1972 04 07

tilburgs hogeschoolblad Jaargang 9 - nr. 1 5 - 7 april 1972 tweewekelijks verschijnend officieel orgaan van de katholieke hogeschool tllburg - redaktle: gerard van den heuvel - va*to medewerkers: cees brinkhuizen en frans godfroy - adviseur: g. noé - akwisitie: a. j. brekeimans - fotograaf: persburo rien siers, tilburg - cartoonist: Willem franken - druk: grafische kunstinrichting j . j . a. van der wee nv, tilburg - kopij: het volgend nummer van het thb verschijnt op 21 april; de inzendtermijn van alle kopij voor dit nummer sluit op 14 april om 11.00 uur. redaktie-adres: hogeschoollaan 225, tilburg. telefoon 68111, toestel 2277, kamer psy 114.

In 1990: 16.000 studenten aan KH?

De verkiezingen Voor de verkiezingen van de vertegenwoordiging van de studentengeleding in de Hogeschoolraad en de leden van de (sub-)fakulteitsraden op 25 en 26 april ontvangt iedere kiesgerechtigde tqdig een oproep. Degenen die in de onmogelijkheid verkeren persoonlijk op een van deze data bij een stembureau te verschijnen kunnen bij de voorzitter van het Centraal Stembureau, per adres HogeschooUaan 223, Tilburg, een verzoek indienen om toezending van een stembUjet teneinde hun stem „schriftelijk" te kunnen uitbrengen. In dit verzoek moeten naam, voorletters, adres en (sub-) fakulteitsgeleding duidelijk vermeld zijn. Nadere aanwijzingen over de wijze van schriftelijk stemmen worden gegeven bij toezending van het stembiljet. De stembureaus zijn gevestigd in de hal vóór de aula en in de hal van de sub-fakulteit psychologie.

De Katholieke Hogeschool zal rond 1980 11.000 studenten en rond 1990 (bij een onbeperkte uitgroei) 16.000 studenten tellen. De totale terreinbehoefte Toor het hogeschoolkomplex zal oplopen van 35 ha in 1980 tot 50 ha in 1990.

Thans heeft de hogeschool de beschikking over 10 ha in eigendom bij een studentenbestand van circa 3400.

Deze cijfers zijn afkomstig uit de eerste nota van de „Werkgroep Struktuurplan", welke in de Hogeschoolraadsvergadering van 30 maart aan de orde is geweest.

Deze werkgroep is in januari door het Kollege van Bestuur samengesteld en heeft tot taak de kwantitatieve, organisatorische en sociale uitgangspunten te formuleren voor een ontwikkelingsplan-lange-termi] n respektievelijk voor een overall-struktuurplan voor de Katholieke Hogeschool. In de werkgroep hebben zitting: prof. dr. P. Verheyen, dr. F. Grunfeld, ir. W. van Heesewijk, dr.

H Peeters, dr. Th. Stoehnga, drs. A. Vermeulen, drs. J. Verster en de heer H. I M. de Jong.

De berekeningen van de te verwachten aantallen studenten en de benodigde vloeroppervlakte moeten de basis vormen van het struktuurplan, dat in eerste instantie opgezet wordt om gegevens te verkrijgen ter bepaling van de te reserveren gronden dn ha) voor de uitbouw van de hogeschool.

De werkgroep erkent dat de uitkomsten uitermate spekulatief zijn, doordat verschillende nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot het hoger onderwijs nog niet gekwantificeerd

Aantal pré-doktoraal-studenten ^ . .

Aantal research-studenten . . . .

Aantal assistent-onderzoekers . . .

Aantal personeelsleden Totaal aantal personen Behoefte a a n nuttig (= netto) vloeroppervlak m m^ (X 6 m^) . . .

Behoefte aan bruto vloeroppervlak m m2 (X 2) .

Behoefte a a n terreinen in h a . .

Nota Studentenkafee ingetrokken

kunnen worden. Bij de berekening van de cijfers voor 1980 en 1990 is de werkgroep van de volgende premissen uitgegaan: 1 In Rotterdam en Maastricht zullen in 1990 alle belangrijke fakulteiten aanwezig zijn. Vóór 1980 zullen in beide steden alle a- en c-studierichtingen gerealiseerd zijn.

2 De hogescholen van Eindhoven en Tilburg zullen zodanig uitgroeien, dat in 1990 het volledige pakket universitaire opleidingen m Brabant gerealiseerd is 4 Vóór 1980 is in Nijmegen een ekonomische fakulteit gesticht.

5 In de nota wordt geen rekening gehouden met kunstmatige beperkingen (numerus fixus) dan wel natuurlijke afremmingen (door wijziging van het behoeftepatroon) van de groei van het aantal studenten.

De belangrijkste schattingen zijn in de onderstaande tabel opgenomen.

Naar aanleiding van de berekeningsresultaten trekt de werkgroep onder andere de volgende konklusies: 1 De inkorporatie van de theologi(vervolg op pagina 9) 1982 11.000

19921 13.000

1992 2 16.000

1.895 13 395

2 265 15.860

2.785 19.510

80 370

95.160

117.060

160 740

190 320

234.120

200 300

35

1 El) een vastgesteld m a x i m u m a a n t a l studenten per fakulteit 2 BIJ onbeperkte uitgroei 3 Indien de KH wordt uitgebreid met de volgende fakulteiten pedagogiek/androgiek

235 360

42

De „Evaluatie-kommissie Studentenkafee" heeft tijdens de Hogeschoolraadsvergadering van 30 maart jl. haar nota (zie THB 14) weer ingetrokken.

De direkte aanleiding daartoe was een fel protest van de „Kontaktgroep Belangenbehartiging" tegen de wijze waarop de nota tot stand is gekomen.

De leden van de kontaktgroep stellen in een brief aan de Hogeschoolraad, dat de nota, waarin „zeer fundamentele en verstrekkende standpunten worden ingenomen en de raad om een principiële uitspraak wordt gevraagd", ontstaan is „zonder voldoende overleg met duidelijke belanghebbenden".

Van deze belanghebbenden noemt de kontaktgroep: 1 de Stichting Trefcentrum, die niet is gehoord, ondanks het feit, dat zij heeft gereageerd op de oproep van de evaluatie-kommissie in het THB; 2 de Kontaktgroep Belangenbehartiging, die momenteel met dezelfde problematiek bezig is, m a a r op deze wijze geen kans krijgt h a a r mening n a a r voren te brengen, 3 de studentenverenigingen Olof en Theseus, die ook met gehoord zijn, terwijl in de nota wel standpunten over de subsidies aan deze verenigingen worden geformuleerd.

290 435

In h a a r laatste vergadering moest de evaluatie-kommissie erkennen, dat de nota niet tot stand was gekomen konform de werkafspraken „De kommissie zal zoveel mogelijk openbaarheid nastreven door goede publiciteit. Diverse deskundigen en alle betrokkenen zullen gehoord worden Er zullen een of meerdere hoor-

50

letteren, aardrijkskunde en

(vervolg op pagina 4) 1

in dit nummer o.a.: Lustrum (kongres, prijsvraag en ere-doktoraten) (p. 2) UNCTAD ll-werkgroep KH (p 3) Niet voor alle studentenzetels kandidaten (p. 4) IVA- Een para-universitair instituut (p 5) Zeggenschap in studentenvoorzieningen (p. 7) Sociologendag (p 8) Introduktiedagen 1972/1973 (p. 8) 10 jaar Rekencentrum (p. 9) Regionale samenwerking van de KH (p. 9) verschijnt tweewekelijks t h b 15 - 7 april 1972

Lustrumkongres KH „Vooronderstellingen en beslissingen" In het kader van de viering van h e t negende lustrum v a n de Katholieke Hogeschool wordt een wetenschappelijk kongres georganiseerd met als thema: „Vooronderstellingen en beslissingen". Het kongres zal worden gehouden op vrijdag 29 september en zaterdag 30 september 1972 in de gebouwen van de Katholieke Hogeschool. De vijf fakulteiten v a n de KH werken h e t t h e m a als volgt uit:

Ekonomie en maatschappijkritiek Prof. dr. A. van Doom van de Vrije Universiteit van Amsterdam treedt als referent op voor de ekonomische fakulteit; co-referent is prof. dr. A. H. J. J. Kolnaar.

Thema: Ekonomie en maatschappijkritiek.

Toelichting: Talloze schijnbaar waardevrije redeneringen gaan uit van eventuele premissen. Waardevrijheid komt vaak neer op pseudo-waardevrijheid, doordat men indirekt zijn ideeën over bepaalde onderwerpen tussen de regels door ventileert. De objektiviteit van de wetenschap zou wanneer er een besUssing genomen moet worden ermee gediend zijn, als de wetenschapsman zijn subjektieve oordeel en vooronderstellingen expliciet duidelijk maakt, bijvoorbeeld een marxist verstaat onder het begrip ondernemer heel iets anders dan een liberaal.

Lange-termijn-planning en demokratie Voor de sub-fakulteit sociaal-kulturele wetenschappen wordt het refer a a t gehouden door prof. dr. A. Hogerwerf uit Nijmegen; co-referent is prof. dr. J. Godefroy.

Thema: Lange-termijn-planning en demokratie.

Toelichting: Naarmate de beslissingen moeten worden-genomen voor een verder verwijderde toekomst, neemt het aantal niet te expliciteren vooronderstellingen toe (ceteris-paribus-konditie).

In hoeverre m a a k t de huidige stand van de wetenschap een verantwoordelijke besluitvorming mogelijk ten aanzien van toekomstige ontwikkelingen? In hoeverre vormt planning voor de langere termijn een bedreiging voor de demokratie? Met welke waarborgen tot betrekking van de demokratie behoort zo'n planning omgeven te worden?

Theorieën over kiesgedrag Referent voor de sub-fakulteit psychologie is prof dr. Th. G. G. Bezembinder uit Nijmegen: co-referent is prof. dr. G. M. van Veldhoven.

Thema: Theorieën over kiesgedrag.

Toelichting: Hierin komt ter sprake de spanning die er bestaat tussen intrapersoonlij kheid, waardekonflikten en beslissingen.

Strukturalisatie van het recht Voor de juridische fakulteit wordt het referaat gehouden door prof. J. Broekman uit Leuven; co-referent is prof. mr. dr. J. J. Loeff.

Thema: Strukturalisatie van het recht.

Toehchting: Ideologie en rechtvinding. De gedachte dat de rechter rechtspoUtieke argumenten bij zijn beslissingen hanteert, dat hij uitgaat, bewust of onbewust, van bepaalde ideologische premissen begint langzamerhand gemeen goed bij de juristen te worden. Inhoeverre k a n de rechter zich verre houden van de te sterke ideologisch gebonden uitspraken en is dat wenselijk.

De theologie is dood, leve de theologie Prof. dr. W. A. M. Luypen uit Tilburg zal het referaat houden voor de theologische fakulteit; co-referent is prof. mag. dr. A. H. Smits.

Thema: de theologie is dood, leve de theologie.

Toehchting: Prof. Luypen zal zich in zijn referaat afwenden van de oude westerse filosofie, van de oude premissen, die de werkelijkheid en de waarheid zagen „los" v a n de mens en zijn geschiedenis, en opgevat als noodzakelijk, algemeen, onveranderlijk en eeuwig waar-op-zich, en hij probeert de traditionele, religieuze taal te verankeren in het geloof, opgevat niet als een aannemen van waarheden, als een ja-zeggen tot artikelen, m a a r als een wijze van mens-zijn. Bij deze wijze van menszijn heeft hij een groot voorbeeld: Jesus van Nazareth.

De co-referenten zijn allen gerekruteerd uit de wetenschappelijke staf van de Katholieke Hogeschool Tilburg.

Kongresvoorzitter prof. mr. J. E. J. Th. Deelen.

Rapporteur-g énéTal prof. dr. ir. H. van Riessen.

Sektie-voorzitters prof. dr, L. H. Janssen SJ (ekonomie) prof. dr. Ph. C. Stouthard (sociologie) prof. dr. P. J. Hettema (psychologie) prof. mr. H. F. C. Schoordijk (rechten) prof. dr. H. H. Berger (theologie).

Lustrumprijsvraag De kommissie tot voorbereiding van het negende lustrum dat op vrijdag 29 en zaterdag 30 september 1972 a a n de hogeschool zal worden gehouden, nodigt de leden van de hogeschoolgemeenschap daaronder niet begrepen hoogleraren en lektoren - en ook de leden v a n de TAEK uit, deel te nemen a a n de prijsvraag: „vooronderstellingen en beslissingen".

De kommisie vraagt de deelnemers een opstel op het gebied van de ekonomie, de sociologie, de psychologie, de rechtsgeleerdheid of de theologie.

De bijdrage moet een kritische beschouwing bevatten van zowel uitgesproken doch niet nader beargumenteerde, als (vooral) onuitgesproken vooronderstellingen en vooroordelen.

Voorwaarden - het opstel m a g niet korter zijn dan tien bladzijden; - vóór 1 september 1972 getyped inleveren op het sekretariaat van de Lustrumkommissie. Katholieke Hogeschool, Hogeschoollaan 225, Tilburg, k a m e r 32; - ieder exemplaar moet voorzien zijn van motto, korresponderend met motto op gesloten en verzegelde enveloppe, waarin u w n a a m en adres moet staan; - het beste opstel wordt beloond met de „lustrumprijs 1972", groot ƒ1000,— en eervolle vermeldingen; - de uitslag van de prijsvraag wordt bekendgemaakt op de slotvergadering van het kongres op 30 september 1972.

- voor nadere inlichtingen kunt u zich wenden tot de voorzitter v a n de sub-kommissie wetenschappelijk kongres, J. L. M. C:alis, Katholieke Hogeschool, kamer PS 314, telefoon 69111, toestel 2304 (bij geen gehoor 2230). prof. dr. C. F. Scheffer, voorzitter lustrumkommissie C. J. de Wit, sekretaris lustrumkommissie

Ere-Doktoraten

Jni

Bij gelegenheid van de viering va het negende lustrum van de Kath lieke Hogeschool Tilburg zullen o donderdag 28 september 1972 ee drietal ere-doktoraten worden uitgi reikt. Het voorlopig Kollege van Di kanen heeft daartoe besloten, d hogeschoolraad gehoord.

