DNG 2025 03

Page 1


De Nieuwe Gemeenschap – driemaandelijks tijdschrift van het August Vermeylenfonds oktober - december 2025 – AFGIFTEKANTOOR GENT X erkenningsnummer P 309 575 – vu: Willem Debeuckelaere - p/a V.F.

Tolhuislaan 88, 9000 Gent

Rebellie!

Soms zijn we verplicht om ons te verzetten... (Hannah Arendt)

Haren knippen is in de Iraanse literatuur een eeuwenoud symbool voor verdriet en verlies. Na de dood van Mahsa Amini, die stierf in een politiekantoor omdat ze haar hoofddoek volgens de hidjab-voorschriften niet correct droeg, begonnen vrouwen in Iran massaal hun haren te knippen als krachtige boodschap van verzet. Wereldwijd deden vrouwen hetzelfde uit solidariteit.

Je stem laten horen wanneer je het oneens bent met de bestaande macht of het wettig gezag, is niet altijd evident. In een democratie kan dit gelukkig (nog) wel. Mensen komen op straat om te protesteren tegen oorlogen, om de urgentie van de klimaatcrisis aan te kaarten en ander onrecht die ze zien of ervaren. Als verzet en als strijd voor verandering.

Maar wat als je niet gehoord wordt? Hoe ver kan of wil je gaan in je verzet? Of worden we meer en meer de mond gesnoerd door strengere straffen en repressie?

Pierre en Hilde, hij is magistraat en zij is activiste, geven ons een inkijk in de wettelijke en praktische kant van verzet en verduidelijken wat burgerlijke ongehoorzaamheid is.

Samuel Baker Byansi heeft als Rwandese onderzoeksjournalist en mensenrechtenactivist ervaren wat het betekent om als kritische stem monddood gemaakt te worden, ook in de virtuele wereld. Hij zet in ballingschap zijn werk verder, op alle mogelijke manieren, om gehoord te worden en machthebbers ter verantwoording te roepen.

Nico Pattyn gidst ons doorheen de geschiedenis van verzet en rebellie naar de Duitse Boerenoorlog, een grote volksopstand die belangrijk was voor de latere sociale en politieke rechten in Europa.

Uiteindelijk blijkt uit het verleden dat rebellie hoopgevend is.

Verzet heeft zin.

COLOFON

DE NIEUWE GEMEENSCHAP driemaandelijks ledenblad van het August Vermeylenfonds vzw; verschijnt op 15 maart, 15 juni, 15 september en 15 december.

REDACTIE Peter Benoy, Tom Cools, Willem Debeuckelaere, Sarah Mistiaen, Johan Notte, Kristel Gijbels, Nico Pattyn, Paul Teerlinck, Eliane Van Alboom, Hans Vandevoorde, Anita Van Huffel en Anne Van De Genachte (+ vormgeving)

ALGEMEEN SECRETARIAAT Tolhuislaan 88, 9000 Gent, 09 223 02 88 - e-mail: info@vermeylenfonds.be - website: vermeylenfonds.be - openingsuren: 9u - 12u en van 13u tot 17u

ABONNEMENT 15 euro (4 nummers)

LIDMAATSCHAPSBIJDRAGE 15 euro per individu. U kunt lid worden door aan te sluiten bij een plaatselijke afdeling of door overschrijving op rek.nr. BE50 0011 2745 2218 van het Vermeylenfonds vzw, Tolhuislaan 88, 9000 Gent. Leden ontvangen gratis De Nieuwe Gemeenschap.

COVER Maryam Najd VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Willem Debeuckelaere, p/a Tolhuislaan 88, 9000 Gent Auteursrechten personen die we niet hebben kunnen bereiken i.v.m. eventuele auteursrechten kunnen de redactie contacteren.

STEUN HET VERMEYLENFONDS Giften vanaf 40 euro zijn fiscaal aftrekbaar. Reknr. BE50 00112745 2218, Vermeylenfonds, Tolhuislaan 88, 9000 Gent. Om reden van milieuvriendelijkheid wordt dit tijdschrift op chloorvrij recycleerbaar papier gedrukt.

INHOUD oktober - december 2025

03 Eyecatcher

04 De Duitse Boerenoorlog

07 Rebels with a cause!

interview met Pierre Lefranc en Hilde Maelstaf

12 Schrijven en strijden voor (pers)vrijheid, democratie en mensenrechten. Een gesprek met Samuel Baker Byansi

15 Recensent-boeken

16 Maryam Najd

18 Agenda - Nieuws - Verslag

20 BV - Nico Pattyn

22 Column - Peter Benoy

24 Samenhang/Confrontatie

Peter Benoy

26 Column - Anita

Ontvang 4 maal per jaar DNG in uw brievenbus voor slechts 15 euro!

Scan de QR code voor meer info!

Deze pagina is een coproductie tussen het Vermeylenfonds en Creatief Schrijven vzw. De tekst werd geoogst op het platform Azertyfactor, een vrijhaven waar pennenvoerders hun vruchten publiceren.Wil je kans maken op publicatie in het volgende nummer?

Post je tekst op azertyfactor.be/ wedstrijd.'

een schijnheilige lach van het heersend gezag elke dag lijkt een nacht

maatschappelijke gezwellen aanschouw snel rebellen om orde op zaken te stellen

geen gebluf meer voor de stoker geen gepoker

de radicaal, de onrustzaaier ze verdrijven de matennaaier van woorden verdraaien naar monden dichtnaaien ze oogsten zelf nu wat ze zaaiden een onrustwekkende moord van oproerkraaien

Tim Roose

Kraaien
© Maryam Najd

De Duitse Boerenoorlog, rebellie met een regenboogvlag

Deze zomer reisde ik oostwaarts, weg van de hitte van Zuid-Europa. Mijn eerste overnachting was in Mühlhausen in Thüringen, en dat was niet omdat ik er de koelte opzocht. Het is de stad waar Thomas Müntzer een jaar pastoor was van de Mariakerk, tot zijn terechtstelling in diezelfde stad in 1525. Vijfhonderd jaar geleden was hij immers een van de leiders van de opstandelingen tijdens de Duitse Boerenoorlog. Dit werd dit jaar uitgebreid herdacht met een aantal tentoonstellingen.

De Duitse Boerenoorlog wordt beschouwd als de grootste volksopstand in Europa voor de Franse Revolutie, maar is buiten Duitsland niet zo bekend. Nochtans kan het belang ervan moeilijk onderschat worden. De opstand viel samen met de opkomst van het protestantisme. Een aantal predikanten, zoals Thomas Müntzer, kozen de kant van de rebellen, maar Luther moest niks van de opstand weten en pleitte voor harde repressie. Zijn wensen werden vervuld, de boeren werden herhaaldelijk verslagen en er vielen bij de militaire confrontaties en de repressie nadien

naar schatting zowat honderdduizend doden.

De opstand begon in het zuidwesten van het Duitse Rijk, in de streek rond het Bodenmeer, en breidde zich uit tot Thüringen. Ook een aantal ridders streden aan de zijde van de rebellen, zoals Götz von Berlichingen (bekend van het gelijknamige toneelstuk van Goethe) en Florian Geyer (die dan weer door Gerhart Hauptmann via een toneelstuk vereeuwigd werd). Het was meer dan een boerenopstand.

Thomas Müntzer en zijn leger werden op 15 mei 1525 verslagen te Frankenhausen. Tegenwoordig kan men daar het Panorama Museum bezoeken, met een geschilderd panorama over de Boerenoorlog door Werner Tübke. Met 1722 m² is het een van de grootste schilderijen ter wereld. Dit werk kwam tussen 1976 en 1987 tot stand, toen Frankenhausen tot de DDR behoorde. Vanuit marxistische hoek werd veel aandacht besteed aan dit vroege voorbeeld van klassenstrijd. Maar ook op andere plaatsen zijn er nog sporen, herinneringen en monumenten van deze opstand.

STANDPUNTEN

Zeer merkwaardig is de vlag waaronder de opstandige boeren in Mühlhausen streden: de regenboogvlag! Die verwijst naar hoofdstuk 9 van Genesis. Na de zondvloed sluit God daarin een verbond met Noach, diens drie zonen en alle levende wezens. Nooit zal hij hen nog door het water laten verzwelgen. God schenkt alles wat beweegt en leeft, naast de gewassen, aan de mens als voedsel. Hij vraagt de mens vruchtbaar te zijn en talrijk te worden. Het is als het ware het mission statement van de boeren. Als teken van dit verbond laat God een regenboog verschijnen, vandaar de regenboogvlag.

In Memmingen, het huidige Beieren, wordt nog een exemplaar van de originele oorkonde met de Twaalf artikelen bewaard, de eisen van de opstandelingen. Daarin beroept men zich uitdrukkelijk op het woord van God. Er wordt verklaard dat alle mensen vrij zijn en vrij willen blijven. Maar men kan moeilijk buiten de feodale structuren denken. Iedereen moet kunnen jagen en hout sprokkelen op gemene gronden. De herendiensten mogen niet verder gaan dan wat in eerdere tijden was afgesproken. De pacht moet door

Das Monumentalgemälde, Werner Tübke, Panorama-Museum. © Dirk Bernkopf

eerlijke mensen bepaald worden. Belastingen moeten tot de tienden beperkt worden, wat daarboven komt moet besteed worden aan de armen en bij oorlog. Men eist ook het recht om een priester te kiezen en te kunnen afzetten. Het evangelie moet helder worden uiteengezet. Dit is geen pleidooi voor een volstrekt egalitaire maatschappij, wel voor een soort rechtvaardige standenmaatschappij. Er werden wel concrete eisen geformuleerd, en ondanks het tijdsgebonden karakter is het een van de eerste systematische formuleringen van sociale en politieke rechten in Europa.

Deze Duitse Boerenoorlog kan niet los worden gezien van de tijd waarin die plaats vond, maar kadert wel in een geschiedenis van sociale opstanden in Europa. Rebellie en sociale onrust zijn al bekend uit de Oudheid. De slavenopstand onder Spartacus is wellicht het bekendste voorbeeld. In China kwamen meerdere dynastieën door boerenopstanden ten val, te beginnen met de Qin in 209-206 voor onze tijdrekening. Na de val van het Romeinse rijk kennen we in West-Europa slechts lokale sociale onrust. Er waren hier geen grote steden met georganiseerde sociale groepen. In de wereldstad Constantinopel bv. braken wel meermaals grote opstanden uit, zoals het Nika-oproer in 532.

Dat veranderde toen in Europa de steden tot bloei kwamen. Vanaf de 13de eeuw waren er regelmatig belangrijke opstanden, en het graafschap Vlaanderen speelde daarbij een voortrekkersrol. In 1245 kennen we er de eerste georganiseerde staking in West-Europa, de zogenaamde ‘takehans’ in Douai. Andere steden zoals Gent volgden al gauw. Daar werden de XXXIX-schepenen tussen 1275-1280 tweemaal afgezet. Brugge kende de Moerlemaye in 1280, Ieper de Cocerulle, opstanden van ambachten en kleine patriciërs tegen de dominerende patriciërs in het stadsbestuur. Met de opstand van Kust-Vlaanderen van 1323-1328 rebelleerden boeren en steden zij aan zij tegen de Vlaamse graaf.

De daaropvolgende eeuwen zouden tal van opstanden zien, van Scandinavië tot Italië,

“Om tot rebellie te komen dient men zich te verenigen”

zowel in de steden als op het platteland. Dit valt samen met wat men de crisis van de late middeleeuwen noemt. Na een periode van bevolkingsgroei en sterke expansie volgden een aantal rampen. Europa kende de Grote Hongersnood (1315-1317) en de grote pestpandemie, de Zwarte Dood, zorgde voor miljoenen doden (1348-1349). Het klimaat koelde af. Grote conflicten woedden, zoals de Honderdjarige Oorlog. En er was dus veel sociale onrust. Maar het is te gemakkelijk om die calamiteiten als oorzaak van die sociale onrust te zien, sociale onrust die we ook al in de 13de eeuw zien. Die had te maken met structurele veranderingen in de maatschappij.

Na de Karolingische tijd ontstond in WestEuropa een feodale samenleving, een soort getrapt systeem met een koning, hogere en lokale adel en op lokaal vlak horigen en lijfeigenen die het land voor de lokale heren moesten bewerken en herendiensten verrichten. De macht werd zeer lokaal uitgeoefend, ook via de rechtspraak, en georganiseerd verzet op grotere schaal was zowat onmogelijk. In de 11de en 12de eeuw kende Europa, en zeker het graafschap Vlaanderen, een sterke economische expansie. Steden zoals Brugge, Gent en Ieper werden belangrijk voor lakennijverheid en export. Nieuwe sociale groepen kwamen op, zoals lakenhandelaars en ambachtslieden. Zo ontstond de schaalgrootte en ook de kennis om tot georganiseerd verzet te komen.

Geleidelijk werd de feodale staat ook sterker, ten koste van de lokale heren. De fiscale druk verhoogde, maar de horigheid verzwakte geleidelijk. Voor de graaf, hertog of koning was het interessanter om belastingen te innen dan om herendiensten te laten verrichten. Ook de boeren konden zich beter organiseren via dorpsraden. Zij waren betrokken bij een aantal van de opstanden in de 14de en 15de eeuw in Vlaanderen.

