Hogeschoolraad zet lijnen uit voor onderwijs en onderzoel< Een efficiëntere en overzicfitelijl<ere organisatie van tiet onderzoek, de aanstelling per september 1986 van AIO's en een inhoudelijke onderwijsdiscussie die binnenkort gevoerd kan gaan worden aan de tiand van de facultaire onderwijsjaarverslagen, zijn de belangrijkste uitkomsten van een aantal discussienotities rond onderwijs en onderzoek die de hogeschoolraad onlangs op 23 mei behandelde. De raadsleden, die ten gevolge van de verkiezingen in juni niet meer in de raad terugkeren, hebben in een marathonvergadering van ruim 8 uur vergaderen nog eens extra lang kunnen genieten van het vergaderwerk. Uitmondend in de vaststelling van het Ontwikkelingsplan 1986-1990 werd een keur aan onderwijs- en onderzoeksnotities behandeld: notitie Onderzoeksbeleid, notitie AlO-stelsel, nota Post-doctoraal onderwijs en onderzoek, rapportage Onderwijsbeleid en de notitie Bestemming vrije beleidsruimte. Allereerst stond de notitie Onderzoeksbeleid op de agenda. Deze notitie wil het onderzoek op de hogeschool beter organiseren en stroomlijnen. Het moet de faculteiten stimuleren tot kwalitatief hoger onderzoek. Faculteiten moeten hun onderwijs- en onderzoekstaken en de financiering daarvan meer gaan verduidelijken. Het gaat daarbij om nadrukkelijker dan nu het geval is vast te leggen wat een faculteit aan onderwijs en onderzoek doet. Voor het onderzoek dat een wetenschapper verricht komt meer ruimte. Daartoe wordt de centrale onderzoekspoot gereorganiseerd en qua capaciteit uitgebreid tot 12 plaatsen. Verder is een essentieel punt in de nota dat de opzet van het onderzoek geconcentreerd zal zijn rond het voorwaardelijk financieren ervan (onderzoek wordt gefinancierd op basis van goedkeuring van het project vooraf). Vanuit verschillende fracties werd betreurd dat het CvB in de notitie een meer inhoudelijke sturende rol van het centrale bestuur t.a.v. onderzoek afhoudt. In die zin werd de notitie "beleidsarm" genoemd. Er zouden te weinig onderzoeksthema's aangegeven zijn. Het CvB bleek ter vergadering wél bereid amendemen-
ten van de emancipatiecommissie en de fractie VIP over te nemen. Zij willen bij de beoordeling van de aanvragen voor ondersteuning van programma's uit de centrale onderzoekspoot ook de vraag naar de maatschappelijke relevantie van de programma's betrekken. Dit ging de fractie Breed Front niet ver genoeg. Zij hadden een amendement ingediend om het KHT-onderzoeksbeleid in algemene zin te preciseren in de richting van wat voor de regio van actueel maatschappelijk belang geacht mag worden. Breed Front denkt daarbij aan vrouwenstudies, PEMO, vraagstukken rondom milieu, oorlog, vrede en anti-fascisme. Het amendement kreeg uiteindelijk alleen de steun van Breed Front. Dit was reden voor deze fractie om met de PSF tegen de notitie te stemmen en later in de vergadering ter vaststelling van het Ontwikkelingsplan een voorbehoud betreffende het onderzoeksbeleid te maken. Een nieuw onderdeel van het toekomstig onderzoeksbeleid op de universiteit nl. het aanstellen van Assistenten in Opleiding (AIO's) werd door de raad in een afzonderlijke notitie besproken. In september 1986 wil de hogeschool beginnen met het aanstellen van AIO's. Dit zijn on-
derzoeksbanen voor pas afgestudeerden uit de eerste fase die op deze manier aan hun promotie kunnen werken. De verdeling over de faculteiten zal aan de hand van de BUWP (personeels)normen plaatsvinden. Naast onderzoek zullen de AIO's maximaal 25% van hun tijd met onderwijs belast worden. In 1990 moeten er op de KHT 120 AIO's zijn. De hogeschoolraad ging in grote lijnen accoord met de AlO-notitie. Door aandringen van de fracties VIP en Breed Front ging het CvB ermee accoord vooralsnog geen uitspraak te doen over de financiële aspecten van de invoering van AIO's. Het is mogelijk dat AIO's ook deeltijds gaan werken. Dat laatste werd vooral van belang geacht voor afgestudeerde vrouwen. Het voorstel van Breed Front om AIO's niet alleen via de traditionele onderzoekskanalen (erkende VFprogramma's, zwaartepuntprogratpma's en facultaire onderzoeksprograrrima's) aan te stellen maar ook bij groepen wier wetenschapsbeoefening van bijzonder belang wordt geacht uit oogpunt van pluriformiteit en/of maatschappelijke relevantie, werd door de raad aangenomen.
