Chemie Magazine - juli/augustus 2020

Page 1

SDG 8, waardig werk voor iedereen

Rotating packed bedstechnologie onderzocht

Chemie reduceert CO2 via zonnepanelen

Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie

DE KRAKERS VAN DOW TERNEUZEN

‘ONMISBAAR DEEL VAN DE OPLOSSING’

JAARGANG 62 • 07/08 • 25 AUGUSTUS 2020


What clean air!

> 99.9 % combustion rate

WANT TO KEEP THE AIR CLEAN WHEN BURNING OFF YOUR POLLUTANTS? USE OUR UNIQUE MOBILE COMBUSTION SYSTEMS! ENDEGS is the European expert for the mobile, safe and clean degassing of tanks, containers, tank cars, pipelines, ships and suction vehicles. We help you prepare for downtime and maintenance, and offer temporary replacement of VRUs, flares and vapor processing systems. For the safety of your project and your site. Want to learn more? Call ENDEGS at +31 614 5595 37 or visit our website.

ENDEGS Group Noiseless. Professional. Cost-efficient.

0.1 - 50 MW combustion capacity

ZERO VOC EMISSIONS

www.endegs.com


INHOUD 07/08 | 25 augustus | 2020

14

BESTE KRAKER VAN EUROPA STAAT IN TERNEUZEN De drie stoomkrakers van Dow Terneuzen staan aan het begin van een keten met aan het einde onder meer kunststoffen voor allerlei toepassingen. Voor het terugdringen van de CO2-uitstoot ziet technology innovation manager Kees Biesheuvel elektrificatie en circulariteit als de meest toekomstbestendige oplossingen. 1e deel van een serie over de krakers in Nederland.

CHEMIE DRAAGT VIA ZONNEPANELEN BIJ AAN CO2-REDUCTIE De chemische industrie reduceert de uitstoot van broeikasgassen niet alleen door de eigen processen te verduurzamen, maar zorgt via haar producten ook voor emissiereductie in andere sectoren. Bijvoorbeeld in de energiesector door zonnepanelen mede mogelijk te maken. Deel 6 van een serie over zogeheten vermeden emissies.

18

juli/augustus 2020 Chemie Magazine 3


Cooling, power and heating

Tijdelijk stroom, koeling of verwarming nodig? Van Abeelen staat garant voor efficiency, 24/7 zekerheid en hecht grote waarde aan milieuvriendelijke oplossingen en duurzaamheid. Wij werken met een team van specialisten die oplossingen bieden speciaal voor de behoeften van petro(chemische) en pharmacy industrie. Van nood- tot seizoensgebonden situaties, van onderhoudswerkzaamheden tot volledige energievoorzieningen. Ongeacht hoe groot, klein, eenvoudig of complex de aanvraag is, wij zijn binnen zeer korte tijd op locatie voor de juiste oplossing. Neem voor meer informatie contact op met: T +31 (0)161 219 031 | E rental@vanabeelen.eu

25 jaar

019

1994- 2

Kempenbaan 1 5121 DM Rijen Nederland


INHOUD 07/08 | 25 augustus | 2020

7

22

In het 4e deel over SDG’s vertellen Solvay en Lubrizol over hun streven naar SDG 8, waardig werk voor iedereen

9 11 13 14 18 22

28

DSM, Nouryon en Huntsman onderzochten de potentie van de rotating packed beds-technologie voor hun processen

37

Op 1 januari 2022 treedt de Omgevingswet in werking. Met name op gebied van externe veiligheid zijn de veranderingen ingrijpend

26 28 32 37 40 42 46 49 50 50

Voorwoord Manon Bloemer Zonder precedent

ACTUEEL

Nedmag pioniert met waterstof Chemelot gaat plastic waste reduceren Nouryon breidt MCA-capaciteit uit

ACHTERGROND

Krakers De stoomkrakers van Dow Terneuzen Klimaat Chemie reduceert CO2 via zonnepanelen Duurzaamheid SDG 8, waardig werk voor iedereen Wetenswaardig Forse aardgasreductie Cosun Beet Company Technologie De potentie van rotating packed beds Human capital David Halberstadt over zijn werk bij Kisuma Wetgeving Omgevingswet: een ingrijpende verandering Uitgelicht Torenvalkfamilie bij Yara Sluiskil VNCI-lid Olin Terneuzen onmisbaar in epoxyketen Samenwerking Mengend Nederland werkt als platform VNCI Nieuws Mensen Colofon

42

De cumeenfabriek van VNCI-lid Olin in Terneuzen is een onmisbare schakel in de epoxyketen juli/augustus 2020 Chemie Magazine 5


Helder inzicht in uw installaties Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieĂŤn en diensten voor Niet-destructief Onderzoek, inspecties en certificatie in de (petro-)chemische en energie industrie.

Asset Integrity

Door de ontwikkeling van onze marktleidende technieken en diensten, blijven wij niet-destructieve onderzoeksmethodes naar een hoger niveau te tillen.

Lek- en afsluitertesten

Onze mensen en betrouwbare innovatieve technieken zullen u helpen om uw belangrijkste doelstellingen op het gebied van operationele efficientie en risico reductie te behalen.

Ons helder inzicht zorgt voor veilig handelen, continue verbetering, minimale downtime en volledige traceerbaarheid van resultaten. T +31 10 716 60 00

www.Applus.nl

E info.netherlands@applusrtd.com

Inspectie Niet-destructief onderzoek Certificatie Training & ontwikkeling Stralingsbescherming


Voorwoord

ZONDER PRECEDENT Naast het genieten van een vakantie ‘die toch door kon gaan’, heb ik me deze zomer ook verdiept in de tweede helft van dit bijzondere jaar en wat daarin allemaal op de chemische industrie af gaat komen. Zowel in Europa, met alle ambities van de Green Deal, als in Nederland, met de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021, is veel rumoer te verwachten. Met grote gevolgen voor de chemische industrie. Natuurlijk staat zowel in Nederland als in Europa vooral (economisch) herstel centraal, maar de verwachting is dat dit hand in hand zal gaan met de ambities die in de Green Deal respectievelijk het Klimaatakkoord zijn uitgesproken. In deze column wil ik focussen op de komend najaar te verwachten Chemicals Strategy for Sustainability, die ik voor het gemak hier afkort tot CSS (niet te verwarren met CCS). In december 2019 is, als onderdeel van de Green Deal, deze CSS aangekondigd, ingegeven door de ‘zero pollution ambition for a toxic free environment’. Ik vertaal dit bewust niet, want het is nogal een ambitie die hier wordt neergezet. CSS is ook ingegeven door de evaluatie van REACH (wat werkt goed en wat zijn tekortkomingen?) en andere Europese stoffenwetgeving, die al in 2018 is

AGENDA EVENEMENTEN: www.vnci.nl/agenda

VERGADERINGEN: www.vnci.nl/ledennet

gepubliceerd. Informeel hebben we al een en ander over de CSS voorbij zien komen. Naar verwachting wordt de stoffenwetgeving (o.a. REACH) aangepast en wordt er vooral gekeken naar de stoffen-effecten in relatie tot de circulaire economie. Kortom: de CSS zal invloed hebben op een groot aantal wetgevingen, er wordt wel gesproken over een volledige herziening van het Europese (stoffen)regelgevingskader in de komende jaren. De impact op de chemie zal enorm zijn. Bij elke stap zullen wij onze leden informeren en waar nodig gezamenlijk invloed uitoefenen op de richting. 2020 is een jaar dat als ‘unprecedented’ de geschiedenisboeken in zal gaan. Te vertalen als ‘ongekend’, maar ik vind het Engels veelzeggender: ‘zonder precedent’. Kijkend naar wat de komende jaren allemaal op de chemische industrie af gaat komen, zou ‘unprecedented’ weleens het thema kunnen blijven (op een iets andere schaal dan in 2020). Er is kortom veel werk aan de winkel. Samen met de leden gaan we de schouders zetten onder een veilige, duurzame, innovatieve en welvarende toekomst ‘zonder precedent’. P.S. Mocht je ons bij dat vele werk willen helpen, we hebben twee vacatures, in veiligheid en innovatie. Manon Bloemer, directeur Koninklijke VNCI

Vacatures

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

TWITTER.COM/VNCI

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie Magazine en alles over de chemische industrie in Nederland

De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

WWW.VNCI.NL/NIEUWS/

LINKEDIN

VNCI-NIEUWSBRIEF

Gratis VNCI nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

Discussieer mee met meer dan 3500 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIngroep van de VNCI juli/augustus 2020 Chemie Magazine 7


Industry

Een veilige opslaginstallatie voor mens en milieu. • Nieuwbouw en keuring/her-classificatie volgens PGS 31 • Opslaginstallaties voor chemicaliën • Onder- en bovengrondse opslaginstallaties • Staal en kunststof tankinstallaties

Wilt u meer informatie of advies voor uw project? Neem contact op met onze experts. Tel.: 088 147 15 30 | Email: sales.dordrecht@tsgnortheurope.com

WATERSTRAAL SNIJDEN OP LOCATIE Tank Cutters is gespecialiseerd in hogedruk waterstraal snijden (ultra-high pressure water jet cutting) op locatie. Hogedruk watersnijden kan op diverse locaties worden toegepast. Dit heeft als groot voordeel dat het ook kan worden toegepast in brand en explosie gevaarlijke omgevingen. Snijbranden of gutsen is doorgaans niet toegestaan op dergelijke locaties.

Opening snijden in een opslagtank

demonteren van schoorsteenpijpen

Tank Cutters Schoor 2 1777 HV Hippolytushoef

ontmanteling van een opslagtankbodem

Tel.: +31 (0)6 - 255 882 82 info@tankcutters.com www.tankcutters.com


Actueel

NEDMAG PIONIERT MET WATERSTOF

Het Heveskes-terrein vanuit de lucht.

In 2035 onafhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, dat is het doel van Nedmag in Veendam. Om dat te bereiken is het bedrijf voornemens waterstof in te zetten als brandstof. De verwachting is dat eind 2020 een van de installaties daarop kan draaien.

FOTO: GRONINGEN SE APORTS

N GRONINGEN SEAPORTS INVESTEERT IN BEDRIJVENTERREIN HEVESKES Groningen Seaports gaat ruim 25 miljoen euro investeren om het bedrijventerrein Heveskes, gelegen tussen Chemie Park Delfzijl en aluminiumfabriek Aldel, geschikt te maken voor uitgifte. Naast de basisinfrastructuur als wegen, watergangen en nutsinfra wordt het bedrijventerrein met de bestaande utiliteiten van het Chemie Park Delfzijl verbonden.

O

nlangs maakte Heuvelman GSO bekend zich op dit terrein te gaan vestigen en eerder al hadden SkyNRG en Avantium hun intentie uitgesproken voor vestiging in Delfzijl. Ook North Water wil zijn activiteiten in Delfzijl uitbreiden als gevolg van de vele actuele projecten. Na het bouwrijp maken ligt er een terrein dat zodanig is ingericht dat het beschikt over direct bebouwbare kavels, waarbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met de beoogde afnemers van de kavels. “Dit is een mooi voorbeeld van industriële wisselwerking, waarbij we in sterke samenhang met de omliggende bedrijvigheid een decennialang leegstaand terrein tot wasdom laten komen door er in gezamenlijkheid met onder meer overheden, bedrijven en andere partijen en instanties een optimaal vestigingsklimaat te creëren”, zegt Groningen Seaports-CEO

Cas König. “Deze voorinvestering helpt de potentiële klanten om hun plannen mogelijk te maken en betekent een enorme impuls voor de ontwikkeling van de energietransitie in het algemeen en de duurzame economische activiteiten in Delfzijl in het bijzonder.” Groningen Seaports zal een groot deel van de utiliteiten realiseren en exploiteren. Ook een waterstofinfrastructuur maakt onderdeel uit van de faciliterende gezamenlijke infra en hiervoor zet Groningen Seaports de door het havenbedrijf zelf ontwikkelde kunststof waterstofleiding in. Verder zullen op het terrein gezamenlijke faciliteiten als parkeervoorzieningen, een poortgebouw en weegbrug inclusief dienstverlening ontwikkeld worden. König: “Deze regio biedt met Chemport Europe een sterk ecosysteem voor groene chemie. Daar zetten we vol op in. We hebben als doel de chemische industriecluster voor 2050 volledig klimaatneutraal te laten zijn. Met deze investering en het aantrekken van toonaangevende bedrijven krijgt die visie steeds meer gestalte.” De ontwikkeling van het terrein vindt vanaf nu gefaseerd plaats tot en met 2024. Het zal naar verwachting werk bieden aan 200 tot 250 mensen. p

edmag wint magnesiumchloride (magnesiumzout) uit een zoutlaag en produceert hoogwaardige DBM, magnesiumhydroxide en calciumchloride. Voor dat proces is hitte nodig, waarvoor nu aardgas wordt gebruikt. In een unieke pilot, die onderdeel is van een groter tweejarig internationaal onderzoeksproject, wordt nu een verbrandingsproces ontwikkeld op industriële schaal, waarbij op elk moment aardgas en waterstof in iedere gewenste verhouding kan worden verbrand. De betrouwbaarheid en capaciteit van de installatie blijven hetzelfde en ook de stikstofuitstoot (NOx) blijft binnen de norm. Eind 2020 verwacht Nedmag dat de praktijktesten geslaagd zijn en dat de installatie kan draaien. Nedmag is dan in staat om meer dan de helft van het aardgas dat nodig is op de locatie Tripscompagnie te vervangen door waterstof. Ook andere industrieën in Midden- en Oost-Groningen kunnen hier in de toekomst van profiteren. Nedmag beschikt namelijk over een eigen gasleiding vanaf het hoofdtransportnetwerk, die een goede kanshebber is om onderdeel te worden van het groene waterstofnetwerk van Gasunie. Het geschikt maken van de installatie voor het verbranden van waterstof gebeurt in samenwerking met DNV GL, Monarch, Weishaupt en Tempco/Lamtec. Daarnaast kan op termijn waterstof worden afgenomen van EnergyStock. (Meer in Chemie Magazine september.) p juli/augustus 2020 Chemie Magazine 9


GeĂŻnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE

Bij OMV GAS gaan flexibiliteit en exceptionele service samen met de internationale kennis en financiĂŤle kracht van de OMV Group. Wij leveren aardgasoplossingen op maat aan grote Europese klanten en distributeurs. Onze flexibele prijs- en leveringsconcepten evenals gedetailleerde kennis van de markt zorgen ervoor dat onze producten perfect aansluiten op uw specifieke behoeften. Neem contact met ons op als u wilt weten hoe onze aardgasoplossingen uw bedrijf kunnen ondersteunen: www.omv-gas.nl

Ga naar www.vnci.nl/chemie-magazine en kies voor print of digitaal


Actueel

CHEMELOT GAAT PLASTIC WASTE REDUCEREN Chemelot heeft het Operation Clean Sweep-convenant ondertekend. Daarmee verbindt het industrieterrein zich aan het doel van nul emissie van kunststof korrels, vlokken en poeder naar het milieu.

Vertoro-team v.l.n.r.: Michael Boot (CEO), Panos

C

Kouris (CTO), prof. Emiel Hensen.

FOTO: VERTORO

hemelot wil in 2025 de meest veilige, duurzame en competitieve site van West-Europa zijn. Daarbij hoort ook de zorgplicht om maatregelen te treffen voor een schone omgeving en te voorkomen dat plastic pellets, vlokken en poeder in het milieu terechtkomen. Het OCS-programma biedt bedrijven in de hele kunststofketen richtlijnen, tools, handleiding en trainingsmateriaal om effectieve maatregelen te kunnen treffen ter voorkoming van spills van pellets, vlokken en poeder naar de omgeving. Afgelopen jaren hebben onder meer SABIC, Borealis en DSM en de waterzuivering IAZI van Sitech zich aangesloten bij het initiatief en initiatieven ontplooid om deze vorm van plastic waste te reduceren. Dat gaan nu ook de kunststofproducerende, -transporterende en -verwerkende bedrijven op Chemelot doen. Operation Clean Sweep is oorspronkelijk ontwikkeld in de VS door Plastics Industry Association en wordt binnen Europa ondersteund door verschillende nationale kunststofverenigingen, met Plastics Europe, de Europese vereniging van kunststofproducenten, als belangrijkste gastheer. OCS is al geïmplementeerd door bijna zevenhonderd Europese bedrijven en verenigingen in de kunststofwaardeketen. p

VERTORO START PRODUCTIE BIO-OLIE OP CHEMELOT Op de Brightlands Chemelot-campus is de Multi Purpose Pilot Plant geopend. Deze proeffabriek dient voor opschaling na de laboratoriumfase. Een van de eerste gebruikers is de start-up Vertoro, die er sinds eind juni lignine omzet in bio-olie. Die kan als grondstof dienen voor de productie van bioplastics, chemicaliën en brandstof.

