als Den Bosch. En we stoten 10 procent minder CO2 uit, vergelijkbaar met de uitstoot van 50.000 auto’s. De besparing zit vooral in de vermindering van het aardgasgebruik. De kraker produceert naast de hoofdproducten ook zeer lichte fracties zoals methaan en waterstof, en die worden als brandstof gebruikt voor de fornuizen. Dit noemen we fuelgas. Door de efficiëntere fornuizen hebben we straks minder fuelgas nodig, die kunnen we inzetten bij het ketelhuis om stoom op te wekken. Daarnaast is er nog een tweede effect. Door de betere warmte-uitwisseling van de nieuwe fornuizen kunnen we straks met de kraker meer stoom produceren. Hierdoor hoeven we minder stoom van de stoomketel te gebruiken, met als gevolg dat we nog minder aardgas nodig hebben.” Vanwaar de naam ‘Skyline’? “We hebben nu zestien kleine en vier grote fornuizen. De grote zijn het gevolg van latere uitbreidingsprojecten. Dat zijn in totaal tien schoorstenen, elk paar fornuizen deelt een schoorsteen. Die zestien fornuizen worden vervangen door acht efficiëntere, waarmee je uitkomt op een totaal van twaalf fornuizen. En zes schoorstenen dus. Door de teruggang van tien schoor- e september 2020 Chemie Magazine 15


‘Op termijn willen we afvalplastic gaan integreren als bijvoeding in de kraker’ stenen naar zes verandert de kenmerkende skyline van Shell Moerdijk, vandaar de naam.” Kun je iets zeggen over de kosten? “Het is een significante investering die in de honderden miljoenen loopt.” Welke plannen heeft Shell nog meer op het gebied van verduurzaming? “We zien voor de komende decennia twee belangrijke thema’s: de energietransitie, met de CO2-reductie die we willen realiseren, en het sustainability-vraagstuk. Hoe gaan we een circulaire economie opzetten, specifiek voor de chemische industrie? Denk hierbij bijvoorbeeld aan plastic afval, dat we terug in de keten willen brengen. Die twee vraagstukken zijn de komende decenia leidend in onze investeringsbeslissingen. Met betrekking tot de energietransitie hebben we de afgelopen jaren al grote stappen gezet. We hebben bijvoorbeeld een door stoom aangedreven compressor vervangen door een elektrisch aangedreven. En denk aan ons vorig jaar geopende zonnepark. Nu is er dus Skyline, waarmee we een grote volgende stap zetten in de energietransitie op Shell Moerdijk.” Een enorme stap voorwaarts zou de elektrische kraker zijn, waar Shell samen met Dow onderzoek naar doet. Wanneer is die omslag te verwachten? “We willen in de toekomst verder inzetten op elektrifi16 Chemie Magazine september 2020

catie. Daarvoor moet wel de infrastructuur aangepast worden, niet alleen op onze site maar juist ook extern, want het gaat om aanzienlijk meer megawatten dan nu. We willen hiervoor samen met onze industriepartners in Moerdijk, het Havenbedrijf en Tennet plannen maken. We willen verder gaan met het ombouwen van stoomaangedreven machines naar elektrisch aangedreven machines. En in de verre toekomst inderdaad de mogelijke realisatie van elektrische fornuizen, waar we nu al samen met Dow de research voor hebben opgepakt.” Je noemde het gebruik van plastic afval als grondstof voor jullie processen. Wat zijn op dat gebied de plannen? “Enerzijds doen wij mee met de Alliance to End Plastic Soup, een wereldwijd initiatief van de industrie om de hoeveelheid plastic afval dat in het milieu terechtkomt en daarmee in de rivieren en in de zeeën terug te dringen. Anderzijds willen we afvalplastic gaan integreren als bijvoeding in de kraker. We zitten in allerlei onderzoeksteams om te kijken hoe we de komende jaren een belangrijke stap kunnen zetten in de circulaire economie. Naast uiteraard het verduurzamen van onze processen, zoals met het Skyline-project.” De nieuwe fornuizen komen in modules met schepen naar Moerdijk, waar ze in elkaar worden gezet. Door de gefaseerde aanpak kan Shell Moerdijk tijdens de verbouwing gewoon blijven draaien. Naar verwachting wordt het project in 2025 afgerond. p

Animatie over Skyline

FOTO:SHELL

ZONNEPANELEN

Vorig jaar nam Shell in Moerdijk een zonnepark met 76.000 zonnepanelen in gebruik. De panelen hebben een piekcapaciteit van 27 megawatt, vergelijkbaar met het energieverbruik van 9000 Nederlandse huishoudens. Shell Moerdijk gebruikt de stroom om de eigen processen te verduurzamen.


Smart trial and error Meeting the demand for rapid innovation Gaining and maintaining competitive advantage requires today’s organizations to innovate at increasing speed. As products and processes become more complex, subject matter expertise alone does not always deliver progress at the pace demanded. “Trial and error” methods do not always yield optimal solutions when time is limited. A more systematic approach is required. Many experts working in R&D rely on a traditional approach to this problem, changing one variable at a time. It might seem to offer the structure for more predictability, but such an approach can end up constraining innovation and decreasing efficiency in the long run. The answer for an increasing number of organizations is design of experiments (DOE). DOE enables you to look at interactions, utilize randomization and change multiple factors – all leading to a better understanding of processes with fewer experiments. Proponents of DOE claim significant advantages, so why aren’t more scientists seizing the opportunity to optimize processes while saving time and money through adoption of designed experiments? Pilar Gomez Jimenez, Principal Scientist at Johnson Matthey, has seen DOE deliver 50% to 70% savings in time and resources. She says that gaining management support has not been a problem. According to Gomez Jimenez, the main obstacle is always the “human factor.” She says it is essential to support colleagues to explore something new, particularly where a statistical approach is required. 1

2

Widespread adoption of DOE can often be hampered by initial fears that the process will be onerous, or that the scale and type of problem is not suited to DOE. In fact, DOE is a methodology that scales regardless of the size of the problem. It provides the ability to thoroughly explore the opportunity space, enabling scientists to define an efficient and effective data collection plan that enables

them to build a model of the product or process. That model can then increase understanding of the problem, drive decisions and enable consensus with other stakeholders. The more complex a problem and the more factors involved, the bigger the opportunity space to be explored – and the greater the impact of DOE. Tim Gardner is a scientist and the CEO and founder of Riffyn, an organization enabling scientists to easily combine DOE with efficient data management and contextualization. Gardner said recently that DoE has changed his life, just as it has changed organizations where he worked in the past. Some plants where he worked with DOE experienced a productivity boost of 10-15%. Time to market for new products reduced fourfold, sometimes more, in one case shrinking from 15 months to three months. 3

Vicky Svidenko, who leads the Quantum Systems Integration team at Microsoft, describes adopting DOE having a “snowball effect” on her organization. Microsoft’s culture encourages people to look for opportunities to experiment and celebrates acquired learning. 4

With the right tools, it is easy to get started and experience some quick wins, which in turn helps to convince colleagues, teams and the wider organization that there are significant benefits to be achieved with DOE. Bradley Jones, Senior Research Fellow at JMP, calls DOE “active learning” and highlights how it gives organizations the ability to “fail fast”, which in turn drives rapid innovation. Perhaps reframing DOE in these terms would help to demystify it and encourage more scientists and organizations to make the leap. Join us for a discussion about the power of using smart trial and error to speed innovation; achieve faster, more predictable cycles; and save time.

Register for the upcoming webinar Smart Trial and Error for Rapid Innovation

1. https://www.jmp.com/en_us/events/statistically-speaking/ on-demand/achieve-rapid-innovation-with-design-of-experiments.html

2. https://www.chemistryworld.com/webinars/using-a-doe-mindset-for-successful-experimentation/3010398. article

3. https://www.jmp.com/en_us/events/statistically-speaking/ on-demand/the-power-of-structured-experimentation-in-science-and-engineering.html

4. https://www.jmp.com/en_us/events/statistically-speaking/ on-demand/the-power-of-structured-experimentation-in-science-and-engineering.html

SAS and all other SAS Institute Inc. product or service names are registered trademarks or trademarks of SAS Institute Inc. in the USA and other countries. ® indicates USA registration. Other brand and product names are trademarks of their respective companies. Copyright © 2020, SAS Institute Inc. All rights reserved. G135479_0820


IN HET KORT o Bio-olie als co-feedstock kan bestaande FCC-krakers verduurzamen. o Scale-up Vertoro wil hierin gaan voorzien met zijn bio-olie Goldilocks. o Het gebruikt hiervoor alom beschikbaar lignocellulose als grondstof.

SCALE-UP WIL DUURZAAMSTE OLIEBEDRIJF TER WERELD WORDEN

Michael Boot met de feedstock (zaagsel). Op de achtergrond de Multi Purpose Pilot Plant op de Brightlands Chemelot Campus.

18 Chemie Magazine september 2020

FOTO:VERTORO

HET GROENE GOUD VAN VERTORO


Biomassa

Scale-up Vertoro heeft een procedé ontwikkeld om lignocellulose, “de meest beschikbare grondstof ter wereld”, om te zetten in een bio-olie die zo als co-feedstock de FCC-kraker in kan. “We gaan eind dit jaar opschalen naar TRL 8, daarna volgt een commerciële plant”, aldus CEO Michael Boot. Tekst: Igor Znidarsic

K

rakers zijn er in twee soorten. Met een FCCkraker zet een raffinaderij ruwe aardolie met behulp van een katalysator om in lichtere koolwaterstoffen, zoals benzine en nafta. De LHC-kraker of stoomkraker zet nafta met behulp van hete stoom om in olefinen en aromaten, waar de chemische industrie allerlei mooie basischemicaliën van kan maken voor uiteenlopende toepassingen. In het kader van verduurzaming worden stoomkrakers tegenwoordig behalve met nafta ook mondjesmaat gevoed met recyclaat of biomassa, zoals gepyrolyseerd plastic of afgewerkt frituurvet. Bij FCCkrakers gebeurt dit niet*, maar als het aan Vertoro ligt komt hier snel verandering in. Deze scale-up heeft namelijk een procedé ontwikkeld waarmee lignocellulose omgezet wordt in een product dat als feedstock bijgemengd kan worden in de FCC-kraker. “Je kan het een beetje vergelijken met espresso maken”, legt CEO Michael Boot het procedé uit. “Alleen gooi je in de waterbak geen water maar methanol met wat zwavelzuur, dat je verhit tot 180 graden, in plaats van koffiebonen gebruik je zaagsel, en in plaats van een paar minuten laat je het proces ongeveer 15 minuten duren. Het resultaat is een zwarte vloeistof, in methanol opgeloste

lignine, plus wat restproduct, voornamelijk cellulose.” Merknaam: Goldilocks.

Bestaande waardeketen

De lignine in lignocellulose, een restproduct van de productie van hout, papier en bio-ethanol, zou je ook kunnen kraken tot voor de chemische industrie nuttige bouwstoffen, want het bevat veel aromatische moleculen die als grondstof voor chemicaliën kunnen dienen. Maar vooralsnog is dat niet rendabel gebleken. De Vertoro-methode is dat volgens Boot wel. “Wij maken decentraal uit biomassa via een vrij simpel proces een vloeibare bio-olie, die vervolgens naar de krakers getransporteerd kan worden. Dat is ten eerste efficiënter dan biomassa vervoeren, ten tweede kunnen de bestaande FCC-krakers en chemische installaties niet overweg met een vaste stof, wel met vloeibare stoffen. Maar het belangrijkste voordeel is misschien wel dat onze feedstock een bestaande waardeketen in gaat. Dit in tegenstelling tot veel andere bioraffinage-bedrijven die een heel nieuwe waardeketen bouwen om uit biomassa chemische bouwstenen te maken. Het is mooi wat ze doen, maar voor je daarmee aan marktparticipatie toe bent ... Wij maken gebruik van al bestaande installaties, waar de bio-olie als co-feed aan wordt toegevoegd. En dan alsnog gekraakt wordt. Als je de verhouding methanol-lignocellulose goed kiest, krijg je dezelfde soort output als bij ruwe olie: olefinen en aromaten.” Vertoro staat met het gepatenteerde proces op de shortlist van de New Energy Challenge, een wedstrijd voor start-ups georganiseerd door Shell, Rockstart, YES!Delft en Get in the Ring. De top 10 werd onlangs bekendgemaakt en Vertoro staat erin. De finale vindt plaats in oktober. Via deze wedstrijd heeft Vertoro al contact met Shell. “Maar ook met andere oliebedrijven”, aldus Boot. “Ze willen allemaal graag verduurzamen.” Eerder werd een soortgelijke wedstrijd in Spanje net niet gewonnen.

