14 minute read

Column Technologie en creativiteit

Wim van den Boomen

Werkgeversvoorzitter Stigas

Advertisement

Wie denkt aan technologie en innovatie in de agrarische en groene sector, denkt als eerste vaak aan drones. Die helpen bij ‘meten’ en dus ook bij ‘weten’. De drone vliegt boven het gewas, filmt een gele plek die wel eens zou kunnen duiden op luis. En voilà: je kunt heel gericht gewasbeschermingsmiddelen inzetten in plaats van blind spuiten. Ook nog eens beter voor het milieu.

Oogstrobots?

Wat nog echt op gang moet komen is de robot die kan oogsten. Ik verwacht dat het zeker zo’n vijf tot tien jaar duurt voordat we die op grote schaal kunnen inzetten. Dat is ook niet zo gek. Een schroefje door een robot laten aandraaien is relatief eenvoudig; zo’n schroefje heeft elke keer precies dezelfde afmetingen. Gewas is niet zo makkelijk; geen enkele komkommer is exact even groot als zijn soortgenoot. En ze hangen ook niet elke keer precies op dezelfde plaats.

Inventief tijdens crisis

In de crisis die we nu meemaken, zie je heel goed hoe inventief de sector is. Het is geen hoogstaande technologie, maar reparatieplaten voor het glasdek als tussenschot op de sorteerlijn, wat bijvoorbeeld bij een glastuinbouwbedrijf gebeurt, getuigt wel van de creativiteit en het boerenverstand die we nu ook hard nodig hebben. En in allerijl de logistiek rond een populaire webshop voor planten opzetten ook, om maar een voorbeeld te noemen. Ik zie werkgevers en werknemers heel flexibel omgaan met de crisis. En met de beperkingen en kansen die deze met zich meebrengt. Als het niet linksom kan, dan doen we het rechtsom.

Coronaprotocol

Ondertussen ben ik heel blij met het coronaprotocol voor de agrarische en groene sectoren dat er sinds medio april ligt. Het biedt rust, mensen zaten er echt op te wachten. Het geeft werkgevers en werknemers duidelijke richtlijnen voor veilig werken, reizen en wonen en dient het als basis voor maatwerkoplossingen per deelsector. En ook hier weer geldt: het is flexibel. Als de actualiteit daarom vraagt, passen we het aan. ■

04

E-Learning zorgt voor kwaliteitsimpuls

14

De uniforme pensioenaangifte

07

Robotisering in de Glastuinbouw

16

Hoe blijf je innovatief tijdens een crisis?

Verder in dit nummer

2

Column Technologie en creativiteit

11

12

Innoveren en ontwikkelen. Hoe werkt dat?

Goede tijden, moeilijke tijden. U kunt altijd bij ons aankloppen

15

Ongevalsanalyse Zaagklus gaat fout

19

Risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) nu ook op afstand

20

Iedereen gezond en veilig aan het werk, juist nu!

21

van werkstress naar werkplezier Geluk in je werk!

22

24

COLOFON

VanColland is het magazine van het samenwerkingsverband van alle agrarische en groene sociale regelingen. Dit magazine verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 16.000. Heeft u vragen, ideeën of tips? Neem dan contact op met onze redactie via redactie@colland.nl.

HOOFDREDACTEUR Marlies van Loon EINDREDACTEUR Elte Palm REDACTIE Kim Gerrits, Annemarie van den Hoven, Wendy Kranendonk en Eva van Rijnswou

Kort nieuws

Geschiedenis en actualiteit; Technologie en scholing gaan sinds mensenheugenis hand in hand

VORMGEVING Appeldoorn Vormgeving - Zoetermeer DRUK Drukwerkstudio.nl - Woerden

VanColland is met de grootste zorg samengesteld. Aan de informatie kunt u geen rechten ontlenen.

VanColland is ook digitaal beschikbaar op

www.colland.nl

E-Learning zorgt voor kwaliteitsimpuls in het onderwijs én onze sector

Tekst: Elte Palm

Interview met Alys Schuiling (Nordwin College) en Dick Klop (Cumela)

E-learning ontwikkelt zich snel de laatste jaren en neemt door de coronacrisis een enorme vlucht. Alys Schuiling (docent Loonwerk en Plantenteelt, Nordwin College) en Dick Klop (Beleidsmedewerker Onderwijs, Cumela) zijn beide betrokken bij de ontwikkeling van onder andere de e-learning module Houding en Communicatie. Deze module is onderdeel van de opleiding Groen, Grond en Infra voor de sector Loonwerk. Wij vroegen hen wat de toegevoegde waarde is voor de sector, wat hun ervaringen zijn met e-learning en hoe zij de toekomst van e-learning zien.

