Goldschmidt
De gevolgen van een proefschrift
Riooljournalistiek, zegt Bannink. Als het werk maar gedaan wordt, zegt het Kollege van Bestuur. Maar als de vervulling van nevenfunkties eindelijk geregeld is, bekijken we of er geen aandrang op prof. Goldschmidt moet worden uitgeoefend om wat kalmer aan te doen, voegt het kollege daaraan toe. Pagina 3.
De wetenschappelijk onderzoeker moet maar al te vaak lijdzaam toezien dat zijn produ^en niet veel meer dan een plaatsje op de al overvolle boekenschappen weten te bewerkstelhgen En richt hij zich al eens uitdrukkelijk met ,enige aanbevelingen voor het beleid' tot de beleidsmakers, dan resuleert ook dat te vaak in niet meer dan een extra plaatsje: de notehouen burola. De Groningse kriminologe Margo Andriessen nam daar geen genoegen mee en wist haar wetenschappelijke waar op een bijzondere en onontkoombare wijze in ,de praktijk' te droppen. Terwijl op h a a r vakgebied vorig jaar de Amsterdamse politie-psycholoog cfr. Fons Denkers promoveerde op een uiterst pessimistisch proefschrift uitsluitend over de invloed van het kriminologisch onderzoek op de alledag-praktijk van het strafrecht, was Margo Andriessen bezig met de afronding van h a a r kriminologisch proefschrift. „Kijken bij de kinderpolitie", heette het, want het was gebaseerd op een participerende observatie bij een aantal kinderpolitieafdelingen. Eén konklusie sprong eruit: Door het ontbreken van elke opvang van de jongste politieklantjes beginnen deze dikwijls onnodig een kriminele karrière. Met kracht van argumenten (onder andere door een vergelijking met de situatie in Amerika) wist ze aan te tonen, dat die opvang broodnodig was. Ook h a a r ,aanbevelingen voor het beleid' waren niet mis te verstaan. Maar omdat noch Margo Andriessen, noch het Kriminologisch Instituut Groningen vanwaaruit ze h a a r onderzoek verrichtte, er veel vertrouwen in hadden dat de beleidsmakers iets met de konklusies zouden doen, besloten ze de konklusiesop-papier zelf in praktijkdaden om te zetten. Het instituut wist wat experimenteer-geld te vinden en zette daarmee in Groningen een opvangcentrum op poten. Een pand werd gezocht, twee stafkrachten aangetrokken en de inmiddels gepromoveerde Margo Andriessen werd half time als koördinator aangewezen. Tegenover het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen was de aktiviteit te verantwoorden als een vervolgonderzoek voor de duur van ongeveer twee jaar. Ondertussen draait het centrum n u dik een half jaar en heeft in die korte tijd al duidelijk weten te maken, dat de opvangbehoefte die in het proefschrift van Margo Andriessen werd aangetoond, van een onontkoombare realiteit is. De theoretische term ,signaalwaarde van het deukt' is in de praktijk een
->
stuk helderder geworden. Margo Andriessen: „Wanneer jongeren met de politie in aanraking komen dan is er vaak iets anders aan de hand. Als dat politiekontakt met een sisser afloopt, dan wordt er met die signaalwaarde van het deukt niets gedaan. Maar ook als ze ingesloten worden, dan is er in ons strafrechtelijke systeem geen instantie die zich intensief met de begeleiding bezig houdt".
Selektiviteit De kontakten met de jonge politieklantjes kunnen worden gelegd omdat de politie h u n adressen doorgeeft en zelfs folders over het opvangcentrum aan de opgepakte jongeren verstrekt. Het opvangcentrum (met de naam RBS 38, n a a r het adres Radebinnensingel 38) werkt
enerzijds op een wijze als van de alternatieve hulpverlening, m a a r onderhoudt tegelijkertijd intensief kontakt met de justitiële autoriteiten. Het is een bewuste keuze voor - wat onder de hulpverleners heet - ,vuile handen maken'. Juist door het intensieve kontakt met Justitie hoopt RBS 38 zoveel mogelijk jongeren uit de justitiële molen te houden, „simpelweg omdat niemand er beter van wordt". De door de politie geleverde klandizie komt bijna uitsluitend uit de .kansarme' milieus. En juist daarin ligt een van de belangrijkste redenen waarom het Kriminologisch Instituut Groningen zelf het experiment ter hand heeft genomen. Veel van het onderzoek v a n het instituut heeft namelijk betrekking op de ,selektiviteit' van de justitiële molen; het onderzoek n a a r het verschijnsel (vervolg op pagina 2)
De kraker doet het steeds vaker! Een kreet uit de zestiger jaren die in Tilburg weer volop wordt gehoord. De jongerenhuisvesting zou sinds het verschijnen van de roemruchte nota-Van Dam eens grondig worden aangepakt De balans in Tilburg na twee jaar: lange wachtlijsten, kraakakties en langs elkaar heen pratende instanties. Lees de middenpagina's.
Sociale dienst is geen pretje. Niet voor de kliënt en niet voor de ambtenaar. De GSD-kliënten staan vaak voor enorme problemen, terwijl de GSD niet in staat is op de daaruit voortvloeiende hulpvraag in te springen. Een IVA-studie. (Zie pagina 5).
Sex en karate Vanuit het Kriminologisch Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen werd een opvang voor de jongste politieklantjes op poten gezet. Voor het instituut simpelweg de konsekwentie van een promotie-onderzoek. (Foto Freddy Rikken)
dat is het wat de Tilburgse filmliefhebber straks overblijft als het faillissement over de filmliga eenmaal zal zijn uitgesproken. Een staaltje provinciaal beleid op pagina 9.