1989 06 02

Page 1

Tilburgs Universiteitsblad - 2 juni 1989 - jaargang 26 nummer 32

m

Pluk ze en schud ze

Lagere u/tgaven per student hoger studierendement

Doelmatigheid universiteiten sinds '80 fors gestegen De uitgaven per student in het wetenschappelijk onderwijs zijn de afgelopen jaren sterl< gedaald. Maar tegelijkertijd zijn de studierendementen behoorlijk gestegen en is het aantal wetenschappelijke publikaties enorm toegenomen. Daarmee slaat het wetenschappelijk onderwijs 'een goed figuur'. Deze conclusies worden getrokken in een zojuist verschenen rapport van het Centrum voor studies van het hoger onderwijsbeleid (CSHOB) van de Universiteit Twente. Onder leiding van prof.dr. F.A. van Vught schetsen de auteurs de belangrijkste ontwikkelingen die zich in de sfeer van uitgaven en produktie bij het wetenschappelijk onderwijs sinds 1980 hebben voorgedaan. Urt het rapport blijkt dat de rijksuitgaven voor het totale onderwijs in wat meer dan twintig jaar enorm zijn gestegen. In 1965 werd nog 4 miljard gulden aan onderwijs besteed, in 1988 was dat maar liefst 29 miljard. Als echter 1980 als vergelijkingsjaar wordt gekozen, blijkt dat die groei zich vooral in de vroegere jaren heeft voorgedaan. In het lopende decennium bedraagt de stijging van de ondenwijsuitgaven nog slechts 16 procent en als de cijfers worden gecorrigeerd in verband met de inflatie, slaat de stijging om in een daling van 6 procent. Het aandeel van het wetenschappelijk onderwijs in de totale ondenwijsuitgaven blijkt een gestage daling door te maken. Deze sector legde acht jaar geleden nog een beslag van twintig procent, inmiddels wordt nauwelijks de 16 gehaald. Volgens de Twentse onderzoekers zijn de uitgaven in geen enkele onderwijssector zo sterk afgenomen als hier, met uitzondering misschien van het algemeen voortgezet ondenwijs. Zo'n ontwikkeling zegt op zich natuurlijk niet zoveel: een zinvolle vergelijking kan pas worden gemaakt als de uitgaven worden afgezet tegen de aantallen leerlingen en studenten. Dan blijkt dat de uitgaven per student voor het wetenschappelijk ondenwijs sinds 1980 zijn gedaald met 28 tot 36 procent - die variatie is afhankelijk van de manier waarop deeltijdstudenten worden meegeteld en van de uiteenlopende methodes om de omvang

van de onderwijsactiviteiten vast te stellen. Om de gedachten te bepalen: een universitair student kostte acht jaar geleden rond de twintigduizend gulden per jaar, nu nog ongeveer dertienduizend. Bij alle overige onderwijssoorten blijkt geen sprake te zijn geweest van een daling van de uitgaven per leerling. Integendeel, in het basisonderwijs en het algemeen voortgezet onderwijs zijn de uitgaven per leerling dit decennium zelfs gestegen. In het hoger beroepsondenwijs bleven zij ongeveer constant.

Wat moeilijker is de berekening van het studierendement. Voorlopige cijfers van de universiteiten wijzen erop, dat slechts de helft van alle eerstejaars uit 1982 binnen zes jaar een doctoraaldiploma wist te behalen. In het rapport worden desondanks positieve conclusies getrokken. Wat de uitgaven per student betreft, zeggen de Twentenaren dat het wetenschappelijk onderwijs vergeleken met andere sectoren een goed figuur slaat. Dat daarnaast de rendementen en het aantal publikaties zijn gestegen, leidt tot de opmerking dat de produktiviteit van het vvetenschappelijk ondenwijs is toegenomen. 'In termen van doelmatigheid is flinke winst geboekt,' aldus de samenvattende conclusie. Een conclusie die natuurlijk alleen getrokken kan worden, als men voetstoots aanneemt dat de kwaliteit van de output niet gedaald is(JD/HOP)

8

Crimineel verworven vernnogens kunnen ook met de huidige wetgeving aangepakt worden, concluderen Tilburgse juristen. Sterfhuisconstructie Bedreigde sociologen spuwen hun gal over de reorganisatie. Succes ais drijfveer Nieuwe studieverenigingen op de KUB: 'gelukkig zijn de jaren '80 voorbij'. Vrijetijdswetenschappen levert haar eerste doctorandi af.

