vmagazine zomer 2020

Page 1

vmagazine

een leven lang vrede vmagazine 2020 31 vmagazine 2020 31


28

vmagazine 2020


1

11

20

2

12

21

3

13

22

4

14

23

5

15

6

16

7

17

24

Vrede en vrijheid van morgen 25

27 Informatiecentrum Poolse bijdrage Slag om Arnhem Informatiecentrum Duitse begraafplaats IJsselstein

28

26 ‘In de oorlog mocht je tijdens spertijd ook niet naar buiten. Maar toen werd je doodgeschoten als je het wel deed’, haalt NRC-journalist Floor Rusman op 4 mei jongstleden een man aan die ze Bezoekerscentrum militaire erevelden Bergen op Zoom op straat tegenkwam. In haar stuk vraagt de journalist zich af of je tijdens deze coronacrisis de vergelijking wel mag maken met de oorlog en hoe de vrijheid van 75 jaar geleden anders is dan de vrijheid die we nu op zoveel3gebieden 18 hebben verworven. Terechte vragen…

29

Wat je ook kunt zeggen over de vergelijking, het virus heeft er in ieder 4 over wat vrijgeval voor gezorgd dat we opnieuw zijn gaan nadenken heid nu eigenlijk is. En ook hoe bijzonder die is.

8

9

18

10

19

Wat die vrijheid voor de toekomst betekent, is precies waar wij ons bij het vfonds al langere tijd over buigen. Hoe en wat gaan we in de toekomst herdenken en vieren, nu de oorlog al zo lang geleden is? En wat betekent dat voor de rol van het vfonds? We leven nu immers in een rechtsstaat, waar onze vrijheid wordt beschermd door stevige instituties. Maar die zekerheid is er niet zonder slag of stoot gekomen. En ook 13 vandaag de dag wordt die vrijheid niet door iedereen ervaren. 6

Amerikaanse Begraafplaats Margraten

20

22

5

8

23 2

7 15

16 17 We hebben als individu de verantwoordelijkheid om die vrijheid steeds

opnieuw te onderhouden en te onderzoeken. Het is én én. De kunst is de belangstelling voor de9 Tweede Wereldoorlog te vertalen naar het 28 nu. Wij denken dat aandacht voor burgerschap, bijvoorbeeld in het 29 onderwijs, steeds belangrijker wordt. Dat speelt des te meer nu met 1 op het gebied van economie, 11 de huidige coronacrisis vraagstukken 26 27 worden. Uitsluiting van groepen politiek en ecologie steeds nijpender in de maatschappij ligt daarbij op de loer. Daarbij komt dat we – mede 25 14 door sociale media – steeds minder in aanraking komen met mensen die leven in een andere bubbel. Onbekend maakt onbemind en mensen 10 20 gaan daardoor van alles van elkaar vinden. Hier ligt een nieuwe taak 12 voor ons. Het is nu de tijd om ervoor te zorgen dat we de ervaringen van de oorlog blijvend kunnen doorvertalen naar vandaag. Wij willen onze 24 oorsprong met de ervaringen van veteranen blijven inzetten, maar wij willen ook aandacht besteden aan andere vraagstukken van vandaag. Wat eerder is gebeurd, blijft een treffende referentie. Veel is bereikt, nu is het tijd voor een volgende fase.

Oorlogs- en verzetsmusea en herinneringscentra

Lisette Mattaar Directeur / Secretaris Raad van Bestuur vfonds

19 vmagazine 2020 91


Colofon Uitgave juni 2020 Het vfonds steunt initiatieven en projecten die Nederland er steeds weer aan herinneren hoe belangrijk vrede en vrijheid zijn en hoe waardevol onze democratie is. Dit magazine gaat daarover en over de 75 jaar van vrede die we in Nederland mogen ervaren.

Dr. Ad van Liempt, historicus over de bevrijding van Noord- en Zuid-Nederland

‘Met de bevrijding was de strijd nog niet gestreden’

Redactie Koos de Wilt | hoofdredacteur Jemma Land | eindredacteur Renee Middendorp | redacteur

14

‘Het noorden lijdt, het zuiden vrijt’, heeft ooit eens een krant gekopt over de bevrijding van Noord- en Zuid-Nederland. Inmiddels weten we dat het genuanceerder lag. Pas in 1949 werd het leven weer een beetje normaal, zo weet historicus Ad van Liempt, schrijver van het nieuwe boek over de bevrijding onder de titel 1945, de afrekening. Interview: Koos de Wilt

Aan dit nummer werkten mee: Piet van Asperen, Joris Bastiaan, Gerben van den Berg, Sacha de Boer, Matthieu J.M. Borsboom, Robert S. Croll, Bert Dedden, Wim van de Donk, Erik van den Dungen, Leonie Durlinger, Jeroen van den Eijnde, Ineke van Gent, Sarah Heijse, Yvonne van Genugten, Marjan vader Haar, Anke van der Laan, Fred Lardenoye, Daniel Libeskind, Ad van Liempt, Wiel Lenders, Keith Lowe, Willemien Meerhoek, Tom van Mierlo, Claudia Moerland, Jan Peter Mulder, Charlotte Rommes, Rokhaya Seck, Stef Traas, Gerdi Verbeet en Edwin de Wolf

Toen de historicus op 5 mei 1995 als eindredacteur een televisieprogramma maakte voor de NOS, mochten hij en zijn team alles uit de kast halen in de veronderstelling dat het de laatste keer zou zijn dat er aandacht voor de Tweede Wereldoorlog zou zijn. Van Liempt: ‘Nu, 25 jaar verder, is er meer belangstelling dan ooit. Als er een boekje verschijnt over een bijzondere gebeurtenis tijdens de oorlog in de straat, komt het hele dorp langs om erover te horen. Er is veel meer belangstelling gekomen voor de verhalen van gewone mensen. Vroeger ging het over verhalen van de machtshebbers en de generaals, nu identificeren we ons veel meer met gewone burgers. We willen weten wat gewone mensen is overkomen. En, zoals W.F. Hermans zei over de hoofdfiguren van zijn romans, zijn het in de meeste gevallen

geen mensen uit één stuk. Dat geldt ook voor degenen die de oorlog hebben meegemaakt. En dat maakt mensen alleen maar interessant.’ Wat weten we over de bevrijding?

‘Het oosten van het land is veelal gewapenderhand door met name de Canadezen bevrijd. Dat was een bizarre opmars met grote contrasten. Soms moest er vier dagen lang een bloedige strijd worden gevoerd om een dorp te veroveren, een dorp verderop werden dezelfde soldaten ontvangen door een joelende menigte. Van dorp tot dorp wisten ze dus niet wat hen te wachten stond, een feest of een strijd. Iets waarop ze zich tijdens hun opleiding niet hadden voorbereid en waardoor de opmars bovendien vertraging opliep. Vlak bij Apeldoorn

stonden de bevrijdingstroepen klaar om de stad met groot geschut onder vuur te nemen toen er stiekem twee verzetsmensen langskwamen om te vertellen dat de Duitsers al waren vertrokken. Groningen, aan de andere kant, is met veel strijd bevrijd waarna de geallieerde soldaten erachter kwamen dat ze bij Delfzijl een nog zwaardere strijd moesten voeren. Daar waren Duitse soldaten met duizenden naar uitgeweken. Tot ver in april verzetten zij zich daar wekenlang.’ Wat gebeurde er in het verstedelijkte westen?

‘De steden en dorpen in het westen werden door de Duitse troepen dusdanig goed verdedigd dat er bij de straatgevechten heel veel doden zouden zijn gevallen, onder zowel de soldaten als onder de bevolking.

NSB-ers en “moffenmeiden” worden opgebracht door leden van de Binnenlandse Strijdkrachten in Deventer 14

vmagazine 2020

vmagazine 2020 15

75 jaar vrijheid

12

Grafisch ontwerp & productie Marcel van Dijk, btz vorm en regie

Actualiteiten

Druk: Libertas Pascal Utrecht Oplage 10.000 Fotoverantwoording Cover: Sacha de Boer, p2: Herman Stöver. p3: Eran Oppenheimer. p6: Rob Gieling. p7: Hille Hillinga van Hille James fotografie. p8: Aftermovie/recap van Theater na de Dam. p9: Titia Felderhof. RB: Fred Ernst p10: Jörg Baumann. p13: Ben Houdijk. p14: Willem van de Poll (Nationaal Archief). p17: Onbekend. p18: Marc Bolsius. p19: Jan Peter Mulder. p20: Sacha de Boer. p25: Daan van Oort. p26: Ulrike Grafberger. p29: Sophiahof. p30: Stef Traas. p32: Jan Peter Mulder. p34: Jan Peter Mulder. p36: Jan Peter Mulder. p38: Levitate Film. p40: Woolver/Shutterstock. p41: Paul ten Broeke. p42: Studio Libeskind. p45: Studio Libeskind. p46: Martijn Beekman. p49: Marco de Swart. p50: Ben Houdijk. p54: Paul Rietveld. p57: Getty Images for The Invicus Games Foundation. p58: Onbekend. p60: Getty Images for The Invicus Games Foundation. p62: Marc Brökling. p65: Jan Boeve. p67: Jan Boeve. p70: Marwan Magroun. p74: Roy Beusker. p76: Archief BNMO. p78: Sacha de Boer. p80: Sacha de Boer. p81: Sacha de Boer. p82: Chris van Houts. p86: Vera Bos. p87: 3x Fred Ernst.

Met Zeeuwse ooggetuigen op de set van de speelfilm De Slag om de Schelde. Een film van een bijna vergeten dag.

6 18

Hoe wordt vrijheid na 75 jaar beleefd in het Zuiden en het Noorden?

‘Ik besef heel goed hoe kostbaar vrijheid is’

Het vfonds is founding partner van het wereldwijde vredesproject MasterPeace en hoofdpartner van het filmfestival rondom mensenrechten en de rechtsstaat Movies That Matter. Beide projecten passen uitstekend binnen doelstelling Vrede, Democratie, Rechtsstaat. Een gesprek met Ilco Er zijn nog maar een paar mensen die nog herinneringen hebben van der Linde, de bedenker aan de slag die belangrijk is geweest naar de bevrijding. Nu zijn en oprichter van Masterer mensen die een film maakten over deze Slag om de Schelde en Peace en Taco Ruighaver, daarmee vooral een jonge doelgroep willen bereiken. Hoe verhoudt directeur van Movies That zich het ware verhaal met de fictie? Een gesprek met een getuigen Matter Festival. en met de makers van de speelfilm.

32 Interview Fred Lardenoye

2832 vmagazine vmagazine 2020 2020

vmagazine vmagazine 2020 2020 3331

ichael leeft 11 jaar 11 M in vrijheid

© vfonds. Artikelen uit deze uitgave mogen overgenomen worden, mits met bronvermelding.

Herdenken tijdens de coronacrisis

Vragen over dit magazine, het doen van een subsidieaanvraag of over schenken aan het vfonds?

28

vmagazine 2020

46

OVER DE KRACHT VAN SPORT BIJ TERUGKOMST VAN EEN MISSIE

‘Door te fietsen ging mijn hoofd open’

Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg Lucasbolwerk 10 | 3512 EH Utrecht info@vfonds.nl www.vfonds.nl 030 - 2006 833 IBAN Triodos Bank NL37 TRIO 0390 2741 19

De Invictus Games is een internationaal sportevenement voor militairen, die psychisch of lichamelijk gewond zijn geraakt in het leger. Het vfonds zet zich sinds de oprichting al in voor erkenning en waardering van veteranen en andere geüniformeerden en is als founding partner dan ook actief betrokken bij de totstandkoming van de spelen in Nederland. Dit jaar zouden die plaatsvinden in Den Haag, maar corona stak daar een stokje voor. Er wordt onderzocht of het in 2021 door kan gaan. Een gesprek met twee generaties veteranen over hoe zij de kracht van sport op eigen wijze inzetten toen ze terugkeerden van hun militaire missie. Edwin de Wolf (1969) diende in 1994 in Srebrenica en deed drie keer mee aan de Invictus Games. Tom van Mierlo (1942) diende in 1962 in Nieuw-Guinea en ontdekte in zijn eentje wat fietsen voor hem deed. Tekst: Koos de Wilt

Edwin de Wolf (1969)

12 Infanteriebataljon Garde Jagers bij de

gaan inzien hoe jong we waren toen we

Luchtmobiele Brigade. In deze leidingge-

werden uitgezonden en welke ongelofelijk

vende functie was ik verantwoordelijk voor

zware verantwoordelijkheid we allemaal op

In 1994 raakte Edwin de Wolf als groeps-

het opleiden van en leidinggeven aan tien

onze schouders droegen. Het ging echt over

commandant zijn been kwijt nadat hij bij

militairen luchtmobiel.’

een patrouille op een antipersoneelsmijn

28

vmagazine 2020 vmagazine voorjaar 2020

leeft 22 jaar 39 Jin ahkini vrijheid

leven en dood waarbij wij zelf het verschil maakten.’

stapte. Sporten, praten en zichzelf opnieuw

Wat is een ervaring die u nooit zal vergeten

uitvinden, sleepten hem erdoorheen. Over

bij het uitvoeren van uw missie?

Kunt u iets vertellen over hoe u gewond

zijn ervaringen schreef De Wolf het boek

‘Dat is een andere gebeurtenis dan die

bent geraakt?

‘Kampioen op één been’. De Invictus Games

waardoor ik mijn been zou verliezen. Het

‘Tijdens een patrouille die ik leidde, ben ik op

waren belangrijk voor zijn ontwikkeling.

was een week ervoor, het moment dat ik

een antipersoneelsmijn terechtgekomen. Ik

Hij deed driemaal mee. Hij won brons op

met mijn mannen onder vuur was komen

zie de gebeurtenissen van die dag nog voor

de individuele tijdrit in Orlando, in 2016. In

te liggen. Ik was groepscommandant en

me als een soort film. Het eerste wat ik me

Toronto in 2017 was hij Teamcaptain, heeft hij

verantwoordelijk voor tien infanteriesol-

herinner, is dat ik door de druk van de explo-

het Dutch Invictus Team geleid en zelf brons

daten. Wij waren een gevechtseenheid die

sie en al het vuil dat daarbij vrijkwam eerst

op het wielercriterium gewonnen. In 2018

getraind was om inzetbaar te zijn onder alle

blind en doof was. Daar schrok ik enorm van

sloot Edwin als actief deelnemer de Invictus

omstandigheden. Wat ik mij van het vuur-

en ik weet ook nog dat ik bang was dat ik

Games af in Sydney. Dit deed hij onder andere

contact vooral herinner is dat we precies

het niet zou redden. Ik herinner me dat ik-

door brons op zowel de individuele tijdrit als

deden wat we hadden geleerd in de einde-

zelf en de mensen om mij heen voortdurend

het wielercriterium te winnen. Edwin heeft

loze trainingen die we ervoor hadden ge-

bezig waren mij bij bewustzijn te houden. Ik

verschillende leidinggevende en staffuncties

had. We hebben precies gehandeld volgens

focuste op mijn ademhaling en dat ik niet

gehad binnen de Koninklijke Landmacht en

het boekje. We waren onder vuur komen te

zou wegzakken. Er was een moment dat ik

het Defensie Ondersteuningscommando en

liggen van schutters die zich op zo’n der-

zo veel pijn had, dat ik even weg was, maar

neemt inmiddels zitting in het Bestuur van de

tig meter van ons hadden verschanst. We

doordat een medic mij een klap in mijn ge-

Invictus Games 2020 in Den Haag.

Dankzij de deelnemers van de Nationale Postcode Loterij, de BankGiro Loterij en de Nederlandse Loterij kan het vfonds jaarlijks meer dan 200 projecten mede mogelijk maken.

Herdenken is een pijler 48 van onze democratie

vmagazine 2020 31

hebben ons toen sprongsgewijs en slalom-

zicht gaf, kwam ik weer bij. Bij de explosie

mend naar achteren bewogen. Ik weet nog

raakte ik zwaargewond aan mijn been en

Wanneer werd u uitgezonden en waar

dat het aanvoelde alsof we op de schiet-

liep een slagaderlijke bloeding op aan mijn

naartoe?

baan stonden en niet aan het front. Dat ge-

arm. Ik was de helft van mijn bloed verloren,

‘In 1994 werd ik met Dutchbat 2 gestatio-

beurt als je je enorm sterk moet focussen

wat normaal gesproken betekent dat je zo-

neerd in Srebrenica. Ik was 24 jaar toen ik

op je taak en als alles zo snel gaat. Nu ik ou-

iets niet overleeft. Uiteindelijk moest mijn

als groepscommandant werd geplaatst bij

der ben geworden, ben ik eigenlijk pas goed

been boven de knie worden geamputeerd.

Invictus Games

54

vmagazine 2020 55

aaike leeft 22 jaar 61 M in vrijheid 73 Loten kopen als goede daad


20

Historicus Keith Lowe over oorlogsmonumenten en musea

‘Ingewikkeldheid is goed’

26

Het waarom van oorlogsmusea

Interview: Koos de Wilt

De Tweede Wereldoorlog is nog volop present in ons collectief bewustzijn. Monumenten en herinneringscentra spelen daarbij een belangrijke rol. Ze geven ruimte om te spreken over wat gebeurd is en soms ook om juist te zwijgen. Historicus Keith Lowe (1970) schreef een aantal belangwekkende boeken over de Tweede Wereldoorlog, de nasleep ervan en de rol van monumenten hierin. Zijn nieuwste boek, Prisoners of History dat in juli 2020 uitkomt, is een studie van monumenten uit de Tweede Wereldoorlog over de hele wereld en hun maatschappelijke en politieke toepassingen. Een gesprek met de historicus over hoe we de oorlog herinneren en hoe we het zouden moeten herinneren.

28

Opening Nationaal Monument Kamp Vught

vmagazine 2020

vmagazine 2020 21

40

‘Het gaat niet alleen om gehoord worden, maar ook om luisteren’ Nationaal Gesprek over Vrijheid

‘zonder herinneringen geen toekomst’

Hij is een van de beroemdste architecten van de wereld als het gaat over musea en monumenten, zoals het Jüdisches Museum Berlin en de reconstructie van het World Trade Center. Zijn iconische

62

62

vmagazine 2020

vmagazine 2020 63

ontwerpen tonen de vele lagen van beladen plekken. Bij twee ervan, de

Architect Daniel Libeskind (1946) over het materialiseren van herinneringen

Liberation Route Hiking Trail en het Holocaust Namenmonument, was het vfonds belangrijk om ze financieel mogelijk te maken. Een gesprek met de Pools-Amerikaanse architect Daniel Libeskind over het onverzoenbare samenbrengen door het benadrukken van tegenstellingen.

leeft 53 jaar 72 Pin eter vrijheid

Interview: Koos de Wilt

vmagazine 2020 2840 vmagazine 2020

Jüdisches Museum Berlin

78

vmagazine 2020 41

Sacha de Boer, fotograaf van het boek 75 jaar vrede

‘Ik probeer het verhaal van toen naar het nu te halen’

Door films kun je duidelijk maken wat vrijheid daadwerkelijk betekent

Interview: Koos de Wilt

Veel mensen kennen haar nog als nieuwslezer, maar inmiddels heeft ze een lange staat van dienst als fotograaf. Van het vfonds kreeg ze de opdracht dit jaar de viering en herdenking van 75 jaar vrijheid in beeld te brengen. Hoe doe je dat, als je de oorlog zelf nooit hebt meegemaakt?

Waarom een boek over 75 jaar vrijheid? Sacha: ‘Vorig jaar ben ik door het vfonds gevraagd of ik er wat in zag om 75 jaar vrijheid in beeld te brengen. Ik ben zelf van ver na de oorlog en net als de jongeren die ik op straat zie, heb ik niet meegemaakt wat oorlog daadwerkelijk betekent. Wel woon ik in een beladen buurt: de Rivierenbuurt waar tijdens de oorlog veel Joden zijn weggehaald. Ook uit het huis waarin ik woon. In mijn hele leven is er hier in ons land gelukkig geen oorlog geweest. Het enige dat we kennen, zijn de oorlogsfilms en de verhalen die we horen

bij de bijeenkomsten die er plaatsvinden als de oorlog wordt herdacht. Nu, tijdens de coronacrisis, ervaren we pas voor het eerst echt wat het is om niet vrij te zijn. Juist door te ervaren dat we niet overal naartoe kunnen gaan in de stad, het feit dat je afstand moet houden, elkaar niet mag aanraken, is een ongelofelijke inbreuk op onze bewegingsvrijheid. Wat ik merk is dat we dat nog geen plaats hebben kunnen geven. We weten nog niet goed wat dat betekent. Is dit het begin van iets heel groots en engs óf alleen maar een hobbel die ook weer voorbijgaat? Van de week reed ik met mijn man op de motor rond in de landerijen van Twente waar we nu tijdens de coronacrisis regelmatig verblijven. Ik reed door een dorp dat dit moment eigenlijk hoort te vieren dat het 75 jaar geleden bevrijd is. Maar wat je ziet is dat de straten geheel verlaten zijn, behalve dat er overal bevrijdingsvlaggen uithangen. Het is doodstil op straat waar eigenlijk het feest van de bevrijding had moeten worden gevierd. Dat is ook iets dat ik in

beeld wil vastleggen.’

Intuïtief Waar zoek je precies naar als je fotografeert? ‘Als ik met een fotoproject bezig ben, weet ik nooit precies waarnaar ik zoek. Het beste beeld dat je dan schiet is wat je niet hebt kunnen bedenken vooraf. Er is in mijn fotoprojecten, waar ook ter wereld, zoveel te fotograferen, zo veel te zien dat je moet afgaan op je intuïtie. Je moet erop vertrouwen dat er op een gegeven moment iets is dat bijzonder is, zonder dat je al van tevoren weet wat dat precies is. In Terneuzen was ik bij de opening van dit vredesjaar en liep ik tussen allerlei mensen rond die de vrede vierden. Ik zag oude militaire voertuigen, veteranen en beelden die iedereen herkent van een herdenking. Wat leg je dan vast? Mijn oog viel toen ineens op een Antilliaans meisje dat heel kordaat tussen haar ouders liep. Ik weet niet waarom, maar ik wilde dat in beeld brengen. Ik zag pas later dat de vader, die zwart was, en de witte moeder

68

vmagazine 2020 79

vmagazine 2020 69

Robert S. Croll neemt afscheid als voorzitter van het vfonds

Wadec leeft 74 jaar in vrijheid

‘Het gaat uiteindelijk om waar mensen voor hebben gevochten’

84

Zestien jaar lang was hij actief voor het vfonds, waarvan lange tijd als voorzitter van de Raad van Bestuur. Nu neemt de bestuurder Robert S. Croll afscheid van zijn fonds afscheid van zijn fonds en maakt plaats voor Matthieu J.M. Borsboom. Wat is er bereikt?

82

Volgens Robert Croll is de wereld te verdelen in “Mozartianen” en “Beethovianen”. ‘Mozart had alles in zijn hoofd; hij schreef zijn muziek in een keer foutloos op papier. Beethoven was evenzeer briljant, maar de weg naar zijn composities was “trial and error”. Dat wil zeggen kneden, vallen en opstaan, een voortdurend zoeken en ploeteren. Beiden hebben de mooiste muziek gemaakt, maar hebben dat op een andere manier bereikt. In mijn leven en in mijn werk ben ik meer de ploeteraar die langzaam maar zeker en al boetserend tot een redelijk resultaat komt. Zo is dat ook gegaan bij mijn rol in de ontwikkeling van het vfonds: bij mijn aantreden was het vfonds - destijds nog de Stichting Fondsenwerving Militaire Organisaties en aanverwante doeleinden (SFMO) - een organisatie louter van, voor en door veteranen. Bijna zeventien jaar later heeft het vfonds een veel bredere doelstelling. Zij het wel in het verlengde van het oorspronkelijke doel, namelijk daar waar militairen en verzetsstrijders voor hebben gestreden, daardoor veteraan zijn geworden, of zijn gesneuveld. Ten diepste wenst het vfonds

dat mensen zich meer en meer bewust worden van het feit dat wij in Nederland - en met onze buren in Europa - leven in een vreedzame, democratische en rechtvaardige samenleving waar eenieder naar vermogen aan kan en mag deelnemen; en dat het daarom meer dan de moeite waard is om daar voor op de bres te staan. Immers, als wij in de wereld om ons heen kijken, zie je dat een mens het veel slechter kan treffen.’

Aanvankelijk was het vfonds er enkel voor veteranen. De laatste militaire operatie waar Nederland aan had deelgenomen was de Slag bij Waterloo, dus veteranen waren ons onbekend. Van daaruit heeft de SFMO zich ontwikkeld tot het vfonds, waarbij ons fonds ook aandacht is gaan schenken aan het herinneren, herdenken, het leren van lessen uit het verleden en ook het vieren van de vrede. De laatste jaren zijn we ons bovendien gaan richten op zaken waarvoor de veteranen het uiteindelijk hebben gedaan en waar mensen zelfs bij zijn omgekomen. Zij vochten voor vrede, democratie en internationale rechtsorde die we nu misschien wel iets te vanzelfsprekend zijn gaan vinden. Veteranen deden dat niet alleen toen, maar doen dat nu nog steeds in peace-keeping en peaceenforcement operations. Maar om dat te bereiken hebben militairen moeten strijden, PTSS opgelopen of in het uiterste geval ook hun leven voor gegeven.’ De vergelijking tussen de oorlog en de huidige coronacrisis wordt wel gemaakt. ‘Op zich begrijpelijk, maar niet zo terecht’, vindt Croll. ‘We mogen allemaal te pas en onpas onze mening over van alles en nog wat geven, we kunnen nog meer dan genoeg kopen (waaronder zelfs wcpapier) en fundamentele rechten worden nog niet geschonden. Maar we realiseren ons door de coronacrisis misschien wel iets meer in wat voor een gelukzalige

28

vmagazine 2020

staat wij mogen leven. Wat aan je voeten ligt, daar kijkt een mens als van nature overheen. Wij realiseren ons helaas pas wat wij hebben op het moment dat we het hadden. Zo zijn we klaarblijkelijk gemaakt. Daarom gaat het ten diepste bij het vfonds over bewustwording. In Washington DC, bij het Korean War Veterans Memorial, las ik eens: ‘Freedom is not free’. Zo is het maar net. Om vrijheid te bereiken en te behouden moet je hard werken. Dat heeft zeker de Tweede Wereldoorlog op bittere wijze laten zien. Daarom blijft de oorlog herinneren en herdenken belangrijk.

Maar we moeten ons ook realiseren dat er over vijf jaar bijna niemand meer zal zijn die deze oorlog bewust heeft meegemaakt. Tegen die tijd is daadwerkelijk herinneren nog maar aan een enkeling voorbehouden. Op dit moment zit - zoals Z.M. de Koning op 4 mei jl. zo treffend uitdrukte - de oorlog nog in ons allen. Of de Tweede Wereldoorlog voor volgende generaties voldoende appelleert aan het besef dat wij zouden moeten herdenken? Ik vraag mij dat wel eens af. Toen ik net als bestuurslid bij de Oorlogsgravenstichting begon en kort daarna bij het vfonds, vroeg iemand mij: ‘Hè, herdenken? Hoe lang gaan we daar dan mee door?’ ‘Uh, wat bedoel je precies’ repliceerde ik? Nou zei hij, ‘1600, Slag bij Nieuwpoort dat herdenken wij toch ook niet meer?’ Een belachelijke en volstrekt manke vergelijking, maar toch. De aanleiding en rituelen van het hedendaagse herdenken - de Nederlandse vlag halfstok, trompet, twee minuten stilte, het Wilhelmus, het leggen van kransen moeten de Nederlanders als Europeanen dan nog wel voldoende aanspreken.’ Het herinneren is, volgens Croll, dan overgegaan in herdenken en het wordt uiteindelijk gedenken. ‘Ik vind het in elk

geval goed en verstandig dat we bij het vfonds de maatschappelijke verbreding in de doelstelling hebben opgezocht en hebben gevonden. Ik meen oprecht dat wij daarmee meer aansluiting en zo meer verbinding hebben gevonden met de maatschappij over de volle breedte. Dat komt ons oorspronkelijke doel, namelijk de veteranen, ten goede.’ ‘Een enkele keer vraag ik mij wel eens af, als onze oprichter en verzetsstrijder Bib van Lanschot, op zijn wolkje in de hemel op ons neerziet, wat hij van de veranderingen van zijn BNMO (inclusief Politie en Brandweer), zijn SFMO (thans vfonds), zijn BNMO Bedrijf (thans De Basis) zou vinden. Ik hoop en bid dat hij het nog wel herkent en zelfs dat hij het allemaal met een milde glimlach om de mond waardeert.’ ‘De omstandigheid dat mijn vertrek vanwege het coronavirus anders is gelopen dan gepland, is misschien sneu voor mij. In mijn beleving is het pas echt akelig voor al onze laatste WO2 veteranen. En vervolgens voor al die vrijwilligers die met middelen van Rijk, provincies en gemeentes en het vfonds geld van de Nationale Postcode Loterij en de BankGiro Loterij rachtige evenementen hadden georganiseerd. Ik wens hen en ons allen toe dat een deel daarvan toch nog het daglicht zal zien.’ ‘Ik kijk hoe dan ook dankbaar terug op het afgelopen anderhalve decennium. Ik vond het een eer dat ik het heb mogen doen, ik vond het vooral ongelofelijk leuk en heb ervan genoten dat ik door het vfonds zo af en toe kruisbestuivend heb mogen snuffelen buiten de wereld die de rechterlijke macht heet. Ik vind het prachtig dat het voorzitterschap wordt overgenomen door vice admiraal b.d. Matthieu J.M. Borsboom. Dat is in goede en vertrouwde handen. Het ga u goed! Adieu!’

vmagazine 2020 83

Samenvatting jaarverslag 85 2019 van het vfonds


actualiteiten Hoe het ook kan Grote teleurstellingen waren het; de vele evenementen die afgelast of uitgesteld werden. Zo konden de Invictus Games 2020, de Nederlandse Veteranendag (waar de BNMO zijn 75-jarige bestaan zou vieren), de Nijmeegse Vierdaagse (waar honderden vrienden van het vfonds mee zouden lopen voor vrede en vrijheid) en de veertien Bevrijdingsfestivals niet doorgaan. Ook musea hebben noodgedwongen hun deuren moeten sluiten en tal van openingen zijn uitgesteld. Denk aan het Generaal Maczek Memorial in Breda en het vernieuwde informatiecentrum Canadese Begraafplaats Holten. Tegelijkertijd herrijzen uit het stof van de coronacrisis onvoorziene initiatieven die de herdenking en viering van 75 jaar vrijheid memorabel maken, juist nu. Zo was de online herdenking van 75 jaar vrijheid Kamp Amersfoort dit jaar extra bijzonder. Honderden nabestaanden en betrokkenen keken thuis naar een indrukwekkende video over de gruwelen in het kamp en de kracht van een herwonnen vrijheid. De vlag werd gehesen, de kampklok werd geluid, staatssecretaris Paul Blokhuis richtte zich in het kader van 75 jaar vrijheid tot iedereen. Zelfs het koor trad ‘live’ op zonder dat zij daarvoor bijeen waren. Ook op andere plekken waren herdenkingen via televisie of internet te volgen, zoals de herdenking op het Nationaal Ereveld in Loenen, de herdenking op de Grebbeberg en de herdenking bij Nationaal Monument Kamp Vught op 4 mei. Ook kinderen konden op hun eigen manier meedoen.

