Tilburgs Hogeschoolblad - 29 april ia83 - jaargang 20 - nummer 29
Bonden en Personeelshouders overleggen met de minister
Bezwaren tegen wetsontwerp taakverdeling Zowel in het overleg tussen de Minister van Onderwijs en de bonden, het COPWO, als in het bestuurlijk overleg tussen de minister en de portefeuillehouders personeelszaken van de colleges van bestuur (OPWO) is vorige week in een eerste verkennende ronde het conceptwetsontwerp taakverdeling ter bespreking gekomen. De bonden willen in het COPWO nog geen eindoordeel geven over het wetsontwerp. Hun twijfels richtten zich vooral tegen het z.g. fusiemodel, waarin verschillende vestigingen van studierichtingen in één vestiging overgaan. In het wetsontwerp ontbreekt volgens het COPWO een bepaling dat bij voorgenomen samenvoegingen van studierichtingen overleg tussen vakbonden en het z.g. beleidsorgaan, dat in geval van f u sies wordt ingesteld, wettelijk wordt voorgeschreven. Het ministerie zegde tijdens het overleg echter toe zo'n bepaling alsnog in de wet op te zullen nemen. In het COPWO bestonden voorts belangrijke reserves over de positie van het personeel van de universiteiten en hogescholen in geval van fusies. Zo is allerminst duidelijk hoe de verhouding van het zittend personeel zal zijn ten opzichte van het beleidsorgaan. Denkbaar is dat het personeel van fuserende vestigingen van studies aanvankelijk ontslag krijgt aangezegd, waarna zij opnieuw kunnen solliciteren bij het genoemde beleidsorgaan. Een andere mogelijkheid is echter dat het betrokken personeel eerst in dienst komt van het beleidsorgaan, waarna ontslagen op basis van bepaalde criteria zoals anciënniteit, door dit orgaan worden geregeld.
Tijdens het vooroverleg bleek dat ook onder ambtenaren van het ministerie van onderwijs hierover nog interpretatieverschillen bestaan. Door het ministerie werd echter toegezegd één en ander schriftelijk te zullen uitwerken. Mede aan de hand daarvan zal het COPWO vervolgens zijn eindoordeel bepalen. Een derde punt dat in het COPWO aan de orde kwam was dat van de z.g. reorganisatiecodes, ledere universiteit of hogeschool heeft zijn eigen reorganisatiecode, waarin voorschriften staan over de te volgen procedure bij reorganisaties. De codes verschillen echter nogal. In het COPWO werd daarom bepleit om te komen tot één landelijke reorganisatiecode, die zou moeten gelden voor de taakverdelingsoperatie. Voornamelijk in het geval van fusies kunnen meerdere codes, van verschillende instellingen, tegelijkertijd in het geding zijn. Het departement overweegt momenteel of zij ook aan deze wens tegemoet kan komen. Dat de bestaande reorganisatiecodes problemen op kunnen leveren bij taakverdeling bleek ook in het bestuurlijk overleg van het OPWO. (Overleg Personeelszaken Wetenschappelijk Onderwijs) . Eén van de woordvoerders van de instellingen liet zich tijdens overleg ontvallen dat taakverdeling op enigszins grote schaal en volledig uitgevoerd volgens de huidige code "vorig jaar al had moeten beginnen, om volgend jaar tot afronding te komen". Zoals bekend moeten de instellingen volgens het wetsontwerp op 1 februari volgend jaar hun reorganisatieplan rond hebben. Ook in het OPWO bestonden bezwaren tegen het concept-wetsontwerp. Deze richtten zich allereerst tegen het onverwachte karakter ervan. Weliswaar had minister Deetman tijdens een overleg met de Tweede Kamer al aangekondig te denken aan een speciale fusiewetgeving om het verloop van taakverdeling te re-
