Riemen tilburgs hogeschoolblad 29 september 1978 jaargang 16 - nummer 6
Uitgangspunten voor Jetteren' reeds geformuleerd
Meerjarenafspraken ondertekend Tijdens een korte plechtigheid zijn dinsdag 26 september in Scheveningen de Meerjarenafspraicen 1979-1983 tussen minister Pais en alle WO-instellingen - op de Amsterdamse GU en de Nijmeegse KU na - ontertekend. De universiteiten en hogescholen weten nu aan welke financiële middelen ze zich tot 1983 te houden hebben: globaal kan men zeggen dat met gelijkblijvende middelen tegen 1983 25% meer studenten moet worden opgevangen. De pijn zal vooral geleden worden bij de bèta-richtingen, waar middelen vrijgemaakt zijn ten behoeve van de alfa-richtingen, die zich in een grotere belangstelling kunnen verheugen. De afspraken zijn voor bijstelling vatbaar: jaarlijks zal bezien worden of de ontwikkeling van de studentenaantallen, de onderzoektaak op de financiële middelen daartoe aanleiding geven. De middelen waarop de Katholieke Hogeschool min of meer k a n rekenen lopen op van 47,1 miljoen gulden in 1979 tot 55 miljoen in 1983. (4,8 miljoen daarvan is bestemd voor Letteren). Deze bedragen zijn bestemd voor respektievelijk 593 en 666 manjaren. De hogeschool is vrij om meer formatieplaatsen toe te kennen als ze erin slaagt de gemiddelde personeelslast terug te dringen of een hoger vakaturepercentage aan te houden. (Het aantal formatieplaatsen voor 1978 bedraagt 599; als men rekening houdt met een vakaturepercentage van 4%, worden 573,9 manjaren vervuld). Het aantal manjaren zal in 1983 dus met 92,1 toegenomen zijn ten opzichte van 1978. Het leeuwendeel (56,3) daarvan gaat n a a r de voorziening in de letteren, die in 1980 moet starten. De rest is voor de juristen (19,1), sociale wetenschappen (5,7) en de Centrale Interfakulteit (11), die in 1979 moet starten.
Onderzoek achteruit Voor 1983 worden 4000 onderwij svragende studenten verwacht (is n u 3000). De aantallen eerstejaars blijven bijna konstant, gaan zelfs iets achteruit. Worden voor 1979 nog 962 eerstejaars verwacht, in 1983 zijn dat er 950. Letteren en filosofie (CIF) zijn hier buiten beschouwing gelaten. De meerjarenafspraak bevat ook cijfers over de onderzoektaak. De hogeschool heeft beloofd ernaar te streven dat in 1979 101 manjaren a a n onderzoek worden besteed en in 1983 zouden dat er 94 moeten zijn:
19 voor het alfa-cluster (letteren en wijsbegeerte) en 75 voor het gamma-cluster. Die achteruitgang wordt verklaard door de sterke stijging van het aantal studenten (van 3000 n a a r 4000), die van de wetenschappelijke staf (van 287 n a a r 312). Jaarlijks moet de instelling rapporteren over de onderzoekaktiviteiten. In het rapport moet een overzicht staan v a n de publikaties van wetenschappelijk personeel, zoals tijdschriftartikelen, proefschriften en boeken. De meerjarenafspraken geven nog geen uitsluitsel over de bouw. Vast staat wel dat de a a n v r a a g over de 4300 m^ nieuwbouw voorlopig niet gehonoreerd zal worden. Daaraan is de bezuinigingsdrift van het kabinet debet. Hoe het bedrag dat d a a r a a n ontsnapt is, zal worden besteed, maakt minister Pais vóór 1 november bekend. De hogeschool hoopt dan wat ter beschikking te krijgen voor een verbouwing van bestaande ruimtes, zodat de ergste nood gelenigd wordt. Ondanks alle geluiden over bezuiniging stonden de gezichten van de Tilbxirgse vertegenwoordigers, drs. J. Verster en drs. H. Hopman, betrekkelijk opgewekt, toen zij h u n handtekening plaatsten onder de meerjarenafspraak. Het stuk betekent immers een beslissende stap in de uitbouw van de hogeschool tot een volwaardige WO-instelling. In 1980 kunnen n u de eerste letterenstudenten worden opgenomen. Tijdens de parlementarie behandeling van de wetswijziging die de in-
stelling van een Centrale Interfakulteit en de inkorporatie van de Theologische Fakulteit mogelijk maakte, heeft Pais al laten weten dat er geen middelen zijn voor een volledige letterenfakulteit. Aan de andere k a n t wees de hogeschool erop dat de door Pais voorgestelde ,studierichtLng algemene letteren' een onding was. De partijen hebben n u afgesproken dat voortaan gesproken wordt over ,een voorziening in de letteren' en dat de hogeschool zelf met voorstellen zal komen hoe men zich zo'n voorziening voorstelt.
Art. 40 van de WUB is stof voor een dik boek van prof. Verpaalen. Zij die het gelezen hebben beweren dat het boek zeer de moeite van het lezen waard is. „Het leest haast als een roman" is een stoplapperige, maar hier wel terechte opmerking, zegt men. Lees, voor je naar de boekhandel rent, het artikel op pagina 5.
Letteren Een eerste formulering van de uitgangspunten voor het ontwikkelingsproces van ,letteren' is inmiddels al gepubliceerd door het Kollege van Bestuur. Het kollege stelt vier zaken voorop: - de voorzieningen zullen niet het karakter krijgen v a n een traditionele en volledig uitgebouwde letterenfakulteit; - het kurrikulum zal gebaseerd zijn op een kursusduxir tot het doktoraalexamen van vier jaar, gevolgd door voor de daartoe in aanmerking komende sudenten toegankelijke postdoktorale opleidingen, namelijk een lerarenopleiding, een researchopleiding en andere meer gerichte opleidingen; - er wordt gestreefd n a a r intensieve samenwerking met het HBO, in casu de Katholieke Leergangen; - de voorzieningen in de letteren worden ondergebracht bij de Centrale Interfakulteit, m a a r de hogeschool blijft streven n a a r een zelfstandige letterenfakulteit. De letterenstudie zal zich vooral koncentreren rond de algemene taalwetenschap en de algemene literatuurwetenschap. Via de postdoktorale opleiding zou de student vervolgens een eerstegraads bevoegdheid Frans, Nederlands of Engels moeten kunnen behalen. Voor de doktoraalexamens ware te denken aan kursussen algemene taalwetenschap en literatuurwetenschap, terwijl de studierichtingen Nederlands, (Vervolg op pagina 4) sdujnt wekelij!
yi
en de andere .bullen' vragen meer samenwerking tussen het HO en het bedrijfsleven, ten bate van de regionale werkgelegenheid. Op pagina 3.
Zelfhulp in zijn huidige vorm, ontstond in de jaren zestig in de Verenigde Staten. Later sloeg de vonk onder meer over naar Nederland. Twee Tilburgse sociologen verzamelden een berg aan informatie over dit thema. Informatie die gebundeld werd in een boek met als titel .Zelfhulp, een nieuwe vorm van hulpverlening'?
Bulkhuisen zelve maakte onlangs bekend dat hij in zijn toekomstige doen en laten gekontroleerd zal worden door een bijzondere Raad van Toezicht, in het leven geroepen door de Rijksuniversiteit Leiden. Hij deed dat in een toelichting op zijn fel omstreden plan voor bio-sociaal onderzoek onder kriminelen. Cees Brinkhuizen was erbij. Pagina 9.