Om tot rebellie te komen dient men zich te verenigen. Er moet ook op z’n minst enige dreiging uitgaan van de rebellie om eisen te kunnen afdwingen, en eventueel de confrontatie aan te gaan. Tegen ruiterij, zoals geharnaste ridders, is men kansloos tenzij met getrainde formaties. In de 14de eeuw werd het mogelijk om ridderlegers te verslaan, in met lansen uitgeruste gesloten formaties. De Guldensporenslag is er een voorbeeld van. Ommuurde steden waren ook moeilijk in te nemen, waardoor steden met hun eigen milities geduchte tegenstanders werden.

De katholieke kerk stond voor de gevestigde orde en bood weinig inspiratie om die orde in vraag te stellen. Maar regelmatig ontstonden in de late middeleeuwen religieuze bewegingen die dit wel deden. Soms werden die met alle mogelijke wreedheid bestreden, zoals de katharen. Soms werd zo’n beweging binnen de bestaande kerkelijke structuren ingekapseld, zoals de franciscanen.

Toen de Duitse Boerenoorlog uitbrak hadden recent een aantal omwentelingen plaats gevonden. De boekdrukkunst was al ingeburgerd en hielp bij het verspreiden van ideeën. Moesten de Twaalf Artikelen, de eisenbundel van de opstandelingen, niet als pamflet verspreid zijn zou de inhoud ervan wellicht niet zijn bewaard. Luther was in 1521 geëxcommuniceerd. Hij was niet de enige geestelijke die er andere ideeën op na hield dan de katholieke kerk. Vele protestantse predikers verspreidden hun eigen ideeën over het geloof en Thomas Müntzer, wiens opvattingen aanleunden bij die van de anabaptisten, was een van hen.

Er waren al heel wat boerenopstanden geweest in Duitsland, waarbij ‘boeren’ meestal in een brede betekenis moet gezien worden. Dagloners, ambachtslieden, mijnwerkers, rondreizende artiesten en lagere verarmde adel sloten zich evenzeer aan bij protest. In Sélestat, nu in de Franse Elzas maar toen behorende tot het Duitse rijk, vond in 1493 de eerste van de zogenaamde Bundschuhopstanden plaats. Die zijn genoemd naar hun vlag, met een schoen als embleem. Er volgden er nog een aantal in de Rijnstreek, de laatste in 1517, en ze werden alle snel onderdrukt. Boeren kwamen, georganiseerd in een geheim genootschap dat Armer Konrad wordt genoemd, in opstand tegen de hertog

van Württemberg (1514). En protestantse ridders rebelleerden onder Franz von Sickingen tegen de aartsbisschop van Trier (1522-1523).

De Duitse Boerenoorlog vond dus plaats in sociaal en religieus woelige tijden. De opstand was deels religieus geïnspireerd. Maar de sociale ongelijkheid waarbij wie niet tot de adel, de clerus of de rijke kooplieden behoorde geen inspraak had, de stijgende fiscale druk, de uitbuiting door de lokale heren, en algemeen de moeilijke economische omstandigheden gaven de opstand de nodige brandstof. In de loop der tijden is men de Duitse Boerenoorlog op heel verschillende manieren gaan bekijken.

Geschiedenis wordt in eerste instantie door de overwinnaars geschreven en dat was hier niet anders. De boeren werden eerst als een zootje ongeregeld voorgesteld, Müntzer als een fanaticus. Wreedheden, zoals de Weinsberger Bluttat waarbij graaf Ludwig von Helfenstein

en een aantal van zijn gezelschap spitsroeden moesten lopen en werden terechtgesteld, werden benadrukt. De opstand had terecht gefaald, de natuurlijke orde der dingen was bewaard.

Friedrich Engels bracht in 1850 een boek uit over de Duitse Boerenoorlog met een andere kijk. Hij zag het conflict als een vroege uiting van klassenstrijd. Hij zette de complexe klassenstructuur van deze periode uiteen, en stelde vast dat de kleine burgerij (en Luther) de opstandige boeren aan hun lot hadden overgelaten. Binnen het marxisme zou er steeds veel aandacht zijn voor dit conflict. Met

name in de DDR stond Thomas Müntzer in hoog aanzien als een vroege revolutionair. Er verscheen een film over hem in 1956 en in 1989 volgde net op tijd een tweede film. Hij stond ook afgebeeld op de biljetten van vijf mark. In 1975 werd de 450ste verjaardag luisterrijk herdacht. Ook academisch werd het conflict in de DDR uitgebreid onderzocht.

Historicus Günther Franz bracht in 1926 zijn magnum opus uit over deze opstand. Zijn visie werd toonaangevend, tijdens de Nazitijd (Franz was zelf lid van de NSDAP) maar ook daarna. Hij zag de opstand meer als een strijd van de boeren voor meer autonomie, wat paste in de nazistische kijk op de ware Germaanse volksaard. In 1975 verscheen Die Revolution von 1525 van Peter Blickle. Volgens hem ging het om een revolutie, niet alleen van de boeren maar van de gewone man. Hij ziet het niet als een alleenstaande opstand, maar kadert het in een brede beweging naar Kommunalismus: meer autonomie en sociale rechtvaardigheid. De opstand mislukte militair, maar droeg op langere termijn bij aan meer bewustzijn rond gelijke rechten. De ideeën leefden voort, de heersende klasse werd gedwongen de bestaande orde te legitimeren.

De Duitse Boerenoorlog is een vroeg experiment in het streven naar meer gelijkheid en vrijheid. Het was een onderdeel van een lange periode van sociaal protest, waarbij vooral de steden in het graafschap Vlaanderen een pioniersrol speelden. De mate waarin sociale klassen zich kunnen organiseren verschuift doorheen de geschiedenis. De ontwikkeling van het absolutisme en gecentraliseerde staten, steunend op onder andere met dure artillerie uitgeruste legers, maakte het nadien moeilijker om tot breed sociaal protest te komen. Maar toch werd in Engeland geleidelijk de parlementaire democratie ingevoerd, en een revolutie wist in 1789 Frankrijk een einde te maken aan het ancien regime.

De 19de eeuw bleek opnieuw een vruchtbare tijd voor sociaal protest, wat resulteerde in meer inspraak en sociale rechten. Op lange termijn blijft rebellie hoopgevend. Hier geldt: de aanhouder wint, ook al is de overwinning pas voor verre nakomelingen.

Nico Pattyn

“Op lange termijn blijft rebellie hoopgevend”

STANDPUNTEN

BIO Pierre Lefranc was advocaat aan de balie van Gent, deeltijds assistent bestuursrecht aan de UGent, plaatsvervangend vrederechter en plaatsvervangend rechter. Hij verliet de balie, werd rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Gent en daarna raadsheer in het hof van beroep te Brussel. Sedert begin 2008 is hij rechter (staatsraad, thans Kamervoorzitter) bij de Raad van State.

Pierre Lefranc schreef diverse bijdragen in juridische boeken en tijdschriften over uiteenlopende onderwerpen. Hij is hoofdredacteur van het juridisch Tijdschrift voor Milieurecht. Hij is ook voorzitter van de commissie van toezicht van de penitentiaire instelling te Gent en lid van het Begeleidingscomite van het project Rechtspraak ‘Grondrechten en armoede’ van het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting.

Rebels with a cause!

Wat als we het in onze democratie niet eens zijn met beslissingen van de meerderheid? Hoe kunnen we onze stem laten horen zonder burgerlijk ongehoorzaam te zijn? En wat als ook dit niet helpt, gaan we dan een stap verder?

Tijdens een heerlijke veganistische lunch hadden we een gesprek met Pierre en Hilde. Hij is magistraat en zij is activiste o.a. bij Extinction Rebellion. Over de dunne grens tussen het wettelijke en het noodzakelijke.

Hilde, je bent reeds jarenlang activiste. Wat betekent rebellie voor jou?

Hilde: “In mijn beleving van rebellie staat centraal dat je onrecht ziet wat je niet kan aanvaarden en je eerst gebruik maakt van bestaande legale middelen om dit aan te

STANDPUNTEN

klagen. Wanneer je een petitie ondertekent, is dat een manier om duidelijk te maken ‘ik ga in verzet’. Rebellie is voor mij een vorm van verzet waarbij je een gefundeerde mening en daden uitdraagt. Het is voor mij een collectieve actie gericht op het algemene belang. Het is onrecht dat je sàmen vaststelt.

Wanneer je onrecht ziet, je hoeft het daarom niet zelf te ervaren, en ook overgaat tot acties die op die grens spelen van de legaliteit dan wordt rebellie heel snel verbonden aan burgerlijke ongehoorzaamheid. Het kan ook een stap verder gaan maar daar ga ik niet in mee. Het Earth Liberation Front bijvoorbeeld is een rebellenbeweging, maar ze gaan wel een stap verder dan burgerlijke ongehoorzaamheid. Voor mij staat strijd tegen onrecht centraal, zowel betreft het klimaat of onrecht dat te maken heeft met uitbuiting van mensen (of andere, Social Justice.)”

BIO Na haar sociologie studies startte Hilde Maelstaf als onderzoeker aan de UGent (RUG) en later voor de Brussels Raad voor het Leefmilieu. Via een omweg kwam ze terecht in een Europees organisatie gericht op participatie en lokale ontwikkeling.

Op het einde van de jaren 90 werd ze voltijds lector bij een Antwerpse Hogeschool (AP) waar ze lesgeven combineerde met onderzoek. Alhoewel de thema’s van haar onderzoeksopdrachten en publicaties divers zijn (alcoholisme, oudere gedetineerden, slechte woonomstandigheden, voeding,) staat kwetsbaarheid, verbetering van de hulpverlening en levensomstandigheden hierin centraal.

Sinds haar pensioen blijft Hilde betrokken bij onderzoek naar wonen en is ze bestuurslid bij twee vzw’s gericht op betaalbaar en energiezuinig wonen en voorzitter van een Brussels Sociaal verhuurkantoor.

Rebellie is onrecht dat je sàmen vaststelt

Is er veel verschil tussen rebellie van vroeger, jaren 70-80 en nu?

Hilde: “Ik gaf onlangs een presentatie over de reden waarom ik zelf behoor tot de Rode Rebellen. Ik heb dan ook een analyse gemaakt van mijn eigen verleden en hoe de situatie nu is bij de jongeren. Ik denk dat wij op een andere manier gevoelig waren. Het was een periode waar veel hoop was. Wij dachten écht dat wij de wereld konden veranderen of we het nu deden via huis aan huisverkoop van Tanzania-koffie of bezetting van het Gravensteen om de dure aankoop van gevechtsvliegtuigen. Wij waren rotsvast overtuigd dat er een rechtvaardige maatschappij zou zijn met minder uitbuiting, waar zelfs het kapitalisme in vraag gesteld mocht worden. Het was de periode van grote betogingen, van feministische acties en de mei-68’ers. Ik ben grootgebracht in een periode van hoop. Er was ook wel het sterke verzet zoals het RAF, waar we met twijfels maar ook met een stuk bewondering naar keken.”

Is dat nu anders bij de jongeren?

Is er meer boosheid?

Hilde: “Het is anders. Enerzijds is er een soort van collectieve dissociatie (en niet enkel bij jongeren, integendeel) omdat het probleem zo overweldigend is en het lijkt of er niets aan te doen is. Mensen gaan ontkoppelen van die harde werkelijkheid en komen dus niet in actie. Anderzijds zie je ook angst, ernstige angst bij jongeren. Daarom spreekt een voorstelling zoals For Rosa (red. For Rosa vertelt het waar gebeurde verhaal van Benjamin en Rosa, het 15-jarige meisje dat het leven liet in de waterramp van 2021 in de Ardennen, op een kamp voor jongeren die de wereld wilden veranderen) sommige jongeren zo aan.

Daarnaast is er een trend tot radicalisering en de discussie over geweld wordt opnieuw gevoerd. Verder is er de ‘collapsologie’, een visie die wint aan belang, waarbij gewezen wordt op de maatschappelijke ineenstorting als gevolg van de klimaatverandering. Ons hierop voorbereiden is de rode draad in dit verzet. Ik zit in een bevoorrechte situatie, ik moet niet dagelijks mijn hoofd

breken hoe de eindjes aan elkaar te knopen. Daarom vind ik dat ik moet rebelleren. Ik kom uit een non-conformistische familie, dus misschien heb ik het wel met de paplepel meegekregen. Er was voor mij geen alternatief, ik moet dit doen.”

Is betogen nog voldoende? Duizenden mensen komen op straat, het is even een item in het Journaal en dat is het. Waarom worden sommige groepen zozeer gecriminaliseerd? Code Rood bijvoorbeeld staat op de lijst bij OCAD (Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging). Kan je eigenlijk nog protesteren als je de kans loopt om op een zwarte lijst te komen?

