o r voor C-II . de LeeuK Jen, telefooi
tilburgs hogeschoolblad jaargang 12 - nr. 3 - 20 september 1974 in dit nummer: Studenten worden niet weggestuurd (p. 2) KH en miljoenennota (p. 3) Korrespondentie over nieuwbouw psychologie (p. 4) Personeelsproblemen Buro Kommunikatie (p. 5) KvB gekapitteld (p. 7) Veel studenten doen aan sport (p. 8 en 9) Maranatha over rektorale rede (p. 12)
Tilburg vecht voor lettarenfakulteit De strijd om de zevende letterenfakulteit - waarvan minister Van Kemenade enkele maanden geleden nog betwijfelde of hij er wel moet komen - is de vorige week hoog opgelaaid. De twee kemphanen zijn de Rotterdamse Erasmusuniversiteit Cwij wiUen geen konkurrentie met Tilburg; als wij onze drie gevraagde studierichtingen m a a r krijgen") en de KathoUeke Hogeschool Tilburg („Rotterdam zit wel degeUjk in een konkurrenttepositie met Tilburg! bovendien negeert het kapaciteitsproblemen"). Op 11 september is door de Erasmusuniversiteit het vierdelig rapport „Letteren in Rotterdam" a a n staatssekretarls Klein aangeboden. In de inleiding schrijven de opstellers, de kommissie Van Maarseveen, met betrekking tot h a a r „versnipperde rapportage" onder meer in een dwangpositie te zijn gebracht omdat h a a r werd meegedeeld dat het rapport van de Tilburgse werkgroep „Letterenfakulteit Tilburg" in januari 1974 bij de Akademische Raad aanhangig zou worden gemaakt. De Rotterdamse kommissie slaagde er slechts in de deelrapporten betreffende ge-
schiedenis en algemene kunstwetenschap vóór dat tijdstip uit te brengen.
„Geen volledige letterenfakulteit" In het algemene gedeelte, dat thans met het nog resterende deel over taalwetenschap aan de rapportage is toegevoegd, verklaart de Erasmusuniversiteit met nadruk dat het geen volledige letterenfakulteit wenst. Aan een zevende letterenfakulteit bestaat uit landelijk oogpunt geen dringende behoefte vindt men
Konflikten rond Utrechts universiteitsblad Rond het onafhankelijke Utrechtse Universiteitsblad en zijn hoofdredakteur drs. Willem Kuipers (Neerlandikus en vroeger Volkskrant-journalist) heeft zich de afgelopen weken een fors konfUkt afgespeeld. De inzet van het konflikt was formeel de omzetting van het tijdelijk dienstverband van de hoofdredakteur in een vast dienstverband, maar feiteUjk ging het om de redaktioneel-onafhankeUjke en journalistieke koers die het Utrechts Universiteitsblad sinds twee jaar onder leiding van drs. Kuipers is ingeslagen. Op het moment Ujkt het erop, dat de onafhankelijkheid van het universitaire weekblad niet meteen zal worden prijsgegeven. Dat is dan vooral te danken a a n de Universiteitsraad in de Domstad, die het negatieve oordeel van de redaktieraad niet wenste over t e nemen en een kommissie van goede diensten
tr
6 september 1974
jaargang 6
benoemde ter oplossing van het gerezen konflikt. Al geruime tijd hadden de Utrechtse universiteitsbestuurders direkt en indirekt laten blijken m a a r niet te kunnen wennen aan een vrije pers onder leiding van drs. Willem Kuipers in hun instelling. Ze verlangden terug n a a r de tijd dat voorlichter dr. A. van der Meiden een dor-
in Rotterdam. „Noch de bevolkingsprognoses, noch de huidige situatie indiceren daartoe", aldus het rapport. Men wil daarentegen wel drie studierichtingen, welke nieuw voor Nederland zouden zijn en die tezamen een soort beperkte letterenfakulteit zouden kunnen vormen. Wanneer een nieuwe fakulteit er helemaal niet in zit, meent men de nieuwe richtingen echter evengoed in bestaande fakulteiten te kunnen onderbrengen.
het punt van een evenwichtige spreiding van universitaire voorzieningen een gedeelte van zijn argumentatie bouwt.