L Loek Radix, directielid CSP en executive director Chemelot, ondertekent het Operation Clean Sweepconvenant.

ignine zit in hout en blijft als restproduct over bij bijvoorbeeld de productie van papier of het maken van bio-ethanol. Nu wordt het vaak verbrand voor energieopwekking. Op de Technische Universiteit Eindhoven bedacht promovendus Panos Kouris enkele jaren geleden een procedé om van lignine in houtsnippers een olie te maken. Die kan dienen als grondstof voor de productie van brandstof en voor de chemische industrie, als basis voor de productie van kunststoffen. Vertoro is opgericht door Kouris en zijn

begeleider Michael Boot. Nadat het gelukt was om in het lab van lignine een bio-olie te maken, willen ze nu bewijzen dat het ook op grotere schaal kan. In de Multi Purpose Pilot Plant is het mogelijk 150 liter per dag te produceren. De fabriek is gebouwd door Chemelot InSciTe. Voor de volgende opschaling naar een demoplant gaat Vertoro samenwerken met Sekab in Zweden. Daarna komt er mogelijk een commerciële plant op Chemelot. “Jaarlijks is er in potentie 20 miljard ton lignine beschikbaar, terwijl zo’n 5 miljard ton aardolie wordt opgepompt”, aldus Vertoro-CFO Dannie van Osch in De Limburger. “Er is dus in theorie vier keer zoveel lignine voorhanden, meer dan genoeg om een groene revolutie te beginnen. We willen het grootste duurzame oliebedrijf ter wereld worden. Daar hebben we misschien 10 tot 20 jaar voor nodig.” (Meer in Chemie Magazine september.) p juli/augustus 2020 Chemie Magazine 11


HALLO,

WIJ ZIJN UW PARTNER IN VEILIGHEID!

Houd je kennis en vaardigheid op peil VIND JOUW CURSUS OP PAOTM.NL

Wij ontzorgen uw gehele (brand)veiligheidsinzet! Risk Safety levert gecertificeerde en gemotiveerde brandwachten-mangatwachten. Wij leveren vanuit eigen organisatie één of tientallen brandwachten. Voor spoedopdrachten, doorlopende projecten, onderhoud en turnaround. Onze brandwachten zijn multifunctioneel inzetbaar en in het bezit van de diploma’s: • VCA VOL • Gasmeten EX-OX-TOX • Buitenwacht-mangatwacht • Kleine blusmiddelen + water- en schuimvoerende armaturen * • Werken met onafhankelijke adembescherming * * Of Rijksdiploma brandwacht of IFV diploma manschap

Voordelen van Risk Safety: • Onze brandwachten zijn voorbereid en goed geïnstrueerd. • KVGM-managers (MVK) beschikbaar voor coördinatie brandwachteninzet. • Piketbrandwacht boven de sterkte voor directe opvang bij ongeplande afwezigheid of ziekte; Geen vertraging van uw project! • Wij ontzorgen u bij de brandwachtaanvragen van contractors, planning, operationele inzet, uitgifte apparatuur, werkplekinspecties en urenverantwoording. • Sluitende urenverantwoording en facturatie.

Wat kan Risk Safety nog meer voor u betekenen? Lees het op: www.risksafety.nl/petrochemie

LEIDERSCHAP VAN INGENIEURS Vanaf september 2020 gaat ons nieuwe programma Leiderschap van Ingenieurs van start. Alle cursussen zijn los te volgen of te combineren, afhankelijk van jouw persoonlijke kennis- en vaardigheidsbehoefte. Kies bijvoorbeeld voor Persoonlijk Leiderschap, Invloed zonder Macht, Leidinggeven aan Veranderingen, Besluitvorming in Groepen of The Powerful Presenter.

POWER QUALITY NOG ENKELE PLAATSEN BESCHIKBAAR \ 29 en 30 september 2020 prof. dr. J.F.G. Cobben (TU/e)

PRACTICAL DATA SCIENCE NOG ENKELE PLAATSEN BESCHIKBAAR \ 7, 14, 21 en 28 oktober 2020 dr. J.J.M. Rijpkema (TU/e)

TOXICOLOGIE \ 8, 9 en 15 oktober 2020 prof. dr. N.P.E. Vermeulen (VU AIMMS) en prof. dr. B. van de Water (LACDR)

EXPLOSIEVEILIGHEID \ 18, 19 en 20 november 2020 ir. A. Harmanny (ISMA) en ir. G.J.M. van Laar (Inburex)

CARCINOGENE STOFFEN \ 20 mei 2021 prof. dr. B. van de Water (LACDR)

INSCHRIJVEN OF RESERVEREN? Dat kan via www.paotm.nl Of meld je op onze website aan voor de nieuwsbrief. Je blijft dan op de hoogte van actuele cursusdata. Vragen? 015 278 46 18 of info@paotm.nl


Actueel

MINDER KOSTEN EN MILIEUBELASTING MET NIEUWE ABSORPTIETECHNIEK Absorptie en destillatie zijn belangrijke scheidingstechnologieën in de chemische industrie, maar ze vergen veel energie. Het project E-Champ heeft als doel de processen efficiënter en energiezuiniger te maken.

Nouryon Delfzijl.

FOTO: NOURYON

I

NOURYON BREIDT MCA-CAPACITEIT IN DELFZIJL UIT Nouryon gaat de productiecapaciteit voor monochloorazijnzuur (MCA) in Delfzijl eind dit jaar uitbreiden. MCA is essentieel bij de productie van veel gewasbeschermingsmiddelen en huishoudelijke en persoonlijke verzorgingsproducten en is ook een belangrijke bouwsteen voor de voedings- en farmaceutische industrie.

D

e verhoging van de MCA-productie zal helpen om zowel aan de marktgroei te voldoen als de eigen verhoogde consumptie van MCA om carboxymethylcellulose (CMC) te produceren, na de recente overname van een CMC-bedrijf. CMC wordt onder meer toegepast als verdikkingsmiddel en stabilisator van emulsies in levensmiddelen en in non-foodproducten als tandpasta, zalven en watergedragen verf. Nouryon is ook een onderzoek gestart om meer capaciteit vrij te maken voor chloor, de belangrijkste grondstof voor MCA. “Het uitbreidingsproject in Delfzijl, gecombineerd met de opening van een nieuwe joint venture-fabriek in India later dit jaar, zal onze totale MCA-productiecapaciteit met meer dan 20 procent vergroten”, zegt Rob Vancko, hoofd van MCA en Strategie, Industrial Chemicals bij Nouryon. Nouryon gebruikt technologieën zoals geavanceerde destillatie voor minimaal stoomverbruik en nanofiltratie voor een nullozing van vloeistof. Het past ook state of the art hydrogeneringstechnologie toe in zijn fabrieken voor een efficiëntere en duurzamere omzetting van grondstoffen in MCA. p

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis VNCI Nieuwsbrief (meld je aan via de site).

n het project werkt TNO samen met eindgebruiker Dow Benelux, apparatenbouwer Vahterus uit Finland en diens Nederlandse leverancier Wijbenga, systeemintegrator TechnipFMC en R&D-bedrijf Suster. Nieuw in de technologie is het gelijktijdig absorberen en koelen. Gebruikelijk is om een reactor en een koeler (of verwarmer) als gescheiden units in een industrieel proces toe te passen, wat niet een grotere investering vergt maar ook minder efficiënt is. “We hebben de door Wijbenga geleverde warmtewisselaar in onze proefopstelling ingebouwd en getest, nadat deze door Vahterus geschikt is gemaakt voor CO2-absorptie met een vloeibaar solvent”, vertelt directeur Bert Heesink van Suster. “Zo hebben we laten zien dat het mogelijk is om de absorptiewarmte direct na vrijkomen af te vangen en de CO2-absorptiecapaciteit van de unit te vergroten. En dat resulteert in kostenbesparing en minder milieubelasting.” Volgens TNOexpert Yvonne van Delft kan de geïntegreerde koeling een besparing opleveren van maar liefst 15 procent op de circulatiesnelheid en nog eens 7 procent bij de reboiling om de geabsorbeerde CO2 af te koken. “Dat levert een bedrijf een forse kostenbesparing op.” De geteste module, ook wel plate and shell-warmtewisselaar genoemd, kan nieuw worden aangeschaft maar is ook in bestaande installaties in te bouwen. “Je kunt dit principe toepassen bij elk chemisch proces waarbij warmte moet worden af- of toegevoerd”, aldus Heesink. “In de nieuwe module kun je aan de bron warmte toevoeren of afvoeren al naar gelang de behoefte. Het kan wenselijk zijn warmte af te voeren om te voorkomen dat bij een chemische reactie het chemisch evenwicht wordt bereikt om zo een hogere conversie te halen. In de farma kun je door koeling voorkomen dat je product tijdens het proces te heet wordt en gaat afbreken.” p juli/augustus 2020 Chemie Magazine 13


De chemische industrie staat aan de basis van zo’n beetje alle dagelijkse producten, waaronder kunststoffen. Aan het begin van die keten staan krakers. 1e deel van een serie over de krakers in Nederland.

DOW TERNEUZEN VERDUURZAAMT OP DIVERSE GEBIEDEN

FOTO: DOW

DE BESTE KRAKER VAN EUROPA

Kraken is een complex proces.

14 Chemie Magazine juli/augustus2020


Krakers

De drie stoomkrakers van Dow Terneuzen staan aan het begin van een keten met aan het einde onder meer kunststoffen voor allerlei toepassingen. Voor het terugdringen van de CO2-uitstoot ziet technology innovation manager Kees Biesheuvel elektrificatie en circulariteit als de meest toekomstbestendige oplossingen. Tekst: Igor Znidarsic

V

oor de leken onder ons wil Kees Biesheuvel meteen maar een veel voorkomend misverstand uit de weg ruimen: “Er zijn twee soorten krakers. Ze worden allebei kraker genoemd, maar het zijn fundamenteel andere technologieën en installaties.” Aan de ene kant is er de FCC-kraker (fluid catalytic cracker), waarmee een raffinaderij de zwaardere koolwaterstoffen uit ruwe aardolie met behulp van een katalysator en waterstof omzet in lichtere koolwaterstoffen, zoals paraffine, kerosine, benzine en nafta. Aan de andere kant is er de LHC-kraker (light hydro carbons), doorgaans stoomkraker genoemd, die nafta met behulp van hete stoom (rond 850 °C) omzet in etheen (ethyleen), propeen (propyleen) en butadieen, de zogeheten olefinen. Bij Dow in Terneuzen, waar Biesheuvel technology innovation manager is, staan drie van dergelijke stoomkrakers. De lange koolwaterstoffen uit de nafta met een enkele binding tussen de koolstofatomen worden er omgezet in korte onverzadigde koolwaterstoffen met een dubbele binding. “Die dubbele binding maakt ze een beetje instabiel”, legt Biesheuvel uit. “Ze willen als het ware nog wat, en dat maakt ze geschikt als grondstof voor de chemische industrie.” Hoe staan die drie krakers er anno 2020 voor? Biesheuvel: “Stoomkraken is een oude technologie, die grotendeels uitontwikkeld is. We zijn steeds op zoek naar verbeteringen, binnen de ruimte die de installaties bieden, maar je loopt op een gegeven moment tegen een grens op. Twee krakers stammen uit begin jaren 70, net als de meeste krakers in Nederland. Ze zijn in de loop der jaren steeds energiezuiniger gemaakt, voor zover mogelijk, maar de basis is niet aangepast. Bij kraker 2 is onder meer in 2000 een nieuwe fornuizensectie geplaatst, die beter energetisch geïntegreerd is en daardoor efficiënter is. In de jaren 90 is er een doorbraak geweest in de technologie van de volgorde waarin je de producten scheidt, en die hebben we kunnen implementeren in kraker 3, die in 2000 is gebouwd. Het is de nieuwste en meest up-to-date kraker in

‘De technologische ontwikkeling van een elektrisch fornuis kost tijd, het moet bedacht en ontwikkeld worden en getest’

Europa en daarmee de ETS-benchmark. Maar het gaat niet alleen om energie- en CO2-reductie, ook NOxreductie is belangrijk. Daar hebben wij veel aandacht aan besteed de afgelopen jaren, met steeds upgrades naar de laatste stand van de techniek.” De grondstof is nafta, waar komt die vandaan? “In Europa is nafta de meest gebruikte voeding voor stoomkrakers. In de VS is dat sinds de schalierevolutie ethaan. De nafta die wij gebruiken komt per schip aan in Terneuzen, van raffinaderijen in bijvoorbeeld het Midden-Oosten, de Botlek of Antwerpen, maar kan ook afkomstig zijn van Zeeland Refinery, al naar gelang de kwaliteit en de prijs op dat moment.” Hoe verlopen vervolgstappen in het proces? “Een kraker staat nooit op zichzelf, maar is het begin van een geïntegreerd chemisch complex, waarbij de geproduceerde grondstoffen verderop in de locatie verwerkt worden tot plastics of andere chemische bouwblokken. Uit de nafta maken we behalve olefinen ook de cyclische verbindingen benzeen, tolueen en xyleen. Die worden daarna verder verwerkt, niet alleen door Dow maar ook door de op de site aanwezige bedrijven Trinseo, dat plastics, latex en synthetisch rubber produceert, en Olin, dat epoxy maakt. Een aantal kleinere producten worden niet op de site verwerkt maar als halffabricaat doorverkocht. Je kan zo’n site zien als een organisme, met de fabrieken als de organen. Ze hebben elkaar nodig en je kunt er niet zomaar eentje tussenuit halen, want dan overleven de andere niet, omdat ze een groot nadeel krijgen ten opzichte van wel geïntegreerde locaties.” Een kraker stoot veel CO2 uit. Wat doet Dow Terneuzen om dat te verminderen? “Bij het kraken van nafta komt methaan vrij. Dat zetten wij in als energiebron voor het productieproces, en daarbij komt CO2 vrij. Om die CO2-uitstoot te reduceren onderzoeken we samen met Shell de toepassing van een andere bron van energie: elektriciteit. Dat zien wij e juli/augustus 2020 Chemie Magazine 15


Kees Biesheuvel: ‘Wij zijn een onmisbaar deel van de oplossing.’

‘Wij zijn ook geen voorstander van plastic in rivieren en oceanen, dus moeten we zorgen dat het plastic als grondstof bij ons terugkomt’ als de structurele oplossing voor de lange termijn, omdat je daarmee niet achteraf CO2 afvangt maar voorkomt dat CO2 ontstaat. CO2 afvangen is een dure exercitie met blijvende kosten, die nooit een goede businesscase kan worden. Elektrificatie is een veel toekomstbestendigere oplossing. Maar de technologische ontwikkeling van een elektrisch fornuis kost tijd, het moet bedacht en ontwikkeld worden en getest. We hebben een bepaalde robuustheid en voorspelbaarheid van de technologie nodig. En het moet passen in de onderhoudscycli – tussen de 6 en de 9 jaar – van krakers. De verwachting is dat tussen 2025 en 2030 de ombouw van bestaande en implementatie van de meest geavanceerde nieuwe technologie zal plaatsvinden. Eerder achten wij niet haalbaar. Wij gebruiken nu een soort aardgas, synthetisch gevormde methaan, qua energieeenheid de schoonste van de fossiele energiebronnen. Om dat te vervangen zou je moeten wachten tot het aanbod van elektriciteit groen genoeg is. Die omslag 16 Chemie Magazine juli/augustus2020

komt in 2030. Voor die tijd heeft het geen zin om op elektriciteit over te stappen. Stel je zou de technologie – een elektrische kraker – nu al hebben, dan zou het vanwege onvoldoende groene elektriciteit weinig effect hebben op CO2-reductie.” Speelt biobased feedstock nog een rol bij de verduurzaming? “Er zijn biobased feedstocks beschikbaar die lijken op nafta, zoals een bepaalde olie, een bijproduct uit de papierindustrie. De basis daarvan is de hars uit de bomen. We gebruiken dat, sommige klanten vragen er ook om, maar het is zeer onwaarschijnlijk dat het volledig onze huidige feedstock zal vervangen, omdat het maar beperkt beschikbaar is. Waar we meer op inzetten is chemische plasticrecycling, waarbij je plastic via pyrolyse weer terugbrengt tot de oorspronkelijke primaire vorm. Je begint dan weer van voren af aan met een nafta-equivalent.”