Het eindproduct Goldilocks.

FOTO:VERTORO

Bijmengen

Het zou natuurlijk prachtig zijn, maar de huidige fossiele feedstock volledig vervangen door de bio-olie is volgens Boot een utopie. “Daar is de fossiele markt te immens voor. Voor de komende 10, 20 jaar wordt het gewoon bijmengen.” Daar zit overigens wel een beperking aan. “Je kan het vergelijken met E10, de benzine met 10 procent ethanol bijgemengd. Zou je daar 100 procent ethanol van maken, dan zou je alle auto’s van de weg moeten halen en ombouwen. Dat geldt ook voor bijmengen in de huidige installaties. Desondanks is de fossiele markt zo groot dat je bij bijmenging van 10 procent al praat over enorme volumes.” De missie van Vertoro (Spaans voor ‘groen goud’) is het duurzaamste oliebedrijf ter wereld worden. Niet door nieuwe krakers te bouwen voor verwerking van biomassa, dat zou volgens Boot heel veel tijd en een gigan- e september 2020 Chemie Magazine 19


LIGNOCELLULOSE

‘Wij maken gebruik van al bestaande installaties, waar de bio-olie als co-feed aan wordt toegevoegd en gekraakt’

tische investering vergen, die je nooit terug gaat verdienen. “Wij willen groene koolstof in de waardeketen van de petrochemie krijgen. En de snelste en laagdrempeligste manier om dat te bereiken is volgens ons 5 of 10 procent van ons groene product bijblenden in de bestaande carrier.”

Opschaling

Het was promovendus Panos Kouris die enkele jaren geleden op de Technische Universiteit Eindhoven, onder begeleiding van prof. Emiel Hensen, een procedé bedacht om van lignocellulose een olie te maken. Het leidde in 2017 tot de oprichting van Vertoro, door Kouris, die nu CTO is, en zijn begeleider Michael Boot, die nu CEO is. In het bedrijf werken inmiddels negen personen, waaronder dr. Dannie van Osch, die nog parttime werkt als postdoc en chief business officer is, en prof. Emiel Hensen van de TU/e. Chemelot Ventures en LIOF hebben vanuit de zogenaamde Seedfinanciering samen met de oprichters 500.000 euro in Vertoro geïnvesteerd.

BIOFUEL

Vertoro richt zich net als de aardolie-industrie op twee markten: de energiemarkt en de chemiemarkt. Boot: “Als je alleen mikt op high value, raakt de markt gauw verzadigd, daarom kijken we ook naar brandstoffen. De ruwe grondstof die wij produceren, lignine opgelost in methanol, kent naast een applicatie als FCC-feed ook een toepassing als shipping fuel. Er zijn al rederijen, zoals Maersk, die heel ver zijn met de toepassing van mengsels van alcohol en lignine als brandstof. Ons product past goed in dit plaatje.” 20 Chemie Magazine september 2020

De vraag of er voldoende lignocellulose beschikbaar is voor de ambitieuze plannen van Vertoro beantwoordt Boot met een volmondig “ja”. “Lignocellulose is alles wat op aarde op het land groeit, van gras tot bomen. Het blijft als restproduct over bij bijvoorbeeld de productie van hout, papier of het maken van bio-ethanol. In Scandinavië en Canada kun je zaagsel inkopen, restafval van houtzagerijen, voor 20 euro per ton, zoveel als je wilt. Dat wordt nu veelal bijgestookt in energiecentrales, maar je kan het ook omzetten in chemische bouwstenen en biofuel.” Lignocellulose-biomassa is de meest overvloedige natuurlijke hulpbron ter wereld. De drie belangrijkste componenten zijn cellulose (40-50%), hemicellulose (20-30%) en lignine (10-25%). Cellulose en hemicellulose worden momenteel gebruikt in onder meer de papier- en de ethanolproductie. Het mengsel van ligninefragmenten is moeilijk te verwerken en wordt (nog) niet gezien als een geschikte grondstof. Het wordt grotendeels verbrand.

Samen met Hensen kreeg Vertoro tevens een startsubsidie en lening van respectievelijk 40.000 en 250.000 euro van NWO. Vorig jaar lukte het Vertoro om in de Multi Purpose Pilot Plant op de Brightlands Chemelot Campus 150 liter Goldilocks per dag te produceren. Voor de volgende opschaling naar een demoplant is samenwerking gezocht met Sekab in Zweden, dat bio-ethanol produceert uit cellulose (wat een restproduct is van Vertoro) en het houtzaagsel levert voor de pilotplant op Chemelot. In Zweden zal eind dit jaar de opschaling naar TRL 8 volgen. “Daarna volgt TRL 9, een commerciële plant”, aldus Boot. “Het wordt geen megagrote plant, zo’n 10 tot 20 kiloton per jaar. Dat zijn volumes waarmee we marktapplicaties kunnen valideren, groot genoeg om marktactie te generen.” Waar de commerciële plant komt te staan hangt af van factoren als beschikbaarheid van voldoende goedkope grondstof en beschikbare utilities. “Als een lokale partner mee-investeert, zodat we minder geld hoeven op te halen, zal dat onze keuze ook beïnvloeden. Overigens is het ook goed mogelijk dat we niet zelf gaan bouwen, maar anderen het recept laten doorontwikkelen.” p

*Omdat er veel zuurstof in biomassa zit, wordt – bij gebrek aan H2 – veel biomassa verkoold in plaats van omgezet in bruikbare aromaten. De olie van Vertoro is een mengsel van methanol en daarin opgeloste lignine (oligomeren). Methanol converteert in FCCkrakers naar olefinen, waarbij en passant ook H2 wordt geproduceerd. Deze in-site H2 zorgt er vervolgens voor dat eerder genoemde oligomeren gekraakt kunnen worden naar waardevolle aromaten als tolueen, xyleen en phenol.


Explosieveilige AR-090 Labelprinter voor zone 2 / 22 ATEX gecertificeerd Geschikt voor gas- en stofomgevingen Gönnheimer Ex P overdruksysteem Laag luchtverbruik door uitgekiende ‘brievenbus’ RVS behuizing Zebra ZT410 labelprinter Andere printermodellen mogelijk

Artidor Explosion Safety B.V. Emopad 38 • 5663 PB Geldrop • The Netherlands artidor.com • sales@artidor.com • T: +31 (0)40 7873911

Dé pompenspecialist voor de chemische industrie

Bedu Pompen BV - Nederland

WWW.BEDU.NL

+31 (0) 88 4802 900

info@bedu.nl

Bedu Belgium BVBA - België

made for your process

+32 (0) 3 8087 980

info@bedu.be

WWW.BEDU.BE


IN HET KORT o Industrie werkt mee aan SDG 7: betaalbare en duurzame energie. o Avebe investeert in membraantechnologie, hybride stoomketels en zonneparken. o Borealis en DuPont verduurzamen producten en productie, o.a. door benutten restwarmte.

Op welke SDG’s legt de chemie zich toe? Vijfde deel van een serie: SDG 7, betaalbare en duurzame energie

SDG 7: BETAALBARE EN DUURZAME ENERGIE

VERGROENEN EN VERMINDEREN Samenwerking met hun buren en overschakeling op nieuwe installaties helpen Avebe, Borealis en DuPont het energieverbruik te verminderen en fossiele bronnen te vervangen door hernieuwbare energie. En zo mee te werken aan de doelstelling van SDG 7. Vijfde deel in een serie over de Sustainable Development Goals van de VN. Tekst: Klaartje Jaspers

22 Chemie Magazine september 2020


Duurzaamheid

‘We spelen een steeds grotere rol in de eiwittransitie’

AVEBE

AARDAPPELENERGIE, MET EEN KLEINE OMWEG

Wie aan een een coöperatie van aardappeltelers denkt, denkt misschien niet gelijk aan uitgestrekte zonneparken, enorme waterzuiveringsinstallaties en vegaburgers. Maar Avebe zuivert meer water dan een flinke gemeente, en levert een belangrijke vorm van plantaardig eiwit. Dat vergt nog wel veel gas; membraantechnologie en hybride stoomketels moeten dat de komende jaren veranderen.

“W

W

il de hele wereld in 2030 toegang hebben tot betaalbare, betrouwbare en moderne energiebronnen, zoals subdoel 7.1 van SDG 7 formuleert, dan moet het aandeel hernieuwbare energie in de wereldwijde energiemix flink omhoog (7.2) en moeten we onze verbeteringen op het gebied van energie-efficiëntie verdubbelen (7.3). Op dit moment boeken we slechts 1,7 procent verbetering, becijfert de VN, waar we minimaal 3 procent zouden moeten halen. Een reductie van het energieverbruik is niet alleen goed voor het milieu, maar ook goed tegen de kosten. Ondanks de lage energieprijzen betalen veel energiebesparende technieken zich binnen afzienbare tijd terug. Met het oog op een circulaire toekomst kijken veel bedrijven daarnaast wat er in hun omgeving aan restwarmte te halen is. Zowel DuPont als Borealis gebruiken de restwarmte van nabu-

Met ultrafiltratie vervangt Avebe hitte door druk en bespaart daarmee niet alleen veel energie, maar ook veel water.

ie een rauwe aardappel pureert en hem even laat staan, krijgt onderop een wit laagje – het aardappelzetmeel – en daarbovenop een geelbruine smurrie en daarbovenop weer helder water”, vertelt Peter-Erik Ywema, Avebe’s eerste directeur Duurzaamheid. “In die smurrie zitten nog veel nuttige dingen als vezels en eiwitten, maar ook 80 procent water. Dat moet eruit. Vanouds doen we dat met gasgestookte verwarming. We zijn hier in het Noorden een van de grootste gasverbruikers, en dat in een provincie die wordt geteisterd door de gaswinning. Dat moet dus anders.”

Duurzame concentrator

Inmiddels gaat het ook anders: op Avebe’s grootste productielocatie in Ter Apelkanaal staat inmiddels een DUCAM, een duurzame concentrator door membranen. Door de aardappelpulp door filters heen te drukken (ultrafiltratie), worden het zetmeel, de vezels en het eiwit gescheiden van het water. Reverse osmosis zorgt voor de extractie van herbruikbare zouten. De vezels worden nu nog vooral gebruikt voor veevoer, het eiwit dient al voor menselijke consumptie. Door hitte te

vervangen door druk, bespaart de DUCAM de aardappelcoöperatie niet alleen veel energie, maar ook veel water – een van haar belangrijkste hulpbronnen. “Veel mensen weten niet dat aardappelen per hectare meer eiwit opleveren dan een gewas als soja of erwten. Omdat we dat nu kunnen winnen, spelen we een steeds grotere rol in de eiwittransitie”, weet Ywema. “Vroeger werd het water dat na de extractie van het zetmeel overbleef geloosd in kanalen. Het eiwit leidde tot schuimlagen die de scheepvaart stillegden, en tot de stank van rotte eieren. Sinds de jaren 70 zuiveren we het water zelf.” De vloeiweiden die daarbij gebruikt worden, worden van zo veel mogelijk dubbelfuncties voorzien. Zo grazen schapen er binnenkort onder de schaduw van zo’n 300.000 zonnepanelen. In augustus ging de eerste paal van zonnepark Vloeiweiden Hollandia de grond in, in december moet het jaarlijks zo’n 35.000 huishoudens van energie voorzien.

