«^XCIIA ^ 0 \ ( . ITX 1 i O \ I- CAIHOIJ PRO
Tilburgs Hogeschoolblad - 11 oktober 1985 - jaargang 23 - nummer
Hogeschoolraad over
studentenvoorzieningen
'Deetman voert afbraakbeleid' 'Dit is een verbijsterende notitie die geschreven is met siechts één blind argument, namelijl< bezuinigingen'. IVIet deze woorden vatte PSF-woordvoerder Schoonderwoerd in tiet hogeschoolraadsdebat van 3 o/<toberJ.I. samen wat zijn fractie vindt van de notitie van Deetman over de studentenvoorzieningen. De raad en het CvB delen de kritiek van Schoonderwoerd: zolang de student een inkomen heeft dat onder het bestaansminimum ligt is het onaanvaardbaar dat de studentenvoorzieningen worden teruggedraaid zoals Deetman nu voortstelt. Deetman wil dat universiteiten de studentenvoorzieningen, die niet direct betrekking hebben op de studie, stopzetten. Dat betekent het einde voor de welzijns- cultuur- en sportvoorzieningen. De raadsleden waren het roerend met elkaar eens over de kritiek op Deetmans plannen. Gerlach van de fractie Onafhankelijk Appèl sprak van 'een afbraakbeleid met als achtergrond een ordinaire bezuiniging'. Ook het nieuwbakken Collegelid en portefeuillehouder studentenbeleid Dhr. Schellekens, liet er geen misverstand over bestaan wat hij van de nota vond: 'dit is een slechte nota'. PSF-woordvoerder Schoonderwoerd toetste in zijn betoog de notitie van Deetman aan de Tilburgse nota Actuele Vraagstukken van Studentenbeleid
(AVS). Op drie essentiële punten vond hij dat de plannen van de minister botsten met de nota A V S . Ten eerste pleit de AVS voor een integraal studentenbeleid terwijl Deetman nu weer komt met een notitie op een t/eeAerrein. Ten tweede voldoet de nota van Deetman niet aan de voorwaarde die gesteld moeten worden aan afbouw van studentenvoorzieningen namelijk een acceptabel inkomen voor de student. Ten derde gaat de nota studentenvoorzieningen volgens Schoonderwoerd voorbij aan een doelstelling die de KHT zich in de nota AVS gesteld heeft een welzijnsbeleid te voeren dat gericht is op goede arbeidsomstandigheden en culturele en sportieve vorming. Minder eensgezind bleken de fracties over de strategie die t.o.v. de bewindsman gevolgd moet worden. Een meerderheid van de raad>neigde ertoe het College te volgen in het 'constructieve overleg' dat de VSNU voorstelt met de minister te gaan voeren. De PSF had liever gezien dat de raad het advies van de stu-
Raad stelt formatiebeleid hogeschool vast De hogeschoo/raad gaat accoord met de formatieplannen van de juridische en economische faculteit. Ook stemt de raad in met de toewijzing van het aantal hoogleraren per faculteit alsook met de aangepaste Nota Formatie-ontwikkeling 1986-1990. In de raadsvergadering van vorige week stond aldus het formatie-beleid van de hogeschool centraal. Allereerst stonden de formatieplannen van de twee grootste faculteiten, de juridische en economische, ter discussie. Naar aanleiding van discussies die rond de nieuwe opzet van het filosofie onderwijs en onderzoek nog plaatsvinden, maakte het CvB vóór de vergadering al bekend dat in de formatieplannen van de juristen en economen een voorbehoud al gemaakt zou worden ten aanzien van de wijsbegeerte-leerstoelen. Pas nadat de nieuwe opzet van de wijsbegeerte definitief geworden is kunnen de formatieplannen daaraan worden aangepast. Met deze mededeling stelde het CvB met name de juridische faculteit gerust. Deze faculteit was zeer verbolgen over het feit dat het CvB, vooruitlopend op de nieuwe filosofie-opzet, eigenmachtig de leerstoel rechtsfilosofie uit het formatieplan van de juristen had gehaald en daarmee het totaal aantal leerstoelen met één had verminderd. Ondanks deze geruststelling leverde het formatieplan van de juristen in de raad nogal wat discussie op. De fractie Breed Front was nogal ontstemd over het feit dat bij de juristen in de advies-
commissie over de te benoemen universitaire hoofddocenten (UHC's) geen vrouw zitting had. Dit zou in strijd zijn met de nota Emancipatiebeleid. Breed Front diende een motie in waarin het CvB verzocht wordt er strenger op te letten dat de regel over benoemingscommissies nageleefd wordt. Rector de Moor had niét zo'n behoefte aan de motie. De regel dat er een vrouw in een benoemingscommissie moet, vervalt als er geen vrouwelijke kandidaten te benoemen zijn of als er geen vrouwen in de commissie zitting willen nemen, aldus de Moor. De regel is geen wet volgens de rector. Het ai'gument dat een vrouw in en benoemingscommissie kan waken voor een vrouwvriendelijke benoeming vindt de Moor oneigenlijk: wetenschappelijke argumenten dienen voorop te staan. Desalniettemin werd de motie door de raad met 14 stemmen voor en 4 tegen aangenomen. Een ander discussiepunt rond het formatieplan van de juridische faculteit vormde de part-time aanstellingen van UHD'ers. Het was de fractie PSF een doorn in het
dentenadviescommissie van de VSNU ( S A O had gevolgd waarin de notitie van de minister onomwonden wordt afgewezen. PSF-er Schoonderwoerd vond de houding van het CvB maar 'matjes'. Hij trok in dit verband een vergelijking met de reactie van de gezamenlijke Colleges op de ministeriële voornemens ten aanzien van het 'opfrisverlof'. Schoonderwoerd vond het opmerkelijk dat in die kwestie de colleges zelfs van plan zijn naar de rechter te stappen terwijl als het om studentenvoorzieningen gaat alles gedaan moet worden om maar te blijven praten. Breed Front woordvoerster Grazell zei dat ook haar fractie het liefst de notitie zou hebben afgewezen. Dat zou ook in het verlengde hebben gelegen van de nota AVS. Desalniettemin vindt ook Breed Front het beter eerst met de minister te praten. Mocht hij niet ontvankelijk zijn voor de kritiek van de instellingen dan zou de notitie alsnog afgewezen moeten worden, aldus Grazell. Een amendement van die strekking werd ruimschoots door de raad aangenomen. Het CvB zei zich in het amendement te kunnen vinden. H.B.
