UNIVERS Tilburgs Universiteitsblad - 24 januari 1992 - jaargang 29 - nummer 17
Tilburgs college staat alleen in kritiek op machtigen VSNU Het College van Bestuur van de KUB is tegen de voorgestelde wijzigingen bij de VSNU (samenwerkende universiteiten). Het plan dat afzonderlijke universiteiten de VSNU in bepaalde zaken zouden moeten machtigen is een gevaar voor de autonomie van de instellingen, aldus het Tilburgs college. De KUB staat in deze opvatting alleen. De zes jaar geleden opgerichte VSNU (Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten) vertegenwoordigt naar de buitenwacht de gezamenlijke Nederlandse universiteiten. De organisatie heeft in de loop der jaren nogal wat kritiek gekregen. Zo wordt geregeld geopperd dat de VSNU niet slagkrachtig genoeg opereert, overigens niet zelden te wijten aan de verdeeldheid tussen de universiteiten onderling. Vanwege deze kritiek heeft het Dagelijks Bestuur van de organisatie zich beraden over haar functioneren. Inoktober vorig jaar is het met voorstellen gekomen voor vergaande wijzigingen, neergelegd in de nota Ontwerpbesluit wijziging bestuursorganisatie VSNU. Een van de voorgestelde verandering binnen de VSNU is om
geen besluiten meer te nemen op basis van consensus, zoals tot nu toe gebruikelijk was, maar door een gewone meerderheid van stemmen. Behalve de KUB hebben ook andere universiteiten op dit punt veel commentaar geleverd, aldus een woordvoerder van de VSNU. Op korte termijn zal het Dagelijks Bestuur dan ook met een nadere uitwerking van het plan komen.
CRUCIAAL
Een andere voorgestane verandering bij de organisatie is om de bestaande overlegorganen te transformeren in de zogenoemde commissies van overleg en advies (COA's). Die commissies zouden door de afzonderlijke universiteiten op bepaalde gebieden gemachtigd moeten worden om
namens de universiteiten met derden overleg te voeren, besluiten te nemen en bindende afspraken te maken. Het Tilburgs college is principeel tegenstander van deze laatste verandering. Participeren binnen de VSNU is een goede zaak maar het is van cruciaal belang dat er plaats is voor gezamenlijkheid ĂŠn autonomie van de instellingen. 'Van overdracht van bevoegdheden kan in dit licht geen sprake zijn', stelt het college in een notitie aan de universiteitsraad. Wel zou eventueel gedacht kunnen worden aan ad hoe-machtigingen op beperkte schaal. De universiteitsraad lijkt het in grote lijnen eens met het College van Bestuur. De KUB staat op dit punt allen.'De Tilburgse universiteit heeft de kritiek sterk venwoord en daarmee onderscheidt zij zich van de andere universiteiten', formuleert de woordvoerder van de VSNU het. Deze week donderdag bespreekt het college het standpunt met de raad. De VSNU wil in het voorjaar met de definitieve plannen komen met betrekking tot de wijzigingen van de bestuursorganisatie. (GR)
Veel modellen laten verstek gaan
Dertienduizend Iteer afdrui<l<en. Dat moeten de fotografen die belast zijn met liet maken van de digitale portretjes voor op de KUB-kaart. Die kaart is nodig om boeken te kunnen lenen in de bibliotheek en het is de bedoeling dat hij ook dienst gaat doen als betaalkaart voor onder meer de mensa. Volgens Michel Kempenaars (foto), de coÜrdinator van de operatie, werkt de apparatuur perfect maar laten de 'modellen' het nog al eens afweten: 'De afgelopen dagen is ongeveer dertig procent niet op komen dagen. Dat heeft deels te maken met het feit dat de apparatuur twee uur te laat arriveerde, maar Ik denk ook dat nog steeds tè weinig mensen van het bestaan van de KUB-kaart weten.' De eerste twee weken zijn medewerkers van de universiteit zijn aan de beurt; daarna staan studenten op het programma. Kempenaars: 'Tegen die tijd wordt er al zoveel over de kaart gepraat, dat ik van deze groep eigenlijk weinig problemen verwacht.' (EvdB)
China Op de universiteit van Beijing (foto) spelen verboden nog altijd een hoofdrol
6 en 7
nieuw recht de invoering van het NBW verliep op de universiteit moeizaam. Een gesprek met mr. J. van Erp
piaicband live muziek in Tilburgse cafe's tot op de bodem bekeken en beluisterd
11
