26 IN MEMORIAM
SPUI 52 01 | 2020 alumni.uva.nl
tekst • Ben Haveman
PIETER CLAUSING 1926, Promotie Rechtsgeleerdheid 1976, emeritus hoogleraar Rechtsgeleerdheid UvA (18 februari) SUSANNE PIËT 1947, Promotie Sociale wetenschappen 1986, psycholoog, adviseur, coach, schrijver, Ridder in de Orde van Oranje-Nassau (18 februari)
FRED DE BRUIN 1945, Algemene politieke en sociale wetenschappen 1975 (5 maart)
ENGELIEN HENGEVELD 1955, Andragologie 1988 (26 maart)
HANS SIER 1940, Geneeskunde 1967, vaatchirurg en KNR-kolonel buiten dienst (6 maart)
WIM VAN DER HORST 1943, Wis- en natuurkunde 1966 (28 maart)
JEROEN GROOT 1957, Sociale geografie 1983 (10 maart)
JOS VAN KEMENADE 1937, Hoogleraar Onderwijskunde en Sociale wetenschappen en voorzitter College van Bestuur UvA, minister van Onderwijs en Wetenschappen, minister van Staat, burgemeester van Eindhoven, Commissaris van de Koningin in Noord-Holland, voorzitter Raad voor het Openbaar Bestuur, ereburger van Eindhoven (19 februari)
ADRIAAN RENGELINK 1935, Geneeskunde 1961, zenuwarts (10 maart)
MARJET WESTHOFF 1944, Nederlands recht, privaatrecht 1970 (20 februari)
CORNELIS GROOT 1941, Economie 1965 (14 maart)
ALBERTUS KARSKENS 1944, Nederlands recht, staatsrecht 1969 (22 februari) ROCHUS ZUURMOND 1930, Theologie, emeritus hoogleraar Bijbelse theologie UvA, emeritus predikant Nederlandse Hervormde Kerk (22 februari) LUCIA RUEHLING-OEY 1954, Medewerker Studentenadministratie Faculteit der Geesteswetenschappen UvA (24 februari) GERRIT MEESTER 1944, Emeritus bijzonder hoogleraar Agrarische economie en Europese economische integratie UvA, Officier in de Orde van Oranje-Nassau (27 februari) PAULIEN BRÖCKER 1962, Nederlands recht 1986 (29 februari) RIA GRIMBERG 1937, Geneeskunde 1963, kinderarts/ neonatoloog (29 februari) LEO WATERMAN 1934, Romaanse taal- en letterkunde (Frans) 1964 (2 maart) LIEKE NENTJES 1986, Universitair docent Klinische forensische psychologie UvA (5 maart) RENÉE BAKKERUS 1957, Hoofd Bedrijfsbureau van de Bestuursstaf UvA (6 maart) ERIK BRUGGINK 1940, Promotie Geneeskunde 1986, chirurg CWZ (6 maart) JOHNNY KUIPER Oprichter van CREA (10 maart) PIETER JAN NOORDHOEK HEGT 1936, Economie 1975 (3 maart)
JACOB LOUIS COHEN 1938, Wis- en natuurkunde 1964 (11 maart) ANNA LYDIA VAN DALEN 1948, Nederlands recht 1988 (11 maart)
JOHAN GOUDSBLOM 1932, Promotie psychologie 1960, emeritus hoogleraar Sociologie UvA, medeoprichter en voorzitter Norbert Elias Stichting, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (17 maart) BOB ZANEN 1923, Promotie geneeskunde 1956, emeritus hoogleraar Medische microbiologie en epidemiologie UvA (19 maart) HARRY VAN DEN BERGH 1942, Algemene politieke en sociale wetenschappen 1970, politicus PvdA, Officier in de Orde van Oranje-Nassau (20 maart) WILLEM PRUD’HOMME VAN REINE 1941, Biologie 1965, marinebotanist (21 maart) MAARTEN BIJL 1966, Politicologie 1991 (22 maart) KAREL BERGER 1939, Rechtsgeleerdheid 1967, notaris (22 maart) YVO SPECKEN 1931, Geneeskunde 1963 (22 maart) GERRIT KORTHALS ALTES 1939, Nederlands recht, privaatrecht 1966, zakelijk leider Toneelgroep Amsterdam (24 maart) PIET MOLENAAR 1969, Scheikunde 1996, kankeronderzoeker AMC, voorzitter Peerke Donders Stichting (25 maart) THEODOOR BROEKMANS 1948, Promotie Geesteswetenschappen 1992 (25 maart) JOOP ROMEIJN 1939, Pedagogische wetenschappen 1966, gemeenteraadslid Amersfoort, oprichter PvdActie (25 maart)
KEES KOKS 1936, Promotie economie 1974 (29 maart) WOLF STEIN 1929, Geneeskunde 1967 (31 maart) JAN VAN DER DUSSEN 1929, Promotie Economie 1975, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (1 april) SIJBREN MIEDEMA 1929, Economie 1953 (3 april) ERNA JOHANNA GEERTS 1932, Klassieke letteren 1965, docent klassieke talen (3 april) JENNIGJE ELISABETH VAN DER WAALS 1940, Sociologie 1978 (3 april) DANIELA OBRADOVIC 1958, Universitair docent Europees recht UvA (3 april) ARNOLD HEERTJE 1934, Promotie Economie 1960, emeritus hoogleraar Staathuishoudkunde UvA, columnist NRC Handelsblad en Het Parool, auteur (4 april) OTTO EERBEEK 1948, Promotie Geneeskunde 1990, fysioloog (4 april) WILHELMINA VAN LIER-TE FLIERHAAR 1930, Nederlands recht, publiekrecht 1958 (5 april) DICK ERNST CLAASSEN 1938, Nederlands recht, privaatrecht 1967, Officier in de Orde van Oranje-Nassau, gemeenteraadslid Amsterdam, directeur Scheepvaartvereniging Noord, Amsterdamse Stadssinterklaas (6 april) BEP (ELISABETH) BARENDSEN-POLAK 1930, Nederlands recht, privaatrecht 1957 (6 april) ROBERT EYGENHUYSEN 1929, Sociale geografie 1965, Ridder in de Orde van Oranje-Nassau (7 april) WILLEM HENDRIK WOUDENBERG 1953, Politicologie 1983 (8 april) TON MAASSEN 1945, Scheikunde 1967, promotie Wisen natuurwetenschappen 1972, emeritus hoogleraar Internal Medicine Amsterdam UMC (9 april) RUDOLF JAN KLOEK 1943, Econometrie 1970 (10 april) ING YOE TAN 1948, Nederlands recht, staatsrecht 1975, Eerste Kamerlid PvdA, lid RvT De Nationale Opera, voorzitter Vereniging van Vrienden van De Nationale Opera, bestuurder Stichting Nationale Opera & Ballet Fonds (10 april)