'oen de erwien an de i — u" ^^^^ adden rgaan roblem ^ ontH tonden rerd de lenève

Prof. drs. C. A. van den Beid, krijj een ere-doktoraat in de ekonomisch wetenschappen; prof. dr. F. van Hee een ere-doktoraat in de sociale wi tenschappen en mr. G. E. Langeme? er, een ere-doktoraat in de rechtsgi Ie Uncti leerdheid. lent on lent Bc ies telt, Prof. Van den Beid nderwe Prof. Van den Beid studeerde eko nomie a a n de Nederlandse Ekono mische Hogeschool Rotterdam, waa let gr hij in 1948 het doktoraal-examen al ie groei legde. Sinds eind 1948 is hij verboii oornam den a a n het Centraal Planbureat iele pi onderbroken in 1956/1957 en 195 ntwikkt wegens verblijf in het buitenlani uitend In 1965 werd hij adjunkt direkteij-ondsto van het Centraal Planbureau e andeel in 1966 direkteur. Sinds de oprid ;eeds kl ting van de Stichting Bedrij fskundi [porten is drs. Van den Beid ook buiteng gronc woon hoogleraar in Rotterda: let feit ' voorts is hij Kroonlid van de Soci ikomen Ekonomische Raad, voorzitter vai itionele de Stuurgroep „Makro-ekonomisch»ordt ae gevolgen milieuverbeterende maatjiet of n regelen" en voorzitter van de EEG Be derde werkgroep „Elaboration d'un modèlftjke lar Europeen transmissions économiqiifiteden ai es et d'opération de rééquilibrage etische Ie natuu ikkelin Prof. Van Heek inest is Prof. Van Heek is sinds 1948 hoogRen is c leraar in de sociologie a a n de Rijktwieeste e universiteit in Leiden. Hij prom ingslanc veerde in 1935 a a n de Universiteij ikele p van Amsterdam op h e t proefschri len and getiteld: „Westerse techniek a ereld i maatschappelijk leven in C^hina ;homm( In zijn verdere publikaties ging d belangstelling van prof. Van Hee ierdoor vooral uit n a a r vraagstukken v ;omsten sociale stratifikatie en minderheid 'instmai In op gr groepen. )p indus

I

len opl iroblem« Mr. Langemeijer promoveerde op 'orden c november 1927 te Leiden op het proef ktionah schrift getiteld: „Zaakvervanging' 'ia dez( Van 1928 tot 1929 was hij advokaa: 'aste pr en procureur in 's-Gravenhage eiLn^Qgj.^ iandeerd gelijktijdig waarnemend ambtenaa^g^e prij OM bij het kantongerecht in Leiden |ijjj ^j^j^ Van 1929 tot 1939 was hij achtereen K j ^ ^ ^ ^ volgens ambtenaar OM bij de kan i^istaan tongerechten in Rotterdam en Dec iaardoo Haag; van 1939 tot 1947 rechter vac [^^^.^ de arrondissementsrechtbank in Am '^ nieuw sterdam; van 1945 tot 1952 advokaai 1 fiskaal bij de Bijzondere Raad v a c * Cassatie en van 1947 tot 1957 a d v o f J kaat-generaal bij de Hogeraad. Se 'Van h a dert 1957 is hij procureur-generaal |ji(. j^g^ In de periode 1948-1958 was hi lat het tevens buitengewoon hoogleraar ü |akelijk Leiden. Nadien vervulde hij nog tol i^Qj.^ ^.^ 1961 een leeropdracht in de rechts 1^ ^^^ filosofie aan die universiteit. Sinds Irijgen 1962 heeft hij eenzelfde leeropdracht 'tares té aan de universiteit van Amsterdam [^emoeilij

Mr. Langemeijer

3ten

Jnctad III roor stapels problemen

ï viering va 'an de Kathi irg zullen o ber 1972 ee worden uitgi llege van Di besloten d d. n Beid, krijj ekonomisch F. van Hee e sociale wt E. Langeme; i de rechtsgi

'oen de ontwikkelingslanden in 1960 de meerderheid in de Verenigde Naties erwierven door het grote aantal zelfstandigheidsverklaringen en de steun an de socialistische landen, sleutelden zij aan een nieuw VN-orgaan, dat lu* belangen beter zou kunnen behartigen, dan andere organen tot nu toe adden gedaan. De pogingen hadden sukses in 1962 toen de ECOSOC, het rgaan van de VN dat zich bezig houdt met ekonomische en sociale iroblemen in de wereld, besloot een internationale konferentie voor handel ^ ontwikkeling bijeen te roepen. De voorbereidende werkzaamheden tonden onder leiding van de Argentijn Raoul Prebisch. Uit zijn voorstellen rerd de agenda voor de eerste UNCTAD-konferentie - die in juli 1964 te lenève werd gehouden - opgesteld. ie Unctad beschikt over een permalent orgaan, de Trade and Develoi>ent Board, welke enige kommisiees telt, die zich met de volgende nderwerpen bezig houdt, n

I

udeerde eko

Sdam^ w^ ^et grondstoffenprobleem il-examen al is hij verboii Planbureat L957 en 195 t buitenlam ikt direkteu mbureau e: Is de opricl ïedrijfskundj lok buitengi Rotterdai in de Soci )orzitter vai ekonomischj r e n d e maati ^an de EEG d'un modèli ( économiqi équilibrage

ie groeiende wereldhandel bestaat oomamelijk uit exporten van indusiele produkten en aangezien de ntwikkellngslanden praktisch uituitend agrarische produkten en rondstoffen uitvoeren, wordt h u n andeel in de totale wereldhandel ;eeds kleiner. De reden waarom de porten van agrarische produkten grondstoffen stagneert schuilt in let feit dat bij een stijging van het komen in de rijke landen dit adtionele inkomen vooral besteedt ordt aan industriële produkten en et of nauwelijks aan produkten uit ie derde wereld. Bovendien gaan de |ijke landen steeds meer geld beeden aan de ontwikkeling van synetische substituut produkten, die Ie natuurlijke produkten uit de ontikkelingslanden vervangen. Dat dit nest is voor de ontwikkelingslan[en is duidelijk, temeer omdat de S 1948 hoog] eeste ekonomiën uit de ontwikkeian de Rijki ngslanden gebaseerd zijn op een of Hij prom( kele produkten.

Universiteij

proefschril echniek ei in China' ties ging di '. Van Heel stukken vi minderheid!

len ander probleem voor de derde ereld is dat van de grote prijs;hommelingen van h u n produkten. erdoor hebben zij geen enkele inomsten zekerheid. Bovendien is de instmarge op agrarische produkten in op grondstoffen veel kleiner dan ip industriële produkten.

ten oplossing voor bovenstaande Toblemen zou gevonden kunnen orden door het afsluiten van interveerde op op het proefj ationale goederenovereenkomsten. /ervanging' ia deze overeenkomsten zou een blij advokaai aste prijs voor de goederen gega.venhage ei randeerd kunnen worden. Wanneer ambtenaar ^>eze prijzen bovendien redelijk hoog i t in Leiden Jfijn dan kan om dezelfde inkomsten ij achtereen^j houden een ontwikkelingsland bij de kan olstaan met een lager aanbod, lam en Dec iaardoor er arbeid vrijkomt, die te rechter vac [^Qj-k gesteld zou kunnen worden bank m Am j ^ nieuwe industrieën.

52 advokaai i

t 5 ^ ' r | e n systeem )geraad. Se Van handelspreferenties ur-generaal ,xjit het grondstoffen probleem blijkt, 58 was hl flat het voor de derde wereld noodlogleraar ic |akelijk is om industriële produkten hl] nog tol^oort te gaan brengen, niet alleen 1 de rechts i-^ ^^^ grotere winstmarge te versiteit. Smds|rijgen, maar ook om de monokuleeropdracM tm-es te doorbreken. De rijke landen Amsterdam Liemoeilijken echter de import van

deze produkten door middel van invoerheffingen. Het is voor de ontwikkelingslanden van groot belang dat deze tarieven worden opge-

TE BERDE GEBRACHT Aan de vooravond van de derde Unctad-konferentie op 13 april aanstaande in Santiago heeft in januari een Symposium in Den Haag plaatsgevonden waar door tal van werkgroepen in den lande over de vooruitzichten van Unctad III werd beraadslaagd.

De Unctad-werkgroep van de Katholieke Hogeschool, die daarbij aanwezig was, heeft een aantal aktivitsiten ontwikkeld die gericht zijn op een zo ruim mogelijke belangstelling voor dit wereldgebeuren. Zo organiseerde de werkgroep een opstelwedstrijd op zestig middelbare scholen in NoordBrabant, naast film-/diskussieavonden.

Verder probeert men middels publikaties in verschillende bladen (onder andere de Brabantpers) de problemen die met de komende Unctad-konferentie samenhangen te belichten voor een zo groot mogelijk publiek.

Behalve met bijgaand artikel wil de werkgroep met meer publikaties in de komende maanden en een symposium op de hogeschool 31 mei aanstaande aandacht vestigen op de problematiek van arme en rijke landen.

heven. Op de Unctad III zal daarom weer gevraagd worden of de rijke landen de produkten uit de derde wereld een voorkeursbehandeling willen geven.

De financiële ontwikkelingssamenwerking Het betreft hier de zuiver geldelijke hulp. Men staat voor het feit, dat de rijke landen steeds rijker en de arme landen relatief steeds armer worden.

Procentueel blijkt de direkte hulp te stagneren, terwijl de schuldenlast van de arme landen steeds groter wordt.

Daarnaast hebben de arme landen niets te vertellen in het IMF, wat volledig beheerst wordt door de tien rijke landen. Hetzelfde geldt voor de

International Bank for Recovery and Development.

Met name is dit van belang met betrekking tot de internationale liquiditeiten (SDR's), die door de politieke onmacht van de ontwikkelingslanden niet verdeeld kunnen worden zoals zij graag zouden willen en zoals voor h u n ontwikkeling noodzakelijk zou zijn. Er zal bovendien een eind moeten komen aan de gebonden hulp, dat wil zeggen de ontwikkelingslanden krijgen alleen geld als zij dit zullen besteden in het land van de gever. Onderzoekingen van de VN hebben uitgewezen dat zij daardoor 30% duurder uit zijn. Ook zal er gestopt moeten worden met de zogenaamde vervuilde hulp. Hieronder wordt verstaan het door rijke landen op zetten van hoog renderende ondernemingen in de derde wereld. Gemiddeld wordt van de winsten die door zo'n industrie worden gemaakt 25% geherinvesteerd in het land zelf en dé resterende 75% wordt n a a r het moederland teruggestort. Van ontwikkelingshulp kan men dan nauwelijks meer spreken.

Het scheepvaartprobleem De scheepvaart is nog steeds georganiseerd in kartels, die nog alle kenmerken vertonen van het koloniale verleden. De kartels bepalen de hoogte van de vrachttarieven en bezitten een grote mate van monopolie. De ontwikkelingslanden bevinden zich in een nadelige situatie, omdat zij geen eigen vloot hebben en dus volledig afhankelijk zijn van de monopolie-kartels uit de rijke landen.

Op Unctad III die op 13 april te Santiago de Chile begint zullen opnieuw bovenstaande problemen aan de orde komen en zal weer getracht worden een klimaat te scheppen waarbinnen internationale goederenovereenkomsten, handelspreferenties voor de derde wereld e t c , mogelijk worden. De Unctad heeft echter geen beslissingsmacht. Zij kan alleen aanbevelingen doen, die niet uitgevoerd hoeven te worden als het betreffende land d a a r geen zin in heeft. De ontwikkelingslanden zijn volledig afhankelijk van de politieke wil van de rijke landen om tot een strukturele verandering in hun ekonomische positie te komen.

Het ziet er niet n a a r uit dat daarin op Unctad III veel verandering in zal komen. Zolang de minister van ekonomische zaken, en niet de minister van ontwikkelingssamenwerking, nog hoofd is van van de Nederlandse delegatie, dan geven we nog steeds blijk van een voorkeur voor een enge nationaal-ekonomische belangenbehartiging boven een politiek die duidelijk gericht is op ontwikkelingssamenwerking. De eventuele problemen die er voor onze ekonomie zouden ontstaan als gevolg van een politiek van ontwikkelingssamenwerking vallen in het niet bij de onmetelijke ekonomische problemen van de derde wereld, nu. Nu willen wij niet beweren dat het a a n Nederland ligt dat er zo weinig gebeurt op Unctad, m a a r het Nederlandse voorbeeld is wel typerend voor de houding van de gehele rijke wereld.

UNCTAD werkgroep Hogeschool Gerard Keijzers Peter Schreurs

Benoeming Dr. van Veldhoven

Het Stichtingsbestuur van de Katholieke Hogeschool Tilburg heeft met ingang van 1 mei 1972 dr. G. M. van Veldhoven benoemd tot gewoon hoogleraar in de ekonomische psychologie, in het bijzonder de psychologie van het konsumentengedrag bij de sub-fakulteit psychologie.

De heer Van Veldhoven werd op 30 april 1934 in Rijswijk (Z.-H.) geboren. Hij woont in Dordrecht, Badweg 19.

Na het eindexamen gymnasium bêtha (Augustineanum in Eindhoven) studeerde hij psychologie a a n de Katholieke Universiteit van Nijmegen.

In 1959 slaagde hij voor het doktoraalexamen bedrijfspsychologie. Op 22 november 1963 promoveerde de heer Van Veldhoven a a n de Katholieke Universiteit van Nijmegen op het proefschrift ,,Attitudes van meisjes in Militaire Vrouwenafdelingen".

Zijn promotor was prof. dr. F. J. Th. Rutten.

Van 1961 tot 1964 was de heer Van Veldhoven wetenschappelijk ambten a a r a a n de Katholieke Universiteit Nijmegen. Van 1964 tot 1968 was hij werkzaam bij Unilever, waar hij onder andere een aantal f unkties bekleedde op het gebied van marketing en sekretaris was van de Direktie Nederland. Vanaf 1968 is hij verbonden a a n „Social and Marketing Research" SOCMAR NV in Rotterdam, een a a n Unilever gelieerd onderzoekbureau op het gebied van konsumentenonderzoek.

De heer Van Veldhoven neemt onder andere deel aan kommissie-aktiviteiten binnen het Nederlands Instituut voor Psychologen en is lid van verschillende kommissies op het gebied van reklameresearch, gedragswetenschappelijke aspekten van marketing en opleiding.

Onze nieuw zaal „Oriënt", ingericht volgens de nreest vooruitstrevende ideeën op het gebied van restaurantmanagement, is speciaal ingericht voor partijen, waar men naast onze bekende ChineesIndlsche gerechten ook kennis kan maken met de internationale keuken.

Gaarne hopen wij u in „Oriënt" te mogen begroeten om u eens heerlijk te laten verwennen.

„ORIENT* Is in de weekends uitsluitend voor rijsttafelgebruikers geopend

„KOTA RADJA" CHINEES-INDISCH RESTAURANT Heuvelring 110 - Tilburg Telefoon 25104

thb 15 - 7 april 1972

Vervolg van pag. 1

Nota studentenkafee

zittingen belegd worden, waarop diverse studentengroeperingen h u n visies over een eventueel alternatief zuUen geven." Enkele kommissieleden zagen de inhoudelijke gevolgen van de procentuele fout: „de nota rammels".

Kort nadat de Kontaktgroep Belangenbehartiging protest had aangetekend tegen de procedure, heeft zij ook h a a r mening over de inhoud van het rapport aan de Hogeschoolr a a d kenbaar gemaakt.

De groep stelt, dat het door de evaluatie-kommissie gehanteerde kriterium „dat de studenten geen privileges dienen te genieten ten opzichte van leeftijdgenoten bmten de studentenwereld", op velerlei wijze geïnterpreteerd kan worden. „Zoals er voor andere jongeren, middelbare scholieren en werkende jongeren, open gelegenheden bestaan met een programmatische gerichtheid op die groepen, mét h a a r specifieke behoeften, zo zullen er voor studentenkamerbewoners ook dergelijke gelegenheden moeten zijn", aldus de kontaktgroep.

De strikte scheiding tussen kafee-aktiviteiten en aktiviteiten op sociaalkultureel terrein, die de evaluatiekommissie hanteert, m a a k t op de kontaktgroep een kunstmatige Indruk. „Het uitgangspunt zou moeten zijn het bieden van opvang- en kontsjitmogelijkheden voor studenten.

