Vfonds Vmagazine december2023

Page 1

Soort artikel | Titel

magazine

op een nieuwe manier naar dingen kijken openhartige gesprekken en dwarse denkers 1


Foto: Friso Keuris


Openstaan voor vrijheid Vfonds koestert en ondersteunt initiatieven die onze democratie, vrede en vrijheid op diverse manieren versterken. Met verschillende conflicten in de wereld, ervaren we allemaal op dit moment dat vrijheid niet langer als vanzelfsprekend kan worden beschouwd. Als Vfonds voelen we de noodzaak hier inhoudelijk op in te spelen. De actualiteit heeft ons tijdens het schrijven van dit magazine ingehaald, wat de urgentie van onze missie onderstreept. De oorlog tussen Israël en Hamas eist vele onschuldige levens en veroorzaakt wereldwijd spanningen en emoties. Ook in Nederland leidt deze oorlog tot verdeeldheid en zelfs onverdraagzaamheid. Vfonds maakt zich bezorgd over deze ontwikkelingen, die de vreedzaamheid van onze samenleving bedreigen. De verhalen in deze editie brengen diverse pers­ pectieven op vrijheid naar voren, waarbij we kunnen leren van oorlog en conflict in het verleden. Ze werpen ook een licht op de hedendaagse uitdagingen, waarin tegenstellingen soms onoverbrugbaar lijken. Met de voortdurende stroom van informatie, meningen en beelden die onze maatschappij doordringen, ervaren we allemaal in zekere zin een vorm van betrokkenheid. Wat heeft dit alles te maken met onze vrede en vrijheid? De antwoorden liggen besloten in het begrijpen van elkaars standpunten, ondanks de soms grote

tegenstellingen. Hoe blijven we elkaar vinden in een samenleving waarin verschillende meningen en beelden circuleren en we soms niet meer weten wat waar is? Hoe navigeren we door de ingewikkelde geopolitieke dynamiek en blijven we in staat tot constructieve dialoog, zelfs als de wereld om ons heen verdeeld lijkt? Deze vragen raken de kern van onze vrede en vrijheid, en het is aan ons om samen naar antwoorden te zoeken. De verhalen in dit magazine laten zien dat vrijheid iets is om voor op te komen, soms terug te winnen, te hervin­ den, te claimen en te verdedigen. En dat soms met een beetje ondersteuning van Vfonds. Auteurs, journalisten, veteranen en jongeren delen hun persoonlijke reizen op zoek naar vrijheid, waarbij diverse initiatieven aan bod komen. Van gesprekken over diversiteit en acceptatie aan de eettafel tot expressies van vrijheid in kunst en cultuur, je leven wagen voor de vrijheid van een ander en wat het betekent om te leven in een democratie. In deze voortdurende strijd om vrijheid staat veel op het spel, en als we ervoor openstaan, kunnen we dat bereiken.

Veel leesplezier! Marieke van Schijndel, directeur Vfonds


Inhoudsopgave 3

Voorwoord

22 Verbinding door erfgoed

Sinds 1 december 2022 heeft Vfonds de regeling Houd je erfgoed levend. Verschillende initiatiefnemers laten zien wat de regeling voor hen betekent.

8

Voorwaarden van vrede

Historicus Beatrice de Graaf legt uit onder welke omstandigheden mensen in de geschiedenis langdurige vrede wisten te creëren.

28 Vrijheidsstrijders In een wereld waar vrijheid vaak als vanzelfsprekend wordt beschouwd, zijn er nog altijd moedige individuen, zoals Lalla Weiss, Geert-Jan Knoops en Ai Weiwei, die hun leven wijden aan het verdedigen van dit kostbare goed.

13 Herinneringen aan een vredesmissie Vier jonge Nederlandse militairen werden uitgezonden naar Libanon. 42 jaar later komen ze samen om herinneringen op te halen.

18 Ode aan de veteraan Op de Nederlandse Veteranendag wordt waardering getoond aan alle veteranen. Een ode aan zes van hen die vochten voor vrijheid en democratie.

4

36 Vrijheidsmaaltijden

Dat je samen rond de eettafel dichter bij elkaar komt vertellen Nelly Rosa en Jörgen Raymann.


66 Grensverleggende democratie Wat gebeurt er als we het niet met elkaar eens zijn en de gesprekken moeilijk worden? Wat zijn de ervaringen bij het Verzetsmuseum, Movies that matter, De Balie, Theater na de Dam en IDFA?

62 Debatteren doe je zo

Ontdek de kracht van debatteren door de ogen van deze jonge deelnemers.

44 Makers aan het woord

Wat is de impact van de projecten die Vfonds ondersteunt? De mensen achter De vergeten Twentse Lente, Nationale Herdenking 15 augustus 1945, het Veteranen Search Team en de tv-serie De Joodse Raad vertellen.

50 Wandelen met schrijver en econoom Marcia Luyten Democratie staat overal in de wereld onder druk, ook in Nederland. Hoe komt dat eigenlijk en wat kunnen we daar­ aan doen? Een wandeling over de waarde van democratie.

74 Afscheid en welkom Vfonds neemt afscheid van de raad van bestuur en heet een nieuwe directie welkom. Een gesprek met de nieuwe directeur Marieke van Schijndel en de vorige bestuurs­ leden Lisette Mattaar, Matthieu Borsboom en John Bakker.

35 55 61 80 82

En verder: Daria Svedova over democratie Sophia Biermann over democratie Cartoon van Ruben L. Oppenheimer Lees-, luister- en kijktips Gedicht van Micha Hamel

colofon Vmagazine 2024 is een uitgave van Vfonds.

Vfonds bedankt iedereen voor hun medewerking en bijdragen.

Heb je naar aanleiding van dit magazine een vraag over Vfonds, een van onze regelingen of de mogelijkheden om Vfonds te steunen? Stel je vraag via info@vfonds.nl. Projectleiding Petra Orthel

Redactie Renee Middendorp, Koos de Wilt, Emma Scheuer Ontwerp Thonik

Druk Libertas Pascal Utrecht

Cover foto Gao Yuan, Ai Weiwei (2012),

Courtesy of the artist and Ai Weiwei Studio

56 De mond gesnoerd

at vrijheid van meningsuiting niet overal D en te allen tijde vanzelfsprekend is, vertellen journalist Jan Eikelboom, schrijver Lisa Weeda, Hugo de Groot en Anton de Kom. 5

Dankzij de deelnemers van de Nationale Postcode Loterij, de Vriendenloterij en de Nederlands Loterij kan Vfonds jaarlijks ruim 200 projecten mede mogelijk maken.


Soort artikel | Titel

6


Soort artikel | Titel

Vrede Het fundament van samenleven Dit deel onderzoekt de essentiële bouwsteen van elke samenleving: vrede. Vrede lijkt niet langer ver weg, omdat de media ons dagelijks confronteert met de gevolgen van conflicten in het Midden-Oosten en Oekraïne. Ook ‘vergeten’ oorlogen in bijvoorbeeld Jemen en Zuid-Sudan, evenals de voortdurende strijd in landen als Afghanistan en Syrië, dienen als krachtige herinneringen dat vrede geen vanzelfsprekendheid is. Historisch gezien is het zelfs eerder een uitzondering dan de regel.

Welke cruciale lessen biedt de geschiedenis ons over de noodzakelijke voorwaarden voor vrede? En waarom gaat het vaak toch mis? Deze vragen worden onderzocht in een interview met historicus Beatrice de Graaf. Veteranen delen ook hun ervaringen, waarbij ze benadrukken dat vrijheid niet zonder offers komt en soms een hoge prijs vereist. 7


Soort artikel | Titel

8


Interview | Tijden zonder oorlog

Professor en historicus Beatrice de Graaf over de voorwaarden van vrede

Tijden zonder oorlog

9

“Voor vrede heb je drie dingen nodig: papier, steen en bajonetten.”


Interview | Tijden zonder oorlog

Het is in de geschiedenis zeker niet altijd zo geweest dat vrede de normale staat van de mens is, zo vertelt professor Beatrice de Graaf. Vrede is iets wat mensen alleen met papier, stenen en bajonetten wisten te bestendigen, aldus de historicus. Interview Koos de Wilt | Fotografie Friso Keuris

Waar hebben we het eigenlijk over als we het gaat over vrede? ‘De meest nauwe definitie ervan is de afwezig­ heid van oorlog en de meest brede is dat je als samen­ leving met elkaar in balans bent’, zegt de kunstcriticus op haar werkkamer van de Universiteit van Utrecht in het hart van de stad. ‘Het gaat in het laatste geval over vrede tussen groepen mensen en over zoiets als bestaans­ zekerheid. Een andere manier om de vraag over vrede te beantwoorden is: waarom gaan we er eigenlijk vanuit dat vrede de normale toestand is, terwijl dat in de geschie­ denis eigenlijk bijna nooit zo is geweest? In de tijd van de jagers en verzamelaars was het menselijke lot eigenlijk eerder ‘solitary, poor, nasty, brutish, and short’, om het met de grote filosoof van veiligheid uit te drukken, Thomas Hobbes. Pas in de loop van de zeventiende eeuw zijn we gaan denken dat vrede eigenlijk normaal zou moeten zijn, zoals dat voor het eerst officieel in de Slotakte van de Vrede van Westfalen in 1648 werd vastgelegd. Dat was de tijd dat Europa na grote oorlogen opnieuw werd ingedeeld en dat met als doel om geen oorlog meer te hebben. Die vrede werd toen inderdaad geconsolideerd. Er vonden nog steeds veldslagen en (zee-)oorlogen plaats, maar een echte ‘wereldoorlog’ vond pas weer plaats met de Revolutionaire en Napole­ ontische oorlogen van 1792-1815, zo’n 150 jaar later.’ Verlichte ideeën over vrede Waarom ging men in de zeventiende eeuw dan anders denken over vrede? De Graaf: ‘Men vond vanaf dat mo­ ment dat het niet hoorde. De verschrikkelijke, religieuze

oorlogen moesten tot het verleden behoren, dat gold niet meer als ‘verlicht’. Vanaf die tijd tot aan de Franse Revolutie van 1789 was de gedachte dat de mens zelf verantwoordelijk moest zijn voor de samenleving. Met deze opkomst van de Verlichting zag men oorlogen niet meer als iets van God gegeven, maar iets waar we zelf voor verantwoordelijk waren. Mensen gingen zich meer bezighouden met recht, zoals hier in Nederland met Hugo de Groot. De verlichtingsfilosoof Immanuel Kant schreef in 1795 een kort geschrift Zum ewigen Frieden. In plaats van dat de wereld in een voortdurende staat van anarchie was waar we alleen maar konden vertrou­ wen op God, verschoof dat naar het idee dat wij als mensen zelf verantwoordelijk werden voor het vormen van internationaal en positief recht. Positief recht werd dat genoemd, dus door mensen gemaakt en geschapen recht, en niet alleen het recht van de natuur. Dat recht hoorde bij beschaafde, weldenkende mensen en het is voor die mensen niet rationeel om oorlog te voeren. Die notie keerde in verschillende verdragen terug. In maart 1815 concludeerden de Geallieerde Mogendheden zelfs in een verdrag dat een oorlogszuchtig tiran als Napoleon zich met zijn oorlogen structureel ‘buiten de beschaving had geplaatst’. Napoleon zelf had weinig problemen met oorlog voeren. In de lijn van Lodewijk XIV vond hij dat het hoorde bij de grandeur van Frankrijk om ten strijde te trekken, ook al lieten daar vijf miljoen mensen het leven bij. Dat is relatief meer mensen dan er stierven tijdens de Eerste Wereldoorlog. Napoleon spiegelde zich aan Alexander de Grote, Romeinse veldheren en Lodewijk XIV.

“Pas in de loop van de zeventiende eeuw zijn we gaan denken dat vrede eigenlijk normaal zou moeten zijn.” 10


Interview | Tijden zonder oorlog

“Met deze opkomst van de Verlichting zag men oorlogen niet meer als iets van God gegeven, maar iets waar we zelf voor verantwoordelijk waren.” Interessant genoeg is die nieuwe, ‘verlichte’ opvatting over oorlog iets dat zich snel uitbreidde. De Akte van Westfalen was niet door Spanje en Engeland onderte­ kend. Maar alle Europese staten vonden dat ze zich aan dit ‘universele recht’ zouden moeten houden. En hoe zit het met de Vrede van Versailles van 1918, het verdrag dat is gesloten bij het einde van de Eerste Wereldoorlog, een volgend vredesverdrag waarbij veel landen waren betrokken? De Graaf: ‘Dit verdrag is een hybride constructie. Enerzijds zaten er idealistische punten in het verdrag, zoals het zelfbeschikkingsrecht voor kleinere Europese landen. Anderzijds viel men terug in oude, wraakzuchtige patronen. De Amerikaanse presi­ dent Woodrow Wilson heeft nog wel geprobeerd er een meer uitgebalanceerd, minder wraakzuchtig verdrag van te maken, maar met name Frankrijk wilde wraak. Zowel in Frankrijk, België en in Engeland vond men dat Duistland gestraft moest worden voor de verbrande aarde tactiek van de Duitsers. Het verdrag van Versailles werd daar­ door meer een strafexpeditie richting Duistland. Pas met het VN-verdrag van 1948, na de Tweede Wereldoorlog, veranderde dat weer. Het ging toen niet om een verdrag over staten, maar over individuen. En wraak werd uitbe­ steed aan nieuw internationaal oorlogsrecht, en aan de tribunalen van Neurenberg.’ Oorlog in Oekraïne En hoe zit het met de recentere geschiedenis? De Graaf: ‘In 1990 werd op vreedzame wijze de Koude Oorlog beëindigd. De ondertekenaars van de zogeheten Twee-plus- Vier-verdrag over het einde van de Duitse deling, van 12 september 1990, waren van mening dat goede afspraken hadden gemaakt tussen zowel West- en Oost-Europa en tussen Rusland en Amerika. Maar niemand kon voorzien wat de impact was van het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Het idee was lange tijd dat Rusland op eenzelfde manier zou democratiseren, zoals Tsjechië en Slowakije waren voorgegaan. Het was een ongelofelijk hoopgevend moment in de geschiede­ nis waarbij er werd gedacht dat vrijheid en democratie zouden zegenvieren. Dat bleek naïef te zijn.’

11

Hoe moeten we met deze nieuwe inzichten kijken naar de oorlog in Oekraïne? ‘Het is niet de oorlog die men had verwacht, niet de nucleaire Derde Wereldoorlog. Het is een oorlog zoals die in de negentiende eeuw werden uitgevochten, zoals de Krimoorlog van 1856. We weten niet goed hoe we om moeten gaan met een land dat zich gedraagt als twee eeuwen geleden en waarvoor men­ senrechten niets betekenen. Het probleem van Rusland is dat er geen sprake is van wat wij een civil society noe­ men, een middenstand die opkomt voor de normen en waarden die passen bij een rechtsstaat. In Rusland heb je de kleine elite en de rest, er is niemand die in opstand komt, en voor de burgerlijke waarden van het internatio­ nale recht en de mensenrechten wil opkomen. Pogingen daartoe zijn geëindigd in bloedvergieten en gevangenis­ straf voor demonstranten. Ik geloof ook niet dat dat op wonderlijke wijze ineens wel zal gaan gebeuren. Het cruciale probleem is dat Rusland een atoombom heeft, dat maakt de situatie echt anders.’ Ondertussen hebben we ook gemerkt dat onze liberale en democratische rechtstatelijke vorm niet overal in de wereld gewenst is. De Graaf: ‘Dat klopt. We hebben Rusland dat aan landjepik doet zoals in vorige eeuwen en je hebt succesvolle autocraten die zich democratieën noemen, maar ondertussen de rechtsstaat hebben afgeschaft. Het Westen heeft in de afgelopen decennia met onze War on Terror ook geleerd dat niet iedereen zit te wachten op onze ideeën over vrijheid en democratie. In sommige landen hebben ze zelfs liever een sharia­ staat, zoals in Iran, Afghanistan, maar ook in Nigeria of Pakistan.’ Hoe kun je zorgen dat onze kwetsbare democratie zich niet met democratische middelen om zeep laat brengen? De Graaf: ‘Ik was kortgeleden bij een conferentie in Leipzig waar veel Duitse historici bijeenkwamen. De meesten daar vonden dat je je krachtig moet weren tegen ondemocratische krachten zoals de radicaal rechtse partij AFD. Ik hoorde er een aansprekend gezegde ‘Als je gaat vechten met een varken, vindt het varken het leuk, maar word jij vies.’


Interview | Tijden zonder oorlog

“De oorlog in Oekraïne is er een zoals die in de negentiende eeuw werden uitgevochten, zoals de Krimoorlog van 1856.”

Vrede is er niet vanzelf Maar wat moeten we nu dan doen om voor onze rechts­ staat op te komen? De Graaf: ‘Er wordt in het Westen tegenwoordig steeds meer gesproken over zaken als strategische autonomie en geopolitiek. We moeten weer zelf tanks en oorlogsschepen gaan aanschaffen. Voor een deel is dat ook zo. We waren naïef met het afschaffen van de inlichtingendienst, de dienstplicht en onze wapens, we waren vergeten dat het papieren huis van verdragen geschoeid moet zijn op bajonetten. Je moest een beschaafde vrede nastreven en die moet je bestendigen. Dat hebben ze na Napoleon gedaan door de legers niet naar huis te laten gaan, maar door ze daar te houden zodat er vier jaar lang een gelegenheid was dat Europa kon worden gepacificeerd. Er kwam dus niet gelijk weer een volgende oorlog, maar er werd eerst gezorgd dat de vrede zich kon bestendigen. Met eerlijke reparatiebetalingen, met een ‘debonapartisering’ van Frankijk, met het teruggeven van roofkunst etc. Mijn boek Tegen de terreur gaat daarover. Vrede is niet alleen de afwezigheid van oorlog, het is een actieve invulling met behulp van papier, bajonetten en steen. Het gaat dus om recht en verdragen, om militaire macht en het vestigen van bouwwerken van vrede waarbij je mensen moet omscholen, berechtingen mogelijk maakt en de economie opbouwt. Dat deed de Geallieerde Raad van

Het Midden-Oosten lijkt in de geschiedenis van duizenden jaren altijd een plek te zijn geweest van oorlog en geweld. Zijn er tijden geweest dat het er vredig was en wat kunnen we daarvan leren? De Graaf: ‘Dit conflict is zo complex, ik kijk ernaar, en zie één groot, wicked problem. Dat is een probleem waarvan het begin van de oplossing ook meteen weer een verergering van het probleem kan opleveren. Nog nooit in mijn carrière van bestudering van terrorisme, oorlog en conflict heb

12

Wellington in 1815 en dat zijn we vergeten te doen toen we, met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, dachten dat iedereen vanzelf zou toetreden tot de democrati­ sche rechtsstaten. Vrede en democratie zijn er niet als vanzelf. Ik was dertien toen de muur viel en ik weet nog goed dat we het opvatten als een wonder. Veel mensen in de DDR, maar ook in Nederland dankten God dat de revolutie vredig was verlopen. Het had ook zomaar an­ ders kunnen lopen, want zo werkt de geschiedenis. Het ligt soms aan een generaal of een politicus waardoor de geschiedenis kantelt. En daarbij is soms wat empathie nodig zoals die klinkt in het liedje The Russians als Sting zingt: ‘I hope the Russians love their children too.’ Daar heb je opvoeding voor nodig waarbij je de menselijke aard en natuur onder controle houdt.’ Wat betekent dat in onze opstelling in het Oekraïense conflict? ‘Natuurlijk treedt er verruwing op in de oorlog, maar ik denk dat het belangrijk is dat we Oekraïne moeten helpen dat de regering en de troepen daar vasthoudt aan hun waarden. Dat ze geen strategie van verschroeide aarde ten uitvoer gaan leggen, dat ze hun krijgsgevangen met respect behandelen, dat ze hun eigen beschaving niet overboord gooien en dat er gewerkt wordt om de corruptie tegen te gaan in eigen land. Dat is wat Rusland allemaal nalaat. Dat is wat we kunnen leren van de geschiedenis.’

ik zoveel emotie gezien bij mensen, collega’s, op straat, en ook bij mezelf. Ik heb er buikpijn van. Tegelijk zijn er wel stemmen die reflectie bieden, in Nederland is dat Bart Wallet, die liet laatst heel goed zien hoe diep en gelaagd de breuklijnen van dit conflict zijn; volgens Wallet is het een kwestie die al meer dan tweeduizend jaar oud is. Pas als je dat beseft, en erkent, kun je gaan nadenken over een oplossing. En hoe moeilijk het ook is, we moeten toch blijven zoeken naar hoop, zoals Rabin en Sadat dat

deden, en Clinton. Maar welke stap dat moet zijn, weet ik nu ook niet, het spijt me. Ik vind ook dat mensen veel te snel met meningen en beweringen komen in dit conflict. Ik mag dan expert conflict en terrorisme zijn, maar ik ben geen MiddenOosten of Israël-kenner, en het is gewoon te complex. Een staakt-het-vuren lijkt me tactisch een goede stap. Maar wat er dan strategisch op moet volgen? Laten we anders eerst maar eens proberen hier de vrede te bewaren.’


Verslag | In gesprek met veteranen

In gesprek met veteranen Herinneringen aan een vredesmissie in Libanon “Alsof er niets veranderd is” Het was 1980, een periode waarin de Koude Oorlog haar schaduw wierp en spanningen in het MiddenOosten – ook toen al – toenamen. Vier jonge Nederlandse militairen werden uitgezonden naar Libanon als onderdeel van UNIFIL*. 42 jaar later komen ze samen om herinneringen op te halen tijdens een reünie van hun compagnie op de Johannes Postkazerne. Wat ze toen nog niet konden weten was dat nog geen maand later de situatie in het gebied opnieuw zou escaleren. Tekst Renee Middendorp Fotografie eigen beelden van geïnterviewden 13

Voorzitter van de reünievereniging Bert Kleine Schaars is tevreden over de opkomst. Van de 147 die destijds hebben deelgenomen zijn er 69 aanwezig. Er is onder andere een herdenking bij het UNIFIL-monument, en een toespraak van de compagniescommandant destijds, ka­ pitein Werner van den Berg. Dit wordt erg gewaardeerd; hij is speciaal uit Bali overgekomen. Maar vooral draait de dag om het delen van verhalen. Berry, Gerhard, Henry en Johan vertellen. De opkomst Henry was onderdeel van de eerste groep die in 1979 naar Libanon werd gestuurd. ‘Nederland moest weer een beetje aanzien krijgen in de wereld,’ merkt hij op. Voor hem en andere dienstplichtigen uit het noorden begon hun reis met een keuring in Assen. Johan, daarentegen, meldde zich vrijwillig aan. Hij was geïnspireerd door mensen in de Molukse wijk waar hij woonde, waar veel voormalige KNIL-soldaten en Korea-gangers waren. ‘Er gingen spannende verhalen rond over andere culturen en avonturen, ik wilde dat ook.’ De missie Vredesmissies als deze waren nieuw voor Nederland. Johan benadrukt de minimale voorbereiding: vier maanden militaire training, een NAVO-opleiding en een vrijwillige, korte film over Libanon. ‘Onze missie was om


Verslag | In gesprek met veteranen

“Je hoort zelden over de positieve kanten van vredesmissies. Ellende trekt de aandacht.”

vrede te bewaren en veiligheid te bieden aan de lokale bevolking. Maar de complexiteit van de missie werd pas op de grond duidelijk.’ Gerhard: ‘Zo wisten we wel dat er moslims waren, maar we leerden niets over het onderscheid tussen sjiieten en soennieten.’ Berry: ‘Je moest er echt een tijdje zitten om te begrijpen hoe het werkte. Maar dan moest je alweer weg en kwam er een nieuwe groep.’ Henry: ‘Ons werk bestond bijvoorbeeld uit het uitvoeren van sociale patrouilles en het regelen van medische hulp voor zieke kinderen. Maar al snel be­ seften we dat echte vrede daar moeilijk te bereiken was.’ Gerhard licht toe: ‘De Palestijnen waren verdreven uit Israël - en later ook uit Jordanië, waarna ze in Libanon in vluchtelingenkampen belandden. Daar ontstonden weer spanningen met de lokale bevolking.’ De compagnie was verdeeld over boven- en beneden­ posten. Johan zat samen met Berry in een van de bo­ venposten, het bezette gebied waar het Zuid-Libanese leger werd gesteund door Israël. Johan: ‘Boven moesten we zeggen dat Israël goed was, en beneden dat de moslims goed waren.’ Gerhard: ‘Wij hielden Palestijnen tegen die op gymschoentjes met Kalasjnikovs de grens over wilden steken en ondertussen vlogen de Israëliërs met straaljagers over. Toen was het evenwicht ook al niet 14

goed. Israël werd altijd een hand boven het hoofd ge­ houden. Terwijl, als er op UNIFIL-posten werd geschoten, waren het vaak de mannen van de door Israël gesteunde militie van majoor Haddad en niet Amal (in 1982 ontstaat er naast Amal ook het veel bekendere Hezbollah met de steun van Iran en Khomeini red.). Dat soort dingen uitspreken lag gevoelig. En in Nederland hadden ze geen idee wat we daar deden. Wij kwamen terug met hele andere verhalen.’ De terugblik Johan twijfelt of ze wel iets goeds hebben bereikt daar. Hij volgt het geregeld op Al Jazeera, dat hij gekscherend ‘het nieuws van de vijand’ noemt. Gerhard voegt toe: ‘Ik ben al zes keer terug geweest, en ik hoor van de mensen daar dat ze blij waren met de Nederlandse militairen. Maar de verhalen over onze missie richten zich vaak op het negatieve. Ellende trekt de aandacht. Johan vervolgt: ‘Het is lastig dat mensen in Nederland niet begrijpen wat ons werk inhield. Dus dan leg ik uit dat we een soort politieagenten waren.’ Henry: ‘Maar soms moesten we dingen doen die niet echt passen bij een vredesmissie. Wij hebben ook wel geschoten.’


