Hannes Deryckere
Tim Puttevils
Cynthia Van der Meeren
Els Vinckx
Hannes Deryckere
Tim Puttevils
Cynthia Van der Meeren
Els Vinckx
Een halve eeuw geleden mochten getrouwde vrouwen in dit land niet zelf een rekening openen bij de bank.
Wacht, ik ga dat even herhalen.
Een halve eeuw geleden mochten getrouwde vrouwen in dit land niet zelf een rekening openen bij de bank. Als je grootmoeder al wat ouder is, kun je het haar vragen. Pas in 1976 kregen getrouwde vrouwen het recht om zelf hun geldzaken te regelen.
Vandaag hebben mannen en vrouwen officieel dezelfde rechten. Maar in de praktijk blijven er grote verschillen. Vrouwen krijgen nog altijd minder betaald voor dezelfde job, ook als ze die job evenveel uren per week doen als mannen. Vrouwen worden nog altijd veel vaker aangevallen door mannen dan omgekeerd. Vrouwen doen nog altijd veel meer werk in het gezin dan mannen. Herinner je je de lockdownperiode nog tijdens de coronacrisis? Toen waren mannen gemiddeld vier uur per dag meer thuis dan voor de crisis. Weet je hoeveel extra tijd ze in het huishouden staken? Zes minuten per dag.
Dus hoe zit dat eigenlijk met vrouwen en mannen in ons land? Wat is er de voorbije jaren allemaal veranderd? Wat hebben vrouwen allemaal moeten doen om ook echt als de gelijken van mannen behandeld te worden? Dat vroegen we aan negentien vrouwen. De oudste was 85, de jongste 27. Ze vertelden ons hoe ze opgevoed werden, wat ze op school te horen kregen, hoe ze op het werk gediscrimineerd werden en hoe ze vochten en vechten voor gelijke rechten.
Het zijn vaak heel straffe verhalen. Soms ook ontroerende verhalen. Jullie moeders, grootmoeders en overgrootmoeders hebben echt wel een gevecht moeten leveren. Maar dat gevecht is nog niet voorbij. En zij rekenen op jullie om het verder te zetten.
Dit didactisch dossier bestaat uit verschillende didactische wenken waarmee je lessen kunt ontwerpen over de reeks Wij, vrouwen. We hebben deze wenken volgens een logisch lessenverloop gegroepeerd in vier modules. Als leerkracht is het aan jou om daar zinvolle keuzes in te maken. Je kunt ervoor kiezen om de lessenreeks in zijn geheel aan te bieden, een of meerdere modules te behandelen of er interessante vragen, fragmenten en werkvormen uit te plukken. Waar dat zinvol is, reiken we een vorm van verbetersleutel aan, maar je zult er niet overal eentje vinden.
Net zoals in het didactisch dossier van Kinderen van de Migratie kiezen we er doelbewust voor om uitsluitend met de afleveringen van Wij, vrouwen te werken. Elke aflevering van de reeks vertelt een bijzonder verhaal binnen de geschiedenis van de naoorlogse vrouwenemancipatie in België.
De afleveringen en fragmenten die je nodig hebt om met deze vier modules aan de slag te gaan, vind je op Het Archief voor Onderwijs. Scan de QR-code om de bundel Wij, vrouwen te bekijken. In die bundel vind je vier collecties, overeenkomstig de modules.
Veel succes!
Tim Puttevils
Uitgever geschiedenis bij uitgeverij VAN IN
Algemene doelstelling
In deze module vormen de leerlingen expertengroepjes die zich in een van de vier afleveringen verdiepen. Dat doen ze thuis, in een flipped classroom-opdracht. Na een bespreking binnen het groepje, wordt het gesprek opengetrokken: de leerlingen vormen nieuwe groepjes en gaan met andere ‘experten’ het debat aan met behulp van stellingenkaartjes. De bedoeling is om een eigen standpunt te vormen, dat te verdedigen, af te wegen tegen andere perspectieven en open te staan voor een brede waaier aan meningen.
Vooraf
Er is wat knipwerk voor je eraan kunt beginnen! In de bijlagen 1 tot en met 5 vind je getuigen-, thema-, stellingen- en debatkaartjes die je moet uitknippen. Deel de klas op in vier eilandjes.
Duur Minimum 50 minuten
Schets van het lesverloop
• Voorbereiding
• Flipped classroom: de leerlingen verdiepen zich thuis in een aflevering en worden zo ‘expert’ van een thema. Ze concentreren zich op een of meerdere getuigen.
• Korte check-in met de hele klas over zichzelf en de eigen identiteit.
• In expertengroepjes bespreken de leerlingen enkele stellingen De nadruk ligt in dit deel op inhoud en verdieping.
• Na een jigsaw in nieuwe (gemengde) groepjes krijgen alle groepjes dezelfde vragen, die de reeks als geheel bekijken. De nadruk ligt hierbij op historische vragen die de vaardigheden en attitudes uit de eindtermen reflecteren.
• Op het einde is er nog een korte check-out.
• Verdeel de klas in vier groepen. Elke groep gaat aan de slag met een aflevering uit de reeks. Je kunt de afleveringen eventueel verdelen op basis van de thema’s die de leerlingen interesseren:
- Groep 1 - Afl. 1: seksuele opvoeding en taboes/de pil/seksuele agressie/schoonheidsideaal.
- Groep 2 - Afl 2: het rollenpatroon in het gezin/echtscheidingen/hoofddoek
- Groep 3 - Afl 3: opleiding en arbeidssituatie van de vrouwen
- Groep 4 - Afl 4: politieke rechten en bewustzijn van vrouwen/ vrouwen in de politiek/abortus.
• Getuigenkaartjes (bijlage 1) verdelen: elke groep krijgt de kaartjes met een beschrijving en de foto van de getuigen die tijdens hun aflevering aan bod komen.
Flipped classroom: verdieping thuis
Elke groep krijgt de opdracht om de aflevering thuis te bekijken. Dat kan in groep of individueel.
De opdracht bestaat uit enkele onderdelen:
• Vóór het kijken:
- Wat verwacht je te zien, op basis van het thema (de thema’s)?
- Heb je al een mening over dit thema (de thema’s)? Wat zijn jouw standpunten?
- Kies twee getuigen die je tijdens het kijken met extra aandacht gaat volgen.
- Lees de getuigenkaartjes van de twee gekozen getuigen aandachtig.
• Tijdens het kijken:
- Maak een verwerking (samenvatting/mindmap/schema/…) van de aflevering.
- Volg in het bijzonder jouw twee gekozen getuigen:
o Waarover vertellen ze?
o Hoe stellen ze zich op ten opzichte van de thema’s?
o Wat doet hun getuigenis met jou? Beschrijf je gevoel, daarna je mening.
• Na het kijken:
- Ben je van mening veranderd na het kijken?
- Met welke vragen blijf je zitten na de aflevering? Neem de vragen mee naar de klas, samen met je verwerking en de getuigenkaartjes.
• Vraag de leerlingen bij het binnenkomen om in een cirkel te gaan staan.
• Korte check-in
Een check-in is een methode om met een groep rustig in een thema te stappen en de focus juist te krijgen. Vrouwenrechten zijn een thema dat niet zo evident is: het vraagt respect voor elkaars verhaal en mening, het vraagt een veilige omgeving om je eigen mening en misschien je ervaringen te delen. Om die sfeer te bekomen, is deze check-in geschikt.
Oefening
Je identiteit is een gek iets: iedereen heeft zovele gezichten, en toch word je wel eens herleid tot één (vaak uiterlijk) kenmerk van jezelf: je huidskleur, je lengte, je geslacht. In deze oefening kijken we kort even achter dat uiterlijk.