In de praktijk komt dit neer op een noodzakelijke organische eenheid van aktiviteiten en exploitatie."

Met betrekking tot de opdracht van de evaluatie-konmiissie stelt de kontaktgroep, dat er voorbijgegaan is a a n de doelstellingen, die het Eigen Huis zou moeten hebben. „De opdracht had ruimer geformuleerd moeten worden: advies uitbrengen over een bestemmingsplant voor het Eigen Huis. Met deze ruimere taakopdracht is het zeker noodzakelijk dat de kommissie zich laat adviseren door betrokkenen en/of terzake deskundige groeperingen zoals: Olof en Theseus, Kontaktgroep, Belangenbehartiging, Provinciaal Serviceburo voor Jongerenwerk in Noord-Brabant. Stichting Trefcentrum en andere trefcentra in Tilburg."

N a a r aanleiding van deze bezwaren heeft de HR de t a a k o p d r a c h t van de kommissie konform het voorstel van de kontaktgroep uitgebreid en werd de kommissie aangevuld met drie vertegenwoordigers van de kontaktgroep. De HR verwacht in mei een nieuwe nota van deze evaluatiekommissie.

C.Br.

De drie (wegens ruimtegebrek) niet afgedrukte grappen liggen ter inzage bij de redaktie.

Voor aanzienlijk aantal studentenzetels geen kandidaten

PILLOT standaardboekhandel

Op dinsdag 28 maart jl. sloot de temrqn waarbinnen kandidaatsstelling Toor de verkiezingen van de fakulteitsraden en de studentleden van d§ hogeschoolraad kon plaats vinden. Als voorlopig resultaat blijkt, dat in twee van de vier (sub-) fakulteitsraden minder studenten zich kandidaat stellen dan er zetels voor studenten beschikbaar zijn en dat in enkele gevallen personeelszetels waarschijnlijk zonder stemming bezet kunnen worden, waar namelijk het aantal kandidaten per geleding met het aantal te verdelen zetels overeenkomt en de kandidatuur met het vereiste aantal handtekeningen wordt onderschreven.

Per fakulteit en geleding hebben zich de volgende aantallen personen kandidaat gesteld:

personeel studenten

8

8

1 3

1 7

22

10

2 10

2 8

12

8

Het Centraal Stembureau schijnt de ingediende formuUeren buitengewoon streng te hebben gekontroleerd: niet minder dan vijfentwintig indieners moeten binnen de daarvoor gestelde termijn h u n werk komen overmaken. Bovenstaande cijfers geven wij dan ook onder dat voorbehoud.

Politiek in de fakulteitsraad?

die primair vanuit een politieke motivatie hun taak in de fakulteitsraad op zich nemen.

In de weken die liggen tussen de kandidaatsstelhng en de verkiezingen wil de groep zich nader buigen over de uitwerking van een beginselprogramma, waarin ondermeer gesteld wordt: dat het noodzakelijk is te komen tot een verbetering van onderwijsprogramma's, tot kostenbesparing, tot een meer rationele verdeling en aanwending van beschikbare middelen en tot voorstel-

<^

De groep zelf wil daarom raadsleden 4

9

Dit m a g echter niet geschieden, zo als nu, op basis van data welki ontleend zijn a a n min of meer ak tuele ongrijpbare ekonomische ei partij-politieke motieven, m a a r dien ontleend te zijn aan een fundamei teel onderzoek n a a r plaats, funkbi etcetera van het wetenschappeli)l onderwijs en onderzoek. Een en an der zonder dat, zoals nu geschiedt een reële participatie van de univer sltaire wereld en daarmede de in breng van onderwij skimdlge data kriteria, ontbreekt.

Tijdens een verkiezlngsbijeenkomsl belegd op vrijdag 24 m a a r t kondet de meeste aanwezigen zich hlermet wel verenigen. Meer moeite was ei met konkrete beleidspunten die i volgt geformuleerd werden: 1 geen scheiding van onderwijs onderzoek;

De aanstaande verkiezingen van de (sub-) fakulteitsraden hebben toch wat schaduwen vooruitgeworpen, hoewel er niet zo vreselijk veel aktiviteiten verwacht werden. De kandidatenlijsten zullen in een volgende aflevering van het THE worden gepresenteerd met alles wat d'rum und d'ran is.

Deze procedure kan er, aldus het pamflet, toe lelden dat de fakulteitsr a a d wordt samengesteld uitsluitend op basis van vakgroepsbelangen.

Hoewel de ondertekenaars niet willen ontkennen dat vakgroepsfacetten in de fakulteitsraad een rol dienen te spelen, menen ze toch dat er wel degelijk andere punten zijn: zogenaamde universitair politieke vraagstukken (Posthumus, McKlnsey enzovoort), die bij deze verkiezingen tot h u n recht moeten kunnen komen. Zij vinden dat de kiezer niet In het duister m a g tasten omtrent de standpunten die de kandidaten ten aanzien van deze vraagstukken Innemen.

Voor: - boeken - posters . enzovoorts

len voor maatregelen in dit verband

Ook in de Hogeschoolraad zullen een aantal studentenzetels in ieder geval onbezet bUjven: voor acht zetels hebben zich slechts twee studenten kandidaat gesteld.

Er is echter een ontwikkeling waar we nu reeds wat nader aandacht a a n besteden en wel aan de presentatie van een „programma" waarachter zich een aantal leden van het wetenschappelijk korps in de ekonomische fakulteit hebben opgesteld.In een pamflet van een groep medewerkers, die aangevoerd worden door de heren Boerboom en Daniels, wordt gekonstateerd dat in het kader van de op handen zijnde verkiezingen wordt getracht vanuit het wetenschappelijk korps een afvaardiging tot stand te brengen met welhaast uitsluitend ten doel een vakgroepsgewijze vertegenwoordiging te verkrijgen.

•

2 6

Sub-fakulteit Psychologie wetenschappehj k personeel 12 niet-wetenschappehj k personeel 3 studenten 4

aantal aantal kandidaten zetels

Juridische Fakulteit wetenschappelijk personeel niet-wetenschappelijk personeel studenten Ekonomische Fakulteit wetenschappehj k personeel niet-wetenschappelijk personeel studenten Sub-fakulteit Sociaal-Kulturele Wetenschappen wetenschappelijk personeel nlet-wetenschappelljk

3 O

Willem ll-straat 24 Telefoon 04250-26252 Tilburg

2 afwijzing van het wetsontwerp Herstrukturering WO; 3 Afwijzing van het rapport Mc Kinsey onder andere vanwege df gehanteerde niet universitaire knteria; 4 geen vooruitlopen op de te verwachten ongewenste maatregelen; 5 afwijzing van onvoldoende gems tlveerde zogenaamde „stops" weten de studentenstop, de bouw stop en de personeelsstop.

Voor zover bekend staan er zeven personen op de lijst die onder n a a m PUM (Politiek Universitaire Motivatie) a a n de kiezers van ekonomische fakulteit gepresenteerii zal worden.

V. d. Hl

*> "h

Het I VA

Een para-universitair instituut De meeste personen die op de een of andere wijze iets met de hogeschool te maken hebben, studenten en personeel, zullen ongetwijfeld van het FVA gehoord hebben. Officieel heet het IVA: Stichting Instituut voor Arbeidsvraagstukken. Met name degenen, die de sociale fakulteit van wat dichterbij kennen, hebben wel enig idee van hetgeen er bij het IVA gebeurt. Het is een instituut voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek, voornamelijk empirisch georiënteerd, dat wil zeggen onderzoek n a a r de sociale realiteiten (processen en strukturen) zoals die zich in werkelijkheid a a n ons voordoen.

Zo nu en dan verschijnt er iets in de k r a n t of in het Hogeschoolblad over de onderzoeksaktiviteiten van het instituut. Dit gebeurt dan vooral als een belangrijk onderzoek is afgesloten en een rapport is verschenen.

We willen hier niet ingaan op de vraag wat het IVA doet, m a a r op de vraag wat het IVA is. Het is voor velen een onduidelijke zaak of het IVA wel of niet bij de hogeschool hoort, hoe de verhouding ligt tussen het IVA en de bestuursorganen van de hogeschool, of er een financiële relatie is en zo ja, welke. Op deze en andere vragen hopen we in het onderstaande een antwoord te geven. Degene die wat meer zou willen weten over de onderzoekingen van het IVA, verwijzen we n a a r het jaarverslag van het instituut en n a a r het verslag van de hogeschool, waarin jaarlijks een opsomming van de aktiviteiten van het IVA wordt gegeven.

We zullen in het onderstaande een aantal vragen formuleren, die bij outsiders gemakkelijk kunnen opkomen, en trachten daarbij een zo goed mogelijk antwoord te formuleren.

Wat is het IVA? In het verslagboek van de hogeschool over de periode 1968-1971 wordt het IVA omschreven als: een zelfstandige onderzoekorganisatie, verbonden a a n de Katholieke Hogeschool, met name a a n de sociale fakulteit, met als doel het op eigen initiatief of in opdracht uitvoeren van sociaal-wetenschappelijk onderzoek en een bijdrage te leveren tot de wetenschapsbeoefening door docenten en de opleiding van studenten van de sociale fakulteit.

Zelfstandig Hoe is het zelfstandige k a r a k t e r van het IVA te rijmen met de omschrijving: „verbonden a a n de Katholieke Hogeschool"?

Wanneer gesproken wordt over de zelfstandigheid van het IVA wordt daarmee de juridische zelfstandigheid bedoeld.

Het IVA als stichting heeft rechtspersoonlijkheid, zoals ook het EIT en het Kennedy-instituut rechtspersoonlijkheid bezitten. De verbondenheid met de hogeschool komt tot uiting in de doelstelling van het IVA, te weten de bevordering van wetenschappelijk onderzoek a a n de hogeschool. Het verrichten van wetenschappelijk onderzoek is één van de doelstellingen van de hogeschool.

Door het bestaan van het IVA krijgt de hogeschool meer mogelijkheden om te voldoen a a n de h a a r bij de Wet op het Wetenschappelijk Onderwijs (WWO) opgedragen taken.

Het IVA trekt namelijk gelden a a n buiten de begroting van de hogeschool om: opdrachtgelden en subsidies. Om dit mogelijk te maken is rechtspersoonlijkheid vereist. Dat het IVA in zijn doelstellingen en werkwijze zich blijft richten op het belang van de hogeschool wordt gegarandeerd door het bestuur dat in meerderheid bestaat uit leden van het wetenschappelijk korps van de hogeschool en dat tot nu toe werd benoemd door het kuratorium van de hogeschool. Volgens de nieuwe koncept-statuten van het IVA zal in de toekomst het Kollege v a n Bestuur deze benoemingsbevoegdheid bezitten. Het IVA-bestuur is verpUcht a a n het Kollege van Besuur een jaarverslag en een financieel verslag voor te leggen. Daarnaast zijn een lektor en een medewerker van de sociale fakulteit belast met de direktie respektievelijk het sekretariaat van het instituut. Hiermee wordt door de sociale fakulteit benadrukt dat het IVA van groot belang is voor de wetenschapsbeoefening van de fakulteit.

stuursstruktuur van de hogeschool zou vervolgens het Kollege van Kuratoren (thans het Kollege van Bestuur) formeel een kontrakt moeten a a n g a a n met de betreffende opdrachtgever. Omdat het Kollege van Kuratoren onvoldoende in staat was om de voorbereidingen van een dergelijke overeenkomst te volgen, achtte men het onjuist om wel de formele verantwoordelijkheid voor dergelijke overeenkomsten bij de Stichting Katholieke Hogeschool te leggen. Men kon en kan eenvoudigweg niet overzien welke financiële risiko's dit met zich meebrengt. Om de hogeschool te vrijwaren van deze financiële risiko's wordt deze konstruktie zelden of nooit toegepast.

Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou men bovendien steeds toestemming van de minister moeten verkrijgen, omdat dergelijke onderzoekskontrakten steeds een afwijking van een reeds goedgekeurde begroting zou betekenen, zeker in het geval voor het betreffende onderzoek ekstra personeel moet worden aangetrokken. Het is duidelijk dat het moeilijk wordt doelmatig op de opdrachtenmarkt te opereren, wanneer dergelijke ingewikkelde procedures moeten worden gevolgd.

De para-universitaire instituten zijn daarom - juridisch gezien - geheel zelfstandig. Inkomsten en uitgaven van deze instituten lopen geheel buiten de exploitatie-rekening van de hogeschool om. Het IVA-personeel is ook niet in dienst bij de Stichting Katholieke Hogeschool, m a a r bij de Stichting Instituut voor Arbeidsvraagstukken. Momenteel zijn dat dertien wetenschappelijke medewerkers, drie student-assistenten en vijf administratieve krachten. Het gevolg hiervan is dat deze personeelsleden niet de voordelen van de ambtenarenstatus bezitten. Het IVA-bestuur streeft er echter n a a r het IVA-personeel dezelfde arbeidsvoorwaarden aan te bieden als bij de hogeschool het geval is.

IVA self-supporting?

Deze vraag zou men zowel met ja als met nee kunnen beantwoorden.

Het ligt er m a a r a a n hoe men bepaalde aktiviteiten van het IVA wil interpreteren.

Geen extra middelen vanKH

Persoonlijk zou ik de v r a a g met ja wiUen beantwoorden. Zoals reeds eerder is opgemerkt komen de inkomsten van het IVA voornamelijk uit opdrachten en subsidies van fondsen zoals ZWO, Praeventiefonds en dergelijke.

Voor zover het IVA-onderzoek verricht in opdracht van of met subsidie van derden is het IVA volledig self-supporting. Alle kosten worden in het tarief doorberekend.

W a a r o m trekt de hogeschool zelf geen ekstra middelen a a n om meer te kunnen doen dan mogelijk is met de financiële middelen, die door het ministerie ter beschikking worden gesteld?

Uiteraard zou de Stichting Katholieke Hogeschool kunnen proberen inkomsten te verwerven, bijvoorbeeld van instanties die direkt of indirekt, profiteren van het onderzoek dat aan de hogeschool wordt verricht.

Het IVA is echter opgericht ter ondersteuning van het onderzoek a a n de hogeschool. Dit impliceert dat het IVA zal moeten bijdragen a a n de wetenschappelijke kwaliteiten van de onderzoekswerkzaamheden en bovendien beschikbaar moet blijven voor ondersteuning van het onderwijsprogramma van de fakulteit, vooral in de doktoraalfase. Hieruit vloeien een aantal neventaken van het IVA voort, die eigenlijk niet los gezien kunnen worden van de hoofdfunktie, zoals: a stage-begeleiding in het kader van lopende onderzoekingen en het

Of dit in de praktijk ook mogelijk is, is echter twijfelachtig. Voordat een opdrachtgever overgaat tot het verstrekken van een onderzoeksopdracht, zijn d a a r a a n meestal reeds maanden van overleg a a n voorafgegaan tussen opdrachtgever en de uitvoerder van het projekt. In deze fase komen zowel inhoudelijke aspekten van het onderzoek als ook financiële en organisatorische aspekten ter sprake. In de oude be5

incidenteel verzorgen van werkkolleges en seminars; b het wetenschappelijk uitdiepen van - voor de opdrachtgever reeds afgesloten - onderzoek; c het mede-ontwikkelen van nieuwe wetenschappelijke probleemsteUingen op die terreinen, waarop de belangstelling van de fakulteit zich richt.