MAARTEN VOSTER 20 MEI 1952 – 28 DECEMBER 2019 Je kon hem ’s nachts gewoon opbellen. Omgekeerd deed hij dat vaker. Daar moest je maar aan wennen, als je met Maarten Voster te maken had. Als voorzitter van de Stichting de Zaanse Schans laveerde hij ‘dag en nacht’ tussen tegengestelde belangen: bewoners in hun historische houten huizen die klagen over toeristen (vóór de coronacrisis 2,2 miljoen per jaar) tegenover ondernemers die zich verheugen op files bij de hotspot van windmolens, musea, souvenirwinkels en rondvaarten annex totaalbeleving van oude ambachten in een geur van spekpannenkoeken of heimweekoekjes van Verkade. ‘Daar kwam zo’n amateurpoliticus in 2010 wel even vertellen hoe het moest’, zegt opvolger Piet Oudega. ‘Dat leidde tot weerstand’. Met ironie wist Maarten Voster, geboren Zaankanter, hoog oplopende conflicten nipt te smoren. Hij was beminnelijk, ‘maar ook eigengereid én een pitbull’, zegt zijn vrouw. ‘Als hij iets in zijn hoofd had, moest het gebeuren’, zegt zus Dinian, die zich herinnert hoe haar broer als kind met de handen op de rug toekeek, terwijl leeftijdsgenootjes iets in elkaar timmerden wat hij had bedacht. In het ouderlijk huis had Maarten met de asbak op tafel leren discussiëren. Hij had de krullen van een popster en werd al vroeg militant milieuactivist met een sjekje tussen de lippen. Toen delen van Assendelft en Westzaan aan industrie dreigden te worden opgeofferd (‘Majesteit, u wordt belazerd’, riep een protestbord de koningin toe), bleef hij in slaapzak net zo lang op de Zaandamse stadhuistrap liggen tot hij werd weggevoerd. Maarten Voster, zoon van een personeelschef, werd spoorstudent en lid van de Zaanse Studenten Vereniging. In 1977 studeerde hij af op de economie van ontwikkelingslanden. Als dienstplichtig militair was hij actief in de Vereniging voor Dienstplichtige Militairen, standplaats Valkenburg – om over te stappen naar FNVJongerencontact. In Limburg leerde hij zijn vrouw Lia kennen op een avondje stappen met patat toe. Met haar ging hij in een woonboot wonen in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt, de Rika I, genoemd naar haar moeder. De Rika II en de Rika III zouden volgen, elders. In de jaren van grote werkloosheid pendelde Voster naar Den Haag waar hij bij het ministerie van Binnenlandse Zaken werd belast met projecten om mensen aan werk te helpen. Als secretaris van de eerste commissie Polak zat hij met zijn neus bovenop het onderzoek naar de geruchtmakende beleggingsfraude bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds; inclusief de pogingen van toenmalig minister Rietkerk ‘de beerput onder de pet te houden’. In Amsterdam werd hij, inmiddels vader van een dochter, voor de PvdA de eerste voorzitter van het (voormalige) stadsdeel Westerpark, met veertigduizend bewoners. Als bevlogen ‘burgemeester’ kreeg hij acht jaar lang te maken met een breed scala aan uitwassen waarin krakers, Grijze Wolven, olieworstelen, drugs en wandelprostitutie niet ontbraken. Vosters energie dwong bewondering af. Hij stond soms achterop de wagens van de vuilnisophaaldienst (‘pas op, de baas rijdt mee!’) en zat nachtenlang het werk van hogere ambtenaren over te doen. ‘Dat was hij beu’, aldus zijn vrouw. Amsterdam werd hem te druk, ze verhuisden naar Zaandam. De woonark werd een flat, en de focus verschoof naar historisch erfgoed. Er zaten nog wel wat krullen op zijn hoofd. Ondanks de diagnose longkanker in 2016 bleef hij als vanouds puntzakvormige sjekjes draaien. Tot het laatst zette Voster zich in voor de bouw van een doopsgezinde kerk, die in de Zaanstreek een Vermaning heet. Als hij zijn hondje uitliet, werd hij veel gegroet. ‘Maarten had een groot sociaal gevoel’, zegt zijn vrouw. ‘Hij was goed in het omgaan met lastige en emotionele mensen.’ •