gelen, het gepresenteerde conceptwetsontwerp was ingrijpender dan verwacht. Vooral op het punt van de bevoegdheidsverdeling tussen faculteitsraden, universiteits- en hogeschoolraden en de minister legt het wetsontwerp een veel centraler bevoegdheid bij de colleges van bestuur dan momenteel in de universitaire bestuursorganisatie het geval is. Volgens Directeur Generaal Roel in 't Veld hadden de colleges van bestuur wel degelijk op deze wetgeving kunnen rekenen. De personeelshouders PZ toonden echter groot bezwaar tegen wat als een dictaat van de minister werd aangeduid. Alhoewel In 't Veld betoogde dat de bevoegdheidsverdeling slechts een aanscherping onderging, beloofde hij toch de bezwaren bij de Minister te zullen aankaarten, in de verwachting dat deze zich "zeer ontvankelijk" zou tonen om over de bestuurlijke aspecten nader overleg te hebben met de instellingen. Bert Bakker/UP
AR eveneens tegen wetsontwerp Deetman De Dagelijkse Raad van de Academische Raad heeft op 25 april "volstrekt afwijzend" gereageerd op het wetsontwerp taakverdeling van Deetman. De Raad stelt vast dat dit wetsontwerp belangrijk verder gaat dan vroeger was aangegeven en dat het veel meer is dan een aanvulling op de W U B . Het wetsontwerp "geeft de minister een aantal nieuwe bevoegdheden die grote consequenties hebben voor de autonomie van de instellingen van W . O . en voor de verdeling van bevoegdheden daarbinnen". Het ontwerp past in deze vorm niet in de tijd waarin deregulering een beleidsvoornemen van de regering is, aldus de A.R.
Economie in Nijmegen
Voorzitter van de Academische Raad G. Brenninkmeijer, Tilburgse studentendecaan Danny Backx en AR-voorlichter G.H. Lansink aandachtig lezend in het boek "Studeren in het Hoger Onderwijs" van auteur Backx bij de persvoorstelling in Den Haag.
Aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen leven serieuze ideeën om een Ebonomische Faculteit op te richten. Zo'n faculteit ontbreekt op dit moment. Het Nijmeegse CvB streeft naar een volledige universiteit voor "het katholieke volksdeel" waar alle studierichtingen vertegenwoordigd zijn. "Een van de gevolgen van dit streven is dat wij voornemens zijn voorbereidingen te treffen voor de instelling van een faculteit der Economische Wetenschappen. Gedacht wordt aan een faculteit van bescheiden omvang met sterke aandacht voor de nonprofit-sector. Samenwerking met zowel de KHT als de LH-Wageningen zal daarbij zoveel mogelijk nagestreefd w o r d e n " , aldus het Nijmeegse CvB in het afgelopen dinsdag aan de universiteitsraad gepresenteerde ontwikkelingsplan '84-'85.'
Geldigheidsduur tentamens Economiestudent Koppend kreeg gelijk van het College van beroep examens. Het overdoen van de hele propedeuse op grond van een of enkele onvoldoendes is onwettig. De geldigheidsduur van bepaalde tentannens naoet tenminste gelijk zijn met de maximale inschrijvingsduur voor de propedeuse van twee jaar, aldus een uitspraak van het Tilburgse College van beroep. Afvaiverwericing De provincie NoordBrabant is samen met de KHT en THE bezig met een onderzoek voor een afvalstof fenplan. THB-verschijning Naar aanleiding van Hemelvaartsdag en Pinksteren komt het Tilburgs Hogeschoolblad niet uit op 13 en 27 mei.
Voorlopige uitslag verkiezingen 1983 Ook dit jaar weinig schokkende feiten in de verkiezingsuitslagen. In de Hogeschoolraad komt er een kleine verschuiving naar rechts: de nieuwe lijst Onafhankelijk Appel krijgt nu zeven zetels, dat is één zetel meer dan de club onafhankelijken in de huidige samenstelling. Deze zetelwinst gaat ten koste van Breed Front. PLM, PSF en Konstruktief blijven op dezelfde sterkte. De opkomst van de studenten voor de HSR was een fractie lager dan die van vorig jaar (1983: 39,0% / 1982: 39,5%). De opkomst van de studenten voor de faculteitsraden haalt ongeveer het niveau van vorig jaar. De met opheffing bedreigde econometristen gingen massaal ter stembus (70%, tegenover 57% in 1982). Deze gegevens zijn voorlopig en dus nog voor wijzigingen vatbaar.