Hoe is e-learning tot stand gekomen binnen de opleiding Groen, Grond en Infra?

Alys Schuiling: “Het Landelijk Overleg Loonwerk (LOL) bestaat uit docenten van Agrarische Opleidingscentra (AOC) met een opleiding Groen, Grond, Infra (1 docent per vestiging), AeresTech, IPC Groene Ruimte, Aeres Hogeschool, Cumela, en sociale partners. Daaruit ontstond de behoefte aan moderner lesmateriaal voor de opleiding Groen, Grond en Infra.”

“Deze behoefte is opgepakt door de Bedrijfstakgroep GGI (BTG GGI) waarin op management- en bestuurlijk niveau wordt samengewerkt met het onderwijs en de sector om het GGI-onderwijs op een hoger plan te tillen. Voor alle beroepsgerichte vakken wordt een e-learning ontwikkeld. We zijn begonnen met de e-learning Bodem, bemesting en teelt. Deze bestaat uit 13 modules met kennis over de bodem, bemesting maar ook de teelt van gewassen. Aansluitend is er een module over mesttransport en eerlijk gedrag in de mesthandel en een module over effectief communiceren op de werkvloer ontwikkeld: Houding en Communicatie. De huidige leermiddelen waren niet meer up to date. Ze sloten onvoldoende aan op de huidige leermethodes en op de behoefte van bedrijven en leerlingen. De inhoud is daarom opnieuw vast

gesteld. En er is besloten om de gehele opleiding van Agrarisch en Cultuurtechnisch Loonwerk via e-learning aan te bieden om de doelgroepen makkelijker te bereiken”, aldus Dick Klop.

Wat houdt de module Houding en Communicatie in?

Loopbaan en Burgerschap staan hier centraal volgens Alys Schuiling. “Leerlingen, studenten en werknemers, worden niet alleen opgeleid voor een specifiek beroep of een vervolgopleiding, maar ook tot burgers die volwaardig deelnemen aan de maatschappij. Men leert hier bijvoorbeeld over effectief communiceren op de werkvloer, hoe omgaan met collega’s en klanten en diverse gesprekstechnieken. Dat is voor veel leerlingen geen vanzelfsprekendheid. Dat maakt deze module zo waardevol voor de sector.”

Wat zijn de voordelen in vergelijking met traditioneel onderwijs?

Alys Schuiling: “Wij maken veel gebruik van video’s om zoveel mogelijk praktijksituaties te simuleren. Bij de video’s horen oefeningen en dat maakt de lesstof tastbaar. Maar zelfstudie is niet voor iedereen even makkelijk. Wij merken dat combinatie van én klassikale lessen én online én praktijkdagen de manier is om de theorie echt goed in de praktijk toe te passen. Leerprestaties gaan hierdoor omhoog. Zo maken we een innovatieslag in het onderwijs. Dick Klop vult aan dat e-learning zich razendsnel kan aanpassen. “Ontwikkelingen in het bedrijfsleven en nieuwe theorieën kunnen direct worden toegepast en getoetst. Verbeterpunten vanuit het bedrijfsleven kunnen direct terugvloeien in het onderwijs. E-learning is de smeerolie tussen theorie en praktijk. Het maakt onderwijs flexibeler, efficiënter en kwalitatief beter. Je moet je voorstellen dat het maken van een lesboek jaren duurt en bij publicatie misschien alweer deels achterhaald is”.

Hoe draagt e-learning bij aan een Leven Lang Ontwikkelen?

“Steeds meer bedrijven zetten e-learning in om hun werknemers verder te laten groeien. Een Leven Lang Ontwikkelen gaat overigens niet alleen over het behalen van certificaten en beroepskwalificaties maar ook over doorgroei en ontwikkeling, ook op persoonlijk vlak. Het helpt daarbij dat e-learning op ieder gewenst moment kan worden ingezet”, aldus Dick Klop. Alys Schuiling: “Wij zien wel dat vakinhoudelijke onderwerpen geschikter zijn om als e-learning aan te bieden dan technische onderwerpen. Technische vaardigheden leer je beter toepassen in de praktijk dan vanaf het scherm”.