Verslag | In gesprek met veteranen

De terugkomst Na zes maanden was de missie voorbij. Henry: ‘De jongens die nu uitgezonden worden mogen naar Kreta. Dat was bij ons niet zo.’ Berry herinnert zich: ‘Je stapt uit het vliegtuig op Schiphol en er is niets. Geen bloemen, geen ontvangstcomité. Ik moest een kwartje lenen om mijn ouders te bellen voor een lift. Je werd aan je lot overgelaten.’ De jaren 80 kenmerkte zich door hoge werkloosheid, vooral onder jonge mensen. Berry: ‘Ik heb een half jaar zoekend doorgebracht en kreeg toen via een uitzendbureau een baantje. Uiteindelijk rolde ik in de financiële administratie, waar ik nog steeds werk.’ Henry werd kort verband vrijwilliger bij Defensie, waar hij moest wennen aan de ‘8 tot 5-mentaliteit.’ Johan wist niet goed wat hij moest doen. ‘Aanmodderen, een beetje hoeren en snoeren.’ Uiteindelijk keerde hij terug naar ‘het oude bedje.’ Ook Gerhard is weer bij Defensie gaan werken. ‘Er was begrip onder collega’s, wat het gemakkelijker maakte om weer aan te passen aan het burgerleven. Je hebt een bepaalde band met mensen die vergelijkbare ervaringen hebben gehad.’ Dat is ook wat deze reünie zo bijzonder maakt: het gevoel dat er eigenlijk niets is veranderd. Johan: ‘Wanneer we elkaar zien, is het alsof we nooit gescheiden zijn geweest. Als we mensen horen klagen over hun vrijheid of over armoede, denken we 15

terug aan wat we hebben meegemaakt in Libanon. Dat dragen we ons hele leven met ons mee.’ Na de reünie Ten tijde van de reünie was het rustig in Zuid-Libanon. Gerhard had er onlangs nog rondgefietst. Toch waren de mannen zich ervan de bewust dat de situatie zo weer kon oplaaien. En toen werd het 7 oktober. Sinds de aan­ slagen van Hamas op Israël en de bombardementen op Gaza die daarop volgden staat de boel op scherp. Ook in het noorden laaide de strijd tussen Israël en Hezbol­ lah, dat vanuit Libanon opereert, weer op. ‘Elke avond als ik thuiskom zapp ik even langs Al Jazeera,’ vertelt Johan. ‘Het raakt me, ook als ik denk aan Zuid-Libanon, waar ze net alles een beetje op de rit hadden. En dat bijvoorbeeld Veteranen Voor Libanon (de stichting van Bert Kleine Schaars red.) belemmerd worden in hun goede werk daar.’ Gerhard: ‘Soms overweeg ik om het nieuws niet meer te volgen, want ik heb het al een keer gezien en het blijft gewoon vreselijk. De machteloosheid van 1980 herhaalt zich: onschuldige burgers die lijden onder een conflict waar ze niet om gevraagd hebben. De haat en nijd aan beide zijden zit zo diep. Maar het zijn de leiders die het verpesten voor de bevolking. Of dat nu die van Hezbollah, Hamas, Fatah of Israël zijn. Mijn gids


Verslag | In gesprek met veteranen

in Zuid-Libanon zei eens: we accepteren elkaar zoals we zijn, maar er hoeft maar iets te gebeuren en het esca­ leert omdat iedereen achter zijn eigen groepje aan loopt. En kritiek leveren is gevaarlijk.’ Johan: ‘Hoewel ik zelden over deze kwesties praat in mijn directe omgeving om discussies te vermijden, maak ik als vuilniswagenchauffeur regelmatig praatjes met mensen van diverse achtergronden, waaronder Arabieren. In die gesprekken zijn we het er vaak over eens dat 80 jaar geleden de Palestijnen en Israëliërs de handen ineen hadden moeten slaan om elkaar te helpen.’ Gerhard: ‘Israël heeft met deze manier van optreden bereikt dat veel mensen een hekel krijgen aan het land. Ik ben niet tegen Israël of de mensen daar; het gaat om het systeem dat in stand wordt gehouden. En nu zijn ze een hele groep aan het uitroeien. Dat heeft geen zin, want er staat gewoon weer een nieuwe leider op.’ Johan: Ik hoop nog steeds dat ze eens beseffen dat samenwerking en wederzijdse versterking mogelijk zijn. Ondanks onze verschillen zijn we allemaal mensen.’ Gerhard: ‘Het is net Nederland hoor. Gezinnen die televi­ siekijken, mensen met hun sores, hun ziektes, hun dromen. Dat wordt helemaal kapot gemaakt.’

16

*UNIFIL Nederland, als lid van zowel de VN als de NAVO, neemt deel aan vredesmissies als onderdeel van zijn internati­ onale verplichtingen en betrokkenheid bij vredeshand­ having en humanitaire inspanningen. De uitzending naar Zuid-Libanon in 1979 was de eerste grootschalige Nederlandse deelname aan een VN-vredesoperatie. Israël was in 1978 Zuid-Libanon binnengevallen om aanslagen van Palestijnse groeperingen te stoppen. Daarna werd de United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL) gevormd. Deze vredesmacht moest de aftocht van Israëlische troepen controleren, de rust en orde handhaven en de Libanese regering helpen bij het herstel van haar gezag. Ook nu is de VN-vredesmissie nog aanwezig in het land, maar zonder Nederlandse militairen. Wel neemt Nederland nog deel aan drie missies. Naast de inzet bij de LibaneesIsraëlische grens, helpen twaalf blauwhelmen bij het obser­ veren van de afgesproken bestandslijnen tussen Libanon, Syrië en Israël. Ook helpen Nederlandse militairen en politieagenten mee bij het professionaliseren van de veilig­ heidsdiensten, de Palestijnse politie en de rechtsstaat op de Westelijke Jordaanoever. Sinds de aanval van Hamas houdt Defensie vanuit Nederland de ontwikkelingen in en rond Israël scherp in de gaten. De militairen blijven actief samen­ werken met de autoriteiten aan beide zijden van de grens.


Soort artikel | Titel

“Je hebt een bepaalde band met mensen die vergelijkbare ervaringen hebben gehad.” 17


Portretten | Ode aan de veteraan

Ode aan de veteraan Een eerbetoon aan de veteranen die vochten voor vrijheid en democratie Ter ere van de Nederlandse Veteranendag heeft een grootschalige campagne honderden mensen door heel Nederland samengebracht om hun waardering te uiten voor de veteranen in hun omgeving. Vfonds heeft de eerste 200 eerbetuigingen vereeuwigd met persoonlijke standbeeldjes voor deze helden, om hun bijdragen letterlijk en figuurlijk aan het voetlicht te brengen. Dit artikel belicht de inspirerende verhalen van zes van hen. Tekst Renee Middendorp | Foto’s Manon van der Zwaal Danny in ‘t Veld

“Oorlog begint bij verdeeldheid” Acht jaar was Danny militair bij de Prinses Irene Gardefusiliers 17e pantserinfan­ teriebataljon. Als onderdeel van de Stabilisation Force werd hij in 1998 uitge­ zonden naar Bosnië. Een ervaring die een grote stempel drukte op zijn verdere leven. Spijt dat hij op uitzending is geweest heeft hij niet. ‘Voor mijn gevoel heb ik kunnen bijdragen aan vrede en vrijheid voor anderen. Ik heb erge dingen gezien tijdens mijn uitzending. Ik vind het daarom erg om te zien dat mensen al ruzie krij­ gen omdat ze het niet eens zijn met elkaar. Daar begint oorlog; bij verdeeldheid. Vrijheid is niet vanzelfsprekend. Ik ben niet de enige die dat zegt. We moeten daar echt voor blijven vechten. Niet in oorlog, maar door vanuit ons zelf blijven werken.’ Danny werkt momenteel met mensen met een verstandelijke beperking. Van hen kunnen we veel leren, vind hij. Op de afgelopen Nederlandse Veteranen­ dag bestierden ze de horeca op het Malieveld. ‘Ik geef deze mensen de vrijheid en de waardering dat ze erbij horen en ook betekenisvol werk kunnen doen. Ik hoop dat de bezoekers hebben gezien hoe hard ze werken en hoe goed ze mee­ doen in de maatschappij. En hoe ontzettend trots ze zijn op alle veteranen.’ 18


Portretten | Ode aan de veteraan Junny Brejita

“Vrijheid begint bij jezelf” Zijn echte naam is Montgomery, vernoemd naar de Britse generaal uit de Tweede Wereldoorlog. Toen de dienstplicht van Junny Brejita (1976) op Curaçao niet verlengd werd, besloot hij 22 jaar geleden naar Nederland te vertrekken om de opleiding van het Korps Mariniers te volgen. Voor hem was het een persoonlijke test om te ontdekken hoe sterk hij was als persoon. Nu draagt hij de ervaring als een rugzak met zich mee en zet hij zijn positiviteit en kracht in voor anderen. Hoewel hij vooral de hoogtepunten koestert ging de missie naar Irak in 2003 hem niet in de koude kleren zitten. ‘Toen ik terugkwam had ik last van slaapproblemen en woede-uitbarstingen. Na tien jaar ben ik eindelijk naar een psycholoog gegaan om dit op te lossen.’ Na elf jaar fulltime gediend te hebben verliet Junny in 2008 Defensie. ‘Ik had alles gezien en gedaan en belangrijke waardes als discipline en doorzettingsvermogen geleerd, maar op een gegeven moment was het genoeg geweest.’ Nadat een collega hem vergeleek met “een Ferrari in de bebouwde kom” besefte hij dat hij op volle toeren wilde draaien. ‘Als personal trainer krijg ik nu veel energie van anderen begeleiden en hen wat van mijn eigen waarden meegeven. Als je zelf wat bereikt hebt, moet je ook bereid zijn om anderen te helpen.’ Naar een podium of waardering zocht hij nooit. Wel is hij altijd bereid zijn verhaal te vertellen, puur en eerlijk, en zet hij zich in om anderen in de schijnwerpers te zetten via social media. ‘Ik verwacht niets terug als ik iemand help, soms komt de waardering via een heel ander persoon weer terug. Zo zie ik het leven.’

Nico Bobeldijk

“Alle kleine bijdragen helpen” Zijn ruim dertigjarige carrière als militair heeft Nico Bobeldijk (1959) veel uitdagende momenten en voldoening gebracht. Hij moest verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf en anderen, en zijn functie bracht soms moeilijke ethische beslissingen met zich mee. Nu is hij actief betrokken bij de veteranengemeenschap. ‘Ik vind het belangrijk dat de maatschappij meer bewust wordt van het werk dat militairen verrichten en de waarde van hun missies.’ Dat heeft veel meer met onze vrede, vrijheid en veiligheid hier te maken dan velen denken.’ Voor Nico begint alles bij het besef van vrijheid. ‘Soms vergeten we hoe het is om niet vrij te zijn. Ik vergelijk Nederland vaak met de landen waar ik op missie was en benadruk dat we moeten investeren om ons land mooi te houden.’ Nico meent dat hier ook een verantwoordelijk­ heid ligt bij de overheid en media om het publiek beter te informeren over het hoe en waarom van militaire missies, zodat er meer draagvlak ontstaat voor defensie. Sinds zijn FLO zet Nico zijn ervaringen in als Veteraan voor de Klas bij het Veteraneninstituut, waar hij persoonlijke casussen koppelt aan dilemmatrainingen. ‘Ik heb mijn werk gedaan, ik heb geen invloed meer op wat er alle­ maal gebeurt in het buitenland. De enige invloed die ik heb is hier, bij die schoolkinderen. Het is nu aan hen, zij hebben de toekomst.’ Nico is ervan overtuigd dat alle kleine beetjes helpen en je ook vanuit een niet-militaire rol kan bijdragen aan een vreedzame samenleving. De verantwoordelijkheid ligt bij ons allemaal: in de media, de politiek, op het schoolplein.’

19


Portretten | Ode aan de veteraan Soraya van Weereld

“Ik heb op mijn manier bijgedragen” Het was bij de Luchtmacht waar Soraya een veilig thuis vond en haar roeping als militair ontdekte. Gaandeweg kreeg haar levensles meer vorm en deelt ze deze graag met anderen: ‘Begin bij jezelf, neem je verantwoordelijk­ heid, sta open voor andere perspectieven en bepaal je eigen koers.’

Ronald Wentink

“Oorlog is niet ver weg” Na een lange strijd voor gerechtigheid en persoonlijk herstel voelt Bosnië-veteraan Ronald Wentink (1974) zich sterk. ‘Nu kan ik er ook zijn voor anderen, als ervaringsdeskundige.’ Samen met twee kameraden runt Ronald het Veteranencafé in Gorinchem, een plek die een belangrijke rol heeft gespeeld in zijn eigen herstelproces. ‘Het zien van mensen die worstelen in een vergelijkbare situatie stelt me in staat om veel te delen en serieus genomen te worden als lotgenoot. Maar Ronald doet meer.’ Samen met Luchtmobiel, de brigade waar hij ooit als 19-jarige begon, hebben zij een draagploeg operationeel gemaakt speciaal voor uitvaarten van overleden oud-collega’s. Hij begeleidt ook Open Joodse Huizen dag in zijn woonplaats samen met andere veteranen. Daarnaast geeft hij gastlessen op basisscholen over het belang van herdenken en de inzet van veteranen. ‘Ik voel me een andere veteraan dan 20 jaar geleden. We voelen eindelijk erkenning en trots, in plaats van dat we een schuldenlast meedragen.’ In 1995 maakte Ronald als uitgezonden militair het Srebrenica-drama mee. Belangrijk voor zijn heling waren de excuses die de regering in 2022 heeft aangeboden aan de slachtoffers van de genocide, en aan de Dutchbat III veteranen. Ronald heeft hier met een aantal oudcollega’s jarenlang voor gestreden. ‘De energie die daarin zat maakt nu ruimte voor positieve dingen. Dit jaar liep ik voor het eerst mee in het Veteranendefilé en durfde ik eindelijk mijn medailles te dragen.’ Zijn reis naar Bosnië volgend jaar zal een symbolische afsluiting zijn van een lange weg. 20

De toon van haar eigen koers werd al vroeg gezet. Tijdens haar tijd bij Defensie, met name haar uitzendin­ gen naar Italië in de late jaren 90, heeft Soraya veel over zichzelf, haar ambities en kracht geleerd. Ze ervoer de onschatbare kracht van kameraadschap. ‘De missies moesten gedraaid worden met elkaar, ongeacht je taak, functie of locatie. De band die dan opbouwt is uniek. Je maakt vriendschappen voor het leven.’ Haar persoon­ lijke ervaringen gebruikt ze nu als een krachtig instru­ ment in haar leven. ‘Wanneer je veel intentie geeft aan een bepaald gevoel, krijg je het terug. Deze denkwijze heeft me ook geïnspireerd om nationaal draagvlak te realiseren voor initiatieven zoals de Veteranenvlag en het Veteranenpak.’ Dankzij haar inspanningen zijn deze symbolen officieel erkend en dragen ze bij aan een grote­ re zichtbare erkenning en waardering voor veteranen. ‘Ik heb mijn taak volbracht en ben dankbaar voor wat ik doe. Ik verwacht geen oorkondes.’ Wel benadrukt ze dat het fijn is als ze op belangrijke momenten, waar zij een grote bijdrage aan heeft geleverd, word uitgenodigd of op de hoogte wordt gesteld. ‘Soms worden dingen opgemerkt omdat ik mijn mond opendoe. Dit geldt niet alleen voor mij, maar ook voor anderen. Geef erkenning aan wie het verdient. Daarom denk ik: ik kan een eerbetoon brengen aan een veteraan, maar ook aan de niet-militairen die ervoor zorgen dat wij erkenning krijgen voor wie we zijn en wat we hebben gedaan.’


Portretten | Ode aan de veteraan

Thamara Batenburg

“Vrede en vrijheid vallen niet zomaar uit de lucht” Als jonge militair is Thamara Batenburg (1977) op uitzen­ ding geweest naar Sarajevo en Kosovo. Naast spanning en avontuur bracht het haar zingeving. ‘In mijn core zit de primaire overtuiging dat iedereen recht op kwaliteit van leven heeft. De zingeving door te ontdekken waar je talenten liggen kan bij iedereen aangewakkerd worden.’ Na ruim 20 jaar kreeg haar uitzendervaring wederom vorm en betekenis. ‘Ik dacht dat ik een groot deel had afgesloten, als een soort Netflix-film. Na mijn missie is ieder zijn eigen weg gegaan, en ik had geen militairen in mijn omgeving. Door het zwijgen te doorbreken besef­ te ik dat het makkelijker is om met de rode knop om te gaan wanneer deze zich door zintuigen en herinneringen openbaart. Dat ervaarde ik toen ik na zoveel jaren weer met veteranen in aanraking kwam; ik voelde me direct thuis. Veteranen onderling hebben vaak aan drie woor­ den genoeg en delen veelal hetzelfde morele kompas.’ Ook een terugkeerreis naar het voormalig missiegebied heeft diepe indruk gemaakt. ‘Ik besefte dat we echt hadden bijgedragen aan de wederopbouw van de stad.’ Thamara gelooft in de kracht van storytelling om thema’s als vrijheid en oorlog tastbaar en begrijpelijk te maken. ‘Militairen zijn geen machines, maar individuen die zich inzetten voor vrede en vrijheid voor een onbekende in een vreemd land. Hun ervaringen kunnen grote thema’s als oorlog en vrijheid tastbaar maken.’ Daarom is ook zij al ruim 7 jaar gastspreker. ‘De anekdotes die ik deel komen uit mijn kwetsbaarheid, maar juist daarom vertel ik ze. Zodat iedereen het kan voelen, begrijpen en bij de dialoog betrokken kan worden. Pesten en uitsluiting zie ik ook als vormen van oorlog. Ik hoop kinderen te doen laten beseffen hoe dit anderen kan raken. Je hebt altijd een keuze tussen goed en kwaad. Als je de reis naar bin­ nen durft te maken, onderzoekt waar je talenten liggen; dan kun je van daaruit zingeving vinden. Dan besef je het belang van eenheid en samenwerking voor een sterke en gezonde samenleving. Het is een taak van volwassenen om dat aan onze jeugd mee te geven in duidelijke taal, daad en woord!’ 21


Reportage | Immaterieel erfgoed

Verbinding door erfgoed Sinds 1 december 2022 heeft Vfonds een (tijdelijke) regeling: Houd je erfgoed levend. Met als doel het levend erfgoed van Indische, Molukse, Peranakan en Papoeagemeenschappen in Nederland te behouden voor toekomstige generaties. Verschillende initiatiefnemers laten zien wat de regeling voor hen betekent. Tekst Renee Middendorp

Veel culturen zijn rijk aan immaterieel cultu­ rele tradities waarbij kennis vaak mondeling wordt overgedragen. Zoals ceremonies, sociale tradities, eetgewoonten, symboliek of een bijzonder ambacht. ‘Immaterieel erfgoed is levend erfgoed,’ licht Dunja Colman, programmamaker van de regeling, toe. ‘Het verandert mee met de tijd, het is dus cultuur van nu. En het wordt door­ gegeven aan volgende generaties. Vaak mondeling, en dat maakt het kwetsbaar voor verlies. Het zichtbaar maken en doorgeven van dit erfgoed is dan ook van onschatbare waarde. Door het te beoefenen, te ontwikke­ len en er kennis over uit te dragen.’ De regeling wordt mogelijk gemaakt door het Ministerie van VWS, vanuit de gel­

22

den voor Collectieve erkenning van de Nederlandse overheid van de Indische, Molukse, Chinees-Indonesische en Papoea gemeenschappen in Nederland. Er zijn al veel inspirerende projecten ingediend bij Vfonds, aldus Dunja. Deze zijn op de website te vinden. ‘Het Indisch, Moluks, Peranakan en Papoea immaterieel erfgoed is zo rijk aan voorbeelden door de enorme variatie aan tradities, culturen, mensen en achtergron­ den die ermee verbonden zijn. We willen dan ook dat zoveel mogelijk verschillende doelgroepen met een link met voormalig Nederlands-Indië zich in de regeling her­ kennen. Dit doen we onder andere via de campagne. Ook de Papoea gemeenschap­ pen en mensen met Peranakan roots weten ons steeds beter te vinden. Wij hopen dat

iedereen die met een goed idee rondloopt deze kans grijpt en aan aanvraag indient. Om zo meer mensen de kans te geven hun erfgoed levend te houden, te beoefenen en door te geven. Daarom is het vanaf septem­ ber 2023 ook mogelijk om een aanvraag te doen als particulier, dus als je geen stichting hebt of zzp’er bent. Hierbij licht je jouw pro­ ject toe in een (live) gesprek.’ Particulieren kunnen nog via live gesprekken aanvragen tot en met eind juni 2024. Daarna stopt deze regeling. Voor stichtingen, verenigingen en zzp’er is er in 2024 nog één ronde. De dead­ line is 18 maart 2024. Voor meer informatie over het doen van een aanvraag: www.houdjeerfgoedlevend.nl


Reportage | Immaterieel erfgoed

Verbinding tussen generaties

crew tijdens opnames voor de aflevering ‘de Molukse dans’

Moesson, hét Indisch maandblad, is een grote speler in Nederland als het gaat om het behouden en verspreiden van Indisch en Moluks immaterieel erfgoed. Hoofdredacteur Vivian Boon: ‘Moesson overleeft op basis van abonnees en eigen inzet; slechts één keer ontvingen we subsidie, voor de digitalisering van ons archief. Ons voortbestaan is dus niet afhankelijk van subsidies. Deze regeling opent nieuwe mogelijkheden om ons op andere terreinen te begeven. Met ons project Op zoek naar antwoorden spelen we in op de behoefte en nieuwgierigheid van jongeren die hun Indische en Molukse identiteit en erfgoed willen ontdekken. We presenteren hun zoektocht in 7 videoreportages. Een voorbeeld is een jongen die Molukse dans beoefent en op zoek is naar de diepere betekenis ervan: wat draagt hij mee in de dans en wat geeft hij ermee door? Om de verhalen uit te lichten en aan te vullen publiceren we een speciale editie van Moesson. Ik denk dat de regeling een zegen is voor iedereen die een initiatief wil opzetten, maar de middelen mist om te starten. Mijn wens is dat dit geen kortstondige opleving is, maar dat bestaande culturele tradities de erkenning krijgen die ze verdienen en duurzaam worden bewaard en doorgegeven. Net zoals Moesson dat al 68 jaar doet.’

Culinaire verbinding Iedereen die Moesson leest weet dat eten een terug­ kerend item is in het blad. Dat is niet gek, volgens foto­ graaf en foodstylist Georgine Kwa. ‘Eten is van alle tijden en dat geldt ook voor de Indische eetcultuur. Zonder twijfel is het een ankerpunt voor onze Indische identiteit.’ Via de zzp-regeling ontving Georgine steun voor haar fotodocumentaire-project De Indische smaakreis. ‘Het was precies wat ik nodig had om mijn idee uit te werken. Iedere maand komt er wel een prachtig Ind(ones) isch kookboek uit, maar er is nog geen boek over de evolutie van de Indische keuken in Nederland sinds de Repatriëring. Ik wil deze ontwikkelingen vastleggen en onderzoeken wat de bijdrage was aan de popularisering van de Indische keuken in Nederland. Aan de hand daarvan kunnen we deels onze geschiedenis vastleggen voor toekomstige generaties. Een interessante vraag is bijvoorbeeld of we wel kunnen spreken van dé Indische keuken.’ Volgens haar fungeert de Indische keuken ook als een voertuig voor nieuwe ontwikkelingen. ‘De jongere generatie geeft er weer een nieuwe twist aan en heeft dus zeggenschap over het culinair erfgoed waarmee zij zich verbonden voelen.’