oog dat de juristen in hun formatieplan als uitgangspunt hadden gesteld dat geen part-time UHD plaatsen zouden worden benoemd tenzij die uitdrukkelijk in het formatieplan zouden zijn opgenomen. Ook dit zou in strijd zijn met de nota Emancipatiebeleid en derhalve vroeg de PSF in een motie om schrapping van deze passage. Rector de Moor zei het niet verstandig van de juristen te vinden als uitgangspunt in het formatieplan op te nemen, in principe geen part-time UHD'ers aan te stellen. Hij zou het van het beleid willen laten afhangen of het mogelijk is een part-timer aan te stellen. De Moor stelde de PSF gerust dat de passage als niet geschreven kon worden beschouwd. Het CvB doet nl. de benoemingen. De motie zou dus overbodig zijn. Ondanks deze woorden van de rector nam de raad de motie voor alle zekerheid toch maar aan. 18 Raadsleden waren voor, 4 tegen.
ECONOMEN In korte tijd besprak de raad het formatieplan van de economische faculteit. De meeste raadsleden lieten zich zeer kritisch uit over het plan van de economen. Men vreest dat de economen een formatieplan hebben opgesteld dat de nodige realiteitswaarde mist. De economen moeten de komende 10 jaar 50 % van hun hooglerarenbestand inleveren. Dat wordt een moeilijke operatie. Het CvB had al in een reactie op het plan laten doorschemeren de haalbaarheid van het formatieplan voor de langere termijn te betwijfelen. Desondanks wil het CvB de economen het voordeel van de twijfel
8/9
Pauselijk document over de katholieke universiteiten. Discussiestuk of decreet?
3
Personeel binnenkort zijn de verkiezingen voor de Commissie Personeeisoverleg. Een vooruitblik.
4
Veldkamp slaat terug. 'Lubbers mag ons niet a-sociaal noemen.'
Landelijke terugloop bij Rechten De belangstelling voor de rechtenstudie is dit jaar in heel Nederland met meer dan 20 % teruggelopen. Vorig jaar hadden de plaatsingscommissies op negen universiteiten met een rechtenfaculteit op 1 oktober precies 6520 plaatsingsbewijzen afgegeven. Dit jaar zijn op dezelfde datum slechts 5123 eerstejaars rechtenstudenten definitief geplaatst. De teruggang treft de universiteiten in verschillende mate. Met name aan de drie bijzondere instellingen, de Vrije Universiteit, de KU-Nijmegen en de KH Tilburg is het effect dramatisch met reducties van 40 % of meer. Bij de grote faculteiten in Leiden en Utrecht blijft de terugloop beperkt tot minder dan 10 %. De plaatsingscommissies beëindigen hun werkzaamheden elk jaar op 1 oktober. De hoeveelheid plaatsen die dan zijn toegewezen vormt een betrouwbare indicatie voor het aantal eerstejaars (hoewel het uiteindelijke aantal daarvan altijd iets lager uitvalt). De mate van teruggang varieert van 7 % in Leiden tot 51 % aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In Nijmegen en Tilburg waren zo'n 40 % minder plaatsen nodig. Rotterdam, Groningen en Limburg moeten het met rond de 20 % minder eerstejaars rechtenstudenten doen en in Utrecht en Amsterdam bedraagt de terugloop ongeveer 10 % . Op de traditioneel populaire en daarom grote rechtenfaculteiten van Leiden, Utrecht en Amsterdam (die jaarlijks elk zo'n ICKX) eerstejaars tellen) lijkt de malaise dus veel minder vat te hebben. En in feite is ook daar de belangstelling stevig afgenomen, want van een overinschrijving, die eens de plaatsingscommissies nodig maakten, is in die steden evenmin nog sprake. J.S./UP
vervolg op pag. 12
zie ook pag. 6