TAS blad

Page 1

é

ê 4e jaargang

H

No. 14

20 mei 1968

EV DIT NUMMER

1968: WOELIG JAAR

Pag. 1

EV SPANJE

Pag. 3 Pag. 2

IN ENGELAND ?

IN TILBURG

g. 4, 5, 6

n.

D

TAS-BLAD - Tweewekelijks onafhankelijk studentenblad Redactieadres: Academielaan 9, Tilburg, teL 72337 Advertentie-administratie: H. Gianotten, Bredaseweg 57, tel. 23036. Hoofdredacteur: Koert de Jager Redaktie: Piet v. Asseldonk, John Bergs, Paul Jansma Peter v. d. Ven, Wilfried Speekenbrink Zakelijke leiding: John v. d. Heijning

Historici en filosofen bezondigen zich regelmatig aan het kwaad van de onzekere waarheid. Met hun evenwicht-, kringloop- en zonnevlek-theorieën vinden zij één of twee keer in hun leven de „deus ex machina" voor alle wereldproblemen uit. Het type wetenschapper dat zijn denkraderen verder onberoerd laat en in feite niets anders doet dan het proces van geestelijke aderverkalking eens fijn op weg te helpen. Uit de mond van dergelijke vermeende profeten beluister je ook vaak dat „l'histoire se répète"; dat de geschiedenis een kringloop is met steeds weer terugkerende hoogte- en dieptepunten. Zoals: 1830: revolution a Paris; Deutschland: die Studenten proben den Aufstand 1848 revolution; Marx: Communistisch Manifest 1870 Krieg! Guerre! 1914 Krieg, guerre & war 1940 Krieg, guerre, war & oorlog. En daar kunnen we nu wel een jaartal aan toevoegen: 1968: Madrid, Praag, Warschau, Berlijn, Rome, Parijs: overal haarden van onrust. Nu in 1968 weer alles tegelijk gebeurt, klinken die zonnevlek- en andere theorietjes van de koude grond wel aannemelijk. Het is alleen zo jammer dat, nu we God niet meer kunnen gebruiken als verklaring voor alles wat mysterieus is, we het in een tijd van secularisatie met even vage en onduidelijke, maar nu menselijke bewijzen moeten doen!

1968: JAAR van STUDENTENONLUSTEN Na jaren van betrekkelijk vreedzaam verder studeren met hoogst incidenteel een krantebericht over studentenweerbaarheden in de wérkelijke zin van het woord, zoals in Berkeley, constateert de pers nu in alle belangrijke universiteitssteden studentenverzet tegen de gevestigde orde. 1968 is aardig op weg het jaar van het idealisme mét geweld te worden. Waarom komen nu juist de studenten in opstand en niet bijvoorbeeld de al dan niet werkloze arbeiders? Ook bij hen komen de klappen van de conjunctuur hard aan. Allereerst is daar natuurlijk de maatschappelijke onafhankelijkheid waarin het studentendom verkteert. In Amsterdam meer dan in Tilburg, waar de gebondenheid aan het achterland nog zeer hecht is. Men zit hier nog behoorlijk in de klei en loss vast. En beursstudenten hebben een grotere mobiliteit dan zij die telkenjare een afwijzend antwoord op hun aanvraag op een toelage krijgen. Je kunt nu eenmaal beter bij een onpersoonlijke instantie je hand ophouden dan dat je uit financiële oogmerken elke week of maand verplicht bent een paar daagjes thuis door te brengen. VRIJ TOT VERZET We leven in een vacuüm (nog wel), geestelijk en maatschappelijk; we hebben ons bevrijd van een onvrijwillig opgelegd verleden, en we zijn nog niet terechtgekomen in een toekomst met vrouw en kinderen, collega's en burengerucht; een toekomst die ons langzaam maar zeker in een lekker comfortabele fauteuil zal wegdrukken. Nog volledig ia. de greep van de jeugdige onbezonnenheid en de innerlijke tweespalt tussen het wel willen maar nog niet kunnen, pakken we de wereldproblemen aan waar

we ze zien; onsystematisch en radicaal. In het „vrije" westen door de ervaringen met het parlementaire steekspel van de officiële democratie; onder de dictatuur door de ervaringen met het alles verstikkende politieapparaat heeft men geleerd dat een massale, bijna onpersoonlijke inzet tot op heden de meest effectieve weg is om nieuwe ideeën weerklank te doen vinden (het zou interessant zijn eens na te gaan hoeveel effect de provoreUen op de mentaliteit van de burgerij gehad hebben). Gesteund door leU ders als Sartre en Marcuse beseft de nieuwe student dat hij zijn hele, vrije persoon moet inzetten om te bereiken dat ook in breder verband een andere vorm van samenleven erkend wordt. Studenten roeren zich zelfs in die landen waar kritiek op de staatsdoctrine niet welkom is en openhartigheid vele risico's met zich meebrengt. Onder linkse dictaturen evengoed als rechtse. Met name Polen en Spanje. Een nieuw denken, een nieuwe maatschappij wil men. Alleen, de karakteristieken van zo een maatschappij zijn al bijna twee eeuwen oud. Er verandert niet zo veel. In de verspreide brochures en vlugschriften ontdekt men al snel de drie-eenheid „Liberie, Egalité et Fratemité". Het valt niet mee te erkennen dat we ons eigenlijk aan dezelfde idealen vastklampen die al sinds de franse revolutie telkens andere generaties niet hebben kunnen verwezenlijken. Om moedeloos van te worden en om al bij voorbaat aan een „je doet er toch niets aan" stemming toe te geven. Levensgevaarlijk. De mens heeft het méér meegemaakt dat zij zich liever aan een sterk gezag overgaf dan kritisch tegenover de gang van zaken te blijven staan; dat hij liever langs een gestrekte rechterarm naar zijn leider keek dan daadwerkelijk

*

veranderingen aanbracht als er iets misging. Dat diepgewortelde defaitisme dreef Europa de tweede wereldoorlog in. Nee, beter is het zoals in TsjechoslowaMje, Parijs en, dichter bij huis, in Leuven gebeurt, waar de minst gebonden groep, de studenten, de straat opgaat. De Tsjechen hebben een ander bewind, parijse studenten dwingen de Gaulle tot concessies en het Belgische parlement weet zo langzamerhand de Waals-Vlaamse controverse op haar werkelijke omvang te schatten. Risico's worden aanvaard Maar vaarom dit alles nu sn niet bijrocrbseld een jaar of wat terug. De tweede wereldoorlog ligt 20 jaar achter ons. De naoorlogse generatie heeft de geestelijke volwassenheid en daarmee de universiteiten bereikt. Misschien is het maar toeval: dat samengaan van deze twee factoren. Voor een ander geslacht dat in 1940 twintig was is de menselijke zelfvernietiging van toen vergeten of vervormd tot de heilige wil een sterke NAVO te hebben. Alsof een herhaling van deze ellende alleen maar voorkomen kan worden door het bezit van een goed leger dat op de Grebbeberg en in de Fed minstens een week langer zal stand houden. Onze verwekkers hebben nu de leiding van het bedrijfsleven, de politiek, kortom het gezag stevig in handen. En zij zijn het die er niet in slagen, althans niet in de ogen van studenten en hun generatiegenoten, de denkwereld in de pas te laten lopen met de technische vooruitgang. Ik geloof dat deze kloof zo verontrust; dat de verstrekkende gevolgen van een Et-bom als een dreigende paddestoel boven de studentenonlusten hangt; en dat juist die dreiging maakt dat men makkelijker zichzelf op het spel zet en eerder en radicaler aan demonstraties gaat meedoen. KLOOF STEEDS GROTER De nieuwe generatie wil overbruggen, een nieuwe mens maken, maar zij kan niet en zoekt boosdoeners. Zij richt zich teken het gezag, de establishment; in Frankrijk en Duitsland feller dan hier, wam: het allemaal gematigder gaat Het heeft hier meer weg van een kat-en-musspelletje in een pakhuis overbevolking. Dat neemt niet weg dat de kloof tussen idee en realiteit, tussen mens en techniek in Nederland niet even groot zon zijn. Ook hier broeit er iets. Reden waarom een exponent van die hiaat, de idee van de kritische universiteit zo aanslaat Wellicht een voorteken van een totale ommekeer, een „glorious revolution"! p. j .