23


Reportage | Immaterieel erfgoed

Zeggenschap Het project Menyala - de buitengewone geschiedenis van de Molukkers in Drenthe van het Drents Museum illustreert het belang van zeggenschap over het eigen erfgoed. Programmamaker Jonathan van der Meulen: ‘Voor ons als museum was het essentieel om mét de gemeenschap te werken en naar hen te luisteren, in plaats van enkel óver hen te spreken.’ Dit is ook een voorwaarde binnen de subsidieregeling. Jonge Molukse Nederlanders speelden daarom een centrale rol in het creëren van het programma; niet alleen de tentoonstel­ ling maar ook tal van randactiviteiten en de communica­ tie. ‘We hebben hiermee een divers beeld kunnen geven van de Molukse geschiedenis en cultuur in Drenthe. Een geschiedenis die niet eindigde in de jaren 80, maar door­ gaat in het heden en ook gaat over de derde en vierde generatie Molukkers. ‘Het zijn de verhalen en perspec­ tieven die het erfgoed echt tot leven brengen. Jongeren hebben behoefte naar kennis over hun geschiedenis 24

en zijn bezig met nieuwe vormen van immaterieel erfgoed, zoals spoken word, muziek, vliegers maken en dj’en, om dit eigen te maken en voort te zetten.’ Rachelle is een van die werkgroepleden. Het project heeft diepgaand op haar ingewerkt, vertelt ze. ‘Met name het verhaal van mijn voorouders, maar ook dat van andere Molukkers en niet-Molukkers in de gemeenschap, raakten mij tot in het diepste van mijn ziel. Verhalen over de boottocht naar Nederland met een bevalling onderweg, een grote brand in het kamp, (soms dodelijke) ongelukken, (kinder)ziektes, het plotselinge ontslag, het toch weer moeten werken en dan verplicht een gedeelte aan de staat afdragen... Mijn opa heeft nooit zijn familie of eiland teruggezien. Het opende ook mijn ogen voor het verschil met de Molukkers die daar zijn gebleven.’ De fysieke tentoonstelling is afgelopen, maar er wordt gewerkt aan een virtuele tour en samenwerking met musea op de Molukken.


Reportage | Immaterieel erfgoed

Samen beleven en delen In de Arnhemse wijk Malburgen staat het project Route Malburgen 2023 symbool voor de kracht van gemeenschappelijke ervaring van immaterieel erfgoed. Bewoners met Indische en Molukse wortels maken samen met theatermaker Elise Doll en Bureau Ruimtekoers een levendige erfgoedroute met podcastverhalen die door iedereen gelopen en beluisterd kan worden. Projectleider Florien Rauws: ‘Dankzij de steun van Vfonds kunnen we voortbouwen op het succes van de eerdere route in 2022. Belangrijk, want we zien weliswaar dat het Indisch en Moluks erfgoed door generaties heen en op verschillende plekken in leven wordt gehouden en bloeit. Maar, leden van deze gemeenschappen voelen zich vaak niet gezien door hun buurtgenoten. We hopen dus dat de rijke Indische en Molukse geschiedenis en de bijbehorende tradities niet alleen worden bewaard, maar ook zichtbaar worden in de leefomgeving en worden gedeeld en beleefd in de wijk, Met Route Malburgen als de eerste stap.’

Gedragen verhalen Een andere manier om de geschiedenis vast te leggen en door te geven is het schrijven van historische romans, zoals Dido Michielsen al jaren doet. Met batik-onderzoeker Sabine doet ze nu onderzoek naar de betekenis van de witte kebaya: een blouse die werd gedragen op de sarong of kain. Hoewel de kebaya genomineerd is voor de Inventaris Immaterieel erfgoed van UNESCO, is er weinig onderzoek naar gedaan. Dido: ‘Het spreekt minder tot de verbeelding dan de kleurrijke batiks en sarongs. Maar in werkelijkheid draagt deze ogenschijnlijk bescheiden kleding het verhaal van een koloniale geschiedenis met zich mee, en de persoonlijke verhalen van de vrouwen die ze droegen.’ Dido en Sabine geloven dat door goed te kijken naar gedragen spullen, je beter de diversiteit en complexiteit van het verleden kunt doorgronden. Ze roepen de expertise in van restaurateurs en vragen mensen naar foto’s en verhalen over de rol van de kebaya in hun familie. ‘We doen dit voor iedereen die iets met het Indië van toen had. We willen mensen die over dit soort stukjes geschiedenis beschikken, bewust maken van wat ze hebben.’ Want, zoals Dido benadrukt, gaat het uiteindelijk om het vertellen van ons gezamenlijke verleden. Het onderzoek wordt afgesloten met een publieksevenement op de Tong Tong Fair in 2024. Mensen die mee willen doen met hun kebaya kunnen mailen naar themeaningofthewhitekebaya@gmail.com. 25


Soort artikel | Titel

26


Vrijheid Een eindeloze zoektocht Vrijheid, een begrip dat diepgeworteld is in de harten van velen, en voor iedereen een andere betekenis heeft. In dit deel luisteren we naar de krachtige stemmen van hen die gestreden hebben om vrijheid te waarborgen, en naar degenen die onvermoeibaar opkomen voor het behoud er­ van. Deze stemmen uiten zich op diverse manieren in woor­ den en daden, in de vorm van levendige discussies, films, voorstellingen, stille momenten en gedeelde maaltijden. De verhalen onthullen hoe makkelijk we soms in de verleiding kunnen komen om alleen maar voor onze eigen vrijheid te kiezen en die van de ander te vergeten. Dit verkennen we in samenhang met de eerder besproken onderwerpen over vrede en democratie. Het actuele wereldbeeld werpt een hedendaagse schijnwerper op de betekenis van vrijheid en de noodzaak om er gezamenlijk voor te blijven strijden.


Portretten | Vrijheidsstrijders

Vrijheid in actie Vrijheidsstrijders Een leven gewijd aan vrijheid In een wereld waar vrijheid vaak als vanzelfsprekend wordt beschouwd, zijn er nog altijd moedige individuen die hun leven wijden aan het verdedigen van dit kostbare goed. Drie van deze uitzonderlijke vrijheidsstrijders treden op de voorgrond: Lalla Weiss, Ai Weiwei en Geert-Jan Knoops. Elk met hun unieke reis en vastberadenheid om een verschil te maken. 28


Portretten | Vrijheidsstrijders

Lalla Weiss, mensenrechtenactivist “De discriminatie en het wantrouwen gingen gewoon door na de oorlog”

In een wereld waarin de geschiedenis van haar gemeenschap vaak vergeten wordt, staat de activiste Lalla Weiss (1961) op als de stem van de Sinti en Roma. Haar motivatie haalt ze uit diepgewortelde familieverhalen en tradities, die haar drijven om te strijden voor rechtvaardigheid. Tekst Renee Middendorp Foto Mieke Miwian

29

Haar vader verloor tijdens de Tweede Wereldoorlog 22 familieleden, haar moeder 24. Net als vele andere Roma en Sinti werden zij vervolgd en verraden door Nederlandse autoriteiten en gemeenten. Weiss: ‘Ik kan me niet herinneren dat ik als kind de bevrijding vierde. Mijn vader vertelde mij dat ze ons niet hebben bevrijd. Ik groeide op in een omgeving van trauma’s en wantrouwen naar de buitenwereld. Als mensen vroegen waar ik vandaan kwam, dan moest ik van mijn oma zeggen dat ik een hindoestaanse Surinamer was. Want, zo zei ze, als het zover komt, weten ze je te vinden. We werden bang gemaakt. We leerden om stil en onzichtbaar te zijn. Op

negenjarige leeftijd beloofde ik mijn vader om Nederland te vertellen wat er met de Sinti en Roma was gebeurd. Daar heb ik mij aan gehouden.’ Haar plek als woordvoerster binnen de gemeenschap heeft ze ‘gekregen van haar mensen’. Als jonge vrouw startte ze bewustwordingscampagnes en lobbyde ze voor de bescherming van Sinti en Romarechten. Haar vastberadenheid groeide na premier Koks excuses aan de Joodse gemeenschap en de Nederlands-Indische gemeenschap. Het deed haar afvragen: “En wij dan?” Haar inspanningen leidden tot erkenning van de Sinti en Roma als oorlogsgetroffenen in 1999.


Portretten | Vrijheidsstrijders

“Op negenjarige leeftijd beloofde ik mijn vader om Nederland te vertellen wat er met de Sinti en Roma was gebeurd.”

Desondanks benadrukt Weiss dat discrimi­ natie en ongelijkheid nog steeds een dage­ lijkse realiteit zijn. ‘Ik ben 61 jaar, ik ben hier geboren en getogen, ik spreek Nederlands, maar nog word ik anders behandeld. Ik word in de winkel achtervolgd door beveiligers. Mijn dochter mocht vroeger niet met een klasgenootje spelen, omdat wij zigeuners waren. Het gebeurt dat gemeentes uitbrei­ ding van woonwagencentra weigeren, ook al is het een erkende woonvorm. Soms word je echt twintig jaar terug in de tijd gegooid. Drie jaar geleden nog: op de basisschool van mijn nichtje moesten ouders opeens een formulier ondertekenen om te bewijzen dat hun kind een ‘zigeunerkind’ was. Kun je dat voorstellen? Sta er eens bij stil wat ons familieverhaal en onze geschiedenis van registratie veroorzaakt heeft, denk ik dan. Ze zetten het af als ‘positieve discriminatie’, om extra subsidie te krijgen, maar een dergelijke registratie is in strijd met de grondwet. Stel je voor dat dat woordje vervangen was door ‘Joodse kinderen’, dan was heel Nederland daarover gevallen. En terecht. Maar omdat het ging over zigeunerkinderen, trok niemand zich daar wat van aan. Dit is precies dat pijnlijke gevoel van ongelijkheid. Soms moet je er met de botte bijl in. Dat is niet leuk om te doen, maar het moet. Mijn doel is niet om schuldigen aan te wijzen, maar om het discri­ minerende systeem aan de kaak te stellen.’

Ze wist van jongs af aan dat ze anders was, met haar donkere haar en ogen en andere taal. Toch werd ze niet anders behandeld. Dit veranderde toen haar ouders begin jaren ‘70 besloten terug te gaan naar een woonwagen, zo vertelt Weiss: ‘Het was 1972. Ik mocht pas om kwart over drie naar school, als de bur­ gerkinderen naar huis waren. Ik en een paar andere kinderen van het centrum werden apart gehaald en met een busje gebracht. Op een dag ging er een gemeenteambtenaar mee en omdat er allemaal kinderen in zaten, was er natuurlijk rumoer. Ik weet nog dat de ambtenaar toen tegen de chauffeur zei: “Dit tuig moet je het kanaal inrijden.” Zo jong als ik was besefte ik: dit deugt niet. Terug op het woonwagencentrum heb ik de kinderen voor en achter de auto neergezet. Ik heb de vaders opgetrommeld en toen hebben zij het busje het kanaal in geduwd. De chauffeur en ge­ meenteambtenaar konden te voet terug. En wij mochten niet meer naar school aangezien de mensen ons wilden verdrinken. Over en uit was onze schoolcarrière. Niemand is ooit nog het centrum op gekomen om even te kijken hoe het met ons was. Dat was mijn eerste actie. We mochten gewoon niet meedoen.’ Een generatie later was het iets anders. Weiss: ‘Mijn kinderen zaten wel op school, maar kregen geen les. Die moesten het bord vegen en koffie schenken, normaal onder­

wijs was er niet bij. Gelukkig is dat nu anders. Steeds meer Sinti en Roma jongeren volgen hoger onderwijs of studeren aan de univer­ siteit. Dat doet me heel veel. Onderwijs is belangrijk om de armoede tussen je oren te stoppen. Daarmee bedoel ik dat je leert na te denken over jezelf, over waar je staat. Het gaat ook over waar je naartoe wilt en wat je wilt bereiken. We merken nu dat de jongere generatie van Roma en Sinti gelukkig steeds opener wordt en minder wantrouwen heeft.’ Volgens Weiss zit discriminatie in iedereen: ‘Wanneer iemand uit de woonwagenge­ meenschap negatief in de media wordt belicht, wordt de hele gemeenschap vaak gegeneraliseerd en gestigmatiseerd. Dat generaliseren heb ik zelf ook gedaan. Maar gevolg is dat je je kinderen een slechte basis meegeeft, je leert ze wantrouwen aan. Beetje bij beetje ben ik met mijn kinderen daarover gaan praten. Ook ben ik lessen gaan geven op basisscholen over deze thema’s. Het komt van twee kanten.’ Lalla Weiss zit in het Auschwitz Comité, in de cliëntenraad van de Sociale Verzekerings­ bank en de adviesgroep van het Ministerie van VWS. Ook speelt ze in de voorstelling Once we Were Birds. Op 4 mei spreekt ze tijdens de Nationale Herdenking op de Dam.

“Mijn doel is niet om schuldigen aan te wijzen, maar om het discriminerende systeem aan de kaak te stellen.” 30


Portretten | Vrijheidsstrijders

Ai Weiwei, kunstenaar Een leven op zoek naar vrijheid Het is bijna niet voor te stellen, maar zijn naam verdween in 2009 volledig van het Chinese internet. Voor de westerse wereld, aan de andere kant, werd hij een van de meest toonaangevende kunstenaars, mensenrechtenactivisten en critici van autoritaire machtssystemen. De tentoonstelling In Search of Humanity in Kunsthal Rotterdam is de meest volledige overzichtstentoonstelling tot nu 31

toe van de Chinees Ai Weiwei (1957). Het is een overzicht van zijn culturele readymades, schilderijen, LEGO-werken, sculpturen, installaties, fotografie en videokunst. Ruim vier decennia op zoek naar vrijheid.

Tekst Koos de Wilt Foto Gao Yuan, Ai Weiwei (2012), Courtesy of the artist and Ai Weiwei Studio Voor de Chinese kunstenaar draait zijn hele leven om vrijheid, voor zichzelf en voor de wereld. Dat begon al in zijn prille jeugd. Zijn

vader, de beroemde dichter Ai Qing, werd eind jaren vijftig, midden in de Culturele Revolutie, samen met zijn gezin wegens ‘rechts-reactionaire activiteiten’ verban­ nen naar een werkkamp, een plek waar de levensomstandigheden zeer onplezierig waren. Kort voor het overlijden van de Chinese leider Mao mocht Ai Qing met zijn gezin terugkeren naar Beijing en werd hij gerehabiliteerd. Zijn zoon Ai trad in de artistieke en kritische voetsporen van zijn vader. In de jaren zeventig werd hij aangeno­ men op de Filmacademie van Beijing en in de jaren tachtig studeerde Ai in de VS waar hij kennismaakte met bevrijdende wester­ se kunststromingen. In de jaren negentig


Portretten | Vrijheidsstrijders

“Kan een beschaving die is gebouwd op het ongeluk van anderen voor altijd voortbestaan?”

Courtesy of the artist and Lisson Gallery © 2022 Ai Weiwei

keerde hij terug naar China en begon steeds meer eeuwenoude Chinese tradities te inte­ greren in zijn eigen werk. Zo maakte bij een beroemd kunstwerk van het laten vallen van een urn uit de Han-dynastie, verwijzend naar wat het Chinese regime deed met de eigen historische cultuur. Niet lang erna werd hij wereldberoemd als medeontwerper van Het vogelnest, het stadion voor de Olympische Zomerspelen die in 2008 in Beijing werden gehouden. Hij begon echter ook kritiek te uiten op deze spelen en bestempelde ze als propaganda voor het Chinese regime. Ai Weiwei startte ook een blog waarin hij kritisch schreef over het regime en de censuur en maakte er kunst van, zoals het werk Remembering waarbij hij negenduizend rugzakjes van kinderen aan elkaar naaide en ophing aan de Haus der Kunst in München, een herinnering van kinderen die het slacht­ offer waren geworden van een natuurramp en die het regime wilde vergeten. Uiteindelijk 32

zou het er allemaal toe leiden dat Ai Weiwei volledig werd gecancelled door het regime. Hij werd gearresteerd en zijn paspoort werd afgenomen. Zijn installatie ‘S.A.C.R.E.D’ (2013) is een zesdelig werk bestaande uit zes ijzeren kisten met scènes uit de 81 dagen durende opsluiting van de Chinese kunstenaar in 2011. We zien in detail het toezicht dat hij altijd onderging tijdens zijn maaltijden, het baden, het naar de wasruimte gaan en slapen. Vrijheid Maar ondertussen was sinds 2007 zijn ster internationaal steeds meer gestegen. Ook buiten de kunstscene kreeg hij steeds meer bekendheid als verdediger van mensen­ rechten en fundamentele democratische waarden. Wereldberoemd was al zijn Forever Bicycles (2003), een sculptuur van aan elkaar gelaste, stuurloze fietsen, een commentaar op de sociale omstandigheden in China.

Op de vloeren van Tate Modern in Londen spreidde hij in 2010 zijn Sunflower Seeds uit, meer dan honderdduizend hand geverfde porseleinen zonnebloempitten. Hier ging hij in op de werkomstandigheden in de Chinese industrie en de anonieme mensen die erin werkten en ondergeschikt zijn gemaakt aan het systeem. Maar Ai Weiwei sloot ondertus­ sen niet de ogen wat er mis is in het westen. Aan de kust van Lesbos in Griekenland bij­ voorbeeld liet hij zichzelf fotograferen zoals het verdronken kind dat alle voorpagina’s van kranten had gehaald. Veel kunst maakte hij over de vluchtelingencrisis en de moeite die mensen doen om in vrijheid te leven. Als het gaat over vrijheid, zijn we er nog lang niet. In Search of Humanity Tot en met 3 maart 2024 in Kunsthal Rotterdam


Portretten | Vrijheidsstrijders

Geert-Jan Knoops, advocaat “Vrijheid is kunnen opkomen voor de underdog.” Mensen kennen hem als die keurige man in toga, maar hij is ook een marinier in hart en nieren. In beide gevallen gaat het over verantwoordelijkheid durven nemen, extreem afzien, doorzetten en strijden voor de vrijheid. Ook die van veteranen. Tekst Koos de Wilt Foto Matty van Wijnbergen

33

Geert-Jan Knoops neemt het niet alleen op voor individuen, ook oorlogen, zoals die in het Midden-Oosten, houden de advocaat professioneel bezig. ‘Vanuit mijn vakgebied van het internationaal strafrecht en mijn rol als advocaat bij het internationaal strafhof in Den Haag, waarmee het oorlogsrecht sterk verband houdt, word ik bij dit conflict in het Midden-Oosten regelmatig als deskundige gevraagd hierover lezingen te geven en informatie aan media te verstrekken. Onlangs ben ik in deze hoedanigheid uitgenodigd door de vaste Kamercommissie buitenlandse zaken van de Tweede Kamer om met een aantal andere experts hierover de Tweede Kamer voor te lichten: Wat

zijn de mogelijkheden en grenzen van het internationaal oorlogsrecht in een dergelijk complex gewapend conflict?’ Als advocaat nemen Geert-Jan Knoops en zijn vrouw Carry het graag op voor degenen wiens vrijheid bedreigd wordt, vaak mensen die beschuldigd worden voor ernstige mis­ daden en die in de media en sociale media al veroordeeld zijn. Het advocatenechtpaar is bij het grote publiek bekend geworden door onder andere de Puttense moordzaak, de Deventer moordzaak, de zaak Eric O., de zaak van Julio Poch. Knoops en zijn vrouw behandelden verder zaken voor het Joego­ slaviëtribunaal, het Rwandatribunaal en het


Portretten | Vrijheidsstrijders

“Bij het korps kom je op voor de bescherming van de vrijheid die we hier in dit land zo gewoon zijn gaan vinden.”

Sierra Leonetribunaal. Vele van de zaken zijn pro deo, gratis dus, dat gaat over zo’n vierde van de praktijk. Waarom is dat? Knoops: ‘Voor ons beiden is er meer in het leven dan alleen voor jezelf zorgen. Anders dan sommige collega’s gaan we niet voor het grote geld. Het Joodse Talmoedisch denken leert dat je elkaar moet helpen in tijden van nood. Daarom nemen we het graag op voor degene van wie de vrijheid onterecht is afgepakt. Carry komt uit een familie waarbij het merendeel in de Tweede Wereldoorlog is afgevoerd en vermoord in de concentratie­ kampen. Ik heb Carry bij Moszkowicz senior leren kennen, die advocaat had ook zo’n verleden. Hij was iemand die niet schroomde om het voor zijn cliënten op te nemen tegen de overheid, wie dat ook waren. Na een paar jaar zijn Carry en ik een eigen kantoor begonnen.’ Mariniers Voor Knoops advocaat werd diende voor zijn militaire dienst bij het korps mariniers en hij is nog steeds dienend reserveofficier bij het korps. ‘Door die bril bekijk ik nog steeds wat er op dit moment gebeurt bij defensie, ook met betrekking tot Oekraïne en andere operaties. Bij het korps kom je op voor de bescherming van de vrijheid die we hier in dit land zo gewoon zijn gaan vinden. Daarnaast ben ik ook als advocaat dagelijks bezig met de bescherming van vrijheid van burgers, mensen die op andere manieren aanraking zijn komen met de overheid en justitie. Sinds 2011 is ons kantoor aangesloten bij het Innocence Network, dat in Europa en de VS onderzoek doet naar onterechte veroorde­ lingen. Vorig jaar ging het om 206 gevallen waarin Amerikanen werden vrijgelaten na nieuw forensisch technisch onderzoek, vaak dna-onderzoek. In Nederland hebben we ook zo’n project opgezet. In de afgelopen 34

twintig jaar hebben we zeven mensen vrij ge­ kregen die onterecht vastzaten voor moord of doodslag.’ Waar komt de vechtlust vandaan om het voor mensen wiens vrijheid bedreigd wordt op te nemen? Knoops: ‘Ik weet niet waar het vandaan komt, maar het opkomen voor de underdog zat er ook daarvoor al in. Ik had dat al toen ik op mijn elfde voetbalde in de jeugdselectie van PSV. Als ik als een van de betere voetballer een team moest kiezen bij een potje voetballen op straat, koos ik altijd voor de jongens die nooit werden gekozen. Dat is kennelijk de aard van het beestje. En nog steeds treed ik het liefst op voor de zwakkeren. Het is ook iets dat ik heb meekregen tijdens mijn militaire dienst. Als jonge jongen was ik een wat teruggetrok­ ken en introverte jongen. Ik ben ook redelijk beschermd opgevoed en bij het korps ma­ riniers werd ik geconfronteerd met dingen als verantwoordelijkheid durven nemen, met extreem afzien en doorzetten. Loyaal zijn aan elkaar onder alle omstandigheden, daar ging het om. Dat kwam bij mij binnen. Na de opleiding werd ik op mijn eenentwintigste voor de leeuwen gegooid voor een peloton van 33 doorgewinterde beroepsmariniers. Mannen bij wie het niet alleen aankwam op vechten, maar bij wie het vooral ging om het mentale uithoudingsvermogen. Je leert ergens voor te gaan, volledig.’ Miles 4 Justice Vrijheid associeert Knoops met zeilen. ‘Dat geeft je een ultiem gevoel van vrijheid. Ik zeilde lange tijd met een team van negen mariniers, allemaal mannen die weinig ervaring hadden met de sport, maar die met een ervaren zeiler de ene wedstrijd na de an­ dere wonnen en zelfs drie keer Nederlands kampioen werden. Wij waren als mariniers zo

goed getraind om samen te werken dat alles lukte. Je leert iets samen te doen dat groter is dan jezelf. Het vrijheidsgevoel dat we op zee voelden, wil je graag delen met anderen en zo kwamen we op het idee om met ge­ ïnvalideerde veteranen te laten zeilen. Voor mensen die een prijs hebben betaald omdat ze hebben gestreden voor de vrijheid van ons allen. Daar is stichting Miles 4 Justice uit voortgekomen, dat Carry en ik hebben op­ gezet. We hebben drie jaar lang in Enkhuizen en Medemblik zeilevenementen georga­ niseerd voor geïnvalideerde veteranen en hun families. Generaal Peter van Uhm, die toen nog commandant der strijdkrachten was, is toen in Enkhuizen bij de try out langs geweest. Hij was zo onder de indruk van wat het los bracht bij de veteranen dat hij die dag al zijn andere afspraken af liet zeggen. Ve­ teranen met PTSS of een handicap zijn toen op zestig zeiljachten gestapt en het bijzon­ dere was dat de eigenaren van de jachten in Medemblik allemaal zwaar onder de indruk waren van wat zij hoorden tijdens het zeilen. In de vrijheid die ze voelden, liepen de ve­ teranen helemaal leeg bij elkaar. In de kajuit kwam alles los wat ze aan land maar moeilijk konden delen. Vfonds heeft dat drie jaar lang ondersteund. Nog bijna dagelijks horen we hoe blij veteranen ermee waren.’


