TAS blad

Page 1

H april 1967

Tilburgs Al

dentenblad

Redaktie: Akademielaan 9

3e jaargang - no. 12

TWEEWEKELIJKS

ONAFHANKELIJK

Advertentic-admiiiistratie Drukkerij Uitgeverij H.

STUDENTENBLAD

Gianotten N.V. - Bredaseweg 57 - Tilburg - Telefoon -23036 - 23037

STUCTUURCOMMISSIE VINDT:

TILBURGSE HOGESCHOOL MOET ONIVERSITEIT WORGEN MEDISCHE FACULTEIT DE ENIGE KANS Tijdens de geheime duikbotenoorlog van de afgelopen tijd tussen de kandidaten voor de achtste medische faculteit, heb ik me wel eens afgevraagd — en waarschijnlijk velen met mij '— waarom iedere kandidaat langs de weg van de objectieve redenering tot de conclusie komt, dat hij de faculteit zou moeien krijgen. O m d a t alle argumenten als top-secret werden behandeld tot het moment dat ze in één klap konden worden afgevuurd, kon ik voor dit verschijnsel geen andere verklaring vinden dan: chauvenisme. N u echter het Tilburgse rapport terzake is verschenen, moet dit standpunt waarschijnlijk enigermate herzien warden. Het rapport is werkelijk een goed doorwrocht werk, opgesteld door een structuurcommissie, waarin de curatoren Bogers en van Miert, de hoogleraren Dalmulder, Goldschmidt, de Moor en Pieters, alsmede de secretaris van curatoren Loevendie zitting hebben. W a t nu zijn de centrale argumenten, waarmee de commissie vestiging van de medische faculteit in Tilburg bepleit? Het voornaamste criterum moet zijn. de belangen van het nationale wetenschappelijk onderwijs. Men moet zich bij de keuze van een vestigingsplaats goed bewust zijn van de beslissende gevolgen die daaruit voortvloeien voor de structuur van het wetenschappelijk onderwijs in een bepaald landsdeel. T.a.v. dit criterium gaat het rapport uitgebreid in op de twee belangrijkste deelaspecten: de mogelijkheid voor de hogescholen in het zuiden en het oosten van het land om uit te groeien tot universiteiten, en een zo evenwichtig mogelijke spreiding van het wetenschappelijk medisch onderwijs. Vooral aan het eerste asf>ect schijnt de commissie veel belang te hechten. Het voordeel van een universitaire structurering van het wetenschappelijk onderwijs in het zuiden van het land formuleert de commissie als volgt: het bijeenbrengen van faculteiten in een universiteit schept de beste mogelijkheden voor wetenschapsbeoefening en vorming van studenten, want hoewel het ideaal van d e eenheid der wetenschappen achterhaald is, blijft het geregeld contact tussen onderzoekers en studenten uit geheel verschillende wetenschapsgebieden van grote betekenis. Ervan uitgaande dat de medische faculteit in het zuiden komt, is Tilburg voorlopig de enige kanshebber om uit te groeien tot een universiteit. Uitbreiding van de sociale faculteit en oprichting van een theologische faculteit staan op stapel, maar om universiteit te worden moeten we ook de medische faculteit krijgen. W a t de spreiding van het wetenschappelijk medisch onderwijs betreft, stelt de commissie dat de medische faculteit in ieder geval in het zuiden moet komen (en een 9e faculteit in de toekomst in het oosten.) Een weloverwogen en veramtwoorde keuze zou alleen maar op Tilburg kunnen vallen, omdat ZuidLimburg niet voldoende studenten zou aan-