MEDEDELINGEN AMERIKAANS STUDENTENORKEST van YALE UNIVERSITY concerteert in Nederland De Yale University Concert Band zal onder auspiciën van Iftt Nederland-Amerika Instituut op donderdag 13 juni 19iS8, met een concert in de Bachzaal van het Amaerdamsch Conservatoryan zijn vierde Europese goodwill tournee aanvangen. Het zal voorts uitvoeringen geven op de Tilbuigse Hogeschool op vrijdag 14 juni. Het 65-leden tellende studentenblaasorkest van Yale University te New Haven, Connecticut, behoort tot een der beste symfonische muziekgezelschappen in zijn genre in de Verenigde Staten en heeft reeds een intematiorjale reputatie verworven. De Yale Band is door zijn vorige bezoeken ook welbekend in Nederland, maar het zal zijn eerste optreden in Amsterdam zijn. Zij hopen dus op grote belangstelling. Het programma omvat werken van moderne en klassieke componisten o.a. van Mendelssohn, Mozart, Menotti, Gunther Schuller, Robert Linn, Percy Grainger, Mitch Leigh en Sousa. Dit concert is voor iedereen toegankelijk binnen en buiten de hogeschoolgemeenschap en zal gegeven worden in de aula. De nacht van vrijdag op zaterdag blijft het orkest hier slapen. Daar ze graag kontakt willen hebben met de Nederlandse student, wordt iedereen die een (luchtbed overheeft en graag een amerikaan te logeren heeft verzocht zich op te geven op de Atso-kamer, bij Liesbeth van Boven, of in te tekenen op een van de lijsten op het Eigen Huis of Hogeschool.

STUDIEDAG DOCTORAAL-ECONOMEN Op maandag 27 mei a.s. zal de directie van de Nederlandse Middenstands Bank een studiedag in de Industriële Club te Amsterdam aanbieden aan een groep doctoraal-studenten economie uit Tilburg, onder leiding van Prof. Dr. H. W. J. Bosman en Prof. Dr. C. F. Scheffer. Het programma is als volgt: 9.00 uur: Vertrek per bus vanaf het „Eigen Huis" 10.30 uur: Verwelkoming door de directie 11.00 uur: KREDIETVERLENING AAN BEDRDVEN 11.45 uur: Discussie 12.30 uur: Lunch aangeboden door de N.M.B. 14.00 uur: ONTWIKKELING VAN „RETAIL BANKING" IN NEDERLAND 14.45 uur: Discussie 15.00 uur: Sluiting. ± 23.00 uur: Vertrek per bus uit Amsterdam. Op maandag 20 mei a.s. om 10.00 uur zal Prof. Dr. H. W. J. Bosman in C4 een inleidend college geven. Daar aanwezige studenten genieten bij de inschrijving de voorkeur. Inschrijving AD VALVAS of bij ondergetekende. Kosten ƒ 3,50 F. A. Engering

De Tribune organiseert op 21 mei een Duitslanddag, 's Morgens is er een forum en 's middags lezingen.

Studenten die aspiraties hebben om zitting te nemen in de redaktie voor de jaargang '68-'69 verzoeken wij om ten spoedigste schriftelijk contact op te nemen met de huidige redaktie.

HüliüfiHlBSIBSDItfflt

beugel

bier

HET BETERE BIER KOMT UIT @

BREDA

AGENDA POCHETTE 19 Mei: Folksongprogramma 25 Mei: Cabaret Cantate 8 Juni: Poppentheater Jan en Marian Egberts

Op woensdag 22 mei wordt er in de Voorzaal van het Eigen Huis een T.S.R.-vergadering gehouden. Er wordt onder andere gesproken over de erkenning van Politeia en vervroegde verkiezingen.

Engelse studenten: VOORLOPIG NOG NIET op de BARRICADES Inevitably the problems of our students, no doubt like those of students elsewhere, have been in large measure moulded by our society, our history, our politics and our institutions. The student .question cannot be examined in vacuo. Thus the reader must begin by accepting that my comments are superficial and incomplete, and that they can hardly purport to represent the whole truth! The fact of the matter is that most of the real problems are mundane. How can I do three essays in three days? Who is to direct the university opera? Can I afford to have my shoes repaired? It is therefore rather disconcerting to have to report that many British students do not look further afield for their worries. This is not to say that our students are apathetic, but to say that their interests tend to be personal and local rather than international, and that likewise their chief grievances are more often about their own working and living conditions than about some greater cause or concern. It may well be said that such a situation is only to be expected; it is certainly comprehensible. On this personal or local plane problems tend to fall into three main categories — namely finance, accomodation and representation. Finance is paramount. The great majority of British students attend universities or colleges of higher education as recipients of grants distributed by local authorities under the overall administration of the state. The grant given are determined by a means test based on the income of the parents of the student, and therefore on the ability of the parents to contribute towards the education of heir children. This principle seems equitable enough in theory but in practice it gives rise to some anomalies. It is known, for instance, that local authorities differ in their generosity in making educational grants, and so a student from one district may receive the maximum grant appropriate whilst another student Erom another area may receive less, although the tinancial circumstances of his family are similar. Another concern — student representation — is less popular with academic and governmental authorities. In the univeiSiSes and perhaps to a lesser extent in other colleges there are widespread and sometimes vociferous appeals for-Öie students to have a greater say in the administration of their affairs. Results have varied according to the merits of the students demands and the reluctance of those in charge to yield to pressure, bot a trend towards greater student participation seems to be established. The issues raised are of course bigger than the manner of administration of University A or College B. It requires an assessment of the responsibility and experience of students, and ihe amount of power and influence they should be permitted. An inexperienced student, given too much

rope, could hang his college as well as himself! It is noticeable that in these and other questions of concern student opinion is hampered by the lack of any means of really effective action at a national level. There are now ^JÉKW forty universities in the United Kingdom, and very many other colleges for general or specialised higher education, and almost all the students at these institutions are associated in some way with the National Union of Students. This organisation, like all self-respecting unions, exists to advance the interests of its members, but strangely it gives the impression of giving the most immediate and worthwhile expression to students' views at a local or college level (possibly because at tills stage the problems are more manageable?). At all events, sometimes the N.U.S. seems to have a national entity only because it has some offices and full time functionaries to make it so. It celebrates the rite of the annual conference, and observes suitably decorous conventions for the election of officers. It sponsors earnest or irreverent debates on the topics of the day, from the paucity of student grants to the horror of the Vietnam war, and if recent reports are anything to go by it receives more serious attention from the Communists and the American CJ.A. than it ever does from the British press or public. The discerning reader may well wonder if this is not a misleading or even erroneous view. The N.U.S., it must be said, Is a large edifice standing on the slender but sturdy foundations of student subscriptions and strong personalities. Apart from its efforts to stimulate the concern of students for students generally it does much to maintain and develop student amenities at college and to provide concessionary facilities away from it. Nevertheless the potency of N.U.S. leadership on a national scale is open to question. As a rule student opinion tends to be discounted, and in the circumstances perhaps this is inevitable. It may be a consequence of the popular feeling that our students are unusually privileged but not always responsible. More probably it & a reflection of the truth that British students are political eunuchs — only capable of serving to express views but never capable of applying them. Indeed, the fact that our students have no legal independence and no vote until the age of 21 is important; the majority of our students complete their studies at 21 or 22. Frequently student opinion has a socialist bias, and in this connection it will be of great interest to see the results of the Labour government plan to make 18 the age of majority. Despite recent publicity, there remain relatively few issues which actually move students in this country to violence. It is true that several senior government ministers have lately received severe heckling at Speaking engagements in a number of universities. The

