Rita een populaire, koffiedrinkende dikke dame zal het waarschijnlijk helemaal eens zijn met de handtekeningenaktie onder de avondstudenten aan de KHT. Zij eisen, terecht, betere koffie, goedkopere koffie en meer plaatsen waar het bakje troost naar binnen kan worden gegoten. Pag. 2.
Beleidsnota universitair onderzoel( moet duidelijice beleidsvisie geven Uiterlijk in april 1979 komt er een beleidsnota over het universitaire onderzoek. Minister Peijnenburg heeft dat maandag toegezegd in de vergadering van de Vaste Kamerkommissie voor het Wetenschapsbeleid, waarin het wetenschapsbudget voor 1979 werd besproken, De beleidsnota zal zich niet beperken tot de struktuur van het onderzoek, maar een duidelijke beleidsvisie moeten geven. De samenwerking tussen het universitaire en het buitenuniversitaire onderzoek wordt bekeken, alsook de verdeling van de geldstroom. Verder komt de positie van de wetenschappelijk onderzoeker in beschouwing. Vragen als: in welke richting ontwikkelt zich de opleiding, hoe sluit het werk daarop aan, welke motivatie eisen de maatschappelijke vraagstukken en hoe staat het met de mobiliteit, zullen daarbij centraal staan. De nota komt tot sand in interdepartementaal overleg tussen de departementen van Onderwijs en Wetenschappen, Landbouw, Financiën en Wetenschapsbeleid. Minister Peijnenbxirg was over het universitaire onderzoek aanzienlijk tevredener dan het kommissieUd Dees ( W D ) , dat zijn bekende litanie aanhief over het ,matig ontgonnen gebied' van het universitaire onderzoek en de noodzaak van een gedegen onderzoek n a a r de kwaliteiten daarvan. Ook de CDA-afgevaardigde Lansink had gevraagd naar het regeringsbeleid, gezien ,de
heroriëntatie waaraan het historisch gegroeid patroon van onderzoeksinstituten toe is'. De algemene beschouwingen rondom het wetenschapsbudget kenmerkten zich afgelopen m a a n d a g door een bezorgde toon over wat de minister, ondanks zijn recente taakverruiming, met zijn wetenschapsbeleid kan bereiken. Vooral de socialist Voortman bereed met verve
Zondag 22 september waagde Trefcentrum Posjet een grootscheepse poging om uit de rode cijfers te l(omen. Rob Robbesom van Posjet noemde de opkomst als verwacht. Tussen de 600- en 700 bezoekers werden gËteld. Hij vond het doel „een farce geworden, dat was meer een leus. Na één zondag kun je niet uit de schulden zijn. Toch zijn we weer een eind in de goede richting." De positive reakties waren niet van de lucht en er bestaan plannen om dit festival meerdere malen te gaan herhalen. „Maar de dreiging zal wel blijven", aldus Rob.
zijn stokpaard, dat de fundamentele zwakte van het wetenschapsbeleid is gelegen in het feit, dat de ,bulk' van het onderzoek buiten zijn greep blijft. Lukt het de bewindsman werkelijk zoiets als nationale onderzoeksprogramma's op gang te houden? Zijn er organisatorisch-financieel resultaten te besspeuren? Presteert de minister bij het voorbereiden van de begrotingen der vakministers veel meer dan aan de telmachine te zitten? Heeft hij wel voldoende oog voor de kleine details? Voortman kon het in ieder geval niet xiit het wetenschapsbudget halen. Zijn fraktiegenoot Klein noemde het ,een primitieve hoop' in het wetenschapsbeleid op het bedrijfsleven te vertrouwen: „Wat goed is voor General Motors, is goed voor de Verenigde Staten." „Het bedrijfsleven", z«i Klein, „wordt primair bestuurd door externe faktoren. De centrale overheid moet het risiko van bepaalde research zelf op zich nemen. Als Peijnenburg denkt dat er een minister voor innovatie In plaats van een minister voor wetenschapsbeleid is benoemd, m a a k t hij zich er met een Jantje van Leiden van af. Volgens Klein is het funest dat in het beleid van de minister van Ekonomische Zaken geen spoor is terug te vinden van begrip voor onz* eigen taak van de overheid. „Als we zo doorgaan, wordt de industrie trendzetter voor de maatschappehjke ontwikeling." Klein kondigde aan met een motie in de Kamer te komen, waarin de regering zal worden uitgenodigd binnen drie maanden voorstellen te doen over de toepassing van microprocessors op grote schaal, met het oog op de gevolgen voor de werkgelegenheid. Op de vraag n a a r zijn visie op het wetenschapsbeleid, antwoordde Peijnenburg, zijn doelstellingen te zien als een afgeleide van de maatschappelijke ontwikkeUng. De kritiek is altijd dat de wetenschap te weinig op de relevantie is gericht. Zijn ideeën over innovatie denkt hij te gebruiken om n a a r energie- en grondstofbesparende technieken te zoeken. Dat betekent volgens de bewindsman echter niet dat de aandacht voor andere dan innovatietechnieken verslapt is. B. K./Utrecht/GUPD verschijnt wekelQks
Alom protest aan de hogeschool. Vorige week woensdag en donderdag roerden zich de sociologen. Inzet, de zo gewraakte diskussienota ,Vakgroepindeling van de Subfakulteit'. Uitslag, de vakgroepreorganisatie gaat de diepvries in. Pag. 5.
Sake
rijzende zon, rijzende Yen en mysterieuze arbeidsverhoudingen ziedaar het gemiddelde beeld van Japan in de buitenlanden. Een aantal hogeschoolmedewerkers gingen er op initiatief van de Subfakulteit der Sociaal-Kulturele Wetenschappen eens een kijkje nemen. Edie Vaes licht met hen een tip op van de sluier. Pag. 3.
Pemo met slechts één stem tegen ging de raad van de Ekonomische Fakulteit akkoord om dr. J. Glombowski voor te dragen ter benoeming tot lektor. Een minimaal alternatief vond de raad. Pag. 4.