Hilde: “Het heeft te maken met framing waardoor het gevecht natuurlijk moeilijker wordt. Ik ben vorig jaar naar Groot-Brittannië geweest voor de internationale Aarde-dag. If we kill the planet, we kill ourselves, was een van de slogans. Ik ben ervan overtuigd dat planten en dieren wel gaan overleven maar de mensheid zal verdwijnen. Naar aanleiding van het protest waarbij actievoerders zich vastplakken aan (de kaders van) kunstwerken, kwam er veel negatieve reactie in de pers. Hoewel geen

enkel kunstwerk beschadigd werd, zijn er zware gevangenisstraffen uitgesproken. Als er al een straf had moeten uitgevoerd worden dan hadden ze bijvoorbeeld de actievoerders het museum moeten laten opkuisen.

Het was misschien niet de juiste actie maar het narratief was heel duidelijk. Kunst is belangrijk maar als de mensheid verdwijnt, verdwijnt ook die kunst, daarom plakken we ons vast of gooien we soep over het glas, zonder het werk te beschadigen. Het is wereldwijd zeer negatief opgevat. Deels als gevolg van de negatieve weerklank werd een vierdaagse (toegelaten) manifestatie “The Big One” in London georganiseerd onder leiding van XR (Extinction Rebellion) waaraan een 200-tal organisaties deelnamen. Er waren ongeveer 60.000 betogers en toch heeft de pers dit amper belicht.

In 2024 trok ik mee naar Bath voor een grote kunstzinnige actie. Wij waren daar met 400 Rode rebellen. 400 mensen volledig in het rood gekleed met witgeschilderde gezichten, die een boodschap van stilte brengen, ‘because too much has been said’. De BBC beschreef het als een flashmob. De pers had amper

aandacht. Er lijkt een soort akkoord in de Britse mainstream pers, die voor een groot deel in handen is van enkele miljardairs, dat er geen of weinig aandacht wordt besteed aan positieve acties rond milieu en klimaat. Terwijl datzelfde weekend twee volledige bladzijden werden gespendeerd aan een jonge vrouw die zich uit protest vastbond aan een privéjet. Dat wordt dan geframed als ‘die milieuactivisten belemmeren de hardwerkende arbeiders om op vakantie te gaan’, terwijl het ging om het stijgend aantal privéjets.

Als alles verkeerd geframed wordt en grote positieve acties niet meer belicht worden wat kunnen we dan nog doen? Dan is het niet verwonderlijk dat je extremer wordt maar dan zie je dat dit weer negatief onthaald wordt. Mijn uitgangspunt is je moet blijven actievoeren, telkens opnieuw. Zelf ben ik afkerig voor geweld, maar ik snap het wel.”

Ben je nooit bang?

Hilde: “Van fysieke pijn niet zozeer maar wel om in isolatie te zitten. Mijn geloof in rebellie, is dat het een collectieve actie is. Ik ben ook een beetje bang van het heldenverhaal. Men gaat helden maken zoals Greta Thunberg,

‘Niemand heeft het recht om te gehoorzamen’, Hannah Arendt.
9 STANDPUNTEN

maar al die andere mensen die daar staan zijn ook fundamenteel belangrijk.”

En wat betekent rebellie voor jou, Pierre? Pierre: “Ik ben magistraat en vanuit die invalshoek heb ik mij verdiept in het filosofisch concept burgerlijke ongehoorzaamheid. Hannah Arendt heeft hierover in 1970 een zeer boeiend essay geschreven. Het is nog steeds zeer lezenswaardig en actueel. Enerzijds omdat vele burgers zich de voorbije jaren vaak burgerlijk ongehoorzaam hebben gedragen omdat hun medeburgers, die de beleidsmakers zijn, volgens hen beleidsmatig te weinig ondernemen tegen de ecologische crisissen zoals de klimaatopwarming. Dat deden zij omdat hun legale acties zoals petities, betogingen enz. niet het verhoopte resultaat gaven. Zij hoopten hiermee het noodzakelijk maatschappelijk debat terug hoog op de politieke agenda te krijgen. Anderzijds omdat veel van die burgers geconfronteerd werden met de harde hand van de overheid zoals politie interventies, GAS-boetes, strafrechtelijke vervolgingen en veroordelingen. Als waarnemer bevind ik mij tussen twee werelden omdat H. Arendt mij met haar essay overtuigde dat zo’n illegale, strafbaar gestelde handeling van een groep burgers toch legitiem kan zijn. Zij pleitte daarom, en terecht vind ik, voor een nis voor haar concept van burgerlijke ongehoorzaamheid in ons gebouw van de democratie.

Een crimineel schuwt de openbaarheid, handelt louter uit eigen profijt en gebruikt desnoods geweld. Een burgerlijke ongehoorzame groep mensen zoekt de openbaarheid net op, ageert voor de collectiviteit en schuwt geweld. Wanneer sprake is van geweld heeft H. Arendt echter niet helder gemaakt. Burgerlijke ongehoorzaamheid is voor H. Arendt politiek protest van een groep niet gehoorde burgers die openlijk de wet overtreden met als inzet het doen aannemen van wetgeving of overheidsbeleid die mensen- en andere grondrechten wel respecteren. Problematisch vandaag is dat het protesteren op straat aan alsmaar meer regels wordt onderworpen waardoor zelfs een niet aangevraagde straatmanifestatie al burgerlijke ongehoorzaamheid induceert.

‘Niemand heeft het recht om te gehoorzamen’ is een uitspraak van H. Arendt die volgt uit haar sociaalcontracttheorie. Zij heeft die theorie bedacht om burgerlijke ongehoorzaamheid in onze democratie een plaats te geven. We hebben met zijn allen ingestemd met het sociaal contract, zeg maar onze Grondwet en de rechten van de mens om onze samenleving in te richten. Die instemming slaat niet op meerderheidsbeslissingen. Een meerderheidsbeslissing die ingaat tegen het sociaal contract, verleent het recht aan een minderheid om daarmee niet in te stemmen. Ik vind het in dat denkkader niet onbegrijpelijk dat burgers het overheidsbeleid op het vlak van

laten zolang overheidsmaatregelen tegen de klimaatopwarming uitblijven. 89 décrocheurs werden strafrechtelijk vervolgd voor diefstal van het bewuste portret. Uit de tientallen gerechtelijke uitspraken in die zaken blijkt dat rechters heel verschillend kijken naar die actie. Zo werkt democratie nu eenmaal.”

Hilde: “Bij burgerlijke ongehoorzaamheid kan je als collectief niet veroordeeld worden. Je wordt als individu bestraft en dat maakt je zeer kwetsbaar. Het voorbeeld dat Pierre geeft is indirecte burgerlijke ongehoorzaamheid, namelijk om symbolisch iets duidelijk te maken. Maar er is ook directe burgerlijke ongehoorzaamheid bijvoorbeeld als je Total gaat bezetten, zodat ze op dat moment niet meer kunnen produceren.”

Omdat we nu ook spreken over de macht van de wet. Hoe ver kunnen we eigenlijk gaan om gehoord en gezien te worden? Waar ligt die grens? Is dat een individuele grens of een wettelijke grens?

Hilde: “De eerste keer dat ik met Extinction Rebellion ben aangehouden was tijdens de bezetting van de Wetstraat (althans poging tot) om de Glasgow-COP26 in de belangstelling te brengen. Je wordt aangehouden en krijgt handboeien om maar je bent niet alleen. Je zit samen op die bus; het heeft soms iets van een schoolreis, het verstevigt de samenhorigheid. Wanneer ze mij zouden isoleren in een cel,

Burgerlijke ongehoorzaamheid is geen juridisch maar een politiek-filosofisch begrip

Om op je vraag te antwoorden, burgerlijk ongehoorzame mensen zijn voor H. Arendt geen rebellen want zij gebruiken geen geweld. Zij zijn evenmin revolutionairen want ze aanvaarden het kader van de gevestigde autoriteiten en de legitimiteit van ons wettelijk systeem. Het gaat om burgers, een minderheid, die geen gehoor krijgen bij hen die de meerderheid vertegenwoordigen. Rebellie doet mij ook denken aan de opstandige mens Albert Camus. Vanuit zijn sterke rechtvaardigheidsdrang koos hij voor het leven en tegen de vernietiging en onderdrukking ervan door antidemocratische en levensbedreigende tendensen.”

Is burgerlijke ongehoorzaamheid dan een crimineel feit?

Pierre: “H. Arendt wees er terecht op dat burgerlijke ongehoorzaamheid niet crimineel is.

klimaat en milieu in vraag stellen, bekritiseren en daartegen op allerlei manier protesteren. De klimaatwetenschap en klimaatrechtspraak sterken mij daarin.”

Maar is burgerlijke ongehoorzaamheid dan strafbaar?

Pierre: “Burgerlijke ongehoorzaamheid is geen juridisch maar een politiek-filosofisch begrip. Maar omdat zo’n vorm van politiek protest van een groep burgers gepaard gaat met het overtreden van een wet, herleidt het overheidsapparaat het tot het strafbaar gestelde misdrijf dat door elk van die burgers werd gepleegd. Een mooi, zelfs geniaal, voorbeeld hiervan is de massale actie van de Décrocheurs de Macron in 2019 in Frankrijk. Deze beweging slaagde erin om in 151 gemeentehuizen het staatsieportret van de president tijdelijk weg te nemen om er een “vide” achter te

STANDPUNTEN

dan zou ik dit daarna niet meer durven denk ik, daar ligt mijn grens. Of misschien verleg ik dan toch m’n grenzen. Je hoeft niet deel te nemen aan die acties van Extinction Rebellion. Er zijn ook mensen nodig die nadien voor opvang zorgen of logistieke ondersteuning. Je kan individueel je grenzen stellen maar toch behoren tot het collectief. Ik heb met bewondering gekeken naar grootmoeders in de jaren 90 in Canada, die zich op de spoorweg gingen leggen tegen de wagons met kernafval. Ze deden dit voor de kinderen en de toekomstige generaties. Een job kunnen ze niet meer afpakken, mijn pensioen gaan ze waarschijnlijk ook niet meteen afpakken. Daarom vind ik dat ik mijn grenzen moet verleggen.”

Hoeveel leden heeft Extinction Rebellion?

Hilde: “Ik kan daar niet op antwoorden, omdat Extinction Rebellion een beweging is. Een beweging is geen instituut. De bedoeling van een beweging is dat je dingen in beweging zet. Je hebt mensen die weggaan en eventueel terugkomen om verschillende redenen. Dat is een persoonlijke keuze.”

Wat is Code rood precies?

Hilde: “Code Rood is een beweging voor burgerlijke ongehoorzaamheidsacties opgericht door activisten en gesteund door verschillende organisaties en actiegroepen die oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid in de strijd tegen klimaatverandering en voor klimaatrechtvaardigheid. Extinction Rebellion zit daar ook bij.

Grootouders voor het Klimaat hebben zich teruggetrokken omdat geweldloosheid niet meer centraal stond tijdens de laatste actie van Code Rood in de Gentse haven. Ik wil me aansluiten bij geweldloze acties, maar het definiëren van geweld blijft een discussiepunt. Er zijn jongeren die geen alternatief meer zien. Ik heb destijds het Earth Liberation

Front gevolgd in de Verenigde Staten. Je moet moedig zijn om daar aan deel te nemen. Ze zijn begonnen met petities, betogingen dan zijn ze in bomen gaan zitten uiteindelijk hebben ze besloten om bedrijven te viseren. Ze hebben nooit een mens aangevallen of verwond, maar ze zijn gestraft als terroristen, opgesloten in speciale gevangenissen in isolatie. Wat wel blijkt uit de geschiedenis is dat de meer radicale acties er soms voor gezorgd hebben dat de minder radicale acties meer aanvaard werden door een meerderheid. Dat is een stukje mijn hoop.”

Dat hopen we ook.

Dank voor het gesprek, Hilde en Pierre.

Interview: Willem Debeuckelaere en Sarah Mistiaen

Foto’s © Paul Teerlinck

Vilde Frang

Ontdek seizoen 25|26

STANDPUNTEN

Krijg 20% korting op een selectie van concerten. Info & tickets via vermeylenfonds.be

Schrijven en strijden voor (pers)vrijheid, democratie en mensenrechten

Een gesprek met Samuel Baker Byansi

Het optimistische discours: onze geglobaliseerde wereld zou in evenwicht worden gehouden door multilaterale afspraken over handel, en varen op het kompas van de universele verklaring van de rechten van de mens en het internationaal recht. So far, so good. Maar dit ideaalbeeld van harmonie en interdependentie wordt in werkelijkheid aanhoudend overschaduwd, belaagd en aangetast door schrijnende ongelijkheid en ernstige schendingen van de mensenrechten en het internationaal recht, door hyperkapitalisme, neo-koloniaal imperialisme, ideologische polarisatie, geostrategische conflicten, verwoestende oorlogen en ecocide. Een web van onderling samenhangende kwesties, een web van politieke, sociale en ecologische problemen en crisissen met een nefaste impact op het leven van miljarden mensen en hun omgeving.