Anders dan anders Het vieren en herdenken van 75 jaar vrijheid loopt dit jaar anders dan we ons hadden voorgesteld. Honderden professionals en vrijwilligers, van jong tot oud, hebben met een enorme ambitie en een tomeloze inzet gewerkt aan tal van herdenkingen, tentoonstellingen, (her)openingen van musea en vieringen. Alles om er een memorabel jaar van te maken. Ook waren er door het vfonds flink wat extra middelen beschikbaar gesteld om dit allemaal mogelijk te maken. Dat het coronavirus in het vroege voorjaar van 2020 roet in het eten zou gooien, kon niemand voorzien. Gelukkig is er toch veel doorgegaan, op een andere manier weliswaar‌

Dodenherdenking op Nationaal Ereveld Loenen

6

vmagazine 2020


actualiteiten Meer dan 15.000 bosjes tulpen

Duizenden bloemen in Madurodam Op de plek waar normaal gesproken ieder jaar duizenden kinderen met hun ouders samenkomen tijdens de Nationale Kinderherdenking op 4 mei, creëerde de organisatie dit jaar het allergrootste eerbetoon van kinderen voor Nederland. Duizenden bloemen waren er te vinden bij het vrolijkste oorlogsmonument ter wereld. Bij het geven van een bloem konden de kinderen een vrijheidswens doen. Deze werden op Nationale Bevrijdingsdag verspreid door heel Nederland. Zo zijn er 250 wensen verstuurd aan veteranen, via het Veteraneninstituut. De bloemen zijn naderhand verspreid onder verzorgings- en bejaardentehuizen. Daarnaast konden leerkrachten en ouders met het videolespakket ‘Verhalen in Beeld’ samen met kinderen praten over complexe onderwerpen als herdenken en leven in vrijheid. Een mooi initiatief om juist nu de vrijheid door te geven aan de toekomst van Nederland.

Het was nog nooit zo stil geweest tijdens de Nationale Herdenking op de Dam. We waren niet lijfelijk bij elkaar, maar wel in onderlinge verbondenheid. Iedereen werd opgeroepen om vanuit hun eigen huis te herdenken en niet de straat op te gaan of een monument te bezoeken. Op veel verschillende manieren was het uniek. Het taptoe-signaal klonk vanuit talloze huizen door heel Nederland en de kranslegging vond plaats op een lege Dam. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft het mogelijk gemaakt om virtueel een bloem te leggen bij de 3.900 monumenten in heel Nederland. Op deze manier kon iedereen stilstaan bij de oorlogsslachtoffers uit de buurt, zonder een bezoek te brengen aan een monument. Met een overweldigend aantal donaties zijn er met de actie ‘Bloemen voor 4 mei’ 15.212 bosjes tulpen verspreid over ruim 75 oorlogsmonumenten in het land.

vmagazine 2020 7


actualiteiten Van virtueel museum naar 1,5 metermuseum

Speciale editie van Theater na de Dam

Oorlogsmusea en herinneringscentra door het hele land openden gedurende de coronacrisis hun digitale deuren. Virtuele tentoonstellingen, vlogs, blogs en video’s: ondanks de moeilijke periode werd alles uit de kast gehaald om mensen te blijven betrekken. Met de versoepeling van de maatregelen hebben musea hard gewerkt om hun locatie ‘coronaproof’ te maken zodat het publiek op een veilige en verantwoorde manier weer een fysiek bezoek kan brengen.

Al jaren organiseert Theater Na de Dam na de Nationale Dodenherdenking door het hele land optredens en voorstellingen waarin de Tweede Wereldoorlog centraal staat. Dit jaar niet in de theaters door het land, maar vanuit een leeg Internationaal Theater Amsterdam. Winfried Baijens presenteerde het programma met onder andere Douwe Bob, Claudia de Breij, Michelle David, Herman van Veen, Wende Snijders en acteurs van het ITA Ensemble. Het programma werd vanuit de lege Amsterdamse schouwburg uitgezonden op NPO 1, in een unieke samenwerking tussen Internationaal Theater Amsterdam, de NOS en Stichting Theater Na de Dam. Samen werd met muziek en verhalen duidelijk gemaakt wat en waarom we herdenken, om zo de betekenis van herdenken en vrijheid levend te houden. Sommige artiesten deden dat vanuit hun eigen huiskamer.


actualiteiten

Rappen over vrede en vrijheid Op 14 plekken in Nederland, van Friesland tot Zeeland, maken vmbo-scholieren in 2019 en 2020 een rap waarin zij vertellen over vrede en vrijheid. In elke rap spelen voorwerpen en verhalen uit één van de 14 SMH 40-45 musea, de initiatiefnemers van het project, een centrale rol. Van elke rap wordt een videoclip gemaakt die wordt verspreid in een uitgebreide sociale mediacampagne. Omdat het coronavirus het onmogelijk maakte om de activiteiten op scholen te laten plaatsvinden, werden jongeren uit heel Nederland opgeroepen om zelf online een rap over vrede en vrijheid te schrijven en op te nemen. Rapper Tin Tin won hiermee zijn eigen professionele videoclip. Deze was, naast de eerder opgenomen videoclips, op 4 en 5 mei onderdeel van de voorstelling Vertel Vrijheid! van Vincent Bijlo en de Konrad Koselleck Big Band.

vfonds helpt bij andere invulling Projecten die een subsidie van het vfonds hebben gekregen helpen we zo goed mogelijk. De afgelopen maanden hebben we extra telefonische spreekuren ingelast en de mogelijkheid geboden om een plan van uitstel in te dienen. Veel projecten zijn ambitieus en creatief te werk gegaan en hebben prachtige plannen gemaakt om alsnog in aangepaste vorm door te kunnen gaan. Ook steunden we diverse projecten in hun uitgestelde plan. Kijk voor meer informatie op de website van het vfonds.

Een speerpunt van het vfonds is om het brede publiek te betrekken bij het gesprek over de Tweede Wereldoorlog en de relevantie voor ons leven vandaag. De koning onderstreepte dat in zijn toespraak tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam. Hij zei: “Nu, 75 jaar na onze bevrijding, zit de oorlog nog steeds in ons. Het minste wat we kunnen doen is: […] onze vrije, democratische rechtsstaat koesteren en verdedigen.” Een ritueel dat hierbij hoort, is om als volk de doden te herdenken. Als gevolg van de coronamaatregelen was het gezelschap op de Dam dit jaar klein en konden leden van de Staten-Generaal niet aanwezig zijn. De afwezigheid van volksvertegenwoordiging kwam op het moment dat we als volk niet fysiek samen kunnen komen en de vergelijking met oorlogstijd zich af en toe lijkt op te dringen. Hoewel onder omstandigheden begrijpelijk, voelde het als een gemis. Verderop in dit magazine leest u de terugblik op de Dodenherdenking door de voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 Mei en tevens oud-voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Gerdi Verbeet. Ze benoemt het gemis en onderstreept hiermee het belang van betrokkenheid van ons allemaal. Charlotte Rommes Senior projectadviseur vfonds

vmagazine 2020 9


actualiteiten Poems for Earthlings Dit jaar steunde het vfonds de tentoonstelling Poems for Earthlings van Adrián Villar Rojas. De installatie transformeerde de Oude Kerk in Amsterdam in een monument in oorlogstijd en werd dagelijks verlicht door 120 kaarsen. De kerk, en dus ook de tentoonstelling, moest noodgedwongen worden gesloten. Om toch verbonden te blijven en het vuur van geloof en kunst brandend te houden, kregen de kaarsen een tweede leven. De halve kaarsen en stompjes die aan het einde van de dag overbleven, werden bewaard en gerecycled en verdeeld onder de mensen. Aan de mensen die de kaarsen ophalen, werd de vraag gesteld hoe men hoopt dat de wereld er na deze periode uitziet. Door het aansteken van de kaars, er een foto van te maken vergezeld van een persoonlijk antwoord op de vraag, wordt hun bericht met de wereld gedeeld.

Ontsteking vrijheidsvuur In de nacht van 4 op 5 mei wordt traditiegetrouw het Vrijheidsvuur ontstoken voor Hotel de Wereld in aanwezigheid van de staatssecretaris van VWS, Paul Blokhuis. Dit jaar bood Wageningen45 iedereen de mogelijkheid om thuis het vrijheidsvuur digitaal te ontsteken en door te geven via www.vrijheidsvuur.nl. Dit werd live uitgezonden door de NOS.

“Ik hoop dat ik later in een woonwagen kan wonen” Michael Schmidt (11) woont met andere Sinti in een woonwagenkamp. Afgelopen zomer bezocht hij met zijn ouders Auschwitz, waar de grootouders van zijn oma zijn vermoord.

11

“Ons bezoek aan Auschwitz was spannend en heel naar. Het was alsof ik zelf naar het kamp was gebracht. Mijn betovergrootmoeder en -vader zijn daar vermoord. We zagen foto’s in Auschwitz waar zij op stonden.

7 5 persoonlijke verhalen over oorlog, vrijheid en bevrijding, verteld door bekende en minder bekende Nederlanders uit jaar in vrijheid elk geboortejaar sinds 5 mei 1945. Met deze prachtige campagne van Nationaal Comité 4 en 5 mei worden we geïnspireerd om met elkaar in gesprek te gaan over de betekenis van 75 jaar vrijheid. De verhalen slaan een brug tussen de mensen die een oorlog of conflict hebben meegemaakt en de toekomstige generaties. Verspreid door dit magazine zijn een aantal van deze bijzondere verhalen terug te vinden. Lees ze allemaal op www.vrijheid.nl Michael leeft

Mijn vader heeft met andere familieleden een krans gelegd bij het monument op de Dam in Amsterdam om Sinti en Roma te herdenken die zijn omgekomen in de oorlog. Ik denk bij de twee minuten stilte aan de mensen die naar het kamp werden gebracht – hoe ze zich gevoeld moeten hebben. Mijn familie is opgepakt omdat de Duitsers dachten dat Sinti en Roma stalen, maar dat was helemaal niet waar. Ze probeerden te vluchten of zich, net als Anne Frank, te verstoppen, maar werden vaak gevonden door de Duitsers en soms verraden. Ik vind dat verschrikkelijk. Vrijheid is voor mij dat je kan doen wat je wilt en dat je je niet opgesloten voelt. Ik woon in een woonwagenkamp met 37 woonwagens. Ik vind het daar leuk. Als ik op kamp ben, loop ik zo even bij familie of vrienden naar binnen zonder een afspraak te hoeven maken. En als ik naar buiten ga, kom ik altijd iemand tegen met wie ik kan spelen.

Vrijheid is ook dat je mag kiezen waar je woont. Helaas mogen wij niet kiezen waar onze wagen staat. De gemeente probeert ons in een huis te laten wonen, dat vind ik erg. Het is alsof wij wel de cultuur van de mensen bij de gemeente moeten respecteren, maar zij dat niet bij ons hoeven te doen. Dat is ongelijk. Mijn vader doet veel moeite om ervoor te zorgen dat Sintireizigers in een wagen kunnen blijven. Ik hoop dat ik later nog in een woonwagen kan wonen.”

Lees alle verhalen op vrijheid.nl

10

vmagazine 2020

7 5 verhalen om te herdenken en te vieren


“Ik hoop dat ik later in een woonwagen kan wonen” Michael Schmidt (11) woont met andere Sinti in een woonwagenkamp. Afgelopen zomer bezocht hij met zijn ouders Auschwitz, waar de grootouders van zijn oma zijn vermoord.

11

Michael leeft

jaar in vrijheid

“Ons bezoek aan Auschwitz was spannend en heel naar. Het was alsof ik zelf naar het kamp was gebracht. Mijn betovergrootmoeder en -vader zijn daar vermoord. We zagen foto’s in Auschwitz waar zij op stonden. Mijn vader heeft met andere familieleden een krans gelegd bij het monument op de Dam in Amsterdam om Sinti en Roma te herdenken die zijn omgekomen in de oorlog. Ik denk bij de twee minuten stilte aan de mensen die naar het kamp werden gebracht – hoe ze zich gevoeld moeten hebben. Mijn familie is opgepakt omdat de Duitsers dachten dat Sinti en Roma stalen, maar dat was helemaal niet waar. Ze probeerden te vluchten of zich, net als Anne Frank, te verstoppen, maar werden vaak gevonden door de Duitsers en soms verraden. Ik vind dat verschrikkelijk. Vrijheid is voor mij dat je kan doen wat je wilt en dat je je niet opgesloten voelt. Ik woon in een woonwagenkamp met 37 woonwagens. Ik vind het daar leuk. Als ik op kamp ben, loop ik zo even bij familie of vrienden naar binnen zonder een afspraak te hoeven maken. En als ik naar buiten ga, kom ik altijd iemand tegen met wie ik kan spelen. Vrijheid is ook dat je mag kiezen waar je woont. Helaas mogen wij niet kiezen waar onze wagen staat. De gemeente probeert ons in een huis te laten wonen, dat vind ik erg. Het is alsof wij wel de cultuur van de mensen bij de gemeente moeten respecteren, maar zij dat niet bij ons hoeven te doen. Dat is ongelijk. Mijn vader doet veel moeite om ervoor te zorgen dat Sintireizigers in een wagen kunnen blijven. Ik hoop dat ik later nog in een woonwagen kan wonen.”

Lees alle verhalen op vrijheid.nl


Nederland staat in de lustrumjaren 2019 en 2020 uitgebreid stil bij 75 jaar vrijheid. Van eind augustus 2019 tot en met oktober 2020 herdenkt en viert Nederland de bevrijding van Nederland en Nederlands-Indië. Door het hele land zijn er tal van activiteiten, evenementen en projecten voor jong en oud die met steun van het vfonds en partners zijn georganiseerd. Van het Zuid-Limburgse Mesch, het eerste dorp in Nederland dat werd bevrijd, tot aan Schiermonnikoog. Met aandacht voor hun eigen oorlogsverleden, persoonlijke verhalen en specifieke doelgroepen, maar ook onze gedeelde geschiedenis, onze gezamenlijke waarden en onze vrijheden. Op deze manier brengen de provincies hun WO2-erfgoed onder de aandacht bij een breed en jonger publiek. Herdenken en vieren van 75 jaar bevrijding en vrijheid is immers van ons allemaal.

75 jaar vrijheid vfonds steunt viering van zuid naar noord

Om al deze prachtige plannen te coördineren heeft het vfonds samen met het Nationaal Comité 4 en 5 mei het initiatief genomen voor de oprichting van de Stichting coördinatie 75 jaar vrijheid. De stichting speelt samen met het Platform WO2 een verbindende rol voor landelijke en regionale initiatieven om de vrijheid te vieren en dit betekenisvol te maken voor iedereen. Ook werkt het vfonds samen met alle provincies om de programma’s op elkaar af te stemmen en een zo groot mogelijke impact te realiseren door het hele land. Dat het coronavirus in het vroege voorjaar van 2020 roet in het eten zou gooien kon niemand voorzien. Gelukkig is er toch veel doorgegaan. Met de internationale campagne ‘Europe Remembers’ start Stichting Liberation Route

12

vmagazine 2020

Europe de feestelijkheden van 75 jaar vrijheid op 6 juni 2019 in Frankrijk. Op die dag is het exact 75 jaar geleden dat de geallieerde troepen landden op de stranden van Normandië en van daaruit begonnen aan de bevrijding van Europa. De landelijke aftrap in Nederland vond plaats op 31 augustus 2019 in Terneuzen met volop aandacht voor de Slag om de Schelde, een cruciale logistieke, militaire operatie in oktober 1944. Op 12 september 1944 wordt het Zuid-Limburgse Mesch bevrijd, als eerste dorp in Nederland. Limburg reist in vijf thema-uitzendingen met de Vrijheidsboot over de Maas van Zuid- naar Noord-Limburg. Een route die geplaveid is met oorlogsverhalen die aan boord worden verteld. Thuis achter het raam tonen Limburgers in het Vensterbank Museum persoonlijke attributen als

foto’s, kranten en bodemschatten als herinnering aan de oorlog. Ook Noord-Brabant vertelt met Brabant Remembers 75 persoonlijke verhalen over de Tweede Wereldoorlog, die ook vandaag de dag invoelbaar en relevant zijn. Daarnaast is het WO2-erfgoed in de provincie duurzaam versterkt door de vernieuwing en openingen van diverse oorlogsmusea en herinneringscentra. Aandacht is er ook voor minder bekende verhalen, zoals de bijdrage die de Poolse strijders hebben geleverd aan de bevrijding van grote delen van Nederland. Daarom steunt het vfonds de bouw van het Generaal Maczek Memorial in Breda, dat later in 2020 officieel wordt geopend..


In Gelderland staat onder meer de Slag om Arnhem centraal. Onder de noemer Bridge to Liberation komen op 20 september 2019 de verhalen met kunst, film en muziek voor iedereen tot leven. En in Nijmegen vindt er een dag later een bijzondere Sunset March plaats, een eerbetoon aan de geallieerde militairen die gevochten hebben voor de vrijheid van Nederland. In Noord- en Oost-Nederland waren het overwegend Canadese troepen die na vijf jaar van onderdrukking zorgden voor de bevrijding. In Overijssel opent later dit jaar een informatiecentrum bij één van de meest indrukwekkende herinneringen hieraan: het ereveld de Canadese Begraafplaats Holten op de Holterberg.

In Friesland kan men een bezoek brengen aan de beroemde kazematten van Kornwerderzand op de Afsluitdijk. Het is de enige plek in Europa waar in de meidagen van 1940 de Duitse Blitzkrieg vastliep. Slechts 225 Nederlandse soldaten wisten zo’n 17.000 Duitsers tegen te houden. Het vernieuwde Kazemattenmuseum vertelt er alles over. Maar waar de bevrijding haar route naar het noorden van Nederland vervolgt steekt het coronavirus vanaf maart 2020 een stokje voor de vele vieringen, herdenkingen, tentoonstellingen en evenementen die nog op het programma stonden. Zo ging de grote slotmanifestatie die gepland stond op 11 juni 2020, wanneer het 75 jaar geleden is dat de laatste plaats in Nederland, Schiermonnikoog, aan de beurt is om bevrijd te worden, niet door.

De Tweede Wereldoorlog eindigde in Nederlands-Indië en daarmee in het gehele koninkrijk op 15 augustus 1945. Om deze dag extra onder de aandacht te brengen, organiseert het Nationaal Comité 4 en 5 mei samen met partners een evenement in aansluiting op de Indië Herdenking in Den Haag. In welke vorm dit door kan gaan was in mei 2020 nog de vraag. De lustrumviering wordt vooralsnog op 24 oktober afgesloten met de herdenking van het 75-jarig bestaan van de Verenigde Naties. De Stichting coördinatie 75 jaar vrijheid vraagt iedereen mee te doen. We hopen dat de afsluiting van dit lustrumjaar daardoor een extra groot nationaal moment wordt.

vmagazine 2020 13


NSB-ers en “moffenmeiden� worden opgebracht door leden van de Binnenlandse Strijdkrachten in Deventer 14

vmagazine 2020


Dr. Ad van Liempt, historicus over de bevrijding van Noord- en Zuid-Nederland

‘Met de bevrijding was de strijd nog niet gestreden’ ‘Het noorden lijdt, het zuiden vrijt’, heeft ooit eens een krant gekopt over de bevrijding van Noord- en Zuid-Nederland. Inmiddels weten we dat het genuanceerder lag. Pas in 1949 werd het leven weer een beetje normaal, zo weet historicus Ad van Liempt, schrijver van het nieuwe boek over de bevrijding onder de titel 1945, de afrekening. Interview: Koos de Wilt

Toen de historicus op 5 mei 1995 als eindredacteur een televisieprogramma maakte voor de NOS, mochten hij en zijn team alles uit de kast halen in de veronderstelling dat het de laatste keer zou zijn dat er aandacht voor de Tweede Wereldoorlog zou zijn. Van Liempt: ‘Nu, 25 jaar verder, is er meer belangstelling dan ooit. Als er een boekje verschijnt over een bijzondere gebeurtenis tijdens de oorlog in de straat, komt het hele dorp langs om erover te horen. Er is veel meer belangstelling gekomen voor de verhalen van gewone mensen. Vroeger ging het over verhalen van de machtshebbers en de generaals, nu identificeren we ons veel meer met gewone burgers. We willen weten wat gewone mensen is overkomen. En, zoals W.F. Hermans zei over de hoofdfiguren van zijn romans, zijn het in de meeste gevallen

geen mensen uit één stuk. Dat geldt ook voor degenen die de oorlog hebben meegemaakt. En dat maakt mensen alleen maar interessant.’ Wat weten we over de bevrijding?

‘Het oosten van het land is veelal gewapenderhand door met name de Canadezen bevrijd. Dat was een bizarre opmars met grote contrasten. Soms moest er vier dagen lang een bloedige strijd worden gevoerd om een dorp te veroveren, een dorp verderop werden dezelfde soldaten ontvangen door een joelende menigte. Van dorp tot dorp wisten ze dus niet wat hen te wachten stond, een feest of een strijd. Iets waarop ze zich tijdens hun opleiding niet hadden voorbereid en waardoor de opmars bovendien vertraging opliep. Vlak bij Apeldoorn

stonden de bevrijdingstroepen klaar om de stad met groot geschut onder vuur te nemen toen er stiekem twee verzetsmensen langskwamen om te vertellen dat de Duitsers al waren vertrokken. Groningen, aan de andere kant, is met veel strijd bevrijd waarna de geallieerde soldaten erachter kwamen dat ze bij Delfzijl een nog zwaardere strijd moesten voeren. Daar waren Duitse soldaten met duizenden naar uitgeweken. Tot ver in april verzetten zij zich daar wekenlang.’ Wat gebeurde er in het verstedelijkte westen?

‘De steden en dorpen in het westen werden door de Duitse troepen dusdanig goed verdedigd dat er bij de straatgevechten heel veel doden zouden zijn gevallen, onder zowel de soldaten als onder de bevolking.

vmagazine 2020 15


Daarom hebben de geallieerden besloten het westen van ons land niet te bevrijden. Dat zou uiteindelijk via onderhandelingen en na capitulatie van het Duitse leger moeten gebeuren. Maar de Hongerwinter zette daar een enorme druk op. De Nederlandse regering in Londen heeft eindeloos gesoebat bij Montgomery, Eisenhouwer en Churchill om door te zetten omdat Nederland en haar inwoners gebukt gingen onder de ontberingen van de Hongerwinter. Toch is er besloten om volledig in te zetten op de verovering van Berlijn. Grote strijd onderweg naar de Duitse hoofdstad was echter wel verwacht. In Rotterdam en Schiedam zijn er, in het kader van Aktion Rosenstock, op 10 en 11 november 52 duizend mannen bij een razzia opgepakt. Dat had als doel om verdedigingswerken voor de Duitsers op te bouwen, maar ook om te voorkomen dat die mannen aan de kant van de geallieerden zouden gaan vechten. Hetzelfde gebeurde in andere steden. Op dat moment waren er 120 duizend Duitse sol-

en steden in het land plaatsgevonden. Wrang is het verhaal dat er op 9 mei een rouwdienst was van een man in een kerk die op dezelfde tijd en op diezelfde plek eigenlijk zou trouwen. Zijn vrouw zat er op dat moment niet bij als bruid, maar als weduwe... Dit verhaal staat niet op zichzelf. Uit onderzoek van de NOS blijkt dat er tussen 5 en 8 mei 1945 in West-Nederland minstens 24 dodelijke schietpartijen waren. Er vielen zeker 156 doden: 114 Nederlanders en 42 Duitsers. Dat kon gebeuren omdat de leden van de Binnenlandse Strijdkrachten de Duitse soldaten niet mochten ontwapenen, dat mochten alleen de Canadezen doen.’ Het zuiden van Nederland is in 1944 bevrijd. Was het daar een groot feest?

‘‘Zeker niet overal. Er waren zelfs een paar plekken waar Duitsers zich op leven en dood verweerden, zoals in de driehoek rond Roermond. Daarbij kwam dat de kolenmijnen het nog niet deden, terwijl het die winter heel erg koud werd. Er was weliswaar geen honger, maar wel hevige schaarste. Nijmegen heeft in de winter ‘Heel veel mensen hadden hun van 1944 op 1945 onder laatste filmrolletje bewaard voor een voortdurende regen de bevrijding en daarom kennen van granaten geleden, we zoveel foto’s van vrolijke mensen de zogenaamde “Granain de straten. Maar wat je niet ziet tenwinter”. De Duitsers zijn de beelden van de vele mensen hebben de bevrijde stad die hun geliefden zijn verloren.’ aan één stuk door beschoten en de Nijmegenaren leefden, vooral ’s daten gelegerd in de Vesting Holland en die nachts, in schuilkelders. Ook Eindhoven zouden in geval van een confrontatie in kreeg het zwaar te verduren. Op de dag na gevecht zijn komen met 100 duizend geallide bevrijding vond hier het zwaarste bomeerde soldaten. Er werd besloten bloedbardement plaats, met 227 doden. Een groot vergieten hier te voorkomen en door te drama, een dag na het grote feest. Onderstomen naar Berlijn, maar daarmee zou er tussen werden er in het zuiden zo’n 25 nog wel een hongerwinter komen in Neduizend mensen gevangengenomen voor derland. Een hels moeilijke keuze moet collaboratie. Dit is nooit goed onderzocht, dat geweest zijn.’ maar we weten wel dat er ernstige misstanden hebben plaatsgevonden. Dat geldt Er zijn dus weinig slachtoffers gevallen voor het hele land, ook en vooral het noordoor strijd in het westen? den. In Westerbork zijn in drie maanden 89 ‘Wel wat, en er zijn zelfs ná de bevrijding doden gevallen onder deze gevangenen, waarnog slachtoffers gevallen. Een schietpartij onder een groot deel was uitgehongerd, zoals op 7 mei 1945 op de Dam in Amstergemarteld en vermoord. Ik ben daar wel dam heeft ook in tientallen andere dorpen van geschrokken.’

16

vmagazine 2020

Het was dus niet overal feest na de bevrijding?

‘Heel veel mensen hadden hun laatste filmrolletje bewaard voor de bevrijding en daarom kennen we zoveel foto’s van vrolijke mensen in de straten. Maar wat je niet ziet zijn de beelden van de vele mensen die hun geliefden zijn verloren. Van de Joden weten we dat er bijna niemand terugkwam. Van de dwangarbeiders zijn er schattingen dat er zo’n 30 duizend zijn omgekomen in Duitsland. Daarnaast waren er duizenden mensen die werkten in de koopvaardij die ook niet zijn teruggekeerd. Ook weten we dat er zo’n 8 duizend Waffen-SS’ers, vooral zonen uit NSB-gezinnen, zijn omgekomen in de strijd. Daar wordt al helemaal niet over gesproken. Wat ook vaak wordt vergeten zijn de hevige verwoestingen in het zuiden. Steden lagen in puin en alle ruiten waren eruit. Er werd vanuit regeringswege bepaald dat er per huis altijd één kamer moest zijn die glasdicht was, maar dat was een maatregel die helemaal niet uitvoerbaar bleek. Nederland was bijna failliet, zo blijkt uit brieven van Minister Lieftinck.’ Hoe zat het daar met het bestuur na de bevrijding?

‘Ook dat verliep verre van vlekkeloos. De regering in Londen had een militair overgangsbewind ingesteld, het Militair Gezag, maar niemand had gedacht dat het acht maanden zou duren voordat het civiele bestuur kon terugkeren. Er was veel ruzie tussen de teruggekeerde burgemeesters en het militaire gezag. Ook het verzet begon zich ermee te bemoeien. Het werd een bizar en onoverzichtelijk conflict dat er uiteindelijk toe leidde dat de regering in Londen in crisis kwam en besloot af te treden. Ze maakte plaats voor ministers die in het zuiden wel acceptabel werden geacht, met mannen als De Quay en Beel, mensen van statuur. Er is het verhaal dat er een delegatie met ministers uit Londen naar Eindhoven kwam om orde op zaken te stellen, maar die werd op het vliegveld door de Binnenlandse Strijdkrachten aangehouden en vastgezet. Een voorbeeld van de totale chaos van dat moment.’


Na een loopbaan in de dagbladjournalistiek en bij de televisie (NOS-Journaal, Studio Sport, NOVA) was Ad van Liempt (1949) een van de grondleggers van het geschiedenisprogramma Andere Tijden. Ook was hij eindredacteur van talloze uitzendingen over politiek en actuele evenementen, en van de succesvolle tv-serie De Oorlog. Vanaf 1994 publiceerde hij regelmatig boeken over historische onderwerpen, vooral over de Tweede Wereldoorlog. De bekendste zijn Kopgeld, De Oorlog, Na de Bevrijding en Aan de Maliebaan. Recent verscheen zijn nieuwe boek over de bevrijding onder de titel 1945, de afrekening. Voor zijn televisiewerk kreeg hij een ere-Nipkowschijf, voor zijn werk als auteur en programmamaker een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam. Van Liempt is een veelgevraagd spreker.

Het zuiden na de bevrijding was dus anders dan de vrolijke foto’s laten zien?

‘In het zuiden was men ongelofelijk blij dat de bezetters weg waren, maar het was zeker niet zo dat de hemelse vrede was uitgebroken. Pijnlijk was, en daar is heel weinig over geschreven, dat de huizen van mensen die terugkwamen na evacuatie vaak leeggeroofd bleken te zijn. Niet alleen was de drank weg, maar ook hele inboedels waren meegenomen door de Canadezen en Amerikanen. Daar hebben we het liever niet over. Daarbovenop was er natuurlijk de bezorgdheid over wat er doorsijpelde over de Hongerwinter in het noorden. Verder was er veel bezorgdheid over de Joodse mensen die werden terugverwacht, maar niet terugkwamen. De waarheid kwam voor het eerst echt naar buiten met een Sovjetrapport in mei 1945 over wat er werkelijk in de Joodse kampen was gebeurd. Dat moet een enorme verbijstering teweeg hebben gebracht. Schrijnend vond ik een dagboekfragment van een Joodse man die schrijft dat hij nog steeds wachtte op de terugkomst van zijn familie en hoopte dat het feesten, dat tot

midden in de nacht voor zijn deur plaatsvond, eindelijk eens zou ophouden.’ Hoe was het in het noorden waar de Hongerwinter nog moest komen?

‘Die Hongerwinter moet echt een horror zijn geweest. Vooral eenzame mannen en mensen zonder netwerk, mensen uit de achterbuurten, kwamen om. Gruwelijk moet het ook zijn geweest bij tehuizen van psychiatrische patiënten, daar schoot de verzorging ernstig tekort. Een van de weinige lichtpuntjes van die periode is dat de opvang van de schooljeugd in het oosten en noorden van het land voor bijna honderd procent is gelukt. Dat blijkt uit een onderzoek van Ingrid de Zwarte voor het NIOD. 50 duizend kinderen uit het westen zijn dankzij evacuatie ongeschonden door de Hongerwinter gekomen. Het maatschappelijke middenveld, en vooral de kerken, heeft dat allemaal voor elkaar gekregen zoals blijkt uit een recente studie. Het meest ontroerende verhaal vond ik dat van een paar dames die dertien uitgehongerde baby’s uit Amsterdam overkregen en die met de hulp van buurtgeno-

ten hebben verzorgd. Die spraken af om elke week een brief te schrijven naar de moeders over de vorderingen van het kind, dus ook over de eerste tandjes en de eerste stapjes.’ Wat is de waarde van dat we dat allemaal weten?

