tilburgs hogeschoolblad - jaargang 7 - nummer 16 - 28 mei 1970
De ontwikkelingen in de sociale fakulteit Het mag inmiddels bekend worden verondersteld dat rond 20 april in de „oude" sociale fakulteit (de ,,OSF") een nota is gepubliceerd onder de titel: Onderwijsbeleid en personeelsbeleid. Deze nota wordt in het algemeen aangeduid als de nota-De Moor. Hierin wordt getracht een organisatievorm voor het onderwijs in de OSF te realiseren, waarbinnen - aldus de fakulteit zo ruim mogelijk gelegenheid zal zijn tot overleg, inspraak en experimenten, waaruit geleidelijkaan een nieuwe visie op onderwijs zou kunnen ontstaan. De nota laat de mogelijkheid om na verloop van tijd nieuwe onderwijsvormen in te voeren. Op 24 april verzond de alternatieve sosjale fakulteit (de „ASF") een brief waarin wordt gesteld dat over het onderwijs van het volgend jaar pas beslist kan worden: - wanneer vormgeving (organisatie) èn inhoud ter diskussie staan; - wanneer alle leden van de OSF (staf en studenten) daarover tijdens meerdere dagen intensief gezamenlijk diskussiëren; - wanneer beslissingen genomen worden door alle betrokkenen, niet op basis van de posities die men inneemt, m a a r wel op basis van argumenten. Een dergelijke besluitsvorming heeft tot nu toe niet plaatsgevonden. Hierin is volgens de ASF ook niet voorzien in het voorstel van de OSF dat nu bij staf en studenten ter diskussie ligt. De ASF wil alternatief onderwijs voorbereiden vanuit de gedachte dat de sociale wetenschappen in dienst van de
verdrukten gesteld moeten worden. De konsekwenties voor het onderwijs zijn dan onder andere: de verbinding te leggen tussen de verschillende disciplines en de scheiding tussen theorie en praktijk op te heffen. Daartoe wil de ASF in de week van 1 tot 7 juni een kongres houden, dat via thema-groepen voorbereid zal worden. Aan dit kongres kan iedereen van de OSF deelnemen, ook de wetenschappelijke staf. De ASF ziet dit kongres als de uitvoering van de konlusies van de diskussiedagen in december 1969, waar de verwachting gewekt werd dat dit reeds in het voorjaar zou plaatsvinden. De ASF verzocht daarom de OSF „de definitieve beslissing over het onderwijs van het volgend jaar uit te stellen en over te dragen aan de kongresdeelnemers". Inmiddels heeft de kritiek op de notaDe Moor meer gestalte gekregen. De nota is tijdens kolleges ter diskussie aangeboden aan studenten en medewerkers, nadat de fakulteit (in enge zin) er in beginsel zijn goedkeuring aan had gehecht. De overwegende indruk is dat ,,men" er zich niet helemaal gelukkig mee voelde omdat er geen „wezenlijke" nieuwe oriëntatie op onderwijs in verwoord werd. Voor zover bekend zijn twee voorlopige reakties op schrift gesteld: het onderwij seen trum gaat uitvoerig in op de op pagina 1 en 2 van de nota-De Moor gegeven definities en uitgangspunten en bepleit vooral het verlaten van de stelling dat onderwijs is het overdragen c.q. verwerven van kennis en vaardigheden om
1
in dit nummer: Pagina 2
Bezoek sub-fakulteit psychologie Groningen - F. van Doorne - M Rijk
4
De zelfrechtvaardiging van een provosoor - Alda Pellemans
5 en 6
Congress Capitalism in t h e Seventies
7
Promotie A. J. W. v a n Gevel
8
Noodsituatie Boekbespreking
9
Adviesnormen studietoelagen
11
Mededelingen algemeen
12
Zeg m a a r ,,nee" tegen De Moor - ASF
13
Agenda Mededeling ekonomische fakulteit
daartegenover te stellen dat onderwijs een produktieve aangelegenheid moet zijn zowel voor studenten als docenten (verkrijgbaar in de Databank), voorts een reaktie van de ASF die onder de titel: Zeg m a a r nee tegen De Moor in dit nummer staat afgedrukt. Het is op zichzelf genomen jammer dat in geen van deze reakties konkreet wordt aangegeven hoe het onderwijs dan wel zou moeten worden gezien en georganiseerd op korte en op langere termijn. Van het onderwijscentrum is overigens bekend dat een aanzet voor een nieuwe onderwijsvisie en de daarmee samenhangende organisatie te vinden is in de in m a a r t van dit jaar ver-