Krakers

Is daarmee uiteindelijk volledige vervanging van de fossiele nafta mogelijk? “Nee. Ten eerste komt niet alle plastic terug. Het streven is 30 procent mechanisch en nog eens 30 procent chemisch recyclen. Dan kom je op 60 tot 70 procent van het plastic die gerecycled kan worden. Ten tweede zijn die processen geen volledig gesloten koolstofketen. Je houdt altijd een deel over dat voor ons onbruikbaar is. Die verliezen zul je moeten aanvullen. Daarnaast moet de grondstof die je in een pyrolyse-installatie stopt aan bepaalde kwaliteiten voldoen, want aan de kwaliteit die nodig is voor een naftakraker zijn strenge voorwaarden gesteld. Er is een grens aan hoeveel ongewenste componenten een naftakraker kan verwerken.” Dow is ook bezig koolstof uit de rookgassen van de staalindustrie te gebruiken. “De circulariteit van koolstof zal een grote rol gaan spelen, en dan met name koolstof die terugkomt uit plastics en uit bijvoorbeeld staalgas, dat vrijkomt bij de productie van staal. In het Steel to Chemicals-project onderzoeken wij met staalproducenten ArcelorMittal in Gent en Tata Steel in IJmuiden de omvorming van de CO en CO2 die vrijkomt bij de staalproductie met waterstof tot synthetische nafta. In 2019 is bij ArcelorMittal de eerste van twee proeffabrieken gebouwd (de eerste is voor het opzuiveren van het gas en de tweede voor het omzetten daarvan in nafta). Om te onderzoeken of de methode ook geschikt is voor de gassen van Tata Steel verhuist de proeffabriek later naar IJmuiden. De uitdaging is niet alleen technisch maar zeker ook economisch. Want bij 100 dollar per vat olie kan er heel veel, maar bij een te lage olieprijs kan er eigenlijk niks meer. Je kunt dan niet concurreren met andere routes, of dat nou plasticrecycling is of Steel to Chemicals. Die routes vragen extra stappen en daarmee extra investeringen. Het kost gewoon meer en bij een superlage olieprijs haalt de businesscase het niet. Alle technologie wordt op een gegeven moment achterhaald door een vervangende doorbraaktechnologie. Dat gaat ook met de traditionele krakers gebeuren. De vraag is alleen wanneer en of dat op een verstandige manier zal gebeuren. Dergelijke installaties gaan 50, 60 of 70 jaar mee. Daarom kunnen we veel beter investeren in iets dat toekomstbestendig is voor de komende 60 jaar – elektrisch kraken – en de komende 10 jaar gebruiken om dat uit te ontwikkelen, dan dat we dingen gaan doen voor de komende 10 jaar zonder naar de situatie na 2030 te kijken.” Daarmee komen we vanzelf bij het Klimaatakkoord. “Dat is geen akkoord dat is gesloten met de industrie en de maatschappij, maar een akkoord tussen politieke partijen. Er is niet gekeken naar wat de industrie en de maatschappij ervan vinden, maar naar wat de partijen in de huidige coalitie haalbaar vinden. Dat gaat voorbij aan de technische haalbaarheid en de technische tijdslijn. De regelgeving die nu wordt opgetuigd is niet

OVER DOW CHEMICAL

Dow Chemical’s portfolio van geavanceerde materialen, industriele tussenproducten en kunststofactiviteiten levert een breed scala aan gedifferentieerde, op technologie gebaseerde producten en oplossingen voor klanten in snelgroeiende markten, zoals verpakkingen, infrastructuur en consumer care. Dow heeft 113 productielocaties in 31 landen en biedt werk aan ongeveer 37.000 mensen wereldwijd. Sinds 1955 is het Amerikaanse Dow ook actief in de Benelux. Het bedrijf telt ongeveer 4000 werknemers op 8 belangrijke locaties in Nederland (Terneuzen, Delfzijl en Dordrecht) en in België (Antwerpen, Brussel, Tertre, Zwijndrecht en, sinds 2016, Seneffe). In Terneuzen is Dow met 17 fabrieken de op één na grootste productielocatie van Dow wereldwijd. In het internationaal Research & Development Center werken specialisten aan innovaties binnen en buiten Dow. Ook is Terneuzen hét centrale punt voor ondersteunende Dow-diensten in Europa, Midden-Oosten, Afrika en India. Samen met partners worden er innovatieve producten en duurzame oplossingen voor het milieu en de leefomgeving gecreëerd. Zo zorgt Dow ervoor dat we minder energie nodig hebben, water kunnen hergebruiken of alternatieve grondstoffen kunnen toepassen. Met ruim 3600 medewerkers met meer dan 50 nationaliteiten is Dow Terneuzen een diverse organisatie.

geschikt om bedrijven te helpen met de transitie. Je moet eerst belasting gaan betalen, geld afdragen dat eigenlijk voor innovatie nodig is, en daarna moet je ook nog gaan innoveren. Dat wordt voor de industrie een lastige opgave. Ik snap dat er veel haast is met de CO2reductie, en ik kan me er ook volledig in vinden, maar of die haast overeenstemt met de realiteit … Er worden nu kunstmatig dingen gedaan, end of pipe-achtige oplossingen … Je kan niet verwachten dat je een technologie die zich 70 jaar lang doorontwikkeld heeft binnen een paar jaar kunt vervangen. We hebben tijd nodig om de technologie uit te vinden en te kunnen implementeren. Alleen dan krijg je iets dat toekomstbestendig is en daarna ook 70 jaar of langer meegaat.” En dat plastic ‘duurzaam’ en daarmee populairder maakt. “De publieke opinie is nu dat plastic per definitie slecht is. Natuurlijk zijn er voorbeelden waar je kunt zeggen: daar had je beter geen plastic kunnen gebruiken. Maar dat zijn de uitzonderingen. Nu wordt van de uitzondering de regel gemaakt. De huidige coronacrisis laat echter zien dat het toch wel prettig is dat we mondkapjes en infuuszakken kunnen maken. Wij zijn ook geen voorstander van plastic in rivieren en oceanen. We moeten daarom zorgen dat het plastic weer terugkomt bij ons, als grondstof. Daarom zijn we bezig met circulariteit. Wij zijn een onmisbaar deel van de oplossing.” p juli/augustus 2020 Chemie Magazine 17


IN HET KORT o In 2050 zal zonne-energie naar schatting 21 procent van alle CO2-emissie reduceren. o Komend decennium constante groei zonnepanelen met 10 procent per jaar verwacht. o Nederlandse chemie levert grondstoffen en materialen voor benutten zonne-energie.

MEER ZONNE-ENERGIE, MINDER CO2-UITSTOOT: ‘DE GROEI ZIT ER GOED IN’

FOTO: SHUT TERSTOCK

ZON OOGSTEN MET CHEMIE

Elke kilowattuur zonnestroom in plaats van grijze stroom bespaart in Nederland 0,46 kilo CO2.

18 Chemie Magazine juli/augustus 2020

6

Chemie Magazine presenteert 10 klimaatinnovaties. De chemische industrie reduceert de CO2-uitstoot niet alleen door de eigen processen te verduurzamen, maar zorgt via haar producten ook voor minder uitstoot in andere sectoren. Deel 6: energiesector (zonnepanelen).


Klimaat

4 0 procent industriële daken is niet sterk genoeg voor zonnepanelen, maar kan wel worden benut voor zonnefolie ZONVERMOGEN IN WATTPIEK

De zon oogsten kan met een zonnepaneel op je dak, maar ook met zonnefolie op een opslagtank of een coating op het kantoorraam. Voor 25 jaar lang, in weer en wind – de chemie maakt het mogelijk. In 2050 zorgt zonne-energie naar verwachting voor 21 procent minder CO2-uitstoot. Tekst: Marga van Zundert

Het vermogen in zonne-energie wordt uitgedrukt in wattpiek (Wp), het maximale vermogen (joule/seconde). Een gemiddeld paneel levert nu 300 Wp. De jaaropbrengst in stroom in kilowattuur (kWh) wordt berekend door het piekvermogen te vermenigvuldigen met de lokale ‘opbrengstfactor’: het aantal kWh per Wp per jaar. Die is afhankelijk van het aantal zonuren, de stand en de hoek van het paneel ten opzichte van de zon en van eventuele schaduw. In Nederland mag je uitgaan van een opbrengstfactor van circa 0,85 voor een dak op het zuiden.

‘D

e groei zit er goed in, ook in Nederland”, vertelt Imco Goudswaard, hoofd marktonderzoek en duurzaamheid bij DSM Advanced Solar. “Vorig jaar steeg het aantal nieuwe panelen weer met ruim de helft.” Op een recorddag leveren zonnepanelen nu een zesde van alle stroom in Nederland. Een op de tien woningen heeft panelen op het dak. Eind 2019 stond er in totaal 7 gigawattpiek (zie kader) aan ‘zonvermogen’ in Nederland. En de komende jaren vullen veel regio’s hun klimaatopdracht vooral in met ‘zon’. Panelen zijn veel populairder dan windmolens, ook al levert één moderne windmolen evenveel energie als 15 tot 20 voetbalvelden vol panelen. Goudswaard: “Alles wijst op een constante groei van zo’n 10 procent per jaar het komende decennium.” Zonnepanelen leveren tijdens hun leven (25 tot 30 jaar) vijftien keer meer energie op dan het kost om ze te maken, stelt het onafhankelijke milieuadviescentrum Milieu Centraal. En elke kilowattuur zonnestroom in plaats van grijze stroom bespaart in Nederland 0,46 kilo CO2. Alle Hollandse zonnepanelen samen besparen in 2020 zo zeker 2,9 miljoen ton CO2, vergelijkbaar met zo’n 25 miljard autokilometers, een tiende van het totale aantal gereden personenauto-kilometers in Nederland. De investering verdien je in 6 tot 8 jaar terug; panelen zijn de afgelopen 5 jaar een kwart goedkoper geworden. Toch neemt zonne-energie in Nederland nog altijd een heel bescheiden plaats in: 0,9 procent van het totale energieverbruik. We bungelen met onze 7 gigawatt (GW) helemaal onder aan de ranglijsten. Duitsland (50 GW) en Italië (21 GW) staan aan kop. Europa telde eind 2019 138 GW aan geïnstalleerd vermogen. Wereldwijd is er 580 GW opgesteld, met China (206 GW), Japan (62 GW) en India (34,8 GW) als koplopers. Dit jaar komt er wereldwijd naar verwachting 142 GW bij, bijna 25 procent groei. In 2050 zal zonne-energie 21 procent van alle CO2-emissie reduceren, voorspelt het International Renewable Energy Agency.

HOE WERKT EEN ZONNEPANEEL?

FOTO: NTU

In 95 procent van de zonnepanelen op onze daken vangt een flinterdun laagje monokristallijn silicium (de zwartglimmende panelen) of polykristallijn silicium (de blauwe) het zonlicht in en zet rond de 16 procent om in stroom. Fotonen ‘schieten’ elektronen los in het halfgeleidende siliciumkristal en laten een positief ‘gat’ achter. De kunst is de twee ladingen naar tegenovergestelde richtingen in de cel te laten stromen, zodat ‘buitenom’ een stroom elektronen ontstaat: elektriciteit. De efficiency waarmee dat lukt stijgt nog altijd. Het record nadert de 40 procent. Dan gaat het om experimentele tandemcellen: zonnecellen waarin twee, drie of zelfs vier verschillende lichtgevoelige materialen zijn gecombineerd die licht van verschillende golflengtes invangen en zo samen het brede zonnespectrum maximaal benutten. 10 jaar terug werd ontdekt dat ook kristallen met een perovskietkristalstructuur fotonen kunnen invangen, een structuur die in principe met zeer goedkope grondstoffen zoals tin en lood te maken is. Inmiddels presteert de beste perovskietcel beter dan de beste siliciumcel. Dat betekent waarschijnlijk nog niet dat perovskietcellen snel de markt zullen veroveren.

Coating

Het gros van alle panelen komt uit China, dat de markt

e

Onderzoekers aan de Nanyang Technological University in Singapore hebben onlangs een op perovskiet gebaseerd mini-zonnepaneel ontwikkeld met een zeer hoog rendement. juli/augustus 2020 Chemie Magazine 19


GELIEFD MAAR WISSELVALLIG

Klimaatvriendelijk, steeds goedkoper én geliefd. Zonne-energie lijkt alle wind mee te hebben. Toch zijn er belangrijke obstakels voor grootschalige uitrol, want zonnestroom is afhankelijk van daglicht en het seizoen. In landelijke regio’s lopen grote initiatieven momenteel vast op gebrek aan piekcapaciteit op het elektriciteitsnetwerk. Wind- en zonne-energie combineren helpt om pieken ‘glad te strijken’; het waait juist in de herfst en winter harder. Maar extra netwerkcapaciteit en opslag of ‘bijstook’ blijven nodig voor een stabiele stroomvoorziening en zijn vaak prijzig. Een ander nadeel is het grote oppervlak dat nodig is voor zonne-energie. Het benutten van daken, carports, gevels, etc. heeft de voorkeur, om niet te concurreren met landbouwgrond. In Europa geldt een recycleplicht voor zonnepanelen, maar dat is een uitdaging: de kostbare flinterdunne fotovoltaïsche laag en hoogwaardige kunststoffen gaan nog ‘verloren’.

Op de Bomhofsplas bij Zwolle is onlangs Europa’s grootste drijvende zonnepark (72.000 panelen) in gebruik genomen.

Als we alle Nederlandse daken vol leggen met panelen kunnen we voorzien in onze elektriciteitsbehoefte

al jaren domineert – volgens menig economisch analist daarbij geholpen door ‘strategische dumping’ van panelen. Toch is ook de Nederlandse chemie betrokken bij de productie van zonne-energie. Verschillende chemiebedrijven leveren (grondstoffen voor) de benodigde materialen en innovatieve bedrijven bedienen niches in de markt met flexibele zonnefolie en zonnegevels. DSM produceert bijvoorbeeld antireflectiecoatings die zorgen voor 3 procent extra stroomopbrengst. Goudswaard: “Een deel van het zonlicht reflecteert op de overgang tussen lucht en de glasplaat die een paneel afschermt – dat is een fysisch gegeven. Je kunt die reflectie verminderen door de overgang geleidelijker te maken.” De coating zorgt daarvoor. “Het gaat om een zeer hard, maar poreus laagje van glas, 125 micron dik. Dat is een kwart van de golflengte van het zichtbaar licht.” DSM was een van de eerste die een coating met de juiste poriegrootte en verdeling daarin onder de knie kreeg. “Net voor de covid-19-uitbraak vierden we de mijlpaal van 100 GW aan zonnepanelen met DSM-materialen: een op alle zes panelen wereldwijd.” 20 Chemie Magazine juli/augustus 2020

Andere materialen die DSM levert zijn een coating tegen stof, vooral nuttig in een woestijnachtig klimaat, en folie voor de achterzijde. “Een zonnepaneel moet goed ingepakt zijn. Gedurende 25 jaar mag er geen vocht binnendringen en moet alles goed elektrisch geïsoleerd zijn.” Een forse uitdaging, want in de zon kan de temperatuur snel oplopen tot 80 graden, terwijl het ’s nachts kan vriezen. De kunststof folie is er in een volledig recyclebare, fluorvrije versie, die ook geïntegreerd kan worden met de elektronica. Goudswaard: “Bij de productie ontstaat 5 tot 7 procent snijafval, dat komt nu in stoelen en diepvriesdozen terecht, maar we zijn bezig om het terug te voeren in het proces. Oude panelen worden nu meestal in het geheel geshredderd, waarbij de folie in een laagwaardige kunststofmix terechtkomt. Zonde, en daarover zijn we in gesprek met de recyclingindustrie.”

