tilburgs hogeschoolblad - jaargang 8 - nr. 8 - 27 november 1970
Niet naar de letter... Het werkbezoek van Veringa Op 12 november bracht minister Veringa een werkbezoek aan de Katholieke Hogeschool. Bij de besprekingen waren behalve de heren Bosman, Loevendie en Stoelinga (namens kuratoren), de hoogleraren Scheffer, Jeukens, Janssen s.j. en de voorzitters der drie fakulteiten, ook aanwezig één vertegenwoordiger van het Stafkonvent en één van het ATG, de heren Vladar en Pijnenborg (gelukkig dat nergens over gestemd hoefde te worden!). Diverse onderwerpen van gesprek stonden op de agenda: voorbereiding van de invoering van de wet-Veringa, de samenwerking Tilburg-Eindhoven, de integratie van de theologische fakulteit in de hogeschool en de subfakulteit psychologie. Veel kommentaar was naar aanleiding van deze bijeenkomst niet te verzamelen. Prof. Bosman noemde het gesprek nuttig, m a a r stelde dat er nog zoveel door de Hogeschoolraad, wanneer die er eenmaal is, zelf gerealiseerd zal moeten worden. Slechts de heer Vladar stelde een uitgebreid kommunikee op, dat hieronder wordt afgedrukt. Hij verzocht de redaktie er wel met nadruk op te willen wijzen, dat het hier niet gaat om een verslag van de bijeenkomst, m a a r uitsluitend om een weergave van wat hij namens het Stafkonvent op het tapijt heeft gebracht. „Een meer democratische structuur invoeren onder druk van de wet is nog wel wat anders dan waarmaken dat je achter de ideologie daarvan staat Of anders gezegd, de wet n a a r de letter invoeren of naar de geest kan een groot verschil uitmaken. En juist omdat voor het bestuur van het stafconvent de democratisering van de hogeschool primair is, zien wij de WUB niet als doel in zich, maar als een middel om de impasse aan de Katholieke Hogeschool-Tilburg na de meidagen van 1969 te doorbreken en de democratisering door te voeren door middel van de WUB. Wij weten echter dat de WUB ook bepaalde beperkingen aan onze vrijheid van handelen oplegt; wij zijn bereid deze beperkingen te aanvaarden, d.w.z. democratisering in het kader van de wet, omdat wij zonder deze wet hier in Tilburg nog nergens zouden zijn. De afgelopen 18 maanden zijn het beste bewijs daarvoor. Dit heb ik namens het bestuur van het
staf convent aan de minister tijdens zijn bezoek aan Tilburg proberen duidelijk te maken. Verder heb ik hem op de hoogte gesteld dat hier nog geen sprake kan zijn van een grote mate van overeenstemming tussen de geledingen en de curatoren ten aanzien van de invoering van de WUB en de gevolgen daarvan. 1 Studenten nemen nog geen deel aan het overleg, hoe jammer wij dat ook vinden. 2 De curatoren, de senaat, het stafconvent en de ATG hebben zich wel uitgesproken voor de snelle invoering van de wet, over de details van deze invoering en de gevolgen is nog geen duidelijk resultaat geboekt. De minister is door mij ook attent gemaakt op het feit dat veel studenten en naar mijn mening ook enige leden van het stafconvent zich tegen de WUB verzetten niet zo zeer om de letterlijke inhoud van de wet, maar vanwege het wantrouwen dat zij nog steeds hebben
1
Scheefgetrokken verhouding? tegen de gezaghebbende instanties a a n de hogeschool, welke nu wel de wet om de wet en onder druk van de wet willen invoeren, m a a r door hun optreden tijdens de afgelopen 18 maanden verzuimd hebben zich volledig geloofwaardig voor allen te maken. Zij hebben in die maanden zo vaak en zo veel beloofd (om slechts een voorbeeld te noemen: de verklaring van de curatoren en de senaat van mei 1969), waardoor voor vele leden van de hogeschoolgemeenschap het buitengewoon moeilijk is nog aan nieuwe beloften enige waarde te hechten. Dit was ook de reden, dat het intussen reeds afgetreden bestuur van het stafconvent zo hardnekkig de formule „one
thb 8 - 27 november'1970