Goldschmidt beperkt nevenfunkties drastisch i
Openbaarheid bijverdiensten vereist
Als Van Kemenade terugkeert als minister van Onderwijs valt er een stringente regeling te verwachten van het bekleden van nevenfunkties door hoogleraren en lektoren. Openbaarheid van bijverdiensten wordt daarbij een vereiste. Over de bestemming van de bijverdiensten moet een regeling getroffen worden, niet alleen met de gemeenschap, maar ook met medewerkers die het universitaire werk dat blijft liggen, moeten opknappen. Dat valt op te maken uit de brief die de demissionaire bewindsman het Tilburgse Kollege van Bestuur heeft gezonden samen met zijn antwoord op de vraag van de Kamerleden Dolman, Drenth en De Graaf of prof. dr. H. O. Goldschmidt zijn werk als hoogleraar in de Leer van de Bedrijfsorganisatie niet te zeer verwaarloost ten gunste van zijn talrijke nevenwerkzaamheden. De aandacht op zijn ambtsvervulling was getrokken door een artikelenserie in ,Vrij Nederland' over de Stichting Samivoz, waarvan Goldschmidt sekretaris-penningmeester is. Van Kemenade heeft de Kamerleden en het Kollege van Bestuur laten weten dat er volgens hem alle aanleiding bestaat Goldschmidt te vragen zijn aantal nevenfunkties binnen de perken te brengen. Inmiddels heeft Goldschmidt het verzoek van het kollege niet afgewacht en aangekondigd dat hij zijn aantal nevenwerkzaamheden ,drastisch' zal beperken. Bovendien heeft hij laten weten zich terug te trekken als erepromotor van drs. i. de Pous, die 24 november een eredoktoraat van de Tilburgse Ekonomische Fakulteit zal ontvangen. Het Kollege van Bestuur heeft van de minister een gevoelige tik op de vingers gehad. Begin september had het kollege geantwoord op een verzoek om inlichtingen over Goldschmidt, afkomstig van staatssekretaris Klein, dat vragen n a a r de hoogte van de bijverdienste in strijd met de beschreming van de privacy was. Van Kemenade schrijft nu: „Bovendien wijs ik er met klem op dat ik uw stellingname met betrek-
king tot het verstrekken van inlichtingen omtrent de bijverdiensten van hoogleraren en lektoren niet aanvaardbaar acht. Het gaat hier immers om funktionarissen die door de gemeenschap voor de vervulling van een volledige dagtaak worden gehonoreerd en waarbij mag worden aangenomen dat omvangrijke nevenwerkzaamheden de uitoefening van die dagtaak beperken, respektievelijk de lasten daarvan op anderen
Afgelopen dinsdag boden medewerkers en studenten van het Fiskaal Instituut Tilburg (FIT) een petitie aan voorzitter Verster van het Kollege van Bestuur aan. Inzet: het voortbestaan van de aparte FIT-bibliotheek, die volgens het kollege, samen met de boekerijen van het Instituut voor Ontwikkelingsvraagstukken en het John F. Kennedy Institute, zou moeten verdwijnen (zie THB 12, 4 november 1977).
doet neerkomen. Ik acht het dan ook volstrekt redelijk dat met betrekking tot de bestemming van die bijverdiensten met de gemeenschap en die eventuele extra-belaste derden regelingen worden getroffen. Daartoe is openbaarheid van die bijverdiensten vereist." De minister voegt d a a r aan toe dat hij in het licht van een redelijke lastenverdeling en van een verantwoorde besteding van gemeenschapsgelden een beroep op de privacy van betrokkenen niet op zijn plaats vindt. Hij besluit zijn brief met de opmerking dat hij op de problematiek van de nevenwerkzaamheden nader terugkomt. In zijn antwoord op de vraag van de kamerleden wijst Van Kemenade erop dat de hoogte van de vergoedingen voor nevenwerkzaamheden op zich geen kriterium vormt voor het verlenen van de vereiste vergunning. Evenals het Kollege van Bestuur gaat hij er van uit dat in het algemeen bepalend dient te zijn of de hoofdfunktie niet in het gedrang komt en of het algemeen belang, dan wel het dienstbelang van zo een funktie profiteren. Daarbij tekent hij wel aan dat zijn voormalige staatssekretaris Klein d a a r anders over denkt. Behalve de omvang van de nevenwerkzaamheden wil hij h u n aard mee laten spelen in de beoordeling. De aard zou namelijk het belang van de fakulteit kunnen schaden: „ledere betrokkene zal zich uit dien hoofde er bij voortduring rekenschap van moeten geven, of kontinuering van die nevenfunk(Vervolg op pagina 2) wekelij l i l
Karikaturen van hoogleraren en ander wandelend meubilair van de KHT, tentoongesteld rond de vijftigste verjaardag van deze instelling. Verder: schaken, Greco, eredoktoraten, de kardinaal én de koningin, lezingen, muziek, eten en drank. Teveel om op te noemen. Toch staat het allemaal bij elkaar op de pagina's 8 en 9.
Stage lopen praktijkervaring opdoen? „Vloeren aanvegen", weten veel oud-stagiairs te vertellen. Mede geïnspireerd door het feit dat met stagiairs nogal eens de vloer wordt aangeveegd sloegen de ministers Boersma en Van Kemenade de handen ineen. Op pagina 5 een weerslag van de ministeriële arbeid - die deze week al weer door de NW-jongeren in de grond werd geboord - en het kommentaar vanuit de KHT.
tussen de kollegebanken. Een mijmering over de zachte sektor aan de Erasmus Universiteit: pagina 8 en 9.