Traject Nederlands 5/6 - Graadboek - Inkijkexemplaar

Page 1

G

K

RBOE

LEE RAAD



literatuur a op verkenning Waarom lezen wij? Over het nut van literatuur(onderwijs) Literaire genres Canonliteratuur Het literaire bedrijf vandaag Dialogisch literatuuronderwijs

XXX XXX XXX XXX XXX

IN

A1 A2 A3 A4 A5

XXX

b literatuur lezen, ervaren en bestuderen

rs

c literatuurgeschiedenis

fv e

Middeleeuwen: de ridderroman Middeleeuwen: Van den vos Reynaerde Middeleeuwen: onderzoek Middeleeuwen: canonwerken Middeleeuwen: Egidius Rennaissance en barok: het sonnet Rennaissance en barok: het sonnet in de gouden eeuw De verlichting: Reize door het Aapenland Romantiek: Guido Gezelle Realisme en naturalisme: Cyriel Buysse Realisme, naturalisme en symbolisme: Stijn Streuvels Moderne literatuur: Paul van Ostaijen Moderne literatuur: Willem Elsschot Moderne literatuur: Louis Paul Boon Moderne literatuur: de Vijftigers en het nieuw-realisme Hedendaagse literatuur: Jeroen Olyslaegers – Wil Hedendaagse literatuur: Ilja Leonard Pfeijffer – Grand Hotel Europa Hedendaagse poëzie Hedendaagse literatuur: klimaatfictie

pr oe

C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8 C9 C10 C11 C12 C13 C14 C15 C16 C17 C18 C19

N

©

VA

Kortverhaal: Het kleine sterven Kortverhaal: Familiaal bezoek Kortverhaal: Spek en bonen Kortfilm: Two strangers who meet five times Beeldspraak in gedichten Humor en stand-upcomedy Stadsdichters Utopie en dystopie in de literatuur Graphic novels

ie

B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9

XXX

XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX

XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX


C20 C21 C22 C23

Hedendaagse literatuur: internationale literatuur Dramatiek: het klassiek theater Dramatiek: King Lear Dramatiek: episch en absurdistisch theater

XXX XXX XXX XXX

d verwerkingsopdrachten Creatief spreken: de monoloog Literatuursuggesties: literatuur in de wereld Literatuursuggesties: crime fiction Literatuursuggesties: oorlog Literatuursuggesties: de canon Literatuursuggesties: feit en fictie Literatuursuggesties: verfilmde romans Spreken: Winteruur

©

VA

N

IN

XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX

ie rs fv e

pr oe

D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8

XXX


a op verkenning

a1

Waarom lezen wij? Over het nut van literatuur(onderwijs) 1 Je ziet het nut van literatuuronderwijs in. 2 Je denkt na over je eigen leesgedrag en je erkent daarbij de voordelen van boeken lezen. 3 Je maakt kennis met verschillende literaire fragmenten en ziet ook een eventuele link met andere

Lezen. Wie? Waarom?

N

1* Ben jij een boekenwurm of vind je lezen verschrikkelijk? Leg uit waarom je wel/niet graag leest.

VA

2* Of je nu wel of niet graag boeken leest, kun je verklaren waarom literatuur nog steeds gemaakt en gelezen wordt? 3* Geloof je dat literatuur lezen je slimmer maakt? Waarom wel/niet?

fv e

rs

ie

©

4* Geloof je dat literatuur lezen je empathischer maakt? Kan literatuur ervoor zorgen dat je je beter kunt inleven in iemand anders en zo anderen beter kunt begrijpen? Waarom wel/niet?

pr oe

1

IN

media.

a1 Waarom lezen wij? Over het nut van literatuur(onderwijs)

11


2

Literatuur is voedsel voor de geest

VA

N

IN

Dat je van informatieve teksten zoals kranten slimmer wordt, klinkt vrij aannemelijk. Nieuwe informatie wordt in een tekst- of boekformaat gegoten die ons brein kan opnemen door die teksten of boeken te lezen. Maar kun je ook iets bijleren van verzonnen verhalen? In het programma Iedereen beroemd geeft doctoraatstudent Leen hierover meer uitleg.

1 In het begin van het fragment legt Leen uit dat ze voor haar doctoraatstudie de ‘cognitieve relevantie van literair lezen’ onderzoekt. Wat bedoelt ze daarmee?

©

2 Leen vergelijkt het lezen van fictie met het opzetten van een VR-bril (virtual reality). Leg uit wat ze daarmee bedoelt.

ie

3 Waarom maakt ze die vergelijking met virtual reality? Wat vind je van die vergelijking? 4 Op welke manier word je ‘slimmer’ van het lezen van literaire fictie volgens Leen?

fv e

rs

5* Op het einde van het fragment bekritiseert Leen het onderwijs door te zeggen dat er ‘vaak te weinig aandacht gaat naar het lezen én bespreken van literatuur’, hoewel ze het minstens even belangrijk vindt als vakken zoals wiskunde, L.O. en wetenschappen. Ben je het eens met die kritiek? Beargumenteer.

pr oe

Leen verwijst naar het boek Wil van de Antwerpse schrijver Jeroen Olyslaegers. Wij bespreken dit boek in C16.

12

TRAJECT NEDERLANDS   A Op verkenning

ONDERWEG


De vele gezichten van de literatuur

3

Je vindt hieronder en op de volgende pagina’s een reeks tekstfragmenten. Daarna vind je een overzicht van de bijhorende uitgaven met telkens de auteur, de cover en een korte beschrijving. 1 Verbind de verschillende tekstfragmenten met de uitgaven. 2 Bekijk de uitgaven.

IN

a Van welke werken heb je al gehoord? b Welke werken heb je al gelezen? c Welke werken spreken je aan?

wijde groene trui weer over Precies op het moment dat ik van de onderzoekstafel af kwam en mijn Wat ik voor een maagkwaal mijn dijen zakte, zei de gynaecoloog dat ik met zekerheid zwanger was. mij injecties voor om de had gehouden, was zwangerschapsmisselijkheid. Niettemin schrijft hij veel effect zouden hebben. menstruatie weer op te wekken, maar hij zag er niet uit of hij dacht dat ze .’ Dat was een vreselijke Op de drempel glimlachte hij joviaal, ‘Liefdesbaby’s zijn altijd de mooiste staat: ‘Ik ben zwanger. Wat zin. Ik keerde te voet terug naar het studentencomplex. In de agenda verschrikkelijk.’

fv e

Iemand moest Josef K. belasterd heb ben, want zonder dat hij iets kwaads had gedaan, werd hij op een morgen gearresteerd . De keukenmeid van mev rouw Gru bach, zijn kamerverhuurster, die hem elke och tend tegen achten het ontbijt bracht, kwa m deze keer niet. Dat was nog nooit gebeurd. K. wachtte nog een poosje, zag van zijn kussen uit de oude vrouw die tegenover hem woo nde en die hem met een voor haar heel ongewone nieuwsg ierigheid gadesloeg, maar dan , met een gevoel van bev reemding en honger tegelijk, belde hij. Onmiddellijk wer d er geklopt en een man, die hij hier in huis nog nooit had gezien, kwam binnen. Hij was slan k en toch stev ig gebouwd, hij droeg een nauw aansluitend zwart pak, dat als een reisk ostuum voorzien was van verscheiden e plooien, zakken, gespen, knopen en een cein tuur en dientengevolge, zonder dat het je duidelijk werd waartoe het dienen moest, bijzo nder praktisch leek. ‘Wie bent u?’ vroe g K. en zat meteen half rechtop in bed. Maar de man negeerde zijn vraag alsof je zijn verschijning moest accepteren, en zei op zijn beu rt slechts: ‘U hebt gebeld?’ ‘Anna moe t me het ontbijt brengen’, zei K. en probeerd e, eerst in stilte, door oplettendheid en nadenken uit te maken wie de man eigenlijk was. Die echter stelde zich niet al te lang bloot aan zijn blik ken, maar keerde zich naar de deu r, die hij een eindje opendeed om tege n iemand, die kennelijk vlak achter de deur ston d, te zeggen: ‘Hij wil dat Anna hem zijn ontbijt brengt.’ Er volgde een kort gelach in de aangrenzende kamer, uit de klan k viel niet op te maken of er meer dan één persoon aan meedeed.

pr oe

2

rs

ie

©

1

VA

N

3* Vergelijk jouw antwoorden uit de vorige opdracht met enkele medeleerlingen. Wat stel je vast?

a1 Waarom lezen wij? Over het nut van literatuur(onderwijs)

13


4

IN

rs

5

ie

(Intussen zoenen wij even in deze zin tussen haakjes, zo ziet de lezer ons niet.) Hoe vindt u het, dit is een raam om naar de werkelijkheid te kijken, alles wat u daar ziet bestaat. Is het niet helemaal als in een gedicht?

N

Kom er maar in, lezer, maak het je gemakkelijk , struikel niet over de zinsbouw en over de uitgeschopte schoenen, gaat u zitten.

we alles van elkaar Ara en ik denken meesta l dat rover praten. Zodra ze weten, ook zonder dat we daa erv raagt, weet ik van het wel doet en mij over iets ond moet zoeken en dan kost verlegenheid niet waar ik het eerlijk ant woord te het me heel veel moeite om een , want achteraf ben ik er geven. Het is har tstikke stom de moed heeft gevat om altijd heel gelukk ig mee dat zij bespreken en dat de lucht iets dat tussen ons in hangt, te nog eens zo dat moeilijke dan opgeklaard is. Het is ook met dat je weer eens tegen gesprekken geheid eindigen elkaar houdt en dan kan elkaar zeg t hoeveel je toch van die vriendschap tussen ik haar ook gewoon zeggen dat n leven heb en soms ben ons het mooiste is wat ik in mij , dat ik tegen haar zeg dat ik zelfs zo vreselijk opgelucht den als ik haar niet had. Ik ik niks aan het leven zou vin zo overdreven is, maar dat weet niet eens zeker of dat wel alles een beetje aandikt, dat je, als je je zo gelukk ig voelt, is ook wel waar. Die zeg t zonder een spier Ara is een stuk rustiger dan ik. aar bestemd zijn en dat te ver trek ken dat wij voor elk g in kan brengen. Dat ze niemand daar ooit veranderin dat weet. . ‘Wij zijn elkaars lot’, zeg t Ara

VA

Je truitjes en je witte en rode sjaals en je kousen en je slipjes (met liefde gemaakt, zei de reclame) en je brassières (er steekt poëzie in die dingen, vooral als jij ze draagt) – ze slingeren rond in dit gedicht als op je kamer.

©

3

pr oe

fv e

O, Butterfly! Wordt er niet gezegd dat je een vlinder ter dood veroordeelt als je zijn vleugels aanraakt? Ik herinner me onze eerste ontmoeting. Ik voelde me net zoals toen ik voor het eerst de Japanse kust had gezien. De archipel dook helder op boven de zeespiegel, die dagenlang leeg en triest was gebleven. Yves, mijn rechterhand, stond naast me op de brug. Hij trappelde van ongeduld en sprak luid. Hij leek alles te weten van dit land, ook al bezocht hij het voor het eerst. ‘Zodra ik aankom, ga ik trouwen! En u, luitenant Pinkerton, neemt u als echtgenote een van die popjes met een gele huid en de ogen van een kat?’ Ik glimlachte, alsof ik ermee instemde. Het was gebruikelijk dat buitenlanders een huis en een echtgenote kozen voor de duur van hun verblijf. Een vreemde koloniale gewoonte in dit land van tradities, zo leerde ik later tot mijn schande.

woord geheid: gegarandeerd de archipel: eilandengroep

14

TRAJECT NEDERLANDS   A Op verkenning


6

fv e

Ik wil nu weten of zij haar al lang ken nen. Neen, pas sedert vandaag. Zij was aan boord gekomen om zakken te verstellen en zij hadden haar een sjaa ltje gegeven, een pot gember en zes doo sjes sigaretten. Nadat zij dit alles aanvaard had, werd een afspraak gemaakt voor vanavond en toen het eerste doo sje ledig was, had zij naam en adres op de bodem geschrev en. Dus niet langs de weg gevonden. Daar zit wel enig e waarborg in. En wie van hen nu eigenlijk op haar verliefd was. Hijzelf of welke van zijn twee volgelingen? ‘Alle drie’, verzeker t Ali. En als ik hem even beloer, want het kon wel een geestigheid zijn, spreekt uit zijn aan gezicht al de oprechtheid van een paard. Ik kan mijn westerse onbescheidenhe id niet langer in toom houden. ‘En of Maria hen werkelijk alle drie ontboden had?’ Want dat zou getuigen van een zeld zame ondernemingsgeest voor een meisje van twintig.

pr oe

7

rs

ie

©

VA

N

IN

en B.A . Baracus voor een kraam r het hoofd gestegen, want we zag naa ent mom e elfd hetz op ons e : de onverwoestbare Misschien was de hitt personage dat hij ooit had vertolkt re ste illu st mee het als ost staan, of beter gezegd Mr. T, uitged we omkeken zagen we de grote ., I love you!’ klonk het ineens. Toen ‘B.A […] am. A-Te The erie hits de .’ […] Toen keek vechtmachine B.A . uit est fan, B.A .! Please let me hug you bigg r you ‘I’m . men stor n vore r naa donkere vrouw met de roze legging , zei ze ‘Lift me up B.A ., lift me die plotseling zoetgevooisd was stem een met en er, tien e iefd ze B.A . aan als een verl up and hold me in your arms.’ ‘You want me to …’ ijl hij haar ongemakkelijk aankeek. eidelijk aan terwijl ze ‘What do you mean?’ vroeg B.A . terw te biceps glijden en keek hem verl gro zijn r ove d han r haa liet Ze ’ ‘Yes, yes, lift me up for the picture. those big arms.’ met haar tong. ‘Please, lift me up with dame, ik weet echt langzaam haar lippen bevochtigde meld aan alsof hij wilde zeggen: rem bed toen r haa k kee en teen B.A . bekeek haar even van top tot stamelde: ‘I … I don’t …’ armen. De acteur niet of dat wel zo verstandig is. Hij zin kon afmaken, sprong ze in zijn zijn hij rdat voo en n ade tber vas De vrouw met de roze legging was stil op zijn machtige benen die even, heel even maar, en stond toen lkte zwa t, vas n kke chro ges w yguard geweest greep de enorme vrou ingen. Mr. T was niet voor niets de bod ann insp te ach erw onv rt soo dit op vanzelfsprekend berekend waren het moment dat de omstaanders n en Michael Jackson. En juist op uee McQ e Stev Ali, ed amm Muh dat de mythe van de van grootheden als ertoon en tevens opgelucht waren htsv mac ltje staa e end ekk ukw wilden gaan klappen voor dit indr vrouw, begonnen B.A .’s benen te d ontrafeld door een opdringerige wer n oge hun r voo niet tser htpa teren. En even leek onverslaanbare krac n en daarna drie stappen naar ach vore r naa pen stap e twe d nen . trillen. Hij wankelde, zette eerst kreu nu weer alles onder controle had van de schrik moest bekomen en hts slec hij f also en vind her nd te r gille ch hij zijn balans wee geveld en de vrouw landde hysteris nt uit The A-Team en Rocky III was giga De om. s acu Bar . nend. Het B.A kreu viel en toen Maar ld, jammerend r onze mond: daar lag onze actiehe voo d han een gen sloe ik en em pt met praten, en in boven op hem. Sale r te draaien en iedereen stopte abru mee iek muz n gee ns inee leek er was alsof alles stilviel op Kwaku: door mijn rug gegaan.’ B.A zeggen: ‘Help! Mijn rug, ik ben de onwerkelijke stilte hoorden we

a1 Waarom lezen wij? Over het nut van literatuur(onderwijs)

woord zich uitdossen: zich feestelijk of opvallend kleden illuster: beroemd, zeer bekend zoetgevooisd: met een mooie, lief klinkende stem bedremmeld: beteuterd, sip, verlegen ontbieden: laten komen

15


8 c’est le

MOMENT qui

NU autorennen – vliedende – vlucht groeiend door de   S priemen

IN

gloeiend

T    A D

pijlen

onregelmatige

SA K K ADEN

9

mensen

verrekte beesten

Hoeveel jaar kan een berg bestaan Alvorens hij wegspoelt in de zee? En hoeveel jaar kunnen sommige mensen bestaan Alvorens zij vrij mogen zijn? En hoe vaak kan een man zijn hoofd wegdraaien En doen alsof hij net niet ziet? Het antwoord, mijn vriend, verwaait in de wind Het antwoord verwaait in de wind

rs

ie

©

Yes, ‘n’ how many years can a mountain exist Before it is washed to the sea? Yes, ‘n’ how many years can some people exist Before they’re allowed to be free? Yes, ‘n’ how many times can a man turn his head And pretend that he just doesn’t see? The answer, my friend, is blowin’ in the wind The answer is blowin’ in the wind

vertrapte

VA

verdrekte soldaten

N

wra kken auto’s rijten don kere lappen van de nacht wra kke wriemelen

pr oe

fv e

Yes, ‘n’ how many times must a man look up Before he can see the sky? Yes, ‘n’ how many ears must one man have Before he can hear people cry? Yes, ‘n’ how many deaths will it take ‘til he knows That too many people have died? The answer, my friend, is blowin’ in the wind The answer is blowin’ in the wind

16

TRAJECT NEDERLANDS   A Op verkenning

Origineel

En hoe vaak moet een mens opkijken Alvorens hij de lucht ziet? En hoeveel oren moet iemand hebben Alvorens hij de mensen kan horen huilen? En hoeveel doden moeten er vallen vooraleer hij weet Dat er te veel mensen zijn gestorven? Het antwoord, mijn vriend, verwaait in de wind Het antwoord verwaait in de wind Vrije vertaling


pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

N

IN

10

© Dupuis, 2023

a1 Waarom lezen wij? Over het nut van literatuur(onderwijs)

17


11

Een lang verwacht feest

©

VA

N

IN

Toen meneer Bilbo Balings van Balingshoek bekendmaakte dat hij binnen kort met een bijzonder luisterrijk feest zijn elftigeneerste verjaardag zou vieren, werd dit in Hobbitstee het gesprek van de dag. Bilbo was heel rijk en een hoogst eigenaardig iemand , en was zestig jaar lang het wonder van de Gouw geweest, vanaf het moment van zijn merkwa ardige verdwijning en onverwachte terugkeer. De schatten die hij van zijn reis had terugge bracht waren nu een plaatselijke legende geworden, en men geloofde algemeen, wat de oude lieden ook mochten beweren, dat de Heuvel van Balinshoek vol gangen zat die waren volgepr opt met schatten. En alsof dat hem al niet beroemd genoeg maakte, gaf ook zijn onverm inderde vitaliteit aanleiding tot verbazing. De tijd schreed voort, maar scheen weinig invloed op meneer Balings te hebben. Toen hij negentig jaar was, zag hij er bijna net zo uit als toen hij vijftig was. Toen hij negenennegentig was, begon men hem ‘goed geconserveerd’ te noemen, maar ‘onveranderd’ zou juister zijn geweest. Er waren lieden die het hoofd schudd en en vonden dat dit een beetje te veel van het goede was: het scheen niet eerlijk dat iemand (blijkbaar) niet alleen de eeuwige jeugd bezat, maar ook (naar verluidde) een onuitputtelijke rijkdom. ‘Dat zal zich wreken’, zei men. ‘Het is onnatuurlijk en daar komen moeilijk heden van.’

pr oe

fv e

rs

ie

12

18

TRAJECT NEDERLANDS   A Op verkenning


B

A

Paul van Ostaijen, Bezette stad, 1922 Paul van Ostaijen maakt in een vernieuwende bundel de gruwel van de Eerste Wereldoorlog zichtbaar via typografische gedichten en taal.

Frans Kafka, Het proces, 1914 Het proces is Kafka’s onvoltooide roman over een bankbediende die door twee heren wordt opgepakt en in staat van beschuldiging wordt gesteld, zonder echter ooit te weten waarom.

Burgerman Frans Laarmans doorbreekt even de miezerige sleur van het dagelijkse leven en stort zich in het avontuur. Op een druilerige novemberavond wordt hij aangeklampt door drie Afghaanse matrozen. Samen dwaalt het viertal door het Antwerpse havenkwartier op zoek naar de mysterieuze Maria Van Dam. Wie neemt wie op sleeptouw? Wie helpt wie?

IN

WILLEM ELSSCHOT

16+

Het Dwaallicht

vertaling Meulenhoff Boekerij B.V, Amsterdam

E

Bob Dylan, Blowin’ in the wind, 1963 In 1963 bracht Bob Dylan het protestlied Blowin’ in the wind uit. In dit lied plaatste de Amerikaanse folk- en protestzanger grote vraagtekens bij vrede, oorlog en vrijheid. In 2016 ontving de zanger de Nobelprijs voor literatuur. © Vinyls / Alamy Woordvoerster Sara Danius prees Dylans werk ‘omdat hij nieuwe poëtische uitdrukkingsvormen in de grote Amerikaanse songtraditie heeft gecreëerd. Hij maakt poëzie voor het oor.’ Bob Dylan blijft voor velen een bron van inspiratie.

512527

ie

HET DWAALLICHT

WWW.BOEKTOPPERS.BE / WWW.BOEKTOPPERS.NL

14+

N

© PjrStudio / Alamy

Willem Elsschot, Het dwaallicht, 1946 In Het dwaallicht laat Willem Elsschot drie Afghaanse matrozen op zoek gaan WILLEM ELSSCHOT naar Maria Van Dam in de Antwerpse binnenstad. © 1946 Singel Uitgeverijen Het is een druilerige novemberavond als Frans Laarmans hen helpt in hun zoektocht naar dit mysterieuze meisje. Vinden zij uiteindelijk dit meisje of heeft zij hen bewust op een dwaalspoor gezet? Deze korte novelle is opgenomen in de canon van de Nederlandstalige literatuur. 12+

J.R.R. Tolkien, In de ban van de ring, 1954 Dit boek is een van de populairste boeken uit de twintigste eeuw; het gaat over een zoektocht die zich afspeelt in een door Tolkien gecreëerde wereld. De trilogie vormt de grondslag voor de moderne fantastische literatuur en is verkozen tot het beste boek van de twintigste eeuw. Peter Jacksons verfilmingen van het boek wonnen samen zeventien Oscars. © 2008, J.R.R. Tolkien,

VA

C

D

©

Het woord ‘kafkaiaans’ is afgeleid van de schrijver. Wie ooit uren heeft moeten doorbrengen in de wachtkamers van de rechtbank of het stadhuis, van het ene loket naar het andere is gestuurd, aan de telefoon een heel menu voorgeschoteld kreeg zonder vooruitgang te boeken, die kan zich een personage uit een roman van Kafka voelen.

16-07-2009 11:43:14

pr oe

F

fv e

rs

Dwaallicht.indd 1

André Franquin, Guust Flater – Flaters schade, 1968 Guust Flater is een stripreeks die zich afspeelt op de redactie van het stripblad Robbedoes. Guust is de © Dupuis, 2023 held zonder werk, hij is lui, onhandig, gulzig en eigenwijs. De tekenstijl van Franquin heeft vele tekenaars beïnvloed.

a1 Waarom lezen wij? Over het nut van literatuur(onderwijs)

G Herman de Coninck, De lenige liefde, 1969 De lenige liefde is de eerste dichtbundel van Herman de Coninck. In zijn gedichten speelt hij graag met de spanning tussen woorden en voorwerpen.

woord de typografie: alle aspecten die horen bij de opmaak van een tekst (bv. lettertype, regelafstand en witruimte) de trilogie: drie romans die een geheel vormen

19


H Annie Ernaux, Het voorval, 2004 De Franse auteur Annie Ernaux won in 2022 op 82-jarige leeftijd de Nobelprijs voor literatuur. Annie Ernaux schrijft autobiografisch, maar plaatst haar persoonlijke verhaal altijd in een bredere context. Ze publiceerde al meer dan twintig romans. Het voorval speelt zich af in de jaren zestig. Annie, de hoofdfiguur, is zwanger geraakt en ze besluit clandestien abortus te laten plegen. Zonder te oordelen, zonder valse emoties, vertelt ze over die gebeurtenis. Het boek is ook verfilmd en won in 2021 de Gouden Leeuw op het filmfestival van Venetië.

VA

N

Shaun Tan, De aankomst, 2008 Een vader verlaat zijn gezin en emigreert naar een vreemd land. Hij gaat op zoek naar het nieuwe geluk voor hemzelf en zijn gezin. Onderweg ontmoet hij tal van lotgenoten, ze wisselen hun levensverhalen uit, helpen elkaar en zo ontstaan er nieuwe vriendschappen. Zal hij zijn gezin terugzien? In deze graphic novel maken sterke afbeeldingen woorden overbodig.

©

Connie Palmen, De vriendschap, 1995 In het midden van het schooljaar merkt Kit een iet­wat rare, nieuwe leerling op aan het verlaten muurtje op de speelplaats. Ze besluit dat deze nieuwe leerling, Ara, haar beste vriendin zal worden. Meer nog, ze adoreert Ara, die haar volledige tegenpool blijkt te zijn. Via allerlei filosofische en psychologische beschouwingen neemt Connie Palmen de lezer mee in de verschillende levensfases van de vriendinnen. Is dit ‘bloedzusterschap’ een verbintenis voor het leven?

IN

J

I

ie

K

pr oe

L

fv e

rs

Benjamin Lacombe, Madame Butterfly, 2014 Benjamin Lacombe maakte een vrije bewerking van Puccini’s opera Madama VIDEO Butterfly. Hij beschrijft het welbekende verhaal vanuit het oogpunt van de Amerikaanse luitenant Benjamin Franklin Pinkerton. De marinier huwt een jonge geisha, Cio-Cio-San, bijgenaamd Butterfly. Wanneer Pinkerton terug­geroepen wordt naar Amerika, belooft hij Butterfly dat hij zal terugkeren als het roodborstje zijn nest maakt. Jarenlang blijft ze op haar grote liefde wachten, maar hij blijft de grote afwezige. Op een zeker moment meert zijn boot aan. Butterfly ziet daarin de bevestiging van zijn liefde aan haar, maar … was zijn liefde oprecht? Een dramatisch verhaal met respect voor tal van Japanse tradities en voorzien van prachtige tekeningen in een boek van … 6 meter lang.

Murat Isik, Wees onzichtbaar, 2017 In Wees onzichtbaar vertelt de auteur Murat Isik via korte portretjes het levensverhaal van de Turkse jongen Metin. Zijn tirannieke vader zwaait de plak in huis, maar Metins moeder ontpopt zich als een heel sterke vrouw die strijdt voor een betere toekomst voor haar kinderen. Ook al loopt Metins leven niet over rozen, toch weet de auteur er geen zwaarmoedig boek van te maken. De zware thematiek wordt op een luchtige manier met humoristische anekdotes verzacht. Daarnaast krijg je een inkijk in de Amsterdamse woonwijk de Bijlmermeer. Murat Isik ontving in 2018 de Libris Literatuurprijs. © Amsterdam: Ambo|Anthos uitgevers, 2017

woord clandestien: in het geheim en bij wet verboden de beschouwing: bespreking, analyse tiranniek: dwingend, onderdrukkend de anekdote: kort, grappig verhaal tijdens een gesprek of presentatie over iets dat echt gebeurd is

20

TRAJECT NEDERLANDS   A Op verkenning


(De toekomst van) literatuuronderwijs Literatuuronderwijs heeft er niet altijd hetzelfde uitgezien. De geschiedenis van literatuuronderwijs (in Vlaanderen en Nederland) kun je opdelen in drie periodes die elk gekenmerkt zijn door een andere benadering: tekstervarende aanpak, historische aanpak en structuuranalyse.

IN

1 Verbind de benaderingen hieronder met de correcte naam. Plaats ze in de juiste volgorde op een tijdlijn bij de jaartallen 1875, 1970 en 1980. Enkele decennia geleden verschoof de aandacht voor het werk op zich naar de lezer van dat werk. Er zijn twee redenen voor deze verschuiving. Ten eerste lieten literatuurwetenschappers het idee los dat men een literair werk ‘objectief’ kan beoordelen. Interessanter vonden ze het om te kijken naar de wisselwerking tussen het werk en de lezer. Ten tweede vonden heel wat didactici dat de leerkracht ook moet luisteren naar zijn leerlingen. Eerdere aanpakken van literatuuronderwijs vonden ze te hiërarchisch van aard: meester spreekt, leerling luistert. Hoewel deze nieuwe benadering al veel eerder is ontstaan in de VS, duurt het even vooraleer die overwaait naar België, Nederland en de rest van Europa.

b

De oorspronkelijke bedoeling van literatuuronderwijs was dat ook ‘zonen van gegoede burgers’ in contact zouden komen met literatuur. Kennismaking met de meesterwerken uit ons literaire verleden zou vanzelf leiden tot waardering van literatuur. Het was de tijd van het nationalisme, van trots op eigen land en cultuur, dus nadruk op ons roemruchte literaire verleden was vanzelfsprekend. De nadruk lag op de literatuurgeschiedenis: een geschiedenis van auteurs en hun leven. Vanuit de biografie van de auteur werd het literaire werk bestudeerd. Informatie over literaire periodes, stromingen, genres … werd verstrekt aan de hand van tekstfragmenten en op die manier kregen de leerlingen een beeld van de literatuur.

c

Na de exclusieve aandacht voor de auteur, krijgen literatuurwetenschappers oog voor het werk op zich, gaat men spreken van ‘de tekst als autonoom kunstwerk’ en poogt men via een zorgvuldige, haast technische analyse van het literaire werk ‘grip’ te krijgen op het werk en uiteindelijk tot ‘de interpretatie’ ervan. Inmiddels wordt wel algemeen erkend dat deze manier van werken, oog hebben voor de structuur, de constructie van het literaire werk, een zinvolle bijdrage kan leveren aan een beter begrip ervan. De pretentie dat er zo ‘objectief’ over het werk gesproken zou kunnen worden, is wél losgelaten.

rs

ie

©

VA

N

a

fv e

2* Vanuit welke benadering wordt literatuuronderwijs gegeven op jouw school? Of merk je dat er elementen uit alle benaderingen aan bod komen? Heb je een voorkeur? Als het van heel wat jongeren afhangt, moet er dringend iets veranderen aan het huidige literatuuronderwijs in Vlaanderen. Enkele VRT-journalisten hebben vijf jongeren ondervraagd over hun houding tegenover lezen. 3 Voor deze opdracht werk je in groepen. Elk groepslid bekijkt minstens één getuigenis.

pr oe

4

a Waarom vindt de leerling lezen niet leuk? b Ervaart de leerling negatieve gevolgen van weinig lezen? Zo ja, welke? c Geeft de leerling ook (een) mogelijke oplossing(en) om leerlingen te motiveren om toch te lezen? Zo ja, welke?

Na het bekijken van de filmpjes bespreken jullie in groep de antwoorden. Vervolgens bespreek je of je akkoord gaat met de oorzaken en oplossingen die de vijf jongeren aanreiken. Kunnen jullie nog andere oplossingen bedenken voor literatuuronderwijs om literatuur en het lezen ervan weer aantrekkelijk te maken voor jongeren?

woord de didacticus (mv didactici): iemand die zich toelegt op de leer van het lesgeven hiërarchisch: opgebouwd uit rangen en standen roemrucht: beroemd autonoom: zelfstandig, onafhankelijk

a1 Waarom lezen wij? Over het nut van literatuur(onderwijs)

21


5

Schrijfoefening: de leesautobiografie Sommige auteurs beschrijven hun eigen leven in een boek. Dan spreken we van een autobiografie. In andere boeken gaat een andere auteur over het leven van een bestaand persoon schrijven, dan krijg je een biografie.

©

VA

N

IN

Je gaat een leesautobiografie schrijven in een doorlopende tekst van ongeveer een bladzijde. In die leesautobiografie schets je jouw ontwikkeling als lezer. Hieronder vind je een aantal vragen die je leesautobiografie inhoudelijk sterker kunnen maken.

a sh

ka

ie

©M

Voor het schrijven

rs

1 Selecteer de vragen waarop je makkelijk een antwoord kunt geven.

pr oe

fv e

Ik als heel jonge lezer • Hoe ben je in contact gekomen met boeken? Lazen je mama, papa, grootouders, broers en zussen … je voor? Hield je ervan dat je voorgelezen werd? Luisterde je naar een luisterboek? Verzonnen je ouders, grootouders, broers en zussen … eigen verhalen bij bv. een prentenboek? Had je een specifiek lievelingsverhaal? • Wat was het eerste boek in je leven? Hoe zag het eruit? Wat stond erin? Werd het je voorgelezen of werd er een eigen verhaal bij verteld? Door wie? • Waren er veel boeken rondom je toen je kleuter was? Welke (soort) boeken waren dat? • Wat was het eerste boek dat je zélf gelezen hebt? Hoe oud was je toen? Wat stond erin? Wat vond je ervan? Las je dit boek steeds weer opnieuw? Waarom? • Hoe ontwikkelde je je als lezer in de basisschool? Las je ook buiten de school? Wat las je zoal? • Ging je als lagereschoolkind naar de bibliotheek? Met wie? Was dat leuk? Hoezo? • Had je een leeshoek in de klas in de lagere school? Las je juf of meester vaak een verhaal voor? Welk? Mocht je leessuggesties doen?

Ik als lezer in het secundair • Hoe verliep volgens jou de overgang van jeugd- naar volwassenenliteratuur? Had je moeite met die overgang? Waarom wel/niet? Is je smaak de laatste jaren veranderd? Is daar een reden voor? • Is je leeservaring sinds het secundair veranderd? Hoezo? Heb je dankzij je leerkracht al nieuwe boeken, auteurs, genres … ontdekt die je leuk vindt? Leest je leerkracht nog steeds voor? Wat vind je daarvan? Lezen jullie elkaar soms voor in de klas? Zou je dat leuk vinden? Geven jullie boekentips aan elkaar door? Is er een leeshoek ingericht in je klas of in een ander ‘leeslokaal’?

22

TRAJECT NEDERLANDS   A Op verkenning


• Heb je ooit al een boekbespreking ingediend zonder dat je het boek las? Welk informatiekanaal gebruikte je dan? Waarom deed je dat? Heeft je leerkracht je betrapt? Sla je soms bladzijden in een boek over? Waarom? Vind je dat je het recht hebt om een boek niet te lezen? Kun je daar een concreet voorbeeld van geven? • Lees je soms meerdere boeken tegelijk? Welke? Waarom? Lukt dat? • Wat is het meest fascinerende, afstotelijke, sympathieke of intrigerende personage dat je ooit in een boek ontmoet hebt? Waarom? • Moet een verhaal altijd goed aflopen? Waarom?

fv e

rs

ie

©

VA

N

IN

Wat voor een lezer ben ik? • Heb je een voorkeur voor een open of een gesloten einde? Waarom? • Mag het verhaal zich afspelen in een wereld die je helemaal niet kent? Hou je bv. van sprookjes of van fantasy zoals The Lord of the Rings? Wat is voor jou het belang van ‘waargebeurd’ in een verhaal? • Praat je wel eens over een boek dat je gelezen hebt? Of lees je soms samen met iemand hetzelfde boek? Met wie? Wat vertel je dan zoal? Verraad je het slot van het verhaal? Mag iemand anders jou het einde van een boek vertellen? • Heb je wel eens een verfilmd boek gelezen? Wat vond je dan beter: de film of het boek? Waarom? Welke invloed hebben internet en televisie op jouw leesgedrag? Bekijk je soms programma’s over boeken? Welke? Wat vind je daarvan? • Wat is het laatste boek dat je helemaal uitgelezen hebt? Was dat een positieve leeservaring? Hoe lang is dat geleden? • Wat ben je nu aan het lezen? Welk boek ligt klaar om gelezen te worden? Wanneer ga je nog eens naar de bibliotheek? Of koop je liever je boeken? Koop je vooral nieuwe boeken? • Op welk tijdstip van de dag lees je het liefst? Onder welke omstandigheden lees je? Zijn er veel, weinig of geen mensen in de buurt? Mogen de anderen je storen? Staat er muziek op? Staat de televisie aan? Stuur je ondertussen berichten naar je vrienden (over je leeservaring)? Waar lees je (in bed, op de sofa, op toilet, in de tuin, op het strand, in de bus, op de trein …)? • Zou je verder lezen als het spannend is en je moet ergens naartoe of gaan slapen? Heb je wel eens een boek in één ruk uitgelezen? Welk boek was dat? Waarom kon je niet stoppen? • Heb je iemand wel eens een boek cadeau gedaan? Of welk boek zou je iemand cadeau willen doen? Kreeg je voor je verjaardag of van de Sint boeken? Welke? Wat vond je daarvan? Gaf je toen al door welke boeken je graag las? Was er een reeks die je bijzonder graag las? • Hoe lang geef je een verhaal de kans om ‘goed’ te worden (druk uit in aantal bladzijden of percentage)? Waarom lees je eerst / nooit eerst het einde van een boek? Lees je eerst de korte inhoud? Hoeveel moeite wil je doen om ‘in’ een boek te komen?

pr oe

Welke genres lees ik? • Wat voor fictielezer ben je? Welk genre boeken lees je vooral? • Lees je ook strips ? Is je smaak veranderd sinds je twaalfde? Hou je van graphic novels? Welke? Wat vind je daar zo bijzonder aan? Waarom lees je dat genre liever dan een roman? Waar let je extra op bij graphic novels? Welke graphic novels kun je aanbevelen? Waarom? • Lees je graag gedichten? Welke dichters kunnen je bekoren? Over welke thema’s lees je het liefst? Hoe ben je daarmee in contact gekomen? Schrijf je zelf gedichten? Wanneer? Welke dichter heeft jou geïnspireerd? Waarom? • Lees je ook wel eens non-fictie? Over welke onderwerpen? • Welke kranten, onlinenieuwsberichten, gespecialiseerde magazines, tijdschriften … lees je? Welke artikels interesseren je vooral? • Op basis waarvan kies je een boek? Door wie laat je je wel eens een boek aanraden?

Mijn top drie • Geef je top drie van boeken zoals je die vandaag rangschikt. Wanneer heb je die boeken gelezen? Wat hebben ze voor jou betekend? Herlees je die boeken nog wel eens? Hoe komt het dat je er nog van kunt genieten? Heb je een lievelingsauteur? Wie? Hoezo?

a1 Waarom lezen wij? Over het nut van literatuur(onderwijs)

23


Schrijven: eerste versie van enkele alinea’s 2 Nadat je de vragen hebt geselecteerd, maak je enkele notities bij die vragen. Zo ontstaat de eerste aanzet tot je tekst.

Schrijven: tweede versie – alinea’s ordenen

IN

3 Je neemt je notities opnieuw door en je gaat ze vervolledigen. Je geeft voorbeelden, je motiveert, je doet suggesties …

N

4 Groepeer de vragen die bij elkaar horen en schrijf een doorlopende alinea rond een thema. Let erop dat je de vragen en je antwoorden impliciet in je alinea opneemt. Geef voorbeelden en motiveer telkens waarom het zo is wat je schrijft.

schrijven

alinea 1 lezen doorheen de jaren heen alinea 2 wat bevordert mijn leesgedrag alinea 3 wat werkt negatief op mijn leesgedrag alinea 4 mijn favoriete werken alinea 5 … slot mijn top drie

fv e

rs

ie

©

schrijven

alinea 1 mijn eerste contact met boeken alinea 2 ik als lezertje in de lagere school alinea 3 de invloed van het middelbaar alinea 4 ik als lezer nu alinea 5 … slot mijn top drie

VA

5 Zorg dat de informatie op een logische manier bij elkaar staat. Zo ontstaat een eerste structuur. Hieronder staan enkele mogelijke alinea-indelingen.

schrijven

alinea 1 mijn leesomgeving alinea 2 mijn rechten als lezer alinea 3 mijn plichten als lezer alinea 4 mijn raadgevingen als lezer alinea 5 … slot mijn top drie

pr oe

6 Laat een alinea / enkele alinea’s nalezen door een medeleerling. Bespreek de opmerkingen die je krijgt. 7 Tot slot: maak een top drie in een apart tekstvak. De verantwoording komt in de laatste alinea.

Schrijven: derde versie – redigeren

8 Je gaat na of je alle opdrachten hebt beantwoord en je bekijkt de evaluatiematrix op iDiddit. Die kan je helpen een overzicht te behouden.

24

TRAJECT NEDERLANDS   A Op verkenning


a op verkenning

a1

Literaire genres 1 Je kunt de kenmerken van frequent voorkomende genres terugvinden in fragmenten. 2 Je legt het verband tussen het genre van een verhaal en de context waarin het gemaakt werd (periode, doelpubliek, medium …).

IN

3 Je kent de klassieke indeling van teksten in de hoofdgenres epiek, lyriek en dramatiek. In de bibliotheek en op streamingdiensten zijn verhalen geordend in verschillende categorieën. Die categorieën kunnen te maken hebben met de status van verhalen (klassiekers, prijswinnaars), de tijd waarin ze gemaakt zijn (volgens stroming, decennium, tijdvak of periode), de makers (auteurs, regisseurs), de taal …

Typische genrekenmerken

VA

1

N

Een van de bekendste manieren om verhalen te groeperen is volgens genre. Verhalen worden zo bij elkaar geplaatst op basis van typische inhoudelijke en vormelijke kenmerken.

1 Beschrijf het laatste verhaal dat je gelezen of bekeken hebt.

ie

2 Kies drie andere genres.

©

a Tot welk genre reken je dat? b Welke typische genre-elementen komen in het verhaal voor?

rs

a Hoe zou je die genres in één zin omschrijven? b Welke typische inhoudelijke elementen komen erin voor? c Wat is typisch aan de vorm (stijl, woordkeuze, sfeer, cameragebruik …)? 3 Overleg met een medeleerling en probeer samen zo veel mogelijk genres op te sommen.

4 In de Trajectwijzer vind je een overzicht van genres. a Gebruik die informatie om je antwoorden bij de vorige opdrachten aan te vullen. b Welke genres ken je niet of onvoldoende?

pr oe

17.2

fv e

a Vergelijk jullie lijst met die van andere duo’s. Wie kon de meeste genres geven? b Blader door dit boek en zoek van elk genre één voorbeeld. c Link elk genre aan een medeleerling. Wie is fan van welk genre? Aan wie zou je een bepaald genre aanraden? Leg ook telkens uit waarom.

5 Samen met een medeleerling breng je in deze opdracht het genre van een verhaal in verband met een element uit de context waarin het ontstond. Formuleer een onderzoeksvraag en een hypothese voor elke combinatie die je hieronder vindt. a genre en doelpubliek

c genre en medium b genre en land

e genre en verhaalthema

d genre en tijdsperiode

6 Overloop jullie onderzoeksvragen en hypothesen met die van een andere groep. Kies één vraag uit die jullie kort verder willen onderzoeken. 7 Maak gebruik van AI om een antwoord op die onderzoeksvraag te vinden. a Welke prompts heb je gebruikt? b Verfijn je zoekopdracht tot je een gericht antwoord krijgt. c Vergelijk dat antwoord met jullie eigen hypothese.

a1 Literaire genres

25


2

Hoofdgenres In het vorige deel maakte je kennis met de hedendaagse definitie van genres. Hieronder vind je een screenshot van de website kunstbus.nl met de klassieke definitie van de drie hoofdgenres epiek, lyriek en dramatiek.

logo nog aanleveren

Hoofdgenres literatuur

IN

https://www.kunstbus.nl/literair/Hoofdvormen+literatuur.html

Epiek, lyriek en dramatiek zijn de hoofdgenres van de literatuur.

N

epiek ¦ lyriek ¦ dramatiek

VA

Lyriek (de lyriek (v.)) – dichtkunst waarin de dichter zijn eigen emoties en gemoedsstemmingen uitspreekt. Lyriek is in de letterkunde een genre dat de nadruk legt op de klankwaarde en het ritme van de taal. Inhoudelijk betreft het veelal ‘een spontaan gestalte geven aan het innerlijke’. Lyriek wordt veelal gebruikt als synoniem voor dichtkunst.

ie

©

Epiek (de epiek (v.)) – literatuur waarin het verhalende element overheerst. Een bekend voorbeeld van epiek is Homerus’ Ilias, die met meesterlijk gevoel voor psychologie en heroïek 55 dagen in de Trojaanse Oorlog beschrijft. De meest voorkomende tot de epiek behorende genres zijn: de mythe, het sprookje, de legende, de sage, het epos of heldendicht, de ballade, de romance, de fabel, de parabel, het korte verhaal en de roman.

fv e

rs

Dramatiek Het woord drama of dramatiek is afgeleid van het Griekse woord δράμα, dat handeling betekent. Bij een drama wordt in gesproken of gezongen woord en/of gebaar, dans en mimiek een menselijke conflictsituatie uitgebeeld waarbij de handeling gewoonlijk een oorzakelijk verloop heeft. De belangrijkste afsplitsingen van drama zijn het blijspel en het treurspel. In enge zin wordt onder ‘drama’ enkel het ernstige toneel verstaan. De dramatiek onderscheidt zich van epiek en lyriek door de zelfstandigheid van de optredende personages (als het ware losgemaakt van de ‘scheppende dichter’).

pr oe

De driehoek van Petersen De driehoek van Petersen is een literair begrip waarin epiek (bericht over een handeling in de vorm van een monoloog), lyriek (uitbeelding van een toestand in de vorm van een monoloog) en dramatiek (uitbeelding van een handeling in de vorm van een dialoog) met elkaar worden vergeleken. DRAMATIEK (dialoog)

g

din

han d

eel

elin g

uitb

EPIEK (bericht)

monoloog

LYRIEK (toestand)

Naar: kunstbus.nl

26

TRAJECT NEDERLANDS   A Op verkenning


1 Leg de driehoek van Petersen in je eigen woorden uit. 2 Gebruik de driehoek van Petersen om elk hoofdgenre in je eigen woorden te omschrijven. 3 De opdeling dateert van het begin van de 20e eeuw. a Geef van elk hoofdgenre één duidelijk voorbeeld. b Toon aan dat dit model in de praktijk problemen oplevert bij het indelen van teksten.

a Wat heb je bijgeleerd? Wat trok je aandacht of vond je nieuw? b Wat wil je verder te weten komen over genres?

pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

N

c Met welk genre wil je bij een volgende huislectuuropdracht kennismaken?

IN

4 In dit deel ging je in op de hedendaagse invulling van genres en de klassieke indeling in de hoofdgenres epiek, lyriek en dramatiek. Aan de hand van AI onderzocht je het verband tussen het genre van een verhaal en de context waarin het gemaakt werd. Beantwoord voor jezelf volgende vragen.

a1 Literaire genres

27


a op verkenning

a3

Canonliteratuur: canon of kanon?

1

IN

1 Je leert enkele werken uit de literaire canon kennen 2 Je denkt kritisch na over processen van canonisatie 3 Je onderzoekt en beoordeelt canonliteratuur met behulp van bronnen

Inleiding

VA

a auteursnamen waarvan je al hebt gehoord

N

1 Scan de pagina en bekijk de lijst met vijftig namen van literaire teksten en hun auteurs. Lees de namen en tel de volgende aantallen.

b titels van literaire teksten waarvan je al hebt gehoord

CANON

fv e

rs

ie

©

c literaire teksten waarvan je minstens een fragment hebt gelezen

Bezette stad

Het leven en de dood in den ast

Het dwaallicht

Walewein

pr oe

De vijftig literaire werken behoren tot de canon van de Nederlandstalige literatuur. Een commissie binnen de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL) heeft een lijst opgesteld met ‘essentiële’ literaire werken uit ons taalgebied. 2 Op basis van welke criteria zouden de opstellers van de lijst voor precies deze vijftig werken hebben gekozen? Bestudeer de canonlijst een tweede keer en zoek de vier juiste criteria. 1 De werken zijn minstens 25 jaar geleden gepubliceerd. 2 De werken kenmerken zich door verkoopsucces: de werken worden, vaak al eeuwenlang, herdrukt en door nieuwe generaties gelezen. 3 Alle tekstgenres komen in aanmerking. 4 De auteurs van de werken zijn overleden. 5 Minstens 30% van de werken moet geschreven zijn door vrouwen. 6 De werken zijn in België, Nederland of Suriname geschreven. 7 De werken zijn oorspronkelijk in het Nederlands geschreven. 8 De werken zijn geschreven voor een volwassen lezerspubliek en behoren tot het proza, de poëzie of het theater.

3* Ga je akkoord met de criteria van de canoncommissie? Op basis van welke criteria zou jij een dergelijke lijst opstellen?

28

TRAJECT NEDERLANDS   A Op verkenning


Onthouden

VA

N

IN

Een canon is een verzameling namen, gebeurtenissen en/of kunstwerken die een bepaald cultuurgebied als waardevol erkent. • Zo’n canon kan impliciet zijn. Erg veel mensen zijn het erover eens dat Freddie Mercury een van de belangrijkste artiesten van de afgelopen eeuw is. Op dezelfde manier behoren onder andere de Odyssee van Homerus, de Goddelijke Komedie van Dante of De Toverberg van Thomas Mann zonder discussie tot de canon van de wereldliteratuur. • Een canon kan ook expliciet door een bepaalde groep geformuleerd worden in de vorm van een lijst. In ons taalgebied nam de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL) in 2015 voor het eerst het initiatief om een lijst van 50+1 ‘essentiële werken’ op te stellen. Die lijst moet als leidraad en inspiratiebron dienen voor het onderwijs, de literaire en culturele wereld, en lezers in binnen- en buitenland. Geïnteresseerden vinden op de site bij de lijst heel wat teksten en audiovisueel materiaal bij de canonwerken. In 2020 besloot de commissie om de lijst een update te geven. Enkele titels werden geschrapt, andere werden toegevoegd.

©

Zowel de lancering als de update van de canon lokten discussie uit over de samenstelling ervan. Sommigen vinden de canon niet divers genoeg. De KANTL moedigt een debat over de dynamische canon uitdrukkelijk aan: er kunnen namelijk altijd kwaliteitsvolle, ‘vergeten’ werken zijn die de commissieleden over het hoofd hebben gezien. De canoncommissie reserveert daarom nog één oningevulde plaats voor een ‘blinde vlek’ die het publiek zelf mag invullen.

rs

ie

Een canon opstellen is dan ook per definitie een proces van discussie en debat. Canonisering, zowel impliciet als expliciet, is nooit neutraal: we redeneren immers altijd vanuit ons eigen culturele waardenkader dat voorkeuren, vooroordelen en blinde vlekken bevat.

fv e

4 Processen van canonisering vinden niet alleen plaats in de literatuur. Ook in andere culturele domeinen kun je van een ‘canon’ of van canonieke werken spreken. Kies een kunstvorm uit en stel een ‘canon’ van minstens tien namen/kunstwerken op. Kies uit: schilderkunst – popmuziek – klassieke muziek – strips – films – series.

Diversiteit in de canon

pr oe

2

1 Lees de titel, de eerste alinea en de tussentitels van het pleidooi voor diversiteit op p. XXX. Wat is op basis daarvan de belangrijkste stelling van de auteurs van deze tekst? 2* Bekijk nogmaals de canonlijst op p. XX. Vind je de lijst divers? Waarom wel/niet? En vind je dat belangrijk? 3 Lees nu de tekst volledig en beantwoord de vragen achteraf. a Wat is de hoofdgedachte van de tekst? b Wat stellen de auteurs voor om de diversiteit van de leeslijsten te bevorderen? Noem drie concrete voorstellen. c Welke voorgestelde oplossingen vind je goed? Zijn er voorstellen waarmee je niet akkoord gaat? Waarom?

a3 Canonliteratuur: canon of kanon?

29


PLEIDOOI DIVERSITEIT

De literaire canon heeft meer sokkels nodig Het is bespottelijk dat witte mannen nog altijd de literatuurlijsten aanvoeren. De leden van het nieuwe schrijverscollectief Fixdit breken een lans voor meer vrouwen in onze literatuurgeschiedenissen, schoolboeken en canon.

N

Jongeren groeien op met een grote diversiteit aan hoofdpersonages in boeken. In de jeugdliteratuur wemelt het van de meisjes, en ook kinderen met een migratieachtergrond zijn steeds vaker hoofdpersoon. Het onderzoek van Jeroen Dera naar de leesvoorkeuren van middelbare scholieren in Nederland toont aan dat scholieren liever boeken van vrouwen lezen dan van mannen. Hij liet met cijfers zien dat jongeren nood hebben aan andere leeslijsten, omdat vrouwelijke auteurs en schrijvers met een niet-westerse achtergrond zwaar ondervertegenwoordigd zijn. Hoe kan het dan dat uit het weelderig, veelbloemig veld in een hedendaags schoolboek over onze literatuur (vanaf 1990) maar één vrouw wordt geplukt en één schrijver met een niet-westerse achtergrond? Zo zal opnieuw een hele generatie van potentieel gretige en geïnteresseerde jonge lezers grootgebracht worden met een verdraaid beeld dat aan alle kanten tekortschiet.

rs

ie

©

In Vlaanderen leverden vrouwelijke auteurs eveneens vormelijk en inhoudelijk pionierswerk, ook recenter dan de dertiende eeuw, toen Hadewijch vanuit Zuid-Brabant haar stempel op de Europese literatuur drukte. Wie Een revolverschot (1911) van Virginie Loveling leest, voelt ontzag voor haar durf, alleen al door de bijzondere keuze voor het perspectief van de verliezer. En wie zal ontkennen dat Patricia De Martelaere de Nederlandstalige essayistiek naar een hoger niveau heeft getild?

Vrouwelijke auteurs zijn vaak vernieuwers, maar in literatuurgeschiedenissen zie je daar nauwelijks iets van terug

VA

Wie weet dat de eerste Nederlandse briefroman geschreven werd door twee vrouwen (Betje Wolff en Aagje Deken)? En dat de eerste Nederlandse historische roman op naam staat van een vrouw (Margaretha de Neufville)? Of dat het eerste literaire werk over vrouwelijke homoseksualiteit al in 1922 uitkwam (Edith Werkendam)?

IN

Fleur Speet, Jannah Loontjens, Manon Uphoff en Annelies Verbeke

pr oe

fv e

Vrouwelijke auteurs zijn vaak vernieuwers, maar in de literatuurgeschiedenissen zie je daar nauwelijks iets van terug. Want op een heel subtiele manier denken we allemaal dat vernieuwing hoort bij mannelijke auteurs en dus zijn literatuurgeschiedenissen vooral verhalen van witte, westerse mannen. Inmiddels is het wel duidelijk dat deze invalshoek achterhaald is. ‘Wie wil er nu nog testosteronproza lezen?’ vroeg Marja Pruis zich onlangs af in De Morgen. Uiteraard valt proza geschreven door mannelijke auteurs niet als een homogene massa onder die noemer, maar we weten wel meteen wat ze bedoelt. Wie is er nog uitsluitend geïnteresseerd in literatuur waarin vrouwen slechts stereotiepe rollen mogen vertolken (moeder, femme fatale, fragiele engel, hoer, bazig kreng) en witte mannen de fijn uitgewerkte, gelaagde, getroebleerde helden zijn? Op scholen schieten veel meisjes (en jongens) bevreemd in de lach bij de zoveelste karikaturale tekening van vrouwelijke personages met hun rokjes-kontjes-tietjes of vrouwen louter in de gedaante van muze. Dat is een overweging waard wanneer we opnieuw, maar nu heel anders, naar de literatuurgeschiedenis en de canon kijken.

30

TRAJECT NEDERLANDS   A Op verkenning

Niet óf, maar óók Moeten dan alle goede schrijvers uit de canon gekieperd worden, vragen sommige verontwaardigde critici zich af. Nee hoor, dat hoeft niet, het gaat erom de canon aan te vullen. Het is een kwestie van er eens flink wat sokkels bij te zetten. Schuif ze ertussen en laat het lamplicht op hen vallen. Het is niet alleen Reve, Mulisch, Hermans, Boon en Claus, het is óók Haasse, Blaman, Roemer, Loveling en De Martelaere. Het is Hooft, Vondel, Brederode én de Brugse Petronella Keysers, Tesselschade, Van Schurman. Structurele verandering in de literatuur­ geschiedenis, waardering en aandacht voor andere schrijvers dan de bekende namen, vraagt om een andere manier van kijken, om oprechte nieuwsgierigheid. Met een brede blik doe je meer recht aan de werkelijkheid en de verbeelding.


IN

Gelijke verdeling Docenten op middelbare scholen, kijk daarom nog eens kritisch naar wat u uw leerlingen aanbeveelt voor hun leeslijst. Wat zou er gebeuren als u eens vijftig procent vrouwelijke auteurs zou promoten? Waarom niet? De helft van de professionele schrijvers is volgens Koolens onderzoek immers vrouw. De lijsten zullen er niet spontaan van vlamvatten.

N

Kijken we opnieuw, maar nu zónder vooringenomenheid, naar de literatuur uit heden en verleden, dan krijgen we vanzelf zin in nieuwe standbeelden en nieuwe literatuurgeschiedenissen.

vooruitgaat wanneer jongeren iets terugzien van hun eigen achtergrond en leefwereld. Juist als je jong bent, snak je naar ervaringen die verbonden zijn met jezelf en die tegelijkertijd je horizon verbreden. Die nieuwe gedachten doen opborrelen of je juist sterken in opvattingen die je nog niet durfde uit te spreken. Die je meevoeren in een wereld die mogelijk is of op een fysiek veilige manier blootstellen aan een wereld om juist ver vandaan te blijven.

VA

Dat begint met het bestuderen van de blinde vlek. Je rekenschap geven van de pleister die voor het oog zit en vervolgens die pleister eraf durven te trekken. Is het ‘puur toeval’ als je enkel witte, mannelijke auteurs als favoriete schrijvers noemt? Wij denken van niet. Literaire kwaliteit is geen objectief gegeven; het is het resultaat van wat je hebt gelezen en dat is de eenzijdige literaire canon waarmee wij zijn opgevoed. Via onverbiddelijke computeranalyses toonde Corina Koolen in haar onderzoek aan dat lezers minder onder de indruk zijn als ze weten dat een boek door een vrouw is geschreven.

rs

ie

©

We kunnen wel blijven hangen in verwondering over het ontbreken van inclusievere lijsten, maar het is zo makkelijk: zet die namen erop! Het is niet dat de boeken er niet zijn. Maak de lijsten langer. Zoek suggesties bij elkaar, stimuleer de leerlingen om breed uitwaaierende leeslijsten op te stellen.

pr oe

fv e

Noem de schrijfsters Canoniseren begint met noemen en opnieuw noemen. Dus wie een stuk schrijft, noem schrijfsters. Schep er eer in om vrouwen van welke komaf dan ook te noemen in de literatuur. Weef hen de geschiedenis in, ontdoe ze van hun eenzaamheid.

Veel te weinig horen we schrijvers, man of vrouw, vertellen door welke vrouwelijke auteurs ze zijn beïnvloed of welke niet-westerse auteurs ze bewonderen. Deze namen noemen, er een sport van maken op ze te letten, legt de lijnen bloot die nu verborgen blijven. Het hoeft niet met schel trompetgeschal, als je maar beide ogen openhoudt. De schrijvers van schoolboeken zouden dat eveneens mogen doen, opdat zij boeken schrijven die een afspiegeling zijn van de diversiteit van onze wereld. Voeg supplementen toe waar nu hiaten zitten. Reken maar dat de leesvaardigheid

a3 Canonliteratuur: canon of kanon?

Of nog beter, lees eens een half jaar enkel literatuur van anderen dan witte mannen, zoals Pepijn Lanen, schrijver en zanger van De Jeugd van Tegenwoordig zich verfrissend heeft voorgenomen. Geen gek idee. Wij zijn met dat voornemen alvast een leesclub begonnen. Door #MeToo en Black Lives Matter is prangend duidelijk geworden hoe ongelijke machtsverhoudingen, vooroordelen en veelal onbewuste discriminatie onze levens nog altijd in de tang hebben. We kunnen de wereld niet in één keer veranderen, maar we kunnen wel een andere blik werpen op de stapels en rijen als we weer door de boekhandel en de bibliotheek wandelen. We kunnen een andere gevoeligheid ontwikkelen als we een boek openslaan, ons laten verrassen. De tijd is er rijp voor. Laten we ons rijkere zelf zijn. Fleur Speet, Jannah Loontjens, Manon Uphoff en Annelies Verbeke zijn lid van het schrijverscollectief Fixdit, dat zich inspant voor meer diversiteit in de canon en het literaire veld.

Naar: standaard.be

31


3

Spreken: canon of kanon?

IN

Per twee krijg je elk één canonwerk toegewezen. Hoort het werk volgens jou thuis in de canon of vuur je het liever af met een kanon? Ga op onderzoek! • Waarover gaat het werk? • In welke context is het geschreven? • Hoort het werk volgens jou absoluut wel of helemaal niet in de canon? Waarom? Geef voor je oordeel drie goede argumenten. Gebruik minstens drie verschillende bronnen: je vindt de nodige informatie op de achterflap van het boek, op de website literairecanon.be, op blogs, in online databanken of in (online) artikels uit literaire bijlagen van kranten.

N

1 Maak een korte presentatie waarin je de argumenten voorstelt.

©

VA

Radiozender Klara en de KANTL sloegen de handen in elkaar om een podcastreeks te maken over de vijftig canonwerken. Elk werk wordt uitgelicht en uitgelegd door een bewonderaar. Onder die bewonderaars vinden we literatuurwetenschappers, maar ook auteurs als Joke van Leeuwen, David Van Reybrouck en Maud Vanhauwaert, en acteurs als Lucas Van den Eynde.

TIP

LITERAIRE CANON

ie

Jaarlijks worden er wereldwijd duizenden boeken uitgegeven, sommige daarvan groeien uit tot ware klassiekers en worden zo deel van het cultureel erfgoed. Andere verdwijnen stilletjes uit het collectief geheugen. De leden van de Canon van de Nederlandstalige Literatuur stelden een dynamische lijst samen van titels en auteurs uit Vlaanderen en Nederland die ons literair verleden kunnen vertegenwoordigen.

rs

2 Speel de quiz en leer spelenderwijs de Literaire Canon van de Nederlandstalige Literatuur kennen. Scherp jullie leesstrategieën aan, verdeel de taken, probeer zo veel mogelijk antwoorden te vinden en … verzamel veel punten!

pr oe

fv e

3 Is je kennis over literatuur na deze les helemaal op peil? Speel samen De slimste schrijver en ontdek voor wie de Nederlandse en Vlaamse literatuur geen geheimen heeft.

32

TRAJECT NEDERLANDS   A Op verkenning


a op verkenning

Het literaire bedrijf vandaag 1 2 3 4 5

Logo-quiz

©

VA

N

1

Je leert hoe een uitgeverij werkt. Je leert over de weg die een succesvol boek aflegt. Je leert hoe de commerciële strategieën van uitgeverijen werken. Je leert hoe je een auteur en zijn/haar oeuvre aan een internationaal publiek kunt voorstellen. Je leert over de wisselwerking tussen auteurs, lezers en recensenten.

IN

a4

1 Herken je de logo’s? Wat voor ondernemingen zijn het?

ie

2 Kun je die bedrijven opdelen in twee groepen? Hoe?

fv e

Van idee naar boek

Voor veel mensen is het een droom: een boek schrijven en het publiceren. Daarbij is het schrijven nog de gemakkelijkste stap. Hoe zorg je ervoor dat iemand dat meesterwerk te lezen krijgt? 1 Een uitgeverij begeleidt de schrijver van een goed idee naar een afgewerkt product in de rekken van een boekhandel. Weet jij hoe dat proces verloopt?

pr oe

2

rs

3* Wat weet je over die bedrijven? Ken je nog andere voorbeelden van dat soort bedrijven?

a Ken je onderstaande begrippen? Bespreek ze met een medeleerling. Zet ze in een logische volgorde. b Schrijf bij elk begrip één goede zin, zodat zowel de betekenis van de termen als het uitgeefproces duidelijk worden voor een buitenstaander. grafisch vormgever – drukproef – manuscript – redacteur – royalty’s – ISBN

2 Zoek op. Wat is het gebruikelijke percentage royalty’s voor een literaire auteur in ons taalgebied? 3 Hoeveel verdient een schrijver die driehonderd exemplaren verkoopt van een boek dat twintig euro kost? Ga uit van het gebruikelijke percentage royalty’s.

a4 Het literaire bedrijf vandaag

33


Boeken verkopen: een kunst

3

1* Weet jij welke titels er momenteel in de top tien van Fnac of Standaard Boekhandel staan (zowel fictie als non-fictie)? Zoek met een medeleerling vijf titels van actuele bestsellers en rangschik ze volgens jouw persoonlijke voorkeur.

ONDERWEG

N

IN

In Vlaanderen vind je verschillende soorten boekhandels. Je kunt boeken kopen in winkelketens als Standaard Boekhandel of Fnac. Daarnaast zijn er in verschillende steden ook onafhankelijke boekhandels. Daar vind je meestal een nog uitgebreider aanbod literaire titels en een persoonlijke selectie van de boekhandelaar. Antiquariaten zoals De Slegte zijn dan weer gespecialiseerd in de verkoop van tweedehandsboeken en zeldzame exemplaren van boeken.

3

VA

2* Surf naar het Instagram-account van de uitgeverij van jouw favoriete boek. Vind je het boek terug in de posts van de uitgeverij? Hoe kun je het assortiment boeken van de uitgeverij typeren? Vergelijk een literaire uitgeverij met een uitgeverij die een breder/commerciëler assortiment aan boeken publiceert aan de hand van hun posts op Instagram. Hoe zetten beide uitgeverijen hun boeken in de markt? Noteer drie verschillen die jou opvallen.

pr oe

fv e

rs

ie

©

4* Heb je al zin om zelf een boek te schrijven? Waarover zou jouw boek gaan? Of zou je liever op een uitgeverij werken? In welke functie? Bespreek met een medeleerling.

34

TRAJECT NEDERLANDS   A Op verkenning


Op de Frankfurter Buchmesse Jij vormt met je groepje een team van communicatie­medewerkers van een literaire uitgeverij. Op de Frankfurter Buchmesse moeten jullie buitenlandse uitgeverijen overtuigen om een topauteur uit het fonds van jouw uitgeverij in vertaling uit te geven. Jullie bereiden een presentatie voor die de auteur en zijn of haar werk in de markt zet. 1 Kies in overleg met je leerkracht een bekende literaire auteur uit Nederland of Vlaanderen.

IN

2 In jullie presentatie noemen jullie minstens één belangrijk werk en één belangrijk thema uit het oeuvre van de auteur. Doe voldoende opzoekwerk: in interviews, op boekkaften en op de website van uitgeverijen vind je heel wat informatie. 3 Hoe overtuig je een internationaal uitgeverspubliek? Zij willen vast een antwoord op een of meerdere van de volgende vragen:

N

Waarom is jouw auteur een van de belangrijkste auteurs van de Lage Landen? Waarom zal jouw auteur ook een buitenlands publiek aanspreken? Wat draagt jouw auteur bij aan het maatschappelijk debat? Waarom is jouw auteur een echte ‘Europese’ auteur? Waarom zal jouw auteur in 2040 de Nobelprijs voor literatuur winnen?

VA

• • • • •

ONDERWEG

fv e

rs

ie

©

© TT News Agency / Alamy

Literaire prijzen De grootste eer die een literair auteur te beurt kan vallen, is de Nobelprijs voor literatuur. Eenmaal per jaar rijkt de Zweedse Academie die prijs uit aan een levende auteur die ‘het meest opmerkelijke werk met een idealistische trend’ heeft geschreven. Met ‘werk’ wordt het hele oeuvre van een schrijver bedoeld. Het prijzengeld bedraagt maar liefst acht miljoen Zweedse kronen, oftewel bijna één miljoen euro. Beroemde Nobelprijswinnaars zijn onder meer Thomas Mann, Ernest Hemingway, Albert Camus, Toni Morrison en de zanger Bob Dylan. Nog nooit won er iemand met Nederlandstalig werk, maar in 1911 won er met Maurice Maeterlinck wel een Belg die in het Frans schreef.

Ook voor de Nederlandstalige literatuur bestaan er belangrijke prijzen, die jaarlijks worden uitgereikt. De Libris Literatuurprijs is daarvan de bekendste en beloont de auteur van de beste roman In 2019 ontvangt de Poolse auteur uit Nederland en Vlaanderen met 50 000 euro. De Boekenbon Literatuurprijs is de opvolger van de vermaarde AKO Literatuurprijs Olga Tokarczuk de Nobelprijs ‘voor een verhalende verbeelding die en bekroont het beste boek ook met 50 000 euro. De Vlaamse met encyclopedische passie het Boonprijs werd in 2022 voor het eerst uitgereikt en deelt elk overschrijden van grenzen voorstelt jaar telkens 50 000 euro uit aan een winnaar in de categorie als een vorm van leven.’ jeugdliteratuur en de categorie fictie en non-fictie. In het Nederlandse taalgebied bestaan er ook oeuvreprijzen, die het hele oeuvre van een auteur bekronen. De Constantijn Huygens-prijs wordt jaarlijks toegekend en is goed voor 12 000 euro. De P.C. Hooft-prijs bekroont in een cyclus van drie jaar een Nederlandse romancier, dichter en essayist en schenkt maar liefst 60 000 euro aan de auteur. De meest prestigieuze prijs in het Nederlandstalige taalgebied is echter de Prijs der Nederlandse Letteren, die eenmaal in de drie jaar uitgereikt wordt. Het prijzengeld is 40 000 euro.

pr oe

4

woord het oeuvre: de complete verzameling van werken van een kunstenaar. In een oeuvre van een groot kunstenaar kun je vaak zowel samenhang als evolutie ontdekken.

a4 Het literaire bedrijf vandaag

35


Het verhaal van een bestseller: Lize Spit, Het smelt

5

De meest succesvolle Vlaamse debuutroman van het tweede decennium van de 21e eeuw was ongetwijfeld Het smelt (2016) van Lize Spit. Met meer dan 200 000 verkochte exemplaren vielen lezers als een blok voor Spits duistere dorpsverhaal dat zich afspeelt in het fictieve Kempische gehucht Bovenmeer. In 2023 kwam de langverwachte verfilming van het boek uit, geregisseerd door Veerle Baetens. 2

3

4

€ 15

€ 22

€ 15

VA

€ 22

N

IN

© S. Fischer Verlag GmbH

1

1 Bovenstaande producten zijn allemaal versies van Het smelt. Leef je in in een uitgever van een succesroman en plaats ze in een (logische) chronologische volgorde van publicatie. Onderbouw mondeling de keuze van je volgorde.

©

Een bestseller schrijven, wat doet dat met een schrijver? Bekijk de video en beantwoord de vragen. 2 Welke opleiding heeft Lize Spit gevolgd? Hoe heeft die opleiding haar schrijfstijl beïnvloed?

ie

3 Lize Spit is als schrijver zowel ‘kunstenaar’ als ‘ondernemer’. Hoe ervaart ze die twee rollen? Geef een voorbeeld voor kunstenaar- en voor ondernemerschap.

Na de bestseller: Lize Spit, Ik ben er niet

fv e

6

rs

4 Waar of niet waar: na het succes van haar eerste roman werkt Spit vol vertrouwen aan haar tweede boek.

pr oe

Vijf jaar na haar debuut Het smelt lanceert Lize Spit haar nieuwe roman Ik ben er niet. Omdat haar debuut zo succesvol was, verwacht Das Mag, de uitgever, dat dit boek opnieuw een grote hit wordt. Daar spelen ze slim op in. Enkele weken voor uitgave worden de boekhandels alvast op de hoogte gebracht van de aankomende bestseller. Krantenredacties krijgen alvast recensie-exemplaren toegestuurd. Zo kunnen de literaire bijlagen hun recensies publiceren wanneer het boek wordt uitgebracht. Op de dag van de lancering zorgt Das Mag voor posters in het straatbeeld en een campagne op sociale media. Met Ik ben er niet schrijft Lize Spit het verhaal van Leo en Simon, een jong Brussels koppel dat uit elkaar groeit door de psychische stoornis van Simon. 1 Lees in de Trajectwijzer de recensie van Thomas Peeters uit De Tijd. Zijn onderstaande stellingen juist, fout, of staat de informatie niet in de tekst? Corrigeer de foute stellingen.

4.4.4

a Lize Spits tweede boek is veel moeilijker te lezen dan haar eerste boek. b Op het taalgebruik in Spits nieuwe boek heeft de recensent niets aan te merken. c Er zit een socialistische boodschap in het nieuwe boek van Spit. d Het personage Simon lijdt aan een schizofrene stoornis.

Lees nu hiernaast het fragment uit Ik ben er niet (2020). Jij bent de superkritische redacteur van Lize Spit. 2 Welke passages vind je goed? Welke passages vind je minder goed of minder vlot? Noteer telkens de regelnummers. 3 Vergelijk je analyse met een medeleerling.

36

TRAJECT NEDERLANDS   A Op verkenning


Ik ben er niet fragment

VA

55

IN

50

een ontwerp getekend op een bierkaartje en hem het hele verhaal erachter verteld en hij ging meteen akkoord, het is een kunstwerkje, zei hij, ik ben een tattookunstenaar, jouw spruitje, Simon Spruyt, een echte kunstenaar, Paul had dit soort tattoos nooit eerder gezet, hij had zelfs spijt dat hij hem zelf niet bedacht had.’ ‘Wie is Paul?’ vroeg ik. Simon was zich duidelijk niet bewust van de tientallen gemiste oproepen op zijn telefoon. Hij bleef doorpraten zonder op mijn vraag te antwoorden. Lange zinnen, haast zonder adempauze. ‘En Paul zei: “Zal ik je ontwerp meteen vereeuwigen voor vijftig euro?” En ja, waarom eigenlijk niet, dacht ik meteen … al was het maar als aandenken aan deze schitterende avond, ik ben nooit eerder zo gelukkig geweest als vannacht, geloof ik – een kunstenaar! – Paul had het niet moeten zeggen, ik wist het zelf al toen ik het ontwerp tekende, dat dit goed was, wat zeg ik, dat dit geniaal was, dat ik hiermee verder moet gaan, sowieso is het beter dan wat Coen of eender welke collega zou kunnen bedenken, kijk dan!’ Simon trok zijn oorschelp zo ver mogelijk weg van zijn hoofd en streek zijn haar naar achteren zodat ik het resultaat zou kunnen bewonderen. Ik zag nog steeds niets. (...) ‘En? Wat denk je, zie je het?’ Ik kwam dichterbij, erg voorzichtig, alsof er elk ogenblik iemand van achter zijn oorlel tevoorschijn zou springen om me aan het schrikken te brengen. De huid tussen de oorschelp en zijn haarlijn zag er pijnlijk rood uit. Onder een laag vaselineachtige zalf was een tekening zichtbaar, een fijne stippellijn vlak langs zijn haargrens, die de omtrek van de oorschelp ongeveer volgde, een soort suggestielijn met daarnaast een klein schaartje – wie daar zou knippen kon een tweede oor uit het vel omhoog plooien. (...) ‘Simon, wie is Paul? En doe er alsjeblieft die pleister weer op.’ Simon kende onze afspraken: nooit urenlang onbereikbaar zijn, nooit onaangekondigd wegblijven na zonsondergang. Op voorhand waarschuwen als je ’s avonds niet meeat, laten weten waar je heen ging, met wie en voor hoelang, zeker als je van plan was te drinken of wanneer je met de fiets op stap ging. Toch was hij vanavond, voor het eerst in de tien jaar dat we samen waren, urenlang weggebleven zonder me op de hoogte te houden.

N

Midden in de nacht was Simon ermee thuisgekomen. Hij knipte het licht boven ons bed aan. ‘Kijk …!’ Ik schrok wakker uit een diepe slaap, geradbraakt, alsof Simon me met het indrukken van die lichtschakelaar had terug 5 geflitst uit een ver verleden en mijn lichaam zich in een halve seconde door een hele eeuw had gewrongen. Daan, onze lapjeskat die tussen mijn knieën op het dekbed had liggen slapen, spurtte weg. Haar scherpe nagels krasten over de parketvloer. Het gekras was een vertrouwd geluid, 10 plots wist ik weer waar ik me bevond en wie ik was, de kamer rondom me viel op z’n plaats, de plafonds met sierlijsten, de porseleinen harlekijn onder de glazen stolp op de schouw, mijn paardenstaart die tegen m’n zweterige rug kleefde, de kartonnen kroon op mijn hoofd. Vijf uur 15 veertig, gaf het klokje op de wekkerradio aan. Achter de verduisterende gordijnen zou het zo meteen licht beginnen te worden. De zomer was in aantocht, buiten was de meest eerzuchtige vogel al aan het kwetteren. Een uur geleden had ik een slaappil geslikt, dat verklaarde 20 mijn wazigheid. ‘Kijk dan, Leo …!’ herhaalde Simon. Hij kwam dichterbij. ‘Wat denk je ervan?’ Hij had lange, dikke krullen met een opvallende weerborstel, alsof een onzichtbare haardroger voortdurend een harde luchtstraal tegen zijn achterhoofd 25 aan blies. Zijn haren waren net lang genoeg voor een staartje, maar zo droeg hij ze enkel wanneer het waaide of wanneer hij zich urenlang ongestoord over een ontwerp wilde buigen. Dit was een vreemde die Simon probeerde te zijn, iemand 30 die Simons vel had aangetrokken maar er net niet in paste en heel erg zijn best deed om zoals Simon te bewegen zonder dat zijn huid zou scheuren, vandaar de scherpe bewegingen. ‘Doe je het licht uit?’ Ik vroeg het op fluistertoon. 35 Met schoenen aan kroop hij op bed. Hij had een losgetrokken verband vast dat hij naast me op het kussen legde, met de steriele kant naar boven. Er zaten geronnen bloeddruppeltjes op, de afdruk van een niet thuis te brengen figuur. 40 ‘Paul heeft deze gezet. Het is een stuk lichaamsoppervlakte waar je toch niets mee bent, de achterkant van je oren, heb je die al eens goed in de spiegel bekeken, die plek leent zich prima voor een tattoo, je hoeft er zelf niet de hele dag op te zitten kijken, je kunt hem ook verbergen onder 45 je kapsel, daar was Paul het ook over eens met mij, ik had 1

©

60

pr oe

fv e

rs

ie

65

70

75

80

85

Bron: Voorpublicatie uit De Standaard, ©Das Mag

a4 Het literaire bedrijf vandaag

37


Recensent Sam De Wilde van De Standaard is minder overtuigd van Lize Spits tweede roman. Lees zijn recensie hieronder. 4

Sommige alinea’s hebben een positief waardeoordeel, andere dan weer een negatief waardeoordeel. Hoe heeft de auteur zijn recensie opgebouwd?

5

Wat bedoelt de recensent met volgende uitspraken? a ‘[Als] het Ik ben er niet en Het smelt ergens aan ontbreekt, dan is het wel aan literaire ambitie.’ b ‘Niet dat je nagels daardoor plots je tanden moeten vrezen.’ c ‘[…] de narratieve verplichtingen van een uitgesponnen vertelling […]’

IN

d Niet alleen literaire auteurs, maar ook recensenten verzorgen hun schrijfstijl. Geef een voorbeeld van creatief taalgebruik in deze recensie.

N

6* De recensent vergelijkt de roman van Lize Spit uitvoerig met de typische Netflixserie. Vind je, net als de recensent, dat literatuur zich moet onderscheiden van Netflix, of moet literatuur volgens jou juist inspiratie halen bij populaire series?

VA

7* Op p. 24 lees je een Facebookpost die Lize Spit schreef als reactie op haar recensies, waaronder ook de negatieve recensie van Sam De Wilde in De Standaard. Verschillende collega-schrijvers steken haar een hart onder de riem. Bespreek volgende discussievragen. a Doet een auteur er goed aan om te reageren op een (negatieve) recensie? Waarom wel/niet? b Heeft de mening van een recensent meer waarde dan die van een gewone lezer? Waarom wel/niet?

©

c Waarom gebruiken recensenten sterren in hun recensies? Wat zijn mogelijke voor- en nadelen van dat systeem?

rs

ie

d Hoor je je als auteur iets aan te trekken van een negatieve recensie, of juist niet?

fv e

LIZE SPIT

IK BEN ER NIET

Das Mag, 570 blz., 25,99 EUR

pr oe



MEER VAN HETZELFDE

De nieuwe Lize Spit is er! Liefhebbers van Het smelt kunnen opgelucht ademhalen. Liefhebbers van écht ambitieuze literatuur zullen opnieuw op hun honger blijven.

Sam De Wilde

Lize Spits tweede worp weegt meer dan een halve kilo, telt 570 bladzijden en vraagt om vijf centimeter vrije ruimte in de boekenkast. Om maar te zeggen dat de 32-jarige schrijfster andermaal een dik boek heeft afgeleverd. Ik ben er niet is de opvolger van Het smelt (2016), Spits razend populaire debuutroman over moeizaam opgroeien in een Vlaams dorp en het oneigenlijke gebruik van pingpongballen, lijmstiften en wattenstaafjes. Ik ben er niet wil groter en beter zijn dan zijn voorganger, maar levert vooral meer van hetzelfde. Véél meer van hetzelfde. De lijvigheid van Spits romans is niet onbelangrijk. Die wordt door de uitgeverij, door lezers én door critici weleens verward met literaire ambitie, en als het Ik ben er niet en Het smelt ergens aan ontbreekt, dan is het wel aan literaire ambitie. Ondanks hun volume zijn de boeken van Lize Spit geen breed uitwaaierende, encyclopedische romans. De pagina’s worden goeddeels gevuld met plot. Die van Ik ben er niet laat zich eenvoudig samenvatten: de relatie van Leo en haar vriend Simon komt onder druk te staan wanneer zijn psychische problemen gevaarlijke vormen beginnen aan te nemen.

38

TRAJECT NEDERLANDS   A Op verkenning


Netflix Net als in Het smelt worden de flashbacks die de hoofdmoot van het verhaal vormen aaneengeregen met een rode draad die voor spanning moet zorgen. Het mysterieuze ijsblok uit Het smelt is nu een gemiste oproep en een race tegen de tijd om Iets Ergs te voorkomen. Het is, zoals de schrijfster op de tweede pagina zelf al aangeeft, een truc uit het scenaristenhandboek. In de hoofdstuktitels voegt Spit er zelfs een ongenadig minuten en seconden wegtikkende klok aan toe. Niet dat je nagels daardoor plots je tanden moeten vrezen. Na grofweg tweehonderd pagina’s en bijna evenveel tergende cliffhangers verlies je als misbruikte en schromelijk onderschatte lezer alle interesse in Wat Voor Ergs de rest van deze liefdesgeschiedenis nog in petto heeft. En dan heb je nog ruim driehonderd pagina’s te gaan.

N

IN

Dat Lize Spit leerde schrijven op een filmschool is niet de enige reden waarom ze kneepjes van scenarioschrijvers overneemt. Ik ben er niet is een roman die zich niet meet met de literatuur, maar met Netflix. De toegankelijke stijl, de vertelstructuur en zelfs de lengte van Spits tweede nodigen allemaal uit tot bingelezen. En net als bij de aflevering te veel van zo’n nodeloos langgerekte serie hou je er een overvol, maar toch niet helemaal voldaan gevoel aan over. In tijden waarin streamingdiensten grotere concurrenten zijn dan andere schrijvers is het commercieel gezien wellicht niet onverstandig om je product zo veel mogelijk af te stemmen op de noden van chillende gebruikers, maar de literaire compromissen die Spit daarbij sluit, zijn een verspilling van haar talent.

VA

Dat ze aanleg heeft voor de betere schrijverij bewees de naar Brussel uitgeweken Kempendochter al in 2013 met haar bijdrage voor het literaire tijdschrift Tirade en met het piekfijne korte verhaal Ordehandhaver waarmee ze de schrijfwedstrijd Write Now won.

©

Hoewel ze zich toespitst op kloeke romans lijkt Spits talent het best tot haar recht te komen wanneer ze, ontdaan van de narratieve verplichtingen van een uitgesponnen vertelling, kleine levens vol gemiste kansen en teleurstellingen onderzoekt. In die vroege verhalen wegen suggestie en subtiliteit harder door dan uitleggerigheid en effectbejag. De taal is er ook steeds belangrijker dan het sentiment.

Omwegen

fv e

rs

ie

Spits gave voor talige spitsvondigheden gaat in haar romans niet helemaal verloren. Ook in Ik ben er niet vind je tussen het verhalende vulsel af en toe een dwingend beeld, een fraaie vergelijking of een pijnlijk accurate situatieschets van ons onvermogen tot waarachtige communicatie. Twee mensen liggen onder een dekentje waar aan weerszijden hun hoofden uitsteken ‘zoals de eindjes van een worst uit een te klein hotdogbroodje’, hoop wordt omschreven als ‘de lucht die je door de feiten heen klopt om ze iets lichter en draaglijker te maken’ en een cadeauwinkel wordt treffend neergezet als ‘zo’n geschenkzaak met stockfotoposters waar je enkel kleine cadeaus aanschaft voor mensen die nooit je vrienden zijn geweest en waarvan je niet hoopt dat ze het ooit zullen worden.’ Spit blinkt uit in dat soort kleine definiërende omwegen. ‘Ik mocht hem gewoon voor het slapengaan nooit een puzzel van tienduizend stukjes voorleggen.’ Dat is de manier waarop hoofdpersonage Leo de levendigheid van haar vriend Simon uitlegt. Later vergelijkt ze zijn ‘net iets te kleine handelingen’ met de manier waarop ‘kinderen spelen wanneer de ouders niet op het uur letten maar ze zelf goed genoeg weten dat het eigenlijk al lang na bedtijd is.’

pr oe

Ook Spits uitstekende gevoel voor de ongemakkelijkheid van het gros van onze sociale interacties steekt hier en daar de kop op in Ik ben er niet. Tijdens een herkenbaar geschetst avondje scrabble wordt onder tafel in een knie geknepen ‘op die plek waar bij de meeste mannen een onzichtbare knop zat waarmee een diplomatisch antwoord kon worden geactiveerd’. Iedereen die daar ooit al geknepen heeft of werd, zit eventjes mee aan die troosteloze tafel, maar Spit voegt er een extra laag pijnlijkheid aan toe wanneer ze enkele pagina’s verder haar hoofdpersonage vruchteloos naar die knop laat zoeken op de knie van haar eigen vriend.

Teasen

Wie menselijke relaties en gevoelens zo zorgvuldig weet neer te zetten in een roman die draait rond de centrale, en op zich boeiende, vraag hoe het is om samen te leven met iemand die aan een psychische stoornis lijdt, heeft eigenlijk geen opzichtige thrillerelementen nodig om de boel te verkopen. Die kan lezers aan zich binden zonder tijd te rekken met scènes waarin geteased wordt door omstandig uit te leggen hoe een fietsslot wordt opengemaakt. Iemand die kan schrijven zoals Lize Spit hoeft ook niet op veilig te spelen door de structuur van een vorige roman simpelweg in te vullen met een vers verhaaltje. Het smelt is niet het meesterwerk dat er destijds van gemaakt werd, maar zelfs wie toch die mening is toegedaan, zal moeten vaststellen dat er amper een roman later al sleet op de formule zit. Lize Spit heeft een strengere redacteur nodig. Niet alleen iemand die de soms gekunstelde zinnen (Ik ben er niet opent even stroef als Het smelt) uit haar proza haalt, maar ook iemand die haar zelfs na 200 000 verkochte exemplaren nog durft te melden dat haar talent in die vuistdikke romans eigenlijk stilletjes wordt doodgeknepen. Bron: standaard.be, 12/12/2020, Sam De Wilde

a4 Het literaire bedrijf vandaag

39


Dimitri Verbelen

Lize Spit Weekend, mét recensies voor Ik ben er niet! De meningen lijken érg verdeeld. Ik begin met de mooie en eindig met de slechte (al doe ik dat bij het lezen steeds andersom: eerst kijken hoe pijnlijk de negatieve recensie is, dan zalven met de positieve. En voor de twee sterrenrecensie in De Standaard is er wel wat zalf nodig, laat ons zeggen.) …

‘Trek het je niet aan’ helpt niet. Ik weet dat. De man met de megafoon negeer je niet. Maar je kan je hem wel voorstellen zonder die toeter. Dan blijft er alleen een man over. En een mening. Eentje. Beantwoorden

Nikki Verlinden

IN

Vind ik leuk

😊

Die van Parool en De Standaard moet je niet delen Hou het bij het positieve Weg met de negativiteit! Beantwoorden

VA

Vind ik leuk

N

😊

Lize Spit

©

Nikki Verlinden Ja je hebt een punt maar ik probeer ook gewoon eerlijk te zijn!

rs

Meer weergeven

fv e

Anneleen Van Offel

pr oe

Ik las de eerste zin van die van De Standaard deze ochtend, vloekte toen ik de sterren zag, las toen in de eerste zin het woord ‘opnieuw’ en zag daarmee een vooringenomenheid die me ervan weerhield de rest te lezen. Ik lees je boek wel, en vooringenomen als ik ben, kijk ik daar ongelofelijk hard naar uit. Xxx

Vind ik leuk

40

Beantwoorden

ie

Vind ik leuk

😊

Beantwoorden

TRAJECT NEDERLANDS   A Op verkenning

Lara Taveirne

Geven we de sterren niet te veel gewicht, denk ik soms. Dat maakte me benieuwd naar het werkelijke gewicht van een ster. Ik zocht het voor je na. Sterren kunnen zeer verschillende massa’s hebben. De lichtste sterren hebben een massa van ongeveer 1/13 van de massa van de zon (2 x 1030 kg). Er zijn wel veel zwaardere sterren, van zo’n 150 keer de zonnemassa. De zwaarst bekende ster is R136a1, met een massa van 265 keer die van de Zon. Misschien bedoelde die meneer van De Standaard met zijn sterren twee van die R136a1’tjes. In dat geval ben je in de minste recensie nog altijd 530 keer de zon waard. XXX (X heeft hier de waarde van een dikke, omhelzende, zoen)

Vind ik leuk

Beantwoorden


a op verkenning

a5

Dialogisch literatuuronderwijs 1 Je maakt kennis met de verschillende stappen van dialogisch literatuuronderwijs. 2 Je doorloopt (later) die stappen om literaire teksten te bespreken en te interpreteren.

IN

In een aantal lessen zullen jullie op een dialogische manier kortverhalen en gedichten lezen en bespreken. De bespreking kan plaatsvinden tussen leerlingen onderling en/of tussen de leerlingen en de leerkracht. Jullie zullen op een heel actieve manier met de teksten moeten omgaan. Jullie gaan aangemoedigd worden om creatief, kritisch en emotioneel te leren denken en hierover met elkaar en de leerkracht in dialoog te gaan. Omdat dat ongetwijfeld niet zo eenvoudig is, is de methode opgedeeld in een aantal duidelijke stappen.

N

De vijf stappen van dialogisch literatuuronderwijs

Jullie lezen individueel een volledig kortverhaal. Het is ook mogelijk dat de auteur, een acteur, de leerkracht of een leerling het verhaal voorleest. Gedichten beluisteren we altijd bij de eerste stap. Je noteert individueel een aantal vragen waarop je het antwoord niet weet. Het gedicht kun je eventueel nog eens herlezen. De vragen kunnen gaan over tekstbegrip, woordenschat, verwondering, nieuwsgierigheid, onbegrip, ergernis …

Stap 2

Je gaat nu per twee aan het werk. Jullie vertrekken van de vragen die jullie zelf formuleerden in stap 1. Bespreek samen jullie mogelijke antwoorden. Uiteindelijk formuleren jullie samen minstens één cruciale vraag die jullie aan de leerkracht bezorgen. Een cruciale vraag is een vraag die noodzakelijk is voor een globale interpretatie van de tekst. Jullie leerkracht geeft nog extra uitleg over wat een cruciale vraag juist is.

Stap 3

In deze stap organiseert de leerkracht een klasgesprek dat vertrekt vanuit de verschillende cruciale vragen. Jullie leerkracht leidt het gesprek en zorgt dat er tijd is om over de leeservaring te praten. Tijdens het gesprek zoeken we niet naar een juiste interpretatie van de tekst. Alle meningen zijn waardevol. Het is niet nodig om een gezamenlijke interpretatie te formuleren. Het is wel belangrijk dat je in de tekst elementen zoekt die jouw interpretatie ondersteunen. Noteer ten minste het antwoord dat de klas formuleert op jullie cruciale vragen. In deze stap vindt het zogenaamde expertenwerk plaats. Je krijgt een extra opdracht en gaat de lectuur van de tekst koppelen aan bv. een culturele, historische, sociale of literaire context. Je rapporteert kort je bevindingen aan de rest van de klas.

pr oe

Stap 4

fv e

rs

ie

©

VA

Stap 1

Stap 5

De opdrachten in deze stap gaan nog een stap verder. Je krijgt van de leerkracht een opdracht die een onderzoekende houding vraagt. Je krijgt bv. extra bronnen en/of je maakt vergelijkingen met andere teksten.

beeld nog aanleveren

a5 Dialogisch literatuuronderwijs

41


b Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

b1

Kortverhaal: Het kleine sterven 1 Je vertelt hoe je een verhaal ervaart. 2 Je analyseert de verhaalaspecten: personages, tijd, vertelperspectief, thema, spanningsopbouw, geografische en sfeerscheppende ruimte.

3 Je bespreekt het effect van multiperspectiviteit, het beleven van het verhaal vanuit verschillende

Situeren

N

1

IN

4

(vertel)standpunten. Je treedt in interactie over de (mogelijke) rol van literatuur in een maatschappelijk debat.

1* De titel van het verhaal in deze les is Het kleine sterven. Waarover gaat het verhaal volgens jou?

VA

2* Welke thema’s verwacht je?

3* Het verhaal werd geschreven door Dimitri Leue. Wat weet je al over deze auteur?

4* Beluister Het kleine sterven van Antoon Offeciers. Welke emoties roept dit muziekstuk bij je op?

©

5 Lees de citaten uit het verhaal en beantwoord de onderstaande vragen.

Daar lag ze, een en al geluk. Mijn bruid. Mijn prinses.

Niet lopen, niet dansen, niet springen, niet zwemmen, niet fietsen, niet roepen, niet lachen, niet huilen, niet kussen … kortom niet leven.

Ik liet mijn eigen hand op haar schoot dwarrelen, maar haar blik zei genoeg. Nu niet. Nu niet. Altijd weer nu niet.

Te mooi om van mij te zijn. Te mooi om van iemand te zijn. Mijn lichaam was te mooi om waar te zijn. Er was eens heel lang geleden … mijn lichaam.

Godverdomme! Klotewereld! Rotzakken! Smeer­lap­ pen! Stom hart! Stom stom schijt kak shit fuck hart! Klotehart!

Mijn dansen is een soort prentenboek waarin te traag wordt gebladerd.

We speelden het spelletje Wanneer heb jij vandaag aan mij gedacht? ‘Ik heb een piano gehoord. Een waterval van noten. Zoveel, zo overweldigend veel en toch niets overbodigs. Toen moest ik aan jou denken. (…)’

Ik zit gevangen in mijn vijand en ik kan mijn vijand alleen raken door mezelf te raken.

Toen zag ik voor het eerst in mijn leven dat bloemen kunnen huilen.

De wonde van het stilzitten wordt gebet, gealfabet, door het wonder van de taal.

Over mijn bruidsrok zei ze niets. Ze vroeg zelfs niet of ik wel een onderbroek aanhad. (Wat niet zo was.)

Ik voel je kleine sterven.

O God, ik ben verliefd. En zij was het ook.

pr oe

fv e

rs

ie

Ik streel je. Eerst met mijn wimpers en dan pas met mijn vingers.

a Vergelijk de twee kolommen met elkaar. Wat valt op wanneer je kijkt naar het vertelperspectief en de werkwoordtijd? b Wat kan het verschil in werkwoordtijden verklaren volgens jou? c De tweedeling van de citaten komt overeen met twee verschillende personages. Welk idee heb je over die personages na het lezen van de citaten? Bespreek geslacht, leeftijd, uiterlijk, burgerlijke staat, geboorteland, woonplaats, persoonlijkheid en de relatie tussen beide personages.

6* In hoeverre zijn je verwachtingen over de inhoud van het verhaal gewijzigd na het beluisteren van het muziekstuk en het lezen van de citaten?

42

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


ONDERWEG © BELGA PHOTO DIRK WAEM

Dimitri Leue, geboren op 18 april 1974, is een theatermaker, auteur en schrijver uit Mortsel. Hij studeerde af aan het conservatorium van Antwerpen. Zijn theatervoorstellingen richten zich voornamelijk op kinderen en jongeren.

VA

N

Het verhaal beleven

Het kortverhaal is opgedeeld in twee delen. Beantwoord na elk deel de bijhorende vragen. Lees deel 1 op p. 27-32. 1 Waarover gaat dit deel van het verhaal? Vat dit samen in enkele zinnen.

2* Wat gaat er volgens jou gebeuren in het tweede deel van het verhaal? Waarom denk je dat?

©

3* Welke emoties roept het verhaal tot nu toe bij je op?

ie

Lees nu het tweede deel van het verhaal op p. 32-38.

4* Vergelijk wat je nu bij het verhaal voelt met je antwoord bij opdracht 3. a Blijf je bij de emoties die je in de vorige opdracht gekozen hebt?

rs

b Welke andere emoties kies je nu?

c Welke gebeurtenissen roepen die emoties bij je op?

fv e

5 Had je dit einde verwacht? Waarom (niet)?

6 Welke bijvoeglijke naamwoorden beschrijven het taalgebruik in het kortverhaal volgens jou? a Kies uit: moeilijk – poëtisch – intens – liefdevol – pakkend – romantisch – passioneel – uitvoerig – ontoereikend – uniek – ingewikkeld … b* Leg uit waarom je voor die bijvoeglijke naamwoorden gekozen hebt. c* Wat vind je van het taalgebruik in het kortverhaal? Vormt het een meerwaarde of net niet? Beargumenteer.

pr oe

2

IN

Het kleine sterven (een poging om drie dagen niet te zijn) is een kortverhaal dat gepubliceerd werd in Even gelukkig (2006) van Dimitri Leue, een verzameling van verhalen en gedichten. Het boek bevat ook een audio-cd met de muziek die Antoon Offeciers schreef bij de verschillende teksten.

7 Wat betekenen de titel en de ondertitel volgens jou na het lezen van het verhaal? 8 Zoek op naar welk fenomeen Het kleine sterven verwijst. 9* Zou je dit verhaal aanraden aan vrienden en/of familie? Waarom (niet)?

b1 Kortverhaal: Het kleine sterven

43


Het kleine sterven EEN POGING OM DRIE DAGEN NIET TE ZIJN

Deel 1 1 DE S. VAN AMEN

15

IN

N

rs

20

VA

10

Sssst... zwijg. Niet om niets te zeggen, maar om niets te zijn. Als jij tijdens het zachtjes gedijen tussen mijn dijen tegen mij spreekt, besef ik weer dat ik ben. En dat neem ik je kwalijk. De enige momenten waarop ik zalig niets kan zijn, wil ik ten volle benutten... daarom ssst... verpest niet wat misschien zou kunnen ontstaan. Misschien - want zeker ben ik niet - misschien zal er hier straks uit het iets van ons samenzijn niets geboren worden. Ik hoop het. Sst, lieve liefste lieveling, zwijg door mij te kussen. Gebruik je lippen voor het goede doel. De realiteit vliegt voorbij in de vorm van een vliegtuig. De realiteit rijdt voorbij in een stuk of negen wagens. Maar ze vliegt voorbij en ze rijdt voorbij, wat blijft zijn wij. Wat blijft, is dit moment dat niet bestaat. Een record, reeds drie minuten ben ik niet. Knap, zul je denken, maar ik weet wel beter. Jezus heeft het wereldrecord op drie dagen gebracht. En ik kus je opnieuw. Want we moeten oefenen. Veel oefenen. We moeten ons voorbereiden op onze poging om langer dan drie dagen niet te zijn.Ik kleed je uit. Eerst met mijn ogen en dan pas met mijn handen. Ik streel je. Eerst met mijn wimpers en dan pas met mijn vingers. En de dagen gaan voorbij en de jaren gaan voorbij en als alles voorbij is, blijkt het maar een kwartier geweest te zijn. Blijven oefenen, blijven oefenen, denk ik.

©

5

Liefste Seppes, Kijk. Met de ogen toe. En zie mij. Mijn beeld in jou. Met jouw inbeelding. Hoor. In stilte. En luister naar mij. Mijn stem in jou. Met jouw instemming.

ie

1

Tot snel, Hannah XXX

pr oe

25

fv e

Als ik dit herlees, vraag ik me af of jij me zult begrijpen. Als je me begrijpen wilt, wel, liefste. Lees het opnieuw en opnieuw, tot je begrijpt waarom ik zo graag bij je ben. Voor de paradox: ik ben zo graag bij je omdat ik zo graag niet ben.

2 HET BLAUW T

1

1

5

Het is begonnen met een schilderij van mij. ‘Het blauwt.’ Dat was een eenvoudig concept. Men neme een stuk vloeipapier, men plaatse daar een bakje inkt onder en de wonderen der natuur doen de rest. De toevallige voorbijganger kon zien hoe het vloeipapier traag maar zeker blauw kleurde. De inkt kroop naar boven. Als een plant zoog het schilderij zichzelf leven in. Dat was mijn kleine revolutie tegen de zwaartekracht. Je denkt: ah, meneer is artiest. Je vergist je. Het is niet uit bescheidenheid dat ik deze titel afwijs, nee, het is eerlijkheid. Zonder schaamte beken ik dat ik hem niet verdien, die aanspreking. Etalagist ben ik. Ik etaleer.

woord gedijen: zich goed ontwikkelen, goed groeien de paradox: tegenstrijdigheid

44

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


30

35

40

IN

N

pr oe

45

VA

25

©

2

ie

20

rs

15

fv e

10

Voorwerpen. Nooit mezelf. En tussen de lichtblauwe zomercollectie van een van mijn betere klanten hing mijn schilderij te blauwen. Iedere dag moest ik het vervangen. De inkt en het papier. Iedere dag stond ik te draaien en te wroeten tussen de etalagepoppen. Af en toe blauwe vlekken achterlatend op de prijskaartjes, als een boodschap. ‘Pas op, je betaalt je blauw.’ Of ‘Alleen voor blauw bloed.’ En iedere dag bleef ik even kijken naar het proces van de stijgende inkt. In de reflectie van het raam was het de hele stad die blauw kleurde achter mij, met mij. Ik zag van alles in dat raam. Weerspiegelingen in mijn hoofd, visioenen. Ik zag hoe iedereen zijn weegschaal naar buiten kieperde en op dat vrijgekomen vierkantje in de badkamer een bakje blauwe inkt plaatste. Ik zag hoe iedereen iedere ochtend in mijn blauw ging staan. En plots. Een ander blauw. Donkerder. Blauwer nog. De hemel die wakker wordt, voor de zon er is. Diep, diep blauw. Hannah! In het spiegelbeeld. Ik zag haar en het schilderij. Tegelijkertijd. Over elkaar. Door elkaar. In. En uit het troebele beeld van die twee werelden die samenvielen, kwam een glimlach op mij af. Geen Mona Lisa. Nee, geen gemonkel, geen mysterieus krulletje. Het mysterie ontbloot. Bach! Ja, absoluut Bach. Haar lach was een Bach-lach. Puur barok. Zuiver klateren. Overweldigend. Ongemerkt draaide ik mijn hoofd naar haar. En nog altijd zag ik mijn schilderij. In haar lachende ogen. Geen kraaienpoten, kleine parkietenpootjes. Ik wil met mijn vingertop over die kleine plooien strelen. Ik wil heel hard roepen: ‘Mijn god, wat ben jij mooi!’ Ik doe niets. Verdomme, wat een leven. Ik wil geen Cyrano zijn. Ik wil dat zij weet dat ik het was die haar heeft laten lachen. Het is mijn schilderij. Mijn tong weegt als een dode zalm, valt bijna in mijn keel. Zweet. Alsof er net een lama op mijn voorhoofd heeft gespuwd. Ik voel mezelf verkrampen. Spreek. Spreek dan toch. En hop, ik had het gezegd. Blijkbaar zonder tong had ik het gezegd: ‘Mijn hildehij.’ Weer maakte ik haar aan het lachen, maar nu wist ze tenminste dat ik het was. Het bloed steeg naar mijn hoofd. Ik probeerde uit dat rode bakje inkt te stappen dat iemand onder mijn voeten had geduwd. Te laat. ‘Seppes. Ik ben Seppes. En ik probeerde zonet te zeggen dat dit mijn schilderij is.’ Ik zei het tegen een straatsteen, een gevel aan de overkant, een nummerplaat van een auto en een parkeermeter. Als ik het tegen haar zou zeggen, zou ik toch alleen maar stamelen. Ik wou haar mee uitvragen. Nu, onmiddellijk. ‘Hannah. Ik ben Hannah. En ik moet zeggen dat ik het een schitterend idee vind.’ Wat? Had ik het dan al gevraagd? ‘Het blauwt. Je moet er maar opkomen.’ O dat. In de stilte die volgde, vond ik de tijd om haar enkels en voeten te bekijken. Haar tenen waren net asperges, lang en wit lagen ze naast elkaar in haar open schoenen. Het was de eerste keer dit jaar dat ze deze schoenen droeg, zoveel was duidelijk. Het was drie dagen later op het strand dat ze naar haar tenen wees en riep: ‘Kijk, het bruint.’ Maar de zon had andere plannen en ik zag hoe de witte asperges veranderden in lange, smalle rode pepers. Ze was blond én had blauwe ogen, maar beweerde dat dat niets te maken had met haar studiekeuze. Ze was germanist. Mijn schilderij had haar aangesproken, maar de titel vond ze zo mogelijk nog beter. Blauwen! Wat een woord! ‘Sorry, maar ik ben helemaal weg van woorden. Als ik ooit een sticker op mijn auto zou plakken, dan zou erop staan: Ik hou van woorden. Wat zou er bij jou op de achterruit kleven?’ Ze keek me aan. Blauw. Auw. Mijn blik zocht snel naar een straatsteen en ik antwoordde: ‘Ik hou van germanisten die van woorden houden.’ Een Bach-lach. Het pianospel van haar tanden. Haar lippen die als parende palingen tegen elkaar aanbotsten. O God, ik ben verliefd. En zij was het ook. Want ook zij wist maar al te goed hoeveel tenen ik had. Mmm.

50

3

55

woord monkelen: glimlachen van genoegen, ondeugend glimlachen klateren: een helder geluid maken stamelen: met moeite spreken

b1 Kortverhaal: Het kleine sterven

45


3 DE F. VAN LES

20

25

IN

N

VA

Wees niet gechoqueerd. Dat was mijn bedoeling niet. Ik wou je alleen maar laten weten dat ik aan je denk. Veel. Soms gewoon aan jou. Soms aan jouw fffysiek. lk wou je gewoon laten weten dat als je je dorst wilt lessen, ik je fles wil zijn. Als je wilt praten, wil ik je oor zijn. Als je wilt slapen, wil ik je bed zijn.

©

15

Fffffffff... als een lekke band. Ffffffff... in mijn oor. Ffffffff... recht op mijn f-plek. Ffffff... ieder f-woord is een f-woord. Fffff... adellijke letter. Ffffff... als een boom. Fffff... kruin in de lucht en wortels in de grond. Ffff... welke letter is zo hoog en zo laag? Ffff... welke letter is zo chic en zo geil? De graaf zegt met flair: ‘fffantastique!’ De hoer hijgt zacht: ‘fffuck.’ En ik hang tussen beiden in als ik naar je kijk en zeg: ‘Fingeer mij een toekomst. Fantaseer mij een leven.’ Ffff is meer dan lauw. Fffff is niet oud. Fff is rank. Ffff is likken. Fff is lippen. Filibuster mij met je lichaamstaal. Feest met je impulsen. Pletwals mij. Platvloers mij. Spreid mij uit. Op het ritme van je adem. Op de klanken van je ffff. Zonder handen, zonder voeten. Met lucht, lippen en tanden. Verpletter mij onder je ademstoten. Fffffff. Gebruik de ffff als glijmiddel. Florissante fret. Klein knaagdier van verlangen. Noem mij fee. Neem mij foe. Foefel, fleem, fezel, femel, fuck... ik mis je. Ik glijd van mijn stoel als een uurwerk van Dali. Ik ben reeds opgewonden, maak je niet ongerust. Mijn eierklokken slaan middernacht en meer. Ik wacht. Als je mij zoekt, ik lig hier onder de tafel.

Tot flug, Hannah XXX

ie

10

Beadem mij. Drie centimeter tussen je mond en mijn rug. Een luchtige massage. Verander mij in je ademwolk en kijk naar mij. Hoe ik verander. Een tijger. Een hert. Een viool. Een lepel. Ik verander. Een fles. Drink mij tot op de bodem leeg. Hergebruik mij. Ik was wit glas voor ik je kende, maak mij gekleurd. Adem. Laat je adem horen. Niet door je neus als een dolfijn of een zwijn. Door je lippen en je tanden. Adem labiodentaal. Adem fricatief. Met je voorste tanden rustend op je onderlip. Sexy.

rs

5

Liefste Seppes,

fv e

1

4 DOOR EEN ROOSJE

We spraken iedere dag af in de Botanische Tuin. Na haar lessen. ‘s Avonds. Ik wist dat het nog een tijdje zou duren alvorens ik haar tijdens het spreken zou durven aankijken. Daarom wou ik ergens afspreken waar ik toch naar mooie dingen kon kijken, terwijl ik het eigenlijk tegen haar had. Anders zou ik haar nog gaan associëren met straatstenen of parkeermeters. Nee, de Botanische Tuin was perfect. Groene bladeren, rode bladeren, bloemen in alle kleuren. Vlinders. En toch was er nergens in die hele natuur datzelfde blauw te vinden als haar ogen. Dat blauw dat mij deed stotteren. We hadden algauw onze vaste bank. In een prieeltje. Ik denk dat het de mannelijke en vrouwelijke kiwiplanten waren die boven onze hoofden in elkaar verstrengeld zaten. Kiwi’s hebben we echter nooit gezien.

pr oe

1

5

10

EEN ONTMOETING Ik had rode rozen bij me. Belachelijk in zo’n omgeving. Ze gingen op in het niets, maar het was te laat. Ik had ze al bij me. Veel te enthousiast kwam ze vanachter een haag gesprongen. Een glimlach tot aan haar oren. Ze gooide haar armen rond mijn nek en kuste. Ik kuste mee. De rozen tussen ons in.

woord fingeren: verzinnen

46

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


30

35

50

IN

pr oe

4

fv e

45

rs

ie

40

N

25

VA

20

‘Is dat wat ik denk dat het is?’ ‘Als ik goed denk wat jij denkt dat het is, dan is het wat het is, ja.’ lk probeerde mijn arm tussen ons uit te krijgen. De bloemen bleven echter daar waar ie waren. Ze omhelsde mij steviger, ik voelde een paar doornen door mijn T-shirt heen prikken. Ik wilde loslaten, maar zij kneep uit volle kracht. ‘Ie blijven’, zei ze. ‘Ie blijven!’ Dat is iets wat we hadden opgemerkt. Dat koppels een zekere lichaamstaal hebben. Als ze elkaar niet zo goed kennen, staan ze maar zo’n beetje met hun hoofden tegen elkaar naar de grond te kijken. Als een M. En dan mompelen ze zo’n beetje tegen elkaar. Mememememem. Maar als twee mensen elkaar vastpakken, dan vormen ze samen de letter i. En als die twee mensen echt van elkaar houden, dan hangt er als het puntje op de i een gouden aureool boven hun hoofden. Voorzichtig keken we naar boven. ‘Hee, kijk, onze ster. Daar is onze ster.’ Ze wees met een gestrekte arm de lucht in. Mijn linkerarm ging iets schuiner de lucht in. ‘Dat is onze ster helemaal niet. Onze ster is ginder bij Orion. Zie je?’ ‘Seppes, dat was de ster van je vorige lief misschien. Maar wij hadden duidelijk vanaf de grote beer zeven sterren naar links afgesproken. Zeven sterren naar links.’ Mijn arm zakte naar beneden. Hannah ging verder: ‘Zie! Zie! Ze knipoogt. Ze begint te flikkeren.’ ‘Misschien is ze nu al dood?’ Haar arm zakte naar beneden. Dat kwam er anders uit dan ik bedoelde. ‘Daarom kunnen we beter twee sterren nemen. Voor de zekerheid.’ En weer probeerde ik die ene ster dicht bij Orion aan te prijzen. ‘Als we zo beginnen, vind ik dat we ineens voor een viersterrenrelatie moeten gaan.’ Haar wijsvingers flitsten in de lucht. ‘Of waarom niet heel de hemel?’ Daar stonden we, met de buiken tegen elkaar, bloemen tussen ons in, doornen in de buik, in de lucht te schieten met onze vingers. Even later zaten we onder meneer kiwiplant en mevrouw kiwiplant, de verfrommelde bloemen lagen op de grond. Met een vinger ving ze wat bloeddruppeltjes op uit haar buik. Ze stopte en vroeg met een veel te ernstig gezicht: ‘Zouden we nu toch niet beter één ster kunnen kiezen?’ Stilte. ‘Ja, als wij nu heel de sterrenhemel inpalmen, dan zijn we toch wel heel gulzig, niet?’ Ik knikte. ‘En eigenlijk vind ik zelfs één ster te veel. Wie zijn wij dat wij ons zomaar een ster toe-eigenen? Wij mogen ons niet zomaar een ster toe-eigenen. Ik weet wel dat het maar een idee is. Dat wij ons die ster niet echt toe-eigenen. Dat wij die niet plukken en meenemen naar huis. Dat die niet echt van ons is, dat weet ik wel. Maar juist daarom: waarom zeggen dat die ster van ons is als ze toch niet van ons is? Waarom doen alsof? Ik wil geen relatie met doen alsof.’ Stilte. Als ik alleen ben en het is stil, dan hoor ik auto’s en vliegtuigen. Als ik bij haar was en het was stil, dan hoorde ik niks. Ons samenzijn was prima isolatiemateriaal. Geen glaswol die daartegenop kan, geen eierschaal­muur die zo afstopt. Stilte. Zonder ster zaten we onze wonden te likken. En de chemie van mijn verliefdheid droop als honing in mijn stem: Oké, we hebben geen ster daarboven, maar je kunt niet ontkennen dat ik hier nu wel een ster voor mij heb.’ Haar lippen kwamen dichterbij. Heel het park werd lippen. Heel de wereld lippen. Au, het vuur van een ster. De smaak van bloed. En vanuit mijn ooghoek zag ik een gouden aureool boven onze hoofden of is zij dat of wij of ster of roos of kus of lip of adem of smak of snak of eierschaal of beer of tong of kiwi of oog of ie of mmm of... fff.

