1988 09 02

Page 1

Tilburgs Universiteitsblad - 2 september 1988 - jaargang 26 nummer 2

TIAS-opleidingen oogsten waardering Het bedrijfsleven heeft vooral behoefte aan brede, multidisciplinaire postdoctorale beroepsopleidingen. Veel van de voorstellen die de universiteiten op dit moment ontwikkelen kunnen de toets der kritiek in de beroepspraktijk niet doorstaan. Het aandragen van nieuwe postdoctorale opleidingen, waarvan opzet en programma van tevoren niet goed zijn doorgesproken, is in veel gevallen 'verspilde moeite'. Dat zei dr. C. J.C.M. Boeren, secretaris onderwijszaken van het Verbond van Nederlandse Ondernemingen (VNO), afgelopen vrijdag in Tilburg. Boeren trad in Tilburg op als gastspreker voor de Tl AS-school voor Bedrijfsopleidingen, die vrijdag 26 augustus haar eerste achttal afgestudeerden afleverde. De VNOman sprak over 'opleidingen tussen onderneming en overheid'. Sinds de invoering van de Twee Fasen Structuur dragen universiteiten én werkgevers samen de verantwoordelijkheid voor de beroepsopleidingen in de tweede fase. De universiteiten verzorgen de cursussen; de overheid stelt nog wel een startsubsidie van 150 miljoen gulden beschikbaar, maar in beginsel moeten de opleidingen door de deelnemers zelf of hun werkgevers worden betaald. De totstandkoming van een uitgebreid stelsel van postdoctorale beroepsopleidingen verloopt intussen erg stroef. De universiteiten ontwikkelden wel tal van cursussen, maar de minister was tot dusver erg karig met het verstrekken van aanloopsubsidies. En de werkgevers voelden, aldus Boeren, weinig voor een vorm van 'gedwongen winkelnering', waarbij zij alleen nog ja en arnen mochten zeggen tegen door de universiteiten ontwikkelde voorstellen. Het ontwikkelen van beroepsopleidingen kan in de VNO-visie beter worden overgelaten aan het vrije spel van bedrijfstakken en beroepsgroepen enerzijds en onderwijsinstellingen anderzijds. Boeren: 'Op deze wijze kunnen partners in gezamenlijk overleg een goede opleiding gestalte geven. Als werkgevers daar iets in zien, zullen ze vervolgens ook wel de middelen en de mensen vrijmaken om die opleiding te volgen.' Als de instellingen voor hoger onderwijs het begrip 'ondernemende universiteit' inhoud willen geven zullen ze volgens de VNO-man veel meer dan voorheen écht met de belanghebbenden moeten gaan praten en overleggen

over mogelijke samenwerking. Een dergelijke samenwerking zal op vele, nu nog grotendeels onvermoede terreinen mogelijk zijn, verwacht Boeren. De school voor Bedrijfsopleidingen aan het Tilburgse Instituut voor Academische Studies noemde Boeren 'één van de tot nog toe weinige geslaagde voorbeelden, waar ondernemingen, een beroepenveld en een universiteit elkaar -na een moeilijke aanloopfase weliswaar- hebben gevonden'. Boeren is overigens niet van plan een 'VNO-keurmerk' voor geslaagde opleidingen uitte reiken. Het oordeel over de cursussen laat hij liever over aan de bedrijven die voor de keus komen te staan er al dan niet hun werknemers heen te sturen. Volgens dr. P.R.J. Simons, universitair hoofddocent aan de sociale faculteit en coördinator van de TIAS-school voor Bedrijfsopleidingen, is het succes van de opleiding vooral te danken aan het kleinschalige karakter van de Tilburgse universiteit. Door haar kleine schaal slaagt de KUB er beter dan andere instellingen in interdiciplinaire en multidisciplinaire initiatieven van de grond te krijgen; afgestudeerden en docenten kennen elkaar vaak nog, de afstanden zijn minder groot. Bij de door Boeren gememoreerde strubbelingen in de aanloopfase van de opleiding kan Simons zich weinig voorstellen. 'Het programma is van begin af aan in dialoog met het bedrijfsleven vastgesteld. Daar zijn we het vrij snel over eens geworden.' Voordat de opleiding haar huidige vorm kreeg, aldus Simons, is er overigens wel gedacht aan een nóg bredere opzet, waaralle mogelijke pedagogische richtingen bij elkaar zouden komen. 'Dat bleek uiteindelijk een te breed concept te zijn, dat was gewoon niet haalbaar.'