Column | Tieners over democratie

“Democratie is niet het antwoord op alles, maar het is het beste wat we hebben.”

Daria Svedova (18 jaar), Russisch en wonend in Warschau en deelnemer aan het Europees Jeugdparlement Daria verhuisde zeven jaar geleden met haar moeder uit het oosten van Rusland, uit Siberië, naar de Poolse hoofdstad Warschau. ‘Wij hadden familie hier en mijn moeder besloot hierheen te komen omdat we in Rusland niet goed aan de medicijnen konden komen die ik nodig heb omdat ik diabetes heb. De oorlog in Oekraïne kwam voor ons als een complete verrassing. We waren echt geschokt. De consequenties zijn enorm voor de mensen in Oekraïne. Op een paar honderd kilometer afstand sterven mensen en huilen elke dag. Russen worden in de media massaal gemanipuleerd op dit moment, de meesten hebben daardoor niet door wat er daadwerkelijk aan de hand is. Ondertussen wordt Rusland geruïneerd; alle vrijheden worden verkruimeld onder dit regime. Er zijn heel veel Oekraïense vluchtelingen nu in Polen. De meeste Polen horen het verschil niet tussen Russisch en Oekraïens, daarom denken veel Polen op straat dat we Oekraïens zijn. Juridisch is het leven wel een stuk ingewikkelder geworden om als Rus een bankrekening te openen en werk te vinden.’ Daria is zeer geraakt door hoe de vrijheid wordt bedreigd, ook in een vrij land als Polen. ‘De Poolse jeugd is aarzelend om te gaan stemmen, ze hebben niet het gevoel echt een verschil te kunnen

35

maken. Ze zijn bang dat de verkiezingsuitslagen worden gemanipuleerd. Veel Poolse hoogopgeleide jongeren willen ook hun land verlaten omdat ze denken dat ze ergens anders meer vrijheid en kansen hebben.’ Door in Warschau te wonen is Daria zich bewuster geworden van de waarde van democratie. Ze is ook actiever geworden op dat gebied. ‘Ik ben een jaar geleden als scholier in aanraking gekomen met het Europees Jeugdparlement. Ik heb een sterke mening over veel dingen en denk dat ik zelf vaak de antwoorden heb, maar ik heb gemerkt dat je echt op de beste ideeën komt als je iedereen aan het woord laat komen in een discussie en al die ideeën mixt. Ze worden sterker, praktischer en hebben meer impact. Democratie is niet het antwoord op alles, maar het is het beste wat we hebben. In ieder geval veel beter dan wat dictatuur te bieden heeft. Het is een ongelofelijke waarde dat je gehoord wordt, maar ik zie ook wel dat mensen vaak op hun gevoel stemmen zonder goed na te denken over wat ze echt vinden. Achteraf zien ze dan pas in dat ze het verkeerde hebben gekozen hebben. Maar uiteindelijk is het enorm belangrijk gehoord te worden.’


Interview | Vrijheidsmaaltijden

De waarde van de vrijheidsmaaltijd

36


Interview | Vrijheidsmaaltijden

Bestuurslid van het Nationaal Comité 4 en 5 mei Jörgen Raymann over de vrijheidsmaaltijden

“Door samen te eten kom je bij elkaar.”

De meeste mensen kennen hem als comedian en cabaretier, maar Jörgen Raymann heeft ook de nodige ervaring met restaurants en met hoe eten mensen bij elkaar kan brengen. Een gesprek erover met het bestuurslid van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Interview Koos de Wilt Foto Raul Neijhorst

37

37


Interview | Vrijheidsmaaltijden

“In de Surinaamse keuken proef je letterlijk de verschillen tussen iedereen die zich Surinamer voelt. Iedere cultuur brengt iets eigens mee, dit bij elkaar opgeteld, is wat ons samen bindt.”

Elk jaar organiseert Nationaal Comité 4 en 5 mei op de tweede van deze dagen de zogenaamde Vrijheidsmaal­ tijden. In buurthuizen, scholen en op andere evene­ menten door heel Nederland en in het Caribisch gebied worden tafels gedekt en komen mensen bij elkaar om samen te eten en samen te praten. De kracht van de Vrijheidsmaaltijd zit in de bijzondere ontmoeting aan de eettafel en het aangaan van persoonlijke gesprekken over vrijheid, onvrijheid en het belang van de democra­ tie. Jörgen Raymann is bestuurslid van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en heeft zelf de nodige ervaring met het overbruggen van afstand tussen mensen met een verschillende achtergrond. ‘Ik heb voorouders uit Europa, Afrika, Amerika en Azië, van tot slaaf gemaakte Afrikanen tot aan Joodse slavenhouders. Door mijn aderen stroom Surinaams inheems, Afrikaans, Indiaas, Duits/Nederlands en Joods bloed. Ook in geloof is mijn familie van alle markten thuis, die bestaat uit hindoes, moslims, katholieken, protestanten en joden. Ik weet nog dat vroeger in Suriname bij ons aan de kersttafel al die verschillende gebeden aan bod moesten komen, dat duurde dus voor we eindelijk konden opscheppen en eten, haha...’ Surinaamse keuken Maar door samen te eten kun je ook lucht brengen in de discussie en dichter bij elkaar komen, zo is de ervaring van Raymann. ‘Net als mijn familie, bestaat de Suri­ naamse identiteit uit een ratjetoe van invloeden, zowel Afrikaans, Hindoestaans, Chinees, Javaans als Hollands. Kijk maar eens naar de keuken, daar proef je letterlijk de verschillen tussen iedereen die zich Surinamer voelt. Je hebt de Hindoestaanse dahl, roti en doks naast de Javaanse ami, saoto en saté en de Creoolse pom, okersoep en eksi kuku. Iedere cultuur brengt iets eigens 38

mee, dit bij elkaar opgeteld, is wat ons samen bindt. En iedereen heeft zo zijn en haar specialiteiten. Roti bij­ voorbeeld haal je bij de Hindoestaan, bami bij de Javaan, Tjauw min bij de Chinees en als je trek hebt in moksi alesi, dan ga je naar de Afro-Surinamer. Het mooie is dat iedereen wel elkaars kruiden gebruikt en het eten maakt van de ander.’ Daar is de geheel eigen, typisch Suri­ naamse keuken uit voortgekomen, met bijvoorbeeld heri heri, zo legt Raymann uit. ‘Letterlijk vertaald betekent het ‘heel heel’ of ‘helen helen’. Het kan ook een ‘geheel’ betekenen dat misschien verwijst naar het feit dat het eigenlijk een eenpansgerecht is. Het werd vroeger ge­ geten op de plantages om tot slaafgemaakten genoeg energie te geven zodat ze langer achter elkaar konden doorwerken. Het was dus een soort krachtvoer, het hield de mensen op de been in de brandende zon. Het is een gerecht met een verhaal en met een geschiedenis. Mooi om de Hollandse stamppot ernaast te zetten waarmee Hollanders en Surinamers met hun eten het gesprek kunnen aangaan over hun eigen geschiedenissen en hoe die met elkaar verweven zijn geraakt.’ Waar je vandaan komt, bepaalt in belangrijke mate wie je bent, zo weet Raymann. ‘Zeker als je je weg nog niet helemaal hebt gevonden of in verwarring bent, ga je je afvragen wie je nu eigenlijk bent. Maar het is de vraag of je veel verder komt als je van alles over die verschillende DNA-stromen te weten komt. Ook iemand met een spierwit of donkerbruin kleurtje zal snel tot de ontdekking komen dat uiteindelijk het DNA van ieder van ons een allegaartje is van verschillende culturen. En dat is maar goed ook. Juist deze niet te traceren mix van diversiteit heeft je sterk gemaakt en bepaalt wie je bent. Je bent immers geen kloon van iemand, maar voortgekomen uit de genen van eindeloos


Interview | Vrijheidsmaaltijden

veel voorouders, allemaal mensen die hun print op jou hebben gedrukt. Alles wat gekloond is, zo laat de praktijk zien, blijkt ziek, zwak en misselijk te worden. Het is juist de diversiteit die sterker maakt. Al die verschillende invloeden vormen stuk voor stuk een deel van wie je bent. Het lijkt dus niet verstandig je identiteit af te leiden van je kleurtje en je eigen keuken. Zeker nu er meer aandacht is voor het minder glorierijke verleden van Nederland, is er een kans dat we allemaal onze kont tegen de krib gooien, maar er is ook een kans om nieuwe manieren te vinden om elkaar te vinden. Juist aan tafel kun je een eind komen, zo is mijn ervaring.’ Restaurants Jörgen Raymann heeft een rijk verleden met eten maken en mensen bij elkaar brengen. ‘Toen ik eind jaren tachtig stopte met mijn studie economie in Rotterdam, ben ik jarenlang als ober aan de slag gegaan bij een Surinaams-Javaans restaurant in de Wittevrouwenstraat in Utrecht. Elke tafel werd mijn zaal en elk stelletje aan tafel werd mijn publiek. Later, terug in Paramaribo, startte ik mijn eigen restaurant. Ik serveerde de Surinaamse keuken op een chique manier, passend bij de rijkheid en gevarieerdheid van die keuken, met een kaart met van alles erop en altijd met een dagschotel waarmee je het cultureel erfgoed kon proeven, zoals een roti of pom of gritibanasoep. In het restaurant had ik een podiumpje gemaakt, een piano neergezet en deed complete cabaretshows. Daar in het restaurant is tante Es geboren. Eten bleek voor mij de manier om bij elkaar te komen en een gesprek met elkaar aan te gaan.’

‘Het leuke van de Hollandse keuken is dat wij Nederlanders zo open staan naar andere keukens. De Hollandse pot is aangevuld met nasi uit Indonesië, spaghetti uit Italië, roti uit Suriname en falafel van de Turkse buurvrouw. Het bijzondere is dat de mensen hier er dan weer iets heel eigens van maakt, zoals bijvoorbeeld de babi pangang die de Nederlandse Chinezen maken. Dat kan je nergens in Azië bestellen. Toch staat het overal in Nederland op de kaart. Dat is het leuke aan wat je met eten kunt doen. Je overbrugt smaken. Als mijn vrouw en ik een stamppot maken, dan maken wij er ook iets eigens van, iets kruidiger en pittiger dan de Hollander doet. Het mooie vind ik dat je door de keuken ontdekt waar elkaars krachten liggen en hoe je elkaar kunt aanvullen. Een nadeel kan dan ineens een voordeel zijn, een beperking kan de reden worden van succes. Mij werd geleerd dat ik als iemand met een Surinaamse achtergrond twee keer zo goed mijn best moest doen en dat betekende dus ook dat ik maar de helft waard was. Onzin natuurlijk, maar dat heeft met je vooroordelen te maken. Als je met elkaar aan tafel gaat zitten, samen de maaltijd deelt en met elkaar praat, dan ga je inzien dat je ook op een andere manier naar de wereld kan kijken, je leert vooroordelen overbruggen. En dat kan dan weer de wereld voor ons allemaal verrijken. De slavenhouder in mijn bloed hoeft dan niet de Afrikaan op rantsoen te zetten en de Surinaams-inheemse in mij hoeft ook niet de Hollandse ontdekkingsreiziger in de pot te koken. Met elkaar eten, werkt beter haha…’

“Je bent geen kloon van iemand, maar voortgekomen uit de genen van eindeloos veel voorouders, allemaal mensen die hun print op jou hebben gedrukt. Alles wat gekloond is, zo laat de praktijk zien, blijkt ziek, zwak en misselijk te worden.” 39


Foto: Saskia Luckmann-Meijer

Soort artikel | Titel

40


Interview | Vrijheidsmaaltijden

Gesprekken over vrijheid in Curaçao bij de podcastserie Let’s Talk About Freedom

Titel? Gesprekken over vrijheid

41

“Aan de eettafel creëer je een manier om je vrijheid te claimen.”


Interview | Vrijheidsmaaltijden

‘Ik denk dat vrijheid hier door het slavernijverleden vaak een andere betekenis heeft dan in Nederland’, zegt Nelly Rosa, sprekend over haar podcastserie Let’s Talk About Freedom. De journalist en LGBTQ-activist sprak daar­ voor in het kader van de Freedom Meals met zes lokaal bekende mensen op Curaçao over wat vrijheid voor hen betekent. Curaçaoërs variërend van mezzosopraan, journalist, kunstenaar tot een horecaondernemer. Van elk van haar gasten leerde ze wel wat over vrijheid. ‘Bij de operazangeres Tania Kross vond ik heel inspirerend hoe zij succesvol is in haar toch vooral witte omgeving. In de Curaçaose cultuur zit zo diep dat je stil moet zijn en niet moet opvallen, dat het mooi is te horen dat iemand opkomt voor haar vrijheid. Dat volgzame gedrag is nog steeds een gevolg van de slavernij, de angst dat je wordt gestraft of doorverkocht als je je niet gedraagt. Het is hier nog zo’n hiërarchische samenleving, daardoor zijn mensen nog steeds vaak heel conflict vermijdend. Gelukkig zie je dat jongeren wat meer vrijheid durven

Foto: Hester Jonkhout

42

op te eisen, ook jongere ouders laten meer toe bij hun kinderen.’ In de podcastserie vraagt Nelly aan haar gasten wat vrij­ heid voor hen betekent. Wanneer ervaart zij die vrijheid eigenlijk zelf? ‘Vrijheid ervaar ik het meeste tijdens de carnavalsoptochten. Dan kan ik mij in vreugde vrij over straat bewegen, dan durf ik vrij te dansen en te zingen zonder mij te veel bezig te hoeven houden met wat an­ deren van mij vinden. In die korte carnavalsperiode rea­ liseer ik mij hoe belangrijk het is om de regie zelf in hand te nemen en ook de vrijheid te durven bevechten na de carnavalsdagen. Door de gesprekken ben ik gesterkt om die vrijheid te claimen en ik ben mij meer bewust van wanneer ik me onvrij voel. Dat kun je al voelen als je een loonsverhoging ter sprake wilt brengen, maar dat niet durft. Terwijl dat eigenlijk toch heel normaal is. Geld is niet een makkelijk onderwerp, maar je hebt het soms nodig om vrijheid mogelijk te maken.’


Interview | Vrijheidsmaaltijden

“Door de gesprekken ben ik gesterkt om die vrijheid te claimen en ik ben mij meer bewust van wanneer ik me onvrij voel.”

Freedom Meals Net als in Nederland worden er ook op Curacao Vrijheidsmaaltijden georganiseerd. De podcastserie is geproduceerd door deze Freedom Meals in het kader van Bevrijdingsdag. Mensen gaan met elkaar om tafel en ontmoeten elkaar in een gesprek over vrijheid. Wat betekent samen eten voor jou? ‘Bij eten denk ik aan verbinding, aan de rituelen die je aan tafel hebt. Ik heb van mijn vader geleerd dat samen eten heel belangrijk is om in gesprek te blijven in deze gehaaste, vluchtige wereld. Je mag er zijn aan tafel, je wordt gehoord. Toen ik deze zomer even in Nederland was, bezocht ik een tentoonstelling over het creëren van een eigen familie voor queers, een eigen chosen familie dus voor mensen die zijn buitengesloten door hun familie. Mij viel tijdens die bijeenkomst pas op hoe belangrijk eetrituelen zijn om je te verbinden.’

Nelly Rosa is radiojournalist en ook actief in de queer gemeenschap. ‘Voor mij was dat een extra reden om de podcastserie te doen, het is een belangrijk thema in mijn eigen leven. Het is hier een eiland, een kleinere gemeenschap dus, en dan kom je er niet zo snel voor uit dat je valt op hetzelfde geslacht. Pas vijf jaar geleden ben ik uit de kast gekomen. Ik was toen 34, dat heeft dus best lang geduurd. Maar ik was verliefd op een vrouw en het was daarom niet moeilijk voor mij. Voor mijn vader, bij wie ik ben opgegroeid, is het nog steeds niet makkelijk om daarover te praten. Misschien mooi om daar een vervolg podcastserie over te maken. Zeker in deze kleine wereld waar het slavernijverleden nog zo aanwezig is, is het bespreken van zoiets heel belangrijk. Dat gaat ook over vrijheid.’

Regeling Vrijheidsmaaltijden In het hele land worden op 5 mei Vrijheidsmaaltijden georganiseerd. De maaltijden zijn er in alle vormen en maten. Vfonds heeft in 2024 voor het eerst een regeling om je bij de organisatie van jouw Vrijheidsmaaltijd te ondersteunen.

43


Reportage | Makers aan het woord

Makers aan het woord

Vfonds speelt een belangrijke rol bij het ondersteunen van projecten die zich inzetten voor een democratische rechtsstaat en vreedzame samenleving. Maar wat is nu eigenlijk het bereik en de impact van deze projecten? In dit artikel komen vijf gedreven organisatoren en makers aan het woord die met passie hun projecten vormgeven. Wat hebben zij gedaan en welke impact heeft het gehad? Tekst Renee Middendorp en Koos de Wilt

lente: ‘Jessica Durlacher corrigeerde mij toen ik haar vertelde dat de staking was mislukt. Ze had gelijk natuurlijk, de staking was een enorm succes. Na die opstand is er een knop omgegaan bij veel mensen en is het verzet groot geworden. Veel Joodse mensen hebben daardoor onderdak kunnen krijgen in Twente en relatief veel hebben de oorlog overleefd. Het verzet was sterk geor­ ganiseerd en je kunt hier goed onderduiken in het weidse landschap.’ In de theatervoorstelling belanden we in onze eigen tijd als een Twents dorp een erfe­ nis van tientallen miljoenen euro’s ontvangt van de kleinzoon van een Joodse onder­ duiker. Het is aan de nieuwe burgemeester Fenna, gespeeld door Johanna ter Steege, dit geld te verdelen. Alle verhoudingen in het dorp en in Fenna’s persoonlijke leven komen op scherp te staan. Wie heeft recht op het geld en wie zeker niet? De rust in het dorp lijkt voorgoed verstoord. ‘Het verhaal is ge­ baseerd op een echt gebeurd verhaal waar­ bij een Joodse man een erfenis schonk aan een klein dorpje in Frankrijk’, zegt ter Steege. ‘Dat verhaal hebben we vertaald naar Twente en naar het nu. Met de voorstelling wilden we ons publiek zichzelf de vraag laten stellen wat zij zouden doen als ze voor gruwelijke dilemma’s komen te staan? Als je bijvoor­ beeld je zoon kunt redden door het op een akkoordje te gooien met je buurman die NSB’er is. Of wanneer je doorslaat wanneer je wordt gemarteld? Het menselijke aspect was voor ons het belangrijkste. Dat was ook de sleutel voor het succes, daar herkennen de mensen zichzelf in. De voorstelling was een oproep om naar elkaar te luisteren.’

De vergeten Twentse Lente

Johanna ter Steeg, actrice en mede-bedenker De theatervoorstelling De vergeten Twentse lente is gebaseerd op de April-meistaking van 1943, een spontane opstand die begon in Twente. Er deden vijfhonderdduizend mee aan de staking, maar daarop volgde een represaille van de Nazi’s waarbij 167 mannen en jongens werden doodgescho­ ten. Een succes of mislukking? Johanna ter Steege is actrice en mede-bedenker van de theatervoorstelling De vergeten Twentse 44

Foto: Roy Beusker

NRC schreef in de recensie dat de voorstel­ ling uiteindelijk vooral een warm pleidooi was voor mildheid en mededogen. Het zijn twee wapens die kunnen helpen om zowel de pijn uit het verleden als de op drift geraakte actua­ liteit het hoofd te bieden, zo schreef de krant. Ter Steege: ‘Dat merkten we zelf ook. Na de voorstelling spraken we na met mensen uit het publiek en dan kwamen de verhalen los. Ook het verhaal van de vrouw van mijn neef raakte me. Die vertelde dat haar opa NSB’er was en dat dat nog steeds voelbaar was bin­ nen de familie. Nog steeds is er de schaamte en een taboe om erover te praten. Daar gaat onze voorstelling ook over, dat mensen gaan nadenken en praten over hun verborgen ver­ driet. En hoe één gebeurtenis in het verleden je de rest van je leven brandmerkt.’ De voorstelling leert ons nog meer, zo vertelt de actrice: ‘Als mensen in grote nood zijn, dan zoeken ze elkaar op om elkaar te helpen. Ze kunnen makkelijk door één deur als ze een gemeenschappelijke vijand hebben, zeker toen de bezetter zich steeds hardvochtiger ging opstellen. We leven op dit moment in een democratisch land, maar het lijkt wel alsof we niet meer voor elkaar kunnen zorgen. We zijn nu allemaal vrij en vechten elkaar de tent uit. We dreigen ondertussen te vergeten welk een groot goed onze democratie is. Dat is wat we wilden vertellen en dat is aangekomen. Ik kom uit een eenvoudig boerengezin en mag niet opscheppen, maar ik mag wel zeggen: we zijn dik geslaagd! We hebben een onderzoek laten uitvoeren waarbij we voor alles een negen kregen en er zijn vijftigduizend bezoekers geweest. De April-mei staking is niet langer een lokaal verhaal, maar een verhaal voor iedereen, de mensen kwamen uit heel Nederland naar Twente.’


ev

a n Re i j n

Soort artikel | Titel

c

al

Po r t r e t : P

as

Nationale Herdenking 15 augustus 1945 Hélène Oppatja, bestuur / programmering

“Iedere Nederlander zou op deze dag de vlag moeten uitsteken” ‘Mijn vader sprak niet. Dat wil zeggen, hij kón wel spreken, maar dat deed hij niet.’ Het zijn de eerste woorden uit de toespraak van Reggie Baay, dit jaar tijdens de Nationale Herdenking 15 augustus 1945. Hélène Oppatja: ‘Als tweede generatie Indische Nederlander ben ik al te goed bekend met het fenomeen van de zwijgende vader. Wat me raakte in zijn verhaal was hoe hij daar, ondanks de frustratie die hij ook gevoeld moet hebben, zo liefdevol over sprak. Ook 45

was ik onder de indruk van de jonge spreker Frederik von Maltzahn om de wijsheid en het inlevingsvermogen waar hij in zijn verhaal blijk van gaf. Zijn verontwaardiging over de kille ontvangst van zijn familie destijds in Nederland was heel voelbaar. Deze twee verhalen dragen de emoties, herinnerin­ gen en ervaringen van talloze mensen met Indische, Molukse, Indonesische en Chinese achtergrond met zich mee.’ Sinds 1988 vindt de Nationale Herdenking 15 augustus 1945 plaats bij het Indisch Monument in Den Haag. Die dag staan we stil bij het einde van de Tweede Wereldoor­ log voor het Koninkrijk der Nederlanden en herdenken we alle slachtoffers van de oorlog tegen Japan en de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. Dit jaar waren er nog meer bezoekers, ruim 4000, en via live tv hebben meer dan een miljoen mensen meegekeken. Wat begon als een herdenking voor slachtoffers van Japan­ se interneringskampen is uitgegroeid tot een veel breder verhaal. Oppatja vindt de groeiende belangstelling hartverwarmend. ‘De datum 15 augustus hoort nu echt thuis in het collectieve geheugen.’

De organisatie heeft de afgelopen jaren hard gewerkt om de herdenking inclusiever te maken. Nieuw dit jaar was het pop-up restaurant Bar Bungkus. Hiermee wilde ze tegemoetkomen aan de wens voor ont­ moeting en reflectie. Oppatja: ‘Het was fantastisch om te zien hoe mensen elkaar opzochten om samen te eten, drinken en praten. Mensen ervaren dat er ruimte is voor verschillende perspectieven en er heerst een enorm gevoel van verbondenheid en persoonlijk contact. De tweede generatie voelt ruimte voor eigen emoties en verha­ len, en die openheid helpt anderen ook te delen. Dit komt deels door het verstrijken van tijd maar ook de betrokkenheid van jon­ gere generaties. Zij durven vragen te stellen die hun ouders vermeden en ze begrijpen de behoeften van hun leeftijdsgenoten.’ Nieuw dit jaar waren ook de activiteiten van de jongerenorganisatie van de nationale herdenking: Jong1508. ‘Verjonging is geen holle frase. Jongeren krijgen daadwerkelijk ruimte om de herdenking van de toekomst mee vorm te geven. En zij leren weer van de oudere generatie, er is een soort gretigheid om naar elkaars verhalen te luisteren. Dit wederzijds leren draagt bij aan de kracht van onze herdenking.’