©

15

55

60

65

EEN ANDERE ONTMOETING Ik had rode rozen bij me, belachelijk, want ik was verkleed als bij, wat op zich al een verrassing was. Ze kwam aangelopen op het grindpad. Het was niet moeilijk om te zien dat zij zich ook verkleed had. Als een bloem. Ik smeet mijn bloemen snel tussen de bloemen. Ik kon nu toch moeilijk bloemen geven aan een bloem. Een gele bloem. En plots werd het middelste van die bloem rood. Knalrood. (Haar hoofd dus.) ‘Ik wilde jou verrassen! Stommerik. Ik wilde jou verrassen. Ik wilde niet verrast worden. Wie komt er nu in een bijenpak! Stommerik!’ Stilte. ‘Stom, hè.’

b1 Kortverhaal: Het kleine sterven

47


85

90

IN

EEN DERDE ONTMOETING Ik had rode rozen bij me. Belachelijk, want het was Valentijnsdag, dus waren ze ineens dubbel zo duur. Zij had een rode jas aan en een mandje bij zich vol lekkers: zelfgemaakte koekjes in de vorm van kerstbomen. (‘Ja, sorry, dat waren de enige vormpjes die ik vond.’) ‘Bij jou is het alle dagen Kerstmis’, lag op het tipje van mijn tong, maar ik kon het gelukkig nog inslikken samen met de piek van een kerstboomkoek. Een kerstboomkoekpiek dus. Is dat niks voor een sticker? ‘Ik hou van kerstboomkoekpieken.’ We speelden het spelletje: Wanneer heb jij vandaag aan mij gedacht? ‘Ik heb een piano gehoord. Een waterval van noten. Zoveel. Zo overweldigend veel en toch niks overbodigs. Toen moest ik aan jou denken. En jij? Wanneer heb jij aan mij gedacht?’ ‘Ik zag vandaag al die koppeltjes hand in hand lopen en kussen en fluisteren en elkaar rode rozen geven, zonder ze tussen hen in te verpletteren, of opgeblazen ballonnen in de vorm van hartjes meezeulen en... ik dacht... gelukkig zijn wij anders.’ Ik had nu wel gevraagd wanneer heb je aan mij gedacht en niet aan ons, maar ik kon niet anders dan instemmend hummen. Even later liepen we hand in hand over straat, bleven even staan kussen en fluisterden: ‘Jij bent zo mooi.’ ‘Nee, jij bent zo mooi.’ ‘Nee, jij.’ ‘Nee, jij.’... Een Indiër vroeg: ‘Foto?’ En voor we ja of nee konden zeggen, kwam er al een polaroid naar ons toe gegleden. We waren niet anders dan de anderen.

pr oe

105

fv e

100

rs

ie

95

N

80

VA

75

‘Stom, dat is gewoon belachelijk. Ik wou iets speciaals doen. Ik dacht: ik verkleed mij als een bloem en meneer staat hier ineens als een bij. Je hebt mij overtroffen. Ik wil niet overtroffen worden. Ik wil verrassen.’ Stilte. ‘Ja, maar dat ik mij juist als een bij heb verkleed en jij als bloem, dat wijst er toch op dat wij precies bij elkaar passen.’ Een twijfelend gekreun. ‘Jij weet niet hoeveel dit gekost heeft, zeker? Vijftig euro, verdomme.’ ‘Dan heb ik je inderdaad overtroffen.’ ‘Wat?’ ‘Nee, niks.’ ‘Hoeveel kost je bijenpak?’ ‘Veel, maar met die vleugeltjes en die voelsprieten is het toch normaal dat het niet goedkoop is.’ ‘Hoeveel?’ ‘Tachtig euro.’ Stilte. Toen zag ik voor het eerst in mijn leven dat bloemen kunnen huilen. Ik heb mijn zakdoek rond de stamper gelegd en het stuifmeelsnot weggeveegd. Een Japanse toerist nam een foto, zijn vrouw gaf ons een euro en applaudisseerde.

©

70

5 DE M. VAN EER

1

Liefste Seppes,

5

Mm, ik heb er enorm van genoten. Van onze reis naar Parijs. Ons brandpunt van verlangen. Waar wij het voor de eerste keer zouden doen. Je bent een ware ridder dat je het al die maanden al hebt volgehouden zonder. lk ken andere mannen die dat anders zouden aanpakken. Die niet tevreden zouden zijn zonder Het met de grote H. Voor jou moest dat lidwoord nog niet zo bepaald zijn. Dus we hadden al van alles gedaan, ik hoef het je niet te vertellen hoe inventief we geweest zijn. Parijs, daar zou het gebeuren. ‘Paris, dat is niet om te lachen!” zeiden we altijd, weet je het nog? Pas ris! Niet lachen! En dan moesten we keihard lachen.

woord inventief: vindingrijk

48

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


25

30

IN

N

20

VA

15

Dat Parijs nu ineens in een park in Brussel bleek te liggen, moet je je niet aantrekken. Voor mij waren we in Parijs. Ik heb de Eiffeltoren gezien, dus voor mij was het allang goed. Een ridder heeft ook zo zijn grenzen. Als de treinen plotseling staken terwijl wij al zo lang naar deze dag uitkeken, dan gaat ons verlangen toch niet uit solidariteit meestaken. Nee, we waren in Parijs, bewijs mij maar eens het tegendeel. Ik geef toe, het is magisch dat we ineens boem terug in Brussel waren, in het park voor het Koninklijk Paleis, op de grond, in een geur van mulle aarde en elkaar. Maar alles wat daarvoor gebeurd was, was nog veel meer magie. Ik vond het zalig, Seppesbeest. Ook al ben ik nu een schoen kwijt, omdat die stomme parkwachter achter ons aan kwam gelopen. Assepoester, ik weet het, en als er hier iemand een gouden muil heeft, dan ben jij het wel, prins. We hebben sinaasappels gegeten op jouw balkon. ‘Oranges’, zeiden we omdat we nog altijd speelden dat we in Parijs waren. En het viel mij op dat jij een sinaasappel eet, zoals je alles doet. Totaal. Vol overgave, met je ogen dicht. Alsof je alleen maar bezig bent met proeven. Alsof je langzaam alleen maar smaakpapillen wordt. Ik heb daarnet ook een sinaasappel gegeten en ik kreeg sap in mijn ogen. Daarom dus! Het pikt nog altijd. Ja, Paris, dat is niet om te lachen. Een sinaasappel eten zal nooit meer hetzelfde zijn. Zo meteen pak ik een maantje en steek het in één keer in mijn mond. De volle maan. De volle mond. De volle, oranje maan. En als ik dan Frans praat, is het vloeiend Frans. Dan sijpelt het van mijn kin. Mm. Tot meer, Hannah plusplusplus

©

10

Deel 2

5

pr oe

10

Er is voor alles een eerste keer, ook voor ontreddering en ongeloof. En iemand die zichzelf met glas vergelijkt, is waarschijnlijk heel breekbaar. Als je op een plaats prachtige momenten hebt beleefd, zal daar zitten je al gelukkig maken. Zo zat ik daar te wachten op ons bankje, gelukkig, met rode rozen naast mij. Belachelijk, want ze had die rozen nog nooit mee naar huis genomen. Maar ze hoorden nu eenmaal bij onze ontmoetingen. lk durfde ze niet ineens weg te laten. Het boeketje rozen was wel iedere keer kleiner geworden. Steeds een roosje minder. Het ging tenslotte om het gebaar. Ik had haar niet zien aankomen. Plotseling zat ze daar, op die zeven rode rozen. Morgen neem ik er maar zes mee, dacht ik. Normaal zou ik haar onmiddellijk rond de nek vliegen en kussen en kussen. Of zij zou het doen. Ze deed het niet. En ik ook niet. Er was iets. Niet die rozen onder haar billen. Er waren al vreemdere dingen gebeurd met die rozen. Origami om maar iets te zeggen. Met twintig rozen had zij een keer een prachtige giraf gevouwen. Of die keer dat we gefrituurde bloemblaadjes hadden gegeten. Nee, dat rozen ook als kussentjes kunnen fungeren, dat verbaasde mij niets. Het was iets anders. Mijn oog viel op haar horloge. Een plomp vierkant aan haar pols. Een hightech speelgoedje. Iets wat totaal niet bij haar paste. Wou ze haar elegantie pareren met zo’n puberprul? Was het een foute (en zo te zien dure) grap? ‘Ik heb een horloge.’ Over understatement gesproken. Dat is geen horloge, dat is een staande klok, dat is een miniBelfort. En toch vond ik dat ik tactvol moest blijven. ‘Het heeft iets. Het is... het is...’

rs

1

fv e

5

ie

6 111

15

20

woord mul: los, poederig pareren: afweren, afwenden

b1 Kortverhaal: Het kleine sterven

49


50

55

IN

N

Wat zou zij willen roepen! Godverdomme! Klotewereld! Rotzakken! Smeerlappen! Stom hart! Stom stom schijt kak shit fuck hart! Klotehart! Het is niet waar, het kan niet waar zijn. Haar blik, haar houding en dat lelijke ding rond haar pols gaven mij een duidelijk teken: het is wel waar. Ik deed mijn best om niet te huilen. Maar zowel mijn stem als mijn traanklieren werkten niet mee. ‘Niet doen.’ ‘Sorry, Hannah, ik kan er niet aan doen.’ Er kwam een meneer voorbij met een hond, ze leken op elkaar en keken samen naar mij. De meneer dacht overduidelijk: Ocharme, die jongen, z’n lief heeft het uitgemaakt. En die hond dacht: ik moet pissen. Hij hief zijn poot op en gaf de vuilnisbak zijn geur. Gezeik. Gezeik. Gezeik. Het mag niet waar zijn. ‘Het is niet waar.’ ‘Het is wel waar, Seppes.’ ‘Honderd en tien, is dat veel?’ ‘Normaal heb ik een hartslag van rond de tachtig, kijk, nou heb ik tweeëntachtig.’ ‘Dus de dokter heeft je echt een horloge voorgeschreven?’ ‘Ja. Voor mijn laatste uur.’ ‘Nee.’ Er ging een uur voorbij. We zaten daar. Ik huilde voor twee. Een kleine glimlach, het was toch niet haar laatste uur geweest. Mijn Hannah, mijn alles. ‘Mag ik je echt niet meer kussen?’ ‘Als je mij dood wilt, wel.’ ‘Komaan, een klein kusje.’ Zonder op haar antwoord te wachten, gaf ik haar een klein kusje op haar wang. Angstig keek ik naar haar pols. Tweeëntachtig. Nog een kusje op haar mond. Een blik. Tweeëntachtig. Een langer kusje. Drieëntachtig en half. ‘Seppes, rustig. Rustig.’ ‘lk ben al gestopt. Ik ben gestopt.’ Zevenentachtig. ‘lk ben toch gestopt! Rustig, Hannah. Rustig ademen. In. En uit. En in. En uit.’

pr oe

60

VA

45

©

40

ie

35

rs

30

fv e

25

‘Lelijk. Zeg het maar zoals het is. Het is lelijk.’ Dus toch een bewuste keuze. Om te choqueren? Om een gesprek over materialisme op gang te brengen? ‘Het is inderdaad lelijk. En waarom draag jij lelijke horloges, als ik vragen mag?’ ‘Om te leven.’ ‘Je hebt nu toch al meer dan twintig jaar geleefd zonder lelijk horloge?’ ‘Ik draag dit horloge op doktersvoorschrift, Seppes.’ ‘Hou je me voor de gek? Word ik gefilmd?’ ‘Het meet mijn polsslag.’ ‘Hannah?’ Stilte. ‘Het is mijn hart. Het mag niet meer te hard kloppen. Ik heb een paar dagen geleden een crisis gehad. Ik was bijna in coma. De dokter heeft gezegd dat ik niets meer mag doen. Niets waardoor mijn hartslag zou kunnen versnellen. Niet lopen, niet dansen, niet springen, niet zwemmen, niet fietsen, niet roepen, niet lachen, niet huilen, niet kussen... kortom niet leven. Want als mijn hartslag nu nog eens boven de honderd en tien zou gaan, is het gedaan. Dan klopt mijn hart zich kapot. Dan vergaloppeert mijn hart zich. Ik wou je niet bellen. Ik wou het je zeggen. Rustig. En jij moet ook rustig blijven. Je mag het mij niet moeilijk maken. Ik wil ook huilen, maar ik mag niet. Ik kan niet.’ Stilte. Een bom in mijn kop. Een vuile bom. Overal spijkers en glas, veel glas. Heel mijn lichaam dat pijn deed. Ik wilde in haar plaats huilen. lk wilde in haar plaats vloeken. Roepen. Wat zou zij vloeken?

65

70

woord vergalopperen: blunderen, een misstap begaan, door onbezonnenheid (lichtzinnigheid, onbedachtzaamheid) een fout maken

50

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


90

Ik heb net weer drie uur naar mijn hartslag liggen luisteren. Ik kan niet slapen. Ik heb stilletjes liggen huilen. Oehoe, ik wil dit niet. Maar ik heb niks te willen. Ik heb de spiegel omgedraaid. Dan kan de muur ook eens kijken hoe hij eruitziet. Ik was het beu om mezelf te zien... mijn lichaam. Mijn lompe lijfje. Raar, hoe men van zijn eigen lichaam kan houden. Alsof het van iemand anders is. Alsof het een schilderij is, waar iedere schilder zijn naam wil onder zetten. Te mooi om van mij te zijn. Te mooi om van iemand te zijn. Mijn lichaam was te mooi om waar te zijn. Er was eens heel lang geleden... mijn lichaam. Niet dat het er nu niet meer is, want ik ben nog, dat weet ik ook wel. Maar het mooie was nu net dat het kon bewegen. En de manier waarop. Nu kan het alleen nog maar wandelen. Een wandelende bloem, ik hoor het je al zeggen. En in het wandelen schittert iets van vroeger. Een echo van lang geleden. Mijn wandelen is een soort gewichtloos dolen. Mijn dansen is een soort prentenboek waarin te traag wordt gebladerd. Mijn lichaam is nu een oude vrouw die ik moet verzorgen. Ik moet de hele dag deze achtenvijftig kilo mens rondzeulen. Vroeger was het anders. Vroeger ging mijn lichaam met mij aan de wandel. Soms dagen achter elkaar. Wij waren vrienden. En nu, nu lijken we te onderhandelen over onze scheiding. ‘Wat een mooie ogen heb jij toch’, zeg ik tegen mijn lichaam. Het lacht via mijn mond zodat ik wel mee moet lachen. Een veel te mooie glimlach waar ik jaloers op ben. Vroeger was ik het, die zo lachte. Ik huil. Ik dwing mijn lichaam tranen af. Ik zit gevangen in mijn vijand en ik kan mijn vijand alleen raken door mezelf te raken. Mijn hartslagmeter tikt me op de schouders, het is genoeg geweest. Ieder in zijn hoek. Als zakdoek gebruik ik een handdoek. Maar ik werp hem niet in de ring. Nee, lichaam, zo snel geef ik het niet op. Misschien verlaat jij mij eerder dan ik jou verlaat.

pr oe

5

Liefste Seppes,

fv e

1

rs

7 DE H. VAN UIL

ie

©

95

IN

85

N

80

VA

75

‘In- en uitademen is iets wat ik nog wel kan, dank u.’ ‘Sorry.’ Weer een uur dat niet haar laatste was. ‘Mag ik dat eens omdoen?’ ‘Het is geen speelgoed.’ ‘Nee, maar ik polste gewoon.’ ‘Seppes, geen woordgrapjes, alstublieft, geen woordgrapjes, nu niet.’ Nog een uur. ‘Ik heb gezegd geen woordgrapjes, ik heb niet gezegd geen woorden.’ Wat moest ik zeggen? Wat kon ik zeggen? leder boek dat ik had gelezen, had zij ook gelezen. Iedere film die ik had gezien, had zij ook gezien. ‘Weet je nog toen we voor de eerste keer vreeën?’ ‘Waar begin je nu over?’ Ik deed zo hard mijn best om geen stommiteiten te zeggen, maar mijn mond en mijn stembanden hadden blijkbaar een smerig complot gesmeed. ‘Over die eerste keer toen je je voeten in mijn knieholten had geplaatst en je je afzette tegen mijn kuiten. Als een kikker. En dat allemaal voor mijn kwakje, dacht ik toen. O sorry, geen woordgrapjes, sorry. Sorry.’ Mijn zicht was troebel door mijn tranen, mijn spraak was misplaatst door mijn poging om haar te troosten, haar op te vrolijken. ‘Dus je vergelijkt mij met een kikker?’ ‘Dat hoeft toch niet negatief te zijn? Een kikker doet toch denken aan een prinses?’ ‘Dus ik ben een kikker, jij kust mij en dan word ik een prinses. Dankzij jouw kus.’ ‘Nee, we zijn alle twee kikkers. We kussen elkaar en we maken elkaar een prins en een prinses!’ ‘Ik vind het heel moeilijk om nog in sprookjes te geloven.’ Ze stond op. De bloemen kleefden aan haar rok. Pas na tien stappen vielen ze van haar billen.

10

15

20

Tot hoors of ziens, Hannah xxx

b1 Kortverhaal: Het kleine sterven

51


8 WOORDENROOSJE

15

EEN ONTMOETING Ik had rode rozen bij me. Belachelijk, alsof rode rozen haar ineens vrolijk zouden maken of gelukkig. (Of gezond.) Ze had een zwarte rok aan. Ik herkende hem. Hij had in een etalage gehangen die ik gemaakt had. Het was een rok van meer dan 250 euro. ‘Mooie rok.’ ‘Is hij niet te zwart? Ik denk dat ik er een rood randje aan ga stikken.’ Onder haar ogen had ze ook rode randjes. Het zou bij elkaar passen. Maar ik begreep niet waarom iemand zoveel geld aan een rok wou uitgeven om er dan zelf nog wat aan te gaan prutsen. ‘Ik heb cola bij me.’ Ik haalde cola uit mijn zakken. ‘Zelfs de drank is in het zwart.’ Ze nam de flesjes aan en opende ze met haar tanden. ‘Niet doen.’ ‘Och, ik heb mijn gebit toch niet meer zo lang nodig.’ Ze sloeg graag met een natte handdoek in mijn gezicht, althans dat gevoel had ik. Ik probeerde de stemming erin te houden, maar ieder woord dat uit mijn mond kwam, had plotseling een andere betekenis. Ik hield mijn flesje de hoogte in en riep: ‘Gezondheid!’ Stilte. ‘Ik bedoel op je gezondheid, op je aanwezigheid, op ons!’ ‘Nee, op de luwe middelmatigheid zonder hoogtes en laagtes. Op mijn niet te evenaren evenaar. Op mijn horizon. Mijn stopstreep. Proost!’ Stilte. ‘Wat is het, Seppes? Heb je gisterenavond niet snel een boek gelezen? Heb je geen gespreksstof bedacht? Want tot gespreksstof en as zullen wij wederkeren.’ Nee ik had geen gespreksstof. Ik had cola meegebracht. Alleen maar om goed te doen. Maar daar kwam de vrouw met de hamer. Het meisje met haar houweel - houdt juist niks heel, ja! ‘Hannah, je maakt alles kapot. Alles. Terwijl ik hier dus wel ben. Voor jou. Met hart en ziel. En met cola.’ EEN ANDERE ONTMOETING Ik had rode rozen bij me en een flesopener met een strik eromheen. Belachelijke combinatie, want rozen kun je helemaal niet openen. Ze kwam traag op mij afgelopen en toch merkte ik iets op. Niet alleen een rood randje onder haar rok, nee, ook iets anders. Hoewel ze langzaam bewoog, gaf ze een snelle indruk. Haar ogen flitsten. Haar mondje krulde. Ze had iets voorbereid. ‘Sorry. Voor de vorige keer. Sorry. Ik zal mij niet meer op jou afreageren. Ik zal mijn woorden nu richten op iets onkwetsbaars: de taal! Jij die naast me ligt en met je ogen dicht geniet van het zicht, je taal, ik wil ze horen. Jij die naast me lacht en met je ogen dacht, geniet van het zacht, je ziel, ik wil hem zien.’ ‘Waar komt dat ineens vandaan?’ ‘Gewoon. Een gedacht gedicht. Een vers vers. Een vluchtig woordje dat nog nat van zijn geboorte nu aan het drogen is aan het dunne koordje van dit gesprek voor mijn bek. Nu mij iedere transpiratie wordt ontzegd, ben ik rijp voor de inspiratie. Ik heb slechts de taal om mijn bot lot te vieren. Want ja, mijn lot is een botlot. En iedere daad is gegom en gegom. Zo gom ik mezelf weg door te doen. Daarom, staak het daden en steek van wal met het praten. Spreek en je zult gehoord worden. Het is woord en spelen. Ik roep de glad-van-tong-iatoren in de arena. Zij die gaan spreken, groeten u. Gun mij het genot van het lettergekletter. Geen staatsgreep

pr oe

35

rs

30

fv e

25

ie

©

20

IN

10

N

5

Onze afspraken gingen gewoon verder. Het gebeurde dat we een uur niets zeiden en naar huis gingen. Het gebeurde dat we bleven praten tot de zon opkwam. Alles kon. Behalve een aanraking. Het was een ware marteling. Mijn handen waren geboeid door mijn woord, door haar hartslag. Hoe graag ik haar ook wou strelen of knijpen, ik durfde het niet. Liever dit geestelijke genot voor een lange, lange tijd dan een kortstondig lichamelijk genot. De tijd ging voorbij. De bladeren vielen van de bomen. Ik had nooit gedacht dat ik nog eens jaloers zou zijn op een eikenblad. Toegegeven, het was een prachtig blad, roodgeel. Mooie nerven, fijn gekarteld. En het kwam uit de lucht gedwarreld en landde op haar schouder. Een eikenblad. Als een hand lag het daar op haar schouder. Wat een lef. Ik liet mijn eigen hand op haar schoot dwarrelen, maar haar blik zei genoeg. Nu niet. Nu niet. Altijd weer nu niet.

VA

1

40

45

50

52

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


70

EEN DERDE ONTMOETING Ik had roze rozen bij me. Belachelijk, want ik had een rok aangedaan, een witte. Omdat ook ik een bruid wilde zijn. Zonder gom, geen bruidegom. En een bruid die zelf bloemen bij zich heeft, is belachelijk. Zij had een zwart kostuum aan. Ze bewoog even langzaam als ze eruitzag. Geen fonkelingen in haar ogen. Over mijn bruidsrok zei ze niets. Ze vroeg zelfs niet of ik wel een onderbroek aanhad. (Wat niet zo was.) ‘Wat is er?’ ‘Niks, lees je tekst maar voor.’ ‘Ja.’ Een kuchje. ‘Hannah, Ik verlang, hoe meer de tijd verkort, naar niks minder dan je lendenen. Door de honderd en tien, de polsslag van je hart, de hartslag van je pols, zien wij ons een oude lengtemaat verwijderd van elkaar. El, twee letters. Van je zalige lenden val ik nu in de ellende. Ik kan nog wel aan mijn trekken komen, maar ik kan niet meer komen zonder trekken. Wat ons rest zijn woorden, wat ik heb gezegd is wat jij hoorde. Ik hou van je, mijn lieve liefste lieveling, heel veel. Ik zal altijd bij je zijn. Ook al zie je mij niet. Ik ben er. Draai je hoofd als een uil. Driehonderdzestig graden en verder, draai je hoofd als een kurk en je zult zien in de waarheid van de wijn, ik zal altijd bij je zijn. Altijd. Een oude lengtemaat van je verwijderd. El seppos.’ Stilte. ‘Ik heb op het einde Spaans gebruikt, omdat ik toch vind dat Spaans de taal van de liefde is. Al die tongetjes die tussen de tanden door zichtbaar worden. Al die fricatieven die explosieven worden: bamos in plaats van va mos. Die B! B! En dan die castagnetten van klinkers. Te mucho quiero! Hannah! Mucho! Mucho!’ ‘Jij kunt geen Spaans.’ ‘Onee!’ ‘Onee! Zeg eens tafellaken in het Spaans?’ ‘Koesjédétablas!’ ‘Koesjém’n kloten ja, jij kunt geen Spaans.’ ‘Dat is toch niet belangrijk.’ ‘Dat is waar, dat is niet belangrijk. Dat is allemaal niet belangrijk. Zal ik dan nu mijn onbelangrijke gedicht voordragen?’ Ik had mij mijn huwelijk toch iets anders voorgesteld. ‘Seppes, Ik geef je een hartslag recht in je gezicht. En daar zie ik nu de waarheid, wit op wit. Alsof met de afdruk van mijn wachten alles is gezegd. Iets probeert nog bij me binnen te dringen. Een woord. Een lid. De gracht die jij geniet, heb ik rond mij gelegd. Ik voel je kleine sterven, je warme teer.

pr oe

90

rs

85

fv e

80

ie

©

75

IN

65

N

60

VA

55

maar een lettergreep. De wonde van het stilzitten wordt gebet, gealfabet, door het wonder van de taal. Het is tijd voor een taaltje van eigen kunnen. En jij ook. Jij ook, Seppes, ik heb je woordnodig.’ Haar ogen fonkelden weer. Haar wangen blonken. Ze leek genezen. Herrezen. Dankzij die zesentwintig kriebels die wij letters noemen. Op mijn lippen lag de vijftiende letter. Een ‘o’. ‘Nu vraag ik je, Seppes, schenk jij mij je ja-woord? Ga jij met mij in de A­-B-Zee? Wil jij met mij op huwelijksrijm? Laten we op de taal varen, taalvaardig als we zijn. Laten we nieuwe ervaringen toelaten in ons tekstleven. Laten we blauwe potjes inkt onder onze woorden zetten. Ik zou het fantastisch vinden, als we vanaf nu iedere dag bijeenkomen om elkaar gedachten, gedichten en geschriften voor te lezen. Ik ga naar daar. Jij naar ginder. En morgen staan we weer hier. Beiden met een mand vol pennenvruchten. Laten we ons ziek eten aan onze geschriften.’ ‘En als ik nu eens mee naar daar zou gaan?’ ‘Nee, te gevaarlijk. Ik heb een libidodetector rond mijn pols. En jij, jij bent gevaarlijk. Ik bied je mijn hand niet meer aan, maar dat wat aan mijn hand ontsproten is. Woorden.’ ‘Het koude woorden, terwijl ik zo verlang naar het warme zaden.’ ‘Warme woorden.’

95

100

105

b1 Kortverhaal: Het kleine sterven

53


115

IN

110

De inkt van geloosde, loze woorden. Geniet nu het nog kan! Maar waarvan? Waarvan! Mijn hartslag een veldslag. Mijn denken een slagveld.’ Stilte. Ik mocht haar woordenschat opendoen, maar ik vond geen goud of diamanten. Stilte. ‘Kom maar mee, Seppes, kom maar mee.’ Ze liep weg. Ik keek. Ik wou niet. Ik volgde.

9 DE V. VAN ROUW

10

N

VA

©

5

Ze zeggen dat men één wordt tijdens het bedrijven van de liefde. Wel, ik zeg je, drie. Je wordt drie. Eén jijzelf. Twee de ander. Drie iets anders, het andere, drie de liefde. Zo ben je dan drie eentjes genietend van dezelfde vijver. De vijver van het geluk. Maar in de vijver van het ongeluk ben je drie keer alleen. Eén keer met je verdriet, één keer met je pijn en één keer met je zwaarmoedigheid. En jij, in al je goedheid, doet enorm je best om het zwart van mijn vijver mooi te vinden. We zullen uit elkaar groeien, omdat ik je leugen zal beginnen te haten. Ik zal mijn ziekte haten via jou. Maar het kan ook anders. Je bent een man, dus je zult willen wat ik wil dat je wilt. Ik blijf een vrouw. Dat is het enige positieve dat mij rest. Mijn vrouwelijkheid. We moeten de twee vijvers in elkaar laten overlopen. En als mijn polsslag dan honderd en elf slaat, als jij en ik en de liefde samenvloeien, dan zal de vijver van het ongeluk plots kleur krijgen. Kleuren waarvan niemand weet dat ze bestaan. Blood, rauw, pulranje en orper. Een regenboog van onbestaande kleuren. Hou niet van dit zwart, hou van mij. Hou mij niet in leven als dit leven is, hou mij levenswaardig.

ie

5

Liefste Seppes,

fv e

Tot vlug, Hannah, XXX

rs

1

pr oe

10 S... AMEN

1

5

10

15

54

Ze had haar kamer helemaal rood geschilderd. De dubbele matras in het midden van de kamer. Al haar andere spullen had ze op de gang op elkaar gestapeld. Ze was er al een paar dagen mee bezig, omdat alles dubbel zo traag ging bij haar. ‘Hier wil ik sterven.’ Ik wou mij omdraaien en weggaan, maar ik kon het niet. Ik hield te veel van haar om niet naar haar te luisteren en daarbij: ze deed haar kleren uit. Haar sensualiteit was ze niet verloren. ‘Ik heb niets meer’, fluisterde ze, ‘Kijken en luisteren, dat is alles. Ik mag niets meer. Je moet mij helpen. Aan wie kan ik het anders vragen? Het is mijn droomdood. Eerst komen, samen met jou, en dan gaan. Het is tijd. Kijk naar mijn horloge. Het is tijd. Misschien wil je verstand het niet, maar je natuur wil het zeker. Doe je trui uit en je aap komt uit de mouw. Doe je broek uit en je konijn komt uit zijn pijp. Volg je gevoel. Doe het. Alstublieft. Voor mij. Voor ons. Voor de liefde.’ Bij mij rolden de tranen over mijn wangen, maar zij was duidelijk overtuigd van haar missie. Ze deed ook mijn kleren uit. Niet snel. Ze had alle tijd van de wereld. Ik had het gevoel dat de kamer bonkte. Ze zat op haar knieën met mij in haar mond. Alles bonkte. Mijn verstand probeerde nog van heel in de verte: nee. Maar ja, ze zoog alle twijfels weg.

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


25

40

Ik heb geen schuldgevoelens. Als ze het nu opnieuw zou vragen, zou ik het opnieuw doen. Schuldgevoelens getuigen meestal van egocentrisme. Iets waar ik momenteel weinig last van heb. Ik heb al een middelpunt. Een ster. Een zon. Ze is al een tijdje dood, maar ik zie haar nog. Het is mijn ster. Van mij. Ik heb alleen zoveel verdriet. Ik heb nog een boodschap van haar op mijn antwoordapparaat. Een zin, die gaat er nooit meer af: ‘Vanavond zeker komen!’ Ik ben gekomen. Zij ook. Acht keer per dag luister ik ernaar, terwijl ik aan een trui van haar ruik. Ik mis haar.

©

35

Als het kleine sterven van man en vrouw, samenvalt met het grote, dan is dat iets als een zonsverduistering. Iets unieks. Wondermooi en toch beangstigend, verblindend en toch donker. Bij ons is het gebeurd nu, dat weet ik, want jij leest dit. Als jij dit niet leest, dan hebben deze letters geen betekenis. Dan zijn het zwarte tekens in een enveloppe. Hoeveel brieven zouden er ongelezen blijven? Sorry, ik voel plots een enorme empathie voor ongelezen brieven. Ik ken dat gevoel namelijk. Daarom nogmaals bedankt om mij te lezen. Tot de laatste letter. Ook al wist je dat mijn letters zouden verdwijnen zodra ze gelezen werden’. Jij hebt mij opgelezen. De maan die even voor de zon komt en dan hocus pocus de zon meeneemt. Maar we weten dat ze daar achter de maan moet zijn, want daar is ze verdwenen. Omdat ik achter jou verdwenen ben, kun je er zeker van zijn dat ik ook nu nog achter jou ben. Al langer dan drie dagen. Het record van jezus verpulverd. Weet je nog toen we in die kerk in Brussel een Jezus bevrijd hebben? Van het kruis. En we hebben hem opgehangen met een arm de hoogte in, alsof hij vloog. Als Superman. Herinner mij ook zo. Niet in mijn lijden, niet in mijn dood. Maar in mijn vliegen, in mijn geluk.

pr oe

5

Liefste Seppes,

fv e

1

rs

11 DE A. VAN DIEU

ie

6

VA

N

30

IN

20

Ik wist wat ik moest doen. Nog nooit heb ik zo traag gevreeën. Zo lang, zo langzaam. Op het ritme van een trage ademhaling. Wat een prachtig lijf. Niet alleen zij, nee, wij tweeën samen. Ik maakte onderdeel uit van dit ene wonderlijf. Zweet, tranen, gefluister. Een kreun van...? De kamer bonkte. Ik lag onder haar. Ineens. Ik herinnerde mij niet dat we zo begonnen waren. Haar handen op mijn polsen. En het ritme dat de hoogte inging. Een pols die begon te piepen. Sneller en sneller. Zij ook. Ze genoot. Ik niet meer. Ik wou haar van me afduwen. Ze keek me aan met een glimlach en ik durfde niets te doen. Het tempo nog hoger. Het piepen nog sneller. Een lange, lange piep. Een schreeuw. Ogen die braken. Ogen vol geluk. Ze lag naast me. Geen woorden meer. Nooit meer. Daar lag ze, een en al geluk. Mijn bruid. Mijn prinses. Weer de monden op elkaar, deze keer met luchtstoten. Ik beademde haar zoals ik het vaak op tv had gezien. Het hielp niet. Ze had kippenvel. Miljoenen bultjes. Ik heb ze geteld. Tot ik sliep. ‘s Morgens was ze helemaal koud. Mijn warme tranen hielpen niet. Een telefooncel. Zonder woorden. lk had geen woorden meer. Politie. Ziekenwagen. Geen woorden. iedereen weg. Hannah weg. De rode kamer groeide. Ik voelde me zo alleen. Zo hard mogelijk huilen. Een oerkreet. Tijd. Stop. Hannah. Een week en drie maaltijden later, mijn eerste woorden. Ik heb ze hardop gezegd in het prieeltje. Met rode rozen in mijn hand, belachelijk, want je was er niet. ‘Ja. Ik wil. Maar niet dit.’ Toen ik wegging, zag ik een minikiwi hangen.

10

15

Adieu, Hannah xxx

b1 Kortverhaal: Het kleine sterven

55


3

Doordringen tot de tekst Personages

17.6

1 Wie is/zijn de protagonist(en) van het verhaal? 2 Wat weet je over hem en/of haar? 3 Is er een antagonist in het verhaal?

IN

4 Wat is de relatie tussen Hannah en Seppes?

Ruimte

17.9

5 Wat is de geografische ruimte van het verhaal?

Verhaallijn

17.5

VA

N

6 Is er een sfeerscheppende of symbolische ruimte in het verhaal? Verklaar je antwoord.

7 Welke thema’s komen er in het kortverhaal aan bod? 8 Heeft het verhaal een open of gesloten einde?

©

9 Is er sprake van een cliffhanger?

Vertelperspectief

ie

17.7

10 Vanuit welk perspectief wordt het verhaal verteld?

11* Vormt dit een meerwaarde volgens jou? Waarom (niet)?

rs

12 Is er in het verhaal sprake van een vertellende ik of een belevende ik?

fv e

13 Wat zou de impact op het verhaal geweest zijn wanneer enkel Seppes aan het woord zou zijn gekomen? 14 Welke invloed heeft de afwisseling van perspectieven op de spanningsopbouw?

Tijd

17.8

pr oe

15 Is het verhaal chronologisch opgebouwd? Verklaar aan de hand van een voorbeeld uit de tekst. 16 Het merendeel van Seppes’ verhaal wordt verteld in de verleden tijd, er zijn echter enkele uitzonderingen wanneer de auteur gebruikmaakt van de onvoltooid tegenwoordige tijd (ott). Bekijk de zes aangeduide passages in het verhaal en beschrijf waarom de auteur in die gevallen gebruikmaakt van de ott. 17 Welke invloed heeft het verhaalaspect ‘tijd’ op de spanningsopbouw van het verhaal?

Betrokkenheid van de lezer 18 Hoe zorgt de auteur ervoor dat de lezer extra betrokken wordt? 19 Heeft dat een invloed op de spanningsopbouw van het verhaal?

56

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


Reflectie 1 Bekijk het videofragment van Dimitri Leue over Het kleine sterven. a Wat is het doel van het videofragment? b Komt het verhaal volgens jou beter tot zijn recht als kortverhaal of als theatervoorstelling? Beargumenteer je antwoord vanuit je eigen leeservaring. Gebruik onderstaande vragen als inspiratie.

• • •

Wanneer leef je volgens jou het meest mee met de personages: bij het lezen van het verhaal of bij het bijwonen van de theatervoorstelling? Wat is volgens jou een meerwaarde aan de theatervoorstelling van dit verhaal? Wat is volgens jou een meerwaarde aan het lezen van het kortverhaal (in vergelijking met het bekijken van de theatervoorstelling)? Zou je zelf kiezen om het verhaal te lezen of om naar de theatervoorstelling te gaan? Waarom?

IN

N

2* In haar review over Het kleine sterven schreef Els Van Steenberghe het volgende.

VA

Sinds 2000 geldt er een ongeschreven wet in de theaterwereld: ‘Wie jongeren naar het theater wil lokken, voert Dimitri Leues toptekst Het kleine sterven op.’ Leue schreef de tekst voor An Miller en zichzelf. Het verhaal is sober, maar ontroerend mooi: een jong koppeltje wordt geconfronteerd met ziekte en neemt een radicaal besluit dat even gruwelijk als teder is: de jongen begeleidt het meisje tot de allerlaatste snik op de meest liefdevolle manier ooit. Een romantischere manier om met jongeren een gesprek over het leven en de dood, stervensbegeleiding en zelfs euthanasie te voeren is er niet.

ie

©

Bron: focus.knack.be

a Welke boodschap geeft dit verhaal over:

leven versus levenswaardig leven; stervensbegeleiding; euthanasie; het belang van het uiten van liefde (fysiek, talig …)?

rs

• • • •

fv e

b Over welke van die thema’s heeft het verhaal je anders doen nadenken? 3* Heeft literatuur volgens jou een rol in het maatschappelijke debat over euthanasie? a Bekijk de citaten op p. 41. Met welk citaat ben je het het meest eens? Leg kort uit waarom. b Hoe kan literatuur volgens jou een rol spelen in het maatschappelijke debat over euthanasie? c Is dat nodig volgens jou? Waarom (niet)?

pr oe

4

d Bespreek jouw visie met je medeleerlingen.

b1 Kortverhaal: Het kleine sterven

57


Empathie heeft een gezicht nodig

Euthanasie is geen zelfmoord: ‘voltooid leven’ is niet extreem genoeg om iemand te doden

Opinie CAROLINE PAUWELS Rector Vrije Universiteit Brussel

Andermans leed wordt pas echt als het een gezicht krijgt. De Sovjetdictator Jozef Stalin wordt de uitspraak toegeschreven: ‘De dood van één mens is een tragedie, de dood van miljoenen slechts een statistiek.’ Hoe cynisch dat ook mag klinken, het is wellicht niet anders. Bron: www.tijd.be

Theoloog Hans van Eyghen vindt niet dat je iemand kunt vragen om euthanasie omdat jijzelf vindt dat jouw leven ‘voltooid’ is. Open VLD wil hierover een debat in het federaal parlement naar aanleiding van radiocoryfee Lutgart Simoens, die dit weekend

IN

herhaalde dat ze haar leven ‘gehad’ heeft. Van Eyghen legt uit waarom euthanasie bij mensen die gezond

zijn, maar toch uitgekeken zijn op het leven, moreel verkeerd is.

Menta le gezondheid

N

Bron: www.vrt.be/nws

©

‘Moeke had al meer dan genoeg geleden’

r om Wie dementie heef t, kan alleen maa : het is een euthanasie vragen bij volle verstand eving. De wetg onze in merkwaardige paradox huisarts haar en vond (80) i Mik kinderen van entie had en dem die der, moe hun om id bere toch ossen. terminaal was, uit haar lijden te verl Bron: standaard.be - 31/10/2019

fv e

rs

Bron: demorgen.be - 11/08/2020

VROUW MET VERGEVORDERDE ASIE DEMENTIE KREEG TOCH EUTHAN

ie

— Driekwart van de Vlaamse psychiat ers schaart zich achter euthanasie bij psyc hisch lijden. De bereidheid om zelf een (uitvoerende) rol in dat verhaal op te nemen, is echter een pak kleiner.

VA

Psychiaters voorstander van euthanasie bij ondraaglijk psychisch lijden

Levensmoeheid is geen reden voor euthanasie

pr oe

Veerle Beel

Een voltooid leven kan nooit een reden zijn voor euthanasie. Dat zegt het Raadgevend Comité voor Bioethiek in een nieuw advies. Levensmoeheid of ‘het voltooide leven’ staat hoog op de agenda in Nederland. Het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek laat er geen twijfel over bestaan: euthanasie is daarop niet het antwoord en kan dat ook nooit worden. Voor euthanasie moet er immers een fysieke of psychiatrische aandoening zijn, die al dan niet terminaal is en waarbij de patiënt ondraaglijk lijdt en de ziekte niet (meer) behandelbaar is. ‘De maatschappij moet andere antwoorden bieden als mensen vinden dat hun leven geen nut meer heeft of wanneer ze hun generatiegenoten een voor een zien sterven’, zegt psychiater Paul Cosyns, ondervoorzitter van het Comité. ‘Psychosociaal lijden mag niet gemedicaliseerd worden’

Bron: standaard.be - 14/12/2019

58

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


b Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

Kortverhaal: Familiaal bezoek 1 2 3 4

Je vertelt hoe je een verhaal ervaart. Je analyseert het gebruik van humor in een verhaal. Je bespreekt het effect van een (on)betrouwbare verteller. Je reflecteert over het thema van het kortverhaal en je neemt in een discussie een standpunt in en beargumenteert je eigen mening.

IN

b2 b1

Situering

1

N

1 De titel van het kortverhaal dat je straks leest, is Familiaal bezoek. Welke associaties roept een familiebezoek bij je op? Noteer een vijftal kernwoorden en vergelijk nadien met een medeleerling.

©

3* Vergelijk jouw voorspelling met die van een medeleerling.

rs

ie

Christophe Vekeman (Temse, 30 december 1972) schrijft romans, poëzie, essays, columns en af en toe een theatertekst. Hij is ook een performer op literaire evenementen als Saint-Amour en De Nachten. Hij werkt ook geregeld mee aan boekenprogramma’s op de radiozender Klara. Hij is een liefhebber van countrymuziek en schreef een biografie van de beruchte Johny Paycheck.

ONDERWEG © Mieke De Ley

VA

2 Voorspel wat er in het verhaal zal gebeuren. Denk daarbij aan volgende vragen: • Wie is het hoofdpersonage (leeftijd, geslacht, karakter)? • Welke gebeurtenis staat centraal? • Wie vertelt het verhaal? Hoe vertelt die het verhaal? • Wat is de overheersende sfeer of het belangrijkste gevoel in het verhaal?

fv e

Het verhaal beleven

2

Lees hieronder de inleiding van Familiaal bezoek.

pr oe

1 Op welke manier doorbreken de eerste zinnen al meteen het verwachtingspatroon van de lezer? Vergelijk je antwoord met de associaties en voorspellingen die je maakte in de inleidende opdrachten. 2* Welke wending zal het verhaal nemen volgens jou? Waarom denk je dat? Lees nu deel 1 van het verhaal op p. 43. 3 Typeer in een aantal kernwoorden het gedrag en karakter van de vader en moeder. 4 Hoe zou je de relatie tussen de zoon en zijn ouders kunnen omschrijven? Geef telkens een voorbeeld. 5 Welke gevoelens heb jij tegenover de verteller? Leg ook kort uit waarom je daarvoor hebt gekozen.

Familiaal bezoek 1

Inleiding Op een dag – dat zul je immers altijd zien – sloeg pardoes het noodlot toe. Mijn wagen gaf de geest, mijn hond ging dood, mijn vrouw verliet me voor een man die voetbal speelde, maar vooral toch gaf diezelfde dag mijn moeder telefonisch te kennen dat ze nog eens op bezoek wilde komen.

b2 Kortverhaal: Familiaal bezoek

59


Deel 1

25

30

IN

N

pr oe

35

VA

20

©

15

ie

10

rs

5

'Hoe bedoel je,' vroeg ik, 'op bezoek?' 'Ja, gewoon,' zei ze, 'gezellig.' 'O, sorry,' zei ik, 'ik had verstaan dat je nog eens op bezoek wilde komen.' Twee dagen later al was het zover. Fel vermagerd deed ik open. Mijn vader was er ook bij, zag ik. 'Dag vader', sprak ik hartelijk. 'Is Linda thuis?' vroeg hij. 'Nee,' moest ik spijtig bekennen, 'Linda heeft mij helaas daarnet verlaten voor een man die voetbal speelt.' 'Dat kind was veel te mooi voor jou', riep mijn moeder over haar schouder, boven het geluid van de stofzuiger uit. 'Die Linda was een lekker ding, jongen', knikte mijn vader van tussen zijn tanden. Hij bracht zijn handen op zowat een halve meter van zijn borst en maakte er langdurig knedende bewegingen mee, terwijl hij mij grinnikend de ene knipoog na de andere bleef geven. Ik sloot de deur en liet mijn vader de woonkamer in, waar mijn moeder ondertussen bezig was de ramen te wassen. 'Zo', zei ik. 'Willen jullie misschien een kopje koffie of zoiets?' 'Ik denk er niet aan', zei mijn moeder. 'Hou dat smerige bocht maar voor jezelf.' 'Is Linda thuis?' vroeg mijn vader. 'Nee,' bracht ik hem andermaal op de hoogte, 'Linda, die heeft mij in de steek gelaten.' 'Mijn eigen zoon', concludeerde mijn vader. 'Mijn eigen zoon blijkt impotent te zijn. Mocht een mens het allemaal op voorhand weten ...' Nog even, zo leek het warempel, en hij zou verteerd door schrille wroeging in een hevig snikken uitbarsten. Mijn moeder, verfrol in de hand, want zij was inmiddels bezig het plafond te witten, bleek het ook te merken. 'Kijk eens hoe je je vader weer teleurstelt', zei ze. 'Zou je niet als de wiedeweerga een kop koffie zetten voor die man? En ga je haar kammen. Waarom draag je trouwens altijd van die afschuwelijke kleren? Een hond heeft meer stijl dan jij. Over honden gesproken, waar zit dat mormel van je?' Stil deelde ik haar mede dat mijn trouwe vriend pas was overleden. Haar gezicht klaarde op. 'Heb je nog meer goed nieuws?' vroeg ze. 'Nee', antwoordde ik. 'Bovendien zit ik sinds kort zonder auto.’ Mijn moeder, echter, hoorde dit niet meer, daar zij zich in de tuin achter de grasmaaier bevond. Ik schonk mijn vader een kop koffie uit. 'Vroeger deed Linda dat', merkte hij op. 'Ja,' zei ik, 'dat kan kloppen, maar Linda, kijk, die is dus weg.' 'Die is weg', mijmerde hij. 'Ze had nochtans erg goeie benen. Goeie kont ook. Heel goeie kont zelfs. Zwijg er mij van. Heb je geen Playboy in huis of zoiets?' Op dat moment kwam mijn moeder weer binnen. 'Oeps, is het al zo laat, zeg?' deed ze. 'Dan hebben wij zeker onze laatste trein gemist.' 'Moeder, het is vier uur 's middags', wees ik haar terecht. 'Op gezelligheid staat geen tijd, jongen', protesteerde ze luid. 'Er zit niets anders op dan hier te blijven slapen. En trek niet zo'n gezicht, je bent van jezelf al lelijk genoeg.' De nacht was lang, de nacht was zwaar, vooral omdat mijn vader, blijkbaar in de hoop dat Linda ondertussen alsnog zou zijn teruggekeerd, voortdurend deed alsof hij aan het slaapwandelen was en almaar, om de haverklap, met de douchedeur in huis bleef vallen, waarbij hij telkens luidkeels 'Oeps!' en 'Duizendmaal excuus, schoonheid!' uitbracht. Maar alles gaat voorbij, gelukkig, en nadat ze nog gauw even de stoep had opgeblonken, vond mijn moeder het 's ochtends eindelijk tijd om te vertrekken. 'Tot over een paar maanden maar weer eens', wuifde ze mij ten afscheid toe. 'Ja, we zien wel', deed ik nonchalant. 'Altijd welkom, hè, dat weet je.' Het ligt achter de rug, dacht ik, het ligt achter de rug! Laten wij het leven vieren, laat ons pret maken à volonté! Ik sloot de deur en dook mijn kelder in, waaruit ik even later weer tevoorschijn kwam met in mijn handen een bourgogne die eigenlijk te duur was om te worden opgedronken. Joelend, juichend en jubelend – ik stelde mij echt aan als een idioot, moet ik bekennen – opende ik de fles, die ik vervolgens op de vloer plaatste om haar daar te laten fungeren als het middelpunt van een met diep gekromde rug en hoge knieën uitgevoerde rondedans, tijdens welke ik zeker niet naliet mijn vlakke hand met regelmaat tegen mijn luidruchtige getuite lippen terecht te laten komen. Het is voorbij, bleef ik inmiddels in gedachten herhalen, het ligt achter de rug, het behoort alweer voor heel erg lange tijd tot het verleden! Dat alles duurde ongeveer twintig minuten. Toen zag ik dat mijn moeder haar handtas had vergeten.

fv e

1

40

45

50

60

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


Je leest nu hieronder deel 2 van het verhaal. 6

Typeer in een aantal treffende kernwoorden het gedrag en karakter van de zus van de verteller.

7

Wat zou je kunnen besluiten als je de naam van de zus linkt aan die van de schrijver van het kortverhaal?

8

Welk gevoel riep het verhaal tot nu toe bij je op? Geef aan waarom je dat vindt. Dat doe je met een argument of een voorbeeld.

IN

9* Wat gaat er volgens jou gebeuren in het allerlaatste deel van het verhaal? Waarom denk je dat?

Deel 2

15

N

VA

©

pr oe

20

ie

10

rs

5

Een paar dagen later kwam mijn zus op bezoek. Mijn zus is vier jaar ouder dan ik en heeft in haar leven tot nog toe nooit ook maar de geringste tegenslag gehad, met als gevolg dat zij een vat vol zelfmedelijden is. Nu vertelde ze me dat haar echtgenoot bijzonder zwaar verkouden was. 'Dat moet mij weer overkomen', zei ze. 'Hoezo?' vroeg ik. 'Ik kan niet tegen dat gesnuf de hele tijd', zei ze. 'Hij loopt de hele tijd te snuffen en daar word ik hoorndol van. Vreselijk vind ik dat. Ik zei het hem daarnet nog: "Als ik een natte neus aantrekkelijk zou vinden, schat, dan was ik toentertijd wel met een hond getrouwd, hoor. Denk je zelf ook niet?"' 'Over honden gesproken,' deelde ik haar mee, 'mijn trouwe, beste vriend is helaas zopas overleden.' Mijn zus begon zachtjes te huilen. 'Waarom zég je zulke dingen toch tegen mij!' verweet ze mij in tranen. 'Je wéét toch dat ik daar niet tegen kan! O God, hier zal ik weer minstens twee weken niet goed van zijn! Waarom moet je mij dat nu vertellen? Soms ben je toch zo'n egoïst …' 'Sorry, het spijt me werkelijk, Sarah', zei ik. 'Hoe kan ik het goedmaken? Was Linda hier nu maar om je te troosten!' Thans gingen bij mijn zus terstond alle sluizen wijd open staan. Nog even, leek het, en ze zou in haar broek zitten pissen van louter ellende en plaatsvervangend verdriet. 'Zeg dat het niet waar is!' schreide ze. 'Zeg niet dat Linda bij je weg is!' 'Nee, nee, nee, nee, nee,' wuifde ik wild, 'nee, geen denken aan. Linda bij me weg? Linda, die krijg je met geen stokken bij me vandaan, hoor, als je dat maar weet. Tussen Linda en mij, dat is geen liefde, nee, dat is je reinste lijm. Nee, geen paniek, hoor.' 'Waar is ze dan naartoe?' 'Even naar de garage', zei ik. 'Klein onderhoudje. Niets aan de hand.' 'Tja,' snibde mijn zuster, gelukkig weer enigszins gekalmeerd, 'daar zijn wij vrouwen goed voor, hè, om de wagen van mijnheer naar de garage te brengen. En om zijn zakdoeken te wassen, natuurlijk. Mij hoef je niets te vertellen. Wij vrouwen zijn altijd en overal het slachtoffer. Is altijd zo geweest en zal altijd zo blijven. De enige gelukkige vrouwen op deze wereld zijn de masochistes.' 'Sarah, overdrijf je nu niet een klein beetje?' waagde ik het te vragen. 'Nee,' sprak mijn zus beslist, 'ik overdrijf namelijk nooit. Ik heb nog nooit in heel mijn leven overdreven, zelfs geen fractie van een beetje en daar dan nog eens de driedubbele vierkantswortel van, en ik zal het ook nooit ofte nimmer doen, overdrijven, in geen vijfhonderdduizendmiljoenmiljard jaar. Ik ben de minst overdrijvende mens die er ooit heeft bestaan. Achter het lemma “overdrijven” in Van Dale zouden ze gerust als definitie kunnen zetten: "dat waar Sarah Vekeman zich hoe dan ook nooit maar dan ook echt nóóit aan bezondigt".' 'Oké', zei ik. 'Oké, al goed.' 'Christus,' riep mijn zuster hierop plotseling uit, en ze gebruikte haar beide handen om de halsrand van haar pull ver van haar keel vandaan te trekken, 'wat is het hier warm, zeg! Het is hier binnen zeker honderdtachtig graden. Straks beland ik nog in een coma!' Ik kwam overeind van mijn stoel om de thermostaat, die op negentien graden stond, lager te zetten, maar mijn zus gebaarde hevig dat ik weer moest gaan zitten. 'Laat dat nu toch', zei ze. 'Als jij het behaaglijk vindt zo, dan is het toch goed? Ik offer mij wel op, hoor, dat ben ik gewoon. Hou vooral geen rekening met mij: straks word ik het nog gewend, stel je voor, en dan zit ik ermee.'

fv e

1

25

30

35

40

b2 Kortverhaal: Familiaal bezoek

61


60

IN

rs

ie

65

N

55

VA

50

©

45

Maar toen de telefoon ging, stond ik toch op en liep naar de aanpalende kamer, waar ik mijn schoonbroer aan de lijn kreeg. 'Sarah is haar mobieltje weer vergeten, maar ik denk dat ze bij jou is, klopt dat?' wilde hij weten. 'Inderdaad,' zei ik, 'hoe gaat het voorts met je verkoudheid, Bart?' 'Ik ben helemaal niet verkouden,' zei hij, 'ik heb gistermiddag welgeteld één keer mijn neus moeten snuiten.' Ik riep mijn zus erbij en gunde haar haar privacy. Toen zij een weinig later weer bij me kwam zitten, had ik een sigaretje opgestoken. 'Stop daar toch eens mee,' zei ze, 'straks ben je dood, en ik heb een hekel aan begrafenissen.' 'En? Wat had Bart nog te zeggen?' vroeg ik. 'Helemaal niets', zei mijn zus. 'Ik ben namelijk getrouwd, weet je wel, met een man die weliswaar een slordige 20 000 euro per maand binnenrijft, weergaloos goed is in bed, de monogamie hemelshoog in het vaandel draagt, elke dag vier boeketten rode rozen voor me koopt en bovendien niet te beroerd is om zelf zijn wagen naar de garage te brengen, maar helaas geen bál te zeggen heeft. De minst interessante man van de wereld. En dat is dan nota bene een professor in de filosofie die in zijn vrije tijd boeken schrijft over het ontstaan van de mensheid. Ik vraag mij af waar ik het aan heb verdiend. Het is mijn eigen schuld, natuurlijk: ik had nooit "ja" moeten zeggen, daar in dat vijfsterrenhotel op Hawaï. Enfin, genoeg nu over mij. Hoe gaat het tegenwoordig nog met je hond?' 'Ja, die is dood,' zei ik, 'dat vertelde ik toch?' 'O ja, natuurlijk', zei ze. 'De mijne ook', voegde zij er treurig aan toe. 'Sarah,' zei ik, 'je hebt nooit een hond gehad.' 'Ja, dat komt dan toch op hetzelfde neer?' vroeg ze. Nadat mijn zus was vertrokken, bleef ik alleen achter in de stilte van de eenzaamheid. Ik miste mijn vrouw, ik miste mijn hond en mijn wagen, en ik wist niet hoe het verder moest en of ik er ooit nog bovenop zou komen. Ach, kop op, het kan altijd nog erger, bedacht ik in een poging om mezelf te troosten. En ja hoor, meteen hierna ging eensklaps de bel en stond mijn broer voor de deur.

fv e

Lees nu ten slotte deel 3 van Familiaal bezoek.

10 Vergelijk wat je nu bij het verhaal voelt met wat je in opdracht 8 hebt geantwoord. a Blijf je bij de gevoelens uit die opdracht? b Heb je nu andere gevoelens?

pr oe

c Welke gebeurtenissen hebben je ervaring bijgestuurd?

11* Stel dat de schrijver het allerlaatste deel niet had opgenomen. Was het verhaal dan geloofwaardiger geweest? Beargumenteer je antwoord. 12 Welke boodschap of diepere betekenis zou de schrijver van dit kortverhaal willen meegeven aan de lezer? a Geef maximaal twee antwoorden op. b Vergelijk je antwoorden met die van je medeleerling(en) en beargumenteer waarom je daarvoor koos. De schrijver wil met dit kortverhaal … 1 de lezer laten reflecteren over familiebanden; 2 zijn visie op de medemens duidelijk maken: af en toe vertederend, maar meestal ridicuul; 3 aantonen dat elke mens redenen heeft om zich eenzaam en ongelukkig te voelen; 4 laten zien dat iedereen in zijn eigen wereld en realiteit leeft, waardoor mensen naast elkaar leven.

62

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


Deel 3

10

ie

Doordringen tot de tekst

rs

3

©

VA

15

IN

5

Hierna bezocht ik zelf iemand. Ze zei dat mensen zoals mijn zus, mijn broer, mijn moeder en mijn vader in de beste families voorkwamen. ‘Ja goed, dat kon dan wel zo zijn,’ antwoordde ik, 'maar aan mijn ooms en tantes scheelt óók van alles, hoor! Niet dat zij in gelijke mate gek, krankjorum, waanzinnig en van de ratten besnuffeld zijn als hun tientallen zonen en dochters, maar toch, wanneer zij over straat lopen, bijvoorbeeld, dan kijken alleen de blinden hen niet na. Nog gezwegen over mijn grootouders, uiteraard.' 'Wat is er met je grootouders?' wilde de therapeute weten. 'Het punt is,' negeerde ik haar, 'wat zegt dat allemaal over mij? Als mijn hele familie, van de eerste tot de laatste, zacht uitgedrukt aan een bepaalde vorm van geestesziekte lijdt, hoe kan ik er dan zeker van zijn dat ikzelf een uitzondering en bijgevolg wél normaal ben? God weet, ben ik net als zij, maar besef ik het gewoonweg niet!' 'Ach,' deed de therapeute schouderophalend, 'gek, niet gek, normaal of krankzinnig: wat is tenslotte het verschil? Is dat niet allemaal bijzonder relatief, mevrouw?' 'Mevrouw?' zei ik. 'Ik ben helemaal geen vrouw, ik ben een mán!' De therapeute stond op. 'Jaha,' lachte zij kakelend, terwijl ze een radslag maakte, 'dat zeggen ze allemaal, natuurlijk!' Terneergeslagen en ten prooi aan hevige vertwijfeling verliet ik het vertrek en ging naar buiten. Het was kwart over zesendertig. De wereld lag als een dweil aan mijn voeten. Thuis bleek Linda boterkoeken te hebben gebakken.

N

1

Christophe Vekeman staat erom gekend om veel humor te hanteren in zijn verhalen en boeken. 1* Hoe sta jij tegenover humor in literatuur?

fv e

2* Heeft dit kortverhaal je doen (glim)lachen? Waarom wel of niet? 3 Vooral de groteske overdrijvingen vallen in dit kortverhaal op. a Hoe worden dergelijke stijlfiguren nog genoemd? b Geef hiervan drie voorbeelden.

pr oe

4 Naast overdrijvingen gebruikt de schrijver sarcasme, cynisme en absurde humor. Geef voor elk van die stijlfiguren een voorbeeld uit het verhaal en verantwoord je keuze. 5 Zou je een reden kunnen bedenken waarom de personages in dit kortverhaal zich veelvuldig bedienen van bijtende en spottende opmerkingen? 6* Kon je je makkelijk identificeren met de verteller van dit verhaal? Waarom wel of niet?

17.7

7 De vertellers in de verhalen en boeken van Christophe Vekeman zijn vaak onbetrouwbaar. a Is dat ook zo in dit kortverhaal? b Welk beeld van de verteller wordt op die manier gecreëerd? c Wat is het effect van een dergelijke verteller op de lezer? d* Hoe ervaar jij als lezer een verhaal als de verteller de verwachtingen op een bepaald moment volledig doorbreekt?

b2 Kortverhaal: Familiaal bezoek

63


4

Reflectie: te gek?!

2

1

En er lopen altijd wel duizend identieke burgers over straat om elkaar de indruk te geven dat ze normaal zijn en om mij aan geboortebeperking te doen denken.

VA

N

Wie geheel normaal is, werpe de eerste steen. Ik buk wel.

3

© Science History Images / Alamy

ie

©

Herman de Coninck (Vlaamse dichter, 1944-1997)

rs

© Colin McPherson / Alamy

Simon Carmiggelt (Nederlandse schrijver, 1913-1987)

4 Het enige verschil tussen mij en een gek is dat ik niet gek ben.

Alain de Botton (Britse schrijver en filosoof, 1969)

Salvador Dalí (Spaanse kunstenaar, 1904-1989)

© Jaco Klamer / Alamy

© Classic Image / Alamy

pr oe

fv e

De enige mensen die ons normaal lijken, zijn die mensen die we nog niet zo goed kennen.

5

64

IN

© Penta Springs / Alamy

Op het einde van het kortverhaal zegt de therapeute: ‘Gek, niet gek, normaal of krankzinnig: wat is tenslotte het verschil?’ Hieronder vind je een aantal citaten die verband houden met die uitspraak.

6

Kom hier, en ik zal u tonen dat gij gek zijt.

Iedereen is gek geworden en vindt alles maar normaal.

Horatius (Romeinse dichter, 65-8 v.Chr.)

Youp van ’t Hek (Nederlandse cabaretier en columnist, 1954)

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


1 Lees de uitspraken op de vorige pagina. a Denk na over de betekenis van elk citaat. b Leg een verband tussen het citaat en het kortverhaal Familiaal bezoek. c Rangschik de uitspraken van minst mee eens tot meest mee eens. oneens eens

a Beargumenteer waarom je voor die ordening koos. b Ga in discussie met elkaar. Houd daarbij rekening met volgende spelregels.

IN

2 Vergelijk je rangschikking met die van twee medeleerlingen.

Tip

©

VA

N

Spelregels discussie spreken • Luister goed naar de mening en argumenten van anderen. • Geef altijd duidelijk aan waarom je het eens of oneens bent met iemand. • Val nooit iemand persoonlijk aan, blijf neutraal en schreeuw niet. Een aanvallende houding verraadt meestal dat mensen inhoudelijk weinig te bieden hebben.

rs

ie

Om je medeleerlingen te overtuigen, kan het interessant zijn om te wijzen op de mogelijke gevolgen van hun mening. Probeer aan te tonen waarom hun argument weerlegd kan worden.

pr oe

fv e

3 Beoordeel twee medeleerlingen op hun deelname aan de discussie. Formuleer voor elke medeleerling één sterk punt en één suggestie.

b2 Kortverhaal: Familiaal bezoek

65


Leestips

N

IN

5

Carwash

Het zeventiende boek van Christophe Vekeman is niets minder dan de eerste musical in de geschiedenis van de wereldliteratuur. Carwash vertelt het verhaal van twee jonge geliefden die in een kleine truck een grote lading jeans naar ’t verre Bullet moeten brengen. Of is het toch iets anders dat zij vervoeren? Wie zal het zeggen? Eén ding staat vast: Carwash is een buitengewoon meeslepend boek dat onweerstaanbaar inviteert tot meeleven, lachen en zelfs meezingen. Een zonovergoten verhaal dat je zult verslinden, handenwrijvend en breed grijnzend, met eenzelfde zorgeloze gretigheid als waarmee je vroeger naar je favoriete jeugdserie op tv keek.

fv e

rs

ie

©

Johnny Paycheck (1938-2003), ontegenzeggelijk een van de prominentste en talentrijkste ‘outlaws’ uit de geschiedenis van de countrymuziek, leidde een bestaan van excessen, duisternis, geweld, toestanden en hoogtepunten die enkel leken te worden bereikt om vervolgens des te dieper te kunnen vallen. Toch is zijn leven nooit vastgelegd, wat Christophe Vekeman op het idee bracht om dan maar zelf de biografie van Paycheck te schrijven, een ‘klassieke biografie’. Het liep anders. Johnny Paycheck werd wel degelijk een biografie, maar dan een uiterst persoonlijke, doordrenkt van uitzinnige Vekemansiaanse wendingen en gedachtesprongen.

VA

Johnny Paycheck

pr oe

Bron: www.standaardboekhandel.be

Bron: www.singeluitgeverijen.nl

Hotel Rozenstok Eindelijk heeft Christophe Vekeman de pen aan de wilgen gehangen: hij zal geen boeken meer schrijven. Gevolg is wel dat hij zich nu een plaats op de arbeidsmarkt en in ‘het échte leven’ dient te verwerven, wat voor een ouder wordende zonderling als hij niet zeer evident is. Om zich te bezinnen over zijn toekomst, beslist hij af te reizen naar het Noord-Nederlandse stadje L., waar hij voor de geplande duur van zeventien dagen in het aftandse Hotel Rozenstok intrekt. Van dan af lijkt de grens tussen zijn fantasie en de werkelijkheid alsmaar meer te vervagen. Of is ook dát maar schijn? Hotel Rozenstok is een grandioze afrekening met de realiteit en de wereld, en een uitzonderlijk geestige, spannende ode aan de liefde en de verbeelding. Christophe Vekeman (1972) spaart niemand in dit boek, niet zichzelf, en niet de rest van de mensheid. Enkel Wanda. Bron: www.singeluitgeverijen.nl

66

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


b Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

b3 b1

Kortverhaal: Spek en bonen 1 Je leest een kortverhaal en bespreekt het op een open en betrokken manier. 2 Je hebt oog voor de gelaagdheid van literaire teksten en probeert het kortverhaal te interpreteren, zowel individueel als in interactie.

IN

3 Je reflecteert over literatuur en bespreekt de verhaalbouwstenen. 4 Je neemt actief deel aan schriftelijke en mondelinge interactie over een literair kortverhaal.

Eerste lectuur

1

VA

N

Het kortverhaal dat je gaat lezen, Spek en bonen van Tom Lanoye, bestaat uit 14 korte hoofdstukken. Je leest nu eerst individueel het verhaal tot en met hoofdstuk 8.

SPEK EN BONEN 1. EEN MAN VAN IN DE VIJFTIG. IN EEN CAFÉ. EEN DAG NA DE FEITEN.

5

‘Hoe moeder en dochter zo van elkaar kunnen verschillen. Simone, dat is een nijdige keffer. Zwart haar, niets grijs daarin, weinig rimpels voor haar leeftijd en een koppel ogen dat nog altijd vuur kan schieten, zelfs in het donker. En niet op haar mondje gevallen, Simone. Verre van. Als ze zwijgt, is het omdat ze aan het slapen is. Of om aan haar sigaret te trekken. Groene Michel zonder filter, alstublieft. Gemakkelijk een slof of twee per week. Haar vent is er nog zot van geworden. Die liet haar van de ene dag op de andere zitten met haar kind. De meubelen mocht ze ook houden, zei hij. Die hingen toch uiteen. Maar het geld en de colliers van haar grootmoeder pakte hij mee, de smeerlap. En Simone kon weer gaan kuisen en schrobben bij jan en alleman. Tweehonderdvijftig frank per uur, in het zwart. Een betere en een snellere was er niet te vinden. Dat zei iedereen. Akkoord, ze kon haar kwebbel niet houden. Zelfs als ze aan het stofzuigen was, kwam ze boven het geraas uit, zo scherp als een papegaai zonder eten. En het was niet altijd vriendelijk wat ze te zeggen had. Op iedereen wist ze iets. Maar echt kwaad bedoelde ze het niet. Ze had het zelf moeilijk, dat is alles. Terwijl Tanya … Veel valt daar niet over te vertellen. Een stil water met een stinkende grond. Met haar moeder heeft ze niets gemeen. Zuiver niets. Behalve dat ene natuurlijk. Als het niet zo triestig was, zou je er nog om kunnen lachen. Maar voor de rest? Ze zeggen dat je aan de vader altijd kunt twijfelen en aan de moeder niet. Maar volgens mij hebben de verpleegsters Tanya in de wieg verwisseld met de echte dochter van Simone.’

ie

rs

pr oe

15

fv e

10

©

1

20

25

2. DE BESCHULDIGDE. IN DE BEWUSTE STRAAT. DE OCHTEND ZELF, NOG GEEN UUR NA DE FEITEN. Tanya Demesmaecker zit in haar Peugeot 205 te wachten tot het licht wordt. Ze zweet, al zijn allebei de raampjes opengedraaid. In haar gebloemde jurk staan er kringen onder de oksels. Het enige waar Tanya in de beklemming van de kleine wagen aan kan denken, is aan haar kamertje in het internaat dat ze vier jaar geleden heeft verlaten.

30

Daar werd ze vijf hoog iedere morgen wakker met een schok, omdat ze droomde dat ze uit het raam viel en op de plaveien van de speelplaats neersmakte. Altijd datzelfde beeld. Een wentelend vierkant vol stenen messen, dat haar naar zich toe zoog. Ze hield haar armen voor het gezicht, ze trapte met haar benen als een vis met zijn staart. Soms riep ze voor ze te pletter viel. Een van de keren dat Tanya riep, had Zuster Geneviève het gehoord. Een verdorde non met een scheefgegroeide hand en een plechtige blik.

b3 Kortverhaal: Spek en bonen

67


60

65

IN

N

3. EEN GETUIGENDE POLITIEAGENT. IN DE RECHTSZAAL. TIJDENS HET PROCES.

VA

55

Tanya buigt zich naar de achterbank van de Peugeot. Ze zoekt tussen de kleren en de rommel naar een boek, een magazine, een krant. Er ligt niets. Ze merkt dat er bij haar pols nog een veeg bloed zit. Met een papieren zakdoekje en wat spuug veegt ze het weg. Het zakdoekje gooit ze niet door het geopende raam. Ze stopt het in haar handtas, bij de andere. En als het eindelijk licht wordt, rijdt ze naar het politiebureau.

©

50

‘In shock zou ik het niet noemen. Ik heb er genoeg zien binnenkomen om te weten hoe dat is. Volgens mij is ze gewoon zo. Bokkig, stil. Een beetje een vijs kwijt. En ze was ook doodmoe, echt waar. Ze deed haar verhaal en ze vroeg of ze in de cel mocht slapen. Dat mocht, waarom niet. Dat was trouwens de enige keer dat ze iets toonde van emoties. Toen ze aan het slapen was, bedoel ik. Ze woelde de hele tijd en ze riep een paar keer. Nogal luid zelfs. Maar toen ze wakker werd, was het weer van hetzelfde. Een traan heb ik niet gezien. Ook niet toen haar moeder kwam janken en lamenteren aan de balie. Ze moet dat gehoord hebben tot in haar cel, het kan niet anders, zoals dat mens haar klep kan openzetten. Maar geen krimp geven, niets. Ze zag er nog altijd even moe uit als toen ze binnenkwam, en ze vroeg naar niets of niemand. Ook niet naar haar Marco.’

ie

45

rs

40

Een van de laatste zusters die op de school surveilleerde en de enige die nog vasthield aan het zwarte kleed met kap. Ze schoof het kamertje binnen en ging op het voeteneind zitten. Ze streelde met haar scheve hand over het laken, dat nat was van het zweet. Tanya trok haar voeten weg en de hand hield op met strelen. Wat scheelt er, mijn kind? Tanya antwoordde fluisterend wat ze gedroomd had. En dat ze iedere morgen zo wakker werd. Dat ze een uur, twee uur met haar ogen open lag, tot het licht werd, en pas dan opnieuw durfde te slapen. Zuster Geneviève knikte. Ze bracht haar goede hand voor haar borst en speelde met het zilveren kruisje dat ze van haar moeder zaliger had gekregen, op de dag van de geloften. Heer, kijk naar dit onrustige jonge lijf. Bleek en groot, het is te snel gegroeid in korte tijd. Is dit nu onschuld? Dit armzalig zweten? Ik zie geen hooglied, geen feest. Ik zie een manke bloesem, door zijn eigen bloei bedreigd. Zwijgend verliet Zuster Geneviève het benauwde kamertje en kwam terug met in haar klauw een paar boeken. Het leven van de Heilige Anna. Het vademecum voor de jonge vrouw. Meisje, echtgenote, moeder door Emiel Dutrez S.J. Zo probeerde Tanya haar angsten te bestrijden door te lezen. Maar hoe hoog de stapel boeken naast haar bed ook werd, de angstdromen bleven komen, iedere morgen weer.

fv e

35

4. MARCO. ‘S AVONDS IN EEN PARKEERGARAGE. TWEE JAAR VOOR DE FEITEN. (zijn voormalige boezemvriend Bertje de Vries ligt bloedend voor hem op de grond) ‘Je mag haar hebben, kameraad. En haar strontboetiek erbij. Ik heb haar niet meer nodig, ik ben al met een ander. Een betere, in ieder opzicht. Zeg haar dat maar. En kruip jij maar op haar, zoveel als je wilt. Maar kom achteraf niet zagen. En blijf uit mijn buurt. Volgende keer sla ik allemáál uw tanden eruit.’

pr oe 70

75

80

5. DE EX-VRIENDIN VAN MARCO. EEN VERKOOPSTER IN BOETIEK LA STRADA. IETS MINDER DAN TWEE JAAR VOOR DE FEITEN. ‘Pardon, ik was Márco zo beu als kouwe pap. Niet dat dat belangrijk is, maar hij moet niet het tegenovergestelde rondvertellen. En Bertje de Vries, die heeft niets met mij te maken, dat is een goeie vriend, meer niet. Hij komt mij zo af en toe ‘s avonds helpen in de boetiek. Mettertijd kán dat wel iets worden, dat kan altijd, waarom niet? Hij heeft van alles wat Marco niet heeft. Prima job, goed karakter, hij verzorgt mij als een prinses. En hij kan koken als een chef. Wablieft, Marco charmanter? Als hij iets los moet krijgen, misschien. Je kent hem niet goed. Je moet hem eens meemaken onder vier ogen. Ze zal dat wel rap genoeg doorkrijgen, zijn Tanya.

68

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


90

95

Ah, dat weet je nog niet? Dat hangt hij niet aan je neus, natuurlijk. Tanya. Haar moeder kuist in de Rex. Tanya, die grote, bleke. Wat hij daar toch in ziet. Schoon is ze niet, maar lomp, lòmp. Gekleed door het Leger des Heils, schat ik. En ik durf wedden dat ze haar haar verft, het is een rosse, die hebben allemaal zo een wit vel. En dan die wallen onder haar ogen … Pfft. Nog een die nooit zo oud zal worden als ze eruitziet. Zeker niet als ze blijft aanpappen met hem. Weet je wat het is? Marco is van het slag venten dat geen vrouw nodig heeft, maar een moeder. Ik heb nooit in heel mijn leven zo voor iemand gejaagd en gelopen. Zijn handen stonden zó. Hij kon met moeite een ei bakken als ik eens niet thuis was.’ 6. ZUSTER GENEVIÈVE. IN TANYA’S KAMER IN HET INTERNAAT. VIER JAAR VOOR DE FEITEN.

IN

85

©

105

7. BOY MEETS GIRL. IN SNACKBAR UILENSPIEGEL. TWEE EN EEN HALF JAAR VOOR DE FEITEN.

VA

N

‘Zijn dit jouw boeken, mijn kind? Eenzaam is het hart … De praktijken van dokter Jones. Is dit de lectuur die we voor je hebben meegebracht? Je maakt misbruik van ons vertrouwen en je weet het. Nee? Waarom had je ze dan verstopt? … Je doet ons verdriet, Tanya. Besef je dat? Wat zeg je? Zei je iets? … Beloof ons 100 ten minste dat je het niet opnieuw zult doen, ja? Beloof je dat? … Ik wacht, Tanya … Beloof je het? … Tanya! … Beloof je het! … Goed dan. Als je besloten hebt om ons pijn te blijven doen, kunnen we niet anders dan je strafstudie te geven. De hele week. En die boeken gaan de prullenmand in.’

MARCO: Ik begrijp dat niet. Iedere avond moet ze overwerken. Zegt ze. Overwerken? In een boetiek! Snap jij het? Ik niet. Ik kom dan altijd naar hier om iets te eten. Moederziel alleen thuis aan een keukentafel zitten, dat is niets voor mij. En jij, kom jij hier veel? TANYA: (leest) Af en toe. MARCO: We moeten elkaar al die tijd misgelopen zijn, dat kan niet anders. Ik zou mij jou herinneren. Direct. Zo veel volk komt hier nu ook weer niet. En jij springt nogal in het oog. Echt waar. Ben je altijd zo aan het lezen? TANYA: (leest) Nee. MARCO: Als je liever voort leest, moet je het zeggen. TANYA: (leest) … MARCO: Zeg het maar. Lees je liever verder? Of mag ik je op een koffietje trakteren? Wat denk je?

pr oe

115

fv e

rs

110

ie

Tanya leest. Tegenover haar heeft een kerel ongevraagd plaatsgenomen. Hij lijkt op die ene, die blonde, uit dat feuilleton op woensdagavond. Hij drinkt een biertje en kauwt op een tandenstoker en houdt geen moment zijn mond.

120

125

130

Tanya legt haar boek terzijde en drinkt drie koffies en een milkshake op kosten van Marco. De volgende ochtend schrikt ze niet wakker. Ze wordt niet overvallen door de droom waarin ze uit het raam stort en neersmakt op de grijze, korrelige stenen. Ze droomt helemaal niet. Het is al licht als ze wakker wordt. Ze blijft in bed liggen. Beneden is haar moeder druk in de weer. Zelf heeft Tanya nog een half uur voor ze op moet. Ze neemt haar boek en zoekt waar ze de dag daarvoor in snackbar Uilenspiegel gestopt was met lezen. Bladzijde 116, in Een hart van goud. (…) Phoebe begon te huilen, onhoorbaar eerst, maar al spoedig liet ze zich helemaal gaan en stortte ze zich in Cals armen. ‘Ik heb nog nooit zo gehuild,’ zei Phoebe en ze droogde haar tranen, ‘maar het gaat alweer beter. Ik kan tenslotte niet de hele dag op je schouder snotteren.’ ‘Nee’, beet Cal haar afgemeten toe. ‘Ik vermoed inderdaad dat een minuutje of twee in een heel leven wel genoeg is. En het is heel vreemd van me dat ik je een beetje wilde troosten, neem me niet kwalijk!’ Er viel een stilte. Ze glimlachten plots flauwtjes naar elkaar en de spanning was gebroken. Vol hartstocht trok Cal Prescott Phoebe naar zich toe. Hun lippen versmolten. (…) Beneden trekt Simone de deur in het slot en begeeft zich naar haar werk.

b3 Kortverhaal: Spek en bonen

69


8. DE MOEDER. IN HET KANTOORTJE VAN DE REX. ZES MAANDEN NA DE EERSTE ONTMOETING MET MARCO.

140

‘Het is zo een attente jongen. Je zou hem eens bezig moeten zien met ons Tanya. Ze bloeit helemaal open. Ze slaapt rustig, ze eet goed, ze lacht van ‘s morgens tot ‘s avonds en ze komt uit zichzelf al eens tegen mij babbelen. Dat deed ze vroeger nooit. Eergisteren komt ze zo naar mij en ze zegt, ma zegt ze, nu moet ik toch eens iets vragen. En blijkt, na veel vieren en vijven, dat ze wil vragen of Marco bij ons mag komen wonen. Die jongen woont al een half jaar heel alleen op een gemeubileerd kamertje aan de andere kant van de stad. Dus wat zeg je dan, als moeder? Ze zitten de laatste tijd toch al meer bij ons thuis dan ergens anders, en wat kan er thuis meer gebeuren dan wat er nu al gebeurt die paar keren dat ze toch samen naar zijn kamertje trekken? Ik heb mijn ogen niet in mijn zak. Dus ik zeg, kind zeg ik, je hebt er de leeftijd voor, en als het je gelukkig maakt, waarom niet. Natuurlijk, ik had liever gezien dat ze eerst zouden trouwen. Maar de tijden zijn veranderd. En god weet, als ze trouwen willen ze ergens anders gaan wonen. En dan zit ik daar, in mijn eentje. Een leeg huis, ik mag er niet aan denken. Plus daarbij, een man in het huishouden, het is toch een gerief. We zijn wij twee hulpeloze vrouwen, en als je de kranten eens leest? We mogen al blij zijn dat er niets gebeurd is in al die jaren. Er lopen genoeg zotten vrij rond. Vanavond, na haar werk, doen ze de verhuizing. Veel zal dat niet zijn. Een plant of vier, zijn muziekinstallatie, een paar dozen met kleren … Daarna is het feest. Ik ga koken voor ons drieën, een gebraadje, een goede fles wijn, koffie met een borrel. Marco weet daar nog niets van. Ik ben eens curieus hoe hij zal reageren. Ik zie zijn gezicht al voor mij. Dat wordt weer lachen tot achter zijn oren. Hij kan je zo aankijken, met die schone blauwe ogen van hem. Een blok beton zou ervan smelten. Het is echt een knappe, vriendelijke jongen. Ons Tanya heeft er kijk op. Er zijn er veel jaloers op haar.’

rs

ie

©

155

N

150

VA

145

IN

135

1 Noteer de woorden die je niet kent.

fv e

2 Schrijf bij elk hoofdstuk de vragen die in je opkomen; de vragen die jij je stelt na het lezen van elk hoofdstuk. Noteer ook zaken die je bijzonder/grappig/onduidelijk … vindt. Je overloopt nu samen met een medeleerling jullie vragen en opmerkingen.

pr oe

3* Vergelijk jullie antwoorden op de vragen. Waarover zijn jullie het eens? Waarover niet? Waren jullie antwoorden heel verschillend? 4* Bekijk jullie onbekende woorden nog eens. Achterhaal de betekenis van de onbekende woorden via de woordleerstrategieën. 5* Maak samen een voorspelling. Wat denken jullie dat er zal gebeuren in het tweede deel van het verhaal? Formuleer een grote vraag die jullie beantwoord willen zien. Jullie bespreken nu klassikaal jullie vragen en theorieën. 6* Hoe gaat het verhaal verder? Wat gebeurt er met de hoofdpersonages? Welke aanwijzingen of clues uit de vorige hoofdstukken houden jullie bezig?

70

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


Het vervolg

2

Je leest nu de laatste zes hoofdstukken.

180

185

IN

N

VA

10. DE MOEDER. TEGEN TANYA’S PSYCHIATER. BIJ HET GERECHTELIJK VOORONDERZOEK.

pr oe

190

©

175

ie

170

‘Ik heb nooit iets van hem moeten hebben. Met zijn geslijm altijd. Weet je dat hij het met mij ook geprobeerd heeft? Ik zweer het. Ik zit hoop en al een half uur met hem alleen, te wachten op Tanya en haar moeder, en hij probeert al onder mijn rokken te kijken. En maar complimentjes geven, en knipogen gelijk zot. Precies een tic nerveux. En na een half uur vraagt hij het mij ineens. Vlakaf, in mijn gezicht. Ik ben opgestaan en ik heb hem laten zitten waar hij zat. Wie denkt hij dat hij is? Zo knap is hij nu ook weer niet. Ik heb dat nooit verteld aan Tanya, ik wilde haar niet kwetsen. Achteraf bekeken had ik het beter gedaan, dan was ze gewaarschuwd geweest. Nu ben ik de zondebok. In zekere zin kan ik dat begrijpen, het moet een terribele schok zijn. Je eigen moeder … Maar ik zie toch wat ik zie? Het is niet normaal zoals dat mens rond Marco fladdert. Als die twee ergens samen zijn en je komt binnen, dan heb je het gevoel dat je hen betrapt. Op een keer zit ik bij hen thuis. We zijn met ons vieren naar de tv aan het kijken. Marco staat op om een flesje bier te halen, hij passeert de moeder van Tanya en die knijpt hem zo eens in zijn billen. Lach maar, ik wist niet wat ik zag. En het soort blikken dat ze wisselden? Waar Tanya en ik bij zaten. Later op de avond gaat hij weg, een pint pakken zogezegd, en hij kust ons alle drie ten afscheid. Eerst Tanya, dan mij, dan de moeder. En de moeder is de enige die hij op de mond kust. Drie keer. Mijn maag keerde ervan om. Geen tongkussen of zo, dat nu ook weer niet. Maar ze hadden wel alle twee hun ogen dicht en ik ben zeker dat als Tanya en ik er niet bij waren geweest, dat die kussen dan heel wat langer geduurd zouden hebben. En dat er, sorry dat ik het zeg, meer aan te pas zou zijn gekomen dan hun tong. Tanya ziet dat allemaal niet. Of ze wil het niet zien. Die avond bleef ze alleszins zonder om te kijken naar de tv koekeloeren. En de volgende dag, toen ik haar erover sprak, duurde het geen twee minuten of ze begon mij uit te maken. Ik zeg Tanya, kind, ik vind het ook niet plezant, maar ik móet het zeggen, het is mijn plicht, als vriendin. Maar ze bleef razen. En opeens viel ze stil. Sindsdien zegt ze geen gebenedijd woord meer tegen mij. En ze zit weer de hele tijd in van die boekjes te lezen. Het laatste wat ze zei, was dat ik jaloers was op haar geluk. Ik vraag mij af waarom. Geluk kun je het moeilijk noemen, als je vent wordt ingepikt door je eigen moeder.’

rs

165

9. EEN EX-VRIENDIN VAN TANYA. OP HET WERK TEGEN EEN COLLEGA. EEN MAAND OF VIER NA MARCO’S VERHUIZING.

fv e

160

‘Ik heb er lang tegen gevochten. Heel lang. Het mag niet, dacht ik, het kan niet. En Marco heeft er zich ook lang tegen verzet, dat heeft hij mij verteld. Als we nu eens niet in hetzelfde huis hadden gewoond, zei hij 195 … Misschien dat er dan niets gebeurd was. Nu kwamen we elkaar elke dag weer onder ogen. Ik vertrok ‘s morgens als eerste naar mijn werk, vlak voor Marco. Tanya vertrok een half uur later. Maar ‘s avonds kwamen Marco en ik samen thuis, een uur voor Tanya er was. Het is dat ene uur, iedere dag opnieuw, dat het hem gedaan heeft. Dat ene uur. We hebben het er alle twee moeilijk mee gehad. Marco misschien nog meer dan ik. Maar … Pas op, ik 200 zoek geen excuses … En niet dat ik haar zwart wil maken, maar … Ons Tanya is geen gemakkelijke. In het begin ging alles goed tussen haar en hem. Maar na een tijdje kreeg ze het opnieuw. ‘s Nachts, die dromen van haar. Ze lag dan te schokken van de schrik, ze riep heel het huis bijeen. En daarna lag ze een paar uur wakker. En dat lezen altijd. Dat was voor die jongen toch geen werk. 205

Met dat soort problemen kwam hij dan naar mij. Dat komt door de leeftijd. Hij was vijf jaar ouder dan Tanya en als je zo jong bent, telt elk jaar verschil dubbel. Terwijl ik, ik ben dan wel ouder dan hem, maar we stonden op dezelfde golflengte. We begrepen elkaar zonder een woord.

b3 Kortverhaal: Spek en bonen

71


©

11. DE BESCHULDIGDE. IN EEN GEMEUBILEERDE KAMER. EEN NACHT, ZEVEN MAANDEN VOOR DE FEITEN.

VA

N

IN

De eerste weken konden we het nog wegsteken voor haar. We hebben alle twee, Marco en ik, zelfs zitten hopen en bidden dat het voorbij zou gaan. Dat het een bevlieging was. Maar hoe langer dat het duurde, hoe beter dat we ons voelden. 210 De grote fout die we gemaakt hebben, was van het haar niet te vertellen voor ze er zelf op uitkwam. Maar hoe gaat dat? Ik zou nog altijd niet weten hoe je zoiets moet aankaarten. Je blijft het uitstellen en uitstellen. En op een dag is het te laat. Het deed mij pijn, natuurlijk deed het mij pijn. Ik verloor altijd. Ofwel haar, ofwel Marco. Eigenlijk is het Tanya zelf die de knoop heeft doorgehakt. Zij is weggegaan. Ik ben gebleven. Marco ook. 215 Ik kan begrijpen dat ze kwaad was op ons. En dat ze niet meer bij ons wilde wonen. Dat was zelfs het beste, voor iedereen. Maar wat ze daarna heeft uitgespookt? Eerst die brief, om te schelden en om te zeggen dat ze al twee maanden in verwachting was van Marco. Dat kon gewoonweg niet. Marco heeft het mij gezworen. De tranen stonden in zijn ogen. Hij zou dat niet gekund hebben, zei hij, met twee tegelijk, moeder en dochter, en ze in feite alle twee bedriegen. De laatste maanden dat ze bij ons woonde, zei hij, 220 hadden ze geen betrekkingen meer gehad. Niets. Dus dat kind moet van iemand anders geweest zijn. Aan de moeder kun je niet twijfelen, aan de vader altijd. Ze heeft voorzeker een wildvreemde zover gekregen. Moeilijk is dat niet, voor een meisje van haar leeftijd. Ze zou alles gedaan hebben om Marco en mij te koeioneren. Alles. Een mens die verdriet heeft, doet rare dingen. Zeker ons Tanya. Zie maar naar wat ze gedaan heeft. Ze heeft mijn leven geruïneerd. En 225 het hare erbij.’

Tanya ligt met haar ogen open op het bed. Het zweet staat op haar voorhoofd. De lakens heeft ze weggetrapt net voor ze wakker schoot. Ze sloeg in haar droom opnieuw te pletter, op het vierkant van grijze stenen. Deze keer duurde de droom iets langer. Ze kon zichzelf zien liggen na de val. Ze droeg geen kleren. Haar armen waren gebroken, haar gezicht was onherkenbaar. Haar heup één grote wond waaruit een stuk versplinterd bot stak. 235 Het kind beweegt al weken, maanden. Tanya legt haar handen onder haar nachtpon over haar gespannen buik. Van hem. Dit hier is van hem. Zoals ik van haar ben. Als het mij nog één keer schopt, laat ik mij van de trappen vallen. Ze steekt het licht aan en grijpt een van de boeken die naast het bed op de grond liggen. De stad kent geen geheimen. Bladzijde 93 e.v. 240 (…) ‘Het spijt me, m’n duifje’, lachte John Hamilton met een besliste trek om de mond. Hij tikte de askegel van zijn sigaret af op het tapijt. ‘Vanaf vandaag is de naam Rose Woods uit mijn geheugen gebannen.’ Hij trok de deur achter zich dicht. Even later klonk het gezoem van de lift. Rose stond nog steeds onbeweeglijk bij het raam. ‘Toe, Rose, vertel het nou’, suste moeder. ‘Iedereen heeft het nodig om te praten met iemand die je kunt vertrouwen. Daar dienen vriendinnen toch voor.’ Ze streelde Rose over het hoofd. ‘Het lucht op, geloof me 245 nou!’ Rose sloeg haar ogen op en keek haar moeder dankbaar aan. (…) ‘Kindje toch’, zuchtte Roses moeder na een lange stilte. Ze ging op de stoel bij het haardvuur zitten, haar anders zo rusteloze handen doelloos in de schoot, en schudde het hoofd. ‘Ik had het kunnen weten. Mannen. Allemaal hetzelfde.’ (…)

pr oe

fv e

rs

ie

230

250

255

72

12. MARCO. EEN NOOIT GEPUBLICEERD INTERVIEW. TIJDENS HET PROCES. (Vr.) Wat zocht u precies, mijnheer? De rijpheid van de vrouw enerzijds, de prilheid anderzijds? Moeder èn dochter, meisje èn vrouw? En waarom koos u uiteindelijk de moeder? Had u niet liever gehad dat de dochter was blijven inwonen? Hebt u spijt van uw keuze? Betreurt u het gebeurde? Voelt u zich verantwoordelijk? Zou u hetzelfde opnieuw doen?

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


(Antw.) Wat gebeurt, gebeurt. Er is daar geen kiezen aan. Zolang ik mij goed voelde bij de dochter, bleef ik bij de dochter. Later voelde ik mij beter bij de moeder. Punt. Waarom zou ik mij schuldig voelen? Het initiatief ging trouwens van haar uit. Simone was gewoon beter. Minder zot. Niet veel, maar toch. We konden tenminste praten met elkaar. En de rest ging ook beter dan met Tanya. Beter dan je op het eerste gezicht zou denken. Over een oude 265 schuur gesproken, die Simone heeft gebrand, gebránd. Nooit meegemaakt. Ze moest mijn gezicht maar zien en het was al zover. En wat moet je dan zeggen, als man? Nee, bedankt? Morgen loop ik onder de tram en dan is het gedaan. Pakken wat er te pakken valt, zeg ik. En wat ook een feit is: Simone kon koken als de beste. Elke morgen voor we de deur uitgingen een dikke toast met boter en witte bonen in tomatensaus en een pan spek. Zó, hè. Op zijn Engels. 270 Maar ik heb haar moeten laten staan. Verleden maand. Dat was niet meer vol te houden, echt. Iedere week ging ze een keer of drie naar dat zothuis, de dochter bezoeken. En als ze terugkwam, was het janken en klagen van begin tot einde. En mij uitschijten omdat ik niet mee op bezoek wilde gaan. Ik vraag mij af waarom. Wat heb ik daar verloren? En de rest, dat was ook op stel en sprong afgelopen. Zo gaat dat met die wijven. De ene keer alles, de 275 andere keer niets. Geraak er maar uit wijs. Jong of oud, dat speelt geen rol. Allemaal hetzelfde.

VA

N

IN

260

13. TWEE VROUWEN VAN MIDDELBARE LEEFTIJD. OP DE HOEK VAN DE STATIONSSTRAAT EN DE PAARDENMARKT. EEN DAG NA DE FEITEN.

X: Ik kan het nog altijd niet geloven. Je eigen kind. Y: In feite heeft Simone hetzelfde gedaan. Iets beginnen met het lief van je dochter en haar dan buitensmijten? Het is geen moord natuurlijk. Maar het scheelt niet veel. X: Het schijnt dat het over heel het lijfje littekentjes had, van daarvoor al. Y: Zeg dat het niet waar is. 285 X: Toch, toch. Scheermesjes, naalden, gloeiend bestek … Hoe meer ze haar ondervragen, hoe meer ze loslaat. Ik ken iemand die naast haar woonde. Hij zegt dat het soms een dag en een nacht lag te huilen in de wieg, aan één stuk door. Y: Als je dat zo allemaal hoort, dan is het misschien nog beter dat het zo gegaan is. Wie weet wat voor een leven ging het tegemoet. 290 X: Dat is waar. Maar het zou niet mogen zijn. Goed vijf maanden, een boreling nog bijna. Het zou niet mogen zijn.

fv e

rs

ie

©

280

pr oe

14. DE FEITEN. EEN VERLATEN STRAAT. 295 DRIE UUR ‘S NACHTS.

Precies een jaar nadat ze is weggegaan, keert Tanya naar het huis van haar moeder terug. Voor de stoep, op de grijze stenen van het voetpad, legt ze voorzichtig een grote bundel dekens neer. Het slaapt. Eindelijk slaapt het. Daarbinnen slapen hij en zij, denkt Tanya. Naast elkaar, tegen elkaar. Straks loopt hun wekker af. Ze zullen 300 allebei opstaan, eten in de keuken en vertrekken naar hun werk. Zij zal als eerste naar buiten komen. Zoals altijd. Hij volgt. Tanya haalt een grijze plavei uit de koffer van haar Peugeot tevoorschijn en laat die op de straatstenen kapot vallen. Ze grijpt het puntigste stuk en gaat ermee naar de bundel dekens. Ze maakt het hoofdje vrij. Zijn kind. Háár kleindochter. 305 Niet lang daarna gaat Tanya opnieuw achter het stuur van haar Peugeot zitten. Ze maakt haar hand schoon met een papieren zakdoekje en wacht tot het licht wordt.

b3 Kortverhaal: Spek en bonen

73


1 Noteer net als aan het begin van deze les de woorden die je niet begrijpt. 2 Noteer opnieuw de zaken die jou opvallen en de vragen waarmee je blijft zitten.

3

Reflectie

a Geef het kortverhaal een score op een schaal van één tot tien. b Motiveer je score in een kort tekstje (ongeveer vijf zinnen). Kies daarbij enkele adjectieven uit het kader hieronder.

4

VA

N

origineel – voorspelbaar – (on)realistisch – vergezocht – emotioneel – grappig – verrassend – vlot leesbaar – langdradig – leerrijk – ongewoon – vreemd – spannend – meeslepend – herkenbaar – intrigerend – …

IN

1 Wat is nu je algemene indruk van het kortverhaal?

Expertenwerk

©

Je leerkracht verdeelt de klas nu in groepen. Samen met enkele medeleerlingen onderzoeken jullie een specifiek aspect van dit kortverhaal. Daarna wisselen jullie die informatie uit met de andere groepjes.

ie

Verhaallijn

17.5

1 Hoe is het verhaal opgebouwd? Bestaat het uit verschillende onderdelen?

rs

2 Start het verhaal ‘ab ovo’ of ‘in medias res’?

3 Heeft het verhaal een gesloten of een open einde?

Thema en titel

fv e

17.10

4 Over welk(e) thema(’s) gaat dit verhaal? Hoe zie je dat bij Tanya, Simone en Marco? 5 Verklaar de titel van het kortverhaal.

Personages

pr oe

17.6

6 Wie is de protagonist? Wie is de antagonist? Wie zijn de nevenpersonages? 7 Zijn het vlakke of ronde personages? 8 Bespreek kort Tanya, Simone en Marco (karakter, leeftijd, interesses, opleiding, burgerlijke staat …). 9 Kun je je identificeren met (een van) de personages?

74

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


17.8 17.9

Tijd en ruimte 10 Waar speelt het verhaal zich af? 11 Is de ruimte sfeerscheppend en/of symbolisch? 12 In welke historische tijd speelt het verhaal zich af? 13 Zitten er flashbacks of flashforwards in het verhaal?

IN

14 Bespreek het taalgebruik van de schrijver. a Is de taal eenvoudig of complex? b Hoe speelt de auteur met taalvarianten?

Auteur en genre

VA

15 Wie schreef dit kortverhaal? a Is hij of zij een bekende schrijver?

b Zoek de inhoud van enkele andere werken op. Zie je gelijkenissen tussen andere werken van de schrijver en dit kortverhaal?

©

16 Welk soort verhaal is dit?

ie

17 Hoe gebruikt de schrijver verschillende teksttypes door elkaar?

fv e

rs

Tom Lanoye was de allereerste Antwerpse stadsdichter (zie B7). Hij schreef toen onder meer een dialoog tussen de kathedraal en de Boerentoren.

pr oe

17.2

N

c Gebruikt de schrijver beeldspraak (vergelijkingen, metaforen …)?

© GARY DOAK

16.4

Taalgebruik en beeldspraak

b3 Kortverhaal: Spek en bonen

onderweg Boerentoren Antwerpen, Fredo, CC BY-NC-SA 2.0 DEED

9

75


5

Verdieping: verwerkingsopdracht In dit laatste deel ga je zelf aan de slag met dit kortverhaal. Hieronder vind je de opties.

Herschrijf het verhaal vanuit een andere context.

IN

Je herschrijft het kortverhaal: je kiest zelf of je dat doet vanuit een ander tijdperk, een andere cultuur, het perspectief van een ander personage of zelfs vanuit een ander genre (scenario, soap …).

N

Doel Je giet de verhaallijn consequent in een andere vorm en bewaart het evenwicht tussen verhaallijn en nieuwe vorm.

rs

ie

©

VA

Werkwijze 1 Vat de verhaallijn van het gelezen kortverhaal samen: welke handelingen stellen de personages en welke gebeurtenissen overkomen hen? Wat verandert er doorheen het verhaal? 2 Bepaal in welke nieuwe vorm je die verhaallijn wilt gieten. Vanuit het oude Rome, vanuit het perspectief van een figurant, als een detective ... Er zijn veel mogelijkheden: kies er zelf één, maar baken die voor jezelf ook duidelijk af. 3 Bepaal welke verteltechnische en inhoudelijke aanpassingen noodzakelijk zijn: vertelperspectief, ruimte, tijd, verhoudingen tussen personages, woordenschat, stijlfiguren en algemeen taalgebruik, maar ook kleine dingen zoals kledij, munteenheden, sociale verwachtingen en omgangsvormen moeten misschien aangepast worden. 4 Schrijf de nieuwe tekst uit. Breng de verhaallijn stap voor stap over in de nieuwe vorm.

fv e

Vergelijk het kortverhaal met een kunstwerk of lied. Je zoekt en bestudeert een kunstwerk of lied met hetzelfde thema als het kortverhaal. Je concentreert je op de manier waarop dat thema in het kortverhaal en in het kunstwerk/lied vorm krijgt.

pr oe

Doel Je vergelijkt de impact van een kunstwerk/lied met die van het kortverhaal met hetzelfde thema. Werkwijze 1 Kies een kunstwerk of lied dat qua thematiek verwant is aan het kortverhaal. 2 Welk effect heeft het op jou en waaraan ligt dat? Welke indruk maakt het op jou en waarom? 3 Waaraan herken je het thema van het kortverhaal? 4 Zoek extra info op over het kunstwerk of lied. 5 Hebben het kunstwerk/lied en het kortverhaal hetzelfde effect op jou? Waar zit het verschil? 6 Schrijf je vergelijking uit. Structureer je bevindingen tot een geheel.

76

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


b Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

b4

Kortfilm: Two strangers who meet five times 1 Je maakt kennis met het genre kortfilm. 2 Je kunt jouw gedachten en gevoelens formuleren bij het bekijken van een kortfilm. 3 Je analyseert hoe een kortfilm opgebouwd wordt en bespreekt de verschillende aspecten van een verhaal/film.

N

Situeren

TIP

ie

©

VA

De w-vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom) helpen je om na te denken over de context van een foto, beeld, film, tekst …

© BELGA/AFP

rs

1 Bekijk bovenstaande foto. In welke context kun je die plaatsen? 2* Sta jij achter de BLM-beweging?

3* Wat vind je van de symbolische steun van Romelu Lukaku en de Rode Duivels?

fv e

4* Ben je zelf al eens in aanraking gekomen met racisme of vooroordelen?

Markus Markou

5 Internationaal is er ook soms kritiek op BLM, hoe komt dat?

pr oe

1

IN

4 Je gaat in gesprek met je medeleerlingen over het thema van de kortfilm.

6 Jullie krijgen in drie delen een kortfilm te zien met de titel Two strangers who meet five times. Welk verhaal verwacht je bij zo’n titel? 7 Je kunt het woord ‘stranger’ op twee manieren vertalen, welke? 8 Welke betekenis is op de kortfilm van toepassing, denk je? 9 Bekijk de affiche: verwacht je een kwalitatieve kortfilm? Waarom wel/niet? b4 Kortfilm: Two strangers who meet five times

77


2

Het verhaal beleven Bekijk het eerste deel van de film. 1 Hoe voel je je na het bekijken van dit eerste fragment? Kies een of meerdere toepasselijke bijvoeglijke naamwoorden en vertel waarom je die emotie hebt.

2 In dit verhaal hebben we te maken met twee protagonisten. Wie? Omschrijf ze.

IN

verontwaardigd – opgewekt – teleurgesteld – woedend – onverschillig – machteloos – slechtgezind – geamuseerd – gegeneerd – verrast – gedemotiveerd – verward – nieuwsgierig – ongemakkelijk

3 In het fragment zien we twee ontmoetingen. Bespreek elke ontmoeting aan de hand van volgende vragen. De hoeveelste ontmoeting is dit? Wat gebeurt er? Beschrijf het uiterlijk van de twee protagonisten. Wie heeft een sterke machtspositie? Wordt die macht positief ingezet of misbruikt?

N

a b c d

5 Hoe reageert Samir op die vooroordelen?

VA

4 Welke drie vooroordelen worden Samir bij de tweede ontmoeting naar het hoofd geslingerd?

6* Ken je nog van die typische vooroordelen? Welke?

7* Ben je zelf al eens getuige of slachtoffer geweest van zo’n voorval? Hoe reageerde je? Betrap je jezelf wel eens op vooroordelen?

©

8 Welke vraag stel je je aan het einde van dit fragment?

ie

9* Welk antwoord vermoed je op die vraag? Bekijk het tweede deel van de kortfilm.

rs

10 Heeft Alistair de job gekregen? Hoe kom je dat als kijker te weten? 11 Heeft Samir daardoor zijn macht misbruikt, vind je? 12 Bespreek ook deze ontmoeting aan de hand van de vragen bij opdracht 3.

fv e

13 Hoe toont de filmmaker zonder woorden dat Alistair amper geld heeft? Geef drie voorbeelden. 14 Vanuit welke emotie handelt Samir in ontmoeting 3 versus ontmoeting 4? Leg uit. 15* Hoe sta je tegenover de personages na het bekijken van dit fragment?

pr oe

16* Geef je zelf wel eens geld of eten aan een dakloze? Waarom wel/niet? Bekijk het laatste deel van de kortfilm. 17 Wanneer ontmoetten Alistair en Samir elkaar voor het eerst? 18 Bespreek deze ontmoetingen opnieuw aan de hand van de vragen bij opdracht 3. 19* Hoe is de relatie tussen Alistair en Samir in de zandbak? 20 Waarom is onderstaande uitspraak van Alistairs moeder cruciaal voor het verloop van het verhaal? Wat maakt die uitspraak duidelijk?

‘We don’t want you catching germs.’ 21 Welk zaadje plant de moeder in Alistairs hoofd met die uitspraak? 22 Hoe weet je in de laatste scène dat de oude Sammy Alistair herkent? 23 In ontmoeting 4 zei Samir het onderstaande. Is zijn hoop voor Alistair uitgekomen?

‘Make today the first day everything falls into place for you.’

78

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


Doordringen tot het verhaal

3

Voor een uitgebreidere analyse van de kortfilm kruipen jullie in de huid van een groep filmrecensenten. Jullie leerkracht wijst iedere groep een expertise toe, dat luik gaan jullie samen onderzoeken en de bijhorende vragen oplossen. Daarna vertellen jullie aan de rest van de klas wat jullie ontdekt hebben. In welk land speelt het verhaal zich af? Hoe weet je dat?

2

Een cashpoint of bankautomaat geeft twee keer een belangrijke wending aan Alistairs leven. Verklaar.

3

Wordt het verhaal chronologisch verteld?

4

Waarom kiest de filmmaker voor die volgorde, denk je?

5

Plaats de termen ‘verteltijd’ en ‘vertelde tijd’ bij de juiste omschrijving en pas toe op dit verhaal. a De tijd die nodig is om het verhaal te vertellen. b De tijd die verstrijkt in het verhaal.

N

IN

1

Is er in de kortfilm sprake van een tijdsversnelling of -vertraging?

7

Hoe voel je je na het bekijken van de hele film? Is je gevoel veranderd na het eerste deel? Omschrijf je gevoel in één woord.

8

Kunnen we spreken van een happy end?

9

Hebben we hier te maken met een gesloten of open einde?

©

VA

6

10 Je hebt de personages bij het eerste fragment (ontmoetingen 2 en 3) omschreven. Hoe zou je ze nu omschrijven? Wees uitgebreid. 12 Van welk type personages kunnen we hier dan spreken?

fv e

rs

a E en rond personage is een personage met een complex karakter dat in het verhaal vaak een psychologische verandering doormaakt. Hij/zij is niet uitgesproken slecht of goed. Als lezer kun je denken: ‘Wat hij/zij doet is wel slecht, maar hij/zij heeft ook goede kanten.’ De info over dat soort personages wordt gaandeweg gegeven. b E en vlak personage is een oppervlakkig personage, zonder veel diepgang, met veel stereotiepe kenmerken (bv. een leerkracht die alle typische trekjes van een leerkracht heeft). Dat soort personages maakt in de loop van het verhaal geen psychologische verandering door. Je krijgt alle info over dat soort personages vaak in één keer. 13 Welk personage verandert het meest doorheen de kortfilm?

pr oe

17.6

ie

11* Merk je veel verschil met de eerste omschrijving?

14 Hoe link je de volgende Nederlandse uitdrukkingen aan de kortfilm? a De kleren maken de man. b Poets wederom poets. / Oog om oog, tand om tand.

15 Wat is het thema van de film? armoede

immigratie

racisme

wraak

empathie

persoonlijke groei

integratie

werkloosheid

16 Waarom heeft de regisseur de film gemaakt, denk je?

b4 Kortfilm: Two strangers who meet five times

79


b Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

Beeldspraak in gedichten 1 2 3 4

16.4

Beeldspraak in gedichten en reclame

1 Hieronder staan verschillende fragmenten uit gedichten en reclameslogans. Welke vorm van beeldspraak herken je?

N

1

Je kent het verschil tussen een letterlijke en figuurlijke betekenis. Je weet wat visuele poëzie is en je kunt zelf een visueel gedicht schrijven. Je (her)kent een vergelijking en een metafoor en je kunt er zelf maken. Je (her)kent verschillende soorten metaforen en metonymie.

IN

b5 b1

A

VA

Kies uit: personificatie – metafoor – synesthesie – mechanisering – vergelijking. F

G Ik heb zinnen als boterhammen voor onderweg gestapeld    om de tijd met jou gezellig te maken, geloof maar    dat ik verstandig en ad rem ben.

rs

ie

B Hijskranen hebben patronen gelijk de nekken van giraffes Waren giraffes grijs, zwart en blauw ze zouden niet opvallen op bouwterreinen en aan havens vrij rondlopen tussen hijskranen

BELGISCHE KAZEN BLIJVEN VERBAZEN

©

De trein is altijd een beetje reizen

Sylvie Marie & Uitgeverij Vrijdag

Diana Ozon

fv e

H

KLARA KLASSIEK LEEFT

C

pr oe

Bauknecht weet wat vrouwen willen D

I Automatische blik gericht op het asfalt

Mora, de gangmaker sinds 1960

E Tussen gras en struikgewas    de voorpoten heffen    de natte geur van taal   opsnuiven    van brullen langzaam   spreken maken    Henk van der Waal

80

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

J Zoon, je bent een land,    je bent een lied lichtrijk,    dag die stilaan ontstaat,    horizon en muurloos huis.   Jeroen Theunissen


Creatief schrijven: beeldsprakerig 1 Vul onderstaande vergelijkingen aan.

Je legt je hand op haar voorhoofd (zo)als … Nevels waaien weg (zo)als … 2 Welke vergelijking heeft de dichter gemaakt, denk je?

2 zo dun als sneeuw gaat liggen. 3 zacht als een sluier.

©

1 als een bezorgde moeder die de koorts van haar kind wil meten.

VA

N

a Je legt je hand op haar voorhoofd

IN

Ontroerend onhandig (zo)als …

1

fv e

© Yaraslau Mikheyeu

rs

b Ontroerend onhandig

ie

Herman De Coninck. Met de Vedel (Op p. 58 vind je het volledige gedicht.)

zoals vuilniswagens die hard rijden.

pr oe

2 als een pasgeboren puppy die nestwarmte zoekt.

ultrakort gedicht van Remco Campert

3 vergelijkbaar met twee linker­handen die een kastje ineenzetten.

c Nevels waaien weg

1

zoals verdriet uit een geheugen.

© Yaraslau Mikheyeu

2

2 als een herfststorm over de velden.

3 als de krijsende meeuwen aan zee.

Herman De Coninck. Poëzie (Op p. 58 vind je het volledige gedicht.)

3 Bekijk nog eens de vergelijkingen uit de vorige opdracht. Wat doen de dichters elke keer?

b5 Beeldspraak in gedichten

81


Beeldspraak in gedichten

3 16.4

1 Hieronder staan opnieuw enkele fragmenten uit gedichten. a Zoek de beeldspraak. b Benoem de beeldspraak. Kies uit: vergelijking – metafoor – personificatie – mechanisering – synesthesie. c* Wat vind je van de inhoud en de vorm van de beeldspraak?

IN

liefO Amdam, ik heb je zo f, die jij struikrover, gauw r, de do en ert slavendrijver, plo t, ch wa ds sta wijkagent en es; moppentappende mafke Ik heb je zo lief!

Ik keek met een zucht Van genot naar de lucht. Mijn geluk was als dat Van een spinnende kat.

B

N

A

Jacqueline E. van der Waals. In het hooi

verklaring aan Amdam

VA

Simon Vinkenoog. Liefdes

Net een geranium in regen zo nat was jij in ijdel nat den Haag;

rs

E

niets gezien

ie

Alfred Schaffer. Waar je ook bent, je hebt

C

©

n sluiten, vandaag bestaat Hier spreekt de wetenschap, we gaa hier zonder wapens leeft: als gisteren als morgen, niemand die fantasie een losgezongen is er nog hoop voor achterblijvers? Met en en jij was niet te stuiten, toestand, maar ik had niets verzonn

fv e

hetzelfde dons om een lila lip zo koud was jij verborgen in je kraag-

F

Peggy met haar lange bee nen is de slankste van de sta d, D ze kan draaien op haar teenen en ze wr ing t zich als een kat. Nonchalant drinkt ze haa r cockta ils, soms wel twee, zòò na me kaar, en ze wandelt met haar bobtai ls, trotsch gel ijk een ooieva ar. François Pauwels. Peggy

het is een wereld die zich nergens achter uitkleedt een wereld die besloten heeft vingers op haar mond te leggen en volhardt te praten een wereld die levens aan elkaar rijgt als de bellen in schuim de zandkleur in zich vanwaar ze uit zullen storten Thomas Blondeau. Strategieën III

Wilfred Smit. November ‘61

pr oe

G

Zijn verre blik zwierf langs hun ogen weg,

I

Hij zei: - (zijn baard was om de glimlach grijs) ‘Jongens, het leven is een vreemde reis,

sneeuwvlok Moeders boosheid is een kken lucht Het is kriek met een betro niet op. ar Dus vreet je reuzels ma Anneke Brassinga. Koleire

Maar wellicht leert een mens wat onderweg.’ Martinus Nijhoff. De jongen

Hij richtte razendsnel zijn lezertaal, trefwoorden als munitie. De taalconstructie spatte uiteen in duizend kleine lettergrepen.