‘Ik heb niet de illusie dat we de mens kunnen veranderen en echt leren van de geschiedenis. Mensen maken steeds opnieuw de meest verschrikkelijke fouten. Er sterven tegenwoordig veel minder mensen door oorlogshandelingen dan in al de eeuwen voor ons, maar toch zien we dat mensen elkaar soms nog de meest vreselijke dingen aandoen, zoals in het voormalige Joegoslavië en nu in Syrië. Maar de groep mensen die echt weten wat er gebeurd is, kunnen we wel vergroten. En dat is op zichzelf al belangrijk. Het kan een steentje bijdragen aan vrede in de wereld.’

vmagazine 2020 17


Hoe wordt vrijheid na 75 jaar beleefd in het zuiden en het noorden? De bevrijding werd in het zuiden en het noorden van Nederland anders beleefd. Het vond ook op een ander moment plaats. Hoe anders was het toen en hoe wordt de bevrijding nu beleefd, 75 jaar na dato? We vragen het aan de Commissaris van de Koning van de zuidelijke provincie NoordBrabant en de burgermeester van de meest noordelijke gemeente van ons land.

‘Vrijheid is een opdracht’ Wim van de Donk, Commissaris van de Koning van de provincie Noord-Brabant

In Noord-Brabant vond een belangrijk deel van de herdenking en viering van 75 jaar vrijheid al in 2019 plaats, vertelt de Commissaris van de Koning van de provincie Noord-Brabant. ‘Onze provincie was voor een groot deel al in september 1944 bevrijd. We hebben hierbij stilgestaan met een indrukwekkend aantal activiteiten in het kader van het programma Brabant Remembers, dat mede mogelijk is gemaakt door de bijdrage en het meedenken van het vfonds. Ik kijk met heel veel trots terug op hoe wij de bevrijding hier hebben herdacht en hoe we de bijbehorende verhalen aan een nieuwe generatie mee hebben kunnen geven. Mijn ervaring is dat deze verhalen, op basis van herinneringen van een mensenleven geleden, nog steeds enorm leven. Hier in Noord-Brabant is dat beleefd in vreugde, maar ook met pijn. De bevrijding in het zuiden was niet alleen een verlossing, maar bracht ook een opdracht met zich mee: vrijheid moet

18

vmagazine 2020

worden geleerd, ontwikkeld, verdedigd, gedeeld, en dat telkens weer opnieuw. Een belangrijke les die nog steeds van groot belang is. Herdenken is een uitnodiging om na te blijven denken over de betekenis van vrijheid. Dat is nodig, ook omdat er steeds meer scheurtjes zichtbaar worden in de decennialang te gemakkelijk en als bijna vanzelfsprekend beschouwde aanwezigheid van vrede en veiligheid. Vrijheid gedijt noch groeit in een context van vrijblijvendheid. Duidelijker wordt dat de democratische rechtsorde helemaal geen bezit is, en dat de vrijheid telkens opnieuw bevochten moet worden. Dat komt niet alleen voort uit democratische structuren, maar ook uit een cultuur van burgerschap en democratie. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid dat alleen kan bestaan in een situatie van wederzijds respect voor elkaar. Vrijheid is dus een opdracht, en geen gemakkelijke. Het gaat er nu om dat de volgende generatie het oppakt en verder ontwikkelt.’


‘Wij herdenken hier ook de Duitse slachtoffers’ Ineke van Gent, sinds 2017 burgemeester van Schiermonnikoog

Ieder jaar op 4 mei gaat men op Schiermonnikoog in stille tocht naar Vredenhof waar een krans wordt gelegd en de volksliederen worden gespeeld van alle nationaliteiten die op Vredenhof begraven liggen. Ook het Duitse volkslied klinkt jaarlijks. De burgemeester van Schiermonnikoog Ineke van Gent kwam als kind voor het eerst op Schiermonnikoog tijdens een schoolreisje en bezocht destijds het kerkhof. Wat was de ervaring van toen? Van Gent: ‘Het maakte op mij een diepe indruk dat hier soldaten van allerlei verschillende nationaliteiten zij aan zij zijn begraven. Wat een mooie gedachte: dat er geen onderscheid in afkomst is gemaakt. Vredenhof is een kerkhof voor drenkelingen en soldaten uit de Eerste- en Tweede Wereldoorlog, veelal zeelui of vliegtuigbemanning. In totaal liggen er 118 jonge mannen uit verschillende landen, van geallieerde en Duitse zijde. Ik vind dat heel indrukwekkend. Het was ook allemaal niet zo zwart wit. Die jongens werden de oorlog in gestuurd. En hoe bewust maak je die keuze als je achttien of negentien bent. Iedereen is uiteindelijk slachtoffer van oorlog en geweld.’ Toen Nederland op 5 mei 1945 grotendeels was bevrijd was daarvan op het Waddeneiland Schiermonnikoog nog geen sprake. Er waren nog 600 Duitse militairen op het eiland gelegerd. Het aantal van 600 militairen lijkt misschien klein, maar in die tijd woonden op Schiermonnikoog evenzoveel burgers: de verhouding was dus één aanwezige militair per burger. De militairen zouden pas op 11 juni 1945 vertrekken. In de zes weken voorafgaand aan de Duitse aftocht was het grimmig op het Waddeneiland. Ruim honderd SS’ers en SD’ers die in april 1945 het beruchte hoofdkantoor van de Sicherheitsdienst, gevestigd in het Scholtenhuis te Groningen,

ontvlucht waren omdat de Canadezen in aantocht waren, hadden zich op het eiland verschanst. Ze hoopten om, als alles verloren was, van daaruit naar Duitsland te ontsnappen. Ineke van Gent vertelt: ‘Ik herinner me vooral de verhalen over de SD beulen van mijn Groningse moeder. Zij had het Scholtenhuis nog meegemaakt en vertelde daarover toen ik kind was. Iedereen wist dat zich daar afschuwelijke taferelen hadden afgespeeld, mensen werden er gemarteld. Aan het einde van de oorlog gedroegen zij zich minder vijandelijk. Maar die gevluchte SD’ers en SS’ers van het Scholtenhuis waren berucht en wilden niet opgeven. Daarom heerste er angst onder de bevolking, want een kat in het nauw maakt rare sprongen. Ook de aanwezige Duitse militairen vreesden deze nazibeulen. Ze werden dan ook zo ver weg mogelijk op het oostelijke deel van het eiland ondergebracht. Er stond zelfs permanent een Duits Flak-geschut op hen gericht, voor het geval dat. Met een list, en de valse belofte dat ze als krijgsgevangenen behandeld zouden worden, werd de groep SD’ers in juni uiteindelijk van het eiland gelokt en op het vaste land gevangengezet. Schier was bevrijd.’

vmagazine 2020 19


28

vmagazine 2020


Historicus Keith Lowe over oorlogsmonumenten en musea

‘Ingewikkeldheid is goed’ Interview: Koos de Wilt

De Tweede Wereldoorlog is nog volop present in ons collectief bewustzijn. Monumenten en herinneringscentra spelen daarbij een belangrijke rol. Ze geven ruimte om te spreken over wat gebeurd is en soms ook om juist te zwijgen. Historicus Keith Lowe (1970) schreef een aantal belangwekkende boeken over de Tweede Wereldoorlog, de nasleep ervan en de rol van monumenten hierin. Zijn nieuwste boek, Prisoners of History dat in juli 2020 uitkomt, is een studie van monumenten uit de Tweede Wereldoorlog over de hele wereld en hun maatschappelijke en politieke toepassingen. Een gesprek met de historicus over hoe we de oorlog herinneren en hoe we het zouden moeten herinneren.

Opening Nationaal Monument Kamp Vught

vmagazine 2020 21


Jij bent zelf Brit en schrijft dus ook vanuit het Britse perspectief. Wat is het beeld de gemiddelde Brit tegenwoordig heeft van de oorlog?

‘Oorlog wordt in het Verenigd Koninkrijk vaak gezien als een soort Hollywoodfilm, waarbij wij Britten de helden zijn en de Duisters de monsters. We herinneren de bevrijding als een groot feest; in stilte herinneren doen we dan ook niet graag. Het beeld van de matroos die de zuster kust op Time Square spreekt eerder tot de verbeelding. We negeren de donkere kanten van de oorlog en al de verschrikkelijke dingen die ook een held moet doen om een oorlog te winnen.’ Hoe zag Europa eruit direct na de bevrijding?

‘Toen de oorlog voorbij was, was er veel vreugde, maar ook heel veel pijn. Dat wordt vaak vergeten. Heel veel soldaten waren nog weg toen de bevrijding er was en in veel gevallen kwam er niemand terug. Steden lagen in puin en de bestaande instituties waren weg. Voor zover die er waren, werden die maar weinig vertrouwd. Vaak werden er oude vetes opgerakeld en werd er op brute wijze wraak genomen, vaak zonder dat dat consequenties had. Law and order was kortom ver te zoeken. Het was vaak ieder voor zich. Zeker in Frankrijk werden de autoriteiten nauwelijks vertrouwd. De honger die er tijdens de oorlog was geweest, werd na de oorlog zeker niet gelijk weggenomen.

‘Laat jongeren zien hoe genuanceerd het soms ligt en vooral ook hoe vreselijk een oorlog is.’

22

vmagazine 2020

Doordat distributielijnen waren weggevaagd en er simpelweg geen voedsel was, hadden heel veel gezinnen na de oorlog nog lange tijd honger. In Duitsland was het allemaal nog veel erger. Daar was alles echt kapot en was de honger schrijnend. De mensen waren er aangewezen op wat de geallieerden met hen deden. En die soldaten hadden vaak ook geen idee wat te doen. In Nederland was net de hongerwinter achter de rug en de eerste maanden was er maar nauwelijks voldoende eten. Iedereen probeerde er wat van te maken. Ik hoorde eens dat jullie Soldaat van Oranje, Erik Hazelhoff Roelfzema, Nederland niet meer herkende toen hij terugkeerde in Nederland. Het was vaak verre van feest.’ Hoe ging men vervolgens om met de werkelijkheid na de oorlog?

‘In het VK was er natuurlijk wel schade aan gebouwen en waren er slachtoffers, maar de instituties stonden nog grotendeels. Wat er tegelijkertijd gebeurde was een soort mythevorming. Wij Britten waren de helden en wij hadden iedereen gered. In andere Europese landen was het ingewikkelder om een verhaal te vinden tussen heldendom en verraad. Het belang van het verzet bijvoorbeeld werd in Frankrijk enorm vergroot ten nadele van al de geallieerde troepen die het land hadden bevrijd. De straatnaambordjes van maarschalk Philippe Pétain, een grote held uit de Eerste Wereldoorlog, werden weggehaald uit alle dorpen en steden door het land. Pétain was namelijk ook de man die het collaborerende Vichy-regime leidde nadat de Duitsers de Fransen hadden verslagen in 1940. Hij was ineens de verrader geworden van het land, terwijl toch miljoenen mensen achter hem hadden gestaan tijdens de oorlog.’

Zien ouderen en jongeren iets anders als ze aan de oorlog denken?

‘Waar in de jaren vijftig iedereen een herinnering had aan de oorlog, is dat in onze tijd verdwenen. Voor jonge mensen is het geschiedenis geworden. Waar oudere mensen de geschiedenis vaak hebben herschreven in een eigen mythe over heldendom en verzet, hebben jongeren de neiging de verhalen uit de oorlog te versimpelen. Dat gebeurt gewoon, nuances vallen weg. Beide verhalen zijn niet goed. Toen vijf jaar geleden de oorlog werd herdacht in de straten van Londen, waren er overal Britse vlaggen te zien. Het ging alleen over dat wij de helden waren. Het gevaar is dat je dan vergeet dat de oorlog afschuwelijk was en dat ook de Canadezen, de Tsjechen, de Polen en Amerikanen hun strijd hebben gevoerd. Veel Britten hebben daar geen idee van. Met al die vlaggen wordt een populistisch en nationalistische identiteit gecreëerd en dat is niet iets waar je vrolijk van wordt.’ Wat zijn jouw ervaringen met oorlogsmonumenten?

‘Oorlog is verschrikkelijk en eigenlijk komt niemand er goed vanaf. Helden moeten dingen doen die vreselijk zijn om een oorlog te winnen. In Londen werd tijdens de Olympische Spelen van 2012 het Bomber Command Memorial onthuld, het eerste monument voor RAF-piloten. Dat beeld vertelt het verhaal van onze piloten als helden terwijl ze ook vreselijke dingen hebben moeten doen. Er zijn 55 duizend piloten omgekomen en zo’n 500 duizend Duitsers tijdens de bombardementen. Natuurlijk zaten daar Nazi’s bij die bestreden moesten worden, maar verreweg de meeste mensen waren onschuldige burgers. Het beeld had ook kunnen gaan over hoe vreselijk de oorlog wel niet is geweest. In Moskou is het Museum of the Great Patriotic War neergezet waar de oorlog begint in 1941. Voor dat jaar hadden de Russen een pact gesloten met de Nazi’s, dat hoort dus niet bij het verhaal. Er wordt daar alleen het verhaal verteld over de strijd om Stalingrad, Koersk en de over-


‘Mensen hebben gebouwen en beelden nodig om de pijn van het verleden een plek te geven. Dat is goed, maar het wordt gevaarlijk als deze plekken er vooral zijn om de schuld aan de ander te geven.’

winning op Berlijn. In Polen en Oekraïne waren in de Sovjettijd veel monumenten neergezet om de Russische soldaten te herdenken die de landen hebben bevrijd. Maar veel Polen en Oekraïners zien het helemaal niet als een bevrijding, maar eerder als een volgende bezetting. Daarom zijn die beelden weggehaald. Op de Dam in Amsterdam staat een monument waarbij aarde is gebruikt van verschillende delen van het land. Er is zelfs aarde gebruikt uit Indonesië. Dat is goed, maar doordat het beeld associaties oproept met christelijke beelden, voelen sommige Joden zich vervolgens buitengesloten. Natuurlijk zijn er voor Joden weer andere monumenten gemaakt in de stad’

Keith Lowe (1970) studeerde Engelse literatuur aan de universiteit van Manchester. Na twaalf jaar als uitgever van geschiedenisboeken begon hij een fulltime carrière als schrijver en historicus. Inmiddels wordt hij aan beide zijden van de Atlantische Oceaan erkend als een autoriteit op het gebied van de Tweede Wereldoorlog en de nasleep ervan. Zijn eerste boek, Inferno, was een veelgeprezen studie van het bombardement op Hamburg in 1943. Aan de hand van ooggetuigenverslagen van beide kanten beschreef het de verschrikkingen van de grootste door mensen veroorzaakte vuurstorm ooit, die in één nacht ongeveer 40 duizend mensen heeft gedood. Zijn tweede boek, Savage Continent, was een baanbrekende studie van de golf van geweld en wraak die Europa na de oorlog overspoelde. Het werd een top tien bestseller van de Sunday Times en won zowel de Hessell-Tiltman-prijs voor geschiedenis als de nationale Herasco-geschiedenisprijs van Italië. Zijn meest recente boek, The Fear and the Freedom (2017), is een intieme geschiedenis van de langetermijngevolgen van de Tweede Wereldoorlog en de schaduw die het nog steeds over ons leven werpt. Zijn nieuwste boek, Prisoners of History, komt in juli 2020 uit en is een studie van monumenten uit de Tweede Wereldoorlog over de hele wereld en hun politieke toepassingen. Het is in april van dit jaar al gepubliceerd in het VK.

Hoe moet het dan wel?

‘Mensen hebben gebouwen en beelden nodig om de pijn van het verleden een plek te geven. Dat is goed, maar het wordt gevaarlijk als deze plekken er vooral zijn om

>>

vmagazine 2020 23


de schuld aan de ander te geven. Natuurlijk is het belangrijk om een gevoel van identiteit te creëren, maar ook hier ligt op de loer dat we anderen uitsluiten in dit gevoel van eenheid. In Duitsland hebben ze dat na de oorlog goed gedaan. Ze moesten ook wel. Daar is er niet het verhaal van het heldendom, maar is er het verhaal van pijn. En die compliciteit is goed.’ Wat vind jij goede voorbeelden?

‘In Hamburg staat een monument dat niet gaat over heldendom, maar over pijn. Het is niet een monument waar schuld wordt gegeven, maar waar vooral getoond wordt hoe vreselijk oorlog is. Dat is een volwassen manier om om te gaan met een afschuwelijk verleden. Een ander mooi voorbeeld is de Liberation Route Europe. Het mooie hiervan

is dat het transnationaal is. Het is niet alleen een Brits verhaal met Brits vlaggenvertoon, maar een wandelroute waarbij verhalen uit verschillende landen worden verteld, met meerdere perspectieven en met meer nuances. Ook een oorlogsmuseum in Gdansk vertelt het verhaal van de oorlog vanuit verschillende perspectieven. Vanuit zowel de Fransen, de Russen, de Britten en ook de Polen. Dat vind ik goed. Maar inmiddels is de directie ontslagen en wordt er weer een meer nationalistisch verhaal verteld.’

zoiets hen zou overkomen. Een monument dat laat zien hoe genuanceerd het soms ligt en vooral ook hoe vreselijk een oorlog is. Tussen vijfendertig en veertig miljoen mensen zijn er tijdens de oorlog vermoord. Er waren veertien miljoen ontheemden, dertien miljoen kinderen die wees zijn geworden. Europa was een continent in rouw.’

Welke monumenten zou je moeten bouwen en hoe zou je jongeren bij de les kunnen houden?

‘Een monument zou niet moeten gaan over helden. Het zou jongeren moeten stimuleren zich in een oorlogssituatie te verplaatsen en na te denken over wat zij zouden doen als

Oorlogsmusea herinneringscentra en vfonds Het is 75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal van de oorlog wordt nu overgebracht aan een generatie die er verder vanaf staat. De herinnering verschuift van een persoonlijke ervaring naar gemeenschappelijke kennis over de geschiedenis. Dit collectieve geheugen geeft invulling aan de identiteit van onze samenleving. Oorlogsmusea en herinneringscentra spelen hierin een belangrijke rol: zij houden de geschiedenis levend en vormen het cement van de herdenking en herinnering in Nederland. Tegelijkertijd gaan ze over het hier en nu: kennis over waarden die destijds onder druk stonden laten ons reflecteren op waarden die vandaag de dag belangrijk zijn. Hiermee kunnen we ook conflicten en onvrijheden in de wereld van nu beter begrijpen.

24

vmagazine 2020

Het vfonds vindt het dan ook belangrijk om deze kennis over de geschiedenis in stand te houden, te blijven verrijken én toegankelijk te maken voor een breed publiek. Daarom is er in de aanloop naar dit jaar geïnvesteerd in de (her)opening van een groot aantal oorlogs- en verzetsmusea en herinneringscentra, verspreid over het hele land. Plekken die allemaal een bepaald tijdsbeeld representeren en een bestaande of gecreëerde herinnering aan de oorlog verbeelden. Die diversiteit is belangrijk. Als bezoeker ben je op de plek waar het gebeurde en word je omgeven door kennis en verhalen die je dichter bij de ervaring van toen brengen. Dit draagt allemaal bij aan de impact van het bezoek. Stuk voor stuk geweldige plekken die een bezoek meer dan waard zijn!


HET WAAROM VAN OORLOGSMUSEA De directeuren leggen uit Ieder deel van Nederland heeft zijn eigen historie als het om de oorlog en de bezetting gaat. De oorlog wordt door iedereen op een andere plek en op andere manieren herdacht, verbeeld en beleefd. Dit zie je terug in de vele oorlogsmusea en herinneringscentra door het hele land: iedere locatie heeft zijn eigen signatuur, met gevarieerde tentoonstellingen en uiteenlopende thema’s. Aan de directeuren van negen van deze vernieuwde musea de vragen wat ze zouden willen dat de bezoeker meeneemt na het bezoek en waarom het belangrijk is dat het museum dat in herinnering houdt.

Airborne Museum HARTENSTEIN

‘Ook de Duitse kant van het verhaal’ Wat zou u willen dat de bezoeker meeneemt na zijn of haar bezoek?

Het Airborne Museum vertelt het historische en sociaal culturele verhaal over Operatie Market Garden en de mislukte Slag om Arnhem. Een militaire operatie, met zeer grote gevolgen voor de

burgers in de regio Arnhem, maar ook de rest van Nederland vanwege de Hongerwinter. Dankzij onder andere het vfonds heeft het Airborne Museum in Hartenstein zijn ambitie kunnen realiseren en het museum compleet kunnen vernieuwen. Sinds 2017 wordt ons rijksmonument grootschalig gerestaureerd en sinds eind 2019 vindt een complete herinrichting plaats. Wij hopen dat de bezoekers straks ervaren wat de gevolgen zijn geweest van de Tweede Wereldoorlog vanuit een multiperspectief. In het museum wordt namelijk zowel het geallieerde en het burgerperspectief verteld, als ook de Duitse kant van het verhaal. Dit alles op basis van onze bijzondere collectie én de beleving in de Airborne Experience! Waarom is het belangrijk dat uw museum deze herinnering in ere houdt?

Naast veteranen en andere ooggetuigen houden plekken en gebouwen de verhalen over de Tweede Wereldoorlog levend. Het Airborne Museum is gevestigd in Villa Hartenstein; een 19e-eeuwse buitenplaats in Oosterbeek. Op deze plek richtten de geallieerden troepen hun hoofdkwartier in tijdens de negen dagen durende Slag om Arnhem. Hartenstein maakt hierdoor deel uit van de jaarlijkse bedevaart van tienduizenden mensen, op zoek naar hun familiegeschiedenis achter The Bridge too Far. Sarah Heijse, Directeur-bestuurder, Airborne Museum

Airborne Museum at Hartenstein

vmagazine 2020 25


Nationaal Monument Kamp Vught

Oorlogsmuseum Overloon

‘Prikkelen tot nadenken’

‘Een kwartje laten vallen’

Wat zou u willen dat de bezoeker meeneemt na zijn of haar bezoek?

Wat zou u willen dat de bezoeker meeneemt na zijn of haar bezoek?

Wij hopen dat mensen na een bezoek meer kennis hebben gekregen over de gevolgen van terreur en vervolging door de Nazi’s in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. We geven informatie over het systeem van de concentratie- en vernietigingskampen en in het bijzonder over de rol en de plaats van Kamp Vught in dat systeem. We laten de bezoeker van dichtbij zien hoe het dagelijks leven er in het kamp uit zag en welke verschillende groepen en nationaliteiten hier vast zaten. Dat zijn er namelijk meer dan veel mensen weten! Ook hopen wij bezoekers bij te brengen hoezeer de kampgeschiedenis nog een rol speelt in de levens van mensen vandaag de dag, óók tweede en derde generatie. We willen prikkelen tot nadenken: over de actuele relevantie van deze geschiedenis, met name in relatie tot het thema morele moed. Als dit inspireert tot een bewustere houding, meer nadenken over de gevolgen van bepaalde keuzes en het belang om goed afgewogen keuzes te maken met oog voor de medemens en het hooghouden van belangrijke waarden, dan hebben wij ons werk goed gedaan.

Het Oorlogsmuseum Overloon presenteert de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog: hoe het zover heeft kunnen komen dat in vijf jaar tijd meer dan vijftig miljoen mensen hun leven verloren, maar ook hoe de onderdrukte bevolking vindingrijk met beperkingen en tekorten omging. Er is aandacht voor het verzet, maar ook voor de vervolging. Daarnaast wordt er uiteraard ook aandacht besteed aan de bevrijding, met speciale aandacht voor de Slag bij Overloon. In ons museum mag een bezoeker een leuke dag hebben. Oorlogsmuseum Overloon is namelijk tegelijk een recreatieve én een educatieve instelling. Maar érgens in het museum moet er bij de bezoeker wel een kwartje vallen. Zoiets als “Verhip, dit gaat

Waarom is het belangrijk dat uw museum deze herinnering in ere houdt?

We willen als museum bijdragen aan een stabielere, mensgerichte en vredelievende maatschappij. Een maatschappij waarin ruimte is voor diversiteit en respect voor anderen, maar ook waardering voor onze vrijheid, de noodzaak die te verdedigen en soms noodzakelijke grenzen die daaraan gesteld moeten worden. Dit doen we op onze manier door mensen op een tastbare en invoelbare manier te (onder)wijzen over de gevolgen van het loslaten of aanvechten van democratische waarden en mensenrechten. Deze maatschappelijke relevantie staat natuurlijk nog los van het belang van het in standhouden van een dergelijke plek van herinnering voor de oorlogsgetroffenen en de nabestaanden. Door deze herinnering in ere te houden dragen we bij aan een nationale identiteit en een collectief geheugen. En door dit verhaal breder te trekken en bijvoorbeeld ook de wereldwijde dimensies ervan te beschrijven dragen we hopelijk ook bij aan meer cohesie in de samenleving. Omdat we er dan een gedeelde geschiedenis van maken die voor iedereen relevant is. Jeroen van den Eijnde, Directeur Nationaal Monument Kamp Vught

26

vmagazine 2020


wel over oorlog, hè? En daar moeten we het liefste zover mogelijk vandaan blijven”. Of dat bij het gedeelte over de Holocaust is, of bij het deel dat meer over de bevrijding gaat, dat maakt ons als museum niet zoveel uit, als dat besef maar doordringt op enig moment.

te duiden. En aan te geven waar die verbijsterend veel lijken op de tendensen een kleine honderd jaar geleden. Want het kan niet zo zijn dat we vroeg of laat wakker worden met eenzelfde soort excuus als het vermaledijde “wir haben es nicht gewusst”. Erik van den Dungen, Directeur Oorlogsmuseum Overloon/Militracks

Waarom is het belangrijk dat uw museum deze herinnering in ere houdt?

Het is helaas evident dat de samenleving steeds intoleranter lijkt te worden. In elk geval ten opzichte van niet-Europese buitenlanders, maar ook ten opzichte van bijvoorbeeld de LGBT-gemeenschap of mensen met een ander geloof. In dat opzicht lijkt elke generatie zijn eigen fouten te maken – en vaak dezelfde als vorige generaties. Een museum als het onze is er dus niet alleen om die Tweede Wereldoorlog als reflectiepunt op de kaart te houden, maar vooral ook om de huidige maatschappelijke onderstromen

Nationaal Monument Oranjehotel

‘Altijd waakzaam zijn’ Wat zou u willen dat de bezoeker meeneemt na zijn of haar bezoek?

Het Oranjehotel was de bijnaam voor de Scheveningse gevangenis tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ruim 25 duizend mensen zaten hier tussen 1940 en 1945 opgesloten voor verhoor en berechting. Verzetslieden, maar ook Joden, Jehova’s getuigen, zwarthandelaren en politieke gevangenen, zoals communisten. Aan de bezoeker, jong en oud, willen wij het besef meegeven hoe belangrijk een onafhankelijk rechtssysteem is voor onze vrijheid en hoe kwetsbaar deze vrijheid eigenlijk is. Het gebouw en de verhalen die wij in het Oranjehotel vertellen vormen een krachtig antwoord op de vraag wat er kan gebeuren als de rechtsstaat wordt aangetast, en vrijheid en recht afwezig zijn. Het Oranjehotel laat zien welke keuzes mensen maken in tijden van onderdrukking, vervolging en rechteloosheid, hun veerkracht en het incasseringsvermogen, en de impact die oorlog en gevangenschap tot de dag van vandaag op de samenleving en naoorlogse generaties hebben. Waarom is het belangrijk dat uw museum deze herinnering in ere houdt?

We laten zien hoe kwetsbaar vrijheid is en welke keuzes mensen maken op het moment dat rechteloosheid, onderdrukking en vervolging de samenleving in zijn greep hebben. We hopen dat mensen bij hun vertrek beseffen dat je altijd waakzaam moet blijven en dat je de grens tussen een onafhankelijke rechtsstaat en rechteloosheid voortdurend moet bewaken. Anke van der Laan, Directeur Nationaal Monument Oranjehotel

Nationaal Monument Oranjehotel

vmagazine 2020 27


Nationaal Monument Kamp Amersfoort

Kazemattenmuseum

‘Wat zou jij doen?’

‘Een verhaal om trots op te zijn’

Wat zou u willen dat de bezoeker meeneemt na zijn of haar bezoek?

Wat zou u willen dat de bezoeker meeneemt na zijn of haar bezoek?

We hebben straks een gloednieuw museum waarin verteld en zichtbaar wordt gemaakt wat voor plek Kamp Amersfoort is geweest. In de vaste tentoonstelling worden onder meer verschillende personen in verschillende rollen van destijds uitgelicht. Samen geven zij de verschillende verhaallijnen vanuit het kamp weer. Kamp Amersfoort is een verschrikking geweest; uiteraard door het gedrag van de SS-bewakers. Maar dat niet alleen; ook Nederlandse bewakers, en zelfs een aantal gevangenen, hebben zich flink misdragen. De bezoeker zal meekrijgen waar wij als mensen toe in staat zijn in tijden van rechteloosheid. Dat stemt niet optimistisch. Het Kamp vormde een extreme situatie, maar we zien om ons heen dat ook in tijden van (relatieve) vrijheid, ons gedrag eveneens niet altijd optimistisch is. Gelukkig is er ook veel positiefs te melden over onze gedragingen, maar het is altijd goed om hierbij stil te staan; bij het gegeven dat we zélf keuzes kunnen maken. We hebben straks, naast de vaste tentoonstelling, een groepsprogramma waar dilemma’s worden voorgelegd; moeilijke keuzes maken en je bewust worden van je motieven, vooroordelen, de groepsdruk of andere zaken die je keuzes beïnvloeden. Dat lijkt ons belangrijk. De verhalen in herinnering houden is één ding, maar dat zó inrichten dat het ons ook iets leert over onszelf, maakt het ook zinvol voor de toekomst.

In het Kazemattenmuseum vertellen wij het verhaal van de meidagen van 1940 op de Afsluitdijk. Dit is de enige plek in Europa waar in de meidagen van 1940 de Duitse Blitzkrieg vastliep. Slechts 225 Nederlandse soldaten wisten zo’n 17 duizend Duitsers tegen te houden. Een verhaal om trots op te zijn en dat niet mag worden vergeten. Het bijzondere van het museum is dat zowel de gebouwen (de 17 zware kazematten, de wachtlokalen en de Duitse bunker), als de verhalen en exposities, samen het museum vormen. En dit alles op een unieke locatie, aan de kust, op de scheidslijn van het IJsselmeer en de Waddenzee. Naast het verhaal van de meidagen van 1940 ontdekt de bezoeker in het museum onder andere veel over de Afsluitdijk, het leven in de kazematten, het verzet in de omgeving, de bevrijding en de Koude Oorlog. Wij hopen dat onze bezoekers na afloop van hun bezoek niet alleen de geschiedenis kennen, maar ook het persoonlijke verhaal van bijvoorbeeld Commandant Kapitein Boers, van het dorp Kornwerderzand, van de opvarenden van de kanonneerboot Hr. Ms. Johan Maurits van Nassau, van de mensen uit het verzet. Dat ze een gevoel krijgen bij het leven in de kazematten, het leven in oorlog en dit meenemen in hun hart en hun gedachten. En het besef, dat dit nooit meer mag gebeuren. Waarom is het belangrijk dat uw museum deze herinnering in ere

Waarom is het belangrijk dat uw museum deze herinnering in ere

houdt?

houdt?