Reportage | Makers aan het woord

Veteranen Search Team

Dennis en Mariska van der Kraats, oprichters

“The sky is the limit”

Bijna zes jaar, 244 zoekacties, 2600 vrijwilli­ gers en een grote professionaliseringsslag verder is het Veteranen Search Team niet meer weg te denken in Nederland. Dit jaar sloten ze een convenant met de politie waardoor ze nog sneller kunnen helpen bij zoekacties naar vermiste personen. Wat maakt hun succes? Mariska en Dennis praten er nuchter over. ‘We kunnen dat, dus we doen dat, zo simpel is het.’

46

Mariska: ‘Als we nu zien hoe het VST het leven van onze vrijwilligers verandert, dat raakt ons diep. Mensen die zich weer nuttig voelen, een sociaal netwerk hebben en die onderdeel zijn van iets groters. Veteranen vinden trots in het VST en hun veteraanschap, los van stereo­ type nadruk op beschadiging.’ Ook vanuit de politie ontstond een vraag. Dennis: ‘De politie wilde wel, maar miste de middelen en tijd voor zoekacties. Wij vullen dat gat. We zien nu ook een kentering. Politiemensen die eerst wat terughoudender waren zien nu dat we een serieus inzetmiddel zijn geworden, zeker nu hun eigen organisatie de samenwerking met ons is aangegaan. Hun zoekmethoden zijn verbeterd en jonge agenten halen motiva­ tie uit de impact en kameraadschap die ze bij het VST ervaren.’ Hij blikt terug op een zoekactie van afgelopen jaar. ‘De politie zat redelijk uit de richting. Dat zat me niet lekker. We besloten op eigen initiatief een deel van ons team naar een andere locatie te sturen. Dit leidde tot de inzet van een politiehelikop­ ter en een succesvolle redding. Het is een mooi voorbeeld als het gaat om de waarde van onze kennis en ervaring, en het tekent de nauwe samenwerking en het vertrouwen dat we hebben opgebouwd met de politie.’

Sinds de oprichting vertoont het VST een constante jaarlijkse groei van 100% in het aantal zoekacties. In plaats van 4 uur zijn ze nu binnen 2 uur ter plaatse, met als doel om dit te verkorten tot 1 uur vanuit het hele land. Het werven van vrijwilligers is overbodig; wekelijks melden zich niet alleen veteranen, maar ook oud-politiemensen, brandweerlie­ den en militairen zonder veteranenstatus. Dit zorgt voor een interessante mix aan ervarin­ gen en ideeën. ‘Maar we blijven een vetera­ nenclub die de deur heeft opengezet voor overige geüniformeerden,’ aldus Dennis. ‘Heel praktisch: met politiemensen begrijpen we elkaar voor 95%, maar met militairen heb je gewoon minder woorden nodig. Het werkt als je die mix behoudt.’ Mariska wijst op de erkenning van Vfonds voor betaalde krachten naast vrijwilligers en de stabiliteit die dit biedt voor doorlopende kosten zoals digitale tools en live monitoring; hierdoor is er weer ruimte voor training, vrijwilligersver­ goedingen en verdere ontwikkeling.’ Hoe ze de toekomst zien? Dennis: ‘De focus blijft op uitvoering, verdieping van expertise en individuele begeleiding. Nu durf ik gerust te zeggen: 100 inzetten per jaar kunnen we aan.’


Soort artikel | Titel

rK

rop

Still: Mark de Blok

a lm Po r t r e t : E

De Joodse Raad

Paula van der Oest, regisseur

“Een televisieserie over keuzes maken met goede intenties maar met verschrikkelijke gevolgen” Filmmaker Paula van der Oest schreef een paar jaar geleden het scenario van De Slag om de Schelde. ‘Die speelfilm ging over een jongen die het goede voorheeft met de wereld maar het verkeerde kiest, een andere jongen die om de verkeerde redenen voor de goede kant kiest en een meisje dat denkt buiten schot te kunnen blijven, maar door omstandigheden bij het verzet beland. Het is een spannend verhaal dat jongeren aanspoort na te denken over hun eigen rol in de maatschappij. Wat denk ik bij de jongeren 47

kijkers zeker is overgekomen is dat er altijd grijze gebieden zijn wanneer we keuze maken in ons leven. De grijze gebieden werden vroe­ ger ook wel getoond in oorlogsfilms, maar toen werden er eerder films gemaakt over helden. Ik heb zeker respect voor mensen die zichzelf opofferen voor een hoger doel, maar ik maak liever films over onder welke omstan­ digheden je welke keuzes je maakt.’ In maart brengt de EO de televisieserie over de Joodse Raad met deze keer Paula van der Oest als regisseur. Ook deze film laat weer zien hoe het is om keuzes te maken en wat de con­ sequenties ervan zijn, gevolgen die je van te­ voren niet altijd kan inschatten. Van der Oest: ‘De Joodse Raad werd in de Tweede Wereld­ oorlog door de nazi’s in het leven geroepen om de deportatie van de Nederlandse Joden efficiënt te laten verlopen. Wij denken dat de keuze van David Cohen en Abraham Asscher om die Raad voor te zitten niet was ingegeven door opportunisme, maar omdat ze dachten dat het goed was om in gesprek te blijven met de Duitsers. Dat bleek een keuze te zijn met verschrikkelijke consequenties, zo weten we nu. Maar wat veel mensen niet weten en wat we in de serie laten zien is hoe geraffineerd en sluiksgewijs het plan van de Duitsers was om de Joodse mensen in de val te lokken. Cohen en Asscher aan de andere kant hadden de

strategie om zoveel mogelijk tijd te rekken en als de oorlog eerder was afgelopen dan had­ den ze veel levens kunnen redden. In de serie volgen we ook Virrie, de dochter van David, die haar vader bewonderd om zijn wijsheid, maar steeds meer inziet dat het niet goed afloopt en vanuit haar crèche tientallen Joodse baby’s en peuters weg smokkelt naar onderduikadres­ sen. Ook hier laten we verschillende kanten zien en de consequenties van keuzes. David heeft de oorlog overleeft en is toen met de nek aangekeken, maar sinds een aantal jaar is het beeld gaan kantelen.’ Ook de makers van de film hebben keuzes gemaakt, in hun geval om niet een vrijblijvend verhaal te vertellen, maar de nuance op te zoeken. ‘Het is hele sensitieve materie waar­ voor de scenarioschrijvers vijf jaar bezig zijn geweest met research en met veel gesprek­ ken met historici en betrokkenen. We hebben gebruik gemaakt van het recente, zeer genu­ anceerde boek van Bart van den Boom over de Joodse Raad en het boek uit 1983 van journalist Hans Knoop. Ik weet zeker dat er bij het uitkomen van de serie mensen boos zullen zijn en zullen vinden dat we dingen niet goed hebben verteld of overgeslagen. Maar we hebben geprobeerd om zo integer en volledig mogelijk te werken.’


Soort artikel | Titel

48


Soort artikel | Titel

Democratie Stem van de samenleving

Democratie, het systeem dat onze samenleving vormgeeft. Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar wat is het eigenlijk? In dit deel onderzoeken we wat democratie is en hoe het samenhangt met begrippen als vrijheid, de rechtsstaat en de waarde van dialoog. Mensen delen hun perspectief op wat democratie voor hen betekent, ook op de momenten waarop het schuurt en wringt. Wat kan democratie voor antwoorden geven in onze tijd, en hoe verhoudt zich dat tot de vraag of je alles mag zeggen wat je denkt? In het licht van zorgen en ontwikkelingen rondom conflicten, zoals de recente oorlog tussen Israël en Hamas, krijgt dit onderwerp een extra dimensie. 49


Soort artikel | Titel

50


Interview | Over de waarde van democratie

Wandelen met econoom Marcia Luyten, schrijver van het boek Democratie is niet voor bange mensen

Over de waarde van demo­ cratie

51

“Democratie is stukje voor stukje werken aan suboptimale oplossingen. Maar het is het beste dat we hebben.”


Interview | Over de waarde van democratie

Democratie staat overal in de wereld onder druk, ook in Neder­ land. Hoe komt dat eigenlijk en wat kunnen we daaraan doen? Haar nieuwe boek Democratie is niet voor bange mensen gaat erover. Tijdens een wandeling vertelt Marcia Luyten (1971) over de waarde van democratie. Interview Koos de Wilt | Fotografie Friso Keuris Ze wandelt vaak door dit natuurgebied vlakbij Broek in Waterland, het dorp net boven het drukke Amsterdam. Het is een wijds landschap met plassen en bloemen. Een paar decennia geleden was hier de gifbelt van Amsterdam; in 1980 was dit een van de eerste grote gifschandalen toen er tienduizend vaten zwaar gif werden aangetroffen. Inmiddels heeft het gebied een complete metamorfose doorgemaakt waarvan maar weinig mensen indertijd konden hopen. Toch is het gelukt. ‘Mensen hier in de buurt klaagden toen al jaren over de vervuiling van de grond, maar het was op gegeven moment een boze buurtbewoner die de sluizen letterlijk dichtlaste waardoor het gifaval hier niet meer naartoe gebracht kon worden. Eén man zorgde er dus voor dat gebeurde wat gedaan moest worden. Door zijn handelen kwam er eindelijk verandering in beleid. Gewoon door op te staan.’ Marcia Luyten is bij veel mensen vooral bekend als co­ lumnist van De Volkskrant en ze presenteerde jarenlang het programma Buitenhof. Ze werd iets meer dan vijftig jaar geleden geboren in Limburg in de tijd dat de mijnen een paar jaar ervoor dicht gingen. Haar vader werkte toen voor de sociale dienst waar de werkloosheid als een epidemie was binnengekomen. Veel later zou zijn dochter Marcia er een boek over schrijven, Het geluk van Limburg (2015), over hoe de mijnstreek ontredderd was achtergelaten. Marcia ging Economie en Cultuuren Wetenschapsstudies studeren in Maastricht en

belandde in Den Haag bij het zogenaamde klasje van Buitenlandse Zaken, net als haar latere partner Jeroen de Lange. Weer later zou ze hem achternareizen naar Rwanda, waar hij aan de slag ging voor Buitenlandse Zaken. Dat was een paar jaar nadat daar de genocide zich had afgespeeld. Daar was journalistiek wat te halen, zo wist Luyten, en daar schreef ze over in Het Parool, NRC en de Volkskrant en later in haar boek Wit, niet blank. Mijn eerste jaren in Afrika (2108). Daar in Afrika was ze erachter gekomen hoe ingewikkeld het is om zoiets als een westerse meerpartijendemocratie te introduceren. ‘Democratie als uiteindelijk eindstadium leek ineens ook niet meer zo vanzelfsprekend. Terug in Nederland zag ik dat de democratie ook hier begon af te brokkelen en dat de moraliteit onder druk stond. Mensen pleegden bijvoorbeeld zonder schaamte fraude met hun reisverzekering.’ Over democratie schreef Luyten haar recente boek Democratie is niet voor bange mensen. Een boek met verhalen over democratie, over hoe het in de gevarenzone is gekomen en wat we daartegen zou­ den kunnen doen. Luyten: ‘De titel raakt aan de huidige sociale ongelijkheid, het fundamentele probleem onder onze democratie. Mensen zijn onzeker geworden, ze zijn niet in staat het goede te kiezen en vooruit te denken. Ze laten zich verleiden door korte termijn antwoorden en loze argumenten van populisten. Pas als mensen genoeg bestaanszekerheid hebben, zijn ze in staat om weloverwogen lange termijn beslissingen te nemen. De energietransitie en de klimaatcrisis eisen beslissingen

“Pas als mensen genoeg bestaanszekerheid hebben, zijn ze in staat om weloverwogen lange termijn beslissingen te nemen.” 52


Interview | Over de waarde van democratie

“Mensen zijn onzeker geworden, ze zijn niet in staat het goede te kiezen en vooruit te denken. Ze laten zich verleiden door korte termijn antwoorden en loze argumenten van populisten.’”

van mensen die niet bang zijn. En dat is geen luxe meer. We kunnen het ons niet meer permitteren deze grote beslissingen nog langer uit te stellen.’ Populisme Maar hoe zorg je ervoor dat mensen niet bang zijn? ‘Dat kan door herverdeling, te zorgen dat de kloof tussen de haves en de havenots niet groter wordt, dat het aantal miljonairs en het aantal voedselbanken niet stijgt.’ Maar hoe kunnen we dit politiek bereiken nu duidelijk is dat de kiezer dat niet lijkt in te zien? ‘Het klopt dat mensen liever voor een populist als Trump stemmen, iemand die schijnbaar makkelijk oplossingen aandraagt en uitein­ delijk niet voor hun belangen opkomt. Dat is misgegaan toen de sociaaldemocraten vanaf eind jaren tachtig te veel zijn meegegaan met de agenda van het neo-libe­ alisme. Dat is ook: met degenen die de financiële crisis veroorzaakten, zoals de banken die zich niets meer gele­ gen lieten liggen aan hun maatschappelijke verantwoor­ delijkheid. Alles werd markt, alles en iedereen wordt in termen van geld uitgedrukt. Waarden als eer en moraal zijn daar ondergeschikt aan gemaakt. Wie je bent, wordt bepaald door wat je consumeert. Maar ja, om dat om te keren, heb je leiders nodig met gezag en vertrouwen, die dat kunnen uitleggen. Iemand die in staat is mensen mee te nemen in de grootste transitie in de afgelopen 75 jaar. Ik geloof dat we dit alleen via de weg van de democratie vorm kunnen geven. In een lang en gecompliceerd pro­ ces produceert het suboptimale uitkomsten, maar het is het beste methode die we hebben.’

53

Luyten loopt langs de paden door glooiende velden van riet en bloemen en vertelt over een verhaal in haar boek; over haar zoon Abel die op kickboksen ging. ‘Je moet weerbaar zijn. Ook een democratie moet weerbaar zijn. Na de genocide in Rwanda kwam er een leider naar voren die in een getraumatiseerde samenleving, waarin bevolkingsgroepen tegenover elkaar stonden, voor orde wist te zorgen. Ik ben niet voor een despoot, maar president Paul Kagame heeft wel de corruptie succesvol aangepakt, onderwijs en zorg verbeterd. Alleen is hij doorgeslagen in zijn politieke repressie. Kagame was een leerling van de Oegandese generaal Yoweri Museve­ ni, die vocht tegen dictator Milton Obote. Wij in het wes­ ten hadden het toen over “de Afrikaanse renaissance”. Maar bevrijders werden dictators en journalisten kregen de mond gesnoerd. Ook in Zuid-Afrika heeft Mandela uiteindelijk geleid tot de corruptie onder ANC-leden. Het is niet eenvoudig. Er is hier in Europa ook steeds meer schaamteloze zelfverrijking van een bovenlaag zoals ik die ook in Afrika zag. Dat moeten we zien te keren. We moeten weer de meerwaarde inzien van een sterke staat. Dan bedoel ik niet: bemoeizuchtig of autoritair. Maar een overheid die voorwaarden schept, echt gelijke kansen creëert, en die staat voor waarden als rechtvaar­ digheid. Te grote verschillen is niet rechtvaardig. Onze staat is ten prooi gevallen aan wat in de jaren negentig New Public Management heette; zelf leeg van inhoud, maar sturend op processen. Ik denk dat de democratie in de Scandinavische landen het sterkst is. Daar zijn de vermogensverschillen beperkt en zijn de sociale voorzieningen op orde. In veel westerse landen zijn die in


Interview | Over de waarde van democratie

gevaar en daarmee ook de democratie. Het idee dat als het met de bovenlaag van de bevolking goed gaat, dat het dan met de rest ook goed gaat, heeft simpelweg niet gewerkt. Sociale media Volgens de schrijver hebben we bovendien te maken met sociale media die de brandstof zijn voor negatieve ontwikkelingen. ‘Toen ik in 1997 bij Buitenlandse Zaken ging werken, had ik ook een aanbieding van mijn univer­ siteit om promotieonderzoek te doen naar de invloed van internet op de democratie. We kunnen het ons niet meer voorstellen, maar internet stond toen in de kinder­ schoenen - ik had zelf pas net een aansluiting - en we zagen het gevaar van het internet niet. We dachten juist dat het de democratie zou versterken, omdat iedereen op elk moment toegang zou hebben tot de waarheid. Inmiddels is internet juist een vehikel voor degenen die fake news inzetten om aan de macht te komen en zichzelf te verrijken. Mensen als Trump hebben zo door manipulatie en bedrog zijn verliesgevende business een draai kunnen geven. Democratie en een eerlijke verde­ ling van welvaart werden daarmee verder in gevaar ge­ bracht. Ik denk dat we weer toe zijn aan een zelfbewuste en krachtige overheid die durft in te grijpen.’ Vraag blijft: hoe doe je dat? Luyten: ‘Toen JFK in 1962 zei dat hij binnen tien jaar een man op de maan zou zetten, had hij nog geen idee hoe. En NASA wist het ook niet. Toch is het hem gelukt: Armstrong zette binnen tien jaar een eerste stap op de maan, gewoon door ervoor te kiezen, en doordat de overheid alles op alles zette om het mogelijk te maken. Het kan steeds beginnen bij een persoon, of dat nu een president is of de man die sluizen dichtlast. Zo ook moet de overheid krachtiger kiezen voor een transitie waar we uiteindelijk niet omheen kunnen als we als mensheid willen overleven op deze planeet. Dat kunnen we niet overlaten aan een paar me­ gabedrijven die nu de dienst uitmaken op het internet en

sociale media inzetten als verdienmodel. De Europese Commissie moet ingrijpen. Niet vanuit idealisme, maar op basis van realistische analyse van waarin we ons be­ vinden. We moeten een circulaire economie worden, het is een kwestie van to be or not to be. Als je leeft zoals wij Nederlanders leven, hebben we eigenlijk drie planeten nodig. Het is als in de film Don’t Look Up, waarin je ziet dat mensen niet in beweging komen. En daarom schrijf ik, als individu die een verschil probeert te maken.’ Op dit moment schrijft de econoom een boek over de tijd dat de Nederlanders in Brazilië suikerplantages had­ den. Een boek waarbij we uit het verleden iets kunnen leren en één individu het verschil kan maken. Luyten: ‘Het was de tijd dat de Hollandse kooplieden plantages en slaven overnamen van de Portugezen. Hier zijn slaven voor het eerst massaal ingezet door de Hollanders om rijk te worden. Het was ook de tijd dat ons huidige eco­ nomische systeem met anonieme aandeelhouderschap werd geïntroduceerd in bedrijven als de WIC en VOC. Dit systeem zorgde ervoor dat sommige mensen extreem rijk werden, terwijl grote groepen mensen, waaronder de oorspronkelijke bevolking en de tot slaaf gemaakten, het slachtoffer werden. Bovendien werden grote stukken na­ tuur opgeofferd om ruimte te maken voor plantages en latere industrieën. Ik schrijf in mijn boek over een Neder­ lander die overloopt naar de inheemse stam en de strijd aangaat tegen de Portugezen. Hij komt op voor degenen die lijden onder dit systeem. Deze situatie lijkt sterk op onze huidige maatschappij, waarin een klein deel van de wereldbevolking miljarden anderen uitbuit. Ondertussen gaan we steeds meer inzien dat de manier van leven van inheemse stammen duurzamer blijkt te zijn dan de onze. We moeten weer in evenwicht leven met de natuur waar­ bij we niet nemen, maar ermee leven. En in dankbaarheid voor wat de natuur ons geeft. Hier waar we nu wandelen, zie je in het klein hoe dat kan. Bovenop wat de grootste gifbelt was, is het weer een zee van bloemen.’

“Je hebt leiders nodig met gezag en vertrouwen, die dat kunnen uitleggen. Iemand die in staat is mensen mee te nemen in de grootste transitie in de afgelopen 75 jaar.” 54


Column | Tieners over democratie

“Democratie is voor mij het gevoel hebben gehoord te zijn.”

Sophia Biermann (17 jaar), leerling Vossius gymnasium in Amsterdam en deelnemer aan het Europees Jeugdparlement Sophia was een van de tieners die afgelopen zomer in Azerbaijan meedeed aan het Europees Jeugdparlement. ‘Het is geen wedstrijd, het ging erom hoe je samen een probleem kunt oplossen, hoe je samen een mening kunt vormen waarmee iedereen het eens is. Ik heb best wel een sterke mening, maar het was voor mij interessant om te merken dat ook ik na een discussie echt van mening kon switchen. Ik leerde hoe veel en ook hoe lang je doet om tot een gezamenlijk oordeel te komen. Mooi is dat bij de besluitvorming eigenlijk iedereen wel een zienswijze heeft die tot een beter gezamenlijk oordeel leidt. Ik zat in een groep met jongeren uit Azerbeidzjan, Italië, Duitsland, Tsjechië en Polen. Met het Duitse meisje had ik een vergelijkbare kijk op dingen, maar juist ook de anderen brachten interessante nieuwe inzichten. Zeker als jongeren uit een minder vrij land kwamen, was het soms moeilijk om ze hun mening los te krijgen Juist hun opmerkingen laten zien hoe waardevol vrijheid en demo­ cratie zijn. Ook jongeren die minder goed geschoold zijn geven inzichten die waardevol zijn, zo merk ik wel als ik in de stad uitga met mijn vrienden. Het gaat dan bijvoor­ beeld over dingen die te maken hebben met vertrouwen in autoriteiten, iets dat hoogopgeleiden vaak wat eerder

55

hebben, bijvoorbeeld bij het coronabeleid. Ook die andere geluiden zijn belangrijk. Het is voor iedereen be­ langrijk om het gevoel te hebben gehoord te worden. Al­ leen dan komen we er samen uit. Democratie is voor mij ook dat je het gevoel hebt dat jouw mening ertoe doet, en dat is een veilig gevoel. Dat heb ik ook als ik met mijn ouders en duizenden andere mensen op en om de A12 sta om op te komen voor het klimaat. Het geeft heel veel kracht en geloof dat we samen echt het verschil kunnen maken. En natuurlijk moet je dan altijd blijven nadenken hoe je ook in gesprek kunt komen met de mensen die boos in de file komen te staan. Het is heel belangrijk ook aan hen uit te leggen waarom het belangrijk is dat we daar staan. We doen het namelijk ook voor hen!’


