22 LEVEN EN WERK
SPUI 52 01 | 2020 alumni.uva.nl
tekst • Claartje Wesselink beeld • privéarchief Ben Sanders
‘IK KON ME NIETS HEERLIJKERS VOORSTELLEN DAN EEN LEVEN IN VREDE’ Ondergedoken bij de zusters Tine en Ida van der Worp overleefde Ben Sanders de oorlog. Na zijn studentenjaren aan de UvA en Columbia University volgde een lange carrière bij de Verenigde Naties. 75 jaar na de bevrijding blikt SPUI met hem terug. Het was geen toeval dat Benjamin Sanders (1927) zich kort na de oorlog inschreef bij de gloednieuwe Politiek-Sociale Faculteit van de UvA. Als Joodse jongen had hij drie jaar ondergedoken gezeten tijdens de bezetting. ‘Ik kon me niets heerlijkers voorstellen dan een leven in vrede,’ vertelt hij. Hij wilde daar zelf aan bijdragen door diplomaat te worden, en de Politiek-Sociale Faculteit – de Zevende Faculteit in de volksmond – leek het ideale voortraject. De studie bood een mengelmoes van sociologische, historische en politicologische vakken, overgoten met een sausje van links idealisme. Het was een typisch product van de wederopbouw, in oorlogstijd uitgedacht door onder anderen Jacques Presser en Jan Romein. Wat in 19331945 in Europa was gebeurd, mocht nooit meer gebeuren. De Zevende Faculteit zou jongeren opleiden tot kritische en sociaal bewogen burgers. Ook gezien Sanders’ komaf was de Zevende Faculteit een logische keuze. Hij is het enig kind van de Amsterdamse kunstcriticus en componist Paul F. Sanders (1891-1986) en de voordrachtskunstenares Elisabeth Herzberg (1892-1991). Vader Paul werkte voor de socialistische krant Het Volk en waarschuwde al in de jaren dertig voor het gevaar van het nazisme. In 1936 organiseerde hij de tentoonstelling De Olympiade Onder Dictatuur (kortweg D.O.O.D.), in reactie op Hitlers Olympische Spelen in Berlijn. Tijdens de oorlog schreef hij, ondergedoken in de Rivierenbuurt, voor verzetsbladen als Het Parool en De Vrije Kunstenaar. Ben Sanders bracht de oorlog grotendeels in Zutphen
door, waar hij ondergedoken zat bij de ongetrouwde zusters Tine en Ida van der Worp. ‘Twee dames die geen mens verdacht,’ aldus Sanders. ‘Provinciale oudjes, maar ze waren niet provinciaals, en ook niet oud. Ze waren zeer gecultiveerd. Ik heb het er zo goed gehad.’ Ida was directeur van de plaatselijke huishoudschool en nam kliekjes van de kooklessen mee voor de inwonende puber. Tine was lerares Engels en organiseerde het thuisonderwijs. Sanders deed schriftelijke cursussen en kreeg behalve van Tine ook les van bevriende leerkrachten. Daarnaast tekende hij hartstochtelijk. Een overgeleverde brief aan zijn vader geeft een ontroerend inkijkje in deze dagbesteding: ‘Heerlijk de héle dag getekend. Torens, huizen en bomen. En nu val ik om van de slaap; een zalig gevoel.
‘HEERLIJK DE HÉLE DAG GETEKEND. TORENS, HUIZEN EN BOMEN. EN NU VAL IK OM VAN DE SLAAP; EEN ZALIG GEVOEL’ M’n werk is af, dus morgen mag ik óók tekenen. Ik vind er mezelf en m’n hele rust mee terug.’ Twee keer was er een inval van de bezetter. Dan zat Sanders in het schuilhok, te midden van wapens en clandestiene lectuur – want ‘de tantes’ verzetten zich ook op andere manieren. In april 1945 werden ze bevrijd en kreeg Sanders zijn eerste baantje: tolk bij de Canadezen. Mede door zijn thuisonderwijs sprak hij goed Engels, Frans en Duits. In 1946 haalde hij zijn
diploma aan het Barlaeus Gymnasium, met slechts een jaar vertraging. Datzelfde jaar volgde de stap naar de UvA. De Zevende Faculteit, waar Sanders zo enthousiast begon, stelde echter teleur. De studie had weinig samenhang, de hoogleraren zaten ieder op hun eigen eiland. ‘Ik vond het eigenlijk een lust wat daar werd gedoceerd. Maar het was veel te veel. Geen van de hoogleraren wilde zijn eigen vak ondergeschikt maken aan het geheel. Er was niemand die dat behoorlijk coördineerde.’ Bij het corpsdispuut Breero had Sanders het wel naar zijn zin. Hier hing hetzelfde sfeertje van sociaal denken en doorbraak dat hij kende van thuis. Anders dan wat je vaak hoort over die tijd, spraken Sanders en zijn dispuutsvrienden geregeld over de oorlog. Over praktische dingen, maar ook over het verlies van familieleden. Sanders’ eigen ouders keerden heelhuids terug uit de onderduik, maar zijn jaargenoot David de Levita overleefde als enige van zijn gezin. (De Levita zou later als kinderpsychiater vele getraumatiseerde Joodse kinderen behandelen.) In 1948 stopte Sanders met zijn studie aan de Zevende Faculteit. Hij ging zijn vader achterna, die na de bevrijding naar Amerika was vertrokken als correspondent voor Het Parool. Daar wist hij een plaats te krijgen aan Columbia University. Na het behalen van zijn master’s degree in Political Science keerde hij terug aan de UvA om er Rechten te studeren. Hoewel hij inmiddels echtgenoot en vader was en dus haast had, genoot hij ditmaal wel van zijn studie. Hoog-