Spui 45

Page 31

UVA-SCHRIJVER

31 tekst • Lieke Marsman beeld • Tessa Posthuma de Boer

DE OUDEMANHUISPOORT: ZO HOORDE EEN UNIVERSITEIT ER VOLGENS MIJ UIT TE ZIEN

MIJN MEEST DIERBARE HERINNERING LIEKE MARSMAN – 1990 www.liekemarsman.nl • 2010 debuutbundel Wat ik mijzelf graag voorhoud • 2011 C. Buddingh’-prijs, Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs en Liegend Konijn Debuutprijs voor Wat ik mijzelf graag voorhoud • 2014 bundel De eerste letter • 2015 Filosofie (onderzoeksmaster)

Toen ik begon met mijn studie Filosofie aan de UvA had ik geen idee wáár ik precies aan begon. Om eerlijk te zijn: filosofie was een gok. Het was geen vak dat gegeven werd aan mijn middelbare school en dat was dan ook meteen een van de belangrijkste redenen voor mijn keuze. De middelbare school had ik vreselijk gevonden en dus wilde ik er zo radicaal mogelijk mee breken. Mijn andere opties, Nederlands en geschiedenis, vielen zo af. Een andere reden voor mijn studiekeuze (in dit geval niet voor filosofie maar voor de UvA) was dat filosofie aan de UvA meestal gegeven werd in de Oudemanhuispoort, en daar voelde ik me meteen thuis: zo hoorde een universiteit er volgens mij uit te zien. Voor mijn eerste tentamen (ethiek) haalde ik een onvoldoende. Ik schrok. Ik had nog nooit een onvoldoende gehaald. Blijkbaar lag de lat hier toch echt een stuk hoger dan ik gewend was. Om me heen, tijdens de inleidende colleges metafysica, zat iedereen te knikken alsof de betekenis van woorden als dialectiek en incommensurabel gesneden koek was. Ikzelf begreep pas halverwege het tweede semester een beetje wat het woord metafysica betekende, al kan ik het zelfs nu nog niet uitleggen, en ik voelde me op allerlei fronten tekort schieten. Ondertussen was ik bij een studentenvereniging gegaan. Daar ontmoette ik voor het eerst mensen die het niet vreemd vonden dat ik van poëzie hield, maar die me aanmoedigden – tot diep in de nacht, met wijn en muziek. Dit zorgde ervoor dat ik, ondanks de wijn, beter

mijn best ging doen en mijn kennis over filosofie in korte tijd enigszins bij wist te spijkeren. Ook aan de UvA leerde ik mensen (studenten en docenten) kennen die me inspireerden. Ik zorgde ervoor dat ik, ook in mijn vrije tijd, zo veel mogelijk las. Ik had nu twee passies: poëzie en filosofie, en je zult begrijpen dat ik meermaals op familieverjaardagen moest uitleggen hoe ik in hemelsnaam dacht de rest van mijn leven aan geld te komen. Promoveren op een van deze onderwerpen, was meestal mijn antwoord, en dus schreef ik me na mijn bachelor in voor de onderzoeksmaster Filosofie. In mijn masterfase kwam ik er achter dat ik (voorlopig) helemaal niet wil promoveren. Een lossere schrijfstijl ligt me nu eenmaal beter dan een academische. In deze jaren bracht ik veel tijd in de universiteitsbibliotheek door, probeerde tussendoor het homo-uitgaansleven van Amsterdam te ontdekken en worstelde met mijn scriptieonderwerp. Maar wat me het meest bijstaat, is dat er op de universiteit om me heen veel veranderde. Het onderwijs ging achteruit, docenten waren ontevreden, men kwam tijd tekort, mijn meest geliefde onderwijslocaties werden verkocht… Het universiteitsbestuur kondigde de ene na de andere bezuinigingsmaatregel aan, waarbij vooral de Faculteit der Geesteswetenschappen het flink moest ontgelden. Het faculteitsbestuur presenteerde een plan, Profiel 2016, om de faculteit drastisch te veranderen. Zo drastisch, dat er van veel studies weinig meer over zou blijven. Maar dat deerde niet, Geesteswetenschappen brengen nu eenmaal weinig geld op. Er brak protest uit en een week voordat ik mijn masterscriptie zou verdedigen, werd het Maagdenhuis bezet. Nog één keer voelde ik me innig verbonden met mijn universiteit. In de media werden de Maagdenhuisbezetters afgeschilderd als een klein groepje beroepsdemonstranten en anarchisten uit de kraakscene. Studenten die te lui waren om te studeren. Ik ervoer iets heel anders: ik zag de slimste en meest kritische studenten van mijn universiteit zich hard maken voor een onderwijsinstelling waar ze in geloofden. Omdat ze geloofden in een universiteit waarbij het vergaren van kennis, niet het vergaren van geld weer centraal moest komen te staan. In een universiteit waar hoogleraren, docenten en studenten het voor het zeggen hadden, en niet managers en/of managers van managers. Dit is zonder twijfel de meest dierbare herinnering die ik aan mijn studententijd heb. Hoeveel er van de Maagdenhuisbezetters geleerd is, moet de komende maanden blijken. Op het moment dat dit magazine verschijnt, heeft er net een referendum plaatsgevonden over verschillende toekomstvoorstellen die de commissie Democratisering en Decentralisering (een rechtstreeks resultaat van de bezetting) onlangs in een rapport deed. Of er iets, en zo ja wat, met de uitslag van dit referendum gedaan wordt, moet blijken. Dat ik veel van de UvA geleerd heb, weet ik alvast wel. De UvA heeft me kritisch gemaakt. Zo kritisch, dat ik lange tijd niet zeker wist of ik anderen aan zou raden ook aan de UvA te gaan studeren. Maar ik heb goede hoop voor de toekomst. Geesteswetenschappers leveren misschien weinig geld op, goede ideeën hebben ze vaak wel. Zolang de universiteit naar de studenten die ze zelf opleidt luistert, mag ze er vanuit gaan dat die studenten ervoor zorgen dat er iets te luisteren valt. •


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Spui 45 by UvA Alumni - Issuu