Hybride ketels

Die elektra denkt Avebe zelf ook hard nodig te hebben. “We hebben verschillende warmtekrachtkoppel-installaties (WKK). De elektra die vrijkomt bij het verstoken van gas naar stoom, leveren we deels terug aan het net”, legt Ywema uit. “Naarmate de stoomketels overschakelen op elektra, hebben we die stroom zelf ook steeds meer nodig. Daarnaast hopen we het slib te vergisten tot biogas en kunnen we wellicht gebruikmaken van groene waterstof. Met hybride ketels kunnen we straks de energiebron kiezen die op dat moment de beste prijs biedt. Het zijn flinke investeringen, maar ze leveren ook wat op.”

e september 2020 Chemie Magazine 23


‘Innovaties die zich ook terugbetalen zijn een voorwaarde om duurzaam te zijn’

BOREALIS

LAGETEMPERATUUR-RESTWARMTE OPWAARDEREN

Eigenlijk kan je Borealis Geleen niet los zien van Borealis Beringen, benadrukt locatieleider Stefan Caluwe: ze vallen onder hetzelfde managementteam en leren voortdurend van elkaar. In Geleen maken ze heel specialistische polyethyleen (PE), die vaak weer wordt toegevoegd aan Borealis’ producten elders. En waar Nederland ooit de Energy Dashboards introduceerde, werken de Belgen nu aan het opwaarderen van lagetemperatuurrestwarmte, dat heel Chemelot weleens zou kunnen veranderen.

B

rige afvalwerkers om hun producten te kunnen maken. Omdat die restwarmte voor industriële toepassingen nu vaak nog te koud is, werkt Borealis met Q-pinch bovendien aan een fabriek die de restwarmte zo’n 100 graden heter maakt.

Hernieuwbare bronnen

Met het terugdringen van het energieverbruik zijn voor veel bedrijven al grote sprongen te maken, maar zolang de resterende energie uit fossiele bronnen komt, blijven CO2belastingen dreigend boven bedrijfsvoeringen cirkelen. Overschakeling op hernieuwbare energiebronnen blijkt voor veel bedrijven een oplossing. Ze kopen elders groencertificaten (GvO’s) in en investeren zelf in oplossingen waarmee ze hun eigen energie op kunnen wekken. Zo kan het gebeuren dat de vloeiweide van een aardappelcoöperatie opeens vol ligt met zonnepanelen, of slib wordt omgezet in een gas dat de Groningse buren moet ontzien. 24 Chemie Magazine september 2020

Het polyethyleen voor hoogspanningskabels dat Borealis maakt is ongewoon zuiver.

orealis maakt hoogwaardige polyolefinen die nodig zijn voor energietransitie, vertelt Caluwe. Vaak gaat het daarbij om materialen die ongewoon zuiver moeten zijn, zoals het in de condensatoren van elektrische auto’s gebruikte polypropyleen (PP) en het polyethyleen (PE) dat om hoogspanningkabels heen moet: hoe zuiverder dat is, hoe hoger de spanning die erdoor kan, hoe lager het energieverlies. Plastics zijn onmisbaar in onze samenleving, zegt Caluwe, maar ze moeten wel herbruikbaar worden. Daarom maakt de fabriek in Geleen bijvoorbeeld ook een soort polyethyleenlijm. Daarmee zijn verschillende verpakkingslagen uit de PE-familie na gebruik veel makkelijker te recyclen dan wanneer verpakkingen bestaan uit laagjes uit verschillende kunststoffamilies.

Oplossingen

“De zuiverheidsgraad die wij bieden wordt maar gemaakt op twee plaatsen in de wereld”, stelt de locatieleider. “Klanten vinden ons duur, maar ze waarderen het wel. Dat komt omdat

we heel veel tijd en energie in ze steken: we zoeken samen met hen naar oplossingen. Dat leidt tot innovaties die zich ook terugbetalen – een voorwaarde om duurzaam te zijn.” Caluwe benadrukt: “Je moet niet bang zijn te leren met je ogen.” Ook van de bedrijven die het overneemt weet Borealis de nodige lessen op te doen. In Oostenrijk en Duitsland geldt dat voor afvalverwerkers Ecoplast en MTN, in Nederland geldt dat voor Geleen. “Toen wij Geleen in de Borealisgroup integreerden, waren er al een soort Energy Dashboards. Die geven operators een seintje wanneer een bepaald apparaat of processysteem niet op de energiezuinigste manier wordt bedreven. Medewerkers zijn getraind op ISO 50000, en weten hoe ze kunnen analyseren en ingrijpen. Soms moet er een instelling aangepast worden, soms staat ergens in de plant zelf een afsluiter of machineonderdeel niet helemaal juist.”

Restwarmte

In België bouwt Borealis inmiddels samen met Q-pinch een fabriek die de toekomst van de industrie weleens aanzienlijk zou kunnen veranderen: lagetemperatuur-restwarmte wordt er met een soort biochemisch procedé omgezet in hogeretemperatuurwarmte, die bruikbaar is in veel industriële processen. “In Antwerpen hadden we veel restwarmte waar we nauwelijks iets mee konden”, vertelt Caluwe. “Lagetemperatuurrestwarmte verdwijnt vaak in de vorm van rookgassen, warm water of condensaat. Door het terug te winnen, besparen we potentieel veel energie. We bouwen daar nu de eerste fabriek ter wereld voor. Als het lukt zou het voor meer partijen interessant kunnen zijn: niet alleen voor Borealis Geleen, maar wellicht voor heel Chemelot, en veel andere industriecomplexen.”


Duurzaamheid

‘De technologie ligt niet kant-en-klaar op de plank’

DUPONT

WARMTENET VERBINDT BEDRIJVEN, BEWONERS EN GEMEENTE

Door samen te werken met zijn buren kon DuPont Dordrecht zijn gasverbruik minimaliseren. Met de restwarmte van een naburige afvalverwerker maakt het nu stoom voor de productie van een sterke, lichtgewicht kunststof. De waakvlam in de boiler verzekert nu vooral de warmtelevering aan omwonenden, mocht die van de afvalverwerking ooit uitvallen.

D

uurzaamheid zit diep in het DNA van DuPont, weet Willem Buitelaar: in de jaren negentig had het al een chief sustainability officer. In Dordrecht dragen zowel DuPont’s product als het productieproces bij aan het streven minder energie te verbruiken en minder emissies te hebben. “Als je de 80/20-regel hanteert, dan zijn we nu wel bezig met de laatste 20 procent aan mogelijkheden om onze processen te verbeteren”, weet de manager public affairs. Met maatregelen als het sealen van de pompen en het optimaliseren van de verbrandingsoven die restgassen omzet in energie, moet de uitstoot de komende jaren nog verder naar beneden. “In Dordrecht werken we met

zo’n 225 mensen aan één product: Delrin”, vertelt Buitelaar. “Het is een lichte, sterke en buitengewoon slijtvaste kunststof met zo’n lage wrijvingscoëfficiënt dat je geen smeermiddelen meer nodig hebt. De productie kost ongeveer de helft van de energie van die van een kunststof als nylon, en je kan het ongeveer vijf keer recyclen voordat het aan kwaliteit inboet. Het vervangt bijvoorbeeld onderdelen in transportbanden. In vergelijking tot de gebruikelijke metalen exemplaren bespaart dat water, dat bij metaal als smeermiddel wordt gebruikt, en energie, omdat de banden veel lichter zijn, er dus veel kleinere motoren nodig zijn.“

telt Buitelaar. “Dat is het risico met innovatie: de technologie ligt niet kant-en-klaar op de plank. In plaats van hun stoom gebruiken we nu hun warmte: we hebben een warmtewisselaar geplaatst waarmee we onze eigen stoom opwekken.” Via een warmtenetwerk levert HVC niet alleen warmte aan DuPont, maar ook aan woningen in de gemeente Dordrecht. Mocht de toevoer vanuit HVC op zeker moment uitvallen, dan heeft DuPont een back-up: een gasgestookte boiler die de warmtevoorziening over kan nemen. Die boiler wordt in praktijk vrijwel nooit gebruikt, maar biedt de nodige leveringszekerheid.

Stoomleiding

Win-win-win

Om Delrin te maken is veel stoom nodig. Aanvankelijk kwam dat uit een gasgestookte installatie, sinds 2013 komt het van DuPont’s buurbedrijf: afvalverwerker HVC. “Aanvankelijk dachten we dat we de stoom van HVC rechtstreeks konden gebruiken, maar tijdens het designproces van de installatie die de stoom van hen naar ons moest brengen, bleek dat er te veel componenten in zaten die wij niet kunnen gebruiken”, ver-

Afvalverwerker HVC. Door restwarmte van HVC te gebruiken bespaart DuPont jaarlijks 50.000 ton CO2.

Samen legden DuPont en HVC 8 miljoen euro neer, voor een investering die hen jaarlijks ongeveer 50.000 ton CO2 bespaart. Een win-win-winsituatie, denkt Buitelaar: HVC komt van zijn afval en warmte af, DuPont hoeft minder energie te produceren en de gemeente kan rekenen op een stevige impuls voor haar duurzaamheidsdoelstellingen. p

september 2020 Chemie Magazine 25


50% IN MEUBELPANELEN

FENOL VERVANGEN DOOR LIGNINE

Trespa maakt meubelpanelen van papier met thermohardende harsen van fenol. In deze panelen is de helft van de fenol vervangen door lignine, in dit geval een bijproduct uit de papierindustrie. Dat is het resultaat van een samenwerking tussen onderzoekers van Wageningen Food & Biobased Research en Trespa.

26 Chemie Magazine september 2020

Lignine wordt al langer als lijmstof toegepast, met name voor het verlijmen van multiplex platen, maar het impregneren van papier is nieuw, zegt projectleider Richard Gosselink van Wageningen Food & Biobased Research. Het kostte 8 jaar onderzoek om een commercieel vatbaar productieproces te ontwerpen waarbij 50 procent fenol is vervangen door lignine, zonder nadelige gevolgen voor het product. “We zijn er trots op dat dat nu is gelukt.” Alle fenol vervangen door lignine lukt

nog niet. “Fenol is een klein molecuul, heel reactief en lost makkelijk op. Lignine is visceus en gedraagt zich anders in het productieproces. Als we te veel fenol vervangen door lignine levert dat problemen op tijdens de productie. De komende 3 jaar loopt er wel een project met als doel om 100 procent lignine te gebruiken.” Fenol is een fossiele grondstof, toxisch, schadelijk voor de gezondheid en mogelijk carcinogeen. Hoewel de stof niet op de lijst met Zeer


Wetenswaardig Lignine is een biopolymeer uit bijvoorbeeld houtpulp.

brand, vertelt Gosselink. “Dit levert dus een meubelpaneel op met een kleinere ecologische voetafdruk. Trespa rekende uit dat ook de CO2reductie aanzienlijk is. Zelfs als je meetelt dat de platen aan het eind van hun levensduur verbrand worden, want recyclen is niet mogelijk.” De producten worden niet duurder door het gebruik van lignine. Het productieproces moest aangepast worden, maar de grondstof is zelfs iets goedkoper dan fenol, zegt Gosselink. p

FOTO’S: WUR

Zorgwekkende Stoffen staat, wil de industrie er zoveel mogelijk vanaf. Bovendien staat formaldehyde, de verharder in fenolharsen, wel op die lijst. Lignine is een biopolymeer uit bijvoorbeeld houtpulp. De bouwstenen lijken op fenol, maar zolang deze in het polymeer zitten zijn ze niet schadelijk. Door het vervangen van fenol door lignine is er minder fenol en formaldehyde nodig en bovendien wordt een bijproduct uit de papierindustrie nuttig gebruikt in plaats van ver-

september 2020 Chemie Magazine 27


IN HET KORT o Ducor Petrochemicals produceert (op relatief kleine schaal) polypropyleenproducten. o Dankzij drie productielijnen kan het drie verschillende producten tegelijk maken. o Duurzaamheid krijgt speciale aandacht, zoals recycling en energie-efficiëntie.