Het zal duidelijk zijn dat opdrachtgevers en subsidienten niet bereid zijn bovenstaande aktiviteiten, die direkt afgeleid zijn uit de doelstelUng van de hogeschool, te financieren. Het tarief dat dan in rekening zou moeten worden gebracht aan opdrachtgevers, zou daarmee zodanig stijgen dat de opdrachtgevers zouden uitwijken n a a r meer kommercieel georiënteerde instituten, die bovenstaande aktiviteiten niet ontplooien en daardoor goedkoper zouden kunnen werken. Dit zou betekenen dat de ekstra geldstroom die nu n a a r de hogeschool vloeit om meer wetenschappelijk onderzoek mogelijk te maken, spoedig zou stagneren, hetgeen een ernstig verlies voor de hogeschool zou betekenen.

Daarom komt in de hogeschoolbegroting een post „IVA-subsidie" voor, die bedoeld is om de onkosten die gemaakt worden in het kader van de aktiviteiten genoemd onder a tot en met c, te dekken. In feite gaat het hier om een vergoeding voor diensten die a a n de hogeschool worden verleend om de kemfunkties van de hogeschool, te weten de wetenschapsbeoefening en de opleiding van studenten, beter te verzorgen.

Het bedrag is ongeveer S% v a n de totale IVA-kosten. Daartegenover staat dat het IVA wel h u u r betaalt a a n de hogeschool voor het gebruik van gebouwen en inventaris en de diensten van de drukkerij en andere centrale diensten op basis van kostprijsberekening vergoed.

Het initiatief tot oprichting Stichting IVA Het IVA bestaat momenteel vijftien jaar. Het initiatief tot oprichting van de Stichting IVA is uitgegaan van de hoogleraren die destijds a a n de sociale fakulteit waren verbonden.

De formele oprichting werd mogelijk gemaakt door een besluit van het curatorium van de hogeschool d.d.

29 januari 1957, waarbij een som van ƒ 100,— werd afgezonderd van het vermogen van de Stichting Katholieke Economische Hogeschool om hiermee de Stichting Instituut voor Arbeidsvraagstukken op te richten.

In die tijd kende de fakulteit nog geen wetenschappelijke medewerkers. Toen de eerste wetenschappeUjke medewerkers konden worden aangesteld, kwamen die formeel in dienst van de Stichting IVA. Er was dus geen sprake van medewerkers die a a n leerstoelen werden verbonden. Pas nadat het IVA formeel bestond, deed zich de mogelijkheid voor om op wat grotere schaal opdrachtenonderzoek te verwerven, waarvoor ekstra m a n k r a c h t kon worden aangetrokken. De oorspronkelijke Stichting IVA werd toen omgezet in een Stichting IVA-studie, terwijl daarnaast de Stichting IVAopdrachten werd opgericht. In deze nieuwe stichting werd het opdrachtenonderzoek ondergebracht, terwijl thb 15 - 7 aprU 1972

in de Stichting IVA-studie de fakulteitsmedewerkers werden gekoncentreerd. Er was echter sprake van één gemeenschappelijke beheersorganisatie.

Naarmate het aantal studenten bij de sociale fakulteit groeide, n a m ook het aantal wetenschappelijke medewerkers - aangesteld bij de Stichting IVA-studie - toe. Bij een aantal hoogleraren ontstond de behoefte om ten behoeve van de verzorging van de onderwijsprogramma's over eigen wetenschappelijke medewerkers te beschikken. Het bleek steeds minder mogelijk om vanuit één gemeenschappelijk instituut te opereren. Dit leidde ertoe dat de wetenschappelijke medewerkers van de Stichting IVA-studie in 1963 werden toegewezen a a n de afzonderlijke leerstoelen en formeel in dienst kwamen bij de hogeschool, die tot op dat moment het jaarlijkse nadelige saldo van de Stichting IVA-studie voor 100% subsidieerde. Vanaf 1964 treft men in de rekening van baten en lasten van de Stichting IVA-studie dan ook geen salariskosten m e e r ' aan. De Stichting IVA-studie bleef alleen bestaan als een orgaan dat de administratie voerde van een deel van de sociale fakulteit. Omdat deze t a a k evengoed, zo niet beter, door de centrale administratie van de hogeschool kon worden uitgevoerd, werd de Stichting IVA-studie enkele jaren later opgeheven. Nadat in 1963 de Stichting IVA-studie feitelijk was opgeheven door de overgang van het personeel n a a r de hogeschool, werd in 1965 het Sociologisch Instituut opgericht, omdat een deel van de betrokkenen het nuttig bleef vinden om op de een of andere wijze gezamenlijk te opereren, met name op het gebied van het wetenschappelijk onderzoek.

De Stichting IVA-opdrachten bleef bestaan en groeide uit tot het huidige IVA. De oorspronkelijke funktie, namelijk het vergroten van de onderzoeksmogelijkheden voor de sociale fakulteit, is gehandhaafd. Docenten en medewerkers van de sociale fakulteit zijn als supervisoren betrokken bij het IVA-onderzoek en leveren op deze wijze h u n bijdrage aan de wetenschapsbeoefening van de sociale fakulteit, terwijl omgekeerd het IVA de vervulling van deze taak mogelijk maakt. Op deze wijze wordt de wetenschappelijke know how die in de fakulteit aanwezig is, dienstbaar gemaakt aan maatschappelijk relevante vraagstukken en blijft de wetenschapsbeoefening van de sociale fakulteit voldoende voeling houden met de sociale realiteit.

Als we ervan uit gaan dat de leden van het wetenschappelijk korps ongeveer éénderde deel van de beschikbare tijd a a n onderzoek kunnen besteden, betekent dit dat de subfakulteit sociaal-kulturele wetenschappen jaarlijks ongeveer 17 manjaren a a n onderzoek besteed. Het IVA - met dertien medewerkers momenteel - verhoogt dus de onderzoekskapaciteit van de sub-fakulteit met ongeveer 75%.

Verhouding tussen IVA en Sociologisch Instituut Het Sociologisch Instituut is een verzameUng van hoogleraren, lektoren

en medewerkers binnen de sociale fakulteit met de bedoeling om in een gezamenlijk institutioneel kader wetenschappelijk onderzoek te verrichten en het wetenschapjjeüjk onderwijs op elkaar af te stemmen.

samenwerking binnen de sekties m a a k t het mogelijk deze fxmktie beter te vervullen, waarbij het IVA wel steeds zijn verantwoordelijkheid tegenover opdrachtgever/subsidiënt in het oog dient te houden.

Door de toenemende onderwij sbelasting is het Sociologisch Instituut echter nauwelijks a a n gezamenlijk onderzoek toegekomen. Het onderzoek bleef grotendeels beperkt tot losse aktiviteiten van Individuele hoogleraren en medewerkers. Het Sociologisch Instituut is wel aanleiding geweest om een afdeling Methoden en Technieken in het leven te roepen, welke funktioneert ten behoeve van alle vakgroepen en service verleent bij de verzameling, verwerking en analyse van onderzoeksgegevens.

De feitelijke integratie tussen IVA en Sociologisch Instituut zal leiden tot een verhoging van het niveau van het wetenschappehjk onderzoek aan de sociale fakulteit.

A. Vermeulen, sekretaris IVA

De Brauw bezoekt KH

In 1971 hebben het IVA en het So- Dinsdagmiddag 9 mei zal minister ciologisch Instituut besloten om een De Brauw een (bliksem)-bezoek aan vergaande samenwerking aan te de KH brengen. De hogeschool had gaan teneinde het wetenschappelijk n a a r aanleiding van de Kameronderzoek a a n de sociale fakulteit vragen over de letterenfakulteit gete optimaliseren. Deze samenwer- vraagd om een bezoek op korte terking houdt in dat er in feite slechts mijn. Tijdens het bezoek zullen de één organisatorisch kader is waar- dringende problemen van de KH bebinnen onderzoek wordt verricht. sproken worden.

Het onderzoeksbudget van het So- Ook staat een korte HR-vergadering ciologisch Instituut is in beheer bij op het programma. de IVA-direktie. Onderzoekers van het IVA en het Sociologisch Instituut zijn samengebracht in een beperkt aantal sekties, afhankelijk van de maatschappelijke velden waarop het onderzoek zich richt. De sekties zijn verantwoordelijk voor het opstellen van een onderzoeksprogramma op een zodanige wijze dat de onderzoekingen tot akkumulatie van inzicht op het betreffende deelterrein leiden. Voor zover de onderzoekingen Omdat de KH momenteel in Uquidigefinancierd kunnen worden door teitsmoeilijkheden verkeert, heeft derden, neemt het IVA het onder- het Kollege van Bestuur een inveszoek in uitvoering. Voor zover dit teringsstop afgekondigd. De afdeling niet mogelijk is, nemen de fakul- „Centrale Inkoop" moet aankopen teitsmedewerkers een deel van het van boven de ƒ 50.000,- in ieder geval programma voor h u n rekening, één maand opschorten. In die tijd waarvoor het Sociologisch Instituut zullen de liquiditeitsproblemen geïnonderzoeksbudget de nodige midde- ventariseerd worden. len verschaft. Door regelmatige bespreking van de voortgang van de onderzoekingen in de sektievergaderingen, blijven de onderzoekers op de hoogte van eikaars aktiviteiten, hetgeen zeer stimulerend werkt. In zekere zin is er dus sprake van een terugkeer n a a r de oorspronkelijke situatie toen er sprake was van IVAopdrachten en IVA-studie, samen- De delegaties van alle vmiversiteiten en hogescholen, de Akademische gebracht in één instituut.

Raad, de Onderwijsraad en andere Een aantal medewerkers, wier akti- organisaties alsmede van de Minisviteiten voornamelijk liggen op on- teries van Onderwijs en Wetenderwijsgebied en/of die de weten- schappen en van Landbouw en Visschapsbeoefening vooral verrichten serij waren op 28 en 29 m a a r t bijeen via individuele studie, hebben er de om een brainstorming te houden voorkeur aangegeven niet aan de over de meest wenselijke aanpak aktiviteiten van een onderzoeksektie van de verdere uitwerking van het voorgestelde planningssysteem voor deel te nemen. het hoger (postsecundair) onderwijs.

Katholieke Hogeschool in liquiditeitsmoeilijkheden

Konferentie Woudschoten over planning

Vermenging van taken en verantwoordelijkheden IVA en SI? In het voorgaande is er reeds op gewezen dat de doelstelling van het IVA moet worden gezien als een verlengstuk van de doelstelUng van de hogeschool, c.q. van de sociale fakulteit.

De scheiding tussen IVA en fakulteit is daarom slechts van juridische betekenis. Op het gebied van het onderzoek heeft het IVA dezelfde funktie als de fakulteit. De nauwe

De belangrijkste onderwerpen van de diskussie waren „de wisselwerking tussen de planning per disciphne en de planning per instelling" en „de plaats van de planning en organisatie van universiteit en hogeschool". De tijdens deze konferentie n a a r voren gekomen problemen bij en voorstellen voor de uitwerking van het planningssysteem zullen door minister De Brauw aan de bestuurskolleges van instellingen van wetenschappelijk onderwijs worden voorgelegd.

Daarbij zou het verzoek zijn gevoegd om waar mogelijk medewerking te verlenen, vooral door deskundigheid beschikbaar te stellen.

In Groningen is, ondanks de hevige protesten van de afgelopen maanden tegen De Brauws ingrijpen, dan toch gestemd vóór een universiteitsraad a la de WUB. Van het aantal stemgerechtigden is 26% opgekomen. Bij de studenten werd niet meer dan 18% gehaald, waardoor slechts 6 van de 11 studentenzetels bezet zullen worden. Op grond van de opkomstpercentages, welke veel lager waren dan bij de laatste verkiezingen in de vroegere eigen struktuur, hebben de Groninger Studentenraad en de Groninger Studentenbond verklaard, de door hen gepropageerde boycot van de verkiezingen geslaagd te vinden.

Ook in Nijmegen is het voor WUB-demokraten huilen met de regenjassen aan.

Over de uitslag van de onlangs op de Katholieke Universiteit gehouden verkiezingen lezen we in het KU-nieuws van 24 maart jl.: „Slechts 3 van de 13 voor studenten in de universiteitsraad gereserveerde zetels werden bezet. Het personeel bezette slechts 10 van de 13 zetels. Vorig jaar was dit respektievelijk 3 en 11. Bij de zetelbezetting van de overige raden zijn de uitkomsten zeer verschillend. Voor de universiteitsraad dus een slechte opkomst, voor de overige raden wisselend, maar nauwelijks beter."

En dan heeft de Vrije Universiteit van Amsterdam zo zijn „eigen-aardige" problemen met het kiezen van een universiteitsraad. Een oproep van het „Komité Oemokratisering" om de aanstaande universiteitsraadsverkiezingen te boycotten werd door het overgrote deel van de zevenhonderd aanwezigen op een universiteitsvergadering ondersteund. Aanleiding was de afwijzing van een aantal kandidaten door de kieskommissie omdat deze weigerden bij hun kandidaatsstelling de doelstellingen van de VrijeUniversiteit te onderschrijven. Drie afgewezen kandidaten van de wetenschappelijke staf, die ter verantwoording werden geroepen bij direkteuren en kuratoren van de VU, geven in het VU-blad „Ad Valvas" van 17 maart hun motivering voor de weigering: „Deze hield in, dat wij het onjuist achten dat het passief kiesrecht van studenten en TAS-leden door het kiesreglement worden ingeperkt.

Met de doelstelling van de universiteit op zichzelf stemmen wij geheel in."

Uit het onlangs verschenen onderzoeksrapport „Werkkringen van Sociologen" van drs. A. Westerdiep en dr. Th. J. IJzerman, noemen wij de navolgende resultaten. Van de respons (85% van de per 1 september afgestudeerde sociologen) vervulde 90% een werkkring (mannen 96%; vrouwen 70%) op het tijdstip van het onderzoek. Ruim 20% van de afgestudeerde sociologen vervult een werkkring in de sektor overheid (departementen, provinciale- en gemeentelijke diensten). Iets meer dan een kwart van de afgestudeerde sociologen vervult een werkkring in de sektor universitair onderwijs en ruim 20% vervult een werkkring in de maatschappelijke dienstverlening. In produktiebedrijven, onderzoeksinstituten en niet-universitair onderwijs bleken respektievelijk 13, 12 en 8% van de afgestudeerden werkzaam te zijn. Op het buro van de sub-fakulteit sociaal-kulturele wetenschappen is hel volledige rapport ter beschikking.

eheersing van stedelijke groei?

hevige proinden tegen ch gestemd la de WUB. den is 26% 1 werd niet loor slechts }ezet zullen ipkomstperiren dan bij e vroegere Groninger ler Studenhen geproerl(iezingen

naugurale rede prof. dr. A. J. Hendriks 3p 23 maart jl. aanvaardde prof. dr. A. J. Hendriks, buitengewoon hoogeraar in de ekonomische aardrijkskunde bij de ekonomische fakulteit, zijn )enoeming met het houden van een inaugurale rede.

Samenvatting 3e huidige fase van het proces van rerstedelijking in westerse landen vordt in hoge mate gekenmerkt loor een uitstroming van bevolking m ekonomische aktiviteiten vanuit Ie grote steden n a a r de omliggende ;ebieden. De schaal waarop dit verchijnsel in ruimtelijk zowel als in ;wantitatief opzicht zich voltrekt leeft een groot aantal ernstige proilemen opgeleverd.