Made in Holland

Hoge efficiency is niet altijd de belangrijkste factor voor toepassing. Het Nederlandse bedrijf HyET Solar, met wortels in AkzoNobel, maakt ‘zonnefolie’ die vooral scoort op gewicht. CTO Edward Hamers: “Powerfoil is twintig maal lichter dan klassieke panelen, en flexibel. Je rolt het gewoon uit op een dak of tegen een gevel. 40 procent van alle industriële daken is niet sterk genoeg om panelen te dragen, maar kan wel worden benut met onze folie.” Bij Vopak in Rotterdam is een opslagtank met spijsolie bekleed met de folie, zowel de bovenkant als de zuidzijde. Er vaart ook een cruiseschip rond met Powerfoil op het dak en het ligt op een IKEA-dak en tankstations. Hamers: “Logistiek en installatie zijn een stuk goedkoper, en dat maakt het totaalplaatje aantrekkelijk ondanks een wat lagere opbrengst per vierkante meter.” HyET is made in Holland, benadrukt Hamers: “We doen alles zelf vanuit de ruwe grondstoffen.”


Klimaat

CIJFERS 1 OP DE 10

Nederlandse huizen heeft panelen op het dak (12 km2).

0,9 PROCENT

van het nationale energiegebruik leverden zonnepanelen in 2019.

2,9 MILJOEN TON

Ook de Delftse start-up Physee, in 2019 uitgeroepen tot meest innovatieve mkb-bedrijf, kijkt naar het ‘totaalplaatje’. Physee is de bedenker en maker van PowerWindow+: een coating op ramen die uv- en zichtbaar licht eerst omzet in infrarood en het vervolgens oogst met zeer smalle zonnecellen verwerkt in het kozijn (luminescent solar concentrator). R&D engineer Giulio Simone: “We richten ons op het energieneutraal maken van gebouwen. Een PowerWindow+ levert circa een vijfde van de stroom die een paneel met hetzelfde oppervlak zou produceren. Maar het raam blijft gewoon transparant en functioneel.” Door ook sensoren in het dubbele glas op te nemen, wordt de energieleverende gevel onderdeel van een ‘slim’ klimaatsysteem. Op basis van de weersvoorspelling zorgt het samen met koel- en warmtesystemen, ventilatiesysteem en eventuele zonwering voor een comfortabel binnenklimaat. Woontoren Bold Tower in Amsterdam en het in aanbouw zijnde Dura Vermeer Inspiration Center in Utrecht zijn voorzien van de eerste generatie ‘SmartSkin’.

Drijvende panelen

Ook drijvende panelen zijn een optie, zoals het zonnepark op de Bomhofsplas bij Zwolle. Essentieel voor ‘zon op water’ zijn drijvers die zonnepanelen in weer en wind boven water houden. SABIC levert speciale robuuste kunststof ervoor, een hogedichtheidpolyethyleen-variant. “Het gaat om polymeren met een zeer hoge environmental stress cracking resistance”, licht het bedrijf toe. Temperatuurwisselingen, water, golfslag, zout of hagelstenen hebben nauwelijks effect op het materiaal. Bij labtests blijven ze onder extreme omstandigheden driemaal langer vrij van scheurtjes dan vereist, wat naar alle waarschijnlijkheid lang genoeg is om panelen ruim 20 jaar te dragen op echte golven. p

zonnepanelen zijn er in 2019 bij gekomen in Nederland, een groei van 53 procent.

NA 2 JAAR

heeft een zonnepaneel evenveel CO2 uitgespaard als het kostte om het te produceren

25 PROCENT

groeit het zonvermogen wereldwijd (580 GW) in 2020.

Het parkeerterrein van Lowlands in Biddinghuizen krijgt de grootste zonnecarport ter wereld.

FOTO: SOL ARFIELDS

FOTO: ANP

CO2-uitstoot voorkomen zonnepanelen daarmee, vergelijkbaar met 25 miljard autokilometers.

8,1 MILJOEN

GROOT, GROTER, GROOTST

Het grootste Nederlandse zonnedak is dat van het Lidl XXL Distributiecentrum in Venlo: 13,1 megawattpiek (110.000 m2). Het is nog in aanbouw en moet eind dit jaar klaar zijn. De grootste zonneweide is in aanbouw in Groningen bij Westerwolde/Vlagtwedde: 110 megawattpiek (350.000 zonnepanelen, 1.100.000 m2). Boven het parkeerterrein van Lowlands in Biddinghuizen start dit najaar de bouw van volgens energiebedrijf Solarfields grootste zonnecarport ter wereld: 35 megawattpiek (90.000 zonnepanelen, 350.000 m2). Het grootste drijvende systeem in aanbouw is die bij zandwinning Sekdoornse plas in Zwolle: 14,5 megawattpiek (40.000 panelen). juli/augustus 2020 Chemie Magazine 21


IN HET KORT o SDG 8 (waardig werk en economische groei) biedt ook chemiebedrijf voordelen. o Solvay: diversiteit helpt medewerkers én managers sneller leren. o Lubrizol: minder ziekteverzuim, meer innovatie door zelfsturing en opleiding.

Op welke SDG’s legt de chemie zich toe? Vierde deel van een serie: SDG 8, waardig werk en economische groei

SDG 8: WAARDIG WERK VOOR IEDEREEN

VRUCHTEN PLUKKEN VAN OPEN WERKCULTUUR Na de gewelddadige dood van de Afro-Amerikaanse George Floyd zijn er wereldwijd protesten tegen institutionele ongelijkheid. Wat kan een chemiebedrijf ertegen doen en wat levert het op? Zowel in ‘multicultureel’ Moerdijk als in ‘wit’ Delfzijl leidt het streven naar SDG 8 – waardig werk en economische groei – tot meer zeggenschap voor werknemers, meer opleidingsmogelijkheden en meer innovatie. Een open werkcultuur werpt haar vruchten af; voor de nieuwkomers én voor de oude garde. Vierde deel in een serie over de Sustainable Development Goals. Tekst: Klaartje Jaspers

22 Chemie Magazine juli/augustus 2020


Duurzaamheid

‘De juiste mentaliteit is net zo belangrijk als een diploma!’

SOLVAY

DIVERSITEIT LEIDT TOT DYNAMIEK

De fabriek stond er slecht bij toen Solvay (Moerdijk) die overnam, maar site manager Ton Dingemans zag de productiesnelheid in 4 jaar vervijfvoudigen. Het verbaast hem niet: in een mix met ervaring en enthousiasme, jong en oud, dertien verschillende nationaliteiten en steeds meer vrouwen leren de teamleden voortdurend van elkaar.

“T

H

oewel ze een demografische minderheid zijn, hebben witte mannen met een vertrouwde achternaam het in de meeste bedrijfstakken nog altijd voor het zeggen. Wie probeert daar een eind aan te maken, treft een omgeving vol ‘institutioneel racisme’ – ook in Nederland. Grootschalige rapporten bevestigen keer op keer wat individuele incidenten al suggereerden: lagere schooladviezen voor kinderen van het platteland of een onbekend land, onvindbare stageplekken voor studenten met meer melanine, minder salaris voor collega’s met een baarmoeder.

alent verdient altijd een kans. Hierbij is de juiste mentaliteit net zo belangrijk als een diploma! De chemie mist soms mensen omdat ze alleen maar op diploma’s gericht is, terwijl het niet meevalt op je 16e te bepalen waar je talenten liggen en wat voor werk je de rest van je leven wilt gaan doen”.

Talent ontwikkelen

Solvay’s site manager Ton Dingemans weet het uit ervaring: “Ik ben er zelf ook zonder diploma’s in gerold: ik was 20, en mocht met een gedegen leerplan als operator aan de slag. Als wij nu veelbelovende sollicitanten zien die net niet de juiste papieren hebben, bieden we een studiecontract als onderdeel van hun arbeidsovereenkomst. Gedegen kennis blijft de hoeksteen van ons bedrijf, maar 10 tot 15 procent van je nieuwe werknemers op deze manier een kans geven werkt positief.” Eenmaal binnen biedt Solvay werknemers een opleidingsplan met interne en

externe trainingen. “Kijk, we zitten hier naast een van de best betalende werkgevers van Nederland. Daar kunnen wij niet op concurreren. Maar wij bieden wel ontwikkelmogelijkheden: we hebben mensen die binnen een paar jaar opklimmen van product engineer tot product manager. We hebben ploegleiders van achter in de twintig die de hele fabriek runnen: een installatie van 50 miljoen euro. Dat is best een verantwoordelijkheid, maar daar testen we ze ook op.”

Vooruit denken

“Bij dit soort processen moet je vooruit durven denken. Vorig jaar heb ik tijdens haar stage een 23-jarige hbo-studente chemische technologie aangenomen. Ze heeft haar studie inmiddels cum laude afgerond en bij ons een vast contract getekend. Tijdens haar stage in de productie liet ze al zien dat ze dingen voor elkaar krijgt. Nu werkt ze apps uit, op voorstel van de operators. Die besparen ons veel tijd en maken ons steeds efficiënter.” “Zo’n 60 procent van de mensen hier is nog geen 35. In het managementteam hebben we twee jonge collega’s vanuit productie en supply chain en twee ervaren collega’s als technical manager en QHSE-manager. Die jonge managers brengen actiegerichtheid, de ervaren managers zorgen voor relativeringsvermogen en rust – al is het ook weleens andersom. Deze dynamiek zorgt dat we steeds beter worden, als groep en als individu.”

Geen uitzondering

Hoewel de Nederlandse industrie na de Tweede Wereldoorlog graag gebruikmaakte van gastarbeiders, en dus veel ervaring met nieuwe groepen zou moeten hebben, lijkt er weinig reden om aan te nemen dat de chemie hierop een uitzondering vormt. In 2017 publiceerde Dialogic Innovatie & Interactie in opdracht van de Topsector Chemie een Dashboard Onderwijs-Arbeidsmarkt, waarin gekeken werd naar data tussen 2014 en 2016. Daaruit bleek dat 83 procent van de werknemers in de chemische industrie in Nederland geboren werd uit ouders die op hun beurt ook in Nederland geboren waren. 14 procent van de werknemers had ten minste één ouder

die in het buitenland was geboren: 9 procent in een westers land, 5 procent in een niet-westers land. 81 procent van de werknemers identificeerde zich als man en 56 procent was ouder dan 45 jaar. Ter vergelijking: in die periode was het aandeel mensen met een recente migratieachtergrond op de totale populatie 21,4 procent, waarvan 9,5 procent uit een niet-westers land kwam. De beroepsbevolking bestond eind 2015 grofweg uit 4,8 miljoen mannen en ruim 4,1 miljoen vrouwen. Het landelijk percentage werknemers boven de 45 jaar was 46 procent. Als de chemische industrie hiervan een ahistorische

afspiegeling had willen zijn, had ze het percentage vrouwen en mensen met een niet-westerse achtergrond ongeveer moeten verdubbelen en een heleboel 45+’ers moeten vervangen door jongere werknemers. Hun zeggenschap had bovendien verdeeld moeten zijn over de hele organisatie: de werkvloer én de top.

Vertrouwde netwerken

Toegegeven: vrouwelijke operators bieden zich nog niet bij bosjes aan, en in het Hoge Noorden is het multicultureel talent lastiger te vinden dan in de Randstad. Toch constateren instituten als het Sociaal en Cultureel Planbureau dat ‘Mark’ e juli/augustus 2020 Chemie Magazine 23


‘Ongeveer een kwart van de mensen hier doet een opleiding naast zijn werk’

LUBRIZOL

‘IK HEB VOORLOPIG GEEN VACATURES’ We hebben nauwelijks verloop, constateert Lubrizol’s manufacturing manager Boelo Raske in Delfzijl. Werknemers waarderen de mogelijkheid hun roosters zelf in te delen. Daarnaast leiden hun vele opleidingsmogelijkheden tot extra motivatie, én aanzienlijke besparingen.

“O

vaker wordt uitgenodigd dan ‘Mohammed’, al sturen ze hetzelfde cv. Van een gelijk aantal uitnodigingen is pas sprake als de Mohammeds 2 jaar extra werkervaring hebben, meerdere afgeronde cursussen vermelden en hun motivatie uitgebreider toelichten, concludeerde het bureau 5 jaar later na een onderzoek naar de Haagse arbeidsmarkt. Voor sollicitanten met een Hindoestaanse achtergrond bleek het toevoegen van die accreditatie echter nauwelijks effect te hebben. Er zijn goede redenen te bedenken waarom je een cruciale baan liever geeft aan iemand die je vertrouwt dan aan een onbekende. Zelfs als die betere kwalificaties heeft, kan het prettig werken zijn met iemand die je enigszins kan voorspellen, iemand waarvan je weet op welke punten hij of zij je nog weleens onaangenaam kan gaan verrassen. Je kan je voorbereiden, je voelt je zeker. Maar ze mogen dan comfortabel zijn, vertrouwde netwerken leveren ook risico’s. Dat geldt ook voor SDG 8-doelstellingen als waardig werk voor iedereen en gelijke beloning voor gelijke arbeid. Zolang iedereen in zijn vertrouwde cirkel blijft werken en die cirkels vooral bestaan uit 24 Chemie Magazine juli/augustus 2020

ns team ziet er niet heel divers uit”, vertelt Raske gelijk. “We hebben 25 mensen, bijna allemaal uit Groningen en Drenthe, en bijna allemaal man. De jongste is 22, de oudsten zijn 65. Ze lijken allemaal heel tevreden, dus als we een diversere club zouden willen, hebben we wel een beetje een luxeprobleem: ik heb voorlopig geen vacatures. Maar ook áls ik een vacature voor een operator heb, krijg ik weinig keuze: we ontvangen meestal minder dan tien passende reacties, en die lijken toch allemaal een beetje op elkaar. Bij de diploma-uitreiking van de opleiding waar we mee samenwerken, zie je dat ook.”

Flexibel rooster

Een van de redenen dat mensen graag bij Lubrizol blijven werken, is het flexibele rooster, weet de manufacturing manager. Dat hebben niet veel bedrijven, terwijl dat het werk voor de medewerkers wel veel aantrekkelijker maakt. Het systeem is versneld ingevoerd toen de productie na de crisis van 2009 in allerijl

dezelfde dominante minderheid, lijkt kansengelijkheid voor buitenstaanders immers een illusie. Tenzij die cirkel zo hard groeit dat de grenzen oprekken.

Juist nu

Om dat te bereiken richt de VN zich bij het nastreven van SDG 8 op het bevorderen van ‘aanhoudende, inclusieve en duurzame economische groei, volledige en productieve werkgelegenheid’. Zowel bij Solvay in Moerdijk als bij Lubrizol in Delfzijl bleek de luistervaardigheid van de leidinggevenden de sleutel tot een van de belangrijkste ‘bijvangs-

weer opgeschroefd moest worden. Sindsdien ontwikkelden de operators zich tot een zelfsturend team: iedereen werkt gemiddeld 33,5 uur, maar ze bepalen onderling wie die nachtdienst neemt, wie het weekend pakt, etc. Met behulp van een Excelsheet dat een rood signaal geeft als een shift te weinig mensen of te weinig competenties heeft, regelen ze het bijvoorbeeld zo dat bepaalde mensen minder weekend- of nachtdiensten hoeven te draaien, of een tijdje parttime kunnen werken. Daardoor zijn ze veel duurzamer inzetbaar. Productiegroepen hebben geen supervisors meer nodig, het percentage overwerk is gehalveerd en het kortdurend verzuim is gedaald tot minder dan 1 procent. Tegelijkertijd helpt het systeem Lubrizol om veel effectiever gebruik te maken van de reservecapaciteit binnen de ploegen.