HET MAATWERK VAN DUCOR PETROCHEMICALS

‘WE KUNNEN SNEL SCHAKELEN’ De relatieve kleinschaligheid van de Rozenburgse plant van Ducor, producent van polypropyleen, biedt het voordeel dat er snel een nieuw product ontwikkeld en geleverd kan worden. “Onze toekomst is jezelf steeds opnieuw uitvinden”, zegt CEO Ann Geens. Tekst: Igor Znidarsic

I

n Rozenburg, op de site van Huntsman, produceert Ducor Petrochemicals polypropyleenproducten voor uiteenlopende toepassingen zoals verpakkingsmaterialen, huishoudproducten en de gezondheidszorg. Met een capaciteit van 180 kiloton is het een relatief kleine plant, met drie parallelle productielijnen. “Een dergelijke plant zou nu niet meer op deze manier gebouwd worden”, zegt CEO Ann Geens. “De capaciteit zou veel groter zijn, en in plaats van drie lijnen zou er één lijn komen, omdat je voor drie lijnen meer equipment en meer handen nodig hebt.” Toch biedt juist die ‘oude’ opzet Ducor veel voordelen, stelt Geens. “De grootschalige polypropyleenindustrie met runs van 500 tot 2000 ton werkt misschien efficiënter, maar wij zijn met onze runs van 100 ton veel flexibeler en kunnen sneller anticiperen op een specifieke klantvraag. Een run van 100 ton, dat zijn vier vrachtwagens. Een dag

28 Chemie Magazine september 2020

later kunnen we al een nieuw product leveren.” De drie productielijnen maken het mogelijk om drie verschillende producten tegelijk te produceren en waar nodig van lijn te wisselen of lijnen te combineren. “Er zijn in Europa genoeg klanten, met name in het mkb, die flexibiliteit willen, keuzemogelijkheden en snelheid in levering. Wij werken met hen intensief samen om op maat gemaakte oplossingen te bieden. Als een klant ons vraagt om een nieuw product te ontwikkelen en te produceren, kunnen wij heel snel iets maken. We zijn een klein team, de R&D staat heel dicht bij Sales en Productie, we kunnen snel schakelen. Die interactie is voor ons essentieel. Onze toekomst is jezelf steeds opnieuw uitvinden, voornamelijk op producten.”

Uitbreiding

De grondstof propyleen, afkomstig van verschillende leveranciers, komt binnen via pijpleiding of schip.

Er is een opslag van 2000 ton op het eigen terrein, mede waardoor Ducor onder het BRZO-regime valt. Utilities zoals stoom, elektriciteit en stikstof worden gezamenlijk op de site ingekocht. Verder wordt ook gebruikgemaakt van de site services van Huntsman, zoals bewaking en wegonderhoud. De maintenancewerkzaamheden doet Ducor zelf. De propyleen gaat eerst naar de droger-unit voor zuivering. Voor het recyclen van propyleen uit diverse interne processtromen wordt gebruikgemaakt van de splitterunit. “We hebben een specificatie nodig die redelijk strak staat”, aldus Geens. “De zuiverheid van het gas moet 99,5 procent zijn. Er mag maar heel weinig zwavel, koolstofmonoxide en water in zitten.” Ducor heeft in dit verband het plan om op een stuk braakliggend grond een uitbreiding van de splitter te plaatsen. Een ambitieus plan dat onder meer opslagtanks vereist. “Daarmee zouden we meer verschillende


VNCI-lid

‘Er zijn in Europa genoeg klanten die flexibiiteit, keuzemogelijkheden en snelle levering willen, met name in het mkb‘

FOTO:WIM R A AIJEN, INDUSTRIELINQS/PETROCHEM

DUCOR PETROCHEMICALS

kwaliteiten gas aankunnen, dus ook van een lagere kostprijs. We zouden dan flexibeler kunnen inkopen, van meer partijen wereldwijd.” Mogelijk gaat Ducor hiervoor in zee met een externe (logistieke) partij. De polymerisatie tot polypropyleen vindt met behulp van een katalysator plaats met de zogeheten Novolen gasfase-technologie. Uit de

reactor komt polypropyleenpoeder, dat vervolgens (samen met toegevoegde additieven) wordt opgesmolten en geëxtrudeerd met als eindresultaat polypropyleengranulaat. Sinds 2 jaar wordt ook het poeder aan klanten geleverd. Geens: “Sommige klanten kochten granulaat en vermaalden dit tot poeder. Omdat wij in het productieproces al

De plant in Rozenburg is in 1979 gebouwd door ICI en werd in 1994 overgenomen door BASF, waarbij de productcapaciteit omhoogging van 75 naar 150 kiloton. Later volgde een overname door Basell Polyolefins, maar wegens een te groot marktaandeel moest Basell het onderdeel weer afstoten. De nieuwe eigenaar werd het Belgische Domo, waarbij de naam veranderde in Domo Polypropylene. Om de plant toekomstbestendig te maken volgde een ingrijpende reorganisatie, waarbij het personeelsbestand werd teruggebracht tot 65 man. Eind 2012 werd Domo Polypropylene overgenomen door Carmel Olefins, onderdeel van het Israëlische Bazan, waarbij de naam werd gewijzigd in Ducor (Dutch Carmel Olefins Rozenburg) Petrochemicals. Bazan (de Hebreeuwse vertaling van oil refinery) is deels familieeigendom maar wordt gedeeltelijk verhandeld op de Israëlische beurs. In Rozenburg werken 100 mensen, waarvan 50 in de productie. CEO Ann Geens studeerde handelswetenschappen, met specialisaties fiscaliteit en accountancy. Na enkele jaren PWC wilde ze graag de industrie in. Een vacature bij Domo, waarbij ze de helft van de tijd in België en de andere helft in Rozenburg zou werken, was haar op het lijf geschreven omdat ze er precies tussenin woonde. Ze begeleidde onder meer de overname van Ducor en werd 6 jaar geleden CEO.

poeder maakten, leveren we dit nu direct aan die klanten. Dat scheelt ons en de klant energiekosten en het verlaagt de kostprijs.”

Kwaliteiten

Polypropyleen heeft een aantal zeer gewilde kwaliteiten, waaronder een lage zuurstofdoorlaatbaarheid, gering gewicht, stevigheid en resi- e september 2020 Chemie Magazine 29


Ann Geens: ‘We moeten gezamenlijk aan de slag.’

PLASTIC KORRELS IN MILIEU

Ducor kwam recent in het nieuws vanwege een handhavingsverzoek ingediend door de Plastic Soup Foundation bij DCMR. Ducor werd verantwoordelijk gesteld voor vervuiling van de omgeving met plastic korrels. Ann Geens merkte toen hoe moeilijk het is voor een klein bedrijf om op zo’n industriebreed probleem te reageren zonder de kennis en ruggensteun van een brancheorganisatie. Het was een directe reden om lid te worden van de VNCI. Door aansluiting bij Operation Clean Sweep (OCS) heeft Ducor zich inmiddels verbonden met de afspraken van OCS over het voorkomen van het verlies van plastic in het milieu. Afgelopen jaar heeft Ducor tal van maatregelen genomen om verlies van korrels op het eigen terrein tegen te gaan. Maar het bedrijf wil meer. Op 29 september wordt op initiatief van Ducor een rondetafel georganiseerd met overheden, bedrijven en milieuorganisaties, zoals de Plastic Soup Foundation, om met elkaar te kijken naar toekomstige oplossingen. Volgens Geens zijn hierbij wederzijds vertrouwen en transparantie cruciaal. Uit een analyse van Ducor van de in de omgeving aangetroffen plastic korrels blijkt overigens dat ze lang niet allemaal afkomstig zijn van Ducor. Geens: “We moeten hier gezamenlijk mee aan de slag.” Geens was een van de vier genomineerden voor de Plant Manager of the Year 2020. 30 Chemie Magazine september 2020

FOTO:WIM R A AIJEN, INDUSTRIELINQS/PETROCHEM.

‘We zijn al jaren bezig met energieverbetering, maar we spreken er veel te weinig over’ stentie tegen lage temperaturen. Het materiaal wordt daardoor onder meer toegepast in voedselverpakkingen, koffers, stapelbare kratten en verder onder meer in shampooflessen, auto-onderdelen (maken auto lichter en verminderen daarmee CO2-uitstoot) en injectiespuiten. Wat polypropyleen ook onderscheidt van andere kunststoffen is dat het zeer zuiver gemaakt kan worden en daardoor volledig te recyclen is. Ducor heeft twee projecten op dit gebied lopen. Bij een producent van bloembakken is het percentage gerecycled product inmiddels al 75 procent, waarbij het doel 100 procent is. Een andere klant wordt begeleid in het omschakelen naar materialen met een hoog percentage gerecyclede content in zijn rode en doorschijnende kaarsverpakking. Ook intern vindt er recycling plaats. “Bij overgangen, als we snel moeten schakelen, hebben we in het productieproces stromen die tijdelijk niet de A-kwaliteit hebben. Die leveren we vaak aan recyclers van plastic post- en pre-consumentenafval. Zij kunnen al heel veel materialen en kunststoffen scheiden, tot kleuren aan toe, en polypropyleen met verminderde kwaliteit wordt daar dan mee gemengd.”

Ftalaatvrij

Onder andere vanwege steeds strengere regelgeving met betrekking tot het gebruik van ftalaten (in de meeste katalysatorsystemen voor polypropyleen worden ftalaten als zogeheten ‘interne donor’ gebruikt – de ftalaat-concentratie in polypropyleen is doorgaans zeer laag, typisch < 1ppm), schakelde Ducor binnen een halfjaar over op een ftalaatvrije katalysator. Dat had

volgens Geens een enorme impact op het productieproces, en de operators moesten anders leren werken. “Maar het resultaat is dat onze plant nu alleen ftalaatvrije producten levert. Sommige producenten die tien plants hebben kunnen vaak tegen een klant niet zeggen van welke plant het product geleverd wordt, en kunnen daarmee dus niet garanderen dat het ftalaatvrij is. Wij kunnen dat wel, en hiermee voldoen wij aan de vraag van vele brand owners.” Gevraagd naar projecten op het gebied van duurzaamheid, zegt Geens: “We doen veel en zijn al jaren bezig met energieverbetering, maar we spreken er veel te weinig over.” Zo is het stoomverbruik dit jaar alleen al omlaag gebracht met 5000 ton per jaar en is door vermindering van het gasverbruik 7000 ton CO2-uitstoot per jaar gereduceerd. Maar de focus ligt het meest op elektriciteit, omdat dat de voornaamste energiebron is in het productieproces. Zo is er veel geïnvesteerd in zuinigere motoren, zowel qua geluid als qua elektriciteitsgebruik, en wordt er nu gekeken naar warmteterugwinning. En door meer stabiliteit in het proces wordt er nu ook minder afgefakkeld. “Al deze projecten doen we stand alone”, zegt Geens. “Daarom hebben we nu Deltalinqs en de VNCI gevraagd om ons te helpen dit te verbreden. Ik probeer ook hier op de site meer synergie te krijgen. Ik weet bijvoorbeeld dat er verderop, net over de snelweg, een bedrijf is dat veel zou kunnen doen met de propaan die wij nu als restproduct verbranden. Er ligt hier veel industrie, met veel potentiële samenwerkingen. Het zou zonde zijn om daar niet meer mee te doen.” p


HALLO,

WIJ ZIJN UW PARTNER IN VEILIGHEID!

