1984 01 20

Page 1

1,3 miljard voor stimulering

informatica

Universitaire reicencentra moeten doelmatiger wericen Een financiële injectie van 1,3 miljard gulden moet Nederland in snel tempo doen overschakelen op de computer. Het Centrum voor Wiskunde en Informatica van de Universiteit van Amsterdam krijgt daarbij op wetenschappelijk gebied een belangrijke taak. Het moet uitgroeien tot 'toonaangevend centrum voor fundamenteel en toepassingsgericht informatica-onderzoek'. Verder kan het computergebruik op universiteiten en hogescholen een stuk doelmatiger worden aangepakt. Dit blijkt uit het dinsdag openbaar gemaakte 'informatica-stimuleringsplan', waarin de ministers van onderwijs en wetenschappen, economie, landbouw en visserij hun visie op de micro-electronische toekomst van ons land hebben neergelegd. De injectie is eenmalig en wordt toegediend in de jaren 1984-1988. Het grootste gedeelte komt ten goede aan de marktsector, die in totaal voor 830 miljoen gulden aan stimulansen krijgt om zijn achterstand ten opzichte van de buitenlandse concurrentie in te lopen. Het onderwijs ontvangt 267,5 miljoen om toekomstige generaties op te voeden tot computerconsument en om computerkader te kweken. In de publieke sector besteden overheid en semi-overheid al drie miljard per jaar aan automatisering: hier zal zoveel mogelijk worden uitbesteed aan het bedrijfsleven. Het wetenschappelijk onderwijs tenslotte mag tot 1989 174,5 miljoen gulden extra besteden. Naast het Centrum voor Wiskunde en Informatica krijgen ook andere universiteiten en hogescholen meer middelen voor fundamenteel onderzoek. Voorwaarde is dat de nieuw aan te stellen onderzoekers vrijwel vrijgesteld wor-, den van het geven van onderwijs. De betrokken instellingen moeten bovendien zelf hun onderzoeksinspanningen op informaticagebied met een minstens even groot bedrag verhogen. Om de Nederlandse achterstand te verkleinen gaat de overheid daarnaast tijdelijk buitenlandse onderzoekers aantrekken en Nederlandse onderzoekers uitzenden naar het buitenland. Ook het wetenschappelijk informatica-

onderzoek zal zich op de markt moeten richten, vinden de drie ministers, en wel met name daar waar ons land een kennisvoorsprong heeft. Zo willen ze een agrarisch centrum oprichten dat, in nauwe samenwerking met de Landbouwhogeschool Wageningen en het Centrum voor Wiskunde en Informatica, computerprogrannma's gaat ontwikkelen voor het landbouwkundig onderzoek. Zo willen de universiteiten en hogescholen in samenwerking met toekomstige gebruikers onderzoeksprogramma's laten opzetten die 'voor de samenleving, in het bijzonder de marktsector', van belang zijn. Organisaties als TNO krijgen de taak onderzoeksresultaten zoveel mogelijk toegankelijk te maken voor het bedrijfsleven. Zijn de vijf 'stimuleringsjaren' verstreken, dan moet het hoger onderwijs de bovengenoemde projecten en wetenschappers verder uit eigen middelen betalen, uit de normale rijksbijdrage of via opdrachten voor derden. De manier waarop het hoger onderwijs op dit moment omgaat met computers vinden de bewindslieden niet doelmatig. Aan de ene kant staan 's nachts en in de weekends kostbare apparaten ongebruikt. Aan de andere kant is er behoefte aan nieuwere, krachtigere computers. Hier zou een soort taakverdeling en concentratie uitkomst kunnen bieden. De in-

stellingen, die nu nog elk hun rekencentrum hebben, moeten in de toekomst samen 'een zeer beperkt aantal rekencentra' delen voor het transport, de verwerking en de opslag van gegevens. Terwijl de gewone rekencentra worden teruggebracht tot minimale dienstverleners op plaatselijk niveau krijgen de landelijke centra de beschikking over supercomputers. Welke centra met die taak worden belast is nog niet verkeerd, maar zij zullen gebruik maken van de SARA (het rekencentrum van de Universiteit van Amsterdam) en de Shell. Die twee worden ook nu al door sommige instellingen van hoger onderwijs gebruikt. Een dergelijke doelmatige aanpak gaat, hopen Deetman, van Aardenne en Braks, personeel sparen. En geld. Zowel de plaatselijke als de landelijke rekencentra moeten namelijk binnen vijf jaar zelfvoorzienend zijn. Ze dienen alle kosten aan alle, dus ook universitaire, gebruikers door te berekenen. Lin Tabak/U.B.