Kritische wetenschappers, journalisten en politici zetten zich in voor een eerlijke evenwichtige wereld, en ijveren voor de democratie voor sociale rechtvaardigheid, ze onderzoeken en documenteren de crisissen, reiken mogelijke uitwegen aan en blijven onvermoeibaar hameren op het belang van de rechtsstaat, meer gelijkheid, democratische participatie en lokaal en internationaal overleg om tot heilzame oplossingen te komen. Op plaatsen waar de vrije pers en de vrijheid van meningsuiting bedreigd en ingeperkt wordt of helemaal niet bestaat, wordt dergelijke kritische stemmen maar al te vaak en op alle mogelijke manieren het zwijgen opgelegd. Toch blijven deze onderzoekers en verslaggevers hun stem verheffen en zetten ze hun strijd voor vrijheid en rechtvaardigheid standvastig voort. Samuel Baker Byansi (Rwanda) is een van hen:

‘Ik ben onderzoeksjournalist, auteur, onderzoeker en verdediger van persvrijheid en mensenrechten. Verslag uitbrengen van gebeurtenissen en praktijken van schromelijk machtsmisbruik waardoor talloze gewone mensen worden getroffen, is mijn passie. Ik focus in mijn werk op mensenrechten, veiligheid, democratie, politieke onderdrukking, corruptie en conflicten. Momenteel breid ik mijn aandacht uit naar internationaal recht, criminologie en analyse van rechtssystemen, in het bijzonder in de regio van de Grote Meren en Centraal-Afrika.’

Op 2 mei 2025 ontving Samuel Baker Byansi in Brussel de Difference Day Honorary Title for Freedom of Expression (VUB – ULB).

Bij die gelegenheid schetste hij de situatie in Rwanda en had hij het ook over zijn eigen ervaringen:

‘Ik ben geïntimideerd, gecensureerd, bedreigd, juridisch vervolgd en meerdere keren gearresteerd en ondervraagd. Eén keer ben ik zelfs gemarteld. Ik ben niet de enige die dat meemaakte. Journalisten die onafhankelijk kritische teksten publiceren, lopen in Rwanda een groot risico om aangehouden te worden. Dat wordt dan verrechtvaardigd met vage aanklachten zoals “het verspreiden van geruchten” of “het aanzetten tot opstand”.’

Om zijn werk te kunnen voortzetten, zag Samuel Baker Byansi zich genoodzaakt zijn land te verlaten. In ballingschap heeft hij M28 Investigates mee opgericht, een mediaplatform dat jonge onderzoeksjournalisten in SubSahara Afrika ondersteunt via training en samenwerking. Hij speelde een sleutelrol in diverse rechtszaken bij het Hooggerechtshof van Rwanda en het Oost-Afrikaanse Hof van Justitie, wat leidde tot betere bescherming voor journalisten en klokkenluiders. Artikels van hem zijn onder meer verschenen in Le Monde, The Guardian, Knack en Le Soir. Hij is de auteur van From Watchdog to Traitors: The Less You Know, The More You Believe (Abibiman Publishing 2024).

Ik interviewde – op vraag van PEN Vlaanderen en voor het magazine DNG van het Vermeylenfonds – Samuel Baker Byansi eind juli via ZOOM. We spraken over Samuels persoonlijke werk en over de huidige dynamiek van het activisme, in het bijzonder wat betreft de verdediging van de vrije meningsuiting, de democratie en de mensenrechten.

Kunt u ons iets vertellen over de persoonlijke projecten waaraan u vandaag werkt?

Samuel Baker Byansi: “Momenteel ben ik aan het studeren en werk ik aan mijn tweede boek, over moderne dictaturen, met Rwanda als casestudy. Ik wil ook uitzoeken hoe het kan dat democratische samenlevingen vanuit strategische belangen dictatoriale regimes zijn gaan steunen. Dat is het grotere project waar ik nu aan werk. Het betreft de actuele interactie tussen verschillende soorten macht. Zo krijgen we meer inzicht in hoe in Rwanda het regime van Kagame werkt, hoe hij erin geslaagd is om zijn regime in stand te houden en hoe hij zich door een reeks misdaden en misdaden tegen de menselijkheid heen heeft gemanoeuvreerd en hoe hij hiermee wegkomt of ermee verder leeft zonder ter verantwoording te worden geroepen. Opmerkelijk is ook hoe historische gebeurtenissen decennia later nieuw geweld kunnen genereren: slachtoffers van eerdere wreedheden blijken soms geneigd te zijn om nog meer wreedheden te begaan dan ze zelf hebben

ondergaan. Door verschillende situaties te vergelijken, probeer ik in dit agressieve gedrag van voormalige slachtoffers een patroon te achterhalen. Situaties waarbij ze hun geschiedenis als wapen inzetten, zelfs tegen mensen die er helemaal niets mee te maken hebben of geen band met deze geschiedenis hebben. We zien wat er gebeurt in Israël en Gaza en wat Rwanda aanricht in OostCongo. Telkens wanneer Kagame met zijn misdaden wordt geconfronteerd, geeft hij het historische verhaal over de Rwandese genocide een andere draai.”

Media en online interacties:

‘Het is geen kwestie van iets te verbergen. Het is altijd een kwestie van iets te beschermen.’

Hoe vind je de juiste kanalen om te communiceren? In de vrije online wereld kun je ruimte vinden om je verhaal te vertellen. Maar je wordt er ook geconfronteerd met een overdaad aan informatie, met horden influencers, ontelbare nepaccounts, enzovoort. Het voor iedereen toegankelijke internet is ook een context van surveillance, intimidatie en manipulatie. Hoe verhoud jij je tot het potentieel en de gevaren van online communicatie in jouw ‘rebellie en verzet’?

“Ik denk dat het internet en het digitale tijdperk in het algemeen inderdaad een tweesnijdend zwaard is. Wij gebruiken het om over ons werk te communiceren, en inmiddels is het online erg moeilijk geworden om ons het zwijgen op te leggen. Wanneer grote, machtige platformen onze verhalen of opinies niet willen publiceren, kunnen we ze nog steeds op onze eigen, persoonlijke website publiceren. We kunnen dus onafhankelijk van die platformen zelf ons werk verspreiden, en dat kan ook wanneer uitgeverijen beslissen om een boek niet te publiceren. En onze websites worden daadwerkelijk gelezen. Dit is dus absoluut een voordeel van het internet: het geeft mensen toegang tot informatie en biedt ons de mogelijkheid om onze informatie toegankelijk te maken.

Wat de negatieve kant betreft, dat is eigenlijk niet het probleem van het internet of het digitale tijdperk als zodanig. Het probleem is dat mensen er misbruik van maken. Eerst en vooral moet je hier inzicht in verwerven. Ook moet je leren omgaan met online incidenten en intimidatie. Je moet leren hoe je voor je eigen digitale veiligheid kunt zorgen, in functie van de specifieke bedreigingen waarmee je te maken hebt. Mij is het inmiddels gelukt om als individu met online bedreigingen, pesterijen, propaganda en al dat soort dingen om te gaan. Dat houdt me op de been. Er is geen eenduidige tactiek om met propaganda of hate speech om te gaan. Maar sowieso moet je beseffen dat het internet je steeds de mogelijkheid biedt om mensen te blokkeren. Je kunt ook stoppen met sociale media of een pauze nemen, je kunt onder een pseudoniem werken. Er zijn dus veel manieren om met digitale bedreigingen om te gaan.

Online bedreiging is ook iets dat mijn emotionele veiligheid en mijn fysieke veiligheid kan beïnvloeden. Eenmaal je tegenstanders je met een bepaald stigma hebben opgezadeld, loop je het risico om op straat aangevallen te worden. Online dreigingen mag je nooit lichtvaardig opvatten, ook al omdat je vaak niet eens weet wie er achter dat account zit. Als journalist of schrijver word ik zowat dagelijks geconfronteerd met dit soort intimidatie – met een climax wanneer ik iets publiceer... Ik maak daarom een risicobeoordeling voordat ik iets publiceer en overweeg hoe ik het ga aanpakken. Soms zijn er dingen gebeurd waarvan ik intuïtief al wist dat ze zouden gebeuren. Dat geeft je een voorsprong op de daders en je voelt je een beetje veiliger. Veel schrijvers gaan meteen offline nadat ze online iets de wereld hebben ingestuurd. Veel mensen voelen zich onveilig bij online interactie, maar het echte gevaar ligt volgens mij in de persoonlijke apparaten: de mobiele telefoons, de laptops, ... Je moet heel alert zijn voor infiltratie en cyberaanvallen en je apparaten preventief goed beschermen. Ik zorg ervoor dat niemand toegang kan krijgen tot mijn persoonlijke apparaten. Er bestaan ook geschikte programma’s zoals bijvoorbeeld Graphene OS. Je moet je telefoon ook veilig bewaren, en situaties goed kunnen inschatten. Soms bevind je je ergens waar je aanvoelt dat je geen enkel risico mag nemen. Het is geen kwestie van iets te verbergen, het is altijd een kwestie van iets te beschermen. Je hebt bronnen, je hebt work-in-progress, werk dat je niet openbaar wilt maken. Dat impliceert de verantwoordelijkheid om jezelf (online) te beschermen, maar ook de mensen in je omgeving. Je moet ervoor zorgen dat ook zij

online veilig kunnen navigeren. En dan zijn er nog organisaties als Citizens Lab, Reporters Without Borders en Digital Lab, die telefoons testen om te zien of je spyware hebt. In ons werk is het aan te raden om te controleren of er in de afgelopen maanden bedreigingen zijn geweest. En als dat zo is, om uit te zoeken waar die dan vandaan kwamen.”

Juridische actie:

‘De internationale instellingen moeten consequenter optreden en functioneren in overeenstemming met hun doel: het waarborgen van de toepassing en handhaving van het internationaal recht en de internationale rechtspraak.’

“Globale problemen moeten globaal worden aangepakt. Ook het feit dat het internationaal recht wordt geschonden of ondermijnd. Sommige cynische wereldleiders gaan zo ver dat ze de aanklagers van het Internationaal Strafhof sancties willen opleggen. Maar de wet is er om de zwakkeren te beschermen, en ook de sterksten moeten zich eraan houden.

Wat we zien is dat ze stap voor stap die wetten overtreden. En dan zegt Paul Kagame in Rwanda: ‘Moeten jullie, voordat jullie mij vertellen dat ik genocide pleeg in Congo, niet eerst eens stilstaan bij wat jullie doen in Israël en Gaza, en in het Middellandse Zeegebied?’ Het maken van dergelijke vergelijkingen is een alles-wat-je-zegt-ben-je-zelf spelletje geworden: ‘ik doe verkeerde dingen, maar jullie doen ook verkeerde dingen, en dus hebben jullie geen recht om mij te bekritiseren’. In deze redenering maakt het eigenlijk niet langer uit of je al dan niet verkeerd handelt. Maar dit pingpongen moet tot de conclusie leiden dat ze er beide mee moeten stoppen.

De manier waarop wordt geëvalueerd is onevenwichtig, en dit zal gevolgen hebben voor de wereld in het algemeen. De attitudes en praktijken van wereldleiders, de manier waarop ze uiteenlopend reageren op gruweldaden, zullen het imago beschadigen van

de internationale mechanismen die zijn opgezet om de wereld tegen dergelijke misdaden te beschermen. Het zal gevolgen hebben voor het mondiale rechtssysteem zelf. Mensen zullen niet meer meewerken met internationale rechtbanken want ze zullen die niet langer betrouwbaar achten. Ze zullen het Internationaal Strafhof bestempelen zoals men dat in Afrika doet: het ICC is opgericht om Afrika aan te pakken. Dit idee maakt deel uit van de propaganda. Uiteraard is er helemaal geen bewijs voor dat dit de reden is waarom het ICC er is gekomen. Het wordt naar voor geschoven vanuit een eenvoudige logica: ‘oké, maar hoe zit het dan met de misdaden die de westerse mogendheden in Libië hebben begaan? Hoe zit het met de misdaden die door Israël worden begaan? Als dit tribunaal niet specifiek voor Afrikanen is bedoeld, waarom wordt Israël dan niet effectief vervolgd?’ En, ja, je zou het onevenwicht willen aanklagen, maar hoe? Ik denk dat de wereld vooral het vertrouwen in de internationale instellingen moet herwinnen. Zij moeten op hun beurt consequenter handelen of functioneren in overeenstemming met hun doel: het waarborgen van de toepassing en handhaving van het internationaal recht en de internationale rechtspraak.”

De civil society: ‘We kunnen op verschillende manieren verandering afdwingen met onze verhalen en daarom mogen we ze niet verloren laten gaan.’

Een derde dimensie die ik wil overlopen is de burgermaatschappij. Hoe zorgt u ervoor dat uw werk weerklank vindt in de samenleving, hoe activeert u het maatschappelijk middenveld?