Minister of Education, at Manchester, was forced to give up his speech altogether, and the Prime Minister, on a visit to Cambridge, had his car damaged by angry students who surrounded it. These demonstrations seem to have been in part protests against certain political policies •— for example domestic defence and welfare cuts — and in part an expression of the widespread and fairly considerable disillusion of the British public with politicians. However, other problems are yet more contentious, and here the biggest is probably Vietnam. The protest against the Vietnam war is genuine and serious, but for the most part violence is not a part of it. A student held responsible for splashing an American diplomat with red paint at a recent meeting at Sussex University met with' the opprobrium of fellow students as well as of the college authorities. The much publicised riot outside the American Embassy in Grosvenor Square, London, was in no way typical — indeed, subsequent enquiries have indicated that the violence on that occasion was primarily a result of the presence of a few determined British troublemakers and the arrival of numerous militant students from the Continent. It is worth mentioning in passing that this incident, although mild in comparison with demonstrations seen in some other countries, was enough to cause the British public considerable disquiet. The physical violence seemed to be a new phenomenon, and the fresh awareness of youthful frustration and unrest made more than one citizen express fear for the future. Student protests, violent or peaceful, have apparently done little to enhance the reputation of students in the eyes of a large number of their elders — and this may not be entirely to the credit of those elders! Most, however, recognise that the individual student is seldom as black as his image is sometimes painted, and obviously well intentioned student endeavours are invariably regarded with goodwill. Organised protest in any case is a minority activity with debatable consequences; most students .are evidently preoccupied with their studies or other affairs of their own. Perhaps (if this is not too complacent a thoughtl) privately British students, like the British public, prefer stability and security to violence and too overt expressions of emotion. More probably the very transience of student life, rather than an inherent indifference or reserve, is a significant factor. Study, have a party, study, chase girls — tomorrow we are commuters with mortgages to meet. Is it too pungent an idea to suggest that what worries our students most is how they imitate each other and conform to our society's norm?

M. R. C. PRICE, CHELMSFORD, ENGELAND


UNIVERSITEIT VAN SPANJE:

STRIJD OM DEMOCRATIE Sinds 17 april 1968 is er een nieuwe minister van opvoeding en onderwijs in Spanje, de heer José-Luis Villar Palasi. De oude minister, de heer Lora Tamayo, was al twee maanden „met ziekteverlof". Hij was een uitstekend wetenschapper en vakman binnen het laboratorium. De nieuwe minister is een uitstekend professor in Rechten, een zeer goed technokraat en organizator. Het probleem van de universiteit is tet zwaarste waarmee hij te maken krijgt. Hij is beslist in staat een juridische formule te vinden voor de problemen — als men hem laat. Men heeft hier ten aanzien van hem een nietvijandige afwachtende houding. Wat zijn zijn problemen, dus die van de universiteit? Problemen Op het ogenblik is er niet een probleem dat het voornaamste is. Het is een situatie die ontstaan is uit verschillende oorzaken, en het geheel is verward en problematisch. Om enigszins een beeld te kunnen geven, moeten we enkele aspekten uit het geheel lichten. Studentenverenigingen Van de oude SEU (sindicatos de estudiantes universitarios) en de APE (asociaciones profesionales de estudiantes) is niets meer over. Dit waren staatsbonden. Door de staat geleid, en ten behoeve van de staat. Ze verloren hoe langer hoe meer hun betekenis, en wekten als symbool en werkelijkheid van regeringsinmenging en staatsabsolutisme de weerstand van de studenten. Officieel bestaat er geen andere studentenvereniging. Onofficieel is de voornaamste — was het tenminte in 1967 — de SDE, waarin de D voor democraticos. In 1966 was er in Barcelona een vergadering om meer duidelijkheid in deze vereniging van studenten en professoren te krijgen. Deze vond toen plaats in het kapucijnenklooster, en is door de politie onder wereldbelangstelling uitelkaar geknuppeld. Dit jaar hebben echter geen van de kleinere studentengroeperingen een leidende rol gespeeld. Het was een zaak van alle groeperingen. Zeer kleine pro-china en kommunistische groepen hebben ook van de verwarring geprofiteerd. De kreten Ho-Chi-Min en Mao-TseToeng werden natuurlijk overal gehoord. Voornamelijk als symbool van vrijheidsstrijd, en bovendien loopt het ritmisch zo lekker. Meestal is men het nauwelijks eens of zelfs op de hoogte van hun preciese ideologie. De studentenverenigingen willen heel gewoon vrijheid van vereniging en demokratische verkiezingen van de afgevaardigden, de kontaktmensen tussen autoriteiten en professoren en studenten. Dit is in Spanje nog niet mogelijk. Alle syndikaten zijn vertikaal en monolitisch. Nog niet zo lang geleden hadden de studenten verbindingen met de arbeidersbewegingen — natuurlijk nog illegaler. Maar zogauw deze sameningen waren de represailles veel scherper. Men kan op de universiteit wel wat onrast to&staan, maar nooit dat de arbeiders in opstand gaan. Dat is veel gevaarlijker. Als er dan ook een demonstratie wordt aangekondigd dan staan de straten nog voller met politieagenten dan bij een studentendemonstratie. Op de voornaamste punten staan er zoveel agenten bij elkaar, dat men de indruk krijgt dat het gaat om een staking om hoger loon voor de politier agenten.

Politie La ciudad universitaria ligt wat aan de buitenkant van Madrid, in het noordwesten. Wanneer er in het laatste halfjaar onlusten dreigden op het universiteitsterrein, was daar het zeker teken van dat een grote stoet bereden politieagenten, met hun meterlange gummiknuppel, in de richting van de universiteitsstad galoppeerde. De laatste maanden had de politie blijvend zijn intrede gedaan op de kampus, een gedurige bron van provokatie. Grote jeeps vol met jonge kerels, die op slappe dagen een kaartje legden, maar op andere dagen de massa in bedwang hielden, of de beledigende plakkaten van de muren gingen trekken. De pompwagen spoot water met een groen tintje, zeer moeilijk af te wassen. Het uiteenslaan van kleinere groepen ging werkelijk met geweld. Het laatste schandaal is dat een professor, die bij de studenten gezien was, en volgens zijn eigen zeggen op dat moment helemaal alleen in het portaal van zijn fakulteit stond, totaal is natgespoten. Op vele lantaarnpalen in de stad zijn plakkertjes te zien met „Vrijheid voor de gevangenen", en min of meer is dit bereikt. Op het ogenblik zijn we in een periode van rust. De universiteit van Madrid is vanaf 28 maart gesloten en de datum van heropening is nog onbekend. De andere universiteiten van het land zijn volledig normaal weer begonnen. Waarschijnlijk heeft men nu ook officieel ingezien dat bruut geweld afleen maar geweld uitlokt, en veel kritiek. De nieuwe minister zal zo gauw mogelijk de politie van het universiteitsterrein verwijderen. In het zuiden behoudt men overigens zijn zin voor humor. In Sevilla — zo vertelt men — is er ook een Kristus van de Studenten. Deze werd natuurlijk meegedragen in de beroemde processie in de Goede Week. De politie heeft toen twee rode anjers aan zijn voeten gelegd. Ekonomisch Het deel van het budget voor het onderwijs is laag. In 1966 was het 12,75%, en in 1968 is het 10,38%. De stijging van het aantal studenten was van 1964-1966 5,5%. De studiebeurzen stegen slechts met 0,22%. In de Gaceta Universitaria verscheen op 16 april een zeer goed en vriendelijk artikel over de universiteit van Holland, en over de samenwerking en verplichtingen binnenlands en buitenlands. Met veel cijfermateriaal werd een vergelijking getrokken met Spanje. Een gevolg van het spaarzame budget is dat de professoren weinig verdienen. Er zijn bovendien nogal wat professoren die met een totaal gebrek aan verantwoordelijkheid niet of slechts aan de hogere jaars hun kolleges geven. Het werk wordt dan opgeknapt door agregados of ayudantes, die vaak met een belachelijke fooi van 3.000 pesetas ( = 150 gulden) per maand naar huis moeten gaan. Een ander gevolg is dat er te weinig gebouwen zijn. Er worden kolleges gegeven in kelders die voor opslagplaats van bezems is bestemd. Men is op het ogenblik nog niet klaar met de bouw van een nieuw stuk voor filosofie, dat nu ai te klein is: dit gaat om 400 miljoen pesetas = ong. 20 miljoen galden. In Medicinas zijn er voor de 1500 eerste jaars maar 700 plaatsen. Men vraagt om meer studiebeurzen. Over het algemeen is de universiteit een klasse-uni-

versiteit; hierin komt slechts langzaam verbetering. Maar de vrije studenten, die een baan hebben en daarbij studeren, worden eerder tegengewerkt dan geholpen. De demokratizering van de universiteit is op vele fronten nog een ver ideaal. Situatie van het hele land Men zegt vaak dat de universiteit de spiegel is van het hele land. Dit afgezaagde gezegde is toch waar. De drang naar demokratie die in het hele land smeult, komt in de universiteit meer en feller tot uitdrukking. De verbondenheid met staten in onderdrukking, de vietnambetogingen zijn niet de voornaamste, bovendien zijn dat onderwerpen die ondanks alle interne verbeteringen blijven. Maar als er hier in Spanje meer vrijheid van spreken en meningsvorming was, zouden de ongeregeldheden in te dammen zijn, en ook niet zo'n politiek karakter dragen. De spanningen zijn niet alleen gericht tegen de misstanden op de universiteit zelf, maar ook tegen de regering en de staatsvorm. De rektor in Madrid schreef pas dat hij daar toch ook niets aan kan veranderen. De nieuwe minister zal hier onmiddellijk ook niets aan kunnen doen. Toch zitten er veranderingen in de lucht. Men verwacht dat de minister in het begin van het komende kollegejaar de gelegenheid zal aangrijpen om wijzigingen aan te brengen. Van de andere kant verwacht men ook dat nog vóór het einde van dit kollegejaar de studenten de poging zullen ondernemen zich officieel te laten erkennen. Er wordt hier een demokratie geforceerd. Want als de „autoriteiten" iets, wat dan ook, zullen ondernemen zonder de studenten er in te kennen, zullen ze het nooit aannemen. Het is niet alleen iets van de studenten, maar van heel het land. Degenen die de burgeroorlog hebben meegemaakt, zijn erg bang voor een andere burgeroorlog, en zijn allang blij met de vrede-niet-oorlog. Maar voor de jongeren is dit niet voldoende. Overigens is het natuurlijk ook waar dat er vele studenten zijn, die alleen maar willen studeren, zonder meer, en die zich alleen interesseren voor de typisch binnen-universitaire misstanden. Nog niet iedereen heeft al politieke inzichten. Oplossingen Het is duidelijk waar de oplossingen liggen. Er zijn er echter die meteen gegeven kunnen worden, en andere die veel tijd nodig hebben. Li de eerste plaats moeten de gezagsdragers inzien dat er met geweld niets te bereiken is. Geweld lokt alleen maar geweld uit. Het klagen over een politieagent „die toch ook vader van een groot gezin is" is wel menselijk maar heeft niets met de zaak te maken. Dit brengt ons op een ander punt, de voorlichting. De pers begint iets beter te worden, maar er wordt nog niet gehamerd op de misstanden op gebied van regering en universiteit. De t.v. laat wel beelden zien van alle mogelijke relletjes in het buitenland, maar nog nooit héb ik iets van de ongeregeldheden in Spanje zelf op de buis gezien. Van de andere kant is het waar, dat als een krant het zou wagen ova: Franco te schrijven wat men wél schrijft over buitenlandse politieke leiders, deze krant of een hoge boete zou krijgen, of een tijdlang een publikatie-verbod zou krijgen, of beide. Een andere oplossing is natuurlijk de studentenvereniging te erkennen. Dit zal tot konse(vervolg zie pag. 4"»

A


(vervolg van pag. 3) kwentie hebben het algemene recht tot vereniging, ook van andere sociale groeperingen, en ook staatkundig partijvorming in de hand werken. Daar de konsekwenties zo groot zijn van deze eerste stap, kan dit nog wel even duren. Het probleem van de levenslange professoraten en de akademische vrijheid zal ook een regelmg moeten krijgen. De honorering en het algemene probleem van het budget is ook niet meteen op te lossen. Waar men ook veel over spreekt is de spreiding van universiteiten. Dit brengt meteen de ontsluiting van wat achtergebleven gebieden met zich mee. En dit grijpt meteen in in de ekonomische en ontwikkelingsplannen. Moeilijk zal ook dit punt zijn. Want nu al zijn er te weinig funkties voor alle afgestudeerden, waarbij een zekere diskriminatie ten opzichte van vrouwen de mogelijkheden voor haar nog kleiner maakt. Men kan kortom alles in één woord samenvatten: demokratizering van staat en universiteit. En welke regering is zo sterk dat hij zijn eigen graf durft te graven? Peter Verver, Madrid *

OMNIPOTENTIE Balen van de studie, vrienden, kennissen en hoogleraren. Als ik baal, barst ik uit elkaar van ellende! Ik wil gewoon leven, maar ik kan het niet omdat ik moet studeren; en als je studeert, leef je niet. Etudier c'est mourir un peu. Schouten, (fest mourier un peu. Je gaat trouwens overal kapot aan; behalve aan leven. Ik wil leven, maar ik kan het niet. Ik wil trouwen, maar ik kan het niet. Ook wil ik bij mijn verloofde slapen; ik mag 't niet, want mijn ouwelui zijn fatsoensrakkers; ze zijn katholiek, lezen de telegraaf en hebben veel poen. Ze regelen mijn financiële positie, mijn verloving, mijn studie en zeggen dat ik ondankbaar ben. Zij leven voor mij: iedereen leeft voor mij: ik wordt volledig geïndoctrineerd door professoren, radio, t.v. en pers. Voor de verdere rest ben ik gedetermineerd door mijn milieu. Ik ben gedoemd katholiek en rijk te worden: omdat God ook katholiek en het gajes arm is. Ik zuip nooit, cohabiteer niet; ik kastijdt mezelf ter verheerlijking van mijn ouwelui, familie en vrienden. Ik wil wel „an-rotzooien", maar ik kan het met, want ik ben de dochter van fatsoensrakkers. Trouwens, ik ben niet eens zo'n onaardige meid, maar helaas ben ik ai half gestorven. Amen. J. H. * ADRESWIJZIGINGEN A. H. L. Brands, Hasseltstraat 305, tel. 22638 J. J. M. Bergs, Van Heutzstraat 24, tel. 23410 F. C. F. J. Baijings, Pauwstraat 1, tel. 31372 M. L. J. H. A. van Schaaijk, Wilhelminapark 61 C. A. J. M. Snijders, Ringbaan West 87 C. Lodiers, Wilhelminapark 61. J. M. Ph. Nix, Gen. Smutslaan 646 P. J. N. van den Oetelaar, Tuinstraat 34 H. J. M. Sala, Wilhelminapark 61 A. M. P. de Weuver, Piusstraat 34 f. H. T. Monbers, CoreUistraat 202 A. G. Nagelkerke, Tuinstraat 66

%

Gezag en gezagsuitoefening op de Hogeschool Ongetwijfeld is de struktuur van het huidige universitair onderwijs voortdurend in diskussie. De wetgevende macht in de Tilburgse Hogeschool, het Kuratorium, is voor de Tilburgse studenten een instituut, wat zowel ondoorzichtig als onaantastbaar blijkt te zijn. Zeker zou men meer invloed op het beleid van genoemde instantie willen hebben, maar de afstand tot de bestuurderen, en de nevels waarin het kollege zich hult, blijken zo enorm te zijn, dat men zich liever niet aan een ontleding of een kritiek waagt. Als Politeia-bestuurslid in Tilburg was het mij met enkele anderen mogelijk, nader met een paar, voor ons tot nu toe slechts achter namen schuilgaande personen, nader kennis te maken. Voor de door ,ons georganiseerde „Witte Zondag", in de gebouwen van de Theologiese Fakulteit, (het voormalige buro Van-Spaendonk) werd een subsidie aangevraagd. De subsidiekommissie van het kuratorium, verleende uitermate vlot, en met lof voor ons initiatief, subsidie, hoewel bij de uiteindelijke beslissing geen kuratoren aanwezig waren. De dag, die in het teken stond van de verantwoordelijkheid van de jeugd voor een betere wereld, werd mede door de aanwezigheid van een twaalftal in Tilburg nog min of meer onbekende progressieve groeperingen een niet onbelangrijk sukses. Bezoekers onder U (in totaal driehonderd!) zullen hiervan kunnen getuigen. Bij de organisatie hep alles echter niet zo op rolletjes. De Gemeente Tilburg, en haar Kulturele Raad, kon ondanks de medewerking van een progressieve wethouder, niet subsidiëren; de indruk bestaat dat een dergelijke pot slechts voor meer gevestigde verenigingen, met een onbesmet Tilburgs „kerkelijk goedgekeurd" blazoen, en 'n tikkeltje oranje-getint, toegankelijk is. Met een verwijzing naar de vijfendertig gulden, die per jaar per student aan de Hogeschool voor allerlei aktiviteiten betaald, werd Olof voor haar Walk-in bij de Schouwburg toch ook niet weggestuurd. Voor ons werd het toen noodzaak, de dag, aanvankelijk veel algemener bedoeld, meer op studenten te richten. Gelukkig bestond ook in die kringen veel animo voor ons plan. De Hogeschool had tegen het óók toelaten van andere jeugd geen bezwaar. Een tweede probleem was het gebouw. Professoren blijken veelal dichter bij studenten te staan dan kuratoren, en via deze weg kon, met medewerking van het kuratorium overigens, de Theologiese Fakulteit worden vastgelegd. ""*"— Vlak voor de dag echter worden enige kuratorele nevels wat doorzichtiger. Evenals de sekretaresse van het kollege, die voor de Hogeschool als geheel in opdracht van het kuratorium handelt, en met uitvoerende bevoegdheden is toegerust, blijkt een ambtenaar belast te zijn met de belangen van de „Stichting Theologiese Fakulteit". Ook hij beschikt dus over slechts

uitvoerende bevoegdheden. Door hem echter worden te elfder ure voorwaarden gesteld, die het doorgaan van de manifestatie ernstig in gevaar brengen; wij noemen: het gebouw mocht veel te laat worden betrokken; een feitelijk inrichtingsverbod (wij wilden het hele gebouw wat aan het doel van de dag aanpassen); het opleveren van het gebouw op een uur waarop dit vrijwel onmogelijk was; enz. Bovendien werd een officiële portier van de Hogeschool aangesteld, waarbij de reeds door betreffende ambtenaar benaderde student-koncierge (die daar een tijdelijke funktie had) uiterst ontakties werd gepasseerd, reden waarom deze laatste zijn ontslag nam. Genoemde maatregelen waren noodzakelijk, zo werd gezegd, daar pas later de werkelijke bedoeling van onze dag was gebleken, die, ware deze eerder bekend geweest, beslist geen doorgang had kunnen vinden. Ook zou des ambtenaars medeweten van de aanwezigheid van de NVSH, deze manifestatie hebben verhinderd, „daar de doeleinden van laatstgenoemde vereniging, beslist niet overeenkomen met de belangen van de Stichting Theologiese Fakulteit", en de Stichting door aanwezigheid van de NVSH in haar gebouwen een figuur zou slaan ! Gelukkig voor Politeia kon het kontakt met een studentendekaan kennelijk verdere moeilijkheden voorkomen, maar genoemd voorval (en zo zijn er meerdere, zeker m.b.t. de NVSH) geeft toch te denken. Langzamerhand zou men zich eens af moeten vragen of een kuratorium, dat zo'n driemaal per jaar bijeenkomt, nog wel weet wat er zich op de Hogeschool, in de studentenwereld, en op het gebied van mentaUteit en instelling van de studenten, afspeelt. Een vrijwel totale vervreemding van de top t.a.v. de student lijkt mij hier te konstateren, die wellicht mede is veroorzaakt door een konservatisme van de kuratoren. Of men deze vervreemding op kan vangen door een sporadies informeel kontakt met de door het kollege aangestelde ambtenaren durf ik te betwijfelen. Wel is het evident, dat betreffende ambtenaren, met uitvoerende bevoegdheden, enorme macht gaan krijgen, als de eigenlijke wetgevende macht, q.q. in het kollege benoemd, het natuurlijk veel te druk heeft met andere dingen (een begrijpelijke zaak overigens). In feite gaan de uitvoerders tans op de stoel van het kuratorium zitten en nemen bij des laatsten afwezigheid, alle beslissingen. Dat voor de student, altans in praktijk, dan nog weinig beroepsmogelijkheden overblijven is dan een duidelijke zaak. Het systeem behoeft dan verandering. Of het nieuwe rapport Maris hierin voldoet betwijfel ik. De inspraak van de student blijft vrijwel nihil. De vervreemding van de uiteindelijke beslisser (de minister waaraan de gezagsdragers dan slechts verantwoordelijk zijn), wordt wellicht nog groter. Eric de Vries

„TAS-LITERAIR" LITERAIR? Gezien de kwaliteit van „Tas-literair" van 3 mei j.l. acht ik me geroepen als kriticus op te treden. Bij „stukjes" en „beetjes" (oh satire, welk machtig wapen zijt gij) zou ik de geplaatste werken onder de loupe willen nemen. „De dood" van H. Rhevus Jr. is 'n wel te waarderen werkje, dat echter nodeloos versierd(?) is door de laatste vier regels, waarmee dichter 't voorafgaande enigszins teniet doet. „America, technical joke" is 'n cliché gedachte, die op 'n cliché manier op papier is gezet. De musicerende neger is 'n ontstellend-slechtin-elkaar-gezette kreet. Ik betwijfel ten zeerste of deze neger, indien hij zich de inspiratie tot dit kunstwerk weet, ooit nog cool-jazz op de rand van de bar zal zitten spelen. „Bij de dood van X" is 'n gedicht met af en toe rijmende regels (gebrek aan techniek, maar goed daarvoor bent u amateur). Ik geloof wel dat schrijver dezes hiermee op de middelbare school (3de è 4de klas) nog 'n succesje zou weten te boeken. „Het strand", wederom van H. Rhevus Jr. is 'n fijn stukje werk. Niets dan lof hiervoor. De heer H. V. blijkt met zijn „Recept voor 'n warme nacht" en „Vanuit vragen herboren worden" 'n zwaar gefrustreerde jongeman te rijn. Toe kerel, ga eens praten met 'n psycholoog; 't komt vast allemaal nog wel goed. Luuc A. W. de Jong laat ons nu reeds in „Vormen van overlevering" zien, welke grandioze toekomst hem te wachten staat Zijn „De #

Zwanen" getuigt van fantasierijke nachtmerries. Suggestie: gaat u eens heerüjk uit vissen (zie N.B.B.S. gids bij IJsland: Viskampen in Reykjavik). „Liplezen", van H. V. alweer, is gewoon fijn en sfeervol. Zijn „Voor piloot van neergestorte Starfighter" echter is één, kwalijk naar puberale kreten riekend, machteloos rotstuk. R. van Hausners „Pose op neutraal gebied" is voer voor psychologen. „Lentefeest" is wel leuk (van rijm in ieder geval). Vervolgens „De zielsverhuizing", waarin F. G. 'n de-techniek-staat-voar-niets-hoerenkast beschrijft op 'n meelijwekkende bombastische en rethorische wijze. Toch weet de schrijver ergens in z'n stuk wel te boeien (waarschijnlijk omdat 't zo kort i s . . . . ) . Helaas probeerde hij al te interessant te zijn, waardoor het gezegde „door de bomen het bos niet meer zien" hier bijzonder goed op z'n plaats is. „Boekenpraat", van P. van Asseldonk, is 'n lekker te lezen stukje, dat vrij gaaf en in 'n vlotte stijl de lezer onder ogen wordt gebracht. Dat 't totaal geen literaire waarde heeft is minder belangrijk tegen de achtergrond van vorige „rotzooi". — Conclusie: als dit de verborgen talenten van de Hogeschool waren, houd het Tas-blad dan toch maar gewoon informatief. Liever één goed stuk, dan tien waardeloze puberale kreten té plaatsen. Ben van der Linden


ontstellend veel vrouwelijk bezoek komt opda- ik: Hoe beleven jullie hier het Kommupe-idee? gen. „Meestal een op een". Hij blijkt gelijk te Hans: Door samen te discussiëren, te denken hebben. Zijn woorden zijn nog niet koud of er en te eten. Er komen hier veel bezoekers. Iederkomt een jongeman (Coen) binnen met wilde een kan vrij in en uit lopen. Met-hen wordt veel haardos, opa-brilletje, walrussnor en wijnrode gepraat. Alles in dit vertrek is gemeenschappebroek. Hij wordt vergezeld door een meisje lijk bezit, maar we hebben ook privé eigendom. (Wanda) met een bruine huidskleur en gekleed We zoeken nog een beetje, in een micro-wikkelrok en een witte blouse, ik: Zijn er christenen onder jullie? waar haar bruine huid en witte beha nadruk- Hans: We zijn allemaal atheist, behalve een kelijk doorheen schijnen. Ze komen van het jongen uit Vught. Die is katholiek. Hij zal echwerk in het Smidspad. Coen pakt een oude, ter in deze omgeving wel vlug „omgetutteld" klankloze gitaar, tokkelt quasi weemoedig wat worden. en mompelt daarbij — verdrietig in de lange ik: Hoe raken al die meisjes hier op bezoek leegte starend — wat songtekst-flarden. Wanda verzeild? gaat bij Coen op zijn schoot zitten. De deur Hans: Omdat ze het gezellig vinden (José krakt gaat andermaal open en José (een meisje van instemmend en constateert dat de baby aan het ongeveer zeventien jaar, derde klas huishoud- poepen is.) en omdat ze in ons potentiële minschool) komt binnen met op haar arm een naars zien. De meeste meisjes komen de eerste schattige peuter van 11 maanden oud en ge- keer hier op de uitnodiging ons te komen helhuld in rose, wollen jurkje. Iedereen gaat pro- pen met de afwas. José ook. beren het kind aan het lachen te krijgen, wat ik: Geloof jij in een huwelijk? gemakkelijk bleek te gaan, want het lukte mij Hans: (ernstig antwoordend) Persoonlijk ben ook zonder noemenswaardige inspanning. Ik ik niet voor een huwelijk. De enigste reden om vraag José of ze vaak hier komt. „Ja hoor, te trouwen zou zijn kinderen willen hebben, heel veel". Waarom? „Nou, gewoon. Het is ik: Huldig jij het idee van de vrije liefde of hier gezellig". Waarom ben je nu hier? De promiscuïteit? gitaartokkelende Coen, zijn vrijerij met Wanda Hans: Ik niet. Coen en Ton wel. Ik heb drie Op de vergadertafel staan zes lege flesjes Dort- even onderbrekend, antwoordt: „Omdat José vriendinnen. Dat weten ze. munder pils, welgeteld tien asbakken, vijf paar- verliefd op mij is". Wanda zegt kribbig dat ze Hans vindt het normaal met een meisje naar se tulpen in een oude jeneverkruik en allerlei van Coen af moeten blijven en José lacht wat bed te gaan, maar waarschuwt me sex niet te moeilijk nader te identificeren ingrediënten en verlegen en onverschillig. De volgende die bin- verwarren met liefde. Hij geeft grif toe dat er voorwerpen. Op de verdere inventaris raak je nenkomt is Eymurd. Aan zijn besmeurde (vuile) nog al eens meisjes in de Kommune overnachniet uitgekeken. Het geheel maakt een romme- spijkerbroek is te zien dat hij ook gewerkt ten. Ze hebben wel eens moeilijkheden met de lige, slecht onderhouden en overladen indruk. heeft. Eymurd fleemt wat onbestemd met José, beheerder, maar niet ernstig. Pas toen er meisEen meterslange aanrecht met stapels ongewas- terwijl de baby met zijn mollige vuistjes alles jes op het platje lagen te zonnen zonder befufs, sen serviesgoed en ettelijke zwartgeblakerde grijpt, wat te grijpen valt daarbij kraaiend van maakte de beheerder aanmerkingen. Verder is braadpannetjes. De deurtjes en laden van de pret. Ik leg het Vrije Volk neer en vraag er weinig tegenwerking. Mijn opwerping dat er kasten staan nagenoeg allemaal wagenwijd Eymurd of hij me het huis wil laten zien, waar- van studie wel niet veel zou komen, kreeg weiopen. In het lokaal staan een lange tafel, een toe hij dadelijk bereid is. Ieder kommune-lid nig tegenstand. Alle kommune-leden studeren naaimachine, stoelen en fauteuils van onver- heeft zijn eigen ruw afgeplankte en bedompte aan de Hogeschool. Veelal sociologie. Ik neem moede kwaliteit en vorm, een oud cylinder- ruimte om te slapen en te studeren. De toegan- afscheid met de baby een handje te geven. bureau, radio's in alle stadia van demontage, gen daartoe variëren van-éen glazen deur zondrie bandrecorders, een antieke stencil- en type- der vitrage tot gordijnen. Terug van onze rond- Wat ik U beschreef is een moment uit het leven machine, twee kachels, een gasfornuis, koelkast gang door het ordeloze en bouwvallige huis, van een groep studenten in een Kommune. en een drietal vogelkooien met daarin o.a. een hoor ik Coen — geklit aan Wanda — luid de Deze feiten zijn m.i. voer voor psychologen. nachtegaal en een Beo. De Beo brengt een volgende zin citeren uit een artikel over con- Evenals trouwens de geaffecteerd sprekende^ krijsend metaalgeluid voort en heeft kennelijk dooms in Sextant. „Zo'n lid neemt vijftien klatergouden, jacketstudenten. Wellicht is dit last van diarrhee of hoe dat in vogeltermen dan doosjes mee, ook al heeft hij ze zelf niet nodig'. een interessant object voor de psycholoog van ook heten moge. De wanden zijn gesierd met Aansluitend sommeert Coen de inmiddels bin- Nostrorum Sanitas. Hij zal dan wel zijn bureau oude paarden-hamen, putdeksels, affiches en nengekomen Hans dat hij aan de beurt is om even in de steek moeten laten en zelf op bezoek moeten gaan i.p.v. een spreekuur idt te schijplakplaatjes van Ho Tsji Min, Che Guevarra „feestneuzen" te gaan halen. en mededelingen in allerlei formaat die me op Nico en Eymurd blijken degenen te zijn die ven. Dit geldt ook voor de studentenpastores. het hart drukken dat Johnson een moordenaar weer aan het werk willen. Coen en Hans be- Iedereen kan in de Kommune vrij binnen lopen en oorlogsmisdadiger is. Ah ik Hans Janssen loven dadelijk te komen. Amper zijn Nico en en men is altijd tot een serieus gesprek bereid. was, zou ik maar vlug de veldwachter waar- Eymurd verdwenen of Coen trekt zich vrijend U zult er versteld van staan wat wij van in een belendend perceel terug met Wanda. ELKAAR nog kunnen en moeten leren. schuwen. Beter laat dan nooit, Hans. Ik vraag of er ook meisjes wonen. Jean Paul Hans en José zetten thee, terwijl ik Hans een piet van asseldonk zegt van niet, maar verzkert haastig, dat er wel paar vraagjes voor leg. Een doodgewone Tilburgse straat. Bij nummer 125 sla ik een steegje in en sta dan voor de ingang van „De Kommune". Via een rommelig, kaal hok en een houten stevige trap beland ik in het hart van de kommune-behuizing. De gemeenschappelijke ruimte. Een vriendelijke jongeman in een blauwe overall en met vuile handen zit aan een grote tafel geïmproviseerd brood te eten. Het blijkt Jean Paul (ook wel JeePee en Jean-Claude geheten) te zijn. Hij vertelt — intussen onverdroten verder etend — dat de afgelopen nacht Johny the selfkicker na afloop van diens poetry-reading in hei Vestzaktheater, in de Kommune overnacht heeft. Tot 's-morgens half zeven had men feest gevierd. „Er was een krat pils en wat koffie en voor de rest wds iedereen er gewoon. Dan heb je feest.", vertrouwt Jean Paul alias Jean-Claude me toe. Hij deelt vervolgens desgevraagd mee dat de kommune bestaat uit zes personen (binnenkort acht) en dat ze bezig zijn in het Smidspad een underground bar („Met avant-gardistische platen en zo") te bouwen. De hele kommune helpt hierbij met zandversjouwen.

KOMMUNE

EEN EIGEN GEZICHT? Al bijna één jaar krijg ik het Tasblad thuisgestuurd, Tilburgs ONAFHANKELIJK Studentenblad. Mijn indruk tot nu toe is dat het blad niet door kwaliteit uitgemunt heeft. Eigenlijk vind ik zoiets onbegrijpelijk. De kan me nauwelijks voorstellen dat er onder 2000 Tilburgse studenten niet genoeg mensen zitten die een behoorlijk artikel kunnen produceren. Het is niet voldoende dat een redaktie alleen maar vraagt om kopij. Veel belangrijker is mensen aan te sporen waarvan men weet dat ze een goed artikel kunnen schrijven. In dat ene jaar is mij ook nog steeds niet gebleken dat de redaktie op het blad een eigen stempel heeft gedrukt. Misschien dat het tegen het principe van onafhankelijkheid indruist om een eigen gezicht te laten zien, maar dan stel ik voor de ondertitel te wijzigen in „opinieblad, voor studenten". Er zijn middelbare schoolbladen die, ondanks het feit dat de artikelen door-

gaans slechter zijn, meer gezicht hebben dan dit Tasblad. Wil het blad zich kunnen meten met andere studentenbladen, dan is een eigen koers een levensnoodzaak. Dan krijgt ook de benaming „onafhajokelijk" een andere, maar in ieder geval een betere betekenis: de redaktie bepaalt haar eigen beleid onder eigen verantwoordelijkheid en laat zich niet beïnvloeden door anderen. Of ATSO-bestuur en redaktie onafhankelijkheid op deze manier opvatten weet ik niet, maar mocht dit zo zijn, dan is er aan het begrip nog niet voldoende inhoud gegeven. Hoe het dan wel moet? Om het ideaal van een kwalitatief goed blad met een eigen gezicht te bereiken, heb ik enige praktische suggesties, die ik graag eventueel voor betere wil ruilen: — laat het Tasblad eens in de maand of eens in de drie weken verschijnen. — stel voortaan in elk nummer een onderwerp of thema centraal en ga dat uitdiepen. — kondig dat onderwerp of thema tevoren

aan om kopij binnen te. krijgen. — schrijf als redaktie bij gebrek aan kopij het blad zelf „vol". Maar wel zo dat de lezer a.h.w. uitgedaagd woYdt te reageren. — vraag suggesties van lezers over eventuele onderwerpen. — probeer enquêtes onder studenten te houden en publiceer de uitslag. — stoot zakelijke mededelingen zoveel mogelijk af. Ze kunnen makkelijk op goedkope wijze verspreid worden. Het resultaat zal — hoop ik — zijn, dat de studenten zich meer voor „hun" blad interes^ seren, dat de gezapige sfeer enigszins doorbroken wordt en dat meer mensen zullen reageren. En misschien dat op deze manier de aandacht van de Nederlandse studentenwereld zich iets meer op Tilburg richt, omdat zich ook hier voorhoede-gevechten kunnen afspelen. G. van Hooijdonk


RUIMTEVAART en TECHNIEK Voor de ingang van het qua architectuur al naar Gezag riekende gebouw van de Katholieke Hogeschool staan op een militair-groene aanhanger drie levenloze raketten naar de grijze lucht te staren. Luchtmachtdienstplichtigen en KW-ers sleutelen aan een doods groen ding dat — je zou het niet geloven — kei en keiharde banden heeft, en dat het vliegtuig — want dat is het -— met zo'n snelheid op de landingsbaan neerkomt dat de banden na drie of vier keer landen versleten zijn. Dit gebeurt in het jaar des heren 1968. Terwijl alom in den lande mensen zich afvragen hoe de universiteiten en hogescholen dienen te staan tegenover de" bestaande orde en wat de werkelijke zin is van ruimtevaart, leger, luchtmacht en dat wat wij vrijheid en demokratie noemen, organiseert het korps op de hogeschool — die daarvoor alle medewerking verleent in tegenstelling tot de organisatie van een witte zondag door een van onze socialistische studentenvereniging — een tentoonstelling met bijbehorend congres over ruimtevaart en snelheid, waar de brabantse keuterboertjes zich met de handen op de rug van het donkerblauwe lakense pak kunnen verlustigen aan de stralende produkten van onze westerse, vrije techniek en kunnen praten over „veranderde tijden" en andere tevreden verwijzingen. Iets wat volkomen aansluit bij de overleefde normen die ze menen te moeten handhaven over uiteenlopende onderwerpen als: sex, etiquette, huwelijk, politiek enz. enz. Op de tentoonstelling dringen oude hakkepuffende autootjes zich op ter vergelijking met de vliegtuigen van Fokker, een vergelijking die met beide benen mank loopt en daarom direkt in het voordeel van Fokker

