Van de
fllburgs Hogeschoolblad - 21 januari 1983 - jaargang 20 - nurnmer 17
College- en inschrijfgeld naar de 4000 gulden De toekomstige college- en inschrijfgelden die in de onlangs openbaar gemaakte plannen van het ministerie van O en W voor een nieuw studiefinancieringsstelsel op 4000 gulden komen, zullen naar draagkracht worden geheven. Studenten met ouders die 1.25 maal het belastbaar minimumloon verdienen hoeven maar twintig procent daarvan te betalen via een rentedragende lening. De rest wordt hen geschonken. Naarmate de ouders meer dan 1.25 keer het minimum verdienen wordt het giftpercentage van 80% lager. Is hun inkomen 2,5 maal het belastbar minimumloon dan moet de student de volledige studiekosten van 5250 gulden zelf opbrengen wat mogelijk is via een rentedragende lening. Voor alle studenten boven de achttien jaar geldt in het nieuwe systeem dat ze een beurs krijgen los van het inkomen van de ouders die overeenstemt met 80 procent van de huidige bijstandsuitkering. De aanvullende 20 procent kan ook weer rentedragend worden verleend. Bij nadere lezing van het uitgelekte concept bleek ons dat die beurs volledig uit gift bestaat en dus niet zoals in het bestaande stelsel uit een giftgedeelte en een renteloos voorschot. Toch kunnen de studieschulden in het meest ongunstige geval behoorlijk oplopen en de ton schuld aan het eind van de studie die door sommige woordvoerders van de studentenbonden wordt gevreesd is niet helemaal uit de lucht geplukt. Een reken voorbeeldje: een uitwonende student moet wil hij op het bijstandsnivo komen, jaarlijks gemiddeld zo'n 2140 rentedragend lenen voor z'n levensonderhoud en, als hij goed verdienende ouders heeft, ongeveer 5000 gulden aan studiekosten. Dat maakt samen / 7140. Tel
daar de rente op marktnivo (stel 10 procent) op en je komt op bijna 8000 gulden schuld het eerste jaar. Het tweede jaar van zijn studie betaalt hij echter rente over 16.000 gulden. Na zes jaar kom je dan op zo'n 66000 gulden schuld. De aflossing na afloop van de studie gaat in annuïteiten over 15 jaar. Dat betekent een aantal gelijke gedeelten schuldaflossing met een in de tijd oplopend aflosgedeelte en een afnemend rentedeel. Een student met minder rijke ouders komt minder in de schuld te zitten en de student wier ouders 1.25 maal het minimumloon verdienen komt op zo'n 60.000 gulden die hij in totaal aflost. Nu is er wel een regeling bedacht waarbij de afbetaling wordt afgestemd op de draagkracht van de afgestudeerde. Naarmate hij meer verdient moet hij een hoger percentage van zijn inkomen gaan besteden aan het afbetalen van zijn schuld. Verdien je het minimumloon dan betaal je slechts 5 procent van je nettoinkomen: 850 gulden. Verdien je modaal dan stijgt het percentage tot 8,9 procent: 1960 gulden. Verdien je 2 keer modaal dan komt het percentage zelfs op 18.3 procent: 7470 gulden per jaar en wordt je inkomen 4 keer modaal dan ga je maar liefst 27.570 gulden per jaar aflossen: 41.8 procent.
Het systeem voorziet ook in kwijtschelding. Stel dat je na 15 jaar nog lang niet alles hebt afgelost omdat je maar weinig inkomen had dan wordt het restant kwijtgescholden. Als je er even vanuit gaat dat de gemiddelde academicus na het afstuderen de eerste 15 jaar modaal tot twee keer modaal gaat verdienen dan zal hij 15 jaar lang maandelijks een bedrag moeten aflossen dat oploopt van pim. 175 tot 660 gulden per maand. Geen leuk vooruitzicht. In het nieuwe stelsel ontstaan behalve door het verschillende beroep dat studenten op hun ai dan niet rijke ouders kunnen blijven doen, ook inkomensverschillen als gevolg van leeftijd. De koppeling aan de bijstandsuitkeringen betekent namelijk dat een 18-jarige student voor z'n levensonderhoud minder krijgt dan een 23-jarige. Zo krijgt de 18-jarige uitwonende student 620 gulden aan beurs en de 23-jarige 860. Voor de thuiswonende student zouden die bedragen 310 en 450 zijn. Het ministerie heeft de percentages van beurs-, gift-, en rentedragende delen zo gekozen dat het systeem als geheel het Rijk geen cent meer kost dan het huidige beurzenstelsel. Ambtenaren van het ministerie van Financieèn betwijfelen echter of het nieuwe systeem inderdaad evenveel kost en of het rentedragend gedeelte niet omhoog moet. vervolg op pag. 11
5 He* Informatiecentrum in gebouw N is er voor U. Behalve deze twee dames vindt U er alles wat U allang wilde weten over studiefinanciering, kinderbijslag, e t c , maar nooit durfde vragen. 4 Posjet Uit Het eens zo swingende trefcentrum bestaat niet meer. Een stukje alternatieve KHTgeschiedenis verdween. 9 / 1 0 ^® verlciezingen naderen. Een eerste bijdrage over zin en onzin van het zetelen in de Hogeschoolraad. Een gesprek met voorzitter en griffier van de Raad.
Samenwerking rekencentra KHT en THE van de baan De samenwerking van de rekencentra van de TH Eindhoven en de Tilburgse Hogeschool lijkt definitief van de baan te zijn. Dat blijkt uit de beraadslaging in de Hogeschoolraad van 14 januari over de samenwerking. De raad had geen problemen met de brief van het Tilburgse College van Bestuur gericht aan het Eindhovense College, waarin wordt aangekondigd dat de KHT gaat uitzien naar andere mogelijkheden om de eigen rekenbehoefte veilig te stellen. De KHT wil zich nu eerst tot het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen wenden. In het THB van 12 november j . l . werd al bericht dat de samenwerking van de beide rekencentra in een patstelling verkeerde. Eindhoven wilde cóute que cóute gaan samenwerken om in elk geval op tijd aan de vervanging van de centrale computer, de Burroughs 7700, te kunnen beginnen. Tilburg meende echter dat met de keuze van een apparaat al tè veel de mogelijkheden voor de samenwerking zouden worden vastgelegd. Het Tilburgse College hamerde vooral op het oprichten van een stichting om de samenwerking vorm te geven. Beide instellingen zouden in deze stichting een gelijke beslissingsbevoegdheid krijgen. Eindhoven was inmiddels al aan de slag gegaan om de vervanging van de B 7700 voor te bereiden. Bij 't bestuderen van de Eindhovense documenten over deze vervanging kwam het Tilburgse College tot
de conclusie dat de gemeenschappelijke vervanging van de twee centrale computers van de beide instellingen niet met succes te realiseren zou zijn. "De gemeenschappelijke voorziening in EindhoTHE de/(l(en ell<aar zo weinig dat een gemeenscfiappe/i/k voorziening in Eindhoven een eigen mainframe (centrale computer) aan de KHT niet overbodig maakt en derhalve nauwelijks voordelen biedt", schrijft het Tilburgse College in een brief van 12 januari aan Eindhoven. Daar komt bij dat het gebruik, het onderhoud en de gebruikersondersteuning niet of nauwelijks door KHT-medewerkers kunnen worden verzorgd. "Deze risico's wegen niet op tegen de eventuele louter financiële voordelen van het uitsparen van een mainframe in Tilburg", aldus het Tilburgse CvB. vervolg op pag. 7