“Ik denk dat de media hun positie in de samenleving hebben veranderd. De opkomst van de vele non-profit mediaplatforms heeft de manier waarop wij onze verhalen vertellen en interpreteren veranderd. Het maatschappelijk middenveld is als het ware dichter bij de media-redacties komen te staan. Bovendien geloven de meeste journalisten meer in de

STANDPUNTEN

waarheid dan in ‘neutraliteit’ – we willen verhalen op een waarheidsgetrouwe manier vertellen en misdaden documenteren. Het maatschappelijk middenveld moet echt in actie komen, onze verhalen oppikken en beleidsveranderingen bewerkstelligen. Maar het gaat niet vanzelf op zoek naar jouw verhalen. Je moet je verhaal aantrekkelijker en toegankelijker maken, zodat het uiteindelijk ook juridisch ingezet kan worden. Overigens zie we dit al gebeuren, bijvoorbeeld door de non-profit media- en onderzoeksorganisatie Tiger Eye van Anas Aremeyaw Anas in Ghana. Zij brengen verhalen en werken samen met advocaten die het verzamelde bewijsmateriaal voor de rechter brengen en ervoor zorgen dat alle betrokkenen verantwoording afleggen. Deze dynamiek heeft mijn interesse in het recht gewekt. Ik besefte dat ik behoefte had aan een heel ‘praktisch’ vakgebied om mijn verhalen kracht bij te zetten. Je schrijft een boek, je publiceert het, en dan? Niets. Ik denk dat we verder moeten gaan dan alleen het vertellen van deze verhalen, en ook moeten aandringen op het ter verantwoording roepen van de machthebbers. Zelf heb ik verschillende vakgebieden met elkaar vermengd, het activistische deel en het journalistieke deel. En nu probeer ik het juridische deel erbij te betrekken.

Er zijn dus verschillende manieren waarop we echt verandering kunnen afdwingen met onze verhalen en daarom mogen we ze niet verloren laten gaan. We leven in een samenleving waarin we de morele verantwoordelijkheid hebben om iedere dag een stap vooruit te zetten. Het is de enige manier om gaandeweg orde te scheppen in alle chaos die er heerst en om ervoor te zorgen dat leiders verantwoordelijk worden gehouden voor hun beleid en daden.

Dus, wanneer je een activist ontmoet, werk er dan mee samen. Al dan niet op een van de vele platforms waar we elkaar kunnen ontmoeten. Er is behoefte aan echte samenwerking. Als je met velen bent, kun je elkaar echt beschermen, toch?”

Ine Pisters

BIO Ine Pisters (1960) studeerde geschiedenis en culturele antropologie (UGent) en was de voorbije decennia betrokken bij uiteenlopende (multidisciplinaire) projecten in de wereld van kunst & cultuur & maatschappij, als onderzoeker, redacteur, projectcoordinator, communicatiemedewerker. Vrijwilliger bij PEN Vlaanderen.

Recensent

Feminists in progress. Een opgewekte gids. Op 4 oktober 2025 is het exact een halve eeuw geleden dat de grote IJslandse vrouwenstaking plaatsvond, een mijlpaal in de geschiedenis van de internationale vrouwenbeweging. Die dag legden nagenoeg alle vrouwen in IJsland hun werk neer, zowel betaald werk als onbetaalde arbeid in het huishouden en de zorg, om aandacht te vragen voor de ongelijke genderverhoudingen. Vrouwen werden er structureel benadeeld. Hun lonen lagen gemiddeld 40% lager dan die van de mannen terwijl huishoudelijke en zorgtaken als vanzelfsprekend naar hen werden doorgeschoven. De staking betekende niet alleen een keerpunt in de IJslandse samenleving – er volgden wetten voor betere arbeidsvoorwaarden en meer aandacht voor gelijk loon en in 1980 werd Vigdís Finnbogadóttir de eerste vrouw ter wereld die rechtstreeks door het volk verkozen werd tot president -, de actie werd wereldwijd een symbool en voorbeeld voor feministische acties.

Anno 2025 blijft die feministische strijd nog steeds nodig. Er mag mondiaal dan wel vooruitgang zijn geboekt op vlak van politieke rechten, arbeidsparticipatie en reproductieve rechten, de uitdagingen die resteren zijn legio en vaak complex. In veel landen leven er sterk antifeministische sentimenten en willen conservatieve tegenbewegingen verworven rechten terugdraaien. Zo deelde de Amerikaanse minister van Defensie Pete Hegseth onlangs een video waarin werd gepleit voor het intrekken van het 19de Amendement, dat het kiesrecht voor vrouwen regelt, en voor de invoer van een systeem van huishoudelijk stemmen, waarbij alleen mannen binnen een gezin zouden stemmen. Hij begeleidde de post met de woorden “All of Christ for All of Life.”

Werk aan de winkel dus, maar hoe krijgen we de volgende generaties warm om die strijd tot de hunne te maken? Voor veel jonge mensen zijn de verworvenheden vanzelfsprekend. Tegelijk zien we dat vrouwenrechten kwetsbaar zijn. Het bijbrengen van historisch bewustzijn is daarom cruciaal. Een academisch verhaal biedt wellicht verdieping, maar de harten van de massa ga je er niet mee veroveren. Dan biedt de populaire cultuur meer mogelijkheden. Muziek, film en literatuur hebben de afgelopen eeuw duidelijk hun stempel gedrukt op de vorming van het feministische bewustzijn.

Ook het medium van de graphic novel is door feministische auteurs opgepikt. De combinatie van woord en beeld is een onmiskenbaar voordeel van het medium. Het maakt gelaagde concepten sneller begrijpelijk en emotioneel invoelbaar. Dat heeft al een aantal krachtige feministische werken opgeleverd zoals Persepolis van Marjan Satrapi en Culottées van Pénélope Bagieu.

In dat lijstje mag je zeker ook Feminists in progress van de Franse illustrator Lauraine Meyer opnemen. Dit levendige debuut valt te plaatsen binnen het genre van het essai graphique . Dit genre past binnen de Franse traditie en is sterk beïnvloed door de filosofische en literaire essayvorm. Het gebruik van een dragend narratief is eerder beperkt en de spanningsboog die zo eigen

is aan de roman staat veel minder centraal. Vormelijk bestaat het werk eerder uit korte scènes, losse fragmenten en schetsen, die zo ideeën, argumentaties en kritische reflecties vertalen in een stripvorm.

In de inleiding doet Lauraine Meyer uit de doeken hoe ze zelf pas recent geïnteresseerd raakte in het feminisme na het lezen van Ainsi soit-elle. Dit boek van Benoîte Groult uit 1975 maakte de tweede feministische golf in Frankrijk breed maatschappelijk zichtbaar en wordt nog steeds beschouwd als een mijlpaal van het Franse feminisme. Het boek deed Lauraine Meyer beseffen dat vrouwenrechten nooit vanzelfsprekend zijn en dat vrouwen ook vandaag nog op allerlei manieren worden onderdrukt. Dit inzicht

bracht haar ertoe zelf op ontdekkingstocht te gaan, een reis die ze met haar lezers wil delen zodat zij er op hun beurt hun voordeel mee kunnen doen en zelf feminists in progress worden. De titel zelf is trouwens ontleend aan de clip van ‘Balance ton quoi’, een hit van Angèle.

Op haar reis neemt Lauraine Meyer ons mee langs thema’s als feminisme door de jaren heen, seksisme, genderdiversiteit, relaties, lichaamsbeeld, seksualiteit, moederschap en strijdbaar feminisme. Voor de visualisatie koos ze bewust voor de kleuren blauw, roze en geel. Ze hekelt de genderclichés die aan deze kleuren kleven en nodigt ons uit na te denken over onze eigen associaties met deze kleuren. Het resultaat is een toegankelijk, kleurig, humoristisch en inclusief boek dat een ideaal startpunt is voor een jong publiek om het feminisme in alle aspecten te verkennen.

Missie geslaagd? Zeker, al botst Feminists in progress wel op de beperkingen van het genre. Door de beperktere tekstomvang is het niet eenvoudig nuance aan te brengen, waardoor sommige stukken sloganesk of pamflettistisch kunnen aanvoelen. Storen doet dat niet. Een scheut strijdvaardigheid zal het feminisme zeker niet schaden, integendeel. Vervelender zou zijn dat de inhoud niet ernstig genoeg zou genomen worden omdat deze in stripvorm wordt gepresenteerd. Lauraine Meyer anticipeert hier echter handig op door geïnteresseerde lezers verder te helpen. Wie zich wil verdiepen in bepaalde deelaspecten kan dat gemakkelijk. Zowel na elk hoofdstuk als achteraan het boek worden bronnen, kijk- en leestips meegegeven.

En nu maar hopen dat de volgende generaties feministische activisten de weg naar dit boek vinden. De strijd belooft nog hard te worden en dan kan je er maar best met kennis gewapend aan beginnen.

Tom Cools

Feminists in progress. Een opgewekte gids, Lauraine Meyer, 2025, Nijgh & Van Ditmar

Maryam Najd

De artistieke taal van Maryam Najd (geb. 1965), opgeleid in Teheran en Antwerpen, is geworteld in haar opleiding in Perzische miniatuurschilderkunst. Haar doeken getuigen dan ook van een buitengewone aandacht voor vorm, detail en oppervlak. Haar kunst onderzoekt de sociaal-politieke dynamiek van ras, gender en culturele identiteit en overschrijdt conventionele grenzen met als doel de discussie over representatie en autoriteit te herdefiniëren Centraal staat haar diepe betrokkenheid bij deze ‘politiek van visibiliteit’. Najd onderzoekt hoe machtsstructuren

de condities van zichtbaarheid, erkenning en verdwijning reguleren. In dat verband gebruikt ze vaak motieven zoals sluiers, maskers en culturele symbolen om het thema van ‘verbergen en onthullen’ te exploreren.

In recente series als ‘Nation-Wide Protest’ (2023) en ‘Seven Shades of Blood’ (20232024) beeldt Najd lege gezichten af als markeringen van eliminatie, terwijl het haar en de kapsels symbool staan voor revolte en identiteit. Op een gelijkaardige manier maakt ‘Colour-Blind Society’ (2022-24) gebruik van chromatische codes en collectieve symbolen om neokoloniale structuren te bevragen.

Het werk van Maryam Najd heeft interna-

tionale erkenning en is tentoongesteld in het M HKA (Antwerpen), Mu.ZEE (Oostende), het Groeningemuseum (Brugge), het Arthur M. Sackler Museum (Peking) en het KMSKA (Antwerpen). Haar creaties maken deel uit van belangrijke openbare en particuliere collecties in heel Europa en Azië. Momenteel doctoreert ze aan de PXL-MAD School of Arts en Universiteit van Hasselt.

Het werk van Maryam Najd is te bezichtigen in de groepstentoonstelling ‘Ontomateria’ 12 oktober – 30 november 2025.

VERDUYN GALLERY, Heerbaan 10, 9790 Moregem

Een greep uit het aanbod, voor meer...kijk op vermeylenfonds.be

VF Waarschoot

7/12/2025 10u30 – 13u00

Feest! 45 jaar VermeylenfondsWaarschoot!

We halen herinneringen op, laten ons onderdompelen in woordkunst door De Verwondering en sluiten af met feestelijke hapjes en drankjes. Een niet te missen feestelijk gebeuren waar we klinken op de toekomst.

Locatie: Cultureel Centrum Waarschoot, Nieuwstraat 8, Lievegem. Online inschrijven.

VF Eeklo en VF Lievegem.

“Kunst verbindt”: Nieuwbakkers ontmoeten Herbakkers in een artistiek project.

8 - 11/11/2025 14u00- 18u00, gratis inkom.

Een inclusieve kunsttentoonstelling van 16

Eeklose amateurkunstenaars. 9 van hen zijn geboren en getogen Eeklonaars en 7 zijn artistieke talenten die in Eeklo zijn neer-

nieuws

gestreken uit diverse landen. Ieder kunstenaar stelt een 3-tal werken tentoon, bestaande uit schilderkunst, fotografie, beeldhouwkunst, zeefdruk, grafiek, aquarel, poppen. Locatie: Het Convent, Tieltsesteenweg 22, Eeklo.

VF Hasselt

17/11/2025 19u30 – 20u30

Fusion, theatermonoloog van en met Farida Zaouad

Een intieme monoloog die de thema’s migratie en trauma verkent.

Locatie: Vrijzinnig Punt, Albrecht Rodenbachstraat 18, Hasselt.

Voor gratis tickets mail fabjen@vermeylenfonds.be.

VF Wachtebeke

12/12/2025 - 14/12/2025

Gastronomisch weekend in Burg Reuland

Info en inschrijven: andre.chalmet@gmail. com; anita.vc1@telenet.be

R.I.P Maurits De Picker

Innige deelneming vanwege het August Vermeylenfonds bij het trieste verlies van Maurits De Picker.

Maurits was lid van AVF Koksijde sinds 2002. Hij kwam in het bestuur in 2007 en vanaf 2011 was hij secretaris. Hij was samen met zijn broer Eugeen de drijvende kracht achter de rijk gevulde agenda van Vermeylenfonds Koksijde. Steevast was hij aanwezig bij onze jaarlijkse algemene vergadering. Met diepe waardering en dankbaarheid denken we terug aan Maurits. We wensen familie en vrienden veel kracht en steun in deze moeilijke tijd.