Q de Verenigde Staten zijn sterke ociale spanningen ontstaan tussen suburbane woongebieden met lun hogere inkomensklassen en de lentrale stad met h a a r ethnische linderheden. Ook in Europa volrekt zich deze ontwikkeling en in lederland zien wij ons gekonfroneerd met hetzelfde verschijnsel in Ie vorm van een toenemende druk p het Randstadmiddengebied. Wel rardt herhaaldelijk en van verschilnde zijden gewaarschuwd tegen de evaren, die het zogenaamde groene art van de Randstad bedreigen, naar aan inzicht in de wijze waarop leze gevaren kunnen worden geleerd ontbreekt helaas nog het een in ander.

Verschillende Amerikaanse onderoekers hebben erop gewezen, dat Ie ontstane spreidingsbeweging het lirekte gevolg is van ontwikkelingen in de verplaatsingstechnieken. Anderen stellen daartegenover, dat deze verklaring daarmede nog niet Opheft de noodzakelijkheid te zoeken naar mogelij Idieden het vermoede|jke onwenselijke eindresultaat van ieze ontwikkelingen te ontgaan.

Eind 1959 werd in Brussel een kongres gehouden over de mogelijkheden tot beheersing van de stedelijke oei. Uit het overleg, w a a r a a n n keur van internationaal beamde wetenschappelijke onderzeeërs deelnam, bleek dat de theoretsche analyse, zowel als het bestuurlijke organisatorische systeem nog | i een zodanige fase verkeren, dat een oplossing van het gestelde pro_lleem voorshands nog niet binnen |e horizont is gekomen. Met voorSeelden werd in het betoog aange:even hoe men in de Verenigde taten en Engeland in analytisch ipzicht een instrumentale theorie t ontwikkeling tracht te brengen. 'ok in Nederland wordt zowel met behulp van theoretisch als van emiirisch onderzoek getracht dieper zicht te verwerven. n van de belangrijkste ontwikkegen daarbij is de attraktietheorie, *elke op de ruimtelijke samenhang Van ekonomische aktiviteiten ingaat.

«1 deze attraktietheorie verschijnen de transportkosten als het ware in Sen nieuwe gedaante: de kommuni-

f

katiekosten. Het streven deze kommunikatiekosten te verkleinen is één van de belangrijkste drijfveren van agglomeratievorming in deze tijd.

Bij empirische toetsing van deze attraktietheorie op de samenhangen binnen de Randstad is gebleken dat voor een voortgezette ontwikkeling

van het spreidingsproces van bevolking en ekonomische aktiviteiten moet worden gevreesd.

Deze overheid kan deze ontwikkeling, die k a n worden herleid tot de a a r d van de ekonomische struktuur van de Randstad, niet in voldoende mate bestrijden met planologische maatregelen alleen. Daartoe zullen ook maatregelen van ekonomische politiek noodzakelijk zijn. Dit impliceert een opnieuw overwegen van onze Nederlandse regionaal-ekonomische politiek, waartoe enkele suggesties werden gedaan.

Eén hiervan is de regionaal-ekonomische politiek niet, zoals tot dusverre, te beperken tot gebieden met een struktureel gebrek aan werkgelegenheid, m a a r de middelen dezer politiek tevens a a n te wenden ter effektieve ondersteuning van het planologisch beleid ter bescherming van het Randstad-middengebied.

De rede van prof. Hendriks is uitgegeven bij Wolters-Noordhoff, Groningen.

Groep welzijnsbevordering : Zeggenschap studentenvoorzieningen van onderaf In een nota over de herstrukturering van de studentenvoorzieningen heeft de groep Welzijnsbevordering Katholieke Hogeschool (dekanen, arts, psychologen) h a a r ideeën ontvouwd over het funktioneren en de bestuursstruktuur van de studentenvoorzieningen a a n de hogescholen en wel binnen de verhoudingen zoals ze liggen sinds de invoering van de WUB. De hoofdkonklusies luiden: de studentenvoorzieningen dienen als een geheel te funktioneren, waarbij de zeggenschap vanaf de betrokken basis moet verlopen; de algemene noemer en de centrale doelstelling ligt in het vlak van het behartigen van het welzijn in werk- en levenssfeer van de studenten en anderen: „Met andere woorden, elke studentenvoorziening is er om het persoonUjk funktioneren van de student in groep en als individu mogelijk te maken. Dat wil met name zeggen, dat studentenvoorzieningen geen eigen, autonome ontwikkelingen kennen, m a a r dat h u n ontwückeUng gerelativeerd is a a n de welzijnsbevordering (dat is het welzijn in zijn dynamiek)".

Daarnaast moet elke voorziening worden afgestemd op zijn eigen doel.

Richten op algemene voorzieningen Over het bestaan van studentenvoorzieningen zegt de groep: „Uitbouw of inkrimping van het voorzieningenstelsel valt buiten het kader van het struktuurvraagstuk. Wel geloven wij, en dit vanuit onze opstelling ten aanzien van ons werk, dat dergelijke voorzieningen nog zinvol zijn. Echter met deze toevoegingen: • de studentenvoorzieningen dienen n a a r onze overtuiging zo opgezet te worden dat zij aansluiten bij de opgang zijnde integratie binnen het tertiair onderwijs; • tevens dienen de studentenvoorzieningen zo opgezet te zijn dat zij in de lijn van de algemeen maatschappelijke voorzieningen kunnen worden opgenomen. De studentenvoorzieningen als specifieke voorziening dienen met andere woorden gericht te zijn op algemene voorzieningen, (zie hierover NSR-diskussienota)."

Gemeng(de kommissie De groep Welzijnsbevordering pleit voor het instellen van een gemeng-

de hogeschoolraadskommissie, waarin hogeschoolraadsleden en betrokkenen (studenten, beroepsbeoefenaren en personeelsleden) zitting hebben.

Onder de top van de struktuur bevindt zich de interne opbouw van het komplex van studentenvoorzieningen, waarin centraal gezien wordt een koördinatiecentrum met daaromheen gegroepeerd de diensten (die voorzieningen, welke onmiddellijk op de student als individu of groep gericht zijn, en dit vanuit welzijns- en studieoptiek: dekanen, arts, psychologen, pastores, buro studentenbelangen enzovoort). De buitenste sfeer van het struktuurmodel bestaat uit de meer „kollektieve" voorzieningen zoals: sport, mensa, huisvesting. Eigen Huis, studenten-aktiviteitenfonds, en eventueel Studium Generale, Databank en KIS. Tussen de diensten en de voorzieningen wordt dan het beleidsvoorbereidend orgaan gezien: „In deze kring ontmoeten elkaar de diensten en voorzieningen en tegelijk de medewerkers en studenten.

Het belang van een duurzame uitwisseling van informatie en voornemens, uitmondend in een gekoör-

In de THB-kommissie bestaat een vakature v o o r een

Studentlid De kommissie beheert het budget van het THB, houdt toezicht op de naleving van het redaktiestatuut, benoemt de redaktieleden en is beroepsinstantie in geval van konflikt tussen auteurs of lezers en de redaktie.

De kommissie in (nu nog) samengesteld op basis van de geledingen.

Kandidaten v o o r deze funktie w o r d e n verzocht schriftelijk kontakt op te nemen met de voorzitter van de T H B - k o m missie, drs. A. Wentink, Hogeschoollaan 225, Tilburg.

Nadere informatie in te w i n nen bij de redaktie.

dineerde beleidsplanning vereist een duideUjke plaats in de struktuiir. De bedoeling van de wet en van de diensten en voorzieningen moet hier tot zijn recht komen.

Dit overlegorgaan zou de opdracht moeten hebben om de beleidsinbreng van onderaf te verruimen boven de afzonderlijke diensten en voorzieningen uit. Met andere woorden de beleidsafstemming gebeurt binnen dit orgaan. Het heeft geen typisch bestuurlijke funktie, wel een fundamentele".

De groep Welzijnsbevordering meent dat de verbindingslijnen tussen basis en top moeten lopen vanuit het koördinatiecentrum en vanuit het beleidsvoorbereidend overlegorgaan, waarbij de lijn vanuit het koördinatiepunt een duidelijk bestuurlijke funktie heeft. „In deze bestuurlijke relatie echter zal de deelname a a n de gemengde kommissie vanuit het koördinatiecentrum, vooral afgestemd op beleidsoverzicht en technische oriëntatie, parallel lopen a a n een tweede belangrijke bestuurslijn n a a r de gemengde kommissie en wel vanuit het beleidsvoorbereidend overlegorgaan; niet vanuit de afzonderlijke diensten of voorzieningen. Dit wordt vooral voorgesteld vanwege het idee „inspraak en afstemming" dat in dit orgaan (en niet in het koördinatiecentrum) gestalte krijgt."

F.G. thb 15 - 7 april 1972

Sociologendag leidde slechts tot bevestiging van frustraties

De initiatiefnemers van de Sociologendag op 21 m a a r t hebben het opgegeven: een Sociologische Kring nieuwe stijl zit er voorlopig niet in en er zijn in het geheel geen student-kandidaten voor de Fakulteitsraad. Besloten was om in kleinere groepen te inventariseren wat iedereen zoal voelt als de oorzaak van de duidelijk frustrerende situatie waarin de sociologiestudenten verkeren. In de plenaire vergadering die daarop volgde werd verslag uitgebracht.

Eén zaak bleek bij iedere groep primair te staan: de inhoud v a n de studie komt dermate slecht overeen met de aspiraties en idealen van de studenten, d a t vrijwel de enige motivatie die overblijft om verder te studeren gelegen lijkt te zijn in het behalen v a n „het papiertje".

Gekonstateerd werd door sommigen, dat ook het gebrek a a n kontakt tussen de studenten veel te wensen overliet, en dat wellicht d a a r een t a a k was weggelegd voor een nieuwe sociologenvereniging. Velen waren echter v a n mening dat dit een zo algemeen optredend bijverschijnsel overal in de samenleving is, dat een fundamenteel antwoord op de situatie in een geheel andere hoek zou moeten worden gezocht.

Vertegenwoordigers v a n de KSB wezen op de rol van de afgestudeerde socioloog die in dienst staat van de heersende klassen en daarvoor in zijn opleiding de nodige technieken krijgt bijgebracht. Als er één fundamenteel antwoord mogelijk is op de studiesituatie die bepalend is voor de frustraties van de studenten, d a n is dat een strijd voor een studie in dienst v a n het volk, aldus het KSBstandpunt. Binnen de verschillende jaren tracht de KSB deze strijd te ontwikkelen middels socialistische studiegroepen, waarin de inhoud van

de gedoceerde stof wordt bestudeerd en gekritiseerd, en waarbij men tracht de standpunten in de jaargroepen n a a r buiten te brengen.

Voorstellen om tot een stamkafee, tot jaarraden of anderszins tot een algemene sociologenorganisatie te komen haalden het niet. Men was het er vrij algemeen over eens dat het kontakt in de studiesituatie primair was, en dat het daaraan, buiten de socialistische studiegroepen en de reeds bestaande jaarraad in de propedeuse, te zeer ontbrak.

F.G.

Tilburgs sukses bij Berenschotprijsvraag In de prijsvraag die het Raadgevend Bureau Berenschot eind vorig jaar uitschreef ter gelegenheid v a n de opening v a n een nieuw hoofdkantoor te Utrecht, zijn twee prijzen gewonnen door Tilburgse studenten.

De heer A. Timmermans (bedrijfs-

ekonometrist) behaalde een eerste prijs met zijn afstudeerwerkstuk „De ekonomische evaluatie van groepentechnologie in machinefabrieken" dat werd geschreven voor prof. Verheyen, en de heer P. Zwaga (socioloog) won een derde prijs met zijn afstudeerwerkstuk „Arbeidsmotivatie, satisfaktie en binding a a n werk en ziekenhuisorganisatie van leerling-verplegenden", geschreven voor prof. Stolte.

De prijsvraag was uitgeschreven onder de studenten in het vak bedrij fsofganisatie in de ruimste zin van het woord, met dien verstande dat a a n iedere hoogleraar of lektor In dit vak werd gevraagd, één in 1971 geschreven scriptie te selekteren en (uiteraard anoniem) in te zenden. Van de cirka honderd uit-

prof. verbernelaan 100 - tilburg telefoon 04250-73181 gespecialiseerd op wetenschappelijk gebied

Tenslotte verdient nog vermeldinj dat het afstudeerprojekt van de heei Timmermans gezamenlijk werd gs coached door een medewerker vat prof. Verheyen en een medewerka van prof. De Beer van de Technischi Hogeschool Eindhoven.

Introduktie 1972/1973 De introduktiedagen voor aankomende eerstejaars vinden ook dit jaar eU augustus plaats. Ofschoon deze dagen „traditioneel" zijn, is vorig jaar me een nieuwe opzet gestart. Enkele doelstellingen werden omschreven en aai de hand daarvan is een programma uitgewerkt Centraal stond vorig jaai het helpen aankomende studenten op gang te komen in de voor h e n nieuw situatie en dit via attitude beïnvloeding èn kennisoverdracht. Daartoi werden voor het eerst relatief kleinere groepen eerstejaars met een oudere jaarsstudent als groepsbegeleider gevormd.

De Kommissie Akademische Studievoorlichting, welke voor de organisatie v a n de introduktiedagen verantwoordelijk is, heeft getracht de uitgangspunten voor de introduktie 1972/1973 in nauw overleg met alle groepen van betrokkenen, op te stellen.

In de maand april hoopt de kommissie in samenwerking met betrokkenen het programma konform de uitgangspunten voor de komende introduktie op te stellen.

Uitwerking

boekhandel gianotten

genodigde docenten voldeden veertig a a n dit verzoek; de inzendingen waren regelmatig gespreid over alle Nederlandse instellingen van hoger onderwijs. De prijzen wa. ren als volgt verdeeld: GU Amsterdam: een tweede prijs; TH. Eindhoven: een tweede en twes derde prijzen; NEH Rotterdam: een tweede prijs; KH Tilburg: een eerste en een derdi prijs; TH Twente: twee eerste prijzen

Op dit ogenbUk is reeds duidelijk dat in de opzet de kleine groepen met een groepsbegeleider centraal zullen staan. Getracht wordt, en dat op verzoek van degenen die gehoord werden door de KAS, deze groepen een nog belangrijker funktie te geven d a n vorig jaar.

Voor zover het thans reeds te beoordelen valt, zal het programma letterlijk staan of vallen met de groepen, en dus met de groepsbegeleiders. Massale bijeenkomsten worden, waar het kan, vermeden, gestandaardiseerde informatie zal vooraf schriftelijk a a n de deelnemers worden verstrekt. Het groepsproces zal centraal staan.

De groepsbegeleiders zullen derhalve de eerstejaars moeten op gang brengen. Ze hebben onder meer als taak de groepsdiskussies te leiden, de eerstejaars door het programma te begeleiden, hen in kontakt te brengen met elkaar en met de hogeschool (ouderejaars, medewerkers, docenten), hen introduceren in het „student zijn in Tilburg".

Een hele opgave, m a a r n a a r onze mening de meest effektieve manier om de aankomende student op te vangen vanuit de hogeschool.