Wij ontzorgen uw gehele (brand)veiligheidsinzet! Risk Safety levert gecertificeerde en gemotiveerde brandwachten-mangatwachten. Wij leveren vanuit eigen organisatie één of tientallen brandwachten. Voor spoedopdrachten, doorlopende projecten, onderhoud en turnaround. Onze brandwachten zijn multifunctioneel inzetbaar en in het bezit van de diploma’s: • VCA VOL • Gasmeten EX-OX-TOX • Buitenwacht-mangatwacht • Kleine blusmiddelen + water- en schuimvoerende armaturen * • Werken met onafhankelijke adembescherming * * Of Rijksdiploma brandwacht of IFV diploma manschap

Bij OMV GAS gaan flexibiliteit en exceptionele service samen met de internationale kennis en financiële kracht van de OMV Group. Wij leveren aardgasoplossingen op maat aan grote Europese klanten en distributeurs. Onze flexibele prijs- en leveringsconcepten evenals gedetailleerde kennis van de markt zorgen ervoor dat onze producten perfect aansluiten op uw specifieke behoeften. Neem contact met ons op als u wilt weten hoe onze aardgasoplossingen uw bedrijf kunnen ondersteunen: www.omv-gas.nl

Voordelen van Risk Safety: • Onze brandwachten zijn voorbereid en goed geïnstrueerd. • KVGM-managers (MVK) beschikbaar voor coördinatie brandwachteninzet. • Piketbrandwacht boven de sterkte voor directe opvang bij ongeplande afwezigheid of ziekte; Geen vertraging van uw project! • Wij ontzorgen u bij de brandwachtaanvragen van contractors, planning, operationele inzet, uitgifte apparatuur, werkplekinspecties en urenverantwoording. • Sluitende urenverantwoording en facturatie.

Wat kan Risk Safety nog meer voor u betekenen? Lees het op: www.risksafety.nl/petrochemie


Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die een chemieopleiding hebben gedaan en nu in de chemie werken.

COLLIN BALEMANS

INTERNATIONAL PROCESS & SALES ENGINEER BIJ AD INTERNATIONAL

ER ZIT ALTIJD EEN DRIVE VOOR OPTIMALISATIE IN MIJ Avonden, weekenden, feestdagen: Collin Balemans staat namens AD International altijd klaar om wereldwijd klanten te helpen. “Ik vind het heel gaaf dat ik mijn sterke punten in chemie, strategie en business weet te combineren.” Tekst: Inge Janse

32 Chemie Magazine september 2020


Human capital

1

Aan welke consumentenproducten lever jij een bijdrage? Van alles en nog wat, van raamkozijnen en witgoed tot iPads en auto’s. Wij leveren chemicaliën waarmee onze klanten metaal verduurzamen, bijvoorbeeld door lakhechting en weerstand tegen corrosie. Buiten Europa wordt er nog veel met chroom-6-houdende chemicaliën gewerkt. Partijen komen naar ons toe omdat ze met alternatieven willen werken, zoals een op chroom-3 gebaseerd product, of geheel chroomvrij. Samen met ons gaan ze dan een ontwikkelingstraject aan. Onze producten concurreren op hoog niveau met die van grote multinationals. Dat is echt iets waar ik trots op ben. Mijn functie richt zich met name op de sales van die chemicaliën. Daarnaast adviseer ik hoe je onze producten gebruikt. Daarnaast heb ik korte lijnen met de researchafdeling, zodat we snel de vertaalslag kunnen maken van tekentafel naar werkpraktijk. Het helpt daarbij dat ik daadwerkelijk op het lab heb gestaan en daardoor een gesprekspartner op niveau ben: ‘Hee, kun je niet daarnaar kijken?’ Daarnaast begeleid en train ik distributeurs van onze producten. Ik heb door al die contacten geen 9-tot-5-baan en werk al snel zo’n 50 à 60 uur per week. Is het hier Koningsdag, dan kan ik gerust gebeld worden vanuit Italië omdat ze daar een test voorbereiden. Dat geldt ook voor mijn weekenden, want in India is zaterdag gewoon een werkdag. Er komen bovendien vele whatsappuurtjes met klanten en distributeurs tussendoor. Ik vind dat niet erg. Ben ik het beu, dan zet ik gewoon even mijn out of office aan.

FOTO’S: NICK FR ANKEN

2

Wat vertel jij je neefje als hij vraagt wat voor werk je doet? Er lopen bij AD allemaal Willie Wortels rond die producten uitvinden. Dat doen ze met chemicaliën. Misschien denk je dan aan stoffen die niet goed zijn voor mensen, maar ze kunnen juist ook heel veel mooie dingen brengen. Wij maken middelen die metalen beschermen. Zo zorgen we ervoor e september 2020 Chemie Magazine 33


‘Onze producten concurreren op hoog niveau met die van grote multinationals, daar ben ik echt tros op’ NAAM Collin Balemans. LEEFTIJD 30 jaar. WOONPLAATS Oud Gastel HUWELIJKSE STAAT Samenwonend. KINDEREN Geen. OPLEIDINGEN Master Chemistry, communication and science based business (Universiteit Leiden, 2012-2014), bachelor Molecular Science & Technology (Technische Universiteit Delft en Universiteit Leiden, 20092012), vwo (Norbertus College in Roosendaal, 20032009). NEVENACTIVITEITEN Collin is vrijwilliger bij ‘t Veerke, een sportwerkgroep die bijvoorbeeld triatlons en hardloopwedstrijden organiseert. Hij helpt dan met het klaarzetten van spullen of door op de motor voorop te rijden. “Mijn vader is daar penningmeester, dus ik ben daar van kinds af aan in opgegroeid.” WERKGEVERS International process & sales engineer bij AD International (2018-heden), process & sales engineer bij AD International (2015-2018), technical & sales support bij AD International (2014-2015), stage bedrijfskunde bij Tebodin (2014), student-assistent bij Universiteit Leiden (2013).

dat producten van metaal langer meegaan, de wereld zijn kleur behoudt en er minder snel roest ontstaat. Ik was zelf ook zo’n Willie Wortel, maar nu niet meer. Ik zorg ervoor dat wat zij uitvinden goed toegepast kan worden door onze klanten. Ik geef tips en help hen om onze producten veilig te gebruiken. Bovendien train ik mensen zodat ze dat ook zonder mij kunnen. Veilig gebruik is heel belangrijk in mijn voorlichting.

3

Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Ik was altijd al geïnteresseerd in hoe dingen werken. Op het vwo vond ik de scheikunde34 Chemie Magazine september 2020

proefjes, en dan met name de heftige reacties, altijd interessant. Ik koos daarna voor Molecular Science and Technology, een relatief nieuwe studie die de procestechniek van de TU Delft combineert met de chemie van de Universiteit Leiden. Dat was een zeer goede keuze. De vakken spraken me aan en het sparren met professoren en postdocs daagde me uit. Ik had uiteindelijk bij meerdere afdelingen kunnen promoveren, maar dat heb ik juist niet gedaan. Ik wilde het bedrijfsleven in en mijn kennis leren praktisch toe te passen. Tijdens mijn studie had ik al een bijbaan bij AD International, waar ik productie draaide en in het magazijn werkte. Tijdens mijn scriptie ben ik benaderd door een van de businessmanagers. ‘Hee Collin, deze vacature voor technical sales support, is dat niet wat voor jou?’ Hierdoor ging er een wereld voor me open, want AD bleek in metaaloppervlaktebehandeling een wereldspeler te zijn. Inmiddels ben ik doorgegroeid richting sales, iets dat ik inmiddels wereldwijd doe.

4

Wat zou je je jongere zelf nu adviseren? Ik heb altijd mijn onderbuikgevoel gevolgd en dat heeft altijd goed uitgepakt. Wel had ik vroeger sneller nieuwe projecten naar me toe kunnen trekken. De praktijk heeft me geleerd dat je veel en snel kan leren in het bedrijfsleven door daadwerkelijk actie te ondernemen, kansen te benutten en fouten te maken. Die les geef ik ook altijd aan iedereen mee. Trek projecten vooruit, help mensen, ga niet in de afwachtende modus zitten. Ik had mezelf tijdens mijn studie ook wat vaker een schop onder mijn kont moeten geven. Dan had ik wellicht nog meer kennis verworven. Pas tijdens mijn master, toen alle kennis meer toegepast werd, begon ik het écht interessant te vinden en haalde ik heel hoge cijfers.

5

Wat levert je werk je op? Ik kom met veel verschillende mensen en bijbehorende culturen van over de hele wereld in contact. Ik ben een nuchtere Nederlander en had mij voor deze baan hier nog nooit zo in verdiept, dus er ging een hele wereld voor me open. Ik heb bijvoorbeeld geleerd dat er heel verschillende manieren zijn om mensen uitleg te geven en te overtuigen, zonder dat ik onbeleefd of – als typische Nederlander – te direct overkom. In sommige culturen is het belangrijk dat ik strikt en duidelijk ben omdat ze keuzes niet fijn vinden, terwijl bij andere smalltalk en elkaar leren kennen weer heel belangrijk zijn. Mijn werk levert me ook flexibiliteit op. Ik werk wanneer ik wil, ook omdat ik met zoveel tijdzones te maken heb. Het is altijd wel ergens ter wereld 9 tot 5. In het begin vond ik dat nog stressvol. Was er iets aan de hand bij een klant, dan dacht ik dat ik dat direct moest oplossen. Inmiddels ben ik ervaren genoeg om te weten wat ik kan verwachten. Ik verdien ruim boven het modale inkomen. Dat is fijn, want ik ben bezig mijn eigen huis te bouwen. Ik zie dat salaris ook als een waardering voor mijn werk van de directie. Maar ik ben vooral blij dat ik zelf mag kiezen waar ik potentie in zie, zoals in marktsegmenten of de rol die ik wil vervullen. Ik heb bijvoorbeeld veel contact in Marokko, dan is het handig als ik ook Frans spreek. Daarom heb ik een week opgesloten gezeten in een klooster van een Frans taalinstituut.

6

Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Ik vind het heel gaaf dat ik mijn sterke punten in chemie, strategie en inzicht in praktische business weet te combineren. Daarmee kan ik het bedrijf naar een hoger niveau tillen. Met mijn afde-


Human capital Collin Balemans: ‘Ik had kunnen promoveren, maar ik wilde het bedrijfsleven in en mijn kennis leren praktisch toe te passen.’

ling heb ik vorig jaar bijvoorbeeld de wereldwijde markt compleet in kaart gebracht. Enerzijds keken we waar onze sterke kanten liggen en hoe wij ons willen profileren, anderzijds waar de marktvraag de komende jaren ligt. Met die twee zaken in gedachten hebben we de werelddelen en segmenten uitgezocht waarin we potentiële distributeurs benaderen. Zij kunnen samen met ons de wereld veroveren zodra er na de lockdown weer gereisd mag worden.

7

Als je iets zou mogen veranderen aan je baan, wat zou dat zijn? We zitten nu met een man of drie op mijn afdeling. Ik zou het fijn vinden om met een groter team aan de slag te kunnen. Daar werken we ook naartoe, want we krijgen veel nieuwe, grote klanten waarmee we partnerships voor de langere termijn aangaan. Ik wil als mentor graag die nieuwe collega’s trainen en begeleiden. Ook wil ik graag als manager een strategie uitrollen binnen de organisatie.

8

Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Uit nieuwsgierigheid ben ik benieuwd hoe het eraan toegaat binnen een multinational, zoals DSM of AkzoNobel. Ik denk dat ik daar sneller door kan stromen in mijn persoonlijke groei en ontwikkeling. Ik wil gewoon altijd geprikkeld en uitgedaagd worden. Nu zoek ik dat zelf op, maar ik wil graag weten wat er gebeurt als dat gestimuleerd wordt. Maar die interesse is ook weer niet zo groot dat ik op korte termijn vertrek bij AD. Een baan als businessconsultant lijkt me ook interessant. Ik wil graag bedrijven helpen om hun doelen te verwezenlijken. Dat kan ik doen door mijn ervaring met verschillende culturen, bedrijfsstructuren en chemische kennis. Ik heb ook weleens nagedacht over het starten van een eigen onderneming. Wat het ook wordt, ik weet van mezelf dat ik altijd weer op zoek ga naar een nieuwe uitdaging. Hoe kan ik mijn prestaties, het proces en het team verbeteren? Er zit een continue drive voor optimalisatie en prestatie in mij. p

?