'Betaal universiteiten per afgeleverd proefschrift' De afspraken tussen minister Ritzen en de universiteiten over onderzoeksbekostiging moeten op de helling. Dat zegt de Adviesraad voor Wetenschap en Techniek (AWT) in een vandaag (donderdag) verschenen advies. Landelijke verkenningen en afspraken zijn geen juist middel tegen de starre verdeling van onderzoeksgeld. En het kan simpeler: 43etaal universiteiten per proefschrift - en laat ze met dat geld zelf beleid voeren. Als de minister wil bijsturen, kan dat met een beperkt aanvullend budget. Dat het hoog tijd is voor een nieuw systeem om de 1,85 miljard gulden voor universitair onderzoek (het onderzoeksdeel van de 'eerste geldstroom') te verdelen, is de AWT roerend met minister Ritzen eens. 'In feite is de huidige verdeling nog een ongewijzigde erfenis uit 1982', constateert de raad. Ruimte voor verschuiving tussen universiteiten en/of disciplines is nu vrijwel afwezig. En dat is ongewenst. Maar is een complex stelsel van verkenningen en landelijke afspraken de manier is om verstarring te doorbreken? De AWT vindt van niet. Volgens minister Ritzen zouden tussen de universitaire disciplines jaarlijks verschuivingen kunnen optreden van maximaal 3 procent. Gerekend over langere periodes betekent dat in principe een hoge flexibiliteit. Maar de raad betwijfelt of een stelsel met zoveel discussianten in praktijk wel tot duidelijke verschuivingen kan leiden. Ook de bestuurlijke vrijheid van de universiteiten is volgens de AWT in het geding. Gedetailleerde be-
moeienis met de geldverdeling over de disciplines moet de minister niet eens nastreven. Dat doorkruist de eigen verantwoordelijkheid van de instellingen voor kwaliteit en relevantie van hun onderzoek. De AWT heeft daarom een eenvoudige regel gezocht, die dit streven naar kwaliteit en relevantie bevordert. Richtsnoer daarbij was dat de raad de 'eenheid van ondenwijs en onderzoek' binnen de universiteit wil behouden. Als Ei van Columbus komt de AWT met het idee om datgene te belonen waarin onderwijs en onderzoek samenkomen: de opleiding van 'kennisproducenten'. En het handige is dat die functie van de universiteit ook mooi te meten is, in de vorm van aantal proefschriften en ontwerpers-certificaten per jaar. Want volgens de AWT zijn met succes opgeleide promovendi en ontwerpers een goede graadmeter voor de kwaliteit van de onderzoeksomgeving. Dus zijn ze ook een juiste sleutel om het gehele onderzoek te financieren. Daarnaast zou overigens nog steeds een systeem van kwaliteitsbewaking nodig blijven. De adviesraad maant minister en universiteiten om bij uitwerking van dit plan de eenvoud te bewaren. Er moet dus geen verregaande uitsplitsing in tarieven komen, maar slechts een tweedeling in Aen B-dissertaties, waarbij de vergoeding voor de laatste zo'n 50 procent hoger moet liggen. Wel moeten hevige schommelingen in budget voorkomen worden, door pieken en dalen in aantallen dissertaties en ontwerpersdiploma's rekenkundig glad te strijken. (FS/HOP)
Ritzen dreigt no-shiow-studenten beurs af te palil<en Minister Ritzen wil zogenaamde no show-studenten hun beurs ontnemen. De universiteiten en hogescholen moeten voor hun eigen opleidingen een minimumaantal studiepunten vaststellen. Als studenten dat minimum niet halen, moet hun beurs worden stopgezet of omgezet in een lening. Dit vertrouwelijke voorstel werd vorige week door ambtenaren van het ministerie van ondenwijs voorlegd aan de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU), de HBO-raad en de studentenorganisaties LSVb
en ISO. Die organisaties zijn met het ministerie in overleg over het koppelen van studieprestaties van studenten en hun studiefinanciering. Het voorstel is een alternatief voor de zogenaamde tempobeurs. De tempobeurs, een systeem van studiefinanciering waarin studenten die hun propaedeuse niet in een jaar halen geen beurs meer krijgen, werd vorig jaardoordeTweede Kamer tegen gehouden. De minister wil nu de beurs van no show-studenten stopzetten of
omzetten in een lening. Eventueel kan dat ook met terugwerkende kracht geschieden. Het voorstel is niet bedoeld als een bezuiniging, hoewel het wel geacht wordt geld op te leveren. Het gaat om een morele kwestie: van studenten mag worden verwacht dat ze in ruil voor hun beurs prestaties leveren. No show-studenten, naar schatting zo'n 15 procent van het totaal, schrijven zich wel in bij een onderwijsinstelling maar halen geen of te weinig tentamens. Een succesvolle uitvoering van het voorstel is afhankelijk van de
universiteitenen hogescholen. Die moeten per instelling een minimumaantal door de studenten te behalen studiepunten vaststellen. Een van de problemen die Ritzen signaleert, is dat op dit moment met name in het HBO de prestaties van studenten nog niet in studiepunten worden gemeten. Een ander probleem is dat de administratie van de onden/vijsinstellingen vaak niet in orde is. Dat belemmert een goede registratie van de voortgang van studenten, waardoor er onduidelijkheid kan bestaan over de vraag of een stu-
dent wel of niet aan de eisen voldaan heeft. Een derde probleem is de gebrekkige studiebegeleiding,-advisering en -voorlichting in het hoger onderwijs. Als die niet verbeteren is het plan volgens de minister onrechtvaardig. Studenten moeten er tijdig op gewezen worden dat ze niet voldoende punten halen en de kans krijgen zich te verbeteren. Door deze problemen is invoering van het plan niet mogelijk voor 1 augustus 1993. Jan-Jaap Heij, Ad Valvas