Oproep De Kommissie Akademische Stuèe voorlichting doet dan ook dringei beroep op geïnteresseerde oudere jaars om zich als groepsbegeleide aan te melden. De kommissie meen dat de opvang van de eerstejaai een taak is van en door de students te realiseren.

Uitereiard zal de kommissie groepsbegeleiders betrekken bij hi tot standkomen v a n het programmil - zoals zij hoopt alle studentenver enigingen daarbij te betrekken - ei i zal zij ook zorg dragen voor adekwa * te voorbereiding van de begeleiders Geïnteresseerden kunnen zich - b voorkeur schriftelijk - liefst vóóri: april 1972 aanmelden bij: Ekonomen TEF-kamer (enkel schriftelijk), k a m e r 81; fakulteitsburo, telefoon 69111, toeste 2420.

Sociologen fakulteitsburo en kontaktgroep, mer N 77, toestel 2137 of 2454.

Psychologen fakulteitsvereniging, k a m e r 210 (psych. lab.), toestel 2286; fakulteitsburo, k a m e r PS 401, toesl 2370.

Theologen fakulteitsbxiro, Willem-IIstraat 47-4l| telefoon 30337 en 30989.

Juristen fakulteitsburo, de heer C. Koens, PS 311, toestel 2302.

Bovendien alle richtingen buro Sti dentenbelangen, k a m e r 59, toestt 2212.

Opgaaf Bij opgaaf gelieve te vermelden: - naam; - adres; - studierichting en studiejaar.

bes

Het was toren va hogesch( juli 19

Van pre begin I9i aan te s en onde sche afd keld.

Juni 196 puterkoi kreeg m Op 13 n port „C elektron de Kat! school" Het Nil meldt 01 Mechai hogesch komputi brein ii dienste nische Technisi hoven e Nadat 1

Re

Na een ruimten

Zoals V installal

De bels iijke w£

Bij de I foto) Is van de (met d« van hel het mai de kom

oldeden et L; de inzen­ i g gespreid instellingen prijzen wi

ekencentrum bestaat 10 jaar

iede prijs; ede en twee sede prijs; in een derdi prijzen.

Het was op 9 januari precies tien jaar geleden dat h et Kollege van Kurar toren van de Kath olieke Ekonomisch e Hogesch ool h et besluit nam aan de hogeschool een Rekencentrum op te rich ten. Het Rekencentrum werd op 4 juli 1983 gedeeltelijk bemand en op 1 oktober volledig operationeel.

vermeldinj van de heei jk werd ge 3werker vai medewerk» 3 Technisclii

dit jaar eiii irig jaar me •even en aa ld vorig jaai ■ hen nieuvi :ht. Daartoi , een oudere

ische Stuèe lok dringen ;rde oudere spsbegeleide cnissie meei i eerstejaai de studentei

Van prof. J. J. J. Dalmulder ging begin i960 het idee uit een komputer aan te schaffen, welke bij onderwijs en onderzoek van de ekonometri­ sche afdeling kon worden ingescha­ keld.

Juni 1960 stelde de Senaat een Kom­ puterkommissie in, welke tot taak kreeg nadere voorstellen te doen.

Op 13 november 1961 werd het rap­ port „Gebruiksmogelijkheden van elektronische rekenapparatuur aan de Katholieke Ekonomische Hoge­ school" aangeboden aan Kuratoren.

Het Nieuwsblad van het Zuiden meldt op 13 juli 1962 onder andere: Mechanisch Geheugen". „In nieuwe hogeschool komt rekencentrum met komputer". „Eerste elektronisch brein in Tilburg welUcht ook ten dienste van bedrijfsleven". „Elektro­ nische breinen zijn er ook op de Technische Hogescholen van Eind­ hoven en Delft".

Nadat kuratoren het besluit geno­

men hadden een IBM­1620 in gebruik te nemen en de Stichting Studiecen­ t r u m voor Administratieve Automa­ tisering (nu de Stichting Het Neder­ lands Studiecentrum voor Informa­ tika) te Amsterdam in de persoon van de wetenschappelijk direkteur dr. M. Euwe h a d geadviseerd bij de struktuur, organisatie, behuizing en bemanning werd op 18 oktober 1962 door de Senaat het bestuur v a n het Rekencentrum geïnstalleerd. (Het advies van dr. M. Euwe zou later bijzonder juist blijken te zijn. Met name de onafhankelijkheid ten over­ staan van enige fakulteit en de be­ noeming van een (verantwoordelijk) bestuur zijn erg waardevol geble­ ken).

Het Rekencentrum zal 18 oktober 1962, de datum dat het bestuur werd geïnstalleerd als geboortedatum op­ vatten. Op 18 oktober 1972 hoopt het Rekencentrum derhalve zijn tweede lustrum te mogen vieren.

Rekencentrum verhuisd

niniissie d kken bij he , programmi tudentenvei trekken ­ ei TOor adekwi ! begeleideii] 3n zich ­ iefst vóór ij:

Na een aantal jaren van huisvesting In drie verschillende provisorische ruimten heeft onlangs het Rekencentrum als eerste de nieuwbouw betrokken.

Zoals wellicht bekend, vraagt het goed funktioneren van een komputer­ installatie speciale voorzieningen betreffende de bouw van de komputerzaal.

WO-HBO in de regio De HR h eeft in h aar vergadering van 30 maart h et rapport „Samen­ werking Kath olieke Hogesch ool­HBO in de regio" besproken, dat uitge­ bracht is door de kommissie WO­ HBO. Wegens ruimtegebrek kan de inhoud van h et rapport en de dis­ kussie daarover niet in dit nummer worden weergegeven. Wel drukken wij onderstaand de reeks van aan­ bevelingen en konklusies af die door de kommissie op tafel zijn gelegd.

Konklusies en aanbevelingen 1 De KHT wenst samenwerking met die HBO­instellingen in de regio Noord­Brabant waarvan een univer­ sitaire pendant thans op de hoge­ school aanwezig is of dringend ge­ wenst is. De KHT is bereid de samen­ werking uit te breiden met HBO­in­ stellingen buiten de genoemde regio die aansluiting binnen het samen­ werkingsverband wenselijk achten.

2 De samenwerking met de bedoel­ de HBO­instelUngen zou vooralsnog beperkt blijven tot vrijwillige samen­ werkingsvormen op basis van een onderwijskundig plan. De samenwer­ king kan worden gerealiseerd door gezamenlijke commissies van de KHT en de HBO­instellingen.

3 Een gekoördineerde propedeuse tussen W O en HBO acht de kommis­ sie in dit stadium tegen de achter­ grond van de studieduur en de nood­ zaak en mogelijkheid van selektie en determinatie moeilijk te realiseren.

4 Het geven van adviezen inzake omschakeling van W O n a a r HBO en van HBO n a a r W O wordt opge­ dragen aan een gemeenschappelijke kommissie WO­HBO­propedeuse.

iftelijk),

Deze kommissie kan ook de over­ gang onder individuele omstandig­ heden van een HAVO­gediplomeer­ de n a één jaar HBO n a a r het W O adviseren en beoordelen.

imer 210

5 De studie van een mogelijke af­ stemming van kurrikula, de rege­ ling en het geven van adviezen in­ zake overgang n a voltooiing van een HBO­studie n a a r het W O wor­ den opgedragen aan een gemeen­ schappelijke kommissie WO­HBO­ kurrikulum.

De belangrijkste hiervan zijn een goede stofflltering, een zo konstant moge­ lijke warmte­ en vochtigheidsgraad en een lichte atmosferische overdruk.

Bij de bouw van de komputerzaal van het Rekencentrum (zie onderstaande foto) is met deze speciale eisen terdege rekening gehouden door middel 69111, toestó van de bouw van een aparte air­conditioning (2 units), een dubbele vloer (met de valse vloer op loophoogte) en dubbele ramen. De overige kamers van het Rekencentrum zijn zo funktioneel mogelijk ingedeeld, zodanig dat iktgroep, tal het magazijn en de kamers van de produktiegroep zich zo dicht mogelijk bij f 2454. de komputerzaal bevinden.

38; 'S 4 0 1 , toestf

[Istraat 47­4i C. Koens, ;en buro Ste r 59, toesti

srmelden: idiejaar.

y

6 De kommissie stelt voor h a a r rap­ port en de daarin opgenomen stand­ punten inzake samenwerking HBO­ W O ter beoordeling aan de fakiil­ teiten voor te leggen.

7 De kommissie W.O.­HBO beveelt de Hogeschoolraad en het Kollege van Bestuur aan voor deze samen­ werkingsvormen een kommissie te formeren.

In verband met de onder punt 1 aan­ geduide HBO­pendanten acht de kommissie het dringend gewenst de KH uit te breiden met een letteren­ fakulteit, met een afdeling onder­ wijskunde en met pedagogisch­an­ dragogische voorzieningen.

Vervolg van pag. 1

De Khk in 1990 sche fakulteit in de KathoUeke Hoge­ school is verantwoord, gezien de te verwachten groei van een erkende theologische fakulteit in Tilburg.

2 De spoedige oprichting van een letterenfakulteit in Tilburg is nood­ zakelijk, omdat de bestaande fakul­ teiten de te verwachten groei van het aantal letterenstudenten onmogelijk zullen kunnen opvangen.

3 Op grond van de vooruitbereke­ ningen van de kommissie­Dalmulder moet worden verwacht dat de juridi­ sche fakulteit in Tilburg binnen af­ zienbare tijd uitgroeit tot een om­ vang van de huidige Utrechtse en Leidse universiteiten.

4 De sub­fakulteit sociaal­kulturele wetenschappen zal binnen tien jaar meer dan verdubbelen. Op grond van de prognoses is de stichting van een fakulteit voor sociaal­kulturele wetenschappen in Maastricht vóór 1980 zeer gewenst (de werkgroep is op de hoogte van de bezwaren van de kommissie­De Moor tegen de ves­ tiging van nieuwe sociale fakul­ teiten).

5 Het is niet gewenst om vóór 1980 zowel in Maastricht als in Rotterdam een psychologische fakulteit te ves­ tigen. Waarschijnlijk is het wel nood­ zakelijk omstreeks 1975­1976 een achtste psychologische fakulteit in Nederland te stichten.

6 Het is niet gewenst vóór 1980 zo­ wel in Nijmegen als in Maastricht een ekonomische fakulteit te ves­ tigen.

Toelichting In de toelich ting tijdens de Hoge­ schoolraadsvergadering stelde prof.

Verheyen dat de nota uitgaat van maximale hypothesen om daarmee een maximale flexibiliteit ten aanzien van de grondbeh oefte te kreëren. „We hebben in deze nota ook geen politiek bedreven. Het is niet meer dan een regionale vertaling van de bestaande landelijke becijferingen.

Gewoon een kwestie van stug door­ rekenen dus."

C.Br.

irifRiL ^g*?*^

red.kamer OP£H REDAKTIEV ERMDERIHt thb 1 5 ­ 7 april 1972

„Reaksionair" is een rubriek waarin reakties van lezers worden opgenomen.

Onkunde bij „Evaluatie-kommissie Studentenkafee" Het Eigen Huis heeft door h a a r manier van ontstaan een (bijna) onvervreemdbare sosjaal-kulturele funlcsie meegekregen, die onmogelijk wordt als zonder meer wordt vastgehouden a a n oude strukturen en werkwijzen (een andere bestemming is het laatste waar je a a n denkt).

Bij de opening van het Eigen Huis was de uitgangssituasie ai totaal veranderd. En sindsdien is voortdurend gebleken en blijkt nog steeds, dat het een fiksie is één sentrum te hebben voor een massa van studenten. In feite bestaat die immers uit sterk uiteenlopende groepen, die voortdurend kwa aantallen, mentaliteiten en sferen veranderen.

Streven n a a r zoveel mogeUjk bezoekers, deelnemers, k a n nooit betekenen dat het ten koste moet of m a g gaan van een eigen karakter, gezicht. Zelfs in een pretensieloze konsumptieve sfeer geeft dat veel problemen (bijvoorbeeld konkurrentie binnen horeka).

Het is onderhand wel duidelijk dat aan een karakterloos massa sent r u m bij weinig of geen studenten behoefte bestaat, nooit bestaan heeft.

En aan de behoefte van „georganiseerd gezelligheidsleven" is op dit moment ruim voldaan.

Om tot sosjaal-kulturele aktiviteiten te komen zal je eerst een aantal mensen de kans moeten geven geregeld elkaar te ontmoeten. Een b a r zou daarvoor een onmisbaar hulpmiddel en/of onderdeel kunnen blijken, meer ook niet.

Dit is natuurlijk totaal onmogelijk als die b a r of dat kafee verplicht wordt (door organisatoriese opzet of doordat het de enige finansjele basis vormt) konsumtief-kommersieel te draaien. Dat dwingt tot streven n a a r zo groot mogelijke omzetten, wat weer erg selektief werkt, waardoor een passive-konsumsie sfeer moet overheersen.

Er zijn tientallen sentra in Nederland (ook Tilburg en ook de akademielaan met sosjaal-kulturele doel-

stelhngen die ervaren hebben dat massaliteit en konsumtief-kommersjele sfeer enerzijds en sosjaal-kulturele doelstellingen anderzijds onmogelijk in één gebouw te kombineren zijn.

De evaluatie-kommissie laat in de voorstellen die ze in h a a r nota doet blijken dat ze zich nauwelijks in de zaak heeft verdiept en m a a k t zich zelf een kommissie v a n onvermogen en onkunde. De voorgestelde kombinasie krijgt een organisatories ingebouwd, verlammend konflikt met zich mee.

Behoeften op dit terrein zijn niet te peilen door op te roepen belangstelling te tonen voor iets dat er niet is en van een algemene oproep tot overleg, ook al zou je een omschrijving van doelstellingen en opzet geven, zul je ook niets wijzer worden. Dit staat allemaal veel te ver af van de werkelijkheid waarvoor eventuele deelnemers, bezoekers wel belangstelling hebben.

Het is onvoorstelbaar dat geen adyyyyy^FT^in

vfln mouRiK de meest geërolaeerde met of zonder drempelvrees koestraat 98 - tiiburg - ns-plein 44 telefoon 21119

telefoon 33945

/EK-ZHORT 10

vies of informatie is gevraagd bij een spesjaal hiervoor door CRM in het leven geroepen instelling als het Provinciaal Service Buro (PSB) in Eindhoven Aan de kontaktgroep belangenbehartiging (zie THB 12) is ook niets gevraagd.

Een werkbare basis voor een sentrum k u n je alleen maken door de subsidiëring van: a vaste kosten zoals akkomodasie en salarissen van sosjaal-kulturele beroeps krachten (niet full-time ammateurs); b een aktiviteiten subsidie die niet insidenteel is.

De vraag wie hoeveel en wat subsidieert zal d a a r n a opgelost moeten worden door overleg tussen degenen die daarvoor in aanmerking komen zonder daarbij het bekende afschuifsysteem te gebruiken.

Maar ja sinds CRM en WO in Den Haag niet meer samen wonen schijnt zinnig overleg of samen werken in konkrete gevallen of op lokaal nivo per definitie verboden te zijn.

Bovendien k a n iemand uit WOkringen nooit erkennen dat mensen en groepen uit de sosjaal-kulturele sektor op dit terrein organisatories en in veel andere opzichten er gewoon meer van afweten en meer ervaring hebben. Dus het Eigen Huis zal voorlopig nog wel in de „eigewij ze-sukkel-en-klunzenlaan'' blij v^n liggen.