TITULATUUR Vrijdag 26 augustus kregen ook de eerste cursisten van de postdoctorale opleiding Bankwezen en Financiering hun diploma. G. Jeelof, vice-president van Philips, was naar Tilburg afgereisd om de afgestudeerden toe te spreken. De Philips-topman had grote waardering voor de TIAS-opleiding. 'De school voor Bankwezen en Financiering kan zorgdragen voor de inhoudelijke bagage die mensen nodig hebben om met succes in een team van financiële experts binnen een onderneming te kunnen functioneren.' In zijn toespraak wees Jeelof erop dat het Philips-concern altijd een zekere distantie zal bewaren in haar relatie met het universitaire ondenwijs. De TIAS-opleiding heeft volgens Jeelof 'ruimschoots aan onze selectiecriteria voldaan'. De betrokkenheid bij de school voor Bankwezen en Financiering is dan ook bepaald groot. Philips is vertegenwoordigd in de programmacommissie en zo actief betrokken bij de invulling van de opleiding. Het bedrijf stelt mensen beschikbaar om gastcolleges te verzorgen, terwijl andere Phillps-medewerkers op hun beurt als student aan de opleiding deelnemen. Ten slotte is de voorzitter van de Raad van Toezicht van Philips, prof .dr. Wisse Dekker, voorzitter van de stichting ter ondersteuning van het TIAS. De veertien afgestudeerden van de school voor Bankwezen en Financiering mogen zich straks waarschijnlijk tooien met de titel Register Financieel Economist (RFE). Tijdens de diploma-uitreiking werd de oprichting bekend gemaakt van de stichting Register Financieel Economist. Deze stichting maakt zich sterk voor de erkenning en bescherming van de RFE-titel. Aan de diploma's van de overige TIAS-opleidingen is nog geen titulatuur verbonden. Het instituut studeert intussen wel op mogelijkheden om hierin, al dan niet in overleg en samenwerking met andere universiteiten, verandering te brengen. (LK)

8/9 Roel in't Veld Een kleurrijk directeurgeneraal verlaat O&W 3

introductie Soberheid en regen domper op feestvreugde

Raad en College tegen ARHO-advies De universiteitsraad liet vorige week donderdag weinig heel van het omstreden advies van de adviesraad hoger onderwijs (ARHO) dat in mei van dit jaar verscheen. In het advies pleit de AHRO voor een versterking van de macht van besturen van universiteiten en faculteiten en een terugdringen van de invloed van de raden. College en raad van de KUB zijn het in hun afkeuring van dit advies in grote mate eens. Met algemene stemmen werd een reactie van college en presidium goedgekeurd. Daarin staat met zoveel woorden te lezen dat het AH RO-advies in zijn analyse onjuist en onvolledig is. Hef is duidelijk dat de bestuursstructuur op een aantal punten voor verbetering vatbaar is, maar de concrete voorstellen die de adviesraad doet lelden niet tot een betere doelmatigheid en tasten de democratische verhoudingen aan. De knelpunten die Tilburg onderschrijft zijn ook binnen de huidige wetgeving op te lossen. Zo is bijvoorbeeld de in het advies bepleite koppeling van bestuur en beheer best realiseerbaar binnen de kaders van de bestaande regelgeving en dus zonder wetsherziening. Het CvB wijst ook een voorstel van het dagelijks bestuur van de VSNU af, waarin deze vereniging van alle Nederlandse universiteiten aan de minister laat weten met voorstellen voor een nieuwe wetgeving te zullen komen. CvB-voorzitter Piet Verheyen noemde deze belofte 'uitermate gevaarlijk'. De VSNU trapt hier in een val, en het is duidelijk dat het college dit niet wil. Ook andere raadsleden drukten hun bezorgdheid uit over deze VSNU-tekst waarvan de status nog niet helemaal duidelijk is. (EV)

College voert Shell-motie uit Het College van Bestuur zal de eerder aangenomen Shell-motie uitvoeren. Voor de vakantie nam de universiteitsraad een motie aan waarin gevraagd werd de jaarlijkse schenking van Shell aan de Subsidiecommissie van vijfduizend gulden, niet langer te accepteren vanwege de belangen van het bedrijf in Zuid-Afrika. Het college raadde de motie met klem af maar kondigde tijdens de raadsvergadering vorige week donderdag aan de motie toch uit te voeren. De raad had eventueel op grond van het begrotingsrecht de vijfduizend gulden kunnen weigeren in de begroting op te nemen, zo luidde de motivatie van het college. Op uitnodiging van de Shell-top is rector R. de Moor gaan praten over de kwestie. Shell maakte duidelijk dat het geen geld meer stort als dit niet welkom is. Volgens De Moor vindt de Shell-top het 'heel merkwaardig' dat Shell als zondebok wordt uitgezocht en dat andere bedrijven de dans ontspringen. De Moor in de raad: 'Men heeft ons duidelijk gemaakt dat Shell zijn besluit om in Zuid-

Afrika te blijven gegrond is op weloverwogen overwegingen die niet primair van commerciële aard zijn en dat juist die ideologische grondslag voor het besluit om in ZuidAfrika te blijven het Shell ook niet mogelijk maakt om op dat besluit terug te komen.' Het management van het bedrijf verklaarde zich bereid om dit beleid aan de KUB toe te lichten. L. Keune van de fractie Breed Front reageerde hierop met de woorden: 'Het zal de zoveelste keer zijn dat we er met Shell over discussiëren, maar iedere poging om hun te bekeren is welkom.' Een motie van de fracties De Fiscalisten en Onafhankelijk Appèl, dat het niet inwinnen van advies bij de Subsidiecommissie aan de kaak stelde, werd tijdens de vergadering ingetrokken nadat voorzitter Geleynse verklaarde dat het Presidium de handelswijze van de raad als 'niet erg elegant' bestempeld had. 'Dat neemt niet weg dat de raad het recht heeft om een besluit te nemen of een uitspraak te doen zonder dat de Subsidiecommissie gehoord wordt', aldus Geleynse. (GR)

Simons, Boeren en TIAS-man J. Rietveld: geen VNO-keurmerk nodig


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.