Ervaringsverhalen | De mond gesnoerd

d r e o n s e g d

n o m De

De kracht en de grens van de vrijheid van meningsuiting In Nederland hechten we veel waarde aan het recht om vrijuit te spreken en onze gedachten te uiten. Vrijheid is als water uit de kraan, het is er gewoon. Maar dat vrijheid van meningsuiting niet overal en te allen tijde vanzelfsprekend is, vertellen deze mensen. Wat zijn de grenzen ervan en hoe komt het dat dit grondrecht zowel inspiratie als irritatie kan opwekken? 56


Ervaringsverhalen | De mond gesnoerd

Jan Eikelboom Oorlogscorrespondent “De waarheid is een moeilijk ding” Wat gebeurt er met mensen die op een dag in oorlogssituatie belanden of te maken krijgen met een repressief regime en niet meer vrijheid kunnen spreken? Hoe reageren zij daarop en hoe vinden ze toch manieren om hun stem te laten horen? Oorlogsjournalist Jan Eikelboom deed er overal in de wereld verslag van. Nu weer in Israël en Oekraïene Interview Koos de Wilt In 2014 werd hij uitgeroepen tot ‘Journa­ list voor de Vrede’ voor zijn, zoals de jury omschreef, onafhankelijke, objectieve en kritische berichtgeving die heeft bijgedra­ gen tot een cultuur van vrede en recht­ vaardigheid. Eerder won hij al de Tegel, een belangrijke journalistenprijs die hij kreeg voor zijn reportages over de oorlog in Syrië. Jan Eikelboom (1964) is bij televisiekijkers vooral bekend als de journalist die voor Nieuwsuur verslag doet in oorlogsgebieden 57

overal in de wereld. ‘Ik hou ervan verhalen te vertellen, waar dat dan ook is. En eigen­ lijk doet een oorlogscorrespondent niets anders dan een burenruzie verslaan, het is dezelfde dynamiek als waar de Rijdende Rechter mee te maken krijgt: verslag doen van situaties waar mensen tegenover elkaar staan en boos zijn op elkaar. Verslag doen van gedoe in de gemeenteraad in Vlaar­ dingen is in die zin niet veel anders dan de oorlog in Syrië verslaan, al zijn de risico’s in een oorlogsgebied wel veel groter.’ Zijn internationale carrière begon in 1990 voor de VARA-radio, een watersnoodramp in Bangladesh. Bekend werd hij vooral van zijn reportages over de Arabische Lente vanaf het Tahrirplein in Cairo. Hij schreef er later twee boeken over. Hij deed verslag van oorlogen in Kosovo, in Oost-Timor, in Liba­ non en Libië en was bij vluchtelingencrises in Irak en Rwanda. Hij was bij de politieke omwentelingen in het voormalige Joegosla­ vië, in Zuid-Afrika en heeft wel honderd keer het Palestijns-Israëlisch conflict verslagen. ‘Wat mij steeds opnieuw opvalt, is dat het leven gewoon doorgaat, ook als de stad in puin ligt en mensen massaal omkomen. In Aleppo was een keer een flatgebouw

geraakt door een raket en zag ik dat de lijken uit het puin werden gesleept terwijl daartegenover een vogeltjesmarkt was die gewoon openbleef. Even verderop waren de restaurants vol terwijl weer een stukje verder een veldhospitaal was opgezet waar mensen lagen dood te bloeden. In Oekraïne zie ik nu hetzelfde. De veerkracht is iets wat me steeds weer opvalt, hoe mensen door­ gaan met leven.’ Arabische Lente In 2016 stopte de journalist even met verslaggeving in oorlogsgebieden. ‘Ik had het wel een beetje gezien en was ook al een paar keer door het oog van de naald ge­ kropen. Het was de tijd dat de fotojournalist Jeroen Oerlemans werd doodgeschoten door een IS-scherpschutter in Sirte, een provinciestadje in Libië waar de strijd toen het hevigst was. Ik had een afspraak met Jeroen staan precies op de dag dat hij stierf, op mysterieuze manier was het ons niet gelukt daar op tijd te zijn. Toen had ik het gevoel dat mijn engeltjes op waren. Toch ben ik weer begonnen, in Oekraïne dit keer en in het Midden-Oosten. Het bloed stroomt waar het gaan kan.’ Is hij niet cynisch geworden over mensen die strijden


Soort artikel | Titel

voor een betere wereld? ‘Ik geloofde echt dat het met de Arabische Lente goed zou komen, maar daar vergiste ik me in, net als de meeste mensen. Aan de andere kant ben ik in oorlogssituaties wel meer gaan geloven in de goedheid van de mens. Ik zie de meest vreselijke dingen, maar ook hoe mensen elkaar steeds weer uit de penarie slepen. Individuen, organisaties, dorpsgemeen­ schappen staan steeds op, bijvoorbeeld een leraar in Aleppo die iedere dag de frontlinie overstak om aan de andere kant, in een geïmproviseerd schooltje, les te even aan kinderen. Ik zag heel vaak hoe mensen een karig maal of een wankel onderdak deelden met elkaar en veerkrachtig bleven onder de meest erbarmelijke omstandigheden. Dat houdt me tegelijkertijd wel een spiegel voor als ik mensen hier in Nederland hoor klagen.’ De waarheid vinden Hoe is het te werken in gebieden waar mensen de mond gesnoerd wordt? ‘Mensen vinden vaak hun weg wel op een of andere manier. Naar buiten toe is Iran een gesloten Islamitische staat en houdt het regime overal streng de controle over het leven van haar burgers, maar ondertussen is mijn ervaring dat je steeds mensen tegenkomt met wie je open gesprekken kunt hebben. In Teheran sprak ik meisjes met hoofdoek die

Hugo de Groot (1583-1645) Rechtsgeleerde en schrijver De Tower in Londen, de Loebjanka in Moskou en Robbeneiland bij Kaapstad zijn bekende plekken waar politieke gevangenen werden vastgehouden. Ook hier hadden we onze eigen staats­ gevangenis: Slot Loevestein. In de 17e eeuw werden daar veronderstelde vijanden van de macht opgesloten, ondanks dat het gebied dat we nu Nederland noemen bekend stond als vrij en tolerant. De rechtsgeleerde Hugo de Groot zat er gevangen tussen 1619 en 1621. Hij werd veroordeeld

omdat hij een ander idee had over een godsdienstkwestie en werd zonder eerlijk proces tot levenslang veroordeeld. Hij ontsnapte door zich te verstoppen in een boekenkist. Na zijn spectaculaire ontsnapping schreef hij baanbrekende boeken over internationaal recht en individuele rechten. Zijn ideeën blijven nog steeds mensen inspireren.

openlijk over hun hang naar vrijheid spraken. Achter de voordeur is er heel veel vrijheid, ook in het strenge Teheran. Tegelijkertijd weet je in die landen nooit precies wat mensen vinden. Als journalist voel ik me altijd verantwoordelijk voor de mensen die ik spreek en wat je daarvan uitzendt. Dat bespreek ik altijd met mensen die er middenin zitten en het gevaar kennen.’

nadat de witte trucks wegreden, kwamen er ineens, uit alle hoeken en gaten, gewapende rebellen de straat op. Toen merkten we ook dat zeker niet iedereen achter deze rebellen stonden en dat het nooit zwartwit is. Al die geluiden wil ik laten horen, want die verhalen samen laten zien waar het over gaat in zo’n oorlog. Gelukkig mochten we ook die geluiden laten horen in Nederland, ook al paste het niet altijd bij het beeld dat er in Nederland heerst bij redacties.’

Hoe moeilijk is het de waarheid te achterhalen waar regimes dat niet willen? Eikelboom: ‘Vaak kom je er niet achter wat mensen echt vinden, zoals nu ook in Oekraïne waar er ongetwijfeld Oekraïners zijn die de Russen goedgezind waren en zijn. Hun stemmen hoor je nu niet meer, die mensen houden zich gedeisd. Maar hun verhalen wil ik natuurlijk ook laten horen, zoals ik ook de vele mensen die achter het regime in Damascus stonden wilde spreken, met name onder de alevieten en christenen die bang zijn voor hun lot als het Syrische regime valt. Als je daar bent, spreek je veel met mensen in de bar en in de winkels en krijg je stukje bij beetje wel een goed beeld wat mensen vinden. En je leert ook dat het nooit eenduidig is. Dat bleek bijvoorbeeld toen we waren meegereden met VNkonvooi naar een rebellengebied in Syrië. Wij besloten er toen achter te blijven en vlak

In Slot Loevestein is t/m februari 2024 de tentoonstelling ‘Monddood’ te zien, met de verhalen van Hugo de Groot en andere politieke gevangenen die hun stem hebben weten te behouden.

Allemaal propaganda Voor Eikelboom is zoiets als de waarheid nooit eenduidig. ‘Ik ben al lang afgestapt van het idee dat het in burgeroorlogen de good guys zijn die tegen de bad guys vechten. De waarheid wordt vaak verstoord door propaganda aan beide zijden. Maar het is ook zo, zeker in het Midden-Oosten, dat verschillende partijen op basis van dezelfde feiten hun eigen waarheid kunnen creëren. Wat voor de één een terrorist is, is van de ander een vrijheidsstrijder. Ik denk dat de taak van journalistiek is om deze verschillende waarheden te belichten en te laten zien waarom mensen erin geloven. Zonder daarbij partij te kiezen. Ik denk dat dat in Nederland nog steeds kan, ook nu ik zelf ervaar hoe onze media aan het polariseren zijn.

“Wat voor de één een terrorist is, is van de ander een vrijheidsstrijder.” 58


Ervaringsverhalen | De mond gesnoerd

Lisa Weeda Schrijver “Mijn paspoort geeft mij heel veel vrijheid, met oneindig veel privileges.”

Het was al oorlog sinds 2014 in Oekraïne. De roman Aleksandra van Lisa Weeda heeft dit als beginpunt. Zo’n drie maanden na het verschijnen van het boek begon ook de grote invasie in 2022. Het is een persoonlijk verslag van alles wat voorafging, nog voor de schrijver wist dat de vrijheid echt onder vuur kwam te liggen. Interview Koos de Wilt Foto Esther Lutgendorff Lisa Weeda (Rotterdam, 1989) is hier in Nederland opgegroeid, in een land waar vrijheid vanzelfsprekend is. Maar de jeugd van haar grootmoeder was heel anders. In hoeverre zit het traumatische verleden en heden van Oekraïne ook in het systeem van de schrijvende kleindochter? ‘Ik ben ermee opgevoed, mijn ouders namen mij als klein kind al mee naar de concentratiekampen van Buchenwald en Auschwitz en naar het getto van Krakau. Ik weet nog dat ik een jaar of dertien was en zag hoe Joden daar 59

op elkaar gepropt hadden geleefd voor ze werden afgevoerd. Ik zag daar toen kinder­ tekeningen op de muur die er precies zo uitzagen als ik ze toen tekende. Dat was heel confronterend, maar ik was niet bang, wel enorm gefascineerd. Terwijl andere kinderen in de klas een spreekbeurt gaven over hun hamster, vertelde ik over de verschrikke­ lijkheden in de vernietigingskampen. Ik zat ook in een multiculturele klas met Albanese kinderen en met Koerdische, Turkse, Ber­ bers, Surinaamse en Antilliaanse kinderen. Daardoor leerde ik al snel iets over oorlogen en de strijd tussen verschillende etnische bevolkingsgroepen. Met mijn familie, die regelmatig op bezoek was, werd niet veel over de oorlog gesproken, ze kwamen uit Kazachstan, Rusland en Oekraïne op bezoek en ik wist dat het daar niet altijd vrede was. Ik zag dus al snel in dat de rust die we hier in Nederland hebben niet vanzelfsprekend is.’ In haar roman reist Lisa voor haar vierenne­ gentigjarige grootmoeder Aleksandra naar de bezette Oekraïense provincie Loegansk. Ze gaat op zoek naar het graf van haar oom Kolja, die sinds 2015 is verdwenen. In een wonderlijk verhaal ontmoet Lisa haar overgrootvader Nikolaj. Die wacht al sinds

zijn eigen dood in 1953 op zijn dochter Aleksandra die hij in 1942 als meisje op de trein heeft gezet om als Ostarbeiterin te werken in Duitsland. In het vervreemdende verhaal beweegt de lezer door te tijd. Niet lang na het verschijnen van de roman startte de volledige invasie van Oekraïne. ‘Ik ben blij dat mijn boek daarvoor is verschenen’, zegt Lisa Weeda, ‘anders zou het opportunistisch zijn overgekomen, nu geeft het een diepere lading aan waar we sindsdien in heel Europa doorheen gaan. Wat het betekent als vrijheid onder vuur komt te liggen.’ Hoe denk je dat je in de roman opgevoerde overgrootvader Nikolaj zou denken over vrijheid? Lisa: ‘Op het moment dat hij zijn dochter op de trein zet zegt hij er twee dingen over. Ten eerste: “Als het daar beter is, moet je daar blijven” en ten tweede: “Vergeet niet dat je vader een Don Kozak is”. Een jaar geleden voegde mijn oma daar nog iets aan toe. Hij zou ook hebben gezegd: “Als ik geen vrouw en ande­ re kinderen had, dan was ik met je meege­ gaan.” Dat zegt alles over hoe onderdrukt hij zich voelde. Economisch was het niet gemakkelijk, maar het ging hem vooral over het monddood gemaakt worden. Het risico zomaar te verdwijnen als je je wel uit zou spreken. En dat is nog steeds aan de hand.’


Ervaringsverhalen | De mond gesnoerd

“Jammer is wel dat ook in Nederland het niet meer altijd vanzelfsprekend is vrij je mening te kunnen geven.” Root shock ‘Waar ik de laatste tijd veel aan denk, is het belang dat je je roots mag hebben’, zegt de schrijver. ‘Daar gaat het in deze oorlog ook over. De Sovjets hebben in hun tijd heel veel zogenaamde root shock toegepast. Door bijvoorbeeld hele groepen Kazachen naar elders deporteren en de Krim-Tataren massaal op de trein te zetten naar Uzbekistan. Hele dorpen en eigen bestuurssystemen van Kozakken werden weggevaagd en boeren werden massaal van hun land verdreven om er staatsboerderijen van te maken. In de jaren twintig en dertig werden in de Sovjet-Unie massaal schrijvers in showprocessen veroordeeld en vermoord om er zo voor te zorgen dat hun verhalen en hun taal werd uitgeroeid. Vele, vele miljoenen mensen werd hun roots ontnomen, het gevoel ontnomen ergens veilig thuis te komen. Ze werden dolende mensen. Ook

toen de Russen in 2014 de Donbas en de Krim annexeerden werden Oekraïense boeken gezocht om te worden vernietigd. Het begon weer opnieuw.’ ‘Voor mijn boek reis ik nu heel veel door Europa’, vertelt Lisa. ‘En wat ik merk is dat wij misschien wel het beste paspoort hebben van wel de hele wereld. Mijn paspoort geeft mij heel veel vrijheid, met daarbij oneindig veel privileges. Mijn partner heeft een Roemeens paspoort en ik ben er inmiddels aan gewend dat als zij reist, zij meer gecheckt wordt. Jammer is dat het ook in Nederland niet meer altijd vanzelfsprekend is je vrij te kunnen uiten. Als je ziet wat de schrijver Pim Lammers over zich heen krijgt op sociale media naar aanleiding van een genuanceerd stuk proza over pedofilie, dan zijn we teruggeworpen in de tijd.’

Anton de Kom (1889-1945) Schrijver en activist Anton de Kom staat vandaag de dag bekend als een belangrijke Surinaamse schrijver en activist. In de jaren dertig van de vorige eeuw werd hij echter be­ schouwd als een gevaarlijke figuur door de Nederlandse autoriteiten. Zo schreef hij in 1934 het geruchtmakende boek ‘wij slaven van Suriname’, waarin voor het eerst de geschiedenis van Suriname van­ uit het perspectief van de gekoloniseer­ den werd beschreven. Zijn verzet tegen het koloniale regime en zijn strijd tegen ongelijkheid leidden tot gevangenschap in Su riname. Ondanks de tegenstand bleef hij onvermoeibaar zijn overtuigin­ gen uiten, zelfs als dit inging tegen de be­ langen van de Nederlandse overheid. Na de Duitse inval in 1940 sloot De Kom zich

60

Inmiddels is het boek, naast Nederland, ook verschenen in Noorwegen, Denenmarken, Tsjechië, Polen, Frankrijk, Roemenië, Hongarije en Duitsland, waar het boek het vooral goed doet. Lisa: ‘Nederlanders en Denen kenden de Oekraïense geschiedenis nauwelijks, terwijl je in het voormalige communistische Tsjechië de mensen niet hoeft uit te leggen wat een kolchoz is of wat Ostarbeiters waren. Ook hoef je daar niet te vertellen hoe de Sovjetpropaganda werkte en hoe de angstcultuur toen aanvoelde. Daar heb je dan ook andere gesprekken. Het is belangrijk dat we de verhalen vertellen. Als je de geschiedenis niet kent, dan kun je die ook niet vergeten. Dat dreigde te gebeuren in het geval van mijn grootmoeder Aleksandra. Voor veel mensen ook hier in Nederland was de invasie van 2022 de eerste les over Oekraïne, de geschiedenis van mijn oma geeft daar diepte aan.’

aan bij het Nederlands verzet, wat zijn vastberadenheid om zich te verzetten te­ gen onderdrukking benadrukte. Zijn strijd herinnert ons eraan wat het betekent om in een open en democratische samenle­ ving te leven, waarin mensen vrij kunnen spreken zonder bang te hoeven zijn voor vervolging of censuur. In de jaren zestig herontdekte Rubia Zschuschen in de Leidse Universiteitsbibliotheek De Koms manifest voor vrijheid en gerechtigheid voor alle Surinamers. Dit werk werd omarmd en breed toegankelijk gemaakt door de Surinaamse Studenten Unie. Van 10 november 2023 tot en met 7 juli 2024 is een tentoonstelling te zien over dit onbekende verhaal in Museum De Lakenhal en de Universitaire Bibliotheken Leiden


Cartoon | Ruben L. Oppenheimer

De strijd van woorden en beelden Cartoonist Ruben L. Oppenheimer over (on)vrijheid van meningsuiting

61

Al twintig jaar is hij een succesvol en veelbesproken cartoonist. Zijn spotprenten zijn dagelijks te zien in Nederlandse en Belgische kranten. Niet iedereen is fan van zijn werk. Zo ontving Ruben L. Oppenheimer na enkele cartoons van de Turkse president Erdogan tientallen dreigementen. Is de vrijheid van meningsuiting, juist voor een cartoonist, het grootste goed? Speciaal voor vfonds maakte hij deze cartoon.

Oppenheimer: ‘Dit beeld weerspiegelt het ingewikkelde vraagstuk van waar de vrijheid van meningsuiting van de een eindigt en die van de ander begint. Het beeld is uiterst symbolisch. We bestaan allemaal uit vele puzzelstukjes die op zichzelf niet uniek zijn, maar samen maken ze ons uniek. Het invullen van het laatste puzzel­ stukje zou kunnen leiden tot het snoeren van de mond. Maar het is aan de kijker om woorden te geven aan wat zonder woorden is weergegeven.’


Verslag | Debatteren doe je zo

“Ergens gewoon maar iets van vinden is niks waard.” 62


Verslag | Debatteren doe je zo

Debatteren doe je zo Stel je een wereld voor waarin debatteren de kern vormt van ons denken, waar we niet alleen praten om te zenden, maar ook om te luisteren en te begrijpen. Is deze wereld voor iedereen, of is het slechts voor een select groepje weggelegd? Tekst Renee Middendorp

Debatteren lijkt iets exclusiefs, iets moeilijks. Vaak wordt het geassocieerd met hoger opgeleiden, en dat is begrijpelijk aangezien het oorspronkelijk vooral op prestigieuze scholen, gymnasia in de Randstad en universiteiten werd beoefend. De DebatUnie bewijst dat het op alle scholen kan. Sinds 2016 organiseren ze de Benelux Debatcompetitie, inclusief regionale toernooien, voor alle schoolniveaus, van vmbo tot gymnasium, van Drenthe tot Zeeland. Het toernooi in Limburg leverde hen zelfs de De Europese Burgerprijs* op.

ondanks hun cruciale rol. ‘Ze helpen mensen om kritisch te denken en niet klakkeloos alles te geloven, zoals bij het Brexit-referendum het geval was. Het probleem daar was een gebrek aan burgers die de juiste vragen stelden, toen hen onwaarheden werden voorgehouden. Onze missie is om jongeren deze vaardigheden bij te brengen, zodat ze niet vatbaar zijn voor populisme, samenzweringstheorieën en misinformatie. Het doel is een samenleving te creëren met betere leiders en goed geïnformeerde, kritische burgers.’

Debatteren voor iedereen Rob Honig, oprichter van de DebatUnie en zelf ervaren debater, stelt dat spreken minstens zo belangrijk is als lezen, schrijven en rekenen. Hij benadrukt dat het vermogen om snel te denken en informatie effectief te verwerken, zoals bij debatteren, ook van pas komt bij het beantwoorden van schriftelijke examenvragen. En later, bij het geven van toespraken of zakelijke pitches. Het omgekeerde is niet per se waar. Als je goed schrijft, kun je niet per se goed spreken. Honig onderstreept het gebrek aan aandacht voor mondelinge vaardigheden,

Niet zwart-wit De onderwerpen voor debatten worden zorgvuldig gekozen om een eerlijke strijd te garanderen. Hoe doel is te laten ervaren dat keuze moeilijker is dan je in eerste instantie denkt, dat het dus echt een dilemma is. Honig: ‘Vrijwel iedereen ziet in dat een dictatuur als in Rusland problematisch is voor de wereld, een debat enkel daarover zou daarom geen eerlijke strijd opleveren. Maar een stelling als ”Dictators moeten amnestie krijgen in ruil voor geweldloos aftreden” is lastiger en leerzamer.’

“Elke keer als je je mond opentrekt in gezelschap dan solliciteer je naar leiderschap.” 63


Verslag | Debatteren doe je zo

De DebatUnie hanteert twee soorten stellingen: de eerste waarvoor leerlingen zich kunnen voorbereiden, wat hen in staat stelt onderzoek te doen naar minder bekende onderwerpen. En de tweede, die slechts twintig minuten van tevoren wordt onthuld, waarbij ze uitsluitend op hun algemene kennis moeten vertrouwen, waardoor teams snel moeten reageren en argumenten zelfstandig moeten opbouwen. ‘Het mooiste is dat je niet tegen elkaar debatteert, maar met elkaar. Het doel is om samen het niveau van de discussie te verhogen.’ Laboratorium van ideeën In de debatwereld is het roepen van woorden zonder ar­ gumentatie not done, vertelt Honig. ‘Je moet je uitspra­ ken onderbouwen, wat leert om vooraf na te denken en begrip te tonen voor de nuances van kwesties. Veel jon­ geren hebben nog geen uitgesproken meningen over veel onderwerpen, en dat is prima. Debatten bieden de kans om deze te ontdekken, te herzien, te versterken, of twijfels te behouden. Het is een laboratorium waar ideeën worden onderzocht en waar je pas op het laatste moment weet of je voor of tegen bent, waardoor je beide kanten moet begrijpen en verdedigen. Na het debat geven deelnemers een samenvatting van hun eigen perspectief, en een onpartijdige jury beoor­ deelt welk verhaal sterker was. Dit resulteert in meer begrip en verbroedering, omdat deelnemers beseffen dat ze aan de andere kant hadden kunnen staan. Het zou fantastisch zijn als in de echte wereld meer mensen de mentale flexibiliteit en het inlevingsvermogen van debaters zouden hebben.’

De debatbubbel De drempel om mee te doen aan de debattoernooien is laag en de sfeer is vaak ontspannen en energiek. Honig: ‘Het een kans om anderen te ontmoeten en te discussi­ ëren over onderwerpen die in hun eigen omgeving mis­ schien als saai of onbelangrijk worden gezien. Debatteren creëert een gemeenschap waarin mensen, ondanks ver­ schillen in hun levenservaring, dichter bij elkaar komen. De manier waarop een jongere uit Amsterdam of Almelo tegen vluchtelingen of klimaatverandering aankijkt kan heel anders zijn. Niet dat hun mening al vastligt per regio, maar de voorbeelden die zij hebben verzameld uit de praktijk en hun omgeving zijn meestal anders. Dit laat ook zien dat deze issues niet alleen spelen in Overijssel of alleen in Amsterdam-Zuid. Aan het einde van de dag kun je echt niet meer vertellen wie waar vandaan komt.’ De voordelen van debatteren gaan verder dan de toernooien zelf. Sommige deelnemers overwinnen hun spreekangst, oud-deelnemers worden actief in bestuur­ lijke organisaties of de politiek en velen keren terug als juryleden om de volgende generatie te ondersteunen. Honig: ‘We willen nog meer debattoernooien organise­ ren op plaatsen waar debatclubs minder gebruikelijk zijn, zodat nog meer jongeren kunnen profiteren van deze waardevolle ervaring.’ * Deze prijs wordt elk jaar uitgereikt door het Europees Parlement en erkent initiatieven die bijdragen aan Europese samenwerking en de bevordering van gemeenschappelijke waarden.

Rob Honig oprichter van de DebatUnie

“Hoe krijg je mensen tot een kritische geest zodat ze niet in een conspiracy-achtige trechter terechtkomen?” 64


Verslag | Debatteren doe je zo

Lotte (14 jaar), 4 vwo ‘Bij ons op school worden veel debatlessen gegeven, en we doen actief mee aan toernooien, zoals die van de DebatUnie. Hierdoor ben ik in de debatgroep beland. Ik vind het leuk om samen te werken met schoolgenoten die dezelfde interesses hebben en dat ik leer debatteren. Het wedstrijdelement maakt het extra spannend. De debatstellingen raken vaak politieke en maatschap­ pelijke vraagstukken, zoals het vinden van oplossingen voor klimaatverandering. Wat ik ervan leer, is dat ik op een fijne en relaxte manier voor een groep kan praten. Dat gaat nu vanzelf. Ook leer ik veel over allerlei onder­ werpen. Je moet argumenten verzinnen voor én tegen een stelling, en soms ga je op een nieuwe manier naar zaken kijken. Scheldwoorden kun je beter niet gebruiken, maar verder mag je vrijuit spreken. Want het zou natuur­ lijk heel vervelend zijn als je helemaal wordt afgekraakt omdat je niet perfect presenteert. Ik zie online vaak oppervlakkige meningen. Dat vind ik jammer, want het is belangrijk om goed na te denken over je standpunten en waarom je ze inneemt. Men­ sen doen zichzelf daarmee tekort. Hoewel ik online niet actief in discussies meng, doe ik dat op school en met vrienden graag. Ik vind het belangrijk dat iedereen zichzelf kan zijn en zich veilig voelt. Of ik de politiek in wil, weet ik nog niet zeker, maar de vaardigheden die ik hier opdoe, zullen zeker van pas komen in de toekomst.’

Dion (16 jaar), 5 havo ‘Vorig jaar wonnen we de Benelux Debatcompetitie, een grote doorbraak voor onze school na vier jaar als tweede te zijn geëindigd. De stellingen varieerden van financiële steun voor nazaten van tot slaaf gemaakten tot de rol van militaire vakbonden bij missies. De finaledebatten draaiden om het onderwijsbeleid en het verbieden van splinterpartijen. Met de voorbereidende stellingen kan je diep in de vooren tegenargumenten gaan zitten. Ik ben bijvoorbeeld anders gaan denken over de financiële compensatie, juist door me te verdiepen in belangenorganisaties en de doorwerking van het slavernijverleden. In debatten merk je soms ook regionale verschillen, waarbij sommi­ ge onderwerpen, zoals klimaatverandering, brede steun krijgen, terwijl andere, zoals boerenprotesten of homo­ rechten met een school uit de Bible Belt, complexer zijn.