Tilburg, 25 m a a r t 1972 Hans Spinhof

TSGV Theseus niet in Viking - redaktie Uit het eerste n u m m e r van het algemeen studentenblad de Viking nieuwe stijl zou ten onrechte gebleken kunnen zijn dat er namens Theseus mensen in de redaktie van de Viking zouden gaan plaatsnemen, zoals in het voorwoord door de Vikingredaktie gesteld werd.

Er zijn echter door mij namens Theseus geen toezeggingen in die richting gedaan en die k a n ik ook helemaal niet doen zonder goedkeuring van het hoofdbestuur van Theseus. Wel heb ik gezegd dat ik enkele mensen wilde vragen of ze eventueel in een redakteurschap van de Viking geïnteresseerd waren, m a a r dit was niet het geval, zoals ik ook a a n de redaktie van het blad heb meegedeeld.

De Vikingredaktie hebben wij reeds van deze onjuistheid op de hoogte gebracht en tevens om een rektifikatie gevraagd. Dat Theseus ook in het THB op het eerste n u m m e r van de Viking reageert, komt hieruit voort dat de kopij voor het apriln u m m e r van de Viking reeds op 18 m a a r t ingeleverd h a d moeten zijn en dat Theseus een onjuiste indruk niet tot mei, wanneer de Viking de rektifikatie pas zou kunnen plaatsen, wil laten voortbestaan. Dit laatste hebben wij ook door middel van een brief a a n de redaktie van het algemeen studentenblad de Viking meegedeeld.

In de hoop dat hiermee een ongelukkig misverstand is weggenomen, tekent, namens het hoofdbestuur en het dagelijks bestuur van Theseus, G. Duijf, voorzitter

„Nederland en de west" Eind m a a r t 1972 is de zogenaamde Koninkrijkskommissie geïnstalleerd. Deze moet alternatieven voorbereiden voor de huidige staatkundige verhoudingen tussen de drie rijksdelen.

Nieuwe verhoudingen die niet los te denken zijn van sociaalekonomische situaties.

Andere verhoudingen die gevolgen kunnen hebben voor bijvoorbeeld het staatsburgerschap van Antillianen en Surinamens, de ontwikkelingshulp, de defensie en de buitenlandse betrekkingen.

Over dit thema wordt a a n de Katholieke Hogeschool een serie bijeenkomsten gehouden, waarvan het programma als volgt iS: e april, 16.00 uur Inleiding en diskussie over de sociaal-ekonomische situatie in Suriname, door prof. dr. G. J. Kruijer, hoogleraar in de Sociografie a a n de Universiteit van Amsterdam.

13 april, 16.00 uur Inleiding en diskussie over de sociaal-ekonomische situatie op de Nederlandse Antillen, door J. Nooij, adviseur Antilliaanse vakbeweging, voormalig hoofdbestuurder Industriebond NKV. 20 april, 16.00 uur Inleiding en diskussie over de staatsrechtelijke en volkenrechtelijke konsekwenties van een wijziging van het Koninklijk Statuut, door mr. Th. van Lier, voorzitter van de Vaste Kommissie voor de betrekkingen met Suriname en de Nederlandse Antillen, en prof. mr. F. van der Burg, hoogler a a r voor Staats- en administratief recht a a n de KathoUeke Hogeschool Tilburg.

27 april. 15.30 uur Verdediging/toelichting van stellingen pro en contra een snelle onafhankelijkheid van De West, door F. Martlnus, M. Kross en E. Azimullah, onder leiding van prof. dr. H. Bosman.

Daarna opsplitsing in zes diskussiegroepen, waarvoor de volgende personen bereid zijn gevonden de leiding op zich te nemen: prof. mr. H. Schoordijk, dr. J. Schneider sj., prof. mr. J. Deelen, dr. C. Lagerberg, drs. L. Theuns en E. Sewpersad.

De bijeenkomsten worden belegd in de grote kollegezaal van de zgn. lage nieuwbouw.

28 april. 20.00 uur Kulturele avond met muziek, zang en dans en eventueel diner gastronomique vanuit de West.

m^s^. w

S %'™'

i-^t

^LGOL-KURSUS 3e programmeertaal Algol 60 wordt op de Catholieke Hogeschool nog weinig gebruikt 3at IS verklaarbaar, omdat de IBM 1620 die ot mei 1070 m gebruik was, slechts in 'ortran II kon worden geprogrammeerd to IS gebleken d a t Algol 60 op de ICL-1903A ;elfs voordelen biedt boven Fortran-IV, omiat de efficiency veel groter is, is het gevenst dat zo mogelijk wordt overgegaan op Ugol 60 )e heer dr G Paardekooper is bereid geronden voor geïnteresseerden, in samenwer[ing met het Rekencentrum in de persoon (an de heer H Mulders, een Algol-kursus e verzorgen op de woensdagochtenden van 1 mei, 10 mei, 17 mei, 24 mei, 31 mei en r juni van 9 00 tot 12 00 u u r J gelieve zich voor 15 a p n l op te geven )ij mejuffrouw Th Rombouts (Rekencen rum) telefoon 2240 Ifoor het daarbij benodigde studieboek zal u ingeveer ƒ 6,50 in rekening worden gebracht

STUDIUM GENERALE Jaar aanleiding van de reakties op de akti iteiten m het kreatieve vlak donderdag 9 naart, worden diegenen die belangstelling .ebben voor een voorbereidingsgroepje kreatieve ekspressie" uitgenodigd zich aan ;e melden bij H Lieshout, k a m e r 24 (even ueel schriftelijk) leze werkgroep heeft tot t a a k zich bezinnen op de stand v a n zaken av aktiviteiten onder studenten, het leggen v a n k o n t a k t e n m e t betrok [enen buiten de hogeschool, ; het ontwerpen van een p r o g r a m m a voor expressie aktiviteiten Dit programma zal starten tijdens de m t r o uktiedagen 1972

ZESDE LEERGANG iUITENLANDSE BETREKKINGEN Iet Nederlandse Genootschap voor I n t e r nationale Zaken organiseert van 15 september 1972 tot 2 februari 1973 voor de zesde maal m samenwerking m e t de Stichting der Nederlandse Universiteiten en Hoge scholen voor Internationale Samenwerking (NUFFIC) jaarlijks een post akademiale Leergang Buitenlandse Betrekkingen ZIJ die een doktoraal examen a a n een der Nederlandse universiteiten of hogescholen hebben afgelegd, d a n wel een d a a r m e e gelijk te stellen opleiding of achtergrond hebben, kunnen aan de Leergang deelnemen De kursus beoogt op wetenschappelijke wijze een inzicht te verschaffen in de faktoren die van invloed zijn op de s t r u k t u u r ier internationale verhoudingen Daarbij wordt aandacht geschonken a a n de plaats iie Nederland m de i n t e r n a t i o n a l e verhoudingen inneemt Uitgebreider informatie over het onderwijsprogramma wordt verstrekt door het Nederlandse Genootschap voor Internationale Zaken (070-180386), terwijl de NUFFIC (070 B3055O) nadere inlichtingen k a n geven over inschrijving en een eventuele financiële tegemoetkoming

KURSUS BEVOLKINGS- EN MILIEUPROBLEMATIEK raDe Kommissie Buitenland van d e Leidse funiversiteit organiseert van 3 juli tot en et 17 augustus te Leiden een i n t e m a t i o taale interdisciplinaire k u r s u s over bevolkings en milieuproblematiek, onder d e titel ,, Man and e n v i r o n m e n t ' ^De interdisciplinaire opzet v a n de k u r s u s '^'gaat uit van een integratie v a n ekologischhiologische, technologische, medische en sociologische komponenten, voorzover deze |nauwe relatie hebben met bevolkmgs en imilieuvraagstukken Een uitgewerkt rooster, sop basis van de indeling tot stand gebracht iin de workshop, wordt b i n n e n k o r t uitge ■bracht ;Het IS de bedoeling de eerste k u r s u s in Leiden nog op te vatten als een proefkursus «n de kursus jaarlijks te h e r h a l e n , afvns selend m Florida, Stockholm en L eiden Het t aantal toe te laten studenten afkomstig u i t ^Zweden, Florida, Nederland en uit de ont­ Rwikkelingslanden zal de eerste maal beperkt f. zijn tot een dertigtal De Nederlandse plaat­ sen staan open voor studenten uit alle

een beroep op iedereen om zo m m mogelijk rommel te maken en als die er toch is deze op die plaatsen zien kwijt te r a k e n die ervoor bestemd zijn, zoals prullenbakken Ook voor de mensen van de huishoudelijke dienst en d e schoonmaakdienst is het na­ tuurlijk geen leuk karweitje om a n d e r m a n s rommel voortdurend te moeten opruimen

Nederlandse universiteiten en hogescholen, doch met voorkeur voor gegadigden uit de bovengenoemde disciplines Het niveau van deze kursisten zou voor ons land moeten liggen op d a t van k a n d i d a t e n m h u n laatste studiejaar voor de buiten landers op p o s t g r a d u a t e niveau Gezien de beschikbaarheid van docenten en kursisten is gekozen voor een k o r t d u r e n d e zomer k u r s u s In zeven weken tijds zal zeer inten­ sief gewerkt moeten worden om de verlang d e breedte en diepte v a n het onderwerp tot h u n recht te laten komen Gerekend wordt op ongeveer tweehonderd u u r onderwijs, voor minder d a n de helft bestaande uit formele kennisoverdracht in de vorm v a n kolleges en voor het overige in groepswerk, casestudies en tutorials De meeste tijd zal worden besteed a a n de interdisciplinaire relaties tussen milieukun de, technologie en sociale wetenschappen In verband hiermede zal tevens r u i m e aan­ d a c h t worden gevraagd voor onder a n d e r e het medische aspekt (sociale geneeskunde, preventieve geneeskunde, family p l a n n i n g etcetera), voor demografie en sociale eko­ nomie

Euro Kommunikatie

SEMINAR INSTITUTE OF WORLD AFFAIRS Van 3 juli tot en met 18 a u g u s t u s zal het 48e seminar worden gehouden v a n h e t Insti t u t e of World Affairs Het IWA is een parti­ kulier instituut, werkt op non­profit basis en IS niet r e g e n n g s g e b o n d e n Het seminar is voornamelijk bedoeld voor studenten die zich willen oriënteren op h e t gebied v a n de dienstverlenende sektoren in de samenleving en bij voorkeur in interna­ tionaal v e r b a n d Dit seminar wordt begeleid door de afdeling politieke wetenschappen van de universiteit van Wisconsin Indien men voldoet a a n de kursuseisen verkrijgt m e n een a a n t e k e n i n g v a n de universiteit Deelname staat open voor iedere doktoraal s t u d e n t Het seminar wordt gehouden op Hadden Campus, Salisbury, m Connecticut Vermeld m a g worden d a t m voorgaande jaren door een a a n t a l studenten uit Tilburg deze seminars zijn bijgewoond Nadere informaties o m t r e n t kosten, subsi diemogelijkheden en de volledige i n h o u d v a n de k u r s u s k u n t u verkrijgen bij Euro Buiten land, k a m e r 25, toestel 2235

Er was voorts een bijzondere aanleiding voor de kommissie om zich met dit plan tot de betrokken fakulteiten te wenden Uit de vele voorbesprekingen is de wens n a a r voren gekomen iedere kursist, die op bevredigde wijze a a n de k u r s u s heeft deelgenomen (ter beoordeling v a n de faculty­ad­hoc) ,.credit daarvoor toe te kennen, onafhankelijk v a n het gebied van zijn eigen vakstudie De ge dachten g a a n hierbij uit n a a r de waarde van een keuzevak voor het doktoraal­ examen Er IS daarbij gewezen op het feit, d a t het onderwerp van de k u r s u s a a n studenten de gelegenheid biedt in h u n vakstudie een keuze­onderwerp op te nemen, dat maat­ schappelijke betrokkenheid k a n vertegen woordigen, een mogelijkheid w a a r velen ken­ nelijk behoefte a a n hebben Verzekering is gegeven, dat a a n d e evaluatie v a n de in dividuele prestaties onzerzijds de nodige a a n d a c h t zal worden besteed Tenslotte is er op gewezen, d a t gezien het geringe a a n ­ tal te vergeven plaatsen, het per fakulteit slechts om een enkel geval k a n g a a n Mocht de betrokken fakulteit of afdeling zich hiermede verenigen, d a n zou de toe­ gelaten k a n d i d a a t zich met de hoogleraar v a n zijn hoofdvak k u n n e n verstaan Neder landse studenten, die deze leergang willen volgen, k u n n e n zonodig een financiële tege­ moetkoming ontvangen Er is geen k u r s u s geld verschuldigd Aanmelding bij mevrouw d r s D v a n Arkel­ Merens, per adres Euro Buitenland v a n d e Leidse Universiteit Stationsweg 396, L eiden

NUFFIC­INFORMATIE In de Hogeschoolraad werd onlangs ge vraagd om meer informatie over d e NUFFIC (Stichting d e r Nederlandse Universiteiten en Hogescholen voor Internationale Samen­ werking) Een speciale mformatietekst werd daarvoor opgesteld Voor belangstellenden IS deze te verkrijgen bij het Bureau Buiten land Mej Van Wanrooy, k a m e r 25, telefoon 2235

BESLUITENLIJST KOLLEGE VAN BESTUUR VERGADERING 7 MAART EN 14 MAART 1972

WIJZIGING DATA KANDIDAATS EKONOMIETENTAMENS STAATHUISHOUDKUNDE I 15 mei geldwezen I 17 mei algemene ekonomie I

83 Mr F van Spaendonck is benoemd tot plaatsvervangend lid v a n h e t s t e m b u r e a u 84 Het Kollege van Bestuur streeft e r n a a r d a t de werkgroep ,,eenheid wetenschappelijk korps per 1 mei gaat funktioneren 85 Aan het hoofd b u r e a u kommunikatie zullen de agenda s en bijlagen (met uit­ zondering van personeelsaangelegenhedeu) van de vergadering van het Kollege v a n Bestuur worden toegezonden Aan zijn beoordeling wordt overgelaten m hoeverre hij deze vergaderingen wil bij wonen 88 Het Kollege v a n Dekanen heeft prof Coopmans en lektor Stassen tot leden en prof V d Klundert en prof Stouthard tot plaatsvervangende leden, n a m e n s hoogle r a r e n en lektoren aangewezen voor d e Kom­ missie Georganiseerd Overleg Voor deze kommissie zijn n a m e n s het Kollege v a n Be­ s t u u r aangewezen als leden drs Verster en prof Verheyen en als plaatsvervangend h d prof Scheffer 87 Alvorens het Kollege van Bestuur een s t a n d p u n t bepaalt met betrekking tot het verstrekken v a n inlichtingen over hoge­ schoolstudenten a a n derden, zal m r Van Spaendonck de juridische aspekten in deze n a d e r bestuderen 88 In v e r b a n d met v a k a n t i e van d r Stoe­ linga en zijn deelname a a n de werkgroep ,,letterenfakulteit KHT" zal mejuffrouw Pieck van 28 m a a r t tot 28 a p n l de s e k r e t a n s vervangen

TAEK symposium 6,13,27 mei en 3 jun i De invloed van de ruimteontwikkeiing op de financiering Inleiders Prof J S G Wilson (Profes­ sor of Economics a n d Com­ merce of the University of Huil, England). „Het ontstaan van de hoge rente" Dr J R M. V d B n n k (L id Raad van Bestuur Amro­Bank NV.) „De invloed van de renteontwikkeling op het aan­ bod van krediet".