De herinnering van Kamp Amersfoort in ere houden doet recht aan de gevangenen van destijds en hun nabestaanden. Verdiepen in de geschiedenis, bijwonen van herdenkingen en elkaar ontmoeten helpen deze families steeds een stukje verder in de verwerking. Bij veel families hebben de trauma’s van degenen die in het kamp hebben gezeten, diepe sporen nagelaten. Zowel bij de families van degenen die de oorlog niet hebben overleefd, als bij de families van degenen die de oorlog wél hebben overleefd. Of er thuis nu veel over werd verteld of niet (vaak horen wij dat dit niet of weinig was), de oorlog was aanwezig. Kamp Amersfoort wil met de vernieuwingen op deze plek van terreur de oud-gevangenen weer een naam en gezicht geven. Daarnaast wil Kamp Amersfoort ook in educatieve zin, bijvoorbeeld in het kader van burgerschap, een belangrijke boodschap uitdragen. Kort geleden hebben Kamp Amersfoort en MBO Amersfoort een contract ondertekend voor de komende 5 jaar. In deze periode zullen 20 duizend studenten van het MBO een educatief programma bij Kamp Amersfoort volgen. De combinatie tussen de herinneringen uit de oorlog en de reflectie op eigen gedrag van nu, maakt dit soort programma’s extra interessant en effectief.

Met het museum willen wij de historische gebeurtenissen op deze plek uitdragen en levend houden. Dit doen we door middel van rondleidingen, onderwijsprogramma’s, activiteiten (ook speciaal voor kinderen), lezingen en andere activiteiten in en rondom ons museum. Daarnaast is het ons doel deze voormalige verdedigingswerken in stand te houden. In de afgelopen jaren hebben wij bijvoorbeeld grote delen van het museum kunnen herinrichten met steun van onder andere het vfonds. Het is van groot belang dat het Kazemattenmuseum deze geschiedenis, deze herinnering, in ere houdt, omdat er over enkele jaren geen overlevenden van de oorlog zijn die ons en de komende generaties de verhalen kunnen vertellen. Wij geloven dat het erg belangrijk is dat deze verhalen worden verteld, omdat we kunnen leren van de geschiedenis. Omdat dit nooit meer mag gebeuren. Omdat we moeten beseffen wat vrijheid betekent. Omdat we vrijheid moeten koesteren en dankbaar mogen zijn dat we in Nederland al 75 jaar in vrijheid leven. Wij zijn dan ook ontzettend trots dat wij jaarlijks meer dan 15 duizend bezoekers mogen verwelkomen in ons museum. Een museum wat draait op ca. 80 betrokken en gepassioneerde vrijwilligers. En zo kunnen wij samen deze herinnering in ere houden!

Willemien Meershoek ing., Directeur Nationaal Monument Kamp Amersfoort

Piet van Asperen, Kazemattenmuseum

28

vmagazine 2020


Indisch Herinneringscentrum in Museum Sophiahof

Indisch Herinneringscentrum in Museum Sophiahof

‘Persoonlijke verhalen’ Wat zou u willen dat de bezoeker meeneemt na zijn of haar bezoek?

De geschiedenis en de persoonlijke verhalen die wij aan het publiek vertellen, zijn over het algemeen behoorlijk onderbelicht in de nationale historie. Daarom zou het fantastisch zijn als bezoekers aan het Indisch Herinneringscentrum - en dus ook Museum Sophiahof – zich na hun bezoek bewust zijn van het feit dat de geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië onderdeel is van de Nederlandse geschiedenis en daarmee dus ook van hen is. Nog mooier is het als zij doorvertellen aan anderen dat in Den Haag dé nationale plek is waar men meer te weten komt over het historisch erfgoed van Nederlands-Indië en de migratiegeschiedenis en cultuur van de Indische en Molukse gemeenschappen. Of je nu informatie zoekt over je familie, je gewoon even wilt genieten van een hapje en een drankje op het mooie terras in de tuin, een bezoek met de school wilt brengen, of dat je er zelf een programma wilt organiseren. Het kan allemaal. Kortom, daar moet je geweest zijn! Waarom is het belangrijk dat uw museum deze herinnering in ere houdt?

Het blijft van groot belang om je bewust te zijn van de Tweede Wereldoorlog wereldwijd. Hoe het heeft kunnen gebeuren en wat de gevolgen ervan zijn geweest. In ons museum houden wij de herinnering levend aan de geschiedenis van de voormalige kolonie tot aan de betekenis van kolonisatie, oorlog, migratie, ontheemding, veerkracht en identiteitsvorming. Dit om recht te doen aan de bijna twee miljoen mensen in Nederland met een achtergrond

in Nederlands-Indië en Indonesië. Door stil te staan bij hun verhalen, creëren wij het bewustzijn dat men nu in 2020 in vrede en vrijheid leeft. Het is belangrijk dat men zich dat beseft, omdat het niet vanzelfsprekend is. Yvonne van Genugten, directeur Indisch Herinneringscentrum in Museum Sophiahof

Vrijheidsmuseum Groesbeek

‘Er zit toekomst in het verleden’ Wat zou u willen dat de bezoeker meeneemt na zijn of haar bezoek?

Het Vrijheidsmuseum is gevestigd in een volledig duurzaam en aardgasvrij gebouw en heeft een sterke gelijkenis met een enorme parachute: een metaforisch beeld dat de bezoeker zeker zal bijblijven. Het staat bovendien in een uniek historisch landschap. Het is namelijk het enige WO2-museum dat gesitueerd is in zowel het gebied van Operatie Market Garden als het Rijnlandoffensief. Dit Nederlands-Duitse grensgebied speelde een hoofdrol op het wereldtoneel in de laatste twee oorlogsjaren, met grote gevolgen voor de burgerbevolking. In grote delen van Nederland, Duitsland en Europa had de oorlog de mensen als een onberekenbare roulette in de ellende en vernietiging gebracht. Hele streken waren veranderd in rokende puinhopen met ongetelde doden - soms was te midden van het geweld een dorp onbeschadigd gebleven. De ontheemde bevolking in de directe frontgebieden leefde na 17 september 1944 nog maandenlang in een chaotische wereld, waar alles in het teken stond van het militaire apparaat en waar het nog alle kanten op kon gaan. In zijn algemeenheid gold dit

vmagazine 2020 29


eigenlijk voor alle gebieden direct achter de frontlijn, waar honderdduizenden burgers moesten zien te overleven. En hiermee ligt tegelijk de link met de actuele wereld van nu: in hoeveel gebieden in de wereld worden immers momenteel de mensenrechten geschonden, sterker nog, is er sprake van regelrechte dictaturen en zijn mensen op de vlucht voor oorlog en geweld? En toch moet die hoop er zijn: er zit toekomst in het verleden! Dit willen we aan de bezoeker meegeven. Waarom is het belangrijk dat uw museum deze herinnering in ere houdt?

Het Vrijheidsmuseum is een historisch-educatief museum voor jong en oud. Centraal staat het verhaal van ‘Oorlog en Vrijheid zonder Grenzen’ in de Tweede Wereldoorlog, de voorgeschiedenis, de naoorlogse ontwikkelingen en de relatie met de actualiteit.

Met de nieuwbouw heeft het museum een multiperspectieve verhaallijn gekregen. Een verhaal over de Tweede Wereldoorlog gelinkt aan de actualiteit rond vrijheid, internationale samenwerking en de rechtsstaat. Deze is de afgelopen twee jaar ontwikkeld door 40 Nederlandse en Duitse historici, museologen en pedagogen. Het is voor het eerst dat zo’n gezamenlijk (inter-)nationaal narratief in een Nederlands museum is neergezet. Nieuw en onmisbaar in het aanbod voor het grote publiek en scholen. Vanuit verschillende perspectieven worden voor de bezoekers de menselijke dilemma’s en onbekende verhalen van burgers en soldaten in beeld gebracht. Er is nooit één verhaal. Wij proberen door middel van kennisoverdracht, ervaren, beleven en interactie, historisch besef tot stand te brengen in relatie tot vandaag de dag. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan bestaansverheldering én kritisch burgerschap. Wiel Lenders, Directeur Vrijheidsmuseum Groesbeek

Bevrijdingsmuseum Zeeland


Bevrijdingsmuseum Zeeland

‘Nog steeds actueel’ Wat zou u willen dat de bezoeker meeneemt na zijn of haar bezoek?

De verhalen van toen zijn helaas nog steeds actueel. Dat verhaal willen hier ook vertellen, vooral om jongeren erbij te houden. De Amerikaanse president Roosevelt formuleerde in januari 1941 de Vier Vrijheden: de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van religie en levensovertuiging, de vrijwaring van vrees en de vrijwaring van nood en gebrek. Dankzij het openstellen van de Schelde en de haven van Antwerpen en daarmee mede het einde van de oorlog in Europa zijn deze Vier Vrijheden en plannen voor de oprichting van de Verenigde Naties en de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens geen plannen gebleven. Waarom is het belangrijk dat uw museum deze herinnering in ere houdt? In de Roosevelt Experience (opening eind oktober 2019) ziet de bezoeker dat de strijd voor en de bevordering van vrijheid nog steeds een actueel thema is dat ons allemaal aangaat. In ons vernieuwde museum met bijbehorend themapark van drie hectare laten we aan de hand de Slag om de Schelde zien hoezeer de Vier Vrijheden nog zo met onze eigen tijd te maken hebben. De vrijheden zijn noodzakelijk voor een menswaardig bestaan en voorwaarden voor een leven in een wereld van vrijheid en democratie. Wij hopen met de informatie over deze slag, die plaatsvond in de periode 18 september tot en met 8 november 1944, een nagenoeg onbekend (maar belangrijk) deel van de Nederlandse geschiedenis die plek te kunnen geven die het verdient. Stef Traas, Directeur Bevrijdingsmuseum Zeeland

Generaal Maczek Memorial

‘Het belang van de Poolse bijdrage’

denkings- en herinneringscentrum ter ere van Generaal Maczek en zijn 1e Poolse pantserdivisie. Het nieuwe Maczek Memorial Breda vertelt op eigentijdse wijze over de opofferingen die de Poolse militairen onder leiding van Generaal Maczek hebben gebracht om ons te bevrijden. Zelfs toen het al duidelijk was dat men het moederland Polen niet meer kon bevrijden, ging men door met de strijd. De bezoeker ziet aan de hand van een grote multimediawand welke tocht de Poolse militairen hebben gemaakt en wat de impact is geweest voor hen. Daarnaast biedt het Maczek Memorial Breda ruimte aan het herdenken en herinneren in een Chambre de Reflection, een auditorium met een informatie- en documentatiecentrum. Op deze manier willen wij de bezoeker een onbekend verhaal vertellen en zo een eerbetoon brengen aan hen die het leven hebben gelaten voor onze vrijheid. Waarom is het belangrijk dat uw museum deze herinnering in ere houdt? Nu de laatste ooggetuigen ons gaan ontvallen is het vertellen van het Poolse verhaal wellicht belangrijker dan ooit. Zeker in een tijd waarin het beeld over onze Poolse medeburgers meer en meer wordt bepaald door incidenten en wordt gevoed door angst. De kernwaarden van in vrijheid leven - naar elkaar luisteren, begrip tonen, samenwerken - zijn soms ver weg. Om deze reden is het belangrijk om het verhaal van de ander te kennen. Dat kweekt begrip en waardering voor elkaar. Het Maczek Memorial Breda vertelt het verhaal van de Poolse militairen die ons hebben bevrijd. Die soms niet meer terug konden naar hun moederland, naar hun families. En die hier een nieuw leven hebben opgebouwd. Elke dag maken we keuzes die ingegeven zijn vanuit onze persoonlijke vrijheid en van invloed zijn op ons gevoel van welbevinden. Maar we zijn ons er niet altijd van bewust dat de keuzes die wij maken consequenties kan hebben voor de vrijheid en het welbevinden van anderen. Onze vrijheid is ons gegeven en de prijs die hiervoor betaald is, ook door de Polen, was heel hoog, getuige de 168 kruisjes op het Pools Militair ereveld in Breda. Dat mogen we nooit vergeten. Zeker niet in een tijd waarin we zelf, anders maar toch, ervaren wat het is om beperkt te worden in die vrijheid. Willem Krzeszewski, voorzitter stichting Generaal Maczek Memorial

Wat zou u willen dat de bezoeker meeneemt na zijn of haar bezoek?

Het verhaal van de Poolse bijdrage aan de bevrijding van WestEuropa tijdens de Tweede Wereldoorlog is lang onderbelicht gebleven en de erkenning kwam pas laat, en onder aanvoering van Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard, gekomen. Dat Generaal Maczek en zijn 1e Poolse Pantserdivisie vele steden en dorpen in Frankrijk, België en Nederland hebben bevrijd is bij dan ook bij velen, nog steeds, onbekend. Nu, 75 jaar na de bevrijding, staat er in Breda, direct naast het Pools Militair ereveld, een prachtig her-

vmagazine 2020 31


Met Zeeuwse ooggetuigen op de set van de speelfilm De Slag om de Schelde. Een film van een bijna vergeten dag.

‘Ik besef heel goed hoe kostbaar vrijheid is’

2832 vmagazine vmagazine 2020 2020


Het vfonds is founding partner van het wereldwijde vredesproject MasterPeace en hoofdpartner van het filmfestival rondom mensenrechten en de rechtsstaat Movies That Matter. Beide projecten passen uitstekend binnen doelstelling Vrede, Democratie, Rechtsstaat. Een gesprek met Ilco Er zijn nog maar een paar mensen die nog herinneringen hebben van der Linde, de bedenker aan de slag die belangrijk is geweest naar de bevrijding. Nu zijn en oprichter van Masterer mensen die een film maakten over deze Slag om de Schelde en Peace en Taco Ruighaver, daarmee vooral een jonge doelgroep willen bereiken. Hoe verhoudt directeur van Movies That zich het ware verhaal met de fictie? Een gesprek met een getuigen Matter Festival. en met de makers van de speelfilm. Interview Fred Lardenoye

vmagazine vmagazine 2020 2020 3331


‘Die patiëntenbezoeken over de grens kwamen handig van pas, want mijn vader was actief voor het verzet.’

Hoe kun je een boeiend verhaal vertellen aan een publiek voor wie de Tweede Wereldoorlog iets is uit een ver en vaak vergeten verleden? Dat was de centrale vraag die producenten Alain de Levita en Mark van Eeuwen bespreken met het vfonds. ‘Het vfonds wilde een film die ook volgende generaties zou aanspreken en bewust maakt hoe het is om al 75 jaar in vrijheid te leven,’ aldus Van Eeuwen, die ook als acteur in de film te zien is. Een behoorlijk uitdaging, zo realiseerde hij zich. Tijdens een briefing voor enkele Zeeuwse ooggetuigen van de Tweede Wereldoorlog die de set bezoeken, vertelt Van Eeuwen dat creatief producent en scriptschrijver Paula van der Oest meer dan twee jaar heeft gewerkt aan het verhaal en daarvoor veel research deed (zie kader). De keuze van jonge acteurs als Jamie Flatters, Susan Radder, Gijs Blom voor de hoofdrollen en Matthijs van Heijningen jr., met een thriller en een horrorfilm op zijn naam, als regisseur is niet toevallig. Van Eeuwen: ‘Hij is de

34

vmagazine 2020

enige in Nederland die zo’n grote spectaculaire film kan maken, omdat hij visueel heel sterk is en daarmee jongeren kan aanspreken.’ De makers begroeten de 86-jarige Han Rozemeijer op de filmset. De Zeeuw was zes toen de oorlog begon, oud genoeg om de oorlog te herinneren. Hij zat net op de katholieke jongensschool van het Zeeuwse IJzendijke toen de oorlog uitbrak. ‘De Duitsers namen onze school in beslag en maakten er een Ortscommandantatur van’, zo weet Han nog precies. ‘Ik heb de hele lagereschooltijd gedwaald tussen achterzaaltjes van cafés en van alles en nog wat. Er was wel een katholieke meisjesschool, maar no way dat je daar in die tijd als jongen welkom was.’ De vader van de jonge Han was huisarts en als er geen school was, mocht zoonlief mee de rondjes rijden langs de patiënten in Zeeuw-Vlaanderen, soms tot over de grens. Die ritjes over de grens doen denken aan een spannend jon-


gensboek. ‘Die patiëntenbezoeken over de grens kwamen handig van pas, want mijn vader was actief voor het verzet. Omdat hij als arts alle reden had om over de grens te gaan, kon hij geallieerde piloten die neergestort waren in Zeeland meesmokkelen. Die werden door het Belgische verzet verder begeleid naar Frankijk.’ Bombardementen Kort voor het einde van de oorlog werd de auto door de in het nauw geraakte Duitsers gevorderd, herinnert Rozemeijer zich. ‘Maar een boer heeft hem in veiligheid gebracht toen hij onklaar geraakt was. Na de oorlog kon mijn vader hem weer ophalen.’ De bezoekjes aan de patiënten werden vanaf dat moment met de motorfiets gedaan en nadat deze ook werd afgepakt, mocht de scholier met zijn vader samen op de fiets de rondjes rijden. Rond 6 oktober 1944 werd de situatie grimmiger. ‘De bombardementen begon-

nen en we lagen bijna constant onder vuur. De Canadezen schoten van achter het Leopoldskanaal op de dorpen waar de Duitsers nog zaten. We schuilden doodsbang in de kelder onder de schuur bij ons achter. Buiten was het levensgevaarlijk.’ Zijn vader zag Han niet meer, die was dag en nacht actief in een noodhospitaal. ‘Als je foto’s ziet van IJzendijke in die tijd, dan zie je hoe verwoest het was.’ Spannende momenten braken ook aan toen de jongere zus van Han, in al haar onschuld, de Duitsers, wilde wijzen op een geheime voorraad brandstof die hun vader had aangelegd. ‘Gelukkig begreep die Duitser haar niet,’ zo herinnert Han zich. ‘Er werd ook een Duitser bij ons ingekwartierd, terwijl er tegelijkertijd bij ons op zolder een onderduiker voor de Arbeitseinsatz schuilde. Dat was een angstige periode.’ De bevrijding van de Duitsers kwam dan ook als geroepen voor de toen elfjarige Han. ‘Dat schieten hield

vmagazine 2020 35


plotseling op en dat voelde geweldig’, zo weet Han nog goed. ‘Ik was dolblij! Alleen jammer dat de flessen wijn, die mijn vader speciaal had verstopt, door de Canadezen al waren gevonden en soldaat gemaakt.’ Vliegen boven brandhaarden Dat er een film over de Slag om de Schelde wordt gemaakt, juicht Han Rozemeijer toe. ‘Ik heb me altijd verbaasd over het feit dat alle aandacht uitging naar Market Garden. Dat was een grote flop. De Slag om de Schelde is altijd ondergesneeuwd, dus ik ben blij dat er nu aandacht aan wordt besteed. Jongere generaties weten hier weinig van.’ Dat geldt niet voor zijn eveneens op de set aanwezige zoon Joost (48). ‘Mijn opa vertelde me over de oorlog als ik daar

36

vmagazine 2020

logeerde. Bijvoorbeeld hoe een gewapende militair in burger met hem meereed als hij een geallieerde piloot over de grens smokkelde, om in te grijpen als ze gesnapt werden.’ Zelf is Joost piloot geworden en vliegt intercontinentaal, ook boven brandhaarden als Irak en Afghanistan. Joost: ‘Je weet als je daar naar beneden gaat dat je een probleem hebt. Ik besef heel goed hoe kostbaar onze vrijheid is, dat je hier alles kunt doen en kunt zeggen. Bewustwording bij de huidige jeugd is enorm belangrijk. Want als je het nooit aan den lijve hebt kunnen voelen hoe het is, is dat best moeilijk. Een film als deze kan daar heel goed aan bijdragen.’

Meer info op www.forgottenbattle.com


Een film die jongeren laat nadenken Hoe vind je een aantrekkelijke manier om duiding te geven aan wat vrijheid en democratie betekent? En hoe kun je jongeren aanzetten zich te identificeren met de morele dilemma’s waarmee je te maken krijgt in oorlogssituaties? Dat bracht het vfonds ertoe initiatiefnemer te worden van de speelfilm De Slag om de Schelde. Enkele jaren geleden ontstond het idee om het onderbelichte verhaal van de Slag om de Schelde in een grote speelfilm centraal te stellen. Tegelijkertijd was de wens om met het verhaal volgende generaties aan te spreken. Levitate Film verenigde deze componenten op meesterlijke wijze tot een speelfilm die begin 2021 in première gaat. De film vertelt het verhaal van drie jonge mensen die ieder op hun eigen manier met oorlog en vrijheid omgaan. Een film die jongeren laat beleven hoe het was om in een oorlog op te groeien en wat de gevolgen waren van de keuzes die jongeren toen maakten. Maar ook door hen aan te sporen na te denken over hun eigen rol in de maatschappij. Tijdens de filmopnames heeft het vfonds ooggetuigen uitgenodigd om samen met hun (klein)kinderen een dag naar de set te komen. Een unieke kans voor hen om hun verhalen en herinneringen op een bijzondere en waardevolle manier over te brengen aan de jongere generatie. De Slag om de Schelde draait begin 2021 in de Nederlandse bioscopen.

Scenarioschrijver Paula van der Oest over het verhaal van de film

‘Het gaat over welke keuzes je maakt’ Waarom De Slag om de Schelde?

Creative producer Paula van der Oest schreef het scenario van De Slag om de Schelde. Hoe maak je een film over de Tweede Wereldoorlog die jongeren in deze tijd nog bij hun lurven grijpt? En waarom kom je dan uit bij een slag die lijkt te zijn vergeten? Een gesprek met de maker van films als Zus & Zo, Black Butterflies en Tonio.

‘Mijn compagnon Alain werd benaderd door het vfonds om bij 75 jaar bevrijding een grote iconische film te kunnen vertonen. Dat biedt namelijk de mogelijkheid om een groter en vooral jonger publiek te bereiken, om een soort collectief bewustzijn aan te spreken. Want films hebben een grote verbeeldingskracht. Aanvankelijk was het Rijnoffensief ook in beeld, maar zo’n slag op een eiland met maar één toegang, de Sloedam, dat is filmisch wel heel interessant. En het was cruciaal om de weg naar de Antwerpse haven vrij te krijgen voor de bevoorrading van de geallieerde opmars op het land.

Bovendien bleek de slag nauwelijks bekend te zijn, vandaar ook de internationale titel: The Forgotten Battle.’ Was het daardoor moeilijk om materiaal te vinden?

‘Dat viel mee als je er induikt, er blijken geweldige boeken over te zijn geschreven. Ik heb veel gehad aan boeken van Hans Sakkers over de slag en er was een goed Canadees boek met de titel Terrible Victory. Verder hadden de bevrijdingsmusea behoorlijk veel informatie, met name die in Zeeland zelf. Ook op internet is heel veel te vinden, onder meer het dagboek van een vmagazine 2020 37


‘Matthijs van Heijningen jr. is de enige in Nederland die zo’n grote spectaculaire film kan maken, omdat hij visueel heel sterk is en daarmee jongeren kan aanspreken.’

Paula van der Oest: ‘Het wordt een film die je in Nederland niet vaak ziet.’

neergestorte glider-piloot die onderweg was naar de operatie Market Garden. Dat is de basis geweest voor een van de hoofdpersonages, een Britse piloot die neerstort in Zeeland en uit handen van de Duitsers probeert te blijven.’ Hoe ben je aan de andere hoofdpersonages gekomen?

‘Het verhaal is geïnspireerd op ware gebeurtenissen, ook de karakters zijn voor een deel gebaseerd op werkelijke personen, maar het is dus geen waargebeurd verhaal in letterlijke zin. Ik heb iets bedacht dat goed paste in het verhaal dat we wilden vertellen. Het vfonds wilde ook de ongemakkelijke waarheid in de film vertellen. Dat er meer Nederlanders zijn gestorven door met de Duitsers te vechten dan tegen hen bijvoorbeeld. Dit nog los van het feit dat de meeste Nederlanders een soort zwijgende meerderheid vormden die zich heeft geschikt. Dus een van de karakters in de hoofdrollen is een jongen geworden die zich aanvankelijk bij de Duitsers heeft aangesloten. De derde hoofdrol is voor een meisje, dat vonden we ook belangrijk. Met wat zoeken kwam ik erachter dat er ook heel wat meisjes in het verzet een rol hebben gespeeld. Aanvankelijk werkt zij voor een foute burgemeester en denkt: ik overleef het wel. Maar uitein38

vmagazine 2020

delijk moet zij een keuze maken. Daar gaat het ook om in deze film: welke keuze maak je en waarom? Want daarmee raak je een universeel thema aan dat ook vandaag de dag van belang is.’ Ben je tevreden over de acteurs die de hoofdrollen vertolken?

‘Jazeker. Jamie Flatters is een ‘jongehond’-achtige acteur. Zijn mentor in de film wordt gespeeld door Tom Felton die we kennen van Harry Potter waarin hij Draco speelt. Ook de Nederlandse rollen zijn goed ingevuld. Susan Radder speelt Teuntje, het meisje in het verzet en Gijs Blom is Marinus, die met de Duitsers meevecht. Het zijn echte, geloofwaardige karakters waar jongeren zich makkelijk mee kunnen identificeren.’ Is het voor jou als regisseur niet moeilijk om het over te laten aan een ander?

‘Ik moet toegeven: mijn handen jeuken. Regisseren is zo’n leuk vak! Maar dit is de deal: ik schrijf, Matthijs van Heijningen jr. regisseert. En dat is ook helemaal goed, want hij heeft al prachtige dingen gedraaid in Litouwen en daar ben ik heel blij mee. Bovendien ben ik nog op allerlei manieren erbij betrokken. Zo pas ik nog dagelijks dingen aan, omdat er bijvoorbeeld in het script iets beschreven staat wat niet overeenkomt

met wat we op de locatie doen. Het is ook een hele technische film. Matthijs is nauwgezet en wil alles exact zo hebben als het toen was. De glider, waar die Britse piloot mee neerstort, is bijvoorbeeld tot in de details nagebouwd. En wat er in de cockpit te zien is, wordt dan later als een soort tweede beeldlaag toegevoegd.’ Wat zijn je verwachtingen? ‘Het wordt een film die je niet vaak in Nederland ziet, zeker wat betreft actiescènes. Heel spectaculair, dus zeker voor mensen die van het genre houden, is het een must. Maar tegelijkertijd is het een film met een belangrijk thema. Ik hoop dat dat overkomt. En ook dat het een succes wordt voor jong en oud, voor meerdere doelgroepen. Het is natuurlijk mooi dat we door samenwerking met Netflix de hele wereld bereiken met deze film. Dit stukje geschiedenis wordt daardoor ook aan de vergetelheid onttrokken. Met dank aan het vfonds, want zij hebben niet alleen het initiatief genomen en financieel bijgedragen, maar de film ook inhoudelijk ondersteund. Er zitten daar mensen die ontzettend bevlogen zijn en dat is heel inspirerend. Dus ik hoop dat ook het vfonds heel blij is met het resultaat.’


“Ik ben trots op alle jongeren die ik heb gesproken” Jahkini Bisselink (20) was twee jaar lang jongerenvertegenwoordiger van Nederland bij de Verenigde Naties. In die periode sprak ze met duizenden jongeren over grote thema’s, die ze op haar beurt weer persoonlijk probeerde te maken.

20 Jahkini leeft

jaar in vrijheid

“Als jongerenvertegenwoordiger probeerde ik een brug te vormen tussen Nederlandse jongeren en de internationale politiek van de Verenigde Naties (VN). Tussen 2017 en 2019 heb ik veel gastlessen gegeven op plekken waar jongeren komen, van scholen tot gesloten inrichtingen. Daar gingen we in gesprek over grote thema’s als gewelddadig extremisme en sociale polarisatie en hadden we het over mogelijke oorzaken en oplossingen. Die nam ik dan weer mee naar de VN. Het is natuurlijk lastig om te meten of we echt verschil maken, maar als ik later van docenten hoor dat de discussie in andere lessen nog is doorgegaan, vind ik dat heel tof om te horen. En soms zijn er jongeren die gaan solliciteren voor een werkgroep of die subsidie aanvragen voor een project. Ik was pas 18 toen ik solliciteerde en dacht dat ik geen enkele kans zou maken. Ik zat nog op de middelbare school en was wel actief bij War Child en Jongeren Milieu Actief, maar de VN is wel van een heel ander niveau. Later hoorde ik dat ze mij hebben gekozen omdat ik kan connecten met de jongeren en een herkenbaar verhaal kan houden. Het is lastig om te meten hoeveel impact je hebt. Wat we bij de VN doen kan behoorlijk abstract zijn, daarom is het goed als je grote onderwerpen persoonlijk durft te maken. Zelf ben ik opgegroeid in het multiculturele Amsterdam, maar als ik met mijn Guyaanse vader door de stad loop, word ik veel vaker door de politie staande gehouden dan met mijn Achterhoekse moeder. Ik ken beide perspectieven en wil over allebei graag vertellen. Ik ben trots op alle jongeren die ik heb gesproken. Hopelijk heb ik er een paar aan het denken gezet en laten zien dat de thema’s die bij de VN spelen ook voor hen heel relevant zijn.”

Lees alle verhalen op vrijheid.nl


‘zonder herinneringen geen toekomst’

Architect Daniel Libeskind (1946) over het materialiseren van herinneringen

vmagazine 2020 2840 vmagazine 2020


Hij is een van de beroemdste architecten van de wereld als het gaat over musea en monumenten, zoals het JĂźdisches Museum Berlin en de reconstructie van het World Trade Center. Zijn iconische ontwerpen tonen de vele lagen van beladen plekken. Bij twee ervan, de Liberation Route Hiking Trail en het Holocaust Namenmonument, was het vfonds belangrijk om ze financieel mogelijk te maken. Een gesprek met de Pools-Amerikaanse architect Daniel Libeskind over het onverzoenbare samenbrengen door het benadrukken van tegenstellingen.

Interview: Koos de Wilt

JĂźdisches Museum Berlin

vmagazine 2020 41


Impressie van het Holocaust Namenmonument

De route ‘Liberation Route Hiking Trail’ volgt het spoor van de geallieerde soldaten die in 1944 en 1945 vanuit ZuidEngeland streden voor de bevrijding van Europa. Op tientallen plekken langs het drieduizend kilometer lange traject komen de markeringen ‘Vectors of Memory’ die zijn ontworpen door de Pools-Amerikaanse architect Daniel Libeskind, zelf kind van Holocaustoverlevenden. ‘In deze tijd van posttruth zijn initiatieven zoals de Liberation Route Hiking Trail heel belangrijk’, zegt de architect tijdens een lezing in Brussel op een congres over de route. ‘Een plaats die echt is en een fysieke

42

vmagazine 2020

geschiedenis heeft, is een noodzakelijk tegenwicht tegen allerlei ‘alternative truths’ die regeringen tegenwoordig de wereld in slingeren. Autoritaire leiders gebruiken geschiedenis tegenwoordig vaak alsof het om een soort spel gaat waarbinnen ze hun politieke ideeën kunnen framen. Je ziet het overal in de wereld, in Europa en in de VS. Een opmerking als ‘Good people at both sites’ zijn woorden die een voorbeeld zijn van die wereld van posttruth. De trail is wel echt en bestaat niet uit woorden, maar uit stenen met een echt verhaal.’