Foto: Justin Zandee Fotografie

65

Het belangrijkste wat ik leer, is hoe je een goede discus­ sie voert. In de competitie gelden bepaalde regels, zoals geen persoonlijke aanvallen of scheldpartijen. Helaas zie ik in de echte wereld steeds minder inhoudelijke discus­ sies, ook in de Tweede Kamer. Tijdens een toernooi kun je dan zwaaien naar je punten. Als ik merk dat mensen on­ gegronde argumenten gebruiken, probeer ik uit te leggen waarom ze niet kloppen. Soms leren we allemaal iets in de discussie en komen we verder met onze meningen, soms blijven we het oneens. Op Instagram reageer ik soms op berichten met drogredenen, maar je kunt je wel suf typen tegen mensen die dingen zeggen die niet kloppen.’


Interviews | Projecten over democratie

Grens­ verleggende democratie Een kijkje achter de schermen van inspirerende projecten In onze democratische samenleving is de vrijheid om je stem te laten horen van onschatbare waarde. Maar wat gebeurt er als we het niet met elkaar eens zijn en de gesprekken moeilijk worden? Deze projecten gaan de uitdaging aan om open gesprekken te voeren, zelfs als het lastig wordt, en dagen ons uit om onze overtuigingen te onderzoeken en samen oplossingen te vinden. Ze laten zien dat dit geen eenvoudige taak is, want in de praktijk stuiten ze soms op weerstand en grenzen. Interviews Koos de Wilt en Renee Middendorp 66


C. va n

Zijp

Interviews | Projecten over democratie

e Foto: Jero

n

Verzetsmuseum Liesbeth van der Horst, directeur

“De nuance in verzet” Jeroen C van Zijp

Eind 2022 opende het Verzetsmuseum Amsterdam een nieuwe vaste opstelling. In honderd verhalen wordt eer bewezen aan de moedige mensen die onder moeilijke omstandigheden grote risico’s namen om zich te verzetten tegen het naziregime. ‘Het gaat ons erom te laten zien wat er gebeurt als de democratie en de rechtsstaat wegvallen’, aldus de directeur Liesbeth van der Horst. Hoe hebben jullie dat precies aangepakt? Liesbeth van der Horst: ‘We wilden laten zien hoe moeilijk het tijdens de Tweede Wereldoorlog was om je te verzetten tegen het dictatoriaal regime. We wilden laten zien hoe ongelijk de strijd was, en dat de Neder­ landers waren overgeleverd aan een be­ angstigende willekeur, en – soms om vrijwel niets – werden opgepakt, gevangengezet en geëxecuteerd. Daarom hebben we ook enkele daders geportretteerd, onder meer in duo-verhalen waarbij een gebeurtenissen wordt verteld vanuit een Nederlander en een Duitse bezetter. Zoals het verhaal van Hannie Schaft naast de SD’er Emil Rühl. Niet iedereen kon dat waarderen. In onze vorige opstelling gaven we ook een al een genuanceerd beeld, en in Verzetsmuseum Junior vertellen we het verhaal van een NSB-meisje. Daarover kregen we niets dan lof. Nu kregen we naast waarde­ ring opeens ook een stortvloed van kritiek.’ 67

foto: Verzetsmuseum Amsterdam

Veel kritiek ging ook over het feit dat jullie het niet zouden willen hebben over “helden”… ‘We willen niemand op een voetstuk plaat­ sen, maar laten zien dat mensen uit het verzet menselijk waren en worstelden met dilemma’s. We hebben het woord held hele­ maal nooit gebruikt. Het woord “held” beviel de oprichters uit het verzet al niet. Zij zagen zichzelf niet als held. Als er al helden zijn, dan zijn dat de doden, heb ik wel eens horen zeg­ gen. Maar we willen natuurlijk wel laten zien wat het verschil is tussen goed en kwaad, en dat begreep niet iedereen. De verontwaar­ diging werd aangewakkerd op sociale media door mensen die het museum niet hadden gezien. Sommigen herzagen hun oordeel later. Mooi was dat een columnist van het Friesch Dagblad zijn column herzag toen hij de tentoonstelling had bezocht.’ Hoe anders is het verhaal dat het museum nu vertelt dan het verhaal eerder? ‘We hebben er meer perspectieven inge­ bracht. Naast het gruwelijke verhaal over de Jodenvervolging, vertellen we ook verhalen die in de diepdonkere schaduw daarvan ver­ geten raken. Zoals de dertigduizend dwan­ garbeiders die zijn omgekomen in de Duitse oorlogsindustrie, de burgerslachtoffers van de oorlogvoering en de mensen die aan de kust woonden en werden geëvacueerd. Wie kent hun verhalen? We vertellen meer verhalen van verzetsmensen uit de koloniën. Zij verwachtten dat de Nederlanders door de Duitse bezetting begrip zouden krijgen voor hun streven naar onafhankelijkheid.

We hebben ook andere, nieuwe accenten gelegd en kanttekeningen geplaatst. Zo is er een verhaal over het gebruik van drugs bin­ nen het verzet. Het werd toen gewoon door de huisarts voorgeschreven tegen vermoeid­ heid en stress, maar het gebruik maakte de mensen natuurlijk ook roekelozer en dat had gevolgen. Ook de liefdesrelaties die in het verzet opkwamen laten we zien, en missers. Zoals de keer dat bij een overval toevallig de hoge SS’er Rauter werd neergeschoten waarop vreselijke represailles volgden. Het zijn accentveranderingen. In het slotdeel – met onder meer citaten van nabestaanden – wordt dat expliciet gemaakt. Daar vertelt bijvoorbeeld de kleindochter van een vrouw die pamfletten voor de Februaristaking had uitgedeeld, dat haar oma daarvoor in een concentratiekamp gevangen werd gezet, wat onze overheid gelukkig niet zomaar kan doen. In dat slotdeel leggen we ook de link naar hedendaagse propaganda en complot­ theorieën en de gevolgen daarvan zijn.’ Als jullie de tentoonstelling opnieuw zouden moeten inrichten, zou dat dan anders zijn? ‘We zouden het niet anders doen, maar we zouden nu wat meer voorbereid zijn. De ophef die ontstond overviel ons nu. We hebben naar aanleiding van opmerkingen van bezoekers een paar kleine dingen aange­ past. Zo hebben we ook de slechte kanten van SD’er Emil Rühl iets duidelijker gemaakt. Maar het zijn minieme details. Het genuan­ ceerde verhaal blijft hetzelfde en daar staan we helemaal achter.’


Te u

niss

en

Soort artikel | Titel

Po r t r e t

r : Be

t

Movies that Matter Margje de Koning, artistiek directeur

“Film als aanjager van debat”

Een jaarlijks festival, een uitgebreide randprogrammering, een internationaal ondersteuningen workshopprogramma en een groot jongerenprogramma met veel ruimte voor discussie. Hun doel: mensenrechten begrijpelijker maken via de kracht van film. Dat kan wel eens een gevoelige snaar raken. Jullie dragen bij aan een betere wereld door maatschappelijke thema’s aan de orde te stellen. Hoe bepaal je wat relevant is? ‘ We kijken naar waar de open zenuwen lig­ gen binnen de internationale gemeenschap. De afgelopen jaren hebben klimaatveran­ dering, Black Lives Matter en de MeToo-be­ weging bijvoorbeeld veel impact gehad op de maatschappij, maar ook extremisme en intergenerationeel trauma. Dat zie je terug in de programmering en vormt het start­ punt voor gesprekken over mensenrechten en democratie. Wij vertonen veel films op vlakken waar democratie op gespannen voet staat met wat een bepaalde regering bijvoor­ beeld doet. Films hebben de kracht om ons emotioneel mee te nemen naar onbekende 68

werelden, waar nieuwe inzichten ontstaan en meningen veranderen. Hierbij is ons educa­ tieprogramma voor middelbare scholieren en mbo-studenten van groot belang.’ Kun je voorbeelden noemen waarin de link tussen democratie en film naar voren komt? ‘The Mind Game volgt een jonge vluchteling die met depressies worstelt terwijl hij wacht op asielstatus. Dit werpt licht op de impact van oorlog en ontheem­ ding op jongeren, en hoe dit hun vermogen beïnvloedt om actief deel te nemen aan een democratische samenleving. Er zijn nu kinderen die op het vmbo zitten die gevlucht zijn of van wie hun ouders gevlucht zijn voor wie dat ontzettend resoneert. Een ander voorbeeld is Kleinkinderen van De Oost, waarin wordt belicht hoe gebeurtenissen uit het verleden nog steeds de volgende gene­ raties beïnvloeden. Beide films stimuleren discussies over geschiedenis en samen­ leving. Ik denk dat dit ook een vorm van democratie is, waarbij we elkaar proberen te begrijpen, elkaars zienswijze respecterend en bereid zijn om agree te disagree.’ Jullie gaan controversiële onderwerpen niet uit de weg. Waar ligt de grens? ‘We moeten opletten voor stellingname en polarisatie. Bij democratie hoort vrijheid

van meningsuiting, maar betekent dat ook dat je alles moet zeggen? Ons doel is om naast tegenstellingen ook gemeenschap­ pelijke grond te vinden, zelfs bij complexe discussies. We dagen uit en zetten debatten scherp, en dat gaat soms mis. We hebben wel eens een boze moderator gehad, of een boze kijker in de zaal. Bijvoorbeeld, No place for you in my town behandelt extremisme. Dat was gewaagd, maar extremisme is nu eenmaal onderdeel van onze maatschappij. We tonen het en zorgen voor een sterk panel in het nagesprek. Democratie betekent voor mij de vrijheid om te zeggen wat je denkt. Gelijkheid is daarin belangrijk. Als er een vorm van gelijkheid is, ontstaat er vrijheid, die ruimte biedt om het met elkaar oneens te zijn en van mening te verschillen. Deze ruimte moet wel veilig zijn. Als we iets met Koerdistan doen, of een film als Yezidi Girls tonen, dan letten we er wel op wie er in de zaal komt en zorgen we voor beveiliging. In de regel gaat het eigenlijk altijd goed. Buiten de setting van het festival hebben we minder invloed. Daarom streven we naar neutrale communicatie en vermijden politieke state­ ments, ook om filmmakers te beschermen. Het is een delicaat evenwicht. Sinds Elon Musk Twitter overnam bijvoorbeeld is de kans groter dat discussies ontsporen. We heroverwegen onze aanwezigheid daarom.’


Interviews | Projecten over democratie

De Balie Yoeri Albrecht, directeur B ee l d: De

l ie

“Geen democratie zonder gesprek” Ba

In een democratie is het belangrijk om ruimte te geven aan verschillende standpunten en vernieuwende ideeën, zelfs als ze in eerste instantie schokkend lijken. De Balie vervult hierbij een belangrijke rol als platform voor debat en cultuur. Maar in hun streven naar openheid zijn ze soms ook zelf onderwerp van discussie. Vorig jaar kwam u als directeur van De Balie in de schijnwerpers te staan vanwege een incident tijdens een interview waarbij u de microfoon van een journalist afnam. Wat gebeurde er? Yoeri Albrecht: ‘We plaatsten een tank op ons plein om be­ wustzijn te creëren over de heropleving van oorlog in Europa, een zorgwekkende situatie na de Tweede Wereldoorlog. Dit was bedoeld om een gesprek over de fragiliteit van demo­ cratie op gang te brengen. Left Laser had me hier al drie keer over geïnterviewd. Ze waren daarin beledigend richting mij en gasten en ondanks meermaals netjes te woord te hebben gestaan stopten ze niet. Hoewel provocatie in debatten een rol kan spelen, roept het vragen op hoe lang je in gesprek moet gaan met grofheden. Als je iemand heel erg tergt, dan is diegene toch maar een mens. Maar een microfoon uit iemands

69

handen trekken moet je als directeur, of als geïnterviewde, nooit doen. Onze woordvoer­ der bood ter plekke excuses aan, en ik deed dat later via social media. Left Laser ging niet in op onze uitnodiging voor een gesprek en koffie. Hun beeldmateriaal was binnen.’ Hoe kijkt u hier op terug? ‘Ik zie De Balie naast een centre for the arts ook als een journalistiek centrum. De manier waarop je als journalist of gespreksleider sprekers benadert om tot een zinnig gesprek te komen, is essentieel voor waarheidsvinding, vernieuwing en informatie. Verscheidenheid in aanpak is prima, maar de vraag is of ie­ dereen moet antwoorden als de gespreks­ leider geen zinvol gesprek beoogt. In ons debatcentrum zou grofheid naar anderen ertoe leiden dat het gesprek wordt gestopt. Maar nogmaals, dat is nog steeds geen excuus voor mijn gedrag.’ Hoe zorgt De Balie ervoor dat er open gesprekken ontstaan, zelfs over onderwerpen die kwetsend of controversieel kunnen zijn? ‘De Balie streeft ernaar ver­ nieuwing en verandering bespreekbaar te maken, zelfs als ideeën aanvankelijk schok­ kend lijken. De denkbeelden van Christus, Socrates en Galilei waren ook eens contro­ versieel. Of denk aan vrouwenkiesrecht en afschaffing van de slavernij. Daar zie je de simpele noodzaak voor het feit dat we open moeten staan voor het spreken met elkaar,

ook over moeilijke of kwetsende onder­ werpen. Wat de ene persoon als kwetsend ervaart, kan voor de ander vernieuwend zijn. In het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is het recht om te kwetsen zelfs beschermd. Wat niet werkt, is om twee tegengestelde meningen tegen elkaar te laten botsen, want dan lopen de emoties hoog op en luistert niemand meer. De redactie van De Balie bestaat uit vakmensen die effectieve manieren hebben gevonden om goede gesprekken te bevorderen.’ Kunt u een voorbeeld noemen? ‘We hebben een avond georganiseerd over Tata Steel waarbij buurtbewoners, politi­ ci, de CEO en actiegroepen met elkaar in gesprek gingen over de problemen rondom het staalbedrijf. Ondanks grote menings­ verschillen bleef het gesprek rustig en res­ pectvol. Er werd geluisterd en gepraat. Ook het Nationaal Gesprek over Vrijheid is een mooi voorbeeld, waarbij mbo-scholieren in gesprek gingen met politici en beleidsma­ kers, terwijl ze elkaar normaal gesproken nooit zouden ontmoeten. Mensen hebben behoefte aan sociaal contact. Wij mensen zijn gericht op de-escalatie als we fysiek bij elkaar zijn. Ik geloof dat de groei van het in­ ternet dat belang vergroot. Je gaat écht met elkaar in gesprek, in plaats van het achter­ laten van een anonieme reactie op internet, en voorkomt daarmee conflicten.’


Interviews | Projecten over democratie

Theater na de Dam Bo Tarenskeen, toneelspeler, schrijver, regisseur en mede-initiatiefnemer en -organisator

Ke u

kelaa r

“Kunst is ongemak”

e ek Po r t r e t : K

De theatermaker maakte een voorstelling waarbij een deel van het publiek op het verkeerde been werd gezet. En dat was precies de bedoeling ook al leidde het tot een bijzondere avond, zo herinnert Bo Tarenskeen zich. Op de avond van de Nationale Doden­ herdenking op 4 mei om 21.00 uur zetten theatermakers en artiesten in heel Neder­ land zich in om deze dag van extra betekenis te voorzien. Elk jaar spelen gelijktijdig meer dan honderdvoorstellingen die ieder op hun eigen manier betrekking hebben op de Tweede Wereldoorlog. Theater Na de Dam bracht de voorstelling Waar wij voor strijden op de planken van Carré. Voor de eenmalige voorstelling schreef Bo Tarenskeen (1981) de tekst van de monoloog, die door Jacob Derwig werd uitgesproken. De acteur speelt een karakter van wie je eerst denkt dat hij het beste voorheeft met de mensen, maar hoe langer hij aan het woord is, hoe meer je ontdekt dat er onder die mooie woorden een heel andere kijk op de wereld schuilt. Ta­ renskeen: ‘Het begint met Derwig die zonder zich voor te stellen iets begint te vertellen over de avond. Mensen in het publiek kun­ nen op dat moment nog denken dat het de acteur Jacob Derwig is die een muziekavond inleidt. Maar het praten duurt langer, wordt pedanter, en steeds meer gezwollen waarbij het lijkt dat hij zich hard maakt voor de kunst. 70

Scenefoto van Jorn Heijdenrijk

Op dat moment beginnen sommige mensen wel door te krijgen dat het niet Jacob Derwig is, maar een personage. Het wordt vervol­ gens seksistisch, antisemitisch en steeds meer tenenkrommend. De acteur gaat door de muziek heen praten en uiteindelijk lopen de musici weg. Dan begint een antisemiti­ sche tirade en gaat de acteur in zijn mono­ loog ook waar Theater aan de Dam voor staat afbreken, hij maakt dus alles kapot. Mooi vond ik dat toen een musicus speelde dat hij stopte met zijn muziek en wegliep en het publiek hard begon te klappen, Derwig net deed alsof het applaus voor hem was. Dat improviseerde hij ter plekke.’ Tarenskeen zat in de loge en hoorde allemaal verschillende reacties: ‘Een deel van het publiek had door dat het theater was en een ander deel niet. Weer een ander deel begreep het wel, maar vond het toch te heftig en weer anderen vonden dat dit niet passend was op 4 mei. Vele lagen dus en dat vond ik fantastisch. Op gegeven moment stond een mevrouw op en zei: “Deze Jodin verlaat de zaal”, waarop andere mensen riepen: “Deze Joden blijven”. Weer anderen riepen: “Het is theater hoor…” Ik zat in de zaal en kon niets doen, het enige waar ik bang voor was, was dat de voorstelling het einde niet zou halen. Dat dreigde toen er een slow clap werd ingezet. Dat was eng, want de voorstelling gaat juist over het einde van de kunst, einde van de kwetsbaarheid, het einde van de het niet weten, van de stilte en schoonheid door het gedrag van mensen

zoals het karakter dat Derwig speelde. Iemand die met een alles vermorzelende zekerheid kunst onmogelijk maakt. De consequentie van de aanwezigheid van dit soort stemmen is uiteindelijk lege stoelen. Het is de retoriek van populistische partijen als PVV en FvD die onder het mom van het opkomen voor de cultuur deze juist kapot maakt.’ Gelukkig was er aan het eind van de voostel­ ling een staande ovatie. Volgens Tarenskeen gebeurde wat er volgens hem in het theater hoort te gebeuren. ‘Ik ben niet bezig om mensen te verbinden. Ik zoek eerder naar de confrontatie, provocatie en discussie. Na de voorstelling kwam er een oudere joodse mevrouw naar me toe die zei: “Ik vond het afschuwelijk, maar ook geweldig, want het voelde als erkenning. Nu ziet de rest hoe heftig het is.” Dat is wat kunst soms doet. Kunst is geen middel tot iets anders. Niet al­ les moet een doel hebben, moet rendement opleveren of nuttig en begrijpelijk zijn. Kunst is juist een vrijplaats waar dingen onbegrij­ pelijk, nutteloos, vervelend en pijnlijk mogen zijn en waar we vragen mogen oproepen en waar dingen onaf mogen zijn. Ironie wordt steeds moeilijker begrepen in deze tijd, net als het soms subtiele verschil tussen fictie en feitelijkheid. Wij wilden niet de zoveelste sentimentele, moralistische voorstelling maken over de oorlog. Je mag juist met een ongemakkelijk gevoel de zaal verlaten met iets waarop je ook nog een tijdje blijft knagen. Dat is vrijheid.’


Interviews | Projecten over democratie

IDFA Cees van ‘t Hullenaar, zakelijk directeur

“Een open platform zonder censuur” Wat is de rol van een bekend internationaal filmfestival als IDFA? Hoe zorg je ervoor dat iedereen zich welkom en veilig voelt om zich te uiten? En hoe creëer je een platform voor iedereen, zelfs als we het niet eens zijn? De rel bij het Internationaal Documentaire Filmfestival Amsterdam (IDFA) begon op de openingsavond van het festival toen activisten van Workers for Palestina onverwacht het podium betraden met een spandoek waarop de leus „From the river to the sea, Palestine will be free” stond. Letterlijk spreekt deze leus de wens uit voor een vrij Palestina, in het hele Palestijnse gebied, ook de plekken die nu Israëlisch zijn. Daarnaast werd opgeroepen tot een staakt-het-vuren. Na enkele minuten liepen de activisten naar hun gereserveerde stoelen, onder applaus van het publiek én van artistiek directeur Orwa Nyrabia.

IDFA - Roger Cremers

71

Als reactie trokken een paar filmmakers hun film terug van het festival. Het zou, met een reeks officiële mededelingen, Palestijnse activisten monddood maken. Volgens Israëlische producenten en filmmakers is de leus een oproep tot geweld en genocide, de uitwissing van de Israëlische staat. Ook de Nederlandse Tweede Kamer ziet de leus als een oproep tot geweld en gevoelig is ook dat de terreurgroep Hamas de leus gebruikt. Het feit dat de artistiek directeur applaudisseerde, was voor de Israëlische filmmakers een indicatie dat dit het officiële standpunt van IDFA betrof. In verklaringen van afhakende filmmakers, activisten, en Palestijnen wordt daarnaast beargumenteerd dat de leus geen oproep is tot geweld, maar juist een oproep om een einde te maken aan het geweld, de bezetting, en de onderdrukking van de Palestijnen door Israël. Cees van ‘t Hullenaar, zakelijk directeur van IDFA, heeft ervaren hoe moeilijk het is voor een maatschappelijk geëngageerde culturele instelling een positie in te nemen

ten tijde van oorlog en tragedie en zich daarover meteen uit te spreken. ‘IDFA ziet het niet als de taak van een filmfestival om direct te reageren op wat er in de wereld gebeurt. Het festival moet juist een veilige en autonome plek zijn waar ruimte is voor alle stemmen, een plek voor vreedzame dialoog en debat zelfs over de meest verdeeldheid zaaiende kwesties in de wereld van vandaag. Op de openingsavond was sprake van een misverstand, waar we onze excuses voor hebben aangeboden. De leus was niet gezien door Orwa Nyrabia. Onze artistiek directeur applaudisseerde voor de vrijheid van meningsuiting. IDFA is er voor allen. We willen een open en autonoom platform zijn zonder censuur. Ons doel is ervoor te zorgen dat iedereen zich welkom en veilig voelt om zich te uiten en open naar anderen te luisteren, zelfs, juist als ze het niet eens zijn. Onze hoop is dat iedereen zich in het recht voelt om dit cultureel platform serieus en verantwoordelijk, liefdevol en oprecht te gebruiken.’