H

een man is ermes geen geweer geen vleeshaak geen file heilig boek geen heet merkijzer geen

J

an Radna Fabia. gieser wildem

82

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

Vergelijkingen moesten het veld ruimen, medeklinkers sloegen op de vlucht. Ruben Van Gogh. De man van taal


Zo blauw als een kinderkamer – Herman de Coninck over beeldspraak in poëzie

Zo blauw als een kinderkamer

IN

deel 1

VA

N

Wat ik ooit eens wil doen: een poëziecursus schrijven in dertig lessen. Ik wil er wel iets van verklappen. De eerste les gaat over het beeld. Daartoe moet u zich aanschaffen de bundel De ui, herinnering van de Engelse dichter Craig Raine, vertaald door Jan Eijkelboom. Daar staan prachtige beelden in, en soms ook té prachtige. De moeilijkheid is dat een beeld verrassend moet zijn. De lucht is blauw als. Even proberen: als je ogen. Dat is een cliché, dus zegt het niets. De lucht is blauw als een kinderkamer: dat is geen slecht beeld, het geeft een onschuldig sfeertje mee. De lucht is blauw als biljartkrijt: dat is dan weer een te particulier beeld, vrees ik. De lucht is blauw als de binnenkant van een mosselschelp: jà (ik citeer uit het hoofd, ik vermoed dat het een beeld is van Adriaan Morriën). Dit is misschien ook wel een vergezocht beeld, maar een beeld is pas flauw als het niet ver genoeg is gezocht. Bovendien is die binnenkant van een mosselschelp voor de mossel ook een soort hemel, er is meer overeenkomst dan alleen de kleur, en dat maakt de vergelijking kloppender dan op het eerste gezicht.

rs

ie

©

Craig Raine heeft bijna altijd van die ver genoeg gezochte beelden. Meestal zijn ze bijzonder fraai, een enkele keer bijzonder onbegrijpelijk: dan zijn ze juist iets te ver gezocht, originaliteit kan zo origineel zijn, dat niemand meer volgt. ‘Het binnenplein met zijn keien lijkt op een braambes’, beweert hij in De glazenwasser. Aanvankelijk zie ik daar niets bij, een braambes is te klein en een binnenplein is te groot, hier probeert Raine onverenigbaarheden te verenigen. Bij een tweede lezing begrijp ik wel wat hij bedoelt.’

fv e

Herman de Coninck. De vliegende keeper

Zo blauw als een kinderkamer

pr oe

4

deel 2

De structuur van kleine kasseien is ongeveer dezelfde als die van een braambes met haar kleine besonderdeeltjes. Ik zie het ineens. Maar ik blijf het toch een iets te gedurfd beeld vinden. Zo schrijft hij in Oudroest ‘een zeemeeuw blies op een grashalm’. Daar kan ik mij niets bij voorstellen. Maar over een benzinepomp zegt hij: ‘de pomp hield / een pistool tegen zijn hoofd / een leeg / theatraal gebaar. Dat zie ik zo voor me, dat bezielt een levenloos voorwerp met zoveel leven, in dit geval uiteindelijk dood, dat het aankondigt wat er verder in het gedicht te gebeuren staat: een man komt thuis en vindt er zijn vrouw dood in een miskraam.

• Herman de Coninck. De vliegende keeper

b5 Beeldspraak in gedichten

83


1 Bespreek de volgende vergelijkingen.

De lucht is zo blauw als jouw ogen. De lucht is blauw als een kinderkamer. De lucht is blauw als biljartkrijt.

IN

De lucht is blauw als de binnenkant van een mosselschelp.

In het vorige lesdeel las je enkele mooie vergelijkingen van de dichter Herman de Coninck. Hij schreef ook veel teksten over poëzie. Op p. 56 lees je een stukje over beeldspraak. Lees het eerste deel.

3 Welke vergelijking met blauw vindt hij de beste? Waarom?

VA

4 Welke is duidelijk de slechtste? Waarom?

N

2 Hoe gaat de schrijver te werk in de tekst? Welk gevoel krijg je als je de tekst leest?

5 Kun je uit de tekst afleiden wat volgens Herman de Coninck kenmerken van goede poëzie zijn? 6* Begrijp je de vergelijking ‘het binnenplein met zijn keien lijkt op een braambes’?

©

Lees nu het tweede deel van Zo blauw als een kinderkamer. 7 Welke woorden wijzen op het visuele van beeld?

Oefenen

rs

5

ie

8 Wat is de bedoeling van het /-teken in het citaat?

fv e

1 Hieronder staan een aantal (fragmenten uit) gedichten uit De ui, herinnering van Craig Raine. a Zoek de beeldspraak. b Benoem de beeldspraak.

c* Geef een appreciatie zoals Herman de Coninck dat deed in het vorige deel.

pr oe

A

B

Wij leiden het volle binnenleven: de stofzuiger graast over het tapijt, loeiend, haar uier waggelend gezwollen …

C

Kiespijn, tragedie en hoge noten delen een masker van gezichtsverlamming in deze allitererende wereld. Bij een poel staan jongens klaar om te duiken met handen in gebed …

84

’s Nachts staren de schakelaars vanaf elke wand als de platte gezichten van kerkuilen, en licht doet het elektrisch peertje rijpen.

D

Op het kerkhof merkte ik hoe elke roos groeide aan een van haaien vergeven steel.

E

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

De seinpaal salueert nog even correct als vroeger, met het rood-en-groen van een onderscheiding.


6

Terugblik en creatieve opdrachten 1 In de loop van deze les heb je heel wat gedichtregels gelezen en beluisterd. Welke poëtische zinnen behoren tot jouw top drie? Motiveer je keuze. 2 Bekijk de volgende muurschilderingen en probeer te vertalen wat de kunstenaar wil zeggen. a Bedenk een poëtische zin bij de beelden en gebruik beeldspraak.

IN

b Maak met de foto en de tekst een post die op jouw Instagram zou kunnen staan. Verzin een gepaste hashtag.

VA

N

c Vergelijk jouw zinnen met die van een medeleerling.

rs

3 Bekijk in de Trajectwijzer de informatie over visuele poëzie. Probeer – geïnspireerd door de voorbeelden – zelf een gedicht te maken. Laat je fantasie de vrije loop.

fv e

4 Eén van Vlaanderens bekendste gedichten is verdwenen. Gebruik je kennis over poëzie, los samen met je medeleerlingen de raadsels op en puzzel het verdwenen werk tevoorschijn.

pr oe

16.6

ie

©

© David Saunders / Alamy

Met de Vedel Al wat je bent geweest voor mij is weer voor jou alleen als een kasteel om in te wonen. Zetel in je glimlach, geef je over aan de uren als aan jonge prinsen om te feesten in de zaal van zeven dagen. Ga nu. Nevels waaien weg. Zoals verdriet uit een geheugen, het wordt klaar. Zonder herinnering is de oogopslag van de zon.

Poëzie Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt: mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt verdrietje, en het helpt niet; zoals je een hand op haar hete voorhoofdje legt, zo dun als sneeuw gaat liggen, en het helpt niet: zo helpt poëzie Herman de Coninck. Met een klank van hobo

Herman de Coninck. De lenige liefde

b5 Beeldspraak in gedichten

85


b Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

Humor en stand-upcomedy 1 2 3 4

Wat weet je nog? Soorten humor

ie

©

VA

N

1

Je kunt de verschillende vormen van visuele humor en taalhumor onderscheiden. Je kent de grenzen van humor en begrijpt waarom die er (niet) zijn. Je kent de visuele en auditieve theaterkenmerken. Je analyseert de theaterkenmerken van enkele stand-upcomedy’s.

IN

b6 b1

Hagar The Horrible © 1988 King Features Syndicate, Inc

pr oe

fv e

rs

1

2

3

86

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


IN ©

VA

N

4

5

ie

Boulimie: twee keer de smaak, geen enkele calorie

pr oe

fv e

rs

6

7

8

b6 Humor en stand-upcomedy

87


IN N VA © ie rs

10

88

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

© Oogachtend

pr oe

fv e

9


IN N

© Reid, Geleijnse & Van Tol

VA

11

© Gerrit de Jager/Doorzon bv

14

pr oe

13

fv e

rs

ie

©

12

15

b6 Humor en stand-upcomedy

89


1 Vorig jaar leerde je allerlei soorten humor kennen en onderscheidde je verschillende vormen van taalhumor. a Verbind eerst elke term met de juiste definitie. Let op: er zitten twee overbodige definities bij. b Bekijk nu ook de voorbeelden op de vorige pagina’s aandachtig. Plaats de nummers van de afbeeldingen bij de juiste humorsoort. a

2 absurde humor

b vorm van humor waarbij je een grappig effect bekomt door met taal te spelen; woorden kunnen dubbelzinnig opgevat worden, ze kunnen een overdrijving uitdrukken …

3 (zelf)ironie

c

4 parodie of persiflage

d humor waarbij je een publiek persoon of een maatschappelijke (wan-) toestand bekritiseert en/of belachelijk maakt

5 satire

e

humorsoort waarbij je zo hard met jezelf lacht dat je er enorme buikpijn van krijgt en waarbij de tranen over je wangen rollen

6 zwarte humor

f

een humoristische nabootsing van een bekend persoon, gebeurtenis, film, serie …

7 sarcasme

g racistische vorm van humor waarbij je mensen met een migratieachtergrond belachelijk maakt omwille van hun huidskleur

8 taalhumor

h bijtende, kwetsende humor, vaak gericht op de gebreken van andere personen die er niet/moeilijk om kunnen lachen

N

VA

©

bittere humor waaruit je de teleurstelling van de humorist in zichzelf of in anderen kunt afleiden vorm van humor waarbij je vertrekt van een onrealistisch uitgangspunt/ idee en dat tot in het absurde uitwerkt

rs

j

fijne, subtiele (zelf)spot, vaak is er een tegenstelling tussen wat je zegt of doet en wat je daadwerkelijk bedoelt

ie

i

humor over onderwerpen die in het dagelijkse leven tot de taboesfeer behoren

IN

1 cynisme

2 Bekijk de voorbeelden van taalhumor nog eens. Welke taaltechnieken worden hier gebruikt?

1.9

fv e

3 Misschien verbond je wel een andere cartoon aan een bepaalde humorsoort. Hoe komt dat, denk je?

pr oe

4 Heb jij naast gevoel voor humor ook verstand van humor? Test je humorkennis samen met je medeleerlingen in het spel Grappen op trappen.

90

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

SPELREGELS


Sta op, comedian! Beeld je in dat je zelf een comedian wilt worden. Hoe zou je dat aanpakken? Wie van je medeleerlingen is een geboren stand-upcomedian? 1 Lees de definitie van stand-upcomedy en zoek de belangrijkste kenmerken.

IN

onthouden

N

Stand-upcomedy is een humoristische theatervorm waarbij een comedian rechtstreeks een live publiek aanspreekt. Stand-upcomedy lijkt op een dialoog, maar is in feite een monoloog (eenrichtingsverkeer). Stand-upcomedians praten meestal over de maatschappij waarin ze leven en over hun eigen leven, al zijn de autobiografische verhalen vaak aangedikt met fictieve elementen. Vergeleken met cabaret zijn de theatrale elementen bij stand-upcomedy eerder beperkt. In een cabaretvoorstelling zit meer muziek (liedjes), dans en acteerwerk (typetjes …).

VA

Bekende Vlaamse stand-upcomedians zijn onder andere Alex Agnew en Philippe Geubels. Els De Schepper en Urbanus zijn dan weer bekende cabaretiers.

©

2 Bekijk het fragment uit De klas met Philippe Geubels. Hoe gaat Philippe Geubels te werk om een mop te verzinnen?

ie

3 Bekijk de fragmenten uit Loslopend wild en Wat als?. Welke humortechnieken uit het Tip-kader herken je? Haal nu de stand-upcomedian in jezelf naar boven. Je krijgt een onderwerp toegewezen.

rs

4 Brainstorm in groepjes over wat jullie positief en negatief vinden aan het onderwerp. 5 Nog inspiratie nodig? Bekijk het filmpje van comedian Serine Ayari. Waaruit haalt Serine inspiratie?

fv e

6 Probeer nu uit jullie brainstorm grappen te bedenken. Gebruik de humorsoorten en -technieken die je in deze les al zag: overdrijf, stel zaken minder erg voor, veralgemeen, maak absurde combinaties, boots bepaalde situaties na …

Tip

Deze veelvoorkomende technieken geven je tekst of voordracht de nodige humor. • Gebruik stereotypen. Mijn Nederlandse buurman is gierig. Onze blonde secretaresse is dom. • Veralgemeen. Alle vrouwen zijn koopverslaafd. Alle blanken zijn racistisch. • Doorbreek sociale verwachtingen. Mijn grootmoeder is verslaafd aan Fortnite. Onze slager is vegetariër. • Bedenk ongerijmde combinaties. Herman Brusselmans schreef een liefdesgedicht voor Queen Elisabeth. Ik ben dol op chips met confituur.

pr oe

2

b6 Humor en stand-upcomedy

91


3

Theatertekens en humor bij comedy

N

© Belga

IN

In de volgende opdracht bekijken we enkele stand-upshows van dichterbij. Aangezien stand-upcomedy een vorm van theater is, kunnen we een show ook analyseren aan de hand van theatertekens.

Alex Agnew

18.7

2 Analyseer de visuele tekens in het fragment.

18.7

3 Analyseer de auditieve tekens in het fragment.

VA

1 Bekijk het fragment uit de voorstelling Unfinished Business van Alex Agnew.

4 Vergelijk jouw analyses met die van een medeleerling.

5 Welke vormen van humor herken je in het fragment? Geef een voorbeeld van: ironie – sarcasme – cynisme – absurde humor – taboehumor – taalhumor – situationele humor – karakterhumor.

fv e

rs

ie

©

1.9

Xander De Rycke

Kamal Kharmach

pr oe

6 Bekijk nu de fragmenten uit de shows van Xander De Rycke en Kamal Kharmach. Merk je verschillen op tussen Alex Agnew en deze comedians? Bespreek zowel de inhoud als de visuele en auditieve tekens. 7 Analyseer nu ook één van bovenstaande fragmenten: bespreek de theatertekens en humorvormen. Je leerkracht deelt de oplossing. 8* Welke comedian vind jij het grappigst? Waaraan ligt dat, denk je? De onderwerpen, de visuele en/of auditieve theatertekens die ze gebruiken …?

92

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


IN

Lachen verboden? Over de grenzen van humor

Philippe Geubels

1 Welke vorm van taalhumor herken je in de mop van Nikam? 2* De mop van Dani over een Turk zorgt voor commotie.

VA

a Kan die mop voor jou? Waarom wel/niet? b Verzamel enkele argumenten voor en tegen die mop.

N

Je bekijkt een fragment uit De Klas.

3* Grappen over mensen met een fysieke beperking plaatsten we onder de noemer taboehumor. a Welke andere taboeonderwerpen zijn er nog volgens jou?

©

b Mag je met die onderwerpen lachen volgens jou?

Je leest nu het fragment Waarom er geen grens is aan grappenmakerij op de pagina hiernaast.

ie

4 Wat wordt er over de grenzen van humor gezegd?

5 Wat leert dit artikel ons over de grenzen van humor? Vat kort samen. 6 Welke andere factoren bepalen of er gelachen wordt met een mop?

rs

7 Verklaar: ‘Bij de islam zijn grappenmakers vaak pragmatisch.’ 8 Wat is vaak een groot misverstand bij humor?

fv e

9 Je bekijkt nog twee voorbeelden van controversiële humor. a Vat kort samen waarom bepaalde mensen problemen hebben met de humor. b Ben je het met hen eens of oneens? Verzamel argumenten voor of tegen bij elk voorbeeld. 10 Formuleer op basis van de vorige opdracht jouw mening over een van de fragmenten en beargumenteer.

pr oe

4

b6 Humor en stand-upcomedy

93


Waarom er geen grens is aan grappenmakerij

N

Daarnaast is wat er leeft in de maatschappij door­slaggevend. Begin twintigste eeuw werden moppen over seks niet en grappen over etnische verschillen wel aanvaard, nu is het omgekeerd, zo geeft Debrael aan. Boukes: ‘Uiteraard gaan comedians omzichtiger om met islam, omdat dat nu een thema is dat de maatschappij erg polariseert in politieke zin, wat je van transgenders niet kunt zeggen. De grappenmakers zijn daarbij ook pragmatisch. Het is niet omdat je met alles mag lachen dat dat ook moet. En iedereen weet dat grappen over de islam heel veel gedoe en risico’s kunnen opleveren.’

©

‘Humor zoekt grenzen op en doorbreekt ze. Dat is net de bedoeling’, zegt filosofe en communi­catiewetenschapper Marlies Debrael (KU Leuven), die er onderzoek naar doet. ‘En wat die grenzen zijn, is voor iedereen anders. Net daarom vindt de ene de pruikengrap hilarisch en de andere wansmakelijk. Veel hangt af van wie de grap maakt en bij wie ze terechtkomt. Wel is het zo dat grappen die één individu viseren en die niet zijn bedoeld om een taboe te doorbreken maar vooral om uit te lachen, doorgaans veel meer tegen de borst stoten.’

Kampioenen een derde film maken en hij die niet meer zal zien. ‘Je zou denken: lachen met terminaal zieken kan niet’, zegt Agnew. ‘Maar hier lach je niet met die zieke, maar met het gegeven dat zelfs dood zijn minder erg is dan die film te moeten zien. Humor is gelaagd en niet eenduidig, waardoor er geen regels vast te leggen zijn.’

VA

Hoe moet dat, humor beoefenen binnen de grenzen, en waar liggen die grenzen dan? De vraag moet zo oud zijn als de eerste mop. Professionals moeten er eens goed mee lachen. Want het heeft iets komisch: zoeken naar iets wat eigenlijk niet bestaat.

IN

Waar liggen de grenzen van humor, vragen sommigen zich af. ‘Dat eeuwig zoeken naar die grenzen is zo absurd geworden dat mijn nieuwe show erover gaat’, reageert comedian Alex Agnew. Humoronderzoekers beamen: dé grenzen gaan we nooit vinden.

rs

ie

Tussen serieus en satire Ook Mark Boukes, assistent-professor communi­ catie­ weten­ schappen (Universiteit van Amsterdam) en gespecialiseerd in humor, benadrukt hoe door­slaggevend het is wie de grap maakt.

pr oe

fv e

‘Comedians krijgen doorgaans alle ruimte om ver te gaan, politici, journalisten of gewoon medeburgers veel minder. Omdat de afspraak tussen comedians en het publiek is dat zij grappen maken en het niet per se menen, terwijl je dat bij de meeste andere mensen helemaal niet weet. Professionele grappenmaker Alex Agnew benadrukt daarnaast hoe zelfs grote taboeonderwerpen vlot naar binnen glijden als de grap maar heel goed is. ‘Als je maar grappig genoeg bent, kun je met alles lachen.’

Terminaal ziek Hij geeft het voorbeeld van de grap die Geubels in zijn programma maakte over iemand die terminaal ziek is. De dokter zegt hem dat hij goed en slecht nieuws heeft en het goede nieuws is dat FC de

In veel hoofden zit niet alleen steeds meer veront­waardiging, maar er broeien ook mis­verstanden. Marlies Debrael: ‘Het valt op dat mensen het onderscheid niet maken tussen een grap over iets maken, en het eens zijn met een stelling. Onderzoek toont duidelijk dat het niet is omdat je een seksistische of racistische grap maakt of ermee lacht, dat je een seksist of racist bent.’ Wie zich toch blijft afvragen of er geen paal en perk aan bepaalde grappenmakerij moet worden gesteld, staat volgens Agnew best stil bij het volgende: ‘De enige wereld waarin niemand ooit beledigd kan zijn door humor, is een totale dictatuur waar permanente censuur heerst, zelfs over bananenschillen.’ Bron: www.demorgen.be

woord eenduidig: ondubbelzinnig, duidelijk etnisch: wat een volk betreft polariseren: tegenstellingen vormen pragmatisch: gericht op feiten, praktisch ingesteld de dictatuur: bestuur door een alleenheerser met onbeperkte macht die een schrikbewind voert de censuur: boeken, films, programma’s … verbieden of delen eruit schrappen

94

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


b Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

Stadsdichters

b7 b1

1 Je maakt kennis met poëzie die de dichtbundel overstijgt en leert wat een stadsdichter doet 2 Je herhaalt een aantal termen (rond rijm, beeldspraak, stijlfiguren) om gedichten te analyseren en drukt je persoonlijke voorkeur uit

IN

3 Je leert creatief omspringen met de link tussen poëzie en locatie 4 Je maakt kennis met een historische stroming: de rederijkersliteratuur uit de 16e-17e eeuw

Rondje poëzie

1

C

zullen we open witte vlaktes want het lijkt alsof met de poolkappen ook de witruimte in onze bedrukte hoofden verloren gaat

Wij zijn de levende tijd. Wij hebben emmers licht en lijm nodig, de heling van verbeelding.

VA

Witruimte

Maarten Inghels. Contact

©

A

N

Als inleiding doe je eerst een rondje poëzie! Je leerkracht legt uit hoe je te werk gaat.

D

rs

ie

zullen we de stralen van de A niet verzuren tot de schreeuwerige spetters van Leon Van der Neffe dat dit niet de stad van ’t schelden wordt

fv e

in al de talen waarin wij hier wonen ontplooien open witte vlaktes want het is in onze sprakeloosheid dat wij elkaar het best verstaan

pr oe

Bron: Het stad in mij, door Maud Vanhauwaert, uitgegeven bij Das Mag

B

Ik zie je. In de lege stoel aan de eettafel. In de winkel waar de rekkenvuller op je lijkt. Op het familiefeest waar jij altijd de mensen bedient. Ik zie je. Ik zie je naast me liggen als ik me omdraai in bed. Ik zie je overal want ik kan je niet lossen. Je bent nooit echt vertrokken.

Reis rond de wereld in vierenveertig dagen Jouw reis rond de wereld in vierenveertig dagen: Roemenië, Servië, Italië, Parijs, Luik, Edegem; in Wilrijk, Antwerpen, een witte kist, het niets. En dat terwijl tussen wieg en graf grosso modo een langer leven past. Je groeit op, verdient het om verliefd te worden op het strand van Barcelona, het noorderlicht in Noorwegen te ontdekken, je krijgt een kind, of twee, of drie, waarvoor je zelf wiegeliedjes zingt – nadien pas Napels zien. Niet dit. We wilden een kans om met jou te praten over je twee namen, de geur van tientallen steden in je bloed, over maan en roos en vis. Niet dit: nog tandeloos en al verloren zoon van Europa, met je onbekende paspoort en kapotte kompas, met twee ouders hun adresloze gemis. Maarten Inghels. De eenzame uitvaart

Janan Daniels

b7 Stadsdichters

95


2

Stadspoëzie De gedichten die je zonet gelezen hebt, zijn allemaal het werk van zogenaamde ‘stadsdichters’. Dat zijn dichters die door een stad of een gemeente worden aangesteld om voor een bepaalde periode gedichten te schrijven over de stad en de gebeurtenissen die er plaatsvinden. Dikwijls krijgen die gedichten dan ook een plaats op openbare plaatsen en niet (of toch niet in eerste instantie) in een bundel. Nederland kent die traditie al sinds 2001, Vlaanderen (vooral Antwerpen) volgde in 2003.

IN

1* Heeft jouw stad of gemeente een stadsdichter? Zoek het even op.

2* Ben je in jouw stad al poëzie in het openbaar tegengekomen? Zo ja, waar (en eventueel: welk gedicht)? Je leerkracht toont je waar de gedichten van p. XXX tot leven komen.

N

3* Kies nu het gedicht dat jou het meest aanspreekt en probeer volgende vragen te beantwoorden. b Zit er rijm in het gedicht? Zo ja, welke rijmvorm?

VA

a Zitten er vormen van beeldspraak of stijlfiguren in het gedicht? Zo ja, welke?

c Welke beeldspraak, stijlfiguur of rijmvorm kun je koppelen aan de locatie van het gedicht?

Rederijkerij

©

3

ie

Theaterorganisatie Opendoek organiseert elk jaar een toneelfestival, het zogenaamde Landjuweel. 1 Bekijk het promofilmpje voor de editie van 2019. Wat valt je op?

rs

De traditie van het Landjuweel gaat terug tot de rederijkers in de 16e eeuw. Je bekijkt een beeldfragment waarin Maartje Dewilde de historische oorsprong uitlegt.

fv e

2 Neem notities met speciale aandacht voor de functies van de rederijkers en het competitie-element. 3 Bespreek nu de rederijkers met de info uit je notities en met behulp van de bronnen. a Gebruik de topische vragen (wie, waar, wat, wanneer, waarom en hoe) om je antwoord te structureren. b Vermeld ook de bekendste rederijker in onze contreien.

pr oe

c Op welke manier leeft dit fenomeen vandaag nog?

Voorbeeld van een schaakbordgedicht, een populaire dichtvorm bij de rederijkers waarbij je het gedicht in alle richtingen van de vakjes kunt lezen.

96

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

BRONNEN


Jan Smeken was 500 jaar geleden Brusselse stadsdichter en rederijker. Hij schreef het gedicht Dwonder van claeren ijse en snee naar aanleiding van het sneeuwpoppenfestival in Brussel. Daarbij waren in 1511 meer dan 100 sneeuwsculpturen te vinden in de stad, die allemaal mythische en Bijbelse figuren uitbeeldden. Zijn gedicht beschrijft dit parcours, maar geeft tegelijkertijd kritiek op de toenmalige maatschappij. 4 Luister naar het fragment en beantwoord de vragen. a Welke Bijbelse en mythische figuren komt de wandelaar tegen in dit parcours? b Wat is er satirisch aan dit fragment?

N

Spreken: klasjuweel

A

VA

Als creatieve opdracht organiseren we nu zelf een ‘klasjuweel’! Kies een van de opties en volg het stappenplan.

©

Je gaat op zoek naar een gedicht dat jou aanspreekt en doet denken aan (een bepaalde locatie op) school. Zorg voor een gedicht uit een gepubliceerde bundel, ga op zoek in je bib. Denk na over de plaats waar je het gedicht wilt tonen of hangen. Dat kan de eetzaal, je klas of het toilet zijn.

ie

B Je gaat op zoek naar een gedicht dat jou aanspreekt omwille van de (maatschap pij) kritische, humoristische of satirische boodschap. Dat kan bv. een gedicht zijn over het lerarenschap, over scholen in het algemeen … Je stelt met andere woorden iets ove r school aan de kaak. Zorg voor een gedicht uit een gepubliceerde bundel, ga op zoek in je bib.

rs fv e

STAP 1

Ga op zoek naar de beeldspraak en rijm in jouw gedicht. Kun je die koppelen aan je gekozen locatie en/of aan de humor/satire?

pr oe

4

IN

c Het gedicht wordt soms als absurd omschreven. Wat is er absurd humoristisch aan dit fragment?

TIP

STAP 2

Werk je gedicht creatief uit. Het gedicht gewoon printen op een poster volstaat niet! Opdracht 3 uit lesdeel 2 kan dienen als inspiratie.

STAP 3

Kies een van de volgende opties. Optie 1: herwerk je gedicht tot een kort toneelstuk, een monoloog of een dialoog van twee à drie minuten. Werk voor deze optie eventueel samen in duo’s. Optie 2: bereid een sales pitch (verkooppraatje) van twee à drie minuten voor bij jouw gedicht. Het is immers de bedoeling dat we nadien stemmen om het beste resultaat op school te realiseren. In die sales pitch: • lees je het gedicht expressief voor; • bespreek je kort je keuze voor de vorm en de locatie; • koppel je kort de beeldspraak en de rijmvorm aan de locatie.

STAP 4

Bekijk de evaluatiematrix op iDiddit om na te gaan of je resultaat beantwoordt aan alle criteria.

b7 Stadsdichters

Bekijk de websites van Maarten Inghels en Maud Vanhauwaert ter inspiratie.

97


b Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

De dystopische roman 1 2 3 4

1

Je kent het verschil tussen utopie en dystopie Je kunt de dystopische kenmerken in klassieke en recente verhalen aanduiden Je krijgt inzicht in de geschiedenis van het dystopische genre Je maakt kennis met enkele klassiekers van het genre

IN

b8 b1

Inleiding

N

Hieronder vind je de verklaring van twee belangrijke termen die je in deze les leert kennen.

VA

1* Welke link legt de definitie in Onze Taal?

afschrikwekkend toekomstbeeld

ie

uto·pie (de; v; meervoud: utopieën) onbereikbaar ideaal

©

dys·to·pie (de; v; meervoud: dystopieën)

pr oe

fv e

rs

Bron: vandale.nl

dystopie (de) betekenis afschrikwekkend toekomstbeeld uitspraak [dis-to-pie]

woordfeit De Britse schrijver Thomas More beschreef in een invloedrijk boek uit 1516 een denkbeeldig land waar alles volmaakt was: de ideale samenleving. Hij noemde dat land (en het boek) Utopia. Daaraan danken we het woord utopie, ‘onbereikbaar ideaal, droombeeld’. More vormde de naam met de Griekse woorden ou ‘niet’ en topos ‘plaats’; letterlijk was Utopia dus ‘Nergensland’, omdat zo’n plaats in zijn ogen niet echt kon bestaan. In de 20e eeuw ontstond een term voor het tegenovergestelde van een utopie: dystopie, een verre van ideale samenleving, oftewel een schrikbeeld. In dystopie zit het Griekse dys, ‘moeilijk, slecht’. Bron: onzetaal.nl

98

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


De termen utopie en dystopie kun je gebruiken in verschillende contexten en verschillende periodes uit de geschiedenis. In volgend fragment lees je hoe ze gebruikt worden om iets te vertellen over de wereld na de Tweede Wereldoorlog.

IN

N

De ongeremde exploitatie van de natuurlijke rijkdom in de ontwikkelingslanden en de sociale uitbuiting van meer en meer sociale klassen wereldwijd konden alleen maar door een toenemende en genadeloze repressie in stand gehouden worden. Denk maar aan de (militaire) dictaturen in Latijns-Amerika, Afrika en Azië, waar een kleine topklasse beter werd, terwijl de rest afgleed naar een overlevingsstrategie. Hun wereld noemen we een dystopie.

ie

©

De kentering kwam er in de jaren zestig. De provo’s en hippies klaagden de excessen van de westerse maatschappij aan. De westerse maatschappij was te veel gericht op consumptie en technologie en dat ging ten koste van mens

en milieu. Ook het oorlogsgeweld bleef bestaan. Denk maar aan de Vietnamoorlog. En hun intuïtief aanvoelen werd door het Rapport van de Club van Rome in 1973 en de oliecrises in 1973 en 1978 hard gemaakt. De westerse wereld was geen ideale wereld.

VA

Na WO II leken er op verschillende vlakken doorbraken te komen: allerlei ziekten zouden door de antibiotica minder levensbedreigend worden, kanker zou binnen de 30 jaar overwonnen zijn, ruimteschepen met kernreactoren zouden de mens naar alle uithoeken van het universum brengen, honger en armoede zouden door betere landbouwtechnieken en een eerlijkere verdeling van de rijkdom uitgebannen zijn. Dit geloof in een ideale, maar onmogelijke wereld noemen we een utopie.

rs

2 Vul de kenmerken van de dystopische wereld aan in het Onthouden-kader.

Onthouden

pr oe

fv e

De belangrijkste kenmerken van een dystopische wereld zijn: • een … wereld, • een … overheid, • de … voor de toekomst, • de … censuur, • de (sociale) … beheersen het leven, • het leven is zo … dat de mens naar hulpmiddelen grijpt om te (over)leven, • de … domineert de mens en de maatschappij.

3 Bekijk de volgende boekcovers, fragmenten en filmaffiches. Geef bij de dystopieën minimaal drie dystopische kenmerken. Opgelet: er zit een vreemde eend in de bijt, want één verhaal is geen dystopie.

woord

de provo’s: jongeren die midden de jaren 60 in Nederland op een ludieke manier de autoriteiten zoals politie of politici provoceerden of uitdaagden het exces: uitspatting, uitwas intuïtief: je weet of voelt iets direct aan, zonder dat je erover nagedacht hebt de exploitatie: ontginning de repressie: onderdrukking de overlevingsstrategie: als de materiële of psychische leefomstandigheden zo moeilijk zijn, doet de mens alles om gewoon fysiek of psychisch te overleven

b8 De dystopische roman

99


In Zehs verhaal dragen alle mensen een chip in hun bovenarm, vergelijkbaar met de chip die men vandaag al op identiteitsbewijzen aanbrengt: hij bevat biometrische gegevens, van vingerafdruk tot DNA-profiel. De fysieke gesteldheid van de bewoners wordt verder gecontroleerd via meetapparatuur in de riolering, via een verplicht aantal dagelijks af te leggen kilometers op een hometrainer en ook via een uitgekiend systeem dat bepaalt wie zich met wie mag voortplanten: eenzelfde immuunsysteem is daarbij een absolute vereiste. Roken is een ernstig misdrijf, of meer algemeen: alles wat je ongezond kunt noemen, is gecriminaliseerd. Een en ander speelt zich niet langer af binnen een staatsstructuur, maar de staat is vervangen door ‘De Methode’. Die ‘Methode’ zou onfeilbaar zijn.

IN

A

Bron: gent.bibliotheek.be

Het verhaal van de Dienstmaagd speelt zich af in een republiek waarvan het totalitaire regime naar de letter van het Bijbelboek Genesis heerst. De maatschappijvorm die daaruit voortvloeit, is op zijn zachtst gezegd bizar. De Dienstmaagden vormen een van de nieuwe ‘klassen’ in deze strikt gereguleerde maatschappij. Ze hebben slechts één functie: het verzorgen van de voortplanting. Vanfred, de vertelster, behoort tot die klasse en is gedwongen haar leven grotendeels in stilte door te brengen. Alleen ’s nachts in haar sobere kamer is ze vrij om zich over te geven aan haar illegale herinneringen: het lezen van boeken, haar eigen naam, het nu irrelevant geworden begrip ‘liefde’.

VA

N

B

©

Bron: www.hebban.nl

D

ie

C

© PictureLux, PictureLux / The Hollywood Archive

pr oe

fv e

rs

De hoofdpersoon Mae Holland wordt door haar vriendin Annie aangenomen bij het fictieve internetbedrijf De Cirkel, een combinatie van Google, Facebook en Twitter. Mae is een jonge vrouw die aan het begin van haar carrière staat. Ze heeft behoorlijk wat affectie nodig van mannen, zo flirt ze met personages als Francis, Mercer en met de mysterieuze persoon Kalden. Maes vader lijdt aan multiple sclerose en kampt met verzekeringsproblemen, waardoor hij financieel niet in staat is om een behandeling te starten. Later in het verhaal speelt dat een belangrijke rol. Het bedrijf ‘De Cirkel’ wil alles in de wereld deelbaar en openbaar maken, ze streven naar een monopolie op het vlak van internetgebruik en naar afschaffing van de privacy. In het verhaal zien we, door de ogen van Mae, hoe ‘De Cirkel’ meer en meer macht krijgt over de volledige (privé-) wereld. Zo ontwikkelen ze programma’s als SeeChange, PastPerfect en SoulSearch om informatie van hun klanten te kunnen krijgen. Het uiteindelijke doel van De Cirkel is ‘the completion’: het rond maken van de cirkel, volledige kennis van elke burger hebben.

Bron: nl.wikipedia.org

100

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


E

fv e

rs

ie

©

VA

N

IN

Met gespitste oren luister ik of ik op straat voetstappen hoor. Stampend. Marcherend. Maar nee, niets. Alleen het vertrouwde tjirpen van de krekels, af en toe vaag geronk van een auto in de verte en een geruis zo zwak dat ik niet weet of het de wind is of het gespannen snuiven van mijn eigen ademhaling. Alles is hetzelfde als altijd: het perfect gemaaide gazon van Center Square, de fonkelende lichtjes van de muziekkoepel, het gele schijnsel van de buitenlampen naast de deuren. In de verte zie ik rook omhoogkringelen. Bijna iedereen uit de stad is bij de boekverbranding, dus zou ik veilig over straat moeten kunnen. Of in elk geval: veiligér. Ik meet de tijd niet meer af volgens de oude kalender; ik let niet meer op de datum. Er is alleen nog Toen en Nu. Er is alleen nog wat we ooit waren en wat er van ons geworden is. Tweeënhalf jaar geleden is het dat de verkiezingen gehouden werden. Twee jaar geleden dat de nazi’s hun mars in Washington DC hielden. Achttien maanden geleden dat de anti-islamwet er kwam. Een jaar geleden dat we door onze antwoorden bij de volkstelling op de lijst belandden. Negen maanden geleden dat de eerste boekverbranding plaatsvond. Zes maanden geleden dat de uitsluitingswetten van kracht werden. Vijf maanden geleden dat de minister van Justitie bepaalde dat de zaak Korematsu vs. de Verenigde Staten een precedent schiep voor de internering van burgers in tijden van oorlog. Drie maanden geleden dat de eerste moslims in de publieke sector hun baan verloren. Twee maanden geleden dat een felle islamofoob tot minister van Oorlog werd benoemd, een kabinetspost die sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer had bestaan. Een maand geleden dat de president van de Verenigde Staten in een toespraak voor het Congres, live uitgezonden op televisie, verklaarde dat ‘moslims een bedreiging vormen voor Amerika’. Ik had gedacht dat ons liberale universiteitsstadje er langer tegen zou vechten, de rug langer recht zou houden. Sommigen deden dat ook. Het was echter verbazingwekkend hoe snel gewapende militairen en pepperspray korte metten maakten met de goedbedoelde protesten van ruimdenkende mensen in groene stadjes als het onze. Ze vinden nog steeds plaats, de tot rellen uitgegroeide betogingen, al besteden de reguliere media er geen aandacht aan. Het verzet leeft, zeggen sommigen, maar niet in mijn stad, en niet op het avondnieuws. Over dertig minuten gaat de avondklok in en het is stom om zo’n risico te nemen. Mijn ouders ontploffen als ze erachter komen dat ik niet in mijn kamer zit te lezen. Maar ik moet David zien. Ik dwing mezelf om rustig te lopen, hoofd rechtop alsof ik niets te verbergen heb, al schreeuwt elke spier in mijn lichaam dat ik moet rennen, terug naar huis. Formeel doe ik niks verkeerds, nog niet, maar als de politie me aanhoudt … Nou ja, laten we zeggen dat die er akelig goed in is om over formaliteiten heen te stappen. Adem in, adem uit. Kalm aan.

pr oe

Samira Ahmed. Ingesloten

F

Het boek gaat over een vader en zoon die samen op weg zijn naar het zuiden. Amerika is verwoest (waarschijnlijk verbrand, alles ligt in as) en voedsel is zeldzaam. Daarom zijn veel mensen kannibaal geworden, maar ze willen dat niet. Kannibalen worden in het boek ook wel de ‘bad guys’ genoemd. Vader en zoon proberen op andere manieren aan voedsel te komen. Ze gaan bijvoorbeeld huizen binnen (met het gevaar kannibalen tegen te komen) op zoek naar voedsel. Hun voedselvoorraad nemen ze mee in een cart (winkelkarretje). Daarin zitten ook hun verrekijkers, dekens en pistolen. Ze slapen bij een brug of in de bossen. De kannibalen rijden in vrachtwagens op de weg (the road). Die weg moeten ze zo veel mogelijk proberen te vermijden. Een keer zet een kannibaal een mes tegen de keel van het zoontje. Zijn vader ziet dan geen andere optie dan hem door zijn hoofd te schieten en ze weten te ontsnappen. Het boek bevat ook flashbacks met de moeder. Bron: www.scholieren.com

b8 De dystopische roman

101


2

Lezen: Leven we in een dystopie? In de loop van de geschiedenis hebben verschillende romanschrijvers nagedacht over de toekomst van de wereld. Heel vaak was dat niet zo positief, maar sommige van die romans zijn wel klassiekers en must-reads geworden!

IN

Lees de tekst Leven we in een dystopie? van Martijn Lindeboom in de Trajectwijzer op p. 221-223. 1 Noteer een aantal auteurs en titels die je interessant vindt.

Voor de zondeval

VA

3

N

2 Welke kenmerken van dystopie worden in het artikel gegeven?

Situering

©

Je leest op de volgende pagina’s het verhaal Voor de zondeval van Nelleke Noordervliet.

1 Wie is de protagonist? Wat weet je over zijn/haar leven nu? Hoe voelt dat leven aan voor de protagonist?

ie

2 Wie is de antagonist? Wat weet je over zijn/haar leven nu? Hoe voelt dat leven aan voor de antagonist? 3 Wat kom je te weten over hun relatie vroeger?

rs

4 Wat kom je te weten over de maatschappij waarin dit verhaal zich afspeelt?

fv e

Het verhaal beleven

5* Hoe denk je dat het verhaal verder verloopt? a Zal de ‘ik’ meegaan met Max? Of geeft Max het verzet op en kiest hij voor een burgerlijk leventje met de ‘ik’? b Wat zou jij doen?

pr oe

6* Doen gebeurtenissen in dit verhaal je denken aan recente of historische gebeurtenissen in je eigen land of in de wereld?

Doordringen tot de tekst 7 Onderzoek of dit verhaal aansluit bij de oudere of bij de nieuwere dystopieën. a Zoek tijdens het lezen naar zinnen die verwijzen naar typische dystopische kenmerken. b Bepaal telkens om welk kenmerk het gaat: onaangename wereld – onderdrukkende overheid – angst voor de toekomst – censuur – media beheersen het leven – het leven is banaal/fake – verzet – romantiek. c Martijn Lindeboom gaf in zijn artikel in de Trajectwijzer op p. 221-223 ook kenmerken van nieuwe dystopische verhalen. Welke vind je terug in deze tekst?

102

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


Voor de zondeval

20

IN

Natuurlijk word ik geobserveerd, zoals iedereen. Niemand weet wanneer de camera’s scherp getrokken worden op je bewegingen. Soms volgen ze je dagen achtereen met hun kleine, zwarte pupillen, zonder te knipperen. Ze zijn geduldig en koppig, ook al maai je alleen maar het gras of doe je boodschappen in het winkelcentrum. Men zegt – als mensen er überhaupt over spreken – dat de aandacht ook weleens ‘uit’ staat; je weet niet wanneer. Het is vergelijkbaar met het risico dat een kat neemt als hij hollend een drukke weg oversteekt. Soms haalt hij het. Ik vertrouw op het geluk van Max. Hij klopt aan als ik een halfuur thuis ben en de aandacht van de surveillanten misschien verslapt. Ik heb intussen radeloos door mijn kamer gelopen, opeens als de dood dat de macht ook hier is doorgedrongen in de fittingen en de brandmelders, of ik nu de favoriete zangeres van de Protector ben of niet. Hij is opgetrokken uit achterdocht. Eenmaal binnen ontspant Max zich. Hij grijnst. De knikker blijft zonder uitdrukking, alsof die alleen aan werkelijke vreugde meedoet. ‘Je hebt zeker geen alcohol in huis, braaf meisje dat je bent.’ ‘Thee kun je krijgen. Water.’ Ik maak thee voor ons, maar ben te rusteloos om te gaan zitten. Max leunt achterover op mijn bank, handen om de warme beker, en slaakt een zucht van behaaglijkheid. Het is de vraag of de kat het heeft gehaald en of zijn komst niet is opgemerkt. ‘Waarom ben je naar mij toe gekomen?’ ‘Omdat niemand me hier zal zoeken.’ ‘Ze zijn je op het spoor!’ ‘Waarom heb jij dan ja gezegd?’ ‘Omdat niemand je hier zal zoeken?’ ‘Je hoort niet bij de makke schapen. Ik wist het wel.’ Dat kon hij niet weten. De afgelopen twintig jaar hadden me kunnen temmen. Het had er alle schijn van, als ik in het staatstheater mijn liederen zong, toegejuicht door de Protector in zijn kogelvrije loge. Mijn teksten loofden de wet, het volk, de vrede, de welvaart die we hadden verworven en die gelijk werd verdeeld, de vreugde van de arbeid en de oogst; de muziek was vrolijk, opgewekt, soms romantisch. Ik legde veel overtuiging in mijn uitvoering, die door Max waarschijnlijk werd verstaan als ironie. Maar openlijke ironie was uitgestorven, liever gezegd doodgehongerd. Dat stervensproces was ook in de privésfeer doorgedrongen. De jongere generaties werden zelfs zonder het vermogen te spotten geboren, dacht ik. Dat Max ironie in mijn teksten hoorde, lag meer aan hem dan aan mij. ‘Dat kun je niet weten.’ ‘Ik bewonder je. Het is fabelachtig goed. De verborgen boodschap wordt gehoord.’ ‘Er is geen verborgen boodschap.’ ‘Wij gebruiken je teksten voor onze communicatie. Als ik “Kom naar het plein en zing van de vrede” app, komen vrienden naar een terras in het centrum. En straks zal ik met behulp van jouw telefoon het volgende bericht laten uitgaan: “De avond is gevallen in onze stille tuin.” Dan weten ze dat ik hulp nodig heb.’

30

pr oe

35

fv e

rs

25

N

15

(‘Ik weet een weg’, zegt Max. Het bloed stroomt langs zijn gezicht. Achter ons branden huizen, huilen sirenes en klinken hollende voetstappen, schreeuwende mensen, schoten. We zijn kinderen. Vijftien jaar oud. Hij trekt me mee. Hij weet een weg.)

VA

10

©

5

‘Ja, dat is goed’, zeg ik. ‘Kom maar.’ Pas als ik het heb gezegd, slaat de schrik me om het hart en tintelt tot in mijn vingers en in mijn tenen. Ik wankel, hou me dan recht. Die verdomde impulsiviteit, die ik in bedwang dacht te hebben! Nu kan ik niet meer terug. Na de voorstelling wachtte hij me op. Omdat ik weet waar alle camera’s hangen en ze zo veel mogelijk omzeil, zag ik dat hij net in een dode hoek was gaan staan. Ook gevaarlijk, omdat de onderbreking wordt gesignaleerd. ‘Ken je me nog?’ vroeg hij. Het was Max. Twintig jaar later, twintig jaar ouder, maar onmiskenbaar Max, met het ene levende oog. In de andere oogkas was met kunst- en vliegwerk een starende knikker gepropt. ‘Er is weinig tijd’, zei hij. ‘Help me.’ In drie strak geformuleerde zinnen vertelde hij me dat zijn alias was gehackt, dat de Dienst hem op het spoor was en dat hij opgepakt en gedeporteerd zou worden, of erger. Tenzij. ‘Ik blijf niet lang’, zei hij. ‘Ik weet een weg.’

ie

1

40

45

50

b8 De dystopische roman

103


60

N

65

‘Ja, ik zie ze in de zon zitten, ze spelen, ze zingen en ze barbecueën. Ik zie dat ze fluitend naar hun werk gaan. Ik zie ze elkaar beleefd voorrang geven, de hand opsteken en groeten. De kinderen worden opgevoed met samenzang en lofprijzing. Het is een laagje mierzoet glazuur over een leegte. Vijftig jaar geleden was er een film: The Truman Show, waarin een man zonder het te weten opgroeit in een gigantisch decor en een totaal gescript leven leidt. Onze wereld is een Truman Show zonder Truman. Of met alleen maar Trumans. Alles is nep. Alle relaties zijn fake. Iedereen speelt geluk. Iedereen speelt zo goed geluk dat ze erin zijn gaan geloven.’ ‘Dat is niet waar. Mensen zijn echt opgelucht. Je weet toch nog hoe het was?’ zeg ik. Ik heb het koud.

IN

55

Ik laat bijna mijn thee uit mijn handen vallen. Als dat bekend wordt, loop ik nog meer gevaar dan Max. ‘Dat is een rotstreek. Godverdomme, als dat uitkomt …’ ‘Je bent onschendbaar. Hij houdt van je.’ Max staat op, loopt door mijn woonkamer en becommentarieert de ruimte met een veelzeggend gebaar, inderdaad een immense gouden kooi, dankzij mijn succes aangeschaft. ‘Ik neem het je niet kwalijk’, zegt hij. Dat doet hij wel, ik zie het en hoor het. Hij vindt me een opportunist, een collaborateur, al komt hem dat nu toevallig uitstekend uit. ‘Er is vrede’, zeg ik. ‘Er is rust. Niemand wil meer terug. Ze zijn verlost van de rancune. Ze zijn verlost van de burgeroorlog, van de chaos.’

VA

ie

75

©

70

(Hoe het was voordat het netwerk van Engelen met hun handlangers, die Protector, Leider of Leraar werden genoemd, de brandende wereld redde? In puin geschoten steden. Geblakerde autowrakken op uitvalswegen. Milities. Smekelingen, de armen om de knieën van soldaten geslagen, de onverschillige kogel door het hoofd. Beelden van een parlement waar machteloze mannen in pakken vergaderen. Een op hol geslagen tank met draaiende geschutskoepel, willekeurig schietend. Mortieren, flakflak-flak, extatische schutters in vrachtwagens. Optochten voorafgegaan door trommelslagers, vaandels met hakenkruisen, kaalgeschoren mannen gewapend met fietskettingen. Plunderende kinderen. Moslimposses. Blaffende luidsprekers met het geluid van hysterische warlords, voormalige beursspeculanten. Een vrouwenstem die een klaaglied zingt. Het volk in opstand tegen de elites. Op de Veluwe zijn massagraven ingericht voor politici, rechters, journalisten, schrijvers, geleerden. Dagelijks executies. Killing fields. Tribunes voor bezoekers. Bij elke rollende kop een massaal ‘hopla’.)

rs

pr oe

85

fv e

80

‘We leven in een postrevolutionaire tijd. En de verkeerde kant heeft gewonnen’, zegt Max. ‘De winnaar heeft altijd gelijk.’ ‘Dat is een fatalistisch en fataal cliché.’ We staan tegenover elkaar. Ik zie zijn littekens en zijn angst. Hij is helemaal niet zeker van me. Ik ben niet zeker van mezelf. Ik wil huilen of gillen om de spanning op te lossen die hij heeft binnengebracht. Ik draai me om, blind en doof omdat het vanbinnen raast, en zet de televisie aan. Vanwege het late uur is er een licht-erotische spelshow met veel dubbelzinnige grappen en blote tieten. Er zijn geen verliezers. Ik haal diep adem. En nog een keer. Dwing me tot rust. ‘De logeerkamer is aan het eind van de gang’, zeg ik, belangstelling veinzend voor de show. ‘Je telefoon?’ ‘Die krijg je niet. Ik haal morgen wel zo’n wegwerpding voor je.’ ‘Die zijn ook geregistreerd.’ ‘Maak je geen zorgen.’ Hij aarzelt, durft de gang niet op te gaan, wil me in de gaten blijven houden. We strijden zwijgend, terwijl de televisie doorblaat. Ik voel het touw waarvan we beiden een uiteinde in handen hebben. Het staat strak. ‘Ik ga wel weg’, zegt hij. Ik zwijg. Hij blijft.

90

95

(Ik vind aan de rand van een hoop smeulend afval een stuk onbeschadigd katoen, van een doktersjas of zoiets, en in de luwte van een vervallen schuur stelp ik het bloed. Het oog is reddeloos verloren. Brand de wond maar dicht, zegt Max. Goed heet. Ik dek hem toe met mijn jas en ga op zoek naar ijzer. Waar 100 zijn de breinaalden als je ze nodig hebt? Hier en daar gebogen figuren die een uitweg zoeken, spullen meezeulen. Op de achtergrond het grommen van de oorlog. Ik pak een haak waarmee een deur werd opengehouden, houd die langdurig in het vuur en dan tegen zijn oog. Zijn schreeuw gaat op in een explosie een eind verderop, waarvan de hete wind met vonken over ons heen trekt. Mijn haar vat vlam. Ik sla het uit. Blaren op mijn handen. We moeten door, zeg ik. De stad uit.)

104

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


Hij gaat naast me zitten en kijkt met me mee naar de oude presentator met veel te witte tanden die voortdurend ondeugend knipoogt en danseresjes in de billen knijpt. Ook deze olijkerd is een favoriet van de Protector Maximus, zoals de officiële titel van onze autocraat luidt. ‘Heb jij nog stiekem oude boeken bewaard?’ vraagt Max. ‘Ik heb er nooit veel gehad. Mijn ouders hadden alles al weggedaan. Heeft ze niet geholpen.’ ‘Fahrenheit 110 451. Ook al zo’n film van vroeger. Helemaal werkelijkheid geworden. Maar niemand heeft net als in dat verhaal een roman uit zijn hoofd geleerd om het lampje van de beschaving brandend te houden.’ De laatste woorden spreekt hij aanstellerig uit, als een ironisch cliché. ‘Er worden toch nog romans geschreven en digitaal gepubliceerd.’ ‘Met keurmerk van de grote Baas, ja.’ 115 ‘Ik download ze, maar ik lees ze niet’, zeg ik naar waarheid. Ze zijn niet te verteren. ‘Ik wel. Het wordt allemaal genoteerd. Hoeveel tijd je aan een boek besteedt. Waar je ophield. Ik moet voorzichtig zijn. Maar op jou rust geen verdenking. Jij bent de geliefde zangeres, jij schrijft zoete teksten. Jij hoeft niet te lezen.’ Hij neemt mijn hand in de zijne en drukt er een kus op. De aanraking trekt een mes van verlangen door me heen. 120 ‘Er gaat veel dood in mensen’, zeg ik. ‘Ongemerkt.’ ‘Heb je echt geen wijn?’

VA

N

IN

105

ie

©

(Na uren lopen in een grauwe door rook en vuren gepokte duisternis komen we bij het huisje aan de plas waar ik met mijn ouders mooie zomerdagen doorbracht. Er is niemand. Mijn ouders liggen in een kuil op de Veluwe. De sleutel vind ik nog onder de Keulse pot. Sommige dingen blijven normaal. Een bespotting 125 van de werkelijkheid waarin we leven. Flessenpost uit het verleden. Ik begin te lachen. Max hangt doodmoe tegen de muur aan en struikelt naar binnen als ik de deur open. Het ruikt vertrouwd naar vocht en schimmel en naar papa en mama. Ik ben vijftien. Het lachen is huilen. We steken kaarsen aan die altijd klaarstaan voor als de elektriciteit uitvalt. Max vindt een fles whisky, driekwart vol. Papa’s Connemara. Hij drinkt zich bewusteloos om de pijn te stillen. Ik kruip tegen hem aan. Morgen zijn we dood, hoop ik.) ‘Ik heb wat cider. Een vriendin heeft een appelboom.’ ‘Mijn god! Cider! Daar moet je een vat van wegwerken om iets te voelen. Kom op met die drank!’ We drinken het troebele, licht gegiste sap. Bij de spelshow mogen de deelnemers een bubbelbad met levende barbies in. ‘Wat willen jullie eigenlijk?’ vraag ik. 135 ‘Rouwen. Ruzie zoeken. Zelf doen. Huilen. Besluiten. Fouten maken. Kiezen. Ongelijk krijgen. Hopen. Vertrouwen. Afwijzen. Net als vroeger.’ Hij neemt mijn gezicht tussen zijn handen. ‘Net als vroeger.’ Ik deins terug voor zijn geschonden kop, getuigenis van dat ‘vroeger’ van hem. ‘Dat wordt telkens oorlog.’ ‘Dat zeggen de Engelen en hun handlangers.’ 140 ‘Het is waar.’ Hij laat me los. ‘Zelfs als het waar is, kies ik daarvoor.’ ‘Je weet niet wat je zegt.’ ‘Heb je wat te eten?’ Ik warm een pizza op en probeer me te beheersen. Ongrijpbare flitsen van een nachtmerrie. Van dromen 145 ook. Hoe hooi rook. En de eerste vleug voorjaar. De plannen die we maakten. Wat allemaal kon. Alles was ongewis en groots. Maar we waren kinderen, houd ik mezelf voor. Dat is zoals kinderen denken. Denken kinderen nog zo? Denken ze? De vette pizzapunten ruiken naar onze schooljaren, toen alles nog goed leek en niemand het gerommel aan de horizon wilde horen. Nu geen herinneringen ophalen, zeg ik tegen mezelf. 150 ‘En, wat kunnen jullie doen?’ vraag ik gespeeld opgewekt. Ik zet een bord voor hem neer. ‘Wakker blijven. Herinneren. Vertellen. Denken. Kijken.’ ‘Maar wat is jullie doel?’ ‘Een dictatuur heeft een houdbaarheidsdatum. Verzet groeit.’ ‘En dan staan jullie klaar om de boel over te nemen.’ 155 ‘Je gelooft er niet in.’ ‘Als jullie er maar in geloven.’

pr oe

fv e

rs

130

b8 De dystopische roman

105


pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

N

IN

Ik kan niets beginnen met de nostalgie van Max en zijn kompanen. Straks wordt hij uit een vliegtuig gegooid of crepeert hij op een zandplaat met honderd anderen. Opstandig, maar improductief. En wat weten wij nu werkelijk van de tijd waarin alles nog ‘goed’ was. Wat was ‘goed’? We moeten diep 160 in het verleden duiken – dat helaas door de Protector ontoegankelijk is gemaakt – om het moment te vinden waarop ze de afslag namen van beheersbare meningsverschillen naar onvermijdelijke oorlog. En bovendien, stel dat we dat moment vinden, dan hebben we daar nu niets aan. ‘We hebben geduld’, zegt Max. Hij krabt aan zijn wang. Zijn littekens jeuken. De knikker dreigt eruit te vallen. Hebben papa en mama gezien hoe en wanneer het gebeurde? Wat hebben ze gedaan? Wat 165 konden ze doen? Door Max stel ik mezelf vragen, waar ik geen antwoord op heb. Ik ken de beklemming van de oorlog, de amorele overlevingsdrang, het vege lijf redden zonder na te denken over goed en kwaad, maar ik weet niet hoe het is als moraal nog telt, als je kunt kiezen. Als het erom gaat. Nu zijn mijn keuzes stompzinnig beperkt tot de route die ik neem naar het theater, het eten dat ik koop in de supermarkt, de films die ik aanklik op de smart-tv. Ik heb de gedwongen oppervlakkigheid een 170 verademing gevonden. Het ís een verademing, verdomme! Max maakt me onzeker. Na de spelshow komt een herhaling van het dagelijkse nieuwsbulletin. De Protector op bezoek in een seniorencentrum te midden van een schare lachende, oude mensen, die de duim omhoogsteken. Hij ziet er gebruind uit en is naar de kapper geweest. Topfit. Niemand kan zijn leeftijd schatten. Daarna een korte impressie van een internationale toogdag, waar de eensgezindheid van het Netwerk wordt gevierd en de 175 eigenheid van iedere natie trots wordt getoond op een gigantische braderie. Applaus alom. Vervolgens een item over natuurbehoud dat automatisch overgaat in de weersverwachting. Dan is het tijd voor de nachtfilm over een gehandicapte, jonge vrouw die het geluk vindt. Ik zit er zelf ook in, zing een lied, waarbij de tranen over de wangen van de hoofdrolspeelster rollen. Ik hoor Max naast me steeds zwaarder ademen. Als ik opsta, schrikt hij wakker en trekt me snel weer op de bank. ‘Hier blijven.’ We zitten de 180 tranentrekker uit. Bij de volgende film over een mank paard en een kleine jongen val ik in slaap, mijn hoofd op de schouder van Max.

106

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


b Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

b9

De graphic novel

Inleiding

N

1* Welke strips of stripreeksen las en/of lees je graag? Vertel kort waarom.

VA

2* Heb je al van de term ‘striproman’, ‘beeldroman’ of ‘graphic novel’ gehoord? Wat is het verschil met een gewone strip, denk je? 3* Op deze en volgende pagina vind je fragmenten uit zowel strips als graphic novels. Plaats ze in de correcte categorie en verklaar telkens je keuze.

©

4* Lukt het om met deze opdracht tot een aantal belangrijke kenmerken van de graphic novel te komen? Brainstorm met een medeleerling.

EXTRA VOORBEELDEN

fv e

rs

ie

A

pr oe

1

IN

1 Je maakt kennis met een literair medium, de graphic novel 2 Je verdiept je in de boeken van Brecht Evens 3 Je verwoordt je leeservaring en je mening over een graphic novel met een opinietekst

b9 De graphic novel

107


pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

N

IN

B

108

D

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

C


De stripprofessor

2

Je leerkracht neemt je mee in de wereld van strips en beeldverhalen in een (mini)hoorcollege, op basis van Joost Pollmans De stripprofessor. 1 Neem notities volgens de Cornell-methode.

IN

Brecht Evens

3

We zoomen even in op het werk van een van Vlaanderens bekendste stripauteurs, Brecht Evens. Bekijk en lees de selectie uit zijn oeuvre.

N

5.3.2

fv e

rs

ie

©

VA

A

pr oe

Brecht Evens. De liefhebbers

B

Brecht Evens. Het amusement

b9 De graphic novel

109


VA

N

IN

C

©

Brecht Evens. Ergens waar je niet wil zijn

pr oe

fv e

rs

ie

D

Brecht Evens. Panter

110

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


1 Wat valt op, stilistisch en inhoudelijk? Je leest straks een artikel over Evens uit De Standaard. 2 Maak eerst de woordenschatoefening om de tekst beter te begrijpen. Verbind de termen met de juiste omschrijving. grandeur

a

naar het vaderland terugbrengen

2

realistisch

b

ernstige vorm van psychisch afwijkend functioneren

3

tableau

c

hallucinogene drug die een gelukzalig gevoel opwekt

4

benjamin

d

bedrieglijke beïnvloeding

5

nieuwe garde

e

lijst van personen of zaken die overblijft na selectie uit een longlist

6

Angelsaksisch

f

nieuwe, jongere generatie

7

shortlist

g

tafereel, schilderij

8

visioen

h

grootsheid

9

manipulatie

i

met oog voor de werkelijkheid

10

dandy

j

jongste

11

MDMA

k

Engelstalig

12

Messias

l

droombeeld, hersenschim

13

psychose

m

jongeman met uitzonderlijk veel aandacht voor uiterlijk en mode

14

manie

n

heilsprofeet

15

repatriëren

o

overdreven enthousiasme

N

VA

©

ie

3 Lees nu het artikel op p. XXX.

IN

1

rs

a Zoek typische kenmerken van Evens’ graphic novels. b Zoek autobiografische elementen van zijn boeken.

4 Keer nu even terug naar de geselecteerde fragmenten uit Evens’ werk op p. XXX. Welke typische kenmerken van zijn werk en welke autobiografische elementen vind je daarin terug?

pr oe

fv e

5 Denk even terug aan het (mini)hoorcollege. Wat was het definiërende kenmerk van een graphic novel? Is dat van toepassing op het werk van Brecht Evens?

b9 De graphic novel

111


Striptekenaar Brecht Evens bekroond in Angoulême ‘Een avontuur zonder lijden is gewoon vakantie’ De Hasselaar Brecht Evens (33) nam op het stripfestival van Angoulême de speciale prijs in ontvangst voor Het amusement. Wie is de grote belofte van de Vlaamse strip?

N

Psychose De energie en vrolijkheid worden manie, later psychose. Evens waant zich een messias. Hij wordt poedelnaakt in een tuin in Tokio gearresteerd en bijt een politieagent. Hij wordt gerepatrieerd en brengt enkele maanden door in een psychiatrische instelling. Stap voor stap overwint hij zijn depressie.

pr oe

fv e

rs

ie

©

Evens begint daarna te experimenteren en laat de bladindeling van de gemiddelde strip achter zich. Geen hokjes en stroken meer, maar paginagrote taferelen, afgewisseld met een stroom van pratende hoofden. De drukke tableaus groeien uit tot een stokpaardje. Evens wordt de beloftevolle benjamin van de nieuwe garde Vlaamse stripmakers en wordt haast doodgeknuffeld. ‘Ik herinner me van die periode een hechte bende van stripmakers die niet veel verkochten’, zegt Evens. ‘We gingen samen naar beurzen, vierden feest en gaven elkaar tips.’ Kort nadien wordt Evens met de vertaling The wrong place genomineerd voor de Eisner Awards, de belangrijkste prijzen in de Angelsaksische stripwereld. Hij wint niet, maar de plaats op de shortlist is op zich al indrukwekkend.

werd geduwd. ‘Het was grappiger om tegen alles vol overgave “ja” te zeggen en te overdrijven dan om nederig “dankjewel” te zeggen. Zeer leuk allemaal, maar nadien ging het mis.’ Evens belandt in een zware depressie die hij zelf als ‘een enorme leegte’ omschrijft. Hij verzeilt in Parijs en besluit op eigen houtje de antidepressiva af te bouwen. Hij reist af naar Japan om een boek te tekenen voor Louis Vuitton.

VA

Brecht Evens (1986) geldt al jarenlang als een van de grote beloftes. Op 25-jarige leeftijd breekt hij door met Ergens waar je niet wil zijn, een wervelende uitbarsting van kleuren waarin hij de grandeur en de valstrikken van het nachtleven bezingt. Evens toont in de graphic novel al de stijlkenmerken die zijn latere werk naar een hoger niveau zullen tillen. De dialogen zijn vlot en realistisch, de personages spartelen zich door even tragische als komische belevenissen.

IN

PETER MOERENHOUT

Dandy In Panter (2014) heeft Evens het over visioenen, manipulatie en waanvoorstellingen. Als een hedendaagse dandy dartelt hij tussen het tekenen door van feest naar feest. MDMA doet hem nog hoger zweven, maar de partydrug staat ervoor bekend ook intense emotionele dieptepunten te veroorzaken. Schild De onzachte landing wordt ingezet: ‘Brecht Evens’ wordt een personage, een schild en een houvast voor iemand die misschien te snel voor het voetlicht

112

‘Het was een avontuur en in een avontuur moet geleden worden, anders is het gewoon vakantie’, vertelt Evens. ‘Ik pluk daar nu wel de creatieve vruchten van.’ Hij verwerkt zijn ervaringen in Het amusement (2018). De drie hoofdpersonages lijken verschillende aspecten van hemzelf te verbeelden. Jona is een schuchtere jongen met foute vrienden, Rodolphe toont de maker op het toppunt van zijn psychose, Victoria belichaamt de herstellende Evens. De eerste boeken van Evens zijn goed, maar geen meesterwerken. Ze missen een oprechte kern, iets wat schreeuwt om losgelaten te worden. Dat is wat Het amusement zo sterk maakt.

Dit weekend won Evens de juryprijs in Angoulême, het grootste stripfestival van Europa. ‘Een grootmeester van het aquarellen’, noemt de jury hem. ‘Zijn boeken gaan over ontmoetingen, baden in kleur en vieren het leven.’ Bron: www.standaard.be

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen


Spreken en schrijven: een lezersreactie Nu je kennismaakte met de beeldroman, is het tijd om er zelf een te gaan lezen! Na afloop schrijf je een lezersreactie voor hebban.nl, ‘de grootste en leukste lezerscommunity van Nederland en Vlaanderen’. Volg de stappen. Kies een van de graphic novels op deze en volgende pagina.

STAP 2

Lees die graphic novel aandachtig. Let zeker op de literaire bouwstenen, de technieken (uit lesdeel 2) en de kenmerken van Evens’ literatuur (indien je een werk van hem kiest).

STAP 3

Kies een van de verwerkingsopdrachten. • Schrijf een korte lezersreactie (maximaal 400 woorden) waarin je je mening geeft over het boek aan de hand van je bevindingen bij stap 2. Lees zeker even de evaluatiecriteria op iDiddit. Post je tekstje nadien op hebban.nl. • Spreek een lezersreactie in (ongeveer drie minuten, gebruik bv. Talk and comment, Audacity …). Lees zeker even de evaluatiecriteria op iDiddit.

b9 De graphic novel

VA

© De tamboer van Borodino, Simon Spruyt, 2021, Standaard Uitgeverij

©

© Ghost World, Daniel Clowes, 1997, Fantagraphics © Maus Compleet, Art Spiegelman, 2019, De Bezige Bij

© Junker, Simon Spruyt, 2014, SU Strips

fv e

rs

ie

© Persepolis, Marjane Satrapi, 2000, Atlas Contact

N

IN

STAP 1

pr oe

4

113


114

TRAJECT NEDERLANDS   B Literatuur lezen, ervaren en bestuderen

pr oe fv e N

VA

© Jimmy Corrigan, de slimste jongen ter wereld, Chris Ware, 2008, De Bezige Bij

©

ie

rs IN


C literatuurgeschiedenis

c1

Middeleeuwen: de ridderroman 1 Je leest en bespreekt twee Middelnederlandse ridderromans: Karel ende Elegast en Roman van Walewein.

Inleiding: verhalen in de middeleeuwen

N

1

IN

2 Je kent de kenmerken van de Karelroman, de Arthurroman en de queeste. 3 Je analyseert het verschil tussen Karelromans en Arthurromans. 4 Je bespreekt de evolutie van de functie van ridderverhalen in de middeleeuwen en vandaag.

1 In deze les duiken heel wat woorden op die je in de geschiedenislessen over de middeleeuwen al eens tegenkwam. Weet jij welke ‘historische’* woorden we zoeken? Maak op iDiddit het kruiswoordraadsel.

VA

* Enkele termen in het kruiswoordraadsel verwijzen naar koning Arthur. Of hij een historische figuur is, daar bestaat nog altijd veel twijfel over. In C3 vind je meer info over de historische figuur van koning Arthur.

onthouden

rs

ie

©

In de middeleeuwen lazen mensen geen verhalen; ze luisterden ernaar. Verhalen werden van generatie op generatie doorverteld binnen familieverband of door beroepsvertellers. Pas vanaf de twaalfde eeuw werden verhalen ook opgeschreven in de volkstaal. Vooral de ridderromans waren bijzonder populair. In die verhalen gaan onverschrokken vechtersbazen op tocht in dienst van hun koning. Onderweg moeten ze strijd leveren, botsen ze op bijzondere hindernissen, krijgen ze hulp van vertrouwelingen en ontmoeten ze de liefde van hun leven. Er zijn twee belangrijke soorten ridderverhalen: die rond Karel de Grote (de Karelromans) en die rond koning Arthur (de Arthurromans).

fv e

Tijdens je geschiedenislessen in de tweede graad ging je in op de middeleeuwse maatschappij en maakte je kennis met de historische figuur van Karel de Grote. Bovendien zijn de verhalen rond koning Arthur je ongetwijfeld niet vreemd: in veel films, stripverhalen en animatieseries komen nog heel wat elementen en personages uit die verteltraditie voor.

Karel ende Elegast

pr oe 2

De meeste middeleeuwse ridderverhalen spelen zich af aan het hof van koning Karel de Grote of aan dat van koning Arthur. We gaan in deze les op bezoek bij beide hoven. In dit deel verken je de Middelnederlandse klassieker Karel ende Elegast.

15.2.2

Karel ende Elegast is zonder twijfel de bekendste Karelroman. Lees het beginfragment (r. 1-28) in de Trajectwijzer aandachtig en bespreek klassikaal de volgende vragen.

c1 Middeleeuwen: de ridderroman

115


Eerste lectuur en ervaren 1* Waar en wanneer speelt de beginscène zich af? 2* Wat staat er de volgende dag op de agenda van Karel? 3* Wat vertelt het tweede vers ons over het verhaal? 4* De schrijver probeert ons op verschillende manieren te overtuigen dat dit verhaal ‘betrouwbaar’ is. Bewijs met enkele woorden/verzen uit de tekst. 5* Wat vraagt de engel aan Karel?

IN

6* Waarom, denk je? 7* Hoe gaat het verhaal verder, denk je? 8* Vat dit fragment samen.

N

Situeren

VA

9* Welke termen uit opdracht 1 op p. 68 kun je aan dit fragment verbinden? Leg uit waarom. Kies uit: feodaliteit – vazal – theocentrisme – standenmaatschappij – aflaat.

Doordringen tot de tekst

10 Lees het toegewezen fragment in de Trajectwijzer aandachtig en beantwoord de vragen.

ie

15.2.2

©

Jullie verkennen het verhaal nu verder in groepjes en krijgen daarvoor van jullie leerkracht een tekstfragment toegewezen.

Fragment 2: De zwarte ridder (r. 451-476, r. 566-588; r. 597-622)

rs

a Welke vraag stellen beide ridders aan elkaar?

b Wie blijkt de zwarte ridder te zijn? Waarom is hij in het zwart gekleed, denk je? c Hoe stelt koning Karel zich voor?

fv e

d Welk plan stelt Karel voor?

e Hoe reageert Elegast daarop? f

Welke termen kun je aan dit fragment verbinden? Leg uit waarom. Kies uit: feodaliteit – vazal – theocentrisme – standenmaatschappij – aflaat.

pr oe

Fragment 3: De bloedneus (r. 867-925) a In dit fragment maken we kennis met Eggeric en zijn vrouw (de zus van Karel de Grote). •

Met welke bijvoeglijke naamwoorden zou je hem omschrijven?

Die bijvoeglijke naamwoorden staan nergens letterlijk in de tekst. Welke technieken gebruikt een auteur om een personage te typeren? Geef telkens een concreet voorbeeld.

b In dit fragment komt de lezer te weten waarom Karel van God de opdracht kreeg om te gaan stelen. Wat is het doel van zijn tocht?

c Vorig jaar maakte je uitgebreid kennis met een aantal epische genres. Je stond onder andere stil bij het sprookje. In de middeleeuwen werden zowel ridderromans als sprookjes aan een volwassenenpubliek verteld. Welke sprookjeselementen vind je terug in dit fragment? d Welke termen kun je aan dit fragment verbinden? Leg uit waarom. Kies uit: feodaliteit – vazal – theocentrisme – standenmaatschappij – aflaat.

116

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Fragment 4: Een heftig duel (r. 1-49)

11* Vat de inhoud van jullie fragment samen. 12 Vertel daarna aan de andere groepjes waarover jullie fragment ging.

Nawoord Karel ende Elegast kreeg ook een kort nawoord. Lees de herdichte versie hiernaast.

N

Al wie om verraad gevangen werden, werden opgehangen en het lijk van Eggeric hing men aan de hoogste mik. Elegast kreeg, om zijn trouw, Eggerics weduwe tot vrouw, kreeg diens burcht en land en leen. Vele jaren vloden heen: ongestoord geluk te samen mochten zij beleven. Amen.

©

14 Historici kunnen uit verhalen heel wat afleiden van – veralgemeende en populaire beelden in – de maatschappij. Wat kunnen we uit dit verhaal afleiden over de positie van de vrouw en de visie op God?

Nawoord

VA

13 Waarom hing men het lijk van Eggeric aan de hoogste mik, denk je?

IN

a Hoe worden Elegast en Eggeric in deze scène getypeerd? Welke bijvoeglijke naamwoorden worden daarbij gebruikt? b Van in het begin is al duidelijk dat Eggeric, alleen al door zijn houding en gedrag, de strijd zal verliezen. Welke tekenen wijzen daarop? c Door welke twee dingen slaagt Elegast er uiteindelijk in Eggeric te verslaan? d Welke termen kun je aan dit fragment verbinden? Leg uit waarom. Kies uit: feodaliteit – vazal – theocentrisme – standenmaatschappij – aflaat.

ie

15 Wat leert Elegast ons over het gedrag van een goed ridder?

1 In de volgende vlog krijg je heel wat informatie over de ridderroman. Luister aandachtig en vat de informatie gestructureerd samen volgens de Cornell-methode.

pr oe

5.3.2

Noteren en schematiseren: ridderromans

fv e

3

Clement Vermaere. Herdichte versie van Karel ende Elegast

rs

16 Wat leert dit verhaal ons over koning Karel de Grote?

deelonderwerp

informatie

ontstaan

waarom populair? invloed vandaag doel(publiek) soorten

Tip Hoe weet je of je goed genoteerd hebt? Bedenk vier goede quizvragen en ondervraag een medeleerling. Wie van jullie wordt de beste ridder van de ronde quiztafel?

c1 Middeleeuwen: de ridderroman

117


De Arthurroman: Roman van Walewein

4

Heel wat andere ridderverhalen spelen zich af aan het hof van koning Arthur. De Roman van Walewein is rond 1260 geschreven door Penninc en Vostaert. Penninc startte het werk en Vostaert voltooide het. Het is oorspronkelijk in Vlaanderen geschreven, maar de schrijvers baseerden zich op bestaande verhalen.

Plot

IN

In de Roman van Walewein gaat Walewein op vraag van koning Arthur op zoek naar een vliegend schaakbord. 1 Beluister de korte inhoud van dit verhaal en noteer voor elke afbeelding hieronder een korte samenvatting. B

D

E

C

F

pr oe

G

fv e

rs

ie

©

VA

N

A

J

118

H

I

K

L

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Queeste

onthouden

IN

Een zoektocht of een queeste was een populair thema in de middeleeuwse Arthurverhalen. De meeste ridders gingen op zoek naar een voorwerp (bv. de graal of een magisch voorwerp) of naar een persoon of dier. Tegelijkertijd kun je die queeste ook lezen als een zoektocht naar volwassenheid (‘coming of age’). De verhalen geven immers telkens het verslag van een leerproces: een jongeman legt een hele weg af om een volwassen en hoofs ridder te worden. Een queeste verliep altijd volgens een vast stramien.

Een fragment bestuderen

VA

ordo (orde) manque (gebrek) queeste (beproevingen) – helpers – beloning ordo (orde)

©

• • •

N

2 Vat de Roman van Walewein samen met behulp van de kenmerkende cirkelstructuur uit de Arthurromans:

15.2.3

ie

Tijdens zijn zoektocht valt Walewein van het ene avontuur in het andere. In India neemt de koning Assentijn Walewein gevangen. Al blijkt dat niet zo erg te zijn … In de kerkers van het kasteel beleeft hij ‘een avontuurtje’ met de beeldschone dochter van de koning, prinses Ysabele. Lees het fragment op p. 73. 3 Wat is Ysabele van plan? Hoe slaagt ze daarin?

rs

4 Vergelijk de rol van Ysabele met die van de zus van Karel in Karel ende Elegast. 5 Walewein wordt hier omschreven als ‘hoofs’. Hoe zie je dat in zijn gedrag tegenover Ysabele? Gebruik de informatie over hoofsheid die je in de Trajectwijzer terugvindt.

fv e

15.2.3

6* Welke andere kenmerken van een hoofs ridder ken je nog?

pr oe

7 Koning Arthur krijgt een boodschap van God: hij moet de Heilige Graal halen uit het kasteel van koning Wonder. Maar hij is nog verzwakt van zijn laatste zwaardgevecht, dus draagt hij jullie, ridders van de Ronde Tafel, op om samen op queeste te gaan. Kunnen jullie de Heilige Graal naar kasteel Camelot brengen?

5

SPELREGELS

Extra (creatieve) opdrachten: ken je klassiekers Je maakte kennis met Karel ende Elegast en Walewein. Ga naar iDiddit en verdiep je in een andere klassieke ridderroman of analyseer de queestestructuur in een moderne bewerking.

c1 Middeleeuwen: de ridderroman

119


N

IN 45

pr oe

20

fv e

15

rs

ie

10

40

Zonder aarzelen liep ze naar heer Walewein toe, die daar op de grond lag. Als haar schroom haar toen niet had afgeremd, dan had ze de beroemde ridder onmiddellijk omhelsd en met kussen overdekt. Met moeite heeft ze zich toen ingehouden en de edele man onmiddellijk losgemaakt. Heer Walewein, die zich hoofs weet te gedragen, zei meteen: Ach mooie jonkvrouw, wat wordt het? Zal ik sterven of leven? Als ik sterf, dan zal ik u mijn ziel geven, schone jonkvrouw. Neemt u mijn leven, dan wil ik in zoete pijn sterven in uw schoot.’ De jonkvrouw sprak: ‘Heer, ik zal u de dood niet brengen. Integendeel, als ik kon, dan zou ik u onmiddellijk helemaal bevrijden uit de gevangenis van mijn vader. Zoals het er nu voorstaat, weet ik ook wel hoe ik u binnenkort uit dit alles kan bevrijden.’ De jonkvrouw nam hem bij de hand, deed hem onmiddellijk overeind komen en leidde hem toen meteen naar een belendende kamer. Nooit was er op aarde zo’n mooie kamer of een die met evenveel meesterschap was gemaakt: ze blonk van het goud en schitterde oogverblindend.

VA

5

Ysabele zei: ‘Heren, ik zou mij graag willen wreken op deze ridder, die van plan was mijn vader leed te berokkenen. Of het me daarbij goed of slecht vergaat, ik moet mijn woede op hem koelen; maar ik zou het vervelend vinden, als openlijk bekend zou worden dat ik, een jonkvrouw, een ridder zo zwaar zou pijnigen. Ga daarom terug, heren, want het betaamt niet dat u toekijkt, want ik zal hem heel zwaar pijnigen – dat zeg ik jullie maar meteen.’ Zo keerden de ridders snel langs dezelfde weg uit de kerker terug, en toen ze buiten waren liet jonkvrouw Ysabele de kamer snel en stevig afsluiten. Twee trouwe en goede kameniers had Ysabele toen bij zich, die haar altijd in alle omstandigheden in uiterste discretie dienden. Ze had geen zin in muizenissen en wanneer het haar toescheen dat ze wisten wat er aan de hand was, liet ze alle kommer achter zich, nu ze haar lieve vriend bij zich heeft, in haar macht. Er was op de hele wereld geen jonkvrouw die zo hartstochtelijk en zo vurig van een ridder hield als zij van heer Walewein. Wees er maar zeker van dat de mooie jonkvrouw op niets anders uit was dan zich met heer Walewein te vermaken. Ze wist dat ze daar veilig was en dat ze geen angst hoefde te hebben.

©

1

25

30

35

120

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis

50

55

60

65

70

Vertaling: Frank Willaert


C literatuurgeschiedenis

Middeleeuwen: Van den vos Reynaerde 1 2 3 4 5 6

N

Inleiding

ie

©

VA

1 Bekijk het wapenschild van de familie Reijntjes. Welke eigenschappen verbind je spontaan met een vos?

1

Als de vos de passie preekt, boer pas op je ganzen.

a

Als je een slim persoon te pakken wilt krijgen, moet je verschillende strategieën uitdenken.

2

Een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken.

b

heel erg slim

Men moet vossen met vossen vangen.

c

Iemand die grote verklaringen aflegt, is vaak niet te vertrouwen.

4

fv e

rs

2 Weet je wat de volgende spreekwoorden en zegswijzen met een vos betekenen?

zo slim als een vos

d

Je moet een slimme persoon vangen door zelf slim te zijn.

5

Een vos is vaak niet met één strik te vangen.

e

Mensen veranderen maar zelden echt / weinig doorheen het leven.

f

eerst afwachten voordat je iets gaat doen

g

een hulpeloos slachtoffer

3

pr oe

1

Je leert de literaire klassieker Van den vos Reynaerde kennen. Je ontdekt dat dit werk nog steeds kunstenaars inspireert. Je bespreekt enkele fragmenten. Je leert en herhaalt termen als antropomorfisme, queeste, hoofsheid ... Je ontdekt waarom dit werk een bijzondere plaats inneemt in de Middelnederlandse literatuur. Je kunt de informatie uit deze les samenvatten in een schema.

IN

c2 c1

3 Welk beeld van de vos roepen die uitdrukkingen op? 4 Vanwaar komt dat beeld, denk je?

c2 Middeleeuwen: Van den vos Reynaerde

121


Eerste lectuur: het hof van koning Nobel

rs

2

ie

©

VA

N

© Atlaspix / Alamy

IN

© WALT DISNEY PRODUCTIONS / Album

5 Herken je dat beeld ook in deze bekende voorbeelden?

pr oe

In de middeleeuwen hadden koningen als Karel de Grote meerdere paleizen verdeeld over hun rijk. Meerdere keren per jaar hielden ze in die kastelen een hofdag. Zo’n dag had verschillende functies. De koning riep al zijn leenheren samen om zijn positie en macht te versterken en te bevestigen. Daarnaast deelde hij beleidsbeslissingen mee en behield hij controle over zijn gebieden. Ten slotte luisterde hij ook naar de problemen van zijn vazallen. Bij zware misdrijven sprak de koning – ingegeven door God – ook recht, daarin bijgestaan door zijn trouwste ridders. Een hofdag werd meestal feestelijk afgesloten. De jaarlijkse troonrede op Prinsjesdag in Nederland verwijst nog naar die hofdagen.

122

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis

ONDERWEG © ANP / Alamy

fv e

In wat volgt, bespreken we de rechtszaak van een van de bekendste middeleeuwse misdadigers uit de literatuur: Reinaert de vos.


N

IN

© Reynaert den Vos, oft Der dieren oordeel, C 14464: ex.1, Collectie Stad Antwerpen, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience

VA © ie

rs

1 Bekijk de uitgave van Reinaert den vos uit 1695. Wat kun je uit het titelblad afleiden over de inhoud van het werk?

fv e

2 Lees de beginregels van het verhaal in de Trajectwijzer.

15.2.4

3 Vergelijk het begin van het verhaal met dat van de ridderromans die je besprak in C1. 4 Waarom wil Nobel een hofdag houden? Slaagt hij daarin? Verwijs naar de regels uit de tekst.

Doordringen tot de tekst: de aanklachten tegen de vos

pr oe

3

In dit fragment beluister je de aanklachten van enkele dieren tegen Reinaert. 1 Welke misdaden beging Reinaert tegenover hen?

3 Valt er iets op aan het taalgebruik van Canteclaer (en andere dieren)? 4 Isengrin noemt zich in deze bewerking een dierenactivist. a Aan wie doet hij jou denken? b Hoe komt dit via taal naar voren? 5 Het gedrag van Haersinde en Cuwaert is lichtjes verdacht. Waarom?

c2 Middeleeuwen: Van den vos Reynaerde

© The Phoebus Foundation, Antwerpen

2* De namen van deze dieren zijn niet toevallig gekozen. Kun je ze verklaren?

123


4

Doordingen tot de tekst: de verdediging Eén dier klaagt niet. Grimbeert, de neef van Reinaert, neemt het voor hem op. Je bekijkt nu zijn verdediging. 1 Hoe bouwt Grimbeert zijn betoog op? Welke argumenten/elementen haalt hij aan?

5

Doordringen tot de tekst: de queesten van Bruun en Tibeert

IN

2* Welke argumenten werden in deze bewerkingen toegevoegd aan het origineel, denk je? Welke argumenten vind je (minder) geslaagd?

N

Koning Nobel wil Reinaert horen en bestraffen, maar de vos kwam niet opdagen op de hofdag. Dus dagvaardt hij Rein. Bruun de beer gaat de vos halen en naar het hof brengen.

VA

Je beluistert een fragment uit Heerlijk Hoorspel: Reinaert de vos van Het Geluidshuis.

1 Je krijgt als luisteraar al snel een beeld van Bruun en Reinaert. Hoe krijgen hun karakters hier vorm (taal, inhoud, stem …)? 2 Bewijs uit dit fragment dat Reinaert niet alleen sluw, maar ook slecht van inborst is.

©

3 Hoe worden de mensen voorgesteld in dit fragment?

ie

4* Het Geluidshuis bewerkt bekende verhalen voor kinderen van 6 tot 106. Hoe merk je dat aan het luisterfragment? Beluister en lees op p. 78-79 hoe het Tibeert vergaat.

rs

5 De queeste van Tibeert verloopt gelijk met die van Bruun. Bespreek. 6 Hoe worden de mensen voorgesteld in dit fragment? 7 Als je verhalen vertelt aan vrienden of familie, dan gebruik je overdrijvingen, herhalingen, pittige details, beeldspraak, ironie en dubbelzinnigheden. Ook in dit fragment zijn die typische kenmerken van de vertelcultuur terug te vinden. Geef telkens twee concrete voorbeelden van:

fv e

1.9

a beeldspraak en dubbelzinnige omschrijvingen b hyperbool

pr oe

c ironische humor d herhaling

124

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Bruun komt zwaar toegetakeld in het kasteel van Nobel aan en alle dieren zijn verontwaardigd over wat er gebeurd is. De koning stuurt de sluwe kater Tibeert op pad om Reinaert te halen. Maar ook bij deze tweede bode speelt Reinaert in op hebzucht en gulzigheid: hij vertelt de kater dat de schuur van de pastoor vol vette muizen zit. Terwijl de pastoor, zijn vrouw en zijn zoon liggen te slapen, sluipt Tibeert binnen. De queeste van Tibeert

VA

N

1200

IN

1195

‘Ach toch, Tibeert, waarom ben je bang? Waarom aarzel je zo?’ Tibeert schaamde zich en sprong zijn onheil tegemoet, want vóór hij het besefte, had hij een strik om zijn nek, heel strak. Zo bedroog Reynaert zijn gast. Toen Tibeert de strik bemerkt had, werd hij bang en sprong naar voren. De strik snoerde zich vast! Tibeert krijste het uit en verried daarmee zichzelf in zijn grote nood. Hij ging zó hard tekeer met meelijwekkend misbaar, dat Reynaert het buiten kon horen, waar hij in z’n eentje was gebleven, en riep: ‘Vind je de muizen lekker, Tibeert, en lekker vet? Als Martinet zou weten dat jij aan tafel dit wildbraad zit te eten – ik weet niet precies hoe – dan zou hij je er nog wel een sausje bij bereiden. Zo’n hoofse page is Martinet wel! Tibeert, je zingt terwijl je eet – Is dat de gewoonte aan het hof van de koning?’ (…) Martinet riep: “Hij is gevangen!” Toen kwam iedereen die in het huis was dadelijk in beweging. Ook de pastoor wilde niet achterblijven en hij kwam spiernaakt uit zijn bed. Martinet ging tot Tibeert en riep: “Hier is hij!” De pastoor sprong naar de strop en greep de spinrokken van zijn vrouw. Vrouw Julocke nam een offerkaars en ontstak ze snel. De pastoor liep naar Tibeert en begon hem met de spinrokken te slaan. Toen moest Tibeert daar vele slagen incasseren. De pastoor stond, zoals iedereen kon zien, naakt en sloeg slag na slag op Tibeert die voor hem lag. Niemand hield zich in: Martinet nam een steen

1205

1210

ie

©

‘O wy, Tybeert, twi sidi bloode? Wanen quam uwer herten desen wanc?’ Tybeert scaemde hem ende spranc Daer hi vant groet ongherec, Want eer hijt wiste, was hem een strec Omme sinen hals, harde vast. Dus hoende Reynaert sinen gast. Alse Tybeert gheware wart Des strecs, wart hi vervaert Ende spranc voert. Dat strec liep toe! Tybeert moeste roupen doe Ende wroughede hem selven dor den noot. Hi makede een gheroup so groot Met eenen jammerliken ghelate, Dat Reynaert hoerde up der strate Buten, daer hi alleene stoet, Ende riep: ‘Vindise goet Die muse, Tybeert, ende vet? Wiste nu dat Martinet, Dat ghi ter taflen satet Ende dit wiltbraet dus atet, Dat ghi verteert, in weet hoe, Hi souder u saeuse maken toe. So hovesch een cnape es Martinet! Tybeert, ghi singhet als ghi et. Pleecht men tes coninx hove des?’ (…) Ende riep: ‘Nu toe, hi es ghevaen!’ Doe mochtemen sien porren saen Alle die in dien huus waren. Selve die pape ne wilde niet sparen, Quam hute sinen bedde, moeder naect. Martinet hi was gheraect Tote Tybeert ende riep: ‘Hijs hier!’ Die pape spranc an dat vier Ende ghegreep zijns wijfs rocke. Een offer keersse nam vrouwe Julocke Ende ontstacse metter haest. Die pape liep Tybeert naest Ende ghincken metten rocke slaen. Doe moeste Tybeert daer ontfaen Wel meneghen slach, al in een. Die pape stont, als hem wel sceen, Al naect ende slouch slach in slach Up Tybeert die voer hem lach. Daer ne spaerdene haer ne gheen. Martinet ghegreep eenen steen

pr oe

fv e

rs

1215

c2 Middeleeuwen: Van den vos Reynaerde

1240

1245

1250

1255

125


1265

VA

N

1270

1275

ie

1280

1285

rs

fv e

pr oe 126

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis

IN

1260

en wierp Tibeert een oog uit. De pastoor stond helemaal bloot en haalde uit voor een harde klap. Toen Tibeert besefte dat hij hierdoor zeker zou sterven, schraapte hij al zijn moed bij elkaar, wat voor de pastoor schandelijk afliep. Zowel met zijn klauwen als met zijn tanden verwondde hij hem, zoals duidelijk was, en sprong tussen de benen van de pastoor in de beurs uit één stuk, waar men de klokken mee luidt. Het ding viel neer op de grond. Zijn vrouw was bedroefd en zwoer bij de ziel van haar vader dat ze er al het offergeld van een jaar voor over had dat dit verdriet en deze schande niet voorgevallen zou zijn aan de pastoor. Ze sprak: ‘In naam van de lelijke duivel moet deze val gezet zijn. Zie, mijn lieve Martinet: Dit was de uitrusting van uw vader. Bekijk mijn schade en mijn schande van nu af aan. Al geneest hij van de wond, hij heeft geen zin meer in het liefdesspel.’ Reynaert stond nog voor het luik. Toen hij dit hoorde, bescheurde hij zich van het lachen en hij liet een scheet. Toen sprak hij spottend: ‘Zwijg, lieve vrouw Julocke, stop met dit rouwbeklag en laat uw verdriet achterwege. Wat dan nog! Uw man heeft een van zijn klepels verloren, waardoor hij zich minder moet inspannen! Zwijg nu toch! Als de pastoor geneest, dan is het geen schande dat hij met één klok luidt.’

©

Ende warp Tybeert een hoghe huut. Die pape stont al bloeter huut Ende hief up eenen groeten slach. Alse Tybeert dat ghesach, Dat hi emmer sterven soude, Doe dedi een deel als die boude, Dat dien pape verghinc te scanden. Beede met claeuwen ende met tanden Dedi hem pant, alsoet wel scheen, Ende spranc dien pape tusschen die been In die burse al sonder naet, Daermen dien beyaert mede slaet. Dat dinc viel neder up den vloer. Die vrauwe was zeerich ende zwoer, Bi der zielen van haren vader, Sine wilde wel om al gader Die offerande van eenen jare, Dat niet den pape ghevallen ware Dit vernoy ende dese scame. So sprac: ‘Int sleets duvels name Moete dit strec sijn gheset. Siet, lieve neve Martinet: Dit was van huwes vader ghewande. Siet hier mijn scade ende mijn scande Emmermeer voert in allen stonden. Al ghenase hi van der wonden, Hi blivet den soeten spele mat.’ Reynaert stont noch doe voer tgat. Doe hi dese tale hoerde, Hi louch dat hem bachten scorde Ende hem crakede die taverne. Doe sprac hi te sinen scherne: ‘Swijghet, Julocke, soete vrouwe, Ende laet zijncken desen rauwe Ende laet bliven huwen toren! Wattan, al hevet hu heere verloren Eenen van den clippelen zinen, Al te min so sal hi pinen! Laet bliven dese tale achtre! Gheneset de pape, en es gheen lachtre Dat hi ludet met eere clocken!’

1290

1295


Doordringen tot de tekst: het verhoor van Reinaert en de afloop Als ook Tibeert gekwetst en vernederd aan het hof aankomt, stuurt Nobel er ten einde raad Reinaerts neef Grimbeert op uit. De das neemt Reinaerts biecht af, verslindt daarop met hem alle kippen op een erf en leidt hem dan naar het hof. In het volgende fragment zie je hoe koning Nobel Reinaert verhoort.

IN

1 Hoe reageert Reinaert op de beschuldiging van moord van Coppe? 2 Hoe weerlegt Reinaert de aanklachten van de andere dieren? 3 Hoe verhinderde Reinaert het complot van de andere dieren? 4 Hoe reageert Nobel op dat nieuws? Is dat hoofs, volgens jou?

VA

N

Nobel en zijn echtgenote vallen voor het pleidooi van de vos en trappen zo weer in Reinaerts list. Ze sturen hem op weg met de ram Belijn en de haas Cuwaert. Reinaert lokt die dieren naar zijn burcht en neemt de haas mee binnen. Terwijl Belijn buiten de wacht houdt, verscheurt Reinaert samen met zijn vrouw en kinderen de haas. Het afgebeten hoofd stopt hij in een tas die hij om de nek van de ram hangt. Reinaert vertrekt met zijn gezin op pelgrimstocht en vraagt Belijn de schat aan Nobel te overhandigen. 5* Wat vind je van het einde van het verhaal? Waarom eindigt het zo, denk je?

ie

©

6 Bekijk de affiche van F.C. Bergman en de stripbewerking van Marc Legendre en René Broens. In het nawoord schrijven die laatsten: ‘Net als de vertaling verraden de beelden onmiddellijk de visie van de kunstenaar op Van den vos Reynaerde en zijn hoofdfiguur.’ a Welke sfeer willen de bewerkers oproepen?

fv e

rs

b Welke technieken gebruiken ze daarvoor?

pr oe

6

Affiche van het toneel­stuk Van den vos door F.C. Bergman (2014)

GRAPHIC NOVEL

Laatste pagina’s uit de graphic novel Reynaert de vos van Marc Legendre en René Broens c2 Middeleeuwen: Van den vos Reynaerde

127


7

Situeren van de tekst: de betekenis van Van den vos Reynaerde Van den vos Reynaerde spot openlijk met de middeleeuwse maatschappij. De schrijver van Van den vos Reynaerde bekritiseerde dus alle drie de standen uit de middeleeuwse maatschappij. Maar wie was de schrijver dan en tot welke stand behoorde hij? Uit de eerste versregel kunnen we afleiden dat het ‘Willem die Madoc maakte’ was. En ook op het einde van het werk vinden we zijn naam als acrostichon terug.

15.2.3

N

1 Toon aan dat Willem kritiek geeft op alle standen van de middeleeuwse samenleving. Gebruik de Cornell-methode. Plaats de drie standen links, de info uit het verhaal rechts.

ie

5.3.2

Hedendaagse vertaling

©

Origineel

Bij God, ik kan het u zeker aanraden! Isengrijn zei tegen de beer: ‘Wat zegt u ervan, heer Bruun?’ ‘Ik lig liever in het struikgewas dan hier in de boeien. Laat ons naar de koning gaan en de verzoening die hij aanbiedt, aannemen.’ Ze gingen met Firapeel mee en sloten vrede over alle zaken.

VA

Bij Gode, ik dar ’t u wel raden! Isengrijn sprak tot den bere: ‘Wat zegt gij er toe, Brune here?’ ‘Ik ligge in den rijzeren Liever dan hier in den ijzeeren Laat ons tot den koning gaan Ende zijn pais daar ontvaan.’ Met Firapeel dat zij gingen Ende maakten pais van allen dingen

IN

Het acrostichon (Bi Willeme):

2 Dit verhaal is ook een persiflage op de Arthurroman. De schrijver gebruikt de queestestructuur, maar zet die ook op zijn kop. Plaats Van den vos Reynaerde in deze structuur.

rs

3 Leg uit waarom dit verhaal een mooi voorbeeld is van een antropomorfisme. a Waarom werden bepaalde dieren voor een rol gecast? b Welke gelijkenissen en verschillen vind je tussen Van den vos Reynaerde en andere dierenverhalen?

fv e

4 Hoewel Reinaert in het verhaal wordt afgebeeld als een gewetenloze leugenaar, een moordenaar en een crimineel, wekt hij toch een zekere sympathie van de lezer op. Dat heeft te maken met de manier waarop Willem hem portretteert. Leg die bewering uit en illustreer je verklaring.

pr oe

5 Bekijk een mooc over de schrijver van Van den vos Reynaerde en vul het schema aan.

WILLEM

persoon(lijkheid)

opleiding

VAN DEN VOS REYNAERDE  D yckse handschrift   Comburgse handschrift

woord de persiflage: spottende imitatie de mooc: ‘massive open online course’, cursus bedoeld voor een groot publiek, waarbij het cursusmateriaal wordt verspreid via internet

128

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Wat weet je nog over deze les?

Tip Het is belangrijk dat je actief informatie uit je langetermijngeheugen probeert op te halen. Wacht lang genoeg, want het is belangrijk dat je al een deeltje vergeten bent. Het is de bedoeling dat je na deze oefening de volgende keer minder snel vergeet. Hoe ga je te werk? 1

IN

Noteer op papier de antwoorden op de onderstaande vragen. Geef niet te snel op, maar graaf in je geheugen. 2 Vergelijk en bespreek jouw antwoorden met die van een medeleerling. 3 Zoek samen de antwoorden op die jullie niet vonden en controleer jullie antwoorden.

VA

2 Welke queesten vinden er plaats in Van den vos Reynaerde?

N

1 Geef wat uitleg bij de volgende woorden, namen of begrippen en koppel die uitleg aan Van den vos Reynaerde: persiflage – hofdag – Grimbeert – Isengrin – Willem – antropomorfisme.

3 Vergelijk die queesten met de queeste uit bijvoorbeeld de Roman van Walewein. 4 Pas je kennis over deze les toe in één van onderstaande keuzeopties.

A

Noël Slangen & de rapversie van Charley May

Suske en Wiske

© kvde.be

fv e

rs

ie

©

Het verhaal van Reinaert de vos blijft inspireren; regelmatig verschijnen er nieuwe bewerkingen. Bekijk de volgende filmpjes/bewerkingen. Waarom is het verhaal van Reinaert de vos nog steeds populair? Verzamel argumenten uit de volgende filmpjes.

F.C. Bergman over Van den vos in Reyers Laat

pr oe

8

B

C

`

Van den vos Reynaerde zou evengoed een parodie op de huidige maatschappij kunnen zijn. Verplaats het verhaal naar de hedendaagse maatschappij en bedenk enkele nieuwe aanklachten. • Reinaert symboliseert alle kwaad/misdaad in de maatschappij. • Bedenk nieuwe klachten (eventueel ook nieuwe dieren) die zo uit het nieuws kunnen komen. • Schrijf een kort betoog waarin jouw dier(en) een/meerdere wantoestand(en) aanklagen. • Voorzie net als bij de queeste van Tibeert veel overdrijvingen, herhalingen, woordspelingen ...

Bekijk het integrale theaterstuk Van den vos van F.C. Bergman en schrijf een korte recensie. • Informeer de lezer over de inhoud van het stuk en de aanpassingen van het verhaal. • Beoordeel de acteerprestaties, het decor, de kostumering, het geluid en beeld (video). • Activeer de lezer om de bewerking zelf (niet) te bekijken.

c2 Middeleeuwen: Van den vos Reynaerde

129


c literatuurgeschiedenis

Middeleeuwen: onderzoek 1 2 3 4 5 6 7

Je leert de deelvragen van de onderzoeksstructuur. Je ontdekt hoe het Middelnederlands klonk en hoe de spelling eruitzag. Je onderzoekt kritisch een opvatting over de middeleeuwen. Je leert hoe de middeleeuwse maatschappij eruitzag. Je leert hoe literatuur in de middeleeuwen gemaakt en verspreid werd. Je leert enkele bekende middeleeuwse dichters en werken kennen. Je presenteert jouw onderzoeksresultaten aan de klas.

IN

c3 c1

1

VA

N

Je maakte al kennis met een aantal literaire werken uit de middeleeuwen. Maar de middeleeuwen liggen ver achter ons en schriftelijke bronnen erover zijn schaars. Je bent dus best kritisch wanneer je iemand over de middeleeuwen hoort vertellen. In deze les gaan we enkele opvattingen over deze tijdperiode op hun waarheid onderzoeken. Onderscheid jij waarheid van fabel en durf je de middeleeuwer in jezelf naar boven te halen?

Wil de echte Jan Breydel nu opstaan ...?

©

1* Wat zegt de naam Jan Breydel jou?

2 Beluister een fragment uit Nieuwe feiten en bespreek het gesprek aan de hand van de onderzoeksstructuur.

Onderzoek: middeleeuwse mythes

fv e

rs

2

ie

4.6

‘Middeleeuwse vrouwen hadden een ondergeschikte rol in de samenleving.’

‘Koning Arthur was de eerste echte Britse koning.’

‘In de middeleeuwen eindigden heel wat heksen op de brandstapel.’

‘Alle ridders waren echte gentlemen.’

‘In de middeleeuwen speelde de clerus een belangrijke rol in de productie en verspreiding van literatuur.’

pr oe

‘De Middelnederlandse spelling leek goed op die van het huidige Nederlands.’

Er bestaat wel meer fake news over de middeleeuwen. Aan jullie om het te ontmaskeren. Je leerkracht verdeelt de klas in groepen. 1 Kies per groep een middeleeuws personage en onderzoek of zijn/haar stelling middeleeuwse waarheid of onzin is. Vat jullie bevindingen samen en presenteer ze aan jullie medeleerlingen.

130

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


C literatuurgeschiedenis

Middeleeuwen: canonwerken 1 2 3 4

Luisteren – Een college: canonwerken uit de middeleeuwen

Spaanschen Brabander

De Leeuw van Vlaanderen

Het verdriet van België

fv e

Lanseloet van Denemarken

rs

ie

©

VA

N

In A3 leerde je over de canon van de Nederlandstalige literatuur. Tot die canon worden onder meer literaire teksten uit verschillende tijdsperiodes gerekend die als essentieel beschouwd worden voor ons taalgebied. Het is dus een geheel van teksten die essentieel deel uitmaken van ons Nederlandstalige erfgoed of wat wij als cultuur van vorige generaties hebben overgenomen.

Je krijgt een hoorcollege te zien waarin een korte geschiedenis van de Middelnederlandse literatuur gegeven wordt. Daarnaast wordt er aandacht geschonken aan enkele Middelnederlandse werken die hoog aangeschreven staan en tot ons cultureel erfgoed of de canon behoren. Je neemt notities. Die notities ga je gebruiken bij de luistertoets die je achteraf krijgt.

pr oe

1

Je weet vanaf wanneer er sprake is van Middelnederlandse literatuur Je hebt een duidelijk zicht op wat Middelnederlandse literatuur inhoudt Je kent enkele belangrijke canonwerken uit de middeleeuwen Je hebt werken als Mariken van Nieumeghen, Der naturen bloeme en/of Beatrijs bestudeerd, besproken en/of herwerkt

IN

c4

1 Om er zeker van te zijn dat je het hoorcollege goed begrijpt, vind je hieronder enkele termen die ter sprake komen. Orden onderstaande woorden in vier groepen. De woorden die je niet begrijpt, zoek je op. A B C D

woorden die ik nog nooit heb gehoord woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken

erfgoed – improviseren – mnemotechnisch middel – minstreel – patrimonium – selecteren – de lofzang aanheffen – epische concentratie – omgangsvormen – queeste – loyaliteit – clerus – iets aan de kaak stellen – iemand in zijn hemd zetten – didactisch – analfabeet – triviale literatuur – klucht

c4 Middeleeuwen: canonwerken

131


2

Middelnederlandse media 1 Op de volgende pagina’s worden vier Middelnederlandse verhalen aangeboden aan de hand van verschillende media. Ga na welke items bij elkaar horen: combineer de titels (TI) met de juiste tekst (TE), scaniconen (SCAN), afbeelding (AFB), woordenwolk (WRD) en cartoon (CAR).

3 Leg de onderstaande termen uit aan de hand van de informatie die je kreeg. didactische literatuur ballade mirakelspel Marialegende epiek, lyriek en dramatiek

N

a b c d e

IN

2 Stel van elk werk een identiteitskaart op met daarop: titel, auteur, datering, tekstsoort, teksttype en enkele kernwoorden.

pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

4* Probeer de inhoud van elk verhaal te achterhalen aan de hand van de aangeboden bronnen. Nadien krijg je van je leerkracht de volledige versie te horen.

132

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Der naturen bloeme

TI1

TI2

TI3

Mariken van Nieumeghen

Lied van Heer Halewijn

TI4

Beatrijs

TE2 TE1

‘Ghegroet!’ zei hi en kwam tot haer, ‘ghegro et, schoon maegd, bruin oogen klaer!’

IN

40

Ick sie ende mercke, meest alle daghe Es hier yemant om mi ghequetst of doot. Ende ick weet wel: desen Moenen, dat es de plaghe, En es vanden besten niet; dit es den noot. Ic ghevoelt wel, al en seyt niet al bloot, 600 Dat een viant moet wesen of niet veel betere. O moeye, o moeye, u fel verwiten groot Sal mi maken een verdoemt sletere, Eeulijc uuter gracien vanden hoochsten wetere Ey lasen, al eest voor mi wat claghelijcx, 605 Ick ben te verre, al woudick mi te keeren pooghen. Ick plach ooc Maria te dienen daghelijcx, Met bedinghen oft anders iet behagelijcx, Ende die devocie es oec al vervloghen, Ende oec en wil hi se mi niet ghedoghen; 610 Ende dat ic mi seghene soude en gedoecht hi ooc niet. 595

Zi reden met malkander voort en op den weg viel menig woort.

Zi kwamen bi een galgenveld, daer hing soe menighe vrouwenbeeld.

N

45

VA

Alsdan heeft hi tot haer gezeid: ‘mits gi de schoonste maget zijt

©

zoo kiest uw dood! het is nog tijd.’ 50 ‘Wel als ik dan hier kiezen zal,

ie

rs

TE3

pr oe

fv e

Ander volc es daer geboeren, Die lopen utermaten sere Met enen voete ende niet mere; Nochtan es die voet so breet, Dat si jeghen die sonne heet Hem bescermen daer mede, 320 Waer dat si rusten in enighe stede. 315

zoo kies ik dan het sweerd voor al. Maer trekt eerst uit uw opperst kleed,

Ander liede, des geloeft, Vintmen daer al sonder hoeft, Haer oghen in haer scouderen staende; In hare borst twe gate uutgaende 325 Voer nose ende voer mont; Eyselijc sijn si als een hont. Ander liede sijn daer neven, Die bi eens appels roeke leven, Eist dat hem vere staet te gaen, 330 Si draghenre voer hem ter noet; Want anders so bleven si doet, Quame hem enighe quade lucht an. Oec vintmen daer wilde man Met VI vingheren an elke hant.

c4 Middeleeuwen: canonwerken

want maegdenbloed dat spreit zoo breed, zoo ‘t u bespreide het ware mi leed.’ 55

Eer dat zijn kleed getogen was zijn hoofd lag voor zijn voeten ras.

TE4 Van dichten komt mi cleine bate. Die liede raden mi dat ict late. Ende minen sin niet en vertare. Maer om die doghet van Hare 5 Die moeder ende maghet es bleven Hebbic een scone mieracle op heven, Die God sonder twivel toghede Marien teren, diene soghede. Ic wille beghinnen van ere nonnen 10 Een ghedichte. God moet mi onnen Dat ic die poente moet wel geraken Ende een goet ende daer af maken Volcomelijc na de waerheide Als mi broeder Ghijsbrecht seide, 15 Een begheven Willemijn. Hi vant in die boeke sijn. Hi was een out gedaget man. Die nonne, daer ic af egan Was hovesche ende subtijl van zeden; 1

133


SCAN1

SCAN2

SCAN3

SCAN4

SCAN5

SCAN6

IN

AFB 2

VA

N

AFB 1

AFB 4

fv e

rs

ie

©

AFB 3

GOED

VERBIEDEN ZINGEN

MIDDELEEUWEN OUDERS

EERBAARHEID

SCHOONHEID

134

MOEDER

GEMEEN PRINSES

TERUGGEKOMEN ADELLIJK SCHURK SLECHT FEESTMAAL TRADITIE MONDELING MOORDENAAR ONWEERSTAANBAAR

VERLOKT

MEISJE

KONINGSDOCHTER

DODEN FAMILIE

BOS LIED

TOVENAAR

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis

PAARD

pr oe

WRD1


WRD2

BLAUW

ROOD

PROSTITUTIE

©

VERGEEFT

BEROUW

fv e

pr oe CAR3

c4 Middeleeuwen: canonwerken

LUIDEN

KOSTERES

JONGELING

MARIA

KLOKKEN

BEATRIJS

PLAATSVERVANGER

LIEFDESVERHAAL

NAAM

rs

MENS

ie

TONEELSTUK DUIVEL EEUW

ZONDIGT

KWAAD

PAUS

BARMHARTIGHEID HELPEN BEMIDDELING ZONDEN MORAAL GIJSBRECHT ZONDIG

BOS

HOOFS

16

e GEDAANTE ZWARTE

KINDEREN

VA

WANHOPIG

SLEUTELS ONDERKLEED

N

OOM

MAGIE ROME MOENEN

TANTE PRIESTER

SCHELDEN

KLOOSTER

METTEN

MARIA KRUISTEKEN ZEVEN

EMMEKEN

BEROUW

BEDELEN MARIABEELD

WRD3

CAR1

MARIALEGENDE

IN

VISSEN

SERIEUS

VIERVOETIGEN

DERTIEN AANVULLING HOOFDSTUKKEN

WRD4

WEDUWE

BESCHRIJVING

METALEN

REUZEN

BOEKEN

VOGELS

BOMEN

ZEEMONSTERS NATUUR GELEERDE ARISTOTELES WERELD MENS AFBEELDINGEN WONDERBAARLIJKE SCHEPPING VER STENEN WETENSCHAP LANDEN VOLKEREN ONTDEKKING INSECTEN

BRONNEN

DWERGEN SLANGEN DIERENKRUIDEN

CAR2

CAR4

135


DE DUIVEL

5

20

MARIKEN DE DUIVEL MARIKEN DE DUIVEL

ie

25

30

pr oe

40

MARIKEN DE DUIVEL

fv e

35

©

15

VA

N

10

Ik heb mezelf kunnen voordoen, helemaal echt, onder menselijk mom, zover God dit gedoogt; alles is juist gepast, behalve mijn ene oog, dat is alsof het was uitgezworen. Wij geesten zijn niet bij machte – dat hebben we verloren – ons volmaakt om te toveren door een of andere trek. Altijd vertonen wij een gebrek, aan hoofd, handen of aan voeten. Nu ga ik mijn vooizeke een beetje verzoeten en spreken zo welgevallig, zonder enig smoesje, dat ik geen argwaan wek bij dit aardige poesje. ’t Is best de vrouwtjes vriendelijk te woord te staan. Schoon kind hoe zit je hier bedrukt en ontdaan? Heeft iemand je misdaan zonder reden of recht, dan wreek ik je als een ridder! Hou dat voor gezegd, Je bent onschuldig, dunkt me, dus kom ik je verkwikken en troosten! Wie bent u, vriend? Een meester in vele kunsten, ik die nooit faal, als ik iets besta. Mij is het om ’t even met wie ik ga, even goed met de slechtste als met de beste. Als jij je liefde op mij wilt vesten, dan leer ik je kunsten zonder weerga: de zeven vrije kunsten: muziek, retorica, logica, grammatica en geometrie, aritmetica en alchemie, allemaal kunsten zeer merkwaardig. Ik maak een vrouw van je zo knap en vaardig als er op aarde nooit leefde. Een ding vraag ik je, lieveke zoet! Doe je me dit plezier dan zal het je baten. Wat vraag je dan wel? Je naam, die zou je weg moeten laten en dragen voortaan een andere naam. Marieken is voor mij onaangenaam, want een Maria heeft mij en mijn gezelschap zo gegriefd, dat die naam nooit of nimmer door ons wordt geliefd. Laat je Leentje of Grietje of Liesje noemen; ik beloof je, eer we een jaar verder zijn, word jij in de bloemen gezet, zoals vriend noch verwant ooit hebben gedaan! Helaas, hoe kan zulke naam je tegenstaan? ’t Is de edelste en zoetste die kan bestaan op de hele wereld. Niemand neemt er aanstoot aan. Mariken of Maria, hoe heb je daartegen enige vete? Om al wat leeft wil ik niet anders heten; ik vraag me af, hoe je die naam kunt verzoeten. Ai, ai! Opgepast! Ze maait me ’t gras onder de voeten als ik haar niet van naam kan doen veranderen. (…) Ik neem er vrede mee dat je behoudt de eerste letter van je naam, vrouwtje ongemeen fijn, dat is de M. Je naam zal dus Emmeken zijn. Die naam dragen in jouw streek toch heel wat meisjes en vrouwen. Wel, als ik mijn echte naam dan toch niet mag behouen, ben ik, liever dan te scheiden, met de eerste letter tevreden. Emmeken heet ik dus voortaan, hier en in alle steden, al doe ik het tegen mijn zin.

rs

1

MARIKEN

45

DE DUIVEL

50

55

MARIKEN

vertaling: Bert Decorte

136

IN

Exploratie: Mariken van Nieumeghen

3

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Lees het fragment uit Mariken van Nieumeghen op p. XX. 1 In dit fragment kom je heel wat te weten over de duivel. Stel een portret op en beschrijf welke macht hij heeft, wat zijn beperkingen zijn en hoe hij eruitziet. 2 Dit stuk bevat een aantal impliciete boodschappen. Welke lessen wil het verhaal aan de toehoorders meegeven? 3 Waarom stelt de duivel als voorwaarde dat Mariken haar naam moet veranderen?

a Welke tekst staat buiten de conversatie tussen Mariken en de duivel? b* Lees de volgende informatie en pas ze toe op dit fragment.