Zijn ontwerpen ziet hij niet als gebouwen in de traditionele zin. Libeskind: ‘Mijn eerste gebouw dat ik niet alleen tekende, maar ook daadwerkelijk heb gebouwd, was het Jüdisches Museum in Berlijn. Met dit museum wilde ik een verhaal vertellen. Een verhaal over hoop, de toekomst, de leegte, verbanning en het einde. Ik werd erom bekritiseerd. Een gebouw zou geen verhaal moeten vertellen, zo werd mij verteld. Maar gebouwen vertellen altijd een verhaal. Een kathedraal vertelt het verhaal aan mensen die de bijbel niet kunnen lezen. Zelfs een gebouw dat geen verhaal wil vertellen, vertelt daar-


Het Holocaust Namenmonument en vfonds Het Holocaust Namenmonument is ontworpen door de Pools-Joodse architect Daniel Libeskind en komt in het hart van het Joods Cultureel Kwartier in Amsterdam. Op elk van de 102.000 stenen wordt een naam, geboortedatum en leeftijd bij overlijden gegraveerd van alle Joden, Sinti en Roma die vanuit Nederland zijn vervolgd en gedeporteerd, alsmede gedeporteerde Nederlandse Joden woonachtig in andere landen, die in naziconcentratie- en vernietigingskampen zijn vermoord, alsook zij die zijn omgekomen door honger of uitputting tijdens transporten en dodenmarsen en waar geen graf van bekend is. Het monument wordt een plek waar nabestaanden hun familie kunnen herdenken. Maar ook een plek die dient als een blijvende waarschuwing voor de dramatische gevolgen die racisme en discriminatie kunnen hebben. Hoewel het vfonds normaal gesproken de aankoop, restauratie of oprichting van monumenten niet financieel ondersteunt, vormt het Holocaust Namenmonument een uitzondering. Zo zal het monument worden opgenomen in de nationale herdenking van het Auschwitz Comité, en wordt er een bijzonder educatief programma omheen ontwikkeld om scholieren door heel Nederland te bereiken. Waarbij een bezoek aan het monument gecombineerd wordt met andere belangrijke historische locaties, zoals het Joods Historisch Museum, de Hollandsche Schouwburg, het Verzetsmuseum of het Anne Frankhuis. De oplevering zal medio 2021 zijn.

mee ook een verhaal, een klein verhaal weliswaar. Niemand zou naar het Jüdisches Museum komen, zo werd mij verteld, maar het bleek aan te slaan, mensen wilden wel een verhaal horen. Het moet niet alleen mooi zijn, maar een betekenis hebben.’ Lange tijd maakte hij alleen ontwerpen die niet zijn gebouwd. Inmiddels is de architect in de zeventig en heeft hij een imposant oeuvre van woonhuizen, musea en monumenten op zijn naam staan. Naast het Jüdisches Museum in Berlijn maakte hij het Felix Nussbaum Haus in Osnabrück, het Na-

tional Holocaust Museum in Ottowa en het Military History Museum in Dresden. In New York werd hij gevraagd toe te zien op de wederopbouw van het World Trade Center, dat werd verwoest tijdens 9/11. In Nederland ontwierp hij het Stadsmarkeringsplan Groningen en een van de landschapskunstwerken in Flevoland, ‘Polderland Garden of Love and Fire’ in Almere. Nu in 2020 zal dus de drieduizend kilometer lange herdenkingswandelroute Liberation Route Europe in gebruik worden genomen, een route tussen diverse Europese landen met de Vectors of Memory van Libeskind. Op korte termijn zal ook het

Holocaust Namenmonument in Amsterdam er uiteindelijk komen. Verhalen vertellen Daniel Libeskind is in 1946, net na de oorlog, als jood geboren in het communistische Polen. Een donkere tijd, waar maar heel weinig Joden de jaren ervoor hadden overleefd. Via Israël belandde het gezin Libeskind in New York. Iedereen was daar aardig, en dat verbaasde hem, dat kende de jonge Daniel niet. Hij ging naar de scholen die gratis waren en van daaruit kon hij zich ontwikkelen tot wie hij is geworden. Hij beschrijft zijn ouders niet als

vmagazine 2020 43


Liberation Route Europe. Wandelend herdenken door Europa Als nationaal fonds richt het vfonds zich in principe alleen op projecten binnen Nederland. Maar er is één uitzondering: de Liberation Route Hiking Trail. En daar is een goede reden voor. Wij hebben onze vrijheid immers vooral te danken aan niet-Nederlanders. Het vfonds is dan ook trotse partner van de stichting. De LRE weet op vernieuwende wijze de historische verhalen rond de bevrijdingsroute van de geallieerden toegankelijk en tastbaar te maken voor een breed publiek. Dit doen ze door luisterplekken in het landschap en een reisgids langs de route van de opmars van de geallieerden die zij in 2019 heeft uitgebracht in samenwerking met Rough Guides. Met de internationale campagne ‘Europe Remembers’ heeft ze op 6 juni 2019 op en rond de landingsstranden van Normandië de start in beeld gebracht van de herdenking van 75 jaar vrijheid. Daarnaast wil LRE 75 jaar vrijheid kracht bij zetten door dit jaar de Liberation Route Hiking Trail te openen. Een wandelroute van 3000 kilometer, van Londen naar Berlijn, die zowel fysiek als virtueel kan worden afgelegd. Libeskind ontwierp een reeks routemarkeringen genaamd Vectors of Memory, die voor het eerst landen, regio’s, belangrijke locaties, mijlpalen en verhalen in de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog verenigen. https://liberationroute.nl/

slachtoffers, maar als ware overlevers, als mensen die hun moordenaars overleefden. Libeskind: ‘Zij hebben echt gevoeld wat het is om te leven. Vrijheid was voor hen niet iets vanzelfsprekends, maar iets dat moest worden verworven, waarvoor moest worden gestreden. Mijn ouders waren niet in de gelegenheid om te studeren, maar ik vind ze meer geschoold dan veel wetenschappers die ik als hoogleraar op Harvard tegenkwam. Mijn ouders waren opgeleid door het leven, door de liefde en door te lezen. Het waren intellectuelen en daardoor konden ze overleven.’ Zijn verleden speelde een belangrijke rol in hoe Libeskind aankijkt tegen architectuur: ‘Ik zie het niet als een stapel stenen en staal, maar als een verhaal dat verteld wordt door harde materialen. Een architect maakt daarbij gebruik van proporties, van uiteenlopende materialen, van stabiliteit en onstabiliteit, van hitte en kou en van licht. Van daaruit creëer ik akoestische ruimtes, lege ruimtes waar je echo’s en voetstappen hoort. Ik gebruik de leegte om aan te

44

vmagazine 2020

geven dat er mensen afwezig zijn, om de afwezigheid van mensen ‘hoorbaar’ te maken. Zoals de componist Schönberg in een van zijn opera’s een stilte laat vallen om aan te geven dat hij is verbannen uit Berlijn en er dus niet meer is.’ Conflicten zijn van alle tijden Van een architect wordt vaak gevraagd iets te creëren dat binnen de verwachting ligt. Dat leidt vaak tot het conforme, een illusie van een wereld die we niet op willen geven, zo denkt Libeskind. De architect huivert van nietszeggende gebouwen die vaak een gevolg zijn van het feit dat een architect iets maakt in opdracht. Libeskind: ‘Ik houd van expressie, niet van het neutrale. Het moet een reactie oproepen. Het verleden is vaak rauw en ongemakkelijk en dat willen mensen van zich afschudden. Ik zoek dat conflict zeker niet op, maar ik realiseer mij ook dat de gebouwen en monumenten die ik bouw soms storend zijn voor sommige mensen. En dat moeten ze ook zijn. Een gebouw moet je bewust ma-

ken dat je leeft en niet dat je slaapt. Je moet ergens voor staan en niet opgeven, het is een marathon en niet een sprint.’ Het mogen bouwen van iets dat niet voor iedereen als gemakkelijk aanvoelt, duurt dus vaak lang, zo realiseert zich de architect. Het bouwen van het Jüdisches Museum in Berlijn duurde bijvoorbeeld elf jaar, het bouwen van de vervanger van het WTC in New York achttien jaar en ook de bouw van het Holocaust Namenmonument in Amsterdam loopt nu al twaalf jaar. Libeskind is zich bewust dat hij de tijd niet in de hand heeft: ‘Tijd is niet iets dat gelijkmatig verloopt. Er zijn sterke breuken. Wat 9/11 bijvoorbeeld betekent, verandert met de tijd en krijgt in debat betekenis. Het duurde heel lang voordat mensen erachter kwamen wat het precies moest worden. En de volgende vraag is dan: wie gaat daar eigenlijk over? Er moet in een democratie consensus over zijn. Het is een zoektocht naar waarheid en die ontstaat door mid-


del van dialoog, waardoor dingen kunnen veranderen. Het Jüdisches Museum in Berlijn werd geopend als stadsmuseum met een aparte afdeling over Joden. Pas jaren later werd het een museum waar het vooral over Joden ging.’ En als het dan klaar is, dan is het nog niet alleen van jezelf, zo weet de architect: ‘Een monument moet open zijn voor interpretaties. Ik bepaal slechts de helft ervan, de rest wordt gemaakt door degenen die het ervaren. Op het Jüdisches Museum is een façade met kruizen te zien die feitelijk een technische functie hebben, maar mensen zien er een christelijke verwijzing in. Ik vind dat prachtig dat je dat er ook in kunt zien.’ Protesten in Amsterdam Met het Holocaust Namenmonument komt er een 250 meter lang monument bestaande uit bakstenen muren die zo worden geplaatst dat ze een labyrint van gangen vormen. Op de stenen staan 102.000 namen van Nederlandse Joden, Sinti en Roma die in de Duitse ver-

nietigingskampen zijn vermoord. Libeskind: ‘Ik wist dat de wijk waar het monument wordt gebouwd een plaats is waar veel Joden zijn weggenomen. Ik weet ook dat veel Amsterdammers dat zijn vergeten. Er zijn ook veel namen vergeten van mensen die het slachtoffer zijn geworden. Daarom zijn er ook veel bakstenen waar nog geen namen op staan om zo genoeg plaats te hebben voor mensen die vergeten zijn. In 2015 had het er moeten staan, maar protesten versperden de weg om een monument te bouwen. Nu komt het er uiteindelijk, een monument dat als waarschuwing moet dienen voor de toekomst. Als een fysieke getuige van vermoorde mensen die nooit een graf hebben gekregen, en hier kunnen worden herdacht.’ Ondanks de rauwe realiteit waar zijn gebouwen en monumenten betrekking op hebben, ziet de architect zijn vak niet als iets pessimistisch. Libeskind: ‘Een architect is iemand die optimistisch moet zijn. Je kan nooit een

‘Een gebouw moet je bewust maken dat je leeft en niet dat je slaapt’

memorial bouwen als je geen hoop hebt voor de toekomst. Het zou betekenisloos zijn. Mensen moeten door het monument hoop krijgen, uitkijken naar een betere wereld. En je kunt geen toekomst bouwen zonder herinnering. Het is in die geschiedenis, in die herinnering waarin het gebouw zijn fundering vindt. Churchill zei dat er nooit een tijd zal zijn zonder conflict. En ik herken dat, er zal nooit een tijd zijn dat er alleen maar vrede is. Maar dat mag ons er niet van weerhouden te streven naar een betere wereld. Herinneren helpt daarbij.’

vmagazine 2020 45


28

vmagazine 2020


Herdenken tijdens de coronacrisis vmagazine 2020 31


‘Herdenken is een pijler onder onze democratie’ Interview: Koos de Wilt

Het Nationaal Comité 4 en 5 mei stond in de startblokken voor een bijzondere herdenking en viering van 75 jaar vrijheid. De coronacrisis stak een spaak in het wiel. Toch is veel wél doorgegaan en is het besef alleen maar gegroeid dat er juist nu alle reden is om stil te staan bij vrijheid en onze democratische rechtstaat, volgens de voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei Gerdi Verbeet en Hoofd Communicatie Gerben van den Berg. ‘De Dodenherdenking van 2020 zal misschien wel de geschiedenis ingaan als de meest bijzondere die we hebben meegemaakt’, aldus de voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, Gerdi Verbeet. ‘Dat is niet alleen omdat het precies 75 jaar geleden is dat we de oorlog achter ons konden laten in ons land, maar meer nog omdat we dit herdenken terwijl het coronavirus niet alleen ons land,

48

vmagazine 2020

maar de hele wereld in zijn greep houdt. Herdenken kreeg daardoor een extra laag. Nog nooit waren de twee minuten op 4 mei zo stil als nu. Helaas was niet alleen 4 mei stil, ook 5 mei is in tijden niet zo rustig geweest. Ik vind het niet goed om deze crisis te zien als een oorlog, maar er zijn wel overeenkomsten. We hebben nu ervaren hoe kwetsbaar onze samenleving is en we kunnen ons misschien iets beter voorstellen hoe het is om in de schoenen te staan van iemand die de onvrijheid van een oorlog heeft meegemaakt. Maar, zoals de koning het zo mooi zei op de Dam, dit keer hebben we zelf gekozen voor de inperking van onze vrijheid.’ Volgens de voorzitter van het Nationaal Comité zijn sommige dingen heilig in onze democratie, de Dodenherdenking is er één van. ‘De ceremonie van de Dodenherdenking komt voort uit en is diepgeworteld in onze samenleving. Mensen hechten zeer aan het herdenken op 4 mei en het vieren van de herwonnen vrijheid op 5 mei. De meeste indruk heeft daarom op mij gemaakt het feit dat, ondanks de uitzonderlijke situatie, de kranslegging toch kon plaatsvinden op de Dam. Het lijkt op wat ik als voorzitter van de Tweede Kamer eens heb gezegd: dat als er een


bom zou vallen op het ene deel van de gebouwen van de Tweede Kamer dat we dan op dezelfde dag door zouden vergaderen in het andere deel. Ik moet bekennen dat ik volschoot toen de richtlijnen verhinderden dat de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer aanwezig konden zijn bij de kranslegging op de Dam. Want zij vertegenwoordigen immers het volk.’ Verbeet was net als de meeste landgenoten onder de indruk van de woorden van de Koning op de lege Dam. ‘Onze bevolking is steeds hoger opgeleid en we hebben door het mediagebruik precies door wanneer iemand authentiek is. Ik heb de Koning nog nooit zozeer zichzelf zien zijn. Ik denk dat hij al heel lang heeft willen zeggen wat hij zei en dat het hem bevrijd heeft van wat hem al lang dwarszat. Hij staat voor openheid en eerlijkheid, ook als het over hemzelf gaat. Zijn overgrootmoeder was een vrouw van haar tijd en onze huidige koning is dat ook. Hij heeft zich een betrokken vorst getoond. Heel mooi!’

Doorgaan en afgelasten De Dodenherdenking kon doorgaan, maar veel festivals en andere evenementen niet of alleen in aangepaste vorm. Verbeet: ‘Wat ik mooi vond is dat veel festivals mogelijkheden hebben gevonden om op een of andere manier toch iets te doen, op een virtuele manier of op televisie. Daardoor kon de kern, de ziel, toch worden behouden. De coronacrisis heeft ons creatief gemaakt. Ik hoop dat verzekeraars het lef zullen hebben om festivals in de toekomst mogelijk te blijven maken door ze te verzekeren. Mooi vind ik ook dat sociale media een prachtige rol hebben gespeeld om onze boodschap te verspreiden. Bijvoorbeeld de taptoe en andere herdenkingsverhalen die werden gedeeld via de sociale media.’ Ook Hoofd Communicatie bij Nationaal Comité 4 en 5 mei Gerben van den Berg valt op dat veel toch op verschillende manieren wel doorgang kon vinden. ‘Op tweedewereldoorlog.nl is goed te zien wat er niet en wel of op

vmagazine 2020 31


een alternatieve manier is doorgegaan. Het plan om in de Maand van de Vrijheid met de Vrijheids-Express door alle provincies te trekken, is door de coronacrisis niet doorgegaan. In Overijssel alleen al zijn zo’n vierhonderd evenementen afgelast. Gelukkig hebben heel veel van die projecten online een andere vorm gevonden. Het project de Tweede Wereldoorlog in 100 foto’s van het NIOD bijvoorbeeld is ook digitaal doorgegaan. Daarvan is tevens een prachtig boek verschenen. Ook op televisie is daar veel aandacht aan gegeven.’

50

vmagazine 2020

Doordat de bevrijding in het zuiden al in 2019 werd gevierd is het programma van 75 jaar vrijheid daar wel doorgegaan. Van den Berg: ‘Al vanaf 31 augustus in Terneuzen staat Nederland stil bij 75 jaar vrijheid, denk ook aan alle prachtige evenementen rond de herdenking van Market Garden, zoals op de Ginkelse Heide waarbij Prins Charles en prinses Beatrix aanwezig waren. Ook het tijdelijk lichtmonument, ontworpen door kunstenaar en innovator Daan Roosegaarde, Levenslicht is doorgegaan. In januari kon zo de Holocaust worden herdacht in 170 Nederland-


Nationaal Comité 4 en 5 mei en vfonds Het Nationaal Comité 4 en 5 mei kennen we als organisator van de Nationale Herdenking op 4 mei en de Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei. Het comité geeft richting aan de zingeving van herdenken en vieren, en aan het levend houden van de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog. Het vfonds is trotse partner van het comité, omdat het een brug slaat tussen generaties, met aandacht voor verleden, heden en toekomst en de bewustwording vergroot onder het brede publiek over wat het betekent om in vrede en vrijheid te leven. Zo draagt het vfonds al jarenlang bij aan de 14 landelijke bevrijdingsfestivals. In 2018, 2019 en 2020 steunde het fonds het comité bovendien in haar lustrumactiviteiten: de nationale start van 75 jaar vrijheid in Terneuzen, de ontwikkeling van het tijdelijke lichtmonument Levenslicht, de Maand van de Vrijheid, de Vrijheidsmaaltijden, het evenement in aansluiting op de Indië Herdenking op 15 augustus in Den Haag en tot slot het 75-jarig bestaan van de Verenigde Naties op 24 oktober 2020. Het vfonds is betrokken bij de doelstellingen en activiteiten van het comité door financiële steun te bieden, maar ook door bij te dragen aan haar bekendheid en op diverse vlakken samen te werken. In het bijzonder is het vfonds trots op de samenwerking die tot stand is gekomen in de aanloop naar 75 jaar vrijheid. Samen hebben we het initiatief genomen voor de oprichting van de Stichting coördinatie 75 jaar vrijheid, als coördinator van de vieringen in 2019 en 2020. De stichting speelde samen met het Platform WO2 een verbindende rol voor de vele regionale initiatieven.

se gemeentes. Maar de herdenking en viering van de bevrijding van toenmalig Nederlands-Indië moet helaas wel aangepast worden. En wat we op 24 oktober kunnen doen bij viering van de oprichting van de Verenigde Naties hangt ook nog af van de coronamaatregelen. Het mooie is dat allerlei partijen die normaal niet zo snel met elkaar samenwerken elkaar in deze rare tijd wel gevonden hebben. Dat moeten we met elkaar meenemen naar de toekomst. Net als dat ik hoop dat een aantal projecten en publieksevenementen volgend jaar alsnog kunnen plaatsvinden.’

Geschiedenis van Nationaal Comité Het lijkt misschien dat Het Nationaal Comité 4 en 5 mei er altijd al is geweest sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Volgens Van den Berg gaat de herdenking en viering van de vrijheid lang terug. ‘Anders is dat in de eerste jaren na de oorlog het vooral burgerinitiatieven waren, waarbij de overheid zich niet bemoeide met de activiteiten. Pas redelijk recent is dat veranderd. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei is in 1987 bij Koninklijk Besluit ingesteld als samenvoeging van het Nationaal Comité Viering Bevrijding en

vmagazine 2020 51


het Comité Nationale Herdenking. Het tegenwoordige comité organiseert de Nationale Dodenherdenking op 4 mei bij het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam en is daarnaast verantwoordelijk voor de nationale viering van de bevrijding op 5 mei, de coördinatie rond de 14 bevrijdingsfestivals en het afsluitende 5 mei-concert op de Amstel. Dat moest dus dit jaar allemaal anders.’ Het Nationaal Comité doet veel meer, zo benadrukt Van den Berg. ‘We zijn ook heel actief op het gebied van educatie en we zijn een kennispunt voor iedereen die zich bezighoudt met of zich wil verdiepen in herdenken en vieren in Nederland. Het comité onderhoudt daarnaast een uitgebreide onlinedatabase van oorlogsmonumenten. En dit jaar is er een speciale Bosatlas uitgebracht over de Tweede Wereldoorlog.’ Hier ligt volgens Gerdi Verbeet ook de reden dat zoveel jongeren zich betrokken voelen bij het herdenken van 75 jaar vrede. Verbeet: ‘Ik denk dat dat on-

der meer te maken heeft met de jarenlange stimulansen vanuit het vfonds. Het Nationaal Comité begint al met het aanbieden van het zogeheten Denkboek aan groep 7 en 8 van de basisschool. Zoiets als de Boslatlas over de Tweede Wereldoorlog die naar alle scholen voor voortgezet onderwijs zal worden gestuurd, kan daarbij enorm helpen. Ik denk dat we in we komende tijd ook de nieuwkomers en hun ouders daar nog meer bij moeten gaan betrekken.’ Om al de activiteiten van het Nationaal Comité mogelijk te maken is veel geld nodig. Van den Berg: ‘De activiteiten van het comité worden mogelijk gemaakt door subsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ook met de ministeries van Defensie, Binnenlandse Zaken en Algemene Zaken wordt nauw samengewerkt. Van het vfonds ontvangt het comité een vaste jaarlijkse subsidie van ongeveer € 900.000 voor de organisatie van de bevrijdingsfestivals.’ Verbeet is ook blij met de ondersteuning:

Data om te herinneren

52

27 januari

4 mei

5 mei

Holocaust

Einde van de oorlog

Bevrijdingsdag

Tijdens de Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust op 27 januari wordt de Holocaust herdacht, de genocide waarbij 6 miljoen Joden, Roma en Sinti zijn vermoord. Ook herdenkt men de andere slachtoffers van de naziperiode. Op 27 januari 1945 bevrijdden soldaten van het Sovjetleger de overlevenden van het concentratiekamp Auschwitz. In Nederland organiseert het Nederlands Auschwitz Comité op de laatste zondag van januari de jaarlijkse Nationale Holocaust Herdenking (voorheen de Auschwitzherdenking) bij het Spiegelmonument ‘Nooit Meer Auschwitz’ in het Wertheimpark in het Joods Cultureel Kwartier. Om mensen in hun eigen gemeente te betrekken bij dit oorlogsverleden, is op verzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei in 2020 een tijdelijk Lichtmonument ontworpen door kunstenaar Daan Roosegaarde: Levenslicht. Doel van dit lichtmonument is het bewustzijn te vergroten dat in heel Nederland Joden, Roma en Sinti woonden en dat deze mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vervolgd, gedeporteerd en vermoord, plaatsgenoten of buren waren.

Op 4 mei 1945 capituleerden de Duitse troepen in Noordwest-Duitsland, Nederland, Sleeswijk-Holstein en Denemarken voor de Britse veldmaarschalk Montgomery. Op deze dag vindt sinds 1946 de Nationale Dodenherdenking plaats met onder andere twee minuten stilte om acht uur ‘s avonds. De Nationale Herdenking is op de Dam in Amsterdam en wordt sinds 1988 georganiseerd door het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Honderden lokale 4 en 5 mei comités organiseren plaatselijke herdenkingen. Tegenwoordig worden naast de Nederlandse slachtoffers in de Tweede Wereldoorlog ook andere omgekomenen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog herdacht.

Ieder jaar wordt op 5 mei Bevrijdingsdag gevierd, sinds 1990 is het een nationale feestdag. De Duitsers capituleerden een dag eerder, maar op 5 mei ontbood de Canadese generaal Charles Foulkes de Duitse opperbevelhebber Johannes Blaskowitz naar Hotel De Wereld in Wageningen om daar in het bijzijn van de commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten Prins Bernhard de uitwerking van de capitulatie van de Duitse troepen in Nederland te bespreken. Op 5 mei staat Nederland ook stil bij de grote waarde van vrijheid, democratie en mensenrechten. Sinds 2012 start de viering elk jaar in een andere provincie waarbij de minister-president aanwezig is. Het ontsteken van het bevrijdingsvuur is onder normale omstandigheden het startsein voor de 14 bevrijdingsfestivals en alle andere festiviteiten in heel Nederland en ’s avonds wordt de viering van de bevrijding afgesloten met het 5 mei-concert op de Amstel in aanwezigheid van koning Willem-Alexander.

vmagazine 2020


‘Als het gaat over het op gang brengen van het gesprek over vrijheid krijgen wij van het Nationaal Comité vaak de credits, maar zonder het vfonds en andere partijen zouden we dit niet voor elkaar krijgen. Vooral als het gaat om nieuwe initiatieven is het vfonds een belangrijke partner. Het is een fakkel die we samen dragen.’ Toekomstig herdenken Hoe gaat Het Nationaal Comité 4 en 5 mei om met het feit dat de meeste getuigen van de oorlog niet meer onder ons zijn? Is het werk van het comité dan nog wel nodig? Verbeet: ‘De verhalen van ooggetuigen van de Tweede Wereldoorlog, de cijfers en feiten van de geschiedenis zijn als het ware een casus om met jonge mensen het gesprek aan te gaan over de democratische rechtstaat en de noodzaak die te verdedigen. Het is een goede aanleiding voor steeds een nieuw gesprek over wat vrijheid in onze eigen tijd betekent. Ik zie de oorlog als een soort beeld-

houwwerk waar je omheen kunt lopen en waardoor je steeds nieuwe perspectieven ziet. Verbeet ziet zeker toekomst voor het werk van het comité. ‘Het herdenken van de Tweede Wereldoorlog is inmiddels diep verankerd in Nederland. We moeten ons blijven realiseren dat 75 jaar vrede in Nederland en in dit deel van de wereld zeker niet vanzelfsprekend is. Zo lang een aaneengesloten vrede is echt uitzonderlijk en zeker niet gratis. Het vraagt om inspanning van ons allemaal. Iedereen moet zich daarbij afvragen wat zijn of haar eigen handelingsperspectief is. Dat schrijven we in dit land niet voor, we laten de invulling en de methode graag over aan de mensen. Gelukkig voelen jongeren zich uitgenodigd daaraan mee te doen. Ik heb alle vertrouwen dat zij “ons land en haar inwoners veilig zullen houden”, om het koningslied van een paar jaar terug te citeren.’

15 augustus

24 oktober

Einde WO2 in Zuidoost-Azië

Oprichting Verenigde Naties

Op 15 augustus 1945 capituleerde Japan waardoor de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië eindigde en daarmee in het gehele koninkrijk. De Nationale Indië-Herdenking 15 augustus 1945 is een gebeurtenis die sinds 1988 jaarlijks plaatsvindt bij het Indisch Monument in Den Haag om alle slachtoffers van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië en de directe gevolgen daarvan te herdenken. De Melati, de Indische jasmijn, is een herdenkingssymbool dat het gehele jaar door en op 15 augustus in het bijzonder wordt gedragen als symbool voor respect, betrokkenheid en medeleven. Om deze dag in dit lustrumjaar extra onder de aandacht te brengen, organiseert het Nationaal Comité 4 en 5 mei samen met partners een evenement in aansluiting op de Indië Herdenking in Den Haag. In welke vorm het programma doorgaat was in mei nog onduidelijk.

Op 24 oktober 1945 werden de Verenigde Naties (VN) opgericht. De landen die samenkomen bij de VN zetten zich in voor vrede en veiligheid door internationale samenwerking. Inmiddels maken bijna alle landen ter wereld deel uit van de Verenigde Naties en is het instituut een belangrijke voorwaarde voor vrede en vrijheid. Het 75-jarig bestaan van de VN vormt het slotstuk van dit lustrumjaar. Speciaal daarvoor wordt op 24 oktober het Verhalenfestival georganiseerd in Den Haag, de Internationale Stad van Vrede en Recht, met 75 persoonlijke verhalen over solidariteit en samenwerking in verleden, heden en toekomst. De verhalen krijgen op uiteenlopende wijze vorm: via een performance of vertelling, een muziekstuk of een gezamenlijk kunstwerk. In de theaterzalen van Den Haag en ook op straat of op bijzondere locaties die zélf een verhaal te vertellen hebben over de rol van de VN en over oorlog, vrede en vrijheid. De organisatie ligt in handen van Humanity House, UNICEF Nederland, het Nationaal Comité 4 en 5 mei en Just Peace, met steun van het vfonds, de Gemeente Den Haag, het Ministerie van VWS, Fonds 1818 en de Provincie Zuid-Holland. Momenteel wordt bekeken of en in welke vorm het festival doorgang krijgt.

vmagazine 2020 53


OVER DE KRACHT VAN SPORT BIJ TERUGKOMST VAN EEN MISSIE

‘Door te fietsen ging mijn hoofd open’

28

vmagazine 2020 vmagazine voorjaar 2020


De Invictus Games is een internationaal sportevenement voor militairen, die psychisch of lichamelijk gewond zijn geraakt in het leger. Het vfonds zet zich sinds de oprichting al in voor erkenning en waardering van veteranen en andere geüniformeerden en is als founding partner dan ook actief betrokken bij de totstandkoming van de spelen in Nederland. Dit jaar zouden die plaatsvinden in Den Haag, maar corona stak daar een stokje voor. Er wordt onderzocht of het in 2021 door kan gaan. Een gesprek met twee generaties veteranen over hoe zij de kracht van sport op eigen wijze inzetten toen ze terugkeerden van hun militaire missie. Edwin de Wolf (1969) diende in 1994 in Srebrenica en deed drie keer mee aan de Invictus Games. Tom van Mierlo (1942) diende in 1962 in Nieuw-Guinea en ontdekte in zijn eentje wat fietsen voor hem deed. Tekst: Koos de Wilt

12 Infanteriebataljon Garde Jagers bij de

gaan inzien hoe jong we waren toen we

Luchtmobiele Brigade. In deze leidingge-

werden uitgezonden en welke ongelofelijk

vende functie was ik verantwoordelijk voor

zware verantwoordelijkheid we allemaal op

In 1994 raakte Edwin de Wolf als groeps-

het opleiden van en leidinggeven aan tien

onze schouders droegen. Het ging echt over

commandant zijn been kwijt nadat hij bij

militairen luchtmobiel.’

leven en dood waarbij wij zelf het verschil

Edwin de Wolf (1969) een patrouille op een antipersoneelsmijn

maakten.’

stapte. Sporten, praten en zichzelf opnieuw

Wat is een ervaring die u nooit zal vergeten

uitvinden, sleepten hem erdoorheen. Over

bij het uitvoeren van uw missie?

Kunt u iets vertellen over hoe u gewond

zijn ervaringen schreef De Wolf het boek

‘Dat is een andere gebeurtenis dan die

bent geraakt?