Bijscholing loont

Dat geeft Raske extra ruimte voor zijn andere troef: Lubrizol biedt zijn medewerkers volop kansen om een opleiding te volgen. “Ongeveer een kwart van de mensen hier doet een opleiding naast zijn werk, bijvoorbeeld een hbo-opleiding technische bedrijfskunde of human resources, een post-hbo-opleiding asset management, Vapro C of korte cursussen. Ze kunnen natuurlijk niet allemaal manager worden, en dat beloof ik ze ook niet. Toch levert het volgen van zo’n opleiding veel voordelen: ze zijn gemotiveerd en ze brengen nieuwe kennis binnen, wat weer tot verbeteringen leidt.”

ten’ van een open, inclusieve werkcultuur: innovatie. De corona-recessies maken SDG 8 momenteel lastig. Economische tegenslag leidt vaak tot minder diverse personeelsbestanden, waarschuwde hoogleraar Halleh Ghorashi eind juni in Trouw, terwijl Berenschot en Performa recent nog rapporteerden hoe die juist kunnen leiden tot meer winst. Willen bedrijven de crisis innovatiever uit komen, hun netwerk vergroten en een aantrekkelijke werkgever blijven voor nieuwe doelgroepen, dan zouden ze juist nu een actief diversiteitsbeleid moeten voeren. p


Worldwide regulatory support Verschillende landen, verschillende regels

Dit kan betrekking hebben op REACH en gerelateerde wetgeving buiten Europa, maar ook op andere regelgevingsterreinen zoals veiligheidsbladen, classificatie en etikettering, registraties van biociden, gewasbeschermingsmiddelen en fertilisers, ondersteuning bij regelgeving voor cosmetica en voedselcontactmaterialen (FCM). Met kantoren in 4 continenten en 14 landen en partners in veel andere landen, kunnen we wereldwijd nationaal ondersteuning bieden. Wetgeving is complex. Waarom zou u dat alles niet uitbesteden aan één deskundige partner? Uw lokaal contact in Nederland: Knoell NL B.V., Danny Haacke, mail: Wageningen@knoell.com

www.knoell.com

2020-08-03_Chemie Magazine_NL_A5quer_08_2020.indd 1

03.08.2020 16:24:01

Leading the way

Voor transport en distributie van gevaarlijke stoffen in bulk t. +31 (0) 15 213 59 11

4807338-LEE-Adv A5-v2.indd 1

e. leebv@vanderlee.nl

i. www.vanderlee.nl

23-07-18 11:59


3,4 MILJOEN 3 M PER JAAR FORSE AARDGASBESPARING VOOR COSUN BEET COMPANY

In het productieproces van suiker moet veel water worden verdampt. Cosun Beet Company (tot voor kort Suiker Unie geheten, zie kader) doet dit met zeer energie-efficiënte meertraps indampers. Maar ook met deze techniek blijft er nog restwarmte over, die in de condensor vernietigd wordt. Met het FlexTDR-concept zijn de condensorverliezen nu tot bijna nul beperkt. Na het doorlopen van een reeks processtappen voor het winnen en zuiveren van de suiker uit de suikerbiet, waarbij veel water moet worden verdampt, wordt een suikerbietensap verkregen, dunsap genoemd. Dit wordt in meertraps in-

26 Chemie Magazine juli/augustus 2020

dampers ingedikt tot een diksap met een gehalte aan droge stof van 70 procent. Meertraps indamping is een energieefficiënte technologie waarbij de procesdamp die ontstaat door indamping van suikersap gebruikt wordt als warmtebron voor de volgende indampingstap. Door het wisselende warmtegebruik van deze processen en variaties in het suikergehalte van het sap (door variaties in de bieten) blijft er na de laatste indampstap vaak warmte over in de vorm van damp. Deze werd vernietigd in een condensor, maar dankzij het Flex-TDR-concept (Thermische Damp Recompressie), dat in de suikerfabriek in Dinteloord is gerealiseerd, kan nu tot 74 ton stoom per

uur worden geproduceerd. Hiermee wordt het condensorverlies nagenoeg tot nul gereduceerd en bespaart The Beet Company 3,4 miljoen kubieke meter aardgas per jaar. Het concept bestaat uit de optimalisatie van de meertraps indampers én een slimme cascade-schakeling van vier stoom-ejecteurs met verschillende capaciteiten. De installatie is nu 3 jaar in gebruik en is intensief gemonitord en stap voor stap geoptimaliseerd door Cosun R&D en BlueTerra Energy Experts. Realisatie is mogelijk gemaakt met ondersteuning vanuit de DEI-regeling van de Topsector Energiesubsidie van het ministerie van EZK. p


Volgens CEO Paul Mesters past de nieuwe naam Cosun Beet Company beter bij de veranderingen die het suikerconcern de laatste jaren heeft ondergaan. Na het verdwijnen van de Europese suikerquotering opereert de Cosun Beet Company meer en meer op de Europese en wereldmarkt. “De nieuwe strategie en naam spelen in op veranderende consumentenbehoeften en nieuwe marktkansen.�

De Flex-TDR-installatie bij Suiker Unie Dinteloord in aanbouw.

FOTO: THE BEET COMPANY

Wetenswaardig

juli/augustus 2020 Chemie Magazine 27


IN HET KORT o Casystudy’s bij DSM, Nouryon en Huntsman naar potentie rotating packed beds. o Stap voorwaarts naar slimme, flexibele en continue productie-installaties. o Nieuwe richtlijnen voor het ontwerp en de procesparameters van RPB’s.

CASESTUDY’S TONEN MEERWAARDE VAN ‘ROTATING PACKED BEDS’

THE NEXT GENERATION

DSM, Nouryon en Huntsman onderzochten met de TU Dortmund en Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) de potentie van rotating packed beds. RPB-technologie biedt veel voordelen, zo bewijzen de casestudy’s. En er zijn nu nieuwe richtlijnen voor ontwerp en procesparameters van RPB’s. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

Uit de onderzoeken blijkt dat de technologie op basis van centrifugale krachten in potentie grote voordelen heeft ten opzichte van technologie die op zwaartekracht is gebaseerd 28 Chemie Magazine juli/augustus2020

De mobiele en flexibele apparaten bestaan uit ringvormige pakkingen die met hoge snelheid in een strakke behuizing draaien.


Technologie

PROCESINSTALLATIES

D

e kathedralen van de chemische industrie worden ze weleens genoemd: soms wel tientallen meters hoge destillatiekolommen voor het scheiden van mengsels van stoffen. Deze kolommen domineren al tientallen jaren het beeld van de chemische industrie in Europa. De zwaartekracht speelt in de processen in deze kolommen een essentiële rol. Dat kan op de lange termijn veranderen door de toepassing van procesapparatuur die op centrifugale krachten is gebaseerd. De afgelopen jaren is er in binnen- en buitenland al veel onderzoek geweest naar de werking hiervan. Het meest recente onderzoek, van 2016 tot 2020, werd uitgevoerd via een publiek-private samenwerking, gefinancierd via een TKI-toeslag en begeleid door het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT). Samen met de TU Dortmund (onderzoeksgroep van professor

NOURYON Górak) onderzochten drie VNCIleden in het ImPaCCT-project (Improved Process Performance by Process Intensification in Centrifugal Contactors) de potentie van deze technologie in drie industriële casestudy’s: DSM, Nouryon en Huntsman (zie kaders).

Richtlijnen

De eerste studie van ISPT, van 2012 tot 2016, richtte zich vooral op het potentieel van deze technologie voor de Europese chemische industrie. “De resultaten waren veelbelovend en reden om een vervolgonderzoek te starten”, zegt Geoffrey Schouten, program manager System Integration bij ISPT. Het belangrijkste resultaat van de nieuwste studie is dat er nu richtlijnen zijn opgesteld voor het ontwerp en de procesparameters van rotating packed beds (RPB’s). Deze mobiele en flexibele apparaten bestaan uit ringvormige pakkingen die met hoge snelheid in een strakke behuizing draaien. e

De vloeistoffen worden onder hoge G-krachten ‘geslingerd’ tot fijne druppeltjes en dunne lagen over de pakking. In die nevel en laagjes worden stoffen en warmte intensief overgedragen. Hierdoor kunnen chemische reacties, menging en scheiding gemakkelijker en efficiënter plaatsvinden.

‘RPB leidt tot een efficiënter chemisch proces’ Riaan Schmuhl, innovation program manager bij Nouryon, ziet ook voordelen bij de toepassing van RPB-technologie. Chemische processen hebben volgens hem vaak last van inefficiënte menging. Hierdoor is de hoeveelheid chemische stoffen die kan worden gemengd en verwerkt per batch beperkt. “Dit is met name het geval bij processen die bestaan uit snelle parallelle reacties, resulterend in de vorming van bijproduct en afval. Er zijn dan aanzienlijke inspanningen nodig om het product weer op specificatie te brengen”, aldus Schmuhl. De RPB-technologie intensiveert massaoverdracht door gravitatiekracht en zorgt ervoor dat de chemische reactie niet gelimiteerd wordt door de beperkte massaoverdracht. “Dat leidt al met al tot een efficiënter chemisch proces, waarvoor kleinere apparatuur en dus lagere investeringen nodig zijn.” Gaat Nouryon de technologie nu ook daadwerkelijk gebruiken? “Daar kunnen we nog niets over zeggen.” Geoffrey Schouten van ISPT begrijpt de terughoudendheid van de bedrijven: “Het is in potentie een veelbelovende technologie, maar er is meer onderzoek en opschaling nodig om de technologie volwassener te maken. Verder is het lastig om de huidige apparatuur te vervangen door RPB’s. De apparaten hebben andere afmetingen, doorvoersnelheden en volumes. Integratie in de huidige configuratie van een chemische fabriek blijft een uitdaging. Maar wij zijn nu wel weer een stap verder gekomen.” juli/augustus 2020 Chemie Magazine 29


HUNTSMAN ‘Richtlijnen helpen technologie volwassener te maken’ Huntsman voerde op de locatie in de Botlek meerdere experimenten op lab- en pilotschaal uit met verschillende RPB’s. Eén daarvan had de vorm van een ufo en stond op een driepoot. “Wij onderzochten aan de hand van chemische modelreacties onder meer hoe effectief deze apparaten stoffen en vloeistoffen mengen”, zegt Archie Eaglesham, process modelling manager bij Huntsman Polyurethanes. Het leidde tot meer inzicht in de effectiviteit van de apparaten. De experimenten toonden de voordelen aan die in eerder onderzoek al waren bevestigd. Ook leidde het tot meer kennis over de werking van de verschillende apparaten. “Bovendien hebben we nu richtlijnen voor het ontwerp en de procesparameters van RPB’s. Het helpt ons om de technologie volwassener te maken.” Tegelijkertijd liggen er nog vragen open. Zo blijven er volgens hem onzekerheden in het opschaalproces. De grootste uitdaging is dan ook om tot een full scale ontwerp te komen. “De technologie is nog in ontwikkeling, maar we hebben nu meer kennis opgedaan om de technologie naar een hoger TRL-niveau (technology readiness level – redactie) te brengen.” Volgens Eaglesham zal het waarschijnlijk 10 jaar duren voordat grootschalige toepassing in zicht komt.

Hierin worden vloeistoffen onder hoge G-krachten ‘geslingerd’ tot fijne druppeltjes en dunne lagen over de pakking. In die nevel en laagjes worden stoffen en warmte intensief overgedragen. Hierdoor kunnen chemische reacties, menging en scheiding gemakkelijker en efficiënter plaatsvinden. Uit de onderzoeken blijkt dat de technologie op basis van centrifugale krachten in potentie grote voordelen heeft ten opzichte van technologie die op zwaartekracht is gebaseerd. Zo neemt de kwaliteit en de zuiverheid van de producten toe, evenals de opbrengst. Ook de chemische reacties vinden sneller plaats door het kleine volume van de reactor. Chemiebedrijven hebben hierdoor minder ruimte nodig op hun bedrijfsterreinen. De reacties zijn bovendien beter te controleren door de snelle aan- en afvoer van stoffen. Bovendien liggen energiebesparingen en CO2-reducties in het verschiet.

Casestudy’s

Ondanks het grote potentieel van RPB’s, vele jaren van onderzoek en succesvolle toepassingen op pilotschaal, heeft de chemische industrie in Europa de technologie nog niet op industriële schaal ingevoerd. Dat heeft volgens de betrokken 30 Chemie Magazine juli/augustus2020

bedrijven meerdere redenen. Een van de belangrijkste redenen is dat bedrijven de technologie nog niet volwassen genoeg vinden. Hoewel er verschillende RPB-gerelateerde publicaties beschikbaar zijn, is er nog steeds een gebrek aan fundamenteel begrip van de technologie samen met hulpmiddelen die het conceptuele procesontwerp ondersteunen. Bovendien is er geen experimentele ervaring in de Europese procesindustrie. Daarom waren industriële casestudy’s noodzakelijk. De TU Dortmund voerde aan het begin van het project verschillende experimenten met RPB’s uit. Hier waren namelijk al drie apparaten op proefschaal beschikbaar. Bovendien stond de universiteit in Europa aan de basis van het onderzoek. Precies wat de industrie nodig heeft om de RPB-technologie op een hoger technology readiness level-niveau (TRL) te brengen. Een belangrijk doel van het project was om aan te tonen hoe de RPB-technologie de overgang naar de volgende generatie van slimme, flexibele, continue productie-installaties kan vergemakkelijken, met een superieure opbrengst, zuiverheid en kwaliteit van producten en een verbeterde productiviteit. p

DSM ‘Wij begrijpen de technologie nu nog beter’ DSM voerde op lab- en pilotschaal eveneens experimenten uit met de RBP-technologie met een door de leverancier beschikbaar gesteld apparaat. Dat heeft volgens Katarina Babic, separation technology expert bij DSM, samen met het onderzoek van de TU Dortmund en de andere deelnemers tot waardevolle kennis geleid voor toekomstige toepassingen. “Ik zie een bijzonder voordeel voor RPB-technologie in toepassingen waar het belangrijk is om de vloeistofstromen niet langdurig thermisch te belasten. Dat geldt ook voor toepassingen waarvoor corrosieve of op een andere manier schadelijke stoffen nodig zijn. Door de versterkte massaoverdracht en de kortere verblijftijden beperkt de RBP-technologie thermische degradatie van de producten tot een minimum. Denk bijvoorbeeld aan producten voor de voedingsmiddelenindustrie.” Bovendien zijn RPB’s kleiner dan conventionele destillatiekolommen, waardoor besparingen in kapitaaluitgaven mogelijk zijn. Door de lage vloeistofophoping in een RPB kan er ook veiliger met gevaarlijke stoffen worden omgegaan. De RPB-technologie gaat volgens haar zeker deel uitmaken van de gereedschapskist van scheidingstechnologieën binnen DSM. “Wij zullen de geschiktheid voor elke nieuwe toepassing evalueren. Deze evaluatie zal sneller en goedkoper zijn vanwege het uitstekende werk dat in het project is verricht. Wij begrijpen de technologie nu nog beter.”


ciality e p s d n a e Fin for chemicals dustries n i s u o i r a v

International Exhibition for Fine and Speciality Chemicals

Europe’s No 1 trade fair for the fine and speciality chemicals industry Chemspec Europe is the place to be: Find bespoke solutions & innovative substances for your enterprise and take your networking to the next level • custom synthesis

• colourants & dyestuffs

• plastics additives

• pharmaceuticals

• flavours & fragrances

• cosmetics

• fine chemicals

• green chemicals

• polymers

• chemical intermediates

• surfactants

• agrochemicals

• household & industrial cleaning

• petrochemicals

Agrochemical Lecture Theatre

• adhesives & sealants

• biocatalysts

• electronic chemicals

Chemspec Careers Clinic

• paints & coatings

• bio-based chemicals

• and much more

Pharma Lecture Theatre

Top conferences and workshops offer valuable insights into ongoing R&D projects!

Regulatory Services Lecture Theatre RSC Lecture Theatre Innovative Start-ups

www.chemspeceurope.com

Organisers:


32 Chemie Magazine juli/augustus 2020


Human capital

Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die een chemieopleiding hebben gedaan en nu in de chemie werken.