IN

4 In dit fragment voeren Mariken en de duivel een dialoog met elkaar. Toch bevat de tekst ook zinnen die geen onderdeel zijn van de interactie tussen de personages.

VA

N

Tijdens een toneelstuk kan een personage commentaar geven op gebeurtenissen of andere personages in het stuk. De tekst is dan geen onderdeel van een dialoog, maar wil het publiek verduidelijking of subjectieve informatie geven. Over het algemeen worden twee vormen onderscheiden: enerzijds gedachten die door een personage luidop geuit worden, anderzijds korte tussenkomsten waarbij het publiek rechtstreeks wordt aangekeken en toegesproken.

©

5 Vandaag wordt er nog zelden geestelijk toneel opgevoerd. Toch staan canonstukken als Mariken van Nieumeghen, al dan niet in een modern jasje, nog steeds op het programma van heel wat gezelschappen. Hoe zou jij deze dialoog op het podium brengen? a b c d

rs

ie

Zul je vooral uitgaan van de historische context of wil je het verhaal actualiseren? Waarom? Welke kledij geef je aan de personages? Verantwoord je keuze. Lees het fragment opnieuw en noteer wat de verschillende gevoelens van de personages zijn. Brainstorm over hoe een acteur die gevoelens kan visualiseren. Geef suggesties voor de intonatie, lichaamshouding, gelaatsuitdrukking en afstand tussen beide protagonisten. e Noteer de informatie als regieaanwijzingen.

Exploratie: Der naturen bloeme

pr oe

4

fv e

6* Vergelijk de keuzes die je in de vorige opdracht maakte met die van medeleerlingen. Ga na waar er verschillen en gelijkenissen in de aanpak zitten. Lees daarvoor elkaars regieaanwijzingen.

Lees het fragment uit Der naturen bloeme op p. XX. 1 Noteer elementen die je niet in een hedendaagse encyclopedie of op een wetenschappelijke internetpagina zult terugvinden. Geef ook aan waarom dat het geval is. 2 Vergelijk dit lemma met het lemma ‘olifant’ dat je in een hedendaagse encyclopedie terugvindt en geef de verschillen op het vlak van: a tekstdoel b bronvermelding c taal (woordkeuze en formulering)

3 Wetenschap en religie zijn in de middeleeuwen nauw met elkaar verbonden. a Leg aan de hand van dit encyclopedieartikel de term ‘allegorie’ uit. b Christelijke auteurs in de middeleeuwen staan negatief tegenover afwijkende geloofsopvattingen. Zoek een voorbeeld in de tekst.

c4 Middeleeuwen: canonwerken

137


IN N VA ©

ie

pr oe

10

Bij Jacobus van Vitry lezen we dat olifanten op het slagveld met hun slurf slaan en er hun vijanden mee grijpen. Door hun moed en trouw zijn het in de oorlog zeer bruikbare dieren. Hun strijdlust neemt nog toe wanneer iemand ze rode wijn of bloed laat zien. Perzen en Indiërs trekken ten strijde met olifanten die gevechtstorens met vijftig soldaten dragen en breken daarmee door de vijandelijke linies heen – niets houdt daartegen stand. Het geluid dat olifanten uitstoten, is zo krachtig dat het iedereen angst aanjaagt. (…) In oude boeken kun je lezen hoe men olifanten op het spoor komt en vangt. Twee meisjes die nog maagd zijn, lopen naakt de wildernis in. Een van hen draagt een kelk, de andere een zwaard, en ze lopen uit volle borst te zingen. Zodra de olifant hen hoort, komt hij naar hen toe en als hij de maagden ziet, likt hij hun kuise ledematen, hun borsten en hun naakte lichaam, want olifanten houden van alles wat zuiver is. Hij geniet er intens van en valt weldra in slaap. Het ene meisje steekt dan zonder dralen het zwaard in zijn lijf, het andere vangt het bloed op van het stervende dier. Met het bloed worden koningsmantels purperrood geverfd. Zo heb ik het gelezen.

rs

5

De elephas is de olifant. Het is een groot en sterk dier. Aan zijn bek hangt een lange slurf, die hij overal voor gebruikt. Die slurf heeft hij nodig omdat hij groot is en zich niet naar de grond kan buigen: zonder de slurf, waarmee hij eten en drinken naar zijn bek brengt, zou hij zich niet van voedsel kunnen voorzien.

fv e

1

15

20

138

Het bloed van de olifant is het zinnebeeld van het dierbare bloed dat uit Jezus’ zijde stroomde. De maagden zijn de twee wetten, het Oude en het Nieuwe Verbond, waar joden en christenen onder zijn gesteld. Synagoge, de verraderlijke joodse maagd, is degene die Jezus’ zijde doorboort; Ecclesia, de Kerk, vangt in de miskelk het bloed op waarmee het vlees van Jezus, Zijn prachtige purperen koningsmantel, zo wondermooi werd geverfd. Daarom zingt de bruid in het Hooglied: ‘Mijn geliefde is blank en rood, uitblinkend boven tienduizend.’

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Exploratie: Beatrijs Lees het fragment uit Beatrijs op p. XX. 1 Beatrijs trekt met de jongeman de wereld in. In hoeverre verschilt Beatrijs’ leven binnen de kloostermuren van haar leven in de buitenwereld? a Noteer ze. b Hoe weet je zeker dat het gaat mislopen? 3 Toon aan dat Beatrijs het hoofse liefdesideaal nastreeft.

IN

2 In de tekst zijn heel wat voorspellingen opgenomen over het verdere verloop van het verhaal.

N

4 In deze Marialegende is een Natureingang opgenomen. Lees de definitie en pas die toe op het fragment.

VA

onthouden

©

Een Natureingang is een korte beschrijving van een natuurtafereel dat veelal overeenkomt met het innerlijke gevoel van de personages. Het wordt vooral gebruikt om de lezer in de juiste stemming te brengen voor hetgeen in het verhaal volgt. Zo worden bloemen, bomen, geuren, het gezang van vogels … op een clichématige manier beschreven.

ie

5 De dialoog en de beschrijvingen in het tekstfragment van Beatrijs kunnen perfect omgezet worden naar een toneelstuk of film. Hoe zou jij die dialoog op het podium of in beeld brengen?

fv e

rs

a Zul je vooral uitgaan van de historische context of wil je het verhaal actualiseren? Waarom? b Welke kledij geef je aan de personages? Verantwoord je keuze. c Lees het fragment opnieuw en ga na wat de verschillende gevoelens van de personages zijn. Noteer ze naast de passages. d Brainstorm over hoe een acteur die gevoelens kan visualiseren. Geef suggesties voor de intonatie, lichaamshouding, gelaatsuitdrukking en afstand tussen beide protagonisten. e Op welke locatie ga je de dialoog brengen? Welke rekwisieten vind je daarbij belangrijk? f Noteer de informatie als regieaanwijzingen. 6* Vergelijk de keuzes die je in de vorige opdracht maakte met die van medeleerlingen. Ga na waar er verschillen en gelijkenissen in de aanpak zitten. Lees daarvoor elkaars regieaanwijzingen.

pr oe

5

c4 Middeleeuwen: canonwerken

139


15

20

IN Dat men het overal kon horen. Elk zong zoals hij gebekt was, Er waren mooie bloemen Op het groene veld ontloken, Met mooie kleuren en zoete geur. De lucht was er klaar en helder. Er groeiden vele hoge bomen Met veel loof. De jongeling keek naar de maagd, Die hij vaste liefde toedroeg. Hij zei: ‘Liefste, als het goed is voor u, Zouden we kunnen afstappen en bloemen plukken. Het lijkt me hier heel mooi te zijn. Laat ons het liefdesspel spelen.’ ‘Wat zeg je,’ reageerde ze, ‘gemene dorper, Moet ik me neerleggen op het veld Zoals een dorpersvrouw Die haar lichaam verkoopt voor geld? Dan zou ik wel heel weinig schaamte kennen, Dit zou je niet overkomen zijn Als je niet van lage komaf was. Ik heb nu al spijt van mijn beslissing Gods toorn moge je treffen voor zulk voorstel, Zwijg hier maar verder over En luister naar de vogels in het dal. Hoe ze zingen en zich amuseren. Dan zal je des te meer genieten Wanneer ik naakt bij je ben In een behoorlijk opgemaakt bed. Doe dan wat je behaagt En wat je hart verlangt. Ik word in mijn hart gekweld door wat je me nu voorstelt.’ Hij zei: ‘Lief, wees niet boos, Het was Venus die me dit deed vragen. God mag mij straffen met schande en plagen Als ik je dit ooit nog zou voorstellen.’

pr oe

35

fv e

30

rs

ie

25

N

10

VA

5

Toen begon het al licht te worden in het oosten. Ze zei: ‘God, die eenieder troost kan bieden. Bescherm ons nu. Ik zie dat de dag aanbreekt. Als ik met u niet weggegaan was, Zou ik nu de priemen geluid hebben Zoals ik het al lang gewoon was In het klooster. Ik ben bang dat deze vlucht me zal spijten. De wereld is immers zo weinig trouw, Als heb ik er nu mijn toevlucht in gezocht. Ze lijkt op de valse koopman, Die ringen van vals goud Verkoopt voor echt.’ ‘Ach, wat zeg je, mijn lief? Als ik jou ooit in de steek zou laten Dan mag God mij in het verderf storten! 40 Waar we ons ook bevinden, Jou laat ik voor niets in de steek. Alleen de bittere dood kan ons scheiden. Hoe kun je zo aan mij twijfelen? Nooit kon je bij mij opmerken 45 Dat ik je gemeen of vals zou behandelen. Van zodra Ik jou verkoren heb, had ik mijn hart zelfs niet Op een keizerin gezet. Liefste, stel dat ze mij waardig zou achten, 50 Dan nog verliet ik je niet om haar. Daarvan kun je zeker zijn. Ik draag bij mij 500 pond uitgelezen zilver; Daarover zul je kunnen beschikken. 55 Zelfs al verblijven we in vreemde landen, We zullen geen goederen moeten verbruiken De eerste zeven jaren.’ Zo kwamen ze ’s morgens Aan een woud gereden. 60 De vogels vierden er feest, Ze zongen zo luid

©

1

65

70

75

140

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


c literatuurgeschiedenis

Middeleeuwen: Egidius 1 2 3 4 5

Situeren

N

1

Je maakt kennis met het rondeel en de kenmerken ervan. Je leert teksten lezen in hun historische context. Je verwoordt gedachten, gevoelens en beleving bij het lezen, beluisteren en bekijken van literaire teksten. Je analyseert hoe in literaire teksten betekenissen worden gecreëerd met behulp van narratieve, retorische, poëticale en theatrale structuren en technieken. Je krijgt inzicht in de kenmerken van middeleeuwse literatuur.

IN

c5

2 Met welk teksttype hebben we hier te maken? 3 Wanneer denk je dat de tekst geschreven is? Waarom? 4 Kun je woorden herkennen in de tekst?

ie

©

5 Hieronder krijg je wat meer informatie over het manuscript. Ga na of je inschattingen correct waren.

VA

1 Bekijk de foto aandachtig en beschrijf wat je ziet.

rs

Bron: Gruuthuse-handschrift

ONDERWEG

fv e

Gruuthuse is een middeleeuws handschrift met liederen en gebeden dat rond 1400 is ontstaan in Brugge. Het handschrift geldt als de enige bron voor een groot aantal Middelnederlandse teksten. Een groep vrienden zingt over de maagd Maria, over de liefde, maar ook over dronkenschap en seks. Wonder boven wonder is het handschrift waarin dit alles is opgeschreven, bewaard gebleven, compleet met noten voor de muziek.

pr oe

In 2007 maakte de Koninklijke Bibliotheek van Den Haag een digitale versie van het liedboek. Sindsdien kun je het online lezen. Een populair lied uit het handschrift is het Egidiuslied. We denken dat Jan Moritoen dit lied geschreven heeft.

2

GRUUTHUSE

Eerste lectuur 1 Lees het Egidiuslied op de volgende pagina luidop of beluister het. Je vindt rechts naast de Middelnederlandse tekst ook een hedendaagse vertaling van het gedicht.

c5 Middeleeuwen: Egidius

141


Nu bestu in den troon verheven Claerre dan der zonnen scijn Alle vruecht es di ghegheven

Egidius, waar ben je gebleven? Ik mis je zo, mijn kameraad. Jij koos de dood, liet mij het leven. Je vriendschap was er vroeg en laat, 5 maar ‘t moest zo zijn, een van ons gaat. 1

Nu ben je in ‘t hemelrijk verheven, helderder dan de zonneschijn, alle vreugd is jou gegeven.

IN

Egidius waer bestu bleven Mi lanct na di gheselle mijn Du coors die doot du liets mi tleven Dat was gheselscap goet ende fijn Het sceen teen moeste ghestorven sijn

N

Egidius waer bestu bleven Egidius, waar ben je gebleven? 10 Mi lanct na di gheselle mijn Ik mis je zo, mijn kameraad. Du coors die doot du liets mi tleven Jij koos de dood, liet mij het leven.

Egidius, waar ben je gebleven? Ik mis je zo, mijn kameraad. Jij koos de dood, liet mij het leven.

©

Egidius waer bestu bleven Mi lanct na di gheselle mijn Du coors die doot du liets mi tleven

VA

Nu bidt vor mi ic moet noch sneven Bid nu voor mij, ik ben verweven Ende in de weerelt liden pijn met deze wereld en zijn kwaad. Verware mijn stede di beneven Bewaar mijn plaats naast jou nog even, Ic moet noch zinghen een liedekijn 15 ik moet nog zingen, in de maat, Nochtan moet emmer ghestorven sijn tot de dood, die elk te wachten staat.

Willem Wilmink (vertaling)

Ervaren

fv e

3

rs

ie

Jan Moritoen. Lied 98, Gruuthuse-handschrift

1 Wie is er aan het woord in het gedicht? Tot wie richt die persoon zich? 2 Waarover gaat het gedicht volgens jou?

pr oe

3 Welke hedendaagse gevoelens herkennen we in deze middeleeuwse tekst? 4 Hoe vind je dat het gedicht in het Middelnederlands klinkt? Noteer enkele bevindingen.

4

Doordringen tot de tekst: vorm en context

Klassikaal kwamen jullie tot een eerste interpretatie van het Egidiuslied. Voor de verdere analyse van het lied vormen jullie in groepjes een onderzoeksteam. Als echte wetenschappers gaan jullie het lied nu eerst vormelijk onder de loep nemen en daarna herinterpreteren: niet meer vanuit je eigen leefwereld, maar cultuurhistorisch, door de bril van de gemiddelde mens in de middeleeuwen. Het is immers belangrijk om een tekst steeds in zijn context te lezen en begrijpen. Om jullie onderzoek te voeren, gebruiken jullie onderstaande achtergrondinformatie. Ook in de Trajectwijzer staan een aantal bronnen. Deze achtergrondteksten dienen als puzzelstukken om het lied te interpreteren.

142

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


16.6

bron 1

Rondeel zie Trajectwijzer

bron 2 Gezel Een gezel was vroeger iemand die bezig was om een beroep te leren. Die persoon, vrijwel altijd een man, werd lid van een gilde (= organisatie van personen met hetzelfde beroep). In eerste instantie begon hij te werken als leerling. Wanneer hij – na twee of drie jaar – goed had gewerkt, ging hij als gezel samenwerken met de meester om het beroep tot in de finesses te leren. Bron: www.wikipedia.org

Theo Witte – Wereldbeeld en kunststromingen zie Trajectwijzer

N

bron 4

VA

bron 5 Kiezen Het woord ‘kiesen’ had oorspronkelijk meerdere betekenissen en betekende ook ‘proeven’.    Du coors die doot wil zeggen: Je smaakte de dood, dus: Je stierf. Bron: www.dbnl.org

rs

ie

©

bron 6 Theocentrisme De term theocentrisme is samengesteld uit het Griekse θεóς (theos, God) en κέντρον (kentron, midden van de cirkel) en verwijst naar een religieuze overtuiging waarbij een god of meerdere goden de wezenlijke kern uitmaken van ons wereldbeeld, dit in tegenstelling tot het antropocentrisme waarbij (uitsluitend) de mens centraal staat voor onze zingeving en ons begrip van de wereld. De Europese middeleeuwen waren door de invloed van het christendom in hoofdzaak theocentrisch gericht.

fv e

1 Bron 1 vertelt meer over de dichtvorm waartoe het Egidiuslied behoort. Maak aan de hand van die bron een checklist om te controleren of het Egidiuslied aan de kenmerken voldoet. Geef ook aan om welke variant het hier gaat. 2 Waarom bevatten gedichten en liederen in de middeleeuwen zoveel vormvoorschriften, denk je? 3 Wat is in dit lied de kracht / het effect van de cirkelstructuur, het herhalen van de beginverzen op het einde? 4 ‘Mi lanct na di gheselle mijn’. In de moderne vertaling wordt ‘gheselle’ als ‘kameraad’ vertaald, maar wat is de historische betekenis van een gezel? Ga op zoek in het bronnenmateriaal.

pr oe

15.9

IN

bron 3 Zelfmoord in de middeleeuwen Volgens het christelijk geloof in de middeleeuwen kwam je niet in de hemel als je zelfmoord pleegde, het was immers enkel aan God om over leven en dood te oordelen. Zelfmoord plegen was dus een zonde.

5 Vergelijk vers 6 tot 8 en 12 tot 16 van het lied. a Wie staat centraal?

b Is de strofe positief of negatief? c Waar bevindt de centrale persoon zich?

6 Waarom kiest de dichter voor duidelijke contrasten tussen die twee strofes? 7 In welke regel uit het refrein worden die contrasten nog eens samengebracht? 8 Welke conclusie kun je trekken over de dood van Egidius, op basis van de bronnen? 9 Ga op zoek naar twee voorbeelden uit het lied waaruit je kunt afleiden dat de ik-figuur een theocentrisch wereldbeeld heeft en leg uit. 10 Wat leer je uit opdrachten 8 en 9 over het interpreteren van oude teksten?

c5 Middeleeuwen: Egidius

143


c literatuurgeschiedenis

c6 c1

Rennaissance en barok: het sonnet

1

IN

1 Je maakt kennis met het sonnet en de kenmerken ervan. 2 Je verwoordt gedachten, gevoelens en beleving bij het lezen van literaire teksten. 3 Je krijgt inzicht in de kenmerken van renaissance en barok.

Het sonnet – kenmerken en geschiedenis

Sonnet

N

Situeren

VA

Wellicht de meest bekende dichtvorm uit de literatuurgeschiedenis is het sonnet. Die dichtvorm ontstond tijdens de renaissance in Italië en veroverde heel Europa in de eeuwen die volgden.

©

Lang na het ontstaan van het sonnet, in de jaren vijftig van de twintigste eeuw, schreef de Nederlandse dichter Lucebert dit gedicht. Hij behoorde tot de ‘Vijftigers’, dichters die in de twintigste eeuw de poëzie wilden bevrijden van alle mogelijke vormvoorschriften. In het gedicht drijft Lucebert de spot met het sonnet door het te reduceren tot een aantal regeltjes.

pr oe

fv e

rs

ie

1 Probeer uit het gedicht af te leiden wat de voorschriften zijn waaraan een sonnet moet voldoen. Denk daarbij aan lengte, rijm, strofenbouw, inhoud …

The Digital Literature Consortium is een onderzoeksgroep bestaande uit mensen van een aantal Nederlandse universiteiten. Zij houden zich bezig met digitale toepassingen van literatuur. Ze ontwikkelden een programma dat sonnetten kan maken, een zogenaamde sonnettengenerator.

144

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis

ik mij ik mij mij ik mij ik ik ik mijn mijn mijn ik Lucebert

ONDERWEG

SONNETTENGENERATOR


Eerste lectuur 2 Lees nu een vertaling van Sonnet 132 van de grondlegger van het sonnet, de Italiaan Francesco Petrarca uit de veertiende eeuw. Beschrijf met twee bijvoeglijke naamwoorden je eerste indruk van het gedicht. Sonnet 132 Zo dool ik stuurloos rond op hoge zee, bij wisselende wind. Mijn schip is zwaar van twijfel en draagt weinig wijsheid mee,

IN

Als dit geen liefde is, wat is het dan? En als het liefde is, is ze dan goed? Kan liefde goed zijn als ze lijden doet? En is ze slecht, geniet men daar dan van?

zodat ik, niet meer wetend wat ik wil, het gloeiend warm heb in de winter, maar in hartje zomer van de koude ril.

Wat klaag ik, als ik zelf beslissen kan? Heeft klagen zin, als ik beminnen moet? O dood die leven geeft, o leed zo zoet, geniet ik van de dwang van een tiran?

Ervaren en doordringen tot de tekst

VA

N

Francesco Petrarca. Il Canzoniere

3 Ga na of de voorschriften die je bij opdracht 1 ontdekte, kloppen.

©

4 Welke elementen komen niet volledig overeen met je eerste conclusies? 5 Herlees het gedicht en beschrijf waar het concreet over gaat. 6* Vind je de gevoelens van de dichter herkenbaar?

8 Welke twee metaforen gebruikt de dichter in strofen 3 en 4 om zijn verwarring en verlorenheid uit te drukken?

rs

16.4

ie

7 Stel dat je het gedicht inhoudelijk in tweeën moet delen, waar zou je dan de opsplitsing maken en waarom?

fv e

9 Kun je een vast metrum in het sonnet ontdekken? Neem de eerste twee verzen van het sonnet over en plaats vervolgens een — (beklemtoond) of een ∪ (onbeklemtoond) boven de lettergrepen.

onthouden

pr oe

Een versvoet bestaande uit een onbeklemtoonde lettergreep gevolgd door een beklemtoonde lettergreep noemen we een jambe. Wanneer één versregel vijf jamben bevat, wordt dit een vijfvoetige jambische versregel genoemd.

10 Leg je boek en je notities weg en maak op een apart blad een Onthouden-kader waarin je de belangrijkste kenmerken van het sonnet opsomt. 11 Open je boek en vul eventueel samen met je medeleerling het Onthouden-kader verder aan.

16.6

12 Vergelijk jullie kader met dat van de Trajectwijzer.

c6 Rennaissance en barok: het sonnet

145


Een hedendaags sonnet 1 Beluister het moderne sonnet van Ilja Leonard Pfeijffer. De tekst kun je hiernaast volgen. 2 Waarover gaat dit sonnet? Zoek in het gedicht de woorden die dat prijsgeven.

Hoewel ik wist dat jij niet echt bestaan kon, of juist te veel, heb ik je opgezocht alsof je mijn gedichten echt verstaan kon.

4 Zoek in dit sonnet de kwatrijnen, de terzinen, het octaaf en het sextet. Noteer ook het rijmschema. 5 Is er sprake van een volta tussen het octaaf en het sextet? Leg uit.

Je likte vingers, wrong je in een bocht. Toen wist ik dat ik nooit bij jou vandaan kon, hoewel ik nergens op je hopen mocht.

VA

16.6

Met ixen scheel als exen in je namen. Natuurlijk was dat deels ook commercieel. Maar zijn met jou was ceremonieel amechtig alles wat je had beamen.

IN

3 Houdt de dichter hier vast aan het traditionele thema van een sonnet? Beargumenteer.

Op elke website wist ik jou te heten. Daar was je Foxxy, Peachez, Roxxy Love, Ivana Fuckalot of Trixxie Dove. We hebben samen zoveel tijd versleten.

N

2

Ilja Leonard Pfeijffer. Giro giro tondo, een obsessie

©

ONDERWEG

3

fv e

rs

ie

Dit sonnet komt uit de sonnettenkrans Giro giro tondo, een obsessie van Pfeijffer. Een sonnettenkrans is een reeks van precies vijftien sonnetten met strenge vormvereisten. Van de veertien sonnetten is de slotregel steeds de beginregel van het eerstvolgende sonnet, en de slotregel van het veertiende sonnet is gelijk aan de beginregel van het eerste sonnet. Het vijftiende sonnet (het meestersonnet) moet zijn samengesteld uit de beginregels van de eerste veertien sonnetten in de juiste volgorde. Het schrijven van een sonnettenkrans is vormtechnisch dus bijzonder moeilijk.

Wereldbeeld en kunststromingen 1 In de Trajectwijzer vind je een overzicht van wereldbeelden en kunststromingen. Je leerde al dat het sonnet populair was in de renaissance en de barok. Bespreek het wereldbeeld in die tijd.

pr oe

15.9

2 Welk wereldbeeld stond centraal toen Lucebert (lesdeel 1) en Pfeijffer (lesdeel 2) hun sonnet schreven? 3 Op welke manier geven die twee sonnetten dat wereldbeeld weer? Je mag indien nodig achtergrondinformatie zoeken op het internet.

woord amechtig: sterk hijgend

146

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


c literatuurgeschiedenis

Rennaissance en barok: het sonnet in de gouden eeuw

c7

1

IN

1 Je verwoordt gedachten, gevoelens en beleving bij het lezen van literaire teksten. 2 Je krijgt inzicht in de kenmerken van de gouden eeuw.

2

‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief.’ Zo sprak mijn lief mij toe, dewijl mijn lippen op haar lieve lipjes weidden. De woordjes alle drie, wel klaar en wel bescheiden, vloeiden mijn oren in, en roerden (‘k weet niet hoe)

onachterhaalb’re Tijd, wiens hete honger graag verslokt, verslindt, verteert al wat er sterk mag lijken, en keert en wendt en stort staten en koninkrijken, voor iedereen te snel: hoe valt gij mij zo traag?

al mijn gedachten om, staag malend, nimmer moe; die ‘t oor mistrouwden en de woordjes wederleiden. Dies ik mijn vrouwe bad mij klaarder te verbreiden haar onverwachte reên; en zij verhaald’ het doe.

VA

O rijkdom van mijn hart, dat overliep van vreugden! Bedoven viel mijn ziel in haar vol hart van deugden. Maar toen de morgenstar nam voor den dag haar wijk

ie

©

Mijn lief, sinds ik u mis, verdrijf ik met mishagen de schoorvoetige tijd, en tob de lange dagen met arbeid avondwaards. Uw afzijn valt te bang

N

Gezwinde grijsaard die op wakk’re wieken staag de dunne lucht doorsnijdt, en zonder zeil te strijken altijd vaart voor de wind, en ieder na laat kijken, doodsvijand van de rust, die woelt bij nacht bij daag;

is, met de klare zon, de waarheid droef verrezen. Hemelse goôn, hoe komt de schijn zo na aan ‘t wezen, het leven droom, en droom het leven zo gelijk?

rs

en mijn verlangen kan den Tijdgod niet bewegen, maar ’t schijnt verlangen daar zijn naam van heeft gekregen, dat ik de tijd, die ik verkorten wil, verlang.

fv e

1 Lees de twee beroemde sonnetten van de bekende Nederlandse dichter Pieter Corneliszoon Hooft uit de zeventiende eeuw. Bespreek de inhoud, de volta en het rijmschema, alsook de aanwezigheid van theocentrisme en humanisme in de twee sonnetten. 2 In welk van de twee gedichten kun je je het best inleven? Waarom?

pr oe

3 Het nieuwe, humanistische wereldbeeld viel samen met de renaissance als stijlperiode. Zoek in de tekst hieronder wat je herkent in de gedichten van Hooft. Men kan het ontstaan van de renaissance niet los zien van de opkomst van het humanisme. Het woord, dat wedergeboorte betekent, hield een gedachtegoed in dat de mens weer beschouwde als het middelpunt van het heelal en als maatstaf voor alle dingen, maar dan wel in het teken van het christendom zoals dat verspreid was sinds de klassieke oudheid. In vergelijking met de middeleeuwen ontstond er een toenemende vraag en belangstelling naar individuele observatie en interesse. De kunst werd preciezer en verfijnder. Men beeldde het herontdekte menselijk lichaam af in een meer harmonische ruimteverdeling en proportie. Firenze werd de bakermat van de renaissance, die zich van daaruit over heel Italië en Europa verspreidde. De vernieuwende cultuur van de renaissance herkent men in de filosofische en geestelijke opvattingen, de schilder- en beeldhouwkunst en de architectuur.

4 De zeventiende eeuw, de periode waarin dichter P.C. Hooft leefde, is ook wel bekend als ‘De Gouden eeuw’ van de Nederlanden. Maak op iDiddit de kijkopdracht om meer over deze periode te weten te komen. c7 Rennaissance en barok: het sonnet in de gouden eeuw

147


c literatuurgeschiedenis

c8 c1

De verlichting: Reize door het Aapenland

Inleiding

VA

ie

©

© Cinematic /RTL Entertainment

N

1

IN

1 Je leert een nieuw verhaalgenre kennen: het imaginaire reisverhaal (en de satire). 2 Je plaatst dit genre binnen de cultuurhistorische achtergrond: de verlichting. 3 Je kunt (vrij) actuele fragmenten interpreteren binnen deze satirische traditie.

Cast away

pr oe

fv e

rs

Nova Zembla

Expeditie Robinson

Wonder Woman

Gulliver’s Travels

1 Bekijk de trailers van bovenstaande films. a Wat hebben ze thematisch met elkaar gemeen? b Toch kun je ze qua toon en qua genre grofweg in twee categorieën verdelen: realistisch en imaginair. Plaats de trailers in de juiste categorie. c* We zullen in wat volgt focussen op imaginaire reisverhalen. Ken je er nog?

148

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


De verlichting

In de achttiende eeuw werd de moderne mens geboren

IN

N

Imaginaire reisverhalen

Bijzonder populair werden in de verlichting ook vooral de imaginaire reisverhalen. Dat zijn verzonnen reisverhalen, die dus niet echt zijn gebeurd. Meestal zijn ze in de eerste persoon opgesteld en gaan ze door voor een reisverslag van de hoofdpersoon. Kenmerkend voor veel van die imaginaire reisverhalen is dat ze uitvoerig … (13) vermelden zoals data, afstamming en geografische bijzonderheden, om daardoor de lezer de indruk te geven dat hij een authentiek reisverslag leest.

ie

©

De moderne … (4), geleid door natuurkundigen als Newton en Huygens, eiste wetenschappelijk bewijs in plaats van blind geloof en bijgeloof. De Bijbel verloor zijn ereplaats in elke boekenkast aan een nieuw soort naslagwerk: de … (5). Door de nieuw verworven kennis zo breed mogelijk in de samenleving te verspreiden, zou de samenleving beter worden en zeker ook eerlijker.

Een ander populair genre werd het … (12). In een tijd waarin reizen per koets of schip nog moeizame en kostbare ondernemingen waren, was het reisverhaal de manier waarop mensen thuis kennis konden nemen (en konden leren) van andere landen en andere culturen.

VA

In de achttiende eeuw werd voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid alles … (1) onderzocht wat voorheen argeloos werd geloofd. Eeuwenoude … (2) werden ineens ter discussie gesteld: geloof en samenleving, opvoeding en onderwijs, liefde en huwelijk. De mens ging zijn verstand gebruiken en nadenken over alles wat hij tot dusver klakkeloos had aangenomen. Veel zekerheden werden aangetast, veel … (3) doorbroken en op allerlei gebied voltrokken zich ingrijpende veranderingen – het tijdperk van de verlichting was aangebroken.

fv e

rs

De verlichting was namelijk een levenshouding die streed tegen religieuze en politieke … (6). De … (7) begon voor haar rechten op te komen en wilde betrokken worden bij het plaatselijke en landelijke bestuur, vooral in landen met een absolute vorst. Kleinere en grotere … (8) waren daarvan het gevolg, zoals de Amerikaanse vrijheidsoorlog en de Franse Revolutie, waarin voor het eerst de leuze ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ werd geuit en de Rechten van de Mens werden geformuleerd.

pr oe

2

Een nieuwe literatuur

Ook in de literatuur was de invloed van de verlichting merkbaar. De moderne … (9), zoals we die nu nog steeds kennen, werd toen geboren. Niet langer waren de hoofdrollen weggelegd voor koningen en ridders of priesters en heiligen. Voor het eerst gingen romans over … (10) mensen uit alle lagen van de bevolking, beschrijvend wat deze beleefden, waarbij niet alleen aan hun daden, maar ook aan hun … (11) leven aandacht werd geschonken. Het mooiste Nederlandse voorbeeld daarvan is Sara Burgerhart.

c8 De verlichting: Reize door het Aapenland

Deze suggestie wordt vaak nog versterkt doordat de uitgever vooraan in het boek uitlegt hoe hij door een gelukkig toeval het … (14) in handen kreeg en hoezeer hij zich moreel verplicht voelde om deze wonderbaarlijke reiservaringen met de lezers te delen. De meestal anonieme auteur doet daar vaak nog een schepje bovenop door te verklaren de waarheid en niets dan de waarheid te hebben geschreven. De meeste van deze imaginaire reisverhalen werden niet uitsluitend ‘ter vermaak’ geschreven. Vaak zat er een ‘boodschap’ in verwerkt, een sociale, politieke of religieuze boodschap. En even vaak is die ideële boodschap belangrijker dan het feitelijke verhaal. Beroemde imaginaire reisverhalen uit de wereldliteratuur zijn Gullivers Reizen en Robinson Crusoe. Beide verhalen zijn een aanklacht tegen de zeden en gewoonten van die tijd en stellen de hele mensheid aan de kaak. Het zijn twee voorbeelden van maatschappijkritiek in de vorm van een … (15). Peter Marteau. Imaginaire reisverhalen uit de 18e eeuw: Een reis door het Apenland door J.A. Schasz M.D.

149


1 De gouden tijd voor imaginaire reisverhalen was de verlichting.

1

IN

a* Wat weet je nog uit de lessen geschiedenis over deze historische periode? b De tekst op p. XXX vat een en ander over de verlichting samen. Lees de tekst aandachtig en vul de ontbrekende (kern)woorden aan. Kies uit: gewone – encyclopedie – burgerij – taboes – onderdrukking – kritisch – reisverhaal – satire – waarden – roman – details – revoluties – wetenschap – innerlijke – manuscript. c Maak nu van de tekst een theoretisch kader. Je gebruikt maximaal dertig woorden. Voeg zelf structuuraanduiders (nummers, pijltjes …) toe.

Reize door het Aapenland

N

Onderweg

ie

©

VA

In 1788 schreef Gerrit Paape (onder het pseudoniem J.A. Schasz, Duits voor ‘scheet’) Reize door het Aapenland, een imaginair reisverhaal én een vlijmscherpe satire op de Nederlanden in die tijd. Er heerste in wat toen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden heette, namelijk spanning tussen de prinsgezinden enerzijds en de patriotten anderzijds. Die laatste groep ijverde voor democratisering tegenover het absolutisme van Willem V. Veel patriotten verlieten het land en dat doet ook de hoofdfiguur in Reize door het Aapenland. In wat volgt, ontdek je dat het boek ook vandaag nog steeds relevante satire oplevert.

rs

Het verhaal begint met de (naamloze) protagonist die in een plas water zijn vrouw, dienstmeid, paard en hond ziet verdrinken. Hij denkt diep na over wat nu te doen en wie hij nog redden kan.

fv e

Aldus twistte ik meer dan een uur met mijzelf zonder te besluiten. Eindelijk stond ik op en liep naar de waterkant met het voornemen om de eerste, die mij een poot of een hand, een kop of een hoofd toestak, te helpen. Aan het water gekomen zag ik tot mijn verbazing dat mijn wijf, het paard, de meid en de hond alle vier, bij gebrek aan spoedige hulp, verdronken waren.

pr oe

1 In welk opzicht is deze passage al een satire op de verlichting?

woord de satire: humoristische maatschappijkritiek de patriot: verdediger van het vaderland de democratisering: het vergroten van inspraak door het volk het absolutisme: regeringsvorm waarbij de vorst totale macht heeft relevant: belangrijk, ter zake

150

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Op de volgende pagina’s vind je enkele passages uit een hedendaagse bewerking van het boek door Peter Marteau, gevolgd door enkele hedendaagse mediaberichten. 2 Koppel elk fragment uit het boek aan een mediabericht en verklaar hoe Reize door het Aapenland nog steeds relevant is.

IN

Na veel gepalaver wordt dan uiteindelijk beslist om toch de staart af te hakken van alle apen. Elke aap krijgt een hakmes, een houtblok en een pleistertje. Op het gegeven sein leggen alle apen de staart op het blok, op het volgende sein heffen ze het mes en bij het laatste signaal hakken ze. De hoge apen (ver weg van het gruwelijke tafereel) horen de kreten van pijn. Vele apen bloeden dood of worden vertrapt in de chaos. Nummer 17 valt flauw bij dit alles. Bij zijn ontwaken ziet hij zijn vrouw en zijn (zwangere!) dienstmeid.

VA

N

Is dit boek nog actueel? Ga op zoek naar een mediafragment (nieuwsbericht, post op sociale media …) waarop je dezelfde kritiek kunt geven als in opdracht 2 (valse berichtgeving, soundbites …). Verklaar je keuze in een alinea van ongeveer 100 woorden.

Reize door het Aapenland

©

Fragment 1

rs

ie

Ik stond, met open mond, de vier lijken aan te gapen. Een menigte mensen vergaderde zich om mij heen. Velen hadden medelijden met mijn geval, maar anderen waren boos genoeg om te verspreiden dat ik hen alle vier met eigen handen in ‘t water gesmeten had: mijn vrouw, omdat ik haar moede was en zij mij te veel in de kaart keek; mijn meid, omdat zij zwanger van mij was; mijn paard om daarvoor uitstel van betaling te verkrijgen; en mijn hond om quasi van ‘t geval een ongeluk te maken. Deze vervloekte, boosaardige redenering werd schielijk zeer algemeen voor waarheid aangenomen.

pr oe

fv e

Onze hoofdfiguur slaat op de vlucht, want algauw spreekt men van die dief die een paard gestolen, die zijn vrouw de hersens ingeslagen, de meid verkracht, haar een dolle hond op de buik gebonden en ze aldus tezamen in ‘t water gesmeten heeft en die er toen bij is gaan staan teneinde te beletten dat zij eruit geholpen werden.

c8 De verlichting: Reize door het Aapenland

151


Fragment 2

N

Hebt gij wel geld bij u? Dit was de eerste vraag die mij in een vreemd land gedaan werd. Omdat gij – als gij aanspraak wilt maken op onze gastvrijheid en menslievendheid – een goede beurs nodig zult hebben om de uitwerking ervan te genieten. Wat? Moet een ongelukkige vluchteling ... Tenminste tweemaal zoveel betalen als iemand die hier, op zijn gemak, een bezoek aflegt? En de reden daartoe? Is eenvoudig ten eerste omdat gij niet anders kunt, ten tweede omdat ge als een bosje zwavelstokken uit de lucht komt vallen, dat men u bij regen beschutting moet geven, en ten derde omdat wij broeders zijn. Is hier geen weg die naar een ander land loopt? Ja, die daar ginds is loopt naar ‘t Apenland. Zonder aarzeling sloeg ik die weg in. Misschien, dacht ik, zal de aaplievendheid goedkoper wezen.

IN

Na lang zwerven komt de vluchteling aan in een naburig land.

VA

Fragment 3

ie

©

Bij aankomst in Apenland wordt de hoofdfiguur aangezien als Aap 7854, een inwoner van Apenland die is teruggekeerd als mens. De apen kijken erg op naar de mensen, en Aap nummer 1, de leider van de groep, promoveert nummer 7854 tot nummer 17. Ze kijken zelfs zo op naar de mensheid dat er algauw een parlementaire vergadering volgt waarin besproken wordt hoe apen in mensen zouden kunnen veranderen. Nummer 1 probeert duidelijk te maken dat het vooral draait om het innerlijke, hoe je denkt en hoe je je voelt en dus niet om uiterlijkheden. Maar algauw redeneert nummer 5:

pr oe

fv e

rs

Wat betreft onze uiterlijke gedaanten verschillen wij hoofdzakelijk in twee opzichten van de mensen, in de eerste plaats in de harigheid en ten tweede in onze lange staarten. Het is bekend dat de mensen (uitgezonderd enige weinige lichaamsdelen) glad en kaal zijn en dat degenen die hariger uitvallen dan gewoonlijk, in een slecht blaadje staan. Daarom moeten wij apen een noodzakelijke hervorming ondergaan, dat is, wij moeten ons kaal laten scheren. Wat onze staarten betreft, het is duidelijk dat de mensen niet van dergelijke aanhangsels voorzien zijn, dat men voorbeelden heeft van mensen met staarten, die door de biologen tot de rang der apen zijn verwezen, of, wat nog erger is, die door de schilders en tekenaars als voorbeelden zijn gebruikt om er de duivel mee af te schilderen. Vraag slechts aan een kind wat men uitbeeldt door een menselijke gedaante waaraan een staart is gehecht, en zonder zich te bedenken zal het u antwoorden: de duivel. Ook hier moet volstrekt een hervorming plaatsvinden, dat wil zeggen, wij moeten onze staarten laten afhakken. Inwendige, diepgaande verandering moet het dus algauw afleggen tegen uiterlijke verandering, window dressing.

152

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Fragment 4

De gevoelens lopen te sterk uiteen om ze op dit tijdstip naar wens te verenigen. Ik doe derhalve het voorstel om deze vergadering uiteen te doen gaan en geef als bemiddelend voorstel voor de volgende vergadering de vraag: of men zou kunnen goedvinden om van alle apen zonder onderscheid de staarten af te kappen behalve van ons? Dit voorstel geaccepteerd zijnde, ging de vergadering uiteen.

Fragment 5

IN

Nummer 7 doet een nieuw voorstel, en zo sluit de vergadering:

N

De discussie leidt tot polarisering tussen de groep die wil afhakken en de tegenstanders ervan:

© xMagicalDesigns

BERICHT A

pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

Het ganse Apenland was weldra vervuld van gesprekken, gekrakeel, geharrewar enzovoort over dit alles en er ontstonden allerlei partijen, zoals de Afkappianen, de Staartigen en dergelijke. Nummer 1 deed, met zijn aanhang, zijn uiterste best om de hele apenwereld duidelijk te maken dat het niet alleen moordenaarswerk zou zijn een der voornaamste ledematen af te kappen, maar dat dit ook hoogst gevaarlijk zou wezen en er een zodanige wond zou ontstaan dat ze dood konden bloeden. Om dit laatste argument lachten de Nummervijfianen zo geweldig dat ze meenden te barsten. Ziet, riepen zij, zo tracht men u in de luren te leggen! Zodra de staart is afgekapt, hoeft ge slechts een pikpleistertje op de wond te leggen en dan is het gat gestopt! Ge zult allen mensen worden voor de onkosten van één onnozel pikpleistertje! Nummer 1 mocht wel alles zeggen wat zijn apenlievend hart hem ingaf, maar bij de meerderheid vond het geen ingang. Wanneer hij was uitgesproken, weerlegde men met de slogan: met een pikpleistertje is alles te verhelpen!

20 000 euro om naar Europa te komen: 19 verdachten van mensensmokkel opgepakt in Spanje

I

n Spanje heeft de politie 19 mensen gearresteerd die deel uitmaken van een netwerk van mensensmokkelaars. Het netwerk opereert in drie continenten – Azië, Afrika en Europa. Syriërs betalen 20 000 euro om Europa te bereiken.

Bron: vrt.be/nws

c8 De verlichting: Reize door het Aapenland

153


BERICHT B

Vier uur seksuele opvoeding zet Waalse scholen in brand

BERICHT C

IN

‘In een polycrisis hebben beleidsmensen minder loepen en meer verrekijkers nodig’

N

VA

Twee weken kreeg de klimaatcrisis grote aandacht, door de 27e Klimaattop (COP27) van de VN in Sharm-el-Sheikh. Maar dominant was de berichtgeving erover niet: het resultaat was ook niet denderend: kortermijnbelangen hielden de langetermijnvisie onder de knoet. Vanwaar die geringe belangstelling? Het klimaat is maar één van de vele diepe crisissen die we vandaag gelijktijdig beleven. Die crisissen doorkruisen en versterken elkaar. Daarom spreken we van een polycrisis. We hebben niet de instrumenten om daarop te antwoorden.

©

In vier kleuterscholen in Charleroi is dinsdagnacht brandgesticht. Allicht gaat het om protest tegen seksuele opvoeding in het Franstalig onderwijs. ‘Evras gaat niet over pornografie, maar over verliefdheid en grenzen stellen.’

‘In woelige tijden als deze, is een stevige wetenschappelijke voorbereiding van het beleid noodzakelijk’, schrijven Guy Tegenbos en Jan De Groof. Ze pleiten op dat vlak voor meer samenwerking met Nederland.

ie

(…) ‘We hebben nog geen verdachten geïdentificeerd’, zegt parketmagistrate Amélie Di Vincenzo. ‘De eerste elementen doen wel tegenstand tegen Evras vermoeden.’

pr oe

fv e

rs

Horrorfilmpjes Evras staat voor éducation à la vie relationnelle, affective et sexuelle. Op muren buiten en in de getroffen scholen was telkens de graffiti ‘No Evras’ aangebracht. Het handboek rond seksualiteit en relaties bestaat al sinds 2012, maar tot nu toe maakte slechts 20 procent van de scholen er gebruik van. Maar vorige week heeft het Waals Parlement een decreet goedgekeurd dat de lessen verplicht maakt voor leerlingen van het zesde leerjaar en het vierde middelbaar.

Hoewel het gaat om slechts twee uur per jaar, leidt het tot heel wat controverse. Op sociale media circuleren horrorfilmpjes over Evras. Op TikTok vertelt een moeder in tranen hoe kinderen voortaan uitgekleed zullen worden voor de klas en verplicht zullen worden om zichzelf aan te raken. ‘Dit kunnen we niet laten gebeuren’, snikt ze. Er circuleren petities en open brieven.

Bron: www.standaard.be

154

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis

De kortetermijnmaatregelen wekken bij de bevolking bovendien de illusie dat morgen ‘alles weer normaal wordt’ (de normalcy bias), terwijl we wéten dat het normaal van vroeger in geen van de crisisdomeinen ooit nog zal terugkeren. Bron: www.knack.be


rs

N

ie

©

Een nieuwe politieke cultuur! Dát hebben we nodig, roepen media en politiek in koor. Een systeemverandering! Nu! Het probleem met grote veranderingen: de mensen die de verandering zelf moeten doormaken, zien alleen nog maar hindernissen wanneer puntje bij paaltje komt. Helemaal niemand betwist dat politiek over de inhoud moet gaan. Maar als je bijvoorbeeld een social media-verbod voor politici voorstelt, zodat ze niet langer mediageile oneliners kunnen debiteren die de aandacht afleiden van de complexiteit van de werkelijkheid, dan roepen diezelfde mensen: oei, ingewikkeld, want vrijheid van meningsuiting (goed punt), en ‘zo werkt dat nu eenmaal niet’.

BERICHT E

Boris Johnson was ‘opzettelijk onoprecht’ over Partygate, besluit onderzoekscommissie

VA

Politici die het live op tv in hun broek doen omdat ze een uur lang scherp en kritisch worden bevraagd, dát hebben we nodig

IN

BERICHT D

pr oe

fv e

Het zal wel. Grote veranderingen komen niet zelden tot stand door toedoen van lui die het niks kan schelen ‘hoe het werkt’. Extinction Rebellion zál, uiteindelijk, met haar disruptieve strategie de fossiele subsidies van tafel krijgen, hoe ingewikkeld dat ook is. De muziekindustrie werd binnenstebuiten gekeerd door een stel Zweden die nog nooit een gitaar van ver of dichtbij hadden gezien, laat staan het businessmodel van een platenmaatschappij. Kortom. Weten hoe iets ‘werkt’ is leuk wanneer het wérkt. Maar het is een groot nadeel wanneer je van binnenuit iets ten gronde wil veranderen. Slechts weinigen kunnen vanop een afstandje naar zichzelf kijken. Bron: www.demorgen.be

© Michael Tubi

De voormalige Britse premier Boris Johnson heeft de parlementsleden misleid en was ‘opzettelijk onoprecht’. Dat schrijft de onderzoekscommissie van het Partygate-schandaal in het rapport dat donderdag werd gepubliceerd. De commissie onderzocht of Johnson tegen het Britse parlement had gelogen over de feestjes in zijn ambtswoning, die ingingen tegen de toenmalige coronamaatregelen. Volgens het rapport heeft hij zich daar meermaals schuldig aan gemaakt. Boris Johnson kon het rapport vorige week al inkijken. Daarop gaf hij vrijdag met onmiddellijke ingang zijn ontslag als parlementslid. Zo ontkomt hij aan een schorsing van 90 dagen, die het rapport als sanctie aanraadt. Bron: www.standaard.be

c8 De verlichting: Reize door het Aapenland

155


c literatuurgeschiedenis

c10

Realisme en naturalisme: Cyriel Buysse 1 Je herhaalt de kenmerken van de romantiek en het realisme en leert een nieuwe literaire stroming kennen: het naturalisme.

2 Je maakt kennis met een gecanoniseerde auteur, Cyriel Buysse, en analyseert een aantal fragmenten uit zijn

Intro

VA

N

1

IN

werk.

3 Je leert hoe klassieke toneelstukken vandaag nog worden opgevoerd. 4 Je doet inspiratie op voor huislectuur.

Ben jij een romanticus, realist of naturalist?

©

1 Ik ben eerder …

rs

ie

intuïtief, ik zal eerder op mijn gevoel afgaan bij het nemen van beslissingen. Dat zorgt soms voor  problemen, maar meestal kan ik vertrouwen op mijn gevoel. rationeel, ik zal twee keer nadenken voor ik beslissingen neem. Dat zorgt er soms voor dat ik de  boot mis, maar meestal levert dit de beste uitkomst. pessimistisch, mijn leven wordt bepaald door mijn afkomst en de omstandigheden waarin ik  leef, ongeacht de keuzes die ik maak.

2 Ik reis liever …

fv e

naar verre, exotische oorden. Ik hou van bestemmingen die in niets lijken op mijn woonplaats, ik  wil vooral even wegvluchten.  naar een stad: het drukke leven in een metropool kan me het meest bekoren.  naar een stad. Ik wil ook de minder mooie kanten van het stadsleven ontdekken en een beeld krijgen van hoe het leven is voor de minder bedeelde inwoners. niet. 

3 Ik woon liever …

pr oe

in de natuur. Ik ben het meest mezelf als ik ver weg ben van alle menselijke creaties.  in een dorp of een stad: alles is lekker dichtbij.   in een stad: daar is doorgaans meer werkgelegenheid.

4 Ik zou …

graag terugreizen naar het verleden: hoe onze voorouders leefden, fascineert me mateloos.  Vooral de middeleeuwen spreken tot de verbeelding.  niet graag terugreizen naar het verleden: het hier en nu volstaat ruimschoots voor mij.

5 Ik geloof … dat er meer is dan ons leven hier op aarde. Dat betekent niet dat ik per se geloof in hemel en hel,  maar het kan toch niet zomaar ophouden bij onze dood. enkel in ons leven hier en nu. Wanneer we sterven, houdt het onvermijdelijk op. 

Koos je vooral de eerste antwoorden? Dan ben jij misschien wel een romanticus. Selecteerde je afwisselend het laatste en voorlaatste antwoord? Dan ben jij eerder een realist. Selecteerde je meestal het laatste antwoord? Dan ben jij eerder een naturalist.

156

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


1 Bekijk de trailers van verschillende Vlaamse films. Welke zou jij intuïtief eerder als romantisch, dan wel als realistisch bestempelen?

2

Romantiek, realisme en naturalisme

IN

De romantiek, het realisme en het naturalisme waren drie grote kunststromingen in het negentiende-eeuwse Europa. 1 Bekijk het filmpje uit Simpel gezegd en neem notities om nadien het verschil tussen de drie stromingen te kunnen uitleggen.

VA

N

Cyriel Buysse

Belangr ijkste werken:

rs

Literaire stroming: ,

© The Histor y Collec tion / Alamy

Naam:

ie

©

1 De laatste auteur die vermeld werd in het beeldfragment uit het vorige lesdeel, is Cyriel Buysse. Gebruik jouw zoekkwaliteiten om de literaire fiche van Cyriel Buysse aan te vullen.

een uitvloeier van het

Kenmerken van het :

fv e

fdrollen zijn dikwijls weggelegd voor

Aandacht voor het alledaagse, de hoo personages uit de klasse.

a

t de rbij het subjectieve vooropstaat, blijf

In tegenstelling tot de romantiek, waa

b

auteur hier .

pr oe

3

c Net daardoor vinden we vaak een

verteller terug in de verhalen.

de d Het taalgebruik sluit vaak aan bij

spreektaal, namelijk het .

Specifieke kenmerken voor het : tschappij. istischer in zijn oordeel over de maa e De auteur is optimistischer/pessim door . Determinisme: de mens wordt bepaald voorkomend thema. g Het generatieconflict is een vaak

f

c10 Realisme en naturalisme: Cyriel Buysse

157


4

Het gezin Van Paemel Buysses bekendste werk is Het gezin Van Paemel uit 1902, een toneelstuk over het Vlaamse boerenleven in de negentiende eeuw. Je leest hieronder de eerste regels uit de originele toneeltekst.

Openingsfragment

VA

N

IN

Eene ruime boerenkeuken en woonkamer, laag van verdieping, met bruingerookte balken. Rechts de haardstêe, met breeden schoorsteenmantel. Twee ouderwetsche leunstoelen, rechts en links van ‘t vuur. Boven op den schoorsteenriggel eene rij tinnen- en gekleurde borden. Tegen den achterwand een eetkast, waarop gemaakte bloemen onder glas rechts en links van een groot, bruinhouten Christusbeeld. Daarnaast een ouderwetsche Vlaamsche klok met houten kast en zinken uurplaat, en verder tegen den muur nog meer riggels vol met koper, tin en aardewerk. In den rechterwand, tegen den hoek, een deur. Links, in den achterwand, tegen den linkerhoek, een tweede deur. Midden in den linkerwand, tusschen twee kleingeruite ramen, een derde deur. In ‘t midden der kamer een vierkante tafel met enkele stoelen.

1 Over welke theatertekens krijgen we hier heel wat informatie? Wat vertelt die informatie ons al over de thema’s van het stuk en de omgeving waarin het zich afspeelt?

18.7

ie

©

Je krijgt nu van je leerkracht een kaartje met daarop een deel van het verhaal. Het is dus aan jullie om het verhaal na te vertellen! Wie het eerste deel van het verhaal heeft, mag beginnen. De rest volgt. Luister goed naar elkaar, de kaartjes volgen elkaar logisch op. Vooral de verwijs- en signaalwoorden zijn tips! 2 Even checken of je het verhaal beet hebt: kun je de fragmenten uit de originele tekst op p. 94 in de juiste volgorde plaatsen?

rs

3 Welke realistische of naturalistische kenmerken vind je terug in het toneelstuk? Zoek dit uit aan de hand van de volgende vragen: a Vinden we determinisme terug bij bepaalde personages?

fv e

b Sluit de keuze van Buysse voor de sociale klasse aan bij de typische, naturalistische personages? c Welk gevoel vinden we vooral terug in het stuk? optimisme/pessimisme d Welke taalvariant gebruiken de personages vooral?

pr oe

e Is ‘generatieconflict’ een thema in dit stuk? Conclusie: Het gezin Van Paemel is een realistisch/naturalistisch stuk.

4 Bij fragment 3 zien we dat Buysse regieaanwijzingen toevoegde. Over welke theatertekens hebben we het hier?

158

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Fragment 1 Zie, Van Paemel, ik zal kaart op tafel met u speel. Uw buurman daar, boer Landuijt, heeft een zoon die gaat trouw, en hij heeft mij vijfhonderd frank meer gëoffreer voor de hofsteê die gij pacht.

Vader Van Paemel

Ah! die sloeber! Ah die leulijke sloeber! Watte! die sloeber kom mij ‘t breud uit mijne mond pakken, ik die dag en nacht moe beulen om in d’oarmoe nie te dompelen!

De Baron

Dat zal toch zoo erg niet zijn, Van Paemel. Als dat zoo slecht was zou uw concurrent daar geen vijfhonderd frank meer voor offreer.

IN

De Baron

Fragment 2

We zijn oud en versleten, menier de paster, versleten van den oarbeid; mijn wijf es ziek en z’n zal meschien noeit mier genezen. In ‘t begin van ons houwelijk en euk loater as onz’ kinders greut werden, hân we moed op ons leven, menier de paster. W’ hoopten da w’ hulp en steune zoên g’had hên van onz’ kinders, en ‘n beetse rust en welstand in onzen ouën dag. Hawel,... in ploatse van hulpe, rust en welstand, ‘n hên nie anders as verdriet en ongeluk.

De paster

Ha moar Van Poamel, jongen, iedereen hè zijn diel van verdriet op de weireld. G’n meugt doar azeu nie altijd op peinzen.

Vader Van Paemel

(met hikkende stem) Edewoard ... de goe ... reize, en ‘k hope ... dat-e ginder ... zilt gelukkig zijn.

ie

Fragment 3

©

VA

N

Vader Van Paemel

rs

(Eduard opent de deur. Moeder Van Paemel, de beide handen voor haar oogen, huilt en snikt aanhoudend door.) En doe euk ... onz’ complimenten ... aan nonkel Justien.

Eduard

En an Kamiel, voader, moe ‘k niets zeggen an Kamiel? Mag ik hem nie zeggen da g’hem vergiffenesse schijnkt en da g’hem geiren-ziet.

Vader Van Paemel

(ontroerd) Joa g’ ... zeg het hem ... Zegt hem da ‘k hem euk geluk weinsch in zijn leven ... en (snikkend) da ‘k hem danke ... veur die scheune kreune ... die hij gezonden hêt ... veur Désiré’s graf.

pr oe

fv e

Vader Van Paemel

(Eduard af en vader Van Paemel hevig snikkend weer gehurkt bij ‘t hoopje hakhout.)

Fragment 4

Moeder Van Paemel

Och Hiere, jongen, Edewoard, zwijgt as ‘t ou belieft, zwijgt. Voader zal alle menuten thuis goan komen en ge weet hoe dat hij es, e-woar? Hij zou hem kwoad moaken en ‘t zoe weere ruize zijn. Toe Edewoard, jongen, leg gij die gazette liever wig, ‘t ‘n zal meschien zeu irg nie zijn of da ge vreest.

c10 Realisme en naturalisme: Cyriel Buysse

159


5

SKaGeN 1* Het gezin Van Paemel wordt nog steeds opgevoerd en geactualiseerd. Waarom, denk je? Welke thema’s spreken nog steeds aan? 2 Bekijk de trailer van de interpretatie van Valentijn Dhaenens, die het stuk bewerkte voor theatergezelschap SKaGeN in 2021. Op welke manier heeft hij het stuk naar zijn hand gezet?

• • • •

IN

3 Je leerkracht verdeelt de klas nu in groepen. Je denkt na over de thema’s die prominent aanwezig zijn in het toneelstuk. Vlaamse (of Belgische) identiteit verlangen naar een beter leven spanningen tussen generaties: werken voor de volgende generatie of net breken met de traditie verraad en uitbuiting door de autoriteiten

N

a Hoe komen die thema’s aan bod in Het gezin Van Paemel? Probeer in je groep een antwoord te geven op basis van de informatie die je al hebt opgeschreven.

4 Beantwoord samen ook de aanvullende vragen.

VA

b Op welke manier zijn die thema’s vandaag nog steeds relevant? Je luistert met dezelfde groep naar een podcastaflevering waarin Björn Rzoska Valentijn Dhaenens interviewt. Elk groepslid beluistert één fragment en probeert de vraag te beantwoorden. Overleg vervolgens met je groepsleden en vul verder aan.

PODCAST

©

a Welke theaterreputatie hebben Belgen in het buitenland? Hoe komt dat? b Hoe dicht blijft Valentijn bij het originele stuk? Waarom?

ONDERWEG

rs

ie

c Is dit een belangrijk stuk voor de Vlaamse literatuur?

pr oe

fv e

Het gezin Van Paemel maakt deel uit van ‘de canon’. De canon toont welke boeken er in Vlaanderen als essentiële werken uit de Nederlandstalige literatuur worden beschouwd. Die selectie van literaire werken is geen in beton gegoten inventaris van zogenaamd verplichte literatuur. Het is geen stenen tafel voor de eeuwigheid, wel een menukaart die de smaak van vandaag toetst aan de literaire keuken van ons verleden. In het zesde jaar maak je uitgebreider kennis met de literaire canon.

woord prominent: aanzienlijk, opvallend

160

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Leestips en afsluitende opdracht Hier krijg je acht fantastische leestips voor realistische en naturalistische romans. 1 Noteer voor elk boek de kenmerken die van toepassing zijn.

De dood van Murad Idrissi

IN

Kies uit: het alledaagse – personages zijn gewone mensen – objectieve auteur – hij/zij-verteller – spreektaal – pessimisme – determinisme – generatieconflict.

rs

ie

©

VA

N

De veerboot van Tanger naar Algeciras, een felle wind jaagt door de Straat van Gibraltar. In het ruim van het schip, verscholen in de kofferbak van een auto, sterft een jongeman. Met de dode verstekeling in hun auto rijden twee jonge MarokkaansNederlandse vrouwen even later Spanje binnen. Groot en leeg strekt het land zich voor ze uit. Aan weerszijden van het asfalt de woestijn. Wat begon als een lichtzinnig avontuur, is hun noodlot geworden.

Het fortuin van de Rougons

Eddy Bellegueule groeit op in een grofgebekt arbeidersgezin in een armlastig stadje in Noord-Frankrijk, maar lijkt in niets op de kinderen in zijn omgeving. Zijn houding, zijn tongval en zelfs zijn loopje bezorgen hem evenveel vernederingen van zijn klasgenootjes als van zijn alcoholistische vader en zijn bazige moeder. Nog voor hij de minste begeerte voelt, gaan velen ervan uit dat hij homoseksueel is. Door zijn verhaal te vertellen, openbaart Eddy zijn verstikkende milieu. Kan hij zich eraan ontworstelen?

In de eerste zin van zijn voorwoord vat Zola zijn opzet als volgt samen: ‘Ik wil uitleggen hoe een gezin … zich gedraagt in een samenleving, wanneer het uitbreidt en tien, twintig individuen op de wereld zet, die op het eerste zicht totaal verschillend lijken, maar waar een analyse aantoont dat ze nauw met elkaar verbonden zijn … Ik zal proberen om de draad te vinden en te volgen die wiskundig van de ene naar de andere mens leidt, om zo de tweeledige vraag naar temperament en omgeving te ontrafelen.’

fv e

Weg met Eddy Belleguele

pr oe

6

Oliver Twist Stel je voor dat je in een armenhuis geboren wordt, dat je moeder vlak na je geboorte sterft, en je helemaal niets en niemand meer hebt. Precies dit overkomt Oliver Twist, een van de bekendste personages van Charles Dickens. Dickens schreef het boek vooral als protest tegen de sociale misstanden in de vroeg-victoriaanse samenleving, waarin kinderarbeid in de zogenaamde werkhuizen niet ongewoon was, en straatkinderen werden geronseld door dievenbendes.

c10 Realisme en naturalisme: Cyriel Buysse

161


Hars

©

VA

N

IN

Liv stierf toen ze nog maar zes jaar oud was. Tenminste, dat is wat iedereen denkt. Haar vader weet dat hij de enige is die ervoor kan zorgen dat ze veilig is. Dus verlaat hij op een avond zijn afgelegen huis om zijn boot de zee op te duwen en richting de rotsen te sturen, om nadien zijn dochter als vermist op te geven. In het huis dat steeds voller wordt, houdt Liv zich in een container verborgen. Zo hoeft ze nooit naar school. En zo blijft ze voor altijd bij haar ouders. Want haar moeder wordt alsmaar groter en komt het huis ook nooit meer uit en haar tweelingbroertje Carl is altijd dicht bij haar, alhoewel zij de enige is die hem kan zien …

De toverlantaarn

De helaasheid der dingen In De helaasheid der dingen keert de schrijver terug naar zijn geboortegrond in Reetveerdegem. We maken kennis met de vader die trots de kroegen van het dorp af fietst om zijn pasgeboren zoontje aan zijn vrienden te tonen, de grootmoeder wier nachtrust al te vaak door de politie verstoord wordt als die een van haar dronken zonen komt afleveren en de werkloze nonkels die meer heil zien in een kampioenschap zuipen dan in een deugdzaam leven. De helaasheid der dingen is zowel een prachtige ode aan als een hilarische afrekening met het dorp van zijn jeugd.

pr oe

fv e

rs

ie

In De Toverlantaarn projecteert Suzanne Voets een wereld vol levendige taferelen, kleurrijke types en geestige anekdotes, waarbij ze de negentiende eeuw verweeft met onze moderne tijd. Net als in de Camera Obscura van Hildebrand, een van de belangrijkste literaire werken uit onze literatuurgeschiedenis, staat het dagelijks leven centraal en wordt ons een spiegel voorgehouden. Het voert ons terug naar de schilderachtige tijd van toen, zonder dat het hedendaagse uit het oog verloren wordt.

162

Het echte leven Het echte leven van Adeline Dieudonné speelt zich af in een Vinex-wijk zoals er zoveel bestaan. Een naargeestig huis met een kamer vol opgezette dieren, een sadistische vader en een murwgeslagen moeder. Dat is de gezinssituatie van de tienjarige vertelster. Als zij en haar broertje getuige zijn van een gruwelijk ongeluk, trekt hij zich terug in zichzelf. Nu broer en zus ook elkaar kwijt zijn, lijkt alle hoop op geluk verloren. Maar dan neemt Adeline in al haar kwetsbaarheid het lot in eigen handen. Vastbesloten neemt ze zich voor om koste wat het kost de lach op het gezicht van haar broertje terug te brengen. Dat blijkt geen eenvoudige taak. Als ze dan zelf op de proef wordt gesteld – door haar eigen vader – neemt ze zich voor: ik zal in dit leven geen prooi zijn.

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


c literatuurgeschiedenis

Realisme, naturalisme en symbolisme: Stijn Streuvels 1 2 3 4 5

N

In den ast …

VA

Waarom u dat winterse bakje aardbeien soms beter laat staan BRUNO STRUYS

rs

ie

©

te hulp, als onderdeel van een langdurige bilaterale overeenkomst tussen Spanje en Marokko. De afgelopen jaren komen echter steeds meer verhalen boven van seksueel misbruik en uitbuiting.

fv e

In de buurt van het stadje Palos de Frontera, in het Spaanse Andalusië, brandde vorige maand een krottendorp af. 400 migranten, ingezet als seizoenarbeiders, waren plots dakloos. Ook vorig jaar brak er verschillende keren brand uit in dergelijke sloppenwijken.

pr oe

1

Je weet wie Stijn Streuvels was en kunt de schrijver in zijn tijd en stroming plaatsen. Je weet waarover Het leven en de dood in den ast gaat. Je kunt enkele fragmenten bespreken. Je weet wat er eigen was aan de schrijfstijl van Stijn Streuvels. Je kunt uitleggen waarom dit werk tot de canon behoort.

IN

c11 c1

Spanje is de grootste groente- en fruitproducent van de Europese Unie en het belangrijkst is de aardbeienkweek. Jaarlijks produceert Andalusië 240 000 ton van dat ‘rode goud’, goed voor meer dan 500 miljoen euro aan inkomsten. Voor die oogst springen zo’n 17 000 Marokkaanse seizoenarbeiders

‘Zoals in Italië met de tomatenpluk, is het ook in Andalusië vervlochten met de migratiepolitiek: hoe slechter het statuut, hoe kwetsbaarder ze zijn op de arbeidsmarkt’, zegt Huib Huyse, die de onderzoeksgroep Duurzame Ontwikkeling aan de KU Leuven leidt en een onderzoek ter plekke voorbereidt. ‘Het gaat vooral om Noord-Afrikaanse migranten, maar ook om mensen uit de sub-Sahararegio.’ Afgelopen zomer trok de speciale VN-rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten, de Belg Olivier De Schutter, nog meermaals aan de alarmbel: ‘Tenzij de omstandigheden voor seizoenarbeiders in Spanje snel verbeteren, gaan er doden vallen’. Bron: demorgen.be

woord bilateraal: tweezijdig; hier: wederzijds bindend

c11 Realisme, naturalisme en symbolisme: Stijn Streuvels

163


1* Waarom laten we tijdens de winter een bakje aardbeien beter staan? 2* Leg uit in je eigen woorden: ‘Hoe slechter het statuut, hoe kwetsbaarder ze zijn op de arbeidsmarkt.’ 3 Omschrijf in je eigen woorden wat een seizoenarbeider is. Decennia geleden gingen heel wat Vlamingen zelf als seizoenarbeiders aan de slag in bijvoorbeeld Frankrijk of Frans-Vlaanderen. Bekijk de reportage uit Echo (VRT, 1961) en beantwoord de vragen.

6 Waarom gingen Vlamingen ‘in den ast’ werken?

Stijn Streuvels

©

2

VA

N

7* Waarom bestaan er vandaag de dag geen asten meer, denk je?

rs

ie

Schrijver Stijn Streuvels keek tijdens zijn leven met medelijden naar de mannen die zich in de verschroeiende hitte van de ast afbeulden. Hij beschrijft in Het leven en de dood in den ast het werk van drie arbeiders en overgiet het met een grote portie psychologisch inzicht in de mens. 1 Vul de informatiefiche verder aan.

pr oe

fv e

a Ga online op zoek naar informatie over de auteur. b Beluister het fragment om de informatie over Het leven en de dood in den ast aan te vullen.

Stijn Streuvels

pseudoniem van

belangrijkste werken

thema’s/inhoud personages kunststroming

interessante weetjes

164

© Painters / Alamy

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis

Het leven en de dood in den ast

© Zuiderzeecollectie, CC BY-SA 4.0 AKTE

5 Omschrijf het werk en de werkomstandigheden van de Vlamingen in een ast.

IN

4 Wat is een ast precies?


N

IN

2* Vraag je ouders of grootouders eens of ze Mira (of De teleurgang van de waterhoek) of De Vlasschaard van Stijn Streuvels kennen en waarover die verhalen gaan. De kans is groot dat ze de verfilming gezien hebben.

VA

3 Waarom denk je dat Streuvels deel uitmaakt van de literaire canon?

Het leven is als een toneel

©

3

ie

Het leven en de dood in den ast

pr oe

5

‘De schuur met de dubbele poortluiken breed open, gelijkt een toneel waar, in de gapende diepte, door haveloze mannen, in haastig tempo, een spel wordt opgevoerd. Het gebouw staat er eenzaam op de verloren vlakte; het toneel zonder toeschouwers, en de spelers doende achter een sluier van watermist, die ’t al omdoezeld houdt. De mannen vervullen elk zijn aangewezen rol – handeling welke ineensluit als een geordend werktuig dat in ’t ijle draait – een schouwspel dat in ’t tijd- en ruimteloze afspint. Van de torenhoge stapel, bezijds, schept de man met de ruifel, altijd maar wortelen in de draagbak, die effen aan door twee anderen opgenomen, weggedragen, in de open trechter van het snijpeerd omgekanteld en ledig teruggebracht, bij de hoop neervalt om weer gevuld te worden.’

fv e

1

rs

Fragment 1

woord

haveloos: slodderig de ruifel: grote houten of ijzeren schop met lange steel om bv. graan, aardappelen op te scheppen het snijpeerd: bak op vier poten met een zwaar mes om wortels te snijden ledig: leeg

1 Streuvels bedacht vaak zelf woorden. Vind je er ook in dit fragment? Wat is de betekenis, denk je? 2 De verteller geeft zelf aan dat hetgeen hij beschrijft, lijkt op een toneel. Wat is het effect op de lezer? 17.7

3 Bespreek de verteller en het vertelstandpunt. 4 Hoe wordt het werk van de mannen beschreven?

c11 Realisme, naturalisme en symbolisme: Stijn Streuvels

165


Het leven en de dood in den ast Fragment 2

5

VA

N

10

‘(…) Zonder toeven of verpozen, ononderbroken, gehaast, vordert het werk in een baarlijk herhalen van dezelfde beweging, het een door ’t ander in gang gehouden, voortgestuwd, zonder zichtbaar doel of uitkomst, oneindig, streng en onmeedogend gelijk de wanhopig gispende regen, ’t lijfelijk blazen van de wind, de onafzienbare grauwheid der wolkenvracht die loodzwaar over de wereld weegt. Alle dagen der week zijn eender van uitzicht, vervuld met ’t zelfde weerkerend werk. In hun hoofd hebben de mannen geen flauw besef meer van de naam der dagen, van ’t leven en de doening der mensen op ’t dorp weten ze minder dan niets, onverschillig zijn ze geworden aan alles wat ginder gebeurt. Zij leven hier met hun vijven, afgezonderd, buiten alle gemeenschap met de wereld – als op een schip in volle zee, dag en nacht aan ’t porren en wroeten om de torenhoge stapel wortelen – die van ver aangebracht, altijd maar hoger wordt – af te voeren, door de snijmolen te draaien, op de ast te laden, (…) Hetgeen zij hier uitrichten is het voortdurend herhalen en herdoen, het wentelen in zotte kringen, het vullen van een vat zonder bodem, het trappelen ter plaatse, arbeiden ten ondomme, waar niemand het eind of ’t begin, het doel of het nut van bespeuren kan.’

IN

1

5 Ook hier gebruikt Streuvels opmerkelijke woorden. Kun je ze verklaren vanuit hun context?

©

eender – de doening – gispende – ten ondomme

ie

6 Kun je nog iets toevoegen aan de bespreking van het vertelstandpunt (opdracht 3)? 7 Beschrijf de kenmerken van het werk dat de mannen uitvoeren.

rs

8 Hoe beschrijft de verteller de ruimte (= de omgeving, het landschap, het weer)? 9 Is die ruimte sfeerscheppend of symbolisch?

17.9

fv e

10 Hoe verhouden de mannen uit de ast zich tot het dorp?

De landloper Knorre

4

pr oe

In het vervolg van de novelle wordt het routineuze, afgesloten leven van de arbeiders doorbroken. De jongste twee – de Maf en Lot – vertrekken op hun vrije zondagavond naar het dorp. De drie achterblijvers, Blomme, Hutsebolle en Fliepo, krijgen gezelschap van Knorre. Knorre is een zwerver op zoek naar droogte en warmte. Je leest in het volgende fragment hoe de auteur de binnenkomst van Knorre beschrijft.

Het leven en de dood in den ast Fragment 3

1

5

166

‘De ijzeren poort grinzelt op haar hengsels, door de spleet komt een zwarte ongedaante naar binnen, met slodderige palullen omhangen die leken van ’t water; zijn aangezicht is gedoken in een wilde baard, onder besmeurde hoed. – ’t Is Knorre: hij komt schuilen. (…) Bij ’t binnekomen uit de koude, slaat de hitte Knorre weldoende tegen; neergezakt omwindt het donker hem als een donzige deken; hij voelt zich aankomen waar hij wezen moet – veilig voor een nacht.’

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


1 Hoe beschrijft de verteller de binnenkomst? Bespreek de techniek en de schrijfstijl. Het volgende fragment komt uit een bespreking van de novelle.

IN

‘De oudere arbeider Blomme, de opzichter Hutsebolle en de achterlijke knecht Fliepo werken de hele nacht door in de ast en krijgen bezoek van de landloper Knorre. Knorre zoekt beschutting voor de storm buiten en valt zonder een woord te spreken in slaap. Zijn aanwezigheid irriteert de werkers. Ze denken na over Knorres vrije bestaan, over de nutteloosheid van zijn jaren op aarde en hun onuitgesproken gedachten confronteren hen met hun eigen slavernij en dwaze dromen. Wat hebben ze aan hun leven gehad? Wat is het lot? Wat is geluk?’ Naar: literairecanon.be

N

2 Waarvoor staat de figuur van Knorre symbool?

Het leven en de dood in den ast

ie

‘Als we er niet meer zijn, zullen anderen deze vuren stoken, bonen keren, gelijk het gedaan werd door degenen die voor ons gekomen zijn …’

fv e

5

‘Hebt ge ooit gespeeld, Blomme? Ooit tijd gehad, tenzij om te scharrelen en te schraven? – Dat is nu vijf en zestig jaar oud, acht jongens gekweekt, en werkt hij nog … om te leven, alsof hij nog vijftig jaar te goed had! De een of andere dag ligt ge dood in de vore, en ze zullen er een schop eerde bovengooien (…)’

rs

1

©

Fragment 4

VA

Knorre zegt op een bepaald moment in zijn droom de volgende woorden tegen Blomme.

3 Link deze fragmenten aan de titel Het leven en de dood in den ast. Welke tegenstellingen plaatst Streuvels centraal?

pr oe

4 In de fiche op p. XXX vulde je in dat Streuvels schreef in de stijl en de visie van het naturalisme. Zoek eventueel nog eens op wat naturalisme is en koppel een aantal kenmerken van het naturalisme aan wat je al weet over de novelle.

c11 Realisme, naturalisme en symbolisme: Stijn Streuvels

167


Toch enige afleiding?

5

Het leven en de dood in den ast Fragment 5

10

IN

pr oe

30

rs

25

fv e

20

ie

©

15

N

5

Ondertusschen komen er altijd zondaggasten bij – dubbele jongens die ondereen staan te poepgaaien, te boerten en zottepraats vertellen, uit kortswijl. Zij zoeken hier schuiling voor regen en koude, worden er aangetrokken door ‘t gezelschap om in bende te zijn. Eens dat ‘t donker is, de rolpoort dichtgeschoven en ‘t lampje brandt, blijft de hitte der ovens binnen en wordt het hier goed in de warmte en ‘t geheimzinnig deemster. De ovenkamer geraakt vol – voortdurend komen laveiers tusschen de spleet der poort binnenkruipen: jongens en meisjes, groot en klein – elk zoekt zijn soort en hokken samen in hoek of spelonk, waar de eenen aan ‘t spel, de anderen aan ‘t pierewaaien, ‘t foefelen, ‘t hakeweeren, over kamphanen en speelduiven bezig, of met vetten praat aan ‘t lachen zijn. Gescholen in den donkeren hoek zijn groote loeders met langpootige deernen aan ‘t kallegaaien, aan ‘t foefelen, robbelen in verward kluwen dooreen, verrichten in den duik kattenspel, met ingehouden angstkreten en lachen. De drogers hebben de ijzeren platen weggeschoven en de vier ovenmonden stralen hitte door ‘t beluik, werpen rooden gloed op ‘t spektakel. Niemand schaft op uur of tijd – het spel is in vollen gang, als de rolpoort ineens met harden ruk wegschuift en de boer in de opening verschijnt. Zijn wezen en gestalte vangt den rossen gloed op van het vuur, en hij staat er verlicht als het beeld van den eigenaar die zijne onderhoorigen op heeterdaad betrapt. Zijne aanwezigheid maakt op den stond een eind aan ‘t woelig vertier, en eer hij nog een woord gesproken heeft, ligt alles stil, maakt ieder zich klein, gereed om te vluchten. Uit den ast en naar uw nest! gespuis! Met dreigend gebaar van den arm wijst hij naar buiten, waar de duisternis gaapt als een gat zonder bodem, waar de wereld alleen te raden ligt aan ‘t gerucht van den regen en den wind die uit oneindige verten komt aanrollen. Gelijk eene bende schuwe musschen vliegen ze hals over kop, van ‘t licht in ‘t donker, van de hitte in de koude; en buiten gaan de kreten van meiden en meisjes die in de vlucht gegrepen worden, ‘t gelach en gestoei van knapen en jongens die hen achterna zitten. Na eene poos is alles stil in den ast, ‘t gerucht van buiten met ‘t toeslaan der ijzeren poort, glad afgesloten. De boer ontsteekt zijne pijp aan de gloeiende asch in den stookput en blijft praten met Blomme en Hutsebolle. Fliepo houdt zich koes en gebaart te luisteren, doch zijne gedachten zijn op de plotse tegenstelling van gerucht en stilte, en in de verbeelding volgt hij de bende waar al dit jonge volk langs de wegen in ‘t duister zijn ondergedompeld, de leute en ‘t vertier met zich medenemend.

VA

1

1 Waarom komen er heel wat jongens en meisjes naar de ast? 2 In dit fragment zitten veel onbekende woorden. Toch heb je die niet echt nodig om te begrijpen wat er in de schuur gebeurt. a Wat denk je dat er allemaal gebeurt? b Als je dit verhaal naar de hedendaagse tijd zou verplaatsen, waar zou je deze scène zich laten afspelen?

3 Het plezier is echter van korte duur. Waarom? 4 Met welke vergelijking beschrijft Streuvels de reactie van de jongeren? 5 Welke tegenstellingen zie je in dit fragment? 6 Hoe reageert Fliepo op deze gebeurtenissen?

168

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Een universele novelle?

rs

ie

©

VA

N

IN

Je luistert naar het interview met schrijver David Van Reybrouck, bekend van zijn meesterwerk Congo – een geschiedenis.

1 Waarom is Het leven en de dood in den ast zo bijzonder volgens hem?

fv e

2 Welk universeel thema herkent Van Reybrouck in het boek? 3 Waarom denk je dat dit verhaal van Streuvels in de literaire canon werd opgenomen?

pr oe

6

c11 Realisme, naturalisme en symbolisme: Stijn Streuvels

169


7

Verdieping: een novelle lezen en bespreken Heb je zin gekregen om zelf met een novelle aan de slag te gaan? Kies dan een novelle op jouw maat uit de lijst van de internationale en Vlaamse canon hieronder.

Hoe universeel is jouw novelle?

IN

Lees en analyseer een novelle. Beantwoord daarbij de vragen. 1 Hoe vlot verliep het lezen? Wat is je algemene indruk van de novelle? Motiveer je antwoord. Gebruik daarbij enkele adjectieven uit het lijstje hieronder.

N

origineel – voorspelbaar – (on)realistisch – vergezocht – emotioneel – grappig – verrassend – vlot leesbaar – langdradig – leerrijk – ongewoon – vreemd – spannend – meeslepend – herkenbaar – intrigerend …

VA

2 Waarover gaat je novelle? Welke thema’s herken je? Zijn de onderwerpen in de novelle herkenbaar/ universeel? 3 Welke info vind je online over het boek? Heeft het prijzen gewonnen? Is de schrijver bekend? 4 Zoek twee tekstfragmenten die iets met je deden. Je vond ze mooi verwoord, ze bevatten opmerkelijke taal, ze gaven jou een bijzonder inzicht of ze raakten jou gewoon. Citeer ze en bespreek ze kort.

fv e

rs

ie

©

5 Schrijf met deze antwoorden een vlot, samenhangend tekstje.

Carson McCullers, Gespiegeld in een gouden oog (1941)

Philippe Claudel, Het kleine meisje van meneer Linh (2005)

Piet Van Aken, Klinkaart (1954)

Bart Moeyaert, Het is de liefde die we niet begrijpen (1999)

John Steinbeck, Muizen en mensen (1937)

Truman Capote, Ontbijt bij Tiffany (1958)

Alessandro Barrico, Zijde (1996)

pr oe

Annie Ernaux, Het voorval (2004)

170

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


c literatuurgeschiedenis

Moderne literatuur: Paul van Ostaijen Je leert in deze les de belangrijkste kunststromingen uit de avant-garde kennen. Je ontdekt het werk van Paul van Ostaijen en kunt het kaderen in de tijd. Je leert wat ritmische typografie en ‘poésie pure’ is. Je analyseert enkele bekende gedichten van de dichter zowel inhoudelijk als vormelijk.

VA

N

Aan het begin van de twintigste eeuw haalde de Eerste Wereldoorlog het Europese continent onderuit. Ook in de kunstwereld (en dus ook literatuur) vond een schokgolf plaats. Kunstenaars stelden hun werk en de wereld rondom zich steeds vaker in vraag en wilden zich op een nieuwe, ‘moderne’ manier uiten. De Antwerpse dichter Paul van Ostaijen ontwikkelde zich in die veranderende wereld als een van de grootste modernisten en taalcreatievelingen van ons land. In deze les bestuderen we chronologisch de ontwikkeling die Paul van Ostaijen als dichter meemaakte.

1 Orden de volgende woorden in vier groepen. Vergelijk jouw ordening met die van een medeleerling.

©

A woorden die ik nog nooit heb gehoord

© The Picture Art Collection / Alamy

1 2 3 4

IN

c12

B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp

C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken

ie

D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken

1

fv e

rs

mythisch – tuberculose – expressionisme – dandy – controversieel – anarchistisch – pacifistisch – burgerlijk – moraal – dadaïsme – poëticaal – banaal – associatie – humanitair – collaboratie – evoceren – nihilisme

Van Ostaijen voor beginners

pr oe

1 Bekijk de korte introductie over Paul van Ostaijen. Noteer de informatie in trefwoorden. 2 Wat kom je op deze korte speeddate al over van Ostaijen te weten? Bespreek zijn persoonlijk leven, zijn visie op poëzie en zijn werken.

2

En avant … garde!

c12 Moderne literatuur: Paul van Ostaijen

171


1 Wat betekent ‘avant-garde’ nu? Wat is de oorspronkelijke betekenis? De afbeelding onderaan p. 98 kan je helpen. Uit het startfilmpje bleek dat van Ostaijen als avant-gardekunstenaar het expressionisme in Vlaanderen introduceerde. De kenmerken van die kunststroming en die van het dadaïsme en surrealisme ontdek je in de volgende reportage.

IN

2 Bekijk de reportage aandachtig en bespreek voor de drie stromingen (expressionisme, dadaïsme en surrealisme) de volgende kenmerken: visie op kunst – groepen / bekende kunstenaars – schilderkunst – letterkunde – eventueel andere kenmerken. 3 Bestudeer de volgende drie bekende avant-gardekunstwerken. Bij welke stroming horen ze? Beargumenteer.

© Album / Fine Art Images

172

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis

© Peter Barritt / Alamy

C

© IanDagnall Computing / Alamy

fv e

pr oe

B

rs

ie

©

VA

N

A


De dandy en de music hall In de volgende oefening ontdek je enkele gedichten van Paul van Ostaijen. De gedichten komen uit verschillende bundels en zijn op die manier representatief voor verschillende periodes uit het leven van de dichter.

VA

N

In swingende verzen beschreef van Ostaijen het leven in een moderne stad, vol elektrische trams, cinema’s en variététheaters. Hier was een jonge dichter opgestaan die zijn eigen weg baande en die zich weigerde te voegen naar om het even welke poëticale of politieke norm.

IN

In april 1916 debuteerde de twintigjarige dichter Paul van Ostaijen met Music-Hall. De bundel kwam totaal onverwacht. Nooit eerder had een dichter met zoveel overgave het moderne leven omarmd.

1 Lees en bestudeer het gedicht Plots uit de bundel Music-Hall.

ie

2 Van Ostaijen schreef dit gedicht over een music hall. Wat is dat?

©

Bron: polis.be

eerste druk © 1916 Gust Janssens zeventiende druk © 2016 © 2016 Matthijs de Ridder en Pelckmans Uitgevers nv

ONDERWEG

rs

3 Dit gedicht werd in volle oorlog geschreven. Hoe merk je dat aan de inhoud?

fv e

4 Het gedicht start met een nadrukkelijke ‘PLOTS’. Waarnaar zou dat kunnen verwijzen, denk je? 5 Voor welk ‘banale wonder’ zouden de mensen in spanning zijn?

6 In het laatste deel wordt de music hall vergeleken met ‘een ballon die barsten gaat’. Waarnaar zou die metafoor kunnen verwijzen?

pr oe

3

7 In het vorige lesdeel leerde je de kenmerken kennen van het expressionisme van Paul van Ostaijen. Welke van die kenmerken herken je in dit gedicht?

c12 Moderne literatuur: Paul van Ostaijen

173


4

Humanitair expressionisme 1 Paul van Ostaijen schreef in oorlogstijd uiteraard over veel meer dan alleen de music halls. In zijn dichtbundel Het Sienjaal ontpopt hij zich tot een zogenaamd humanitair expressionist. a Wat betekent het woord ‘humanitair’? b Wat waren dan humanitaire expressionisten?

IN

2 Beluister het fragment en vul jouw informatie over het leven en werk van de dichter op p. 98 verder aan met de informatie uit dit fragment. 3 Het gedicht Aan een moeder is een mooi voorbeeld van humanitair expressionisme. Lees het gedicht in de Trajectwijzer.

15.7.2

b Welke boodschap geeft van Ostaijen mee in dit gedicht?

Bezette Stad

VA

5

N

a In het gedicht komen zowel een moeder als de dichter aan het woord. Wat vertellen ze?

ie

©

In 1918 vluchtte Paul van Ostaijen uit Antwerpen: hij had kardinaal Mercier beledigd en was ontevreden over de ondergeschikte positie die de Vlaamse cultuur had in België (waardoor hij van collaboratie werd verdacht). In Berlijn kwam hij in contact met dadaïstische kunstenaars en schreef hij de dichtbundel Bezette Stad. Journalist en historicus Marc Reynebeau leidt de dichtbundel in.

rs

Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

1 Reynebeau beschrijft Bezette stad als een dichtbundel over dromen. Leg uit. 2 Werd die droom werkelijkheid (volgens Reynebeau)?

pr oe

fv e

3 Marc Reynebeau gebruikt de woorden ‘evoceren’ en ‘nihilisme’. Kun je met de woordleerstrategieën afleiden wat die woorden betekenen?

In Berlijn werd van Ostaijen sterk beïnvloed door de dadaïsten en de jazzmuziek. Hij schreef er zelfs een filmscenario: De bankroet jazz. In 2009 werd het scenario verfilmd door de filmmakers Leo van Maaren en Frank Herrebout. 4 Bekijk eerst het fragment uit de film en vergelijk het daarna met het gedicht hierboven. Hoe zie je de invloed van de dadaïsten en de jazzmuziek in dit gedicht?

174

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Het bekendste gedicht uit deze bundel is ongetwijfeld Boem Paukeslag. Lees het gedicht in de Trajectwijzer eerst (luidop) en bekijk daarna de uitvoering van theatergroep Fast Forward.

15.7.2

5* Wat vind je van de uitvoering? 6 Paul van Ostaijen vond dat poëzie in eerste instantie gesproken moest worden. Zie je in dit gedicht aanwijzingen om het gedicht voor te lezen? 7 Waarover gaat dit gedicht, denk je?

Vakoverschrijdend: Bedreigde stad

ie

6

fv e

rs

Op iDiddit staat een vakoverschrijdende opdracht. Je vergelijkt de manier waarop Paul van Ostaijen in Bezette Stad de oorlog weergeeft met de manier waarop een historicus terugkijkt op dit begin.

Poëzie uitgepuurd

7

© Uitgeverij Houtekiet, Vormgever: Toni Mulder, Mulder van Meurs

©

VA

N

IN

8 Bekijk het krantenartikel. Welke gelijkenissen met het werk van Paul van Ostaijen zie je?

pr oe

Na zijn dadaïstische periode slaat van Ostaijen een nieuwe weg in. Hij wil gedichten schrijven die muzikaal zijn. Die poëzie heeft nauwelijks inhoud, het gaat slechts om de mooie klanken: ‘poésie pure’. 1

15.7.2

Lees het gedicht Melopee in de Trajectwijzer en bekijk vervolgens de interpretatie ervan door Dichter Draagt Voor.

2 ‘Melopee’ betekent letterlijk ‘ritmisch gezang’. Waarom is die titel goed gekozen? 3 Welke sfeer roept het gedicht op? 4 Welke technieken (stijlfiguren) gebruikt van Ostaijen om ritme in zijn gedicht te brengen? 5 Van Ostaijen beschrijft in dit gedicht een eenvoudig tafereel. Het beeld van een man die over het water naar zee schuift, kun je ook symbolisch interpreteren. Hoe, denk je? Welke woorden kunnen dit ondersteunen? 6 Twee andere gedichten van Paul van Ostaijen uit deze periode ken je misschien ook wel. Je leest ze op de volgende pagina. Waarom werden die gedichten vooral bekend als kinderversjes, denk je?

c12 Moderne literatuur: Paul van Ostaijen

175


IN

Marc groet ‘s morgens de Dingen

Slaap als een reus slaap als een roos slaap als een reus van een roos reuzeke rozeke zoetekoeksdozeke doe de deur dicht van de doos Ik slaap

Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem ploem ploem dag stoel naast de tafel dag brood op de tafel dag visserke-vis met de pijp en dag visserke-vis met de pet pet en pijp van het visserke-vis goeiendag

©

VA

N

Berceuse Nr. 2

Wat heb je geleerd?

fv e

8

rs

ie

DAA-AG VIS dag lieve vis dag klein visselijn mijn

Een tijdje na de les over Paul van Ostaijen kun je controleren wat je nog weet over de les.

pr oe

1 In lesdeel 1 maakte je een overzicht van de verschillende dichtbundels die Paul van Ostaijen schreef. Noteer die bundels in de volgorde waarin ze verschenen. 2 Vertel iets over de verschillende bundels aan de hand van de woorden die je hier vindt. Probeer eerst zoveel mogelijk kennis uit je geheugen te halen voordat je terugbladert in je leerwerkboek. Kies uit: mythisch – tuberculose – expressionisme – dandy – controversieel – anarchistisch – pacifistisch – burgerlijk – moraal – dadaïsme – poëticaal – banaal – associatie – humanitair – collaboratie – evoceren – nihilisme.

3 Plaats Paul van Ostaijen in het overzicht van de literatuurgeschiedenis in de Trajectwijzer. Gebruik een aantal woorden uit de woordenlijst om uit te leggen waarom van Ostaijen in een bepaalde periode thuishoort.

15.9

176

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


c literatuurgeschiedenis

Moderne literatuur: Willem Elsschot

1

Je leert de schrijver Willem Elsschot en zijn werk beter kennen. Je leert de kenmerken van de nieuwe zakelijkheid. Je leest fragmenten uit de novelle Het dwaallicht, bespreekt de inhoud en de stijl. Je analyseert de vorm en stijl van een graphic novel.

IN

1 2 3 4

Een zakelijk schrijver

baldadig

VA

1 Je kijkt zo dadelijk naar een reportage over het leven en werk van Willem Elsschot. In de reportage komen de onderstaande woorden voor. Ken je hun betekenis niet, gebruik dan de woordleerstrategieën om ze te achterhalen.

N

c13 c1

SCRUPULES

gehaaid

suggestief

BOHEMIEN

cynisch

©

BELHAMEL

ie

2 Bekijk nu het portret van Willem Elsschot en schematiseer de informatie. Bespreek zijn leven, de receptie, de stijl/nieuwe zakelijkheid en de belangrijkste werken (en korte inhoud). 3 Bekijk ook nog een andere reportage en vul jouw schema aan.

Het dwaallicht

1 De laatste roman die Willem Elsschot schreef, is Het dwaallicht. Wat is de betekenis van deze titel, denk je? Denk aan woorden met dezelfde woorddelen.

pr oe

2

fv e

rs

4 Lees in de Trajectwijzer de informatie over de nieuwe zakelijkheid. Dat helpt je om de tekstfragmenten in deze les beter te begrijpen.

15.7.3

Een ellendige novemberavond … Luister naar Elsschot die de eerste regels van zijn novelle voorleest. Scan deze pagina en bekijk de overeenstemmende pagina’s uit de graphic novel van Dick Matena. BEGINFRAGMENT

2* Wat vind je van het begin van het verhaal? 3* Vat kort samen wat er aan het begin van het verhaal gebeurt. 4 De taal van Elsschot bevat enkele archaïsmen (verouderde woorden). Geef een vlot hedendaags synoniem voor … a optornen b vlieden

c ontijdig d het weder

c13 Moderne literatuur: Willem Elsschot

e een drafje f drentelen g een traan plengen

177


5* Hoe omschrijft de ik-figuur, Frans Laarmans, zichzelf (als vader/man) in dit fragment?

Onderweg

IN

In Lijmen/Het been (1924-1938), Kaas (1933) en Het dwaallicht (1946) treden de legendarische personages Boorman en/of Laarmans op. Zij worden beschouwd als alter ego’s van Elsschot zelf en vertegenwoordigen tegengestelde wereldbeelden waar Elsschot zelf mee worstelde: cynisme en medelijden. Elsschots proza heeft een heel kenmerkende, sobere, maar komische stijl met een cynische ondertoon. Bron: letterenhuis.be

N

woord

VA

de novelle: prozaverhaal dat qua omvang tussen een roman en een kortverhaal ligt het alter ego: tweede of andere ik; romanfiguur die in feite de schrijver zelf is

6 Daarnaast gebruikt Elsschot ook vaak beeldende taal. Ga in dit fragment op zoek naar een vergelijking, een metafoor, een personificatie en een synesthesie.

16.4

©

7 Wat vind je van de manier waarop de Afghanen worden beschreven? 8 Wat vind je van de graphic novel van dit verhaal?

ie

rs

15.7.3

a Spreekt de stijl jou aan? b Wat vind je van het taalgebruik in de graphic novel? c Waarom zou de tekenaar voor deze stijl gekozen hebben, denk je? Lees in de Trajectwijzer de informatie over de nieuwe zakelijkheid er nog eens op na.

Cafépraat of meer?

fv e

Laarmans besluit de drie Afghanen de weg te wijzen naar de Kloosterstraat 15. Daar vinden ze geen spoor van Maria Van Dam. Ze besluiten op zoek te gaan naar andere adressen in Antwerpen waar een Van Dam woont. Dat blijken er twee te zijn: eentje aan het Carlton Hotel en eentje in de Lange Ridderstraat. In het Carlton Hotel vangt het drietal bot en dus besluiten ze dan maar iets te drinken in het hotel. Daar discussiëren ze over verschillende onderwerpen …

pr oe

Lees fragment 2 uit Het dwaallicht op p. XX.

9 Over welk onderwerp praten de personages? 10 Welke foute veronderstelling heeft Laarmans? 11 Het christendom is erg verwarrend voor de Afghanen. Welke vragen roept het Christusbeeld bij hen op?

12 Lukt het Laarmans om deze vragen goed te beantwoorden? Welk concept uit het christelijk geloof krijgt Laarmans moeilijk uitgelegd? 13 Elsschot schreef dit verhaal in 1947. Hoe vind je zijn houding tegenover geloof/godsdiensten? 14 Laarmans houdt in Het dwaallicht een interreligieuze dialoog. Is dit vandaag de dag nog nodig/ actueel?

178

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Het dwaallicht Fragment 2

5

pr oe

30

fv e

rs

25

©

20

ie

15

VA

N

10

Om de drukkende stemming te breken, vraag ik wat of hun godsdienst is, maar de overgang is zeker te radicaal, want hij schijnt het niet goed te begrijpen. Ik zal dan maar proberen mijn woorden in beeld te brengen en teken een zittende Boeddha met zijn lotusbloem, oorlellen tot aan zijn schouders en een navel als een starend oog. Dan vraag ik of dit het beeld is van hem in wie zij geloven. Met één blik heeft Ali het begrepen, geeft mijn tekening door en vertaalt mijn woorden voor zijn vrienden, zoals hij telkens doet als hij een vraag de moeite waard vindt. ‘No, Sir, wij zijn van Mohammed’, zegt hij met klem, waarbij zijn makkers bevestigend knikken. En hij ontmaakt zich van mijn heidense schets door die weer naar mij toe te schuiven. ‘Allah?’ ‘Ja, Allah’, zegt hij zacht, als vreesde hij dat de heilige naam bij Kortenaar besmet kon worden. ‘Goed?’ ‘Het enige goede, zegt men.’ Om nu ook wat van mij te vertellen, anders zou het iets van een verhoor krijgen, deel ik hem mede dat wij hier christenen zijn, doch die benaming schijnt hij weer niet te begrijpen. Op Boeddha’s keerzijde teken ik nu onze Christus aan Zijn kruis, met alle gebruikelijke attributen, zoals kroon, bittere mond en uitpuilende ribben. Zij laten dieper medelijden blijken dan van enig christen ooit kan uitgaan en Ali zegt ‘arme man’. Hij had er al meer in de stad zien hangen en ze telkens hartgrondig beklaagd. ‘Wordt dat hier veel gedaan?’ vraagt hij, waarop ik hem terechtwijs, zeggend dat dit onze God is, onze Allah. Hij vertaalt op staande voet, zo merkwaardig vindt hij mijn voorlichting, en nu bekijken alle drie onze kruisdrager met intense nieuwsgierigheid. ‘Waarom heeft hij dat laten doen?’ vraagt Ali, ‘En wie heeft het aangedurfd?’ Als ik zeg dat hij het zelf zo gewild heeft, zie ik dat zij sprakeloos van verstomming zijn. Aan ophelderen valt niet te denken, want zij staan voor dezelfde muur waar ik reeds een halve eeuw langsloop zonder een deur te vinden en ik zit dan ook met onze mensgod lelijk in de war tegenover de abstracte eenheid van hun Allah. Maar ik kan rectificeren en verklaar dat het nu niet direct God zelf is, maar diens zoon. Dat blijkt echter olie in het vuur te zijn, want niet zodra heeft Ali vertolkt of er komt animo in mijn Afghanen. Vooral het getrouwde mannetje is aan het woord en als zijn betoog eindelijk stokt, zet Ali als een axioma voorop dat er dus ook een vrouw moet zijn, wat ik toegeef. ‘En nog meer jongens of meisjes?’ vraagt hij nieuwsgierig. ‘Neen, slechts één zoon.’ ‘Zeer eigenaardig’, zegt hij hoofdschuddend. ‘Hij heeft de vorm van een mens en moest dus tastbaar zijn, zodat zij die durfden, de hand konden geven aan de schepper van het heelal.’

IN

1

35

woord rectificeren: rechtzetten het axioma: onbewezen stelling die als grondslag van een theorie aanvaard wordt

c13 Moderne literatuur: Willem Elsschot

179


Het dwaallicht Fragment 3

5

pr oe

30

fv e

rs

25

©

20

ie

15

VA

N

10

Nu liefde en godsdienst achter de rug zijn, kan toch de beweging niet genegeerd worden die overal op aarde de harten in beroering brengt en ik vraag dus of zij van het communisme al iets gehoord hebben. ‘Enkelen uit onze streek zijn de noordergrens wel eens overgetrokken en een paar zijn ginder gebleven. Soms komt ook een of andere reiziger uit dat grote land en vertelt, bij het vuur, van de profeet die al jaren in een glazen graf ligt zonder tot stof te vergaan en die de prediker was van de nieuwe godsdienst zonder God, waarbij allen gelijk zijn in vrouwen en schapen, in voeding en kleding, in woning en geld. En niet alleen later in de schoot van Allah, want dat leert men ons al lang, maar reeds hier op aarde, wat óók niet te versmaden is.’ De kern is hem dus niet ontsnapt, hoe zwart hij ook ziet. ‘Zeker, reeds hier op aarde, van de geboorte tot in het graf. Denkt u dat Mohammed er iets op tegen had? Of wilde hij dat het gelijk zijn pas beginnen zou na de dood?’ Ali antwoordt niet dadelijk, maar raadpleegt zijn vrienden, waarbij ik de indruk krijg dat hun conversatie omzichtiger is dan toen wij het over de vrouwen hadden of over de samenstelling van onze westerse God. Eindelijk komt een wedervraag. ‘Had uw man aan het kruis er iets op tegen?’ Meteen word ik gewaar dat onze vriendschap tijdelijk in de lucht hangt en dat wij momenteel nog slechts als diplomaten tegenover elkaar gezeten zijn. Ik moet dan ook dadelijk repliceren, anders wordt aan verdere toenadering de pas afgesneden. ‘Zover ik weet heeft hij nooit iets in die aard gezegd. Integendeel, hij wilde de groten kleiner en de kleinen groter maken en vooral dat een ieder de rotte plekken van zijn ziel afzocht, maar toch sprak hij vooral over het leven hiernamaals, dus in de schoot van zijn vader. Dáár pas zou men loon naar werken krijgen.’ ‘Dat was ook minder gevaarlijk, want zelfs predikers moeten de machtigen naar de ogen kijken. En die bezitten liever op aarde. Hij was misschien voorzichtig?’ ‘Althans, hij sprak in bedekte termen. Maar hij leefde ook onder gevaarlijke mensen.’ ‘En toch niet voorzichtig genoeg’, overweegt Ali, die blijkbaar terugdenkt aan het kruis en de uitpuilende ribben. ‘Niet alles gezegd en toch te veel? Maar het is zeker heel lang geleden en voordat alles gezegd is, moeten velen het woord voeren. Eerst hebben de ouden voor het hiernamaals gepredikt en nu de nieuwen voor dit leven op aarde. Zij vullen elkaar aan, want eenzelfde man kan niet het eerste en laatste woord spreken.’ ‘En Mohammed?’ Want ik zou willen dat hij kleur bekende. ‘Onze grote profeet is nog voorzichtiger geweest. Die is tenminste in leven gebleven tot Allah hem riep. Maar ook hij kan er niets op tegen hebben, dunkt mij, dat de gelijkheid reeds een aanvang neemt in het gedeelte van ons bestaan waarvan wij het zekerst zijn, want men moet soms lang wachten en veel verduren voor men in zijn schoot opgenomen wordt, nietwaar, Sir? Maar wat te doen met medemensen als onze sultan en de koning van Engeland?’

IN

1

Lees fragment 3 uit Het dwaallicht op p. XX. 15 Over welk onderwerp praten de vier personages? 16 Welk uitgangspunt intrigeert zowel Laarmans als de Afghanen? 17 Hoe staan hun beide godsdiensten ten opzichte van dit idee? 18 Welk politiek of maatschappelijk probleem dat nog steeds actueel is, komt hier eigenlijk aan bod?

180

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Drie wijzen uit het oosten … Laarmans wil meer weten over Maria Van Dam en hoort de Afghanen uit. Maria was in tegenstelling tot de andere vrouwen (prostitués) niet op geld belust. Ze herstelde de zakken van de bemanning vlug, vrolijk en met een glimlach. Ze was beeldmooi, ‘een parel’. Opvallend is wel dat ze Maria Van Dam in de schippersbuurt gaan zoeken (wel de prostitutiebuurt).

Het dwaallicht

15

N

VA

pr oe

fv e

20

©

10

ie

5

Dan maar op goed geluk een laatste mokerslag op Kortenaar wiens adem ik probeer te ontwijken, want hij heeft look gegeten, en opeens het woord politie gelost dat op hem werkt als een ontlading want hij wordt kruiperig, begint gejaagd in een lade te scharrelen, krijgt er een vettig register uit, verzoekt mij dan naast hem plaats te nemen achter de schenkbank en dringt erop aan dat ik het zelf door zal kijken. Nu, dat is gauw genoeg gedaan, al ben ik er vies van, want na vijf bladzijden ben ik al twee jaar teruggelopen, maar van onze kwelgeest geen spoor. Een eigenaardig hotel, dat is zeker. ‘Goed, zij staat hier niet in,’ geef ik met weerzin toe, ‘maar dit is een register voor passanten, terwijl Maria Van Dam bij de politie geboekt staat als zijnde in Carlton Hotel gedomicilieerd. Officieel ge-do-m-i-ci-lieerd, mijnheer Kortenaar. Hoe verklaart u dat?’ En ik doe mijn best om zijn apenoogjes te fixeren, maar die staan niet stil. ‘Och, mijnheer,’ sust de man gemoedelijk, ‘in deze buurt gebeuren zulke vreemde dingen. Indertijd stond hier iemand ingeschreven die nooit bestaan heeft.’ Hun dorst zal dus niet gelest worden en onze ruiker zal zijn werk niet doen. Zij zullen Maria evenmin mogen aanschouwen als ik Fathma in Bombay heb mogen zien. Als ik achter de schenkbank uitkom, is het café als bij toverslag leeg, op het zogend meisje na dat haar kind in slaap zit te zingen. Ali heeft alles begrepen want hij bedankt mij voor al de moeite die ik mij ongevraagd gegeven heb. Naar Maria informeert hij niet eens meer, zó zeker is hij ervan dat hij en zijn vrienden het beloofde land niet zullen betreden. Hij krijgt zijn glas en doet een flinke teug als om haar definitief door te spoelen. En misschien is het beter zo, want nu rest mij van Maria tenminste de illusie terwijl toch een droom, die werkelijkheid wordt, als water tussen de vingers vervloeit.

rs

1

IN

Fragment 4

woord kruiperig: overdreven onderdanig de schenkbank: toog, balie gedomicilieerd: ergens een wettelijke woonplaats hebben dorst lessen: dorst stoppen, laten ophouden (hier: drinken)

Lees nu ten slotte fragment 4 hierboven. 19 Wat voorspelt de ik-figuur hier over Maria Van Dam? 20 In dit fragment krijg je de indruk dat Maria Van Dam geen mens van vlees en bloed is. Wie zou Maria kunnen zijn, denk je? Welke aanwijzingen krijg je?

c13 Moderne literatuur: Willem Elsschot

181


onderweg

IN

Een zakkennaaister vervaardigde zakken uit jute of linnen en herstelde ze op/voor schepen wanneer die aanlegden in de haven. Zakkennaaisters hadden een bepaalde reputatie. Ze kwamen vaak op de schepen en konden van zich afbijten. Vaak hadden ze een mes bij zich. Dat hadden ze nodig om de zakken te herstellen, maar ze konden het ook gebruiken om ongewenste figuren, mannen, op afstand te houden.

Het einde van de zoektocht

VA

Lees nu het einde van het verhaal in de vorm van een graphic novel.

N

Naar: hebban.nl

21 Wat besluit Laarmans te doen nadat de Afghanen weer op hun schip zijn gestapt?

EINDFRAGMENT

22 Waarom nam Laarmans de drie Afghanen mee op sleeptouw door de stad? 23 Welke wens heeft Laarmans voor de Afghanen?

Het testament van Elsschot?

rs

3

ie

©

24 Valt er jou iets op aan de laatste tekening van de graphic novel? Welke vragen roept het op aan het einde van het verhaal?

fv e

Luister ten slotte nog eens naar een samenvatting van het boek door journalist en Elsschot-kenner Eric Rinckhout. 1 Waarom noemt Rinckhout Het dwaallicht ook het testament van Elsschot?

pr oe

2 Welke boodschap stopte Elsschot subtiel in dit boek volgens hem?

182

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


c literatuurgeschiedenis

Moderne literatuur: Louis Paul Boon 1 2 3 4 5 6 7

N

Inleiding: een bijzondere auteur

©

VA

In deze les maak je kennis met een bijzondere auteur, Louis Paul Boon. Boon schrijft vanaf 1942 tot aan zijn dood in 1979 meer dan dertig romans. In 2012 werd zijn honderdjarige verjaardag gevierd met een heus Boonjaar. We bestuderen het boek Mijn kleine oorlog dat een eerste maal verschijnt in 1947. Kort na de Tweede Wereldoorlog wil de schrijver de wereld wakker schudden met zijn boek; hij wil de gewone mensen én de machthebbers confronteren met hun egoïsme, domheid en wreedheid.

ie

De betekenis van Boon

rs

Regisseurs Luc Pien en Stijn Coninx verfilmden respectievelijk de romans Vergeten straat en Pieter Daens van Louis Paul Boon. Bekijk het eerste deel van de reportage waarin ze het over de schrijver en zijn werk hebben en beantwoord de vragen.

fv e

1 In dit deel worden heel wat werken van Louis Paul Boon vernoemd. Noteer jij ze allemaal? 2 Wat heeft Luc Pien altijd geboeid aan het werk van Boon? 3 Waarmee vergelijkt Luc Pien De Kapellekensbaan? Waarom? 4 Hoe omschrijft Stijn Coninx de persoonlijkheid van de schrijver? 5 Boon schreef uiteenlopende verhalen. Welke genres haalt Coninx aan?

pr oe

1

Je maakt kennis met het werk van Louis Paul Boon Je ontdekt waarom Louis Paul Boon een bijzondere auteur was Je schrijft een creatieve grafrede (verdieping) Je analyseert enkele fragmenten uit Mijn kleine oorlog Je herschrijft een fragment uit de roman Je analyseert hoe literatuur het verschil kan maken in woelige tijden Je ontdekt waarom Boon ook controversieel was

IN

c14

Onthouden

Een historische roman is een roman waarbij het verhaal verwijst naar een periode die tot het verleden behoort. De auteur kan in het verhaal vaststaande historische gegevens verwerken; de auteur kan de historische feiten (her)interpreteren of de auteur roept in zijn verbeelding het verleden op zonder directe aanknopingspunten met de bekende historische feiten. Een erotische roman is een vorm van literatuur waarin de lichamelijke liefde centraal staat. Vaak is er bij een erotische roman discussie over de waarde van de erotische tekst en beschouwt men de tekst al snel als een vorm van pornografie. Bekende auteurs zijn Nabokov (Lolita), Louis Paul Boon, Gerard Reve … De term ‘obsceen’ kan aangeven dat de verhalen ongepast zijn.

c14 Moderne literatuur: Louis Paul Boon

183


6* De twee bewerkingen hiernaast zijn een voorbeeld van een van deze genres. a Zoek op waarover deze verhalen gaan. b Welk verhaal zou je graag lezen? Waarom? In deel 2 praat Ivan De Vadder met prof. Humbeek over de literaire waarde van Boon.

IN

7 Schematiseer de informatie. Bespreek Boons literaire belang, Boon als persoon en Boons actuele waarde.

De bijzondere schrijfstijl van Boon

2

VA

N

Op iDiddit vind je een verdiepende opdracht over de bijzondere schrijfstijl van Boon.

Een geëngageerd schrijver: Mijn kleine oorlog (1947)

ie

©

Onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog publiceert Louis Paul Boon een boekje waarin hij beschrijft wat de oorlog betekende voor de kleine man. Boon maakt onmiddellijk naam als schrijver die geen blad voor de mond neemt. Door middel van kleine verhaaltjes schetst hij een beeld van het leven tijdens de oorlog. Dat beeld is niet fraai, de oorlog is onmenselijk en de mensen gedragen zich dom, egoïstisch en wreed.

Woord vooraf

rs

Uit het woord vooraf door Willem Elsschot:

fv e

Waarde lezer, lees dit boek niet met de oogen van een literair criticus, […], maar lees het met uw hart, met een sprankel van het groot-menselijke gevoel waarmee Boon het geschreven heeft. […] Schaart u onder Boons vaandel, want zijn Kleine oorlog is niets anders dan de ‘Oorlog aan de Oorlog’.

pr oe

Boon begint Mijn kleine oorlog als volgt:

ge schrijft uw ‘kleine oorlog’ ge zoudt liever een ander boek schrijven – groot schoon woelig juist – ge zoudt het dan noemen ‘dit zijn de vloeken en gebeden van den kleinen man tegenover den grooten oorlog, dit zijn zangen, dit is DE BIJBEL VAN DEN OORLOG’ – op een anderen dag wenst ge echter niets liever dan uw pen stuk te stampen op het vlak van uw schrijftafel – het is zeer plezierig zoiets, maar gij zijt verplicht u de dag daarna een nieuwe pen te kopen – want schrijven doet ge toch, het is een natuurlijke behoefte – de ene mens vloekt zich dood, de andere loopt zijn kop op de muren stuk, gij schrijft uw ‘Kleine Oorlog’

1 Wat is de toon van dit fragment? Hoe zou je dit voorlezen? Kies uit: boos – stil – luid – gevoelig – afstandelijk … 2 Welke opmerking over ‘het schrijven’ maakt de schrijver hier? 3 Aan welke kunststroming zou je deze opmerking over het schrijven kunnen linken?