Namens het personeel en de vrijwilligers van Vermeylenfonds.

Een nieuwe start voor afdeling Brugge!

Op 7 december 2025 neemt het Vermeylenfonds Brugge een doorstart met een volledig vernieuwd bestuur. We zetten de werking van het vorige bestuur, met voorzitter Jacques Ducazu, verder. Zij leverden puik werk maar we leggen enkele nieuwe accenten. We willen activiteiten organiseren op ‘verplaatsing’, een debat, een optreden of een tentoonstelling. Onze vaste stek blijft natuurlijk De Brug, Centrum voor het vrije denken. Ook samenwerken met bevriende socioculturele organisaties is voor ons een must.

We kijken uit naar 7 december, en hopen jullie te mogen ontvangen in De Brug, te Brugge. We houden jullie op de hoogte!

Namens het voltallige bestuur (Julie, Tina, Frederik en Brecht), Peter Focquaert

verslag

Geen enkele stad in de provincie West-Vlaanderen telt meer vermoorde verzetsstrijders dan Roeselare. De afdeling Roeselare realiseerde daarom het ‘Stolpersteine’-project. In het stadsbeeld zien we goudkleurige messingplaatjes. Die steentjes komen in het voetpad voor de woning van een betreurde verzetsstrijder. Deze struikelsteen vermeldt de naam, geboortedatum, arrestatiedatum, datum van deportatie, sterfdatum en de lugubure plek waar hij/zij is bezweken. We streven ernaar dat voorbijgangers de struikelstenen opmerken in het trottoir, en letterlijk en figuurlijk, even stilstaan bij het vreselijke lot van de verzetsstrijder in kwestie.

In september 2023 verscheen het boek ‘Niet alles maar veel begint bij luisteren – een verslag uit de Denderstreek’ van Dominique Willaert. Aansluitend bij het boek is er de reizende fototentoonstelling ‘Denderhoop’ over en in de Denderstreek.

Fotograaf Yasmina Besseghir trok in de zomer van 2022 vaak op met Dominique en probeerde in beelden te vatten wat de mensen aan de auteur vertelden.

Fotograaf Freddy Willems volgde in alle seizoenen, vaak per fiets, het jaagpad langs de Dender, van Aalst tot Geraardsbergen en zwierf door de dorpen en de steden om de sfeer van het boek te ontdekken en te beleven. De fototentoonstelling ‘Denderhoop’ werd opgesteld door de leerlingen van het Atheneneum van Liedekerke.

Org: Denderhoop ism Go Atheneum Liedekerke, Gemeente Liedekerke, Vermeylenfonds, De Mens Nu.

Uitstap naar Antwerpen met het VF Evergem.

de O.L.Vrouw kathedraal en daarna

Borromeuskerk. Aansluitend een ondergrondse wandeling in de Ruien, een belevenis! Foto’s Jean-Pierre Drubbels

Bezoek aan
de Sint-Carolus
© Freddy Willems

Nico Pattyn

Psycholoog en Quizkampioen

INTERVIEW: JOHAN NOTTE

Nico Pattyn is sinds jaar en dag lid van het Vermeylenfonds en vele jaren actief redactielid van dit tijdschrift. Nico is afgestudeerd als psycholoog en werkt ruim 30 jaar voor het CLB (Centrum voor leerlingenbegeleiding) in Kortrijk waar hij ook enkele jaren directeur was. Maar zijn grote fascinatie is geschiedenis, een discipline die hem goed van pas kwam bij het quizzen en waarvan hij ook een universitair diploma behaald heeft.

Nico Pattyn: “Ik kom uit een bescheiden gezin, mijn vader was vrachtwagenchauffeur en mijn moeder huisvrouw. Veel boeken waren er niet in huis. Misschien was dat wel een voordeel om een autodidact te worden. In elk geval was ik als kind erg geïnteresseerd in geschiedenis maar ook in aardrijkskunde. Ik volgde ook al via de krant het politiek gebeuren op de voet. Ik had een sterk rechtvaardigheidsgevoel en stond resoluut aan de kant van de verdrukten. Misschien heeft dat te maken met mijn bescheiden afkomst. Ik was toen reeds links en ben dat ook gebleven. Ik was rond mijn twaalf jaar ook atheïst.”

Je was erg geïnteresseerd in geschiedenis maar toch koos je ervoor om psychologie te studeren.

“In het voorlaatste jaar van het secundair onderwijs heb ik wat moeilijkheden gehad. Ik was in de katholieke school blijkbaar niet meer gewenst. Waarom heb ik eigenlijk nooit geweten. Door die moeilijkheden was ik de school beu. Ik verkoos dus om een opleiding te volgen in het hoger onderwijs van het korte type, de richting maatschappelijk werk. Maar na twee dagen besefte ik dat ik precies opnieuw in het secundair onderwijs zat. Ik heb toen erg vlug beslist om psychologie te studeren. In geschiedenis was ik inderdaad erg geïnteresseerd. Indien ik niet geslaagd was in mijn eerste jaar, zou ik een andere richting gevolgd hebben. In de psychologie zijn er verschillende scholen zoals de Lacanianen, de systeemtheorie, gedragspsychologie, die allemaal een andere visie hadden. Het waren als het ware scholen waarin je moest meegaan in hun ‘geloof’ en dat stoorde mij. Wetenschap en geloof gaan immers niet samen. Ik snakte naar objectievere vakken. Ik heb toen tezelfdertijd met mijn studie psychologie ook nog geschie-denis gestudeerd.

In de eerste zit legde ik examen psychologie af en in de tweede zit geschiedenis. Het klinkt misschien wat aanmatigend maar voor geschiedenis moest ik niet veel studeren.”

Na je studies ben je als psycholoog gaan werken in een PMS-centrum, de voorloper van het huidige Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB).

Enkele jaren geleden heb ik zowel filosoof Tarik Fraihi als juriste Rachida Lamrabet geïnterviewd en zij hadden vrijwel hetzelfde verhaal betreffende hun ervaring met het PMS-centrum: ondanks hun vrij goede schoolresultaten in het lager onderwijs werden ze toch geadviseerd om naar het beroepsonderwijs te gaan. Ze hebben allebei dat advies niet gevolgd en hebben met groot succes hun universitaire studies afgemaakt. Dat PMS advies ervaarden ze als een vorm van discriminatie en racisme.

“Ik ben begonnen in 1994, dat was enkele jaren vóórdat de PMS-centra omgevormd werden tot centra voor leerlingenbegeleiding. De PMS-centra werden eigenlijk vrij aanmatigend gebruikt als centra voor beroepsoriëntering waarbij collectieve psychologische tests werden afgenomen van de leerlingen. Die tests bevatten ook een culturele component, eigen aan onze cultuur, die misschien niet altijd begrepen werd door mensen van een andere cultuur. Ook de vorm van de dag en de motivatie bij het invullen van die formulieren spelen een rol. De resultaten van die tests werden getoetst aan de schoolresultaten en op basis daarvan werd dan een advies geformuleerd. Het advies was niet bindend natuurlijk, ouders en leerlingen konden zelf over de verdere opleiding beslissen.

In de huidige centra voor leerlingenbegeleiding is de beroepsoriëntering vrijwel volledig verdwenen, wat ik op zich betreur. Een goede studiekeuze blijft belangrijk. Ik gaf in het zesde leerjaar uitleg en daar kwamen toch belangrijke vragen zoals ‘als ik dokter wil worden moet ik dan Latijn kennen?’. Ik begrijp natuurlijk de frustratie van Tarik en Rachida. Ik kan ook eventuele racistische motieven niet uitsluiten. Maar dat was nog de periode van de PMS-centra. De sector is dus intussen sterk geëvolueerd.”

Je bent ook enkele jaren directeur geweest van een CLB-centrum.

“Van het CLB Mandel en Leie in Kortrijk van 2008 tot 2011. Maar dat deed ik eigenlijk niet graag. De overgang van PMS naar CLB

© Paul Teerlinck

was een goede evolutie, dat bevoogdende viel weg maar ik was niet met alles gelukkig. Een CLB had een andere schaalgrootte. Ik voelde me als directeur een schakeltje die zaken moest implementeren die elders beslist werden. Bij iedere regeringswissel moest je andere accenten leggen. Uiteindelijk nam ik loopbaanonderbreking en heb enkele jaren bij de Gerrit Kreveld stichting gewerkt.”

Om samen met het Vermeylenfonds de linkse denktank Metis op te richten.“Inderdaad. Metis is nu Minerva geworden. Er zijn een paar andere partners bijgekomen zoals de linkse denktank Poliargus en ook de vakbonden hebben zich geëngageerd zodat er nu meer middelen zijn. Geregeld verschijnen er opiniestukken.”

Heb je nog gewerkt voor Minerva? “Nee, een loopbaanonderbreking bij de overheid is beperkt in tijd. Ik moest dus beslissen om mijn vaste benoeming op te geven of niet. Ik heb voor het zekere gekozen.”

Laten we het nu eens hebben over je grote passie, het quizzen. Hoe ben je in het quiz-circuit terecht gekomen?

“Heel toevallig, ik ben beginnen quizzen in 1997 bij het Evergems Kwisverbond. Met enkele vrienden waarmee ik af en toe naar de voetbal ging, vormden we een quizploeg en dat ging veel beter dan ik had verwacht. We eindigden met onze ploeg in de middenmoot maar op de individuele quiz behaalde ik de derde plaats en dit zonder enige voorbereiding. Toen besefte ik dat ik waarschijnlijk een hele goeie quizzer kon worden. Ik begon me dus voor te bereiden en te studeren met als gevolg dat we het jaar nadien met onze groep reeds als tweede eindigden.”

Het Vermeylenfonds Gent heeft lange tijd elk jaar een quiz georganiseerd. Heb jij daar ooit aan meegedaan?

“Ja, ik denk dat ik daar met mijn ploeg zelfs eens gewonnen heb. Trouwens, de quizmaster van de Vermeylenfondsquiz was Alex Zenner die ik heb leren kennen bij de Evergemse quiz.”

Ik was medeorganisator van die quiz en zat af en toe in de jury. Veel van die vragen kon ik nauwlijks beantwoorden. Er waren daar quizzers die vragen van de meest uiteenlopende thema’s correct konden beantwoorden. Dat moet toch een enorme voorbereiding vergen. Die zijn daar toch constant mee bezig?

“Dat is misschien wat overdreven maar

toch, als ik de krant lees zal er altijd wel iets genoteerd worden. Geschiedenis is mijn specialiteit. Ik heb daarover meer dan 28.000 feiten of gebeurtenissen in een Excelbestand. Mocht ik al mijn nota’s en lijstjes uitprinten kom ik aan ruim 3000 bladzijden.”

Je kunt dat toch niet allemaal onthouden?

“Nee, maar ik ben voor volledigheid. Op dat vlak ben ik misschien wel een maniak. Ik noteer ook feiten waarvan ik zeker weet dat die nooit zullen gevraagd worden op een quiz, gewoon voor de volledigheid. Wat ik wel moet doen is geregeld herhalen want kennis sijpelt langzaam weg. Ik ben nu de rubriek wetenschap aan het herbekijken en ik voel dat het nodig was.”

Je bent van lokale quizzen overgestapt naar internationale quizzen en met succes.

“In het begin van mijn quizcarrière in 2003 was er voor het eerst een ‘quiz-interland’. Het internet was toen al wijd verspreid want zonder zou zo’n quiz niet mogelijk zijn. Je moet immers quizzers vinden in vele andere landen. De landenploegen bestonden uit vier deelnemers. Ik had toen al een nationale reputatie opgebouwd, ook al quizte ik nog niet lang, om deel uit te maken van die ploeg en zelfs als kapitein. Met de Belgische ploeg hebben we vijf keer het Europees kampioenschap gewonnen. Individueel won ik één keer het Europees kampioenschap. Op het wereldkampioenschap was mijn beste prestatie Brons in 2004 en 2005.

Momenteel doe ik niet meer mee voor de medailles behalve voor mijn favoriete onderwerpen, geschiedenis en aardrijkskunde, die ik internationaal nog geregeld kan winnen. Een wereldkampioenschap winnen is niet gemakkelijk. Voetbal en wielrennen zijn de meest gekende sporten in Europa maar in India is dat bijvoorbeeld cricket. Het wereldkampioenschap blijft wel vooral op het Westen georiënteerd. Indien de Chinezen massaal zouden deelnemen moet er met die cultuur meer rekening gehouden worden.”

Zijn er geldprijzen te winnen?

“In een gewone quiz eigenlijk niet en de glorieperiode van geld winnen op een TV-quiz heb ik net gemist. Ik heb éénmaal deelgenomen aan de quiz ‘In alle Staten’ met Frieda Van Wijck. Je mocht vier keer deelnemen maar de laatste keer heb ik verloren. Daar was wel een geldprijs van 160.000 Bfr (ongeveer 4000 eur) maar daar heb ik net naast gegrepen. Je moet dan tevreden zijn met en-

kele troostprijzen zoals boeken en dergelijke. Maar ik doe het niet voor prijzen ik ben niet zo materialistisch ingesteld.”