Ga in een kring staan. Iedereen ziet elkaar. Om de beurt vertellen de leerlingen kort iets over zichzelf dat niet uiterlijk zichtbaar is.
Concreet kun je iedereen laten beginnen met een van de onderstaande zinnen. Kies als begeleider zelf welke zin je met deze groep haalbaar vindt:
• ‘Ik ben uniek omdat…’
• ‘Wat je niet ziet aan mij is dat…’
• ‘Ik voel me vrouw/man omdat…’
Wanneer iemand uitgesproken is, doen de andere leerlingen die iets wat gezegd werd, herkennen of ook hebben/doen/zijn een stap naar voor in de kring. Er wordt niet gereageerd met woorden! Respecteer het als iemand niets wil delen.
• Leg op elk eiland de themakaartjes (bijlage 2) en stellingenkaartjes (bijlage 3) van die aflevering.
• De vier groepjes gaan apart zitten, aan de tafel van hun aflevering. Hun verwerking en getuigenkaartjes leggen ze op tafel.
• De opdracht:
1 Korte pitch: om de beurt krijgt elke leerling precies 1 minuut om haar/zijn kijk op de aflevering te geven. In deze pitch verwerken de leerlingen de verwachtingen en meningen die ze hadden vóór het kijken, en vertellen ze of die na het kijken veranderd zijn.
2 Het perspectief van de getuigen en van mezelf. De leerlingen trekken om de beurt een themakaartje. Hierop staat een thema dat in hun aflevering aan bod kwam. De leerlingen verwoorden het standpunt van enkele getuigen uit de aflevering of de kijk van de getuigen op het thema.
o Welk standpunt neemt de getuige in? Bespreek dit perspectief kort: begrijp je het standpunt? Heb oog voor de context waarin iemand opgegroeid is.
o Wat is jullie eigen mening? Verschillen jullie van mening met de getuigen? Met elkaar?
o Hoe verklaar je de verschillende meningen aan tafel?
3 Stellingenspel. Op elke tafel liggen vier kaartjes met een stelling over de thema’s van de aflevering. Leg ze omgekeerd op een stapeltje op tafel. Om de beurt trekt een leerling een kaartje en leest de stelling voor. Deze leerling formuleert eerst een eigen standpunt. Elk groepslid neemt vervolgens stelling in (eens - oneens - twijfel), vanuit haar/zijn eigen standpunt. Vervolgens trekt een andere leerling een nieuw kaartje en formuleert haar/zijn standpunt.
• Vorm nieuwe groepjes In elk groepje zit ten minste één leerling van elke aflevering.
• Geef aan elke groep de debatkaartjes (bijlage 4).
• De opdracht:
1 Gebruik de tijdlijn (module 2, tijdlijn versie B) om toe te lichten aan de andere leerlingen welke gebeurtenis een sleutelrol speelde in jouw aflevering. Licht kort toe waarom dit zo was.
2 Houd een groepsdiscussie aan de hand van de debatkaartjes. Elke leerling trekt om de beurt een kaartje, leest voor wat er staat en verwoordt een eigen mening. Vervolgens reageren de anderen.
3 Gebruik eventueel de placemat (bijlage 5) om het debat kort voor te bereiden. Elke leerling gebruikt de hoek van de placemat die het dichtst bij haar/hem ligt om argumenten te verzamelen. De leerlingen kunnen de woorden die hier staan dan gebruiken om de verdediging van hun standpunt te onderbouwen.
4 De leerling die het kaartje trok, luistert naar elk argument van de andere groepsleden. In het middelste kader van de placemat schrijft zij/hij (eventueel) de zaken waar de groep het over eens is.
• Ga met de klas in een kring zitten.
• Stel als begeleider de volgende vraag aan de groep: als deze documentaire binnen 50 jaar nog eens gemaakt zou worden, wat hoop je dat er dan aan bod zal komen / veranderd zal zijn?
• De leerlingen hoeven niet allemaal aan bod te komen. Wie iets wil zeggen, neemt het woord.
• Wie het eens is met deze leerling, gaat kort rechtstaan.
Naoorlogse vrouwenemancipatie in de tijd gesitueerd
Algemene doelstelling
In deze module vatten we aan de hand van een tijdlijn de belangrijkste gebeurtenissen van de naoorlogse vrouwenemancipatie in België samen. De leerlingen plaatsen enkele fragmenten van getuigen uit de reeks op de tijdlijn.
Vooraf
Er zijn twee versies van de tijdlijn. De eerste versie (A, bijlage 6) is een volledig ingevulde tijdlijn. Alle gebeurtenissen en jaartallen zijn hierop ingevuld. Deze versie kun je gebruiken als je module 1 uit deze lessenbundel niet behandeld hebt.
In de tweede versie (B, bijlage 7) moet je nog enkele gebeurtenissen invullen Als de leerlingen met de eerste module aan de slag zijn gegaan, kunnen ze bij wijze van herhaling de ontbrekende gebeurtenissen op de juiste plaats zetten
Wij bespreken hieronder het lessenverloop met de tweede versie en gaan er dus van uit dat leerlingen de eerste module uit deze bundel hebben gekregen. Als dat niet het geval is, sla je ronde 1 over.
Duur
50 minuten
Schets van het lesverloop
• Instap
• Ronde 1: leerlingen vervolledigen de tijdlijn
• Ronde 2: leerlingen plaatsen fragmenten op de tijdlijn.
• Ronde 3: leerlingen reflecteren over de tijdlijn
Je deelt de tijdlijn uit in de klas en stelt hierbij enkele reflectievragen, zoals:
• Waarover gaat deze tijdlijn? Bedenk een titel.
• Plaats enkele belangrijke vrouwen uit je naaste omgeving op de tijdlijn. Bijvoorbeeld:
o In welk jaar is je grootmoeder geboren? Wanneer was zij 18 jaar? Wanneer is zij getrouwd?
o Welke gebeurtenissen kunnen de vrouwen uit jouw omgeving bewust meegemaakt hebben?
o Leerlingen kunnen hun eigen geboortejaar op de tijdlijn aangeven.
o Indien module 1 niet werd behandeld, kun je vragen stellen naar ongelijkheid of eigen ervaringen.
• Welke gebeurtenis spreekt je het meeste aan? Waarom? Welke het minst? Waarom?
De leerlingen vervolledigen in deze eerste ronde de tijdlijn. Er ontbreken vier gebeurtenissen die een belangrijke rol in de naoorlogse vrouwenemancipatie in België gespeeld hebben. Het gaat over:
• 1948 Algemeen stemrecht voor mannen en vrouwen
• 1968 Revolutiejaar 1968 en Humanae Vitae
• 1990 Abortusrecht wordt in de wet vastgelegd
• 2017 MeToo-beweging
Wat hierboven onderstreept is, moet ingevuld worden op de tijdlijn. Je kunt differentiëren door duo’s van leerlingen, op basis van hun voorkennis uit module 1, te vragen de gebeurtenissen op de tijdlijn zelf neer te schrijven. Het zijn de lege vakjes met een volle lijn errond die de leerlingen in deze ronde moeten invullen. Als de leerlingen de opdracht te moeilijk vinden, kun je de hulpkaartjes (bijlage 9) uitdelen. Bespreek de resultaten kort klassikaal.
De leerlingen bekijken in deze ronde acht fragmenten. Je vindt de fragmenten in bijlage 8: kopieer dit blad dubbelzijdig en knip vervolgens de kaartjes uit. Elk duo van leerlingen krijgt een enveloppe met de acht kaartjes. Op elk kaartje staat een QR-code die hen naar het gewenste fragment in het Archief voor het Onderwijs brengt. Leerlingen plaatsen vervolgens de fragmenten in hun juiste context en leggen het kaartje in het overeenkomstige vakje (met stippellijn).