1

Aan welke consumentenproducten lever jij een bijdrage? Dat is ingewikkeld, want wij maken hydrotalcieten, magnesiumaluminiumverbindingen, en dat zijn halffabricaten. Ze worden vooral gebruikt in de plasticindustrie voor betere hittestabiliteit en het afvangen van verontreinigingen in het plastic tijdens de productie. Een van de hot topics is dat ons product gebruikt wordt voor mondkapjes, zodat het plastic langer meegaat. Daar zie je niets van, maar het zit er wel in. Ik werk op de research- en developmentafdeling van Kisuma Chemicals aan producten die nog niet bestaan. Daarbij pas ik ons huidige product chemisch zo aan dat het ook andere toepassingen krijgt. Denk aan een anticorrosieve werking in coatings, zodat de lak van auto’s langer meegaat. Ook test ik die producten op hun eigenschappen, in overleg met potentiële klanten en partners. Het liefst werken we namelijk aan innovaties die uit de markt gevraagd worden. Een deel van mijn dag bestaat dus uit het maken van product, en een deel uit het analyseren daarvan.

DAVID HALBERSTADT

RESEARCH TECHNICIAN BIJ KISUMA CHEMICALS

DE DIVERSITEIT VAN MIJN WERK HOUDT ME GEMOTIVEERD

2

Een gefaalde studie bouwkunde en geestdodende bijbaantjes leerden David Halberstadt dat hij mag falen – én om hulp mag vragen. Bij Kisuma Chemicals profiteert hij van die onbedoeld opgedane inzichten. En vermaakt hij zich prima: “Ben ik bezig, dan kan het zo een paar uur uitlopen.” Tekst: Inge Janse

FOTO’S: HENK VEENSTR A

Wat vertel jij je kinderen als zij vragen wat voor werk je doet? Ik heb een zoon van bijna een half jaar. Is hij ouder, dan vertel ik dat ik in de chemie werk aan het op heel kleine schaal maken van nieuwe producten. Zitten we aan de ontbijttafel, dan pak ik het zout erbij en zeg: “Kijk, nu is het zout, maar ik verander het, zodat het nieuwe eigenschappen krijgt en je het kunt gebruiken om speelgoed van te maken dat langer meegaat.” Dat veranderen doe ik echt met mijn handen, dus opwarmen, afkoelen en filteren. Daarna bekijk ik wat ik gemaakt heb. Hoeveel deeltjes zijn er, hoe zien ze eruit en hoe gedragen ze zich?

3

Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Ik groeide op in Wapse, een klein dorpje in Drenthe. Het gymnasium in Meppel doorliep ik redelijk makkelijk. Daarna koos ik e juli/augustus 2020 Chemie Magazine 33


‘Ik synthetiseer en analyseer nieuwe materialen en ben soms betrokken bij opschaling van productieprocessen, superleuk’ NAAM David Halberstadt. LEEFTIJD 26 jaar. WOONPLAATS Assen. HUWELIJKSE STAAT Getrouwd. KINDEREN Een zoon (bijna een half jaar), Daan OPLEIDINGEN Hbo chemie (Hanzehogeschool Groningen, 20142018), bouwkunde (TU Delft, 2011-2012), gymnasium (Stad & Esch Zuideinde Meppel, 2005-2011). NEVENACTIVITEITEN Geen. WERKGEVERS Research technician bij Kisuma Chemicals (2018heden), diverse bijbanen (2012-2014).

voor bouwkunde op de TU Delft, maar dat paste niet bij mij. De focus lag op creatief design, en daar denk ik veel te functioneel en technisch voor na. Na een half jaar stopte ik. Dat was een zwaar moment. Ik durfde het niet goed tegen mijn ouders te vertellen, want het voelde alsof ik voor het eerst faalde. Maar ik moest wel, want mijn ouders kregen een brief dat ik geen studiepunten had gehaald en van de studie werd geschopt (lacht). Terug bij mijn ouders zeiden zij: “Je gaat of studeren of werken, maar in ieder geval niet niets doen.” “Dan ga ik wel werken”, zei ik. Via uitzendbureaus heb ik 2,5 jaar allemaal baantjes aangenomen, het maakte me niet uit wat het was. Orderpicken in een vriescel, fruit uitzoeken en verpakken, groente snijden voor pakketten en boomstammen tot balken zagen in een houtzagerij. Bij dat laatste had ik mijn turning point: ga ik dít de komende 50 jaar nog doen? Daarom besloot ik om weer te gaan studeren. Ik koos voor hbo 34 Chemie Magazine juli/augustus

chemie in Groningen. Deels omdat ik op de middelbare school de bètavakken leuk vond, met scheikunde als favoriet, deels omdat het niet te theoretisch moest blijven. Eind 2018 was ik klaar. Ik had toen stage gelopen bij Kisuma en kon hier gelijk blijven werken als research technician. Dat was een makkelijke keuze, want ik wilde graag aan het werk en had het hier naar mijn zin.

4

Wat zou je je jongere zelf nu adviseren? Durf wat meer hulp te vragen, het is niet erg als ik er niet zelf uitkom. Een keertje falen is ook niet zo’n probleem, daar leer ik alleen maar van. Iets niet weten vond ik vroeger een zwaktebod, iets vragen was toegeven dat ik het niet wist. Kwam ik op de middelbare school niet uit een som, dan bleef ik net zo lang rekenen tot ik er wél uit kwam. Terwijl ik de methode ook gewoon aan een docent kon vragen. Ik heb het vragen stellen geleerd tijdens mijn werk tussen de twee studies in. Daar ontkwam ik er niet aan, want sommige dingen kon ik gewoon niet weten. Ik mocht niet een hele dag naast een apparaat staan dat het niet deed omdat ik het zelf wilde fiksen. Bij die bijbanen heb ik bovendien geleerd om door te zetten als werk even niet leuk is.

5

Wat levert je werk je op? Collega’s zijn voor mij verreweg het allerbelangrijkst van mijn werk. Als ik leuke collega’s heb, dan maakt het niet zoveel uit wat ik doe. En ik heb hier héél leuke collega’s. Een beetje flauwe grappen maken, kaarten in de pauze, prettig samenwerken, overleggen in een open omgeving. Met een stuk of vijf speel ik ook graag maandelijks bordspellen, zoals Catan, Evolution en de Legen-

den van Andor. Een aantal collega’s beschouw ik als echte vrienden. Dat heeft mijn werk dus ook opgeleverd. Verder houdt de diversiteit van mijn werk me gemotiveerd. Ik synthetiseer nieuwe materialen en analyseer deze, maar soms ben ik ook betrokken bij een opschaling van productieprocessen, wat ik superleuk vind. Verder ga ik bij andere bedrijven op bezoek om te kijken wat zij doen en hoe we kunnen samenwerken. Door al die verschillende dingen vermaak ik me uitstekend. Ben ik bezig, dan kan het zo een paar uur uitlopen, vooral toen mijn kind er nog niet was. Oh ja, misschien moet ik ook een keer naar huis, denk ik dan, maar ik wil het ook graag afmaken. Ik ben dus vooral heel erg blij met waar ik nu werk. Geld is niet belangrijk, maar ik wil wél leuke dingen doen, een huis hebben en uit eten kunnen. En het is superfijn dat ik met mijn werk mijn gezin kan onderhouden. Voor iemand die net begint met werken, verdien ik niet slecht.

6

Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Ik probeer altijd bescheiden te zijn. Moet ik echt iets zeggen? Ik werd tijdens mijn studie gekozen om mee te gaan op uitwisseling naar Belgorod in Rusland. Daar liep een project met nieuwe labapparatuur waar ik een week aan mee mocht werken. De Russen waren ook een week bij ons. Dat was een hele ervaring. Wat me het meest ervan bijstaat, is het verschil in cultuur. Het was daar veel meer hiërarchisch. Mensen die de baas zijn, zijn ook écht de baas, en de mensen daaronder hebben een nederige houding. Mijn vrouw, die ik in het eerste jaar heb ontmoet, wilde ook heel graag mee, maar zij


Human capital

werd niet uitgekozen. Dat voelde wel lullig.

7

Als je iets zou mogen veranderen aan je baan, wat zou dat zijn? Ik ben heel tevreden met de kant die mijn werk op gaat. Mijn functie ontwikkelt zich en ik krijg steeds meer taken en verantwoordelijkheden. Ik ben bijvoorbeeld mentor van de nieuwe research technician en mijn focus verschuift zich naar het werk op grote schaal. Dat zorgt voor weer wat meer diversiteit. Natuurlijk zijn er soms taken die ik minder leuk vind. Wil een klant veel van ons product in handen krijgen, dan kan mijn werk een paar weken wat repetitiever zijn. Maar door mijn werk bij de houtzagerij ligt repetitief werk mij uitstekend (lacht).

8

Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Dan zou ik betaald bordspellen willen testen. Ik weet niet of die functie echt bestaat, zo serieus heb ik die gedachte nooit genomen. Het lijkt me gewoon heel erg tof om prototypes van spellen te spelen en daar reviews over te schrijven. Spellen zijn mijn grootste hobby, daar ben ik de meeste tijd aan kwijt. Ik denk niet dat ik bordspellen ooit zat zal zijn. Maar ik heb het hier super naar mijn zin, dus ik denk dat ik hier nog lange tijd blijf. Hopelijk blijft mijn werk min of meer hetzelfde: veel praktische klussen, zowel op kleine als op grote schaal, bezig zijn met nieuwe producten op de markt krijgen. Ik wil ook graag het hele proces doorlopen om vanuit niets iets te creëren. Zo’n nieuw product naar productieschaal in de fabriek brengen is een super interessant proces van jaren. Ik hoop daar betrokken bij te blijven. p

?

WIE IS DAVID NAAST ZIJN WERK?

Hoewel bordspellen de grootste hobby zijn van David, speelt ook volleybal een belangrijke rol in zijn leven. “Dat doe ik al heel lang en ik ben ook zeker niet van plan ermee te stoppen. Ik heb ooit bij een talententeam gespeeld, maar toen werd al snel duidelijk dat ik niet de beste was. Nu hoef ik niet meer te bewijzen dat ik op superhoog niveau kan spelen. Ik doe het vooral voor mijn plezier.”

David Halberstadt: ‘Mijn functie ontwikkelt zich en ik krijg steeds meer taken en verantwoordelijkheden.’

juli/augustus 2020 Chemie Magazine 35


Verkoop stoom- en warmwaterketels

Eco Steam Trading & Consultancy bv

www.eco-steamandheating.com +31 (0)13 583 94 40 | info@eco-steamandheating.com


IN HET KORT o De nieuwe Omgevingwet gaat naar verwachting op 1 januari 2022 in. o Belangrijke verandering: het externe veiligheidsbeleid wordt effectgericht beleid. o Ook decentralisering bevoegdheden heeft mogelijk gevolgen voor chemie.

Wetgeving

OMGEVINGSWET INTEGREERT ALLE REGELS OVER FYSIEKE LEEFOMGEVING

Terwijl de coronacrisis en de uitwerking van het Klimaatakkoord het nieuws domineren, ontwikkelt zich op de achtergrond een andere belangrijke gebeurtenis die voor de (chemische) industrie niet zonder gevolgen zal zijn: het in werking treden van de Omgevingswet op 1 januari 2022. Met name op het gebied van de externe veiligheid zijn de veranderingen ingrijpend. Tekst: Jos Roosen

26

wetten op het gebied van onder meer milieu, geluid, water, natuur, bodembescherming en ruimtelijke ordening: in de Omgevingswet komen alle huidige regels over de fysieke leefomgeving samen en gaan erin op. Het is veel meer dan een bundeling met een nietje erdoor, omdat de wetten ook werkelijk geïntegreerd zijn en de uitgangspunten, normen en begrippen in elkaar geweven zijn. Met één wet, vier besluiten en één ministeriële regeling staan dan alle regels over de fysieke leefomgeving bij elkaar. Het casco van de Omgevingswet werd in 2016 door de Tweede Kamer aangenomen, maar een aantal onderwerpen zat daar nog niet in, zoals de regels voor bodem, natuur, grondeigendom en geluid. Via aparte wetten die, eenmaal aangenomen, naadloos in het casco passen is de wet de afgelopen jaren daarmee uitgebreid. Ook de overgang van het bestaande naar het nieuwe systeem is zo geregeld, via een zogeheten Invoeringswet. Vanzelfsprekend komen er steeds nieuwe wijzigingen bij, als gevolg van nieuwe ontwikkelingen. Naast de vernieuwde regelgeving komt er ook een

Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Hierin wordt geregeld dat er digitaal gecommuniceerd kan worden en alle informatie digitaal beschikbaar komt. De bedoeling is dat alle informatie over de fysieke leefomgeving makkelijk, met één muisklik op de kaart van Nederland te vinden is. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is een aantal keren uitgesteld omdat bij de overgang alles wat nu geldt (het basissysteem) moet zijn overgebracht en klaar moet zijn en het DSO moet functioneren. De verwachting is nu dat de wet over 1,5 jaar, op 1 januari 2022, in werking treedt.

Veranderingen

Met de geconsolideerde teksten (zie kader), waarin alle tussentijdse wijzigingen zijn verwerkt, is het voor bedrijven nu eenvoudiger om een beeld te krijgen van de veranderingen waar ze mee te maken krijgen. Dan gaat het met name om de regels in de besluiten, het zogeheten Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), dat het Activiteitenbesluit vervangt, en het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), met de eisen voor vergunningen en omgevingsveiligheid. Formeel verandert er op de ingangsdatum voor e juli/augustus 2020 Chemie Magazine 37

FOT YO: ANP

EEN INGRIJPENDE VERANDERING


De zes instrumenten van de Omgevingswet.

bedrijven niets. Verleende vergunningen krijgen een andere naam en aanvragen van vóór de inwerkingtreding worden nog onder het huidige stelsel afgehandeld. Het uitgangspunt is dat er beleidsneutraal zou worden gewerkt, maar dat pakt voor de chemische industrie anders uit, vooral bij het omgevingsveiligheidsbeleid. Het externe veiligheidsbeleid, dat nu nog werkt met

WELKE SPECIFIEKE REGELS ZIJN VOOR WELKE ACTIVITEIT VAN TOEPASSING?

De geconsolideerde versies van de wet, de besluiten en de ministeriële regeling met hun toelichtingen zijn te vinden op: https://bit.ly/30rrmpc. Het verdient aanbeveling eerst de systematiek van de besluiten te kennen voor te gaan grasduinen en te beoordelen welke regels gelden. De algemene regels voor activiteiten staan in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). De richtingaanwijzer in hoofdstuk 3 geeft aan welke specifieke regels voor welke activiteit van toepassing zijn. Het is dus zaak daar eerst te kijken om welke bedrijfsactiviteiten het gaat (koeltoren, stookinstallatie, opslag). Daarnaast is er voor bedrijven met veel activiteiten binnen één complex (een IPPC-installatie of BRZO-inrichting) de activiteit Complexe bedrijven (afd. 3.3). Hoofdstuk 3 wijst aan welke regels gelden. Die regels staan vervolgens in hoofdstuk 4 of een van de modules (energie, ZZS, PRTR, bodem). 38 Chemie Magazine juli/augustus2020

risicocontouren, gaat over naar een effectgericht beleid. En dat is een ingrijpende verandering. De kans dat een incident zich voordoet speelt dan nog nauwelijks een rol, is zo goed als nul. Alleen het effect van bijvoorbeeld een explosie wordt bepalend. Ook de verschuiving van bevoegdheden naar decentrale overheden kan de chemie raken. Het bevoegd gezag voor de vergunning verandert voor de chemiebedrijven die onder de IED- (Industrial Emission Directive) of Seveso-richtlijn vallen niet. Dat blijft globaal gesproken bij de provincie. De decentrale overheden krijgen echter wel meer afwegingsruimte voor het stellen van kwaliteitsnormen op milieugebied. Dat kan voor onderwerpen die het Rijk niet langer regelt: geur, trillingen en geluid. Voor bijvoorbeeld lucht en water kunnen er decentraal regels komen zolang die binnen de instructie blijven die het Rijk hiervoor geeft. Dit alles zal zich vertalen in de Omgevingsplannen die de gemeenten moeten maken. Daarin komen alle deelbestemmingsplannen, structuurplannen, regels over externe veiligheid, lucht, geluid, fiets- en wandelroutes, het kappen van bomen, etc. Het geheel vormt dan één integraal Omgevingsplan. Eerst schrijven gemeenten daarvoor een visie met strategische doelen die medebepalend is voor het te maken plan. Bij de totstandkoming van die regionale ontwikkelingen is betrokkenheid van bedrijven in hun eigen belang onmisbaar. p


Wil jij werken aan een veiligere procesindustrie?