VVD wil topuniversiteit, PvdA ander beurzenstelsel De VVD streeft naar de inrichting van één universiteit als landelijk 'center of excellence'. Het niveau van het onderwijs en onderzoek aan deze topuniversiteit, moet dat van de overige universiteiten overtreffen. De Partij van de Arbeid wil de bezuinigingen op studiefinanciering ongedaan maken. Bovendien wil zij het bestaande beurzenstelsel zodanig wijzigen, dat het 'eenvoudiger en rechtvaardiger' wordt. De wensen van W D en PvdA staan in de concept-verkiezingsprogramma's die beide partijen onlangs publiceerden. Volgens de W D heeft het wetenschappelijk ondenwijs op de universiteiten steeds meer het karakter gekregen van hoger beroepsondenwijs. Die ontwikkeling moet worden gekeerd, aldus de liberalen. De universiteit moet een instelling zijn waarin het onderwijs gericht is op de kennismaking met de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en op het aanleren van vaardigheden om zelf onderzoek te doen. Het universitaire onderzoek dient hoofdzakelijk een grensverleggend karakter te hebben, al-

dus het verkiezingsprogram. Volgens de W D is daarbij een verdere taaiafbakening tussen de universiteiten noodzakelijk. Taakafbakening leidt tot een efficiënter gebruik van de financiën en levert ook een bijdrage tot het bereiken van een zo hoog mogelijk wetenschappelijk niveau. Een van de universiteiten zou uit dat proces tevoorschijn moeten als topuniversiteit of center of excellence. Deze instelling dient in alle opzichten uit te steken boven de andere. De W D bepleit ook een verscherping van de selectie onder studenten. In het PvdA-programma wordt in zeer grove lijnen geschetst hoe het gewijzigde stel-

sel van studiefinanciering er volgens de sociaal-democraten uit zou moeten zien. Het zal een ouder-onafhankelijk stelsel dienen te zijn, dat - zoals het huidige - bestaat uit een basisbeurs met de mogelijkheid voor alle studenten om een aanvullende studielening af te sluiten. De studielening dient rentedragend te worden na beëindiging van de studie. De bezuiniging van 120 miljoen gulden die het huidige kabinet heeft ingeboekt als gevolg van de invoering van de OV-jaarkaart, wil de PvdA ongedaan maken. Dat geld zou beschikbaar moeten blijven voor het stelsel, zonder dat de invoering van de kaart als zodanig wordt afgewezen. In het conceptverkiezingsprogramma wordt verder geplert voor meer investeringen door de overheid in de tweede fase opleidingen van het hoger onderwijs. De PvdA wil daarvoor 50 miljoen gulden uittrekken. Dat bedrag moet bestemd worden voor de opleiding van een door de universiteiten op basis van studieresultaten geselecteerde groep studenten. (JD/HOP)

Raadswisseiing in post-modern decor Oude en nieuwe leden van de universiteitsraad reageerden wat onwennig bij de raadswisseiing. Niet omdat ze elkaar niet goed zouden kennen -sommige nieuwelingen zijn zeer bekend- maar vooral omdat de omgeving waarin de bestuurlijke machtsoverdracht plaatsvond er ongewoon frivool uitzag. Vooral oudgedienden konden de voor de TESTtentoonstelling aangeklede portrettenzaal niet als KUB-eigen herkennen. Zelfs de in kerkelijke zaken zo hervormingsgezinde Walter Goddijn kon het postmodernisme aan de muren niet appreciëren en smeekte bijna om de kunst te verwijderen en de portretten (en het cruxifix) op hun plaats te hangen. Bij de wisseling sprak prof. E.H.M. Hirsch Ballin over de bestuurlijke organisatie van de universiteiten. Het college oefent belangrijke bevoegdheden uit, 'maar één bevoegdheid heeft de universiteit juist niet, en ik vind dat zij die zou moeten krijgen, nl. om te beslissen over een verandering van de eigen organisatie', zo besloot hij zijn uiteenzetting. Hirsch Ballin schetste een aantal modellen voor bestuursorganisaties waarbij hij het politieke model (vb. bij de gemeente, de gemeentewet heeft model gestaan voor de WUB 1970) en het bedrijfsmodel als inadequaat voor de universiteit bestempelde. Het mandaatsmodel, waarbij vooral centraal wordt beslist en naar mate het geen kwaad kan zaken aan de basis kunnen worden overgelaten, staat dicht bij de huidige realiteit maar Hirsch Ballin ziet meer in het rentmeesterschapsmodel, waarbij middelen aan faculteit c.q. vakgroep worden toegekend waarover later (kwalitatief) rekenschap wordt gevraagd. Het is de taak van het universitair bestuur zich dienstbaar te maken ten einde middelen te verschaffen, niet alleen voor bestaande eenheden, maar ook voor nieuwe initiatieven. Vakgroepen moeten ook rechtstreeks met het bestuur kunnen communiceren wanneer geen facultaire coödinatie nodig is. Foto: U-raadsvoorzitter Backx (links) en prof. Hirsch Ballin luisteren naar hot betoog van buitenuniversitair raadslid Cuppens. (EV)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.