WIE IS COLIN NAAST ZIJN WERK?

Collin heeft een Yamaha Thundercat, een racemodelmotor van 600 cc (“een redelijk oud beestje, maar hij doet het nog goed”). “Ik rijd de laatste tijd random rond, om inspiratie op te doen voor het huis dat ik wil neerzetten.” Daarnaast leert Collin snowboarden: “Ik kan inmiddels redelijk slalommend van een indoorpiste af komen, zonder dat ik continu als een schildpad op de grond lig.” Zijn fascinatie voor scheikunde is terug te vinden in zijn liefde voor vuurwerkshows. “Daarvoor ga ik soms naar Valencia, daar heb je een aantal mooie. Ik ben al sinds mijn jeugd geïnteresseerd in hoe die chemie werkt.” september 2020 Chemie Magazine 35


IN HET KORT o Nedmag wil in 2035 onafhankelijk zijn van fossiele grondstoffen. o Groene waterstof ziet het als een goede optie voor het eigen productieproces. o De overheid moet de transitie naar waterstof volgens directeur Bruning stimuleren.

NEDMAG ZET CONCRETE STAPPEN NAAR VERDUURZAMING

‘MET ALLEEN EROVER PRATEN KOMEN WE ER NIET’ Nedmag wil in 2035 onafhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Het bedrijf in Veendam ziet voor de eigen processen waterstof als de meest kansrijke energiebron. De verwachting is dat eind 2020 een van de installaties al daarop kan draaien. Tekst: Igor Znidarsic

T

ussen de industrieclusters van Delfzijl en Emmen ligt een gebied dat ook de nodige industrie herbergt, waaronder Avebe (aardappelen), Smurfitt Kappa (karton), Solidus (idem),The Beet Company (suikerbieten), NEG (glasvezels, voormalig PPG), Strating (steen), Kisuma (magnesiumverbindingen) en Nedmag (magnesiumzout). Net als de bedrijven in de twee industrieclusters moeten ook deze, vaak energie-intensieve, bedrijven aan de met de overheid afgesproken duurzaamheidsdoelstellingen voldoen. “De bedrijven in Delfzijl en Emmen zitten dicht bij elkaar op één terrein en kunnen het energievraagstuk op dezelfde manier aanpakken, met gedeelde warmteleidingen en warmtenetten en dergelijke. Wij zitten echter verspreid in een relatief groot gebied”, zegt Bert Jan Bruning, directeur

36 Chemie Magazine september 2020

van Nedmag in Veendam, dat hoogwaardige DBM (Dead-Burned Magnesia), magnesiumhydroxide en calciumchloride produceert. Om te kijken of ze de energietransitie toch gezamenlijk kunnen aanpakken, hebben deze bedrijven daarom de koppen bij elkaar gestoken. “We hebben allemaal geïnvesteerd in de optimalisatie van onze processen, maar daar zit een keer een einde aan, en dan moet je grotere stappen gaan zetten of overstappen op andere soorten energie”, aldus Bruning. “En dat kan het beste gezamenlijk.” Er werden veel raakvlakken en mogelijkheden tot samenwerking gevonden, zowel bij de grote als bij de mkb-bedrijven. Zo kan er samengewerkt worden op het gebied van biogas, uit restbiomassa van bedrijven als Avebe en The Beet Company. Ook blijkt er veel infrastructuur in het gebied aanwezig, zoals afvalwatersystemen en gasleidingen, die wel-

licht een toekomstige waterstofsamenwerking mogelijk maken.

Biomassa

Nedmag gebruikt momenteel op kleine schaal groen gas, al ziet Bruning dit vooral als een tussenoplossing. “Nu krijgen bedrijven die biogas produceren subsidie, maar je weet niet of dat zo blijft. Plus je blijft CO2 uitstoten, ook al is die niet fossiel. Ook is het de vraag of de grote hoeveelheden die wij in de regio nodig hebben opgewekt kunnen worden. Daarnaast is er een discussie over stikstof. Men praat over halvering van de veestapel, en de vraag is of er dan nog voldoende biogas uit dierlijke mest beschikbaar blijft. Daarnaast bevat biomassa, met name hout, suikers waar je bioplastics van kan maken. Als ik de maatschappelijke discussie over biomassa beluister, dan geloof ik niet dat de maatschappij


Waterstof

Nedmag langs de N33 in Veendam.

‘Voor de industrie als de onze, met hogere temperaturen, is waterstof een goede optie’ dit op de lange termijn blijft omarmen. In de toekomst zullen subsidies naar andere, schonere energiebronnen gaan.” De oplossing voor Nedmag ligt volgens Bruning ook niet in elektrificatie. “Onze processen vereisen hoge temperaturen, tot 2200 graden, die nu bereikt worden met hoogcalorisch gas uit Noorwegen. Dat proces kun je niet elektrificeren. Elektrificatie is ook relatief duur, omdat je nieuwe technologieën moet ontwikkelen en nieuwe infrastructuur

moet aanleggen, boven- of ondergronds.”

Pilot

De uiteindelijke oplossing ligt in waterstof. “Onze ambitie is om in 2035 onafhankelijk te zijn van fossiele grondstoffen en in 2050 CO2neutraal te zijn. Voor de industrie als de onze, met hogere temperaturen, is waterstof dan een goede optie.” Gelegen naast de vorig jaar door koning Willem-Alexander geopende groene waterstofconver- e

FOTO: NEDMAG

NEDMAG

In Veendam wint Nedmag magnesiumchloride (magnesiumzout) uit een zoutlaag en zet dit met behulp van dolime om in magnesiumhydroxide. Met deze magnesiumhydroxide wordt doodgebrande magnesium (DBM) gemaakt. Vanwege de hoge dichtheid wordt dit toegepast in de bekleding van ovens voor het maken van cement en staal. Een andere toepassing van magnesiumhydroxide is de ontzwaveling van rookgassen van onder meer de scheepvaart. De zuivere grondstof magnesiumchloride is onder meer geschikt om fosfaat en stikstof in mest te binden. Er loopt momenteel een onderzoek naar wat voor impact dit kan hebben op het reduceren van emissies. Vanwege de hoge zuiverheid van het magnesiumzout dat uit de Groninger bodem komt, zou deze ook toegepast kunnen worden in de foodbranche, bijvoorbeeld als vervanger van natriumchloride (keukenzout) en als aanvulling voor het magnesiumtekort in de voeding. Het tijdens de productie vrijkomende calciumchloride is waardevol als hulpstof bij de productie van kaas en bier. Magnesiumchloride wordt geleverd aan de wellnesssector, voor cosmetische en medische toepassingen. De producten worden geleverd aan 100 landen, waaronder in Europa, Azië, Noord-Amerika en het Midden-Oosten. Er werken direct 150 mensen.

september 2020 Chemie Magazine 37


Nedmag wil in 2035 onafhankelijk zijn van fossiele brandstoffen.

‘Zoals de overheid afspraken heeft gemaakt over verduurzaming van kolencentrales, zou ze ook naar waterstof kunnen kijken’ sie-installatie HyStock, gaat Nedmag daarom al op kleine schaal beginnen met de inzet van waterstof. Het doel van de pilot, die onderdeel is van een groter onderzoeksproject, is een verbrandingsproces ontwikkelen waarbij op elk moment aardgas en waterstof in iedere gewenste verhouding kan worden verbrand. Eind dit jaar verwacht Nedmag dat de praktijktesten geslaagd zijn en dat de installatie kan draaien op waterstof. Hoewel (groene) waterstof de toekomst lijkt in Noord-Nederland, zal de beschikbaarheid de komende jaren nog een bottleneck zijn, verwacht Bruning. “Het gaat tijd kosten 38 Chemie Magazine september 2020

voor er voldoende waterstof beschikbaar is, maar we hebben besloten daar niet op te wachten en nu al aan de slag te gaan, kleinschalig.” Hoewel het technisch geen ingewikkelde operatie is, duurt het proces toch lang vanwege de nodige certificeringen. “Waterstof ruik je niet, je ziet de vlam niet, de eisen met name op het gebied van veiligheid zijn anders. Daarvoor zijn er nieuwe systemen nodig.”

Leerschool

Bruning ziet het project als een goede leerschool. “Voor als we het straks verder gaan uitbouwen. Op deze manier zijn we alvast bezig, en kunnen we een versnelling van de kennisopbouw maken op allerlei gebieden – technologie, veiligheid, onderhoud, onderwijs – en de opgedane kennis delen met andere bedrijven. En op deze manier zijn we ook gesprekspartner voor de overheid. Er zijn allerlei zaken waar je tegenaan loopt, zoals wetgeving en lokale vergunningen. Het voordeel van deze regio is dat het een gemeenschap is waar iedereen elkaar kent, zowel bestuurlijk als

qua industrie. En we hebben de ingangen bij de Noord-Nederlandse Energietafel, voorzitter Cas König heeft rechtstreekse contacten in het Haagse. We laten zo zien dat niet alleen de industrie in Delfzijl en in Emmen, maar ook in MiddenGroningen zich aansluit bij de versnelling hier in het Noorden op het gebied van verduurzaming en waterstof.” Probleem is nog wel dat de gasprijs momenteel extreem laag is, wat alternatieven onrendabel maakt. “Er moet groene waterstof beschikbaar zijn, maar dan is er bij de overstap ook nog een kostenvraagstuk. De technologie komt er, bedrijven willen graag, maar je zal het ook hierover moeten hebben. Zoals de overheid afspraken heeft gemaakt over verduurzaming van de kolencentrales, zou de overheid ook naar waterstof kunnen kijken. Met andere woorden: hoe ga je ervoor zorgen dat net als bij elektrische auto’s, waarbij gestimuleerd wordt dat ze op de weg komen, hetzelfde ook voor waterstof gebeurt? Want met alleen erover praten komen we er niet.” p


NIEUW Toxic® e-learning voor de werkvloer Veilig werken met gevaarlijke stoffen Toxic.nl Uw partner bij veilig werken met chemische producten

g de a a r V aan! o m de gang e o t ct Dire

Dit nieuwe e-learning platform: • bevat korte interactieve modules en is dus praktisch in gebruik; • toont via animaties op ongedwongen wijze herkenbare situaties; • laat niet alleen zien hoe je veilig handelt, maar ook waarom het belangrijk is.

Vraag de demo aan op Toxic.nl/bewustleren


IN HET KORT o ICL gaat fosfaathoudende reststoffen inzetten als bron bij het maken van fosfaatmeststoffen. o Het fosfaat komt uit zuiveringsslib van de waterschappen en beendermeel van slachterijen. o ICL zet zo een belangrijke stap naar een volledige fosfaatkringloop. De circulaire meststof op basis van fosfaat uit vliegas van zuiveringsslib en beendermeel voldoet aan de wet- en regelgeving.

FOTO: ICL

ICL STAP DICHTER BIJ SLUITEN FOSFAATKRINGLOOP

40 Chemie Magazine september 2020

CIRCULAIRE KUNSTMEST UIT ZUIVERINGSSLIB


Circulair

‘Wij kunnen in 2030, maar wie weet ook al volgend jaar, een product maken dat volledig is gebaseerd op herwonnen fosfaat’

Meststoffenproducent ICL in Amsterdam is weer een stap dichter bij het sluiten van de fosfaatkringloop. De technische problemen om fosfaatresthoudende stoffen in te zetten als bron voor de productie van fosfaatmeststoffen zijn nagenoeg opgelost. “De komende maanden kunnen we grotere hoeveelheden fosfaatresthoudende meststoffen gebruiken in het proces”, verwacht Anthony Zanelli, vice president ICL Fosfaat Operaties Europa. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

I

CL opende in maart vorig jaar een nieuwe installatie in Amsterdam. Doel was om hier op grote schaal fosfaatreststoffen uit assen van zuiveringsslib en assen van beendermeel te gaan verwerken. Daar is het nog niet van gekomen. Technische problemen gooiden roet in het eten. “Die hebben we eerst moeten oplossen”, zegt Anthony Zanelli, vice president ICL Fosfaat Operaties Europa. Zo waren er problemen met de silo waarin assen uit beendermeel en zuiveringsslib zijn opgeslagen. Vooral de assen uit beendermeel bleven in de silo aan elkaar kleven. ICL koopt het beendermeel, afkomstig van slachterijen, in bij verschillende toeleveranciers. De kwaliteit is, in tegenstelling tot zuiveringsslib, niet altijd even uniform. “Daarom kozen wij ervoor om ons nu vooral op zuiveringsslib te richten. Wij zijn er ook in geslaagd om de problemen met het meng- en doseringssysteem om fosfaatresthoudende reststoffen in het proces toe te voegen op te lossen.”