Hoe zal e-learning zich volgens jullie verder ontwikkelen?

“De corona-crisis werkt als een katalysator voor e-learning. Ik denk dat over drie jaar alle opleidingen online aangeboden worden. Het sociale aspect blijft wel een essentieel onderdeel binnen het onderwijs. Leerlingen beseffen juist nu hoe belangrijk die interactie is. Ook gaan we toe naar meer persoonlijk toegepast en modulair onderwijs. Zo kunnen we de individuele leerlijn van leerlingen nog beter te bepalen en het onderwijs naar een hoger niveau tillen”, aldus Alys Schuiling. Dick Klop: “Hoewel e-learning al een tijdje bestaat, staan wij pas aan het begin. Met nieuwe technologieën zoals virtual reality kunnen we een innovatieslag maken. Een grote uitdaging is om een Leven Lang Ontwikkelen verder te stimuleren. Kennis en ervaring uit het bedrijfsleven zullen we daarom nog beter en sneller in het onderwijs moeten opnemen. En via opleidingen weer terug moeten vloeien naar het bedrijfsleven. Zo kan e-learning een enorme kwaliteitsimpuls geven aan het onderwijs én de sector. Om dit voor elkaar te krijgen zullen bedrijfsleven, en onderwijs nog nauwer moeten samenwerken. ■

Het Colland Fonds Arbeidsmarktbeleid heeft een belangrijke rol gespeeld bij de realisatie van e-learning in de Agrarische, Groene en Infra sector.

Zo heeft Cumela in 2015 de e-learning Mestgassen ontwikkeld. Deze e-learning is gratis en door iedereen te gebruiken (kijk voor meer informatie op www.mestgassen.nl)

In samenwerking met Sociale partners Loonwerk is de e-learning veilig (land)bouwverkeer mogelijk (kijk voor meer op www.land-bouwverkeer.nl) Sociale partners Loonwerk zorgen ook met de AOC’s voor het geld waarmee de BTG GGI goed georganiseerd blijft. Hierdoor is er betrokkenheid bij het ontwikkelen van de e-learnings voor het GGI-onderwijs.

Meer info vindt u op:

www.cumela.nl/opleiding-training en op ggi.agriholland.nl

Robotisering in de Glastuinbouwsector blijft mensenwerk

Tekst: Elte Palm

Bron: Hans Verburg (Shutterstock)

Gerben Splinter

Peter Loef

Gerben Splinter werkt als onderzoeker voor de Wageningen Economic Research (onderdeel van WUR). Hij is actief op thema’s zoals ondernemerschap, (nieuwe) verdienmodellen en arbeid binnen de (glas)tuinbouw sector. Samen met zijn collega Erik Pekkeriet (Plant Research – Agro Food Robotics) heeft hij in opdracht van de ondernemersgroep Arbeidsmarkt en Onderwijs van Glastuinbouw Nederland in 2019 onderzoek gedaan naar de ontwikkelingen van robotisering en automatisering in de glastuinbouw. Peter Loef is beleidsspecialist Arbeid bij Glastuinbouw Nederland en is verantwoordelijk voor de ondernemersgroep Arbeidsmarkt en Onderwijs waar hij nauw betrokken is bij het onderzoek. Wij vroegen hen beiden naar de technologische ontwikkelingen op dit moment, hoe werkgevers en werknemers zich hierop voorbereiden en de impact van de corona-crisis.

Wat zijn de belangrijkste technologische ontwikkelingen op dit moment?

Volgens Gerben Splinter zijn er verschillende technologische ontwikkelingen gaande. Denk aan Internet of Things (IOT), Big Data, Sensoren en Artificial Intelligence. “Steeds meer verwerkingsruimten van glastuinbouwbedrijven kennen een grote mate van automatisering om snel en efficiënt producten te kunnen verpakken. Maar er wordt ook volop geëxperimenteerd om het sturen van het klimaat en de irrigatie in een kas autonoom over te nemen van een teler. De autonome kas is door de 1,5 meter afstand die we moeten houden ineens zeer actueel. Het inzetten van technologische ontwikkelingen is overigens geen doel op zich maar een middel om efficiënter en duurzamer te werk te gaan. Belangrijk is om als bedrijf goed te kijken naar wat het beste past en voor welk doel”, aldus Gerben Splinter.