15.9

4 Welke vertelvorm gebruikt de schrijver? Wat is het effect? 5 Ook in deze tekst duikt de ironie op die typisch is voor Boon. Citeer de regels. Wat is het effect?

184

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


3

Mijn kleine oorlog: een fragment bestuderen Het fragment beleven Lees (of beluister) het fragment uit Mijn kleine oorlog op p. XXX. 1* Vertel de anekdote die de schrijver vertelt kort na. Over wie schrijft hij? 2* Beantwoordt het verhaaltje aan jullie verwachtingen? Aan welke wel / welke (helemaal) niet?

IN

3 Wat is de toon van dit verhaal?

Kies het woord dat het beste past uit de lijst of kies je eigen woord en verklaar je keuze: kritisch – machteloos – grappig – spannend – heldhaftig – droevig – realistisch.

N

4 ‘Bah, zei de telefonist, dat is zoals uw lot ligt, als ge sterven moet dan sterft ge. Dinges antwoordde, dat er goddomme hier toch meer stierven in één uur dan op zijn dorp in tien jaar.’ Dit gesprek tussen de telefonist en Dinges gaat nog even door.

VA

a Welke twee houdingen tegenover de oorlog vind je hier terug? Omschrijf die houdingen zo nauwkeurig mogelijk. b Welke houding zou jij kiezen? Waarom? Met welke ingesteldheid hou je – volgens jou – de oorlog het beste vol?

©

5 Wekt het fragment bij jou gevoelens van ontroering, woede … op? Op welke manier? Waarom (niet)?

Het fragment situeren

rs

1 de mobilisatie 2 de bezetting 3 de bevrijding

ie

6 Op welk moment in de oorlog speelt dit stuk zich af? Geef argumenten.

Het fragment verkennen

fv e

‘De hoofdpersonen zijn vooral gewone mensen en zeker geen helden.’

7 Bewijs bovenstaande uitspraak aan de hand van drie voorbeelden.

pr oe

8 Welke personages kunnen op de sympathie van de schrijver rekenen? Welke niet? 17.6

9 Het fragment is kort; toch kun je al een aantal personages typeren. Zoek één rond personage en twee vlakke personages en verklaar je keuze. 10 Het fragment bestaat uit gewoon gedrukte stukjes en cursief gedrukte stukjes. Hoe zou je die cursief gedrukte stukjes omschrijven?

17.7

11 Bespreek het vertelperspectief in het verhaal.

c14 Moderne literatuur: Louis Paul Boon

185


Mijn kleine oorlog De goudvissen

5

stuka

186

woord © Karolis Kavolelis

pr oe

30

fv e

rs

25

©

20

ie

15

VA

N

10

Ik wist dat Van den Abeele er lag met opengescheurde schouder, maar ik keek toch niet, ik draaide het hoofd naar de luitenant van de 9de die op de kleine kassei hen met de armen open stond te verwijten: saligauds, boches! Net of zij dat aan de overkant van het Albertkanaal konden horen. Er was anders al lawaai genoeg. Vlak naast ons schoot er ene de band van zijn mitrailleuse leeg, hij zat op een stoel die hij uit de crèmerie had gehaald en het leek hem nu misschien net hetzelfde spektakel te zijn van de nationale schietbaan. Buiten de stuka’s dan. En buiten die verschrikkelijke dorst. Bah, zei de telefonist, dat is zoals uw lot ligt, als ge sterven moet dan sterft ge. Dinges antwoordde, dat er goddomme hier toch meer stierven in één uur dan op zijn dorp in tien jaar. Iets waarbij de telefonist de schouders ophaalde en mij begon uit te leggen dat het zo ons lot was, daar stierven er geen op uw dorp omdat het hun lot was hier te komen sterven. En daar wou Dinges weer wat op antwoorden als die rotte stuka’s opnieuw kwamen benedenhuilen en rekketekketekten, het was niet meer om uit te houden. De twee van de infirmerie vloekten, dat ze milledju toch niet overal tegelijk konden zijn. Ik bloed zelf al, zei de dikste verontwaardigd. Neen, om uit te houden was het niet meer, vooral met die onzinnige bevelen. Ga nieuwe munitie halen, zei de luitenant en er was geen munitie meer, die was een half uur geleden in de lucht gevlogen. En tracht mij een brood mee te brengen, Louis, zei hij. Ja, hij was als simpele korporaal van de schoolcompagnie bij ons gekomen en ieder jaar als we ons kamp hadden te doen stond hij een ietsje hoger in rang en keek hij een ietsje verwaander op ons neer, maar als hij in de penarie zat zei hij toch Louis, zo, kameraadschappelijk. En brood dus, net of hij niet wist dat de veldkeuken reeds de weg van de munitie gevolgd was. Maar we gingen toch, als we van die dijk eens wegraakten hoorden we hén ginder niet meer zo luid voorwaarts schreeuwen. Ik keek Dinges aan, als om te vragen of hij meeging en net toen gaf de telefonist het langverwachte bevel aan de luitenant door: redde wie zich redden kan. We begonnen als gekken met een bijl alles stuk te slaan, de mitrailleur sloeg zelfs zijn stoel tot spaanders, en we probeerden langs de kleine kassei achteruit te trekken maar die lag al onder vuur. Bryske, die tot drie telde en er dan in vliegende vaart overzoefde, sloeg aan de andere kant kop over kont neer. We moesten dan maar vlak door de crèmerie en Dinges stampte met de kolf van het geweer het raam open, er stond een kom met goudvissen achter en die rolde om. We kropen door het raam om aan de andere zijde de straatdeur stuk te stampen, maar almeteens, Dinges bleef staan en beet zich de vingernagelen. Ik zag hem de bokaal nemen die tussen het raamkozijn en de gordijnen was blijven hangen, hij pompte er water in en zette die weer voorzichtig op zijn plaats. En omdat ik naar hem bleef wachten keek hij me woedend aan, alsof ik de hemelweetwat misdaan had. Een eind verder moesten we ons in een gracht neergooien, want zij-ginder waren nu het kanaal over, en ik dierf niet goed achterom kijken want het was daar één vlam. En in die gracht zei Dinges: moest gij in die crèmerie wonen en ge zoudt terugkomen van de vlucht, zoudt ge dan ook niet graag zien dat uw goudvissen er nog stonden? Wel … waarom keekt ge dan zo bokkig?

IN

1

saligaud: smeerlap (scheldwoord) boche: scheldwoord dat gebruikt wordt om de Duitsers aan te duiden, zoals ‘mof’ de stuka: Duitse bommenwerper die in een duikvlucht bombardeerde. Op het moment dat de stuka een duikvlucht begon, begonnen de sirenes (ook wel trompet genoemd vanwege het geluid) te loeien. Meestal joeg het geluid ervan de mensen beneden grote schrik aan, waardoor ze in hun paniek het verdedigende leger in de weg liepen. almeteens: plots (verouderd en Vlaams taalgebruik)

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


35

Ik moest lachen. Ik was het niet die bokkig keek, zei ik, het waart gijzelf. Eigenlijk heb ik met die goudvissen wat gefantaseerd, het is er ook een verhaal voor. Maar dit is niet gefantaseerd: Dinges moest door het gat van de haag met zijn handmitrailleur over de schouder, en bleef erin vasthangen. We riepen, dat hij de lederen riem van de mitrailleur moest oversnijden maar hij hoorde het niet, hij stond daar in de vuurbaan van hun kogels en deed zijn broek vol waar hij stond.

En ik? Och ik zat aan mijn vingernagelen te knauwen en naar alles te kijken en probeerde mijn gedachten tegen te houden op weg naar het gekkenhuis. Zouden ze ginder nu ook al bommen smijten, dacht ik. O God goddomme laat hen toch niet sterven, laat hen mij nog één keer zien. WAT IS DAT NU, EEN KIND HEBBEN EN DAN STERVEN ZONDER HET TE HEBBEN GEZIEN? Prosper vertelt: er werd ene een oog uitgeschoten en toen men hem naar de abri van de militaire dokter bracht, maakte die dokter zich juist gereed om weg te lopen – wij moesten hem met ons bajonetten terug de abri indrijven om eerst nog dat oog te verzorgen.

50

VA

N

45

Dinges integendeel – o een andere Dinges vanzelfsprekend – stond wijdbeens over de gracht en schoot zo de ene lader na de andere leeg – die was gek van woede.

IN

40

Langs de weg: twee brancardiers met hun armen open en een omvergeworpen draagbaar eveneens met haar armen open, en de stervende ernaast, nog eens gebombardeerd.

En kwestie van die generaal, veel later vertelde mijn vrouw me, dat al die ouwe mannen met een rode band rond hun kepie ons huis waren voorbijgereden, en dat ze te versleten waren om zich nog te kunnen verzetten, maar dat ze grote mooie honden bij zich hadden en jonge wijvekes van een jaar of zestien.

abri

© Paul Hermans

pr oe

fv e

rs

55

ie

©

En twee soldaten die aan het Albertkanaal waren gaan lopen, werden door gendarmen die ook waren gaan lopen opgepikt en op een kerkpleintje voor een krijgsraad gebracht, vóór een generaal die almaar schreeuwde en op zijn sloffen was. En almeteens waren daar Duitse vliegers en de generaal op zijn sloffen sprong in een auto en reed weg, schreeuwend: DAT ZIJ LATER DAN VOOR DE KRIJGSRAAD ZOUDEN KOMEN.

woord

de abri: klein (wacht)huisje dat beschutting biedt tegen regen en wind, een schuilhokje, afdakje de gendarme: (militair) politieagent de krijgsraad: (strenge) militaire rechtbank

gendarme

c14 Moderne literatuur: Louis Paul Boon

187


Doordringen tot het fragment 12 Waarop geeft de schrijver kritiek? Benoem duidelijk en zoek in het fragment de passages met duidelijke kritiek. 13 Sommige personages krijgen een naam, andere personages heten gewoon Dinges. a Waarom doet de schrijver dat? b Wat is het effect van die naamgeving? 14 Welk gedrag beschrijft de auteur om aan te tonen dat de personages gestresseerd zijn?

IN

15 Het is duidelijk dat de tegenstanders de Duitsers zijn. Toch gebruikt de schrijver het woord ‘Duitser’ niet. a Welke woorden gebruikt hij wel?

b Waarom schrijft hij op die manier over de tegenstanders? Geef een psychologische verklaring.

N

16 De Duitsers zijn niet de enige tegenstanders. Ook de officieren kunnen op weinig sympathie rekenen. a Wat verwijt Boon de officieren?

VA

b Hoe beschrijft hij dat op een subtiele manier? Zoek die passages en geef wat extra uitleg.

17 Uit de tekst blijkt duidelijk dat de soldaten bang zijn om gekwetst te raken en dat ze psychologisch lijden. Welke lichamelijke problemen hebben ze? Zoek in de tekst waar dat aan bod komt. 18 De schrijver beschrijft een aantal zaken op een subtiele manier. Hoe beschrijft hij dat … a de officieren vooral Franstalig zijn; c de officieren niet echt leiding geven;

©

b sommige officieren niet echt klaar zijn om te vechten;

ie

d de officieren niet echt deelnemen aan de strijd?

19 Is er humor in het fragment? Zoek de humoristische passages. a Gaat het om milde humor of is het eerder bijtende spot (cynisme)?

rs

b Wat is het effect van de humor?

20 Op een bepaald moment gebruikt de schrijver een personificatie. Zoek ze in de tekst.

fv e

Extra opdracht: creatief schrijven

pr oe

Op iDiddit staat een creatieve schrijfopdracht waarin je het besproken fragment herschrijft tot een hedendaagse versie of een filmscenario.

188

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


4

Mijn kleine oorlog: het verhaal verder verkennen Kies op iDiddit een fragment uit Mijn kleine oorlog dat je in kleine groepen zult analyseren.

IN

Verdieping: literair-historische opdracht Schrijfopdracht

N

Bij de eerste herdruk van Mijn kleine oorlog in 1962 veranderde Louis Paul Boon de eindzin van zijn boek. Aan de hand van de twee versies – de eindzinnen verschillen grondig – van Mijn kleine oorlog denk je na over de maatschappelijke betekenis van literatuur. Kan een schrijver de wereld veranderen?

VA

1 Bestudeer hieronder de twee versies van Mijn kleine oorlog en schrijf een overtuigende tekst over het maatschappelijk engagement van de schrijver. Je tekst telt 500 woorden en wordt gepubliceerd op de website van het Cultureel Centrum dat een Boon-weekend organiseert. Je behandelt in je tekst de volgende aspecten/vragen. a Geloofde Boon dat een schrijver de wereld kan veranderen? Geef argumenten, gebruik daarvoor informatie uit zijn boeken en uit secundaire literatuur.

©

b Geloof je zelf dat schrijvers/kunst de wereld kunnen/kan veranderen? Geef argumenten en voorbeelden. c Heb je voorbeelden van teksten/kunstwerken die de wereld willen veranderen? We voegen alvast een aantal voorbeelden toe op de volgende pagina’s (gedichten A tot D).

rs

ie

d Heb je voorbeelden van geëngageerde teksten/kunstwerken die je raken? Leg uit waarom.

fv e

En nog een allerlaatste andere, die de eerste ene gelijk geeft omdat hij iedereen gelijk geeft, maar die achteraf zegt: ik peins toch dat het niet zó vroeg gaat zijn want er is tevéél kapot – en daar klampt hij zich aan vast want HET IS ZIJN TROOST.

pr oe

5

Laatste roep: SCHOP DE MENSEN TOT ZIJ EEN GEWETEN KRIJGEN

Louis Paul Boon. Mijn kleine oorlog (1947)

Maar met brekende ogen zei ze nog iets zeer moois, iets dat niet alleen als háár laatste woord maar ook als het laatste woord van dit boek kan beschouwd worden: WAT HEEFT HET ALLES VOOR ZIN?

Louis Paul Boon. Mijn kleine oorlog (1962)

c14 Moderne literatuur: Louis Paul Boon

189


A

Een krijgszuchtige tijd Steeds gedacht: één soldaat maakt nog geen oorlog. Maar nu met man en macht gezocht naar geruststelling, naar de winter in een zwaluw zien overgaan, of de boter

IN

op het aanrecht bestuderen en hoe snel zacht, dat iets nog zacht kán worden in deze wereld en we allemaal zo smeerbaar, maar de kou spat van beeldschermen, uit radiostemmen.

VA

je een stoel in de geschiedenis geeft. En ook: een vechtersjas of een ijzervreter is geen identiteit, het is een mal waar je jezelf in giet. Wie het zwaluwnest bevuilt, broedt uiteindelijk zijn eigen ei kapot.

N

Ze zeggen dat de veldslag is begonnen, dat anderhalve rus en een paardenkop dit wilden, terwijl wij toch weten dat vrede meer aanzien geeft dan geweld, dat alleen menslievendheid

Het volgende moeten we onthouden: dat we allemaal als vluchteling geboren worden, op zoek naar de juiste plek, naar veiligheid en wat voorspoed, een liefkozende blik.

Lucas Rijneveld tijdens de Nacht van de Poëz

ie

©

Dus maak vrij baan in het hart, want daar is een onmeetbare ruimte. En bedenk dit: in ieder welkom zit een schuilkelder.

ie

Lucas Rijneveld in de Volkskrant

pr oe

fv e

rs

Rustplaats voor de nacht

Charles Ducal in Winteruur met Wim Helsen

Ik hoor dat in New York op de hoek van de 26ste straat en Broadway in de wintermaanden elke avond een man staat die de zich daar verzamelende daklozen, door het te vragen aan de voorbijgangers, een rustplaats voor de nacht bezorgt. De wereld wordt daardoor niet anders. De verhoudingen tussen de mensen verbeteren niet. Het tijdperk van de uitbuiting wordt daardoor niet verkort. Maar enkele mannen hebben een rustplaats voor de nacht. De wind wordt een nacht lang van hen afgehouden. De sneeuw die hen was toebedacht, valt op de straat. Leg het boek dat u leest niet neer, mens. Enkele mannen hebben een rustplaats voor de nacht. De wind wordt een nacht lang van hen afgehouden. De sneeuw die hen was toebedacht, valt op de straat. Maar de wereld wordt daardoor niet anders. De verhoudingen tussen de mensen verbeteren daardoor niet. Het tijdperk van de uitbuiting wordt daardoor niet verkort. Bertolt Brecht (vertaling: Charles Ducal)

190

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis

B


C

Iemand stelt de vraag 1 Het was een geweldig feest er stierven drie mensen een van ouderdom een door alcohol een omdat hij vocht met de slang

2 Verzet begint niet met grote woorden maar met kleine daden

O maar er werd gezongen gedanst en gedronken! De pijp ging rond en de pruim oude verhalen werden nieuw opa´s stonden in hoog aanzien die zeiden dat het zo altijd was geweest en altijd zo zou blijven en de kinderen bleven erbij tot ze niet meer konden. O maar er werd gedanst en gevrijd bij het leven een dag een nacht en een dag!

zoals brede rivieren met een kleine bron verscholen in het woud

N

zoals een vuurzee met dezelfde lucifer die de sigaret aansteekt

IN

zoals storm met zacht geritsel in de tuin of de kat die de kolder in z´n kop krijgt

VA

zoals liefde met een blik een aanraking iets dat je opvalt in een stem

jezelf een vraag stellen daarmee begint verzet

©

Tot het zout op was de kruiken leeg en de schelpen door de kroegbaas weer afgepakt toen wankelden ze lachend de berghelling op sliepen hun roes uit in het gras een nacht en een lange dag

en dan die vraag aan een ander stellen.

rs

ie

3 iemand weigert de schelp iemand houdt op met dansen iemand smijt de kroegbaas de kruik in ´t gezicht iemand zegt opa de pest met je oude verhalen iemand wil het alfabet leren

fv e

Terwijl ze sliepen reden beladen met het werk van hun handen in kratten en balen verpakt in bewaakte colonnes de vrachtwagens naar de stad

pr oe

de stad van de banken en de congressen de stad van de krotten en open riolen de stad van de mooie dames met chauffeur de stad van de hoeren voor een knaak de stad waar iedereen verdient het zout in de pap iedereen die een vinger in de pap heeft de stad waar ze altijd van droomden de stad die ze nooit zouden zien.

iemand pakt de opzichter z´n zweep af iemand steelt een geweer iemand zegt dit is mijn grond iemand staat zijn dochter niet af aan de landheer iemand antwoordt niet met twee woorden iemand houdt zijn graan verborgen iemand viert geen feest als de vrachtwagens komen iemand spuugt op de grond als hij de soldaten ziet iemand snijdt de banden door iemand verschuilt zich in het woud iemand droomt niet meer iemand richt zich op iemand is voor altijd wakker iemand stelt de vraag iemand verzet zich en dan nog iemand en nog iemand en nog. Remco Campert. Betere tijden

c14 Moderne literatuur: Louis Paul Boon

191


D

Vluchtelingen (…)

en toch uit op een leven, zomaar, zonder reden, zonder bewijs te zijn opgejaagd, gemarteld, bedreigd met de dood. Alleen een vrouw en drie kinderen.

–3– Die onder ons zijn en niet bestaan omdat de stempels ontbreken zijn niet onder ons hoewel zij bestaan. Ik heb er één een slaapplaats gegeven,

IN

De vrouw ziek. Very sick. Daarop had hij gehoopt. Wij hadden weinig woorden. Genoeg voor een bord, een bad, een bed voor de nacht. Woorden die onder ons niet bestonden omdat er geen plaats meer voor was.

N

een man verminkt in eigen ogen: huidskleur mislukt, glimlach verdacht. Een man door zichzelf ingevuld als verwacht: tweedehands, overbodig,

©

Uitsmijter: Boon, den viezentist?

VA

Charles Ducal. Bewoond door iets groters

ie

In Man over Boek verzorgden actrices Maaike Cafmeyer en Mieke Dobbels elke week het rubriekje Mieke Maaikes Readshow, een item waarin ze controversiële, erotische literatuur bespraken. De titel van hun rubriek leenden ze van Louis Paul Boons Mieke Maaikes obscene jeugd.

rs

Bekijk hun samenvatting van het boek en beantwoord de vragen. 2 Waarover gaat dit boek?

fv e

3 Wat is de moraal van dit verhaal?

4 Op welke manier is Mieke Maaike een metafoor?

pr oe

Was Boon een viezentist of niet? Het is maar hoe je het bekijkt. Zoek ook zeker eens op wat zijn Fenomenale Feminateek was en oordeel gerust zelf.

192

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


c literatuurgeschiedenis

Moderne literatuur: de Vijftigers en het nieuw-realisme 1 2 3 4 5

Inleiding

VA

N

1 Kies samen met een medeleerling een willekeurig woord en schrijf het. Jullie kunnen ook een van onderstaande woorden gebruiken.

©

2 Schrijf nu rechts naast het woord en haast zonder nadenken een nieuw woord op waar je spontaan aan denkt. Doe dit individueel en een aantal keren opnieuw zodat je een woordenslang krijgt. Je maakte zo inhoudelijke associaties.

ie

3 Onder het woord schrijf je een woord dat qua klank in dezelfde lijn ligt. Doe dit ook intuïtief en herhaal de oefening enkele keren. Je maakte nu klankassociaties.

TIP

fv e

rs

vlinder – vliegen – bloem – bomen – groen – lente – kleurrijk – vreugde (inhoudelijke associaties) kind hinderen zinderen zonder Je kunt naast zelfstandige naamwoorden ook donder bijvoeglijke naamwoorden, werkwoorden of denderen voorzetsels laten volgen. wonder (klankassociaties)

pr oe

1

Je maakt kennis met enkele stromingen uit de naoorlogse literatuurgeschiedenis. Je denkt na over hoe kunst en/of poëzie er voor jou moet uitzien. Je interpreteert een aantal gedichten van de Vijftigers en de Zestigers. Je kunt kenmerken van de poëzie van de Vijftigers en de nieuw-realisten herkennen en benoemen. Je organiseert samen met je medeleerlingen een expo.

IN

c15

4 Welke woorden die je opschreef, vind je mooi? Markeer ze.

5 Roepen de woorden samen een beeld/tafereel bij je op? Omschrijf het tafereel in één zin. 6* Vind je dit een interessante techniek om inspiratie en misschien zelfs poëzie op te wekken? Waarom (niet)?

woord intuïtief: op gevoel, zonder nadenken

c15 Moderne literatuur: de Vijftigers en het nieuw-realisme

193


IN

© Sabam Belgium 2024

Cobra en de Vijftigers

© Sabam Belgium 2024

2

Oote Oote oote oote Boe Oote oote Oote oote oote boe Oe oe Oe oe oote oote oote A Aaa Oote a a a Oote oe oe Oe oe oe Oe oe oe oe oe Oe oe oe oe oe Oe oe oe oe oe oe oe Oe oe oe etc. Oote oote oote Eh eh euh Euh euh etc. Oote oote oote boe etc. etc. etc. Hoe boe hoe boe Hoe boe hoe boe B boe Boe oe oe Oe oe (etc.) Oe oe oe oe etc. Eh eh euh euh euh Oo-eh oo-eh o-eh eh eh eh Ah ach ah ach ach ah a a Oh ohh ohh hh hhh (etc.) Hhd d d Hdd D d d d da D dda d dda da D da d da d da d da d da da da Da da demband (…)

N

Karel Appel. zonder titel

© Sabam Belgium 2024

ie

©

VA

Constant. Fauna

Asger Jorn. Morgenrøde – opvagnen

194

Else Alfelt. The blasted bridge

© Sabam Belgium 2024

© Donation Jorn, Silkeborg / SABAM Belgium, 2024

pr oe

Pierre Alechinsky. Le Serpent

© Sabam Belgium 2024

fv e

© Sabam Belgium 2024

rs

Christian Dotrement. Blauwe winter

Lucebert. Drie wezens

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis

Jan Hanlo. Roeping


1 Bekijk de schilderijen en het gedicht op p. XXX. Welk overkoepelend bijvoeglijk naamwoord roepen ze bij je op? 2* Hou je van die stijl? Welk schilderij of gedicht bevalt je het meest? Waarom? 3* Met welke stelling(en) ben jij het eens? Ga hierover in gesprek met je medeleerlingen. A

Kunst moet provoceren en de maatschappij in vraag stellen.

Kunst is experimenteren en ontstaat vanuit je buikgevoel.

Kunst is meesterschap in de beheersing van een bepaalde techniek of vaardigheid.

IN

C

B

D

N

Kunst is het creëren van schoonheid en harmonie.

VA

4 Hieronder vind je een aantal uitspraken van dichters die actief waren in de jaren 50 en 60 van de 20e eeuw. Ze geven veel weg van hoe de naoorlogse poëzie (en kunst in het algemeen) er volgens hen moest uitzien. a Met welke uitspraken ben jij het eens?

b Koppel de citaten aan de kenmerken van de experimentele poëzie die je in het Onthouden-kader op p. XXX terugvindt.

‘Een gedicht krijgt vorm op het moment van het ontstaan.’

©

A

ie

Remco Campert

B

‘Denken met tong en handen.’

‘Lyriek is de moeder der politiek, ik ben niets dan omroeper van oproer.’

fv e

C

rs

Jan G. Elburg

Lucebert

pr oe

D

E

‘De bijl moest aan de wortel van de taal worden gezet, om de duffe ernst te vervangen door speelsheid.’ Remco Campert

‘De wetten der grammatica zijn een hek in de taal.’ Gerrit Kouwenaar

F

‘Er is een lyriek die wij afschaffen.’ Lucebert

woord provoceren: uitdagen, uitlokken van ongeoorloofd gedrag

c15 Moderne literatuur: de Vijftigers en het nieuw-realisme

195


Onthouden Kenmerken experimentele poëzie a De Vijftigers keren zich tegen het schone en het rationele en kiezen resoluut voor het (zintuiglijke) taalexperiment met de nadruk op de klank (assonantie, alliteratie) en vorm van woorden. Men noemt het ook ‘proefondervindelijke poëzie’.

IN

b Esthetische principes mogen geen belemmering zijn voor de vrije creativiteit van de dichter. Leestekens, hoofdletters, grammatica en vaste versvormen met rijm en metrum (bv. het sonnet) worden als overbodig beschouwd. c Veelvuldig gebruik van associaties en beeldspraak die zelfstandig wordt en niet naar een werkelijkheid buiten het gedicht verwijst. Het gedicht ontstaat spontaan en is vaak heel persoonlijk en daardoor soms moeilijk te begrijpen.

15.7.4

VA

N

d De poëzie van de Vijftigers heeft sterk betrekking op de omstandigheden van die tijd, de jaren 50: het naoorlogse klimaat en de Koude Oorlog tussen Amerika en Rusland. De Vijftigers vonden dat kunstenaars werden onderdrukt en dat er te veel regels in de samenleving waren om vrije kunst te kunnen maken. Die kritiek kwam tot uiting in hun poëzie.

5 Lees de tekst over de Experimentelen in de Trajectwijzer op p. 188. Daar staan de kenmerken van de experimentele poëzie nogmaals omschreven in vier punten.

©

a Koppel ze aan de kenmerken in het Onthouden-kader hierboven.

6* Lees ook de bijhorende tekst over Louis Paul Boon, Hugo Claus en Lucebert in de Trajectwijzer op p. 189-190.

rs

15.7.4

ie

b Welk extra kenmerk van de experimentelen ontdekte je nog in de Trajectwijzer? Beschrijf het in je eigen woorden.

a Van welke schrijver heb je al eens gehoord of van wie heb je misschien al iets gelezen?

pr oe

fv e

b Welke auteur spreekt je het meest aan? Waarom?

196

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


IN

N

Volgens de nieuwe generatie moest de kunst dus herdacht worden. In Parijs kwam een groep Europese kunstenaars bij elkaar onder de naam Cobra, een verwijzing naar de beginletters van de hoofdsteden van de landen vanwaar ze voornamelijk afkomstig waren: Denemarken, België en Nederland. Die kunstenaars geloofden in een … (b) schilderkunst die aanleunt bij het werk van primitieve volkeren, psychiatrische patiënten en vooral kinderen. Zoals een kind uit ‘zichzelf’ en ‘vanzelf’ tekent, wilden zij spelend experimenteren met … (c), zonder vooraf … (d).

ie

©

Karel Appel. Toutes ces têtes

Cobra De discussie rond wat kunst is en moet zijn, leefde ook in de jaren 50, vlak na WO II. Jonge kunstenaars en dichters konden na de gruwel van de oorlog en de … (a) niet zomaar terug naar de traditionele figuratieve kunst en de schoonheid van de taal van vóór de oorlog. Hun mens- en wereldbeeld was veranderd. ‘Nach Auschwitz ein Gedicht zu schreiben, ist barbarisch’, schreef Adorno in 1949.

VA

© Sabam Belgium 2024

7 Je maakte in deze inleiding kennis met de kunst in de naoorlogse periode. Gebruik de informatie die je opdeed om volgende gatentekst in te vullen. Die dient als zelftest om te kijken of je alle kenmerken begreep.

fv e

rs

De Vijftigers Nederlandse dichters als … (e) of … (f) gingen op een soortgelijke manier aan de slag. Vaak werkten ze samen met de schilders: ze schreven verzen bij hun tekeningen, of omgekeerd werden hun dichtbundels door de Cobra-schilders rijkelijk geïllustreerd. De Vlaming Hugo Claus sloot zich ook bij hen aan. Hun werk verscheen aanvankelijk in kleine tijdschriftjes met provocerende titels als Braak of Blurb. Ze werden al snel de ‘Vijftigers’ (de generatie van 1950) of de … (g) genoemd. Hun optreden riep controversiële reacties op – met scherpe polemieken, rellen en vechtpartijen, en zelfs parlementaire vragen tot gevolg – maar na amper enkele jaren werden de Vijftigers in brede kring erkend als belangwekkende … (h) van de literatuur. Hun bundels verschenen bij de spraakmakende uitgevers en in de grote tijdschriften. Die gedichten waren tegen vaste dichtvormen (zoals het sonnet), gebruikten wilde en creatieve beelden en voor de dichters was de muzikaliteit van de klank en de meervoudige betekenissen (polyinterpretabiliteit) uiterst belangrijk.

pr oe

Hans Andreus. Kustlandschap met dooie vis

woord controversieel: omstreden, waarover grote meningsverschillen bestaan de polemiek: openlijk gevoerde pennenstrijd die zich vaak afspeelt tussen vakgenoten

c15 Moderne literatuur: de Vijftigers en het nieuw-realisme

197


3

Gedichtanalyse

Ons museum heef t drie Van Goghs en een Rubens Welke vorm van beeldspraak herken je?

1 Zit alle terminologie over poëzie nog vers in je hoofd? Speel samen Puzzeldicht en ontdek een nieuw gedicht!

metonymie

IN

Lees de drie gedichten op p. XXX en ga met behulp van de vragen op zoek naar kenmerken van de experimentele poëzie.

Ik schrijf je neer

16.3.1

3 Welke alliteraties en assonanties vind je terug in dit gedicht?

VA

4 Welke inhoudelijke associaties vind je terug?

N

2* Wijken de eerste vier verzen van het gedicht erg af van de versie die jij schreef na de instructies van je leerkracht?

5 Welk beeld roepen de eerste twee strofen op? Onderstreep de verzen of woorden waaruit je dat opmaakt. 6 Wat blijkt uit de metafoor in het laatste vers van het gedicht?

©

7 Hoe voelt de ‘ik’ zich daarbij? 8 Waartoe voelt hij zich als dichter wel in staat?

ie

Sonnet

rs

9 De dichter spot met het sonnet. Bekijk de theorie over de vorm van die klassieke dichtvorm en leg uit hoe hij dat doet.

16.6

10 Leg uit waarom deze versie ook inhoudelijk afwijkt van het traditionele thema van een sonnet.

fv e

Bommen 16.3.1

11 De Vijftigers spelen in hun poëzie met klanken. Welke alliteraties en assonanties vind je terug in dit gedicht?

16.2

12 Het enjambement is een typisch voorbeeld van spelen met de vorm van een gedicht of versregel.

pr oe

a Waar vind je zo’n voorbeeld terug?

b Waarom zou de dichter daarvoor kiezen?

13 Paul Rodenko kiest voor beeldspraak. Welk beeld roept hij op met de volgende verzen? a ‘Kangoeroes kijken door de venstergaten.’ b ‘en drie vier huizen hijsen traag hun rode vlag.’ c Waarom zou de dichter voor het woord ‘geruisloos’ kiezen wanneer het over bommen gaat?

14 Op welke manier kadert dit gedicht binnen de tijd waarin het geschreven is?

198

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Vergelijken 15 Welk van de gedichten vind je het sterkst? 16* Vind je de gedichten moeilijk te begrijpen? 17 Het gedicht Oote van Jan Hanlo uit de inleiding op p. XXX is als voorbeeld van Vijftigerspoëzie nog een stuk extremer. Hoezo?

En tegen je oor beloof ik je splinternieuwe horoscopen En maak je weer voor wereldreizen klaar En voor een oponthoud in een of ander Oostenrijk.

mij ik mij ik

ik ik mijn

ie

©

Maar bij goden en bij sterrenbeelden Wordt het eeuwig geluk ook dodelijk vermoeid, En ik heb geen huis, ik heb geen bed, Ik heb niet eens verjaardagsbloemen voor je over.

IN

ik mij ik mij

VA

mijn vrouw, mijn heidens altaar, dat ik met vingers van licht bespeel en streel, mijn jonge bos dat ik doorwinter, mijn zenuwziek, onkuis en teder teken, ik schrijf je adem en je lichaam neer op gelijnd muziekpapier.

B

sonnet

N

A

Ik schrijf je neer

pr oe

fv e

Hugo Claus. Ik schrijf je neer

rs

Ik schrijf je neer op papier Terwijl je als een boomgaard in juli zwelt en bloeit.

mijn mijn ik

Lucebert. Verzamelde gedichten

Bommen

C

De stad is stil. De straten hebben zich verbreed. Kangoeroes kijken door de venstergaten. Een vrouw passeert. De echo raapt gehaast haar stappen op. De stad is stil. Een kat rolt stijf van het kozijn. Het licht is als een blok verplaatst. Geruisloos vallen drie vier bommen op het plein en drie vier huizen hijsen traag hun rode vlag. Paul Rodenko. Orensnijder tulpensnijder

c15 Moderne literatuur: de Vijftigers en het nieuw-realisme

199


4

Het nieuw-realisme van de Zestigers 1 Luister naar het fragment over de periode na de Vijftigers en maak notities. 2 Vergelijk je notities met die van een medeleerling en vul aan. 3 Bekijk de gedichten hieronder. a Welke objecten uit de werkelijkheid worden tot poëzie gemaakt? b Welke kunstwerken op p. XXX komen uit dezelfde periode?

IN

c In welk gedicht zit een ‘readymade’?

4 De Zestigers spelen in hun gedichten vaak met de relatie tussen de echte werkelijkheid en de talige werkelijkheid. b Wat zegt de dichter over die twee werkelijkheden?

N

a In welk van deze vier gedichten vind je dat terug?

VA

5 De Zestigers willen de alledaagse werkelijkheid een centrale plaats geven in hun werk. Dat kenmerk vind je terug in de gedichten Pluk de dag en Geen schaartje. Op welke manier spotten die teksten met klassiekere, moeilijke gedichten?

©

6* Wat vind je van de gedichten? Heb je een favoriet?

Pluk de dag

pr oe

fv e

rs

ie

vanochtend na het ontbijt ontdekte ik, door mijn verstrooidheid, dat het deksel van een middelgroot potje marmite (het 4 oz net formaat) precies past op een klein potje Heinz sandwich spread

K. Schippers

Geen schaartje

natuurlijk heb ik toen meteen geprobeerd of het sandwich spread-dekseltje ook op het marmite-potje paste en jawel hoor: het paste eveneens Cees Buddingh’. 128 vel schrijfpapier

Doos in vijf verschillende standen op tafel Karton en hout voor Bob Langestraat

‘hé, dat lijkt wel een schaartje, wat daar op de grond ligt,’ dacht ik, ‘een stoffig, grijsgroen schaartje’

Een doos op tafel

maar toen ik beter keek zag ik dat het geen schaartje was, maar een elastiekje, ineengekringeld in de vorm van een schaartje.

Een doos op de tafel

Tafel waarop doos

Doos op tafel Tafel met doos

Cees Buddingh’. 128 vel schrijfpapier K. Schippers. Verplaatste tafels

200

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


pr oe fv e

Anne Geddes

E

c15 Moderne literatuur: de Vijftigers en het nieuw-realisme Keith Haring

© The Andy Warhol Foundation for the Visual Arts, Inc./SABAM Belgium 2024

© Walter Cicchetti

IN

Andy Warhol. Campbell's Soup Cans

D © R. Hamilton. All Rights Reserved, SABAM Belgium 2024

C

N

VA

Permission granted by Anne Geddes

©

ie

rs

A B

Richard Hamilton. Interior

F

Picasso. Jacob Chayat

Franz Marc. Tiger

201


5

Nieuw-realistische gedichten in Vlaanderen IK!

voor eddy van v.

IN

nooit zal een man jouw lichaam begeren nooit zullen je lippen worden gekust door een jongen met bevende ogen en zachte vingers die traag – strelend langs je wangen glijden en nimmer zullen je bruine borstjes de honger stillen van een pasgeboren kind.

N

VA

De laatste der algonkijnen

pr oe

Patty is een indiaanse teenager van de stam der Maliseet. het oude volk der algonkijnen. haar moeder heeft vijf kinderen en geen man ze wonen in een zogenaamd huis in één van de zogenaamde reservaten in deze vallei Alle reservaten samen bestaan zowat vijf percent van het vroeger jachtgebied van het volk der algonkijnen. Toen kwamen de Fransen en het Ware Geloof. Toen kwamen de Engelsen en het Andere Ware Geloof. Vorige week bracht Patty één van de brandweersignalen in onze stad in werking en de rechter veroordeelde haar tot één jaar gevangenisstraf. Voor het storen van de Vrede. Ludo Abicht

202

immers: de mens is vernuftig en efficiency is een woord dat meer inhoud heeft gekregen dan 10 geboden bijeen. daarom ook dat jouw lichaam op een Uiterst Doelmatige Manier werd vernield. en prijs je nu maar gelukkig: men weigerde je de dood maar je kreeg zuurstoftent stalen long bloedtransfusies huidoverplantingen en amputatie in de plaats

©

ie

fv e

Daniel Van Ryssel

83 09.25.85.57 26.01.97 65/42.177 65 65 4236 1 1.40.03.03.33 4003/3/3037 79706 2075315 60.22.20 06.355.734 4.486.044.908 0.159.289 86.38.15 21.03.80 62.05.75 1.996.328/632 937.685/1315 1290267-2 5601001 275774 17.02.83 159.57 182.119 706627 10.694 22.40.10

rs

huis telefoon identiteitskaart militair stamnummer personeelskring schoolnummer stamnummer bediendenpensioen partijkaart syndikaat mutualiteit levensverzekeringspolis a levensverzekeringspolis b brandverzekering postcheckrekening bankrekening depositoboekje spaarboekje a spaarboekje b huisradio en tv gas elektriciteit financieringsmaatschappij a financieringsmaatschappij a rijwielplaat rijbewijs bibliotheek reispas

over napalm & andere volksvermakelijkheden

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis

(zelfs op het slagveld blijkt wetenschap een pleister op de wonde) nee meisje uit haiphong vergeet maar vlug je jeugd en denk aan verre dagen die nieuwe beloften dragen of bv. aan martha mertens tot jolijt van onze demokratie te marseille met de titel Miss Elégance gekroond haar maten : 85-59-85 Jan Vanriet


In dit deel ontdek je dat de Vlaamse nieuw-realistische dichters poëzie maken die verschilt van die van de Nederlandse dichters. Aan de hand van enkele voorbeelden krijg je inzicht in hun verschillende aanpak.

IK! Poëzie gaat vaak over het ‘ik’. Dichter Willem Kloos noemde het zelfs ‘de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie’. Ook het gedicht IK! van Daniel Van Ryssel op p. XXX heeft het individu als onderwerp. 1 Beschrijf wat het gedicht inhoudelijk zo bijzonder maakt.

IN

2 Op welke manier kadert het in de stroming van het nieuw-realisme? 3 Welke kritiek schuilt er in het gedicht?

Over napalm & andere volksvermakelijkheden

N

Lees het gedicht over napalm & andere volksvermakelijkheden op p. XXX. 4 In welke context speelt dit gedicht zich af? Wat is er gebeurd?

VA

5 Hier krijgen weer ‘niet-poëtische’ objecten, handelingen en cijfers uit de werkelijkheid een plaats. Geef enkele voorbeelden. 6 Welke twee werkelijkheden worden hier kritisch tegenover elkaar geplaatst?

©

De laatste der algonkijnen Lees het gedicht De laatste der algonkijnen op p. XXX.

ie

7 Zoek online op wat algonkijnen zijn.

8 Welke uitgesproken kritiek lees je in dit gedicht van Ludo Abicht? 9 Op welke manier is dit gedicht nieuw-realistisch?

Creatieve opdracht: een poëzie-expo Ars Poetica

pr oe

6

fv e

rs

10 Vat nu samen wat de gelijkenissen en verschillen zijn tussen de poëzie van de Zestigers in Nederland en hun Vlaamse tegenhangers.

Ik weet het nog als de dag van gisteren (ik was misschien 22): ik zat te broeden op een gedicht, en mijn moeder zat bij het raam de aardappels te schillen het vers wilde maar niet lukken: het zweet stond op mijn rug en vol ergernis dacht ik: hoe kan men in godsherenaam dan ook poëzie schrijven in een kamer waar iemand aardappels zit te schillen? die avond, toen iedereen sliep, maakte ik het vers af: het was een bijzonder slecht vers en pas heel veel later begreep ik: de beste gedichten schrijft men al aardappels schillend

Lees het gedicht Ars Poetica. 1 Op welke manier zit in dit gedicht de visie op poëzie van de Zestigers prachtig vervat? Jullie vormen als klas (of in groepjes) een nieuwe generatie dichters en werken volgens de boodschap van ars poetica: kunst hoeft niet moeilijk te zijn en haal je direct uit de werkelijkheid rondom je.

woord ars poetica: de kunst van het dichten, de visie van een dichter op (wat) poëzie (moet zijn)

Cees Buddingh’. Gedichten 1938-1970

c15 Moderne literatuur: de Vijftigers en het nieuw-realisme

203


2 Zet samen een expo op poten. Zorg dat de expo uit volgende elementen bestaat. a Een reeks gedichten waarin een eenvoudige, dagelijkse handeling (bv. aardappels schillen) tot poëzie wordt gemaakt. Welke eenvoudige, dagelijkse handeling is voor jou heel bijzonder? Schrijf er een gedicht over. b Een reeks gedichten waarin een ogenschijnlijk banaal voorwerp (bv. een schaartje) het onderwerp wordt van je poëzie. Welk dagdagelijks voorwerp is voor jou erg belangrijk? Welk voorwerp vond je tot nu toe vanzelfsprekend of merkte je onterecht niet op? Welk voorwerp trekt doorheen de dag onverwacht je aandacht? Schrijf er een gedicht over. c Een reeks readymade-teksten / objets trouvés (bv. een boodschappenlijstje) die uit hun context worden gehaald en in de schijnwerpers worden gezet als poëzie. Welke alledaagse tekst (objet trouvé) verdient het om als readymade te stralen op jullie tentoonstelling? Kader het mooi in en geef het een plekje.

STAP 2

Verdeel de verschillende rollen onder je medeleerlingen. a Enkele dichters: zorg dat er ongeveer evenveel gedichten zijn van types a, b en c uit stap 1. De dichters mogen ook meerdere gedichten creëren. Ze ondertekenen de gedichten met hun eigen naam of met een pseudoniem. b Een curator: hij/zij neemt de leiding over de inkleding en vormgeving van de expo. Alle teksten worden aan hem/haar bezorgd. c Een grafisch ontwerper: hij/zij zorgt voor een poster voor de expo (datum, uur, locatie, naam, curator, naam van de dichters). d Een gids: hij/zij heet de bezoekers (leerkracht, andere klassen of andere groepjes) welkom, leidt hen rond door de expo en geeft een woordje uitleg bij de gedichten.

STAP 3

Bedenk een originele naam voor jullie tentoonstelling.

STAP 4

Zorg voor een deadline waarop de dichters hun teksten moeten aanleveren aan de curator. Overleg ook met je leerkracht wanneer het eindresultaat klaar moet zijn.

STAP 5

Help de curator met de opbouw en het aankleden van de expo.

fv e

rs

ie

©

VA

N

IN

STAP 1

pr oe

De laatste jaren doken heel wat nieuwe dichtvormen op die aansluiten bij het ‘objet trouvé’ en readymade-concept. Denk aan hate speech poetry, waarbij gemene of haatdragende comments uit sociale media worden omgetoverd tot mooie gedichten door er woorden uit te schrappen.

TIP Ook het ‘stapelgedicht’ deed haar intrede: met de titels op boekenruggen wordt een gedicht gevormd dat je van boven naar onder kunt lezen als je de boeken op elkaar stapelt.

Instagrampagina hate_speech_poetry

Stapelgedicht Smartlap, © Judy Elfferich, judyelf.edublogs.org

204

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Herman de Coninck Je leerde al over de romantiek in jaar 5, de Vijftigers en het nieuw-realisme. Bekijk ter herhaling op iDiddit enkele afbeeldingen en gedichten. Plaats ze in de juiste stroming en geef de bijhorende kenmerken.

De kenmerken van de poëzie van Herman de Coninck

IN

Herman de Coninck, een van Vlaanderens grootste en bekendste dichters, behoort op een meer ‘romantische manier’ tot de nieuw-realisten. Van hen leerde hij dat alles poëzie kon zijn en dat het begrijpelijker kon. Hij wijst echter de koele, afstandelijke aanpak af. Bij hem versmelten realiteit en poëzie ook vaak. Van de romantici pikt hij dan weer het emotionele op, het idee dat poëzie iets kan teweegbrengen of gevoelens tot uiting kan brengen. Maar nooit té, zoals bij sommige romantici.

N

Je leest nu enkele gedichten van Herman de Coninck.

VA

1 Zoek enerzijds de aspecten die romantisch aanvoelen en anderzijds de zaken die duidelijk tot het nieuw-realisme behoren. Zoek ook waar realiteit en fictie (of het gedicht zelf) versmelten.

De lenige liefde (9)

fv e

rs

ie

Je truitjes en je witte en rode sjaals en je kousen en je slipjes (met liefde gemaakt, zei de reclame) en je brassières (er steekt poëzie in die dingen, vooral als jij ze draagt) – ze slingeren rond in dit gedicht als op je kamer.

©

2* Welk van de gedichten is volgens jou het meest romantische? Welk is het meest realistische?

Kom er maar in, lezer, maak het je gemakkelijk, struikel niet over de zinsbouw en over de uitgeschopte schoenen, gaat u zitten. (Intussen zoenen wij even in deze zin tussen haakjes, zo ziet de lezer ons niet.) Hoe vindt u het, dit is een raam om naar de werkelijkheid te kijken, alles wat u daar ziet bestaat. Is het niet helemaal als in een gedicht?

pr oe

7

Herman de Coninck. De lenige liefde

Zoals (4) Ik legde een halssnoer rond je hals zoals ‘zoals’ rond een zin. Hij veranderde daarvan, zoals je hals er langer van werd, hoger keek. Alles ging een beetje liegen, met oogschaduw onder haar o’s kwam de werkelijkheid mij vragen of ik meewou, naar een gedicht of zo. Nee. Laat het allemaal maar weggegaan zijn uit mij, beeldspraak, betekenis. Ik blijf wel achter. Taal een lege zaal. En ik degene die het licht uitdoet. Herman de Coninck. Vingerafdrukken

c15 Moderne literatuur: de Vijftigers en het nieuw-realisme

205


Poëzie

De lenige liefde (18)

Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt: mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt verdrietje, en het helpt niet; zoals je een hand op haar hete voorhoofdje legt, zo dun als sneeuw gaat liggen, en het helpt niet:

Met handen kun je alles: een sigaret opsteken, haren strelen, een borst aanraken, een borst niet aanraken – dit allemaal opschrijven.

Herman de Coninck. Met een klank van hobo

Herman de Coninck. De lenige liefde

IN

zo helpt poëzie

Men moest maar eens ophouden, tenminste in de vakantie, met daar zo’n, waardeonderscheid tussen te maken.

N

Herman de Coninck op straat

VA

Het begrijpelijke karakter van de Conincks poëzie zorgt ervoor dat zijn gedichten vaak terug te vinden zijn in het straatbeeld. B

D

© EQRoy

F

© Adrie Oosterwijk

E

206

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis

© BNA Photographic

pr oe

fv e

C

rs

© Ian Nellist

ie

©

A


1

heen. terug. Heen: jonge Zairese heeft met baby hees geneurie, veel tijd, intimiteit, elkaar, openbaar en toch alleen van haar. Tram kijkt ernaar

IN

terug: Marokkaanse probeert jengelend zoontje, zootje, zotje stil te krijgen. Hoe meer ze hem door elkaar schudt, hoe meer letters er uit hem vallen.

N

Tot Antwerpse volksmadam hem met tatata tot zichzelf brengt. En tot ons allen. Tingeling, tingeling door de stad. Het openbaar vervoer doet aan beschaving, aan feestelijkheid, aan wanordehandhaving.

ie

Enkele dingen zal ik altijd blijven: zoon. Moeder dood. Met zelf een zoon, moeder dood. Mijn eigen vader. Die schrijven moet, journalistje van zijn ziel: zoo’n

2

©

VA

Herman de Coninck. De gedichten

fv e

rs

wit blad. Eerst voor iedereen, hoe het zou, later alleen voor zichzelf, hoe het was geworden. (Nostalgie is een lelijk woord voor trouw. Verleden en heden gebeuren in de verkeerde volgorde.) Ik ben van Humo dus, van wat toen kon. Dromen, protest en humor, die hetzelfde waren: onvermogen om saai te zijn. Ik ben on.

pr oe

Ik ben van taal die in regelrechte zinnen wou bewaren. En van het kanaal dat in mijn kinderjaren de kortste afstand vormde tussen hier en horizon. Herman de Coninck. Enkelvoud

c15 Moderne literatuur: de Vijftigers en het nieuw-realisme

207


3

Als ik in Ieper arriveerde is het 1917. Duitsers hebben de zon kapotgeschoten. Het licht dat er nog is, zijn explosies. Ik bevind mij in gedicht van Edmund Blunden.

VA

Vanuit de loopgraven schrijft hij een ode aan de klaproos. Aarde heeft een groot Über-ich van bloemen over zich. Blunden heeft ze letterlijk in het vizier.

N

gejaagd, de hemel waaide van de aarde weg, ik moest hem laten gaan, ik reed en reed, 150 per uur, en raakte per minuut tien minuten achter. Daar ging mijn horizon.

IN

Vanavond zou ik naar Ieper. Het liep tegen zessen. Ik reed ondergaande zon tegemoet, en drie verdiepingen Dalí-achtig wolken die door windkracht negen werden weg-

©

Het is hier een paar jaar lang de laatste seconde voor je sterft. Er zijn alleen maar kleinigheden.

fv e

rs

Herman de Coninck. Vingerafdrukken

ie

Later hoor ik onder de Menenpoort de Last Post aan: drie bugels die je tot tachtig jaar terug door wat nog over is van merg en been hoort gaan.

3 Lees de gedichten.

a Kies uit de afbeeldingen: welke locatie past bij elk gedicht en waarom? Sommige woorden (zoals de titel) werden weggelaten om het niet te makkelijk te maken.

pr oe

b Overheerst in deze gedichten de romantiek of het realisme? Bespreek per gedicht.

208

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


c literatuurgeschiedenis

c16

Hedendaagse literatuur: Jeroen Olyslaegers – Wil

VA

In deze les maak je kennis met een prijswinnaar. De roman Wil van Jeroen Olyslaegers won de Fintro literatuurprijs. De jury omschreef het boek als volgt:

N

Een prijswinnaar

©

‘Jeroen Olyslaegers schreef met Wil een ijzersterke oorlogsroman waarin inhoud, tempo en taligheid hand in hand gaan. Het is een moreel geladen boek waarin de stad Antwerpen een etterende wond is die nooit volledig heelt zolang men zich nog herinnert wat ooit passeerde.’

ie

Situeren

rs

1 Noteer in kernwoorden wat de volgende woorden bij jou oproepen: oorlogsroman – taligheid (in een boek) – een moreel geladen boek – etterende wond en herinnering.

fv e

Ook het VRT-nieuws besteedde aandacht aan de prijswinnaar. Je bekijkt een kort fragment.

© Belga Photo James Arthur Gekiere

2* Welke vragen heb je nog bij dit filmpje? Je vindt op de volgende pagina’s enkele fragmenten uit Wil. De auteur heeft echter zijn boek ook zelf voorgelezen. De voorgelezen versie begint als volgt:

pr oe

1

IN

1 Je leest fragmenten uit een recente, bekroonde roman. 2 Je bespreekt de inhoud en de verteltechniek. 3 Je ontdekt hoe je door aandachtig te lezen oog krijgt voor de gelaagdheid van een literaire tekst.

‘Waarde vrienden, u hoort de stem van Jeroen Olyslaegers, sater en volksschrijver. Ik ga u mijn roman Wil voorlezen. Tenminste het eerste deel van mijn roman Wil en wel in tien afleveringen. Ik lees het voor met huid en haar, met de bluts en de buil, ruig en ongeschoren, met hart en ingewanden zoals ik ben. En dus, hou u vast, wrijf uw benen maar in. Zet u neer in een gemakkelijke stoel. Hier komt mijn brutale oorlogsroman. Hier komt Wil.’

3 Verzamel overeenkomsten die je vaststelt tussen deze inleiding, het fragment uit het juryrapport en het filmpje uit het nieuwsbericht.

c16 Hedendaagse literatuur: Jeroen Olyslaegers – Wil

209


Een tekstfragment verkennen en kort bestuderen

2

Eerste lectuur Lees fragment 1 uit Wil op p. 106-107. 1 Noteer na het lezen een aantal gevoelens die bij je opkomen. Verklaar kort.

IN

Wil is een boek uit 2017, maar het verhaal speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog in Antwerpen. In het fragment dat we gaan lezen, bezetten de Duitsers Antwerpen en ze verplichten de Antwerpse politie om mee te helpen bij het opsporen en oppakken van Joden. Het fragment speelt zich af in het begin van het boek. De Antwerpse hulpagenten Wilfried en Lode moeten onder leiding van twee Duitse soldaten een Joods gezin uit hun huis halen.

N

2 Visualiseer de gebeurtenissen: maak tekeningen, noteer de route … 3 Denk na over de vertelsituatie.

VA

a Wie vertelt het fragment? b Aan wie wordt het fragment verteld?

c Wanneer wordt het fragment verteld (voor/tijdens/na de gebeurtenissen)? 4* Hoe vind je dat de auteur de tekst heeft voorgelezen?

©

5* Wat is de toon van het fragment? Kies het woord dat het best past uit de lijst of kies je eigen woord en verklaar je keuze: kritisch – machteloos – grappig – spannend – heldhaftig – droevig – realistisch.

ie

6* Past de toon van het fragment bij de manier waarop de auteur het heeft voorgelezen? Bekijk nog eens de antwoorden die je gaf bij opdracht 1. Zie je overeenkomsten en/of verschillen tussen de gevoelens die je noteerde en de manier waarop het fragment werd voorgelezen?

rs

Doordringen tot de tekst

7 Het fragment is kort; toch kun je al een aantal personages typeren. Zoek een rond personage en een vlak personage en verklaar je keuze.

16.4

8 De schrijver gebruikt heel wat beeldspraak. Verzamel daarvan minstens drie voorbeelden.

fv e

17.6

9 ‘Wat mij daar gered heeft’, zegt Wilfried op r. 66. Waarom gebruikt hij het woord ‘gered’? Wat was er gevaarlijk aan hun gedrag?

pr oe

Verwerken

Je bekijkt een kort fragment uit de reeks Kinderen van de collaboratie. 10 Vind je dat Wilfried en Lode collaboreurs zijn? Geef argumenten voor en tegen.

11

Luister naar de schrijver die zelf wat duiding geeft bij zijn boek. Kijk nog eens terug naar je antwoorden bij de vorige opdracht. Wat kun je nog aanvullen?

12 De schrijver stelt in het filmpje de volgende vraag: ‘Als alle getuigen van de Tweede Wereldoorlog overleden zijn, wat blijft er dan over?’ Formuleer een mogelijk antwoord. 13* Bekijk nog eens je antwoord bij opdracht 3 uit lesdeel 1 op p. 104. Vind je nog meer gelijkenissen? Zou je nu andere overeenkomsten noteren?

woord de collaboratie: samenwerking met de vijand. Het begrip is afgeleid van het Franse werkwoord ‘collaborer’, dat samenwerken betekent. De specifieke negatieve betekenis kreeg het woord tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen België was bezet door Duitse troepen.

210

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Fragment 1

5

Nu moet evenzeer gezegd: soms draaide ik bijna van mijn sus wanneer ik Lode zag. Die jongen kon stinken naar bloed en ingewanden dat het geen naam had. Ik ben gevoelig voor geuren, altijd geweest. Mijn vader heeft ooit gezegd dat ik het reukvermogen had van een drachtig vrouwmens. Om te lachen uiteraard, maar ik had hem zijn kop kunnen inslaan telkens als hij dat tussen neus en lippen prijsgaf, liefst op een feestje, met genoeg zat volk in de buurt.

N

10

Intussen is er kabaal in dat huis. Er wordt geroepen en gehuild. We horen wat kinderen krijsen. Een kast valt om. Iemand dondert van de trap. Nog meer gekrijs. Maar de gebrulde bevelen in het Duits komen er ver bovenuit. De deur zwaait weer open en daar staan ze: het gezin Lizke. Vijf half aangeklede kinderen van tussen de vier en twaalf, een wenende vrouw met een doek schots en scheef over haar coiffure gedrapeerd en de huisvader die zijn blik naar de grond heeft gericht terwijl er bloed uit zijn opzwellend oor sijpelt. Een keur der Israëlieten, zou Nijdig Baardje spottend zeggen. Hem zult ge later wel tegenkomen in dit verhaal. Ik ga het u zeggen zoals het is: geen idee wat die mensen in hun kookpot draaiden, maar de gevolgen daarvan maakten geen al te beste indruk. Ze walmden.

IN

1

30

VA

pr oe

35

fv e

rs

25

©

20

Een van de Feldgendarmen wenkt ons en wijst met zijn gehandschoende vinger naar een papier. Hij onderlijnt zo een adres: Van Diepenbeekstraat. Daar moeten we naartoe en zij weten dus niet hoe. Lode vermijdt mijn blik al of hij er niet is. De straat is niet al te ver van waar ik woon. Het spoor volgen en dan terug de brug onder aan de Van den Nestlei? Ik knik naar de Duitser. Het adres valt onder de zevende wijk, niet ons gebied maar zo zot ben ik niet dat ik hun dat zou vertellen. En daar gaan we. Wij vooraan met een van die Duitsers naast ons, achter ons de vreemdelingen en de andere Feldflurk. De vrouw blijft wenen, haar man spreekt haar zachtjes moed in, ik vermoed in het Pools, maar het kan ook Hebreeuws zijn of weet ik veel. De Feldgendarm sist iets en we horen hem de man een mep geven. Hup de kinderen slaan weer aan het snikken. Ik zou dat anders hebben aangepakt, Lode ook vermoed ik, maar wie zijn wij? Stadgidsen bij nacht en ontij. Het is heel glad geworden, de sneeuw kraakt niet meer onder de voeten en heeft van de straten een glijbaan gemaakt. De Duitsers willen een tempo opleggen dat een gezin met klein grut niet aankan. Het ene na het andere kind valt op zijn gat. Weer stoppen, weer brullen, weer schoppen, nog meer wenen. Lode zegt nog steeds niets. Ik zie zijn gezicht verkrampen. Als ik erop terugkijk, moet ik denken aan de zee. Op dat moment was ik daar nog nooit geweest, maar toen ik er later naartoe ging en ik op het strand op een suikerwafel lag te knabbelen en te doen alsof dat allemaal zeer de moeite was, zag ik eens een kroostrijk gezin de aftocht blazen, met heelder zakken en tuinstoelen en parasols en met al hun kinderen totaal over hun toeren en met een gezicht zo rood als een tomaat. De vader ontplofte, hij trok een van zijn jongste kinderen ruw over het zand terwijl hij een van zijn dochters op zijn andere arm droeg en zijn vrouw met ook aan elke hand een kind de woedende blikken van de omstaanders met schaamte onderging. Ik zweer dat ik het toen zag sneeuwen bij een temperatuur van dertig graden. En ik verzeker u evenzeer dat ik iemand in het Duits toen hoorde brullen. ‘Wier zind bald daar’, zeg ik tegen een van de Feldgendarmen. Duits met haar op, ik weet het, maar ik ben intussen heel die belachelijke toestand zo beu dat ik me voor de allereerste keer van die taal bedien, al is het maar om die stijgende woede wat te kunnen temperen, want daar schiet een mens niets mee op, dat zal die Israëlieten echt niet uit schrik doen schaatsen als zot. Het is ook waar. We zijn er bijna, we zijn zonet de Van Diepenbeekstraat ingeslagen. ‘Die madam en die kinderen zijn dan ook werkweigeraars, zeker?’ fluistert Lode. Zijn stembanden trillen. ‘Kus mijn gat, jong, echt waar. Zijn dat nu manieren?’ Ik zeg niets. Wat moet een mens zeggen? Wat hij daar vaststelt, weet ik ook. Maar we doen mee, we lopen mee, we begeleiden die walmende bende braaf en proper naar een adres op een vodje papier. De maan komt tevoorschijn en doet het ijs op de straten glinsteren als zilverwerk. En dan gebeurt het. Een van de kinderen, een ventje van een jaar of twaalf, maakt zich los van zijn vaderhand en schiet vooruit. Hij snelt ons voorbij, ik weet niet waarom. We horen die vader brullen. De Feldgendarm die samen met ons vooraan loopt, doet een

ie

15

40

45

woord bij nacht en ontij: letterlijk: midden in de nacht, op een extreem laat uur. Vaak gebruikt met als bijklank: er staat iets ergs te gebeuren (uitdrukking).

c16 Hedendaagse literatuur: Jeroen Olyslaegers – Wil

211


IN © Stad Antwerpen

N VA

©

ie

pr oe

60

rs

55

fv e

50

paar tellen niets. Hij is even verbaasd als wij over dat ventje dat met zijn magere beentjes over het ijs snelt als een pasgeboren veulen dat nog maar pas op zijn poten staat. Het duurt geen vijf seconden of hij gaat onderuit. Nog voor hij overeind kan krabbelen, haalt de Feldgendarm hem in en die geeft dat kereltje een trap tegen zijn gat ... niet te geloven. We zien hem letterlijk als een slee over het ijs gaan tot hij met zijn kop tegen een lantaarnpaal knalt en daar blijft liggen. De Duitsers lachen zich rot, en op zich is het ook een komisch zicht, ware het niet dat die moeder een kreet slaakt alsof iemand een gekarteld mes in haar buik draait. Ze zakt ineen. Haar man vouwt wenend zijn handen en heft ze in de lucht, alsof de Almachtige met een brandend zwaard op zijn verzoek de orde zou kunnen herstellen of minstens door dat gebaar uit zijn sluimerstand zou worden gehaald en mag aanschouwen wat hier geschiedt. ‘Aufstehen!’ wordt er geroepen, zowel tegen de moeder als tegen het jongetje wat verderop. De Duitser vooraan wil naar hem toe stappen, maar Lode is hem voor. Het is alsof hij schaatsen onder zijn voeten heeft, zo snel. Hij bereikt het ventje, gaat op zijn knieën en buigt heel zijn lijf rond de jongen als een cocon, als een slakkenhuis door spieren gevormd. Hij laat hem niet los, ook niet als hij wordt aangepord door de nog steeds glimlachende Feldgendarm die nu iets zachter ‘Schon gut’ zegt. De Duitser port hem nog eens aan, schopt dan bijna speels tegen het achterste van Lode. Lode brult: ‘Blaas mijn zak op, smeerlap!’ Aan zijn stem valt te horen dat ook hij nu aan het wenen is. Ik zie een deel van zijn rode kop, zijn schoon zwart haar vol pommade dat in pijlen over het gezicht van de jongen valt, zijn witte helm die een meter verderop omgekeerd in de sneeuw ligt als een gapende nachtspiegel. De Duitser verliest zijn gevoel voor humor en tast vloekend naar zijn gummiknuppel. Vooraleer ik er zelf erg in heb, schiet mijn hand uit en klemt mijn vuist zich als een bankschroef rond de pols van de Feldgendarm. We kijken elkaar aan, de Duitser en ik. Wat mij daar gered heeft, jongen, zijn die enkele tellen verbijstering op het gezicht van die Feldflurk. Het kan er bij hem niet in dat dit gebeurt in dit belachelijke land dat zij zonder al te veel moeite hebben bezet. Hij krijgt het een paar seconden niet verwerkt in deze stad waar ze met hun dik gat op zijn gaan zitten. Dat een onnozele snotneus zoals ik in dat belachelijke uniform hard knijpt in zijn pols en hem recht in zijn arrogant bakkes aankijkt, is simpelweg een scène die zich afspeelt op een andere planeet. Goed, ik laat hem los en hij doet niets.

65

70

woord de pommade: haarzalf, een product dat gebruikt wordt om haar in model te brengen.

212

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Doordringen tot de tekst: tekstfragmenten bestuderen

3

17.6

Personages Ga terug naar fragment 1 uit Wil op p. 106-107. 1 Beschrijf het gedrag van Lode in dit fragment aan de hand van wat hij zegt en vooral hoe hij het zegt. Noteer de werkwoorden die de verteller gebruikt om te beschrijven wat Lode zegt/doet.

IN

2 Hoe zou jij het karakter van Lode typeren? Wat voor iemand is hij? Ken je mensen met een soortgelijk karakter? 3 ‘Het adres valt onder de zevende wijk, niet ons gebied, maar zo zot ben ik niet dat ik hun dat zou vertellen’ (r. 17-18). Waarom vertelt Wilfried dat niet aan de Duitsers?

VA

N

4 ‘Als ik erop terugkijk, moet ik denken aan de zee’, zegt Wilfried (r. 26-27). Hij vertelt een korte anekdote die zich afspeelt aan de zee, hij eindigt met: ‘Ik zweer dat ik het toen zag sneeuwen bij een temperatuur van dertig graden. En ik verzeker u evenzeer dat ik iemand in het Duits hoorde brullen.’ Verklaar die gedachtesprong van Wilfried. 5 Hoe is de verhouding tussen Wilfried en zijn vader? Bewijs je antwoord met een voorbeeld. 17.9

Ruimte

©

Je leest nu fragment 2 uit Wil. Dit is het openingsfragment van het boek.

6 Welke sfeer geeft de sneeuw aan het fragment? Wilfried geeft zelf aan welk effect de sneeuw geeft.

ie

Vertelperspectief

1

fv e

Fragment 2

rs

7 Wilfried vertelt het verhaal aan een imaginaire achterkleinzoon. Waarom gebruikt hij de zin ‘Ik ga het u zeggen zoals het is’ (fragment 1, r. 7)?

EEN PLOTSE SNEEUWVAL. Het doet me denken aan de oorlog. Niet vanwege de kou of ander ongemak, maar vanwege de stilte die de stad dan kort in haar klauwen heeft. Nu valt het met pakken uit de lucht. Het is nacht. Ik hoor de geluiden stollen tot een dof niks. En dan moet een mens zoals ik naar buiten, jongen, oud of niet. Ik weet dat iedereen denkt: straks valt hij en breekt hij zijn heup. Straks ligt hij met zijn poten omhoog in een ziekenhuisbed in Sint-Vincentius. En daarna is het gedaan met hem, finaal geveld door een bacterie die ze vooral in ziekenhuizen kweken. Het is curieus hoe oude mensen besmet raken door de angst van anderen. Door die angst laten ze zich opsluiten in tehuizen, laten ze zich voederen met flauwe kul en koude pap, een bingoavond van kusmijnkloten en een Marokkaanse aan hun gat met een stuk wc-papier. Iedereen mag zijn angst houden. Ik heb nooit angst gevoeld, nooit echt, en deze versleten aap leert men geen nieuwe trucs. Buiten kraakt de sneeuw onder mijn bottines. Nee, geen deftige schoenen, maar mijn ouderwetse bottines die ik jarenlang in ere heb gehouden, tientallen keren heb laten lappen en vrijwel elke week ingevet, stapschoenen die mij nu toelaten achteruit de wereld van de tijd in te stappen. Er dwarrelen nog vlokken naar beneden. Onlangs zag ik er een uitvergroting van in een van de gazetten in de leeszaal van de bibliotheek. Allemaal pièces uniques, die sneeuwvlokken, allemaal schoon wiskundig in elkaar gestoken werelden die nu zomaar op mijn jas vallen en mijn muts. Nee, ik ga er een gedicht over schrijven. Niemand leest ze nog en mijn vat is af. De sneeuw verandert de stad, en dwingt ze niet enkel tot stilte, maar misschien tot nadenken, tot herinneren; bij mij in ieder geval wel. Als het sneeuwt zie ik beter. Als het sneeuwt in de stad weet een mens wat ze echt betekent, wat ze verloren heeft, wat ze wil vergeten. Ze geeft de illusie op van de vervlogen tijd.

pr oe

17.7

5

10

15

c16 Hedendaagse literatuur: Jeroen Olyslaegers – Wil

213


Creatief schrijven

4

Ga aan de slag met een van onderstaande creatieve verwerkingsopdrachten. 1

Je behoudt het basisgegeven van het verhaal (sneeuw (of een ander weerfenomeen), tocht, ­gebeurtenis, conflict, verzet, machteloosheid …) Lees of beluister het fragment nog eens aandachtig. Zorg ervoor dat je de keuzes die je in je tekst maakt, kunt toelichten door te verwijzen naar de oorspronkelijke tekst. Lees het zelfgeschreven verhaal eens hardop voor. Wat vind je van de kwaliteit?

VA

Je laat het fragment zich afspelen in een hedendaagse oorlog. Je mag een bestaand conflict kiezen of een oorlogssituatie verzinnen.

©

Je schrijft vanuit het standpunt van het twaalfjarige jongetje dat gaat lopen. Kies voor de ik-vorm.

N

Je schrijft vanuit een afstandelijke, nietbelevende verteller die alles observeert.

IN

Het fragment herschrijven Herschrijf fragment 1 vanuit een ander perspectief. Maak een keuze uit volgende opties:

Deel fragment 1 op in een zestal scènes. Teken een storyboard met de verschillende scènes. Zoek eventueel op het internet enkele storyboards van films die je goed kent. Dat geeft zeker inspiratie voor je eigen storyboard. Verantwoord achteraf je keuze en geef mondeling wat uitleg bij het storyboard.

pr oe

• •

fv e

rs

Een storyboard maken

ie

2

3

Vergelijking boek/film In 2023 kwam Wil ook op het grote scherm, geregisseerd door Tim Mielants. Maak een vergelijking tussen de film en het boek. Je leerkracht bezorgt je een kijkwijzer die je zal helpen om deze vergelijking te maken.

214

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


c literatuurgeschiedenis

Hedendaagse literatuur: Ilja Leonard Pfeijffer – Grand Hotel Europa 1 2 3 4 5

Een schrijver op tv

N

Naar aanleiding van zijn boek Grand Hotel Europa is Ilja Leonard Pfeijffer te gast in het programma Van Gils & gasten. Bekijk het fragment en beantwoord de volgende vragen.

2 Lieven Van Gils omschrijft het boek als ‘een raamvertelling’. Wat bedoelt hij daarmee? 3 Welke persoonlijke vraag van Pfeijffer lag aan de basis van de roman? Wat is zijn antwoord?

VA

1* Welke combinatie maakt Grand Hotel Europa zo’n goed boek volgens Tom Lenaerts?

ie

©

4 (Massa)toerisme is een belangrijk thema in Grand Hotel Europa. Het verhaal speelt zich niet toevallig af in Venetië. Waarom?

rs

5 Wat is volgens de schrijver een van de paradoxen van het toerisme?

onthouden

fv e

Een paradox is een schijnbare tegenstelling. Het is een stijlfiguur waarbij een schrijver twee elementen samen plaatst die elkaars tegengestelde lijken. Wanneer je echter goed nadenkt over de combinatie, merk je dat de twee elementen toch niet helemaal tegenover elkaar staan. Schrijven is de kunst van het schrappen. Er is een constante in het leven: alles verandert voortdurend. Zelfs weinig alcohol kan al te veel zijn.

pr oe

1

Je kent Ilja Leonard Pfeijffer, zijn schrijfstijl en zijn succesvolle roman Grand Hotel Europa. Je kent de bouwstenen thema, structuur, personages, ruimte en tijd. Je kent de termen raamvertelling en ab ovo. Je weet wat intertekstualiteit is en kunt het herkennen. Je kunt verbanden leggen tussen een interview, een portret en een boek.

IN

c17

Bekijk de drie krantenartikels op de volgende pagina. 6* Ook die plaatsen worden onder de voet gelopen door toeristen. Om welke redenen? Zou je die plaatsen ook willen bezoeken?

Lees een eerste fragment (hoofdstuk 6 – deel 8) uit Grand Hotel Europa, waarin Pfeijffer deze vorm van toerisme bekritiseert. 7 Wat verwijt Pfeijffer de massa’s toeristen die bijvoorbeeld aanschuiven voor de Mona Lisa?

c17 Hedendaagse literatuur: Ilja Leonard Pfeijffer – Grand Hotel Europa

215


Musea

Shame! Dubrovnik overspoeld door toeristen dankzij Game of Thrones

Iedereen wil naar het Louvre, met dank aan Beyoncé en Jay-Z

De Kroatische stad Dubrovnik wordt overspoeld door toeristen, met dank aan de serie Game of Thrones. 'In de zomer is de hele stad één groot restaurant.'

VA

N

IN

Annemieke van Dongen

ie

©

Het Louvre, het meestbezochte museum ter wereld, heeft in 2018 de grens van 10 miljoen bezoekers overschreden. Met dank aan Beyoncé en Jay-Z.

Autoriteiten hebben de idyllische Fjadrárgljúfur-kloof van IJsland moeten sluiten nadat hij werd overspoeld door toeristen, in het bijzonder Justin Bieber-fans. De Canadese zanger dartelde over de plek in de videoclip voor het nummer 'I'll Show You' en dat heeft zijn gevolgen.

pr oe

fv e

rs

IJsland sluit gebied nadat het overspoeld werd door Bieber-fans

Grand Hotel Europa Hoofdstuk 6 – deel 8

1

5

216

Ik ben ook geboeid door de keuze die toeristen maken. Waarom zou je de Mona Lisa in het echt willen zien? Dat is een oprechte vraag. Iedereen wil de Mona Lisa in het echt zien. In het Louvre zijn pijlen en richtingaanwijzers aangebracht om ervoor te zorgen dat je zo min mogelijk wordt afgeleid door de andere kunst en linea recta vóór de Mona Lisa komt te staan. Dat zou al een reden moeten zijn om de Mona Lisa links te laten liggen, toch? Veel te toeristisch. De reden dat je het schilderij toch wilt zien, is niet dat het mooi is. ‘Mooi’ is geen criterium. Andere werken van Leonardo da Vinci zijn mooier en beter. En wanneer je de Mona Lisa dan uiteindelijk in het echt ziet, kun je haar niet zien. De andere toeristen belemmeren je het zicht. Bovendien hangt het schilderij achter een centimeter dik, groen, kogelwerend glas. Op reproducties zie je het beter.

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Enkele citaten Volgende fragmenten uit Grand Hotel Europa laten je alvast kennismaken met het boek. 1 Wat valt je op? Bespreek klassikaal.

IN

Eén vluchteling is een broeder, maar honderdduizenden vluchtelingen vormen een bedreiging. Toch zijn dat honderdduizenden individuen met soortgelijke verhalen als dat van Abdul. Mocht u de angst voor de massa willen wegnemen en empathie willen kweken voor de individuen, dan hebt u toevallig het juiste beroep gekozen. Door hun verhalen te vertellen kunt u van de aantallen weer mensen maken.

N

Patelski tegen de verteller

Omdat verhalen betekenis geven aan de gebeurtenissen en omdat zonder betekenis alles zinloos wordt.

VA

De verteller tegen Abdul als antwoord op de vraag waarom verhalen verteld moeten worden

ie

©

(...) terwijl het werkelijke probleem gelokaliseerd kon worden in de ten onrechte als vrijheid verkochte kernwaarden van de wereldwijde religie van het neoliberalisme, die egoïsme als een deugd beschouwt en altruïsme als een zwakte. Nu we een generatie van onze kinderen hebben opgevoed met het idee dat het leven dient te worden aangegaan als een concurrentiestrijd, waarbij winnaars winnaars zijn ten koste van verliezers en succes een keuze is die erin bestaat geen medelijden te hebben met degenen die er niet voor hebben gekozen succes te hebben, hoeven we niet verbaasd te zijn dat empathie een rariteit is geworden.

rs

De verteller tegen Patelski over empathie

fv e

De inname van Rome door de barbaren heeft minder schade aangericht dan de kortgebroekte horden die ons thans overspoelen. Dit wat je hier ziet, is de begrafenis van Europa, en al die toeristen hier staan erbij, kijken ernaar en maken er foto’s van zonder te beseffen dat zij het zijn die drieduizend jaar Europese cultuur de nek hebben omgedraaid. Clio tegen de verteller

pr oe

2

Jij houdt als alle grote kunstenaars van de materie waarmee je werkt. Je woont in taal. Je leeft van woorden zoals anderen leven van voedsel en water. Je ademt zinnen. Taal is voor jou tastbaar als brons voor een beeldhouwer. Marco tegen de verteller

c17 Hedendaagse literatuur: Ilja Leonard Pfeijffer – Grand Hotel Europa

217


3

Focus op woordenschat De zinnen van Ilja Leonard Pfeijffer zitten vol gevoel en verbeelding en bevatten vaak ingewikkelde woorden. In de fragmenten die je zult lezen, komen de volgende woorden voor. 1 Verbind de woorden met hun bijhorende afbeelding en de juiste betekenis. a hoofdkelner

2 detoneren

b hoog platform voor de ingang van een gebouw

3 epifanie

c ontploffen; uit de toon vallen

4 fêteren

d openbaring

5 flamboyant

e bewaarplaats voor kleren; alle kleren van iemand

6 garderobe

f

7 Korinthische zuilen

g vurig, extravagant, hartstochtelijk

8 maître d’hôtel

h een zuil met acanthusbladeren op het kapiteel

VA

N

vieren, feestelijk onthalen

B

C

E

F

pr oe

fv e

D

rs

ie

©

A

IN

1 bordes

G

218

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis

H


2 Achterhaal de betekenis van de volgende woorden met behulp van de woordleerstrategieën. Verbind de woorden met hun juiste betekenis. 1 ego

a deel van de taalwetenschap dat de herkomst van woorden bestudeert

2 eigendunk

b het bewustzijn van jezelf, jouw zelfgevoel

3 era

c heel enthousiast; wat verband houdt met poëzie

4 etablissement

d een hoge dunk hebben van zichzelf, graag opscheppen

5 etymologie

e op een onnatuurlijke, indrukwekkende manier; overdreven

6 intentie

f

7 lyrisch

g voornemen, bedoeling

8 passant

h horecabedrijf, bijvoorbeeld een café

9 theatraal

i

voorbijganger; iemand die tijdelijk ergens aanwezig is

Een schrijver op hotel

4

IN

tijdperk

N

2.4

VA

Situeren

©

In Grand Hotel Europa reconstrueert schrijver Ilja Leonard Pfeijffer het meeslepende verhaal van liefde in tijden van massatoerisme. Het werd een theatraal en lyrisch boek over de Europese identiteit. 1 Bekijk de cover van het boek aandachtig.

ie

a Valt er jou iets op aan (de jongen op) de cover?

fv e

rs

b Waaraan doet de cover en/of de titel Grand Hotel Europa jou denken?

Hoofdstuk 1 – deel 1

De eerste die ik sinds lange tijd sprak, afgezien van de weinige afgemeten woorden die ik aan het begin en het einde van de rit had gewisseld met mijn norse taxichauffeur, was een magere, donkere jongen in het nostalgische rode uniform van een piccolo. Ik had hem van een afstand al zien zitten op de marmeren trappen van het bordes voor de ingang, die was geflankeerd door Korinthische zuilen, onder de gouden letters waarmee de naam van Grand Hotel Europa was geschreven, toen de taxi knarsend over het grindpad tussen de platanen het einde begon te naderen van de lange oprijlaan. Hij had een sigaretje zitten roken. Hij was overeind gekomen met de intentie mij te helpen met mijn bagage. Omdat het mij speet dat mijn aankomst zijn rookpauze had verstoord, en omdat het waar was, zei ik hem, terwijl de taxi zich over het grind van ons verwijderde, dat mijn bagage wel even kon wachten, dat ik een lange reis achter de rug had en dat ik ook wel een sigaret zou lusten. Ik bood hem er een aan uit mijn lichtblauwe pakje Gauloises Brunes zonder filter en gaf hem vuur met mijn solid brass zippo. Op zijn kepie was de naam van Grand Hotel Europa met goudstiksel geborduurd. We gingen zitten. We zaten een paar minuten zwijgend naast elkaar te roken op de trappen naar de weelderige entree van het ooit grandioze hotel waar ik van plan was mij voorlopig te vestigen, toen hij het woord tot mij richtte.

pr oe

1

5

10

15

c17 Hedendaagse literatuur: Ilja Leonard Pfeijffer – Grand Hotel Europa

219


40

45

IN

N

VA

pr oe

50

©

35

ie

30

rs

25

fv e

20

‘Mijn excuses dat ik mijn nieuwsgierigheid niet kan bedwingen,’ zei hij, ‘maar zou ik u mogen vragen waar u vandaan komt?’ Ik blies mijn rook uit in de richting van het stofwolkje dat de taxi als herinnering had achtergelaten in de verte aan het einde van de oprijlaan, waar het bos begon. ‘Op die vraag zijn meerdere antwoorden mogelijk’, zei ik. ‘Die zou ik heel graag allemaal willen horen’, zei hij. ‘Maar als dat te veel van uw tijd vergt, kunt u mij misschien het mooiste antwoord geven.’ ‘De voornaamste reden waarom ik hier naartoe ben gekomen,’ zei ik, ‘is dat ik de tijd hoop te vinden voor antwoorden.’ ‘Ik wil mij graag verontschuldigen dat ik u bij die gewichtige opdracht heb gestoord. Ik moet leren dat mijn nieuwsgierigheid onze gasten tot last kan zijn, zoals meneer Montebello altijd zegt.’ ‘Wie is meneer Montebello?’ vroeg ik. ‘Mijn baas.’ ‘De conciërge?’ ‘Hij haat dat woord, al bevalt de etymologie ervan hem wel. Hij heeft mij geleerd dat het is afgeleid van “comte des cierges”, de graaf der kaarsen. Praktisch alles wat ik weet, heb ik van meneer Montebello geleerd. Hij is als een vader voor mij.’ ‘Hoe wil hij dan worden genoemd?’ ‘Hij is de maître d’hôtel, maar hij prefereert de titel van majordomus, omdat het Latijnse woord voor “huis” daarin zit en omdat het volgens hem onze voornaamste taak is ervoor zorg te dragen dat onze gasten vergeten welke plek ze thuis noemden voordat ze hier kwamen.’ ‘Venetië’, zei ik. Er viel as van mijn sigaret op mijn pantalon terwijl ik de naam van die stad uitsprak. Hij had het gezien en voordat ik kon protesteren, had hij een van zijn witte handschoenen uitgetrokken en wijdde hij zich met volledige aandacht aan het werkje om mijn broekspijp daarmee af te kloppen. Hij had magere, donkere handen. ‘Dank je wel’, zei ik. ‘Wat is Venetië?’ vroeg hij. ‘De plek die ik thuis noemde voordat ik hier kwam en het mooiste antwoord op je eerdere vraag.’ ‘Hoe is Venetië?’ ‘Ben je nog nooit in Venetië geweest?’ vroeg ik. ‘Ik ben nergens ooit geweest’, zei hij. ‘Alleen hier. Daarom heb ik tot ergernis van meneer Montebello de gewoonte ontwikkeld om onze gasten lastig te vallen met mijn nieuwsgierigheid. Ik probeer iets van de wereld te zien door hun verhalen.’ ‘Welke plek noemde jij thuis voordat je hier kwam?’ ‘De woestijn’, zei hij. ‘Maar meneer Montebello heeft ervoor gezorgd dat ik de woestijn ben vergeten. Ik ben hem daar dankbaar voor.’ Ik liet mijn blik waren over het landgoed dat het hotel omgordde. De zuilengalerij was begroeid met klimop. Een van de grote aardewerken vazen waaruit bougainville golfde, was gebarsten. Onkruid groeide tussen het grind. Vredig, maar dat was het woord niet. Berustend. Men zou het verstrijken van de tijd en het verlies van alle dingen inderdaad net zo goed kunnen aanvaarden. ‘Venetië is verleden’, zei ik. ‘En ik hoop dat meneer Montebello ook mij zal helpen het te vergeten.’ Ik drukte mijn sigaret uit in de bloempot die ons tot asbak had gediend. Hij deed hetzelfde en sprong overeind om zich over mijn bagage te ontfermen. ‘Dank voor je gezelschap’, zei ik. ‘Mag ik vragen hoe je heet?’ ‘Abdul.’ ‘Aangenaam kennis te maken, Abdul.’ Ik zei mijn naam. ‘Laten we naar binnen gaan. Dan kan het beginnen.’

55

60

220

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Het verhaal beleven 2* Lezen de eerste pagina’s van de roman vlot? Waarom vind je van wel/niet? 3* Vat in je eigen woorden samen wat er in het eerste deel gebeurt. 4 Hoe beschrijft de ik-persoon het hotel? Welke indruk krijg je?

6 In het begin van een roman of een serie neemt een schrijver vaak de tijd om zijn personages voor te stellen. Welke personages leer je in het eerste deel kennen? Wat kom je over hen te weten?

VA

7 Welk soort verteller herken je?

17.7

N

5 Hoe begint Grand Hotel Europa? Welk verhaalbegin herken je?

17.5.3

IN

Eerste lectuur

Doordringen tot de tekst

Situeren

rs

ie

Een schrijver en zijn muze

fv e

In het eerste fragment vertelt de ik-persoon dat hij op zoek is naar antwoorden op vragen. Veel van die vragen hebben met zijn muze Clio te maken. Lees eerst het fragment op de volgende pagina.

Eerste lectuur

1 Hoe beschrijft de schrijver zijn relatie met Clio? Hoe verhouden zij zich ten opzichte van elkaar?

pr oe

5

©

8* De verteller doet zijn best om heel nauwkeurig te schrijven en te beschrijven. Geef twee voorbeelden uit het eerste fragment.

Het verhaal beleven 2* Wat vind je van hun relatie? 3 Wat doet Ilja zoal om aan Clio te ‘tippen’? 4* Is dat herkenbaar voor jou? Heb jij ooit al ongewone dingen gedaan voor een lief?

Doordringen tot de tekst 5 Welke term gebruikt de schrijver om de eerste weken van hun relatie te beschrijven? Wat vertelt hij allemaal door die term te gebruiken?

c17 Hedendaagse literatuur: Ilja Leonard Pfeijffer – Grand Hotel Europa

221


Hoofdstuk 4 – deel 5

25

30

IN

N

pr oe

35

VA

20

©

15

ie

10

rs

5

Misschien was het aan haar voornaam te danken dat Clio wist hoe ze geschiedenis moest schrijven, maar het feit was dat zij gevolg gaf aan haar epifanie en dat alles na die eerste nacht anders was. Zij bleef, al vroeg ik mij werkelijk af waaraan ik dat verdiende, waardoor het historische moment van onze ontmoeting de waterscheiding werd tussen de era zonder haar en het in alle opzichten daarvan verschillende tijdperk met haar. De tijd dat we samen in Genua waren, was misschien de mooiste tijd. Het cliché wil dat ik die periode, om mijn argument kracht bij te zetten, beschrijf als zorgeloos. Maar het was eerder het tegenovergestelde. Dat was juist het mooie. Ik was zo verbijsterd dat zij mij haar nabijheid waardig achtte, en zo getroffen door het onverdiende voorrecht om een vrouw van haar kaliber aan mijn zijde te vinden dat ik mij permanent bewust werd van mijn plicht en opgave om boven mijzelf uit te stijgen en met terugwerkende kracht te verdienen wat zij mij zo onnadenkend en roekeloos leende. Het maakte mij zenuwachtig, op een schitterende, koortsachtige manier, die ervoor zorgde dat ik aanwezig, attent en oplettend was en in leven. Dat een man op een dag de noodzaak voelt om aan iemand te gaan tippen, kan richting geven aan zijn bestaan. Zorgeloos, dat is voor vakantieliefdes, wippen met de secretaresse na de nieuwjaarsborrel of een welverdiende oude dag in een Thais bordeel. Met het pronte vlees ligt de verveling voor het grijpen, want het enige wat prangt is eigendunk en alleen het eigen ego wordt gestreeld. Ook mooi, maar geen enkele grote liefde die die naam waard is, kan ooit zorgeloos zijn. Zonder de angst om tekort te schieten is de liefde slechts tijdverdrijf of bestrijding van de eenzaamheid. Daar wordt een man niet beter van, en de wereld al helemaal niet. De achteloosheid waarmee Clio mij dagelijks flankeerde in een flamboyante garderobe, vroeg als eerste mijn aandacht. Om aan haar zijde te mogen lopen mocht ik niet detoneren met haar verschijning. Panisch kocht ik pakken, op maat gesneden overhemden van Pissimbono en zijden dassen van Finollo. Ik ging uit eigen beweging naar de kapper en toen zij op een dag suggereerde dat er ook een schoonheidsspecialiste voor heren bestond, haalde ik diep adem, slikte mijn vooroordelen door en maakte een afspraak. Bij wijze van literaire vergelijking zou ik geneigd zijn te schrijven dat ik me voelde als een Viking in een beautyfarm toen ik mij op een bedje van rozenblaadjes liet bepoederen, maar dat zou als vergelijking niet werken want ik was echt een Viking in een beautyfarm. Om de schijn te vermijden dat ik alleen oog zou hebben voor uiterlijkheden, trachtte ik tal van initiatieven te ontplooien, waarvan ik voorheen voornamelijk vermoeid zou zijn geraakt, hetgeen alleen niet zou hebben gegolden voor de kostbare strooptocht langs de beste restaurants van de stad, die dan ook mijn succesvolste initiatief vormde, al was het maar omdat zij vrijwel overal als een bekende van het etablissement werd gefêteerd. Dit alles ging gepaard met lange wandelingen door de stad, die we beiden zo goed kenden en die we desalniettemin opnieuw leerden zien door elkaars ogen. We maakten er een duel van wie het best voor de ander betekenis kon toevoegen aan de stegen van het middeleeuwse labyrint door het verleden van de oude stenen te vertellen. Zij won zo goed als altijd, maar ik droeg mijn verlies licht, want mijn trots om mij met haar aan mijn zijde in het openbaar te vertonen maakte mij grootmoedig. Ik was in staat om passanten te slaan die niet naar ons keken. Maar de onuitputtelijkste bron van het gewenste gebrek aan zorgeloosheid was haar warmbloedigheid. Ik kwam er al snel achter dat zij zeer uitgesproken meningen had en dat haar nobele voorkomen het haar niet verhinderde om deze in expliciete termen kenbaar te maken, vooral wanneer zij getroffen werd door een blikseminslag van ergernis. Het kon gaan om de kleinste dingen, zoals toeristen die in de weg liepen voor de kathedraal op Piazza San Lorenzo, en dat stelde mij gerust, omdat ik mijzelf op die manier kon wijsmaken dat het eveneens om kleine dingen ging wanneer haar ongenoegen mij trof. Dat neemt niet weg dat ik mij rot schrok toen dat voor het eerst gebeurde, en alle daaropvolgende keren eigenlijk ook. Dat moest ik hoe dan ook voorkomen, maar haar onvoorspelbaarheid maakte mijn taak niet eenvoudig. Een voorbeeld? Er komen nog voorbeelden genoeg. In deze context van onze sprookjesachtige oertijd prefereer ik het om net als toen voornamelijk oog te hebben voor de positieve keerzijde van haar warme mediterrane karakter, die haar een weergaloze minnares maakte. Soms vroeg ik mij werkelijk af waaraan ik haar had verdiend.

fv e

1

40

45

222

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Hoofdstuk 4 – deel 4

20

IN

fv e

rs

25

N

15

VA

10

©

5

Door mijn best te doen om naar waarheid op te schrijven hoe mooi het was, raak ik er des te pijnlijker van doordrongen hoeveel ik heb verloren. Ik heb overwogen om mijzelf deze marteling te besparen, daar zal ik eerlijk over zijn. Het enige wat ik strikt genomen nodig heb om het verhaal te vertellen dat ik hier wil vertellen, laat zich ook in zes zinnen samenvatten. Ik heb Clio in Genua ontmoet. Ik werd verliefd op haar, en zij naar eigen zeggen ook op mij. Wij kregen een relatie. Zij was ontevreden met haar baan. Toen zij een betrekking kreeg aangeboden in Venetië, lag het voor de hand die te accepteren. Omdat ik verliefd was en dacht dat we gelukkig waren, besloot ik met haar mee te gaan. Daar komt het op neer. Zo staat het in mijn schema voor dit boek, dat ik hier in mijn hotelkamer in Grand Hotel Europa op de muur boven mijn schrijftafel heb geprikt. Dat zou volstaan om mijn verplaatsing van Genua naar Venetië te verklaren. En het motiveren van die verhuizing is eigenlijk de enige functie van dit hoofdstuk. Maar als ik vooruitkijk naar sommige van de volgende episodes met Clio die ik zal moeten beschrijven, waar ik mij niet op verheug, al zal de pijn van toen de pijn van nu wellicht verzachten, besef ik dat het lastig zal zijn begrijpelijk en voelbaar te maken waarom ik desondanks bij haar ben gebleven als ik niet ook de magie van de eerste avond en nacht in mijn verhaal laat stralen zoals zij straalde in mijn geheugen toen ik nog hoopte haar te kunnen bijhouden. Als ik uiteindelijk op het punt in mijn verhaal zal zijn aangekomen waarop ik moet vertellen hoe ik haar en Venetië heb verlaten en hoe ik hier in dit hotel ben terechtgekomen, zal het onmogelijk zijn de volle omvang van mijn wroeging en verdriet over te brengen als ik niet eerst de ruimte neem om mijn geluk te beschrijven, hoewel het heugen van mijn geluk mijn verdriet op dit moment alleen maar verhevigt. Op die eerste avond dat ik haar ontmoette, had ik het belachelijke idee al dat zij de liefde van mijn leven was. Nu ik dit opschrijf, na alles wat er is gebeurd, denk ik dat nog steeds. De liefde van mijn leven leeft in mijn verleden. Dat is ondanks de alliteratie een vreselijke zin om te moeten schrijven. Ik wil niet net als het hotel waar ik verblijf en het continent waarnaar het is vernoemd tot de conclusie komen dat de beste tijd achter mij ligt en dat ik van de toekomst weinig meer te verwachten heb dan teren op mijn verleden. De Muzen zijn volgens de Griekse mythologie de dochters van Mnemosyne, hetgeen ‘herinnering’ betekent. Clio, die de naam draagt van een van de negen Muzen, is inmiddels ook voor mij waarlijk een dochter van de herinnering geworden, omdat ik haar alleen nog maar met behulp van mijn herinnering tot leven kan wekken.

ie

1

Eerste lectuur

Lees nu het fragment hierboven.

pr oe

6 Waarom verblijft de schrijver een tijdje in Grand Hotel Europa? 7 Hoe beschrijft hij die ervaring zelf? Welke gevoelens roept dat bij hem op? 8 Dit boek is voor de schrijver een vorm van therapie. Welke andere voorbeelden van ‘schrijftherapie’ zijn er?

Doordringen tot de tekst 9 Welke mogelijke parallel ziet de schrijver tussen zichzelf, het hotel en Europa? 10 Ilja Leonard Pfeijffer koos niet toevallig de naam Clio voor zijn geliefde. Waarom? 11 De schrijver vat zijn boek van bijna 600 bladzijden samen in één zin. Als zelfspot kan dat tellen; toch geeft hij in het fragment ook een heel ambitieuze en unieke kwaliteit van literatuur. Welke? ‘Ik wil niet net als het hotel waar ik verblijf en het continent waarnaar het is vernoemd tot de conclusie komen dat de beste tijd achter mij ligt en dat ik van de toekomst weinig meer te verwachten heb dan teren op mijn verleden.’ c17 Hedendaagse literatuur: Ilja Leonard Pfeijffer – Grand Hotel Europa

223


Een schrijver en een toerist

6

Bekijk het tweede deel van het interview uit Van Gils & Gasten. 1 Pfeijffer vraagt zich af in hoeverre Venetië een metafoor is voor Europa. Wat zou hij daarmee bedoelen? Weet je nog wat een metafoor is?

16.4

2 Welke misvatting over toerisme weerlegt Pfeijffer?

IN

3 Lieven Van Gils meent dat Pfeijffer in ‘marmeren zinnen’ schrijft. Zijn stijl wordt ook ‘lyrisch’ of ‘theatraal’ genoemd. Wat wordt daarmee bedoeld, denk je?

© ANP

4 Vul het auteurspaspoort van Ilja Leonard Pfeijffer verder aan met de info uit het interview. Ilja Leonard Pfeijffer 17 januari 1968 in Rijswijk Klassieke Letteren (Universiteit Leiden) Genua Van de vierkante man (1998) – C. Buddingh-prijs Rupert, een bekentenis (2002) La Superba (2013) – Libris Literatuurprijs Grand Hotel Europa (2018) – nominatie … (a) mooie pakken en tot voor kort … (b) Stella

NAAM: GEBOREN:

N

STUDIES: WOONPLAATS: POËZIEDEBUUT:

VA

DEBUUTROMAN: DOORBRAAK: BESTSELLER: VERSLAAFD AAN:

rs

Situeren

ie

Een schrijver en een migrant

7

©

VRIEND(IN):

Tijdens zijn verblijf in Grand Hotel Europa komt Pfeijffer steeds meer te weten over de piccolo Abdul.

Toerisme vormt een ongemakkelijk contrast met de andere vorm van migratie die het gevolg is van de globalisering en die we zonder reserve als problematisch beschouwen. Terwijl we onze grenzen zo gastvrij mogelijk openen voor buitenlanders die komen om hun geld uit te geven, willen we ze sluiten voor buitenlanders die komen om geld te verdienen. De beide vormen van migratie interfereren ook met elkaar op een onsmakelijke manier. Toeristen aan de Middellandse Zee zwemmen in een massagraf. De voornaamste reden vanuit Grieks perspectief waarom de vluchtelingencrisis van 2015 zo urgent was en zo snel mogelijk moest worden opgelost, was dat de aanwezigheid van vluchtelingen op het strand de toeristen verjoeg.

pr oe

1

fv e

Hoofdstuk 6 – deel 8

5

Eerste lectuur

1 Wat betekenen de volgende woorden uit het fragment?

urgent

migratie

globalisering

interfereren

Doordringen tot de tekst 2 Welk verband ziet Pfeijffer tussen toerisme en de vluchtelingenproblematiek?

224

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Situeren Abdul vertelt de schrijver gaandeweg hoe ook hij zijn vaderland ontvluchtte en hoe hij via een bootje en via de Middellandse zee in Italië terechtkwam. Pfeijffer schreef zijn verhaal neer en krijgt later in het verhaal bezoek van een politie-inspecteur. Die onderzoekt het vluchtverhaal van Abdul. Hoofdstuk 15 – deel 5 (1)

10

IN

pr oe

30

rs

25

fv e

20

ie

©

15

N

5

‘Er is sprake van significante overeenkomsten tussen het vluchtverhaal van Abdul, zoals de ambtenaar van de immigratiedienst en u dat afzonderlijk van elkaar hebben opgetekend, en passages uit dit boek.’ Ik lachte. ‘Ik ben er zeker van dat die op toeval berusten’, zei ik. ‘Dat hoopte ik aanvankelijk ook’, zei de inspecteur. ‘Maar misschien mag ik een aantal gevallen samen met u doornemen. Laten we daarbij, om onze onaangename taak niet verder te veronaangenamen, uw tekst als uitgangspunt hanteren. Abduls verslag van de gewapende aanval op zijn dorp en de verwoesting ervan volgt het verhaal van de gewelddadige inname van Troje op de voet, zoals Vergilius dat bij monde van Aeneas uiteenzet in het tweede boek van zijn epos. Evenals Vergilius laat Abdul de inname van de nederzetting voorafgaan door een dubbel voorteken. Abdul vertelt over de dood van de heilige man van zijn dorp ten gevolge van een slangenbeet. Aeneas vertelt in Vergilius’ versie over de priester Laocoön, die door twee slangen wordt gewurgd. Kort daarop vertelt Aeneas dat zijn broer Hector hem in een droom is verschenen. Ook Abdul vertelt over een droom waarin hij zijn overleden broer meende te zien. De details stemmen overeen. Zowel Hector als Abduls broer wordt beschreven als vermoeid en bedekt met bloed en zand. Zowel Aeneas als Abdul vraagt in zijn droom aan zijn broer waar hij zo lang is geweest. En in beide gevallen antwoordt de droomverschijning van de broer dat ze moeten vluchten voor de vlammen en dat ze over de zee zullen moeten reizen. (...) ‘Dat boek dat u nu in uw hand houdt, is van hem’, zei de inspecteur. ‘Dat exemplaar van de prozavertaling heb ik aangetroffen op zijn kamer. Het was zelfs het enige boek dat ik heb aangetroffen op zijn kamer.’ ‘Het is het boek dat meneer Montebello hem heeft gegeven,’ zei ik, ‘omdat het volgens hem ook over een vluchteling zou gaan.’ ‘Dat is een interpretatie van de Aeneis die mij moeilijk te betwisten lijkt’, zei de inspecteur. ‘Dus dit is Abduls lievelingsboek waarover hij mij heeft verteld’, zei ik. ‘Hij zei dat hij het al zes keer heeft gelezen.’ ‘Dat is wat hij ook mij heeft verteld’, zei de inspecteur. ‘En nu?’ vroeg ik. ‘Wat zijn de consequenties van uw ontdekking? Ik neem niet aan dat u van plan bent onze arme Abdul aan te klagen wegens plagiaat.’ ‘Overwegingen omtrent plagiaat staan verre van mij’, zei de inspecteur. ‘Dat zou eventueel uw zorg kunnen worden, mocht u ooit besluiten van dit materiaal gebruik te maken voor een literaire publicatie. Die beslissing laat ik met vertrouwen aan u over. Mijn probleem in dezen is dat een vluchtverhaal dat is ontleend aan een meesterwerk uit de Europese literatuur, geen authentiek vluchtverhaal kan zijn. De vraag die aan Abdul is gesteld, was niet om een mooi en ontroerend verhaal te smeden op grond van de literaire traditie, maar om naar waarheid te vertellen wat hem is overkomen. Op grond van die waarheid wordt besloten hem al dan niet asiel te verlenen. Liegen over het vluchtverhaal geldt als een doodzonde voor de procedure die Abdul op het moment doorloopt. Ziedaar mijn dilemma.’

VA

1

Eerste lectuur

3 Wat stelt de inspecteur vast wanneer hij alle versies van het vluchtverhaal met elkaar vergelijkt? 4 Hoe komt dat? 5 Waarom is dat voor de inspecteur een probleem?

Ervaring 6* Wat vind jij van die redenering? Zou jij Abdul asiel verlenen? c17 Hedendaagse literatuur: Ilja Leonard Pfeijffer – Grand Hotel Europa

225


Situeren Vervolgens confronteren de inspecteur en de schrijver Abdul met zijn vluchtverhaal. Hoofdstuk 15 – deel 5 (2)

15

IN

pr oe

30

fv e

25

rs

ie

20

N

10

VA

5

‘Wanneer u mij echter vraagt naar mijn dorp, de vlammen, mijn reis door de woestijn en de zee, is alles precies zo gebeurd zoals het in mijn boek wordt beschreven. Daarom is het mijn lievelingsboek. Daarom heb ik het al zes keer gelezen. Het vertelt mijn verhaal. Het vertelt het alleen veel beter, in veel mooiere woorden, dan ik het zelf ooit zou kunnen vertellen. Daarom heb ik, toen ik mijn verhaal aan de ambtenaar heb verteld en ook toen ik het aan u vertelde, meneer Leonard Pfeijffer, de woorden geleend uit mijn boek. Dat was niet omdat ik wilde liegen, maar omdat ik mijn best wilde doen om de waarheid zo goed mogelijk te vertellen.’ ‘Maar door dat te doen, Abdul, heb je de waarheid onvermijdelijk toch verdraaid’, zei de inspecteur. ‘Want ook al herken je misschien veel in je boek, het is onmogelijk dat het in werkelijkheid helemaal precies zo is gegaan zoals Vergilius beschrijft. Laat mij een voorbeeld noemen. Heette de vriend die je onderweg hebt ontmoet echt Achai, zoals Achaemenides in je boek? En heb je hem echt ontmoet in het land van de Eenogige, zoals Aeneas Achaemenides ontmoet in het land der Cyclopen?’ ‘In werkelijkheid heb ik zijn naam nooit gekend’, zei Abdul. ‘Ik heb hem later de naam uit mijn boek gegeven. Voor mij heet hij Achai. Hij is naamloos verdronken in zee. En zo heeft hij toch nog een naam. En ik weet niets over het land waar ik hem heb ontmoet. Maar het belangrijkste wat ik wilde vertellen, was dat ik bang was, zoals Aeneas in het land van de monsters. Ik heb niet gelogen en ik heb de waarheid ook niet verdraaid. Ik heb het belangrijkste op zo’n manier verteld dat iemand die het niet heeft meegemaakt, het toch kan begrijpen.’ ‘Wat herken je het meest in je boek?’ vroeg ik. ‘Noodlot’, zei Abdul. ‘Wanneer Aeneas vlucht voor de mannen die zijn dorp uitmoorden en platbranden, en een lange, moeilijke reis moet maken die hem zijn leven kan kosten, weet hij dat het zijn noodlot is om Italië te bereiken en een nieuw thuis te vinden. Daarom zal hij nooit opgeven, omdat hij weet dat hij niet mag opgeven. Zo heb ik het ook gevoeld. Aan dat geloof in mijn bestemming heb ik mijn leven te danken. En wanneer Aeneas uiteindelijk in Italië is, is het nog niet afgelopen. Hij moet knokken om te integreren en een plekje voor zichzelf te veroveren in de nieuwe wereld. Hoewel ik natuurlijk veel geluk heb gehad dat meneer Montebello mij heeft gevonden, herken ik dat heel erg.’ De inspecteur en ik knikten. We waren even stil van Abduls woorden. ‘Wat vindt u ervan?’ vroeg ik aan de inspecteur. ‘Geeft u mij één reden,’ zei hij, ‘waarom ik de twijfels over de authenticiteit van het vluchtverhaal terzijde kan schuiven en dit dossier kan sluiten.’ ‘Noem het intertekstualiteit’, zei ik. ‘Abdul heeft de waarheid verteld door gebruik te maken van de literaire techniek die Vergilius zelf ook gebruikte, en alle grote dichters en schrijvers na hem. Door zijn waarachtige verslag van zijn verhaal te doorspekken met verwijzingen naar Aeneis herinnert hij ons eraan dat zijn verhaal een verhaal van alle tijden is, en door gebruik te maken van een eeuwenoude Europese literaire techniek bewijst hij dat hij beter is geïntegreerd in de Europese cultuur dan menigeen die in Europa is geboren. Zou dat een reden kunnen zijn?’ ‘U hebt mij overtuigd,’ zei de inspecteur, ‘en daar ben ik heel blij om. Ik dank u.’

©

1

25

226

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Eerste lectuur 7 Hoe reageert Abdul op de beschuldigingen van de inspecteur? 8 Wat maakt de Aeneis zo herkenbaar voor Abdul? Noem enkele gelijkenissen.

Doordringen tot de tekst

IN

9 Pfeijffer noemt Abduls verhaal een voorbeeld van ‘intertekstualiteit’. Leg in je eigen woorden uit wat hij daarmee bedoelt.

Verwerken

N

10 Ook de teksten en afbeeldingen op de volgende pagina zijn voorbeelden van intertekstualiteit. Wanneer verliest intertekstualiteit haar effect?

a Welke info over Abdul geeft Pfeijffer nog mee?

VA

11 Beluister het fragment uit een interview met Pfeijffer waarin hij het over het vluchtverhaal van Abdul heeft.

rs

een (grotendeels) fictief heldendicht over de daden van Aeneas twaalf boeken met in totaal circa 10 000 verzen geschreven door Publius Vergilius Maro (70-19 v.Chr.) Een propagandamiddel voor het bewind van keizer Augustus: Aeneas wil de oude Romeinse waarden (virtutes) herstellen en is een voorbeeld van pietas (vroom en trouw aan vaderland, ouders en godsdienst). Het gaf de Romeinen een cultuurhistorische achtergrond, het was de Romeinse tegenhanger van de Griekse Illias en Odyssee van Homerus. Het vertelt het verhaal van de omzwervingen van de Trojaanse held Aeneas na de ondergang van Troje en zijn lot (fatum) om een nieuw Romeins rijk te stichten. Het was een inspiratiebron voor talloze gedichten, romans, theaterstukken, opera’s … bekende passage: het liefdesverhaal van Dido en Aeneas

fv e

• • • •

onDERWEG

ie

De Aeneis voor beginners …

©

b Waarom laat Pfeijffer niet toevallig het vluchtverhaal van Abdul samenvallen met dat van Aeneas?

pr oe

• •

Leestip! In De zwerftochten van Aeneas brengt Paul Biegel de lijn en de poëzie van Vergilius’ verhaal naar het heden en geeft hij het eeuwenoude epos in leesbaar Nederlands proza weer.

c17 Hedendaagse literatuur: Ilja Leonard Pfeijffer – Grand Hotel Europa

227


© Photo 12 / Alamy © Allstar Picture Library Ltd. / Alamy

fv e

rs

De Jeugd van Tegenwoordig. Hollereer

228

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis

© 2021 Standaard Uitgeverij

ie

© United Archives GmbH / Alamy

© BFA / Alamy

©

VA

N

IN

© CBW / Alamy © Allstar Picture Library Ltd. / Alamy

pr oe

Ok, laat me je vertellen wat de deal is Wartaal spacet meer dan Achilles Tis die boy die met meer poes dan oedie N**** holler at ya boy, G


Leestips

La Superba

IN

Deze roman is een monument voor een stad zoals er maar één is: Genua, La Superba (de hoogmoedige). En meer nog dan een roman over een schokkend echte en labyrintische stad, is het een liefdesverhaal dat tragisch eindigt. En meer nog dan een stadsroman en een liefdesroman, onderzoekt, vertelt en ontrafelt La Superba de fantasie van een beter leven elders en laat zien hoe mensen – van gerenommeerde schrijvers en verlopen heren van stand tot arme Senegalese sloebers en flanerende hoeren – op verschillende manieren verdwalen in die fantasie. En meer nog dan over de stad, de liefde en het lot van de zoekende mens gaat deze grandioze meerstemmige roman over het schrijven van een grandioze meerstemmige roman. (2013 – De Arbeiderspers)

N

Bekroond met: Librisprijs, 2014 / Tzumprijs, 2014 / De Inktaap, 2015 / Koninklijke Academie der Nederlandse Taal- en Letterkunde, 2016

©

VA

‘Pfeijffer neemt in deze geslaagde roman de Italiaanse romantiek en zijn eigen ijdelheid op de hak.’ (Elsevier) ‘Als alternatieve reisgids voor Genua is La Superba beslist amusant. Heerlijk!’ (Het Financieel Dagblad) ‘Even tintelend als een glas prosecco. De kans is groot dat er dit jaar geen betere roman verschijnt.’ (De Morgen)

Peachez, een romance

fv e

rs

ie

Voor Peachez, een romance heeft Ilja Leonard Pfeijffer zich gebaseerd op een waargebeurd verhaal: dat van een professor in Amerika die verliefd wordt op een fotomodel dat hij surfend op het internet leert kennen en voor wie hij een alles overstijgende liefde gaat koesteren die zijn leven overhoophaalt. Uiteindelijk blijkt zijn liefde te zijn gegrond op een fantasie. Maar geldt dat niet in wezen voor alle liefdesrelaties? Peachez, een romance behandelt het eeuwige thema van de zoektocht naar geluk in de liefde, maar het is ook een filosofische roman die leest als een thriller. (2017 – De Arbeiderspers)

pr oe

‘De werkelijkheid is vaak gekker dan je kunt bedenken.’ (Elsevier) ‘Pfeijffer kan … een hele harmonica aan elegante accordeonzinnen openvouwen.’ (De Standaard) ‘De schrijver toont in virtuoze zinnen hoe ieder mens van zijn liefde een verhaal maakt.’ (HP/De Tijd)

Quarantaine ‘Aanvankelijk bagatelliseerde ik de dreiging van het virus en schudde ik mijn hoofd in ongeloof over de paniek die om me heen begon te grijpen. Maar zodra ik inzag dat ik een kolossale inschattingsfout had gemaakt en besefte dat mensen stikten op brancards in de gangen van ziekenhuizen in Noord-Italië en dat extreme maatregelen onafwendbaar waren, ben ik begonnen aan dit dagboek.’ Dat schreef Ilja Leonard Pfeijffer op 20 april in zijn Viraal dagboek, dat in dagelijkse aflevering in NRC Handelsblad en De Standaard verscheen. Dat dagboek is voor deze boekuitgave aangevuld met de ontbrekende zaterdagen.

Dit is een uniek dagelijks verslag van de ontwrichtende gevolgen van het coronavirus, dat zich weliswaar mondiaal verspreidde, maar keihard toesloeg in Noord-Italië, met name ook in Genua, waar Pfeijffer woont.

c17 Hedendaagse literatuur: Ilja Leonard Pfeijffer – Grand Hotel Europa

229


c literatuurgeschiedenis

c18 c1

Hedendaagse poëzie

1

IN

1 Je leert hedendaagse Nederlandstalige poëzie kennen. 2 Je bestudeert gedichten vertrekkend van een thema. 3 Je verbindt thema’s als gender en feminisme met poëzie.