Je kunt de oefening ook onderbreken door de leerlingen te vragen naar hun aanpak. Hoe gaan ze te werk? Op welke informatie letten ze om het fragment aan een jaartal of gebeurtenis op de tijdlijn te koppelen? Je kunt de verschillende strategieën en tips op het bord schrijven
Dit zijn de acht fragmenten. In de collectie op het Archief voor het Onderwijs staan deze fragmenten op dezelfde manier door elkaar, zodat leerlingen de juiste volgorde niet makkelijk kunnen afleiden.
1 Afl. 1 Humanae Vitae 1968
2 Afl 2 Slachtoffers van verkrachting (ook binnen het huwelijk) worden beter beschermd.
3 Afl 1 Documentaire Femme de la rue en #metoo
4 Afl 2 De wet op het huwelijksgoederenrecht verandert 1976
5 Afl 1 Oprichting Dolle Mina 1970
6 Afl 4 Algemeen stemrecht voor mannen én vrouwen 1948
7 Afl. 3 Getuigenissen over ongewenste seksuele intimiteiten op het werk 1992
8 Afl. 4 Abortusrecht in de wet 1990
In de laatste ronde reflecteren de leerlingen over deze tijdlijn. Mogelijke vragen hierbij zijn:
• Wat zijn volgens jou de drie belangrijkste momenten? Waarom?
• Verdeel de geschiedenis van de naoorlogse vrouwenemancipatie in België in periodes. Welke scharniermomenten kies je? Waarom kies je deze momenten?
• Wat is er zinvol om te onthouden? Wat is het waard om te leren? Wat is het waard om herinnerd te worden?
• Waarom is het zinvol om bepaalde fenomenen uit ons verleden op een tijdlijn te plaatsen?
• Hoe helpt deze opdracht je bij het leren van geschiedenis?
Algemene doelstelling
De Canvas-reeks Wij, vrouwen biedt de kans om bij een aantal typische historische redeneerwijzen stil te staan. In het bijzonder aflevering 4 leent zich zeer goed tot het bestuderen van agency binnen de geschiedenis. Wie of wat heeft het vermogen om verandering aan te brengen in de samenleving? Door dit na te gaan, heb je eveneens aandacht voor oorzaak en gevolg en continuïteit en verandering. Deze denkoefening biedt leerlingen meer inzicht in veranderingsprocessen in het verleden, maar ze stimuleert jongeren ook om na te denken over hun eigen positie en mogelijkheden om veranderingen in de huidige samenleving teweeg te brengen.
Vooraf
De leerlingen hebben al minstens een aflevering van Wij, vrouwen bekeken (bij voorkeur aflevering 4) en al les gekregen over de naoorlogse vrouwenemancipatie in België.
Duur
50 minuten
Schets van het lesverloop
• Instap
• Kwadrantoefening
• Nabespreking
Sta stil bij de gevolgen van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen tussen 1950 en 2010. Laat de leerlingen een fragment of getuigenis kiezen uit de reeks die hen is bijgebleven. Vraag hen toe te lichten waarom ze die keuze gemaakt hebben en laat hen verwoorden welke gevolgen van de ongelijkheid in die getuigenis aan bod kwamen. Verzamel de verschillende gevolgen op het bord.
Leg vervolgens aan de leerlingen het opzet van de les uit. In deze les bespreken we de strategieën die ingezet werden om ongelijkheid tussen mannen en vrouwen te beëindigen of op zijn minst te verkleinen. Dat brengt ons ook bij de vraag wie of wat het vermogen had verandering te brengen in de verhouding tussen mannen en vrouwen. Historici duiden dit aan met het Engelstalig begrip agency.
Sta expliciet stil bij dit begrip. Je vindt hierover uitgebreid informatie in het tijdschrift Hermes en bij het didactisch pakket uitgewerkt bij de tentoonstelling Tegenwind 1. Maak de leerlingen duidelijk dat we in geschiedenis – en in het bijzonder de geschiedenis van de vrouwenemancipatie – proberen te begrijpen wie of wat in staat was en de mogelijkheid had om veranderingen aan te brengen in een bepaalde situatie. Leerlingen zullen na deze les inzien dat in elke historische situatie, en dus ook die van de vrouwenemancipatie, een veelheid van actoren een rol speelden. Die actoren kunnen machtige politieke leiders zijn, maar evenzeer gewone individuen. Veranderingen kunnen tot stand gebracht worden van onderuit (door individuele vrouwen of vrouwenorganisaties) maar evenzeer door methodes, maatregelen die vanuit de overheid en het middenveld aangeboden worden. We maken dus een onderscheid tussen bottom-up en top-down initiatieven.
De leerlingen maken vervolgens een kwadrantoefening Hiervoor heb je bijlagen 10 en 11 nodig.
De leerlingen werken eerst individueel en bestuderen de verschillende fragmenten uit aflevering 4 van de reeks Wij, vrouwen (zie verder). De leerlingen beantwoorden de volgende vragen voor elk fragment:
• Hoe kwam de verandering tot stand? Hoe werd de verandering gerealiseerd?
• Wie is hiervoor verantwoordelijk geweest? Wie was de motor achter deze veranderingen? Wie waren de actoren?
o Gaat dit om een individueel initiatief of een groepsinitiatief?
o Gaat dit om een top-down initiatief of eerder een bottom-up initiatief?
Op basis van de antwoorden beslissen de leerlingen in welk vak van het kwadrant ze de fragmenten plaatsen.
1 Wilke, M. (2019) Agency in geschiedenisonderwijs: belang en conceptualisering. In Hermes (XXIII), mei 2019. en zie ook https://www.arts.kuleuven.be/outreach/geschiedenis voor het didactisch pakket rond Tegenwind.
Misschien zal niet elke leerling hetzelfde antwoord hebben en ontstaat er twijfel en discussie bij het plaatsen van een fragment. Zo plaatsen we Nelly Maes onder individueel initiatief omdat we uitgaan van Nelly Maes als individu, die zelfs beslissingen neemt tegen de partijlijn in. Nelly Maes behoort wel tot een politieke partij en in die zin kun je haar acties ook onder groepsinitiatief onderbrengen. Geef de leerlingen mee dat dit geen probleem is en dat het inderdaad niet evident is om altijd een duidelijk onderscheid te maken. De argumentatie die leerlingen geven voor hun keuze is des te belangrijker.
Verdeel de leerlingen nadien in groepjes en laat ze hun antwoorden met elkaar vergelijken. Nodig elk groepje uit om één fragment te bespreken en hun groepsantwoord aan de klas voor te stellen. De andere groepjes geven aan of zij dezelfde beslissing hebben gemaakt en geven eventueel toelichting bij een andere beslissing. Als leerkracht stel je begeleidende vragen, zoals:
• Welke fragmenten waren het moeilijkst om te plaatsen?
• Waarom twijfelde je bij een bepaald fragment?
Fragment Strategieën om verandering tot stand te brengen: (Mogelijke) plaats in het kwadrant
FRAGMENT 1:
NELLY MAES
• politiek bewust dankzij haar mama
• wil/krijgt steun van andere vrouwen
• wordt volksvertegenwoordiger
• wil met haar eigen naam aangesproken worden
• stemt mee voor de abortuswet tegen de partijlijn in
individueel 2 / topdown
2 We plaatsen Nelly Maes onder individueel initiatief omdat we uitgaan van Nelly Maes als individu, die zelfs beslissingen neemt tegen de partijlijn in. Nelly Maes behoort wel tot een politieke partij en in die zin kun je haar acties ook onder groepsinitiatief onderbrengen. Je kunt haar weg naar volksvertegenwoordigster ook als een bottom-up-initiatief bestempelen.