Dhr D V d Putten of Dhr. P. C L ouwers (Vice­president en hd Raad van Bestuur N.V. Philips ­ Hoofd Accountants­ dienst N V . Philips) „De in­ vloed van de renteontwikke­ ling op de financiering van de ondemenung, vanuit de on­ derneming gezien".

Prof Dr. H. W J Bosman (Hoogleraar Geld­, Krediet­ en Bankwezen aan de Kathoheke Hogeschool te Tilburg). „Syn­ these van de voorafgaande referaten" Plaats Katholieke Hogeschool Tilburg Inschrijfgeld ƒ50,— (Voor doktoraal studenten van de Katholieke Hogeschool ƒ 25,—) Deze bedragen zijn mklusief lunch, koffie/thee.

Aanmelden Bi] TAEK-buro, Hogeschoollaan 225, Tilburg, vóór 15 a p n l aanstaande

STAATHUISHOUDKUNDE II 16 mei geldwezen II 18 mei algemene ekonomie II BEDRIJFSHUISHOUDKUNDE IV 5 juni BEDRIJFSHUISHOUDKUNDE II 19 mei

VIERDEJAARS BEDRIJFSEKONOMEN Op donderdag 20 a p n l a a n s t a a n d e zal een mformatiekollege gegeven worden over het vijfde jaar, uw afstudeerjaar Dit kollege, verzorgd door de staf vijfde­ j a a r s bednjfsekonomie beoogt u tijdig de informaties te verschaffen die v a n groot be­ l a n g zijn bij de i n n c h t i n g van uw verdere studie Het kollege bestaat uit d n e onderdelen, te weten 1 het eerste semester de kolleges vijfde jaars bednjfsekonomie, 2 het tweede semester het samenstellen van het afstudeerwerkstuk, 3 de examenregeling Voor d e behandeling van dit laatste p u n t zal de heer J Pijnenborg, medewerker v a n het fakulteitsbureau zorg dragen Het kollege wordt gegeven in C9 en vangt te 14 00 u u r (precies) a a n

VIJFDEJAARS BEDRIJFSEKONOMEN

MILIEU­HYGIENE IN EIGEN GEBOUW

ZIJ die h u n k o n d u i t e s t a a t voor het testimo­ n i u m vijfdejaars bednjfsekonomie nog m e t door prof Storm hebben laten aftekenen worden d a a r t o e in de week v a n 24 tot en met 28 a p n l a a n s t a a n d e nog eenmaal m de gelegenheid gesteld U dient alsdan de conduitestaat uiterlijk op 24 a p n l a a n s t a a n d e bij de s t u d e n t e n a d m i n i ­ stratie m te leveren, a l w a a r u h e m vanaf 28 a p n l a a n s t a a n d e wederom k u n t afhalen

In sommige kollegezalen schijnt er nog wel eens geknoeid te worden met koffie en wordt de zaal zelf gebruikt als pruUebak De eerste stap die u k u n t doen om te komen tot een leefbare omgeving is te zorgen d a t er niet overal de sporen te vinden zijn v a n uw aanwezigheid Het is een redelijk uit­ g a n g s p u n t om d a n te beginnen in de eigen werk­ en studeeromgeving Wij doen d a a r o m

11

IVO BIJ het Instituut voor Ontwikkelingsvraagstukken bestaat een vakature voor een

Student assistent voor 21/2 dag per week Zijn taak zal hoofdzakelijk bestaan uit het beheer van de mstituutsbibliotheek en het geven van literatuuradviezen.

Gegadigden dienen m het bezit te zijn van het kandidaatsdiploma ekonomie.

Schriftelijke sollicitaties kunnen binnen 14 dagen worden gericht aan.

Drs. H. L Theuns, IVO, Hogeschoollaan 225, Tilburg.

Inlichtingen over deze vakature kunnen worden ingewonnen bij de heer C. Heemskerk (toestel 2323).

t h b 15 - 7 april 1972

.'^'

Koffiekamer sfeerreeks DEEL IV

Rees Diepen, fotografe, studeerde rechten te Nijmegen (doktoraai vrije studierichting) oriënteerde zich daarna op de fotografie.

kleurr^k eigentyds drukwerk

5» ï-

april

Publiceerde onder andere ,,argeloos begin" in samertwerking met dr. N. Snijders-Oomen en ,,dlt kind . . . " (een konfrontatie met ernstige zwakzinnigheid) in samenwerking met dr. G. van der Most en drs. F. Fennis.

7 VRIJDAG Stadsschouwburg, 20.00 uuri ,,Snip e n S n a p S o u v e n i r s " m e t WiUy Walden en Piet Muyselaar.

8 ZATERDAG M a r a n a t h a , 18.30 u u r : Weekend-liturgie.

Thema: Vijanden In h e t maatschappelijk proces: christenen o n d e r elkaar.

Stadsschouwburg, 20.00 uuri ,,Snip e n S n a p S o u v e n i r s " m e t Willy Walden e n Piet Muyselaar.

Vaste medewerkers van „ouders van nu" en verschillende andere tijdschriften.

9 ZONDAG Tongerlose Hoef, 11.00 tot 15 00 u u r : Koffied r i n k e n voor iedereen.

Kerk Gasthuisring, 11.00 u u r : Dom Helder C a m a r a . Georganiseerd door C e n t r u m Ontwikkelingssamenwerking.

M a r a n a t h a , 11.15 en 12.30 u u r : Weekendliturgie. Thema: Vijanden i n h e t m a a t s c h a p pelijk proces: christenen onder elkaar.

Stadsschouwburg, 20.00 uurs ,,Snip en S n a p S o u v e n i r s " m e t Willy Walden en Piet Muyselaar.

Prijzen van de foto's: groot formaat kleiner formaat

(50x60) ƒ 125,-; (30x40)/" 75,-.

Kinderreportages aan huis op aanvraag, j Belangstellenden c.q. kooplustigen gelieven kontakt op te nemen met: Rees Diepen, Bredaseweg 419a, telefoon 70873, Tilburg.

drukkerij van d e r w e e

10

koestraat 85 - tilburg telefoon 04250-23137

11

"12

nog is: de onmogelijkheid om erin te leven. De hoofdpersoon probeert de maatschappij to ontvluchten, maar dit eskapisme loopt uit op een mislukking. Alles wat „sosjaal funktionerende" mensen doen, vooral in het begin van de film, wanneer Paul als een vreemdeling door het leven gaat en aan is in feite

belachelijk,

nutteloos

WOENSDAG

Sttidsschouwburg, 20.15 u u r : Het Nationale Ballet met ,,De schone slaapster".

M a r a n a t h a , 22.00 u u r : Avondgebed.

D e film „Paul" geeft een kritiek op de maatschappij zoals die nu in Frankrijk

makelaarsaffaire,

DINSDAG

Stadsschouwburg, 20 15 u u r : ,,Neerlands hoop in bange d a g e n " brengt h e t tweede prog r a m m a v a n Bram Vermeulen en Freek d e Jonge: ..Neerlands hoop in P a n a m a " .

Filmliga brengt „Paul"

het slot met een

MAANDAG

Stadsschouwburg, 20.15 u u r : Het Limburgs Symphonie Orkest m e t werken v a n Castelnuovo-Tedesco, Sjostakowitsj en Beethoven,

en

volkomen losgekoppeld van de oorspronkelijke betekenis ervan. Maar toch wordt er met allemaal op zichzelf reële elementen, die echter door hun gekonsentreerdheid en opeenhoping niets met de werkelijkheid te maken hebben, een nieuwe jwerkelijkheid gekreëerd, die een beter en bitter inzicht geeft in een vorm van subkultuur.

Regie: Medvedcky. - Produktie: Bodaro. - M e t onder andere: Bernadette Lafont, Jean Pierre Leaud en Jean Pierre Kalfon.

"13

DONDERDAG

Katholieke Hogeschool, 11.30 u u r : Perskonferentie over wetenschappelijk kongres en eredoktoraten plus n a d e r e gegevens over h e t lustrum.

Katholieke Hogeschool (raadszaal), 14.30 u u r : Hogeschoolraadsvergadering.

Katholieke Hogeschool (grote kollege-zaal van de lage nieuwbouw), 16.00 u u r : Lezing door J. Nooy: De sociaal-ekonomische situatie op de Antillen. Kosten: ƒ 2,50. Inschrijven: Euro Buitenland, k a m e r 25.

Katholieke Hogeschool (C-4), 20.00 u u r : Lezing, d a a r n a diskussie over: De Staat. Georganiseerd door d e KSB. Stadsschouwburg, 2015 u u r : ,,Le nozze di figaro", een komische opera v a n Wolfgang Amadeus Mozart M a r a n a t h a , 20.30 u u r : Oriëntatie-avond rond huwelijk- en doopviering.

14

VRIJDAG

Stadsschouwburg, 20.15 u u r : ,,Wim Kan Alleen", een nieuw p r o g r a m m a v a n W i m Kan m e t Corry Vonk a a n zijn zijde en Ru van Veen a a n de vleugel.

K :

15

ZATERDAG

M a r a n a t h a , 18.30 u u r : Weekend-liturgie.

Thema: Paas-gelovigen, waarom zo k r a m p achtig rond examens en tentamens?

Stadsschouwburg, 2015 u u r : ,,Wim Kan AUeen", een nieuw p r o g r a m m a v a n W i m Kan m e t Corry Vonk a a n zijn zijde e n Ru van Veen a a n de vleugel.

16

ZONDAG

Tongerlose Hoef, 11,00 tot 15.00 u u r : Koffied r i n k e n voor iedereen.

Stadsschouwburg, 12.30 u u r : Koffiekonsert met h e t Mendelssohn-Trio, d a t werken v a n Beethoven en S m e t a n a ten gehore brengt.

Stadsschouwburg, 20.15 u u r : ,,Wim K a n Alleen", een nieuw p r o g r a m m a v a n W i m Kan met Corry Vonk a a n zijn zijde en Ru v a n Veen a a n de vleugel.

17

MAANDAG

Katholieke Hogeschool (aula), 20,00 u u r : De Koninklijke Liedertaf el ,,Souvenir des Mont a g n a r d s " , Kamermuziekonsert: Beethovenkwartet, Stadsschouwburg, 20,15 u u r : Haagse Comedie brengt „ ' n Blok a a n h e t b e e n " m e t onder a n d e r e Anne-Wil Blaukers, J u l e s Croiset en EU Blom,

12

18

DINSDAG

Theologische Fakulteit (lokaal 14), 20,00 m Gastkollege door d r . G. H. t e r Schegg Titel: Revolutie, d a a d v a n hoop of wanhot Stadsschouwburg, 20.IS u u r : ,,Das Ko (m)ödchen", een Duits satirisch k a b a r e t j .,Legt die Weichen u m ' Harmonie-Theater, 22.30 u u r : Filmliga brsii „ P a u l " v a n d e Franse regisseur Medvedcl

20

DONDERDAG

Katholieke Hogeschool (grote kollege-a v a n d e lage nieuwbouw), 16.00 u u r : Lezii door prof. m r . F. v a n d e r Burg en mr. van Lier: Politieke en staatsrechtelijke pekten v a n een wijziging i n d e staatkun(l( verhoudingen tussen Nederland en ~ W e s t " . Kosten: ƒ 2,50. Inschrijven: Bi Buitenland, k a m e r 25.

21

VRIJDAG

Ho n

Katholieke Hogeschool (aula), 16.00 Promotie v a n d r s . C, de J o n g u i t Preton Titel proefschrift: Geschiedenis v a n de oui Nederlandse walvisvaart, deel I, P r o m o'tilwie t « W i e op prof, d r . J o h , d e Vries, H ,

pagenda] de raac aangetr poginge schildenje ite bewt

tentoonstellingen

Schouwburg-Galerie

Tot 13 april, A a t Veldhoen m e t tekeningen en litho's. Vanaf 13 april: Nu van Spaendonck met grafiek.

.anleid as du ;al kan 'vullen -

Natuurhistorisch Museum

Tot 15 april: ,,Tabakorama", 500 j a a r tabi

Katholieke Hogeschool

(Studium Generale) Wandelgangen: Tot en m e t 21 april: Expositie v a n tone) J h a d z i c maquettes, ontwerpen, foto's en tekeniiiRX,„.„„_i van Nicolaas Wijnberg, .^prehenu

Katholieke Hogeschool

; iverklaa

(Studium Generale) Koffiekamer: I terugtn Sfeerreeks, deel IV, foto's v a n Rees Diepei'ienige Zi

Galerie „Kokon"

'Jwat do

Tot 18 april: Stock Expositie. Bij openiiM ,„ wordt gedichtenbundel ,,Vice Versa" a S ^ ^ ^ ^ • het publiek voorgesteld. Gedichten: K ^ w e r s van Kalmthout, Tekeningen: J a n Lemmei Iwens te Tot 9 mei: W e r n e r Moonen m e t grafiek geschoc

Brabantse Kunststichting (BKS)

zinnen

Tot 24 april- Wil v a n Dusseldorp met fotisi"""®'^ grafisch werk, P. V o o r d

Nederlands Textielmuseum

^ deze w

Tot eind mei: „De Gouden N a a l d " ,

, voorges

Volkenkundig Museum

bgen ov(

Tot en met 30 april; ,,Sami Aellin", overt levenswijze v a n Nomadische Lappen,

ling-

1 kunri

neren een t( verwer] maatre wel ku] 2 hoe mokrat Het m. wekker „Matsertjes" kunnen worden opgi losmaa geven bij de redahtie. Tot 30 woordu matiscl kosten ze f 2,50. Onder nummer f 1,- Hoewel extra. Reahties op advertenties o heer B nummer naar de redaktie sturen. een lati TE KOOP: Petriflex 7 (eenoog spiegelreflei^ kussiee k a m e r a ) plus telelens 400 m m . plus tusseij reeds g ringen en diversen. Prijs: f 600.—. BosscM een en weg 253 (2x bellen onderste b e l ) . val leii WORDT LID v a n de Landelijke VerenigU, sluiten tot Behoud v a n d e Waddenzee voor im gedruk per j a a r . U ontvangt d a n h e t tweemaandif lijks tijdschrift ,,Het W a d d e n b u l l e t i n " . 0^ Onder geven biji Administratie Vereniging Behoui werden Waddenzee, S p e e n k r u i d s t r a a t 157 te Assei beluist( telefoon 05920 - 11589. „Er Is e TE KOOPi Zeilboot (Valk) m e t alle nooJ f munikï zakelijke a t t r i b u t e n , inklusief 3 PK buiten boordmotor. Informatie: Michiel van da, „senaai reert ii Lande, telefoon 04250 - 31662.

(Vanï TE KOOP: zo goed als nieuwe DRU-gasgevel| kachel (62.500 kal.) m e t t h e r m o s t a a t wegens „Wat 1 aanschaf centrale verwarming. Adres: Vai^ van o, Hogendorpstraat 126, Tilburg.

Waar j

ymmZ^eA^Ge^