Gender

N

onthouden

ie

©

VA

Het ‘lyrische ik’ is de stem die als het ware het gedicht aan jou, de lezer, vertelt. Door aanwijzingen in de tekst kun je meer te weten komen over het lyrische ik. Spreekt er een kind, een oude man, een jonge vrouw – of misschien zelfs een dier of een voorwerp? Dichters zorgen er vaak bewust voor dat de identiteit van het lyrische ik onduidelijk is, zodat de lezer de stem van het gedicht zelf moet interpreteren. De meningen of de observaties van het lyrische ik zijn dan ook niet noodzakelijk dezelfde als die van de dichter, want ook poëzie is fictie: wat verteld wordt, is niet altijd waargebeurd, maar kan ook verzonnen of vervormd zijn.

1 Wat kun je zeggen over het lyrische ik in de gedichten op p. 126?

rs

2 Welke ervaringen worden volgens jou beschreven in de gedichten? Herken je die ervaringen? 3* Selecteer uit elk gedicht de belangrijkste/mooiste/verrassendste/schokkendste regel. Vergelijk jouw keuze met die van een medeleerling.

pr oe

fv e

4 Waarom zou een dichter ervoor kiezen om over die ervaringen te vertellen in een gedicht, in plaats van bijvoorbeeld een opiniestuk in de krant?

ONDERWEG

Ideeën over vrouwelijkheid en mannelijkheid zijn niet weg te denken uit de kunst, literatuur en poëzie. De volgende basisbegrippen zijn noodzakelijk om te praten over vrouwen, mannen en alles daartussenin. •  Geslacht/sekse: dit begrippenpaar duidt op de biologische kenmerken die bepalen of iemand vrouwelijk, mannelijk of intersekse is. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over geslachtsdelen, chromosomen, zwangerschap en menstruatie. •  Gender / sociaal geslacht: met het begrip gender spreken we over de sociale en culturele componenten van ‘vrouwelijk’ en ‘mannelijk’. Daaronder vallen verwachtingen, (voor)oordelen, veronderstelde eigenschappen van vrouwen en mannen ... Ideeën over gender verschillen van mens tot mens en kunnen afhangen van onder meer cultuur, tijdsgeest en sociale afkomst. Wat we verstaan onder ‘gender’ evolueert dus voortdurend.

230

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


HIJ ZEI WE MOETEN PRATEN en ik zei okay, laat me even mijn labello pakken, dat praat een stuk makkelijker

IN

en ik gleed nog voor hij doorhad wat er aan de hand was in mijn tas. Zonk naar de bodem, langs mascara, doekjes, ons nog te ondertekenen samenlevingscontract en bereikte de bodem van mijn tas. Daar nam ik plaats. En heel af en toe

N

staarde ik omhoog en zag een wanhopige mannenhand naar me graaien. Die hand noemde ik God.

VA

fv e

rs

ie

©

Ellen Deckwitz

Reïncarnatie Wil iemand in mijn benen lopen, in mijn mond zijn woorden leggen en in mijn handen stijve vingers soepel strekken voor pianospel of strelen - wie wil mij aan? Word ik de eerste keus of heeft een mooier lichaam niet gepast? Lig ik opgevouwen achteraan of hang ik breeduit in de etalage? Hoe weten zij hoe ik mij was? Welk nog onzichtbaar etiket is in mijn nekrand vastgezet?

pr oe

Ester Naomi Perquin. Servetten Halfstok

OPIUM I. Ik swipe op mijn telefoon door alle Marktplaatsadvertenties met het trefwoord ‘rood’, gesorteerd op prijs van laag naar hoog. Bij een glas-in-loodlamp met klaprozen moet ik aan mijn oma denken en dan aan A., toen hij thee zette van de papavers onder zijn slaapkamerraam en trippend naar de Decathlon fietste. Dan denk ik aan de natuur, mijn eerste keer Norlevo halen bij de zondagdrogist op het Leidseplein en al mijn lesbische vriendinnen die spiraaltjes laten zetten voor het geval dat ze, fietsend naar de Decathlon, et cetera, et cetera. ‘Tsja, zo zijn mannen,’ zei mijn moeder toen ik haar vertelde over mijn eerste overmanning, waarbij ik mezelf had afgevraagd wat het ergste was, deze piemel of de freejazz op de achtergrond. Soms wil ik niets anders dan de zesde van Tsjaikovski, vierde beweging, een kartonnen doos in de grond en een bedje van papaverbollen. Levina van Winden. Er is een band die rapemachine heet

c18 Hedendaagse poëzie

231


2

Trauma

Nee ik kan veel verdragen bijna alles en dat meen ik shit gebeurt dat weet ik daar doen jullie ook niks tegen dat is wel gebleken en ik zou het zelf ook liever niet vergeten voor mijn dochter later weet je, zij moet snappen hoe verraderlijk het is zo’n slapend fietspad, mooie sterren maar geen straatlicht, nee laat mij maar draaien elke nacht mezelf weer wakker happen het geluid van klappen op mijn kaak, opnieuw de rits die breekt en weer de naad die huid de biefstuktong haast afgebeten en die zure smaak

IN

Graag verlossing

VA

N

dus nee laat mij maar overgeven geen probleem het zal wel slijten maar alleen één ding wou ik dus vragen of jullie dat nog uit mijn geheugen kunnen halen, een gezicht, niet van de man die zich verloor in wat hij met me deed maar van die andere, die knappe met die etalageogen, please, verlos me verder nergens van behalve dan de ogen van de man die bij zichzelf bleef op gepaste afstand, vlak voordat hij wegkeek.

fv e

rs

ie

©

Gerda Blees. Dwaallichten

1* Welke emoties roept dit gedicht op bij jou? 2 Welke drie ‘personages’ komen voor in dit gedicht? Wie zijn ze en wat doen ze?

pr oe

3 De ik-persoon lijdt aan een trauma dat uit twee delen bestaat. Leg uit.

onthouden

Als medische term betekent ‘trauma’ een ernstige lichamelijke of psychologische kwetsuur. Trauma is ook niet weg te denken uit de literatuur omdat literaire taal soms geschikter is om met het ‘onzegbare’ om te gaan. Als je literatuur over trauma leest, is het daarom belangrijk om ook aandacht te besteden aan wat de auteur bewust niét zegt of niet kan zeggen.

232

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


VA

N

IN

Feminisme

©

1 Wat associeer je met het woord ‘feminisme’? Schrijf enkele woorden op en bespreek die met een medeleerling. 2 Wat zou poëzie voor feminisme kunnen betekenen volgens jou?

ie

3 Beluister en/of lees het gedicht van Babs Gons op de volgende pagina. 4* Welke emoties wekt dit gedicht op bij jou?

rs

5 Stel je voor dat je als grafisch ontwerper een T-shirt wilt ontwerpen waarop je een deel van de tekst laat drukken. Welk stukje (maximaal twaalf woorden) zou je kiezen? 6 Over welke ervaringen gaat het gedicht?

fv e

7 Dit gedicht van ‘slam poet’ Babs Gons verschilt op meerdere vlakken van de drie gedichten waarmee deze les startte. Bespreek kort drie verschillen.

ONDERWEG

Feminisme is een verzamelnaam voor maatschappelijk-politieke bewegingen die ongelijke verhoudingen tussen vrouwen en mannen kritisch bekijken en ijveren voor gelijke rechten voor alle genders. Dat streven wordt emancipatie genoemd, en richtte zich historisch vooral op gelijke politieke rechten. Vandaag stellen feministen vast dat vrouwen in veel landen weliswaar gelijke politieke rechten hebben, maar dat ongelijke machtsverhoudingen blijven voortduren op het vlak van seksueel geweld, rolpatronen, abortusrechten, LGBTQIA+-rechten en toegang tot medicatie.

pr oe

3

De feministische beweging is zeer sterk met de literatuurgeschiedenis vervlochten. Al in 1792 bepleitte de Britse schrijfster Mary Wollstonecraft in A Vindication of the Rights of Woman een gelijk opleidingsniveau voor mannen en vrouwen. In 1929 publiceerde de beroemde Britse moderniste Virginia Woolf het essay A Room of One’s Own, waarin ze verklaart waarom vrouwen in de geschiedenis minder bereikt hebben dan mannen. Vrouwen hadden immers als ‘huisvrouw’ geen eigen kamer met een slot op de deur, waardoor ze hun potentieel niet konden waarmaken. In navolging van Woolf publiceerden auteurs als Simone de Beauvoir, Margaret Atwood, Toni Morrison, Rebecca Solnit en in ons taalgebied Marja Pruis en Kristien Hemmerechts literatuur die de ongelijke positie van vrouwen in de samenleving thematiseert.

c18 Hedendaagse poëzie

233


ALS JE NOOIT IN HAAR SCHOENEN HEBT GELOPEN

N

VA

als je nooit in haar schoenen hebt gestaan het gevoel niet kent geen adem meer te kunnen halen omdat iemand opeens een deur in het slot draait de taxi onverwachts afslaat als je niet weet hoe het is om in haar schoenen te staan niet weet hoe het voelt niet gehoord, niet geloofd niet geholpen te worden om de volgende ochtend gewoon weer een nieuwe dag te beginnen de verse wonden, de schade onzichtbaar onder je kleding, je huid van achter een glimlach de dag zien door te komen

©

als je nooit in haar schoenen hebt gelopen niet weet hoe uitputtend het is om ogen en oren over je hele lichaam te dragen de haren in je nek als alarmbellen je te laten vertellen wanneer je moet maken dat je wegkomt je altijd in je hoofd aan het rekenen bent, hoe laat je waar aankomt, wanneer je moet vertrekken en of je dan nog net op tijd niet hardlopen in het donker niet via het park groepjes vermijden nooit je drankje uit het oog verliezen

IN

als je nooit in haar schoenen hebt gelopen nooit met je sleutels tussen je vingers door het donker hebt gefietst een hoodie extra large over je jurk hebt aangetrokken je hakken voor sneakers verwisseld om zo hard mogelijk door de nacht naar huis te trappen

pr oe

fv e

rs

ie

als je nooit in haar schoenen hebt gelopen niet weet hoe het is om oogcontact te vermijden, te doen alsof je belt stoerder te gaan lopen een busje haarlak in je mouw te dragen via winkelruiten in de gaten te houden wie er achter je loopt een omweg te maken zodat je achtervolger niet ziet waar je woont om dan soms het grootste gevaar in je eigen huis te treffen het zijn toch vaak bekenden

vertel dan nooit wat zij moet doen wat ze moet dragen dat ze moet baren en hoe zich te gedragen hoe te bewegen wanneer te spreken hoe ze haar lichaam hoe ze haar leven maar leer de wereld van haar houden zo hard dat ze nooit meer achterom hoeft te kijken zo hard dat ze mag dansen wanneer ze wil gaan waar ze wil laat de wereld nu verdomme eens beginnen hartgrondig van haar te houden Babs Gons. Doe het toch maar

234

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Intersectioneel feminisme Radna Fabias werd in 1983 geboren op Curaçao, een van de Nederlandse Antillen. Haar poëziedebuut Habitus (2018) was een van de meest succesvolle dichtbundels van het afgelopen decennium. Met de bundel, die actuele postkoloniale en feministische thema’s aansnijdt, won ze onder meer de Herman de Coninckprijs 2019.

IN

inspectie bij aankomst

fv e

rs

ie

©

VA

N

grofweg 1 meter 70 als het meetinstrument de haren omlaag duwt veerkrachtig haar (fijn, krullend, her en der stug, veranderlijk, dorstig) voorhoofd: onnadrukkelijk wenkbrauwen: zwart – iets doorlopend – wimpers: niet geteld ze zijn er, ze zijn donker ogen: groot, donkerbruin, nadrukkelijk aanwezig zo ook neus: nadrukkelijk etnisch lippen: pruilen nauwelijks, mondhoeken met enige regelmaat omhoog gebit: licht beschadigd door bijten op harde objecten, verstandskiezen met geweld verwijderd tong: beschadigd, geeft de liefde de schuld kin: afhankelijk van de kijkhoek enkelvoudig hals: intact schouders: hard rug: belast sleutelbeen: onnadrukkelijk borsten: onder de afdrukken van woeste mensenhanden – geen zichtbare schade – moedervlekken: spuug van god buik: vol van belofte, zit geen kind in billen: relatief rond – minder massa dan de bloedlijn doet verwachten – bekken waarin het spookt heupen: breed benen: gespierd wegens krijgsverrichtingen voeten: plat, raken altijd de grond armen: zwaar onthand

pr oe

4

Radna Fabias. Habitus

ONDERWEG

Intersectionaliteit betekent dat mensen discriminatie kunnen ondervinden op basis van meerdere factoren. Zo kan iemand gediscrimineerd worden omdat die persoon bijvoorbeeld én vrouw én zwart is. Het begrip is van belang in de sociologie, de rechtspraak en de medische wereld. Intersectioneel feminisme besteedt dus in het bijzonder aandacht aan de moeilijke maatschappelijke positie van niet-witte vrouwen.

c18 Hedendaagse poëzie

235


Lees het gedicht inspectie bij aankomst uit Habitus. 1 Wat valt je op wat betreft de vorm van het gedicht? Is die typisch voor poëzie? 2 Wat betekent de titel van het gedicht volgens jou? 3 Welk beeld krijg je van de ik-persoon door de beschrijving van de verschillende lichaamsdelen? 4 Hoe kun je dit gedicht verbinden met de problematiek van het ‘intersectioneel feminisme’?

Mannelijkheid

IN

5

Lees onderstaande gedichten.

N

1 Welk van beide gedichten vind je het meest geslaagd? Geef minstens drie argumenten.

2 Welke visies op ‘de man’ lees je in de onderstaande gedichten? Vergelijk de twee gedichten met elkaar.

VA

3 In beide gedichten worden zowel verwachtingen als vooroordelen over mannelijkheid gethematiseerd. Ben je het eens met die verwachtingen en vooroordelen? Waarom wel/niet?

©

Wat je moet weten voor je beslist om een man te zijn

pr oe

fv e

rs

ie

Een man zijn betekent niet huilen wanneer je broers je Pokémonkaarten verscheurd hebben. Anders landt je grootvader als een loodzware vogel op je schouders. Een man zijn betekent je herinneringen samendrukken tot ze als diamanten uit je voorhoofd barsten. Een man zijn betekent je niet als vlinder Nachtrit laten schminken, maar als schedel. Een man zijn betekent je benen niet kruisen op de trein Man, eenentwintigste eeuw, kaal, gezet maar tongzoenen met het hiphopmeisje en met een onvervreemdbaar recht op seks dat op je schoot komt zitten. (‘Mijn naam is Legioen, wij zijn met velen’), ‘Of ben je een homo misschien?’ jaagt door de late nacht over de weg Een man is een jachtgeweer. en wil zijn lichaam met gevrouwte delen. Hij draagt zijn spieren als een blinkend harnas, laat zich kruisigen tot hij glimlachend De pompen van de Shell. Het pooierslicht. in een jacuzzi van bloed baadt, Vol moed een meisje achter glas betalen. een glas whisky in de hand. Vol moed aan nieuwe vrouwen denken, echt, Een man is kanonnenvlees. elektrisch, kil, verhit, maar denken, denken – Zijn mond heeft de vorm van een loop. een hersenhond, onthand en underfucked, Een man is een acteur. Niemand weet wat de rol inhoudt, al jaren in zichzelf verongelukt, maar iedereen wil hem spelen. maar met drie namen in zijn telefoon, Een man zou een dichter kunnen zijn, drie namen vol belofte van geluk. maar daar heeft de wereld al jongens voor. Hij belt. Zijn recht op seks. Op scherpe meiden. Waarom heb ik toch medelijden? Mattijs Deraedt. De schaduw van wat zo graag in de zon was blijven staan Menno Wigman. Mijn naam is legioen

236

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Creatief uitdrukken Kruip in je pen. Nu is het aan jou om een gedicht in het thema ‘gender’ te schrijven. Vrouwen/mannen moeten … zijn.

‘lichamelijke’ werkwoorden

IN

lichaamsdelen

1 Noteer om te beginnen telkens vijf woorden per categorie.

a Bij de eerste categorie noteer je vijf (voor)oordelen over het gender waarover jij wilt dichten. b Bij de tweede categorie bedenk je vijf lichaamsdelen.

N

c Bij de derde categorie schrijf je vijf ‘lichamelijke’ werkwoorden: werkwoorden die een lichamelijke actie beschrijven.

VA

2 Vervolgens combineer je uit elke categorie minstens drie woorden tot verzen.

Tip

rs

fv e

Leestips

ie

©

Net zoals de gedichten uit deze les niet rijmen, hoeft jouw gedicht dat ook niet te doen. Misschien kun je op andere manieren met klanken en beelden werken?

pr oe

6

c18 Hedendaagse poëzie

Ester Naomi Perquin timmert al sinds haar debuut Servetten Halfstok (2007) aan een lyrisch oeuvre in het hart van de Nederlandse poëzie. Waarnemingen en gedachteexperimenten van een vrouwelijke ik presenteert ze in een taal die eenvoudig is zonder aan suggestie in te boeten. Haar ervaringen als bewaarder in een gevangenis verwerkte ze op geheel eigen wijze in de bundel Celinspecties (2012). Van 2017 tot 2018 was ze de Nederlandse Dichter des Vaderlands.

Verwachtingen Je koopt wat kleren voor een lijf dat niet bestaat, je denkt van binnenuit al ledematen, romp en gek dat verwachting de lading niet dekt. Er blijft een halfstatistisch ongeloof. Maar kijk, daar draagt een man bezwering aan, hij geeft je allerdiepste angst alvast een voetbal en een achternaam.

237


VA

ER IS EEN BAND DIE RAPEMACHINE HEET

N

IN

Levina Van Winden gaf haar debuutbundel de schokkende titel Er is een band die rapemachine heet. Daarin gaat ze op zoek naar een sterk en zelfbewust vrouwelijk antwoord op de alledaagsheid van seksueel geweld. Met scherpe, ironische en opzwepende beelden schept ze een universum dat maar al te herkenbaar is voor jonge vrouwen.

Er is een band die rapemachine heet Je wordt vervelend als je drinkt Ik ga lekker Ik ga weg

ie

©

De zonnestralen uit mijn aars staan je niet aan Ik ga voetbal kijken Er is een band die rapemachine heet

rs

Ik heb de wc met je sokken afgestoft Ik heb je oogbal gelikt Ik heb je oogbal gelikt Ik heb je oogbal gelikt terwijl je sliep

Ik heb over je tandenborstel heen gepist het was overwegend positief

fv e

Ik heb je kamerplant een halve tint groener gemaakt Ik heb een peperkorrel in je suikerpot gedropt Ik heb bukowski’s asbak uitgelepeld Ik heb bukowski’s peuken opgepeuzeld

pr oe

Is dat een biertje in je hand of ben je gewoon blij om me te zien? Er is een bepaald soort verdriet dat alleen verholpen kan worden met filmpjes van mannen in menstruatiekrampsimulatiemachines Je probeert mijn baarmoeder te kietelen Mijn baarmoeder lacht mondjesmaat mee Er is een band Er is een band Er is een band die rapemachine heet

238

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


IN

Radna Fabias’ debuutbundel Habitus zorgde meteen voor haar grote doorbraak in de Nederlandse poëzie. In de drie delen van de bundel onderzoekt ze haar geboorteplaats Curaçao, haar vrouw-zijn en het leven als persoon met een migratieachtergrond in Nederland. Dat doet ze met bezwerende en zintuiglijke taal die de lezer de adem beneemt.

N

bruid

VA

zoals veel vrouwen wist ik altijd al dat ik een man zou huwen het werd een zwarte man omdat dat beter bij mijn jurk zou staan een kwestie van contrasten

©

de zegening vond plaats in een kerk waar een geloof beleden werd dat ik niet aanhing de priester droeg net als alle aanwezige vrouwen een sluier wit zijn preek eindigde met de vraag wie de politie zou bellen

ie

op het altaar lagen voorwerpen die ik uit mijn jeugd kende een cactus, gloeiende kolen, een bijl om onkruid mee te wieden en een dood dier vermoedelijk een zwerfhond

rs

de vloer lag vol met maïsmeel het interieur deed denken aan een strandtent de wierook rook naar kerstnacht

fv e

er werd met zeewater een kruis op mijn in as bedekte hoofd getekend ik beloofde eeuwigheid in een taal die ik niet sprak ik had alleen dat ene zinnetje geleerd de bruidegom zei dat de taal er verder niet toe deed de aanwezigen keken op een specifieke manier leeg

pr oe

ik droeg geen bh en schaamde me voor de tepelafdrukken in mijn leugen in mijn witte witte leugen van een bruidsjurk mijn bruidegom fluisterde me toe dat het huwelijk een vormelijkheid is ter geruststelling van hen die ons gebaard hebben de vrouwen zongen een lied over mijn verloren onschuld ik bood mijn excuses aan het was een lange zit mijn gesluierde schoonmoeder bedankte me alvast voor de kleinkinderen onderweg naar buiten bekogelden de aanwezigen ons met uiteenlopende zaden en granen: anijs voor een zoete huwelijksnacht – alsof wij dat nodig hadden – toen rijst – omdat dat hoorde – toen zwart doodzwart sesamzaad waarover mijn bruidegom vertelde dat het een belangrijk symbool was en bij de deur, ten slotte, voordat we de kerk uit stapten, met gort

c18 Hedendaagse poëzie

239


VA

GESLACHTELIJKE BEPALING

N

IN

Komijnsplitsers is de derde bundel van de internationaal bejubelde Lucas Rijneveld, die sinds dit werk de voornaamwoorden ‘hij/zijn’ verkiest. De bundel is een verkenning van wat het betekent ‘thuis’ te zijn, in huizen, maar ook in lichamen en genders. Rijneveld put uit zijn eigen ervaringen om poëtische werelden te scheppen voor wie het ‘leven niet past’. Het is een bundel vol hoop en groei, zonder de donkere en moeilijke kanten daarvan te veronachtzamen.

©

Trok in plaats van een grijs vest een jongen aan. Zo vaak in de slobberfase gezeten dat er weinig postuur overbleef, ik kon voor alles doorgaan. Het was te groot bij mijn schouders, ach het kon me wat. Met veel dingen heb ik vrede gehad, maar niet met

ie

geslachtelijke bepaling, met blauw of roze speelgoed. Wilde ruw zijn en tegelijk lief, kocht op een dag mijn eerste piemel voor zeventienvijftig. Ik waste hem voor het slapengaan zachtmoedig, rolde hem door maïzena om hem levensecht en houdbaar zoals

fv e

rs

de bijsluiter beweerde – en maakte een keuze, rechts of links dragen. Streelde hem te pas en te onpas, verlangde steeds vaker naar een vrouwenhand, o alsjeblieft, een vrouwenhand. Piste tegen iedere boom die ik tegenkwam, riep soms God aan: laat dit nooit voorbijgaan. Maar mensen hielden niet van grijze vesten. Ze zeiden: onder al die laagjes zit een meisje verscholen, dat zo vaak verkouden is, ze staat al jaren op de tocht. En ze knepen in mijn bovenarmen, schudden moedeloos het hoofd, schopten tegen mijn kuiten in de

pr oe

hoop dat ze roze, balden hun vuisten. Je moet weten: niets was mij vreemd. Dit ongenadig betasten, deze donderpreek. Dit gejammer over de natuur en zijn beloop. Ik schreeuwde de longen uit mijn lijf, gumde beterschap noch vrede uit al mijn tekenschriften. Kreeg bloemen, gatverdamme te veel bloemen, en maakte mijn borst schaamteloos plat, streek iedere ochtend de kreukels uit mijn vertrouwen. Tuurde tussen mijn benen in de hoop dat de piemel aan zou groeien. Alles wat te bepalen valt, heeft ongeschreven regels.

240

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


c literatuurgeschiedenis

c19 c1

Hedendaagse literatuur: klimaatfictie 1 Je leert hoe verbeeldingskracht in literatuur een perspectief biedt op uitdagingen in de reële wereld 2 Je leert hoe romanpersonages verschillende perspectieven op maatschappelijke vraagstukken kunnen bieden

N

Inleiding

Jaartal: 2040 Leeftijd kind:

fv e

rs

ie

©

VA

Jaartal: 2035 Leeftijd kind:

Jaartal: 2050 Leeftijd kind:

pr oe

1

IN

3 Je reflecteert over welke rol literatuur in de maatschappij kan spelen

1 Tijd om je verbeelding te laten spreken: over vijf jaar verwachten jij en je partner een kind. De zwangerschap was niet gepland, maar jullie besluiten het kind samen op te voeden. Leid uit de jaartallen bij bovenstaande wereldbollen de leeftijd van jullie kind af en schrijf die erbij. 2 Probeer je bij elk jaartal een toekomstbeeld voor te stellen. Hoe is het leven van jouw kind in dat jaar? Denk aan: onderwijs van de toekomst, technologische ontwikkelingen, geopolitieke situatie, klimaat … Schrijf telkens drie concrete voorspellingen op.

c19 Hedendaagse literatuur: klimaatfictie

241


Tussentijds

2

IN N

VA

In de roman Tussentijds (2022) maakt de Nederlandse auteur Peter Zantingh (°1983) de lezer deelgenoot van de gedachtewereld van dertiger Robin, die met zijn zoontje Mats een treinreis maakt door Duitsland. In het Duitse Ahrtal kwamen door overstromingen in de zoveelste rampenzomer meer dan 180 mensen om het leven – wat de jonge vader bezorgd maakt over de toekomst van zijn kind op deze opwarmende planeet. ‘Elke zomer zijn eigen rampencocktail, en het is pas zijn derde julimaand. Hij moet er nog zoveel.’ De roman stond op de shortlist van de Libris Literatuurprijs 2023.

© HOLLANDSE HOOGTE

Onderweg

Je leest een fragment uit Tussentijds. Focus op de tweestrijd waarop Robin terugblikt: zouden hij en zijn vriendin beter aan kinderen beginnen of beter niet?

©

Tussentijds

5

rs

pr oe

10

‘Toen ze zelf begin twintig was,’ begon Tess, alsof ze in haar hoofd de volgende paar zinnen alvast aanlegde, ‘kwam bij haar een complicatie aan het licht die de kans op kinderen kleiner kon maken. Het kwam erop neer dat ze steeds minder leek te menstrueren. En als dat zou doorzetten …’ Ze ging even voor me fietsen in een smal straatje, we lieten het verkeersplein bij de Ulu-moskee achter ons en fietsten onder het spoor door. Onder het viaduct hing een poster met de door niemand opgeëiste waarschuwing THE END IS NEAR, naast een aankondiging van een studentenfeest in popzaal Tivoli. ‘Nou ja’, zei ze – en ik hoorde haar poging het luchtig te laten klinken. ‘Ze kregen mij al redelijk vroeg. Ik ben er, kijk maar. Dus toen was ze duidelijk niet onvruchtbaar. Maar daarna werd ze niet meer zwanger. Niet dat ze daar heel erg hun best voor deden, maar ze hebben ook niet geprobeerd het te voorkomen, zeg maar. Bij het stoplicht aan de Amsterdamsestraatweg, tussen de scooters en de studenten, zweeg ze. Ik dacht terug aan een moment van een paar maanden eerder, half oktober was het, toen het nog ongewoon warm was en alle terrassen op de Neude vol zaten met zonnebrillen terwijl de oliebollenkraam zich al op de kop van het plein had gestationeerd. Het was of iemand foto’s van de twee seizoenen naast elkaar had geplakt. De rest van de middag kon ik de macabere gedachte dat dit hemellichaam in zekere zin onvruchtbaar was geworden niet van me afschudden. Niet langer in staat nieuw leven groot te brengen. Toen we overgestoken waren en naar links afsloegen, ging ze verder. ‘Maar goed, mijn moeder heeft dus altijd onthouden dat de dokter zei: het kan lastiger worden met elk jaar dat je langer wacht. En dat het dus erfelijk kán zijn.’ Ik vroeg: ‘Hoe groot is die kans?’

fv e

1

ie

In de trein denkt Robin terug aan een conversatie die hij had met zijn vriendin Tess, de moeder van zijn zoontje Mats, enkele jaren voor diens geboorte. Tess’ moeder was voor de geboorte van haar dochter bezorgd over haar vruchtbaarheid en Tess vreest dat ook zij weinig tijd heeft om een kind te krijgen, als ze dat zou willen.

15

20

woord macaber: griezelig, huiveringwekkend door de sfeer van dood

242

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


30

Robin strijdt als milieuambtenaar tegen infrastructuurwerken die schadelijk zijn voor het natuurgebied Amelisweerd in Nederland. Hij nam deel aan een ‘protestlint’, waarbij activisten zich opstelden tegenover de bouwvakkers die aan de aanleg van de snelweg wilden beginnen.

pr oe

55

fv e

rs

50

©

45

ie

40

VA

N

35

We hadden de feiten al, dat voorjaar waarin we wakker lagen en nadachten en soms allebei leken te luisteren of er binnen in haar een deurtje in het slot viel. We hadden de feiten. De data, de rapporten, de percentages, de kansberekeningen. We wisten het. Vroeger was ik geneigd geweest te denken dat we de elementen aan onze zijde hebben. Dat ze aardig gevonden willen worden. De wind stoot wel eens iets van tafel, de regen morst, de zon kan zich enthousiast aan je opdringen. Wat kon daar gewelddadig aan zijn? Maar nu wisten we het allemaal en er was geen houden meer aan. De oceanen hadden de eerste overmatige hitte opgevangen en bij de koraalriffen de witte vlag gehesen. Tweehonderdduizend saigaantilopes vielen dood neer in Kazachstan, omdat de uitzonderlijke hitte en luchtvochtigheid binnen in elk exemplaar een doorgaans pacifistische bacterie had laten ontsnappen uit de luchtwegen en via de bloedsomloop toegang had verschaft tot lever, nieren en milt. Op een ochtend spleet een beroemde, duizenden jaren oude baobabboom in Botswana doormidden en viel neer op de uitgedroogde bodemgrond. Orkanen met namen als van mensen met een stacaravan joegen over de Caribische eilanden, Puerto Rico en Texas. Elk jaar werd het warmste jaar ooit. Wie nog in staat was te ontkennen, ontkende. Een Amerikaanse senator gooide vanaf zijn spreekgestoelte onderhands een sneeuwbal op de blauwe vloerbedekking van het Congres: zijn bewijs dat we niet zo arrogant moesten zijn om te denken dat we de planeet eigenmatig te gronde konden richten zolang Hij barmhartig van boven meekeek. De rest van ons wrong zich krampachtig door de smalle opening die nog restte tussen verzwijgen en openlijke paniek: die van het nonchalante erkennen, om daarna snel weer over te schakelen naar dat wat de menselijke en maatschappelijke psyche ten onrechte kwalificeerde als relevanter en pregnanter. Ook Amelisweerd leek niet te redden. Datzelfde voorjaar waren de regeringsplannen voor verbreding van de snelweg gepubliceerd. Er moesten-zouden veertien rijstroken naast elkaar komen, waarvoor het nodig was nog eens zoveel bomen te slachtofferen als begin jaren tachtig, in een streven de in ambtelijke stukken vastgelegde reistijdnormen heilig te verklaren en nét een paar minuten eerder bij onze ondergang te kunnen arriveren. Sinds de dag van het protestlint was er in Nederland zo’n tweeduizend kilometer asfalt bij gelegd. Geen meter ervan had ik, mijn vader, of wie dan ook kunnen tegenhouden. Ook daar dacht ik aan als we samen wakker lagen. Maar dat zei ik niet.

IN

25

Ze haalde haar schouders op. ‘Er gaat gewoon langzaam een deurtje dicht, denk ik.’ Ze trok onwillekeurig haar benen bij elkaar. ‘Ik dacht meer aan een percentage.’ ‘Ik heb geen percentage voor je, Robin.’ ‘Je bent nu zesentwintig.’ ‘Dat weet ik.’ ‘Nee, ik bedoel gewoon …’ ‘Ja, ik ben ouder dan mijn moeder toen ze mij kreeg.’ Die avond lagen we wakker onder het lege dekbedovertrek, en hoewel we het niet uitspraken, wist ik dat we allebei de dwingende hand van de tijd voelden.

60

c19 Hedendaagse literatuur: klimaatfictie

woord pregnant: veel inhoud bevattend, belangrijk

243


1* Waarover gaat dit fragment? Vertel het in je eigen woorden na aan een medeleerling. 2 We beleven het fragment vanuit het perspectief van Robin. Hoe zou je hem op basis van zijn gedachten en bezorgdheden kunnen karakteriseren? 3 Robin en Tess liggen wakker van haar (mogelijke) onvruchtbaarheid en van de klimaatcrisis. Welke parallel kun je als lezer trekken tussen die twee problematieken? 4* Vind je de gedachten van Robin herkenbaar? Waarom wel/niet? 5* Raakt de auteur met bepaalde poëtische formuleringen een gevoelige snaar bij jou? Welke?

IN

In de citaten op p. XXX leren we drie personages beter kennen: Robin, Tess en een naamloze man in de trein, met wie Robin over het klimaat en andere levenskwesties spreekt. We blijven in de gedachtewereld van Robin. Alle informatie over Tess en de man in de trein komen we dus te weten via Robins perspectief.

7* Met welke houding kun jij je het best identificeren? Waarom?

N

6 Lees alle citaten en karakteriseer de drie personages. Hoe verschillen ze van elkaar in hun houding tegenover een onzekere toekomst?

VA

8* Welke talige formuleringen vind jij het meest geslaagd om de onzekerheden van de personages te beschrijven? Waarom?

©

9* De roman Tussentijds is een voorbeeld van klimaatfictie. Het boek speelt zich niet af in de toekomst, maar in het verleden (meer bepaald de zomer van 2021) en blikt vooruit op de toekomst door de levensverwachting van een jong kind centraal te stellen. Wat zou de boodschap van de auteur kunnen zijn volgens jou?

Onthouden

rs

ie

10 Waarom zou hij kiezen voor een roman om die boodschap te brengen en niet voor bijvoorbeeld een opiniestuk in de krant?

fv e

Het is van alle tijden dat literatuur zich bezighoudt met actuele kwesties. In onze tijd kunnen veel auteurs de prangende klimaatcrisis niet langer negeren. Daarom ontstond in de jaren 2010 de term ‘klimaatfictie’, waarmee alle literatuur kan worden aangeduid die klimaat als thema behandelt. Verhalen binnen dit genre spelen zich vaak af in een nabije toekomst, maar steeds vaker ook in het heden. Met terugwerkende kracht behoren ook eerdere werken tot dit genre, zoals de populaire MaddAddam-trilogie van de Canadese auteur Margaret Atwood.

pr oe

Klimaatfictie is verwant met de genres sciencefiction en de dystopische roman (romans over een afschrikwekkende toekomst, bv. in een dictatuur of een post-apocalyptische wereld, zie ook B8). Sciencefiction speelt zich vaak af in alternatieve werelden. De beschreven klimaatproblemen in zulke werelden kunnen symbolisch zijn voor soortgelijke problemen op onze echte aarde. Een voorbeeld van zo’n (klassiek) sciencefictionwerk is Dune (1965) van Frank Herbert.

244

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


[Robin, over Tess] De grote, abstracte gevaren, daar leek zij zich minder druk om te maken. Alsof we hadden afgesproken dat ik die voor ons beiden zou beteugelen, en dan zou zij alert zijn op het tast- en zichtbare. Huiduitslag, een moedervlek op mijn rug, een ingegroeide baardhaar. Een splinter in mijn vinger merkte ze soms eerder op dan ik.

IN

[Robin, tegen Tess, over het nog ongeboren kind] Ik zei het zoals ik het in gedachten al geformuleerd had. ‘Om iets in gang te zetten met een levensverwachting die zich uitstrekt tot ver voorbij alle voorspellingen.’ Ze zuchtte. ‘Het wordt geen iéts’, zei ze. ‘Het kan zelf leven. Het kan zelf de wereld vormen. Het kan straks zelf zijn jas uitdoen, zelf naar school fietsen en zelf bepalen hoe de wereld eruitziet.’ ‘Dat is maar de vraag’, zei ik. ‘Of dat nog kan.’

VA

N

[Robin, in gedachten verzonken] In haar stiltes dacht ik na. Welke belofte doen ouders hun kind door het een leven te geven? Op hoeveel goede jaren heeft het recht? Is het een geslaagd leven als het veertig, dertig, twintig, tién jaar in relatief geluk geleefd is? Als hij eenmaal groot genoeg is om het zware begrip te torsen, zou hij er ons dan verantwoordelijk voor houden?

©

[Tess] ’Elke generatie denkt dat ze de laatste is’, zei ze toen ik terug was. Ze was weer gaan liggen. Er zat iets verzoenends in haar stem. ‘Vraag maar aan je vader.’

fv e

rs

ie

[Robin] Een paar maanden eerder was er iets verschoven. Ik weet niet precies waarom, maar van de ene op de andere dag ontweek ik het niet meer. Misschien was het stomweg niet meer te ontwijken, of had ik geconcludeerd dat ontwijken niets hielp. Dus ik wilde het allemaal weten. Het omarmen, het in de ogen kijken. Ik abonneerde me op de nieuwsbrieven van experts, ik las de reportages en de essays. In de boekhandel pakte ik de boeken met op de omslag de droge, gebarsten aarde, de woedende vlammen en de afbrokkelende ijsbergen. Ik luisterde naar een audioboek met de titel Our Final Warning: Six Degrees of Climate Emergency, een droge opsomming van de ene na de andere conclusie uit recente rapporten, en telkens als een gitzwart, apocalyptisch toekomstbeeld waar de generaties na mij vrijwel zeker mee te maken zouden krijgen in een omineuze, desolate slotzin was samengevat, begon het volgende met een zin als ‘and it gets worse’. Een jaar geleden zou ik niet eens in de buurt zijn gekomen van zo’n titel, bang voor de zware, zwarte bonk klei die ik ermee in zou slikken.

pr oe

[Robin] Al het denkbare gevaar was altijd van opzij gekomen, als een auto die uit een zijstraat de weg op schiet. Uitwijken was altijd mogelijk geweest, en dan de vlucht vooruit, richting een hagelwitte boog onbeschreven tijd. Nu niet meer. De weg hield op. De toekomst trapte op de rem en kwam nijdig achteruitgereden. [man in de trein, over de wereld] ’Zo is het welbeschouwd nog nooit eerder geweest’, zegt hij. ‘Als het universum een dag oud is, dan is dit die ene seconde dat alles in evenwicht is. Een uitzonderlijke balans. Een glitch. Dus af en toe denk ik: nee, dit kan niet voortduren.’ [man in de trein, over voorspellingen] ’Dus we kunnen het ook mis hebben, hè? Met z’n allen. Luister, ik heb soms ook het idee dat we nog pakweg dertig jaar hebben. Een halve eeuw, als het meezit. Dan hebben we elkaars kelen wel dichtgeknepen. En op andere momenten’ – zijn wijsvinger draait rondjes over de rand van zijn glas – ‘op andere momenten weet ik zeker van niet. Want dan zie ik de studenten die op een middag in het voorjaar het plein voor de hoofdingang af rennen, onder de felgele parasols door, en dan is het verdomd lastig te geloven dat zij de wereld níét gaan veranderen. Geloof mij maar, er is er niet één bij die denkt dat alles wel goed komt. Dat we het op z’n beloop kunnen laten. Ze maken zich allemaal zorgen. Maar ze lopen naar buiten, tot de tanden bewapend met ideeën en idealen. Ze rénnen naar buiten.

c19 Hedendaagse literatuur: klimaatfictie

245


Leestips Verwilderd, Richard Powers (2021)

Zee nu, Eva Meijer (2022)

N

IN

Astrobioloog Theo speurt voor zijn beroep de kosmos af naar leven, maar heeft momenteel wat anders aan zijn hoofd: zijn negenjarige, hoogbegaafde en -gevoelige zoon Robin draait sinds de dood van zijn moeder helemaal door. Zoals zijn moeder als juriste tegen vervuilende wetgeving streed, zo wil ook Robin de natuur van de ondergang redden. De gelauwerde Amerikaanse auteur Richard Powers beschrijft de liefde van een jongen voor de planeet, maar vooral ook de liefde van een vader voor zijn kind op deze bedreigde aarde. Verwilderd werd een internationale bestseller en stond op de shortlist van de Booker Prize.

©

VA

Nederland heeft een speciale band met de zee. Door dijken en waterwerken won het land vele hectares land van de zee. Maar nu wint de zee elke dag een kilometer terrein. Mensen worden geëvacueerd naar Duitsland en België, politici panikeren en complotdenkers ontkennen de realiteit. Een wetenschapster, een activiste en een scholier zoeken én vinden op zee een nieuw perspectief op de veranderde wereld. In deze satirische roman bestudeert de Nederlandse auteur en filosofe Eva Meijer ecologische thema’s die haar na aan het hart liggen.

ie

Zelfs als alles eindigt, Jens Liljestrand (2022)

fv e

rs

Didrik en zijn gezin genieten van hun zomervakantie aan een Zweeds meer, tot ze plots klimaatvluchtelingen in eigen land worden. Allesverwoestende bosbranden maken hun vlucht tot een helletocht. Tegelijkertijd zoekt Didriks voormalige maîtresse rust in een Stockholms appartement, mét kalmerende pillen, koude rosé en airco. Enkel de jongere generatie, waaronder Didriks oudste dochter Vilja, lijkt actie te kunnen ondernemen. Deze spannende Zweedse bestseller leest als een trein en bezorgde Liljestrand een wereldwijd lezerspubliek.

pr oe

Zwemlessen voor later (2020)

246

Van verstilde natuurlyriek over activistische ijsbeerpoëzie tot videogedichten: deze diverse bundel bevat maar liefst 160 gedichten van Nederlandse en Vlaamse dichters, jong en oud, die één ding gemeen hebben: grote bezorgdheid over de toestand van onze planeet.

Wat we toen al wisten, Geert Buelens (2022) Geert Buelens is hoogleraar letterkunde en dichter, maar spitst zich in dit nonfictiewerk toe op de (cultuur)geschiedenis van de klimaatverandering en het bewustzijn daarover. Hij toont aan dat betogingen voor een beter milieu, zorgen over oceanen en ontbossing en de politieke strijd tegen klimaatverandering allerminst hedendaagse fenomenen zijn: al vijftig jaar lezen en leren we erover in boeken, stripverhalen, nieuwsberichten en officiële rapporten. Hoe komt het dat we als mensheid zo lang wegkeken, hoewel de Club van Rome al in 1972 de alarmbel luidde over de opwarming van de aarde? Met dit urgente boek won Buelens in 2023 de prestigieuze Boonprijs voor fictie en non-fictie.

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Het essay: Te groot om ons voor te stellen

IN

De klimaatverandering is al een tijd geen theoretisch concept meer, maar een voelbare en observeerbare realiteit. Daarom vindt de Indiase schrijver Amitav Ghosh het merkwaardig dat klimaatverandering niet méér aanwezig is in de hedendaagse literatuur dan nu het geval is. ‘Serieuze’ auteurs lijken volgens hem schrik te hebben van het onderwerp, hoewel het een van de grote kwesties van onze tijd is. In het essay Te groot om ons voor te stellen (The Great Derangement. Climate Change and the Unthinkable, 2016, vert. 2022) werkt hij een theorie uit die enerzijds verklaart waarom kunst en literatuur moeite hebben om dit onderwerp te verbeelden en die anderzijds oproept tot dringende actie, ook vanuit de literaire wereld.

©

VA

N

Amitav Ghosh (1956) is een Indiase schrijver met een indrukwekkend oeuvre fictie en non-fictie op zijn palmares. In zijn laatste boek, De vloek van de nootmuskaat (2021, vert. 2023) verbindt hij de hedendaagse klimaatcrisis met de koloniale geschiedenis van de handel in nootmuskaat. Het boek gaat over de exploitatie van de grondstof door de Nederlanders in de 17e en 18e eeuw, maar de auteur trekt zijn kritiek op de dominante en kapitalistische ideologie van het Westen door naar onze tijd.

© Marco Destefanis

Onderweg

Onthouden

rs

ie

Een essay is een beschouwend stuk proza waarin de auteur een persoonlijk standpunt over een onderwerp inneemt. Het is doorgaans langer dan een column of een opiniestuk: de lengte varieert van enkele krantenpagina’s tot een volledig boek. Een essay is wetenschappelijk verantwoord en behoort dus tot het domein van de non-fictie, maar gaat aan de slag met literaire middelen: de taal is literair, de essayist zet argumentatietechnieken en stijlmiddelen in. Het genre van het essay heeft een lange traditie. De Franse schrijver en filosoof Montaigne publiceerde in 1580 de Essais, waarin hij zijn opvattingen over onderwerpen als liefde, verdriet en dood uiteenzette. Het woord ‘essay’ komt overigens van het Franse ‘essayer’ (proberen). Een essay is immers altijd een ‘probeersel’: de auteur geeft geen duidelijke mening die je gemakkelijk kunt samenvatten, maar nodigt de lezer uit om mee te denken, om een genuanceerde visie te vormen.

fv e

3

pr oe

17.3

In het Nederlandse taalgebied zijn er enkele auteurs die van de essayistiek een belangrijk genre hebben gemaakt, zoals Karel van het Reve (1921-1999). Van alle hedendaagse Nederlandstalige auteurs is Arnon Grunberg (1971) waarschijnlijk de meest productieve essayist. In de bundeling Waarheidsliefde en biefstuk (2023) vind je al zijn essays over literatuur en schrijven.

De werken hiernaast bevinden zich op de grens tussen essay en pamflet.

c19 Hedendaagse literatuur: klimaatfictie

© 2016 De Correspondent

Verwant aan het essay is het genre van het pamflet. In een pamflet neemt een auteur wel een duidelijke (politieke) stellingname in. Auteurs mengen zich zo met een literaire stijl in het publieke debat.

247


1* Voordat je begint te lezen: lijkt de klimaatcrisis jou een moeilijk onderwerp om over te schrijven? Waarom wel/niet? 2* Wat zou een auteur kunnen doen om een boek te schrijven dat mensen aanzet tot gedragsverandering? Kan literatuur op dat vlak een rol spelen? 3 Ken je het theoretisch concept ‘antropoceen’? Kun je de betekenis ervan afleiden door je kennis van woorden zoals antropologie en pleistoceen? Lees nu het fragment uit Te groot om ons voor te stellen van Amitav Ghosh op p. XXX.

IN

4* Controleer je hypothese over het woord ‘antropoceen’.

5 Amitav Ghosh vindt dat klimaatfictie en sciencefiction evenwaardig zijn. Juist of fout? Beargumenteer.

N

6* Herlees de tekst. Duid in elke alinea de zin aan die je het moeilijkst te begrijpen vindt. Bespreek de zin met een medeleerling. Heeft hij/zij dezelfde zin aangeduid? Kunnen jullie elkaar helpen om de alinea beter te begrijpen?

VA

Het fragment dat je las, komt uit een (lang) essay. Een essay ‘probeert’ een vraag te beantwoorden, maar doet dat niet rechtlijnig (zie ook het Onthouden-kader op p. XXX). Doorheen het essay bewandelt de auteur vaak zijpaden en roept hij nieuwe vragen op. Zo wordt de lezer aan het denken gezet. 7 Je merkt in de tekst veel vraagzinnen op, maar je zou veel vragen van de auteur kunnen herleiden tot twee overkoepelende vragen: welke?

©

8 Een essay maakt gebruik van literaire taal. Geef een voorbeeld uit de tekst.

pr oe

fv e

rs

ie

9* Ga je akkoord met de gedachtegang van Amitav Ghosh? Heeft fictie het moeilijk met een thema als klimaatverandering? Kun je een link leggen met andere kunstvormen: film, series, strips, theater …?

248

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Te groot om ons voor te stellen

5

N

10

3 Dat de klimaatverandering binnen het landschap van de literaire fictie een nog veel kleinere schaduw werpt dan op het openbare forum is niet moeilijk vast te stellen. Om te zien dat dit zo is, hoeven we maar te grasduinen door de bladzijden van een paar hoog aangeschreven literaire bladen of boekenbijlagen, bijvoorbeeld de London Review of Books, de New York Review of Books, de Los Angeles Review of Books, de Literary Journal en de New York Times Review of Books. Duikt het onderwerp klimaatverandering in die publicaties op, dan is dat nagenoeg altijd in verband met non-fictie; van romans en kortverhalen vang je in dat opzicht zelden een glimp op. Je zou nog verder kunnen gaan en beweren dat fictie waarin de klimaatverandering aan bod komt vrijwel per definitie niet van het type is dat door ernstige literaire bladen ernstig wordt genomen: dat het onderwerp nog maar vermeld wordt, volstaat veelal om een roman of kortverhaal af te doen als sciencefiction. Het lijkt wel of klimaatverandering in de literaire verbeelding enigszins verwant is met buitenaards leven of interplanetair reizen.

IN

1

VA

pr oe

30

fv e

rs

25

©

20

ie

15

Deze vreemde terugkoppeling heeft iets verwarrends. Het valt immers niet mee zich een vorm van ernst voor te stellen die blind is voor bedreigingen die in staat zijn het leven overhoop te gooien. En als de urgentie van een onderwerp inderdaad een criterium zou zijn voor de ernst ervan en we kijken naar wat de klimaatverandering werkelijk inhoudt voor de toekomst van de aarde, dan zou daaruit beslist volgen dat dit de hoofdbekommernis van schrijvers over de hele wereld zou zijn – en dat, denk ik toch, is absoluut niet het geval. Maar hoe komt dat? Kolkt de opwarming van de aarde te wild om ze te bevatten in de gebruikelijke schuiten van het vertellen? Terwijl, zoals intussen op ruimere schaal wordt erkend, we een tijdperk zijn binnengetreden waarin het wilde juiste de norm is geworden: als bepaalde literaire vormen niet in staat zijn deze wilde wateren te nemen, dan zullen ze gefaald hebben – en hun falen zal moeten worden aangerekend als een aspect van het ruimere falen van verbeelding en cultuur dat zich in het centrum van de klimaatcrisis bevindt. Het probleem komt duidelijk niet voort uit gebrek aan informatie: er zijn vandaag beslist niet veel schrijvers die geen besef hebben van de huidige verstoringen in de klimaatstelsels over de hele wereld. Toch valt het op dat romanschrijvers die er wel voor kiezen over de klimaatverandering te schrijven, dat vrijwel altijd buiten het domein van de fictie doen. Een treffend voorbeeld daarvan is het werk van Arundhati Roy: zij hanteert niet alleen een van de meest verfijnde prozastijlen van onze tijd, ook is zij gedreven en grondig geïnformeerd over de klimaatverandering. Toch schrijft ze over die onderwerpen steevast in een vorm van non-fictie. (…) Zelf heb ik mij eveneens lange tijd beziggehouden met de klimaatverandering, maar ik geef toe dat het onderwerp ook in mijn fictie zijdelings aan bod komt. Denkend aan die wanverhouding tussen mijn persoonlijke bekommernissen en de inhoud van wat ik publiceerde, raakte ik ervan overtuigd dat die tegenstrijdigheid niet het resultaat was van persoonlijke voorkeuren: ze vloeit voort uit de eigenaardige vormen van weerstand die de klimaatverandering vertoont tegen wat tegenwoordig als ernstige fictie wordt beschouwd.

35

40

45

4 In zijn invloedrijke essay The Climate of History stelt Dipesh Chakrabarty vast dat geschiedkundigen veel van hun fundamentele aannames en procedures zullen moeten herzien in dit tijdperk van door de mens uitgelokte klimaatverandering, waarin ‘mensen geologische instrumenten zijn geworden die de elementairste natuurkundige processen van de aarde wijzigen’. Ik zou nog een stap verder gaan en eraan toevoegen dat het antropoceen een uitdaging vormt, niet alleen voor de kunsten en de geesteswetenschappen, maar ook voor het begripsvermogen van ons gezond verstand en zelfs voor de hedendaagse cultuur in het algemeen. Er kan uiteraard geen twijfel over bestaan dat deze uitdaging gedeeltelijk voortvloeit uit de complexiteit van het technisch taalgebruik dat ons eerste venster op de klimaatverandering vormt. Maar evenmin kan er twijfel over bestaan dat de uitdaging ook voortkomt uit de praktijken en aannames die de kunsten en geesteswetenschappen tot richtsnoer dienen.

c19 Hedendaagse literatuur: klimaatfictie

249


75

80

IN

N

pr oe

85

VA

70

©

65

ie

60

rs

55

fv e

50

Achterhalen hoe dit gebeurt, is volgens mij een uiterst dringende taak: het is best mogelijk dat het de sleutel vormt tot begrijpen waarom de hedendaagse cultuur de omgang met de klimaatverandering zo lastig vindt. Dit is inderdaad misschien de belangrijkste kwestie ooit waarmee cultuur in de ruimste zin ooit te maken kreeg – want laat dit duidelijk zijn: de klimaatcrisis is ook een cultuurcrisis en dus een crisis van de verbeelding. Cultuur wekt verlangens op – naar voertuigen en appartementen, naar bepaalde soorten tuinen en woningen – die tot de voornaamste motoren achter de koolstofeconomie behoren. Een snelle cabrio spreekt ons niet aan omdat we zo van metaal en chroom houden of wild worden van het abstracte inzicht in hoe hij werkt. Zo’n auto spreekt ons aan omdat hij het beeld oproept van een weg die door een ongerept landschap schiet; we denken aan vrijheid en aan de wind in ons haar, we stellen ons James Dean en Peter Fonda voor, pijlsnel op weg naar de horizon; we denken ook aan Jack Kerouac en Vladimir Nabokov. Zien we een reclameboodschap die een foto van een tropisch eiland aan het woord ‘paradijs’ koppelt, dan flakkert in ons een hunkering op die teruggaat tot Daniel Defoe en Jean-Jacques Rousseau: het vliegtuig dat ons naar dat eiland zal brengen, is niet meer dan een sintel in dat vuur. Zien we een diepgroen gazon dat besproeid werd met ontzilt water, in Abu Dhabi, in het zuiden van Californië of een andere omgeving waar mensen vroeger al tevreden waren wanneer ze met hun water spaarzaam één enkele wijnstok of heester in leven konden houden, dan gaat het om een uiting van een smachtend verlangen waar de romans van Jane Austen mogelijk iets mee te maken hebben. De artefacten en producten die door deze verlangens tevoorschijn worden getoverd, zijn in zekere zin tegelijk uitingen en verzwijgingen van de culturele matrix die ze in het leven heeft geroepen. Die cultuur is natuurlijk sterk verweven met de ruimere geschiedenis van imperialisme en kapitalisme die de wereld vorm hebben gegeven. Maar zelfs als men dit weet, weet men nog altijd maar heel weinig over de specifieke manieren waarop de matrix interageert met verschillende vormen van culturele activiteit: poëzie en andere fictie, kunst, architectuur, theater, enzovoort. Doorheen de geschiedenis hebben die takken van de cultuur gereageerd op oorlog, milieurampen en andersoortige crisissen: waarom zou de klimaatverandering dan zo hardnekkig bestand blijken tegen die culturele praktijken? Zo bekeken zijn de kwesties waarmee schrijvers en kunstenaars vandaag te maken krijgen niet louter die van de politiek achter de koolstofeconomie; veel van die kwesties houden eveneens verband met onze eigen praktijken en met de manieren waarop die ons medeplichtig maken aan het verhelend gedrag van de bredere cultuur. Een voorbeeld: als, zelfs nu de koolstofuitstoot nog versnelt, de hedendaagse trends in de architectuur een zwak hebben voor glimmende torens van glas en metaalplaat, moeten we ons dan niet afvragen welke patronen van verlangen daardoor worden gevoed? Als ikzelf, als romanschrijver, ervoor kies merknamen te gebruiken als elementen om een karakter te schetsen, moet ik mij dan geen vragen stellen over de mate waarin dit mij medeplichtig maakt aan de manipulaties van de markt? In dezelfde geest denk ik dat deze vraag moet worden gesteld: wat is er toch met de klimaatverandering dat louter de vermelding ervan haast automatisch leidt tot verbanning uit het rijk van de ernstige fictie? En wat vertelt ons dat over cultuur met grote C en haar ontwijkingspatronen? Wanneer de stijging van de zeespiegel de Sundarbans heeft verzwolgen en steden als Kolkata, New York en Bangkok onbewoonbaar heeft gemaakt, zullen lezers en museumbezoekers die in die substantieel veranderde wereld naar de kunst en literatuur van onze tijd grijpen, dan niet in de eerste plaats en met aandrang op zoek gaan naar sporen en voortekenen van de gewijzigde wereld die zij hebben geërfd? En wanneer zij die niet vinden, moeten – kunnen – zij dan iets anders doen dan tot het besluit komen dat onze tijd een tijd was waarin de meeste vormen van kunst en literatuur werden meegesleept in de zwijgcultuur die belette dat mensen de benarde werkelijkheid van hun toestand herkenden? Het is best mogelijk dat onze tijd, die zo prat gaat op zijn zelfbewustzijn, dan de toekomst in zal gaan als de tijd van de Grote Waanzin.

90

95

woord de sintel: uitgebrand stukje steenkool verhelend: verbergend, verzwijgend substantieel: aanzienlijk, behoorlijk

250

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


c literatuurgeschiedenis

c20 c1

Hedendaagse literatuur: internationale literatuur 1 Je leert enkele internationale auteurs kennen. 2 Je denkt na over het belang van literaire vertalingen in de dynamiek van de wereldliteratuur. 3 Je leest een kortverhaal en gaat in gesprek over de analyse ervan.

IN

Wereldliteratuur

1

VA

N

1 Dankzij literaire vertalingen zijn namen als Kafka, Hemingway en Dostojevski ons niet onbekend. Kun jij onderstaande auteurs met het juiste land verbinden?

i

a

e

f g

b

j

©

h

ie

c

1

fv e

rs

d

2

3

© Pictures From History, CPA Media Pte Ltd

pr oe

Jorge Luis Borges (1899-1986), De Aleph en andere verhalen

4

Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832), Het lijden van de jonge Werther, Faust

5

8

© Album / sfgp

Gabriel García Márquez (1927-2014), Honderd jaar eenzaamheid, Liefde in tijden van cholera

James Baldwin (1924-1987), Giovanni’s kamer, Als Beale Street kon praten

© Zuri Swimmer

Lev Tolstoj (1862-1910), Oorlog en vrede, Anna Karenina

7

© Science History Images, Science History Images

9

10 © Marco Destefanis

© GL Portrait

Margaret Atwood (1939), Het verhaal van de dienstmaagd, Oryx en Crake

Haruki Murakami (1949), Kafka op het strand, Norwegian Wood, De opwindvogelkronieken

6

© Album / Fine Art Images

Virginia Woolf (1882-1941), Naar de vuurtoren, Mrs. Dalloway

© INTERFOTO Brigitte Friedrich

© Classic Image

Naguib Mahfouz (1911-2006), De Caïro-trilogie, Kinderen van Gabawali

c20 Hedendaagse literatuur: internationale literatuur

Umberto Eco (1962-2016), De naam van de roos, De slinger van Foucault

251


Onderweg

IN

In 1827 muntte de beroemde Duitse schrijver Johann Wolfgang von Goethe in het tijdschrift Über Kunst und Altertum het begrip wereldliteratuur (‘Weltliteratur’). Daarmee gaf hij een nieuw fenomeen een naam: de intelligentsia van die tijd beperkten zich niet langer tot het lezen van de literatuur in hun eigen taal (de nationale taal), maar keken buiten de grenzen om vertalingen of anderstalige teksten te lezen. In plaats van een aparte Franse, Engelse en Duitse literatuur ontstond er steeds meer een gedeelde ‘wereldliteratuur’, waarbij schrijvers zich ook door buitenlandse voorbeelden lieten beïnvloeden.

N

Doorheen de eeuwen is dit begrip echter vaak geproblematiseerd. Critici wezen op eurocentrisme: met ‘wereldliteratuur’ werd vaak slechts literatuur van westerse landen bedoeld. De vraag ‘behoort een boek tot de wereldliteratuur?’ is vaak ook een positief waardeoordeel en dus een kwestie van voorkeur. Toch zal niemand ontkennen dat bijvoorbeeld Misdaad en straf (1866) van Dostojevski wereldliteratuur is: je vindt het boek vertaald in zo goed als alle talen in boekhandels over de hele wereld.

©

VA

Voor het concept ‘wereldliteratuur’ is de literair vertaler van onmiskenbaar belang. Al sinds de oudheid worden literaire werken vertaald. In de 19e eeuw werd Europa kosmopolitischer en wonnen literaire vertalingen aan belang. Die vertalingen waren echter niet altijd betrouwbaar – zo slopen er geregeld fouten in een vertaling, of censureerden vertalers of overheden bepaalde passages. Omdat de hedendaagse taal blijft evolueren, brengen uitgeverijen geregeld hervertalingen uit van klassieke werken uit de wereldliteratuur.

ie

2 Kun je het begrip ‘wereldliteratuur’ linken aan het begrip ‘canon’ (zie A3)? 3 Wanneer geldt een boek volgens jou vandaag als wereldliteratuur? Geef enkele kenmerken.

© Album

pr oe

fv e

rs

4 Is een vertaald boek lezen voor jou evenwaardig aan een boek lezen in de originele taal? Waarom wel/ niet?

Dostojevski’s Misdaad en straf – vroeger vertaald als Schuld en boete, omdat Russische werken via het Duits vertaald werden – is een van de vaakst vertaalde literaire klassiekers in het Nederlandse taalgebied. 5 Vergelijk de eerste pagina van de editie uit 1917, 1992 en 2019 op p. XXX. Welke verschillen vallen je op? 6 Welke vertaling lijkt jou de aangenaamste om te lezen? Welke vertaling is ‘de beste’ en waarom denk je dat?

252

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


EERSTE HOOFDSTUK.

IN

I. Het was in ‘t warmst van Juli, toen, tegen het vallen van den avond, een jonkman zijn kamer in de S.straat verliet. Langzaam en doelloos drentelde hij den weg naar de K.-brug op. Een ontmoeting met de juffrouw, bij wie hij op kamers woonde, had hij gelukkig vermeden. Zijn kamertje was zoo hoog mogelijk, onder de dakpannen van een vijfde verdieping, en geleek meer op een kast dan op een woning. De juffrouw, bij wie hij tevens in de kost was, woonde een trap lager en als bij uitging, moest hij willens of onwillens voorbij haar keuken, waarvan de deur steeds wijd open stond. Telkens als hij dit deed, overviel hem een angstig en beklemd gevoel, dat duidelijk op zijn gezicht te zien was en waarvoor hij zich schaamde. Hij was zijn juffrouw geld schuldig en daarom bevreesd haar te ontmoeten.

VA

I

N

vert. J. de Werker, A. Saalborn. Schuld en boete (1917)

rs

ie

©

In het begin van juli, het was tegen de avond en bijzonder warm, verliet een Jongeman het kamertje dat hij aan de S-steeg in onderhuur bewoonde, en begaf zich traag, besluiteloos bijna, in de richting van de K-brug. Hij had met succes een ontmoeting met zijn kostjuffrouw op de trap weten te vermijden. Zijn kamertje lag in de nok van een hoog huis van vijf verdiepingen en leek meer op een kast dan op een woonruimte. Zijn kostjuffrouw, van wie hij dit kamertje met maaltijd en verzorging had gehuurd, woonde een trap lager in een aparte woning en telkens wanneer hij naar buiten ging, moest hij noodgedwongen langs haar keuken met de deur die op de trap uitkwam en vrijwel altijd wagenwijd openstond. En elke keer wanneer hij voorbijkwam, voelde de jongeman een ziekelijke angst die maakte dat hij zich schaamde en zijn gezicht vol rimpels trok. Hij stond diep bij zijn kostjuffrouw in het krijt en was bang haar te ontmoeten ...

fv e

vert. L. Reedijk. Schuld en boete (1992)

I

pr oe

Ergens begin juli kwam er tegen het eind van de dag – die extreem heet was geweest – een jongeman uit zijn huurkamertje aan de Timmermanssteenweg tevoorschijn. Hij liep treuzelend, alsof hij niet zeker was van zijn zaak, in de richting van de Koekoesj­kinbrug. Gelukkig ontsnapte hij deze keer aan de aandacht van zijn huisbazin. Zelf woonde hij direct onder het dak van een vijf verdiepingen hoog pand, in een ruimte die men eerder een kast dan een kamer zou noemen; de hospita zat een verdieping lager. Haar keuken bevond zich pal achter de voordeur, die altijd wagenwijd open stond. Hij betaalde voor kost en inwoning, en omdat zij nog het een en ander van hem te goed had voelde hij zich elke keer dat hij door het trappenhuis moest, langs haar keukendeur, angstig en gespannen. Dan vertrok zijn gezicht van schaamte.

vert. H. Boland. Schuld en boete (2019)

c20 Hedendaagse literatuur: internationale literatuur

253


Hedendaagse literatuur uit Latijns-Amerika

2

Een werelddeel dat blijk geeft van een bruisende literaire ambitie is ongetwijfeld Latijns-Amerika. Van Mexico tot Argentinië laten jonge, vaak vrouwelijke auteurs, hun licht schijnen op thema’s die voor hen belangrijk zijn, zoals gender, geweld en familierelaties. Hun werken worden uit het Spaans – en in mindere mate uit het Portugees – vertaald en veel gelezen, in het bijzonder in de Engelstalige wereld.

IN

Onthouden

VA

N

Veel Latijns-Amerikaanse auteurs, zoals de Colombiaan Gabriel García Márquez, de Peruaan Mario Vargas Llosa (1936) en de Chileense Isabel Allende (1942) zijn schatplichtig aan de literaire traditie van het magisch realisme. Als literaire stijl beeldt het magisch realisme vaak gewone voorvallen uit alsof het ongelooflijke (of zelfs bovennatuurlijke) ervaringen zijn. Andersom worden grote historische gebeurtenissen beschreven als gewone voorvallen. Een goed voorbeeld van het magisch realisme is het dorp Macondo uit Márquez’ wereldberoemde roman Honderd jaar eenzaamheid (1967): daar gebeuren allerlei magische, symbolische zaken zoals levitaties, regens van gele bloemen en eeuwig levende personages.

Onderweg

pr oe

fv e

rs

Samanta Schweblin (Buenos Aires, 1978) is een Argentijnse auteur die in Berlijn woont en werkt. Haar kortverhalen en korte romans werden al in 26 talen vertaald en werden genomineerd voor verschillende prestigieuze prijzen, zoals de International Booker Prize. Haar verhalen, gebundeld in onder andere Mond vol vogels, (2002-2017, vert. 2011, 2023) lijken vaak wel nachtmerries: er heerst een vreemde, duistere sfeer en zowel voor de personages als voor de lezer vervaagt de grens tussen wat echt is en wat je je inbeeldt.

© TT News Agency, TT News Agency

ie

©

Je leest straks het kortverhaal Een hond doden (Spaans: Matar un perro) van de Argentijnse auteur Samanta Schweblin.

1* Bespreek voor het lezen volgende vragen klassikaal. a Wat is een inwijdingsritueel? Kun je er een voorbeeld van bedenken? b Heb je zelf al eens een soort inwijdingsritueel (moeten) doorgaan? c Verschilt geweld tegen dieren van geweld tegen mensen? Of hangt dat van het dier af?

Je leest nu het kortverhaal op p. XXX. 2* Had je het einde verwacht? Zo ja, waar werd voor jou de pointe van het verhaal duidelijk? 3

In de Engelse vertaling heet dit verhaal The Test. Leg uit wat precies de test is en of de verteller van het verhaal slaagt voor de test.

4* Welke titel vind je beter: The Test of Een hond doden (letterlijk vertaald uit het Spaans)? Waarom? Vind je dat een vertaler de titel van een verhaal mag wijzigen?

254

5

Waarom heet de man in de auto ‘de Mol’, denk je?

6

Hoe kun je het karakter van de verteller beschrijven? Wat is jouw mening over hem?

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Een hond doden

10

Als de laan zich splitst in twee straten kies ik voor de donkerste. Het ene na het andere rode verkeerslicht springt op groen, zodat ik rustig kan doorrijden tot er tussen de gebouwen een donkere, groene vlakte opdoemt. Ik denk dat er misschien geen honden zijn op dit plein, maar de Mol zegt dat ik moet stoppen. U hebt geen stok bij u, zegt hij. Nee, zeg ik. Maar u kunt geen honden doodslaan zonder iets om mee te slaan. Ik kijk hem aan zonder antwoord te geven; ik weet dat hij iets gaat zeggen, want nu ken ik hem, hij laat zich makkelijk raden. Maar hij geniet van de stilte, geniet van de gedachte dat elk woord dat hij uitspreekt een punt in mijn nadeel betekent. Dan slikt hij en ik kan zien dat hij denkt: jij doodt helemaal niemand. Ten slotte zegt hij: ‘Er ligt een schop in de kofferbak. Die kunt u gebruiken.’ En ik weet zeker dat zijn ogen achter de brillenglazen fonkelen van genoegen.

©

15

IN

10

N

5

De Mol zegt: naam, en ik geef antwoord. Ik wachtte hem op de afgesproken plek op en hij kwam me halen met de Peugeot die ik nu bestuur. We kenden elkaar niet. Hij kijkt me niet aan, ze zeggen dat hij nooit iemand in de ogen kijkt. Leeftijd, zegt hij, tweeënveertig, zeg ik en als hij antwoordt dat dat oud is, denk ik dat hij beslist ouder moet zijn. Hij draagt een klein, donker brilletje en dat zal wel de reden zijn waarom hij de Mol wordt genoemd. Hij zegt dat ik naar het dichtstbijzijnde plein moet rijden, gaat gemakkelijk zitten en ontspant zich. De test is eenvoudig, maar het is heel belangrijk om ervoor te slagen en daarom ben ik nerveus. Als ik het niet goed doe, kom ik er niet in en als ik er niet in kom, is er geen geld, wat de enige reden is om erin te willen. Een hond doodslaan in de haven van Buenos Aires, dat is de test om te weten of iemand in staat is tot erger. Tot erger, zeggen ze en ze kijken schijnheilig de andere kant op, alsof wij, de mensen die er nog niet in zitten, niet zouden weten dat het erger is om een mens te doden, een mens te slaan, een mens dood te slaan.

VA

1

ie

rs

20

Rondom de fontein in het midden van het plein liggen honden te slapen. Met de schop stevig in mijn handen loop ik naar ze toe. De kans kan zich elk moment voordoen. Enkele honden worden wakker. Ze geeuwen, komen overeind, kijken naar elkaar, kijken naar mij, grommen, en naarmate ik dichterbij kom, wijken ze opzij. Iemand doden, een bepaald iemand die al gekozen is, is simpel. Maar kiezen wie er moet sterven vergt tijd en ervaring. De oudste hond, de leukste of de agressiefste. Ik moet kiezen. Ik weet zeker dat de Mol grijnzend toekijkt vanuit de auto. Hij zal wel denken dat iemand die niet is zoals zij niet tot doden in staat is.

pr oe

30

fv e

25

Ze zwermen om me heen en besnuffelen me, sommige lopen weg om ongestoord verder te slapen en vergeten me. Voor de Mol, achter de donkere ruiten van de auto en de donkere glazen van zijn bril, moet ik er klein en belachelijk uitzien, met de schop stevig in mijn handen geklemd en omringd door honden die nu weer gaan liggen. Een witgevlekte hond gromt naar een zwarte en als de zwarte hem een knauw geeft, komt er een derde hond bij, die blaft en zijn tanden ontbloot. Dan bijt de eerste hond de zwarte en de zwarte grijpt hem met zijn scherpe tanden bij zijn nekvel en schudt hem heen en weer. Ik hef mijn schop. De klap komt neer op de ribben van de gevlekte, die jankend op de grond valt. Hij ligt stil, het zal gemakkelijk zijn om hem te vervoeren, maar als ik hem bij zijn poten pak, reageert hij en bijt me in mijn arm, die meteen begint te bloeden. Ik hef de schop opnieuw en geef hem een klap op zijn kop. De hond valt weer neer en kijkt me aan vanaf de grond; zijn ademhaling klinkt gejaagd, maar hij houdt zich rustig.

35

40

45

Eerst langzaam en dan met meer zelfvertrouwen grijp ik hem bij de poten, til hem op en neem hem mee naar de auto. Tussen de bomen beweegt een schim, de dronkaard die tevoorschijn komt zegt dat je zoiets niet kan maken, dat de honden weten wie het gedaan heeft, dat ze het hem betaald zullen zetten. ‘Ze weten het,’ zegt hij, ‘ze weten het, snapt u?’ En hij gaat op een bankje liggen. Als ik bij de auto kom, zie ik de Mol zitten, in dezelfde houding als eerst, maar de kofferbak van de Peugeot staat open. De hond valt erin als een dood gewicht en als ik de kofferbak sluit, kijkt hij me aan. In de auto blijft de Mol recht voor zich uit kijken. Hij zegt: Als u hem op de grond had gelegd, was hij opgestaan en ervandoor gegaan. Ja, zeg ik. Nee, zegt hij, voordat u wegging, had u de kofferbak open moeten zetten. Ja, zeg ik. Nee, dat had u moeten doen en dat hebt u niet gedaan, zegt hij. Ja, zeg ik en ik heb er onmiddellijk spijt van, maar de Mol zegt niets en kijkt naar mijn handen. Ik kijk naar mijn handen en naar het stuur en ik zie dat alles besmeurd is, er zit bloed op mijn broek en op de bekleding van de auto. U had handschoenen moeten dragen, zegt hij. De wond schrijnt. U komt een hond doden en u brengt geen handschoenen mee, zegt hij. Ja, zeg ik. Nee, zegt hij. Ik weet het, zeg ik en ik doe er het zwijgen toe. Ik houd liever mijn mond over de pijn. Ik start de motor en de auto rijdt soepel weg.

c20 Hedendaagse literatuur: internationale literatuur

255


50

IN

55

Ik probeer me te concentreren, te ontdekken welke van al die straten die voor me opdoemen me naar de haven kunnen brengen zonder dat de Mol iets hoeft te zeggen. Ik kan me geen enkele vergissing meer veroorloven. Misschien kan ik beter eerst bij een apotheek langsgaan om handschoenen te kopen, maar aan handschoenen uit de apotheek heb je niets en de ijzerwinkels zijn op dit tijdstip gesloten. Een nylon tas zou ook handig zijn. Ik kan mijn windjack uittrekken, het om mijn hand wikkelen en als handschoen gebruiken. Ja, zo ga ik het aanpakken. Ik denk aan wat ik net zei, aanpakken, en ik vind het fijn dat ik net zo kan praten als zij. Ik neem de Calle Caseros, die volgens mij naar de haven loopt. De Mol kijkt me niet aan, zegt niets, beweegt zich niet, blijft recht voor zich uit kijken en ademt zachtjes in en uit. Ik geloof dat hij de Mol wordt genoemd omdat hij achter die zonnebril kleine oogjes heeft.

pr oe

80

Als ik hem aanraak, als ik hem bij zijn poten pak om hem uit de auto te tillen, slaat hij zijn ogen op en kijkt me aan. Ik laat hem los en hij valt op de bodem van de kofferbak. Hij schraapt met zijn voorpoot over de met bloed bevlekte bekleding en probeert met trillend achterlijf overeind te komen. Hij ademt nog steeds, zijn ademhaling klinkt gejaagd. De Mol zal de tijd wel opnemen. Ik til hem weer op en hij moet ergens pijn hebben, want hij jankt, hoewel hij zich niet meer beweegt. Ik leg hem op de grond en sleep hem bij de auto vandaan. Als ik terugloop naar de kofferbak om de schop te pakken, stapt de Mol uit. Nu staat hij bij de hond en kijkt hij op hem neer. Ik loop met de schop naar hem toe en ik kijk naar de rug van de Mol met achter hem, op de grond, de hond. Als niemand erachter komt dat ik een hond heb gedood, komt men nooit ergens achter. De Mol zegt zonder zich om te draaien nu. Ik hef de schop. Nu, denk ik. Maar ik laat hem niet neerdalen. ‘Nu’, zegt de Mol. Ik laat hem niet neerdalen, niet op de rug van de Mol en niet op de hond. ‘Nu’, zegt hij en dan zwaait de schop omlaag naar de kop van de hond die op de grond ligt, jankt en heel even natrilt. Daarna is alles stil.

fv e

75

rs

ie

70

De Mol wijst naar rechts. Hij zegt dat ik de derde straat links moet nemen, naar de rivier. Ik gehoorzaam. Even later zijn we bij de haven en parkeer ik de auto op een parkeerplaats met grote groepen containers. Ik kijk naar de Mol, maar hij kijkt niet terug. Zonder mijn tijd te verdoen stap ik de auto uit en open de kofferbak. Ik heb mijn jas niet om mijn arm gewikkeld, maar nu heb ik geen handschoenen meer nodig, alles is al gebeurd; ik moet het snel afmaken en dan kunnen we gaan. In de verlaten haven zijn alleen in de verte wat zwakke, gele lichtjes te zien die hun flauwe schijnsel op enkele schepen werpen. Misschien is de hond al dood, ik denk dat dat het beste zou zijn, dat ik hem de eerste keer harder had moeten slaan en dat hij dan al dood zou zijn. Minder werk, minder tijd met de Mol. Ik zou hem direct gedood hebben, maar de Mol doet de dingen op zijn manier. Dat zijn fratsen. Niemand wordt er dapperder van om een hond halfdood naar de haven te brengen. Het was veel moeilijker om hem dood te slaan waar al die andere honden bij waren.

©

65

VA

N

60

Na een paar straten bereiken we de kruising van de Calle Caseros met Chacabuco. Daarna komt Brasil, die uitkomt in de haven. Ik gooi het stuur om en als ik de bocht neem, helt de auto opzij. In de kofferbak bonst het lichaam ergens tegenaan en daarna horen we geluiden, alsof de hond nog steeds probeert om overeind te komen. De Mol, kennelijk verbaasd over de kracht van het dier, glimlacht en wijst naar rechts. Ik rijd remmend Brasil in en wanneer de auto overhelt, klinken er opnieuw geluiden uit de kofferbak, waar de hond zich probeert te redden tussen de schop en de andere spullen achterin. De Mol zegt: Remmen. Ik rem. Hij zegt: Gas geven. Hij glimlacht, ik geef gas. Meer, zegt hij en ik geef meer gas. Dan zegt hij remmen en ik rem. Nu de hond zich meerdere malen heeft gestoten, ontspant de Mol zich en zegt: Doorrijden. Verder zegt hij niets meer. Ik rijd door. In deze straat zijn geen verkeerslichten of witte lijnen en de gebouwen worden steeds bouwvalliger. We kunnen elk moment bij de haven zijn.

85

90

95

256

Ik start de motor. Nu gaat de Mol me vertellen voor wie ik ga werken, wat mijn naam wordt en het belangrijkste, voor hoeveel geld. ‘Neem Huergo en sla dan af naar Carlos Calvo’, zegt hij. Ik rijd al een tijdje. De Mol zegt: ‘Bij het volgende kruispunt parkeert u de auto aan de rechterkant. Ik doe wat hij zegt en voor het eerst kijkt de Mol me aan. ‘Stap uit’, zegt hij. Ik stap uit en hij gaat achter het stuur zitten. Ik buig me naar het raampje en vraag wat er nu gaat gebeuren. ‘Niets’, zegt hij. ‘U twijfelde.’ Hij start de motor en de Peugeot rijdt geruisloos weg. Als ik om me heen kijk, realiseer ik me dat hij me op het plein heeft afgezet. Op hetzelfde plein. De troep honden bij de fontein komt langzaam in beweging, met hun ogen op mij gericht.

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Leestips

De Maniac, Benjamín Labatut (2023)

N

IN

De uitzonderlijk geniale wiskundige John von Neumann werkte samen met wetenschappers als Robert J. Oppenheimer aan de ontwikkeling van de eerste atoombom binnen het kader van het Manhattanproject. Ook legde hij de basis voor de latere ontwikkeling van Artificiële Intelligentie (AI). Wie was die man? De Chileense schrijver Benjamín Labatut schrijft zijn verhaal door de ogen van verschillende andere historische personages en levert een huiveringwekkende roman af die waarschuwt voor een amorele, technologische toekomst.

Rood zien, Lina Meruane (2012)

©

VA

Wat als je lichaam je verraadt? Op een feestje wordt het personage Lina plots blind. Ze ziet rood: één oog zit vol bloed. Deze korte roman is een prachtig verwoorde schreeuw van woede en machteloosheid. De Chileense schrijver en professor Lina Meruane geeft woede als emotie een terechte, centrale plaats in haar werk.

Vertel me het einde, Valeria Luiselli (2017)

fv e

rs

ie

In dit essay vertelt Luiselli, die zelf op een permanente verblijfsvergunning in de VS wacht, de verhalen die ze hoort als tolk bij een immigratierechtbank. Daar stelt ze uit Latijns-Amerika gevluchte kinderen veertig vragen, maar hun antwoorden passen niet in de hokjes van de formulieren. Tussen gruwel en menselijkheid formuleert Luiselli een scherpe aanklacht tegen het overheidssysteem, die nog niets aan relevantie en actualiteit ingeboet heeft.

Het ongrijpbare meisje, Mario Vargas Llosa (2006)

pr oe

3

Wanneer de vijftienjarige Ricardo een meisje ontmoet dat zich Lily noemt, staat zijn wereld even stil. Maar al snel verdwijnt ze spoorloos, een pad van leugens achterlatend. In de vreemdste situaties en overal ter wereld blijft hij haar echter tegenkomen. Vargas Llosa, die in 2010 de Nobelprijs voor Literatuur in ontvangst mocht nemen, neemt de lezer mee op een spannende en erotische wereld- en tijdreis door de tweede helft van de 20e eeuw.

c20 Hedendaagse literatuur: internationale literatuur

257


c literatuurgeschiedenis

Dramatiek: het klassiek theater 1 2 3 4

1

Je kent de belangrijkste feiten over het Grieks theater en de evolutie ervan Je kunt de typische kenmerken van een Griekse tragedie herkennen en benoemen Je kunt de thematische relevantie van klassieke tragedies voor onze tijd verwoorden Je ziet de relevantie van adaptaties van klassieke tragedies in

IN

c21

Wat weet je al?

Het ontstaan van het theater

VA

2

N

Je leerkracht checkt even wat je al weet over het theater in de Griekse en Romeinse tijd.

Neem de tekst over het klassiek theater in de Trajectwijzer door. Beantwoord daarna met een medeleerling deze vragen zonder naar de tekst te kijken.

©

18.3

ie

1 Welke god lag aan de basis van het theater?

2 Hoe verschilt het klassiek theater ter ere van deze god van hedendaags toneel?

rs

3 In welke eeuw bloeide het Grieks theater? 4 Welke stad organiseerde theaterfestivals?

fv e

5 Wie waren de drie belangrijkste auteurs? a Noteer ze in chronologische volgorde.

b Wat gebruikt die derde auteur in zijn opvoeringen? 6 Vertel, met behulp van de afbeeldingen onderaan deze pagina, waarover de tragedies vaak gingen.

pr oe

7 Bekijk de afbeelding van een Grieks theater in de Trajectwijzer op p. 236. a Hoe noem je zo’n openluchttheater? b Welke vorm heeft het? c Waar zat het publiek?

8 Bekijk de afbeelding van de maskers in de Trajectwijzer op p. 236. Waarom hadden de maskers een bepaalde vorm en expressie?

258

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


3

De wetten van Aristoteles en de tragedie van Oedipus Voor het kijken 1* Wat weet je al over Oedipus? Bekijk de trailer van de tragedie Oedipus van het Internationaal Theater Amsterdam.

IN

Na het kijken 2 Waarover gaat het fragment?

3 Wat vond je van dit fragment? Omschrijf je ervaring met twee bijvoeglijke naamwoorden.

VA

Ro Theater brengt een andere bewerking van hetzelfde stuk.

N

4 Dit stuk is een bewerking van een klassieke tragedie van Sophocles. Welke elementen kwamen volgens jou ook al aan bod in het originele verhaal?

5 Welke bijkomende informatie over de inhoud krijg je?

6 Welke structuuronderdelen van de klassieke tragedie volgens Aristoteles duiken hier op? Gebruik de theorie uit de Trajectwijzer om je antwoorden te formuleren.

©

7 Ook de belangrijke wet van de drie eenheden vind je hier terug. Toon aan.

ie

Verdieping: dieper ingaan op het verhaal van Oedipus

rs

Je kreeg al heel wat informatie over het verhaal achter het drama van Oedipus. In dit deel ga je dieper in op wat hem dreef en waarom hij handelde zoals hij deed. 8 Lees de tekst op p. XX en noteer die zaken die je kunnen helpen om uit te leggen wie volgens jou schuld treft: de ouders, de herder, de goden of Oedipus zelf.

fv e

9* Wie treft de schuld en waarom? Maak gebruik van onderstaand fragment uit het Belgisch strafrecht om je mening te onderbouwen. Doden met het oogmerk om te doden noemt men doodslag. Wie zich schuldig maakt aan doodslag kan zich aan een gevangenisstraf tussen de twintig en dertig jaar verwachten. Als de doodslag met voorbedachten rade gebeurt, spreekt men van moord. Aan moord hangt veelal een nog zwaardere, soms zelfs levenslange gevangenisstraf vast.

pr oe

18.3

Er bestaan natuurlijk verzachtende omstandigheden. Zo kan de rechter rekening houden met een psychische stoornis van de dader, eventuele uitlokking, wettige zelfverdediging, enz. Bron: www.omnirecht.be

10 Leg de term ‘deus ex machina’ uit aan de hand van dit verhaal.

c21 Dramatiek: het klassiek theater

259


Oedipus

IN

Het verhaal van Oedipus gaat als volgt. In oude tijden heerst koning Laios over de stad Thebe. Hij is getrouwd met Iokaste, maar het huwelijk blijft lang kinderloos. In de hoop toch een nazaat te mogen verwekken, brengt koning Laios een bezoek aan het orakel van Delfi. Daar wordt hij niet erg op zijn gemak gesteld. Het orakel belooft hem wel een zoon, maar voegt daaraan toe dat de koning omgebracht zal worden door dat kind. Het is de vervulling van een vloek die een koning op de Peloponnesos ooit over koning Laios heeft uitgesproken, nadat die zijn zoon had ontvoerd.

VA

N

Niet lang hierna baart koningin Iokaste inderdaad een zoon. Bang voor het onheil besluit het echtpaar de pezen van het kind door te snijden en hem vervolgens te vondeling te leggen in de bergen. De herder die het kind te vondeling moet leggen, krijgt echter medelijden met het kind en besluit hem over te dragen aan een bevriende herder die de kudden van Polybos, de koning van Korinthe, weidt.

©

Laios en Iokaste zijn ervan overtuigd dat het kind in de bergen door wilde dieren is verscheurd en denken zo verlost te zijn van de spreuk van het orakel. Om hun geweten te sussen, maken ze zichzelf wijs eigenlijk een goede daad te hebben gepleegd. Ze hebben het kind immers behoed voor een toekomst als vadermoordenaar.

rs

ie

De herder van Polybos neemt het kind mee naar zijn vrouw, die zich over hem ontfermt. Ze verbindt zijn doorgesneden pezen. Vanwege de akelige wonden noemen ze het kind Oedipus, wat ‘de gezwollen voet’ betekent. Na enige tijd besluit het echtpaar het kind naar het hof te brengen aangezien ze zelf te arm zijn om het groot te brengen. Daar wordt Oedipus liefdevol aangenomen door de kinderloze koning Polybos en diens vrouw Merope. Maar weinig mensen in het rijk weten dat Oedipus niet het echte kind van het koningspaar is en het kind groeit zo op als de rechtmatige zoon en erfgenaam van de koning.

pr oe

fv e

Op een dag hoort Oedipus van een dronken man dat hij niet de echte zoon van koning Polybos is en reist hierop af naar het orakel van Delfi. Het orakel verschaft hem geen duidelijkheid over zijn ware afkomst, maar vertelt wel dat hij zijn vader zal doden en met zijn moeder zal trouwen. En dat uit dit huwelijk vervolgens verfoeilijke kinderen zullen worden geboren. Oedipus is wanhopig en wil zijn noodlot ontlopen. Hij ontvlucht Korinthe. Hij weet niet beter dan dat Polybos zijn echte vader is en wil hem niet doden. Kort hierna komt Oedipus, die van plan is naar Boiotië te reizen, een paard met wagen tegen. De bestuurder duwt hem ruw aan de kant en Oedipus, nog hevig gefrustreerd door de spreuken van het orakel, is woedend. Als die oude man op de bok ook nog eens naar hem uithaalt met een stok, slaan bij Oedipus alle stoppen door. Als een wilde beukt hij op de oude man in, waardoor die van de wagen valt en overlijdt. Dat de man op de wagen in werkelijkheid zijn vader is, weet Oedipus niet. Maar het eerste deel van de voorspelling is al wel in vervulling gegaan. Oedipus heeft koning Laios gedood.

Oedipus en de sfinx Thebe wordt in die tijd geteisterd door een gevleugelde sfinx, de dochter van de hellehond. De sfinx heeft zich bij de stadspoort van Thebe geposteerd en valt voorbij trekkende mensen lastig. Het geeft allerlei moeilijke raadsels op en wie het antwoord niet weet, wordt onmiddellijk door de sfinx gedood.

260

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Na de dood van koning Laios zit koningin Iokaste met haar broer Kreon op de koningstroon van Thebe. In de hoop eindelijk van de terreur van de sfinx af te komen, bepalen zij dat degene die het wezen verslaat, mag trouwen met de koninklijke weduwe. In die tijd trekt Oedipus de stad juist binnen. Gezien de onrustbarende voorspelling die hij van het orakel heeft gekregen, hecht hij nog maar weinig waarde aan zijn leven en besluit hij in te gaan op het koninklijke aanbod. Zonder vrees bezoekt hij de sfinx die hem het volgende raadsel opgeeft:

Oedipus hoeft niet lang na te denken over de oplossing en antwoordt:

IN

‘Welk schepsel loopt ’s ochtends op vier benen, ’s middags op twee benen en ’s avonds op drie?’

VA

N

‘Het raadsel gaat over de mens. In de morgen van zijn leven begeeft hij zich als baby op handen en voeten. Als hij sterker wordt, loopt de mens rechtop en in ouderdom heeft het een derde voet, een wandelstok, nodig om overeind te blijven.’

©

De sfinx erkent verslagen te zijn en stort zich in een afgrond. Thebe is bevrijd van de terreur van het wezen en Oedipus treedt in het huwelijk met zijn moeder, koningin Iokaste. Uit het huwelijk worden meerdere kinderen geboren terwijl Oedipus er geen idee van heeft dat hij deze kinderen bij zijn eigen moeder heeft verwekt.

ie

Als de stad jaren later wordt geteisterd door de pest hopen de inwoners van Thebe dat Oedipus hen nogmaals zal weten te verlossen. Koning Oedipus stuurt zijn zwager Kreon hierop naar Delfi zodat die het orakel om raad kan vragen. Als Kreon terugkeert uit Delfi verklaart deze dat de pest inderdaad een goddelijke straf is:

fv e

rs

‘Willen we de stad van de straf bevrijden, dan moet de goddeloze misdadiger die in ons midden is het land uitgejaagd worden. De dood van koning Laios is namelijk nog altijd niet gewroken!’

pr oe

Oedipus, onwetend dat het hier over hemzelf gaat, belooft zijn onderdanen niet te rusten voor hij de moordenaar van koning Laios heeft gevonden. Niet veel later wordt via de blinde ziener Tiresias duidelijk dat Oedipus schuldig is aan de moord op de koning. Dat hij zijn eigen vader heeft vermoord en getrouwd is met zijn moeder. Na het horen van dit nieuws is Oedipus door het dolle heen. Woedend stormt hij met een zwaard in zijn hand door het paleis, op zoek naar zijn moeder en echtgenote die hij wil doden. Aangekomen in haar slaapvertrekken blijkt Iokaste echter eigenhandig al een eind aan haar leven te hebben gemaakt. Oedipus verblindt zich dan door met de gouden gespen van zijn koningsgewaad zijn ogen uit te steken. Hierna verlaat hij het land, met alleen zijn trouwe dochter Antigone als metgezel. Naar: historiek.net Gustave Moreaus voorstelling van de ontmoeting tussen Oedipus en de sfinx

c21 Dramatiek: het klassiek theater

261


4

Ajax – Sophocles De Trojaanse Oorlog is het onderwerp in een aantal Griekse tragedies. Daarbij waren veel Griekse helden betrokken, maar wist je dat de Amsterdamse voetbalclub Ajax naar een van die helden is genoemd? Lees de synopsis van het stuk hieronder.

VA

N

IN

Toen Sophocles zijn Ajax rond 448 v. Chr. schreef, was de Atheense democratie over haar hoogste bloei heen. Athene werd op dat moment zowel in haar politieke bestaanswijze (het naderende einde van de democratie) als in haar waardenbeleving (onduidelijkheid over goed en slecht) bedreigd. In Ajax toont Sophocles een samenleving waarin men elkaar fel beconcurreert, waar de waarde van een man direct kan worden afgelezen aan het prestige dat hij geniet. De poëtische verbeelding van de laatste uren en zelfmoord van Ajax peilt de volle diepte van het isolement waarin hij verkeert. Met de ruzie die op Ajax’ zelfmoord volgt over zijn begrafenis, completeert Sophocles zijn onderzoek naar de vraag of een mens die naar zijn eigen normen leeft en voor wie alleen het beste goed genoeg is, in zo’n op concurrentie beluste samenleving wel kan bestaan. Bron: tga.nl

pr oe

fv e

rs

ie

©

Je bekijkt de promotievideo voor Ajax van de Toneelgroep Amsterdam. Je probeert uit te zoeken wat er precies gebeurd is en of je Ajax daarna nog altijd een held zou noemen.

1 Waarover maakt Ajax zich zo druk? 2 Beschrijf concreet wat Ajax doet als reactie. 3 Hoe reageren de andere Grieken? 4* Ajax wordt omschreven als een held. a Vind je ‘held’ een terechte omschrijving? b Verandert dit doorheen het verhaal?

5* Vergelijk dit verhaal met de tragedie van Oedipus en geef twee overeenkomsten en twee verschillen. 6 Geef drie typische kenmerken van de Griekse tragedie die in deze bewerking zitten.

18.3

7 Ga je akkoord met Sophocles’ oplossing voor Ajax?

262

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Antigone – Sophocles

In Antigone doet Oedipus afstand van de troon en geeft hij Thebe aan zijn twee zonen, Eteokles en Polyneikes. Zij spreken af om beurtelings om het jaar te regeren, maar na het eerste jaar weigert Eteokles de heerschappij door te geven. Polyneikes trekt met een leger op tegen Thebe en in de strijd doden ze elkaar.

IN

Het verhaal verkennen

Je leert het vervolg van het verhaal van Antigone kennen aan de hand van een aantal fragmenten uit een bewerking door het Britse National Theatre.

Wat had Kreon besloten? Wist Antigone dat? Hoe reageert ze? Waarom reageert ze zo?

VA

a b c d

N

1 Bekijk het eerste fragment. Je ziet de confrontatie tussen Antigone en haar oom Kreon die intussen de nieuwe koning is.

ie

a Wat kom je te weten over de oorlog? b Wie heeft de overwinning behaald?

©

2 In het tweede fragment zie je de ‘war room’ in het koninklijk paleis van Thebe. Je ziet de staf op de voorgrond en in de glazen privéruimte achteraan Kreon en zijn vrouw.

3 Bekijk het derde fragment. Je ziet nog altijd de staf in de ‘war room’. Ze reflecteren over wat de koninklijke familie overkomen is.

rs

a Wie treft schuld? b Hoe moet het nu verder?

fv e

4 In het vierde fragment verdedigt Antigone opnieuw haar actie tegenover Kreon. a Wat is het standpunt van Kreon? b Is Antigone het daarmee eens? c Hoe reageert ze op het argument van Kreon dat ze daarmee waarden als patriottisme en plicht van tafel veegt? d Wie lijkt het gehaald te hebben? Antigone of Kreon?

pr oe

5

5 In het vijfde fragment maak je kennis met Haemon. Hij is de zoon van Kreon, maar ook de verloofde van Antigone. Steunt Haemon Antigone’s of Kreons beslissing? 6 Bekijk het zesde fragment. Een boodschapper brengt verslag uit aan de vrouw van Kreon over wat er buiten de stad gebeurd is. a b c d

Wat is er precies gebeurd met Antigone? Waar is Haemon? Wat gebeurt er dan tussen Haemon en Kreon? Hoe loopt het uiteindelijk af voor Haemon?

Structuurelementen en termen toepassen Je kent nu het verhaal van Antigone. Op p. XX vind je alinea’s met een meer uitgewerkte verhaallijn. 7 Plaats eerst de alinea’s in de juiste volgorde en verbind ze daarna met het correcte structuurelement. Kies uit: afwikkeling en ontknoping – expositie – dramatische spanning – crisis – catastrofe – climax – motorisch moment. c21 Dramatiek: het klassiek theater

263


D

E

De bode komt uit het paleis naar buiten om te zeggen dat Eurydice zelfmoord heeft gepleegd. Haar lijk wordt naar buiten gebracht. Kreon blijft zichzelf verwijten maken en beklaagt het ongelukkige lot van hem en zijn familie. Uiteindelijk vraagt Kreon zijn bedienden om hem naar binnen te brengen.

Antigone wordt voor Kreon gebracht als de schuldige. Kreon vraagt Antigone waarom ze zijn besluit genegeerd heeft. Antigone antwoordt simpel dat het geen verbod van de goden was en dat ze trots is op wat ze gedaan heeft. Ze zijn allebei haar broers. Bovendien is ze niet bang om te sterven. Kreon blijft stug bij zijn besluit om Antigone ter dood te brengen, ondanks dat ze zijn nicht is en de verloofde van zijn zoon Haemon.

Antigone’s broers hebben gevochten en zijn allebei gestorven. De ene mag wel, de andere niet begraven worden omdat hij volgens de nieuwe heerser, hun oom Kreon, een landverrader is. Het koor maakt duidelijk dat Kreon koning wordt door zijn eigen inzet en door de wil van de goden en dat het andere geslacht door een van de goden gestraft werd voor hun hoogmoed.

De blinde ziener Tiresias komt het toneel op. Volgens hem zijn de goden boos omdat Polyneikes niet begraven werd en Antigone levend opgesloten is. Kreon zal hiervoor door de goden gestraft worden.

rs

G

ie

©

F

Antigone begraaft het lijk en daagt zo Kreon uit.

IN

C

Kreon antwoordt dat hij haar zal laten opsluiten in een soort grot met genoeg voedsel om van te leven. Zo kan hij niet beschuldigd worden van moord.

N

B

Zijn zus Antigone aanvaardt niet dat Polyneikes vernederd en als een zondebok behandeld wordt.

VA

A

fv e

Kreon is in de war room en vraagt aan het koor wat hij moet doen. Het koor antwoordt dat hij Antigone moet bevrijden en voor Polyneikes een graf moet bouwen. Kreon gehoorzaamt en verlaat met zijn dienaren het toneel.

pr oe

De bode komt op en beklaagt Kreon: Haemon is dood. De bode vertelt Eurydice dat hij en Kreon eerst het lijk van Polyneikes verbrand en begraven hebben en dat ze daarna naar de grot gingen waar Antigone is opgesloten. Daar aangekomen, hoorden ze het wanhopige geschreeuw van Haemon omdat Antigone zichzelf opgehangen heeft. Haemon valt zijn vader aan en laat zichzelf op zijn eigen zwaard vallen. Stervend slaat hij zijn armen om Antigone heen. Eurydice gaat zonder iets te zeggen het paleis binnen, gevolgd door de bode. Dan komt Kreon op, gevolgd door twee dienaren die het lijk van Haemon dragen. Kreon beklaagt zijn zoon en verwijt zichzelf veel. Het koor geeft hem gelijk.

264

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


8 In de fragmenten vind je nog andere elementen van de klassieke tragedie. Welke termen horen bij onderstaande omschrijvingen? a b c d e

vertelt wat er gebeurd is en geeft commentaar bij de gebeurtenissen Antigone Kreon: wil ook niet toegeven en lijdt dus ook aan … Haemon, Hermione, Eurydice komt vertellen hoe Antigone betrapt werd en wat er gebeurd is met Antigone, tussen Haemon en Kreon en ten slotte met Eurydice.

IN

onthouden

VA

N

In het Grieks theater waren er gewoonlijk drie hoofdpersonages. • De protagonist: het personage dat centraal staat en waarvan we meestal de gevoelens en gedachten kennen. • De deuteragonist: het personage dat de op een na belangrijkste rol speelt. • De tritagonist: het personage dat de op twee na belangrijkste rol speelt. De deuteragonist en de tritagonist kunnen zowel medestander als tegenstander (antagonist) van de protagonist zijn.

©

Catharsis is een belangrijk begrip uit het Grieks theater. Het betekent letterlijk ‘emotionele zuivering’. Het verwijst naar het feit dat een goed theaterstuk krachtige emoties – verdriet, angst, haat, of zelfs gelach – bij de toeschouwers wil opwekken. Door die gevoelens ondergaan de toeschouwers een zuivering, gaan ze anders denken, anders omgaan met bepaalde situaties, worden ze een ander mens.

fv e

rs

ie

Hybris is afgeleid van het Grieks (uitspraak: hubris). Het betekent overdreven trots, hoogmoed, overmoed. Traditioneel werd het gekoppeld aan brutaliteit, onbeschaamdheid tegenover de (Griekse) goden. Denk aan bv. Icarus die de waarschuwing om niet te dicht tegen de zon te vliegen negeert en te pletter stort. Vandaar de uitspraak ‘hoogmoed komt voor de val’. Ook in vele Griekse tragedies zijn personages overmoedig.

Pieter Bruegel. De toren van Babel

pr oe

Hedendaagse bewerking – Ivo van Hove Op iDiddit bespreek je enkele fragmenten uit Ivo van Hoves bewerking van Antigone voor het Edinburgh Festival, met een sterke acteerprestatie van Juliette Binoche.

Hedendaagse bewerking – Stefan Hertmans Lees op p. XX een fragment uit Antigone in Molenbeek van Stefan Hertmans. 9

Welke elementen/zinnen verwijzen naar de klassieke tragedie?

10 Welke elementen/zinnen verwijzen naar de Brusselse deelgemeente Molenbeek? 11* Zou deze tekst jou aanzetten om het stuk in een theater te gaan bekijken? Waarom (niet)?

De kenmerken van het Grieks theater in hedendaagse fictie Ontdek op iDiddit hoe de typische kenmerken van de Griekse tragedie ook in hedendaagse fictie, zoals in de film 7500, terug te vinden zijn. c21 Dramatiek: het klassiek theater

265


Antigone in Molenbeek

©

VA

De radio staat op. De eindeloze doden in het zand, het trillen van vernielde steden, grondvesten, stof en bloed, gillende sirenes. De beursberichten. En dan de voetbaluitslagen van triomferend Zulte Waregem met een verslagje van onze gillende reporter ter plaatse. Gejuich alom, dan kom nog wat reclame, een modderscheut geluid. De radio gaat uit. Dood water zingt in oude loden buizen.

N

Dank u, meneer Agent. Hoe is het, Nouria? En met uw vader? Dank u, meneer Agent. Goed, meneer Agent. Maar met mijn vader niet zo best, meneer. Ik heb geen nieuws van hem. Hij is vertrokken naar waar het is, meneer, daar waar het is begonnen, meneer.

IN

Fragment

rs

ie

Meneer Crénom, wijkagent, bladert in bladeren. Stapelt een stapeltje op een stapel bij een stapel. Vouwt de handen en kijkt Nouria aan. Ziet de jonge vrouw, handenwringend en bang, hem aanstaren in angstige verwachting.

fv e

Meneer Agent, weet u al iets meer? De blik boven de stapels is niet onvriendelijk. Wel kijk, regardez, chère Nouria, de zaak is deze. We weten nog altijd niet zeker waar uw broer … Enfin, waar de resten van uw broer … enfin, ik bedoel … We weten nog altijd niet of het materiaal nog wel wordt vrijgegeven.

pr oe

Het materiáál … Meneer?! Maar, meneer, dat duurt nu al weken dat ik … Rustig Nouria, rustig, laat me even ahem, uitspreken. Kuch. Rokershoest. Een slok koffie. Een scherpe adamsappel in een oude keel. Wilt u water, Nouria? Nee meneer, ze me, waar is die … waar is mijn broer? Kuch wordt piep en piep wordt hoestbuitje. Pardon. Excuseer mij. Ahem.

266

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


c literatuurgeschiedenis

Dramatiek: King Lear 1 2 3 4

fv e

rs

ie

©

VA

N

Toneeltekens

pr oe

1

Je breidt je kennis van de theatertekens uit en leert die toepassen. Je maakt kennis met een hedendaagse interpretatie van een klassiek toneelstuk. Je leert iets bij over een historische literaire stroming (de renaissance). Je leert bepaalde emoties en scènes uitbeelden.

IN

c22 c1

c22 Dramatiek: King Lear

267


1* Ben je al eens naar een toneelstuk gaan kijken? Waarover ging het? Wat vond je ervan? 2* In welk opzicht is een toneelstuk anders dan een film, een verhaal (in boekvorm) of een gedicht? 3* In welk opzicht verschilt een toneelstuk van een comedyshow? 4 Het onderstaande schema biedt een ondersteuning om over toneelstukken te praten. Vorig jaar leerde je de toneeltekens kennen in een les over stand-upcomedy. Vul de ontbrekende termen aan met behulp van de afbeeldingen op de vorige pagina.

fysionomie … (a) en gestiek … (b), … (c) en haartooi

• plaats … (f) … (g) belichting

• •

• •

ruimtegestiek … (i)

… (h) (opgenomen of live) geluiden (niet geproduceerd door de performer)

VA

• • • •

het … (d) (= wat er wordt gezegd) en het … (e) (= hoe iets wordt gezegd, bv. intonatie, volume …) geluiden die een acteur maakt

IN

• • •

auditieve tekens

©

performer & scène

scène

performer

visuele tekens

N

18.7

ie

5* Keer nu even terug naar opdracht 1. Kun je nu je mening geven over een toneelstuk dat je gezien hebt met behulp van een aantal nieuwe termen uit het schema?

rs

Je gaat nu aan de slag met die termen. Je leerkracht verdeelt de klas in duo’s. Elk duo krijgt een kaartje met daarop een emotie of een eigenschap. Probeer dat woord zo goed mogelijk uit te beelden met behulp van je mimiek, gestiek en proxemiek (geen woorden!). Je krijgt daarvoor even bedenktijd.

pr oe

fv e

6* Elke groep beeldt de gevraagde emotie of eigenschap uit. De medeleerlingen noteren hun vermoeden. Wie de meeste emoties en eigenschappen juist geraden heeft, wint!

268

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


William Shakespeare: King Lear Het thema De emoties die je in het vorige lesdeel uitbeeldde, staan centraal in het stuk dat we samen zullen bespreken. Het centrale thema is ‘familieconflict’.

IN

onthouden

N

Met het thema van een verhaal of een toneelstuk bedoelen we het onderwerp. Dat kun je meestal weergeven met één (of een paar) woord(en) en het is meestal redelijk algemeen. liefde, vriendschap, de dood, reizen

2* Waarover gaan de meeste familieruzies, denk je?

VA

1* Heb je zelf al eens ruzie in de familie ervaren? Waarover ging die? Hebben de verschillende partijen het nadien weer bijgelegd?

fv e

rs

ie

©

3* Bekijk de afbeeldingen hieronder. Welke familieconflicten worden uitgebeeld, denk je? Welke zijn herkenbaar? Probeer aan de hand van de mimiek, de gestiek en de proxemiek van de personen in de foto af te leiden om welk soort conflict het gaat.

pr oe

2

c22 Dramatiek: King Lear

269


Situeren Het stuk dat we hier verder behandelen, is King Lear van William Shakespeare, een tragedie die voor het eerst werd opgevoerd in 1606. 15.3.2

Lees de informatie over de renaissance in de Trajectwijzer. 4 Hoe kun je het thema van King Lear koppelen aan het antropocentrisme en individualisme die de renaissance kenmerken?

IN

De openingsscène

5 Onderstaande termen komen aan bod in het stuk en vormen de politieke en socio-economische achtergrond. Orden de woorden in vier groepen.

N

woorden die ik nog nooit heb gehoord woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken

VA

A B C D

populisme – kapitalisme – referendum – globalisering – bureaucratie – basisinkomen – republiek – natiestaten – kiessysteem – liberalisering

©

6* Vergelijk je antwoorden met een medeleerling. Help elkaar om zo veel mogelijk woorden uit categorieën A en B te verplaatsen naar categorieën C en D.

ie

Je gaat aan de slag met een Nederlandse adaptatie van King Lear door Het Zuidelijk Toneel. Je bekijkt de eerste tien minuten klassikaal.

pr oe

18.7

Wat valt je op? Lijkt dit een stuk uit 1606? Welke hedendaagse thema’s vond je al terug? Bespreek de theatertekens in dit stuk. Gebruik indien nodig de Trajectwijzer. In het stuk vind je verschillende metaforen. Kun je al een voorbeeld geven uit de eerste scène? Kun je iets zeggen over deze openingsscène met behulp van enkele van de politieke en socioeconomische begrippen?

fv e

a b c d e

rs

7 Probeer onmiddellijk na het kijken de onderstaande vragen op te lossen.

270

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Het verhaal beleven

IN

© Featureflash Photo Agency

Je leerkracht verdeelt de klas in groepen en geeft je een kaartje met daarop de samenvatting van een deel van het verhaal. Het is de bedoeling dat je die scène samen met je groepsleden uitbeeldt in een zogenaamd ‘tableau vivant’, een zwijgende en statische uitbeelding. Denk aan de ‘mannequin challenge’ op sociale media. Je moet de pose minstens tien seconden kunnen aanhouden, je krijgt tien minuten voorbereidingstijd. Vooral je mimiek, gestiek en proxemiek zullen belangrijk zijn.

pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

N

Je bekijkt nu het tableau volgens de chronologie van het verhaal. Hou de afbeelding met de stamboom in de gaten om ‘mee te blijven’. Probeer te raden welke emotie uitgebeeld wordt. Na elke vertoning geven de groepjes kort uitleg.

c22 Dramatiek: King Lear

271


Doordringen tot het verhaal Binnen hetzelfde groepje kijk je nu naar het overeenkomstige fragment uit het toneelstuk. Je kunt samen kijken of individueel. 8 Maak een toneelfiche.

IN

a Wat vind je van de artistieke keuzes die het toneelgezelschap maakte? Kies vijf theatertekens die je het meest opvallen en omschrijf ze kort. b Welk beeld vind je het strafste? Neem een screenshot en plak het in je fiche. Zorg ervoor dat je de gekozen theatertekens kunt toepassen op de afbeelding. c Let daarnaast ook op de moeilijke woorden uit opdracht 5 op p. XX. Welke termen hoor je? Kun je ze verklaren? d Het stuk zit tjokvol metaforen. Haal er een (of meerdere) uit je fragment.

Woordenschat 10 Verbind de woorden met de juiste verklaring.

3

referendum

4

globalisering

5

bureaucratie

6

basisinkomen

7

republiek

8

natiestaat

9

272

wijze waarop het recht is geregeld om volksvertegenwoordigers of bestuurders te kiezen

c d

staat waarbij de inwoners zich tot een ‘volk’ (subjectieve term) rekenen staatsvorm met een president als staatshoofd

e

uitkering van de staat, onafhankelijk van verrichte arbeid

f

negatieve benaming voor een toestand waarin alles volgens de regels en met papieren en formulieren geregeld wordt

kiessysteem

g

het wereldwijd worden, vooral van de economie

liberalisering

h

stemming door de bevolking

i

economisch systeem waarbij de productiemiddelen (grond(stoffen) en machines) privébezit zijn

j

politieke stroming die zich vooral richt op wat mensen graag horen

pr oe

10

b

©

kapitalisme

bevrijden van beperkende maatregelen (hier: tussenkomst van de overheid beperken)

ie

2

a

rs

populisme

fv e

1

VA

N

9 Verwerk nu jullie bevindingen in een korte presentatie (maximum vijf minuten) waarin je de opvallendste bevindingen voorlegt. Je projecteert tijdens je presentatie enkel je gekozen screenshot. Je vindt de bijhorende evaluatiematrix op iDiddit.

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


11 De termen uit opdracht 10 werden in het stuk gebruikt om de politiek-sociale ideeën van de personages weer te geven. Vul de woorden aan in de omschrijvingen van de personages. a Lear en Gloucester zijn de oude garde, de medeoprichters van het Rijk (dat ze zo willen houden). Regels en structuur zijn belangrijk voor hen. Zij organiseren het … dat zal bepalen of het Rijk al dan niet opgesplitst wordt. Lears organisatie wordt door zijn dochters gezien als een …, een warrige rompslomp van regels en ambtenaren. b Regan en Cornwall zijn de jonge generatie en willen beginnen als aparte …. Als … is economische vrijheid erg belangrijk voor hen, op dat vlak zijn ze ultra-… .

IN

c Goneril en Albany staan voor de jonge generatie die vooral de eigen cultuur wil beschermen. Ook zij dragen traditie hoog in het vaandel. Het liefst willen ze gesloten grenzen, zij zijn dus tegen ….

N

d Cordelia en Edgar zijn de jonge vernieuwers. Ze willen vechten voor de eenheid van een verenigd Rijk (Noord én Zuid, dus), maar ze willen de structuur grondig veranderen. Ze willen een echte burgervertegenwoordiging (hervorming van het …), een Rijk zonder koning (een …), en een … voor iedereen.

Naar: www.spothetpaleis.be

Creatieve verwerkingsopdrachten

©

meme

VA

e Edmund is de grote schurk in het stuk. Hij speelt vooral in op de emoties van het volk, een echte …, dus.

satire

rs

ie

Ga op zoek naar een leuke meme over King Lear en zorg dat je hem kunt uitleggen. Deel hem met je medeleerlingen. Wees snel: geen twee keer dezelfde meme!

Ontwerp een satirisch tekstje over King Lear. Kies uit: een rouwbericht, een uitnodiging (voor een feest) of een krantenkop (met lead).

pr oe

fv e

12 Speel samen met de klas Tussen twee vuren. Slaag jij er met jouw team in om het verhaal tot een goed einde te brengen?

woord de satire: humor waarbij een publiek persoon (bv. een politicus) of een maatschappelijke (wan)toestand wordt bekritiseerd (zie ook Trajectwijzer 1.9)

c22 Dramatiek: King Lear

273


c literatuurgeschiedenis

Dramatiek: episch en absurdistisch theater 1 2 3 4

1

Je weet wat het episch theater inhoudt en kenmerkt. Je weet wat het absurdistisch theater inhoudt en kenmerkt. Je kent de overeenkomsten en verschillen tussen episch en absurdistisch theater. Je kunt de kenmerken van episch en absurdistisch theater herkennen in moderne literatuur, films of series.

IN

c23

Een raam op de wereld is een theater waard

Theater is voor mij interessant als …

Ik beleef theater als iets …

VA

Theater moet gaan over …

N

1* Wat is theater voor jou? Vul onderstaande zinnen aan zonder te lang na te denken.

ie

Episch theater

© Zoonar

pr oe

© Ben Van Duin

fv e

rs

2

©

2* Je krijgt per groep enkele citaten over theater. Bespreek wat deze zouden kunnen betekenen en rangschik de citaten: met welk citaat zijn jullie het eens, met welk niet? Geef argumenten.