FRAGMENT 2: KAV
FRAGMENT 3: DOLLE MINA’S
• manifest voor meer gelijkberechtiging
• organiseert cursussen, voorziet in educatie
• betoging (1971: voor hervorming huwelijksgoederenrecht)
• tegen traditionele opvattingen, stellen systeem in vraag
• acties zoals bank bezetten
• bezetten mee het parlement
• ludieke acties zoals mannen nafluiten, missverkiezing verstoren
• vrouwen de kans geven te reageren tegen seksuele intimidaties
• Ze namen afstand van de bestaande vrouwenorganisaties omdat die te systeembevestigend waren.
groep / top-down of bottom-up
groep / bottom-up
FRAGMENT 4: MIET SMET
• voert druk op om quota op kieslijsten te bekomen
• campagne om meer vrouwen te verkiezen
• bekomt de wet Smet-Tobback
• Miet Smet wordt de eerste staatssecretaris voor maatschappelijke emancipatie.
individueel / top-down
FRAGMENT 5: ABORTUSBEWEGING (ABORTUSKOMITEE & COLLECTIEF ANTICONCEPTIE GENT)
FRAGMENT 6: VROUWEN TEGEN DE KRISIS
FRAGMENT 7: LUCIENNE HERMANMICHIELSEN
FRAGMENT 8: VROUWENOVERLEGKOMITEE
• betogingen
• er werd geregeld dat vrouwen naar Nederland konden gaan om abortus te laten uitvoeren
• oprichten abortuscentra
• burgerlijk ongehoorzaam
• (sommige artsen negeren wet)
• betogingen
• liedjes
• zo groot mogelijk front vormen
• politieke strijd tegen abortus
• jaarlijkse vrouwendag (V-dag voor Vrouw, Vrijheid, Verzet)
• praten
• beurs met infostandjes
• een groot breed front van vrouwen komt op straat, niet meer alleen Dolle Mina's, middenstandsvrouwen ...
groep of individueel / bottom-up
FRAGMENT 9
• Een vrouw komt op voor het recht op werk en zet een man die haar uit het kantoor wil zetten op zijn plaats.
groep / bottom-up
individueel / topdown 3
groep / bottom-up
individueel / bottom-up 4
3 Lucienne Herman -Michielsen zet zich enorm in om niet alleen de wet op het huwelijksgoederenrecht tot stand te brengen, maar ook de wet voor abortusrecht. Wanneer dit een door de meerderheid in het parlement gedragen vorm wordt, kun je het eerder als groepsinitiatief beschouwen.
4 De vrouw komt in groep naar het gebouw, maar neemt duidelijk zelf initiatief.
Na de kwadrantoefening voorzie je een nabespreking en kom je tot een synthese waarbij je de volgende vragen kunt gebruiken:
• Welke actoren die actie ondernamen in de strijd om gelijke rechten tussen mannen en vrouwen kwamen in de aflevering uit Wij, vrouwen aan bod? Welke niet?
• Wie zijn de getuigen die in de aflevering aan bod komen? Zijn zij zelf betrokken geweest bij de emancipatiestrijd van vrouwen? Hoe?
• Welk perspectief laten de makers van de reeks niet aan bod komen?
• Welke middelen/acties/methodes/… hebben de actoren ingezet in hun strijd om gelijkheid tussen man en vrouw?
• Hadden hun acties meteen succes? Komen veranderingen snel tot stand?
• Wat veranderde door hun acties en wat bleef hetzelfde?
• Toon aan dat zowel individuele actoren als groepsactoren beperkt werden door politieke structuren waarbinnen zij moesten handelen en waar zij weinig directe controle over konden uitoefenen.
• Welke andere methodes zouden individuele vrouwen of groepen vrouwen gebruikt kunnen hebben om hun situatie te verbeteren? Gebruik eventueel voorbeelden uit andere afleveringen van de reeks Wij, vrouwen
• Kunnen individuen de eigen samenleving veranderen? Of niet? En wie kan dat dan wel? Enkel grote individuen? En wat met groepen: enkel machtige groepen, of ook actiegroepen aan de basis?
Deze reeks biedt de kans om met oral history aan de slag te gaan. De getuigenissen van de vrouwen maken het verleden tastbaar en boeiend. In deze module bestuderen we de rol van bronnenonderzoek in het reconstrueren van het verleden en zetten we de leerlingen aan om zelf op onderzoek te gaan en geschiedenis te schrijven.
Vooraf
De leerlingen hebben al ten minste één aflevering van Wij, vrouwen bekeken. Als je met de leerlingen ook module 1 en/of module 2 hebt behandeld, dan kun je op deze modules verder bouwen bij de uitwerking van module 4.
De vier expertengroepjes uit module 1 kun je behouden. Ook de themakaartjes die de leerlingen gebruikt hebben om zich in de aflevering te verdiepen, kunnen gerecupereerd worden. De tijdlijn in module 2 kan weer aangehaald worden want de leerlingen hebben in die module enkele belangrijke vrouwen uit hun naaste omgeving op de tijdlijn geplaatst. Misschien willen de leerlingen wel een interview afnemen met een vrouw die ze op de tijdlijn geplaatst hebben?
Duur
Voorbereiding in de klas : 1 lesuur
Interview: 60 minuten
Verwerking: 1 lesuur
Schets van het lesverloop
• Stap 1: wat is oral history?
• Stap 2: voorbereiding onderzoek: aan de slag met oral history
• Stap 3: onderzoek: het interview
• Stap 4: verwerking onderzoek: geschiedenis schrijven
Je start deze module klassikaal. Je toont de korte fragmenten met Clem Robyns, de eindredacteur van de reeks (scan de bovenstaande QR-code of ga naar Het Archief voor Onderwijs).
Beklemtoon vervolgens nog even kort het format van de afleveringen. Mogelijke vragen hierbij zijn: Welke bronnen gebruiken de makers van de reeks? Waarom worden die bronnen gebruikt?
Belangrijk is dat de leerlingen even stilstaan bij het concept oral history en de voor- en nadelen van mondelinge geschiedenis.
Violet Soen verwoordt het in haar boek Geschiedenis is een werkwoord als volgt: ‘Via interview worden mensen bevraagd over hoe ze iets ervaren of beleefd hebben. Het is de methode bij uitstek om emotioneel beladen onderwerpen, taboekwesties, dagdagelijkse handelingen te onderzoeken. Door een vraaggesprek komt dikwijls meer en andere informatie aan de oppervlakte dan bij een klassiek brononderzoek.’ (Soen, p.223-231).
In deze stap is het de bedoeling dat de leerlingen zelf aan de slag gaan met het verzamelen van mondelinge getuigenissen om de evolutie van de positie van de vrouw in de samenleving te schetsen.
Verdeel de klas in vier groepen. Elke groep gaat aan de slag met een aflevering uit de reeks. Deel de leerlingen eventueel in op basis van de thema’s die hen interesseren. Heb je met de klas al module 1 uitgewerkt, dan kun je de expertengroepen behouden
Allereerst moet het onderzoek worden afgebakend. Er moet dus een historische vraag worden opgesteld die binnen een redelijke tijd en op een haalbare wijze kan worden beantwoord. Welke historische vraag zouden de leerlingen graag beantwoorden? Laat de leerlingen brainstormen over de mogelijke vragen die ze zouden willen stellen. Noteer een vijftal vragen.