Als je er geen prijzen kunt mee winnen waarvoor doe je het dan wel?

“Ik heb me dat eigenlijk ook al verschillende keren afgevraagd: moest ik het zo goed niet kunnen, zou ik het dan nog doen? Ik betwijfel het. Een quiz winnen is toch ergens schitteren, dat speelt zeker een rol. Er zit daar toch wel een ego-kantje aan. Wat zeker een rol speelt is de liefde voor het weten. Hier hoort eigenlijk een mooi woord bij van de Duitse filosoof Odo Marquard: ‘Inkompetenz-Kompensations-Kompetenz’.”

Met quizzen compenseer je incompetenties?

“Dat ga ik nu ook niet beweren. Het is een begrip dat je uitnodigt om er op een relativerende manier naar te kijken.”

COLUMN De onvoltooid verleden tijd – Peter Benoy

In Sodom en Gomorra

wordt zwaar gezondigd. God is vertoornd en geschokt. Hij neemt Abraham in vertrouwen en zegt dat hij die steden wil wegvagen, maar die vraagt hem: Zult u ook de rechtvaardigen tegelijk met de goddelozen wegvagen? Misschien zijn er vijftig rechtvaardigen binnen de stad, wilt U hen ook wegvagen en de plaats niet sparen? (…) Toen zei de Heere: Als ik in Sodom vijftig rechtvaardigen binnen de stad vind, dan zal ik de hele plaats omwille van hen sparen.

Abraham vraagt of hij dat ook zal doen als er maar vijfenveertig rechtvaardigen zijn. Ook dan zal ik de stad niet ten gronde richten, antwoordt de Heer. En als het er maar veertig zijn? Of dertig, twintig of tien? En telkens opnieuw zegt de Heer dat hij dan de stad niet ten gronde zal richten. Dat staat te lezen in Genesis 18. Wat in cursief staat citeer ik uit de Statenbijbel.

Nog altijd actuele vragen, met de dag nog actueler. Mogen onschuldigen gedood worden in het algemeen belang of om een religieus- of staatkundig doel te dienen? Hoeveel procent mogen opgeofferd worden vooraleer er sprake is van genocide? Vandaag stellen diegenen die over de wereld heersen zich nog amper deze vraag.

Het vervolg lezen we in Genesis 19. Lot, een neef van Abraham, woont nu in Sodom. Hij ontmoet twee engelen die in de stad toekomen

en nodigt hen uit om bij hem te overnachten. Na een aanvankelijke weigering stemmen ze toe en hij bakt voor hen ongezuurde broden. Nog voor zij zich te slapen legden omsingelden de mannen van Sodom, van jong tot oud, het huis; heel het volk, niemand uitgezonderd. Zij roepen naar Lot: Waar zijn die mannen die vannacht bij u gekomen zijn? Breng hen naar buiten, naar ons toe, zodat wij gemeenschap met hen kunnen hebben. Lot gaat naar buiten, sluit de deur achter zich en tracht hen op andere gedachte te brengen: Zie toch, ik heb twee dochters, die met geen man gemeenschap gehad hebben, laat mij die toch bij u brengen en doe met hen wat goed is in uw ogen. Met andere woorden, hij biedt zijn verloofde dochters aan om verkracht te worden. Dat interesseert de mannen van Sodom niet en ze willen met geweld het huis binnendringen. De engelen grijpen in en slaan hen met blindheid.

Toen zeiden de engelen tegen Lot: Wie hebt u hier verder nog? (…) Breng allen die u in de stad hebt, uit deze plaats naar buiten! Want de Heere heeft ons gezonden om haar te gronde te richten. Als Lot dit aan zijn toekomstige schoonzonen vertelt en hun aanmaant om mee te gaan, lachen ze hem uit omdat ze denken dat de oude een grapje maakt.

De dageraad breekt aan, maar Lot aarzelt. Daarom nemen de engelen Lot, zijn vrouw en zijn dochters bij de hand en leiden hen buiten de stad om naar het bergland te vluchten

met de waarschuwing dat ze niet achterom mogen kijken. Eens Lot en zijn familie zijn weggevlucht laat God zwavel en vuur over de twee steden regenen: Hij keerde de steden en heel de vlakte ondersteboven met alle inwoners van de steden en het gewas van het land. De vrouw van Lot kijkt toch om en wordt in een zoutzuil veranderd.

De Heer had aan zijn discussie met Abraham gedacht en daarom Lot en de zijnen naar een ander oord verplaatst.

Lot woont nu in een grot samen met zijn dochters. De eerstgeborene zegt op een dag tegen de jongste: Onze vader is oud en er is geen man in dit land om bij ons te komen op de manier die op de hele aarde gebruikelijk is. Kom, laten we onze vader wijn te drinken geven en met hem slapen, zodat we door onze vader het leven geven aan nageslacht. Zij gaven die nacht hun vader wijn te drinken. De eerstgeborene kwam en sliep met haar vader. Hij merkte niet dat zij kwam liggen en evenmin dat zij weer opstond. En het gebeurde de volgende dag dat de eerstgeborene tegen de jongste zei: Zie ik heb de afgelopen nacht met mijn vader geslapen; laten we hem ook vannacht wijn te drinken geven. Kom, slaap met hem, zodat wij door onze vader het leven geven aan nageslacht.

Zij gaven hun vader ook die nacht wijn te drinken en de jongste stond op en sliep met hem. Hij merkte niet dat zij kwam liggen en evenmin dat zij weer opstond.

Lot and His Daughters (1630) , Joachim Wtewael
Lot en zijn dochters (1634), Francesco Furini

inspireerd. Enkele van de meest gekende zijn: Jan Brueghel de Oude, Albrecht Dürer, Joachim Patiner, Lucas van Leyden, Tintoretto, Henry met de Bles, Pieter Paulus Rubens, Hendrik Goltzius, Artemesia Gentileschi, Rembrandt, Jan Steen, William Blake, Otto Dix, Anselm Kiefer...

In de 16de en 17de eeuw werd het vooral in de Lage Landen en in Italië een populair thema in schilderkunst en grafiek. Talloze kunstenaars kregen opdrachten om het in beeld te brengen. Het sensationeel en erotisch karakter ervan werd ingedekt door het Woord Gods zelf. De thematiek bood veel mogelijkheden voor getalenteerde schilders: de vernietiging van de stad, de vlucht van de familie Lot, zijn vrouw die in een zoutzuil verandert en tenslotte het kroonstuk: de samenzwering van de dochters om hun vader te verleiden, twee nachten na elkaar. Tot dan toe werd bijna uitsluitend de vlucht uit Sodom geschilderd of getekend, zoals een klein schilderij van Durer (1496) getuigt. Bij enkele schilderijen uit de 16de en 17de eeuw wil ik even stilstaan.

overeenkomsten met het schilderij in het Louvre: de diagonale lijn, de elegante pose van de wijnschenkende zus, het koppel dat een liefdesspel begint, de rots waarop een gebouw staat. Eén opmerkelijk verschil: het tafereel situeert zich hier bij dag. Toch is er grond om te vermoeden dat er een verband is tussen beide werken. Ook invloeden van Hieronymus Bosch zijn in beide merkbaar.

In de 16de eeuw wordt op enkele uitzonderingen na nogal terughoudend omgesprongen met naakt, hoewel de thematiek daar aanleiding toe geeft. Uitzonderingen zijn bv. Albrecht Altdorfer, die het drietal wel naakt toont; hoe Lot een van zijn dochters liggend tegen zich aantrekt.

Zo werden de twee dochters van Lot zwanger van hun vader. (En werden bovendien door hem ontmaagd). De eerstgeborene baarde een zoon en gaf hem de naam Moab. Hij is de vader van de Moabieten, tot op deze dag. De jongste, ook zij baarde een zoon en gaf hem de naam Ben-Ammi. Hij is de vader van de Ammonieten, tot op deze dag. De Heer heeft de zusters niet gestraft; hij heeft dat potje gedekt gelaten.

De tekst roept voor wie hem vandaag leest talloze vragen op. Wat met de vrouwen in Sodom? Is het logisch dat God een incestueuze verkrachting van de vader minder erg vindt dan homoseksualiteit? Heeft de vader zich geen vragen gesteld over hoe zijn dochters zwanger zijn geraakt? Waarom moest de kleine nieuwsgierigheid van de moeder zo gruwelijk gestraft worden? Waarom kregen zowel de dochters als de moeder geen namen? Enzoverder…

Genesis 19 draait in wezen rond de plicht tot reproductie en daarvoor moet alles wijken. De mannen van Sodom verkiezen een seksualiteit die niet tot reproductie leidt; de twee zusters daarentegen hebben hun vader volgegoten met wijn om hem seksueel te misbruiken in een incestueuze geslachtsdaad met het uitsluitend doel het geslacht verder te zetten.

Sedert de 15de eeuw heeft dit erotisch en provocerend verhaal talloze kunstenaars ge-

Eén van de vroegste meesterwerken die het verhaal zoals in een stripverhaal in beeld brengt hangt in het Louvre. Het is een klein schilderij (48x34 cm) dat rond 1520 werd geschilderd vermoedelijk door een meester uit Antwerpen of Leiden (zie bijgevoegde reproductie). Theatermaker Antonin Artaud werd er zo door aangegrepen dat hij het hoofdstuk La mise en scène et la métaphysique (in: Le théâtre et son double, 1938) begon met een beschouwing erover. In zijn ogen is het wat het theater zou moeten zijn: Même avant d’avoir pu voir de quoi il s’agit, on sent qu’il se passe là quelque chose de grand, et l’oreille, dirait-on, en est émue en même temps que l’oeil (…) Il semble que le peintre ait eu connaissance de certains secrets concernant l’harmonie linéaire et des moyens de la faire agir directement sur le cerveau, comme un réactif physique.

Het catastrofale gebeuren in het nachtelijk landschap achter de diagonaal die het schilderij van linksboven naar rechtsonder verdeelt, contrasteert sterk met de idyllische intieme sfeer vooraan rond de tent. De vader zoekt toenadering tot zijn ene dochter, terwijl de andere in een elegante pose de wijnkruik hanteert. Op de achtergrond zien we retrospectief Lot en zijn dochters over een bruggetje gaan, de vrouw als zoutzuil en de rampspoed in de stad en haar haven.

Een andere versie (1523; 36x48 cm) toegeschreven aan de te Antwerpen werkende Jan Wellens de Cock, vertoont opvallende

Vooral in de 17de eeuw worden naaktheid en sensualiteit meer uitgespeeld. Wie het verhaal niet kent, ziet in sommige versies alleen maar drie naakte mensen in verleidingsspel, waaruit de terughoudendheid en de zuinige blikken zijn verdwenen. Zo is het in een schilderij van Wtewael uit 1610: Lot heeft een been tussen de dijen van zijn dochter, terwijl haar zus hem wil kussen. Die uitbeelding als een kleine orgie vindt natuurlijk zijn verrechtvaardiging in het feit dat het libido van de oude Lot wat fysieke stimulansen nodig heeft om aan de kinderwens van zijn dochters te voldoen. Toch kan ik me niet ontdoen van de indruk dat de schilders hier de weg vrij zien om zich te kunnen uitleven tegen de morele normen van hun tijd. Ook Rubens, Hendrik Goltzius en Matteo Pacelli brengen hun personages naakt.

Het is boeiend om te zien hoe in tientallen schilderijen en grafische werken uit beide eeuwen de evenementen uit Genesis 19 worden behandeld en hoe gaandeweg meer vrijheden worden genomen t.a.v. de Bijbelse versie. De diverse elementen van het verhaal dwongen de schilders om talrijke keuzes te maken en oplossingen te zoeken.

Over één nog wil ik het hebben: in het Prado hangt een sobere Lot en zijn dochters van Francesco Furini (c.1634), een versie die van alles is ontdaan: we zien tegen een donkere achtergrond alleen de naakte vrouwen, de ene ruggelings, de andere in profiel en tussen hen het verwarde niet begrijpende gezicht van Lot; hier geen spoor van een landschap, zoals bij alle andere voorstellingen, wel een kruik en een amper zichtbare wijnbeker als enige rekwisieten. Een zeldzame eenvoud voor die tijd.

anonieme kunstenaar Antwerpen (?) te zien in het Louvre

Samenhang/Confrontatie – Peter Benoy

Wassily Kandinsky/Arnold Schönberg

Op 2 januari 1911 gaat de schilder Wassily Kandinsky met enkele leden van de Neue Künstlervereinigung naar een concert met muziek van Arnold Schönberg in het Jahreszeitensaal te Munchen. Op het programma o.m. het eerste en tweede strijkkwartet. Vooral dat tweede kwartet, gecomponeerd in 1907/8 op gezongen gedichten van Stefan George (Ich fühle Luft von anderem Planeten...) zet een belangrijke stap in de evolutie van de componist; harmonie en melodie zijn complexer geworden en de tonaliteit verliest aan belang. Na dat concert schildert Kandinsky Impression III -Konzert

Op 18 januari 1911 schrijft Kandinsky aan Schönberg om zijn interesse te tonen en voegt er enkele foto’s van zijn schilderijen bij. Op 10 september van datzelfde jaar ontmoeten ze elkaar voor het eerst in Murnau. Op 9 december, nog altijd 1911, ontvangen beiden het eerste theoretisch werk van de andere: Kandinsky ontvangt Harmonielehre en Schönberg Uber das Geistige in der Kunst. Diezelfde maand neemt de componist, die ook al een tijd schildert onder invloed van het expressionisme, deel aan de eerste tentoonstelling van Der Blaue Reiter; een groep die ernaar streefde de krachten van vernieuwende jonge kunstenaars die zich van het academisme

afkeerden te bundelen. Hoewel de componist er met vier schilderijen hangt naast o.m. Henri Rousseau, Robert Delaunay, August Macke, Franz Marc, Heinrich Campendonck, Gabriëlle Munter en Kandinsky, voelt hij zich geen professionele schilder.