Prijs van maaltijden niet omhoog De prijs van de maaltijden gaat tot 1 september niet omhoog, de Restauratieve Voorzieningen krijgen er nog iets bij voor de personele lasten en voor het tekort dat deze twee beslissingen veroorzaken (zo'n f 41.250,-) zal in augustus een dekking worden vastgesteld. Aldus besliste de Hogeschoolraad na een uitvoerig debat waarin de gewijzigde begrotingsvoorstellen van het CvB grosso modo werden aangenomen. Augustus wordt een belangrijke maand voor de Restauratieve Voorzieningen. Dan komt het CvB met een middellang termijnperspectief om het hoofd te bieden aan de financiële problemen. De begrotingsbehandeling R.V. verliep de voorbije weken eerder moeizaam. Oorzaak van de ellende ligt in het strakke beleid van de overheid t.a.v. de universitaire mensa's. De rastauratieve voorzieningen moeten volgens de regering kostendekkend zijn. Was de financieringsgrondslag voor de subsidiëring (de U.R.V.-ratio) in 1977 nog gelegd op 1 medewerker per 250 studenten/medewerkers, in 1983 kwam die te liggen op 1 medewerker per 410 studenten/medewerkers. In het concept middelenverdeling 1984 kwam bovendien een ongunstige studententelling aan het licht. Dit concept gaat uit van het aantal onderwijsvragende studenten terwijl in het AFS voor de bepaling van het aantal ingeschreven studenten werd uitgegaan van de WORSA-ramingen en die liggen ruim duizend eenheden hoger. Door deze elementen krijgt de KHT ruim f 80.000,- (f 86.500,- volgens de HBC) minder dan aangegeven in de begroting. Hoe dit gat te vullen was onderwerp van moeizaam overleg in de KHTbestuursorganen. Via een rekenkundig foefje komt de KHT voorlopig tot een sluitende balans.

8/9

HetTiAS

Eline en Mariene zijn twee van de vijf jonge psychologen die in het kader van het steunfonds voor werkloze acadennici (het TIAS) aan de slag kunnen.

HSR: contacten met Zuid-Afrika vermijden De KHT zal in de toekomst geen financiële middelen meer beschikbaar stellen voor activiteiten met betrekking tot ZuidAf rika. Ook zal worden onderzocht of het mogelijk is om vanuit de hogeschool activiteiten van wetenschappelijke en culturele aard op te zetten, gericht op de bestrijders van de apartheidspolitiek en ter ondersteuning van de slachtoffers van, en het verzet tegen het apartheidsregiem. Dat zijn de consequenties van een motie die afgelopen donderdag in de hogeschoolraad werd aangenomen. Het College van Bestuur raadde bij monde van rector de Moor de motie af omdat bij aanname daarvan de academische vrijheid in het geding zou komen. "Ten aanzien van individuele wetenschappelijke contacten zijn wij van oordeel dat het hogeschoolbestuur deze niet kan en behoort te verhinderen. De academische vrijheid is een hoog goed, die, hoewel prudentie van eenieder daarbij gevraagd wordt, verhindert dat besturen aan personen bij de uitoefening van hun academische professie beperkingen opleggen," aldus het antwoord van het CvB op gestelde vragen. Carel van Nahuijs die de motie van de fracties Breed Front, PLM en Konstruktief toelichtte, omschreef de contacten van prof. van Veen en Prof. Bosman als formele universitaire contacten. In het geval van Veen is dat zeker het geval omdat hier gebruik werd gemaakt van middelen van de hogeschool. "Je kan je bij de beoordeling van de academische vrijheid afvragen of die vrijheid per definitie onaantastbaar is. Zijn er grenzen aan te stellen. Er zijn in de geschiedenis van de wetenschap momenten aan te wijzen die onaanvaardbare consequenties hebben gehad voor de mensheid... Je moet dus als universitaire gemeenschap zorgvuldig afwegen: waar ligt de grens van de academische vrijheid en is die grens overschreden. Ik vind van wel", aldus van Nahuijs die er nog aan toevoegde dat hij zich gesteund voelt door opvattingen die in onze volksvertegenwoordiging leven. Die heeft duidelijk gesteld dat ook wetenschappelijke contacten met Zuid-Afrika moeten worden gestopt omdat een dialoog niet mogelijk is. Rector de Moor probeerde tevergeefs de tekst van de motie nog zo te wijzigen dat daarin ook het recht op academische vrijheid werd gegarandeerd. A.B./E.V.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.