“Het inzetten van technologische ontwikkelingen is geen doel op zich maar een middel om efficiënter en duurzamer te werk te gaan”

Wat was de aanleiding van het onderzoek ‘arbeid in de toekomst’ over de impact van automatisering en robotisering in de glastuinbouw?

Gerben Splinter: “Twee jaar geleden deed ik mee aan een onderzoek naar de alternatieven van gasgebruik in kassen onder verschillende glastuinders. Een van de grootste uitdagingen bleek vooral het werven en behouden van goed personeel. De vragen die ik mezelf stelde waren: Biedt het robotiseren en automatiseren van arbeidsprocessen oplossingen? En hoe verhoudt mens en techniek zich tot elkaar? Ik benaderde Peter Loef van de ondernemersgroep Arbeidsmarkt en Onderwijs van Glastuinbouw Nederland en dat resulteerde in een onderzoek welke tevens bruikbaar is voor een lange termijn visie op arbeid in de Glastuinbouw.” Peter Loef: “Op dit moment is er een hoog percentage uitstroom van jongeren in de glastuinbouw sector. De grote uitdaging is om jongeren de glastuinbouw als een interessante en aantrekkelijke sector te laten ervaren. Waarin toegevoegde waarde voor mens en maatschappij en er vooruitstrevende leuke banen te vinden zijn. In ieder geval bieden technologische ontwikkelingen kansen om een nieuwe generatie werknemers met een andere opleidingsachtergrond aan te trekken. Het doel van het onderzoek is om te komen tot een actieplan om de uitdagingen op de huidige en toekomstige arbeidsmarkt het hoofd te bieden”.

Welke resultaten en inzichten heeft het opgeleverd?

Erik Pekkeriet en ik, zo schetst Gerben Splinter, hebben vooral ook gekeken naar de omstandigheden waarin mens en machine samenwerken. “Het menselijke en sociale aspect is cruciaal. Er moet wel voldoende sociale interactie zijn om het werk aantrekkelijk te houden als je verder gaat automatiseren en robotiseren. Maar hoe je dat doet, hangt mede samen met de manier waarop je robotisering op het bedrijf verder invoert. Dit varieert van kleine stapjes tot een bedrijf volledig ‘op zijn kop gooien’. In het laatste geval zal je én de werkvloer én de gewassen anders moeten inrichten. Dat is voor de meeste bedrijven financieel nu niet haalbaar”, aldus Gerben Splinter. In het rapport ‘Arbeid in de toekomst’ worden zes transitiepaden omschreven. Het bieden van ontwikkelpaden en scholing voor werknemers is een van de transitiepaden. Ook staat beschreven dat het belangrijk is voor werkgevers om in te zetten op een brede sociale interactie op de werkvloer, het sturen op kwalitatieve bijdragen en het ontwikkelen van gespecialiseerde functies. “Het biedt ons goede handvatten om de sector naar de ‘next level’ te brengen”, aldus Peter Loef.

Wat zijn de keuzes en afwegingen voor bedrijven om te investeren in nieuwe technologie?

Gerben Splinter: “Zolang voldoende arbeid beschikbaar en betaalbaar is, zal het investeren in nieuwe technologie nog geen enorme vlucht nemen.

Het inzetten van robots in het oogstproces zou een goed alternatief zijn op het moment dat er geen personeel voor handen is, mits de businesscase valt rond te rekenen. Volgens Peter Loef blijkt uit de praktijk dat de investeringskosten van robots veelal nog niet opweegt tegen de kosten van personeel. “Complexe handelingen waarbij kwetsbare verse producten beoordeeld, geoogst en verpakt moet worden, zullen ook tenminste de komende 15 jaar de nodige arbeidsinput vragen. De automatisering in verpakkingshallen neemt wel verder toe”, aldus Peter Loef. Gerben Splinter: “Er is nu een aantal bedrijven dat durft te investeren en gebruik maakt van ondersteunende robots, ook wel co-bots genoemd. Deze nemen een belangrijk deel van het productieproces over maar zijn geen vervangers van mensen. Deze kopgroep van bedrijven is op dit moment te klein om echt een golfbeweging te veroorzaken. Overheid en collectief bedrijfsleven zal ook mee moeten investeren om bedrijven verder te helpen.”