trekken, op igrond van de grote afstanden terwijl Eindhoven ongeveer 5 0 % van de medisahe studenten aan Nijmegen zou onttrekiken, iets d a t Tilburg in belangrijk mindere mate zou doen. Hier geldt voor de commissie dus: niet aan het rayon van een ander komen. Op dit punt aangekomen zou ik toch graag enkele relativerende vraagtekens willen plaatsen. Met name kan ik niet aan de indruk ontkomen dat in het rapport de belangen van het nationale wetenschappelijk onderwijs teveel als een op zichzelf staand, onafhankelijk belangenpakket worden gepresenteerd, enerzijds t.a.v. de doorslaggevende voorkeur die de commissie hecht aan het „traditionele universitaire structureringspatroon" boven een structuur van „scholen, met enkele al dan niet aan elkaar verwante faculteiten", anderzijds t.a.v. de spreiding op basis van de rayons waaruit de bestaande faculteiten nu eenmaat hun studenten aantrekken. M.i. betekent het door de commissie voorgestane spreidingspatroon niet meer dan een abstract evenwicht, dat echter niet noodzakelijk in optimale overeenstemming behoeft te zijn met de onevenwichtige situatie van de sociaaleconomische structuur van ons land, waarin met name Zuid-Limburg als „achtergebleven gebied" mag worden beschouwd. Hier rijst voor mij de vraag of we een achtergebleven gebied achtergebleven moeten houden op grond van een abstract evenwichtspatroon van het wetenschappelijk onderwijs. M.a.w.: wat moet zwaarder wegen: een evenwichtige sociaal-economische structuur van ons land of een evenwichtige onderwijsstructuur? Het lijkt me geen gewaagde stelling, dat deze belangen op korte termijn niet noodzakelijk parallel behoeven te lopen; ik dacht zelfs, dat bij een zo groot aanbodoverschot van medische studenten de invloed van de afstand op de aantrekkingskracht van een medische faculteit in Zuid-Limburg aanmerkelijk zou worden gereduceerd, zodat de

argumenten die de commissie heeft aangevoerd tégen vestiging van de fakulteit in Limburg nog nauwelijks opwegen tegen de argumenten vóór, mits men uitgaat van het zwaarder wegende belang van de regio boven het geringe voordeel dat men door vestiging van de fakulteit in Tilburg misschien zou behalen t.a.v. een evenwichtige onderwijsstructuur, tesamen met het m.i. sterk overtrokken voordeet van een universiteitsböven een „scholen"-structuur. Het gaat hier dus uitsluitend om de vraag of het uitgangspunt niet te beperkt is gekozen. Met de overige argumenten heeft Tilburg evenwel minstens even sterke troeven in handen als de andere kandidaten: er is hier voldoende en gunstig gelegen bouwgrond; de twee algemene ziekenhuizen kunnen gemakkelijk, tegelijk met andere reeds aanwezige medische voorzieningen, aan het academisch onderwijs dienstbaar gemaakt worden. Gunstige omstandigheden zijn, dat het ene ziekenhuis aan vernieuwing toe is, terwijl het andere nog slechts half voltooid is. H e t overkoepelende bestuur van deze instellingen (Stichting het R.K. Gasthuis) is tot volledige medewerking bereid. W a t betreft de combinatie van de medische faculteit met andere, bestaande faculteiten, stelt de commissie, dat men nauwelijks kostenbesparingen hoeft te verwachten door Kering aan verwante faculteiten, aangezien de ervaring de zekerheid geeft, dat de medische faculteit in de praktijk vrijwel geheel selfsupporting zal zijn, zodat de combinering met menswetenschappen een geringe voorkeur geniet, omdat men in toenemende mate overtuigd raakt van het belang van de sociale en psychologische aspecten van de geneeskunde naast het zuiver klinische. (vervolg pag. 2)

TAS-BLAD Tweewekelijks onafhankelijk studentenblad Redactieadres: Academielaan 9, Tilburg. TeL 04250-72337. Advertentie-administratie: Bredaseweg 57, Tilburg. Tel. 04250-23036/23037 Hoofdredacteur: J. J. A. Thomassen Redactie-secretaris: A. Hammerstein Redactie: A. J. A. Godfroij, J. A. P. Hagenaars, Th. H. M. v. d. Heijden, J. M. A. M. de wit. Org. leider: C. G. P. M. Backx. Copie inzenden voor 20 april.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
TAS blad by Redactie Univers - Issuu