Overeenkomst

ICL tekende in juli vorig jaar een overeenkomst met rioolzuiverings-

slibverwerkers SNB en HVC. Samen gaan ze 10 miljoen kilo fosfaatrijke vliegas leveren uit de slibverbrandinginstallaties in Moerdijk en Utrecht. Het slib komt van de waterschappen. Zij produceren jaarlijks ongeveer 1,3 miljoen ton zuiveringsslib, maar het kost steeds meer moeite om het slib kwijt te raken. Nederland heeft te weinig verwerkingscapaciteit en export naar Duitsland is ook niet meer mogelijk. Bovendien komen de zogeheten Energie- en Grondstoffenfabrieken van de waterschappen, die uit het zuiveringsslib onder meer biogas opwekken, maar langzaam van de grond. SNB en HVC hadden een overeenkomst met het bedrijf Ecophos om fosfaat uit het vliegas te halen, maar het bedrijf ging het afgelopen jaar failliet. Daarom verbranden de verwerkers het zuiveringsslib zelf. Afhankelijk van het soort zuiveringsslib blijft er 18 tot 22 procent fosfaat over uit het vliegas dat ICL kan bijmengen in het productieproces om meststoffen te maken. Vooralsnog mikt ICL op een bijmengpercentage van 5 tot 10 procent. Het fosfaat heeft volgens Zanelli weinig waarde. Het is gebonden aan

andere metalen en een plant kan er niets mee. “Wij zetten het in ons proces om in een fosfaatverbinding die oplosbaar is, zodat een plant het wel kan opnemen als voedingsstof. Zanelli verwacht dat de productie de komende maanden van start kan gaan. “Wij kunnen in 2030, maar wie weet ook al volgend jaar, een product maken dat volledig is gebaseerd op herwonnen fosfaat. Technisch moet het mogelijk zijn. Dat hebben we op labschaal al aangetoond.”

Concurrerend

Kan het product concurreren met de variant op basis van fosfaat uit erts in de fosfaatmijnen? “Dat is afhankelijk van de vraag uit de markt en de behoefte van de klant”, benadrukt Zanelli. “Ik verwacht dat bepaalde afnemers graag iets meer willen betalen voor het ecoproduct. In tegenstelling tot andere producenten richten we ons niet op enorme volumes van één product, zoals andere kunstmestbedrijven, maar hebben een breed portfolio met tientallen producten voor bepaalde nichemarkten.” Zanelli geeft een voorbeeld. “De PKpluS is een zwavelrijke meststof met een behoorlijke dosis fosfaat e september 2020 Chemie Magazine 41


ICL bevindt zich aan de Fosfaatweg in het Westelijk Havengebied van Amsterdam.

‘We leggen momenteel de laatste hand aan het REACH-dossier’ ZONDER FOSFAAT GEEN PLANTENGROEI

Planten kunnen niet groeien zonder fosfaat. P2O5 speelt een belangrijke rol bij de groei en de (jeugd) ontwikkeling van de plant. Het is volgens Meststoffen Nederland, de belangenorganisatie van de meststoffensector in Nederland waar ICL ook lid van is, nodig voor de vorming van bepaalde eiwitten en andere organische stoffen. Daarnaast is fosfaat essentieel voor processen als ademhaling en fotosynthese van de plant, de opname van voedingsstoffen en water en goede wortelgroei. “In Nederland hebben we veel te veel dierlijke mest”, zegt Zanelli. “Maar in andere EUlanden, zoals Frankrijk, Duitsland en Polen, is dat niet het geval. Daar is extra bemesting nodig met fosfaatmeststoffen. En vergeet ook niet dat veevoer wordt gemaakt met behulp van meststoffen. Kortom: zonder meststoffen is er niet genoeg voedsel voor de groeiende wereldbevolking.” 42 Chemie Magazine september 2020

en kalium. Binnen de EU is hier veel behoefte aan. Vroeger was zwavel overal aanwezig in de bodem, maar sinds het 10 jaar geleden om milieuredenen uit benzine is gehaald, komt het via de lucht niet meer in de bodem en neemt de zwavelbehoefte van de landbouw toe. Zwavel is dus steeds belangrijker en daar spelen wij met onze producten op in.” De nieuwe meststof op basis van fosfaat uit het vliegas van zuiveringsslib en beendermeel voldoet aan de wet- en regelgeving. “We leggen momenteel de laatste hand aan het dossier dat we voor de Europese stoffenwetgeving REACH moeten maken. Binnen een paar maanden verwachten we de goedkeuring van het Europees Agentschap voor chemische stoffen. Dan kunnen we de markt op. Hoe groter de vraag, hoe meer we kunnen produceren.”

Kleinere batches

ICL onderscheidt zich volgens hem van andere kunstmestproducenten

door de mogelijkheid om jaarlijks driehonderd batches te draaien. “De meeste andere producenten maken maar één soort kunstmest, die voornamelijk is gebaseerd op stikstof. Wij maken jaarlijks tientallen verschillende producten, waarmee we specifiek op de behoefte van onze klanten kunnen inspelen.” ICL is nog een van de weinige bedrijven in Europa die fosfaat voor de kunstmestproductie gebruiken. Alleen in Frankrijk, Spanje en Portugal zitten nog een paar vergelijkbare spelers. Dat komt volgens Zanelli omdat ICL niet alleen al langer verticaal is geïntegreerd, maar ook door de gunstige ligging aan de haven in Amsterdam. “Een vergelijkbaar bedrijf in het binnenland zou veel te veel geld kwijt zijn aan de transportkosten. Wij kunnen onze grondstoffen en meststoffen eenvoudig en kostenefficiënt aanen afvoeren. Bovendien heeft ICL zelf mijnen waar het fosfaat en kalium wint.” p


Geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE

5 emissiebeperkende maatregelen voor de procesindustrie Oplossingen en technologieën voor het realiseren van toelaatbare concentraties Verontreinigende stoffen zijn helaas overal te vinden in de geïndustrialiseerde wereld en kunnen schadelijk zijn voor mens en milieu, maar ook materiële schade veroorzaken. Emissiebeheersing is mede daardoor een mijlpaal in de wereldwijde milieubescherming voor mens en dier en voor de aarde zelf.

Lees de 5 oplossingen door de QR-code te scannen!

Mede door de steeds striktere wet- en regelgeving zijn bedrijven op zoek naar oplossingen en hoogwaardige reinigingstechnologieën om de concentratie van verontreinigende stoffen te reduceren. GEA Nederland, +31 570 66 33 66 gea.com/nederland

Ga naar www.vnci.nl/chemie-magazine en kies voor print of digitaal


Standaard en maatwerk oplossingen voor

GAS EN VLOEISTOF FLOW METING EN DOSERING Vloeistof van 100 mg/uur tot 600 kg/uur Gas van 1 mln/min tot 11.000 m³n/uur Druk meten en regelen tot 400 bar PROFIBUS DP, DeviceNet™, Modbus, EtherCAT®, FLOW-BUS, PROFINET en nu ook CANopen™ interface Diverse uitvoeringen voor ATEX zone 1 of 2 beschikbaar

I www.bronkhorst.nl - E info@bronkhorst.nl

PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen Ons programma bestaat uit: · Veiligheidskasten · Brandcompartimenten betreedbaar · Brandcompartimenten tbv IBC’s en pallets · Gasflessenopslagsystemen · Opslag- en laadstations tbv lithium-ion batterijen · Prefab technische ruimten

Verkoop en Verhuur

40 JAAR EXPERTISE

www.hiltra.com

info@hiltra.com - 0342-404160


Cluster

VLAANDEREN, NEDERLAND EN NOORDRIJN-WESTFALEN PRESENTEREN TOEKOMSTVISIE CHEMIE

WIEBES: ‘WIJ KUNNEN DE VOLGENDE INDUSTRIËLE REVOLUTIE INITIËREN’

V

laanderen, Nederland en NoordrijnWestfalen startten drie jaar geleden een trilaterale strategie voor de chemische industrie. In deze grensoverschrijdende samenwerking ontwikkelen overheid, industrie, de academische wereld en de brancheverenigingen essenscia, Koninklijke VNCI en VCI NRW een duurzame toekomstvisie voor de chemiesector. “Het doel is helder, en ik ondersteun het”, zei minister Wiebes van EZK. “Wij hebben in deze gezamenlijke cluster de kennis en de skills en de condities. Wij kunnen de volgende industriële revolutie initiëren.” Tijdens het event, met 130 deelnemers,

Chemische industrie in de haven van Antwerpen.

werd ingezoomd op de verrichtingen van de werkgroepen Infrastructuur, Energie en Feedstock en Innovatie. Op het gebied van infrastructuur is vooral van belang de verdere ontwikkeling van een grensoverschrijdend en modern pijpleidingennetwerk (voor lpg, propyleen, CO2 en waterstof), wat echter forse investeringen vergt en vaak stuit op complexe plannings- en goedkeuringsprocedures. De trilaterale strategie heeft al acht grote chemiebedrijven en de havens van Antwerpen en Rotterdam samengebracht op basis van een Letter of Intent over de toekomstige pijpleidinginfrastructuur in de regio. “De pijpleidingen worden een grote game changer”, zei Daniela Kampmann van BP. Ook hoog op de agenda staan investeringen in recyclinginfrastructuur en energienetwerken voor opslag en transport van koolstofarme energie.

Radicaal hervormen

Op het gebied van innovatie is de grote uitdaging om milieuvriendelijke technologieën uit te vinden en op te schalen om de industriële processen in een beperkte tijdspanne van enkele decennia radicaal te hervormen. Drie dingen zijn hiervoor essentieel: voldoende hoge innovatiebudgetten, financiële steun en publiek-private

FOTO: SHUT TERSTOCK

Investeer in energie-, recycling- en leidinginfrastructuur en innoveer met groenere productieprocessen en grensverleggende pilotinstallaties. De chemiesector in Vlaanderen, Nederland en NoordrijnWestfalen – het kloppend hart van de West-Europese chemische industrie – moet hiermee de motor worden van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. In een online-event over deze trilaterale strategie, met deelname van de drie ministers, werden op 9 september de prioriteiten geschetst. Tekst: Igor Znidarsic

investeringen in risicovolle pilot- en demonstratie-installaties. Walter Vermeiren van Total wees op het grote belang van het project ‘Cracker of the future’, met een geplande demo in 2025 en in 2030 de eerste elektrische kraker. Bert Kip van Brightlands Chemelot Campus benadrukte de belangrijke rol van de grote bedrijven in de transitie. “Zij zullen het verschil maken.” De trilaterale strategie bevat ook aanbevelingen voor het energiebeleid. Veelbelovende technologieën zoals het afvangen van CO2 voor opslag of hergebruik worden nog te veel tegengehouden door Europese regelgeving. “Wetgeving moet innovatie mogelijk maken”, zei Els Brouwers van essenscia. “ETS is nu niet geschikt voor CCU, en afgevangen CO2 zou als vermeden CO2 moeten worden gezien.” De huidige herziening van het ETS-systeem biedt hierin een kans. Daarnaast moet de beschikbaarheid van overvloedige, zekere en concurrerende koolstofarme energie centraal komen te staan. “Met pijpleidingen moeten we niet alleen focussen op korte termijn maar ook op de lange termijn voor waterstof en CO2”, zei Wiebes tot slot, en benadrukte nogmaals het belang van een actieve rol van de industrie en de overheden. “Daarbij moet de snelheid met minstens één versnelling omhoog.” Greet van Eetvelde van Ineos vulde aan: “Maar we moeten het wel realistisch houden, stabiel, down to earth en stap voor stap. We moeten wel wereldwijd competitief blijven.” p