Robotisering en automatisering hebben een enorme impact op bedrijfsprocessen en het personeel. Hoe bereid je je als bedrijf hier op voor?

Peter Loef: “Het begint met een visie en een goed bedrijfsplan. Stel jezelf de vragen: wie ben ik, waar sta ik nu en waar wil ik naar toe? Dan is het zaak om de technische en financiële mogelijkheden van robotisering en automatisering te verkennen. Een belangrijk aandachtspunt is het personeel. Het aansturen en onderhouden van robots vraagt specifieke competenties en vaardigheden. Huidig personeel zal goed moeten worden geïnformeerd en eventueel moeten worden bijgeschoold om invulling te geven aan een nieuwe realiteit. Het personeelsbeleid en werving is en wordt

“Zolang voldoende arbeid beschikbaar en betaalbaar is, zal het investeren in nieuwe technologie nog geen enorme vlucht nemen”

Bron: Anton Havelaar (Shutterstock)

“Uitdaging is om mens en machine in goede harmonie te laten samenwerken”

nog meer een essentieel onderdeel van je bedrijfsvisie. ‘Personeel’ doe je er niet zomaar even bij, goed HR-beleid is een vak!”. Gerben Splinter: ”Goed werkgeverschap is essentieel. De vraag is niet meer: hoe kan ik morgen via het uitzendbureau voldoende personeel regelen maar wie of wat heb ik, in een wereld die continu verandert, nodig om het bedrijf een volgende stap te laten maken?

Nieuwe technologie zorgt er ook voor dat banen verdwijnen. Hoe kijkt u hier tegenaan?

“Het zware tilwerk is bijna volledig gemechaniseerd. Rollerbanen, transportbanen, palletizers en kisten ontstapelaars zorgen er voor dat er nauwelijks nog zware dozen getild hoeven worden. Ook de medewerker in de kas maakt steeds meer gebruik van Automated Guided Vehicles (AGV’s), hij of zij hoeft daarbij ook steeds minder te lopen.” Volgens Gerben Splinter zal er goed worden gekeken welke werkzaamheden met huidig personeel ingevuld kunnen worden en welke met nieuw personeel. “Het zal overigens nog 15 tot 20 jaar duren voordat de sector volledig is gemechaniseerd”. Volgens Peter Loef zullen er banen verdwijnen, maar ook terugkomen. “Zoals Gerben Splinter aangeeft zullen arbeidsintensieve ‘productiefuncties’ steeds meer worden geautomatiseerd. Daarnaast zijn er specifieke functies, waarvoor andere kennis en vaardigheden nodig zijn, die niet snel te vervangen zijn door robots. Uitdaging is dan om mens en machine in goede harmonie te laten samenwerken. Belangrijk is om sociale interactie tussen mensen te borgen en het werken op één vaste plek te minimaliseren. Alleen zo behoud je gemotiveerd personeel en blijft het werk aantrekkelijk voor mensen”.

Welke impact heeft het corona-virus?

Volgens Gerben Splinter zet de crisis de sector mogelijk tot nadenken. “De manier van werken kan anders worden dan voor de crisis. In een 1,5 meter samenleving zal het inzetten van technologische ontwikkelingen eerder toenemen dan afnemen. Dat vraagt een nauwere samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs om tot gezamenlijke oplossingen te komen. Het blijft in ieder geval mensenwerk”, aldus Gerben Splinter. Peter Loef: “Voor vele sectoren is de crisis nu een kwestie van overleven. Het is tegelijkertijd een goed moment om toekomstscenario’s te maken en de inzet van technologische ontwikkelingen zal daar een belangrijk onderdeel van uitmaken”. ■

Bron: T.W. van Urk (Shutterstock)

Glastuinbouw Nederland en ook andere werkgeversorganisaties in de land- en tuinbouw hebben goed werkgeverschap hoog in het vaandel staan. Zij willen werkgevers ondersteunen goed werkgever te kunnen zijn. Samen met vakbonden hebben zij hiertoe in het verleden Colland Arbeidsmarkt opgericht waar zij nu nog sturing aan geven. Werkgevers- en werknemersorganisaties in de glastuinbouw hebben besloten om dit project via Colland Arbeidsmarkt te financieren omdat dit handvatten biedt voor toekomstig (personeels)beleid.

This article is from: