KURATORIUM & MORAAL De huidige situasie aan de hogeschool vereist vooral van de zijde der studenten een fundamentele analiese van hun mogelijkheden, rechten en verantwoordelijkheden. Immers, de gevoerde aksies hebben nogmaals aangetoond, dat het kuratorium niet van plan is om haar machtspositie zonder slag of stoot op te geven, waardoor het een situasie zou scheppen, waarin het mogelijk is om reële zeggingsschap voor alle betrokkenen te realiseren. Het kuratorium stond voor de sit-ins zeer sterk en wel om de volgende redenen: In de werkgroep struktuur zijn de onderhandelingen gevoerd door delegasies die nauwelijks kontakt hadden met hun achterban en die daardoor geen reële pressie konden plaatsen tegenover het gevestigd machstapparaat, dat Wel over deze pressie beschikte t.o.v. de andere partners in de werkgroep. Een voor de studenten en medewerkers zeer nadelig gevolg hiervan is, dat men niet op basis van gelijkheid kan praten, terwijl men door het besloten karakter van de bijeenkomsten steeds het gevaar Mep om beschuldigd te worden van verdraaiing van de feiten of woorden waardoor de gevestigde otoriteit de mogelijkheid krijgt om in de gelederen der studenten en/of medewerkers onenigheid te doen ontstaan. Het minimale kontakt met de achterban loopt op deze wipe het gevaar te ontaarden in een ruzie, waardoor het kuratorium een steeds sterkere partij wordt.
De fout, die men hier maakte, is gelegen in het feit, dat men een siesteem - konform middel koos om het voor ogen gestelde doel te bereiken. Als men meer vrijheid wil voor meer mensen, dan moet het middel aan de volgende eisen voldoen: 1 het moet de bestaande onvrije institusies aanvallen en verzwakken 2 het moet steeds meer mensen bij de aksie |' betrekken 3 het moet tijdens de aksie een alternatief formuleren. Het maken van een dergelijke fout is inherent aan een verkeerde interpretatie van de historiese ontwikkeling van doel en middel. Indien men doel en middel van elkaar scheidt abstraheert men van de historiese kontinuïteit en behandelt men de geschiedenis vanuit een staties gezichtspunt. Doel en middel zijn niet van elkaar te scheiden, immers vloeit het doel onvermijdelijk voort uit de objektieve processen, het middel is een instrument om het doel te bereiken en wordt bepaald door het doel en is daarom organies aan het doel ondergeschikt. Doch daar het middel haar rechtvaardiging moet vinden in de mate, waarin het bijdraagt tot het realiseren van het doel, en het doel slechts te rechtvaardigen is indien het meer vrijheid voor meer mensen inhoudt en zowel doel als middel daarom gerelateerd moeten worden aan de objektieve situasie j zullen ze beiden steeds weer in elkaar overgaan, daar de objektieve situasie door de wisselwerking tussen middel en doel steeds weer verandert waardoor doel verandert in middel. Deze eenheid van doel en middel levert een zeer belangrijk gegeven op voor de te volgen strategie, daar het op basis van deze eenheid onmogelijk wordt op dillettantistiese wijze om te springen met de middelen. Immers een gegeven doel impliseert een bepaald middel, doch neemt men een ander, dan bereikt men ook een ander doel, als men al een doel bereikt. We mogen nooit vergeten, dat het middel ook het doel bepaalt, ook al is vanwege de sterke repressie het
Lees op pag. 4 e.v. over de Moerdijkstreek en het wereldconcern Shell (dat onlangs zeshonderdvijftigduizend smerige guldens aan royalties schonk t.b.v. de Blanke Spelen in Zuid-Afrika).