Met meer dan 350.000 banen en een omzet van 180 miljard euro is de chemische industrie in Vlaanderen, Nederland en Noordrijn-Westfalen een van de belangrijkste chemieclusters ter wereld. september 2020 Chemie Magazine 45


Team Sunweb wordt tijdens de Tour de France beschermd door een wielertrui met Dyneema-vezel, die de renners beschermt tegen schaven bij snelheden tot 60 kilometer per uur. De Tour de France kende de afgelopen jaren gemiddeld 1,5 valpartijen per etappe, terwijl valpartijen in eendaagse klassiekers nog vaker voorkomen. Fietsshirts bieden renners bescherming van een groot deel van het lichaam, terwijl vocht naar het oppervlak wordt getransporteerd. Fietsshirts gemaakt van conventionele materialen bieden echter beperkte bescherming. Daar is nu verandering in gekomen. DSM Dyneema, Craft Sportswear en Team Sunweb hebben een shirt ontwikkeld met een verhoging van de slijtvastheid zonder afbreuk te doen aan het comfort of het lage gewicht. Het is de nieuwste oplossing voor beschermende fietskleding, na de lancering van de beschermende koersbroek (2015) en de beschermende basislaag (2019). In combinatie met de basislaag biedt de nieuwe trui met Dyneemavezel, die 15 keer sterker is dan staal op gewichtsbasis, bescherming tegen schuren tot 60 kilometer per uur, een snelheid waarmee professionele wielrenners 95 procent van de racetijd in een typische etappe doorbrengen, en vermindert ook de ernst van open wonden bij nog hogere snelheden. De fietstrui is gemaakt van biobased Dyneema-vezel, die dezelfde prestaties biedt als conventionele Dyneema maar een ecologische voetafdruk heeft die 90 procent lager is. De Dyneema-vezel wordt al meer dan 30 jaar gebruikt om werknemers in sectoren met een hoge inzet te beschermen. p

46 Chemie Magazine september 2020


FOTO: DSM PROTECTIVE MATERIAL S

Uitgelicht

september 2020 Chemie Magazine 47


Leading the way

Voor transport en distributie van gevaarlijke stoffen in bulk t. +31 (0) 15 213 59 11

4807338-LEE-Adv A5-v2.indd 1

Veilig werken met VAPRO

â—†

e. leebv@vanderlee.nl

â—†

i. www.vanderlee.nl

23-07-18 11:59

VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.

Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl

VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES

11/01/17 09:36


Wetgeving

De vier verbeteringen van de Omgevingswet.

OMGEVINGSWET INTEGREERT ALLE REGELS OVER FYSIEKE LEEFOMGEVING

PARTICIPATIE ALS STIMULANS Niet alleen de coronacrisis en het klimaatakkoord hebben een grote impact op de (chemische) industrie, ook het in werking treden van de Omgevingswet op 1 januari 2022 zal niet zonder gevolgen zijn. Nieuw hierin is dat bedrijven bij een vergunningaanvraag moeten aangeven of zij aan participatie hebben gedaan. Tekst: Jos Roosen

I

n de Omgevingswet komen alle huidige regels over de fysieke leefomgeving samen. 26 wetten op het gebied van onder meer milieu, geluid, water, natuur, bodembescherming en ruimtelijke ordening worden geïntegreerd, waarbij de uitgangspunten, normen en begrippen in elkaar worden geweven. Een nieuw element is dat een bedrijf bij een aanvraag voor een (wijzigings)vergunning aan moet geven of burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de aanvraag zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn (artikel 7.4 Omgevingsregeling). Nu wordt wel gepubliceerd dát er een aanvraag is ingediend, maar derden worden er door de vergunningverlener pas later bij betrokken. Bij de uitgebreide procedure is dat bij de publicatie van de ontwerpvergunning, bij de korte procedure neemt het bevoegd eerst een besluit en legt het dan pas voor. Die betrokkenheid wordt in de Omgevingswet naar voren gehaald: al bij het indienen van een aanvraag moet het bedrijf aangeven of hij aan participatie heeft gedaan, dus derden erbij heeft betrokken.

Er kan ‘ja’ of ‘nee’ aangevinkt worden (aanvinken is verplicht). Participatie is dus niet verplicht. De vraag of er aan participatie is gedaan is bedoeld als stimulans, omdat vroegtijdige betrokkenheid kan helpen om het draagvlak te vergroten. Als een bedrijf geen reden ziet voor de participatie kan hij dus ‘nee’ aanvinken. Dat is dan op zich geen reden om de vergunning te weigeren. Bij het vervangen van een fietsenstalling bijvoorbeeld zal participatie mogelijk minder urgent zijn dan bij het aanpassen van een installatie met als gevolg meer omgevingsgeluid.

Beoordeling

De informatie is naast aandachtspunt voor bedrijven ook bedoeld voor de vergunningverlener. Die kan de informatie gebruiken bij de beoordeling of er voldoende gegevens zijn om op de aanvraag te beslissen. Het is daarmee een van de stukjes informatie die meetellen bij het nemen van een besluit over de aanvraag. De vraag of aan participatie is gedaan geldt voor alle omgevingsvergunningen. Als niet aan participatie is gedaan, kan het bevoegd gezag altijd zelf nog actie organiseren of zelf gaan kijken met belanghebbenden. Wellicht wordt de vraag over de participatie een punt dat bij het vooroverleg aan de orde gaat komen. Deze participatie is op nationaal niveau uitputtend geregeld. Decentrale overheden kunnen geen aanvullende regels stellen, en dus geen eisen stellen hoe zij de participatie graag uitgevoerd zien. Het proces is vormvrij, het is de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer om een adequate

vorm te kiezen. Omdat de locatie, de aard van het project en de betrokkenen elke keer anders zijn, is bij iedere kwestie maatwerk nodig. Daarom wordt niet van bovenaf voorgeschreven hoe het moet gebeuren. Wel kan gebruikgemaakt worden van de vele voorbeelden en ervaringen via https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/ participatieomgevingswet. Voor overheden bestaat participatie overigens al langer, bijvoorbeeld voor voorontwerpen van bestemmingsplannen. Voor bedrijven is verplicht denken over participatie bij vergunningaanvragen nieuw vanaf 1 januari 2022. p

MER EN SIA

Los van de Omgevingswet moeten bij complexe grote projecten, bijvoorbeeld de aanleg van een vliegveld, de mogelijke gevolgen voor mens en milieu vaak van tevoren in beeld worden gebracht. De procedures rond deze milieueffectrapportage (mer) voorzien ook in betrokkenheid en inspraak. Daarnaast wordt voor grote projecten op internationaal niveau ook wel gewerkt met het Social Impact Assessment (SIA), bijvoorbeeld door de Wereldbank, die op basis hiervan financieringen verstrekt. Hierbij kijkt men vooral naar sociaal-economische risico’s en effecten. Initiatiefnemers moeten onder meer alle mogelijke belanghebbenden identificeren. september 2020 Chemie Magazine 49


COL OFON Chemie Magazine is het maandblad

VNCI NIEUWS

van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 06 284 730 51 E redactie@vnci.nl

Medewerkers Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Inge Janse, Klaartje Jaspers, Erik te Roller, Marga van Zundert

Vormgeving

ZOMERPODCAST VNCI #2

In de tweede aflevering van de VNCI Zomerpodcast gaat Vicky Hendriks, woordvoerder Koninklijke VNCI, in gesprek met Marina Boersma en Jessica Münch, beiden werkzaam bij DSM en ambassadeurs voor de campagne Women in Chemistry. Een gesprek over de uitdagingen, kansen en voordelen om als vrouw te kiezen voor een carrière in de chemie. Hoe ervaren Jessica en Marina het om als vrouw te werken in een mannenwereld? Is het een sector waar ze altijd al wilden werken? En wat zijn nou eigenlijk de grote pluspunten van werken bij een chemiebedrijf? Deze ambassadeurs vertellen je in 30 minuten hun persoonlijke verhaal.

Curve Mags and More, Haarlem

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

Druk Impressed, Pijnacker

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via stb@vnci.nl. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 06 284 730 51.

Overname

CAMPAGNE ‘WIJ ZIJN CHEMIE’

Geef een digitaal gastcollege of virtuele tour aan leerlingen van een (middelbare) school bij jou in de buurt. Een introductie van jouw bedrijf en de sector aan de jeugd. De chemische industrie heeft deze nieuwe generatie hard nodig voor de uitdagingen van de toekomst. Daarom organiseert de VNCI samen met C3 in oktober en november de campagne ‘Wij zijn chemie’, een oproep aan scholen en bedrijven om hun stem te laten horen. Het landelijke evenement Weekend van de Wetenschap kan helaas niet doorgaan dit jaar, vandaar dit ‘digitale initiatief’. Aanmelden? Stuur een e-mail naar Vicky Hendriks, hendriks@vnci.nl. Laat weten welke doelgroep jouw voorkeur heeft en welke digitale vormen jouw bedrijf kan bieden. Wij nemen vervolgens contact met je op. Ondersteuning nodig bij de organisatie? Neem dan contact op met Susanne Schoenmacker van C3, sschoenmacker@c3.nl. 50 Chemie Magazine september 2020

Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.

Beelden cover ANP ISSN 1572-2996


Op zoek naar een Toll Manufacturer? Neem contact op met AD Productions

Gespecialiseerd in: Vloeistof/vloeistof mengsels Vloeistof/poeder mengsels ATEX productieruimte ADR klasses: 3, 4.1, 5.1, 6.1, 8 en 9

AD, een betrouwbare partner. Kies voor AD wanneer kwaliteit belangrijk is. is onderdeel van AD International

adinternationalbv.com

Heijningen | Nederland | 0167-52 69 00 |

CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE

tollservices@adinternationalbv.com

www.cls-services.nl

recruitment, selection and secondment in chemistry | pharma | biotech | food | feed

ENGINEER ELECTROCHEMISTRY

TNO SUSTAINABLE PROCESS & ENERGY SYSTEMS - DELFT

TNO Sustainable Process & Energy Systems is working with (renewable) energy and chemistry companies and in a network of international knowledge partners. They focus on transitional topics concerning the use of new feed stock, the use of renewable energy, process and energy efficiency, introduction of circularity and, of course, carbon capture and re-use. They are looking for an M.Sc. in process technology or chemical engineering, with working experience in electrochemistry or electrochemical enigeering and with hands-on experience in voltammetry and preparative electrolysis. You understand the challenges of developing technology that needs to be scaled up. Additionally you are project aware (e.g. the needs for planning, deliverables, budgets and costs) and you are keen on safety related matters. While having excellent interpersonal skills, you can work comfortable and independently in a lab environment. Setting up measurement equipment for tests and performing, analyzing and reporting the experiments. You like working on the development of (pilot) systems that can be demonstrated at the site of the customer. Interested to know more about this position? Then visit www.cls-services.nl?vac=A2000062 for more information.


HOW INDIVIDUAL AND RELIABLE DO YOU WANT YOUR PROCESS SOLUTION?

LET’S TALK Jorden Ringoet, Sales Engineer Belgium Michiel Bakker, Sales Engineer Nederland

We would be pleased to present you personally how individual and reliable the design of your process solution can be - with customised engineering and an extensive series of process gas blowers and compressors made by AERZEN. Innovative technologies and our special quality standards ensure maximum process reliability and sustainable plant availability. With worldwide references for a wide range of gases and applications, the engineering knowledge from over 150 years of experience and a distinctive consulting competence, AERZEN can implement your wishes flexibly and individually. www.aerzen.com

jorden.ringoet@aerzen.com michiel.bakker@aerzen.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.