Op dat ogenblik is Kandinsky samen met Franz Marc bezig aan de realisatie van de Almanach Der Blaue Reiter, die in mei 1912 zal verschijnen. De medewerking van Schönberg ligt al vast van bij hun eerste ontmoeting in Murnau met een bijdrage over de relatie van muziek tot tekst en licht.

Impression III (Concert), Wassily Kandinsky, Google Art Project

Kandinsky is dan 46 jaar; Schönberg 38. Eerstgenoemde is abstract beginnen schilderen; de andere heeft de atonale muziek geïntroduceerd.

Kandinsky werd in 1866 geboren te Moskou en studeerde er rechten en politieke economie, maar zijn leven neemt een andere wending; vanaf 1900 volgt hij (toevallig samen met Paul Klee) lessen bij Franz Stuck aan de Academie te Munchen. Het jaar nadien richt hij met enkele anderen de kunstenaarsvereniging Phalanx op. In 1906 gaat hij met Gabrielle Munter naar Parijs en neemt er deel aan het Salon des Indépendents, verder ook aan een tentoonstelling van Die Brucke in Dresden en een van de Sezession in Berlijn.

De lectuur van Wilhelm Worringers Abstraction und Einfühlung (1907) overtuigt hem dat een figuratief thema niet noodzakelijk is. Zijn eerste abstracte schilderijen dateren van 1910. Zo worden zijn rijke coloristische kwaliteiten bevrijd van de dwingende vormen die de natuur nabootsen.

Vooral zijn vriendschap met Schönberg doet hem nadenken over de relatie tussen schilderkunst (een ruimtelijk en statisch medium) en muziek (waarin tijd en beweging essentieel zijn). Hij vraagt zich af waarom de schilderkunst in plaats van naar realistische vormen te verwijzen, niet een aaneenschakeling kan zijn van melodie en ritme die geen bepaald object meer voorstellen.

In Uber das Geistige in der Kunst stelt Kandinsky dat kunst moet resulteren uit een ‘innerlijke noodzaak’. Ook Schönberg gebruikte dit begrip al in 1910 in het programma van het eerste deel van de Gurrelieder: Ik gehoorzaam aan een innerlijke noodzaak.

Een andere gemeenschappelijke invloedsfeer voor beiden was de theosofie van Madame Blavatsky. Haar invloed was bijzonder groot in Europa in het begin van de 20ste eeuw, niet in het minst in de avant-garde. Veel vernieuwende schilders ondergingen er de invloed van, waaronder Hilma af Klint, Mondriaan, Kupka, Beckmann, Russolo…

Arnold Schönberg werd in 1874 geboren te Wenen in een Joods middenklassengezin. Al op 9-jarige leeftijd begon hij kleine stukken voor viool te componeren, maar buiten wat lessen van Zemlinsky in harmonie en contrapunt volgde hij geen opleiding. Na de dood van zijn vader in 1890 werkte hij enkele jaren noodgedwongen als klerk op een bank. Belangrijke composities uit die beginperiode waren: Streichquartett D-Dur (1897) waarin hij de conventionele 4 bewegingenstructuur van een strijkkwartet doorbreekt, Verklärte Nacht (1899) dat heftige negatieve reacties bij het publiek uitlokte, en de Gurrelieder (1901). Gustav Mahler werd zijn mentor en vriend. Ook wanneer hij met zijn vernieuwingen en zijn atonale werken de grens had overschreden van Mahlers begripsvermogen bleef die hem toch steunen. Schönberg was een uitstekend pedagoog en had een grote invloed op zijn leerlingen, zoals Alban Berg en Anton Webern. Op het ogenblik dat hij Kandinsky ontmoet zijn beiden al vrij bekend, maar nog niet de monumenten in de 20ste eeuwse kunst zoals wij ze vandaag kennen.

Wat een boeiende gelijklopende ontwikkeling van muziek en beeldende kunst had kunnen worden door de verstandhouding van beide wegbereiders, die open stonden voor het idee van een gesamtkunst, wordt door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog onmogelijk. Kandinsky keert terug naar Moskou en zal er na de revolutie enkele belangrijke functies in de artistieke wereld uitoefenen. In 1921 keert hij terug naar Duitsland en wordt er professor aan Bauhaus te Weimar. Schönberg vervult zijn militaire verplichtingen in Oostenrijk, maar na de machtsgreep van Hitler emigreert hij naar de Verenigde Staten en doceert er aan twee universiteiten in Californië.

Eén zinsnede in een brief uit 1923 van Kandinsky aan Schönberg (al jaren lutheriaan) zal zwaar wegen op hun relatie: I reject you as a Jew. Daardoor weigerde de componist elke medewerking aan het legendarische Bauhaus, dat tien jaar later door de Nationaal-Socialisten werd gesloten.

Een rood lint in de haag

Het is vreemd, ik ben begonnen aan deze column over rebellie en het eerste waar ik aan denk, zijn de woorden van August Vermeylen: “De aarde beeft (…) ondertussen zit ik hier en doe wat ik doen kan: schrijven over mijn hoop op een betere toekomst”.

Vandaag leven we in die ‘toekomst’ van Vermeylen. Is zijn hoop ‘ijdel’ gebleken? We hebben ondertussen een lange vrede gekend in Europa. In ons land ligt de strijd om Vlaamse bevoegdheden nog altijd zeer gevoelig, maar we hebben aan zelfbestuur gewonnen én aan rijkdom. We hebben de beste sociale wetten van Europa, bijgeschaafd en weer afgeschaafd... Toch wordt het stilaan tijd onze focus te verleggen. Alle inzet uit Vermeylen’s- en onze tijd ten spijt, komen we abrupt tot het besef dat we niet zorgzaam genoeg geweest zijn voor de toekomst van onze kinderen. De aarde is kwetsbaarder dan ooit tevoren, en daarmee ook alle leven op aarde.

Wat gedijt is het individuele bewustzijn van alle aspecten van het ‘ik’, terwijl de diversiteit bij plant en dier verdwijnt.

Wereldwijd zijn er oorlogen en vinden er genocides plaats.

Onze technologische mogelijkheden zijn vrijwel eindeloos, maar ze vervreemden ons van onze ‘menselijkheid’. Zo worden mensen tot cijfers herleid; krijgen wij schermen in plaats van hoofden voor ons. Zo worden drones bediend… Zo wordt de ondraaglijke realiteit uitbesteed aan technische vernieuwingen, waarvan we niet zeker zijn waartoe ze ons zullen leiden.

Er is verzet. Dat is er altijd geweest, anders was er geen geschiedenis. Maar regimes kunnen zich aanpassen. Met het mes op de keel of het geweer in de rug kan veel. Bovendien ontdekken overheden dat verzet moe kan worden. Dat is gevaarlijk, het haalt democratieën onderuit.

Daarom verwondert het ons, Europeanen, waarom de helft van de Amerikaanse bevolking, zijn president zo lijdzaam laat betijen. Als een vleesgeworden farce. Of is het vrij simpel? ‘Haantjesgedrag’, is eigen aan machtsvertoon en doet uitstekend dienst op sociale media en televisie. Grootspraak, een imposant figuur

en een ietwat katachtige schoonheid aan je zijde, helpt ook. Een bevolking opzadelen met een winnaarsmentaliteit doet wonderen. Een kogel die even langs je oor strijkt, is gauw een goddelijk teken. Het is wat ongemakkelijk voor je bondgenoten, maar veeg gemaakte afspraken van de kaart en overtreedt zonder schroom de wet. Geloof in je goddelijke status en je recht op de Nobelprijs voor de Vrede. Laat je beleid gepaard gaan met verbluffende ijver en ongeziene energie. Maak eens flink ruzie met een andere president, noem dat ‘grote televisie’ en je zit gebeiteld in de heksenketel van een trouw kiespubliek. Bevindt de wereld zich toevallig in een ongeziene klimaatcrisis, kwakkelt je munt, groeit de ongelijkheid… deinen oorlogen uit tot genocides en slagvelden? Pak dan met ongeziene brutaliteit de immigratie aan! Verbluf de wereld nog meer door vriendschappelijke banden te smeden met vroegere vijanden. Sluit er winstgevende ‘deals’ mee. Schep ongeloof en verwarring. Maak vlug hier en daar een dubbelzinnig geformuleerd vredes- of handelsakkoord, niemand onthoudt de details. Verhoog naar eigen willekeur de invoerheffingen! Goochel wat met cijfers, verander ze regelmatig. Dreig met terugtrekking uit Navo-afspraken, eis meer geld van uw bondgenoten en meer aankoop van uw wapens. Haast je in elke besluitvorming. Werk mee met Israël, ze hebben de beste geheime diensten. Paai de Arabieren, ze hebben het meeste geld. Wees alleen vriendelijk als alles naar wens verloopt. Maar bovenal, bemin jezelf!

Iedereen denkt dat je gek bent, iedereen is nu daadwerkelijk bàng.

Na een goed half jaar regeren, ligt de wereld aan je voeten! Ontsla dan iedereen.

Wat is er gebeurd? Welk horrorscenario is uit die heksenketel gekomen? Zitten wij, en de democratie daarin? Of zitten we ‘als een puit, te kijken naar een kluit’? Er bestaat geen internationale ‘prioriteitenlijst’ voor het oplossen van wereldproblemen.

In een ‘vrije’ maatschappij liggen gevoeligheden gefragmenteerd, zijn verbeteringen navenant en tijdrovend. In een dictatuur worden ze onderdrukt, desnoods met geweld. Maar niet opgelost!

Gaza, klimaat, ramp, armoede, ongelijkheid, genocide… Het zicht op deze realiteit is voor velen ondraaglijk.

Willen zien i.p.v. wegkijken, kan een aanzet zijn tot bewustwording en rebellie.

Twijfel niet aan de impact van symboliek. In mijn omgeving werd een actie op touw gezet als verzet tegen de uithongering in Gaza.

Een rood lint in een haag. Als een schreeuw in het landschap!

Wij zijn er voor jou!

Bij deMens.nu staat de mens centraal. Mensen hebben mensen nodig. En mensen willen verbonden zijn met elkaar. Daarom vind je overal in Vlaanderen en Brussel een huisvandeMens in je buurt.

In een huisvandeMens kan je terecht voor:

Informatie

Bij ons vind je informatie over levensbeschouwelijke onderwerpen, over het vrijzinnig humanisme en zijn waarden, en over ethische en maatschappelijke thema’s zoals euthanasie, abortus, mensenrechten …

Vrijzinnig humanistische plechtigheden

Wil je graag stilstaan bij een belangrijke gebeurtenis in je leven?

Wij helpen je bij de organisatie van een vrijzinnig humanistische plechtigheid bij een geboorte of adoptie, een huwelijk of relatieviering, een overlijden of afscheid …

Gesprekken

Bij ons kan je terecht voor gesprekken omtrent levensvragen en zelfbeschikking, levensbeschouwing en zingeving.

Waardig levenseinde

Wij bieden informatie over euthanasie, patiëntenrechten, palliatieve zorg … en helpen je met het opstellen van een wilsverklaring.

Gemeenschapsvorming

Een huisvandeMens werkt als vrijzinnig humanistische draaischijf en geeft ondersteuning aan onze lidverenigingen. In een huisvandeMens vind je informatie over initiatieven en activiteiten van de lokale vrijzinnig humanistische verenigingen en ontmoetingscentra.

Vrijwilligerswerk

Heb je zin om het vrijzinnig humanistische netwerk te versterken?

Vrijwilligers zijn bij ons meer dan welkom. Wij zorgen voor begeleiding en geven je alle kansen. Zo kan je onder meer plechtigheden verzorgen of meewerken aan gemeenschapsvormende activiteiten.

De huizenvandeMens zijn een initiatief van deMens.nu

deMens.nu vertegenwoordigt Nederlandstalige vrijzinnig humanistische verenigingen in Vlaanderen en Brussel Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw

deMens.nu Magazine Zoomt in op mensen en maatschappelijke tendensen vanuit een vrijzinnig humanistisch perspectief. Verschijnt viermaal per jaar.

Gratis proefnummer of gratis abonnement?

Mail naar info@deMens.nu Of schrijf naar deMens.nu-UVV vzw Brand Whitlocklaan 87 bus 9

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.