‘Kampioen op één been’. De Invictus Games

waardoor ik mijn been zou verliezen. Het

‘Tijdens een patrouille die ik leidde, ben ik op

waren belangrijk voor zijn ontwikkeling.

was een week ervoor, het moment dat ik

een antipersoneelsmijn terechtgekomen. Ik

Hij deed driemaal mee. Hij won brons op

met mijn mannen onder vuur was komen

zie de gebeurtenissen van die dag nog voor

de individuele tijdrit in Orlando, in 2016. In

te liggen. Ik was groepscommandant en

me als een soort film. Het eerste wat ik me

Toronto in 2017 was hij Teamcaptain, heeft hij

verantwoordelijk voor tien infanteriesol-

herinner, is dat ik door de druk van de explo-

het Dutch Invictus Team geleid en zelf brons

daten. Wij waren een gevechtseenheid die

sie en al het vuil dat daarbij vrijkwam eerst

op het wielercriterium gewonnen. In 2018

getraind was om inzetbaar te zijn onder alle

blind en doof was. Daar schrok ik enorm van

sloot Edwin als actief deelnemer de Invictus

omstandigheden. Wat ik mij van het vuur-

en ik weet ook nog dat ik bang was dat ik

Games af in Sydney. Dit deed hij onder andere

contact vooral herinner is dat we precies

het niet zou redden. Ik herinner me dat ik-

door brons op zowel de individuele tijdrit als

deden wat we hadden geleerd in de einde-

zelf en de mensen om mij heen voortdurend

het wielercriterium te winnen. Edwin heeft

loze trainingen die we ervoor hadden ge-

bezig waren mij bij bewustzijn te houden. Ik

verschillende leidinggevende en staffuncties

had. We hebben precies gehandeld volgens

focuste op mijn ademhaling en dat ik niet

gehad binnen de Koninklijke Landmacht en

het boekje. We waren onder vuur komen te

zou wegzakken. Er was een moment dat ik

het Defensie Ondersteuningscommando en

liggen van schutters die zich op zo’n der-

zo veel pijn had, dat ik even weg was, maar

neemt inmiddels zitting in het Bestuur van de

tig meter van ons hadden verschanst. We

doordat een medic mij een klap in mijn ge-

Invictus Games 2020 in Den Haag.

hebben ons toen sprongsgewijs en slalom-

zicht gaf, kwam ik weer bij. Bij de explosie

mend naar achteren bewogen. Ik weet nog

raakte ik zwaargewond aan mijn been en

Wanneer werd u uitgezonden en waar

dat het aanvoelde alsof we op de schiet-

liep een slagaderlijke bloeding op aan mijn

naartoe?

baan stonden en niet aan het front. Dat ge-

arm. Ik was de helft van mijn bloed verloren,

‘In 1994 werd ik met Dutchbat 2 gestatio-

beurt als je je enorm sterk moet focussen

wat normaal gesproken betekent dat je zo-

neerd in Srebrenica. Ik was 24 jaar toen ik

op je taak en als alles zo snel gaat. Nu ik ou-

iets niet overleeft. Uiteindelijk moest mijn

als groepscommandant werd geplaatst bij

der ben geworden, ben ik eigenlijk pas goed

been boven de knie worden geamputeerd.

vmagazine 2020 55


‘Het mooie van meedoen aan de Invictus Games is dat je meedoet aan een missie die zeker gaat slagen. Medailles zijn niet belangrijk, maar het gaat vooral over verbinden, over verbroedering, over sterker worden en elkaar daarbij helpen.’

gaf ze mij de hoorn en

Hoe gaat het tegenwoordig?

vroeg of ik wat tegen opa

‘Tegenwoordig krijgen veteranen revali-

wilde zeggen. Dat ge-

datie en worden eventueel in contact ge-

sprek staat me nog goed

bracht met militairen met vergelijkbare

bij. Het was heel emo-

ervaringen. Op het Militair Revalidatie Cen-

Alhoewel ik het allemaal nog goed weet, er-

tioneel. Ik heb toen de belofte gedaan dat

trum zijn er daarnaast allerlei sportfacilitei-

vaar ik het niet als iets traumatisch.’

alles weer goed zou komen. In een film is dat

ten waar veteranen de hele week laagdrem-

zo’n zinnetje, maar dit was echt en mijn opa

pelig kunnen sporten. De focust ligt daar op

Hoe was u voorbereid op een missie als

zei toen: ‘Dat weet ik Edwin, dat weet ik.’ Die

het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden.

waarin u terecht kwam?

woorden betekenden enorm veel voor me.’

Wat ook heel fijn is, is dat er case-coördina-

‘Niemand kan echt voorbereid zijn op een

toren zijn, vaste contactpersonen bij wie je

oorlog en wij waren dat ook niet in 1994.

Hoe hebt u uzelf erdoorheen gesleept?

terecht kunt voor vragen en mogelijkheden.

De laatste militaire bemoeienis van Ne-

‘Door uiteindelijk te leren het verleden los

Dat was in mijn tijd allemaal nog niet.’

derlandse militairen was in Libanon eind

te laten waardoor je voorruit kunt. Dat be-

jaren zeventig en begin jaren tachtig. Dat

tekent dat je aan jezelf moet werken en

Wat is het belang van sport?

betekende voor ons dat er nog maar weinig

nieuwe vaardigheden moet ontwikkelen.

‘Bij sport gaat het om het hebben van een

mensen in het leger waren die dat nog echt

Sporten en praten hebben enorm gehol-

doel en het nastreven van een succes. Je

hadden meegemaakt. Natuurlijk waren we

pen. Ik heb nu rust met het verleden en kan

bent daarbij gefocust op de sport, op de

op veel manieren voorbereid op onze taak en

er daarom ook zo vrij over spreken. Ik leef

prestatie en niet op je beperking. Bij spor-

wat we in het voormalige Joegoslavië gingen

in het nu en met het oog op de toekomst.

ten komt er een stofje vrij dat je een za-

doen, maar op heel veel gebieden was het ook

Misschien kun je wel zeggen dat het mij de

ligmakend gevoel geeft. En ook de sociale

pionieren en zelf het wiel uitvinden.’

kracht heeft gegeven om na de LTS uitein-

kant van sport is geweldig. Ik ben altijd al

delijk ook een hbo-opleiding Beleid en Ma-

een sportman geweest. Ook om als militair

Hoe was het om als gewonde militair terug

nagement af te ronden. Na mijn ervaringen

fit te blijven. Daarna heeft het mij er vooral

te keren naar Nederland?

in de oorlog wilde ik mezelf zoveel mogelijk

doorheen gesleept.’

‘Nadat ik gewond was geraakt, wilde ik zo

ontwikkelen. Juist ook op andere gebieden.’

snel mogelijk naar Nederland, naar een vei-

Wat is volgens u het belang van de Invictus

lige omgeving en naar mijn familie. Op zo’n

Wat heeft een veteraan nodig als hij of zij

Games?

moment realiseer je je hoe geweldig het is

gewond is in de strijd?

‘Het geweldige van de Invictus Games is dat

dat er zo’n plek is. Maar het rare was dat ik

‘Het is enorm belangrijk dat je kunt praten

je onder zo’n vijfhonderd mensen bent aan

al snel weer terug wilde naar mijn mannen.

over je traumatische ervaring. De militai-

wie je niets hoeft uit te leggen en bij wie

Dat gevoel was heel sterk. Ik kon dat na-

ren die terugkwamen uit Nederlands-Indië

je aan één blik genoeg hebt. Dat geeft een

tuurlijk helemaal niet, maar het gevoel dat

moeten het heel zwaar hebben gehad. Ik

ongelofelijk wij-gevoel. Het zijn mannen en

je je mannen in de steek hebt moeten laten

heb er veel gesproken tijdens de lezingen

vrouwen uit verschillende landen die alle-

en die het nu zonder jou moeten rooien,

die ik door het land heb gegeven. De mees-

maal op een of andere manier slachtoffer

voelde als heel vervelend.’

ten hebben zonder hulp van buiten hun

zijn geworden. Wounded, injured or sick,

ervaringen een plek moeten geven. Veel

zoals de Engelsen dat noemen. Tijdens de

Was er een reactie die heel bijzonder was?

zorg was er niet en nazorg al helemaal niet.

games heb je verschillende categorieën.

‘Mijn opa had op 10 mei 1940 nog gevochten

Ze moesten het allemaal maar zelf zien te

Ik deed mee met veteranen die hun been

in de Peel-Raamstelling en ik weet nog dat

rooien. Ik heb heel veel verdriet ervaren on-

zijn verloren boven de knie, maar er zijn

ik hem aan de lijn had toen ik net terug was

der deze mannen. Zeker in die tijd was er

ook wedstrijden tussen veteranen die PTSS

in Nederland. Ik lag in bed in het ziekenhuis

weinig aandacht voor gewonde ex-militai-

hebben en verder fysiek niets hebben. Juist

en werd door mijn moeder naar de hal ge-

ren. Het was niet iets waar men geconfron-

ook voor hen is zo’n event enorm belang-

rold waar een paar telefoons hingen. Daar

teerd mee wilde worden in die tijd.’

rijk. Als je gewond bent aan je been en het

56

vmagazine 2020


zelfs bent kwijtgeraakt, dan kun je naar

verbinden, over verbroedering, over sterker

Spelen van 2000. Als er in 1996 Invictus

een instrumentenmaker om je prothe-

worden en elkaar daarbij helpen. Doel is om

Games zouden zijn geweest, zou ik zeker

se bij te stellen. Als je te maken hebt met

sterker in je schoenen komen te staan.

mee hebben gedaan.’

een posttraumatische ervaring is dat niet zo simpel. Het mooie van meedoen aan de

Had u meegedaan aan de Invictus Games als

Invictus Games is dat je meedoet aan een

de spelen destijds waren georganiseerd?

missie die zeker gaat slagen. Medailles zijn

‘Ik deed in die tijd aan wedstrijdzwemmen

niet belangrijk, maar het gaat vooral over

en bereidde mij voor op de Paralympische

>>

vmagazine 2020 57


reldkaart. Ik was dienstplichtig militair, ne-

infiltranten vanuit zee. Voor wat betreft be-

gentien jaar, geweerschutter en had geen

wapening waren zij uitgerust met moderne

idee wat ik er ging doen. Ik was net van de

Russische automatische wapens. Wij had-

Na de onafhankelijkheidsoorlog van Indone-

textielschool en wilde wever worden. In

den wat oud spul uit de Tweede Wereldoor-

sië (1945-1949) maakte alleen het westelijk

mijn vrije tijd was ik wielrenner en had tij-

log, M1 Garand en karabijn en met onder-

deel van Nieuw-Guinea als Nederlands-

dens de opleiding een toezegging gekregen

steuning van 1 Bren mitrailleur. Zo werden

Nieuw-Guinea deel uit van het Koninkrijk

dat ik bij de militaire selectie zou komen. Tot

we de jungle ingestuurd, die een enorme

der Nederlanden. Het was het laatste restant

ik een briefje kreeg dat ik mij moest melden

stempel drukte op lichaam en geest.’

van de Nederlandse koloniën in deze regio.

bij de Stoottroepen in Ermelo.’

Tom van Mierlo (1943)

Nederland stuurde in 1962 bijna 10 duizend

Kunt u iets vertellen over hoe u gewond

militairen naar het eiland, waaronder de 19-

Wat is een ervaring die u nooit zal vergeten

bent geraakt?

jarige Brabantse jongen Tom van Mierlo.

bij het uitvoeren van uw missie?

‘Ik ben niet gewond geraakt, maar heb wel

‘Ik praat niet graag over wat ik heb meege-

PTSS opgelopen. Een term die in die tijd na-

Wanneer werd u uitgezonden en waar

maakt, maar kan er wel wat over vertellen.

tuurlijk helemaal nog niet bestond en die ik

naartoe?

We werden ingezet bij het opsporen van

pas heel veel later heb kunnen plakken op

‘Begin 1962, bijna zestig jaar gelden inmid-

uitstekend getrainde en gewapende para-

mijn situatie. Wij moesten het zelf maar uit-

dels, ben ik naar Nieuw-Guinea gestuurd.

chutisten. Er zijn destijds ongeveer alleen al

zoeken, we moesten verder met ons leven.

Een plek die ik moest opzoeken op de we-

1200 Indonesische para’s gedropt, plus nog

Dat vond iedereen in die tijd. Ik ook eigenlijk.’ Hoe was u voorbereid op een missie als die waarin u terecht kwam? ‘In onze straat waren er verschillende jongens die terug waren gekomen van de eerdere politionele acties in de jaren veertig en vijftig in het toenmalige Nederlands-Indië. Ik was zelf een jaar of tien toen die terugkwamen. Met die jongens was iets aan de hand, ‘Tropenkolder’ werd dat genoemd. Die jongens functioneerden niet goed na hun thuiskomst. “Die spoorden niet”, zo werd wel gezegd. Verder werd er niet veel aandacht aan geschonken.’ Hoe was het om terug te keren naar Nederland na uw traumatische ervaringen? ‘Ik was heel blij dat ik thuis was en in het begin wilde ik het wel van de daken schreeuwen, maar niemand zat daarop te wachten. Ik leerde mijn mond te houden. Ik was een stille geworden volgens mijn omgeving. Ik heb zelfs zo’n twintig jaar mijn mond gehouden tegen mijn vrouw. Ik wilde er niet

58

vmagazine 2020


‘Ik was heel blij dat ik thuis was en in het begin wilde ik het wel van de daken schreeuwen, maar niemand zat daarop te wachten. Ik leerde mijn mond te houden.’

in mijn hoofd. Ik heb mijn eigen huis gebouwd en ben daarna ook veel andere huizen gaan metselen. Het leverde wat op en ik kwam tot rust.’

over praten, wilde haar er ook niet mee be-

fiets en het geduld van haar zijn van on-

Hoe gaat het tegenwoordig?

lasten. Maar toen zij meeging naar Doorn

schatbare waarde geweest in mijn leven.

‘Het gaat een stuk beter, maar nog steeds

en met de andere vrouwen in contact

Dat zijn ze nog!’

geniet ik van de rust die het fietsen mij

kwam, werd het haar duidelijker. Gelukkig

brengt.’

kon ze veel van mij hebben. We kenden el-

Hoe hebt u uzelf erdoorheen gesleept?

kaar al vanaf toen we vijftien waren, ze had

‘Bij de BNMO heb ik een paar handvatten ge-

Wat is het belang van sport?

me nog gekend van de tijd dat ik nog een

kregen die mij verder hielpen. Maar dat was

‘Daarover heb ik een voorbeeld. Net als ik is

vrolijke jongen was. Toen ik terug was, ging

pas nadat ik na veertig jaar bij de BNMO

mijn zoon uitgezonden. Leon is in de jaren

het fietsen ook niet meer. Ik had het wed-

kwam in 2000. Het ging om simpele tips,

negentig in Srebrenica beland. Ik weet nog

strijdfietsen opgegeven. Daar had ik geen

zoals het licht aanhouden als ik last had van

goed dat ik het niet meer onder controle had

zin meer in. Ik ben gaan voetballen, maar

nachtmerries. Als het pikdonker was, kon ik

toen we hem wegbrachten naar de kazer-

dat was het ook niet en toen ben ik maar

soms heel angstig worden. Praten met mijn

ne. De stoppen sloegen bij mij door, ik reed

weer op de fiets gekropen en ben lange af-

oude maten uit het leger is er lang niet

erna als een zombie naar huis. Ik had mij

standen gaan afleggen. Door dat te doen,

van gekomen. Pas tien jaar geleden zijn we

erin verdiept wat er in het voormalige Joe-

kwam er rust in mij. Ik maakte tochten van

elkaar om de twee jaar gaan zien, met de

goslavië aan de hand was en had gezien dat

tweehonderd en soms wel tot twaalfhon-

vrouwen erbij. De leuke dingen bespreken

daar alleen het recht van de sterkste gold.

derd kilometer waarbij ik dagen en nachten

we dan met de vrouwen erbij en het pijnlij-

Het waren geweertjes tegen tanks. Leon is

doorfietste. Ik vond dat heerlijk en er kwam

ke delen we als we samen zijn.’

ogenschijnlijk goed teruggekomen, maar

eindelijk rust in mijn hoofd.’

na tien jaar is hij met zijn gezin vertrokken Wat heeft een veteraan nodig als hij of zij

naar een heel stil deel in Zweden waar hij

Was er een reactie die heel bijzonder was?

gewond is in de strijd?

helemaal met niets begon. Hij vond het te

‘De beste reactie was van mijn vrouw Els. Ze

‘Voor mij was het sporten heel belangrijk,

druk in Nederland. In Noorwegen had hij

liet me gaan. “Pak je fiets maar Tommy, dan

en vooral de lange afstanden fietsen. Sur-

met de Rode Baretten getraind en de rust

kom je tot rust.” Bij veel jongeren strandt

vivalen op de fiets, fietsen in the middle of

van Scandinavië had hij nodig toen hij was

het huwelijk in zo’n situatie, omdat de twee

nowhere. Daardoor kon ik goed nadenken

teruggekeerd uit Bosnië. Net als ik heeft

elkaar niet meer begrijpen. Mijn vrouw gaf

en viel de spanning weg. Door het sporten

hij dingen meegemaakt waar we het nooit

mij de vrijheid die ik nodig had, eigenlijk

kwam ik ook in contact met andere fietsers

over hebben. Om daar iets aan te doen heb

was ze daarmee veel verder dan ikzelf. De

en dat was belangrijk, want zonder hen

ik hem eens voorgesteld om samen een

had ik de neiging te vereen-

lange fietstocht te maken vanuit ons dorp

zamen. Regelmaat is ook

Budel naar het Duitse Koblenz. We hebben

belangrijk. Ik heb mijn hele

non-stop gefietst en toen het pikdonker om

leven hard gewerkt. Wer-

ons heen was, hebben we echt gesproken.

ken in de weverij ging niet

Ik over Nieuw-Guinea en hij over Srebrenica.

meer, ik werd al gek van de

Dat was een heel bijzondere ervaring. Toen

prikklok. Ik had rust nodig en

rond half vijf de zon opkwam, zijn we ge-

ben toen bij mijn vader in de

stopt met praten en daarna hebben we het

bouw gaan werken. Ik werk-

er nooit meer over gehad. Dat is nu twintig

te keihard, maar had ook rust

jaar geleden.

‘Door het sporten kwam ik ook in contact met andere fietsers en dat was belangrijk, want zonder hen had ik de neiging te vereenzamen.’

>>

vmagazine 2020 59


Ik heb de fiets altijd gezien als een soort

banen hebben. Net als bij mij is fietsen een

prothese voor mijn hoofd. De cadans, de

manier om even de stress achter je te laten

rust, met een been je spanning wegduwen

en alleen met jezelf in gevecht te zijn. Het is

terwijl je andere been dit loslaat.’

fijn om met deze mannen te praten, ook bijvoorbeeld over mijn angst om ’s nachts al-

Wat is volgens u het belang van de Invictus

leen te fietsen in het donker. Zeker in Frank-

Games?

rijk kan het ’s nachts pikdonker zijn. Ik werd

‘Het gaat er daar niet zozeer om het win-

er niet om uitgelachen, maar ze vonden het

nen als wel om de ontmoeting. Ik denk dat

juist mooi dat ik erover sprak.’

‘De fiets en het geduld van mijn vrouw Els zijn van onschatbare waarde geweest in mijn leven. Dat zijn ze nog!’

dat het belangrijkste is. Het is een plaats waar iedereen gelijk is. Ik heb dat ook als ik

Had u meegedaan aan de Invictus Games als

fiets met mannen die allemaal hoogopge-

de spelen destijds waren georganiseerd?

leid zijn. Als ik met die mannen fiets, maakt

‘Zeker. Al zou het mij misschien toch wel

het niet uit dat ik metselaar ben en zij hoge

zijn gegaan om het winnen.’

De Invictus Games Den Haag en vfonds De Invictus Games is hét internationale sportevenement voor fysiek en mentaal gewonde militairen. Het gebruikt de kracht van sport om herstel te stimuleren en revalidatie te ondersteunen. Het vfonds is samen met de Gemeente Den Haag, het Ministerie van VWS en het Ministerie van Defensie een van de vier founding partners van de Invictus Games Den Haag 2020. Al voor bekend werd gemaakt dat deze editie in Den Haag zou plaatsvinden heeft het vfonds steun toegezegd om de spelen naar Nederland te halen. De games zijn een prachtig eerbetoon aan de mensen die, met gevaar voor eigen leven, in andere delen van de wereld hebben gestreden voor vrede en veiligheid. Zij laten ons zien dat de kracht van sport en broederschap van grote waarde is en dat vrede en vrijheid geen vanzelfsprekendheid zijn. Een doelstelling die goed aansluit bij het vfonds, dat zich sinds de oprichting al inzet voor erkenning en waardering van veteranen en andere geüniformeerden. In totaal zetten 500 deelnemers uit 20 verschillende landen zich in

60

vmagazine 2020

tien disciplines in. Daarbij vindt de organisatie het ook belangrijk dat mensen die dicht bij hen staan onderdeel van het evenement zijn. Alle deelnemers mogen daarom twee vrienden of familieleden, die hebben geholpen tijdens het revalidatieproces, meenemen naar de Games. Dit jaar stond het evenement gepland in mei, maar is noodgedwongen geannuleerd. Momenteel wordt onderzocht of het in 2021 door kan gaan. www.invictusgames2020.nl.


“Raketten vallen gewoon terwijl ze aan het spelen zijn” Veteraan Maaike Hoogewoning (39) wordt als militair operatieassistent door het ministerie van Defensie uitgezonden naar oorlogsgebieden. Als ‘Veteraan in de Klas’ vertelt ze schoolkinderen over haar werk.

39 Maaike leeft

jaar in vrijheid

“Schoolkinderen verwachten vaak een oudere man als veteraan. Ik vertel ze dat er ook jonge én vrouwelijke veteranen zijn. En ik leg uit dat zij vandaag misschien geen zin in school hadden, maar dat iedereen hier wel naar school kán. Kinderen op andere plekken in de wereld hebben die vrijheid niet, bijvoorbeeld omdat hun school is platgebombardeerd of omdat ze als meisje van elf uitgehuwelijkt zijn aan een man die hun vader had kunnen zijn. Ik vertel ze dat kinderen in oorlogsgebieden geen appje krijgen met de tekst ‘Kijk uit, er komt een raket aan!’ Dat ding valt gewoon terwijl ze aan het spelen zijn. Zoiets is natuurlijk niet te bevatten, maar ik hoop dat zo’n klas er toch even over nadenkt. En dat ze zich realiseren dat het niet vanzelfsprekend is dat wij hier in vrijheid kunnen leven. Vorige week was ik een weekje weg. Toen ik terugkwam zei mijn jongste van vijf jaar: ‘Mama, ik heb je zo gemist.’ Dan denk ik: o jongen, je gaat het moeilijk krijgen als ik binnenkort twee maanden weg ben. Mijn kinderen zien dan elke avond die lege eettafelstoel. Als ik ze aan de telefoon heb, is het lastig. Maar ik vind het eerlijk gezegd ook best lekker om de dagelijkse routine te doorbreken. Dan ben ik even geen mama met elke ochtend om tien over zes mijn kind aan mijn bed, dan ben ik gewoon Maaike. Vrijheid is voor mij kunnen zeggen en doen wat je wilt. Op mijn achtste ben ik gaan ijshockeyen. Het was eigenlijk geen meisjessport, maar mij leek het wel gaaf. Ik was het enige meisje in het team en niet zo meisjesachtig. Ik was en ben vooral praktisch ingesteld. Een handtas heb ik bijvoorbeeld niet. Ik zou niet weten wat ik daar in moet stoppen. Wat ik nodig heb, stop ik in mijn zakken. Mijn kinderen zijn vrij in hun keuzes, maar ik leer ze bewust om te gaan met hun vrijheid. Als je niet ziek bent, ga je gewoon naar school. Ik probeer ze ook mee te geven hoe fijn het is dat we in een vrij land leven. Toen mijn zoon afgelopen week geen zin had om zich aan te kleden, ging hij lekker in zijn pyjama naar school.”

Lees alle verhalen op vrijheid.nl


62

vmagazine 2020


‘Het gaat niet alleen om gehoord worden, maar ook om luisteren’ Nationaal Gesprek over Vrijheid

vmagazine 2020 63


Nationaal Gesprek over Vrijheid

De bedoeling was 75 gesprekken over het hele land, over vrijheid tussen MBO-studenten en ministers, staatssecretarissen, commissarissen van de koning, burgemeesters en CEO’s. Wat betekent vrijheid eigenlijk voor bestuurders en voor studenten? Er waren al elf gesprekken gevoerd toen de coronacrisis toesloeg. De volgende dertig stonden op de rol. Desondanks is er al veel duidelijk geworden tijdens de eerste gesprekken volgens de programmamakers Joris Bastiaan en Rokhaya Seck van De Balie. Interview: Koos de Wilt

Het Nationaal Gesprek over Vrijheid moest een gesprek worden tussen twee generaties over wat vrijheid en grondrechten in de praktijk betekenen en wat je zelf aan de vrijheid kan bijdragen. Gesprekken die mogelijk zijn gemaakt door De Balie in samenwerking met het vfonds, Nationaal Comité 4 en 5 mei, Stichting coördinatie 75 jaar vrijheid en de MBO Raad om ook jonge generaties te laten nadenken over wat burgerschap daadwerkelijk betekent 75 jaar na de bevrijding. Socioloog Joris Bastiaan en journalist Rokhaya Seck werken bij De Balie en gingen bij mbo-scholen over het hele land op bezoek om er een serieus gesprek te voeren. Wat voor ideeën waren er op de scholen over zoiets abstracts als een Gesprek over Vrijheid? Joris: ‘We hebben er bewust voor gekozen niet een gesprek te initiëren tussen een paar bekende Nederlanders, maar met bewindslieden, prominenten die ons land leiden. Wat mij opviel is dat studenten het heel fijn vonden serieus genomen te worden en ook de bestuurders en politici waren enthousiast over hoe persoonlijk en inhoudelijk de gesprekken waren. De scholen waar we zijn geweest hadden zich goed voorbereid en hadden het al in hun lessen gehad over wat vrijheid eigenlijk betekent, juist ook in onze tijd. Samen met

64

vmagazine 2020

de MBO Raad hebben we het programma opgesteld waarbij we aansloten bij het Kennispunt MBO Burgerschap. Juist door deze gesprekken kwamen leerlingen erachter dat het begrip vrijheid helemaal niet zo abstract is als ze misschien eerst dachten. Het gaat over de vrijheid die we hier in ons land gewoon vinden, maar die een mensenleven geleden nog helemaal niet zo vanzelfsprekend was.’

‘Ik denk dat de gesprekken die we na de crisis willen voeren met de studenten heel anders kunnen worden dan ervoor.’

Elf gesprekken zijn er tot nu toe gevoerd tot de coronacrisis toesloeg. De Balie programmamaker Joris merkt dat denken over vrijheid hierdoor gelijk al een nieuwe fase is ingegaan. ‘Door de coronacrisis zijn mensen zich bewust geworden van wat het is om je huis niet uit te kunnen en vrienden niet meer de hand te schudden of te knuffelen. Bij ons bij De Balie hebben we het ook al over de gevaren gehad. We hadden Arnon Grunberg op bezoek die zag dat we met z’n allen massaal onze vrijheden opgeven om de ziekte te bestrijden en dat dat ook risico’s met zich meeneemt. We geven ons vertrouwen aan de overheid en moeten ons bewust zijn dat een overheid ook kan ontaarden in een machine die daar erge dingen mee kan doen. Ik denk dat de gesprekken die we na de crisis willen voeren met de studenten heel anders kunnen worden dan ervoor. Iedereen is zich nu veel meer bewust van wat vrijheid is en hoezeer we dat voor lief namen.’

Emotioneel Hoe ver reiken gesprekken over vrijheid eigenlijk in de sessies die er zijn geweest? Zijn dat soort gesprekken niet heel onpersoonlijk? Joris: ‘Ik was erbij toen D66 fractievoorzitter Rob Jetten sprak bij het Friesland College in Leeuwarden. Hij had het eerst in het algemeen over verschillende vormen van vrijheid in een democratisch land als het onze en zoomde daarna in op het grote goed dat we hier hebben om jezelf te kunnen zijn. Persoonlijk ondervindt hij dat door een grote politieke partij te kunnen leiden en tegelijkertijd voor zijn seksuele voorkeur te kunnen uitkomen. Aanvankelijk reageerde de Friese studenten wat terughoudend, maar het kwam los toen er een student opstond en vertelde over dat zij transgender was en op een wachtlijst stond om geopereerd te worden. De student sprak daar heel openhartig over en ging erover in gesprek met Jetten. De fractievoorzitter deelde zijn ervaringen van het uit de kast komen en het werd een heel persoonlijk gesprek. Mij viel op dat de studenten daar heel goed op reageerden en allerlei geïnteresseerde vragen stelden. Jetten benadrukte dat hij het fijn vond dat deze dingen hier zo openlijk konden worden besproken.’ Toch kun je niet stellen dat we er al zijn, zo bleek tijdens de sessies, viel De Balie programmamaker Joris Bastiaan op. ‘Bij het ROC in Tilburg hadden de studenten het initiatief genomen de sessie te beginnen met korte voordrachten waar alle studenten stuk voor stuk vertelden wat vrijheid voor hen persoonlijk betekende. Een jongen zei bijvoorbeeld dat hij zich vrij voelt als hij kan houden van wie hij wil houden. Een meisje die in een armere buurt van Tilburg woonde, vertelde dat ze vaak deed alsof ze aan de telefoon was, omdat haar dat een veilig gevoel gaf. Een ander meisje met een migratie-achtergrond vertelde dat ze altijd racistische opmerkingen verwachtte als ze de bus instapte. Daarna had Klaas Dijkhoff, fractievoorzitter van de VVD,


zijn praatje. Zoals we hem kennen begon hij heel losjes en ontspannen te spreken over vrijheid. Over hoe belangrijk dat voor hem is als liberaal en dat het de kern raakt van hoe hij in de politiek staat. Liberalisme staat voor vrijheid, zo stelde hij. Maar hij werd op gegeven moment echt emotioneel toen hij vertelde dat hij een tijdje naar een hotel moest uitwijken, omdat hij was bedreigd nadat hij een uitlating over een bepaalde groepering in de pers had gedaan. Hij kon een tijdje niet naar huis en dat had er bij hem en zijn gezin enorm ingehakt. Als het gaat over vrijheid, zijn we er dus nog lang niet.’ Terughoudend Vrijheid betekent ook dat je een verantwoordelijkheid hebt en dat je soms terughoudend moet zijn met het geven van je mening, viel Joris op toen Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib kwam

‘Wat mij opviel is dat studenten het heel fijn vonden serieus genomen te worden en ook de bestuurders en politici waren enthousiast over hoe persoonlijk en inhoudelijk de gesprekken waren.’

spreken op het ROC in Amsterdam West. ‘Ze begon te vertellen dat het aanvoelde als een thuiswedstijd. Arib is van Marokkaanse afkomst en herkende zich in de diverse buurt van de school en zei dat ze in het weekend altijd boodschappen om de hoek doet. Ze vertelde over haar rol als Kamervoorzitter en dat ze een onafhan-

kelijke rol heeft en daarbij terughoudend moet zijn om haar eigen mening te geven. Ze moet er als voorzitter vooral voor zorgen dat de vrijheid van meningsuiting in de Kamer gewaarborgd wordt. Het werd een heftige sessie waarbij een paar islamitische meisjes heel assertief hun mening gaven over dat ze het boerkaverbod vooral ervoeren als een beperking van hun vrijheid. Volgens de studentes was het verbod vooral bedoeld om islamitische mensen de mond te snoeren, een inperking van hun vrijheid van godsdienst. Arib probeerde in stellige bewoordingen uit te leggen wat de gedachte was achter het verbod om gezichtbedekkende kleding te dragen in openbare gebouwen. Het gaat erom, het samenleven mogelijk te maken, waarbij elkaar zien een belangrijk onderdeel is, zo stelde de Kamervoorzitter. Dat ging er niet gelijk in bij de studenten en Arib gaf er toen een interessante draai aan door

vmagazine 2020 65


Nationaal Gesprek over Vrijheid

te zeggen dat het mooi is dat je in dit land het oneens mag zijn en dat je daar vrij over kunt spreken. Uiteindelijk gingen de meiden toch samen met de voorzitter op de foto.’ Verantwoordelijkheid Volgens burgemeester Koen Schuiling van Groningen gaat het bij het omgaan met vrijheid niet alleen om het opeisen van zoveel mogelijk vrijheid voor jezelf, maar ook om het geven van vrijheid. Schuiling sprak eind november, op een moment dat de Zwarte pieten discussie hoog opliep. De Balie programmamaker Rokhaya Seck presenteerde dit gesprek bij het Noorderpoort Groningen. ‘Schuiling vertelde dat hij als burgemeester niet geacht was overal een stellige mening over te geven omdat je vooral een brugfunctie hebt die de vrijheden van mensen moet waarborgen’, zo weet Rokhaya nog. ‘Hij vertelde dat hij felle kritiek uitte op zijn partijgenoot Klaas Dijkhoff die vond dat demonstraties tegen Zwarte Piet verboden moesten worden. Dat druist in tegen de vrijheid van demonstratie, een grondrecht waar een liberaal voor zou moeten strijden, zo zei Schuiling. Het was bovendien simplistisch en populistisch, zo stelde de burgemeester. Het ergerde hem zichtbaar. Vrijheid is een groot goed waar je niet lichtzinnig over kunt zijn, zo viel mij op in het praatje van de Groningse burgemeester. Hij sprak er vervolgens over dat het belangrijkste artikel in de grondwet artikel 1 is, een wet die voor de meeste mensen niet iets is dat ze op hun nachtkastje hebben staan. Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld, staat er in het eerste artikel. Dus dat geldt voor iedereen die hier in Nederland is. Volgens Schuiling is dit artikel de belangrijkste regel in ons land. Misschien wel het enige dat je moet onthouden. Het is iets dat je niet zozeer voelt als je het hebt, maar des te meer als het er niet is. En dat die vrijheid er niet is, was niet eens zo lang geleden, een mensenleven geleden, zo benadrukte de burgemeester.’