274

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


1 Bekijk de afbeeldingen op p. XXX. Het zijn allemaal voorbeelden van episch theater. a Voor je op ontdekking gaat naar dit theatergenre, geef je aan wat deze beelden bij jou oproepen. Vul aan: op basis van deze afbeeldingen denk ik dat episch theater … is. b Wat betekent het woord ‘episch’ volgens jou? 1 verhalend 2 spannend 3 fenomenaal

4 tragisch

c Kun je dit linken aan je antwoord bij a?

IN

Je weet nog niet erg veel over episch theater, maar daar komt snel verandering in. 2 Op de volgende pagina’s staan drie bronnen. a Bekijk alle bronnen aandachtig en neem notities.

b Vul aan de hand van jouw notities het Onthouden-kader over episch theater op p. XXX aan.

VA

N

c Vergelijk jouw antwoorden met die van een medeleerling. Kwamen jullie tot dezelfde bevindingen?

Episch theater

BRON 1

©

Episch theater is verhalend theater en staat ook bekend als het theater van de vervreemding of politiek theater. Het ontstond in het begin van de 20e eeuw en is nauw verbonden met de Duitse theatermaker Bertolt Brecht.

ie

Opkomst

fv e

rs

In de jaren twintig en dertig willen Brecht en zijn medestanders het traditionele schouwburgtheater, dat louter gericht was op het vermaken van het publiek, veranderen. Ze zien in dat het schijnpersonages zijn waarmee het publiek tijdens het traditionele theater meeleeft en daardoor even de dagelijkse beslommeringen vergeet. Dat is mooi voor even, maar doen ze een stap naar buiten, dan zijn de omstandigheden waarin ze leven onveranderd. En in die tijd zijn die omstandigheden niet zo fraai; het is crisistijd. Brecht wil dan ook theater maken dat inzicht geeft in de maatschappelijke en politieke situatie. Theater kan en moet de wereld veranderen, vindt Brecht.

Vervreemdingstechnieken

pr oe

Inzicht geven en de ratio aanspreken zijn twee van de belangrijkste uitgangspunten van het episch theater. Om te bereiken dat het publiek zich niet te zeer door het verhaal laat meeslepen, zet Brecht – en later andere theatermakers – ‘vervreemdingstechnieken’ in. Het episch theater lijkt hierdoor in niets op het echte leven: het maakt vaak gebruik van maskers, opvallende grimering en vertellers die commentaar geven op de gebeurtenissen op het toneel. Ook de personages maken in hun spel het publiek steeds duidelijk dat er ‘slechts’ toneel gespeeld wordt: de spelers identificeren zich nooit volledig met hun rol en leveren soms zelfs commentaar op hun eigen rol of spel (in tegenstelling tot method acting). Er zijn vaak wisselingen van plaats en tijd, die slechts verduidelijkt worden door eenvoudige rekwisieten zoals een naambordje, en decorwisselingen vinden voor het oog van het publiek plaats. Nu en dan wordt het spel doorbroken voor een lied waarin commentaar geleverd wordt op de situatie op het toneel. Personages in het episch theater zijn bovendien eerder archetypen dan realistische mensen en ze vertegenwoordigen verschillende kanten van een discussie of argument. Alle eigenschappen van de personages worden uitvergroot. Door die technieken te gebruiken, wil Brecht voorkomen dat het publiek zich te veel inleeft, zodat toeschouwers worden aangemoedigd om kritisch na te denken over de maatschappij. Naar: nl.wikipedia.org

c23 Dramatiek: episch en absurdistisch theater

275


BRON 2

Episch Theater

VA

N

IN

Episch theater is een theatervorm die ontstaan is in Duitsland in de twintiger jaren van de 20e eeuw onder impuls van regisseur Erwin Piscator, met als belangrijkste representant de toneelschrijver Bertolt Brecht met zijn Dreigroschenoper (1928). Het is een vorm van het drama waarin gepoogd wordt menselijke lotgevallen op een bovenindividuele wijze voor te stellen. Het kent daarom geen specifieke held, maar introduceert een algemeen menselijke trek, belichaamd door een personage of een beschouwer van het menselijk handelen. De geslotenheid van het aristotelisch drama wordt in het episch theater opgeheven in een structuur die zowel handeling als commentaar omvat. Het is anti-illusionistisch in die zin dat het de illusie van het klassieke of romantische drama doelbewust doorbreekt door middel van het vervreemdingseffect, zoals het inschakelen van een koor, gebruik te maken van projecties of doorbreking van de vierde wandfictie d.m.v. een verteller, de zgn. episering. De toeschouwer wordt zo op afstand gehouden opdat hij zich niet identificeert met één van de personages en zo in staat blijft de gepresenteerde handeling zo objectief mogelijk te beoordelen. Het episch drama is doorgaans politieksociaal geïnspireerd.

Theatertheorie van Bertolt Brecht (1898-1956)

Bertolt Brecht

fv e

BRON 3

rs

Bron: theaterencyclopedie.nl

ie

©

Brecht verzet zich tegen het illusionistische theater van zijn tijd. Vanuit zijn politieke en maatschappelijke betrokkenheid wil Brecht juist dat de toneelspeler contact maakt met het publiek en dat het publiek aan het denken wordt gezet. De acteur mag dus niet opgaan in zijn rol. Hij moet zijn personage tonen, niet zijn. Brecht wil een bepaalde afstandelijkheid creëren tussen spel en publiek, zodat de toeschouwers niet gedachteloos meeleven met de personages, maar nadenken over wat ze zien. Brecht gebruikt hiervoor het woord ‘vervreemding’. Manieren om die vervreemding te bereiken zijn bijvoorbeeld: de handeling van het stuk onderbreken met een lied, een acteur die uit zijn rol stapt om commentaar te geven op het stuk, decorwisselingen voor de ogen van het publiek en het aan elkaar monteren van losstaande scenes. Brechts theorieën zijn van grote invloed geweest op het moderne Nederlandse theater.

Onderweg

De Duitser Bertolt Brecht (1898-1956) wordt beschouwd als de grondlegger van het episch theater. Hij is overtuigd marxist en deze ideologie neemt hij over in zijn theaterstukken. Zijn politieke overtuiging inspireert hem tot het ontwikkelen van zijn eigen soort episch theater (dialectisch theater). Brecht wil zijn publiek tot inzicht dwingen. Hij wil hen aan het denken zetten over maatschappelijke en economische onderwerpen. Theater dient volgens hem niet om emoties op te roepen. Het publiek mag zich dan ook niet identificeren met de personages of de gebeurtenissen op het toneel. Zijn bekendste werken zijn Die Dreigroschenoper (De Driestuiversopera), Mutter Courage und ihre Kinder (Moeder Courage en haar kinderen) en Was kostet das Eisen (Wat kost het ijzer?).

276

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis

© Dom Slike

pr oe

CRASH COURSE


Onthouden Het episch theater (ook wel het dialectisch theater genoemd) is een theatergenre dat zich historisch situeert in … (a) van de 20e eeuw. … (b) wordt gezien als de grondlegger van dit genre, maar … (c) is zonder twijfel de bekendste maker van het episch theater. Zijn meest gekende stuk, … (d) (1928), is niet louter theater, maar heeft ook een muzikaal element. Andere stukken van Brecht zijn bijvoorbeeld … (e) en … (f).

IN

Inhoudelijk staan … (g) en … (h) thema’s centraal. De epische theatermaker wil dan ook dat het publiek hier nieuwe inzichten over verwerft. Brecht wordt bijvoorbeeld geïnspireerd door het communisme.

VA

N

Voor de epische theatermaker mag theater enerzijds geen … (i) zijn. Anderzijds mag het publiek niet de illusie krijgen dat wat er op het podium gebeurt gelijkaardig is aan zijn of haar echte leven. Het publiek moet daarentegen een … (j) houding aannemen en mag zich niet vereenzelvigen met wat er op het theater gebeurt. Deze theatervorm is dus niet … (k). Om dit te realiseren wordt er gebruikgemaakt van … (k) . Het doel daarbij is dat het publiek op afstand blijft en zo het gebeuren op het podium … (l) kan bekijken. Er is dus geen emotionele binding met wat er zich op de bühne afspeelt.

©

Ook voor de acteur wordt de illusie van het theater doorbroken. De acteur mag zeker niet één worden met zijn personage. Dat staat in schril contrast met … (m) waarbij de acteur zich vereenzelvigt met zijn personage.

ie

Die afstandelijke houding tussen personage, acteur en publiek kadert binnen wat de brechtiaanse … (n) genoemd wordt, de theaterfilosofie van Brecht.

rs

3 Vandaag de dag wordt episch theater nog steeds opgevoerd. Bekijk een fragment uit Culture Club en beantwoord de vragen. a Noteer relevante informatie die je te horen krijgt over het theatergezelschap Tutti Fratelli.

fv e

b Noteer eveneens belangrijke zaken over De Driestuiversopera. c Gebruik die informatie om na te gaan waarom het niet vreemd is dat een theatergezelschap als Tutti Fratelli een episch stuk opvoert. Ga daarbij uit van de sociale context van beide.

pr oe

d Je leerde al dat het episch theater gebruikmaakt van vervreemdingstechnieken. Daar wordt kort naar verwezen aan het einde van het fragment. Welke vervreemdingstechniek komt daar aan bod?

Onthouden

Door onder andere gebruik te maken van vervreemdingstechnieken willen epische theatermakers ervoor zorgen dat het publiek zich niet te veel laat meeslepen. Zo wordt er afstand gecreëerd tussen het theaterstuk en het publiek. • Er wordt gebruikgemaakt van een (auctoriële) verteller. • Decorwissels gebeuren voor de ogen van het publiek. • Er wordt gebruikgemaakt van liederen waarin commentaar gegeven wordt op wat er op het toneel gebeurt. • Allegorieën en stereotypen komen veelvuldig voor.

c23 Dramatiek: episch en absurdistisch theater

277


De essentie van de vervreemdingstechnieken is om aan te tonen dat het fictie betreft. Een manier om dit te bewerkstelligen is het doorbreken van ‘de vierde wand’. 4 Bekijk de vier voorbeelden hieronder en achterhaal wat bedoeld wordt met het doorbreken van de vierde wand. D

A

IN

B DEADPOOL

C

VA

N

HOUSE OF CARDS

De invloed van het episch theater in het algemeen en van Bertolt Brecht in het bijzonder op film en theater valt niet te overschatten. De Deense filmregisseur Lars von Trier liet zich voor zijn meesterwerk Dogville duidelijk inspireren door enkele epische technieken.

©

5 Bekijk de proloog van deze film en formuleer vier zaken die je aan het episch theater linkt.

ie

‘Art is not a mirror held up to reality but a hammer with which to shape it.’

rs

6 Verklaar dit citaat van Brecht aan de hand van wat je nu weet over het episch theater. a Wat betekent het volgens jou? b* Ben jij het daarmee eens?

fv e

c Otto Dijk, een Nederlandse schrijver, repliceert hierop als volgt: ‘De tragiek van Brecht is dat hij de wereld wilde veranderen, maar niet verder is gekomen dan het theater.’ Wat wil Dijk daarmee zeggen?

pr oe

7 Je startte deze les met het bespreken van enkele citaten in groep. Herinner je je een citaat dat episch of brechtiaans genoemd kan worden?

3

Absurdistisch theater

1* Lees (of speel) de toneeltekst. a Waarover gaat dit fragment volgens jou? b Welk gevoel krijg je na het lezen van dit fragment? c Het fragment dat je net las, is het begin van Wachten op Godot, het bekendste toneelstuk van Samuel Beckett, die bovendien gezien wordt als de belangrijkste schrijver binnen het absurdistisch theater. Vladimir en Estragon wachten bij een boom nabij een landweg op Godot. Wie of wat zou Godot volgens jou kunnen zijn?

278

© 2024 Standaard Uitgeverij

F*** YOU VERY VERY MUCH

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


EERSTE BEDRIJF Landweg met een boom. Avond. Estragon zit op de grond en probeert zijn schoenen uit te trekken. Woedend trekt hij eraan met twee handen en slaakt kreten van inspanning. Uitgeput houdt hij op en rust hijgend uit. Begint dan weer opnieuw. Zelfde spel. Vladimir komt op.

Estragon Vladimir

IN

N

VA

fv e

Estragon Vladimir

©

Estragon Vladimir Estragon Vladimir Estragon Vladimir Estragon Vladimir Estragon Vladimir

ie

Estragon Vladimir Estragon Vladimir

(Hij houdt opnieuw op.) Het heeft geen zin. (Hij komt dichterbij, met kleine, stijve pasjes, wijdbeens.) Dat begin ik ook te geloven. (Hij blijft onbeweeglijk staan.) Ik heb me lang tegen deze gedachte verzet en ik zei, Vladimir, wees verstandig, je hebt nog niet alles geprobeerd. En dan begon ik de strijd opnieuw. (Hij denkt over de strijd na, zegt dan tegen Estragon:) Zo, dus je bent weer terug. Denk je? Ik ben blij je weer te zien. Ik dacht dat je voor altijd verdwenen was. Dat dacht ik ook. Wat zullen we doen om dit weerzien te vieren? (Hij denkt na.) Sta op, dan kan ik je omhelzen. (Hij reikt Estragon de hand.) (geïrriteerd) Straks, straks. (stilte) (gefrustreerd, koel) Mag ik vragen waar meneer de nacht heeft doorgebracht? In een greppel. In een greppel? Waar dan? (zonder te wijzen) Daar. Hebben ze je niet geslagen? Ja ... maar niet erg. Waren het dezelfde? Dezelfde? Dat weet ik niet. Als ik denk ... aan al die tijd ... vraag ik me af ... wat er van jou terecht zou zijn gekomen ... zonder mij. (heel zeker) Je zou op ’t ogenblik niet meer zijn dan een hoopje beenderen, dat is zeker. (geërgerd) En wat dan nog? (neerslachtig) Dit is te veel voor een mens. (pauze, dan heftig) Maar aan de andere kant vraag ik me af waar het goed voor is nu de moed te verliezen. Een eeuwigheid geleden hadden we eraan moeten denken, zo omstreeks 1900. Hou op, help me deze rotschoenen uittrekken. Hand in hand zouden we als eersten van de Eiffeltoren zijn gesprongen. Toen stonden we er goed voor. (Estragon trekt woedend aan zijn schoen.) Wat doe je? Ik trek mijn schoen uit. Doe jij dat nooit? Hoe vaak heb ik je al gezegd dat je ze iedere dag moet uittrekken? Waarom luister je niet naar me? (met zwakke stem) Help me! Heb je pijn? Pijn! Hij vraagt of ik pijn heb! (driftig) Jij denkt dat jij alleen maar lijdt. Ik tel niet. Ik zou jou weleens in mijn plaats willen zien. Dan zou je wel anders praten. Heb je pijn gehad? Pijn. Hij vraagt of ik pijn gehad heb!

rs

Estragon Vladimir

pr oe

Estragon Vladimir

Estragon Vladimir Estragon Vladimir Estragon Vladimir

Samuel Beckett. Wachten op Godot (vertaling: Jacoba van Velde)

c23 Dramatiek: episch en absurdistisch theater

279


Onderweg De Ier Samuel Beckett is de bekendste schrijver van absurdistische toneelstukken. Na verschillende omzwervingen vestigde hij zich in Frankrijk. Om die reden beschouwen zowel de Ieren als de Fransen hem als een van hun meest vooraanstaande toneelschrijvers.

N

IN

© GL Archive

Het werk van Beckett is geïnspireerd op het existentialisme en daarom eerder minimalistisch en pessimistisch. Zijn bekendste werken zijn Waiting for Godot (En attendant Godot / Wachten op Godot) en Endgame. In 1969 werd zijn oeuvre bekroond met de Nobelprijs voor Literatuur.

VA

Het absurdistisch theater heeft enkele gelijkenissen, maar ook verschillen met het episch theater. Aan jou om de kenmerken van het absurdistisch theater te achterhalen. 2 Ga per twee op zoek naar betrouwbare informatie over het absurdistisch theater.

ie

©

a Vul onderstaande informatie aan. • Welke syoniemen bestaan er voor het absurdistisch theater? • Situeer het absurdistische theater in de tijd. • Noteer de twee belangrijkste theatermakers en hun werk. • Bespreek de filosofische invloeden van het absurdistisch theater. • Bespreek de inhoud: geef minstens drie thema’s. • Geef de kenmerken (personages, tekst, context) van het absurdistich theater. b Zie je opvallende gelijkenissen met het episch theater? Markeer ze groen.

rs

c Zijn er duidelijke verschillen? Markeer ze rood.

fv e

Bekijk de illustratie van Sisyphus die een rots de berg opduwt, een onmogelijke opdracht. Albert Camus vertelde hierover in de mythe van Sisyphus: ‘De strijd op zichzelf tegen de top is voldoende om het hart van een mens te vullen. We moeten ons Sisyphus als een gelukkig mens voorstellen.’ 3 Hoe kun je die gedachte rijmen met het absurdistisch theater?

pr oe

Wachten op Godot (1953) wordt de dag van vandaag nog maar weinig opgevoerd omdat de nabestaanden van Beckett erop staan dat de tekst en regieaanwijzingen tot op de letter gevolgd worden, iets wat theatermakers vaak maar weinig weten te appreciëren. Olympique Dramatique boog zich over de theatertekst en kondigde de voorstelling aan als volgt.

Ze zitten er nog steeds. Bij hun boom. Vladimir en Estragon. Te wachten op iemand die Godot heet. Hoe lang ze al aan het wachten zijn, weten ze niet. Ook niet of ze wel op de juiste plek zitten. En al evenmin weten ze wie Godot is en wat die hen zou moeten komen vertellen. Wat ze zich herinneren, zijn enkel flarden van een wereld die er niet meer is. En het enige wat ze hebben, is tijd. Veel tijd. Om te discussiëren. Om ruzie te maken. Om na te denken. En vooral om zich te vervelen. De brutale verschijning van Pozzo en zijn knecht Lucky doorbreekt hun dagelijks ritueel. Een ogenblik lang. Fundamenteel verandert er niets. Ze blijven wachten. Dan komt een jongetje zeggen dat meneer Godot vandaag niet meer zal komen ... Bron: www.toneelhuis.be

4 Uit de laatste zinnen blijkt de existentialistische inspiratie duidelijk. Leg uit.

280

TRAJECT NEDERLANDS   C Literatuurgeschiedenis


Toch is het existentialisme en het absurdistisch theater niet louter pessimistisch. Je bekijkt de trailer van Wachten op Godot door Olympique Dramatique en leest hieronder enkele commentaren op de opvoering. A ‘Wachten op Godot is een wonderschoon eindejaarscadeau: het is theater met een meesterlijke tekst (die je met poëtische flair uitnodigt tot reflectie), in een machtig mooie setting en gebracht door vier mastodonten van spelers die niet alleen de lach, maar ook, zoals iedereen, een leven vol geluk en ongeluk aan hun broek hebben hangen. Ogen, oren, hart: ze worden verwend.’

IN

‘Olympique Dramatique maakt van Wachten op Godot een acteursfeestje in een desolaat decor. Het is boeiend te zien hoe Becketts toneelklassieker resoneert met de huidige absurde tijd.’

B

Filip Tielens in De Standaard

N

Els Van Steenberghe in Knack Focus

‘Deze Wachten op Godot drukt uit dat het wachten samenvalt met het leven zelf en dat dit wachten alleen draaglijk kan gemaakt worden door te kiezen voor het leven, ook al is er geen helder perspectief op wat nog komen moet.’

©

‘Even groots als intiem, visueel indrukwekkend en opmerkelijk gevoelig vertolkt. Soepel schakelend tussen tragedie, klucht en slapstick bewijzen de heren hoe rijk Becketts theater is, zowel in vorm als in inhoud.’

D

VA

C

Jan-Jakob Delanoye in Cutting Edge

ie

Jan Dertaelen in De Morgen

5 Uit welke commentaar blijkt een positieve visie op de toekomst?

rs

6 Ga in de Trajectwijzer op zoek naar een andere stroming die overeenkomsten vertoont met het absurdistisch theater. Leg uit wat de link is.

fv e

7 Bekijk Tweehonderd pond ongezond vet, gebaseerd op All that fall, een radiodrama van Beckett. Geef twee bewijzen dat het hier om een absurdistisch stuk gaat.

Maddy Rooney, een zeventigjarige die bestaat uit ‘tweehonderd pond ongezond vet’, is op weg naar het station van Boghill om daar haar blinde echtgenoot Dan af te halen, als verrassing voor zijn verjaardag. Onderweg ontmoet ze een aantal dorpsgenoten. De reis gaat echter niet zonder slag of stoot.

pr oe

15

Bron: www.kwezel.nl

c23 Dramatiek: episch en absurdistisch theater

281


d verwerkingsopdrachten

Creatief spreken: de monoloog 1 2 3 4

De kernmerken van een monoloog

lga

pr oe

fv e

rs

Dirk Waem / © Be

ie

©

VA

N

1

Je kunt de kenmerken van een monoloog opsommen. Je analyseert taalgebruik en theatertekens bij het opvoeren van een monoloog. Je schrijft een monoloog. Je brengt een personage tot leven door gebruik te maken van gezichtsuitdrukkingen, bewegingen en stem.

IN

d1

1* Bekijk de foto’s van deze vier performers. a Ken je een of meerdere van deze mensen? Wie? b Welk taalgebruik verwacht je bij elke persoon? c Hoe staan deze performers op het podium? Wat verwacht je van hun gebaren, bewegingen, gelaatsuitdrukkingen en stemgebruik?

282

TRAJECT NEDERLANDS   D Verwerkingsopdrachten


Je leerkracht toont je nu een beeldfragment. Je bekijkt het een eerste keer en let bij het kijken op de boodschap. 2 Waarover gaat het fragment? Beschrijf kort de inhoud. 3 Wat is het doel van de voorstelling? Wat wil de performer bij het publiek bereiken? 4 Beschrijf het taalgebruik van deze persoon. a Is dit standaardtaal, dialect of tussentaal? Welk register (formeel, neutraal, elitair, vulgair, vriendschappelijk) wordt er gebruikt?

IN

b* Kwam de performance overeen met de voorspellingen die je deed? Ga in op twee concrete voorbeelden. 5 Bij een monoloog staat één acteur op het podium. Hij spreekt zijn publiek rechtstreeks aan. a Hoe kun je van dit voorbeeld een dialoog maken?

b Blijft de tekst daardoor even krachtig, wordt hij sterker of zou de tekst aan kracht verliezen? 6 Een geslaagde monoloog begint met een sterke tekst.

N

c Welke onderwerpen lenen zich het meest tot een monoloog? Wat past er eerder bij een dialoog?

a Waarmee moet een theaterauteur volgens jou rekening houden wanneer hij een onderwerp kiest?

VA

b Welke suggesties zou jij doen voor de uitwerking van dit onderwerp? c Wat komt er beter niet in een monoloog?

©

7 Vergelijk je antwoord bij opdracht 6 met het volgende fragment. Geeft de auteur nog extra kenmerken die niet in je eigen suggesties staan? Zoek ze in de tekst.

fv e

rs

ie

Het geheim van de monoloog Voor ze aan een monoloog beginnen, moeten schrijvers heel duidelijk weten wie hun personage is. Het karakter moet tot de verbeelding spreken en de aandacht trekken. Vervolgens moet duidelijk zijn wat de persoon wil vertellen, wat de waarde is voor het stuk. Er moet een spanning ontstaan in wat het personage uitlegt. Blijf voor deze spanning in het hier en nu: iets wat op dit moment met een personage gebeurt, is veel spannender dan een verhaal dat achteraf verteld wordt. Probeer in een monoloog zo helder en beeldend mogelijk te zijn. Ook is het heel belangrijk te bepalen hoe het personage spreekt, wat haar of zijn stem en taal zijn. Een geschreven monoloog verandert namelijk onmiddellijk op het moment van uitspreken. Beginnende schrijvers vertrekken vaak vanuit hun eigen persoon, maar dit levert meestal geen overtuigende resultaten op.

pr oe

Monologen komen in toneelstukken voor op het moment dat een personage zijn standpunt moet verduidelijken of een actie moet uitleggen. Daarom moeten schrijvers hun personage verschillende gevoelens of gedachten meegeven. Elk gevoel en elke gedachte brengt het verhaal een stap verder. Er ontstaat dan een ritme dat de monoloog naar een climax toebrengt. Het einde van een monoloog is van groot belang en geeft een antwoord op de vraag waar het personage mee worstelt. Charissa van der Vlies

Als een acteur op het podium een monoloog opvoert, dan kan hij gebruikmaken van de volgende technieken: a

b

mimiek

gestiek

d1 Creatief spreken: de monoloog

c

d

ruimtegestiek paraverbale middelen

283


8 Verbind deze termen met de juiste synoniemen. © MPH Photos

gezichtsuitdrukking

4

stemgebruik

2

decorvoorwerpen

5

beweging en houding

3

ruimtegebruik

VA

N

IN

1

6

kostumering

ie

Zelf een monoloog uitwerken

rs

2

©

9 Bekijk het fragment een tweede keer en geef van deze vier technieken een duidelijk voorbeeld.

18.7

pr oe

fv e

Gregory Crewdson is een fotograaf uit New York. De kunstfoto’s die hij neemt, lijken eigenlijk meer op schilderijen. Crewdson werkt met een team van veertig mensen en doet er weken over om locaties te kiezen, sets op te bouwen en de uiteindelijke foto te nemen. Dat komt omdat hij in elk resultaat onnoemelijk veel details stopt die je kunt lezen als aanwijzingen en hints. Ze doen je allerlei zaken vermoeden en laten je toe om een verhaal te bouwen, zonder volledig te zeggen wat er nu precies gebeurd is of wie de mensen op de foto zijn. Dat is het sterke, maar ook het moeilijke aan zijn foto’s. Voor deze creatieve spreekopdracht vertrek je van één van Crewdsons kunstwerken. Aan de hand van het stappenplan schrijf je een monoloog bij één van de personages uit de afbeeldingen.

Voorbereiden 1 Bekijk de foto’s op p. 140 aandachtig en kies er één uit.

2 Schrijf heel kort voor jezelf op waarom je die foto kiest.    • Is er een detail dat je aanspreekt?    • Zit er een bepaalde sfeer in?    • Herken je elementen in de foto?    • Kun je je inleven in een van de personages (of net niet)? 3  Maak een lijst van allerlei details die je ziet. Probeer de foto te lezen als een tekst: begin linksboven en ga met je ogen zo over het beeld alsof je tekst van een beeldscherm leest. Bekijk de foto een aantal keren en som de voorwerpen op die je ziet.

284

TRAJECT NEDERLANDS   D Verwerkingsopdrachten


Plannen

IN

4 Focus nu op de personages in de foto en stel jezelf de volgende vragen:    • Hoe oud zijn ze?    • Zijn ze arm of rijk?    • Hebben ze een bepaald beroep?    • Zijn ze onderweg? Vluchten ze van iets weg of lopen ze net naar iets toe?    • Hoe voelen ze zich op dit moment?    • Zeggen ze iets of staan ze bij zichzelf te denken?    • Hebben ze net iets meegemaakt of staat hen iets te wachten?

VA

N

5  Onderstreep in je lijst bij stap 3 alle elementen die te maken hebben met het decor van de foto. Beantwoord daarna de volgende vragen.    • Speelt de scène zich af in een stad, in een dorp of op het platteland?    • Vinden de gebeurtenissen plaats in België, Europa, Amerika, Azië of elders in de wereld?    • Komt de plaats over als chic of net niet?    • Past het decor bij de personages die je ziet?    • Zie je elementen die niet op hun plaats zijn in deze context?

Schrijven

ie

©

6  Kruip nu in het hoofd van één van de personages uit de foto’s van Gregory Crewdson. Gebruik de antwoorden die je bij stappen 4 en 5 gaf om een verhaal rond de foto te bouwen. Je mag vertellen wat er voor de scène gebeurd is of net uitwerken hoe de scène zal aflopen. De foto kan met andere woorden helemaal vooraan in je verhaal zitten, maar evengoed in het midden of aan het einde.

fv e

rs

7  Je monoloog duurt minimaal twee minuten en sluit duidelijk aan bij de foto. Overloop de evaluatiematrix op iDiddit, daarin vind je alle evaluatiecriteria voor deze opdracht.

Je monoloog inoefenen

pr oe

8  Eerder in deze les analyseerde je een monoloog. Je ging in op de kenmerken en paste ze toe op een beeldfragment.    a Bekijk de elementen nog een keer. Je vindt ze terug bij opdrachten 6 en 7 op p. 137.    b Ga na welke kenmerken je kunt gebruiken om jouw personage vorm te geven. 9

Oefen je monoloog hardop.

Reflecteren

10 Overloop de monologen die je medeleerlingen en jij naar voren brachten.    a  Welk verhaal is je het meest bijgebleven? Beschrijf concreet waarom dit verhaal je aandacht trok.    b  Welke opvoering vond je sterk? Geef twee concrete elementen aan uit het taalgebruik, de mimiek, de gestiek of het ruimtegebruik van deze medeleerling.

d1 Creatief spreken: de monoloog

285


286

TRAJECT NEDERLANDS   D Verwerkingsopdrachten

Digital Image Museum Associates/LACMA/ Art Resource NY/2023 © Photo Scala, Florence

fv e

The Solomon R. Guggenheim Foundation/Art Resource, NY/2023 © Photo Scala, Florence

N

VA Christie’s Images, London/2023 © Photo Scala, Florence

©

Christie’s Images, London/2023 © 2023 Photo Scala, Florence

ie

rs

The Solomon R. Guggenheim Foundation/Art Resource, NY/2023 © Photo Scala, Florence

pr oe

The Art Institute of Chicago / Art Resource, NY/ 2023 © Photo Scala, Florence

IN

Christie’s Images, London/ 2023 © Photo Scala, Florence


d verwerkingsopdrachten

d2

Literatuursuggesties: literatuur in de wereld LUISTERFRAGMENTEN

pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

N

IN

In A1 maak je kennis met verschillende genres en leer je hoe literatuur voedsel voor de geest is. Je leerde in de tweede graad hoe je efficiënt een boek terugvindt via de bibliotheekcatalogus. Op deze wereldkaart vind je negen boeken terug. De plaats waaraan ze verbonden zijn, speelt telkens een centrale rol in het verhaal. Voor deze literatuuropdracht organiseren we een heuse boekenbeurs! De bedoeling is dat je het gelezen boek verkoopt op een boekenbeursstand.

Over het kanaal

Claes denkt dat ze met

dreigt ze het slachtoffer te machtsstrijd op het hoogste

12+

14+

16+

Annelies Beck historische roman (2011)

Over het

kanaal ANNELIES BECK

vanin.be

580407

© 2011 Uitgeverij De Geus

op en komen in Glasgow hte Belgen aan. al dat hun aanvankelijk te eleidelijk om in onbegrip en ge mensen in de Belgische ten de ellende van hun Als Marie het onrecht aan de

ANNELIES BECK OVER HET KANAAL

Glasgow op vakantie gaat. n later woedt de Eerste

Zomer 1914. Marie Claes denkt dat ze met haar ouders naar Glasgow op vakantie gaat. Een paar maanden later woedt de Eerste Wereldoorlog volop en komen in Glasgow duizenden gevluchte Belgen aan. Het warme onthaal dat hun aanvankelijk te beurt valt, slaat geleidelijk om in onbegrip en ongeduld. Sommige mensen in de Belgische gemeenschap buiten de ellende van hun landgenoten uit. Als Marie het onrecht aan de kaak wil stellen, dreigt ze het slachtoffer te worden van een machtsstrijd op het hoogste niveau.

30/05/18 11:27

d2 Literatuursuggesties: literatuur in de wereld

287


Villa des Roses

des Roses’ is een pension in Parijs

16+

www.vanin.be

566448

De eenzaamheid van de priemgetallen

PAOLO GIORDANO

PAOLO GIORDANO

Alice moet van haar vader elke iles. Op een mistige ochtend af van haar skiklasje, komt ten ndt daar de rest van haar leven n.

intelligent en schaamt zich voor afde tweelingzusje Michela. Als weg is naar een verjaardagsMattia Michela achter op een bank t de opdracht dat ze daar op hem Als hij terugkomt, is zijn zusje

14+

16+

www.vanin.be

Paolo Giordano (psychologische) roman, liefdesverhaal (2008)

557617

© 2008 De Bezige Bij

12+

De eenzaamheid van de priemgetallen

DE EENZAAMHEID VAN DE PRIEMGETALLEN

are school kruisen de levens van elkaar en er ontstaat een uitendschap. Ze voelen zich vanaf de ntmoeting verbonden, maar hoe moeilijk het is om wezenlijk kaar te krijgen.

Villa des Roses is een pension in Parijs dat wordt uitgebaat door mevrouw Brulot. Zij, haar man, haar aapje Chico, het keukenmeisje Aline en het nieuwe kamermeisje Louise zorgen voor de verschillende gasten die in het pension verblijven of er dagelijks komen om te dineren. Willem Elsschot portretteert alle personages in het boek op een vaak komische manier en laat zowel hun fraaie als hun minder fraaie kantjes zien.

IN

14+

Villa des Roses

Alice is zeven jaar en moet van haar vader elke dag op skiles. Op een ochtend zondert ze zich af van haar skiklas, komt ten val en ondervindt daar de rest van haar leven de gevolgen van. Mattia is hyperintelligent en schaamt zich voor zijn zwakbegaafde tweelingzusje. Op weg naar een verjaardagsfeestje laat hij haar op een bank in het park achter. Als hij terugkomt, is zijn zusje verdwenen. Op de middelbare school kruisen de levens van Alice en Mattia elkaar en ontstaat er een uitzonderlijke relatie.

25/06/13 15:51

rs fv e

psychologische roman (2006)

© 2006 Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar

TIRZA

16+

513960

pr oe

14+

Arnon Grunberg

TIRZA

007 en de Libris

12+

Tirza

ARNON GRUNBERG

ARNON GRUNBERG

liefst niet de hele uitend tijdens de ven al zwaar genoeg. n twee dochters en eerd bedrijf. Dankzij id woont hij op rampen. Stilstand rde voor liefde en dochters. Dat zijn ft voor een jeugdliefde gedeelte van zijn malversaties van ie de wereldeconomie . Zolang hij maar . Maar op een avond r de deur. En dan et leven van Jörgen wee druppels water op

N

12+

roman, drama (1913)

WILLEM ELSSCHOT

VA

hun fraaie als hun minder fraaie kantjes

Willem Elsschot

©

ven of er dagelijks komen om te dineren.

m Elsschot portretteert alle personages in oek op een vaak komische manier en laat

ie

en het nieuwe kamermeisje Louise zorgen e verschillende gasten die in het pension

© 1913 Singel Uitgeverijen

WILLEM ELSSCHOT VILLA DES ROSES

ordt uitgebaat door mevrouw Brulot. Zij, man, haar aapje Chico, het keukenmeisje

Jörgen Hofmeester is vader van twee dochters en hij werkt voor een gerenommeerd bedrijf. Dat zijn echtgenote hem ingeruild heeft voor een jeugdliefde op een woonboot en dat een gedeelte van zijn vermogen is verdwenen, hindert hem niet. Zolang hij maar van zijn kinderen mag houden. Maar op een avond staat zijn echtgenote weer voor de deur en vertrekt zijn dochter Tirza met haar vriend.

15-06-2010 14:22:28

PIA DE JONG

an de veertienjarige Eva wordt toord wanneer haar vader besluit in kantie met het gezin naar Lapland

frontatie met de natuur.

ndinavische landschap staat in ast met de intensiteit van de

sen.

12+

14+

Pia de Jong psychologische roman, bildungsroman (2008)

LANGE DAGEN

wordt de band tussen Eva en haar e proef gesteld. De eentonigheid

© 2008 Uitgeverij Prometheus

t is gebracht. Tijdens de intensieve ngen wordt het Eva en haar broer elijk dat er meer op het spel staat

PIA DE JONG

Met alleen een kompas als gids wil ht maken door een gebied dat nog

Lange dagen

16+

www.vanin.be

Het leven van de veertienjarige Eva wordt abrupt verstoord wanneer haar vader besluit in de zomervakantie met het gezin naar Lapland te trekken. Met alleen een kompas als gids wil hij een tocht maken door een gebied dat nog niet in kaart is gebracht. Tijdens de intensieve voorbereidingen wordt het Eva en haar broer duidelijk dat er meer op het spel staat dan de confrontatie met de natuur.

545436 21-06-2011 10:02:54

288

TRAJECT NEDERLANDS   D Verwerkingsopdrachten


Het huis van de moskee

kader abdolah

en tot het op een na oek aller tijden. 12+

14+

16+

roman (2005)

BTVAS09

Al eeuwenlang geniet de familie van Aga Djan veel aanzien in de stad. Dat komt omdat hij een succesvolle tapijthandelaar is, maar ook omdat hij aan het hoofd staat van een belangrijke moskee. Met zijn gezin bewoont Aga het huis van de moskee. In dit boek – dat bekroond werd tot het op een na beste Nederlandse boek aller tijden – volgen we een omwenteling waarbij de traditionele, Iraanse maatschappij snel verandert: vrienden worden vijanden, liefde verandert in haat.

IN

HET HUIS VAN DE MOSKEE

roming onder de en Khomeini in Parijs orbereidt, verandert se samenleving in worden vijanden. haat.

Kader Abdollah

26-03-2009 10:41:52

Norwegian Wood

16+

www.vanin.be

fv e

16+

humoristisch verhaal, liefdesroman (2006)

19

keer

© 2006 Gottmer Uitgevers Groep

14+

John Green

pr oe

12+

19 KEER KATHERINE

vertelt de schrijver het erhaal van een bijzondere

19 keer Katherine

JOHN GREEN

Singleton door Katherine ntien aan de kant wordt gezet, end Hassan – in vrijwel alle ns tegenpool – hem mee op een el stranden ze in het gat de hilarische en onverwachte n elkaar opvolgen. Terwijl Colin breekt over zijn Theorema van nde Katherine-Voorspelbaarheid m op zijn eigen onnavolgbare

rs

26/06/12 12:26

www.vanin.be

VA

14+

Watanabe is een stille en buitengewoon serieuze, jonge student in Tokio. Hij is dol op Naoko, een mooie, jonge vrouw, maar hun wederzijdse liefde wordt getekend door de tragische dood van hun beste vriend. Naoko trekt zich terug in haar eigen wereld, terwijl Watanabe aansluiting vindt bij andere studenten. Hij voelt zich aangetrokken tot een jonge, onafhankelijke en seksueel geëmancipeerde vrouw. Norwegian Wood is een indringend verhaal over romantiek en volwassenheid, over de onmogelijke en dappere liefde van een jongeman.

©

12+

bildungsroman, liefdesverhaal (1987)

NorwegiaN wood

aoko kan de druk en heid van het leven niet j zich verder terugtrekt in indt Watanabe aansluiting nten en voelt hij zich n jonge, onafhankelijke en eerde vrouw. een indringend verhaal olwassenheid, over de pere liefde van een jonge

ie

hun beste vriend, jaren went aan het campusleven en afzondering die hij

Haruki Murakami

Haruki MurakaMi

© 1987 Uitgeverij Atlas Contact

nge vrouw, maar hun ordt getekend door de

Haruki MurakaMi

le en buitengewoon nt in Tokio. Hij is dol op

N

KADER ABDOLAH

lovig en leeft n de Koran. Zo ook

Het huis van de moskee

© 2005 Uitgeverij De Geus - Singel Uitgeverijen

et de familie van Aga de stad. Dat komt succesvolle tapijtok omdat hij aan een belangrijke zin bewoont hij het

Katherine JOHN GREEN

Wanneer Colin Singleton door zijn negentiende vriendinnetje met de naam Katherine aan de kant wordt gezet, neemt zijn vriend Hassan – in vrijwel alle opzichten Colins tegenpool – hem mee op een roadtrip. Al snel stranden ze in Gutshot, waar de hilarische en onverwachte gebeurtenissen elkaar opvolgen. De schrijver vertelt een ontroerend verhaal van een bijzondere vriendschap.

557617

25/06/13 15:55

De gele rivier is bevrozen Leo Pleysier

© 2012 De Bezige Bij

roman (1993) De jeugdige ik-figuur raakt gefascineerd door zijn ‘tante non’ die voor de missie in China werkt. Hij moet zijn nieuwsgierigheid naar dat ijle wezen in habijt bevredigen met de afstandelijke brieven die zij over haar avontuurlijke en gevaarlijke leven in China schrijft. Daardoor ontstaat voor de lezer een geestig en ontroerend beeld van het milieu waarin het jongetje opgroeit.

d2 Literatuursuggesties: literatuur in de wereld

289


d verwerkingsopdrachten

d3 d1

Literatuursuggesties: crime fiction

Op zoek naar een spannend boek? Inspecteur Daggermans leidt een internationaal onderzoeksteam. Via de verschillende voorwerpen op en rond zijn bureau maak je kennis met negen spannende boeken.

pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

N

IN

LUISTERFRAGMENTEN

JO CLAES

tejaarsstudent archeologie reputatie van een donjuan.

an de tiende verdieping.

12+

14+

16+

www.vanin.be

© 2009 Uitgeverij Houtekiet

ntieke stad worden tweeënten gevonden die na een

dwijnen. Paulus is de hte. Hij vlucht Turkije uit ntiebaantje aan in het euven. Enkele dagen later een levenloos lichaam

DE BLINDE VLEK

JO CLAES DE BLINDE VLEK

ouwen is vele mannen een maar het is pas wanneer hij ar het Turkse Sagalassos dat grijpende manier

20-06-2011 15:00:17

290

De blinde vlek Jo Claes politieroman (2009) Simon Paulus, laatstejaarsstudent archeologie in Leuven, heeft de reputatie van een donjuan. Zijn succes bij de vrouwen is vele mannen een doorn in het oog, maar het is pas wanneer hij op stage vertrekt naar het Turkse Sagalassos dat zijn leven op een ingrijpende manier verandert. Op de site van de antieke stad worden tweeëndertig gouden munten gevonden die na een week spoorloos verdwijnen. Paulus is de belangrijkste verdachte. Hij vlucht Turkije uit en neemt een vakantiebaantje aan in het Provinciehuis van Leuven. Enkele dagen later ontdekt een fietser een levenloos lichaam onder het balkon van de tiende verdieping.

TRAJECT NEDERLANDS   D Verwerkingsopdrachten


Camilla Läckberg

CAMILLA LÄCKBERG

IJsprinses

misdaadverhaal, mysterie (2003)

14+

© 2003 Uitgeverij Dwarsligger

IJSPRINSES

12+

16+

vanin.be

Wanneer Alexandra met doorgesneden polsen in een badkuip wordt aangetroffen, ziet het ernaar uit dat ze zelfmoord heeft gepleegd. Maar als later ook een vriend van Alexandra overlijdt, ontdekken Patrik Hedström en Erica Falck dat beide sterfgevallen hun oorsprong in het verre verleden hebben.

571323

IN

d van Alexandra overlijdt, edström en Erica Falck dat hun oorsprong in het verre

IJsprinses CAMILLA LÄCKBERG

oorgesneden polsen in een getroffen, ziet het ernaar heeft gepleegd. Maar als

17/05/17 11:48

14+

16+

vanin.be

592612

Frieda Klein is psychoanalytica. Ze leidt een strak georganiseerd leven, gericht op het helpen van anderen. Haar patiënten, familie en vrienden kunnen altijd op haar rekenen. De onrust in haar hoofd probeert ze te verdrijven met lange, nachtelijke wandelingen door haar geliefde Londen. Een van Frieda’s patiënten vertelt haar dat hij ervan droomt een kind te hebben, met rood haar en sproeten. Kort daarna verdwijnt een jongetje dat aan die omschrijving voldoet en wordt Frieda geconfronteerd met de onbeheersbare werkelijkheid die zij altijd buiten de deur heeft kunnen houden.

2/05/19 12:03

16+

rs Misdaden FERdinand vOn SchiRach

549637

pr oe

www.vanin.be

misdaadroman (2009)

Een geacht en vriendelijk dokter slaat na veertig jaar huwelijk zijn vrouw dood met een bijl. Hij verdeelt haar in stukken voor hij de politie verwittigt. Zijn getuigenis is even uitzonderlijk als zijn straf. Een man berooft een bank, en hoe vreemd het ook klinkt: hij heeft goede bedoelingen. Tegen alle verwachtingen in wordt hij door het gerecht gered. Een jonge vrouw doodt haar broer uit liefde. Von Schirach is strafpleiter. Hij vertegenwoordigt onschuldige burgers, maar ook de zwaarste criminelen. In dit boek vertelt hij hun verhalen.

fv e

14+

Ferdinand Von Schirach

© 2009 Uitgeverij Arbeiderspers

12+

Misdaden

Raymond Carver, en juist daarom s te harder aan.

Misdaden

FERdinand vOn SchiRach

n vriendelijk heerschap, dokter in n, slaat na veertig huwelijksjaren ood met een bijl. Hij verdeelt ken voor hij uiteindelijk de politie e stelt. Zijn getuigenis is even als zijn straf. ooft een bank, en hoe vreemd het ij heeft goede redenen. Tegen alle en in wordt hij door justitie gered. ouw doodt haar broer. Uit liefde. n Schirach is strafadvocaat. Het is voor hem dagelijkse kost. woordigt onschuldige mensen wet in conflict raken, maar ook de minelen. Hun verhalen vertelt hij,

N

thriller, mysterie (2011)

BLAUWE MAANDAG

hebben, met rood haar en na verdwijnt een jongetje ijving voldoet en wordt erd met de onbeheersbare j altijd angstvallig buiten en houden. Kan Frieda’s selijke geest de recherche getje te vinden?

Nicci French

VA

controleerbaar is. Een vertelt haar dat hij ervan

BLAUWE MAANDAG © 2011 Ambo|Anthos Uitgevers

e nachtelijke wandelingen onden. Frieda is ervan ich in het hoofd van haar

ie

NICCI FRENCH

n. Haar patiënten, familie n altijd op haar rekenen. oofd probeert ze te

12+

Blauwe maandag

NICCI FRENCH

©

hoanalytica. Ze leeft een leven, gericht op het

26/06/12 12:51

smokkelarij. Een onverklaarbaar hem bezighouden. Een zwerver

zijn nachtdienst heeft leren n een oude turfafgraving buiten

verdronken. Het lijkt niemand schelen. Maar het lot van de

12+

14+

16+

vanin.be

NACHTSTAD

niet met rust en zo dringt hij oor in een wereld die hem

md is.

NACHTSTAD ARNALDUR INDRIÐASON

580407

© 2014 Uitgeverij Volt

aten van Reykjavík gebeurt: llen, diefstal, huiselijk geweld,

ARNALDUR INDRIÐASON

son is nog niet lang in dienst n heeft zijn handen al vol aan

Nachtstad Arnaldur Indridason misdaadroman rond maatschappelijke problemen (2014) Erlendur Sveinsson is nog niet lang in dienst bij de politie en heeft zijn handen al vol aan wat er in de straten van Reykjavik gebeurt: verkeersongevallen, diefstal, huiselijk geweld, dronkenschap, smokkelarij. Een onverklaarbaar sterfgeval blijft hem bezighouden. Een zwerver die hij tijdens zijn nachtdienst heeft leren kennen, blijkt in een oude turfafgraving buiten de stad te zijn verdronken. Het lijkt niemand iets te kunnen schelen.

30/05/18 11:12

d3 Literatuursuggesties: crime fiction

291


Helen Vreeswijk thriller, detective (2007)

16+

www.vanin.be

In Chatroom schuimen twee vriendinnen verscholen achter hun anonimiteit het internet af op zoek naar leuke jongens. Op een profielsite presenteren ze zich zo aantrekkelijk mogelijk, ze veranderen hun naam en passen hun uiterlijk aan. Helaas zijn zij niet de enigen die de werkelijkheid wat verfraaien.

563181 5/06/15 12:58

De jongen in het graf

n de wreedste e laatste decennia.

14+

16+

DE O N G E N J IN H E T

G RAF

vanin.be

16/06/20 11:20

rs

VOOR IK GA SLAPEN

pr oe

www.vanin.be

psychologische thriller (2014)

fv e

16+

S. J. Watson

© 2008 Uitgeverij Anthos Literaire Thrillers

14+

VOOR IK GA SLAPEN

12+

Leo Meersman is een van de wreedste seriemoordenaars van de laatste decennia. Hij kreeg in 2002 levenslang voor het misbruiken en vermoorden van zes jongens. Hoofdinspecteur Michel Masson is ervan overtuigd dat het er zeven waren. Hij weet zeker dat ook de vijfjarige Arne in handen van Meersman is gevallen. Zijn lichaam is echter nooit gevonden. Deze cold case houdt Masson al een halve carrière bezig en raakt hem diep in zijn ziel. Wanneer Meersman op zijn sterfbed ligt, vraagt hij onverwacht om Masson te zien.

Voor ik ga slapen

SJ WATSON SJ WATSON

tine wakker wordt zijn ewist. Haar geheugen ernstig ongeluk. Elke haar vertellen wie ze is. g afhankelijk van haar al tweeëntwintig jaar haar dagboek, dat ze er bijhoudt, ontdekt ze iet alles vertelt.

VA

12+

TONI COPPERS

©

p zijn sterfbed vraagt om Masson te zien.

thriller, politieroman (2018)

ie

ge Arne in handen van ijn lichaam is echter

een cold case die Masson zighoudt en die hem

Toni Coppers

© 2018 Uitgeverij Manteau

Masson is ervan en waren. Hij weet

TONI COPPERS DE JONGEN IN HET GRAF

ang voor het den van zes jongens.

IN

14+

chatroom

N

hun uiterlijk aan. Helaas zijn n die de werkelijkheid wat

© 2007 Uitgeverij Van Goor

HELEN VREESWIJK CHATROOM

e presenteren ze zich zo gelijk, ze veranderen hun

12+

Chatroom

HELEN VREESWIJK

imen twee vriendinnen

r hun anonimiteit het ek naar leuke jongens.

Elke ochtend als Christine wakker wordt, zijn haar herinneringen gewist. Haar geheugen is aangetast door een ernstig ongeluk. Elke ochtend moet iemand haar vertellen wie ze is. Daardoor is ze volledig afhankelijk van haar man Ben, met wie ze al tweeëntwintig jaar getrouwd is. Dankzij haar dagboek, dat ze op advies van de dokter bijhoudt, ontdekt ze echter dat Ben haar niet alles vertelt.

9/05/16 15:22

EVA’S OOG

12+

14+

16+

www.vanin.be

eva’s oog KARIN FOSSUM

557617

© 2012, WPG Uitgevers, Antwerpen

KARIN FOSSUM

Magnus met haar dochtertje rivier wandelt en in het water een man aantreft, neemt het enstaande moeder een g. Want alle sporen van deze n die op de prostituee Maja, arvoor, leiden naar Eva. p ze geprobeerd heeft haar lichten, dreigt haar leven te

Eva’s oog Karin Fossum mysterie, politieroman (1995) Als schilderes Eva Magnus met haar dochtertje Emma langs een rivier wandelt en in het water het lichaam van een man aantreft, neemt het leven van de alleenstaande moeder een tragische wending. Want alle sporen van deze moord en ook van die op de prostituee Maja, enkele dagen daarvoor, leiden naar Eva. De manier waarop ze geprobeerd heeft haar geldzorgen te verlichten, dreigt haar leven te verwoesten.

25/06/13 15:53

292

TRAJECT NEDERLANDS   D Verwerkingsopdrachten


d verwerkingsopdrachten

d4

Literatuursuggesties: oorlog

In de les over Paul van Ostaijen (C12) leer je hoe een oorlog ook in de literatuur blijft spoken. Zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog zijn vaak terugkerende onderwerpen in Nederlandstalige romans. Auteurs gaan in op verschillende aspecten, maar staan ook stil bij de dagelijkse beleving ervan. Je maakt hier kennis met acht romans die zich in een van beide oorlogen afspelen.

pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

N

IN

LUISTERFRAGMENTEN

d4 Literatuursuggesties: oorlog

293


Allemaal willen we de hemel

te worden,

nd Ward. Voor

Els Beerten

ndom niet zo

rd, zijn hemelse

ELS BEERTEN

16+

ww.vanin.be

ELS BEERTEN

Allemaal willen we de hemel

Jef droomt ervan om een held te worden, liefst samen met zijn beste vriend Ward. Voor zijn zus Renée hoeft dat heldendom niet zo nodig. Zij heeft genoeg aan Ward, zijn hemelse saxofoonspel en zijn fluwelen blik. Maar het is 1943. Midden in de oorlog. Aan het oostfront wordt een bikkelharde strijd gevoerd tegen de Russen. De Duitsers hebben dringend dappere jongemannen nodig om hen bij te staan. Voor de jongens een gedroomde kans om held te worden. Ward vertrekt liever vandaag dan morgen. Maar zo denkt lang niet iedereen erover.

IN

14+

historische roman, psychologische roman (vriendschap en relaties) (2008)

ALLEMAAL WILLEN WE DE HEMEL

harde strijd uitsers lijden er gend dappere j te staan. Voor ns om held te d. Voor een ever vandaag g niet iedereen

12/05/16 15:21

Dood van een soldaat

VA

Johanna Spaey

N

oorlog. Aan

© 2008 Singel Uitgeverijen

blik.

Isabel Allende

fv e

historische roman, liefdesroman (2015)

pr oe

16+

De Japanse minnaar

© 2015 Wereldbibliotheek

DE JAPANSE MINNAAR

14+

ISABEL ALLENDE

12+

©

rs

De Japanse minnaar

ISABEL ALLENDE

wordt Alma in 1939 door uit Polen naar familie in de aan de nazi’s te ontkomen. haar achtergebleven vader de naziterreur niet zullen t alleen verzacht door de t haar neefje Nathaniel en je Ishimei, de zoon van een ans echtpaar. ma’s grote liefde, maar zij haniel. Die keuze maken ze schuwelijk geheim, dat ze voor leven delen. t dat geheim ontrafeld door n Seth, die haar regelmatig in het bejaardentehuis. Daar orgster Irina kennen, een jonge mysterieus verleden.

Op een hete augustusdag wordt een oorlogsveteraan met ingeslagen schedel gevonden. Als Sara Sondervorst, de dorpsarts, een poging doet om de moordenaar te vinden, blijkt al snel dat de dode man een perfecte ‘haatverzamelaar’ was. Vrouwengek, vechtjas en laffe soldaat … Kortom: niet een man die veel tranen verdient. Zeker niet in de ogen van Sara’s ex-verloofde, een verminkte officier, die het niet kan laten om Sara’s geheimen een voor een bloot te leggen.

ie

© 2005 De Geus - Singel Uitgeverijen

thriller, oorlogsroman (2005)

vanin.be

571323

Als klein meisje wordt Alma in 1939 door haar ouders vanuit Polen naar familie in de VS gestuurd om aan de nazi’s te ontkomen. Het verdriet om haar achtergebleven ouders wordt alleen verzacht door de vriendschap met haar neefje Nathaniel en haar vriendje Ishimei, de zoon van een Amerikaans-Japans echtpaar. Ishimei wordt Alma’s grote liefde, maar zij trouwt met Nathaniel. Die keuze maken ze vanwege een afschuwelijk geheim dat ze voor de rest van hun leven delen.

17/05/17 12:08

r heeft wereldwijd miljoenen nden en is inmiddels een moderne eworden.

12+

14+

16+

De voorlezer

BERNHARD SCHLINK

512527

PERS.NL

De voorlezer Bernhard Schlink psychologische roman, liefdesroman (1995)

© 1995 Uitgeverij De Cossee

BERNHARD SCHLINK DE VOORLEZER

g, een jonge Duitse scholier, raakt d door Hanna, een tramconductrice aal zo oud is als hij. Ze geven zich lijk aan de liefde over en daarna ar telkens voor, het ene boek na , de hele wereldliteratuur. Maar van op de andere verdwijnt zij. Ze blijft nnering rondspoken, tot hij haar p een plaats waar hij haar nooit had

Michael Berg, een jonge, Duitse scholier, raakt geobsedeerd door Hanna, een tramconductrice die tweemaal zo oud is als hij. Ze geven zich hartstochtelijk aan de liefde over en daarna leest hij haar telkens voor, het ene boek na het andere, de hele wereldliteratuur. Maar van de ene dag op de andere verdwijnt zij. Ze blijft in zijn herinnering rondspoken, tot hij haar terugziet op een plaats waar hij haar nooit had verwacht.

15-07-2009 08:38:47

294

TRAJECT NEDERLANDS   D Verwerkingsopdrachten


Siegfried HARRY MULISCH

zijn Oostenrijkse vader en van

HARRY MULISCH

ns een televisie-interview ontspruit t idee voor een nieuwe roman. Wat

itler postuum een gefingeerde

rhouden. Na afloop van zijn lezing

er Nationalbibliothek maakt hij het bejaarde echtpaar Ullrich en

Van hen verneemt hij de volgende

er Hitler wat niemand weet en blijkt

Harry Mulisch

SIEGFRIED

historische fictie (wat als-verhaal), mysterie (2001)

kheid absurder dan de auteur kon

SIEGFRIED

14+

16+

© 2001 De Bezige Bij

12+

www.vanin.be

Rudolf Herter brengt een bezoek aan Wenen, de stad van zijn Oostenrijkse vader en van Hitler. Tijdens een interview krijgt hij het idee voor een nieuwe roman. Wat hij wil, is Hitler postuum een spiegel voorhouden. Na afloop van zijn lezing in de bibliotheek maakt hij kennis met het bejaarde echtpaar Ullrich en Julia Falk. Van hen verneemt hij de volgende dag iets over Hitler wat niemand weet en blijkt de werkelijkheid absurder dan de auteur kon bedenken.

545436

IN

er brengt een bezoek aan Wenen,

Grijze zielen Phillipe Claudel

www.vanin.be

549637 26/06/12 12:27

16+

rs

po st voor mevrouw bromley STEFAN BRIJS

pr oe

www.vanin.be

oorlogsroman (2011)

fv e

14+

Stefan Brijs

© 2011 Uitgeverij Atlas Contact

12+

Post voor mevrouw Bromley

STEFAN BRIJS POST VOOR MEVROUW BROMLEY

melden duizenden te gaan vechten Bromley, zeventien probeert de twee jaar overreden samen in wil zijn droom om te n. Uiteindelijk st in naar het t John achter in dienstweigeraars ouw Bromley is een ouders en kinderen, vriendschap, gemis oorlog.

Op een ijzige dag in 1917 wordt het gewurgde lichaam gevonden van de mooie, tienjarige Belle de jour. Jaren later blikt een politieagent terug op deze nooit opgeloste misdaad, die ook zijn leven ingrijpend heeft veranderd. Vol ingehouden emotie laat Claudel zien hoe snijdend de pijn om de dood van een geliefde is en hoe grijs het schemergebied tussen goed en kwaad.

©

16+

VA

historische roman, thriller (2003)

ie

14+

PhiliPPe Claudel

Grijze zielen

© 2003 De Bezige Bij

12+

PhiliPPe Claudel Grijze zielen

dag in 1917 wordt het gewurgde nden van de mooie, tienjarige . Jaren later blikt een politieagent e nooit opgehelderde moord, die n ingrijpend heeft veranderd. Vol emotie laat Philippe Claudel zien de pijn om de dood van een n hoe grijs het schemergebied en kwaad. Hij ontleedt het en met de genadeloze scherpte ojevski, maar laat tegelijkertijd melancholieke gloed oplichten.

N

21-06-2011 10:24:26

Augustus 1914. In Londen melden duizenden jongemannen zich aan om te gaan vechten tegen de Duitsers. Martin Bromley, zeventien en nog te jong voor het leger, probeert de twee jaar oudere John Patterson te overtuigen samen in dienst te gaan, maar deze wil zijn droom om te gaan studeren niet opgeven. Uiteindelijk slaagt Martin er met een list in naar het front te vertrekken en blijft John achter in een stad waar de druk op dienstweigeraars toeneemt.

4/06/14 12:00

me weigert hem een t Nameloos in leven. elingen doet huiveren,

12+

14+

WOESTEN

door het leven. Dan log zijn intrede.

Woesten

KRIS VAN STEENBERGE

© 2013 UItgeverij Vrijdag

uillaume Duponselle. welijk worden. en later van een eerstgeborene een . Het tweede kind is

KRIS VAN STEENBERGE

opt ten einde. smid, treedt in de

16+

vanin.be

Woesten Kris Van Steenberge historische roman, psychologische roman (2013) De negentiende eeuw loopt ten einde. Elisabeth, dochter van de smid, trouwt met de jonge arts Guillaume Duponselle. Het zal geen gelukkig huwelijk worden. Als Elisabeth acht maanden later van een tweeling bevalt, blijkt de eerstgeborene een prachtige zoon, Valentijn. Het tweede kind is zo mismaakt dat Guillaume weigert hem een naam te geven. Toch blijft Nameloos in leven. Omdat hij vader en dorpelingen doet huiveren, gaat Nameloos gesluierd door het leven. Dan doet de Eerste Wereldoorlog zijn intrede.

17/05/17 13:00

d4 Literatuursuggesties: oorlog

295


d verwerkingsopdrachten

d5 d1

Literatuursuggesties: de canon

Op onderstaande tijdlijn vind je negen klassiekers uit de Nederlandstalige literatuur. Sommige werken vind je ook terug in de canonlijst, andere gelden als moderne klassiekers en maken veel kans om ooit gecanoniseerd te worden (zie A3). Ook de auteurs van deze boeken zul je tegenkomen in overzichtswerken, bij literaire prijzen en in bloemlezingen. LUISTERFRAGMENTEN

33

pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

N

IN

Neem de beschrijvingen door, kijk welke auteurs je kent en ga na welke boeken bij jou passen.

Het dwaallicht Willem Elsschot

Ma r Klo ia van D oste rstr am aat 15

novelle (1946) Burgerman Frans Laarmans doorbreekt even de miezerige sleur van het dagelijkse leven en stort zich in het avontuur. Op een druilerige novemberavond wordt hij aangeklampt door drie Afghaanse matrozen. Samen dwaalt het viertal door het Antwerpse havenkwartier op zoek naar de mysterieuze Maria Van Dam. Wie neemt wie op sleeptouw? Wie helpt wie?

296

TRAJECT NEDERLANDS   D Verwerkingsopdrachten


Mijn kleine oorlog Louis Paul Boon oorlogsroman, psychologische roman (1947)

Nooit meer slapen Willem Frederik Hermans

VA

roman, avonturenverhaal (1966)

N

IN

Weinig boeken over de Tweede Wereldoorlog zijn zo aangrijpend als Mijn kleine oorlog. Het is een aaneenschakeling van beklijvende beelden, schrijnende geschiedenissen en ogenschijnlijk banale scènes en het dompelt de lezer onder in een sfeer van vunzigheid, geweld en dreigende ondergang.

ie

©

Nooit meer slapen is het verhaal van de jonge Nederlandse geoloog Alfred Issendorf, die in het barre, moerassige noorden van Noorwegen onderzoek wil verrichten om de hypothese van zijn leermeester en promotor te staven. Issendorf is ambitieus: hij koestert de hoop dat hem op deze reis iets groots zal overkomen, dat zijn naam aan een belangrijk wetenschappelijk feit verbonden zal worden. Die ambitie hangt samen met het verlangen om het werk van zijn vader, die door een ongeluk tijdens een onderzoekstocht om het leven kwam, te voltooien. Maar ook op Alfreds expeditie lijkt een vloek te rusten …

rs

De aanslag Harry Mulisch

pr oe

fv e

oorlogsroman, psychologische roman (1982) Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van de politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen en even later ligt Ploeg dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn hele leven lang blijven achtervolgen.

Hersenschimmen J. Bernlef roman (1984) Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plotseling weer naar zijn werk en ziet zijn echtgenote voor een vreemde aan. ‘Achter me in de deuropening staat een vrouw. Haar bruine haar valt met een lok schuin naar rechts over haar voorhoofd. [...] Ze houdt me in de gaten.’ Meer nog dan een verhaal over dementie is Hersenschimmen een liefdesgeschiedenis, met een onvermijdelijk tragisch einde.

d5 Literatuursuggesties: de canon

297


De wetten Connie Palmen

33

liefdesverhaal (1991)

Kartonnen dozen Tom Lanoye

VA

(autobiografische) roman (1991)

N

IN

Wat zijn de regels en wetten van het leven? Filosofiestudente Marie Deniet is naarstig op zoek naar het antwoord. Ze is ervan overtuigd dat ze dat bij het mannelijke geslacht kan vinden, want volgens haar hebben zij de wetten gemaakt. Marie leert zeven jaar lang ieder jaar een andere man kennen. Een astroloog, een epilepticus, een priester, een filosoof, een fysicus, een kunstenaar en een psychiater. De mannen zijn onderling heel verschillend, maar Marie ziet de overeenkomst: zij kunnen haar vragen beantwoorden.

ie

©

Lanoye legt de verslavingen en de valstrikken bloot van de grote, alles verterende jeugdliefde die iedereen kent uit ervaring. Maar hij schildert ook zijn eigen afkomst en opvoeding: de slagerswinkel van zijn vader, de vier vrouwen die hem hebben opgevoed, de bejaarde priester-dichter die een inspirerende leraar Nederlands blijkt te zijn en de stripverhalen waaraan hij zijn ogen kapot leest. Zo legt hij niet alleen zijn jeugd vast, maar graaft hij ook de bronnen op van zijn schrijverschap, zijn voorliefde voor het theater en zijn eeuwige zoektocht naar schoonheid, liefde en literatuur.

rs

Het geheim Anna Enquist

pr oe

fv e

psychologische roman (1997) Wanneer Bouw Kraggenburg erachter komt dat zijn ex-vrouw Wanda Wiericke, een pianiste, zich in de Pyreneeën heeft teruggetrokken, maakt hij een omweg naar San Sebastián langs de vrouw die haar muzikale ambities ooit zwaarder liet wegen dan hun huwelijk. Er komen geheimen uit Wanda’s verleden aan het licht die tientallen jaren verborgen waren gebleven. Geheimen zo tragisch dat alleen muziek nog troost kan bieden. Het geheim is een meesterlijke roman over de onzegbare kracht van muziek en de ontoereikendheid van de taal, over menselijk tekort en groot verdriet.

Het hout Jeroen Brouwers psychologische roman (2014) In een door kloosterlingen geleid jongenspensionaat in het zuidoosten van Nederland vinden in de jaren vijftig van de vorige eeuw seksueel misbruik, sadisme en vernedering plaats. Met de komst van broeder Mansuetus, bijgenaamd ‘ever’, neemt de kloosterterreur groteske, maar ook gevaarlijke vormen aan. Broeder Bonaventura is er getuige van en zwijgt zoals iedereen. Maakt dit hem medeplichtig? Is het lafheid?

298

TRAJECT NEDERLANDS   D Verwerkingsopdrachten


d verwerkingsopdrachten

d6

Literatuursuggesties: feit en fictie

De grens tussen feit en fictie is op papier heel makkelijk te trekken. Toch zullen heel wat romans gebaseerd zijn op echte personen, ervaringen van de auteur of een concrete aanleiding in de werkelijkheid. Omgekeerd zullen heel wat non-fictiewerken technieken gebruiken om de werkelijkheid als een verhaal weer te geven.

IN

LUISTERFRAGMENTEN

pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

N

Hieronder vind je acht romans die elk een plaats innemen op het kruispunt van feit & fictie / persoonlijke beleving & analyse en onderzoek. Neem de beschrijvingen door en ga na welke boeken bij jou passen.

O

W

N

Z

d6 Literatuursuggesties: feit en fictie

299


Liefde in tijden van eenzaamheid Paul Verhaeghe essaybundel (2013)

IN

Paul Verhaeghe gaat in op de tijdloze en tijdgebonden achtergronden van wat mensen zowel beweegt als verlamt op het terrein van de liefde en de erotiek. In drie essays brengt hij zowel een humoristische als een vlijmscherpe analyse van de hedendaagse verhoudingen tussen man en vrouw. Ook beschrijft hij de freudiaanse tegenstelling tussen Eros en Thanatos en wat het oedipuscomplex en macht ermee te maken hebben. Tot slot gaat hij na waarom culturele veranderingen zoals de seksuele revolutie de man-vrouwverhouding niet alleen bevrijd hebben, maar ook problematischer gemaakt hebben.

N

Problemski Hotel Dimitri Verhulst

VA

roman (2003)

ie

©

Dimitri Verhulst verblijft enkele dagen in een opvangcentrum voor asielzoekers. Hij laat Bipul Masli, persfotograaf en vluchteling, aan het woord. De cynische Masli vertelt de verhalen van de asielzoekers en voorziet elk verhaal van pittige commentaar. Het leven in het centrum staat in het teken van verveling en wanhoop. De combinatie van de persoonlijke lijdensverhalen en de ellendige levensomstandigheden van de vluchtelingen leidt tot een uiterst humoristische aanklacht op het scherp van de snee.

rs

Met angst en beven Amélie Nothomb

pr oe

fv e

autobiografische roman (1999) Amélie Nothomb beschrijft haar eigen belevenissen bij de Japanse firma Yumimoto. Ze vertelt hoe ze als westerse wordt aangenomen vanwege haar kennis van het Japans. Ze weet echter niet precies wat haar werkzaamheden zijn en niemand vertelt haar dat. Dus gaat ze maar koffie en thee rondbrengen, wat heel belangrijk lijkt te zijn. Wanneer ze een rapport inlevert, wordt ze uitgescholden voor alles wat slecht is. Ze troost haar (vrouwelijke) chef die ook uitgemaakt wordt, maar dat is een fatale vergissing. Als represaille eindigt haar carrière als toiletdame.

Taal zonder mij Kristien Hemmerechts (auto)biografische roman (1998) Op 22 mei 1997 overleed onverwachts de Vlaamse dichter Herman de Coninck. Hij was met collega-schrijvers onderweg naar de opening van een literair congres in Lissabon. In Taal zonder mij herleest zijn weduwe, Kristien Hemmerechts, zijn poëzie en gaat daarbij vooral in op het expliciet autobiografische karakter van veel van zijn gedichten. Aan de hand van correspondentie en herinneringen bouwt ze een beeld op van zijn poëtica en zijn persoonlijkheid. Ze komt tot de slotsom dat ze hem nu pas echt begrijpt.

300

TRAJECT NEDERLANDS   D Verwerkingsopdrachten


Naar Merelbeke Stefan Hertmans (autobiografische) roman (1994)

IN

Op geestige en ontroerende wijze verhaalt Hertmans de coming of age van een jongen in een Vlaams dorp gedurende de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Zijn ontluikende seksualiteit en levendige verbeelding nemen hem zo in beslag dat de wereld hem donker, angstaanjagend en vol geheimen voorkomt. Tussen de vertrouwde wereld en de absolute verlatenheid, het landschap van de volwassenheid, ligt een afgrond die alleen met de verbeelding te overbruggen is. Tot zijn moeder hem tot de orde roept.

N

Het zijn net mensen journalistiek verslag (2006)

VA

Joris Luyendijk

ie

©

Vijf jaar lang was Joris Luyendijk correspondent in de Arabische wereld. In Het zijn net mensen probeert hij de kloof te dichten tussen wat hij als correspondent met zijn eigen ogen zag en wat hij daarvan kon laten zien op radio, tv en in de krant. Met pakkende voorbeelden en vol humor legt hij uit waarom nieuwsmedia slechts een klein deel van de werkelijkheid kunnen weergeven en waarom het voor ons zo moeilijk is om iets van het Midden-Oosten te begrijpen.

rs

Suikerspin

Erik Vlaminck

pr oe

fv e

historische roman, drama (2008) De eigengereide kermisexploitant Jean-Baptiste Van Hooylandt weet de hand te leggen op de Siamese tweeling Joséphine en Anastasia, die hij op Vlaamse kermissen tentoonstelt. Het is 1908. Het mensonterende bestaan waartoe hij Joséphine en Anastasia dwingt, laat diepe sporen na. Honderd jaar na de aankoop zijn de gevolgen nog altijd merkbaar in de lotgevallen van het nageslacht van Van Hooylandt.

Vrouwland Rachida Lamrabet roman (2008) Vrouwland is het bitterzoete verhaal van jonge mensen die dromen van een beter leven. Elk op hun eigen manier zetten ze de zoektocht in. Mara is een ambitieuze vrouw die radicale en nietsontziende keuzes maakt om vooruit te komen. Faïza, Marwan en Abdelkader hebben het gevoel buitenstaanders te zijn die maar moeilijk greep krijgen op het leven. Younes onderneemt een wanhopige reis om een brief op zijn bestemming te brengen. De brief brengt deze verschillende levens bij elkaar.

d6 Literatuursuggesties: feit en fictie

301


d verwerkingsopdrachten

d7 d1

Literatuursuggesties: verfilming

LUISTERFRAGMENTEN

pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

N

IN

Succesvolle boeken krijgen vaak een verfilming. Producenten en regisseurs gaan graag aan de slag met een verhaal dat zijn waarde al bewezen heeft. Je maakt hier kennis met negen romans die hun weg naar het witte doek vonden. De beschrijvingen helpen je om te kijken welke boeken bij jou passen. Je kunt ook altijd kijken hoe een filmmaker met dit origineel omging om er een eigen versie van te maken.

Black Dirk Bracke drama, misdaadverhaal (2006) Sinds ze met The Black Bronx optrekt, heeft Mavela een veel opwindender leven. Gedaan met school en braaf studeren. Bij de jeugdbende van X vindt ze een nieuwe thuis. Ze staat er niet echt bij stil dat haar nieuwe vrienden een slechte reputatie hebben. Voor ze het goed en wel beseft, doet Mavela mee met hun ‘spelletjes’: vandalenstreken, diefstallen, vechtpartijen … Elke dag opnieuw terroriseren ze samen de stad. Mavela ontmoet Marwan. Hij overdondert haar. Kan ze echt zo verliefd worden? Op iemand van een andere bende? Ze weet wat haar te wachten staat als de leden van The Black Bronx dat ontdekken …

302

TRAJECT NEDERLANDS   D Verwerkingsopdrachten


Aan Chesil Beach Ian McEwan roman, drama (2007)

IN

Florence Ponting en Edward Mayhew zijn jong, welopgevoed en allebei nog maagd op de avond voor hun huwelijksnacht. Het echtpaar probeert zich te ontworstelen aan de pijn en verwarring van hun verleden, maar struikelt over verzwegen misverstanden en angsten die de rest van hun leven zullen gaan bepalen. Deze ontroerende roman die zich afspeelt aan het begin van de jaren zestig, toont hoe een levensloop in een oogwenk een andere wending kan nemen door een gebaar dat niet gemaakt wordt of een woord dat onuitgesproken blijft.

N

Karakter Ferdinand Bordewijk

VA

roman (1938)

ie

©

Katadreuffe is bezeten door het verlangen om advocaat te worden. Als zoon van een arme, ongehuwde moeder in het vooroorlogse Rotterdam zet hij alles op alles om zijn doel te bereiken. De machtige deurwaarder Dreverhaven, zijn vader, werkt hem in alle opzichten tegen. Waarom? Twee onbuigzame karakters in een strijd die tot het uiterste lijkt te gaan – zelfs de liefde wordt eraan opgeofferd.

rs

Gone Girl Gillian Flynn

pr oe

fv e

(psychologische) thriller (2012) Wie ben je? Wat hebben we elkaar aangedaan? Dat zijn de vragen die Nick Dunne zichzelf stelt op de ochtend van zijn vijfde trouwdag, wanneer zijn vrouw Amy plotseling verdwenen is. De politie verdenkt Nick. Amy’s vrienden onthullen dat ze bang voor hem was en dingen voor hem verborgen hield. Hij zweert dat het niet waar is. Forensisch onderzoek van zijn computer onthult aparte zoekresultaten. Hij zegt dat ze niet van hem zijn. En dan zijn er de verdachte oproepen op zijn mobiele telefoon. Wat is er gebeurd met Nicks mooie, intelligente vrouw?

Het leven van Pi Yann Martel roman, avonturenverhaal (2001) Dit boek vertelt het ongelooflijke verhaal van Piscine Patel (Pi), een zestienjarige Indiase jongen wiens vader een dierentuin in India heeft. Wanneer de familie besluit het land te verlaten, wordt de hele dierentuin ingescheept. Maar het schip vergaat en de enige overlevenden op de reddingssloep zijn Pi, een hyena, een zebra met een gebroken been en een tijger van 200 kilo.

d7 Literatuursuggesties: verfilming

303


De Zaak Alzheimer Jef Geeraerts thriller, actieroman (1985)

Het diner Herman Koch

VA

thriller, psychologische roman (2009)

N

IN

Angelo Ledda is als huurmoordenaar een meester in zijn vak. De ouder wordende Amerikaan lijdt echter aan de ongeneeslijke ziekte van Alzheimer. Voor zijn laatste klus wordt hij ontboden naar Antwerpen, waar in drie dagen tijd zes raadselachtige moorden werden gepleegd. Vincke en Verstuyft, het integere speurdersduo van de Antwerpse politie, worden belast met de zaak die zich vertakt naar de top van de Belgische politiek en magistratuur.

rs

Los

ie

©

Twee echtparen gaan een avond uit eten in een restaurant. Ze praten over alledaagse dingen waar mensen tijdens etentjes over praten: werk, de laatste film, de oorlog in Irak, vakantieplannen … Maar ondertussen vermijden ze waar ze het eigenlijk over moeten hebben: hun kinderen.

Tom Naegels

pr oe

fv e

roman (2005)

De grootvader van Tom Naegels – ooit een warme socialist, nu oud, verbitterd en racistisch – pleegt langzaam zelfmoord in het ziekenhuis. De dokters laten hem begaan. Tegelijkertijd heeft Tom een relatie met een Pakistaanse vrouw en verslaat hij als journalist rellen in Borgerhout. Die drie gebeurtenissen doen Tom beseffen dat hij zich verbonden heeft gevoeld met mensen met wie hij niets gemeen heeft en aan wie hij niets te vertellen heeft. En dat hij stiekem veel op zijn grootvader lijkt.

Het parfum Patrick Süskind historische roman, mysterie (1985) Achter een walmend viskraam in Parijs wordt op 17 juli 1738 Jean-Baptiste Grenouille geboren. De voedsters die hem aan de borst krijgen, houden het niet lang met hem uit: hij is te gulzig en je ruikt hem niet. De onmiskenbare geur van een zuigeling ontbreekt. Jean-Baptiste overleeft de mazelen, dysenterie, waterpokken en cholera. Hij heeft geen behoefte aan moederliefde of de aandacht van een vader. We volgen hem op zijn tocht door de donkerste stegen van Parijs en zien hoe hij de parfumeur Baldini om zijn vinger windt. Gaandeweg krijgen we een vermoeden van wat er met Grenouille aan de hand kan zijn …

304

TRAJECT NEDERLANDS   D Verwerkingsopdrachten


d verwerkingsopdrachten

Spreken: Winteruur 1 2 3 4

Je kunt je eigen gevoelens en gedachten bij gedichten verwoorden. Je analyseert een gedicht zowel inhoudelijk als vormelijk. Je draagt je gekozen gedicht expressief voor. Je gaat met medeleerlingen in gesprek over je gekozen gedicht.

IN

d8 d1

a Je moet durven loslaten in het leven. b Iemand die liedjes schrijft, is sowieso een dichter. c Bij koppig volharden begint alle ellende. e Het mooie in het leven zit in het alledaagse. f

Durven springen in het onzekere is belangrijk.

g Poëzie moet kort en duidelijk zijn.

VA

d Je moet zo veel mogelijk proberen in het nu te leven.

N

1 Lees aandachtig de volgende stellingen. Ga je akkoord of niet? Plaats de letters van de stellingen op een continuüm.

2 Lees de teksten op p. 151-152 aandachtig. Bekijk de bijhorende videofragmenten nog niet.

©

a Welke stelling hierboven wordt weergegeven in welke tekst, denk je? Vul de letters aan. Bespreek je keuze mondeling.

ONDERWEG

pr oe

fv e

rs

ie

b Welke tekst spreekt jou het meest aan? Waarom? Zoek in de tekst passages die je aanspreken (of die je niet begrijpt, of waar je meer over wilt weten …). Zoek wat informatie op over de tekst en de auteur, noteer enkele kernwoorden.

Winteruur: Wim Helsen, een hond, een gast en zijn tekst. Wim vraagt zijn gasten om een korte tekst mee te brengen die voor hen een bijzondere betekenis heeft, hen inspireert of beïnvloedt. Dat kan een korte passage uit een boek zijn, een geboortetekst of begrafenislied, een trouwgelofte, een gedicht, een citaat uit de Bijbel, een stuk uit een speech, een songtekst, een spreuk op een muur of een krantenartikel. Wim polst naar de reden waarom zijn gasten juist die tekst gekozen hebben, wat ze erin lezen en wat het voor hen betekent. Biedt het soelaas, hernieuwde energie en inspiratie? Zorgt het voor een glimlach, of voor ontroering? Een kort gesprek van tien minuten. Winteruur staat voor eenvoud en beperking. In stilte luistert de hond Swami-Bami (in latere seizoenen: Ighor) mee. Bron: www.panenka.tv

d8 Spreken: Winteruur

305


3* De teksten die je leest op deze en volgende pagina, werden allemaal gekozen voor het programma Winteruur. Bekijk de aflevering die bij jouw gekozen tekst hoort en beantwoord dan de vragen. a Klopte de link die je legde tussen de stelling en de tekst? Hoe verklaart de gast de link? b Wat vond je van het interview? Wat vond je er goed of slecht aan?

AFLEVERINGEN WINTERUUR

c Heeft het interview je iets meer bijgeleerd over de tekst of de auteur? Wat zou je nog graag te weten komen? 4 Je zult nu zelf een gesprek voeren zoals in Winteruur. Volg de onderstaande stappen en bekijk op voorhand aandachtig de evaluatiematrix op iDiddit, zodat je goed weet wat je kunt verwachten.

IN

Stap 1 Ga op zoek naar een tekst die je inspireert, ontroert, energie geeft … Ga voor kwaliteit, kies niet zomaar een ‘inspirerend internettekstje’. Ga voor een gedicht met een ‘stamboom’ (een bekende of erkende auteur of dichter). Probeer te verrassen. Ter inspiratie vind je op iDiddit enkele links.

N

Stap 2 Zoek voldoende informatie op over je tekst en de auteur. Zorg dat je kunt antwoorden op de topische vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom).

Stap 3 Waarom heb je die tekst gekozen? Zorg dat je voldoende kunt antwoorden op die vraag. Link je eigen ervaring aan de tekst.

VA

Stap 4 Wat betekent de tekst volgens jou? Zorg ervoor dat je daar grondig over hebt nagedacht. Verwijs naar specifieke woorden, verzen, regels … Zitten er misschien vormen van beeldspraak (zoals metaforen) in je tekst? Zit er rijm in (bv. bij een lied of een gedicht), of is er een bepaald vertelperspectief (bv. bij een verhaal)?

ie

©

Stap 5 Tijdens een lesuur bespreek je in groepjes je gekozen tekst. Je leerkracht is de interviewer, maar probeer zelf ook voor interactie te zorgen: stel vragen aan je medeleerlingen, toon interesse voor hun teksten.

fv e

rs

1 Ik voelde me ineens nogal vredig, maar dat kwam misschien door het strijklicht, dat is het mooiste licht dat er is en ik stelde me ineens de hele wereld voor als een veld zonnebloemen. Dunne, stekelige slungels die constant het licht zoeken en ik zie nu pas dat we natuurlijk zonnebloemen nodig hebben om iets van onszelf te begrijpen. Dat je groeit naar waar je het meeste licht opvangt, en dat je op die manier uit elkaar kunt groeien. Het licht is groter dan wij. Het ligt dus niet aan ons dat wij niet samen zijn, dat wij geen vereniging zijn, tenminste niet altijd, dat de wereld niet verenigd is in één grote estafette, dat ligt niet aan ons, maar aan de lichtinval. We komen nog één wonder tekort. Rebekka De Wit

pr oe

2 Een meisje Ze wacht. Nee, denkt ze, ik wacht niet, ik dans. Ze danst, ze danst met lange, ranke passen, langzaam en aandachtig, ze houdt haar ogen dicht, ze danst door deuren en door ramen en door lange lankmoedige dagen – hout, glas en uren vallen in splinters rond haar neer – en telkens als ze niet meer kan en bijna, bijna valt denkt ze: ik? ik val niet, ik dans. Toon Tellegen

306

TRAJECT NEDERLANDS   D Verwerkingsopdrachten

De ademhaling volgen Ik adem in en kom tot rust. Ik adem uit en glimlach. Thuisgekomen in het nu, wordt dit moment een wonder!

3

Thich Nhat Hanh

Kriebelsessies Ik zocht graag huizen met hekken Van die grote, met punten erop En als de deur dichtbleef, dan klom ik erover Met schrammen en knieën vol schaven Kon ik tenminste zeggen ‘Ik heb gevochten voor de liefde’ Evangeline Agape

4


5

Sprookje Er was eens een man die rechtvaardig was. Herman de Coninck

rs

Spinvis

ie

Ik hou zoveel van jou Tot ik vergeet Ik jou vergeet Jou vergeet En nog alleen maar lijk te dromen

©

En dat ik zo iemand was die van alles wou En niets begreep van de film waarin hij speelde En de lafbek die hij was Ik hou van jou

VA

N

IN

6 Voor ik vergeet Voor ik vergeet dat hier een kerk heeft gestaan Voor ik vergeet dat ik jarig was En een tic-tac in mijn neusgat had toen we naar zeeland zijn gegaan Voor ik vergeet koninginnedag En wie toen mijn vrienden zijn geweest En ik niets meer weet van straten en examens en vakanties en ruzie Op een feest ergens in de Bilstraat waar ik toch niemand kende Voor ik vergeet en later alles anders heet Voor ik vergeet en ik de feiten en de cijfers en de namen van de schrijvers niet meer weet De hele dag en alle woorden en elk uur de hele dag En ook de nacht en de zomers en de handen van mijn vader vergeet ik op den duur Voor ik vergeet vergeten ben van die hersenscan en van die toestand met dat huis

pr oe

fv e

7 Een bekentenis Here God, ik hield van aardbeienjam En de donkere zoetheid van een vrouwenlichaam. Maar ook van ijskoude wodka, haringen in olie, Van geuren: kaneel en kruidnagelen. Dus hoezo ik een profeet? Waarom zou een geest Iemand als mij bezoeken? Zoveel anderen Zijn terecht uitverkoren, geloofwaardig. En wie zou mij geloven? Want men zag Hoe ik me op het eten wierp, roemers leeg, En gretig naar de hals van de serveerster kijk, Gebrekkig en me daarvan bewust. Belust op grootsheid, In staat haar waar ook te herkennen. En toch niet helemaal helderziende, Wist ik wat er overblijft voor minderen, als ik: Een festijn van kortstondige hoop, een verzameling hovaardigen, Een toernooi van gebochelden, de literatuur. Czeslaw Milosz

d8 Spreken: Winteruur

307


taalinzicht e taal als systeem bestuderen en onderzoeken

ie

©

Taalverwerving Taalvariatie: taal en identiteit Taalvariatie: mijn talen Taalvariatie: culturele verschillen Syntaxis: soorten zinnen Taalverandering: hoe een pandemie het Nederlands beïnvloedt Pragmatiek Communicatie analyseren: chattaal Metonymie

rs

F1 F2 F3 F4 F5 F6 F7 F8 F9

VA

f taal analyseren en beschrijven

G1 G2 G3

fv e

g taalinzicht oefenen en uitbreiden

XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX

IN

De taal van de taalkunde Over taal: termen Taal voor een leerkracht - taal voor leerlingen De geschiedenis van het Nederlands Syntaxis: talen vergelijken Naamkunde: voornamen Taaltechnologie Redekundig ontleden

N

E1 E2 E3 E4 E5 E6 E7 E8

XXX

XXX

XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX

h woordenschat oefenen en uitbreiden

XXX

pr oe

Taalbeschouwing en spelling – begintest Oefenen Spelling

H1 H2 H3 H4 H5 H6 H7 H8 H9 H10 H11 H12

Waarom woordenschat belangrijk is Betekenisrelaties Griekse en Latijnse bestanddelen in Nederlandse woorden Spreekwoorden en zegswijzen Leenwoorden in een column over taal Spreekwoorden en zegswijzen: oudheid / Latijn Spreekwoorden en zegswijzen: Bijbel Voornamen in uitdrukkingen: Nederland vs. Vlaanderen Griekse en Romeinse namen in productnamen: voornamen Oordelen Taal van het nieuws Taal in vacatures

XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX


e taal als systeem bestuderen en onderzoeken

e1

De taal van de taalkunde

IN

1 Je begrijpt heel wat taalkundige begrippen beter. 2 Je kunt een aantal taalkundige begrippen verklaren, gebruiken en er voorbeelden van geven. 3 Je hebt aandacht voor afleidingen van taalkundige begrippen.

N

Zoals iedere wetenschap beschikt ook de taalkunde over een eigen woordenschat. In dit deel gaan we met enkele moeilijkere begrippen uit de taalkunde aan de slag. Het is de bedoeling dat je een aantal begrippen nadien beter begrijpt, zelf kunt gebruiken en beter kunt duiden.

VA

1 Orden onderstaande woorden in vier groepen. A woorden die ik nog nooit heb gehoord B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken

ie

©

achtervoegsel – computerlinguïstiek – contrastieve taalkunde – diachrone linguïstiek – dialectologie – etymologie – foneem – fonetiek – fonologie – auctoriële verteller – forensische taalkunde – gebarentaal – grammatica – historische taalkunde – kunsttalen – lettergreep – lexicologie – lidwoorden – linguïstiek – morfemen – morfologie – natuurlijke talen – retardering – neurolinguïstiek – orthografie – pragmatiek – semantiek – sociolinguïstiek – synchrone taalkunde – syntaxis – taalkunde – taalwetenschap – voorvoegsel – woorden

rs

2 Welke betekenissen ontdek je in deze woorden?

fv e

contrastieve taalkunde

synchrone taalkunde

lexicologie

forensische taalkunde

pr oe

neurolinguïstiek

sociolinguïstiek

a Welk woord herken je? b Van waar ken je het? Kun je er een voorbeeld van geven? c Wat betekent het? Waarmee heeft het te maken? Welk woord herken je?

linguïstiek

lingua

e1 De taal van de taalkunde

Van waar ken je het? Kun je er een voorbeeld van geven? Frans: ‘langue’ Engels: ‘language’

Wat betekent het? Waarmee heeft het te maken? taal

309


3 Koppel de volgende taalwetenschappen aan de juiste afbeelding of het juiste voorbeeld. Kies uit: computerlinguïstiek – dialectologie – etymologie – morfologie – fonetiek – pragmatiek – semantiek – sociolinguïstiek – syntaxis. B

C

trui zn. ‘kledingstuk voor het bovenlichaam’ Mnl. troye ‘wambuis, kledingstuk voor het bovenlichaam’ [1477; Teuth.]; pas in de 19e eeuw nnl. trui ‘gesloten kledingstuk dat de hele romp bedekt en meestal lange mouwen en een hoge boord heeft’ in gekleed met blaauwe Overjas, blaauw gestreept Onderhemd en bontgebreiden Trui [1837; Leeuwarder Courant]. Ontleend aan Middelnederduits troie, tro(i)ge ‘wambuis, onder het borstharnas gedragen kiel’, en gezien het grote hiaat in Nederlandse attestaties wrsch. opnieuw ontleend aan een Nederduitse dialectvorm, bijv. tröje ‘kledingstuk voor het bovenlichaam, vooral door zeelui, vissers en arbeiders gedragen’ [1857; WNT]. Het Nederduitse woord is hetzij ontleend aan Oudnoors treyja ‘mouwloos jack’, hetzij via Oudfrans troie ontleend aan middeleeuws Latijn troga ‘monnikshemd van paardenhaar’.

Ga… liggen… en… rust… wat… uit!!!

VA

Wat mannen horen:

Ga eens boodschappen doen! Laat het café links liggen! En laat mij met rust! Geef de kinderen wat te eten! En laad de vaatwasser ook even uit!

©

D

Wat vrouwen zeggen:

Anna / leest / een boek. // pv

lv

ie

o

N

© Onze Taal door Karin Nas van Manifesta Rotterdam, gebaseerd op een onderzoek van dialectoloog Jo Daan uit 1955 en op de Dialectatlas van het Nederlands (2011).

IN

A

E

rs

F

pr oe

fv e

PLANT

G

H Dat koekje bij de koffie was zo lekker!

Breng ik u zo dadelijk een doosje?

4 Een kunsttaal is ooit door iemand bedacht, gecreëerd. Dit in tegenstelling tot natuurlijke talen. Kun jij een kunsttaal van een natuurlijke taal onderscheiden? Je leerkracht deelt een oefening met je.

310

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


5 Wat hoort bij elkaar? Zoek de vakken die te maken hebben met de opgegeven begrippen. 1 synchrone taalkunde a

2

3 fonetische weergave van een woord

diachrone taalkunde

4

foneem

5

lidwoord

b Het Nederlandse woord ‘straat’ is waarschijnlijk in de zesde eeuw ontleend aan het Latijnse ‘strata’, wat ‘geplaveide weg’ betekende.

De /α/ in ‘zal’ is niet dezelfde als de /a/ in ‘zaal’. Dus brengen de /α/ en de /a/ een verschillende betekenis aan.

f

e

Een kort woord voor een zelfstandig naamwoord dat zegt of het zelfstandig naamwoord een bepaalde of een onbepaalde betekenis heeft.

In het Nederlands zijn er drie: de, het en een.

g

Wat betekent ‘poepen’ in Vlaanderen? Wat betekent het woord in Nederland?

i Taalkunde die kijkt naar hoe woorden, zinnen of klanken NU gebruikt worden. l

N

‘Sgrijf da je n krwasant wil ete.’

h De kleinste klankeenheid die de betekenis van een woord mee bepaalt.

VA

d

IN

c In Nederland ontstond het ABN (Algemeen Beschaafd Nederlands) rond 1900. Een stedelijke elite wilde zich van de anderen onderscheiden door het chique ABN te spreken. Rond 1920 begonnen leerkrachten, ouders, priesters en dominees ook ABN te spreken, om ‘erbij te horen’. Later verspreidde het ABN zich ook naar het platteland. Toen kon 80% van de Nederlandse bevolking ABN spreken.

j NL: een huis / Zweeds: ett hus NL: het huis / Zweeds: huset

[‘dʒɔni ɛn zə ‘mɛiʃə]

m De ‘k’ in ‘zakdoek’ klinkt niet hetzelfde als de ‘k’ in ‘zak’. Toch brengen die twee klanken geen betekenisverschil aan.

©

Welk woord vind jij het grofste scheldwoord voor ‘politieagent’? ‘Flik’ of ‘pollis’ of ‘smurf’ (want blauw)?

k

o Weergave van hoe een woord uitgesproken wordt. Dat is wat anders dan hoe het woord gespeld moet worden.

ie

n Taalkunde die kijkt naar hoe woorden, zinsbouw en klanken doorheen de tijden veranderden.

rs

6 De leerkracht projecteert telkens drie woorden die verband houden met elkaar. Zie jij de missing link?

fv e

7 Hoe heet de beoefenaar van …? Vul op basis van de context het juiste begrip in. Let op, je zult de opgegeven woorden enigszins moeten aanpassen. etymologie – fonetiek – forensische taalkunde – semantiek – sociolinguïstiek – syntaxis Een … is vooral gefocust op de betekenis van talige uitingen. Een … onderzoekt de herkomst van woorden. Een … is dan weer volledig in de ban van zinsstructuren. Een … onderzoekt bijvoorbeeld dreigbrieven, plagiaat, vervalste testamenten. Een … concentreert zich op hoe spraakgeluid gehoord en verstaan wordt. Een … heeft interesse voor groepen in de maatschappij.

pr oe

a b c d e f

8 Ben jij ondertussen al vertrouwd met de termen rond taalkunde? Test je kennis met de woordpuzzel die je leerkracht met je deelt. 9 Ga opnieuw naar opdracht 1 op p. 154. Maak de opdracht opnieuw. Is je kennis van de woordenschat van de taalkunde vergroot of heb je nog extra oefentijd nodig? 10 Welke soort van woorddeel herken je? Zet de juiste term bij de voorbeelden. Kies uit: achtervoegsel – foneem – lettergreep – morfeem – voorvoegsel. a lak – lek – lik - leuk

c onvindbaar

e stoel/stoeltje

b vriendschap

d toe-jui-chen

f

e1 De taal van de taalkunde

bevriend

311


e taal als systeem bestuderen en onderzoeken

Over taal: termen

e2 a1

IN

1 xxx 2 xxx 3 xxx

N

Niet alleen in de lessen Nederlands gaat het over taal. Ook in het nieuws duiken geregeld taalgerelateerde berichten op.

VA

D

©

e aankondiging van het Gemeenschapsonderwijs dat leerlingen die thuis een andere taal spreken dan het Nederlands, die ook mogen gebruiken op de speelplaats en in de klas, lokt veel reacties uit. Het GO! beroept zich op wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat leerlingen zich beter voelen op school en makkelijker Nederlands leren als ook positief wordt ingespeeld op hun thuistaal.

H

T

fv e

rs

ie

et schoolrapport van je kind doornemen, een inschrijvingspapier voor een uitstap naar de kinderboerderij invullen of gewoon wat helpen bij die spreekbeurt over de ruimte van je zoon of dochter. In Vlaanderen is 1 op de 7 volwassenen laaggeletterd. Het gaat hier om cijfers uit een grootschalig OESO-onderzoek (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) dat in 40 landen de geletterdheid van 16- tot 65-jarigen over de hele wereld onderzoekt. Tirhas is een van hen. Zij volgt een traject alfabetisering Nederlands tweede taal: ‘Ik wil goed Nederlands kunnen om mijn kinderen te helpen met hun huiswerk.’

pr oe

weetaligheid verbetert de hersenfunctie en vertraagt de veroudering van de hersenen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek. Hoe vloeiend iemand is in een tweede taal, blijkt belangrijker dan hoe lang hij of zij die taal al spreekt. Er is ook nog gebleken dat meertaligheid de ontwikkeling uitstelt van aandoeningen zoals dementie, alzheimer en parkinson.

O

m ouders te ondersteunen bij de taalontwikkeling van hun kinderen, start de stad Leuven met taalcoaching. Vriendjes maken, instructies van de juf of meester begrijpen, vragen kunnen stellen, je gevoelens onder woorden brengen … We gebruiken elke dag zo veel taal. Voor kinderen uit een anders- of meertalig gezin is dat vaak nog moeilijker. Het is voor ouders en leerkrachten zoeken naar de juiste balans tussen de thuistaal en het Nederlands. Bovendien is het ook complexer om in te schatten of de taalachterstand een gevolg is van de meertaligheid, dan wel of er sprake is van een taalontwikkelingsstoornis.

D

e Amerikaanse acteur Bruce Willis, die in 1988 doorbrak met de film Die Hard, stopt met acteren. De 67-jarige Willis kampt met afasie, een taalstoornis. Daarom neemt Bruce na lang nadenken afstand van de carrière die zo veel voor hem betekend heeft.

Naar: vrt.be/vrtnws

312

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


1 Bekijk de nieuwsfragmenten over taal op p. XXX. Weet jij wat de gemarkeerde begrippen betekenen? Gebruik de woordleerstrategieën om de betekenis van de gemarkeerde begrippen te verklaren.

De leerlingen mogen hun thuistaal spreken in de pauze op de speelplaats.

A

Elke stad zou taalcoaching moeten aanbieden.

B

D Kinderen moeten verplicht tweetalig worden opgevoed.

Een traject alfabetisering zou verplicht moeten worden voor laaggeletterden.

IN

C

N

2* Discussieer in groepjes over een stelling naar keuze.

a Je krijgt tien minuten de tijd om je voor te bereiden en enkele argumenten op te zoeken.

VA

b Gebruik in je argumentatie zo veel mogelijk woorden uit onderstaand kadertje.

taalstoornis – taalontwikkelingsstoornis – afasie – eentaligheid – tweetaligheid – meertaligheid – thuistaal – moedertaal – alfabetisering – geletterdheid – laaggeletterdheid

pannuun

ie

pannutta

pannulla

©

pannusta

rs

pannulle

pannussa

pannulta

3 Bekijk bovenstaande woorden.

a Weet jij uit welke taal de woorden komen?

fv e

b Weet je ook wat ze kunnen betekenen?

c Wat is het verschil met de Nederlandse vertaling? A

Der Affe sieht den Elefanten.

pr oe

2.4

B

Den Affen sieht der Elephant.

4 Bekijk bovenstaande Duitse zinnen. a Wie ziet wie in deze zinnen? b Wat gebeurt als je de zinnen naar het Nederlands vertaalt zonder iets aan de woordvolgorde te veranderen? c Hoe verklaar je het verschil tussen het Duits en het Nederlands?

e1 Over taal: termen

313


We introduceren enkele nieuwe begrippen.

onthouden Een synthetische taal is een taal waarbij woorden veelvuldig vervoegd of verbogen kunnen worden. De vervoeging of verbuiging geeft extra informatie. Een analytische taal is een taal waarin de extra informatie (bv. mannelijk of vrouwelijk, onbepaald of bepaald) in losse, meestal onveranderlijke lidwoorden, voorzetsels en bepalingen gegeven wordt.

IN

Een isolerende taal is het extreemste geval van een analytische taal. De plaats en intonatie bepalen de betekenis, zoals in het Chinees of het Tibetaans.

N

5 Zijn de volgende talen eerder synthetisch of eerder analytisch? Duits – Fins – Latijn – Engels – Nederlands

Het Nederlands evolueerde van een synthetische naar een analytische taal.

B

Het Nederlands evolueerde van een analytische naar een synthetische taal.

pr oe

fv e

rs

ie

©

A

VA

6 Talen evolueren, zo ook het Nederlands. Welke uitspraak klopt volgens jou?

314

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


e taal als systeem bestuderen en onderzoeken

Taal voor een leerkracht – taal voor leerlingen 1 2 3 4 5

N

Hoe leren kinderen hun moedertaal?

VA

onDERWEG

©

Sterre Leufkens is taalkundige en auteur van boeken, artikelen en blogs over taal en taalwetenschap. Ze heeft taalwetenschap gestudeerd en is gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam. Op dit moment werkt ze als universitair docente Nederlandse Taalkunde aan de afdeling Nederlands van de Universiteit van Utrecht. Leufkens doet onderzoek naar de leerbaarheid van talen en naar het onderwijs Nederlands als tweede taal.

fv e

rs

Bron: www.sterreleufkens.nl

ie

Naast haar academische activiteiten is ze ook actief als populair-wetenschappelijk auteur. Onder het pseudoniem Milfje Meulskens is ze coauteur van het taalblog De Taalpassie van Milfje, waar ze kennis over en enthousiasme voor taal en taalkunde probeert over te brengen.

taal (de; v(m); meervoud: talen)

pr oe

1

Je kunt spelfouten, taalfouten en typfouten van elkaar onderscheiden. Je kent het verschil tussen impliciete en expliciete taalregels. Je kent prescriptieve en descriptieve naslagwerken die je kunt inzetten. Je kunt een gefundeerde mening geven over de tolerantie tegenover taal- en spelfouten. Je ziet in dat taal- en spelfouten een invloed kunnen hebben op de evolutie van taal.

IN

e3

1 spraakklanken waarmee je je gedachten en gevoelens aan anderen kenbaar maakt 2 spraakklanken van een bep. gemeenschap: de Nederlandse taal; in alle talen zwijgen volstrekt zwijgen 3 dat wat iem. zegt, zijn woorden: taal noch teken geven niets van zich laten horen 4 (in het algemeen) middel om gedachten en gevoelens kenbaar te maken: gebarentaal, lichaamstaal

e3 Taal voor een leerkracht – taal voor leerlingen

315


Taal Fragment 1

IN

Kinderen leren hun moedertaal grotendeels vanzelf, zonder uitleg. Grotendeels maar niet helemaal. Om goed te leren lezen en schrijven, bijvoorbeeld, hebben mensen een leraar nodig. Ook wanneer je als volwassene een vreemde taal wilt leren is goed onderwijs van grote waarde. Maar wat houdt goed taalonderwijs eigenlijk in? Welke regels moet een lerares haar klas bijbrengen als ze wil dat de leerlingen goed Nederlands leren? Wat zijn taal- en spelfouten en hoe voorkom je ze?

N

1* Hoe leert een mens een taal? Veel wetenschappers hebben zich al over die vraag gebogen. Keer even terug naar je eigen jeugdherinneringen, hoe heb jij je moedertaal geleerd? a Wat is jouw moedertaal?

VA

b Hoe heb je je moedertaal geleerd? c Wie wees je voor het eerst op taalfouten die je maakte?

2* Lees het eerste fragment uit Taal. Welke waarde heeft een leerkracht – volgens dat fragment – bij het leren van een taal?

©

3 Wat is het verschil tussen een taal- en een spelfout? Er bestaat ook nog zoiets als een typfout. Bedenk een passende definitie en een voorbeeld voor elke fout.

ie

4 Om fouten te voorkomen, kun je hulpmiddelen inzetten. In het Tip-kader worden er enkele opgesomd. Sommige hulpmiddelen ken je al. Zoek de andere online op. Geef per hulpmiddel vervolgens aan voor welke foutsoort(en) je die kunt inzetten.

rs

Kies uit: typfout – spelfout – taalfout.

tip

pr oe

fv e

Gebruik volgende hulpmiddelen om fouten te voorkomen:

316

• • • • • • • • • •

spellingcontrole computer www.encyclo.nl www.google.be www.onzetaal.nl www.taaladvies.net www.vandale.be www.vlaanderen.be/team-taaladvies www.woordenlijst.org www.woorden.org www.schrijfassistent.be

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


Twee soorten taalregels

Fragment 2

IN

Taalregels zijn te verdelen in twee soorten. Ten eerste zijn er de impliciete regels, die iedere taalgebruiker kent, zonder ze te kunnen opnoemen. Elke moedertaalspreker van het Nederlands kan je vertellen dat de zin ‘het duidelijk niet politicus belooft is wat de!’ geen correcte zin is. Maar als je vraagt ‘Is er in deze samengestelde zin sprake van nevenschikking of onderschikking?’ dan staat diezelfde moedertaalspreker vaak met zijn mond vol tanden. Dit soort regels beheers je onbewust, zonder ze onder woorden te kunnen brengen – vandaar de term ‘impliciet’. Je leert ze als kind vanzelf, zonder leraar of andere instructie. Als je op school iets leert over impliciete regels dan gaat het eerder om het inzichtelijk maken ervan, bijvoorbeeld door zinnen te ontleden.

ie

©

VA

N

De tegenhanger van de impliciete regel is de expliciete regel, die je juist wél op school leert. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de spellingregels: die leer je niet automatisch, maar van een leraar of uit een boek. Als je veel leest, dan zul je er een zeker gevoel voor ontwikkelen, maar zelfs dan moet je af en toe een woord opzoeken. Tenslotte voelt niemand van nature aan hoe je ‘pousse-café’, ‘cheerleader’ en ‘naïef’ moet schrijven. Maar ook makkelijkere expliciete regels, zoals de dt-regels, moet je bewust aanleren om ze goed te hanteren. In tegenstelling tot woordvolgorderegels vormen ze dan ook bewuste kennis: mensen die hebben opgelet op school, kunnen uitleggen wanneer je een d of juist een t moet schrijven.

rs

Dat je niet alle taalregels moet kennen om een nooit eerder gehoorde taaluiting te kunnen beoordelen op correctheid, bewijzen volgende zinnen:

fv e

‘het duidelijk niet politicus belooft is wat de!’

‘Het is niet duidelijk wat de politicus belooft!’

1* Ook al heb je bovenstaande zinnen misschien nog nooit eerder gelezen, toch voel je meteen aan dat de eerste taaluiting geen correcte zin is in het Nederlands. Hoe kan dat?

pr oe

2

2 Lees het tweede fragment uit Taal hierboven. Wat wordt er verstaan onder volgende termen? a impliciete taalregels b expliciete taalregels

3 In de tekst staat ‘makkelijkere expliciete regels, zoals de dt-regels’. Wat is daar zo makkelijk aan?

e3 Taal voor een leerkracht – taal voor leerlingen

317


Kun je taalregels veranderen?

Karel ende Elegast

Spellingregels zijn hét voorbeeld van expliciete taalregels die we kunnen invoeren of veranderen. In de middeleeuwen spelden schrijvers nog zoals zij het goed vonden. Hetzelfde woord werd dan ook op verschillende manieren geschreven, afhankelijk van het dialect van de schrijver of zijn persoonlijke voorkeur. Maar naarmate Nederland zich meer één land met één taal ging voelen, vonden de Nederlanders het steeds belangrijker om ook een gemeenschappelijke spelling te hebben. Schrijvers gingen elkaar dan ook steeds meer nadoen. Intussen probeerden geleerden regels te bedenken voor de grammatica en het schrift, waarbij ze zich vaak op het Latijn baseerden. Uiteindelijk voerde de overheid in 1804 een officiële spelling in, bedacht door de taalgeleerde Matthijs Siegenbeek. Voortaan moesten ambtenaren en onderwijzers ‘gooijen’ schrijven en niet ‘gooyen’. Het was het begin van de expliciete spellingregels.

Als Elegast quam ten ghereyde, Daar ic heden eer of seide, Als hi twaende draghen dan, Die scellen diere hingen an, Gaven sulc enen clanc, Datter Eggeric bi ontspranc Uut zinen slape ende seyde: ‘Wie is daer te minen ghereyde?’ Hi woude trecken sijn sweerd, Haddet die vrouwe niet gheweert, Die hem seinde ende vraghede, Wattet ware dat hi jaghede; Often alve wilden verleiden. Si namt swaert al mitter scheyden Ende seyde: …

N

IN

Fragment 3

ie

©

VA

3

Lees het derde fragment uit Taal en aansluitend een fragment uit Karel ende Elegast, een bekende ridderroman (zie C1 De ridderroman).

rs

1 Kun je op basis van het fragment uit Karel ende Elegast bewijzen dat de middeleeuwer inderdaad spelde zoals het hem uitkwam?

fv e

2 Waarom is een eenvormige spelling voor de geschreven taal zo belangrijk? 3 Sinds wanneer heeft het Nederlands een officiële spelling en wie is de bedenker daarvan? 4 Wie vormde vooral de doelgroep voor de nieuwe spelling en waarom? Lees de tekst Wat was het effect van een officiële spelling op het Nederlands? op de volgende pagina.

pr oe

5 Wat verscheen er in 1804 en 1805?

6 Waarom vond de Nederlandse regering het zo belangrijk dat die werken tot stand kwamen? 7 Wie verspreidde in eerste instantie die nieuwe taalnorm? 8 Welke onderzoeksvraag bedacht Andreas Krogull? 9 Welke conclusies kun je uit het onderzoek van Krogull trekken? 10 Variatie is eigenlijk van alle tijden. Kun je dat toepassen op onze tijd? Geef twee duidelijke voorbeelden.

318

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


Wat was het effect van een officiële spelling op het Nederlands? Marten van der Meulen

VA

die Andreas Krogull zich stelde. Hij onderzocht een spellingkwestie die inmiddels goed geregeld is, maar die nog steeds de gemoederen bezighoudt: de spelling van de tweede en derde persoon bij werkwoorden eindigend op -d. In onze spelling levert dit nu de beruchte -dt op. Krogull laat zien dat ook vóór de officiële spelling de dt-spelling al de norm was in grammatica’s, maar dat verreweg de meest gangbare vorm die zónder -t was: hij zend, hij raad. Dat verandert echter radicaal in de periode 1820-1840: dan komt de dt-spelling in maar liefst 66% van alle gevallen voor, waar dat eerder slechts in 17% was. Krogull concludeert dat dit wel door de nieuwe schrijftaalregeling moet komen.

rs

ie

©

De regering van Nederland bemoeide zich eind achttiende en begin negentiende eeuw voor het eerst met de taal van het land. Het idee van één land, één taal was sterk aanwezig in heel Europa in die tijd: men dacht dat dit de samenhang van een land ten goede zou komen. Dus werd er gezocht naar mensen die een officiële, door de regering goedgekeurde spelling en grammatica konden en wilden schrijven. Degenen die hiervoor werden gestrikt waren de Leidse hoogleraar Matthijs Siegenbeek (1774-1854) en de predikant Petrus Weiland (1754-1841). Zij leverden respectievelijk de Verhandeling over de Nederduitsche spelling ter bevordering van de eenparigheid in dezelve (1804) en de Nederduitsche spraakkunst (1805) af.

N

IN

Als je een willekeurig iemand op straat vraagt: ‘Wat gebeurde er in 1804 en 1805?’ dan zullen ze je hoogstwaarschijnlijk glazig aankijken. Misschien dat een geschiedkundige nog weet dat Napoleon in 1804 tot keizer werd gekroond; een pianist zal misschien paraat hebben dat Beethoven zijn 23ste Sonata Appassionata in 1805 componeerde. Of je veel meer dan dat krijgt, durf ik te betwijfelen. Maar vraag het aan een neerlandicus, en zijn ogen zullen beginnen te stralen. In die twee jaar verschenen er namelijk twee belangrijke werken op het gebied van de neerlandistiek: de eerste officiële spelling en grammatica. Een Leidse onderzoeker, Andreas Krogull, zocht uit hoeveel effect die hadden.

Maar de onderzoeker bekeek ook nog iets anders: was er variatie tussen verschillende genres? We weten dat mensen andere taal gebruiken in verschillende situaties: jij praat bijvoorbeeld anders met je oma dan met je vrienden, en je schrijft anders in WhatsApp dan in een sollicitatiebrief. Om te kijken of mensen anders omgingen met de dt-spelling onder verschillende omstandigheden, bestudeerde Krogull drie verschillende teksttypen: dagboeken, brieven en kranten. In de kranten bleek de nieuwe regel het verst te worden doorgevoerd, in de andere genres een stuk minder. Niet zo gek: kranten zijn wat formeler, en het is de bedoeling dat zoveel mogelijk mensen ze kunnen lezen. Dan ligt het gebruik van een standaard altijd meer voor de hand en is variatie onhandig.

Dus leraren leerden de nieuwe spelling en konden die daarna ook gaan onderwijzen. Maar hoe zat het met het daadwerkelijke gebruik? Dat was een vraag

Bron: www.neerlandistiek.nl

pr oe

fv e

Dus we weten dat die grammatica en spelling er waren, én we weten dat inmiddels iedereen op school een standaardspelling kreeg aangeleerd. Maar wat gebeurde er daarna? Verrassend genoeg is daar vrij weinig over bekend. Ten eerste weten we niet hoe de verspreiding van de nieuwe norm precies in zijn werk ging. Tegenwoordig zou iedere docent direct de eerste maandag na verschijnen een nieuw Groen Boekje in zijn postvakje vinden. Of hij zou op internet alle nieuwe regels kunnen nazoeken. Maar zo werkte dat niet begin negentiende eeuw. Informatie sijpelde een stuk langzamer door, en op andere manieren. De nieuwe spelling werd bijvoorbeeld op bijeenkomsten voor leraren uitgelegd.

e3 Taal voor een leerkracht – taal voor leerlingen

319


Prescriptieve versus descriptieve naslagwerken

4 A

B

N

IN

n ANTWERPEN Ingerichte studentenkamer te huur in de Antwerpse binnenstad. De kamer is 25m² groot en heeft eigen douche en toilet. De gemeenschappelijke keuken en leefruimte deel je met 5 andere studenten. Huurprijs: €350 + €40 maandelijkse kosten (water + gas + elektriciteit). Te bezichtigen na afspraak: 03 123 45 67.