De Erasmus-universiteit lijkt met deze opstelling op het spoor van onderwijsminister Van Kemenade te zitten, die op een verkiezingsbijeenkomst van de PvdA in Tilburg mei jl. nog verklaarde persoonlijk meer te voelen voor een herverdeling van de bestaande zes letterenfakulteiten in Nederland dan voor de stichting van een nieuwe letterenfakulteit. Het rapport voert zelf nog aan: „Een Rotterdams duplikaat van een volledige letterenfakulteit zou een verspilling van geld en mensen zijn. Leiden bezit een komplete fakulteit en is voldoende dichtbij om degenen die een bijzondere talenstudie ambiëren daarheen te wijzen". Rotterdam lijkt daarmee Tilburg de wind uit de zeilen te nemen dat juist op
(vervolg op pagina 3)
ambtelijk, m a a r buitengewoon bestuursgetrouw universitair weekblad produceerde. De kritiek op de redaktioneel-onafhankelijke koers van het Utrechts Universiteitsblad - het blad zou te negativistisch, te links en te buiten-universitair gericht zijn - begon ook aan te zwellen in de redaktieraad van het Utrechts Universiteitsblad. Dat is niet zo verwonderlijk als men bedenkt dat deze redaktieraad als universiteitsraadskommissie dichtbij het wel en wee van de beroepsbestuurders staat. Een goede gelegenheid om het Utrechts Universiteitsblad weer wat meer onder bestuurlijke kontrole te plaatsen deed zich voor toen hoofdredakteur Kuipers na twee jaar proeftijd beoordeeld moest worden voor een mogelijk vaste aanstelling. Vier leden van de redaktieraad oordeelden negatief over de hoofdredakteur en wilden hem derhalve laten ontslaan. De twee student-leden in de redaktieraad stapten al protesterend de r a a d uit. Zij vonden het onjuist dat de redaktionele onafhankelijkheid van het Utrechts Universiteitsblad in feite werd \iitgelegd als „slecht funktioneren van (vervolg op pagina 2)
„Cijfers niet betrouwbaar" Aan kwantitatieve gegevens hecht men in het rapport weinig betekenis: „De kommissie heeft nogal wat twijfels inzake het maken van betrouwbare prognoses en zij waagt zich niet eraan. Zeker gezien het gede-
Vrije pers In het nauw De hoofdredakteur van het Utrechts Universiteitsblad drs. Willem Kuipers dreigt door de universiteitsbestuurders aldaar aan de kant te worden gezet. Kuipers zou een te negativistisch redaktioneel beleid gevoerd hebben. Bovendien zou hij teveel aandacht hebben besteed aan onderwerpen van buiten de universiteit. Stokken om de hond te slaan. Kuipers heeft immers in twee jaar tijds het Utrechts Universiteitsblad van een dor-ambtelijk mededelingenorgaan tot een levendig journalistiek produkt weten te maken, gewaardeerd door een breed universitair lezerspubliek en hollegajournalisten in den lande. De groei van een onafhankelijke universitaire pers in Nederland wordt opnieuw gesaboteerd. Vorig jaar nog werd de redaktionele onafhankelijkheid van het VU-blad „Ad Valvas" geknakt met het ontslag van hoofdredakteur Pieter Bückman. Eens te meer blijken bestuurders van wetenschappelijk onderwijsinstellingen geen trek te hebben in een vrije pers binnen hun instellingen. Dat is bedroevend voor de universitaire gemeenschap en de daarbinnen levende demokratische pretenties. Een vrije pers is immers het middel bij uitstek om bestuursorganen kritisch te volgen. De houding van de Utrechtse universiteitsbestuurders toont glashelder aan hoe broodnodig dat is. Redaktie THB verschijnt tweewekelijk< t h b 3 - 20 september 197'