Volg dan de opleiding Procesveiligheid! Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan nu de opleiding Procesveiligheid. Tijdens de opleiding behandelen we natuurlijk de procesveiligheid, maar ook de organisatie en uitvoering van grote projecten in de chemische procesindustrie.

Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Procesveiligheid • Uitvoering grote projecten/turn arounds • Procestechnologie en installaties • Externe veiligheid/BRZO/PGS6 • Processchema’s, P&ID’s • Kwalificeren en kwantificeren van risico’s • Mechanische veiligheid, PED • Explosies • Maintenance • Consequentie kwantificering (QRA, Safeti) • Instrumentele beveiliging

• Gevaarlijke stoffen • Incidentenonderzoek • ATEX

Data: 25 maart, 1, 15, 22 april, 27 mei, 3 en 10 juni

Schrijf je snel in, deze opleiding zit altijd snel vol!

en het tentamen is gepland op 24 juni 2021.

T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl

PHOV_200802_Adv_Procesveiligheid_Chemie_185x130_01_wt.indd 1

04-08-20 12:56

BOEKEL CHEMICAL REPACKAGING Wat kan Boekel Chemical Repackaging voor u: • Vermalen van granulaten en poeders • Schedderen van bijvoorbeeld kunstharsen • Ompakken/verpakken van 0,1 kg tot 1.000 kg • Verpakken in open-top, ventiel- zakken, drums,dozen en bigbags

• Zeven • Mengen/verpakken • Meedenken in oplossen van calamiteiten in of met materiaal of een combinatie van deze activiteiten

BOEKELCHEMICAL.NL

Boekel Chemical Repackaging bv Dommelstraat 49 • 5347 JK Oss • t 0412 651151 • f 0412 651765 • info@boekelchemical.nl


Op het terrein van Yara Sluiskil zijn dit jaar maar liefst zes jonge torenvalken uitgevlogen. Onder goede omstandigheden leggen torenvalken normaal gesproken vijf tot zes eieren. Het is bijzonder nu ook alle zes de jongen gezond en wel het nest hebben verlaten. Hoofdoperator en vogelliefhebber Hamid ontdekte het nest tijdens een controleronde over de fabriek. “Torenvalken en slechtvalken maken meestal een nest in de hijsgaten van de absorptiekolommen van de fabrieken of op de ketels van de centrale. Wij zien ze ieder voorjaar terugkomen, maar zes tegelijk heb ik nog nooit eerder gezien.” Yara is in 2014 gestart met het project tijdelijke natuur. Ecoloog Alex Wieland vindt de torenvalken een mooi resultaat van de inspanningen om de biodiversiteit te vergroten. “De jonge torenvalkjes worden

Vijf jonge torenvalkjes kijken hoe het zesde uitvliegt.

40 Chemie Magazine juli/augustus 2020

vooral gevoed met muizen. Die waren er schijnbaar voldoende te vinden dit jaar. Yara treft op en rondom haar terreinen maatregelen die de natuur ten goede komen. Zo worden er voor diersoorten nest- en schuilvoorzieningen geplaatst. Op bedrijventerreinen zijn soms verrassende diersoorten te vinden die zich hier vaak bijzonder goed thuis voelen. Ondanks de bedrijfsmatige activiteiten zijn bedrijventerreinen relatief rustig, wat torenvalken waarderen. De torenvalken helpen Yara op hun beurt om op een natuurlijke wijze plaagdieren onder controle te houden.” Naast de torenvalken lopen en vliegen er nog veel meer beesten op en rond het terrein. Zo helpt de slechtvalk die regelmatig op het terrein van Yara broedt mee om het duivenbestand op een natuurlijke manier binnen de perken te houden. p


Yara is in 2014 gestart met het project tijdelijke natuur.

juli/augustus 2020 Chemie Magazine 41

FOTO: YAR A

Uitgelicht


IN HET KORT o Cumeensite in Terneuzen vormt belangrijke schakel in epoxyketen van Olin. o Olin verwacht groeiende vraag naar epoxy, met name als toepassing in windturbines. o Capaciteit in Terneuzen is voldoende om toekomstige groeiplannen te ondersteunen.

CUMEENFABRIEK OLIN IN TERNEUZEN ONMISBAAR IN EPOXYKETEN

ZEER FLEXIBEL EN BETROUWBAAR

FOTO: SHUT TERSTOCK

In 2015 nam Olin Corporation de wereldwijde chlooralkali-business, inclusief de epoxybusiness, van Dow over. Onderdeel daarvan was de cumeenfabriek in Terneuzen. Die vormt in Europa een onmisbare schakel in de productie van epoxy, toegepast in onder meer industriĂŤle vloeren en windturbines. Tekst: Igor Znidarsic

De grote druk- en treksterkte en de vloeistofdichtheid maken epoxy uitermate geschikt voor vloeren in productiehallen, magazijnen en parkeergarages.

42 Chemie Magazine juli/augustus2020


VNCI-lid

T

raditioneel herbergde het Industry Park Terneuzen één bedrijf: Dow. Daar kwam in 2010 het van Dow afgesplitste Styron Netherlands bij, dat onder meer de grondstof styreen en technische thermoplasten, synthetisch rubber en latex produceert en sinds 2015 Trinseo heet. In hetzelfde jaar nam het Amerikaanse Olin de wereldwijde epoxybusiness van Dow over, waaronder de cumeenfabriek in Terneuzen. Cumeen (isopropylbenzeen) is een onmisbare schakel in de epoxyketen. In Terneuzen begint die keten met de omzetting van benzeen en propyleen in cumeen. De cumeen wordt vervolgens in Antwerpen omgezet in fenol en aceton, om er uiteindelijk in het Duitse Stade de basis voor epoxy van te maken. Epoxy is een thermohardende kunststof. De grote druk- en treksterkte en de vloeistofdichtheid maken het harde materiaal uitermate geschikt als coating voor vloeren in productiehallen, parkeergarages, fabrieken en magazijnen. In combinatie met glas- of koolstofvezel ontstaat licht en sterk en weerbestendig composiet, onder andere toegepast in windturbines. Daarnaast is epoxy de basis voor coa-

tings en epoxylijmen, onder meer voor elektronica (printplaten). Verder worden er grades geproduceerd voor auto-onderdelen (de lichtgewicht componenten ter vervanging van metaal zorgen voor een lager brandstofverbruik), bescherming van bekabeling en gasflessen voor waterstof. “Alleen al Olin kent een driehonderdtal verschillende grades epoxy’s”, zegt Werner Tak, production leader van de cumeenfabriek.

Operators

De cumeenfabriek telt maar één Olin-medewerker: site leader Tak. De fabriek werd namelijk gerund door buurman Trinseo, en die situatie is na de overname door Olin blijven bestaan. Tak: “De cumeenplant staat naast twee andere fabrieken waarvan de technologie vrijwel identiek is. Vanwege de effectiviteit heeft Trinseo deze fabrieken daarom altijd met eenzelfde groep operators, engineers en onderhoudsmonteurs geopereerd. Mensen kunnen wisselend worden ingezet, afhankelijk van prioriteit. Als je die organisatie opsplitst, verlies je die effectiviteit, daarom hebben wij dat zo gelaten.” De fabriek is ook op andere gebieden sterk verbonden met de locatie. e

OLIN CORPORATION

In 1892 werden twee bedrijven opgericht: Olin Corporation in Illinois, leverancier van blasting powder (poeder met natriumnitraat voor het opblazen van zachte materialen, bijvoorbeeld in kolenmijnen), en Mathieson Chemical Corporation in Saltville, Virginia, producent van natriumcarbonaat. De laatste bouwde in 1896 de eerste chlooralkali-plant in de VS. In 1931 lijfde Olin Winchester in, toonaangevend fabrikant van munitie in de VS, en in 1954 verwierf Olin het inmiddels gegroeide Mathieson Chemical Corporation, waarna diverse uitbreidingen en consolidaties volgden, wat leidde tot de businessunits Olin Chlor Alkali Products & Vinyls en Olin Epoxy. Anno 2020 is Olin de grootste chloor- en epoxyproducent ter wereld, met zesduizend werknemers in meer dan twintig landen. Europa telt meer dan zeshonderd medewerkers, in onder meer Duitsland (Stade, Rheinmünster en Baltringen) en (de hak van) Italië. Verder zijn er vestigingen in ZuidKorea, China, VS en Brazilië. In 2015 nam Olin de Noord-Amerikaanse chlooralkali-activiteiten en de wereldwijde epoxybusiness (onder de naam Blue Cube) over van Dow. Zodoende werd Blue Cube Netherlands in Terneuzen, feitelijk de cumeenfabriek op het Industry Park, een volledige dochteronderneming van Olin. Daarnaast heeft Olin een kantoor in het centrum van Terneuzen met 25 werknemers, die grotendeels ook voor andere Olin-vestigingen in Europa, het Midden-Oosten en Afrika (EMEA) werken. De cumeenfabriek (links) op het Industry Park Terneuzen.

FOTO: ISPT

‘De verwachting is dat de vraag naar epoxy zal groeien, met name als toepassing in windturbines’

juli/augustus 2020 Chemie Magazine 43


WINDTURBINE

Zo maakt Olin gebruik van de opslagtanks van Dow en valt de fabriek onder de milieuvergunning voor het hele Industry Park. De cumeenfabriek is 42 jaar geleden gebouwd “voor de continuïteit van het krakerproces”, aldus Tak. “De plant kan lagere kwaliteiten propyleen verwerken. Op het moment dat een van de Dow-krakers een hick up heeft, en dit leidt tot mindere kwaliteit propyleen, dan kan de cumeenfabriek die verwerken en hoeft de productie van de krakers niet te worden gereduceerd. Behalve 2015 was volgens Tak ook 2002 een belangrijk jaar. “Daarvoor werd een katalysator op basis van fosforzuur gebruikt, maar die is toen vervangen door zeoliet. Dat gaf een verhoging van de capaciteit, opbrengst en betrouwbaarheid, en je vermijdt de nadelen van het gebruik van zuren, zoals corrosie.”

Coronacrisis

Dat Olin de hele epoxyketen in eigen beheer heeft, vanaf de productie van cumeen tot en met de specialties, biedt het bedrijf de nodige voordelen. “Deze back-integration 44 Chemie Magazine juli/augustus2020

FOTO: SHUT TERSTOCK

Een windturbinewiek bestaat uit composiet, voornamelijk een combinatie van epoxyhars versterkt met glas- of koolstofvezels. Ook de coating kan uit epoxy bestaan. De epoxysystemen van Olin maken enkele van ‘s werelds langste turbinewieken mogelijk, die op hun beurt meer energie produceren dan traditionele turbinewieken.

van onze cumeenplant levert strategisch financiële voordelen op”, aldus Tak. “Daarbij is de verwachting dat de vraag naar epoxy zal groeien, met name als toepassing in windturbines.” De capaciteit van de cumeensite in Terneuzen, die volgens Tak zeer flexibel en betrouwbaar is, is voldoende om toekomstige groeiplannen te ondersteunen. Ondanks de coronacrisis waren de volumes volgens Tak tot half mei goed tot bovengemiddeld. “De plant in de VS die fenol en aceton produceert, draait nu zelfs maximaal – vanwege de grote vraag naar aceton, nodig voor de productie van propylalcohol, dat gebruikt wordt als desinfectiemiddel.” Een uitdaging die de coronacrisis bracht was dat raffinaderijen minder produceerden vanwege de gedaalde vraag naar brandstoffen. “Daardoor was refinery grade propyleen moeilijker beschikbaar. Om die reden moesten we ons proces wat aanpassen, zodat we de propaan intern in circulatie konden houden. Het is gelukt om de fabriek draaiende te houden met bijna geen verse propaantoevoer. Petje af voor Trinseo.” p

EPOXYVLOER

Een epoxyvloer wordt vloeibaar aangebracht op een draagoppervlak. Na uitharding heeft het materiaal een druk- en treksterkte tot wel twee keer dat van beton. Het is daarmee uitermate geschikt voor garages, laboratoria, ziekenhuizen of werkplaatsen. De vloer heeft een gladde toplaag die zeer onderhoudsvriendelijk is. Het materiaal is bestand tegen diverse vormen van schade, is slijtvast, stoot vuil af en is bestand tegen vloeistof.

ENERGIEBESPARING

De verplichting van de Nederlandse energieintensieve industrie om 9 petajoule aan extra energiebesparingen te realiseren is ook van toepassing op het Industry Park Terneuzen. De target voor het park is verdeeld over de aanwezige bedrijven: Dow, Trinseo en Olin. Tak: “We hebben voorstudies gedaan naar twee projecten, onder andere op het gebied van stoomreductie. Het idee is om met een warmtepomp relatief koude gasstroom van een destillatiekolom te comprimeren en te gebruiken als warmtebron voor een andere destillatiekolom.” Wereldwijd heeft Olin tientallen initiatieven lopen om de duurzaamheidsdoelstellingen te behalen.


Milieu en Omgevings­ vergunning vergt kennis m­tech is gespecialiseerd in : – – – – – – – – – – – – Nederland

België

Roermond Produktieweg 1g 6045 JC Roermond

Gent Hasselt Namen Brussel Esplanade 1 bus 16 Industrieweg 118 / 4 Maastrichtersteenweg 210 Route de Hannut 55 9032 Gent 3500 Hasselt 5004 Namur 1020 Brussel

T +31 475 420 191 T +32 2 734 02 65 T +32 9 216 80 00 info@m-tech-nederland.nl info@m-tech.be info@m-tech.be

T +32 11 223 240 info@m-tech.be

Omgevingsvergunningen Managementsystemen Veiligheidsrapportages en -studies Milieueffectrapportages en -studies Ruimtelijke ordening Waterwet IPPC ADR-regelgeving Afval- en bodemwetgeving Geluid, geur, luchtkwaliteit, stikstofdepositie Bestuursrechtelijke procedures Natuurbescherming

T +32 81 226 082 info@m-tech.be

www.m-tech-nederland.nl m-tech_2020_scm_180x132.indd 1

Veilig werken met VAPRO

10/01/20 11:37

VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.

Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl

VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES

11/01/17 09:36


IN HET KORT o Mengend Nederland: samenwerking NVZ, NAV, VLK en VVVF. o Platform voor duurzame en veilige productie en verantwoord gebruik van: desinfectie- en reinigingsmiddelen, spuitbussen, lijmen en kitten, verf en drukinkt.

VIER BRANCHEORGANISATIES WERKEN SAMEN IN MENGEND NEDERLAND

‘WE WERKEN ALS EEN PLATFORM’ De brancheorganisaties voor desinfectie- en reinigingsmiddelen (NVZ), spuitbussen (NAV), lijmen en kitten (VLK) en verf en drukinkt (VVVF) zijn een samenwerkingsverband aangegaan onder de naam Mengend Nederland. Ze slaan de handen ineen voor duurzame en veilige productie in Nederland en voor verantwoord gebruik van hun producten. Tekst: Igor Znidarsic

D

e eindmarkten van de brancheorganisaties NVZ (desinfectie- en reinigingsmiddelen), NAV (spuitbussen), VLK (lijmen en kitten) en VVVF (verf en drukinkt) verschillen, maar de aangesloten lidbedrijven hebben een belangrijk gemeenschappelijk aspect: ze leveren en/of fabriceren hoogwaardige, innovatieve producten door middel van roeren, mixen, ofwel mengen van ingrediënten. Vandaar dat voor het recent bekendgemaakte samenwerkingsverband de naam Mengend Nederland is gekozen. “Er bestaat al jaren een heel goede samenwerking tussen de vier verenigingen, op diverse dossiers, en dit is de volgende stap daarin”, zegt Hans Razenberg, directeur van de NVZ. Jaitske Feenstra, directeur van de VVVF en secretaris van de VLK, vult aan: “Wij hebben een heel goede klik met de NVZ en de NAV. De VVVF en de VLK hebben recent een nieuw, ambitieus team gekregen dat stappen wil maken, en dat heeft geleid tot een versnelling in de samenwerking.” Ook voor Marlies Verlinde, secretaris van de NAV, ligt nauwe samenwerking al jaren voor de hand: “Alle producten die in spuitbussen zitten, zoals verf en reinigingsmiddelen, worden gemaakt door de bedrijven bij de andere drie verenigingen.”