Het kan ook nuttig zijn om nog even stil te staan bij de vaardigheid van het stellen van een historische vraag. In Hermes, het tijdschrift van de Vlaamse vereniging voor Leraren Geschiedenis, werden de volgende mogelijke criteria voor een goede vraag aangehaald:
1 Betreft het een historische vraag (betrokken op menselijke activiteiten in het verleden, op de relatie verleden-heden of op de manier waarop historische kennis tot stand komt)?
2 Is de historische vraag voldoende afgebakend in tijd en ruimte?
3 Kan redelijkerwijs worden aangenomen dat er bronnen kunnen worden gevonden die helpen om een antwoord op de vraag te formuleren?
4 Leidt de vraag tot een mogelijk onderzoek(je) waarbij historische redeneerwijzen nodig zijn (en ze dus het puur beschrijvende voorbij gaat?)
5 Kan de vraag binnen een redelijke tijd en op haalbare wijze (naar bijvoorbeeld de hoeveelheid, de bereikbaarheid, de uitgebreidheid, de moeilijkheidsgraad van de beschikbare bronnen) beantwoord worden?
Laat vervolgens de leerlingen de diamantoefening (bijlage 13) gebruiken om de historische vragen te evalueren en te selecteren. Zie voorbeeld onderaan.
Nadat het onderzoek werd afgebakend en de historische vraag werd geselecteerd kun je het interview voorbereiden. Welke vragen willen de leerlingen in het kader van de geselecteerde onderzoeksvraag stellen? De leerlingen bereiden samen het interview voor. Ze stellen een vragenlijst op. Beperk het aantal vragen tot een tiental. Alle vragen worden volledig uitgeschreven. Alle leerlingen stellen dezelfde vragen zodat een vergelijking van de antwoorden mogelijk wordt. Zie voorbeeld onderaan. Het interview kan alleen of per twee worden afgenomen.
Tot slot selecteren de leerlingen de getuige. Dat kan een familielid, buurvrouw, politica … zijn. Maar laat de leerlingen vooraf goed nadenken over wie ze willen interviewen, want dit is een gevoelig thema.
Als module 2 uitgewerkt werd, kan de leerling ook de persoon kiezen die zij/hij op de tijdlijn plaatste.
Niet alleen de inhoud van een bron is belangrijk, ook de context van de bron moet bestudeerd worden. Daarom is het zeker ook nuttig dat de leerlingen even stilstaan bij de getuige zelf. Wie is deze persoon? Wat zegt deze persoon en waarom? Een handig instrument om wat meer te weten te komen over de getuige zelf is de biografische fiche (bijlage 14).
Tot slot geef je als leerkracht nog enkele bruikbare tips mee, want een goede voorbereiding zal de slaagkansen van het interview zeker verhogen.
Waar houden je leerlingen vooraf rekening mee?
• Maak tijdig een afspraak met de persoon die je wilt interviewen.
• Vertel bij het maken van de afspraak heel duidelijk waarover je wilt praten.
• Spreek goed het tijdstip en de plaats waar het interview zal plaatsvinden af.
• Vraag toelating om het interview op te nemen.
• Bekijk de vragenlijst grondig zodat je niet meer moet nadenken over de vragen die je wilt stellen.
• Test het opname-instrument dat je wilt gebruiken en zorg ervoor dat je het vlot kunt bedienen.
• Als je per twee werkt, spreek je vooraf duidelijk af wie welke taak op zich zal nemen.
• Beperk je interview tot maximum 1 uur.
Wat nemen je leerlingen mee naar het interview?
• De vragenlijst
• De biografische fiche
• Een opnameapparaat Om het transcriberen te vergemakkelijken, kun je de dicteerfunctie tekst-naar-spraak in Word gebruiken.
• Een smartphone om eventueel foto’s te nemen
Voorbeeld van een onderzoeksvraag en vragen voor het interview
Een voorbeeld van een onderzoekbare historische vraag is: Hoe evolueerde de verhouding tussen werk en ontspanning bij vrouwen na WO II?
Om deze vraag te beantwoorden, kunnen de onderstaande deelvragen in het interview gesteld worden:
• Wat is je hoogst behaalde diploma?
• Ging je buitenshuis werken?
• Werkte je voltijds?
• Was je job afgestemd op je diploma?
• Welke rol in het huishouden nam jij voor jouw rekening?
• Welke huishoudelijke taken nam je man op zich?
• Kreeg je huishoudelijke hulp?
• Wie zorgde voor de kinderen?
• Gingen de kinderen naar een opvang?
• Had je hobby’s?
• Kon je je hobby’s buitenshuis uitoefenen?
De leerlingen nemen alleen of per twee het interview af.
Waarmee moeten de leerlingen bij de afname van het interview rekening houden?
• Start, indien noodzakelijk, met jezelf voor te stellen.
• Leg nogmaals uit in welk kader je dit interview afneemt en hoe je het verder zult gebruiken.
• Vraag opnieuw de toelating om het interview op te nemen en start de opname.
• Start vervolgens met het invullen van de biografische fiche. Dit is een mooie overgang naar het interview.
• Probeer zelf zo weinig mogelijk aan het woord te zijn.
• Neem een open, actieve en empathische houding aan.
• Stel de getuige gerust.
• De taal, zoals het gebruik van dialecten, mag geen drempel vormen.
• Luister actief maar laat stiltes toe, zodat de getuige kan nadenken over de vraag.
• Zet je getuige ook aan om dieper in te gaan op de vraag.
• Ja-nee-antwoorden moeten verduidelijkt worden.
• Stel geen twee vragen tegelijk en probeer vlot over te schakelen van de ene naar de andere vraag.
• Leg de nadruk op de eigen ervaring of herinnering, want dat wil je vooral onderzoeken.
• Vergeet tot slot niet de getuige te bedanken.
• Maak eventueel een foto van de getuige.
De leerlingen schrijven het interview uit in een verslag. Hiervoor kunnen ze de dicteerfunctie (tekstnaar-spraak) in Word gebruiken. Dat verslag brengen ze mee naar de bespreking in de klas. De leerlingen nemen opnieuw plaats in hun groepje en vergelijken de antwoorden met elkaar. Gelijkenissen en verschillen worden besproken.
Vervolgens moeten de leerlingen tot een algemene conclusie komen door een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag. Laat ze ook nadenken over de representativiteit van hun conclusie. Hoe kunnen ze deze representativiteit checken? Stemmen de antwoorden overeen met wat er in het programma werd gezegd?
Eventueel kunnen de verschillende groepjes hun conclusies kort voorstellen aan de klas, waarbij ze ook nagaan of de bevindingen veralgemeend kunnen worden en dus ook aanvullend zijn op het programma.
Bisschop, C. (2017)
Leren luisteren: een handleiding voor mondelinge geschiedenis van landbouw, voeding en landelijke leven. CAG.
Putseys, G., Puttevils, T. & Van Nieuwenhuyse, K. Ik vraag dus ik denk. Naar een didactiek van nieuwsgierigheid. Hermes. Tijdschrift van de Vlaamse vereniging voor Leraren Geschiedenis, 24,1, pp. 10-13
Soen, V. (2016)
Geschiedenis is een werkwoord: een inleiding tot historisch onderzoek Universitaire Pers Leuven.
Wilke, M. (2019)
Agency in geschiedenisonderwijs: belang en conceptualisering. In Hermes (XXIII), mei 2019.
Lieve Flour (1944), administratief medewerker in de bouwsector
Lieve groeide op in een verstikkend traditioneel milieu en moest als kind van 9 al voor de jongere broers en zusjes zorgen. Later trouwde ze met een man die haar tot het uiterste vernederde en zelfs een minnares in huis haalde. Toch is ze sterk uit al die ellende gekomen.