TEVREDEN Algehele lof en steun kreeg het CvB voor de rapportage Onderwijsbeleid. Op 6 december 1984 heeft de hogeschoolraad uitgebreid gediscussieerd over de lage rendementscijfers op verschillende faculteiten. De conclusie van dat decemberdebat was dat de kwaliteit van het onderwijs omhoog moet. De raad zette het CvB aan om met de faculteiten te gaan praten over de kwaliteit van hun onderwijs. Het CvB stelde van dat overleg een rapportage op. De hogeschoolraad bleek over die rapportage heel tevreden: de faculteiten zijn druk bezig met het opstellen van plannen tot ontwikkeling en verbetering van hun onderwijs, er vinden cursus-evaluaties plaats, de faculteiten ervaren het ORC nog steeds als erg positief en onderwijsjaarverslagen worden door faculteiten wel degelijk gezien als instrument ter evaluering en herijking van het onderwijsbeleid. Eenstemmigheid alom dus. Verschillende raadsleden benadrukten
Interuniversitaire sportdag Ongeveer 800 deelnemers telde het 33ste sporttornooi voor het personeel van universiteiten en hogescholen, gehouden op vrijdag 31 mei. Voor de tweede Iceer in de geschiedenis van deze interuniversitaire personeelssportdag trad de Tilburgse Hogeschool op als organisator. Overigens lukte het de Tilburgse deelnemers zelf niet om veel prijzen in de wacht te slepen. Bij de meeste sporten eindigde de KHT in de middenmoot van de 14 deelnemende teams, alleen tennis leverde een tweede plaats op. Delft werd tenslotte winnaar van de sportdag, Nijmegen werd tweede, het ministerie van O&W derde. Ook schaken (zie foto) en bridgen vormden een onderdeel van de interuniversitaire sportdag.
8
16
Strijdom
Dr. P. Strijdom (foto), de omstreden ZuidAfrikaan, kwam toch naar het colloquium van het JFK-instituut. Het TBH sprak met hem. Limburgse studenten: "Geef nou zelf toe, Maastricht is toch veel mooier dan Tilburg?"
het voorlopige karakter van de rapportage, volgend jaar kan door de raad aan de hand van de door de faculteiten ingediende onderwijsjaarverslagen pas écht geoordeeld worden over de facultaire onderwijsverbeteringen. Vooralsnog kreeg het CvB een aai over de bol. Dijkstra van Breed Front: "De 6 december-besluiten zijn door het CvB redelijk, serieus en voortvarend ter hand genomen". Nadat de hogeschoolraad accoord gegaan was met het instellen van één centrale (en niet faculteitsgewijze) organisatie voor post-doctoraal onderwijs en onderzoek en tevens ingestemd had met de notitie Vrije Beleidsruimte, waarin een uitbreiding van de onderzoekspoot naar 12 plaatsen voorgesteld werd, ging de raad over tot het vaststellen van het Ontwikkelingsplan. Zoals gezegd vinden de hierboven aangegeven ontwikkelingen op onderwijs en onderzoeksgebied hun weerslag in het Ontwikkelingsplan 1986-1990. De raad ging accoord met de hoofdlijnen van het plan. Vanuit de fracties Onafhankelijk Appèl en PLM werd nog wel betoogd dat in het plan de ontwikkeling van de diensten, het personeelsbeleid en de interne organisatie gemist werd. Schellekens van Onafhankelijk Appèl stelde dat deze zaken intern voor de KHT van wezenlijk belang zijn en derhalve in het plan thuishoren, hoe extern de functie van het plan ook moge zijn. Flohr van de PLM vond het jammer dat op een aantal punten de lange termijn nota Uitdaging en Verandering niet goed weergegeven wordt in de middenlange termijnvisie van het Ontwikkelingsplan. Het CvB zegde toe op deze punten het plan aan te vullen. De discussie spitste zich verder toe tot tekstwijzigingen die moesten voorkomen dat tezeer vooruitgelopen zou worden op nog te voeren discussies. Deze voorbehouden hadden vooral betrekking op het toepassen van het principe van de matrix-organisatie, de formulering van emancipatie-aspecten in samenhang met het personeelsbeleid en onderwijscurricula, de onderzoeksinstituten WWO'84, de professionalisering van het management op het middenniveau en de beleidsvoornemens m.b.t. de integratie tussen de subfaculteit psychologie en sociaal culturele wetenschappen. H.B.