66

vmagazine 2020

Echt naar elkaar luisteren is zeker niet altijd vanzelfsprekend, zo bleek ook tijdens de sessie met minister van Defensie Ank Bijleveld bij het ROCvA Zuidoost in Amsterdam. Rokhaya: ‘Bij deze bijeenkomst stond er een witte jongen op die vertelde dat hij zich onveilig had gevoeld toen hij langs een groepje Turks-Nederlandse jongens met capuchons was gelopen. Toen Bijleveld hem vroeg waarom hij dat als bedreigend had ervaren en of hij met de jongens gesproken had, zei de jongen dat hij zonder iets te zeggen was doorgelopen. De jongens hadden elkaar op afstand bekeken en gingen niet met elkaar in gesprek en zo bleven de vooroordelen over en weer bestaan. Wat je mist als je niet met elkaar in gesprek gaat bleek ook toen een jongen uit Syrië vertelde over de verschrikkingen van de burgeroorlog in zijn land. Wat in Syrië was begonnen als een onschuldige vrijheidsstrijd, was ontaard in een bloedige burgeroorlog waarbij er honderdduizenden mensen omkwamen in de strijd. Toen de minister aan de zaal vroeg wie van de aanwezigen wist over de achtergrond van de jongen, bleef het stil. Iedereen vond het indrukwekkend, maar er was kennelijk geen gelegenheid geweest voor de jongen om zijn verhaal te vertellen.’ Programmamaker Joris Bastiaan heeft ook ervaringen waar het gesprek wordt vermeden. ‘Tijdens een van de sessies ontstond een gesprek over de situatie waarbij de leiding van een christelijk verzorgingstehuis niet geholpen wilde worden door islamitische zorgmedewerkers. Een witte Groningse student die het woord nam, was het daar wel mee eens, net als zijn vrienden. In plaats = dat mensen die geloven in een God elkaar vinden, was hier juist afstand.’ Met strenge hand Voorzitter van Nationaal Comité 4 en 5 mei Gerdi Verbeet was te gast bij het Aventus Apeldoorn in een grote zaal die eigenlijk nog te klein was om de driehonderd studenten die waren gekomen te ontvangen. Rokhaya herinnert zich de zakelijkheid

van Verbeet toen ze haar begroette. ‘Ze zei meteen: “We gaan elkaar wel vousvoyeren toch?” Ze liet me inzien dat je door spelregels te formuleren, zoals elkaar met u aan te spreken, je respect in een discussie brengt en ervoor zorgt dat mensen daadwerkelijk naar elkaar luisteren. Het was in het Vierhuis, een plek waar feesten konden worden gegeven, maar waar in de oorlog een psychiatrische inrichting was geweest waar veel Joden zijn geplaatst die later zijn gedeporteerd. Een sterk beladen plek dus. In de zaal waren een paar jongens waarvan er eentje het woord nam en vertelde dat hij vluchteling was uit Syrië en heel blij was dat hij hier in Nederland welkom was. Verbeet benadrukte dat die jongen als geen ander wist wat het was om in onvrijheid te leven. Toen Verbeet vertelde over de strijd die in de Tweede Wereldoorlog moest worden gevoerd, stelde een student die ook was gevlucht uit Syrië de vraag hoe Nederland zou moeten reageren nu we zien wat er in zijn land gebeurt. Verbeet vertelde dat ze zich pacifist noemde toen ze jong was, maar dat nu niet meer doet. Soms moet je met militair gezag optreden om vrijheden te kunnen veiligstellen. Vrijheid moet je soms met strenge hand beschermen.’ Meer over Het Nationaal Gesprek over Vrijheid: debalie.nl/nationaalgesprekovervrijheid


Het Nationaal Gesprek over Vrijheid en vfonds Het Nationaal Gesprek over Vrijheid is een initiatief van De Balie dat mogelijk is gemaakt in samenwerking met het vfonds, Nationaal ComitĂŠ 4 en 5 mei, Stichting coĂśrdinatie 75 jaar vrijheid en de MBO Raad. In 75 gesprekken op mbo-scholen door het hele land praten Nederlandse bestuurders en scholieren met elkaar over de betekenis van vrijheid en actief burgerschap vandaag de dag. Een mooie manier om aansluiting te vinden bij de belevingswereld van jongeren en begrippen als vrijheid en burgerschap toegankelijker te maken. Zo worden bestuursleden uitgedaagd om te vertellen over hoe zij in de bestuurspraktijk concreet bijdragen aan het waarborgen van de vrijheden van burgers en meer specifiek deze jongeren. Tegelijkertijd geven ze een inkijkje in hoe vrijheid hen persoonlijk raakt. De jongeren worden op hun beurt geprikkeld om vragen te stellen en na te denken over hoe zij zelf kunnen bijdragen en wat vrijheid voor hen betekent. Op deze manier ontstaat een dialoog tussen twee generaties over wat vrijheid en actief burgerschap betekent en wat beiden hieraan zelf (kunnen) bijdragen. Het persoonlijke en open karakter van de gesprekken maakt dat de gesprekken indruk maken. Het vergroot het inlevingsvermogen en begrip voor verschillende standpunten.

Staatssecretaris van VWS Paul Blokhuis tijdens het Nationaal Gesprek over Vrijheid.

vmagazine 2020 67



Door films kun je duidelijk maken wat vrijheid daadwerkelijk betekent vmagazine 2020 69


Over hoe je scholieren bereikt met films met een boodschap ‘Met films van over de hele wereld nemen wij het op voor vrijheid van expressie. Dat is waarin International Film Festival Rotterdam en het vfonds elkaar vinden’, aldus zakelijk directeur van het filmfestival Marjan van der Haar. ‘Dialoog, reflectie, vrijheid, tolerantie en openheid zijn voor onze beide organisaties belangrijke waarden. Natuurlijk zijn we daarom heel blij met het vfonds als hoofdsponsor van ons festival.’ Marjan van der Haar

door Fred Lardenoye

International Film Festival Rotterdam (IFFR) is het grootste filmfestival van Nederland waarbij films worden vertoond in Pathé Schouwburgplein, Pathé de Kuip, Kino, Cinerama, LantarenVenster, het Oude Luxor, de Schouwburg, De Doelen en Worm. In alle belangrijke theaters dus. Alhoewel de betere Hollywoodfilm ook te zien is, staan tijdens het festival de kleinere, onafhankelijke en artistieke films van vaak weinig bekende regisseurs centraal. Het laatste filmfestival kende uitstekende cijfers. Het aantal bezoeken steeg met 4% tot maar liefst 340.000. In twaalf dagen tijd waren bijna zeshonderd korte en lange films te zien afkomstig uit de hele wereld. Van de 203 films die voor de BankGiro Loterij Publieksprijs in aanmerking kwamen, scoorden 84 een publiekswaardering van vier uit vijf of hoger. Betrokkenheid van sponsors die het belangrijk vinden dat ook artistieke en

70

vmagazine 2020

geëngageerde films onder de aandacht komen van een breder publiek, is belangrijk, volgens Marjan van der Haar. ‘Het mooiste voor een festival als het onze is als je een sponsor hebt met wie je je inhoudelijk verbonden voelt. De waarden van het vfonds komen overeen met de onze en dat maakt samenwerken ook zo fijn. Wij laten films van over de hele wereld zien en een van onze kernwaarden is vrijheid van expressie. Deze vrijheid en zoiets schijnbaar vanzelfsprekends als democratie moeten echter nog steeds bevochten worden. We hebben de neiging dat snel te vergeten. De openingsfilm van het festival, Mosquito, was een goed voorbeeld, over de Eerste Wereldoorlog in Mozambique. Veel mensen weten misschien niet dat ook daar werd gevochten. In de film krijgt een soldaat van zeventien jaar oud malaria en raakt zijn legereenheid kwijt. Ik denk dat zo’n verhaal jongeren

van nu aan het denken kan zetten. Dat is iets wat ook het vfonds wil bereiken en daarin hebben we elkaar in 2017 gevonden. We hopen dat die relatie nog lang voortduurt.’

Samenwerken Samenwerken doen het filmfestival en het vfonds op verschillende terreinen, vertelt Van der Haar: ‘Dit jaar bijvoorbeeld met de Vrijheidslezing. Deze mede door De Balie georganiseerde, jaarlijks terugkerende lezing over vrijheid in de breedste zin, is dit jaar gegeven door Diyar Hesso en Sêvînaz Evdikê van de Koerdische Rojava Film Commune. Dit filmcollectief uit de ‘staatloze democratie’ van de Rojavaregio in Noord-Syrië stimuleert een nieuwe generatie beeldmakers om films te maken die gebaseerd zijn op hun dagelijkse realiteit. Het collectief stimuleert filmeducatie en filmproductie onder de lokale bevolking.


Internatonaal Film Festival Rotterdam en vfonds International Film Festival Rotterdam is het grootste filmfestival van Nederland, dat sinds 1972 jaarlijks in Rotterdam wordt gehouden. Twaalf dagen vol films uit alle hoeken van de wereld. Het festival presenteert veel jonge, opkomende talenten, vaak met gedurfd werk. Naast het programma brengen allerlei evenementen publiek en filmmakers bij elkaar, zoals de Freedom Lecture en de vredescolleges die met steun van het vfonds zijn ontwikkeld. Het vfonds is trotse partner van International Film Festival Rotterdam omdat het festival een schijnwerper zet op het belang van vrijheid voor filmmakers en publiek. Zo biedt het programma van IFFR ruimte aan dialoog, stimuleert het wederzijds begrip of nuanceert het bestaande vooroordelen. Het festival toont films waarin je je kunt inleven in mensen voor wie vrede en vrijheid niet vanzelfsprekend zijn. Daarnaast geeft het festival een podium aan filmmakers die soms niet zonder gevaar of geheel in vrijheid deze films kunnen maken en vertonen. IFFR en het vfonds delen het belang van maatschappelijke dialoog, reflectie en vrijheid, waarbij het internationale karakter van het festival enorm waardevol is. We vinden het allebei belangrijk dat mensen geïnspireerd worden zich in te zetten voor een vrije en vreedzame samenleving. Met een drukbezochte Nieuwjaarsreceptie in De Doelen, het hart van het festival, onderstreepte het vfonds dit jaar zijn verbondenheid met International Film Festival Rotterdam.

Film brengt zo de beleveniswereld van Koerdische burgers in beeld. Een prachtig project dus, waarbij de kernwaarden van ons festival en dat van het vfonds samenkomen. Door de films die wij vertonen van gebieden waar op dit moment oorlog is, laten we zien hoe actueel strijd nog steeds is in onze tijd en dat leven in vrijheid en democratie niet vanzelfsprekend is. Daarin vinden IFFR en vfonds elkaar.’ Een tweede terrein waarop het partnerschap tussen vfonds en het festival tot uitdrukking komt, is volgens Van der Haar de vredescolleges. ‘In 2020 deden we dat met het vwo en havo. Daarbij gaan we direct met jongeren de discussie aan. Zoals met de vertoning van de film Les misérables, een film over jongeren die in de buitenwijken van Parijs leven. We lieten leerlingen van De Theaterhavo/vwo uit Rotterdam deze film zien. Zij werden vooraf

door de Rotterdamse acteur Mafhoud Mokkadem uitgedaagd met een heel persoonlijk verhaal over etnisch profileren. Daarna volgde een paneldiscussie.’ De titel van de film verwijst naar het beroemde boek van Victor Hugo uit 1862. De armoede en de gevolgen daarvan die Hugo meer dan anderhalve eeuw geleden beschreef, worden in de film getransporteerd naar de voorsteden (banlieues) van Parijs waar de verschoppelingen van deze tijd vechten voor hun dagelijks bestaan. Daar wordt een nieuwe agent op de proef gesteld als hij met twee collega’s, die het niet zo nauw nemen met hun beroepsethiek, op pad wordt gestuurd. Nadat een leeuwenwelpje uit een rondreizend circus wordt gestolen door enkele opstandige pubers, slaat de vlam in de pan. In een kolkende geweldsspiraal zien de drie agenten zich voor keuzes gesteld die het verschil tussen leven en dood

kunnen maken. Van der Haar: ‘Les Misérables, waarin veelal gewone Franse jongeren zichzelf spelen, liet een verpletterende indruk achter. Niet alleen bij de leerlingen van De Theaterhavo/vwo uit Rotterdam, maar ook bij de rest van de festivalbezoekers, want de film eindigde op de tweede plaats van de BankGiro Loterij Publieksprijs. Zulke films kunnen confronterend zijn, maar brengen vaak juist discussies teweeg rond vrijheid en democratie. Dat daagt jongeren uit om mee te denken en het gesprek aan te gaan. Dit sluit goed aan met wat het vfonds wil bereiken met scholieren van nu.’

vmagazine 2020 71


“Op school leerden we niets over wat er in voormalig Nederlands-Indië is gebeurd”

53 Peter leeft

jaar in vrijheid

Peter van Dongen (53) gebruikte de verhalen van zijn Chinees-Indische moeder als basis voor zijn beeldroman Rampokan. Zij maakte als klein meisje het bombardement op de havenstad Makassar van dichtbij mee. “Tijdens de Japanse inval is mijn opa als indo en KNIL-militair gevangengenomen. Mijn ChineesIndische oma is met twee kinderen en zwanger van de derde de bergen ingevlucht en heeft daar de oorlog doorgebracht. Mijn opa is een dag na de Japanse capitulatie onthoofd. Het nieuws dat ze bevrijd waren, had het kamp nog niet bereikt. Na de oorlog is mijn oma met haar kinderen naar Makassar gegaan, waar ze bij haar zus konden wonen. Daar waren ze toen de stad door de Indonesiërs werd gebombardeerd. De gedachte aan dit verhaal van mijn moeder kwam boven toen ik op mijn 23ste een nieuw boek wilde maken. Ik realiseerde me dat ik niks wist van de geschiedenis van het land van mijn moeder. Op school leerden we alles over de oorlog in Nederland, maar niets over wat er in voormalig Nederlands-Indië is gebeurd. Het heeft zes jaar geduurd voordat ik het eerste deel van mijn boek af had. Ik ben een paar keer naar Indonesië gegaan voor mijn beeldroman. Het viel me, begin jaren negentig, vooral op dat de mensen daar echt op hun woorden moesten letten. Zij leefden onder het regime van Soeharto en waren bang om in problemen te komen. Vrijheid is voor ons lastig te bevatten. In Nederland is het vanzelfsprekend om over alles te mogen praten. Door mijn bezoekjes aan Indonesië weet ik hoe het anders kan zijn. Dit geef ik ook door aan mijn zoon. Met mijn beeldromans probeer ik het verleden waarde te geven voor een groter publiek.”

Lees alle verhalen op vrijheid.nl


De weldaad van Goede Doelen Loterijen

LOTEN KOPEN ALS GOEDE DAAD

Nederlanders zijn goed in liefdadigheid - en ook dol op loterijen. En dat gaat ver terug. Tegenwoordig spelen zo’n vier miljoen Nederlandse huishoudens, ongeveer de helft van de huishoudens, mee met een loterij. En dat is niet alleen leuk voor de prijswinnaars, maar ook voor al de projecten waarmee we de wereld een stukje mooier maken. Een gesprek daarover met de algemeen voorzitter van de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs – en Dienstslachtoffers (BNMO) Bert Dedden en de directeur en secretaris Raad van Bestuur van het vfonds Lisette Mattaar. Een hele vroege voorloper van loterijen zag het licht al voor onze jaartelling, in het oude China, tijdens de Han-dynastie (206 v.C. - 220 n.C.). Het casinospel Keno was een zeer geliefd spel dat door de Chinese autoriteiten was opgezet om de bouw van de Chinese Muur te kunnen betalen. De eerste

echte loterij in de wereld moet er zijn gekomen in 1444, in ons eigen Utrecht. Het was de manier voor het stadsbestuur om uit de financiële malaise te komen. Andere steden waren er als de kippen bij en het mooie was dat ook de bevolking er dol op was. Rond de loterijen werden heuse feesten georganiseerd, waar vaak flink wat vrolijkheid en drank bij kwamen kijken. Aan het eind van de 17e eeuw vierden loterijen hun hoogtijdagen in ons land en is zelfs de Rijksoverheid zich ermee gaan bezighouden. Vanuit Nederland verspreidden de loterijen zich razendsnel over heel Europa als welkome bron van inkomsten voor steden, kerken en allerlei andere organisaties. Goede doelen voeren er wel bij.

Ook private instellingen zijn zich gaan bezighouden met goede doelen. Volgens Bert Dedden, algemeen voorzitter van de BNMO, is de vereniging een mooi voorbeeld van een maatschappelijk privé-initiatief. Dedden: ‘De BNMO bestaat dit jaar 75 jaar

en leeft als nooit tevoren. Het is kort na de Tweede Wereldoorlog opgericht door in de strijd van 1940 gewond geraakte militairen die iets wilden doen voor hun lotgenoten. Aanvankelijk maakte de Bond zich alleen sterk voor de belangen van gehandicapte militairen en/of na overlijden voor hun achterblijvende partners. Dit deden ze onder andere door geld in te zamelen, wetgeving te stimuleren en juridische ondersteuning te bieden. Inmiddels krijgen niet alleen oorlogs- en dienstslachtoffers steun van de BNMO, ook andere geüniformeerde geweldsgetroffenen in publieke dienst, zoals (oud-)medewerkers van de Nationale Politie en de Brandweer, worden niet vergeten.’ Na de strijd in het voormalig NederlandsIndië groeide het ledental van de BNMO sterk. In 1953 ziet de Stichting BNMOwoonoord het licht. Doel daarvan was om een woon- en werkcentrum voor militaire oorlogsgewonden te vestigen in Doorn.

vmagazine 2020 73


BNMO en vfonds Al 75 jaar lang zet de BNMO zich in voor (oud-)geĂźniformeerde werknemers in publieke dienst met lichamelijk of psychisch letsel, en hun verwanten. Mede door de inspanningen van de BNMO committeert de Rijksoverheid zich aan de erkenning van en waardering voor veteranen, komt de pensioenwet tot stand, wordt het nazorgcentrum De Basis opgericht, wordt het veteranenbeleid van het Ministerie van Defensie aangescherpt en gaat de Veteranenwet van kracht die de erkenning van en zorg voor veteranen en hun relaties regelt. Het vfonds is trotse partner van de BNMO, omdat het kameraadschap, verbondenheid en kennis inzet om diegene te steunen die zich voor onze vrede en vrijheid hebben ingezet, toen ĂŠn nu.

74

vmagazine 2020


Ook daar was geld voor nodig. Dedden: ‘Een zeer welkom zetje in de rug kwam toen van niemand minder dan Audrey Hepburn. De wereldberoemde Engelse actrice, wiens moeder de barones Van Heemstra uit Arnhem was, deed ons land aan om in haar beste Nederlands steun te betuigen aan de BNMO. Met trots ontving Nederland de wereldster op Schiphol en kreeg ze veel publiciteit, zelfs op het nieuwe medium televisie. De actie wierp zijn vruchten af en

zorgde ervoor dat het, voor die tijd, enorme bedrag van vijftigduizend gulden werd opgehaald. Tegenwoordig zo’n vier ton in euro’s. Mede door deze actie kon in 1958 het BNMO-woonoord worden geopend door koningin Juliana. Als je rondsnuffelt op YouTube vind je beelden waarbij Hepburn zich in charmant Nederlands hard maakt voor de goede zaak.’

BankGiro Loterij Begin jaren zeventig groeide het bewustzijn dat steeds meer (oud-)militairen kampten met niet alleen lichamelijke-, maar ook psychische problemen. Ook daar was geld voor nodig. Volgens Dedden was het een verdienste van de oud-verzetsstrijder en reserveofficier Willem (Bib) van Lanschot om de BNMO verder te professionaliseren. ‘Als voorzitter van de BNMO zette hij in de jaren ‘70 de Giroloterij op, de latere Bank-

vmagazine 2020 75


Giro Loterij. Volgens een verdeelsleutel ontvangt de rechtsvoorganger van het huidige vfonds, de Stichting Fondsenwerving Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (SFMO), een deel van de loterijopbrengsten. Deze SFMO werd opgericht om de door haar verkregen middelen uit de loterij te herverdelen onder de BNMO en andere veteranenorganisaties. Ook verstrekte het subsidies voor herdenkingen, herdenkingsmonumenten, boeken, lezingen en oorlogs- en verzetsmusea.’ In het nieuwe millennium krijgt het veteranenbeleid van de overheid steeds meer vorm, hetgeen uiteindelijk wordt bekrachtigd in de Veteranenwet. Steeds meer initiatieven, die mede mogelijk zijn gemaakt met financiële steun van de SFMO – sinds 2007 opererend onder de naam vfonds – worden door de overheid overgenomen. In 2021 zullen alle overheidsinitiatieven

op het gebied van veteranenzorg worden gebundeld in een nieuwe stichting, het Nederlandse Veteraneninstituut. De oorspronkelijke doelstelling van het vfonds, namelijk de financiële ondersteuning van veteranenzorg, is hiermee voor een groot deel bereikt.

In de loop der jaren is het vfonds zich dan ook breder gaan inzetten. Naast erkenning en waardering van veteranen, is er sinds 2005 ook aandacht voor het herdenken en herinneren van (slachtoffers) van de Tweede Wereldoorlog. Inmiddels ontvangt het vfonds dankzij deelnemers die ervoor hebben gekozen om met hun deelname het vfonds te steunen nog steeds een jaarlijkse bijdrage van de BankGiro Loterij. Dit jaar was dit ruim 4,9 miljoen euro. Hiermee kan het vfonds onder andere diverse oorlogsmusea en herinneringscentra steunen.

Nationale Postcode Loterij Naast de samenwerking met de BankGiro Loterij is het vfonds vaste partner geworden van de Nationale Postcode Loterij (NPL). De oprichting van de NPL in 1989 maakte het voor het eerst mogelijk dat de sectoren ontwikkelingssamenwerking, mensenrechten, natuurbescherming en milieu een substantieel deel van de kansspelopbrengsten ontvangen. Het vfonds ontvangt jaarlijks een bijdrage van 10 miljoen euro dat vrij besteedbaar is naar eigen expertise. En, … elke euro die het vfonds ontvangt, wordt ook weer uitgekeerd. Vrede, vrijheid en veteranenzorg Ten slotte is er bij het vfonds in 2016 een derde werkveld bijgekomen, namelijk vrede, democratie, en (inter)nationale rechtsorde. Volgens Lisette Mattaar zijn we nu in een nieuwe fase aanbeland. ‘Dit jaar bestaat de BNMO 75 jaar, het vfonds 50 jaar en vieren we 75 jaar vrijheid. Een symbolische mijlpaal om een nieuwe periode in te gaan, om met behoud van aandacht voor veteranen en dienstslachtoffers een aangescherpte invulling te geven aan een bredere maatschappelijke impact: de versterking van onze vreedzame, democratische samenleving, waar eenieder naar vermogen aan mag deelnemen, ongeacht wat zijn of haar kleur, geloof, geslacht of afkomst is.’ Het vfonds is er trots op dat er, dankzij de deelnemers van de Goede Doelen Loterijen, jaarlijks meer dan 200 inspirerende projecten voor jong en oud mogelijk gemaakt kunnen worden. Projecten die bijdragen aan de bewustwording dat een vrije en vreedzame samenleving meer dan de moeite waard is om te onderhouden.

Met haar bezoek aan ons land betoonde actrice Audrey Hepburn de BNMO een flinke steun.

76

vmagazine 2020


Nationale Goede Doelen Loterijen en vfonds Werken aan een rechtvaardige samenleving waaraan iedereen kan meedoen, met een bloeiende culturele sector en behoud van cultureel erfgoed. Dat is de gedachte achter de Nationale Goede Doelen Loterijen, bestaande uit de Nationale Postcode Loterij, de BankGiro Loterij en de VriendenLoterij. De strategie: loterijen organiseren om fondsen te werven voor goede doelen. Dankzij 4 miljoen huishoudens die meespelen met één van deze loterijen, is er dit jaar door de drie loterijen gezamenlijk een bedrag van 522,7 miljoen euro geschonken aan maatschappelijke organisaties. Een nobel streven dat bij veel mensen onbekend is. Daarmee willen wij als vfonds, samen met de vele medewerkers en vrijwilligers van de organisaties binnen ons werkveld, de wereld een beetje mooier maken. De Nationale Postcode Loterij De Nationale Postcode Loterij is als vaste partner de belangrijkste inkomstenbron van het vfonds. De loterij zet zich in voor natuurbescherming en verbeteren van de levensomstandigheden van de mens. Ook ondersteunt zij de ontwikkeling van gezonde, veerkrachtige samenlevingen. Het zijn prioriteiten waar het vfonds zich nauw mee verwant voelt. De BankGiro Loterij De BankGiro Loterij steunt culturele organisaties die werken aan cultuur en behoud van cultureel erfgoed in Nederland. Bij de BankGiro Loterij kan je een geoormerkt meespelen voor één van de partners, wat betekent dat de opbrengst van jouw lot direct naar het door jou gekozen goede doel gaat. Speciaal door de steun van de deelnemers hebben de afgelopen jaren verschillende oorlogs- en verzetsmusea en herinneringscentra hun deuren kunnen (her)openen. Het vfonds heeft daarnaast een speciale band met de BankGiro Loterij vanwege haar bijzondere geschiedenis. De Nederlandse Loterij Ten slotte ontvangt het vfonds financiële steun van de Nederlandse Loterij, de naam achter zeven bekende kansspelen: Staatsloterij, Lotto, Eurojackpot, Miljoenenspel, Lucky Day, Krasloten en TOTO. Haar missie is bijdragen aan een gelukkig, gezond en sportief Nederland.

vmagazine 2020 77



Sacha de Boer, fotograaf van het boek 75 jaar vrede

‘Ik probeer het verhaal van toen naar het nu te halen’ Interview: Koos de Wilt

Veel mensen kennen haar nog als nieuwslezer, maar inmiddels heeft ze een lange staat van dienst als fotograaf. Van het vfonds kreeg ze de opdracht dit jaar de viering en herdenking van 75 jaar vrijheid in beeld te brengen. Hoe doe je dat, als je de oorlog zelf nooit hebt meegemaakt? Waarom een boek over 75 jaar vrijheid? Sacha: ‘Vorig jaar ben ik door het vfonds gevraagd of ik er wat in zag om 75 jaar vrijheid in beeld te brengen. Ik ben zelf van ver na de oorlog en net als de jongeren die ik op straat zie, heb ik niet meegemaakt wat oorlog daadwerkelijk betekent. Wel woon ik in een beladen buurt: de Rivierenbuurt waar tijdens de oorlog veel Joden zijn weggehaald. Ook uit het huis waarin ik woon. In mijn hele leven is er hier in ons land gelukkig geen oorlog geweest. Het enige dat we kennen, zijn de oorlogsfilms en de verhalen die we horen bij de bijeenkomsten die er plaatsvinden

als de oorlog wordt herdacht. Nu, tijdens de coronacrisis, ervaren we pas voor het eerst echt wat het is om niet vrij te zijn. Juist door te ervaren dat we niet overal naartoe kunnen gaan in de stad, het feit dat je afstand moet houden, elkaar niet mag aanraken, is een ongelofelijke inbreuk op onze bewegingsvrijheid. Wat ik merk is dat we dat nog geen plaats hebben kunnen geven. We weten nog niet goed wat dat betekent. Is dit het begin van iets heel groots en engs óf alleen maar een hobbel die ook weer voorbijgaat? Van de week reed ik met mijn man op de motor rond in de landerijen van Twente waar we nu tijdens de coronacrisis regelmatig verblijven. Ik reed door een dorp dat dit moment eigenlijk hoort te vieren dat het 75 jaar geleden bevrijd is. Maar wat je ziet is dat de straten geheel verlaten zijn, behalve dat er overal bevrijdingsvlaggen uithangen. Het is doodstil op straat waar eigenlijk het feest van de bevrijding had moeten worden gevierd. Dat is ook iets dat ik in beeld wil vastleggen.’

Intuïtief Waar zoek je precies naar als je fotografeert? ‘Als ik met een fotoproject bezig ben, weet ik nooit precies waarnaar ik zoek. Het beste beeld dat je dan schiet is wat je niet hebt kunnen bedenken vooraf. Er is in mijn fotoprojecten, waar ook ter wereld, zoveel te fotograferen, zo veel te zien dat je moet afgaan op je intuïtie. Je moet erop vertrouwen dat er op een gegeven moment iets is dat bijzonder is, zonder dat je al van tevoren weet wat dat precies is. In Terneuzen was ik bij de opening van dit vredesjaar en liep ik tussen allerlei mensen rond die de vrede vierden. Ik zag oude militaire voertuigen, veteranen en beelden die iedereen herkent van een herdenking. Wat leg je dan vast? Mijn oog viel toen ineens op een Antilliaans meisje dat heel kordaat tussen haar ouders liep. Ik weet niet waarom, maar ik wilde dat in beeld brengen. Ik zag pas later dat de vader, die zwart was, en de witte moeder met hun twee handen op een prachtige manier een soort V vormden. Daarvoor

vmagazine 2020 79


huppelde hun kind. Pas later realiseerde ik me dat dat beeld ook op een andere manier vrijheid laat zien. Het feit dat een Antilliaanse man met een blanke vrouw trouwt, is daarvan een voorbeeld. Dat is vrijheid. Tijdens de Tweede Wereldoorlog mochten zwarte mannen maar beperkte handelingen verrichten in het leger. We zijn nu een stuk verder gelukkig.’