Victoire Van Nuffel (1937), wielerkampioene en cafébazin
Victoire was een van de eerste vrouwelijke wielrenners ter wereld. Ze was officieus Belgisch kampioene van 1956 tot 1958 en werd het opnieuw bij het eerste officiële kampioenschap in 1959. Als 14-jarig meisje verrichtte ze zware arbeid in een dekenfabriek en ze is nog altijd boos dat een mannelijke twintiger die minder kon tillen dan zij vier keer meer verdiende. Als openlijke lesbienne opende ze in 1969 Café Central in Zeebrugge, vooral om eindelijk zelf te kunnen beslissen hoeveel ze verdiende
Kati Couck (1954), medewerker ABVV
Voor de vader van Kati Couck was het duidelijk: de zoon is belangrijker, de zoon mag meer. Kati verzette zich heel haar jeugd tegen het traditionele rollenpatroon en was dan ook opgelucht toen ze op haar achttiende de Dolle Mina’s ontdekte. Later richtte ze Kollektief Anticonceptie op, een van de eerste abortuscentra in Vlaanderen, begon ze met het Vluchthuis Gent en organiseerde ze cursussen zelfverdediging voor vrouwen – technieken die ze ook zelf in de praktijk bracht.
Gerlinda Swillen (1942), lerares Nederlands en onderzoeker VUB
Gerlinda liet zich als jong meisje allesbehalve doen. Ze vond jongens minderwaardig aan meisjes en deed haar omgeving wanhopen dat ze ooit een man zou vinden. Later militeerde ze voor gelijk loon voor gelijk werk. Als lerares maakte ze van dichtbij mee hoe misbruik en ongewenste zwangerschap rampzalige gevolgen hebben voor jonge meisjes. Ze doctoreerde aan de VUB en doet er nog steeds onderzoek. Van 2002 tot 2014 was ze voorzitter van het socialistische Masereelfonds.
Khadija Zamouri (1967), lid Brussels parlement
Khadija groeide op in een conservatief islamitisch Marokkaans gezin in Hoboken. Zelfstandig zijn, jongens en studeren waren taboe. Uiteindelijk besliste ze op haar negentiende thuis weg te gaan – een keuze die haar zo zwaar lag dat ze er letterlijk grijs haar van kreeg. Later vertrok ze ook bij haar eerste echtgenoot, toen die opnieuw probeerde van haar een gehoorzame huismus te maken. Ze werd politiek actief bij Open VLD en ging aan de slag op kabinetten, onder andere bij Annemie Neyts. Vandaag is ze Brussels parlementslid en voorzitter van de liberale vrouwenvereniging VVVUUR.
Leyla Yüksel (1971), gynaecologe
Leyla komt uit een Turks gezin en werd, met de steun van haar ouders, een pionier in haar gemeenschap door een van de eerste vrouwelijke universiteitsstudenten en de eerste gynaecologe te worden. Daarbij had ze meer last van seksisme bij witte geneesheren dan bij Turkse patriarchen. Tijdens de coronaperiode richtte ze met haar man het succesvolle Gentse collectief Burgerplicht op.
Moniek Darge (1952), componist
Moniek groeide op in een gesloten milieu waar seks taboe was. Dat heeft ze aan de universiteit meer dan goedgemaakt toen ze aan haar medestudenten in volle aula ongevraagd seksuele voorlichting begon te geven. Ze werd actief bij de Dolle Mina's en richtte Vrouwen Tegen verkrachting op. Zelf werd ze immers op haar achttiende verkracht.
Ida Dequeeker (1943), emancipatieambtenaar VDAB
Ida Dequeeker stond in 1970 mee aan de basis van de Dolle Mina-beweging in Vlaanderen. Met ludieke acties (die hen soms voor de rechtbank brachten), slogans als ‘Baas in eigen buik’ en een links radicaal feminisme drukten de Dolle Mina’s een definitieve stempel op de vrouwenbeweging in ons land. Later werkte ze mee in het Vrouwen Overleg Komitee, wellicht de meest invloedrijke drukkingsgroep voor vrouwenrechten in onze geschiedenis.
Wendy Van den Heuvel (1978), administratief bediende en auteur
Wendy’s vader mishandelde haar moeder tot Wendy haar tot vluchten aanzette. De schande dat zijn vrouw hem verlaten had, bleek zo zwaar voor haar vader dat die uit het leven stapte. Zelf werd Wendy het slachtoffer van catfishing: twee mannelijke collega’s met een vals profiel op een datingsite brachten haar ertoe om erotische verlangens en foto’s te delen. Uiteindelijk was het Wendy die het bedrijf moest verlaten: de daders werken er nog altijd. Wendy kwam de klap te boven, is vandaag fotografe en schreef een boek over erotische vrouwenfantasieën.
Margot Roggen (1948), administratief medewerker in de verzekeringsector
Margot Roggen was de oudste dochter in een Limburgs gezin met tien kinderen, waar de meisjes ten dienste stonden van de jongens. Als een ware Assepoester moest ze de kleren van de jongeheren der schepping klaar leggen en zelf thuis blijven. Jongens ontmoeten was taboe. Doordat ze (een beetje tegen de zin van haar moeder) kon studeren, en vooral door zo snel mogelijk te trouwen, is ze aan de druk thuis kunnen ontsnappen. Maar zowel tijdens haar studies als op haar latere werk moest ze nog vaak knokken tegen mannelijke privileges en zelfs openlijke discriminatie.
Romy Schlimbach (1995), influencer en plussizemodel
Als volle vrouw werd Romy tijdens haar kindertijd gruwelijk gepest: ze was dik en lelijk en niemand wilde iets met haar te maken hebben, en op een man moest ze al zeker nooit hopen. De pesterijen joegen haar door een eetstoornis, een opname en een zware depressie, maar vandaag is Romy plussizemodel en influencer: body positivity is het alternatief dat ze propageert voor het verstikkende schoonheidsideaal.
Pinar Akbas (1980), verpleegkundige en auteur
Pinar stamt uit een Alevitisch Turks gezin. Haar moeder las Gorki en Dostojewski en Pinar mocht op haar veertiende op haar eentje naar Pukkelpop. Maar vanaf haar vijftiende werd er wel gespaard voor de bruidsschat voor wanneer ze met een Aleviet zou trouwen – want dat was het enig mogelijke scenario. ‘Vlaamse vrouwen werden in de gaten gehouden door meneer pastoor, wij door een hele gemeenschap’, zegt ze vandaag. Ze ging studeren en stapte in de politiek, waarbij ze onder andere werkte op het kabinet van Zuhal Demir en gemeenteraadslid werd voor N-VA. Onlangs is ze gestopt met actieve politiek en vandaag werkt ze als verpleegkundige. Eerder dit jaar publiceerde ze haar autobiografictie Niran en ik
Nelly Maes (1941), politica
Nelly groeide op in een klein dorpje ‘waar iedereen katholiek was of toch deed alsof’. Vader was veekoper waardoor Nelly al iets te vroeg wist waar de kinderen vandaan komen. Als twintiger kwam ze bij de Volksunie terecht en maakte ze van dichtbij het seksisme van de mannelijke en de brave burgerattitude van de vrouwelijke politici mee. Toen de socialistische legende Louis Major haar in het parlement toesnauwde dat ‘wijven niet zoveel complimenten moeten maken’, regisseerde ze zelf de rel die Major tot zijn dood achtervolgde. De rest van haar politieke carrière zou Nelly ervoor strijden om vrouwen verenigd voor hun rechten te doen opkomen.
Marie Jeanne Declerq (1950), commissaris Gerechtelijke Politie
Marie-Jeanne werd in 1979 de eerste vrouwelijke inspecteur bij de Gerechtelijke Politie en schopte het later tot commissaris. Maar dat wil niet zeggen dat ze door de rest van dat mannenbastion aanvaard werd.
Liliane Versluys (1951), advocaat en beeldend kunstenaar
Lilianes moeder was als gescheiden vrouw een paria. Liliane zelf werd zwaar mishandeld door haar man. Ze vocht terug door zich te engageren in het Leuvense vluchthuis en door als advocaat vrouwen te helpen om hun rechten te verdedigen. In 1987 publiceerde ze het spraakmakende Je rechten als vrouw, het eerste boek in ons taalgebied over de rechten van de vrouw.
Heleen Struyven (1988), advocaat
Als uitstekende studente kon Heleen stage doen bij een van de meest gerenommeerde Londense advocatenkantoren en daarna aan de slag gaan als zakenadvocate in een prestigieus Brussels kantoor. Maar al snel merkte ze dat de topjobs in de advocatenwereld voor mannen waren, de werksfeer door mannen bepaald werd en vrouwen toch nog altijd verondersteld werden om hoge hakken te dragen. De vrouw- en gezinsonvriendelijke werkuren botsten steeds meer met haar kinderwens. Toch bleef Heleen er in volle vaart voor gaan … tot ze crashte.
Linda Van Crombruggen (1960), klachtencoördinator VRT
Linda getuigt over seksisme en ongewenste intimiteiten in eigen huis: ze werkte van 1981 tot 2020 bij de openbare omroep en kreeg er aan den lijve te maken met gluurders, stalkers, seksistische bazen en opdringerige BV’s. Maar Linda liet zich niet doen en werd klachtencoördinator van de VRT.
Josette Franckson (1946), arbeider FN Herstal
Josette begon op haar 17e als ‘femme-machine’ te werken in de wapenfabriek FN in Herstal: een gruwelijke job waarbij de vrouwen van kop tot teen onder de smerige olie belandden, staande naast hun machine moesten lunchen met vuile handen, en ’s avonds op de bus naar huis gemeden werden omdat ze zo stonken. In 1966 legden Josette en de andere vrouwen van FN het bedrijf plat in de meest legendarische vrouwenstaking uit onze geschiedenis voor een gelijk loon. De mannen, de vakbonden en de directie dachten dat de vrouwtjes er snel de brui aan zouden geven, maar ze hielden het drie hele maanden vol, tot ze hun opslag én betere arbeidsvoorwaarden kregen.
Aflevering 1
TABOES
SEKSUELE OPVOEDING
ZWANGERSCHAP DE PIL
DOLLE MINA’S
GRENSOVERSCHIJDEND GEDRAG
SCHOONHEIDSIDEAAL BODYSHAMING
Aflevering 2
ROLLENPATROON
JONGENS / MEISJES MEISJES / VROUWEN UIT MIGRATIE
HUWELIJK JURIDISCHE (ON)GELIJKHEID
GEWELD
BINNEN HET HUWELIJK ECHTSCHEIDINGEN
HOOFDDOEK
Aflevering 3
LAGERE EN MIDDELBARE SCHOOL
WERKENDE VROUWEN
(VROUWEN)STAKING
GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG
Aflevering 4
STEMRECHT
KAV
(KATHOLIEKE ARBEIDERS VROUWEN, NU FEMMA)
DOLLE MINA’S
QUOTA VOOR VROUWEN
UNIVERSITEIT
LOON
DISCRIMINATIE VROUWEN
GLAZEN PLAFOND
VROUWEN IN DE POLITIEK
ABORTUS
WERKLOOSHEID BIJ VROUWEN
Aflevering 1
Rond seksualiteit bestaan vandaag nog weinig taboes in vergelijking met de vorige generaties.
De thema’s waar meisjes en vrouwen na WO II voor streden, zijn nog steeds de onderwerpen waar nu actie en verandering voor nodig is.
Sociale media hebben meer kwaad dan goed gedaan voor de rechten van vrouwen.
Kerk en overheid stimuleerden veranderingen in de rechten van meisjes en vrouwen.
Aflevering 2
De tweederangs rol die meisjes speelden in het gezin na WO II was het gevolg van een maatschappijmodel dat maar traag veranderde
Het groeiend aantal echtscheidingen sinds de jaren 70 heeft vrouwen bevrijd, maar tegelijk maatschappelijk verzwakt.
Kerk en overheid stimuleerden veranderingen in de rechten van meisjes en vrouwen.
Moslimmeisjes en -vrouwen weten zelf het best of ze een hoofddoek willen dragen of niet.
Aflevering 3
Het feit dat er nu meer meisjes dan jongens aan de universiteit zitten, bewijst dat de gelijkwaardigheid in het onderwijs bereikt is.
De #metoo-beweging?
Die zou eigenlijk ‘we all’ moeten heten.
Door te gaan werken, namen (nemen) veel vrouwen er (naast het huishouden en de kinderen) eigenlijk nog een taak bij. Ze hebben het zichzelf eigenlijk moeilijker gemaakt.
Het glazen plafond is een verzinsel.
De vrouwenbeweging was verdeeld. Dat heeft de strijd om vrouwenrechten vertraagd.
Quota die het aantal vrouwen op kieslijsten verzekeren, hebben de politiek vervrouwelijkt, maar zijn eigenlijk een kunstmatige ingreep die de democratie geen deugd doet.
Als mannen hun anticonceptie beter zouden regelen, zou abortus helemaal niet zo’n ‘hot topic’ zijn: vroeger niet en nu niet.
Een verbod op abortus (zoals wereldwijd steeds vaker wordt ingevoerd) zal niet het aantal abortussen verminderen, wel het leed van zwangere vrouwen vergroten.
De strijd om vrouwenrechten was zeker nodig, maar is grotendeels gestreden.
De ongelijke behandeling van mannen en vrouwen is een gevolg van hoe de samenleving georganiseerd is.
Mannen en vrouwen zijn gewoon niet gelijk, kijk alleen al naar het biologisch verschil. Mannen moeten veel meer feminist worden.
Dat er alleen vrouwen getuigen in de vier afleveringen, maakt de reeks minder geloofwaardig.
Mijn grootmoeder is/was het zonder enige twijfel grondig oneens met wat ik van vrouwenrechten vind.
De serie toont aan dat vrouwen de enige motor tot verandering geweest zijn. Mannen waren vooral een rem op de veranderingen.
Mijn grootvader is/was het zonder enige twijfel grondig oneens met wat ik van vrouwenrechten vind.
FRAGMENT 1
FRAGMENT 2
FRAGMENT 3
FRAGMENT 4
FRAGMENT 5
FRAGMENT 6
FRAGMENT 7
FRAGMENT 8
Als één van de laatste Europese landen voert België het algemeen stemrecht voor mannen én vrouwen in.
Het recht op abortus wordt in de wet vastgelegd. PVVpolitica Lucienne Herman-Michielsens is een van de belangrijkste voorvechters van deze wet. Abortus verdwijnt nog niet uit het strafrecht; dat gebeurt pas in 2018.
Als één van de laatste Europese landen voert België het algemeen stemrecht voor mannen én vrouwen in.
Het recht op abortus wordt in de wet vastgelegd. PVVpolitica Lucienne Herman-Michielsens is een van de belangrijkste voorvechters van deze wet. Abortus verdwijnt nog niet uit het strafrecht; dat gebeurt pas in 2018.