Soort artikel | Titel

72


Soort artikel | Titel

Vfonds Opstaan voor vrijheid en democratie Vrede, vrijheid en democratie vormen de fundamenten van een rechtvaardige en vreedzame samenleving. Als een verbindende kracht neemt Vfonds actief deel aan relevante thema’s en discussies, waarbij het talloze projecten ondersteunt en initiatieven verenigt die bijdragen aan het behoud van deze kernwaarden. In dit vierde deel werpen we een blik op de organisatie zelf. Maak kennis met de nieuwe directeur, lees een afscheidsinterview met de raad van bestuur en lees over onze verschillende regelingen voor een financiële bijdrage aan een project en mogelijkheden om Vfonds te steunen. 73


Interview | Afscheid en welkom

Afscheid en welkom

Vfonds neemt afscheid van de raad van bestuur en heet een nieuwe directie welkom. Wat heeft het voormalige bestuur in de afgelopen jaren in gang gezet. En wat is eigenlijk de achtergrond van de nieuwe directeur en welke ervaring en kennis neemt zij mee in haar nieuwe functie? Interviews Koos de Wilt | Foto Friso Keuris

74


Interview | Afscheid en welkom

Marieke van Schijndel, directeur-bestuurder van Vfonds

“Vrede is niet gratis” Vfonds heeft een nieuwe direc­ teur-bestuurder. Een vrouw met een lange carrière in verschil­ lende functies en aan verschil­ lende kanten van de wereld van de fondsen en cultuur. ‘Ik ben opgegroeid tegenover een plek in Brabant waar tijdens de Tweede Wereldoorlog, in het kader van Opera­ tion Market Garden, honderden geallieerde parachu­ tisten zijn geland’, zegt de nieuwe directeur-bestuurder van Vfonds. ‘Na de oorlog is ter herdenking daarvan en om de vrijheid te vieren een monument neergezet, precies tegenover mijn ouderlijk huis. Elke dag van mijn jeugd, als ik uit het raam keek of naar buiten liep, ben ik geconfronteerd met het feit dat Amerikaanse solda­ ten van de 101e Luchtlandingsdivisie ons zijn komen helpen. De dodenherdenking van het dorp vindt plaats bij het monument en het was duidelijk dat ik daar met mijn ouders en zussen jaarlijks bij was. Ik ben mij er dus al lang zeer van bewust hoe bijzonder het is dat jongens van ver kwamen om ons te bevrijden. Ik leerde al vroeg dat vrede niet gratis is en dat mensen er hun leven voor hebben gegeven.’ Mediastudies en bedrijfskunde Na haar middelbare school is Marieke van Schijndel theaterwetenschappen gaan studeren in Utrecht: ‘Ik ben 75

een kind van de cultuureducatie en zo bezocht ik via mijn middelbare schoolvoorstellingen van het Zuidelijk Toneel waar indertijd Ivo van Hove artistiek leider was. Ik was toen een jaar of vijftien en dacht: dat wil ik ook! Daarom ben ik theaterwetenschappen gaan studeren en tijdens mijn studie ben ik mij steeds meer gaan richten op me­ dia- en beleidszaken. Tijdens zo’n studie leer je hoe het theater en de kunsten functioneert als een spiegel voor onze samenleving en welke rol de media spelen in de controle van de democratie.’ Na haar studie werkte Van Schijndel een tijdje bij de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en als beleidsme­ dewerker bij het Ministerie van OCW. En ze ging een MBA-bedrijfskunde doen aan de Concordia University in Canada waar ze cum laude afstudeerde. Een bijzondere ervaring: ‘Ik was een paar jaar een migrant en heb ge­ leerd wat het betekent om in een vreemd land iets op te bouwen. In mijn geval ging dat goed, Montréal was een stad waar migratie normaal was. Veel van mijn vrienden waren eerste generatie migrant. Zij kwamen uit China, Libanon en Oost-Europa. Zij vierden hun nieuwe leven in een vrij en stabiel land. Ik realiseerde mij hierdoor ook scherper dat dit op veel plaatsen in de wereld niet altijd zo is.’ Terug in Nederland werd ze adjunct-directeur bij een voorloper van het Mondriaan Fonds, een fonds dat projecten financiert op het gebied van beeldende kunst en erfgoed. ‘Daar heb ik vooral veel geleerd over wat het betekent om geld effectief in te zetten, om dat proces te organiseren en een rol te spelen bij het bereiken van dromen van talenten en organisaties. Ik kon in die functie soms een vliegwiel op gang brengen en in gesprek


Interview | Afscheid en welkom

daadwerkelijk mensen aanzetten die dromen zo scherp mogelijk te formuleren. Later ben ik aan de andere kant beland. Als directeur van Museum Catharijneconvent ben ik de afgelopen veertien jaar vooral aanvrager geweest om de dromen van het museum mogelijk te maken. Ik heb in het museum geleerd hoe fijn het is als een fonds zich daadwerkelijk verdiept in je intenties en je diepe ambities. En dat er bovendien vaak begrip is dat plannen soms veranderen, anders lopen dan je had geschreven en dat de beste ideeën soms ook gewoon kunnen mislukken.’ Openheid Openheid is een kernbegrip voor de nieuwe direc­ teur-bestuurder van Vfonds. ‘Ik wil de wereld betreden met open oren, open handen en open hart. Vertrouwen is daarbij cruciaal. Wat ik bij het museum heb ervaren, is hoe belangrijk het is om te werken met een coalitie van partners die heel verschillend zijn, maar wel dezelfde doelen nastreven. Dat geldt voor de mensen met wie je werkt, maar ook voor de fondsen die je financieren. Het wordt ook wel het crazy quilt-principe genoemd, naar de textielkunst met vaak gekke kleurvlakken die samen een geheel kunnen worden. Dat betekent dat je in vertrou­ wen samen iets prachtigs maakt met een gezamenlijk doel en bedoelingen en waarvan je in het begin nog niet weet hoe het er precies uit gaat zien.’ Democratie is een begrip waar Van Schijndel al tijdens haar studies mee wordt geconfronteerd. ‘De rode draad in mijn loopbaan is hoe je vrij en democratisch samen kunt leven en welke facetten daar vervolgens invloed op hebben. Dat was al tijdens mijn scriptie aan de Universi­ teit Utrecht, die ging over de invloed van het Europese mediabeleid op het gebied van de democratie. Ook in Museum Catharijneconvent ging het vaak over vrijheid en goed samenleven. Het museum wil een open plek zijn waar je met al je vooroordelen en al je gedachten over anderen, die je soms kwetsend, irritant en vervelend

vindt, wordt uitgedaagd om net ietsjes verder te kijken en te denken dan hoe je bent binnengekomen. Het doel is niet dat je het eens met iedereen moet worden, maar dat je op zijn minst begrip voor elkaar leert opbrengen. De filosoof Maxim Februari heeft het mooi beschre­ ven: ‘Democratie is samenleven met mensen met wie je het fundamenteel oneens bent.’ Het museum daagt mensen uit om buiten hun eigen bubbel te treden om een nieuwe ​​ ervaring op te doen. Bij de Maria Magdalena tentoonstelling in Museum Catharijneconvent hadden we bijvoorbeeld in de ochtend een groep priesters en ’s avonds een zaal vol met feministen. Twee groepen van mensen die heel anders in het leven staan en ​​ die allebei in de tentoonstelling een plek van inspiratie vinden. Het gaat dan niet om het bevestigen van jezelf, maar open­ staan ​​voor de ander. We hebben op dit gebied een grote uitdaging in ons land, maar ik ben optimistisch. Er is veel polarisatie in het land en er wordt enorm gescholden op sociale media, maar ondertussen probeert de grote meerderheid van de Nederlanders er samen wat van te maken en een bijdrage te leveren.’ Er is volgens Van Schijndel juist nu veel werk aan de winkel als het gaat over opkomen voor vrijheid, vrede en democratie. ‘Ik ben nu 48 en ben opgegroeid in de tijd van vrede en optimisme, een tijd waarin we met z’n allen geloofden dat de democratie, vanaf de val van de Muur en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, simpelweg zou worden uitgerold over de wereld. Dat bleek wat ingewikkelder te zijn. Mijn kinderen hebben nu de leeftijd die ik had toen de Muur viel. Op dit moment sneuvelen er dagelijks honderden mensen op een dag rijden van hier. Daarom is er juist nu nog meer noodzaak om op te komen voor zaken waar onze veteranen voor gevochten hebben, voor begrippen als vrijheid, vrede en democra­ tie die in onze tijd weer concreet betekenis krijgen. Ik hoop mijn bijdrage daaraan te kunnen leveren.’

“De rode draad in mijn loopbaan is hoe je vrij en democratisch samen kunt leven en welke facetten daar vervolgens invloed op hebben.” 76


Interview | Afscheid en welkom

Foto: Wunderlust fotografie

John Bakker voormalig lid Raad van Bestuur ‘Vfonds heeft in de afgelopen jaar een belangrijke pro­ fessionalisering doorgemaakt als het gaat over gover­ nance. De geldstromen van de projectondersteuningen hebben we goed zichtbaar gemaakt. Het is mooi dat we de verantwoordelijkheid hebben gekregen om samen met het ministerie van het VWS aandacht te kunnen ge­ ven aan het onderwerp Nederlands-Indië. Daar lag nog een belangrijk veld om te ontginnen, zeker na het brede onderzoek dar erover is gedaan. Het is belangrijk dat we als vfonds blijven gezien worden in onze uniciteit. Dat we blijven herdenken en vieren met de diverse doelgroepen met wie we samenwerken. Een nieuw werkgebied van vfonds gaat inmiddels over het vinden van een unieke rol als het gaat over zaken als democratie, vrijheid en veiligheid. Dat zijn met de recente ontwikkelingen in de wereld waarden waar we ons hard voor moeten inzetten. Mooi is dat we soms tussen de mensen kunnen staan en soms op de barricade klimmen als dat nodig is, onder andere voor onze veteranen. Voor hen maken we het mogelijk dat hun reünies blijven en nieuwe projecten mogelijk worden gemaakt, zoals de Invictus Games. 77

De oorlogen in de wereld zetten het werk van vetera­ nen in een nieuw perspectief en leren ons hun inzet te blijven inzien. Vfonds kan hier een belangrijke rol blijven spelen. Wij kunnen met onze specifieke kennis en kunde bijdragen als het gaat over hulp aan veteranen, nu en in de nabije toekomst. Vfonds is de enige die dat kan doen vanuit de oorsprong. Het is een taak die we samen met de overheid kunnen oppakken.’

“Mooi is dat we soms tussen de mensen kunnen staan en soms op de barricade klimmen als dat nodig is.”


Interview | Afscheid en welkom

“Als het dan goed is, ervaar je dat dingen niet zwart wit zijn en dat de werkelijkheid complex is.”

Matthieu Borsboom voormalig voorzitter Raad van Bestuur ‘De oorlogen in Oekraïne en in het Midden-Oosten spelen zich af aan de grenzen van Europa. We merkten het hier in Nederland al aan de vele vluchtelingen uit Oekraïne en de torenhoge energienota’s. De strijd is onze huiskamers binnengeslopen en we vinden er allemaal iets van. En als het dan goed is, ervaar je dat dingen niet zwart wit zijn en dat de werkelijkheid complex is. Precies daar wilden wij met Vfonds onze rol pakken en impact creëren. Ikzelf ben de afgelopen tien jaar betrokken geweest bij dit fonds, waarvan vier jaar in de raad van toezicht en zes in het bestuur, voor een deel als voorzitter. En er is in die tijd heel veel gebeurd. We wilden het fonds verbreden en relevanter maken. We hebben daarbij meer nadruk gelegd op de waarde van het hebben van een democratische rechtsstaat en een rechtvaardige samenleving. Specifiek hebben we ons ingezet om de ondersteunde projecten meer te spreiden over het hele koninkrijk op die plekken te zijn waar de open zenuwen zich bevinden. Juist daar wilden we het meervoudige perspectief een plek geven, zoals bij de aandacht rondom Srebrenica en Nederlands-Indië. Daarnaast

78

hebben we op de achtergrond steeds geprobeerd actiever en meer coördinerend op te treden zodat partijen samen meer voor elkaar konden krijgen. Wat we ook hebben geprobeerd, is - met vooral educatie - nog meer de jongeren te bereiken, bijvoorbeeld met het #VTeam en met de Nationale Vfonds Kinderprijs. Waar we ook explicieter in zijn geworden is onze omgang met de realiteit die zich ineens prominent aandient, bijvoorbeeld tijdens corona en toen de oorlog begon in Oekraïne. Ook het fundament waardoor je dit alle­ maal kunt doen, hebben we verstevigd. We hebben de bedrijfsvoering professioneler gemaakt, met betere en meer heldere processen en procedures. Kortom, er is heel veel gebeurd en er moet nog veel meer gebeuren. Wat ik het nieuwe bestuur zou willen meegeven is verder te gaan met de zichtbaarheid en herkenbaarheid van het fonds. Bovenal denk ik dat belangrijk is dat Vfonds blijft uitdragen wat het uniek maakt en waar het vandaan komt. Een fonds dat begonnen is als privaat fonds na de Tweede Wereldoorlog en dat aandacht wilde geven aan wat veteranen hebben gedaan om onze vrede, vrijheid en democratie veilig te stellen. Houd contact met deze geschiedenis, met defensie en met de veteranen, dat is wat ik zou willen meegeven aan het nieuwe bestuur.


Interview | Afscheid en welkom

Lisette Mattaar voormalig directeur en secretaris Raad van Bestuur ‘Waar mijn team en ik ons in de afgelopen jaren voor hebben ingezet, is om vanuit de aandacht voor veteranen ook vorm te geven aan de waarden in onze maatschappij waar veteranen voor hebben gestreden. Projecten die begrippen als vrede en veiligheid iets van ons allen maken. Met projectondersteuning binnen het hele koninkrijk en op lokaal niveau, grote en kleine projecten die mensen er daadwerkelijk toe aanzetten bij te dragen aan een vreedzame samenleving. Ook de aandacht voor burgerschap hoort daarbij, bijvoorbeeld in het onderwijs. Wij hebben daarbij in de laatste jaren veel geïnvesteerd in het netwerk van relaties van het Vfonds, op alle lagen. We hebben veel aandacht gestoken in het zo helder mogelijk formuleren van onze rol. Deze specifieke rol hebben we eigenlijk pas vier jaar geleden helder geformuleerd. We wilden zorgen dat de projecten die Vfonds ondersteunt bij elkaar optellen en meer kunnen worden dan de som der delen. Ook de aandacht voor

de bedrijfsvoering hoorde daarbij. In een volgende fase kan de nieuwe directie nog uitdrukkelijker naar de buitenwereld laten zien wat die rol in de praktijk kan betekenen. Naast subsidiëren hebben we ook onze rol gedefinieerd als verbinder van partijen. Bijvoorbeeld rondom de film De Oost waarbij we het impactprogramma hebben gefinancierd. We hebben een vertoning georganiseerd waarbij veteranen en de makers samen de film hebben bekeken en daarna met elkaar in gesprek zijn gegaan. We zijn vanuit onze relatie met veteranen ook betrokken geweest bij het randprogramma van de grote tentoonstelling over Indonesië in het Rijksmuseum. We hebben daarbij laten zien dat we uiting kunnen geven en respect kunnen tonen voor ieders mening en invalshoek over dit verleden en de impact die dat heeft op vandaag. Het is ons gelukt vele honderden projecten te behandelen en ze praktisch en transparant te ondersteunen. Mede door deze aanpak heeft dat ertoe geleid dat het Ministerie van VWS Vfonds het vertrouwen heeft gegeven de aanvragen te behandelen voor het behoud van het Indisch en Moluks immaterieel erfgoed in Nederland. Dat is het bewijs dat we goed waren toegerust om grootse en gevoelige projecten op te pakken en uit te voeren.’

“We waren toegerust om grootse en gevoelige projecten op te pakken en uit te voeren.” 79


Interview | | Afscheid en welkom Overzicht Luister-, kijken leestips

Lees, luister en kijk verder Luistertip

Op zoek naar nog meer inspirerende inzichten en boeiende verhalen over vrede, vrijheid en democratie? We hebben een selectie voor je samengesteld van films, documentaires, podcasts en boeken die de betekenis en uitdagingen onthullen.

Kijktip De Ranchi Baby’s is een aangrijpende luisterervaring die de verhalen van 37 Indische Nederlandse kinderen geboren op het stoomschip Ranchi in 1950 tot leven brengt. Over hun familiegeschiedenissen en worstelingen met de erfenis van het koloniale verleden.

Zes Tsjechische bemanningsleden stortten met hun RAFbommenwerper neer in Nieuwe Niedorp. Hoe kwamen ze hier terecht? En wat motiveerde hen om te strijden tegen de Duitse vijand? Ontdek het in De Onbekende Bevrijders. Documentaire | NPO Start

Leestip Japien de Joode | Frank Jonker & Danker Jan Oreel Ontdek het verhaal van de enige Joodse familie op Urk tijdens WOII en de bredere geschiedenis van Jodenvervolging in Nederland. Scholen kunnen het stripboek samen met een gratis lespakket bestellen. Stripboek

Luistertip Speciaal voor het onderwijs is Any1 een unieke podcast die waargebeurde levensverhalen van soldaten uit de Tweede Wereldoorlog samenbrengt, zonder grenzen te trekken tussen helden, daders en slachtoffers.

Leestip

Kijktip De Slag om de Schelde vertelt het verhaal over een cruciale maar vergeten slag in Zeeland aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Drie jongeren worden gevolgd in hun strijd en omgang met oorlog en vrijheid. Film | Netflix

80

Democratie is niet voor bange mensen | Marcia Luyten Een prikkelend boek dat ons uitdaagt om moedig deel te nemen aan het democra­ tische proces en onze stem te laten horen. Non-fictie


Overzicht | Luister-, kijk- en leestips

Leestip Tegen de terreur. Hoe Europa veilig werd na Napoleon | Beatrice de Graaf Wat gebeurde er nadat Napoleon in 1815 definitief was verslagen? Hoe kwam het Europese continent tot bedaren? Na 25 jaar van oorlog en chaos verlangde de bev­ olking naar rust en veiligheid. Een nieuwe Europese Verdedigingsgemeenschap (een NAVO avant la lettre) zou daarvoor gaan zorgen en vrede brengen.

Luistertip

Luistertip Tijdens de Tweede Wereldoorlog smokkelden Amsterdamse en Utrechtse studenten talloze Joodse kinderen naar Friesland. Smokkelbern belicht deze gevaarlijke onderneming en hoe de kinderen daar de oorlog hebben beleefd en overleefd.

Kijktip In Het bombardement op Nijmegen gaan theatermaker Annigje de Winter en filmmaker Sonja Willems op zoek naar persoonlijke verhalen over het bombardement en zoeken ze uit wat er precies misging op 22 februari 1944.

In Staken op Leven en Dood reconstrueert Erik Dijkstra de April-meistakingen van 1943, waar meer dan 500.000 mensen de onderdrukking van de Duitsers trotseerden. Een historisch juweeltje. Documentaireserie | NPO Start

Kijktip

Leestip

Ontdek het complexe en controversiële verhaal van de Joodse Raad tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Joodse Raad gaat in op de moeilijke keuzes en dilemma’s waarmee de Joodse gemeenschap werd geconfronteerd. Serie | NPO Start

Leestip Aleksandra | Lisa Weeda In opdracht van haar 94-jarige grootmoeder Aleksandra reist Lisa naar het Oekraïense Loegansk, op zoek naar het graf van haar verdwenen oom Kolja. In haar vlucht tuimelt ze terug in de tijd. Non-fictie

81

De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s | Erik Somers De meest aansprekende foto’s over de Tweede Wereldoorlog in Nederland, Suriname, de Antillen en Nederlands-Indië in één boek.

Kijktip In Staken op Leven en Dood reconstrueert Erik Dijkstra de April-meistakingen van 1943, waar meer dan 500.000 mensen de onderdrukking van de Duitsers trotseerden. Een historisch juweeltje. Documentaireserie | NPO Start


Gedicht | Micha Hamel

80 jaar vrijheid In 2024-2025 vieren we 80 jaar vrijheid, herinnerend aan de bevrijding van Nederland in 1944-1945. In dit jubileumjaar werken partijen uit het WO2 werkveld (het ‘Veldberaad’) samen met provinciale vertegenwoordigers. Samen hebben ze een narratief opgesteld dat richting geeft aan alle te organiseren activiteiten. Dichter en componist Micha Hamel vertaalde dit narratief in een gedicht.

Vrede en ik De eeuw van gemotoriseerd wapengekletter waarschuwt alsnog sarcastisch en continu voor zorgvuldig opgekweekte oorlogen die onder de gezwavelde hemel verleiden tot doorlopende misgeboortes van absurditeit Zijn wij in vrede gaan rusten of rusten wij pas als er vrede is? Vuur, haat en snelheid zijn alom en alsjeblieft wuif de witte duif als prachtige beeldspraak uit daar alle ernstige beesten grif capituleerden en pientere ongewervelden zwijgen in deze folterkist binst men vrijheid bij voorkeur als rechtsstaat viert Maken wij ons schuldig aan onmacht of maakt de onmacht ons onschuldig? Aldus wordt mijn welbehagen gedwongen een droeve ontgrondingsvergunning aan te vragen opdat de aarde genodigd de doden te vomeren omgewoeld raakt en ze tentoongesteld mogen als boegbeelden op het vaartuig van staat Zijn wij in strijd gaan trollen of trolt de onmin ons tot strijd? De rechthoekige driekleur op de achterplecht wappert snerpend van vreugde ik ben uit het kaasblokje getrokken op de vrijmibo van de geharde stuurlui van het democratisch proces aan wie ruiterlijk respect mag worden betuigd En als de vredesdemonstratie niet vredig verloopt? Onze krijgsmacht kost miljarden geheel terecht maar op de basisschool is het eerste woord dat onze zesjarige lichtmatroosjes leren schrijven ‘ik’ hetgeen vermoedelijk als misdaad tegen de menselijkheid uitgelegd mag worden dus zullen wij daar misschien ‘jij’ van maken? Micha Hamel, sept. 2023

*de frase ‘vuur, haat en snelheid’ is afkomstig uit het Futuristisch Manifest (1909) van F.T. Marinetti

82


Wat doet Vfonds? Vrijheid en democratie voelen voor veel mensen als vanzelfsprekend. Op dit moment zien we op verschil­ lende plekken in de wereld wat de impact van oorlog op het dagelijks leven is. Onze vrijheid en democratie vragen aandacht en onderhoud. Daarom is onze missie: “Vfonds draagt, vanuit de lessen getrokken uit oorlog en conflict, bij aan een sterke democratische rechtsstaat en een vreedzame samenleving.” Vfonds wil heel Nederland in beweging brengen voor vrijheid en democratie. We inspireren en stimuleren jong en oud om zich hier actief voor in te zetten. Daarom bieden we financiële ondersteuning aan projecten en organisaties die hier aan bijdragen. Er is een algemene regeling voor projecten en organisa­ ties die bijdragen aan het vergroten van de kennis over oorlog en conflict. En aan projecten die inzicht geven in de werking van democratie, grond- en mensenrechten. Ze dagen het publiek en deelnemers uit om met een kritische blik mee te denken en te debatteren. Daarnaast onder­ steunt Vfonds projecten die bijdragen aan het vergroten van de erkenning en waardering van veteranen en politie. Veteranen hebben zich ingezet voor onze vrijheid en democratische waarden. Daarnaast is er een aantal specifieke regelingen: 80 jaar vrijheid Vanaf september 2024 tot en met augustus 2025 herdenken en vieren we 80 jaar vrijheid. Dat willen we groots aanpakken. Met herdenkingen, vieringen en activiteiten in heel Nederland. Vrijheidsmaaltijden 2024-2025 In het hele land worden op 5 mei Vrijheidsmaaltijden georganiseerd. Vfonds heeft in 2024 voor het eerst een regeling om je bij de organisatie van jouw Vrijheidsmaaltijd te ondersteunen. Indisch en Moluks Immaterieel Erfgoed Immaterieel erfgoed is cultuur van nu. Deze regeling is dan ook bedoeld voor levende en culturele tradities die in beweging zijn. Denk aan rituelen, ceremonies, sociale tradities, eetgewoonten, feestelijke vieringen, symboliek of een bijzonder ambacht van de Indische, Molukse, Papoea en Peranakan gemeenschappen in Nederland. Aanvragen voor deze regeling kan tot 18 maart voor stichtingen en verenigingen. Particulieren kunnen elke maand aanvragen tot en met 28 juli.

Steun Vfonds De vele projecten die Vfonds financiert kunnen alleen bestaan dankzij onze donateurs. Groot of klein, alle giften doen ertoe! Doneren voor vrijheid, democratie kan op verschillende manieren. Kies een vorm die bij jou past, want alle steun telt. Eenmalig of structureel Met een eenmalige gift draag je al bij aan een vreedzame samenleving en een sterke democratische rechtstaat. Wil je ons liever steunen met een jaarlijkse bijdrage? Word dan Vriend van Vfonds, dat kan vanaf €60 per jaar. Als Vriend van Vfonds krijg je een bezoek aan een van de herdenkingscentra en -musea ’40-’45 cadeau. Schenken met belastingvoordeel Wil je nog meer impact maken? Kies dan voor een periodieke schenking van minimaal vijf jaar. Interessant, want via de belasting krijg je dan ook nog eens een deel van je gift terug. Vfonds in je testament Het is belangrijk om verhalen over oorlog en conflict te blijven vertellen. Hiermee kan je het belang van leven in vrijheid doorgeven aan toekomstige generaties. Zo kan jouw nalatenschap in de toekomst jongeren blijvend inspireren. Groot schenken Wil jij substantieel bijdragen aan een samenleving waarin iedereen in vrijheid kan leven? Bijvoorbeeld door een van onze thema’s democratie, vrijheid of veteranen te steunen. Wij gaan graag in gesprek over de mogelijkheden. Meer weten over de verschillende manieren om te geven aan vrijheid en democratie? Ga naar Vfonds.nl. Of neem vrijblijvend contact op met Karin Bakker, 030-2006 833, k.bakker@vfonds.nl


Samen in beweging voor vrijheid en democratie Geloof jij in een samenleving waarin iedereen in vrijheid kan leven? Waar onderlinge verschillen niet leiden tot polarisatie, maar tot dialoog? Dat betekent leven zonder oorlog of onderdrukking, jezelf vrij kunnen uiten en vrij bewegen in de samenleving. Het betekent ook vrijheid om te zijn wie je bent én respect hebben voor de vrijheid van anderen. Om dit te bereiken steunt Vfonds jaarlijks meer dan 200 projecten, van activiteiten rond 4 en 5 mei tot aan de Nederlandse Veteranendag.

Wil jij ook bijdragen? Word dan nu vriend van Vfonds en ontvang je welkomscadeau. Vfonds.nl/steun-ons


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.