vaak gemakkelijker en veiliger om een zacht middel te gebruiken. Daarom is het noodzakelijk om krities te blijven staan t.o.v. de te gebruiken middelen, daar de objektieve situasie vaak dermate verward is, dat het middel niet onmiddellijk volgt als men het doel eenmaal bepaald heeft. Een doel, dat een negasie is van de bestaande machtsinstitusies, leve.rt niet direkt het afschaffen van deze instituties als middel op, daar men hiervoor de macht en de mogelijkheid moet hebben. Het vinden van het middel moet echter geschieden op rationele wijze, waarbij men moet opletten een middel niet te verwerpen op basis van een ideologie, die de bestaande situasie bevestigt. Het strak gereguleerd normen patroon, de geinstitusioneerde moraal en etiek, is een historiese variabele. Een analiese van de historiese ontwikkeling van de maatschappij maakt duidelijk,. dat een andere maatschappij een andere moraal en etiek heeft. Het blijkt, dat het normenpatroon de uitdrukking is van de heersende opvattingen over recht en orde; veranderen deze dan verandert ook het normen patroon. De moraal is geen afspiegeling van eeuwige waarden, doch slechts een ideologiese interpretatie ervan. Als het normen patroon van de gevestigde orde funksioneert 't als kontrole middel om deze gevestigde orde te handhaven. Het ideologies karakter van de moraal komt zeer sterk tot uiting in het volgende geval: Het is verboden om mensen te vermoorden en er staat een forse straf op als je het toch doet, maar het voeren van een oorlog - het legaal vermoorden van mensen - kan gerechtvaardigd worden door te stellen, dat men voor vrijheid strijdt. Het ideologies karakter van deze opvatting zit in de ideologiese inhoud van het gehanteerde begrip vrijheid. Hoe strakker het normen patroon gereguleerd is hoe groter ; de kontrole van de gevestigde orde is en hoe moeilijker het is om deze orde te doorbreken. De onverbrekdijke eenheid van doel en middel verplicht hem, die deze orde wil omverwerpen, ook tot het loslaten van het daarmee inherent normen patroon. Hier komt het grote gevaar naar voren voor hen, die deze orde wel willen afschaffen, doch dit niet doen op basis van een nieuwe ideologie. Zij lopen het gevaar om zich toch te laten inkapselen in de gevestigde ideologie, daar zij bloot blijven staan aan de repressie vaa het normen pttroon. Immers het normen patroon staat niet boven de mensen, doch is in hen geïnkorpereerd. De gevoerde aksies in de vorm van sit-ins voldeden aan de hierboven geformuleerde voorwaarden. De bezetting van de kamer van loe(zie verder pag. 5)
Het tijdelijk gevangene & de zuivere tranen De hond droeg gebarsten tanden. Zijn bek leek tot aan het einde opengespleten. Toen de man aan de riem rukte, en „koest Herta!" riep, op gebiedende toon, werd de nek samengetrokken en liep het witte schuim over de rode gillende lippen. De man liep wijduit over het perron. Sommigen van de reizigers letten op hem, om zijn mompelende mond en om het lan^e grijze haar dat rond zijn schouders zwierf. Hij bleef vlak voor mij staan, keek rond en zei duidelijk hoorbaar hoewel hij niet tegen mij praatte: „Ze komen van ver, altijd komen ze van ver.. -,. ". Zojuist heb ik, voor het eerst sinds ongeveer drie weken, mijn tanden gepoetst. Ik had geen borstel meer — in ieder geval geen geschikte — en deed de zo verafschuwde handeling dus met mijn wijsvinger. Telkens spoot ik vanuit de tube wat van de witte pasta op mijn linkerwijsvinger en bracht die over naar mijn mond waar het door mijn rechterwijsvinger uiteengesmeerd werd. Dan nam ik een slokje water en Bet het door mijn mond, maar vooral langs mijn tanden stromen. Het beet aan de binnenkant van mijn lippen. Mijn tandvlees begon te bloeden. Zoals altijd trouwens, bij de geringste druk, bijvoorbeeld bij vrijen, een erg hinderlijke kwaal, dat bloed in je mond, een zachte smaak, maar wee: het wekt een walging in je op en het doet je twijfelen, verstarren en nadenken bij ai je bewegingen. Ik weet zeker dat er iets over zal lopen van de smaak in de andere mond. Ik weet zeker dat ze het merkt En ik weet zeker dat ze nog sterker walgt dan ik. Want het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ik zoende hem en dat was niet om reden van wat belachelijke psychologische handboeken een perversie noemen - nog steeds: leve de promiscuïteit, en dat in dubbele zin - maar gewoon 1