Regelgeving

Jaitske Feenstra (VVVF en VLK) en Hans Razenberg (NVZ).

46 Chemie Magazine juli/augustus2020

Mengend Nederland maakt zich sterk voor duurzame en veilige productie en verantwoord gebruik van de producten en stelt dat dit niet mogelijk is zonder eenduidige, praktisch te implementeren regelgeving die rekening houdt met het midden- en kleinbedrijf, daadwerkelijk bijdraagt aan veiligheid en duurzaamheid en innovatie niet hindert. “De meeste producten van de bij de vier verenigingen aangesloten bedrijven hebben te maken met nagenoeg dezelfde regelgeving, zoals PGS en CLP”, zegt Razenberg. “Om daar zo goed en efficiënt mogelijk op in te spelen moet je gewoon samenwerken. Daarom stemmen we bijvoorbeeld wijzigingen in de PGS-regelgeving of de biociden-verordening al jaren zoveel mogelijk met elkaar af.” Een reactie richting de beleidsmakers kan nu indien nodig gezamenlijk worden gecommuniceerd vanuit Mengend Nederland. Wie dat gaat doen wordt per geval bekeken. Feenstra: “We gaan niet één iemand benoe-


Samenwerking

men voor een bepaalde taak. We kijken per keer wie betrokken is bij een bepaald dossier, en die kan daarbij ook de standpunten van de andere verenigingen meenemen.”

Gelijk speelveld

Waar Mengend Nederland ook voor pleit is een gelijk speelveld, en dat wordt versterkt door deskundige en toegankelijke handhaving. Alleen dan ontstaat er een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor grote en kleine producenten en leveranciers van hoogwaardige producten. “Onze lidbedrijven opereren merendeels internationaal, in ieder geval Europees”, zegt Feenstra. “Als er Europese wetgeving komt, willen Nederlandse politici graag scoren en een stapje extra zetten met een nationale kop, maar daarmee maken ze het voor onze bedrijven lastig om te opereren.” Verlinde: “Daarnaast zie je dat inspectiediensten in Nederland regionaal verschillend met de Nederlandse kop omgaan, er een andere interpretatie aan geven, waardoor er oneerlijke situaties ontstaan. Als Mengend Nederland kunnen we veel meer met één smoel optreden om te proberen dat gelijk te trekken.” Razenberg: “Als je een uniforme uitleg van de regels wilt, heb je elkaar als branches echt nodig, om met elkaar af te stemmen en elkaar te informeren.”

Invloed

De krachtenbundeling onder de noemer Mengend Nederland zou uitgebreid kunnen worden met andere brancheverenigingen die ingrediënten mengen. Hoe groter de achterban, hoe meer invloed immers. Zo zijn er al gesprekken gaande met de Nederlandse Cosmetica Vereniging (NCV). “Daarmee zou het overgrote deel van de zogeheten huishoudchemicaliën-markt vertegenwoordigd zijn in Mengend Nederland, en dat zou ons

RUIM 200 BEDRIJVEN

De Nederlandse Vereniging van Zeepfabrikanten (NVZ) vertegenwoordigt een groot deel van de fabrikanten en importeurs van wasen reinigingsmiddelen in Nederland. De Nederlandse Aerosol Vereniging (NAV) telt zo’n twintig lidbedrijven, betrokken bij de productie en afzet van spuitbussen. Bij de Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten (VVVF) is zo’n 90 procent van de Nederlandse verfen drukinktindustrie aangesloten. De Vereniging Lijmen en Kitten (VLK) vertegenwoordigt met ruim twintig leden zo’n 75 procent van de

Marlies Verlinde (NAV).

‘Als je een uniforme uitleg van de regels wilt, heb je elkaar als branches echt nodig’ een nog steviger stem geven”, aldus Razenberg. Maar van een toekomstige samenvoeging van de verenigingen is geen sprake. “We werken als een platform, of netwerk”, aldus Feenstra. “De coronacrisis heeft ons er nog sterker op gewezen dat je niet samen op één plek hoeft te zitten om intensief samen te werken. We werken nu vanuit twee kantoren, in Den Haag en in Zeist, en dat gaat prima. Mengend Nederland is ook niet een formalisering, maar een visualisering van de al jaren bestaande nauwe samenwerking, die nu met een gezamenlijke naam en logo net iets sterker overkomt." p

lijm- en kitverkopen in Nederland. Samen vertegenwoordigen deze brancheorganisaties ruim tweehonderd bedrijven, zowel multinationals als midden- en kleinbedrijven, waarvan de meeste internationaal opereren. De bedrijven zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de chemische producten waar bedrijven en consumenten dagelijks mee te maken hebben. Zoals desinfectiemiddelen, nu alom gebruikt tegen het coronavirus, reinigingsmiddelen die zorgen voor schone werkplekken en hygiënische operatiekamers,

coatings en verven die woningen een sfeervolle kleur geven en metalen bruggen bestand maken tegen weer en wind, lijmen die zorgen voor een superlichte en solide constructie van onder andere autoramen, en kitten die voorkomen dat energie weglekt uit woningen. De vier sectoren realiseren in Nederland een omzet van zo’n 2,5 miljard euro per jaar. “Als je de economische waarde van de producten meeneemt is de impact, inclusief de werkgelegenheid, een veelvoud daarvan”, aldus Razenberg.

juli/augustus 2020 Chemie Magazine 47


NIEUW Toxic® e-learning voor de werkvloer Veilig werken met gevaarlijke stoffen Toxic.nl Uw partner bij veilig werken met chemische producten

g de a a r V aan! o m de gang e o t ct Dire

Dit nieuwe e-learning platform: • bevat korte interactieve modules en is dus praktisch in gebruik; • toont via animaties op ongedwongen wijze herkenbare situaties; • laat niet alleen zien hoe je veilig handelt, maar ook waarom het belangrijk is.

Vraag de demo aan op Toxic.nl/bewustleren


VNCI

VNCI NIEUWS

IN DE MEDIA Onder de kop ‘Vitale’ chemie vreest zwart gat na corona bracht De Telegraaf op 10 juni een artikel over de chemische industrie tijdens de coronacrisis. Daarin zegt VNCI-directeur Manon Bloemer dat de sector het erg lastig heeft, “hoewel er door de grote verscheidenheid aan bedrijven over de hele breedte in de chemie een heel wisselend beeld is te zien.” Veel bedrijven maken zich volgens Bloemer zorgen over hoelang de coronacrisis nog gaat duren. “Hoelang houd je het vol als je bijvoorbeeld op 60 procent draait, terwijl dat normaal 80 procent is. Dat is zorgelijk.” Bloemer wordt ook geciteerd in Trouw van 20 juni in een artikel over de stand van het land na de lockdown: “In tegenstelling tot het buitenland draaien alle fabrieken hier door. Maar wel met een lagere bezettingsgraad.” De krant meldt dat hoewel de chemieproductie in april 10 procent lager lag dan vorig jaar, het wel druk was bij de fabrikanten van plexiglas, grondstoffen voor desinfecterende middelen, zuurstof voor beademingsapparatuur en chemicaliën voor verpakkingen van voedingsmiddelen. In Trouw van 4 juli vertelt Bloemer dat bedrijven die leveren aan de auto-industrie en producenten van additieven voor diesel en benzine klappen kregen. Daarentegen produceerde de kunstmestindustrie door en verliep de verkoop van chemicaliën voor de bouw redelijk normaal. Maar de leveranciers van kunststoffen en chemicaliën voor keukens, vloeren, gordijnen en koelkasten voelden de crisis weer wel. Bedrijven drukken volgens Bloemer hun kosten door minder voorraden aan te houden, geen nieuwe mensen aan te nemen en soms investeringen uit te stellen. Het echte herstel, betoogt ze, moet komen van de consument. Als die het in april en mei opgespaarde geld gaat uitgeven, zal de chemie aantrekken. In de laatste Venster, het kwartaalmagazine van Shell, gaat VNCI-voorzitter Bernard Wientjes in op de effecten van de coronacrisis en de energietransitie: “Chemiebedrijven zijn terughoudend met investeringen, maar gaan volop door met het ontwikkelen van nieuwe duurzame processen. De energietransitie mag niet ten koste gaan van de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse chemiesector. Nederland heeft een unieke positie met windparken en lege gasvelden op de Noordzee, zijn havens en pijpleidingnetwerken. Dat stelt de industrie in staat om in 2050 bijna geheel CO2-neutraal te zijn.”

ZOMERPODCAST VNCI

Op Spotify is sinds medio augustus de eerste VNCI Zomerpodcast te beluisteren. Hierin vertellen Roderik Potjer en Paul Nedermeijer, public affairs-specialisten bij de VNCI, alles over de komende Tweede Kamerverkiezingen en de daaropvolgende kabinetsformatie. Ook neemt René Leegte, voormalig Tweede Kamerlid en nu eigenaar van public affairs-bureau Publieke Zaken, de luisteraar mee langs de Haagse burelen.

TWEEDE KAMERLEDEN BEZOEKEN VNCI-BEDRIJVEN

V.l.n.r.: Daphne ten Klooster (beleidsmedewerker SP), Henk van Gerven (Tweede Kamerlid SP), Dirk Van Leemput (site director Aspen Oss), Paul Veldhuisen (voorzitter or Aspen Oss), Manon Bloemer (directeur VNCI).

FOTO: VNCI

In juni is SP-Tweede Kamerlid Henk van Gerven op initiatief van de VNCI op bezoek geweest bij VNCI-lid Aspen Oss. Dit bedrijf levert wereldwijd aan 150 landen active pharmaceutical ingredients (API’s), de verbindingen die verantwoordelijk zijn voor de uiteindelijke farmacologische werking van een medicijn. Het werkbezoek stond vooral in het teken van corona en de inspanningen van en de uitdagingen voor Aspen Oss om bij te dragen aan de bestrijding van het virus. Tweede Kamerlid Maurits von Martels (CDA) bezocht Nouryon en Avantium op het Chemiepark Delfzijl. De focus lag op duurzaamheid, circulaire economie en externe veiligheid. Er was veel aandacht voor de inzet van de bedrijven om de chemie te verduurzamen.

juli/augustus 2020 Chemie Magazine 49


COL OFON Chemie Magazine is het maandblad

van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

MENSEN

Redactie

TU EINDHOVEN

Patricia Dankers, professor Biomedical Materials aan de TU/e, heeft de KNCV Gouden Medaille 2020 gewonnen, de hoogste Nederlandse onderscheiding voor chemisch toptalent. De jury noemt haar ‘een bijzonder sterke kandidaat, die opvalt vanwege de sterke link tussen fundamentele materiaalchemie en klinische toepasbaarheid’. Dankers geeft leiding aan een groep die biomaterialen ontwikkelt die gebruikt kunnen worden in de regeneratieve geneeskunde. Dit betekent dat deze materialen worden ontworpen om uiteindelijk schade aan organen terug te draaien, bijvoorbeeld hartweefsel na een hartinfarct.

Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 06 284 730 51 E redactie@vnci.nl

Medewerkers Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Inge Janse, Klaartje Jaspers, Erik te Roller, Marga van Zundert

Vormgeving

PLASTICSEUROPE

Covestro-CEO Markus Steilemann is de nieuwe voorzitter van PlasticsEurope, de vereniging van kunststofproducenten in Europa. Hij volgt Javier Constante van Dow Chemical op, die een fundamentele reorganisatie van PlasticsEurope inzette. Steilemann wil het werk van de vereniging nog meer richten op het bevorderen van duurzaamheid en de circulaire economie. PlasticsEurope vertegenwoordigt een honderdtal bedrijven, die meer dan 90 procent van de polymeren produceren in de 27 EU-lidstaten, en ook in Noorwegen, Zwitserland, Turkije en het Verenigd Koninkrijk.

TU EINDHOVEN

Hoogleraar polymeerchemie Jan van Hest heeft de Spinozapremie, de belangrijkste onderscheiding in de Nederlandse wetenschap, ontvangen. Aan de premie is een bedrag verbonden van 2,5 miljoen euro. Van Hest, die directeur is van het Institute for Complex Molecular Systems (ICMS) van de TU/e, staat aan de wieg van een nieuw onderzoeksveld op het grensvlak van polymeerchemie en biologie. Hij maakte als eerste polymersomen: holle bolletjes die je kunt vullen met bijvoorbeeld eiwitten of medicijnen en in een cel kunt brengen. Met deze techniek wist hij onder andere een kunstmatige cel te maken die het complexe gedrag van een levende cel nabootst. De Spinozapremie is verder ook uitgereikt aan hoogleraar moleculaire biofysica Nynke Dekker (TU Delft), die werkt met nanotechnologie aan individuele DNA- en RNA-moleculen en hun interacties met biofysische systemen in eiwitten en micro-organismes, en hoogleraar chemische immunologie Sjaak Neefjes (Universiteit Leiden en Leids Universitair Medisch Centrum), die technieken ontwikkelt om processen in een enkele cel te bestuderen.

50 Chemie Magazine juli/augustus 2020

Curve Mags and More, Haarlem

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

Druk Impressed, Pijnacker

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via stb@vnci.nl. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 06 284 730 51.

Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.

Beelden cover Dow ISSN 1572-2996


Werken bij AD International Het meest innovatieve bedrijf in de regio Moerdijk (winnaar innovatieprijs)!

VACATURES

Wat bieden wij? •

Mooi salaris en secundaire voorwaarden

Werken in een no-nonsense werkklimaat

Opleidingsmogelijkheden

Senior Laborant

Chemical Support Engineer

Sales & Process Engineer

Stuur jouw CV en motivatie naar

Customer Service Representative

r.verbeek@adinternationalbv.com

Accountmanager

Office Manager Marketing & Sales

Financial Controller

Solliciteren Robbin Verbeek (HR):

0167 - 526982

Vragen? Mail Robbin!

Bekijk alle vacatures op www.adinternationalbv.com

CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE

www.cls-services.nl

recruitment, selection and secondment in chemistry | pharma | biotech | food | feed

ENVIRONMENT, HEALTH, SAFETY & SUSTAINABILITY ENGINEER MENTOR MEDICAL SYSTEMS - LEIDEN

Being a leading supplier of medical products for the global aesthetic medicine market, Mentor Medical Systems in Leiden develops breast implants which are used in both breast augmentation and breast reconstruction. At the Leiden Site, talented and multi-scaled people are working in a dynamic culture in which innovation and a ‘can do’ state of mind are the central points. To strengthen the Environment, Safety, Health & Sustainability (EHS&S) Team we are looking for an EHS&S engineer who likes to interact with people, sees problems as opportunities and gets energised by improving EHS&S processes to ensure that the EHS&S risks within the organisation maintain controlled. You are driven to search for practical EHS&S solutions which are compliant with local and national codes and J&J Standards. Focusing on long term solutions while you coach others to do the same, aiming for sustainable solutions. Besides a B.Sc. in a chemical, mechanical or electrical field you have at least 4 years of experience in the field of EHS&S. Additionally, you have a degree in Safety Manager level 3 (“HVK”) and / or Industrial Hygiene (“AH”). Is this the challenge you are looking for? Visit www.cls-services.nl?vac=A2000090 for more information.


EXPERTISE THROUGH 40 YEARS OF EXPERIENCE AND INNOVATION IN THE CHEMICAL INDUSTRY We understand your industry your business your supply chain your MSDS to advise you the best possible packaging solution(s) RID/ADR and UN regulations regarding transport of dangerous goods

MEMBER OF THE

BARK PACKAGING GROUP


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.