wordt beslist. De techniek is werkelijk ie^s groots. En de argeloze bezoeker loopt heerlijk in de suggestie dat een grootse techniek onverbrekelijk verbonden is met een vrije, rechtvaardige en demokratische maatschappij. Zelfs is techniek niet alleen ruimtevaart en burgervliegrij. Om die redenen is ook het Eerste Nederlandse leger vertegenwoordigd. Dezelfde raketten die overal in Duitsland grimmig en met de tanden op elkaar naar het oosten staan te dreigen, tonen zich nu, ontdaan van hun vernietigingskracht als gewona buizen met weliswaar scherpe koppen maar toch ongevaarlijk. De kneuterboertjes aanschouwen Nato-vignetten en zijn maar wat blij met deze vreedzame oorlog. Hoe zouden ze ook kunnen denken, als ze nooit anders horen dan dat er maar één vrijheid is, en dat is de onze; dat er maar één rechtvaardig systeem is, en daarin leven wij; en tenslotte, dat er maar één demokratie is, en daarin vullen wij drie keer per vier jaar onze stembiljetten in. Dat alles verdedigt nu ons leger in samenwerking met Big Brother USA tegen de oprukkende gele- respectievelijk sovjet-horden. De hogeschool is sterk verknocht aan de bestaande politieke en ekonomische orde. Een kongres en een tentoonstelling zoals nu gehouden worden bewijzen dit. Ze zijn uitspraken vóór de heerlijke glamour-tijd waarin wij nu leven. Als zodanig zijn ze ideologisch, zijn ze politiek, en als zodanig zou de „waardenvrije" hogeschool er zich van moeten onthouden, vanuit de grondslagen van haar wetenschap. We leven in een heerlijke tijd, nog nooit hebben we het zo goed gehad: in hippe zilveren kledij gesto-

ken, voeren piloten bombardementsvluchten uit op dorpen die ze dankzij hoogte en wolkendek niet eens zien liggen. De techniek leverde de oplossing: radar. Moord is een lopende-band-handeling geworden. Er wordt geabstraheerd van opengereten kinderbuikjes, verbrijzelde benen, van gewoon dode mensen en van idealen. En de tilburgse student vergaapt zich aan de techniek en het oorlogstuig waarmee mensen tot zoiets in staat zijn, en met haast kruiperige verering aanbidt ze de mensen die mensen tot zoiets in staat dwingen te zijn. Enfin, zelfkritiek zou en doorkijkje kunnen opleveren. Maar dat zal nog wel een tijdje duren. h.v.

NOG EVEN DIT: +

„De lustrumviering van het Olof staat in het teken van de snelheid. Wellicht was de maatschappij er meer mee gediend als bun mentaliteit en studie in het teken van de snelheid zouden staan."

+

„Wij stelten Olof een nieuw motto voor voor hun volgend lustrum (wat de goden verhoeden!): VAN JACKET NAAR RAKET (en terug!)".

+

(legercorps Sint Olof.

+

„(0)Iof der zotheid".

+

Mgr Ernst: „(O)lof zij de Heer der legerscharen".

-f-

Aan het eind van het lustrum niet-corpslid tot corpslid: .Jullie zijn zat, wij het zat".

CAFé • RESTAURANT • HOTEL AUTORIJ- EN VERKEERSCHOOL

„DE KORENBEURS ,,

Jan van den Biggelaar

met als trefpunt voor vele studenten de

Wilgenstraat

ORCHIDEE-BAR

51

Tel. 30236

ƒ 8,— per les

Theorie gratis

aarts&co

Geopend dagelijks tot 2 uur

HEUVELSTRAAT 81

De Wijnhal levert aan heren studenten

speciale wijn van het vat per fles: f1,50

EEN AVONDJE UIT bezoek dan café:

„CAPRI BAR" KOESTRAAT 141

per liter: f 1,75 Rode wijn, goede kwaliteit, Bordeaux-type

De Wijnhal n.v. Jul. v. Sfolbergstraa» 6 - Tilburg • Tel. 34920

Ook zalen beschikbaar voor vergaderingen, «te. CAPRI

BAR

John van Fessem - Koestr. 141 • Tel. 23848


R.K. OPENBARE BIBLIOTHEEK WILLEM II STRAAT 21-23

TILBURG

TELEFOON 25984

Filialen: Wassenaarlaan 40 Telefoon 34712 Ringbaan Wast 96a • Telefoon 34825 Roelof Kranenburgplein 19 • Telefoon 71597

NCB VERZEKERINGEN

ABONNEMENTEN VANAF f l , - PER JAAR

ALLE VERZEKERINGEN

MODERNE LEVENS- f VERZEKERING

voor IEDEREEN dus ook VOOR U

automatische groei van het verzekerde bedrag door unieke winstdeling...

tussentijdse verhoging van uw verzekering door optiesysteem onafhankelijk van gezondheidstoestand...

zonder geneeskundig onderzoek terstond en blijvend verzekerd door inzending van certificaat

HOLLAMDISCHE SOCIËTEIT VAN LEVENSVERZEKERINGEN N.V.

TEL. 0 4250-78133 - PROF. VERBERNELAAN 200 - TILBURG

de reep van de fijnproevers

A2 1807 DE HOLLANDSCHE SOCIËTEIT MAAKT DEEL UIT VAN DELTA VERZEKERINGSGHOEP N V

HOOFDKANTOOR NEDERLAND: AMSTERDAM-C HERENGRACHT 475

HEADOFFICE FOR CANADA: TORONTO 1130 BAY STREET

verrukkelijk... het Is Verkade I

TEEUWEN-WAGEMAKERS

Adverteren in de TAS Komt U altijd van pas

Heuvelstr. 62 • Tel. 23343 Piutstraat 28 • Tel. 21670 TILBURG

ZELFBEDENINGSSBtRE PIUSSTRAAT 28


C5

BAHtAMR voor een verrassend Interieur - • - dekens - gordijnstoffen - vloerbedekking wand- en meubelbekleding

Telefoon 30397

Jan Heijnsstr. 2 • Hoek Philips Vingboonssir. 't gezellige trefpunt roer H.H. studenten. Geopend van 17.00 uur t/m 2 uur 's nachts.

Alle Hatéma produkten garanderen, kwaliteit, duurzaamheid en praktisch gebruik. Zij staan onder voortdurende internationale kwaliteitscontrole en voldoen aan alle vermelde specifieke eigenschappen. Heeft één van deze Hatéma produkten Uw bijzondere interesse, vraag dan verdere inlichtingen b i j : Hatéma, Postbus 12 Helmond

KOTA

Hét restaurant voor

TT> A f-N I A i \ r \ LJJ r r

alle fijne Oosterse gerechten

DE maatschappij

KOTA RADJA Eigen parkeerruimte

voor uw Levensverzekering Kantoor voor Nederland:

Heuvelring 110, tel. 25104, Tilburg

ZWITSERSE ^ MAATSGHAPPIJ^feN LEVENSVERZEKERING

fw/L^FRiSllll HERENGRACHT 500

-

AMSTERDAM-C

TELEFOON 020-235095

boekhandel

wetenschappelijk f i l i a a l

laan 2 g i a n o 1 1 e f i e o n s e r v a t o r itel., , m04250-73181

tilburg

filiaal van:

boekhandel gianotten-heuvel

4 3 - tel. 25 8 3 0 *

Jwa^® Eindeiyk een half zware die 't helemaal heeft. Uitgelezen Kentucky én geurige Virginia tabakken. Dat geeft de Halfzware Van Nelle die zachte volle smaak.

Hebt u nog nooit Halfzware Van Nelle geprobeerd? Voor éénvijfentwintig. Meer niet! Neem de proef.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.