Als één van de laatste Europese landen voert België het algemeen stemrecht voor mannen én vrouwen in.
Humanae Vitae
Er breken wereldwijd protesten uit waarbij studenten zich tegen de gevestigde orde keren. De seksuele revolutie komt onder andere dankzij de pil op kruissnelheid. De paus vaardigt dit jaar de encycliek Humanae Vitae uit. Hierin worden bijna alle vormen van anticonceptie, waaronder ook de pil, en abortus veroordeeld. Velen reageren teleurgesteld.
#MeToo
De MeToo-beweging protesteert tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag. De hashtag wordt gebruikt nadat Hollywoodproducent Harvey Weinstein beschuldigd wordt van seksuele intimidatie. Wereldwijd worden vrouwen aangemoedigd hun verhalen van seksueel grensoverschrijdend gedrag naar buiten te brengen.
Er breken wereldwijd protesten uit waarbij studenten zich tegen de gevestigde orde keren. De seksuele revolutie komt onder andere dankzij de pil op kruissnelheid. De paus vaardigt dit jaar de encycliek Humanae Vitae uit. Hierin worden bijna alle vormen van anticonceptie, waaronder ook de pil, en abortus veroordeeld. Velen reageren teleurgesteld.
#MeToo
De MeToo-beweging protesteert tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag. De hashtag wordt gebruikt nadat Hollywoodproducent Harvey Weinstein beschuldigd wordt van seksuele intimidatie. Wereldwijd worden vrouwen aangemoedigd hun verhalen van seksueel grensoverschrijdend gedrag naar buiten te brengen.
Humanae
Er breken wereldwijd protesten uit waarbij studenten zich tegen de gevestigde orde keren. De seksuele revolutie komt onder andere dankzij de pil op kruissnelheid. De paus vaardigt dit jaar de encycliek Humanae Vitae uit. Hierin worden bijna alle vormen van anticonceptie, waaronder ook de pil, en abortus veroordeeld. Velen reageren teleurgesteld.
Het recht op abortus wordt in de wet vastgelegd. PVVpolitica Lucienne Herman-Michielsens is een van de belangrijkste voorvechters van deze wet. Abortus verdwijnt nog niet uit het strafrecht; dat gebeurt pas in 2018.
De MeToo-beweging protesteert tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag. De hashtag wordt gebruikt nadat Hollywoodproducent Harvey Weinstein beschuldigd wordt van seksuele intimidatie. Wereldwijd worden vrouwen aangemoedigd hun verhalen van seksueel grensoverschrijdend gedrag naar buiten te brengen.
KAV
Na de Tweede Wereldoorlog was de Belgische samenleving nog steeds sterk verzuild. Elke zuil bestond uit een ketting van organisaties zoals sportclubs, jeugdverenigingen, kranten, ziekenhuizen, vakbonden … en ook vrouwenverenigingen. Achter elke zuil stond een politieke partij. De Kristelijke Arbeiders Vrouwenbeweging behoorde tot de katholieke zuil.
Nelly groeide op in een klein dorpje ‘waar iedereen katholiek was of toch deed alsof’. Vader was veekoper waardoor Nelly al iets te vroeg wist waar de kinderen vandaan komen. Als twintiger kwam ze bij de Volksunie terecht en maakte van dichtbij het seksisme van de mannelijke en de brave burgerattitude van de vrouwelijke politici mee. Toen de socialistische legende Louis Major haar in het parlement toesnauwde dat ‘wijven niet zo veel complimenten moeten maken’, regisseerde ze zelf de rel die Major tot zijn dood achtervolgde. De rest van haar politieke carrière zou Nelly ervoor strijden om vrouwen verenigd voor hun rechten te doen opkomen.
Miet Smet krijgt via haar vader politiek met de paplepel mee en wordt zelf actief binnen de CVP (de Christelijke Volkspartij, nu CD&V). Ze richt Vrouw en Maatschappij op, de politieke vrouwenbeweging van de CVP. In haar politieke loopbaan zijn gelijke kansen voor man en vrouw een vaak terugkerend thema waarvoor zij zich inzet.
Door de economische crisis van de jaren 70 en 80 krijgen vrouwen in België het hard te verduren. Wanneer minister De Wulf voorstelt om de uitkeringen van niet-gezinshoofden [vrouwen dus] drastisch te verminderen, beslissen vrouwen uit d e vrouwenbeweging, politieke partijen en vakbonden zich te verenigen in het actiecomité Vrouwen tegen de Krisis en organiseren ze nationale betogingen.
In 1972 wordt voor het eerst over de partijgrenzen een weekend georganiseerd waarbij vrouwen van verschillende vakbonden, partijen, vrouwenbewegingen … samenkomen rond de emancipatiestrijd van de vrouw. Hieruit ontstaat het Vrouwenoverlegkomitee dat kritische reflectie over de samenleving wil koppelen aan concrete acties. In 2016 wordt de organisatie herdoopt tot Furia.
Vanuit de studentenbeweging in Nederland ontstaan in 1969 de Dolle Mina’s, die geen genoegen nemen met het feit dat politieke beslissingen genomen worden door mannen. Ze streven naar een volledige gelijkheid van man en vrouw. De Dolle Mina’s halen de pers met hun ludieke acties waarmee ze de ongelijkheid van de vrouw willen aantonen. De beweging uit Nederland krijgt meteen navolging in België.
Voor de vader van Kati Couck was het duidelijk: de zoon is belangrijker, de zoon mag meer. Kati verzette zich heel haar jeugd tegen het traditionele rollenpatroon en was dan ook opgelucht toen ze op haar achttiende Dolle Mina ontdekte. Later richtte ze Kollektief Anticonceptie op, een van de eerste abortuscentra in Vlaanderen, begon ze met het Vluchthuis Gent, en organiseerde ze cursussen zelfverdediging voor vrouwen –technieken die ze ook zelf in de praktijk bracht.
Lucienne studeert rechten en criminologie en beslist in de jaren ‘70 om actief aan politiek te doen binnen de PVV (de toenmalige liberale partij). Ze legt zich toe op thema’s als abortus, gezinsrecht en huwelijksrecht. In 1976 komt mede dankzij haar de wet op het huwelijksgoederenrecht tot stand. Mannen en vrouwen zijn vanaf dan juridisch gelijk in het huwelijk. Het wetsvoorstel rond abortus dat ze indient in 1978 wordt verworpen. In 1990 dient ze samen met de Waalse socialist Roger Lallemand opnieuw een voorstel in tot abortus onder strikte voorwaarden. De abortuswet komt er, maar koning Boudewijn weigert deze wet te ondertekenen.
Bijlage 12: diamant - historische vragen evalueren
Stap 1:
Noteer de mogelijke vragen:
Vraag 1: …………………………………………………………………………………………………………………………
Vraag 2: …………………………………………………………………………………………………………………………
Vraag 3: …………………………………………………………………………………………………………………………
Vraag 4: …………………………………………………………………………………………………………………………
Stap 2:
Hoe onderzoekbaar zijn deze historische vragen?
Helemaal bovenaan leg je de vraag die je het meest haalbaar en onderzoekbaar vindt.
Gebruik hiervoor de volgende criteria:
• Is de vraag afgebakend in de tijd?
• Is de vraag afgebakend in de ruimte?
• Is de vraag relevant voor het onderzoek in functie van de haalbaarheid?
Naam van de getuige
Geboortejaar
Geboorteplaats
Woonplaats
Studies
Beroep
Hobby’s Betekenisvolle gebeurtenissen in het kader van het onderzoek:
Huwelijk / echtscheiding
Kinderen
Overlijden