Fly on the wall Dus een goede foto overkomt je? Sacha: ‘Je dwingt het deels af, door goed voorbereid te zijn, goed geïnformeerd te zijn. En deels moet je alles weer loslaten. Zo’n moment overkwam me toen ik onze koning trof bij de bijeenkomst die met twee hoogbejaarde overlevenden van Kamp Vught aan de praat raakte (zie

80

vmagazine 2020

pag. 20). De oude mensen zaten op een krukje toen de koning voorbijliep en ik zag toen dat hij er zelf een krukje bij trok en een heel intiem gesprek begon met het stel, en dat duurde wel zo’n twintig minuten lang. Die betrokkenheid was zo bijzonder, die kun je niet zoeken, die vind je. Belangrijk daarbij is dat ik een “fly on the wall” blijf en de mensen dan niet stoor. Gelukkig is het niet meer zo dat mensen mij nog direct associëren met het nieuws dat ik negentien jaar lang presenteerde. Ik ben meer een soort Philip Bloemendal geworden, de man van de stem van het Polygoon Journaal, die niemand op straat herkende. Een grappig verhaal is dat hij voor de lol soms bij de slager zijn Polygoon-stem gebruikte om zijn worst te bestellen. Dan keek iedereen om met een blik van herkenning.

Zolang ik niet praat, kan ik mij ook redelijk anoniem op straat bewegen.’

Operation Market Garden Je bent nu op veel plekken geweest waar 75 jaar vrijheid wordt gevierd. Komt de oorlog dan dichterbij? Sacha: ‘Bij 75 jaar vrijheid in beeld brengen, probeer ik de emotie te vangen en probeer ik dichter bij het verhaal dat we herdenken te komen. Maar wat de soldaten bijvoorbeeld hebben beleefd die meevochten tijdens Operation Market Garden en welke angst en onzekerheid ze hebben moeten doorstaan, is iets waar je maar heel moeilijk bij kunt komen. Zelf heb ik op een amfibievoertuig gezeten die uit de rivier reed, zoals die voertuigen dat deden toen Nijmegen werd bevrijd. Dat is voor mij vooral leuk om mee te maken. Wat de


soldaten doormaakten, kan ik nooit echt weten. Ik probeerde me in te beelden hoe zij daar vogelvrij over de rivier voeren, terwijl ze van alle kanten werden beschoten. Dat raakte mij heel erg, om-

dat je je realiseert hoe vrij wij zijn; dat we die gevaren niet meer ondervinden. Ik kan daar alleen maar een eigen beeld van maken vanuit het nu en daarmee laten zien hoe uniek dat moment ach-

teraf is geweest voor de vrijheid die we hier in Nederland hebben herwonnen op dat moment.’

Boek over 75 jaar vrede en vrijheid Van alle aanvragen die het vfonds heeft ontvangen in het kader van 75 jaar vrijheid konden we honderden kleine én grote projecten steunen, met een totaalbedrag van 52 miljoen euro. Een ongekend groot aantal projecten én een ongekend bedrag dat wij mogen uitkeren aan stuk voor stuk geweldige projecten! Deze mijlpaal willen we daarom graag vastleggen in een prachtig fotoboek. In opdracht van het vfonds reisde fotograaf Sacha de Boer dit jaar daarom door heel Nederland om tal van initiatieven en activiteiten vast te leggen. De foto’s geven een prachtig beeld van dit bijzondere jubileumjaar en laten zien hoe we stilstaan bij 75 jaar vrijheid. Het fotoboek toont het belang van vrede en vrijheid en hoe bijzonder het is dat wij in Nederland al zo lang in vrijheid mogen leven. Een boodschap die iedereen raakt, ongeacht leeftijd, woonplaats, afkomst en overtuigingen. Eind dit jaar wordt het fotoboek gepresenteerd. Met dit boek brengt het vfonds een ode aan al die projecten en mensen die zich inzetten voor vrede en vrijheid in Nederland.


Robert S. Croll neemt afscheid als voorzitter van het vfonds

‘Het gaat uiteindelijk om waar mensen voor hebben gevochten’ Zestien jaar lang was hij actief voor het vfonds, waarvan lange tijd als voorzitter van de Raad van Bestuur. Nu neemt de bestuurder Robert S. Croll afscheid van zijn fonds en maakt plaats voor Matthieu J.M. Borsboom. Wat is er bereikt?

28

vmagazine 2020

Volgens Robert Croll is de wereld te verdelen in “Mozartianen” en “Beethovianen”. ‘Mozart had alles in zijn hoofd; hij schreef zijn muziek in een keer foutloos op papier. Beethoven was evenzeer briljant, maar de weg naar zijn composities was “trial and error”. Dat wil zeggen kneden, vallen en opstaan, een voortdurend zoeken en ploeteren. Beiden hebben de mooiste muziek gemaakt, maar hebben dat op een andere manier bereikt. In mijn leven en in mijn werk ben ik meer de ploeteraar die langzaam maar zeker en al boetserend tot een redelijk resultaat komt. Zo is dat ook gegaan bij mijn rol in de ontwikkeling van het vfonds: bij mijn aantreden was het vfonds - destijds nog de Stichting Fondsenwerving Militaire Organisaties en aanverwante doeleinden (SFMO) - een organisatie louter van, voor en door veteranen. Bijna zeventien jaar later heeft het vfonds een veel bredere doelstelling. Zij het wel in het verlengde van het oorspronkelijke doel, namelijk daar waar militairen en verzetsstrijders voor hebben gestreden, daardoor veteraan zijn geworden, of zijn gesneuveld. Ten diepste wenst het vfonds


dat mensen zich meer en meer bewust worden van het feit dat wij in Nederland - en met onze buren in Europa - leven in een vreedzame, democratische en rechtvaardige samenleving waar eenieder naar vermogen aan kan en mag deelnemen; en dat het daarom meer dan de moeite waard is om daar voor op de bres te staan. Immers, als wij in de wereld om ons heen kijken, zie je dat een mens het veel slechter kan treffen.’

Aanvankelijk was het vfonds er enkel voor veteranen. De laatste militaire operatie waar Nederland aan had deelgenomen was de Slag bij Waterloo, dus veteranen waren ons onbekend. Van daaruit heeft de SFMO zich ontwikkeld tot het vfonds, waarbij ons fonds ook aandacht is gaan schenken aan het herinneren, herdenken, het leren van lessen uit het verleden en ook het vieren van de vrede. De laatste jaren zijn we ons bovendien gaan richten op zaken waarvoor de veteranen het uiteindelijk hebben gedaan en waar mensen zelfs bij zijn omgekomen. Zij vochten voor vrede, democratie en internationale rechtsorde die we nu misschien wel iets te vanzelfsprekend zijn gaan vinden. Veteranen deden dat niet alleen toen, maar doen dat nu nog steeds in peace-keeping en peaceenforcement operations. Maar om dat te bereiken hebben militairen moeten strijden, PTSS opgelopen of in het uiterste geval ook hun leven voor gegeven.’ De vergelijking tussen de oorlog en de huidige coronacrisis wordt wel gemaakt. ‘Op zich begrijpelijk, maar niet zo terecht’, vindt Croll. ‘We mogen allemaal te pas en onpas onze mening over van alles en nog wat geven, we kunnen nog meer dan genoeg kopen (waaronder zelfs wcpapier) en fundamentele rechten worden nog niet geschonden. Maar we realiseren ons door de coronacrisis misschien wel iets meer in wat voor een gelukzalige

staat wij mogen leven. Wat aan je voeten ligt, daar kijkt een mens als van nature overheen. Wij realiseren ons helaas pas wat wij hebben op het moment dat we het hadden. Zo zijn we klaarblijkelijk gemaakt. Daarom gaat het ten diepste bij het vfonds over bewustwording. In Washington DC, bij het Korean War Veterans Memorial, las ik eens: ‘Freedom is not free’. Zo is het maar net. Om vrijheid te bereiken en te behouden moet je hard werken. Dat heeft zeker de Tweede Wereldoorlog op bittere wijze laten zien. Daarom blijft de oorlog herinneren en herdenken belangrijk.

Maar we moeten ons ook realiseren dat er over vijf jaar bijna niemand meer zal zijn die deze oorlog bewust heeft meegemaakt. Tegen die tijd is daadwerkelijk herinneren nog maar aan een enkeling voorbehouden. Op dit moment zit - zoals Z.M. de Koning op 4 mei jl. zo treffend uitdrukte - de oorlog nog in ons allen. Of de Tweede Wereldoorlog voor volgende generaties voldoende appelleert aan het besef dat wij zouden moeten herdenken? Ik vraag mij dat wel eens af. Toen ik net als bestuurslid bij de Oorlogsgravenstichting begon en kort daarna bij het vfonds, vroeg iemand mij: ‘Hè, herdenken? Hoe lang gaan we daar dan mee door?’ ‘Uh, wat bedoel je precies’ repliceerde ik? Nou zei hij, ‘1600, Slag bij Nieuwpoort dat herdenken wij toch ook niet meer?’ Een belachelijke en volstrekt manke vergelijking, maar toch. De aanleiding en rituelen van het hedendaagse herdenken - de Nederlandse vlag halfstok, trompet, twee minuten stilte, het Wilhelmus, het leggen van kransen moeten de Nederlanders als Europeanen dan nog wel voldoende aanspreken.’ Het herinneren is, volgens Croll, dan overgegaan in herdenken en het wordt uiteindelijk gedenken. ‘Ik vind het in elk

geval goed en verstandig dat we bij het vfonds de maatschappelijke verbreding in de doelstelling hebben opgezocht en hebben gevonden. Ik meen oprecht dat wij daarmee meer aansluiting en zo meer verbinding hebben gevonden met de maatschappij over de volle breedte. Dat komt ons oorspronkelijke doel, namelijk de veteranen, ten goede.’ ‘Een enkele keer vraag ik mij wel eens af, als onze oprichter en verzetsstrijder Bib van Lanschot, op zijn wolkje in de hemel op ons neerziet, wat hij van de veranderingen van zijn BNMO (inclusief Politie en Brandweer), zijn SFMO (thans vfonds), zijn BNMO Bedrijf (thans De Basis) zou vinden. Ik hoop en bid dat hij het nog wel herkent en zelfs dat hij het allemaal met een milde glimlach om de mond waardeert.’ ‘De omstandigheid dat mijn vertrek vanwege het coronavirus anders is gelopen dan gepland, is misschien sneu voor mij. In mijn beleving is het pas echt akelig voor al onze laatste WO2 veteranen. En vervolgens voor al die vrijwilligers die met middelen van Rijk, provincies en gemeentes en het vfonds geld van de Nationale Postcode Loterij en de BankGiro Loterij prachtige evenementen hadden georganiseerd. Ik wens hen en ons allen toe dat een deel daarvan toch nog het daglicht zal zien.’ ‘Ik kijk hoe dan ook dankbaar terug op het afgelopen anderhalve decennium. Ik vond het een eer dat ik het heb mogen doen, ik vond het vooral ongelofelijk leuk en heb ervan genoten dat ik door het vfonds zo af en toe kruisbestuivend heb mogen snuffelen buiten de wereld die de rechterlijke macht heet. Ik vind het prachtig dat het voorzitterschap wordt overgenomen door vice admiraal b.d. Matthieu J.M. Borsboom. Dat is in goede en vertrouwde handen. Het ga u goed! Adieu!’

vmagazine 2020 83


“De bevrijding was voor hem minder feestelijk” Wadec Salewicz (74) is de oudste zoon van de 1e Poolse Pantserdivisie-militair Michal Salewicz, die onder meer Breda en Oosterhout bevrijdde. Om de herinnering aan de Poolse bevrijders levend te houden, bezoekt Wadec Salewicz scholen en organiseert herdenkingsceremonies.

74 Wadec leeft

jaar in vrijheid

“Mijn vader is als jongen van 18 uit Polen weggegaan om te vechten tegen de nazi’s. Hij heeft zijn ouders en geboortehuis nooit teruggezien. Zijn verhaal en dat van andere Poolse jongens die hielpen bij de Nederlandse bevrijding is altijd onderbelicht gebleven. Daarom vertel ik het zo vaak mogelijk. Als vice-voorzitter van de Vereniging 1e Poolse Pantserdivisie Nederland en medewerker van het Generaal Maczek Museum organiseer ik herdenkingsceremonies en ik vertel hun verhaal op scholen en bijeenkomsten. De oorlog was een gesloten boek voor mijn vader. Hij had te veel meegemaakt om te vertellen wat hem was overkomen. Hij keek wel eens oorlogsfilms op televisie, maar dat deed hij dan in zijn eentje met een koptelefoon op. Ik had erg graag willen weten wat er toen in zijn hoofd omging. Maar hij wilde er niet over praten. Ik kwam er pas na zijn overlijden achter hoe bijzonder hij was. Mijn neef, documentairemaker Koen van Groesen, heeft de documentaire Mijn Poolse opa over mijn vader gemaakt. Het is een eerbetoon aan hem. In de film vertelt mijn vader dat hij bij de bevrijding iedereen Oranje boven hoorde zingen en feest zag vieren, maar de bevrijding was voor hem een stuk minder feestelijk. Net als andere Poolse militairen die Nederland hadden helpen bevrijden, kon hij na de oorlog niet terug naar zijn vaderland. Polen was door de Sovjet-Unie ingelijfd. Voor mij is vrijheid dat ik kan zeggen wat ik denk en kan doen wat ik wil. De vrijheid van mijn vader was na de oorlog een ingeperkte vrijheid. In Nederland was hij vrij, maar toen hij naar Polen terug wilde, moest hij een visum aanvragen. Dat heeft hem altijd veel pijn gedaan.”

Lees alle verhalen op vrijheid.nl


Samenvatting jaarverslag 2019

Het vfonds: Vrede maken we samen In Nederland is het al een mensenleven lang vrede. Geen vanzelfsprekendheid. Integendeel: zo’n lange periode van vrede, vrijheid en veiligheid is uniek in de geschiedenis van ons land. Vrede moet je daarom koesteren. Aan vrede moet je werken, elke dag weer. Dat is precies wat het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg (vfonds) doet. Wij steunen jaarlijks zo’n 200 initiatieven en projecten die Nederland er steeds weer aan herinneren hoe bijzonder vrede en vrijheid zijn en hoe waardevol onze democratie is. Vrede koesteren is ook: de herinnering aan oorlog levend houden. Slachtoffers herdenken, maar ook oorlogsveteranen waarderen. Natuurlijk mogen de bevrijding, vrede en vrijheid evenzeer gevierd worden. Daarbij hoort ook: erkenning uitspreken voor al die mensen in uniform die zich nog steeds inzetten voor het behoud van onze vreedzame samenleving.

>>

vmagazine 2020 85


Het vfonds heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een organisatie die zich richt op drie specifieke werkterreinen: 1. erkenning voor- en waardering van veteranen en andere geüniformeerden in overheidsdienst; 2. het levend houden van de herinnering aan oorlog en vredesmissies, het herinneren, herdenken en gedenken van slachtoffers van conflicten en het vieren van de vrijheid. Dit alles met het oog op: 3. de instandhouding van vrede, democratie en (inter-) nationale rechtsorde. Hoe doen we dit? Invulling geven aan onze missie doen we niet alleen. In eerste plaats ontvangen we een groot deel van onze inkomsten van de Goede Doelen Loterijen. Het vfonds verstrekt hiermee sub-

86

vmagazine 2020

sidie aan nationale herdenkingen, oorlogs- en verzetsmusea, herinneringscentra, veteranenreünies en nazorgdagen voor geüniformeerden, maar ook aan de nationale bevrijdingsfestivals en innovatieve onderwijs- en jongerenprojecten die het belang van vrijheid vandaag de dag voor het voetlicht brengen. Daarnaast initiëren wij zelf ook graag projecten, fungeren wij bij innovatieve initiatieven regelmatig als vliegwiel en hechten we veel waarde aan de samenwerking met talloze grote en kleinere organisaties die actief zijn binnen onze werkvelden. Een samenwerking die kan variëren van eenmalige projecten en initiatieven tot aan meerjarige, strategische partnerschappen. Denk aan de Stichting Liberation Route Europe, International Film Festival Rotterdam en Movies that Matter. Op die manier hopen wij verschillende generaties te inspireren en te stimuleren om zich in te zetten voor vrede, democratie en internationale rechtsorde.


De organisatie Ons team In 2019 bestaat het vfonds uit één directeur en negen medewerkers. Het bureau werkt beleidsvoorbereidend en faciliteert de Raad van Bestuur. Het themajaar 75 jaar vrijheid heeft veel extra inspanningen gevraagd, al was het maar door de verdubbeling van het aantal subsidieaanvragen. Daarom zijn er in de tweede helft van 2019 externe medewerkers aangenomen voor het beheer van de relaties met bijzondere partijen en partnerschappen. In 2019 namen we afscheid van Michiel van Hattem, die niet alleen de inspirerende instigator en organisator was van het Vredesbolwerk, maar die ook verder de rol van directeur bijzonder toegewijd heeft vervuld. Ondertussen is Lisette Mattaar eind 2019 begonnen als directeur en tevens secretaris van de Raad van Bestuur. Raad van Bestuur De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het besturen van de organisatie en is eindverantwoordelijk voor onder meer het beleid, de begroting en de jaarrekening. De dagelijkse leiding van het bureau is gedelegeerd aan haar secretaris, die tevens directeur is van het vfonds. Het bestuur vergadert tien keer per jaar – en vaker indien nodig. De belangrijkste agendapunten zijn de projecten en de subsidieverstrekking. Zij besluit over de projectaanvragen, waarbij de directeur een mandaat heeft te besluiten over aanvragen tot € 50.000. In 2019 namen we afscheid van Ton Heerts, die in 2010 als directeur binnenkwam en daarna in verschillende functies het vfonds heeft gediend. Op 12 mei 2020 heeft Robert Croll het voorzitterschap overgedragen aan Matthieu Borsboom. Het bestuur zal per 1 juli 2020 bestaan uit voorzitter Matthieu Borsboom, secretaris Lisette Mattaar en John Bakker.

Raad van Toezicht Het bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht bespreekt de ontwikkelingen binnen het werkterrein en de organisatie en houdt toezicht op het functioneren van het bestuur, de uitvoering van de strategie en de algemene gang van zaken bij het vfonds. De raad komt tenminste vier keer per jaar bij elkaar. De leden zijn onbezoldigd. Ons kantoor Sinds 2018 is het vfonds gevestigd in het Vredesbolwerk, midden in het centrum van Utrecht. De sfeervolle locatie beschikt over goed uitgeruste flexibele vergaderruimtes. Het pand is dan

ook een centrale verzamel- en ontmoetingsplek geworden voor bijeenkomsten en vergaderingen van samenwerkingspartners als het platform WO2 en de SMH40-45. Stichting coördinatie 75 jaar vrijheid organiseerde er in 2019 onder meer bijeenkomsten met provinciale projectleiders en coördinatoren van de Vrijheid-expressen. Ook organisaties die op een andere manier maatschappelijk betrokken zijn vinden hun weg naar het Vredesbolwerk. Stichting Liberation Route Europe en Europe Remembers, Stichting Vredeseducatie en petities.nl. huren werkruimtes in ons pand. Hoe komen we aan ons geld? Verreweg het grootste deel van onze inkomsten krijgen wij van de Goede Doelen Loterijen. U heeft het zich misschien nooit gerealiseerd als u een lot koopt, maar de BankGiro Loterij, de Nationale Postcodeloterij en de Nederlandse Loterij geven samen elk jaar 10 tot 13 miljoen aan het vfonds. Dit bedrag komt volledig ten goede aan de projecten die binnen onze doelstellingen passen. Dankzij de deelnemers aan deze loterijen kunnen wij deze projecten mede mogelijk maken. Externe beoordeling De verantwoording over de inkomsten en bestedingen wordt jaarlijks gecontroleerd door onze accountant. Maar er is ook een externe toezichthouder, het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF), die controleert of wij ons houden aan de kwaliteitseisen van de Erkenningsregeling. Aan een Erkend Goed Doel kun je gerust geven, omdat je ervan uit kunt gaan dat de organisatie daadwerkelijk bijdraagt aan een betere wereld, zorgvuldig omgaat met elke euro, verantwoording aflegt en zich onafhankelijk laat controleren. ANBI-status Het vfonds is door de Belastingdienst aangemerkt als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Door de ANBI-status zijn donaties aan het vfonds – onder bepaalde voorwaarden – fiscaal aftrekbaar. Een aanvraag doen Het vfonds krijgt jaarlijks honderden aanvragen voor financiële ondersteuning – in 2019 waren het er zelfs tweemaal zoveel als in andere jaren. Uiteindelijk subsidiëren we gemiddeld zo’n 200 projecten per jaar. Bij het beoordelen van aanvragen hanteert het vfonds de algemene uitgangspunten zoals die zijn vastgelegd in de Subsidierichtlijnen. Deze zijn gebaseerd op onze missie en de drie werkvelden. Per jaar stellen we thema’s vast waar aanvragen op beoordeeld worden – voor 2019 was dit ´75 jaar vrijheid´. We beoordelen de subsidieaanvraag op zichzelf, maar ook in relatie tot de andere subsidieaanvragen en het bestaande aanbod in een bepaalde regio’s. Het vfonds geeft in principe alleen aanvullende subsidies. Dat doen we omdat we zoveel mogelijk samenwerking tussen partijen willen stimuleren.

vmagazine 2020 87


Onze werkwijze in 12 stappen

In 2019 was er vanwege de vele aanvragen een extra subsidieronde.

1.

2.

3.

4.

De aanvrager kijkt op de website van het vfonds en leest aan welke criteria een project moet voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen.

De quickscan laat meteen zien of de aanvraag een kans maakt.

Als die scan positief uitvalt, komt de aanvrager meteen in het aanvraagformulier terecht. Dat vult hij in – en wacht af.

De aanvraag krijgt een projectnummer. De projectadviseurs van het vfonds beoordelen de aanvraag en bereiden een advies voor.

8.

7.

6.

5.

Zo ja, dan publiceren we het project op de website en ontvangt de aanvrager een subsidiebeschikking met akkoordverklaring.

9. Na terugsturen van de ondertekende akkoordverklaring maken we 75% van het toegekende bedrag over.

Binnen vier maanden na ontvangst van de subsidieaanvraag krijgt de aanvrager te horen of de subsidie wordt toegekend of niet.

10. In de subsidiebeschikking staat op welke datum het project afgerond moet zijn; we verwachten dat de aanvrager drie maanden na die datum zijn inhoudelijke en financiële evaluatie indient.

De adviezen worden vijfmaal per jaar besproken, waarna ook direct een besluit valt.

11. De projectadviseurs beoordelen of de evaluatie aan de wensen voldoet en leggen dit voor aan de directie.

Adviezen over projecten waarmee meer dan € 50.000 is gemoeid, gaan naar de Raad van Bestuur. Adviezen over projecten onder de € 50.000, gaan naar de directie.

12. Als de directie het evaluatieadvies goedkeurt, wordt de zaak financieel afgehandeld.

2019: aanloop naar 75 jaar vrijheid Het jaar 2019 stond voor het vfonds in het teken van 75 jaar vrijheid; deels voorbereidend en deels al uitvoerend. Al in 2017 en 2018 had het vfonds de voorbereidende stappen gezet voor de bijzondere viering en alle voor de hand liggende partners gemobiliseerd. Bovendien hebben we vijftien miljoen euro uit ons eigen vermogen beschikbaar gesteld. Dit bedrag kwam bovenop het bedrag dat we jaarlijks van de Goede Doelen Loterijen ontvangen. Hiermee konden we een ongekend groot aantal projecten én een ongekend bedrag uitkeren aan stuk voor stuk geweldige projecten! In 2019 gingen we onder meer de volgende samenwerkingen aan. Stichting 75 jaar vrijheid Al in 2017 heeft het vfonds samen met het Nationaal Comité 4 en 5 mei het initiatief genomen voor de oprichting van de Stichting coördinatie 75 jaar vrijheid (S75V) als coördinator van de vieringen

88

vmagazine 2020

in 2019 en 2020. Deze stichting speelt samen met het Platform WO2 een verbindende rol voor regionale initiatieven om in 2019 en 202o de vrijheid te vieren en betekenisvol te maken voor verschillende doelgroepen. Samenwerking met provincies Het vfonds heeft daarnaast met de provincies een intentieverklaring getekend met daarin afspraken over de (co)financiering van een programma voor 75 jaar vrijheid. Door dit met iedere provincie te doen, beginnend in 2018 en doorlopend in 2020, zorgden we ervoor dat er in elke provincie een programma tot stand kon komen. Veteranenorganisaties Ook in 2019 heeft het vfonds samengewerkt met een groot aantal landelijke veteranenorganisaties. Dit zijn organisaties


die wij vanuit onze historie een warm hart toedragen, zoals De Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (BNMO), Stichting de Basis, Stichting Nederlandse Veteranendag en Het Veteraneninstituut. Het Veteranen Platform is vaste partner bij de uitvoering van de reünieregeling van het vfonds en bij de zogenoemde Nuldelijnsondersteuning. In deze laatste twee initiatieven werken we nauw samen met het Ministerie van Defensie. Het #Vteam Het #Vteam is een landelijk team van kinderen en jongeren dat op een positieve manier zowel de jeugd als volwassenen stimuleert zich in te zetten voor een vrije en vreedzame samenleving. Door vrolijke en inhoudelijke content te maken, laten ze zien hoe belangrijk het is om jeugd en jongeren te betrekken bij de thematiek van oorlog, herinneren, vrede en vrijheid. Wie steunen wij in 2019? Om de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te houden, ondersteunen wij de grotere oorlogs- en verzetsmusea en herinneringscentra, vertegenwoordigd in de Stichting Musea en Herinneringscentra ’40 -’45. Het grootste deel heeft prachtige tentoonstellingen kunnen neerzetten, die nu digitaal en later fysiek beleefd kunnen worden. Dat deze musea geheel upto-date zijn is en blijft van onschatbare waarde. Op deze manier blijft het mogelijk om met name jongeren op een eigentijdse manier het verhaal van oorlog, conflict en (on)vrijheid, waar ook ter wereld, te vertellen.

Marketing & Communicatie Voor alle mooie projecten die het vfonds steunt of initieert, willen we zoveel mogelijk zichtbaarheid en publieksbereik. Daarnaast willen we ons als maatschappelijk verankerde organisatie verantwoorden: transparant en helder. We zetten daar verschillende middelen voor in: een campagne voor 75 jaar vrijheid, een bijzondere samenwerking met Sacha de Boer, een nieuwe website, nieuwsbrieven, social media en het eerste vmagazine. 75 jaar vrijheid biedt alle kansen om onze missie en waarden nóg meer kracht bij te zetten. Het is ons doel om eind 2020 door subsidiënten en partners te worden gezien als een gewaardeerde partner die veel kennis heeft van het speelveld vrede, vrijheid en democratie. Communicatiestrategie In 2019 hebben we een communicatiestrategie ontwikkeld gericht op 75 jaar vrijheid, maar die ook suggesties biedt voor de langere termijn. De drie pijlers: • Branding: het vfonds wil een ´merk´ worden, met eigen boodschappen, waarden en verhalen; • Stakeholders: we gaan intensief bouwen aan de relatie met belangrijke stakeholders, zoals subsidiënten, veteranen, het #Vteam, loterijen en andere financiers en vrienden; • Samendoen: we gaan in gesprek met stakeholders en doelgroepen om hen te betrekken bij de koers van het vfonds.

85

16

81

307 aanvragen in 2018

189

649 aanvragen in 2019

375

210

(deels) toegekend

afgewezen

niet in behandeling genomen

vmagazine 2020 89


werkveld Erkenning en Waardering

38

375 toekenningen â‚Ź 23.790.981 in 2019

werkveld Herinneren, Herdenken en Vieren werkveld Vrede, Democratie en (inter)nationale Rechtsorde

20

141

63

210 toekenningen â‚Ź 16.709.030 in 2018

169

Vrienden van het vfonds We willen ons graag verbinden met mensen die vrede en vrijheid belangrijk vinden en geĂŻnteresseerd zijn in de projecten die wij steunen. Sinds drie jaar hebben we daarom de vriendencampagne. Onze vrienden houden we op de hoogte door middel van de nieuwsbrief waarin we naast informatie over projecten, bijzondere openingen en evenementen ook unieke vriendenacties aanbieden. Zoals gratis toegang tot musea, de kans om te figureren in een film en kortingen op boeken en voorstellingen. Als vriend ontvangt u ook het vmagazine. Op termijn willen we deze vriendenkring uit laten groeien tot een community: een actieve schare van ambassadeurs die het vfonds een warm hart toedragen, die vrede en vrijheid zien als belangrijke waarden en die nieuwe generaties daarin mee willen nemen. Ook vriend van het vfonds worden? Meld u aan op www.vfonds.nl Jaarverslag vs. magazine Inzicht geven in onze manier van werken doen we door middel van een jaarverslag. Daarin leggen we uitgebreid en transparant verantwoording af over het gevoerde beleid, de inkomsten en uitgaven en behaalde resultaten. Met dit magazine willen we vooral de echte, passievolle verhalen achter de cijfers tonen. Dit magazine staat er boordevol van en is een eerbetoon aan onze partners. De meest relevante zaken uit het jaarverslag hebben we natuurlijk ook in dit magazine meegenomen, maar het complete jaarverslag is digitaal beschikbaar op onze site vanaf 1 juli 2020.

90

vmagazine 2020

Blik op de toekomst Alle voorbereidingen op 75 jaar vrijheid hebben door de coronacrisis in 2020 een heel ander vervolg gekregen. Herdenkingen, evenementen, manifestaties, tentoonstellingen, concerten, feesten en andere activiteiten konden deels niet doorgaan of hebben een andere uitwerking gekregen. De creativiteit en inzet van de partijen die we wilden ondersteunen en onze eigen medewerkers is daarbij enorm op de proef gesteld, maar heeft tot prachtige, deels alternatieve resultaten geleid, zoals te lezen is in dit magazine. Mede door de coronacrisis hebben Nederlanders de viering van 75 jaar vrijheid intens beleefd. 75 jaar vrijheid begon in 2019 in Terneuzen en eindigt met de herdenking van 75 jaar Verenigde Naties in oktober 2020. Dat zal een markant moment worden. De vraag ligt dan voor: hoe gaan we verder? Die vraag is een uitdaging voor de komende jaren die we met enthousiasme aangrijpen en waar we onze partners intensief bij willen betrekken. Want ons werk is niet mogelijk zonder alle mooie initiatieven uit het veld en de inzet van iedereen om dit voor elkaar te krijgen.


1

11

20

24

27 Informatiecentrum Poolse bijdrage Slag om Arnhem Informatiecentrum Duitse begraafplaats IJsselstein

2

12

21

25

28

3

13

22

26

29

4

14

23 Bezoekerscentrum militaire erevelden Bergen op Zoom

5

15

6

16

3

18 7

17

4 8

9

18

10

19

13 6

Amerikaanse Begraafplaats Margraten

16

20

22

5

17

7 15

9

28

29

1 27 26

8

25 23

20

11

14

10 12

2 24

Oorlogs- en verzetsmusea en herinneringscentra 19 magazine2020 2020 9131 vvmagazine


28

vmagazine 2020


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.