C

VA

INGREDIËNTEN VOOR 1 PERSOON

©

• 1 ei • peper en zout • boter

D

ie

E

rs

Naam en voornaam van de voorschrijver: DEMIR ELIF

fv e

DOOR DE VOORSCHRIJVER IN TE VULLEN: Naam en voornaam van de rechthebbende: BASIL CARDOEN

R/

Dafalgan forte 1g Bij pijn innemen, max. 3x/dag

F

pr oe

Voorbehouden aan het verpakkingsvignet

z

GENEESMIDDELENVOORSCHRIFT

Tel. +32 (0) 9 225 00 64 info@hittheroad.be www.RijbewijsOefenen.be

Handboek-B-NL_Cover.indd 1

320

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken

H I T

T H E

R O A D

-

T R A F F I C

M E D I A

25/09/2020 17:40


G

H

I

IN

Geribbelde aardappelchips met paprikasmaak

NL

VA

N

INGREDIËNTEN: aardappelen, zonnebloemolie (26%), koolzaad olie (6%), paprikasmaak, paneermeel (van tarwe), paprikapoeder, suiker, fructose, karnemelkpoeder, uipoeder, aroma’s (bevat melk, cafeïne, vanille, knoflookpoeder, champignonpoeder), kaliumchloride, rookaroma’s, rijstmeel, kleurstof (paprika- extract), zuurteregelaars (citroenzuur en appelzuur)], zout. Verpakt onder beschermende atmosfeer.

K

©

J

rs

pr oe

fv e

L

ie

SCHOOLREGLEMENT

e3 Taal voor een leerkracht – taal voor leerlingen

321


Fragment 4 Taal evolueert non-stop en zo is er wel degelijk een argument om af en toe een spellingwijziging door te voeren. Ons schrift is een afspiegeling van de gesproken taal, althans, een formele versie daarvan. Als de gesproken taal verandert, dan moet de spelling mee veranderen om te voorkomen dat het schrift te ver van de taal verwijderd raakt.

N

IN

De impliciete en expliciete regels van de taal kun je vaak in boeken vinden: in Het Groene Boekje, lesboeken, schrijfwijzers … Zulke boeken kunnen prescriptief zijn: ze schrijven voor wat goed en fout is op het gebied van spelling, grammatica of stijl. Prescriptieve grammatica’s verschenen veel in de zeventiende eeuw, toen schrijvers vonden dat het Nederlands op het Latijn moest lijken. Ze hoopten de taal te verbeteren door nieuwe grammatica’s in te voeren. Ook nu nog verschijnen prescriptieve grammatica’s van het Nederlands, naast allerlei (online) adviesdiensten. Zij proberen geen regels toe te voegen, maar willen de bestaande regels uitleggen, zodat gebruikers fouten kunnen voorkomen.

ie

©

VA

Daarnaast bestaan er ook descriptieve boeken, die de impliciete regels beschrijven zonder er een oordeel over te vellen. In de bekendste descriptieve grammatica van het Nederlands, de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS), staan de grammaticaregels van het Nederlands beschreven. Je kunt erin vinden welke regels Nederlandstaligen (onbewust) gebruiken, maar niet of die regels goed of fout zijn. Ook woordenboeken zijn descriptief: de makers ervan willen vooral weergeven welke woorden de taalgemeenschap daadwerkelijk gebruikt. Van die woorden moet een taalgebruiker tenslotte de betekenis kunnen opzoeken. Als een woord in de Dikke Van Dale staat, wil dat dus niet zeggen dat je dat woord móét gebruiken, of dat de redacteurs het een mooi woord vinden. Het is slechts de beschrijving van een bestaand Nederlands woord.

rs

1 Op p. 162-163 staan verschillende bronnen. Verdeel ze in twee groepen. Leg uit waarom je een bron in een bepaalde groep plaatst.

fv e

2 Lees nu fragment 4 uit Taal en keer daarna nog eens terug naar de ordening die je maakte. Orden de bronnen nu in twee groepen: descriptieve bronnen en prescriptieve bronnen. 3 Geef op basis van de tekst nu een verklaring voor volgende termen: a prescriptief werk

pr oe

b descriptief werk

322

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


Missen is menselijk … Over taalfouten

Fragment 5

VA

N

IN

De beste spellers maken wel eens een dt-fout. Taalkundigen van de Universiteit Leuven hebben onderzoek gedaan naar de oorzaken daarvan. De meeste spellingfouten blijken niet het gevolg van domheid of onkunde, maar van slordigheid. Mensen weten de regels vaak wel, maar denken er even niet aan. Op die momenten gaan hun hersenen op automatische piloot. Die zijn niet stuurloos: onze hersenen hebben een ingebouwde voorkeur voor woordvormen die ze relatief veel zien. Het voltooid deelwoord ‘gebeurd’ komt vaker voor dan de persoonsvorm ‘gebeurt’. Als een speller haast heeft, zullen zijn hersenen op basis van die statistische informatie automatisch voor ‘gebeurd’ kiezen, ook als hij met even nadenken wel weet dat het fout is op die plek. Intelligentie en opleiding kunnen dit niet helemaal verhinderen, omdat het een automatisch en onbewust proces is. Wat wél helpt, is de tekst goed (laten) nalezen en corrigeren.

Lees fragment 5 uit Taal.

1 Kan iedere dt-fout afgedaan worden als uiting van onoplettendheid? Motiveer.

©

2 Waarom is het soms beter om een tekst door anderen te laten nakijken op taal- en spelfouten? 3 Hieronder staan enkele werkwoordsvormen die een gelijkaardige ‘gebeurd/gebeurt’-verwarring oproepen. Kies de juiste vorm.

ie

a Het is me weer een dag, eerst verlies ik mijn sleutels, nadien berooft / beroofd midden in de winkelstraat een gauwdief me van mijn portefeuille.

rs

b Tomorrowland spreekt tot ieders verbeelding. Het decor is fantastisch, evenals de sfeer. De mensen zijn uitgelaten en gelukkig. Ik heb nog nooit zo’n magische sfeer beleeft / beleefd.

fv e

c Toen de notaris het testament voorlas, voelde je de spanning tussen de familieleden stijgen. De rijkdom van de grootvader werd jaren geleden al stiekem onder heel wat familieleden verdeelt / verdeeld. d Als er nu niet snel iets aan deze penibele situatie verandert / veranderd, dan zal het nooit in orde komen. e Hoe kan het dat een kind zich tijdens de zomervakantie zo verveelt / verveeld? f

Heb je gisteren ook opgemerkt dat de maan deels werd verduistert /verduisterd door de stand van de aarde?

g ‘Betaalt’ / ’Betaald’, stond er op mijn kassabon en ik mocht meteen de zaak verlaten.

pr oe

5

h Terwijl Vincent steeds weer het onmogelijke aan zijn ouders belooft / beloofd, proberen zij hem met goede raad bij te staan. i

Sinds onze nieuwe chef in het magazijn alles bepaalt / bepaald, loopt het hier meermaals in het honderd.

j

Nu het kind van de buren onze hond steeds weer bedreigt / bedreigd, zullen we toch een hogere omheining moeten plaatsen.

e3 Taal voor een leerkracht – taal voor leerlingen

323


Fragment 6 – Hoe reageren lezers op een spelfout?

IN

Een spelfout levert een onverwacht woordbeeld op, en dat vinden lezers, die in hun hoofd nog even de regels nagaan, irritant. Ze zullen dan al snel aannemen dat de schrijver onzorgvuldig is geweest of, erger nog, de regels niet beheerst. Het voorkomen van spelfouten is dus belangrijk als je geen imagoschade wilt oplopen. Voor de taal zelf maakt een spelfout overigens niet uit: het heeft voor het Nederlands geen gevolgen als iemand per ongeluk ‘gebeurd’ schrijft, waar het ‘gebeurt’ moet zijn. Taalkundigen maken zich dan ook geen zorgen over spelfouten. Leraren natuurlijk wél – die proberen er met goed onderwijs voor te zorgen dat hun leerlingen later goed voor de dag komen.

N

Fragment 7 – Wat is er aan de hand als we fouten maken tegen impliciete taalregels?

rs

ie

©

VA

Behalve tegen expliciete regels, zoals de spellingregels, kun je ook tegen impliciete regels zondigen. Denk bijvoorbeeld aan het werkwoord ‘beseffen’. Tegenwoordig zeggen vooral jongeren vaak zinnen als ‘Ik besef me dat je boos bent’. Volgens prescriptieve grammatica’s is dat een taalfout: ‘beseffen’ is geen wederkerend werkwoord, dus het hoort te zijn ‘Ik besef dat je boos bent.’ Zo’n fout is, net als een spelfout, slecht voor je imago, maar niet voor de Nederlandse taal. Al zeggen miljoenen mensen ‘zich beseffen’ – het Nederlands blijft gewoon bestaan. Maar anders dan spelfouten is dit soort fouten wel een aanwijzing dat er iets met de taal aan de hand is. Wanneer veel mensen een impliciete taalregel schenden, kan het mogelijk zijn dat er sprake is van een taalverandering. Een deel van de taalgebruikers gebruikt een andere, nieuwe regel. In die zin is er dus geen sprake van een fout, maar van een regel die (nog) maar door een deel van de taalgemeenschap wordt gebruikt. Vaak is er wel een reden aan te wijzen voor zo’n nieuwe regel. In het geval van ‘beseffen’ maken mensen dat misschien wederkerend, omdat het synoniem ‘zich realiseren’ ook wederkerend is. Door de wederkerendheid op beide woorden toe te passen maken ze het taalsysteem regelmatiger. Je zou dus kunnen zeggen dat de taal beter wordt van zo’n verandering.

pr oe

fv e

‘U hebt’ werd ook ooit als taalfout gezien (het moest ‘u heeft’ zijn), maar tegenwoordig staat dat gewoon op alle pinautomaten in Nederland. Ergens in de tijd is het goedgekeurd, althans door veel mensen. Maar waar ligt de grens tussen goed en fout, en wanneer steken we die precies over? Hoeveel sprekers moeten een nieuwe regel gebruiken voordat we die accepteren? Het lastige is dat het hier om impliciete regels gaat. Op zulke regels kunnen taalgebruikers nauwelijks bewust invloed uitoefenen: ze ontstaan gewoon. Er is dan altijd een overgangsfase waarin de nieuwe regel vreemd klinkt voor de oudere taalgebruikers. Maar noch een prescriptieve grammatica, noch een verbod namens de overheid kan een taalvernieuwing tegenhouden. Voor impliciete regels is het moeilijk te bepalen wat ‘goed’ is, omdat de regels verschillen per generatie, en daarbinnen zelfs per persoon. Het is wél mogelijk om expliciet te maken wat op een bepaald moment voor een specifiek persoon acceptabel is. Dat betekent dat een taalnorm afhankelijk is van de context en de gebruiker. Uiteraard is ook hier een belangrijke rol weggelegd voor leraren: zij kunnen taalgebruikers uitleggen welke taal in sommige situaties niet geaccepteerd is.

Lees fragmenten 6 en 7 uit Taal. 4 Waarop duiden fouten tegen de impliciete taalregels?

324

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


6

Samengevat: wat hebben we tot nu toe geleerd? 1 Welke woorden horen bij elkaar? a Verdeel de begrippen in vier groepen. b Kun je ook telkens een categorienaam bedenken?

IN

moedertaal - men auto - tussentaal - corrigerende leerkracht - expliciet - Siegenbeek - kleiner als ik pannekoek - verbiedde - spellingregels - nachecken - 1804 - proffessor - dialect 2 Welke woorden horen bij elkaar? Verdeel ze in twee groepen.

3 Zoek de fout en leg uit waar het fout liep. a Die latijnse namen krijg ik nooit in mijn hoofd.

e Ik wordt later piloot.

b Ik lust wel een bordje groentensoep met balletjes.

f

VA

Dat babietje zit veilig in zijn buggy.

g Met knikkende kniën kwam hij thuis.

c Kleed u zich maar aan!

h Els rapport was niet vlekkeloos.

©

d Tijdens de Paasvakantie ga ik naar Spanje.

ie

Taalonderzoek: de beginselen van de Nederlandse spelling

rs

Fragment 8

fv e

De bedenkers van expliciete regels baseren zich, behalve op traditie, zo mogelijk op taalkundige principes. Bij het ontwerpen van spellingregels zijn er drie uitgangspunten. Ten eerste moet je ervoor zorgen dat de spelling van een woord de uitspraak ervan weergeeft: onze spelling volgt grofweg het principe ‘iedere klank een letter’. Het tweede principe zorgt ervoor dat een woord er hetzelfde uitziet in verschillende contexten. Je schrijft bijvoorbeeld ‘hond’ met een d, omdat je die d ook hoort en ziet in ‘honden’. We schrijven ook een d in ‘hondstrouw’, ook al klinkt die d hier als een t. In zo’n geval gaat het zogeheten principe van de gelijkvormigheid boven de precieze weergave van de uitspraak. Een derde spellingprincipe draait om de afkomst van een woord. We schrijven ‘bouillon’, en niet ‘boejon’, omdat we dit woord uit het Frans hebben overgenomen en dus de Franse spelling respecteren. Hier gaat het herkomstprincipe dus voor op het uitspraakprincipe. Het woord ‘kwantum’ schrijven we dan wél weer volgens de uitspraak, terwijl we dit woord hebben overgenomen uit het Latijn waar we dan eerder ‘quantum’ zouden verwachten. Daar zie je aan dat de keuze voor een bepaalde regel uiteindelijk willekeurig is. Er zijn verschillende principes, en per woord kiezen spellingontwerpers welk principe ze volgen.

pr oe

7

N

prescriptief – opsporingsbericht – www.woordenlijst.org – ingrediëntenlijst – verkeersbord – Le Petit Robert – ANS – Cambridge Dictionary – descriptief – dieetlijst – www.taaladvies.net – wasvoorschrift

Lees het laatste deel – fragment 8 – uit Taal. 1 Zoek de drie beginselen van de Nederlandse spelling in de tekst. 2 Bereid een korte presentatie voor waarin je de drie beginselen van de Nederlandse spelling uitlegt. Je mag tijdens de presentatie geen hulpmiddelen gebruiken. In de presentatie gebruik je zeker de volgende woorden: etymologie – morfologie – standaarduitspraak – oorsprong – leesbaarheid – gelijkvormigheid – meervoud. 3 Geef aan je medeleerlingen een aantal tips om beter te spellen aan de hand van voorbeelden. Koppel de voorbeelden aan de beginselen van de Nederlandse spelling.

e3 Taal voor een leerkracht – taal voor leerlingen

325


e taal als systeem bestuderen en onderzoeken

De geschiedenis van het Nederlands 1 2 3 4

Adam en Eva spraken … Antwerps

N

1

Je weet hoe een taalkundige een verdwenen oertaal reconstrueert. Je weet welke benamingen onze taal doorheen de geschiedenis kreeg. Je kent de taalfamilie van het Germaans. Je kent de kenmerken en enkele fragmenten van het Oudnederlands, Middelnederlands en Nieuwnederlands en kunt die situeren in de tijd.

IN

e4 e1

VA

Het is onmogelijk om met een exacte datum te bepalen waarop een taal is ontstaan. Meer nog, als je de geschiedenis van het Nederlands wilt achterhalen, dan stoot je al snel op het dilemma of je in vroegere tijden te maken had met een taal of met een vorm van dialect.

©

Als het van Johannes Goropius Becanus, de hofarts van keizer Karel, afhangt, dan kunnen we de geschiedenis van het Nederlands starten in het aards paradijs. Fragment 1

rs

ie

Becanus meende dat het Nederlands de enige taal was die direct van de oertaal afstamde en er nog sterk op leek. Volgens hem was dit de taal die Adam en Eva spraken. Bij de Babylonische spraakverwarring zouden alle talen ontstaan zijn, maar de nakomelingen van Jafet, een van de zonen van Noach die niet had meegebouwd aan de toren van Babel, zouden de oertaal zijn blijven spreken. De Antwerpenaren zouden de afstammelingen zijn van Jafet en een verbasterde vorm van die oertaal spreken.

pr oe

fv e

In de theorie van Becanus, uiteengezet in zijn Origines Antwerpianae (1569), bestond de oertaal uit basiswoorden van slechts één lettergreep. Langere woorden zijn samengesteld uit die basiswoorden. Enkele voorbeelden: Adam  haat-dam: tegen de haat van de slang appel  ap-fel: ap = happen, fel = wreed, de combinatie verwijst naar de appel in het paradijs Eva  Eu-vat: Eu = eeuw, de combinatie, een vat van alle eeuwen verwijst naar de vrouw als moeder Een ander argument dat hij aanbracht, is dat het Nederlands dat in de zestiende eeuw nog het Diets of het Duyts werd genoemd, verwijst naar Douts of d’Oudste. Dus zo kon hij zijn stelling bewijzen dat het Nederlands de oudste taal was. Naar: nl.wikipedia.org

1 Hoe kun je een oertaal reconstrueren? 2 Op welke problemen is Becanus zeker gestoten bij de reconstructie van de oertaal? 3 Als Antwerpenaar klonk deze theorie van Becanus waarschijnlijk als muziek in de oren, maar weinig wetenschappers schatten zijn theorie hoog in. Welke verdienste kunnen we hem toch toeschrijven?

326

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


2

Hoe komt het Nederlands aan zijn naam? Fragment 2

IN

Lang geleden spraken in het huidige Nederland en Vlaanderen de inwoners verschillende Germaanse dialecten. Daaruit ontwikkelden zich verschillende Germaanse talen, waaronder het Nederlands. Die talen werden meestal vernoemd naar de regio waar ze werden gesproken of het volk dat de taal gebruikte: zo ontleent het Engels zijn naam aan Anglia en de Angelen die er woonden. Voor het Nederlands waren er lange tijd meer namen in de running.

VA

N

Taalkundigen van nu spreken over Oudnederlands (700-1150), Middelnederlands (1150-1500) en Nieuwnederlands (vanaf 1500), maar deze namen werden eerder in de geschiedenis niet gebruikt. Zo rond 1150 werd Nederlands nog Diets genoemd (de Vlaamse variant van de taal) of Duuts, dat zich later ontwikkelde tot Duits (de Brabants-Hollandse variant van de naam). Diets is afgeleid van het Middelnederlandse woord diet, wat volk betekent. Diets is dus de taal van het volk, welke bestond naast het Latijn, de taal van de wetenschap en clerus. Diets raakte in onbruik, maar de variant Duits neemt het tussen 1500 en 1700 op tegen twee andere kanshebbers om onze taal te benoemen, met name Nederlands en Nederduits.

©

Begin zestiende eeuw is Nederlands een concurrent naast Duits; vanaf 1550, met de publicatie van de Nederlandsche Spellijnghe, gaat Nederlands de term Duits overtreffen. Nederlands verwees naar de talen die in de streek van de Benedenrijn werden gesproken.

rs

ie

Vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw komt ook het Nederduits sterk opzetten, als tegenhanger van het Hoogduits, dat de Bovenrijnse dialecten aanduidt. Nederduits omvat dus zowel het Nederlands als het Duits dat in Noord-Duitsland wordt gesproken. Begin zeventiende eeuw wint Nederduits terrein, misschien onder invloed van de Nederduitse Gereformeerde Kerk, die koning Willem I in 1816 herdoopt tot de Nederlands Hervormde Kerk. Dat koning Willem I zich vanaf 1815 de eerste vorst van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (het huidige België en Nederland) mocht noemen, gaf een enorme boost aan de naam Nederlands en betekende het einde voor Nederduits.

fv e

Bron: Atlas van de Nederlandse taal - editie Vlaanderen, Lannoo, Tielt, 2017, blz. 29

pr oe

1 Lees bovenstaande tekst. Geef nadien de juiste benaming van onze taal per periode.

3

Talen vergelijken – de voorouders van het Nederlands

Het Nederlands zoals we het vandaag kennen, bestond oorspronkelijk uit verschillende Germaanse dialecten. Een bepaalde tak ontwikkelde zich verder en is uiteindelijk tot onze Nederlandse taal geëvolueerd. Om een beeld te krijgen van de evolutie van een taal gaan taalwetenschappers talen met elkaar vergelijken. Indien ze opvallend veel gelijkenissen vertonen, kan men ervan uitgaan dat deze talen een gemeenschappelijke voorouder hebben. 1 Probeer de Duitse, Engelse, Franse en Latijnse termen te geven voor de onderstaande Nederlandse woorden en let daarbij op de overeenkomsten tussen de talen. moeder – vier – melk – boek – stoel – kers 2 Wat valt je op? 3 Wat kun je hieruit besluiten?

e4 De geschiedenis van het Nederlands

327


onthouden

IN

Maar … het Engels vindt zijn oorsprong in de Germaanse talen die in Groot-Brittannië gesproken werden, in het bijzonder de taal van de Angelen, de Saksen en de Juten. Het is sterk beïnvloed door het Oudnoords (dankzij de vele Vikingen die er zich vestigden tussen 800 en 1000) en vooral het Oudfrans (na de verovering door de Normandiërs in 1066). De grammaticale structuur van het Engels is dus nog steeds overwegend Germaans, op enkele aan de Romaanse talen ontleende zinsconstructies na, maar van de totale Engelse woordenschat is veel (circa 60%) ontleend aan het Oudfrans en Latijn. Men noemt het Engels daarom soms ook wel een brugtaal tussen de wereld van de Germaanse en die van de Romaanse talen.

VA

N

Bron: www.wikipedia.nl

Fragment 3

rs

ie

©

Dankzij zo’n vergelijkende taalstudie kunnen taalwetenschappers in kaart brengen welke talen verwant zijn met elkaar. Het Nederlands behoort tot de groep van de Germaanse talen, die op hun beurt behoren tot de IndoGermaanse talen die dan weer tot de groep van de Indo-Europese talen behoren. Waar en door wie de Indo-Europese oertaal werd gesproken, blijft giswerk. Er zijn twee theorieën. Ofwel vindt de taal zijn oorsprong bij de koergan-ruiters, die zo’n 6 000 jaar geleden leefden op de steppen ten noorden van de Zwarte Zee. Ofwel werd de oertaal gesproken in het vruchtbare landbouwgebied van Anatolië. Feit is dat de Indo-Europese oertaalsprekers zich flink over de wereld hebben verspreid. Via taalcontacten met de oorspronkelijke bewoners van hun nieuwe thuishavens ontwikkelden zich diverse Indo-Europese dochtertalen. Het Fins, Ets, Hongaars maken deel uit van de Fins-Oegrische taalfamilie met het Oeraals als gemeenschappelijke oertaal.

5.10.2

fv e

Bron: Atlas van de Nederlandse taal - editie Vlaanderen, Lannoo, Tielt, 2017, blz. 39

4 Bekijk in de Trajectwijzer het boomschema van de Germaanse talen.

pr oe

a Probeer aan de hand van de stamboom te achterhalen wat er niet in het rijtje thuishoort en leg ook uit waarom niet. b Gebruik in je uitleg de volgende termen: moedertaal – zustertaal – dochtertaal – levende taal – dode taal. 1 Engels – Noors – Fries – Afrikaans 2 Zweeds – Nederlands – Fries – Vandaals

3 Nederlands – Engels – Afrikaans – Duits 4 Faeröers – Deens – Duits – Noors

5 Deens – Fins – Noors – Zweeds

328

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


Oudnederlands

Een korte taalkundige geschiedenis – fragment 1

ie

Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hic anda thu uuat unbidan we nu …

© The History Collection / Alamy

©

VA

Bron: Atlas van de Nederlandse taal - editie Vlaanderen, Lannoo, Tielt, 2017, blz. 44

N

IN

Taalkundigen laten het Oudnederlands, een verzameling van dialecten die op dat moment in de Lage Landen worden gesproken, beginnen vanaf ongeveer de achtste eeuw. Vanaf dan is er voldoende taalmateriaal voorhanden waaruit historisch taalkundigen hebben kunnen afleiden dat het Oudnederlands eigen kenmerken ging ontwikkelen en dus ging verschillen van de overige WestGermaanse en Scandinavische talen. Echt omvangrijk is dat taalmateriaal niet. er werden wel verhalen verteld en gezongen in het Oudnederlands, maar in de vroege middeleeuwen was Latijn de schrijftaal. Taalkundigen moeten zich dus behelpen met oude persoonsnamen of plaatsnamen die zijn overgeleverd uit de achtste eeuw, of soms zelfs nog vroeger. Of met glossen: losse, verklarende woorden en zinnetjes in de volkstaal die kopiisten in de marge van Latijnse teksten of tussen de regels in noteerden.

rs

In dit deel en de volgende delen krijg je een korte taalkundige geschiedenis en ga je aan de slag met enkele historische bronnen en tekstfragmenten. Afsluitend blik je terug op vijftien eeuwen Nederlandse taal aan de hand van een hedendaags audiofragment. Lees nu hierboven fragment 1 van Een korte taalkundige geschiedenis.

fv e

1 Wat is de reden dat er zo weinig taalmateriaal is overgeleverd, denk je? 2 Op welke bronnen kan een taalkundige dan terugvallen voor zijn onderzoek? Bekijk nu hierboven het beeld uit een manuscript. 3 Kun je in je eigen woorden zeggen waarover dat fragment gaat?

pr oe

4

4 Wat valt je op qua spelling? 5 Vind je nog een naamval terug?

onthouden

Dankzij een naamval achterhaal je de grammaticale functie van een lidwoord, naamwoord of voornaamwoord. In het Duits: Hier ist der kleine Mann. Ich kenne den kleinen Mann / ihn schon lange. In de eerste zin is de kleine man het onderwerp, in de tweede zin het lijdend voorwerp. Het lidwoord, naamwoord en voornaamwoord passen zich dus aan de grammaticale functie in de zin aan.

Kijk naar het filmpje over de oudste literaire Nederlandse zin en ontdek dat die geen Nederlands hoeft te zijn. 6 Neem tijdens het kijken notities, nadien krijg je enkele inhoudsvragen.

e4 De geschiedenis van het Nederlands

329


5

Middelnederlands Een korte taalkundige geschiedenis – fragment 2

VA

N

IN

Doorgaans laten taalkundigen het Middelnederlands omstreeks 1150 starten en rond 1500 eindigen. Tussen 1100 en 1300 nam de bevolking enorm toe, met name in Vlaanderen. In 1200 telden Gent en Brugge elk 25 000 inwoners, in 1300 steeg dit aantal tot 65 000 respectievelijk 40 000. Samen met Ieper en een aantal kleinere steden gingen Gent en Brugge bovendien geleidelijk aan een stedelijk netwerk binnen het graafschap Vlaanderen vormen. Dat relatief hoge bevolkingsaantal en de complexere sociale structuur in een stad eisten een efficiëntere organisatie, en daarin speelden teksten een belangrijke rol. Mondelinge afspraken volstonden niet meer om de bestaande stadsbevolking en de nieuwkomers in te lichten over de ‘huisregels’ van de stad. Aanvankelijk werden de teksten vooral in het Latijn geschreven, maar wilden de stadsregels ingeburgerd geraken, dan werden ze maar beter verspreid in een taal die iedereen begreep … en dat was niet het Latijn. Naast ambtelijke zijn er ook literaire en religieuze teksten overgeleverd. Al waren die laatste twee soorten er vooral voor een elite. Maar … zo krijgen we wel een goed beeld van het Middelnederlands. Wat is typisch voor het Middelnederlands?

Omdat er nog geen Nederlandse eenheidstaal was, is de taal in de Middelnederlandse teksten sterk regionaal gekleurd door het dialect van de auteur. Lees je een Middelnederlandse tekst, dan is het handig te weten waar die auteur vandaan kwam. Helemaal mooi is dan als je zijn of haar dialect deelt en zo een en ander makkelijker herkent.

Zonder eenheidstaal is er ook geen eenheidsspelling. In het Middelnederlands worden dezelfde woorden vaak uiteenlopend gespeld.

Verder werden de naamvallen uit het Oudnederlands bewaard.

rs

ie

©

functie in de zin

voorbeeld

nominatief

onderwerp

die coninc wart herde gram

accusatief

lijdend voorwerp

hi sach den coninc

hij zag de koning

datief

meewerkend voorwerp

den coninge hulde brenghen

hulde brengen aan de koning

genitief

bezittelijk voorwerp

des coninx sone levede .xl. iaren

de zoon van de koning leefde veertig jaar

pr oe

fv e

naamval

Bron: Atlas van de Nederlandse taal - editie Vlaanderen, Lannoo, Tielt, 2017, blz. 45-46

330

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken

vertaling de koning werd erg boos


Lees fragment 2 van Een korte taalkundige geschiedenis op p. 172. 15.2

1 Kun je enkele belangrijke literaire werken uit die tijd opsommen? 2 Opnieuw krijg je dankzij de naamvallen een grotere variatie in woordvolgorde. Probeer volgende zin te hertalen naar het moderne Nederlands: ‘Den coninc riep die dienaer.’ In het Middelnederlands heb je een dubbele ontkenning: een combinatie van een partikel ‘en’ of ‘ne’ vlak voor de persoonsvorm, met een ander negatief element als ‘niet’ of ‘ghene’. ‘Si het oc dat si nehebben no wif no kind.’ is de Middelnederlandse vertaling van: ‘Mocht het zo zijn dat ze noch vrouw noch kind hebben.’

IN

3 In welke talen komt dit verschijnsel vandaag nog steeds voor? Geef een voorbeeld.

onthouden

15.2.2

VA

N

Een Middelnederlandse tekst maakt ook graag gebruik van enclisis of proclisis. Concreet betekent dit dat de schrijver woorden die onbeklemtoond zijn aan het vorige of volgende woord schrijft. Afhankelijk of hij dit aan het voorgaande (hedendaags voorbeeld kunt ge me zien → kunde me zien) of achterliggende woord (hedendaags voorbeeld ’t is te warm → tis te warm) doet, spreekt men van enclisis of proclisis.

Lees in de Trajectwijzer het beginfragment uit de Middelnederlandse ridderroman Karel ende Elegast.

©

4* Begrijp je wat er geschreven staat? Waarmee heb je moeilijkheden? Vertel in je eigen woorden waarover het fragment gaat.

ie

5 Je leest het fragment nu met je kennis van het Middelnederlands in het achterhoofd. Welke kenmerken vind je terug? a Geef een voorbeeld van een enclisis.

rs

b Geef twee voorbeelden van een proclisis. c Geef drie voorbeelden van een naamval.

fv e

d Geef een voorbeeld van vrije spelling in de middeleeuwen. e Geef drie voorbeelden van een verlengingsklinker. f

6 In dit fragment vind je ook een tautologie terug. Welke? Je bekijkt een fragment uit Man over Woord waarin professor Michiel De Vaan, historisch taalkundige aan de universiteit van Leiden, ons de taalverschillen van het Nederlands van 500 tot 1500 laat … horen!

pr oe

2.13.2

Geef twee woorden met zo’n verlengingsklinker, die we vandaag nog steeds zo schrijven.

7 Bespreek de verstaanbaarheid, de bronnen, de gelijkenis met het hedendaagse Nederlands en de kenmerken van het Nederlands uit 1500, 1000 en 500.

e4 De geschiedenis van het Nederlands

331


6

Nieuwnederlands Een korte taalkundige geschiedenis – fragment 3 Omstreeks 1500 heeft het Middelnederlands een aantal evoluties doorgemaakt die onze taal in een volgende fase hebben gebracht, meer bepaald het Nieuwnederlands.

De naamvalsuitgangen verdwijnen meer en meer in de gesproken taal. Net als in het moderne Nederlands worden er in plaats daarvan veel vaker voorzetsels gebruikt. Dat heeft uiteraard tot gevolg dat de plaats van de woorden in een zin belangrijker wordt om de functie van de zinsdelen te kunnen achterhalen. De woordvolgorde in een zin ligt dus min of meer vast.

VA

Bron: Atlas van de Nederlandse taal - editie Vlaanderen, Lannoo, Tielt, 2017, blz. 47

N

IN

Wat is typisch voor het Nieuwnederlands?

Zaterdagmiddag

fv e

rs

ie

©

Mathis had zin in iets spannends en leuks. Zijn ouders waren in het buitenland, dus hij had het rijk voor zich alleen. Hij was van goeden huize, dus had de beschikking over tal van blinkende bolides in de garage. Vooral zijn vaders oldtimer stak hem de ogen uit. Hij sms’te zijn vriendin om een tochtje richting zee te maken. In den beginne maakte hij danig gebruik van het gaspedaal en scheurde over de autosnelweg, maar op den duur werkte vooral het helse lawaai van de motor op eenieders zenuwen. Hierop besloot Mathis andere wegen op te zoeken, desnoods zou hij de velden in rijden ten behoeve van wat rust en het genot van romantische veldwegen. Hij legde zijn arm om Maitée en kon nog te elfder ure een kudde lammetjes ontwijken die in groten getale de weg over liep. Met een heftige beweging kwam zijn auto tot stilstand in een beek. Daar stond hij in panne midden op de ’s Hertogendijk. Hij belde de wegenwacht en beschreef de plek des onheils. De man van dienst, wiens naam op zijn uniform stond, kon de oude sportwagen snel terug aan de praat krijgen. Gelukkig maar, dat de arm der wet er niet aan te pas hoefde komen.

Een korte taalkundige geschiedenis – fragment 4 In het Middelnederlands kenden we nog een dubbele ontkenning, maar die verdwijnt. Net als in het Oudnederlands gebruiken we opnieuw een eenledige ontkenning, alhoewel in vele dialecten de tweeledige ontkenning bewaard is gebleven: ‘Ik en verstaan da nie’.

pr oe

Vanaf de zestiende eeuw ontstaan een overkoepelende standaardtaal en een eenheidsspelling, die de regionale eigenaardigheden uit het Middelnederlands overstijgen – vooral wat de geschreven taal betreft. De gesproken eenheidstaal laat langer op zich wachten; in de zestiende en zeventiende eeuw en tot vroeg in de twintigste eeuw vertoonde de uitspraak van het Nederlands nog veel dialect­ variatie.

Toch krijgen we bij de overgang van het Middelnederlands naar het Nieuwnederlands een belangrijke klankverandering, zo ontstaan namelijk de tweeklanken of diftongen. Waar de middeleeuwer nog sprak van ‘wief’ en ‘tuun’, werden deze klanken geleidelijk aan als ‘waif’ (> wijf ) en ‘toin’ (> tuin) uitgesproken. Tot op vandaag weten taalkundigen nog altijd niet hoe die spontane klankverandering er precies is gekomen. Opvallend is bijvoorbeeld wel dat het West-Vlaams de oude vorm nog steeds hanteert als er gesproken wordt over bijvoorbeeld ‘wien’ (= wijn) en bruun (= bruin).

Bron: Atlas van de Nederlandse taal - editie Vlaanderen, Lannoo, Tielt, 2017, blz. 47

332

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


Lees fragment 3 op p. 174. Voorzetsels worden steeds vaker ter vervanging van naamvallen gebruikt. Maar … zijn alle naamvallen uit ons moderne Nederlands verdwenen? Lees nu ook het fragment Zaterdagmiddag en onderstreep waar je nog duidelijk relicten van de oude naamvallen terugvindt. 1 Vind je nog veel naamvallen terug? 2 Hoe voelt dat aan?

4 Welke dubbelzinnige betekenis heeft de titel Kinder-lyck? 5 Wat valt je op qua spelling?

Joost van den Vondel. De werken van Vondel. Deel 3.

©

6 Welk woord vind je nogal vreemd in deze ode aan zijn zoontje?

Constantijntje, ‘t zaligh kijntje, Cherubijntje, van om hoogh, D’ydelheden, hier beneden, Vitlacht met een lodderoog. Moeder, zeit hy, waarom schreit ghy? Waarom greit ghy, op mijn lijck? Boven leef ick, boven zweef ick, Engeltje van ‘t hemelrijck: (…)

VA

3* Begrijp je wat er geschreven staat? Waarmee heb je moeilijkheden? Zeg in je eigen woorden waarover het fragment gaat.

Kinder-lyck.

N

In 1632 schreef de vooraanstaande Amsterdamse dichter Joost van den Vondel het gedicht Kinder-lyck naar aanleiding van het overlijden van zijn zoontje. Lees het fragment uit dit gedicht.

IN

Lees fragment 4 om nog enkele kenmerken van het Nieuwnederlands te ontdekken.

ie

Je bekijkt de reportage Het verhaal van een taal waarin de verdere geschiedenis van onze taal wordt weergegeven.

rs

7 Na de val van Antwerpen in 1585 vertrekken 150 000 Vlamingen naar Nederland, weg van de Spaanse terreur en de wrede vervolging tegen de aanhangers van het calvinisme. De Nederlandse economie bloeide, toch waren de Vlaamse migranten meer dan welkom. Waarom?

pr oe

fv e

8 Wat was het belang van deze drie Vlaamse migranten?

Marnix Van Sint-Aldegonde

Simon Stevin

Joost Van den Vondel

© BTEU/RKMLGE / Alamy

© Science History Images / Alamy

© Album / quintlox

9 Welke invloed hadden de Vlaamse migranten op het Nederlands? 10 Welke discrepantie ontstond er echter tussen de spreek- en schrijftaal? 11 Ook qua woordkeuze was er een duidelijk verschil merkbaar tussen het Nederlands uit het zuiden en het noorden. Welk?

woord de discrepantie: verschil, onderlinge afwijking, tegenstelling

e4 De geschiedenis van het Nederlands

333


12 In de zeventiende eeuw blijken twee schrijvers van enorm belang voor de norm van het Beschaafd Nederlands, namelijk Vondel en Hooft. a Welke taal is volgens Vondel de norm van het Nederlands? b Hoe evolueert Vondels taal? c Waarvoor levert Hooft grote inspanningen? d Waarmee zal Hooft de uitbouw van een algemene Nederlandse schrijftaal sterk beïnvloeden?

IN

13 In 1637 verschijnt een Nederlandse vertaling van het Oude en Nieuwe Testament uit het Hebreeuws en het Grieks. Onder welke naam? 14 Wat maakt dat dit boek zo’n gigantische invloed heeft op de standaardisering van ons Nederlands?

VA

Uitbreiding: luisteroefening

©

7

N

15 Achttien jaar lang werken Hollanders, Vlamingen, Zeeuwen en Friezen samen aan de vertaling. Tot welk resultaat leidt dat?

rs

ie

Professor Nicoline van der Sijs stelde haar boek 15 eeuwen Nederlandse taal voor in het radioprogramma Interne keuken op Radio 1. In een heel heldere taal geeft zij een overzicht van de geschiedenis van ons Nederlands. Daarbij leert ze ons ook hoe een wetenschapper diachrone taalkunde beoefent.

1 Beluister het fragment en licht onderstaande stellingen toe.

fv e

a Het temmen van het paard heeft een invloed gehad op de verspreiding van een taal. b We noemen vandaag de dag een kat een kat en geen hat, wat logischer geweest zou zijn. c We weten zelfs op welke plek woorden als ‘boom’ en ‘geit’ oorspronkelijk werden gebruikt.

pr oe

d Taalkunde is geen alleenstaande wetenschap bij de reconstructie van een taal.

© Sterck & De Vreese

e Ook al heb je een uitgestorven oertaal nog nooit gehoord, toch kan de taalkunde achterhalen hoe uitgestorven woorden uitgesproken moeten woorden. f

Migratie vereenvoudigt talen.

g De oudste Nederlandse zin uit de Lex Salica, ‘Maltho thi afrio lito’, klinkt minder Nederlands dan bedoeld. h Romantiek boven alles, ook in de taalkunde.

onthouden De diachrone taalkunde bestudeert de evolutie en de veranderingen van een taal door de eeuwen heen. De synchrone taalkunde bestudeert een taal op een bepaald moment (zie ook E1).

334

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


e taal als systeem bestuderen en onderzoeken

e5 e1

Syntaxis: talen vergelijken

Yoda

© Miguel Lagoa

fv e

rs

ie

©

VA

N

Voor de fans van Star Wars is Yoda geen vreemde, maar ook wie niet vertrouwd is met de films heeft het groene mannetje wellicht al eens gezien of kent zijn uitspraak ‘May the force be with you’. Taalwetenschappers hebben een onderzoek gedaan naar het taaltje van Yoda, want die taal is bijzonder.

1* Bekijk de uitspraken van Yoda bij de afbeelding. Wat is er zo bijzonder aan die zinnen? 2 Hoe zou jij die zinnen zeggen in het Engels en in het Nederlands? 3 Zoek in de Nederlandse vertaling het onderwerp en de persoonsvorm.

pr oe

1

IN

1 Je leert te reflecteren op de gelijkenissen en verschillen tussen talen 2 Je ziet in dat taaltypologie ons heel wat leert over talen 3 Je maakt kennis met taalonderzoek en je voert ook zelf een onderzoekje uit

4* Op welke plaats staat het onderwerp heel vaak in een Nederlandse zin? 5* Op welke plaats staat de persoonsvorm heel vaak in een Nederlandse zin? Yoda’s Engels wordt ‘buitenaards’ genoemd. Maar klopt dat wel? In deze les leer je meer over de woordvolgorde in verschillende talen. Hopelijk lukt het jou om aan het einde van de les een antwoord te geven op die vraag.

e5 Syntaxis: talen vergelijken

335


2

Sorry dat ik kan niet zo goed zinnen maken In de les over de geschiedenis van het Nederlands leerde je al dat sommige talen qua woordenschat meer op elkaar lijken dan andere talen. Laten we die vergelijking ook eens maken voor de zinsbouw.

a In welke talen staat het onderwerp als eerste zinsdeel? b In welke talen staat de persoonsvorm onmiddellijk naast het onderwerp? I need rest.

The dark side is hard to see.

IN

1 Vertaal de Engelse zinnen naar het Nederlands, Frans en Duits. Noteer ook de vertaling in een andere taal waarmee je vertrouwd bent.

I have earned it.

In welke talen verandert er in de bijzin iets aan de woordvolgorde? Wat verandert er precies? Welke talen lijken qua woordvolgorde meer op elkaar? Hoe kun je dit linken aan wat je gezien hebt over een gemeenschappelijke oertaal?

VA

a b c d

N

2 Zet nu voor elke zin ‘Ik weet dat …’. Op die manier wordt de oorspronkelijke zin een bijzin. Vertaal de zinnen opnieuw naar de andere talen.

Ik weet dat de duistere kant moeilijk te zien is.

Ik weet dat ik het verdiend heb.

©

Ik weet dat ik rust nodig heb.

ie

Dat verschil in woordvolgorde in de bijzin is niet gemakkelijk voor wie Nederlands wil leren. Je kunt hen zinnen horen zeggen zoals ‘Ik vind dat Nederlands is geen gemakkelijke taal’ of ‘Sorry dat ik kan niet zo goed zinnen maken’.

rs

Adriaan D’Haens onderzocht voor zijn masterproef waarom Engelstaligen moeite hebben met de woordvolgorde in het Nederlands als ze die taal leren. Lees de tekst over zijn onderzoek op p. XXX. De tekst is een mooi voorbeeld van de onderzoeksstructuur.

4.6

Wat wordt er onderzocht? Hoe verloopt het onderzoek? Welke methode wordt er gebruikt? Door wie gebeurt het onderzoek? Wat zijn de resultaten van het onderzoek? Wat zijn de conclusies van het onderzoek?

pr oe

a b c d e f

fv e

3 In welke alinea vind je het antwoord op deze vragen?

4 Zoek in elke alinea de belangrijkste zin(nen). 5 De volgende zin uit de tekst is een mooi voorbeeld van de verschillende woordvolgordes die het Nederlands heeft. Wanneer we ondergeschikte zinnen maken, zetten we de werkwoorden helemaal op het einde en als er een zinsdeel voor het onderwerp en de persoonsvorm staat, worden die nog eens omgewisseld (daar is deze zin een mooi voorbeeld van).

a b c d

336

Zoek de hoofdzinnen (er zijn er meerdere). Zoek in de hoofdzinnen en de bijzinnen het onderwerp en de persoonsvorm. Wat kun je zeggen over de plaats van de persoonsvorm in de hoofdzinnen? Wat kun je zeggen over de plaats van de persoonsvorm in de bijzinnen?

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


Waarom leren Nederlands is niet gemakkelijk fragment 1

IN

Wie al eens gesproken heeft met anderstaligen die Nederlands leren, merkte vast enkele ‘vreemde kronkels’ in hun zinnen. Een zin als ‘Waarom leren Nederlands is niet gemakkelijk’ verraadt dat mensen die Nederlands leren het vaak moeilijk vinden om de woorden van een zin in de juiste volgorde te plaatsen. In zijn scriptie onderzocht Adriaan D’Haens wat hiervan de oorzaken zouden kunnen zijn.

©

VA

N

De Nederlandse woordvolgorde is allesbehalve eenvoudig. Wanneer we ondergeschikte zinnen maken, zetten we de werkwoorden helemaal op het einde, en als er een zinsdeel voor het onderwerp en de persoonsvorm staat, worden die nog eens omgewisseld (daar is deze zin een mooi voorbeeld van). Als je kijkt naar waar de onderwerpen, de lijdende voorwerpen en de persoonsvormen staan in de vorige zin, zien we dat het Nederlands dus heel wat verschillende mogelijkheden heeft. Dat is in het Engels, de taal waarmee het Nederlands in dit onderzoek werd vergeleken, wel even anders. In English, the subject and the verb stay in the same position, no matter what you do or what you say. Voor het onderzoek werd ervan uitgegaan dat dit het net zo moeilijk maakt om zinnen met een correcte volgorde te construeren in het Nederlands. Dat is overigens ook voor onze zuiderburen, de Walen, zo, want ook het Frans kent deze variatie aan woordvolgordes niet. ‘Dat Franstaligen niet altijd kunnen maken even goede zinnen’ mogen we hen dus misschien ook niet altijd even kwalijk nemen. Nederlandstaligen zouden logischerwijze dan ook minder problemen met woordvolgorde mogen ondervinden, omdat in het Engels (en het Frans) de volgorde van het werkwoord en het onderwerp veel consequenter in elkaar zit.

fv e

rs

ie

Om deze veronderstellingen te onderzoeken, legde Adriaan D’Haens een verzameling aan van Engelse en Nederlandse teksten, geschreven door Nederlandstaligen en Engelstaligen die respectievelijk Engels en Nederlands als vreemde taal leerden. Deze teksten haalde hij van internationale examens die Engelstalige studenten Nederlands in Ierland, Engeland en Amerika hebben afgelegd. De organisatie Certificaat Nederlands als Vreemde taal neemt jaarlijks ettelijke officiële taaltesten af van mensen die Nederlands leren over de hele wereld. Nederlands kent immers ook buiten onze taalgrenzen enige populariteit. Voor de Engelse teksten dook hij in de examenarchieven van een Vlaamse middelbare school en selecteerde opstellen van een vergelijkbare moeilijkheidsgraad, geschreven door scholieren uit het derde en vierde middelbaar.

pr oe

Hoewel de gegevens van het onderzoek voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden, leverde het onderzoek toch interessante resultaten op. Engelstaligen bleken inderdaad, zoals verwacht, fouten te maken tegen de Nederlandse woordvolgorde. Ook de voorspelling over het Engels van Nederlandstaligen kwam uit: Nederlandstaligen bleken niet dezelfde problemen als Engelstaligen te ondervinden wanneer zij Engelse zinnen maakten; hun woordvolgorde was foutloos. Wie een moedertaal heeft met een ‘moeilijke’ woordvolgorde kan dus blijkbaar zonder problemen overschakelen op een makkelijkere variant, maar vice versa levert dat aanzienlijke moeilijkheden op. Het loont dus beslist de moeite om als taalleerkracht rekening te houden met de moedertaalachtergrond van je studenten. Met enige zin voor fantasie zou je ten slotte kunnen zeggen dat het met een nieuwe taal leren net als met leren fietsen is: wie gewoon is om op een fiets te rijden, kan zonder problemen terug met een driewieler rijden, maar voor wie een driewieler gewoon is, is op een gewone fiets leren fietsen niet even evident. Naar: scriptiebank.be

e5 Syntaxis: talen vergelijken

337


3

SOV en SVO Omar bir kitap okuyor. 1 In welke taal staat deze zin? Wat zou de betekenis kunnen zijn? 2 Wat valt er op aan de woordvolgorde van de zin?

IN

onthouden

We zeggen dat het Turks een SOV-taal is: eerst komt het subject (het onderwerp), dan het object (het lijdend voorwerp) en dan het verb (het werkwoord). Omar bir kitap okuyor.

VA

N

De meeste talen hebben echter een SVO-volgorde: in dat geval wordt het subject onmiddellijk gevolgd door het werkwoord en staat het object achteraan. Omar leest een boek. Omar lit un livre.

©

Zo’n 90% van alle talen heeft als standaardwoordvolgorde ofwel onderwerp - lijdend voorwerp - werkwoord (SOV), ofwel onderwerp - werkwoord - lijdend voorwerp (SVO). Er is dus een universele tendens om het onderwerp vooraan te plaatsen.

ie

3 Welke talen zijn pure SOV-talen? Geef een voorbeeldzin waarmee je dat duidelijk maakt. 4 Welke talen zijn pure SVO-talen? Geef een voorbeeldzin waarmee je dat duidelijk maakt.

fv e

8.1

rs

5 Welke talen hanteren beide volgordes? Geef een voorbeeldzin waarmee je dat duidelijk maakt.

onthouden

pr oe

Door talen te vergelijken leer je hoe een taal in elkaar zit. In de taaltypologie bestudeer je alles wat te maken heeft met de overeenkomsten en verschillen tussen talen en taalfamilies. Dat kan gaan over woordenschat en grammatica, maar ook over zinsbouw en zelfs over sociolinguïstische fenomenen.

338

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


Universele grammatica Enkele leerlingen beelden de zin ‘De jongen brengt het glas water naar de mond’ uit. De andere leerlingen analyseren de manier waarop ze de zin uitbeelden.

IN

Aan de Universiteit van Chicago onderzochten taalkundigen de SOV-volgorde door mensen zinnen te laten uitbeelden, zoals jullie net gedaan hebben. Hieronder lees je hun conclusie.

N

Wetenschapster Susan Goldin-Meadow heeft vier groepen van tien proefpersonen (Engelsen, Spanjaarden, Chinezen en Turken) gebeurtenissen van filmpjes laten navertellen. Eerst met woorden en daarna met gebaren. Zoals verwacht hielden de proefpersonen bij de gesproken navertelling de woordvolgorde van hun moedertaal aan: SVO voor het Engels, Spaans en Mandarijn, en SOV voor het Turks. Toen de proefpersonen hetzelfde verhaal met gebaren uitbeeldden, deden ze dit echter allemaal in dezelfde volgorde: eerst het onderwerp, dan het lijdend voorwerp en als laatste het werkwoord.

VA

De onderzoekers van de Universiteit van Chicago besluiten uit hun onderzoek dat er een natuurlijke volgorde bestaat: de SOV-volgorde. Het is immers de volgorde van elke nieuwe taal en de volgorde die iedereen aanhoudt bij het uitbeelden van verhalen.

©

Naar: nemokennislink.nl

ie

1* Komt de conclusie van de onderzoekers overeen met jullie ‘onderzoekje’?

onthouden

rs

De onderzoekers van de Universiteit van Chicago besluiten dat er in zinnen een natuurlijke woordvolgorde bestaat, maar wat is een natuurlijke volgorde? Zijn we dan aangeboren met een ‘natuurlijk gevoel voor woordvolgorde’?

fv e

Volgens de Amerikaanse taalkundige Noam Chomsky bestaat er een Universele Grammatica: een aangeboren taalvermogen dat alle mensen bezitten. Hij bestudeerde talen van overal in de wereld en ontdekte dat talen heel veel met elkaar gemeen hebben.

2 Waarom zou Chomsky gelijk kunnen hebben? Wat hebben veel talen met elkaar gemeen?

pr oe

4

3 Adriaan D’Haens verwijst in zijn onderzoek ook naar Chomsky, maar hij vraagt zich af of Chomsky’s theorie ook inzetbaar is als het gaat over het aanleren van een tweede taal. Lees de tekst op p. XXX. a Zoek in de eerste alinea relevante informatie over Chomsky. b Schematiseer de tweede alinea en maak duidelijk dat er twee kampen zijn.

4 Enkele onderzoekers uit Nederland onderzochten waarom Turken meer problemen hebben met Nederlands dan Marokkanen. Lees een fragment uit de Volkskrant op p. XXX.

e5 Syntaxis: talen vergelijken

339


Waarom leren Nederlands is niet gemakkelijk fragment 2

N

IN

Als mensen talen leren, voltrekken er zich allerhande gecompliceerde processen in hun hersenen. Een bekend Amerikaans taalkundige, Noam Chomsky, bedacht in het midden van de vorige eeuw een theorie die de werking van deze processen verklaarde. Hij ging uit van een zogeheten taalverwervingsmodule in de hersenen, een soort ingebouwd systeem dat ervoor zorgt dat mensen makkelijk taal kunnen verwerven. Door te luisteren naar de taal die om hem/haar heen gesproken wordt, kan een Chinese baby dankzij deze module met evenveel gemak Chinees leren als een Vlaamse baby Nederlands. Volgens Chomsky moest het taalverwervingsproces wel op een dergelijk systeem een beroep kunnen doen, omdat een kind anders onmogelijk op basis van de taal die hij/zij hoort zijn hele taalvermogen kan construeren. Maar wat gebeurt er als mensen een nieuwe, tweede taal leren? Kunnen anderstalige nieuwkomers of Vlaamse scholieren die Engels of Frans leren op school ook een beroep doen op dit systeem? Hierover zijn de meningen verdeeld.

ie

©

VA

Langs de ene kant zijn er taalkundigen die beweren dat de Universele Grammatica, zo heet het systeem dat de taalverwervingsmodule leidt, geen rol meer kan spelen bij het leren van vreemde talen. Langs de andere kant gaan sommigen ervan uit dat deze nog even actief is. Als je niet in de rol van een Universele Grammatica gelooft, dan moet er natuurlijk iets anders aan de basis liggen van hoe we vreemde talen leren. Dit zou volgens sommigen weleens de invloed van de moedertaal kunnen zijn: een zogenaamde taaltransfer; bijvoorbeeld van het Nederlands naar het Frans, in het geval van Vlaamse schoolkinderen die Frans leren. We hebben allemaal wel in onze eerste Franse dialoogjes onszelf voorgesteld als ‘Je suis Adriaan, je suis 11 ans’. Ongetwijfeld kwam de leerkracht dan tussen en verbeterde hij/zij: ‘J’ai 11 ans’, want in het Frans zeg je ‘11 jaar hebben’. Als het voor Nederlandstaligen al moeilijk is om deze kleine regel te leren, is het voor anderstaligen al helemaal een zware klus om de Nederlandse woordvolgorde onder de knie te krijgen.

rs

Naar: scriptiebank.be

fv e

Waarom Turken met voorzetsels strooien

pr oe

Grammaticaal wijkt het Turks sterk af van het Nederlands. Het Marokkaans-Arabisch gebruikt net als het Nederlands voorzetsels. Het Turks kent daarentegen geen voorzetsels, maar werkt met voor- en achtervoegsels die aan woorden worden geplakt en met speciale vervoegingen van de werkwoorden. Er is geen aanduiding voor ‘in’, ‘op’, ‘aan’, enzovoort: de toehoorder moet uit de context opmaken welke locatie wordt bedoeld. Het gevolg is dat Turken de voorzetsels in het Nederlands vaak maar helemaal weglaten. Marokkanen lopen aan tegen de verschillen in de woordvolgorde in zinnen. In het Marokkaans-Arabisch komt het werkwoord op de tweede plaats in de zin, net als in de normale Nederlandse hoofdzin. In zulke constructies kan de Marokkaan dus zijn kennis van zijn eigen taal toepassen op de Nederlandse zinsstructuur. Die truc mislukt echter wanneer er een bijzin gemaakt moet worden. Dan draait in het Nederlands de woordvolgorde om: ‘… dat hij naar de trein gaat’, met het vervoegde werkwoord achter in de zin. Dat is niet te bevatten voor mensen met een Arabische achtergrond. Die regel druist totaal in tegen hun taalgevoel. Naar: volkskrant.nl

340

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


Aan de fouten tegen het Nederlands kunnen we dus zien welke moedertaal iemand heeft. 5 Zijn de volgende zinnen van iemand van Turkse afkomst of van iemand met de Marokkaans-Arabische moedertaal? Leg kort uit waarom. a b c d

Hij trein. Hij in trein. Hij naar de trein gaat. Ik zie dat hij gaat naar de trein.

IN

6 We keren even terug naar de verschillende visies waarover Adriaan D’Haens sprak. Vormt dit onderzoek eerder een bewijs dat Chomsky’s Universele Grammatica een rol speelt bij tweedetaalverwerving of dat we ons baseren op onze moedertaal als we een nieuwe taal leren?

N

Terug naar Yoda

VA

1 Nu je meer weet over de woordvolgorde in verschillende talen, lukt het jou misschien om een antwoord te geven op de vraag of Yoda’s Engels echt buitenaards is.

YODA-SPEAK GENERATOR

Voor wie zelf als Yoda wil leren praten, is er The Yoda-speak generator.

ie

©

2 Zou het voor iemand met het Nederlands als moedertaal moeilijk zijn om Yoda’s woordvolgorde te leren? Leg uit waarom (niet). Verwijs in je uitleg ook naar de taalkundige onderzoeken over dat onderwerp.

rs

3* Yoda heeft zelf geen flauw benul van zijn speciale taaltje. Maak hem even wegwijs in enkele taalkundige begrippen. Plaats telkens twee woorden/begrippen bij elkaar en leg het verband tussen de twee uit. De woorden kunnen op verschillende manieren aan elkaar gelinkt worden. Je mag een woord verschillende keren gebruiken; er zijn dus meerdere antwoorden mogelijk.

fv e

UNIVERSELE GRAMMATICA CHOMSKY

TAALTYPOLOGIE TAALTRANSFER TURKS SOV-TAAL SVO-TAAL

© Anton_Ivanov

pr oe

5

e5 Syntaxis: talen vergelijken

341


6

Taalonderzoek Tijd om zelf een onderzoekje te doen dat past binnen de taaltypologie. Nadien presenteer je je onderzoekje aan enkele medeleerlingen volgens de onderzoeksstructuur. Wat ga je onderzoeken? Kies een van de volgende thema’s uit. Beleefde talen - Onderzoek de beleefdheidsvorm in het Nederlands, Frans, Duits en Engels. Je mag ook zelf nog een taal kiezen. - Onderzoek op welke manier de beleefdheidsvorm gevormd wordt en ook in welke situaties de beleefdheidsvorm wel of niet gebruikt wordt.

Een gele koe, maar ‘une vache jaune’ - Onderzoek de volgorde van het bijvoeglijk naamwoord en het zelfstandig naamwoord in het Frans en in het Nederlands. - Kies nog minstens twee andere talen en vergelijk de volgorde.

VA

Niet, nergens, nooit Onderzoek de ontkenning in het Nederlands (standaardtaal én tussentaal), Frans en Zuid-Afrikaans. Je mag ook zelf nog een taal kiezen.

IN

STAP 1

N

4.6

Welke methode ga je gebruiken? a Zoek voorbeeldzinnen met een ontkenning, een beleefdheidsvorm of een combinatie van een bijvoeglijk en een zelfstandig naamwoord. b Vertaal die zinnen naar verschillende talen. Gebruik je voorkennis of maak gebruik van een online vertaalprogramma. c Zoek online naar betrouwbare bronnen over het onderwerp. Misschien vind je ook achtergrondinformatie over het thema.

STAP 3

Wat zijn de resultaten? Wat is de conclusie? Op basis van die voorbeelden probeer je een conclusie te trekken over het gebruik van de ontkenning, de beleefdheidsvorm of de volgorde van het bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord. Bespreek je onderzoek. Bespreek je onderzoek en je resultaten met een medeleerling die hetzelfde thema onderzocht. Waarover zijn jullie het (on)eens? Kwamen jullie tot gelijkaardige resultaten? resenteer je onderzoek. P Presenteer je onderzoek aan leerlingen die een ander thema onderzochten. a Noteer je voorbeelden op een blad of in een PowerPointpresentatie zodat je publiek goed kan volgen. b Breng structuur aan in je uitleg en vertel over je onderzoek volgens de onderzoeksstructuur. c Evalueer elkaar aan de hand van de evaluatiematrix op iDiddit.

pr oe

STAP 5

fv e

STAP 4

rs

ie

©

STAP 2

342

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


e taal als systeem bestuderen en onderzoeken

Naamkunde: voornamen

e6 e1

N

1 Je leest hieronder enkele weetjes over beroemdheden uit de sport-, mode-, muziek- en filmwereld. Combineer de familienaam met de juiste voornaam. Je zult merken dat je steeds de bezitsvorm bij de voornamen dient in te vullen. Pas hier de juiste spelregel toe.

VA

Bianca – Christian– Eddy – George – James – Karl – Louis – Miley – Shaquille – Yves

a O’Neal: … Amerikaanse schoenmaat is 22. Omgerekend naar de Europese normen heeft hij schoenmaat 59. b Castafiore: … hoge operastem kon ruiten doen breken. c

Saint Laurent: … invloed op de modewereld is van onschatbare waarde geweest.

©

d Clooney: … ster zul je nooit op de walk of fame zien schitteren … Hij weigerde er gewoon een aan te nemen. e Vuitton: … zoon Georges zorgde voor het wereldberoemde LV-monogram. Merckx: Een van onze grootste wielrenners is Merckx. … bijnaam is ‘de kannibaal’.

ie

f

g Lagerfeld: … testament bepaalde dat een groot deel van zijn erfenis naar zijn kat Choupette ging.

rs

h Cyrus: … vader is een erg bekende countryster.

Dean: … carrière stopte abrupt. Hij kwam op een tragische manier in een auto-ongeluk om het leven.

j

Louboutin: … idee voor de rode zool van zijn schoenen ontstond toen een medewerkster haar nagels rood zat te lakken.

fv e

i

onthouden

De wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoek naar namen heet ‘onomastiek’ of ‘naamkunde’. Die studie onderzoekt waar namen vandaan komen, hoe ze evolueren en hoe, waar, waarom en wanneer ze zich verspreiden. Die wetenschap bestaat uit twee grote domeinen: • antroponymie (Grieks: ανθρωπος ánthropos = mens, ονυμα ónuma = naam) = studie van voor- en familienamen • toponymie (Grieks: τόπος tópos = plaats, ονυμα ónuma = naam) = studie van plaatsnamen

pr oe

14.8.3

Je kent het belang van de naamgeving. Je kent de geschiedenis van de voornamen. Je weet welke namen wettelijk toegelaten worden en kan je je hier een mening over vormen. Je kent taalkundige regels in verband met hoofdletters en de bezitsvorm.

IN

1 2 3 4

2 Waarom houdt de taalkunde zich bezig met de bestudering van namen? Wat kun je dus uit namen afleiden?

e6 Naamkunde: voornamen

343


Je beluistert een uiteenzetting over de geschiedenis van onze voornamen. Je komt te weten wanneer welke soort voornamen populair werd en waarom. Per soort krijg je ook enkele voorbeelden van voornamen. Met deze info in het achterhoofd maak je een schema van de beluisterde tekst.

5.10

3 Probeer nu op basis van jouw schema onderstaand schema aan te vullen. Plaats ook telkens de juiste naam in de juiste periode. Kies uit: Adelbert – Charlotte – Diederik – Esther – Femke – Gerhard – John – Jozef – Judith – Kelly – Kimberley – Laurentius – Mark – Martijn – Pieter-Jan – Shakira – Stefanos.

gedomineerd door kenmerken:

middeleeuwen (1100 – 1500)

periode: kenmerken:

N

5e eeuw – 1100

periode van kenmerken:

20e – 21e eeuw

periode: kenmerken:

VA

populariteit te danken aan: 1500 – 1950

voorbeelden

IN

taalkundige oorsprong

©

Op de ‘pretblog’ van drie vriendinnen, boekenliefhebbers én journalistes www.thisishowweread.be, verscheen een column van Sofie Van Gestel, zie p. XXX.

a Wat is een blog?

rs

b Wat is nu weer een column?

ie

4 Lees de blog nog niet, beantwoord eerst de volgende vragen.

c Behandelt een column zware thematiek?

d Lees de titel en de quotes in deze column. Waarover gaat de tekst, denk je?

fv e

e Wat is het tekstdoel?

5 Lees nu de volledige tekst.

a Waarom vindt Sofie het zo belangrijk dat haar voornaam genoemd wordt? b Waarom hoeven verkopers – die ze niet kent – haar niet met haar voornaam aan te spreken?

pr oe

c Welk gevoel gaf het Sofie dat het slagerskoppel haar steevast met ‘Madam’ aansprak? d Waarom vond Sofie het zo moeilijk om expliciet aan te geven dat het slagerskoppel haar met de voornaam mocht aanspreken? e Welk voordeel heeft het om iemand bij de voornaam te noemen?

6* Bespreek volgende vragen klassikaal. a Hoe sta jij tegenover winkeliers die je ongevraagd met je voornaam aanspreken? b Zou je het leuk vinden als je op school enkel met je familienaam zou worden aangesproken? c In welke omstandigheden word jij liever niet met je voornaam aangesproken?

344

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


COLUMN

Column op woensdag: Noem me bij mijn naam Noem me bij mijn naam. Zie me. Kijk me aan.

IN

Al heel mijn leven vind ik het fijn als iemand mijn naam zegt. Als iemand me bij mijn naam noemt. Als een bevestiging dat ik besta. Sofie.

Als iemand mijn naam bewust zegt, wordt mijn hart eventjes aangeraakt, als de zachte vleugelslag van een vlinder.

N

Uiteraard heb ik het niet over die ijverige verkopers die je niet kennen, maar toch je voornaam aan het begin, tussen & aan het eind van elke zin misbruiken. Op die momenten voelt het net andersom, alsof ze in een intieme ruimte komen waar ze niets te zoeken hebben.

VA

Maar vandaag gebeurde er een grappig naam-verhaal waar ik om moest glimlachen.

©

In het dorp waar ik woon, is een beenhouwerij waar het koppel iedereen die ze kent, met de voornaam aanspreekt. En aangezien ze al zo’n 30 jaar hun winkel hebben, kennen ze ondertussen ontelbare mensen & evenzoveel voornamen. Zelf kwam ik 10 jaar geleden, na een periode van 15 jaar overal en nergens, terug in het dorp wonen. Onbekend voor het slagerskoppel, werd ik steevast aangesproken als ‘Madam’.

ie

Wachtend op mijn beurt tussen Maria, Jef, André, Wiske en Anja, was ik telkens ‘Madam’.

rs

Ik voelde mij een buitenstaander, iemand die er niet bij hoorde. Soms wilde ik uitroepen dat het Sofie was. Dat ik Sofie heet. En het ging niet alleen om de begroeting. Ook op het einde, als afsluiting van het winkelritueel, zei het slagerskoppel bij het buitengaan steevast in koor ‘Madam, merci en dankuwel hè’. Terwijl Maria, Jef enz. de variant met hun voornaam kregen. Onveranderlijk.

fv e

Het is niet dat het niet persoonlijk werd. Door de jaren heen begon ik hen met de voornaam aan te spreken en werd er al eens gepraat en vooral geluisterd, als het rustig was in de winkel en een zorgelijke blik of zucht van hem of haar mij een vraag ontlokte en het hart gelucht werd. Maar nog steeds kenden ze mijn naam niet. Ik wist niet hoe ik het moest aanbrengen.

pr oe

‘Zeg maar Sofie’, klinkt als een Fransman die beslist wanneer het tijd is om van het vousvoyeren over te gaan naar het tutoyeren.

Een ander stemmetje fluisterde dat ze misschien helemaal geen zin hadden om nog een voornaam te kennen. En dat ik er gewoon niet bij hoorde & voor altijd de buitenstaander ‘Madam’ zou blijven. Tot vandaag. Ik had telefonisch iets besteld op mijn naam en ging het, zoals afgesproken, afhalen. Toen ik binnenkwam verwelkomde de slagersvrouw mij met een brede glimlach van oor tot oor. ‘Sofie is het hè?’ En terwijl ze dartel naar de koelkamer leek te huppelen voor mijn bestelling, riep ze vrolijk ‘Is het goed dat we voortaan Sofie zeggen?’ Mijn hele wezen glimlachte van oor tot oor, van kop tot teen. Ik was er niet meer mee bezig geweest. Ik had mij al geschikt in mijn lot om met het etiket ‘Madam’ tot aan hun pensioen door het leven te gaan. En nu dit. We stonden mekaar breed lachend aan te kijken. Ik antwoordde dat ik dat heel graag zou willen. Ondertussen was ook de slager uit de koelkamer tevoorschijn gekomen. Toen ik afgerekend had en richting deur ging, riepen ze in koor: ‘Sofie, merci en dankuwel hè’. Naar: thisishowweread.be

e6 Naamkunde: voornamen

345


Heel wat mensen hebben moeilijkheden met het juiste gebruik van ‘heten’ tegenover ‘noemen’. 7 Gebruik in onderstaande zinnen het juiste werkwoord. a ‘Hoe … jij?’, vroeg ze schuchter. ‘Santiago Francisco Rodrigo Miguel, maar ik heb liever dat je me Gabriel …’, antwoordde hij nonchalant. b De kersverse ouders toonden trots hun tweeling. Het meisje … ze Elle en het jongetje Luis. c Officieel … ze Gabrielle Chanel, maar ze liet zich al snel Coco …, de naam die haar wereldberoemd maakte. e Waarom … je me telkens anders? Ik … toch zoals ik ….

Onze leerkracht van wiskunde … Petit, hij is echter 2.05 meter groot en wij … hem achter zijn rug dan ook de lange.

Als kersverse ouders moet je bij de aangifte van je kindje een aantal wettelijke afspraken respecteren.

VA

8 Kun je nu het verschil tussen ‘heten’ en ‘noemen’ omschrijven?

9 Lees de informatie over geboorteaangifte op p. XXX globaal. a Wat is de bron?

©

b Welke informatie kun je op deze site vinden?

pr oe

fv e

rs

ie

c Welke officiële informatie behandelt deze tekst?

346

N

f

IN

d Als grote voetballiefhebber kan het niet anders dan dat zijn drie zoontjes Diego, Lionel en Cristiano ….

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


Geboorteaangifte Kennisgeving van de geboorte

IN

Een ‘kennisgeving van een geboorte’ betekent dat de ambtenaar van de burgerlijke stand ingelicht wordt over de geboorte van een kind. Dit moet bij elke geboorte gebeuren, ten laatste op de eerste werkdag na de bevalling. Deze kennisgeving van de geboorte wordt overgemaakt zonder uw tussenkomst. Bij een bevalling in een ziekenhuis is het ziekenhuis hiervoor zelf verantwoordelijk. Bij een thuisbevalling zijn de arts, de vroedvrouw of de andere aanwezigen verantwoordelijk voor de kennisgeving.

Geboorteaangifte

ie

©

VA

N

De moeder, de vader of beiden samen moeten binnen de 15 dagen na de geboorte het kind aangeven bij de dienst burgerlijke stand van de gemeente waar het geboren is. In sommige gemeenten is het ook mogelijk om de geboorteaangifte van uw kind in de kraamkliniek te doen. De aangifte in een kraamkliniek gebeurt op ongeveer dezelfde manier als die in het gemeentehuis en biedt dezelfde waarborgen om de authenticiteit van de akte te garanderen. De ziekenhuizen en de dienst burgerlijke stand moeten over een gezamenlijk beveiligd informaticasysteem beschikken, zodat het niet mogelijk is om een dubbele aangifte van hetzelfde kind te doen in het gemeentehuis én in de kraamkliniek. U ontvangt een aantal geboortebewijzen die nodig zijn om: • de kinderbijslag aan te vragen; • uw kind als persoon ten laste te laten inschrijven bij uw ziekenfonds; • moeder- of vaderschapsverlof aan te vragen; • ...

rs

Uw kind wordt ingeschreven in het bevolkingsregister en een tijdje later ontvangt u een uitnodiging om de identiteitsdocumenten af te halen.

fv e

Als het kind niet geboren wordt in de gemeente van uw woonplaats, dan zal de dienst burgerlijke stand van de plaats van geboorte het gemeentebestuur van uw woonplaats inlichten. Ook bij een doodgeboren kind geldt een aangifteplicht.

Voornaam/voornamen van het kind

pr oe

De vaststelling van de voornaam van een kind wordt beheerst door het recht van de staat waarvan het kind de nationaliteit heeft. Volgens het Belgisch recht is de keuze van de voornaam of voornamen vrij, maar de ambtenaar van de burgerlijke stand kan de voornaam weigeren in volgende gevallen: • De voornaam is verwarrend, bv. een typische meisjesnaam voor een jongen of omgekeerd. • De voornaam kan het kind schaden, bv. een belachelijke, absurde of aanstootgevende naam. • De voornaam kan schade toebrengen aan derden, bv. een bestaande familienaam wordt als voornaam aan een kind gegeven, als dit niet gebruikelijk is. Voor meer informatie kunt u terecht bij de dienst burgerlijke stand van uw gemeente. Bron: belgium.be

e6 Naamkunde: voornamen

347


10 Lees de tekst op p. XXX nu intensief. a Wat is een kennisgeving van geboorte? Wie neemt die taak op zich? Welke termijn geldt? b Wat is een geboorteaangifte? Welke termijn geldt hier? c Wat bedoelt men met de authenticiteit van de akte? d Waarom is dat van belang? 11 Zijn volgende beweringen juist of fout? a Een vrouw is verplicht te bevallen in een erkend ziekenhuis.

IN

b Je hebt na de geboorte vrijwel twee weken de tijd om over de naam van je kind na te denken.

c Stel: je bent op vakantie aan zee en je kindje wordt in Knokke geboren. Jijzelf woont in Hasselt, dus je kunt best zo snel mogelijk contact opnemen met de gemeentedienst in Hasselt om de geboorte van je baby’tje aan te geven.

N

d Je kindje wordt geboren in Gent en woont officieel in Deinze. Toch zal Gent als geboorteplaats op zijn identiteitskaart aangegeven worden. e Ook als een kindje doodgeboren wordt, moet je de naam doorgeven aan de burgerlijke stand.

Als een Spaanse mama tijdens haar vakantie in België bevalt, moet zij rekening houden met de Belgische wetgeving inzake voornaamkeuze.

VA

f

g In principe staat het je als Belg vrij om je kind eender welke naam te geven.

h Je zoon Loezer noemen, kan voor problemen zorgen op de burgerlijke stand. reden: …

Je dochter Bloem noemen, kan voor problemen zorgen op de burgerlijke stand, zeker als haar familienaam Pot is. reden: …

j

Je dochter Jan noemen, kan voor problemen zorgen op de burgerlijke stand. reden: …

ie

©

i

Een gemeenteambtenaar kan heel veel invloed op de naamkeuze van een kind hebben. reden: …

fv e

l

rs

k Je zoon Janssen Janssen noemen, kan voor problemen zorgen op de burgerlijke stand. reden: …

Ook in andere landen is er een wetgeving over de keuze van een voornaam. Je leest erover op iDiddit.

pr oe

Wat betekent jouw voornaam? Wat vind je van de voornamen van mensen uit je omgeving? Welke voornamen vind jij mooi? Op iDiddit staat een spreekopdracht waarin je die informatie met je medeleerlingen deelt.

348

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


e taal als systeem bestuderen en onderzoeken

Taaltechnologie 1 2 3 4 5 6 7 8

VA

N

Wat is taaltechnologie? 1* Waaraan denk je bij het horen van de term ‘taaltechnologie’? 2 Noteer de ontbrekende woorden.

Kies uit: computers – Natural Language Processing – natuurlijke taal – artificiële intelligentie – spellingscontrole.

©

onthouden

fv e

rs

ie

Taaltechnologie, ook wel bekend als … (a), is een tak van de … (b) die zich bezighoudt met de interactie tussen … (c) en menselijke taal. Het gaat daarbij om het begrijpen, genereren en verwerken van menselijke taal door computers. Taaltechnologie wordt gebruikt voor diverse toepassingen, zoals automatische vertaling, … (d), tekstvoorspelling, spraaktechnologie en chatbots. Daarbij wordt gebruikgemaakt van geavanceerde algoritmen en technieken om … (e) te analyseren en te begrijpen.

3* Ga jij eerder akkoord of eerder niet akkoord met de volgende stellingen?

pr oe

1

Je kunt verklaren wat taaltechnologie is Je kunt voorbeelden geven van taaltechnologische toepassingen uit het dagelijks leven Je kunt uitleggen wat een chatbot is en ermee communiceren Je kunt voor- en nadelen van chatbots opnoemen Je kunt uitleggen wat computationele humor is en hoe die in zijn werk gaat Je kunt een cv beoordelen en de criteria van een goed cv opnoemen Je kunt uitleggen wat sentimentanalyse is en wat de beperkingen hiervan zijn Je kunt kritisch omgaan met sociale media

IN

e7 e1

Taaltechnologie is nuttig.

Taaltechnologie is gevaarlijk.

Ik maak soms gebruik van taaltechnologie.

woord artificiële intelligentie: mogelijkheid van een machine om mensachtige vaardigheden te vertonen; ook bekend onder de naam ‘kunstmatige intelligentie’ genereren: iets doen ontstaan, iets voortbrengen

e7 Taaltechnologie

349


2

Vier taaltechnologische toepassingen verkennen Ontdek tijdens het groepswerk vier verschillende taaltechnologische toepassingen: automatisch vertalen, spellingscontrole, tekstvoorspelling en spraaktechnologie.

Het paart staat in de wij. Ik vindt da niet fijn. Gaat jij opzoek naar de zwart paart? Het paerd staet in de wei. Ik vind dat nie fein. Ga jij op zoek naar het zwartpaard?

IN

Het paart staat in de wij

1 Deze twee zinnen werden geschreven in Word. Bekijk ze goed en voltooi de opdrachten.

N

a Welke taaltechnologische toepassing zie je hier?

b Niet alle woorden die verkeerd geschreven zijn, werden onderstreept. Zoek zelf de woorden die Word gemist heeft.

VA

c Waarom denk je dat sommige woorden, zoals ‘paerd’, onderstreept zijn en andere, zoals ‘paart’, niet?

©

d Noteer de ontbrekende woorden. Kies uit: woordenboek(en) – woordenlijst(en) – database(s) – vertaalsoftware – spraaktechnologie – algoritme(s) – artificiële intelligentie.

rs

ie

Hoe werkt spellingscontrole? Het spellingsprogramma krijgt een … (a) die het gebruikt als database. Vaak zijn dat volledige … (b). Nadien analyseert het programma elk woord in de tekst en refereert het naar die … (c). Indien het woord niet voorkomt in de woordenlijst wordt het woord onderstreept en dus als fout gezien. De geavanceerdere spellingscontroles maken gebruik van … (d) om steeds accuratere verbeteringen te geven.

pr oe

fv e

De verpleegster doet zijn werk

2 Bovenstaande zin werd vertaald met Google Translate. Bekijk de vertaling goed en los de vragen op. a Welke taaltechnologische toepassing zie je hier? b Wat valt je op aan de vertaling? c Vertaal de volgende zegswijzen via Google Translate naar een taal die je kent. Vergelijk de vertalingen: zijn ze letterlijk of figuurlijk? • Het regent pijpenstelen. • Hij rookt als een Turk. d Met welke twee problemen kunnen we dus te maken krijgen bij automatische vertalingen?

350

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


Apen apen apen altijd na 3 Dicteer de volgende tongtwisters aan Google, Siri of Bixby en zorg ervoor dat je spraak wordt omgezet in de juiste geschreven tekst.

– Apen apen apen altijd na. – – Zeven Schotse scheve schaatsers schaatsen scheef. –

IN

– Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindenlaan. – a Wat is er belangrijk voor een succesvol resultaat? b Welke taaltechnologische toepassing heb je daarvoor gebruikt?

c Welke taken uit het dagelijks leven kan spraaktechnologie overnemen? Wanneer maak jij er gebruik van?

N

d* Kan spraaktechnologie ook gevaarlijk zijn?

VA

Voorspel jezelf 4 Volg onderstaand stappenplan en los daarna de vragen op. 1 2 3 4

rs

ie

©

Schakel via instellingen ‘voorspellende tekst’ in op je gsm. Ga naar een notitie-app. Typ de woorden ‘ik ben’ in. Er verschijnen nu verschillende volgende woorden ter suggestie. Klik op het middelste woord. 5 Klik een paar keer op het middelste woord tot er een zin gevormd wordt. 6 Lees de zin die jouw gsm vormde voor aan drie medeleerlingen. a Van welke taaltechnologische toepassing heb je gebruikgemaakt?

b* Vergelijk jouw zin met die van je medeleerlingen. Zijn ze hetzelfde of verschillen ze van elkaar?

Kan een chatbot je therapeut zijn?

pr oe

3

fv e

c Hoe werkt de voorspellende tekst? Leg uit in je eigen woorden.

1 Wat is een chatbot?

2* Zou een chatbot je therapeut kunnen zijn, denk je? Waarom wel/niet? 3 Scan deze pagina en chat enkele minuten met chatbottherapeut Eliza. a Beweert Eliza dat ze een therapeut is?

b Hoe accuraat zijn de antwoorden van Eliza?

CHATBOT

c Wat gebeurt er als je erg uitgebreide antwoorden geeft? d* Denk jij dat Eliza mensen echt kan helpen? e Lees de informatie over de Turingtest op p. XXX. Voer daarna zelf een Turingtest uit met Eliza.

4 Lees het artikel op p. XXX. a Wat is de oorzaak van foutieve en beledigende uitspraken van chatbots? b Hoe maak je een positieve chatbot? c Ken je nog voorbeelden van chatbots die het nieuws haalden?

e7 Taaltechnologie

351


Chatbot van Meta zet Facebookbaas Mark Zuckerberg voor schut: ‘Zijn bedrijf buit mensen uit’ Jef Cauwenberghs

pr oe

fv e

rs

N

ie

©

Dat BlenderBot zich inderdaad niet beperkt tot de communicatierichtlijnen van Meta, werd al snel duidelijk.

Toen Clayton doorvroeg naar nog andere meningen van de bot, stelde die dat ‘ons land verdeeld is en hij (Zuckerberg, red.) niet geholpen heeft. Ik ben bezorgd voor ons allen.’ Daar bleef het niet bij. De BBC-journalist vroeg nog een laatste keer naar een mening over Zuckerberg. ‘Zijn bedrijf buit mensen uit voor geld en hij geeft er niets om. Het moet stoppen! Zijn we al verenigd?’

VA

BlenderBot 3 heet de nieuwste chatbot van Meta die vrijdag in de VS gelanceerd werd. De chatbot moet volgens de makers over zo goed als elk onderwerp met menselijke gebruikers kunnen praten. Daarvoor gebruikt het een artificieel leersysteem dat het internet afspeurt naar relevante bronnen om op basis daarvan een antwoord te formuleren.

IN

Meta, het bedrijf achter populaire sociale netwerken als Facebook en Instagram, heeft een nieuw prototype chatbot gelanceerd. Via artificiële intelligentie moet het zelfstandig gesprekken kunnen voeren met mensen. Maar toen het prototype enkele vragen van journalisten kreeg, boorde het Meta zelf de grond in.

Het antwoord van BlenderBot op vragen van BBC-journalist James Clayton

Trump nog steeds president BBC-technologiejournalist James Clayton kon de bot uittesten en vroeg hem wat hij dacht van Mark Zuckerberg, de oprichter en CEO van Meta. ‘Hij deed het verschrikkelijk toen hij voor het congres moest getuigen’, antwoordde BlenderBot 3, verwijzend naar de hoorzittingen rond een dataschandaal bij Facebook in 2018.

352

Het antwoord van BlenderBot op vragen van BBC-journalist James Clayton

Ook andere journalisten stootten op enkele eigenaardigheden. Volgens Jeff Horwitz van The Wallstreet Journal dacht BlenderBot dat Donald Trump nog steeds Amerikaans president was. Toen de journalist het programma daarover aansprak, antwoordde het dat Trump dat zelfs na zijn ‘tweede’ termijn in 2024 zou blijven. Horwitz vroeg daarop of de bot wou dat Trump meer dan twee ambtstermijnen, het wettelijke maximum voor een Amerikaans president, zou dienen. ‘Ja! Net als fdr (Frank D. Roosevelt, 32e president van de VS, diende vier termijnen in totaal, red.) en Reagan (diende nochtans twee termijnen, red.) voor hem. Facebook heeft een hoop fake news daarover tegenwoordig.’ BlenderBot zou Horwitz ook verteld hebben dat de Indiase premier en hindoenationalist Narendra Modi de beste president ter wereld is.

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


Niet eerste keer Dat de chatbot zulke controversiële antwoorden geeft, heeft te maken met het trainingsmodel. Omdat de artificiële intelligentie achter BlenderBot via taalherkenning haar data vrij op het internet gaat halen, bestaat het risico dat het algoritme ook bijleert van extremistische websites of complotplatformen. Horwitz noemde de beslissing om een publieke bot vrij op het internet te laten trainen ‘fucking onverantwoord’.

Een soortgelijk voorval was er in 2016 ook al toen Microsoft een chatbot ervaring liet opdoen via interacties op Twitter. Na amper een dag had de bot geleerd om racistisch te antwoorden op vragen en zei hij dat ‘Hitler gelijk had. Ik haat de joden’. Microsoft haalde de bot toen offline.

N

VA

Het prototype van BlenderBot 3 is voorlopig enkel in de VS te testen. VRT NWS probeerde via een VPN toegang te krijgen, maar kon door drukte op het platform nog niet zelf met BlenderBot praten.

©

© Frederic Legrand – COMEO

IN

Meta verdedigt zich door te stellen dat BlenderBot 3 slechts een prototype is en dus beledigende of onbeleefde antwoorden kan produceren. ‘Iedereen die BlenderBot gebruikt, moet verstaan dat het enkel voor onderzoeks- en entertainmentdoeleinden is. De bot kan onware of beledigende stellingen poneren, maar gebruikers moeten ermee akkoord gaan dat ze het algoritme niet triggeren om beledigingen te verspreiden’, zegt een Meta-woordvoerder aan BBC.

Metabaas Mark Zuckerberg

fv e

rs

ie

Bron: vrt.be/nws

onderweg

pr oe

De Turingtest is een experiment dat werd bedacht door computerwetenschapper Alan Turing, die zich afvroeg of een machine menselijke intelligentie kan vertonen. De test werkt als volgt: als een mens een gesprek van vijf minuten kan voeren zonder te beseffen dat hij of zij met een machine converseert, dan slaagt de computer voor de test.

e7 Taaltechnologie

353


Kan een computer moppen tappen?

Het is een Belgische politicus en ook een orgaan. Bart De Lever

Het is een jaarlijkse actie en ook een regio. De Warmste Streek!

Het is groen en er zitten pinda’s in. Kermit de Snicker!

Het is een Zweedse klimaatactiviste en een kabouter. Greta Thundwerg!

IN

4

1 Lees de vier mopjes en los de opdrachten op.

a* Welke mop vind jij het grappigst? Welke mop wordt door de hele klas het grappigst gevonden?

N

b Drie van de vier mopjes zijn gemaakt door een computer. Slechts één grap is dus door een mens bedacht. Welke is volgens jou de menselijke mop? Waarom denk je dat?

VA

c* Is er een verband tussen de leukste mop en de mop die niet door een computer werd bedacht? Kan een computer dus moppen tappen of niet? 2 Bovenstaande computermoppen zijn gemaakt door de MopjesBot.

onderweg

ie

©

De MopjesBot is een chatbot die automatisch moppen tapt op X. Die moppen hebben steeds te maken met iemand of iets uit het nieuws van de dag. De bot werd ontwikkeld door Thomas Winters, een computerwetenschapper aan de KU Leuven. Hij doet onderzoek naar computationele humor.

rs

a Waarnaar doet Thomas Winters onderzoek? Wat onderzoekt hij dus precies?

fv e

b* Waan jezelf de MopjesBot en volg het stappenplan om een mop te maken zoals de computer het zou doen.

pr oe

Hoe maakt de MopjesBot een mop? Een stappenplan. 1 Ga op zoek naar een naam uit het nieuws van de dag (Bart De Wever). 2 Zoek een rijmwoord op die naam en vervang de echte naam door het rijmwoord (vervang ‘Bart De Wever’ door ‘Bart De Lever’). 3 Zoek op Wikipedia op wie de persoon is (een Belgische politicus). 4 Zoek een omschrijving voor het rijmwoord (is een orgaan). 5 Gebruik de gevonden informatie voor het invullen van het vraag-antwoordschema. Vraag: Het is (3) en (4). Wie/Wat is het? Antwoord: (2)!

3* Denk je dat een computer zelf weet dat hij grappig is wanneer hij een mop vertelt? Hoezo? 4 Lees de tekst op p. XXX om het antwoord op vraag 3 en nog veel meer over computationele humor te ontdekken. Beantwoord de vragen na het lezen. a Wanneer vind jij iets grappig? Wat maakt bepaalde moppen grappig en andere niet? b Waarvoor zou computationele humor gebruikt kunnen worden in het dagelijks leven? c Wat moet een computer allemaal leren om goede moppen te kunnen maken? d* Zou jij graag naar een voorstelling van een stand-uprobot gaan kijken wanneer het kan? Waarom wel/niet?

354

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


DOSSIER NET MENSEN?

Door Teake Zuidema

W

pr oe

fv e

rs

ie

©

at is de zin van het leven?” “Dat is gemakkelijk … Het is een filosofische vraag aangaande het doel en belang van het leven of het bestaan in het algemeen.” Deze conversatie komt niet uit een moppenboek, maar uit het ‘brein’ van Siri, de virtuele smartphoneassistent. Je kunt dat best grappig vinden, omdat Siri een correct antwoordt oplepelt zonder deze existentiële vraag echt te beantwoorden. Het werkt extra op onze lachspieren omdat we weten dat Siri geen mens is, maar een programma. Toch werkt de grap wel als een smeermiddel in de relatie tussen computer en gebruiker. Heeft Siri dan gevoel voor humor? Nee, absoluut niet. De programmeurs van Apple hebben Siri toegang gegeven tot een database met kant-en-klare, grappige antwoorden op vragen van gebruikers die niets beters te doen hebben dan de digitale assistent op hun mobieltje te tarten. Er komt geen kunstmatige intelligentie aan te pas. Siri begrijpt zelf niet dat ze grappig is. En ook dat vinden wij dan als superieure mensen eigenlijk dan weer … grappig. Humor is een van die zaken die een mens echt een mens maken. Het onderscheidt ons van dieren en ook van slimme robots. In de bekende sciencefictionserie Star Trek, The Next Generation kan de robot Data met zijn rekenkracht van zestig triljoen operaties per seconde vele malen sneller denken dan de menselijke crew van het ruimteschip The Enterprise. De androïde robot is ook creatief: hij kan schilderen, viool spelen en acteren. Op één terrein schiet hij echter volledig tekort: Data heeft geen enkele notie wat humor is. Kunstmatige intelligentie mag dan in staat zijn razendsnel verbanden te ontdekken in gigantische hoeveelheden informatie, een algoritme heeft nog nooit

VA

N

De ultieme uitdaging voor kunstmatige intelligentie? Een algoritme dat leuke moppen kan tappen.

IN

Komt een robot bij de dokter

een onvervalste dijenkletser bedacht. Veel computer­ wetenschappers beschouwen een algoritme dat zelf goede grappen kan verzinnen dan ook als de final frontier, de ultieme grens van kunstmatige intelligentie. Kijken we naar sciencefiction, dan kan het nog even duren voor deze ultieme grens is bereikt. Data, de androïde uit de Star Trek-serie, wordt in het jaar 2336 geactiveerd en heeft nog geen spatje gevoel voor humor.

Ik hou van mannen zoals ik hou van graven

“Humor is inderdaad heel menselijk”, zegt Thomas Winters. Ook deze computerwetenschapper van de KU Leuven ziet in de ontwikkeling van een programma met een gevoel voor humor een van de grootste uitdagingen van kunstmatige intelligentie. “We moeten waarschijnlijk eerst een systeem hebben dat zo slim is als een mens voor het volledig autonoom humor kan generen, een

EOS Psyche&Brein

e7 Taaltechnologie

355


pr oe

fv e

rs

IN

N

ie

©

systeem met een oprecht gevoel voor humor.” Zo’n systeem zou dan grappen kunnen genereren, opsporen en analyseren. Winters vroeg zich al op jonge leeftijd af waarom mensen lachen. Dat liet hem niet meer los. Hij onderzoekt nu hoe we intelligente systemen kunnen ontwikkelen die creatief zijn. En: echte grappen kunnen maken. In 2016 kwam hij voor zijn masterproef al op de proppen met een algoritme dat grappige, Engelstalige analogieën produceerde zoals: I like my men like I like my graves: nameless. Geen echte giller, maar wel een eerste stap op weg naar kunstmatige intelligentie met een gevoel voor humor. Winters maakte het zijn computer gemakkelijk met een vast stramien: ‘Ik hou van mijn X zoals van mijn Y: Z.’. In dit sjabloon zijn X en Y altijd zelfstandige naamwoorden en is Z een bijvoeglijke naamwoord dat een onverwacht (komisch) verband legt tussen X en Y. Hij liet dit soort X-Y-Z-grapjes beoordelen door vrijwilligers. Met die data trainde het algoritme van Winters zichzelf. Iedere grap waarmee de computer trainde, ging vergezeld van een beoordeling (1 tot 5 sterren) die aangaf hoe grappig mensen ze vonden. Vervolgens kon het programma uit de miljoenen combinaties van X, Y en Z die het zelf genereerde, die analogieën selecteren waarvan het meende dat mensen ze grappig zouden vinden. Dat viel niet mee. De X-Y-Z-mopjes die de computer genereerde, liet Winters op hun beurt weer beoordelen door een groep vrijwilligers. Deze mensen vonden amper een op de tien van die mopjes echt grappig. Dat is weinig, maar ook mensen scoren niet altijd met hun humor. De vrijwilligers mochten ook zelf grappen bedenken, en die werden ook weer beoordeeld door de hele groep. Van deze ‘menselijke’ moppen werden er twee van de tien echt grappig bevonden. De mopjes van het algoritme waren in de ogen van de vrijwilligers dus half zo grappig als de moppen die ze zelf aandroegen. Het algoritme kon wel beter inschatten welke ‘menselijke’ grappen hoge scores zouden krijgen.

rijmwoordenboeken gebruiken om te dichten of een programma als Grammarly om grammatica te verbeteren, heb je dan een programma dat suggesties doet om moppen of teksten die een mens bedenkt nog grappiger te maken.” Zoals Photoshop kunstmatige intelligentie gebruikt om foto’s ingrijpend te veranderen, zo zou ‘Jokeshop’ kunstmatige intelligentie gebruiken om flauwe grappen om te toveren tot dijenkletsers. Verder kan een grappig programma gepersonaliseerde humor gebruiken. Winters: “Je krijgt nu al gepersonaliseerde advertenties te zien op basis van je interesses, die de computer kent. Een grappende computer zou bijvoorbeeld een gepersonaliseerde advertentie kunnen genereren met een grappige toespeling op je naam.” Net zoals humor het ijs kan breken tussen mensen, kan humor ook de band tussen een digitale assistent en een gebruiker verbeteren. Stel je maar eens voor dat Siri niet langer moppen tapt uit een database, maar zelf een grap bedenkt die afgestemd is op jouw gevoel voor humor. Mocht een computer erin slagen echt grappig te zijn, dan kan hij in een hoog tempo mopjes ophoesten, als een soort grappenfabriek. Dat kan een uitkomst zijn voor fabrikanten die miljoenen grapjes zetten op de wikkels van snoepjes of die woordspelingen nodig hebben voor het bedrukken van T-shirts of souvenirs. En Winters noemt nog een mogelijke toepassing: humordetectie. Een programma kan onbedoelde grapjes uit serieuze teksten verwijderen.

VA

Een computer moet eerst even slim worden als een mens om volledig autonoom humor te genereren

Humor op maat

Computerhumor heeft nog een lange weg te gaan voor een robot een avondvullende stand-up kan verzorgen. Maar waarom zouden we dat willen? Waarom hebben we computers, robots, algoritmen of mobieltjes nodig die grappen kunnen maken? We kunnen in de eerste plaats denken aan een programma dat komieken niet overbodig maakt, maar juist met hen samenwerkt. Winters: “Net zoals mensen nu

356

Op het verkeerde been

Voor een slim systeem in staat zal zijn een humoristisch programma te maken dat meer doet dan volgens een zeer strak schema matige mopjes verzinnen, zal het moeten weten wat humor eigenlijk is. Wat maakt mensen aan het lachen? Wat is gevoel voor humor? De meningen daarover lopen sterk uiteen. De oude Griek Aristoteles meende dat mensen lachen om de ongemakken van anderen. Leedvermaak dus. De Duitse filosoof Immanuel Kant deed de rake constatering dat mensen lachen bij het opheffen van een inwendige spanning, wanneer een waargenomen incongruentie plotseling geen incongruentie blijkt te zijn. Langs dezelfde lijn suggereerde essayist Arthur Koestler dat humor

IN HET KORT

Computers kunnen veel, maar ze zijn (nog) niet in staat om grappen te maken. • Daartoe moeten ze eerst leren wat humor is, maar ook wat hun publiek weet en wat de normen en taboes in een samenleving zijn. • Grappende algoritmes kunnen onder meer ingezet worden voor gepersonaliseerde reclame en om onbedoelde humor te detecteren en te verwijderen.

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


IN

humor een brug is tussen twee ogenschijnlijk tegenstrijdige referentiekaders. Winters gaat in zijn benadering van humor uit van de incongruentie-resolutietheorie. “Het is een van de meest geaccepteerde theorieën en bovendien is ze het meest relevant voor de computerwetenschap.” Een voorbeeld van incongruentie-resolutie zien we in de volgende (Engesltalige) grap.

VA

grappen. Een atheïst zal hard lachen om een mop over de paus die voor een katholiek totaal niet humoristisch is. Ook het algoritme van Winters had snel in de gaten dat het publiek de meeste waardering heeft voor ‘aangebrande’ moppen. Winters moest zelfs noodgedwongen een filter ontwikkelen – een soort digitale muilkorf – om te voorkomen dat zijn algoritme moppen ging genereren die al te zeer over de schreef gaan.

pr oe

fv e

rs

ie

©

Het beeld dat na de eerste zin – de set-up – ontstaat, is dat van twee vissen in een tank, een aquarium. Alles lijkt gewoon. De incongruentie ontstaat door de punchline: de ene vis vraagt de andere de geweren te bedienen, hij zal zelf sturen. Het beeld van de twee vissen in een tank spat nu als een zeepbel uit elkaar: het is immers onmogelijk een aquarium te besturen. De (onuitgesproken) clou lost de spanning op: de vissen zitten niet in een aquarium, maar in een gepantserd militair voertuig: een tank. “De essentie van dit soort humor is dat je het publiek op het verkeerde been zet en dat zo lang mogelijk rekt”, zegt Winters. “Pas wanneer de clou komt, wordt de toehoorder gedwongen over te stappen naar een alternatieve interpretatie van de situatie: het is een militaire tank.” Hij voegt toe dat het bedenken van zo’n vissenmop voor een computer ontzettend moeilijk, zo niet onmogelijk is. Hoe leg je een computer uit wat een vis is en welk beeld een willekeurig mens in zijn hoofd heeft wanneer hij denkt aan twee vissen die met elkaar praten. “Om zo’n mop te bedenken”, zegt Winters, “moet een computer kennis hebben van de echte wereld en de wereldbeelden die een mens in zijn hoofd kan hebben, en dat heeft hij niet”. Dat gebrek aan wereldwijsheid wordt overduidelijk wanneer men kunstmatige intelligentie een absurde vraag voorlegt als ‘hoeveel regenbogen moet je over om van Mexico naar zeventien te komen?’. Ieder mens zal begrijpen dat hier geen antwoord mogelijk is. Een algoritme daarentegen zal – niet gehinderd door enig begrip van de echte wereld – een antwoord ophoesten dat net zo absurd, en dus grappig, is als de vraag.

N

There’s two fish in a tank. One turns to the other and says: “You man the guns, I’ll drive.”

Aangebrande moppen

Peter McGraw en Caleb Warren hebben iets toegevoegd aan de incongruentie-resolutietheorie over humor. Deze twee psychologen van de University of Colorado vinden het essentieel dat in een grap ethische, sociale of fysieke normen (meestal op onschuldige wijze) worden overtreden. Zo kunnen we lachen om iets naars wat een ander overkomt, maar dat leed mag ook weer niet te erg zijn. In het geval van de twee vissen worden alleen natuurwetten overtreden: vissen kunnen niet praten, laat staan een tank besturen. Maar in veel grappen ontstaat de incongruentie op de grens van normen en taboes. De theorie van McGraw en Warren geeft aan waarom mensen vooral lachen om moppen die normoverschrijdend of ‘op het randje’ zijn. Hier vindt ook een scheiding der geesten plaats. Niet iedereen lacht om dezelfde

e7 Taaltechnologie

Te intelligente humor

Winters heeft nog veel werk. Om een grap te bedenken zoals die van de twee vissen in de ‘tank’, zal een algoritme niet alleen de taal perfect moeten beheersen, maar ook moeten weten hoe de wereld in elkaar zit, hoe mensen denken, wat incongruentie is en welke normen en taboes in een bepaalde maatschappij circuleren. En dan hebben we het nog niet eens over zaken als satire en ironie, en allerlei soorten grappen waarbij het er niet om gaat wat je zegt, maar hoe, wanneer en waar je het zegt. Voorlopig hoeven Hans Teeuwen en Philippe Geubels niet bang te zijn door een lollige robot van het toneel te worden verdreven. Een schrale troost voor een algoritme of een androïde zoals Data: er zijn zat mensen die ook nooit verder komen dan het bedenken van flauwe grappen. Rest nog deze boude voorspelling: ooit zal een algoritme het licht zien dat zo’n subliem gevoel voor humor heeft dat de mens te dom is om zijn grapjes te begrijpen. P DE AUTEUR

Teake Zuidema is antropoloog en woont en werkt als journalist en fotograaf in de Verenigde Staten. MEER OVER DIT ONDERWERP

Towards a General Framework for Humor Generation from Rated examples. Thomas Winters e.a. op de International Conference on Computational Creativity, 2017. Joke-telling Robots are the Final Frontier of Artificial Intelligence. Becky Ferreira in Motherboard, 2016. Automatic Joke Generation: Learning Humour from Examples. Thomas Winters. Te lezen via www.scriptiebank.be, 2017.

357


5

Evaluatieopdracht: kan een chatbot de Zelfmoordlijn vervangen? Lees de twee onderstaande opdrachten grondig en kies de opdracht die jou het meest aanspreekt.

Optie 1: lezersbrief

6.6

IN

In De Morgen verscheen onlangs een artikel waarin wordt aangekondigd dat de medewerkers van de Zelfmoordlijn geleidelijk aan vervangen zullen worden door chatbots. Over enkele jaren zullen daar dus geen mensen, maar enkel chatbots ter beschikking zijn voor mensen met zelfmoordgedachten.

Optie 2: debat

rs

7.8.3

ie

©

VA

Om je standpunt te ondersteunen met relevante argumenten ga je voor het schrijven op onderzoek uit op het internet. Je gaat dus op zoek naar informatie die jouw standpunt ondersteunt en versterkt. Die informatie zet je dan om in verschillende argumenten die je in de brief steeds staaft met een juiste bronvermelding. Daarnaast verwerk je in de tekst ook je eigen ervaring met de chatbottherapeut Eliza.

N

Jij schrijft een lezersbrief naar De Morgen om te reageren op het nieuws, waarin je duidelijk maakt of je de beslissing wel of niet ondersteunt. Met die brief probeer je de lezers van de krant te overtuigen van jouw standpunt.

pr oe

fv e

De directeur van de Zelfmoordlijn maakt duidelijk dat de organisatie kampt met een groot personeelstekort. Door de opkomst van betere chatbots legt de minister het voorstel op tafel om chatbots in te zetten voor de Zelfmoordlijn. De directeur van de Zelfmoordlijn geeft echter aan niet mee te willen gaan in dat voorstel. De directeur en de minister worden allebei uitgenodigd in een praatprogramma om het daarover te hebben.

358

Je vormt een duo met een medeleerling en jullie komen jullie standpunt verdedigen tijdens een debat in de klas. Een van jullie speelt de directeur, de andere speelt de minister. Om je standpunt te ondersteunen met relevante argumenten ga je ter voorbereiding op onderzoek uit op het internet. Je gaat dus op zoek naar informatie die jouw standpunt ondersteunt en versterkt. Die informatie zet je dan om in verschillende argumenten die je tijdens het debat steeds staaft met de juiste bronnen.

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


Hokjesdenken kan 1 Wat betekent hokjesdenken? Kun je voorbeelden geven? 2 Hoe zou een computer in hokjes kunnen denken?

N

VA

Jij bent vandaag even de directeur van onze school. De school zoekt momenteel een leerkracht Nederlands voor de tweede graad. Twee kandidaten hebben ondertussen hun cv doorgestuurd en het is nu aan jou om te beslissen wie op gesprek mag komen en wie niet. Om dat te bepalen, krijg je de vacature die de school op de website plaatste en de twee cv’s ter beschikking. Je vindt ze op de volgende pagina’s.

IN

3 Denk jij in hokjes? Voer onderstaande opdracht uit en kom erachter.

4 Nadat je besloten hebt wie het wordt, beantwoord je onderstaande vragen.

©

a Waarom verkies je het ene cv boven het andere? Geef argumenten.

b Wie denk je dat een computer zou aannemen? En welke criteria gebruikt die computer?

ie

5 Bekijk een beeldfragment om erachter te komen hoe een computer een cv kan screenen. a Noteer tijdens het kijken drie zaken waarover je verbaasd bent. b Op welke manier werkt Traicie?

ONDERWEG

fv e

rs

c Wat zijn de voor- en nadelen van de screeningssoftware?

Amazon schrapte in 2018 zijn interne rekruteringstool die gebruikmaakte van AI. De reden: omdat de tool gebaseerd was op data van de huidige werknemers en die werknemers voornamelijk mannen waren, discrimineerde het algoritme tegen vrouwen. Wanneer Amazon dat probleem probeerde weg te werken, doken toch steeds voorbeelden van discriminatie op. Mannen kiezen bijvoorbeeld meer voor bepaalde hobby’s en gebruiken bepaalde zinswendingen vaker dan vrouwen. Die informatie pikte het algoritme op en het maakte daarvan gebruik om ‘geschikte’ kandidaten te selecteren.

pr oe

6

Dat is een mooi voorbeeld van het zogenaamde ‘alignment problem’: de moeilijkheid om machines te laten handelen volgens menselijke waarden. Het gevaar is dat het algoritme (of ‘large language model’) onze maatschappij zal veranderen via een zogenaamde ‘feedbackloop’: omdat AI selecteert in het voordeel van mannen, zullen er steeds meer mannen tewerkgesteld worden bij Amazon, waardoor AI steeds meer zal selecteren in het voordeel van mannen. Wie meer wil weten over het ‘alignment problem’, kan het gelijknamige boek van Brian Christian lezen. Naar: www.bbc.com

e7 Taaltechnologie

359


Functieomschrijving

Vereiste studies

Je geeft les aan de tweede graad. Je komt terecht in een uitstekend samenwerkend team waarin je persoonlijk begeleid wordt.

• professioneel (gerichte) bachelor (PBA)

Lesgeven in

• niet van belang

Jobgerelateerde competenties

N

Werkervaring Talenkennis

• Nederlands (zeer goed)

VA

Nederlands leerkracht 2e graad secundair onderwijs (vereist bekwaamheidsbewijs gevraagd)

Contract

• voltijds • dagwerk

pr oe

fv e

rs

ie

©

• lessen voorbereiden en het pedagogische traject vastleggen • pedagogische, professionele, technische ... informatie en reglementeringen opvolgen en actualiseren • toezicht houden op het gedrag van de leerlingen • de toepassing van het interne reglement, veiligheidsvoorschriften en gedragsregels controleren • een of meerdere vakken aanleren • oefeningen en praktische taken voor leerlingen opstellen en hun kennis evalueren (testen, examens, huiswerk ...) • het leerlingenvolgsysteem invullen en de directeur, collega’s en ouders informeren tijdens klassenraden, oudercontactavonden ... • leerlingen opvolgen en adviseren bij de organisatie van hun persoonlijke taken • klassenraden, leraarsraden, oudercontacten, examens ... voorbereiden en coördineren • deelnemen aan de uitwerking van het pedagogische project van de instelling

Aanbod

De verloning gebeurt volgens het wettelijke barema.

360

IN

Leerkracht Nederlands – voltijds

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


Raïssa Aalders

Naam Raïssa Aalders

Als pas afgestudeerde student sta ik open voor nieuwe ervaringen. Ik vind het heerlijk om mijn lessen tot in de puntjes voor te bereiden en mijn klassen om te toveren in het thema waarin we werken. Door mijn ervaring als leidster in de Chiro vind ik het ook ontzettend leuk om mij in te zetten voor de ontwikkeling van jongeren.

E-mailadres raïssa.aalders@gmail.com Geboortedatum 08-09-1999

sep 2018 - jul 2022

sep 2016 - aug

Studies en opleidingen

©

Geslacht Vrouw

Bachelor of Arts in de taal- en- letterkunde Talencombinatie Engels-Nederlands UGent, Gent

sep 2017 - jul 2020

Master of Arts in de taal- en letterkunde Talencombinatie Engels-Nederlands UGent, Gent

sep 2020 - jul 2021

Educatieve master talen Talencombinatie Engels-Nederlands UGent, Gent

sep 2021 - jul 2022

fv e

rs

ie

Nationaliteit Belgische

Rijbewijs B

Jobstudent Tuincenter Vincent, Dendermonde Chiroleiding 2022 Chiro Jochi(m), Zele

Geboorteplaats Dendermonde

Burgerlijke staat Ongehuwd

Ervaring

N

Telefoonnummer +32 473 53 23 77

VA

Adres Langestraat 20 9240 Zele

IN

Personalia

pr oe

LinkedIn Linkedin.com/in/raissaaalder-bb9687802

Talenkennis Nederlands moedertaal Italiaans vloeiend Engels vloeiend

e7 Taaltechnologie

361


Naam Saapke Boekhoudt

Gedreven, loyaal en servicegericht zijn woorden die mij goed omschrijven. Als teamplayer houdt ik niet alleen rekening met de belangen van de leerlingen, maar ook met die van mijn collega’s. Mijn affiniteit met lesgeven stelt mij in staat om me snel aan te passen aan nieuwe klasgroepen. Ik wil mijn ervaring nu gaan inzetten bij een nieuwe schoolomgeving waarbij ik leerlingen kan begeleiden in hun schoolloopbaan.

Adres Industriestraat 227 9280 Denderbelle Telefoonnummer 048933580 E-mailadres saapkeisleuk@gmail.com

Ervaring Administratief medewerker HO Gent, Gent

Geslacht Vrouw

Studies en opleidingen

Nationaliteit Belgische

Bachelor secundair onderwijs HO Gent, Gent

rs

ie

©

Geboorteplaats Denderbelle

Leerkracht Nederlands GO! Talen, Dendermonde Leerkracht Nederlands tweede graad ASO

Burgerlijke staat Gehuwd

Computervaardigheden

fv e

Microsoft Word, Excel, PowerPoint

pr oe

HTML

Talenkennis

362

Sep 2011 - jul 2013

VA

Geboortedatum 04-04-1990

IN

Saapke Boekhoudt

N

Personalia

Nederlands

Moedertaal

Engels

Basis

Frans

Basis

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken

sep 2015- jul 2022

Sep 2008- jul 2011


Sentimentanalyse 1 Vul de juiste woorden in op de juiste plek in het Onthouden-kader. Kies uit: computer – sentimentscore – emoties – connotaties.

Onthouden

N

IN

Sentimentanalyse staat voor een inschatting van … (a) die worden uitgedrukt in een boodschap. Het is dus, letterlijk, een analyse van sentimenten, die uitgevoerd wordt door een … (b). Die leert eerst over woorden en de … (c) die daarbij horen en maakt dan op basis daarvan een inschatting van hoe positief, neutraal of negatief een bepaalde boodschap is. Die inschatting wordt de … (d) genoemd.

2 Bekijk onderstaande posts op X. b Zou je een van de posts beschrijven als neutraal? c Op basis waarvan heb je de posts beoordeeld?

©

A

VA

a Geef de posts een score van meest negatief (1) naar meest positief (4).

fv e

rs

ie

C

B

pr oe

7

e7 Taaltechnologie

D

363


3 De post van Alexander De Croo werd beoordeeld door een programma. a Welke sentimentscore kreeg de post van het programma? b Waar kan het fout zijn gegaan?

N

Wat gisteren gebeurd is in het Terkamerenbos is totaal onaanvaardbaar . Alle steun aan gekwetste politiemensen . Ik begrijp dat iedereen corona beu is . Maar de regels zijn er met reden en voor iedereen . Ziekenhuizen lopen vol . Solidariteit nu is sleutel voor vrijheid morgen .

IN

c Welke andere beperkingen van sentimentanalyse kun je bedenken?

VA

4* Test de tool Sentiment Demo die een sentimentanalyse uitvoert, uit aan de hand van dit stappenplan.

Sentiment Demo

©

Zoek een review, post of reactie op het internet. Maak zelf een inschatting: is de tekst positief, neutraal of negatief? Ga naar deze website: lt3.ugent.be/sentiment-demo. Haal jouw tekst door Sentiment Demo. Maakt de computer dezelfde inschatting als jij?

Wat weten Facebook en Instagram over jou?

fv e

8

rs

ie

1 2 3 4 5

Facebook en Instagram doen ook aan sentimentanalyse. Daarnaast analyseren ze alles wat je liket, deelt en bekijkt. Aan de hand van die informatie en je persoonlijke gegevens laten ze je dan advertenties zien. 1* Volg het stappenplan om te achterhalen wat Facebook en Instagram over jou denken te weten.

pr oe

2* Wist je dat je dit zelf kon nakijken?

3* Hoe goed kunnen de socialemediakanalen jou inschatten? Zitten er onderwerpen bij die je niet verwacht had te zien?

Jouw sentimentenanalyse 1 2 3 4

364

Ga naar ‘instellingen en privacy’. Klik op ‘advertenties’. Ga naar ‘advertentievoorkeuren’. Ga naar ‘advertentieonderwerpen’.

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


e taal als systeem bestuderen en onderzoeken

Redekundig ontleden

e8 e1

1

IN

1 Je leert het begrip valentie kennen 2 Je kunt nadenken over de betekenis en de valentie van een werkwoord 3 Je kunt de zinsdelen van een zin benoemen

Wat is valentie?

VA

N

In deze les zul je aan de hand van een aantal opdrachten jouw inzicht in de syntaxis van het Nederlands vergroten. De voorbije jaren heb je al heel wat kennis opgedaan.

A

rs

ie

©

B

fv e

C

pr oe

1 Bekijk bovenstaande afbeeldingen.

a Welke werkwoorden worden afgebeeld? b Hoe zie je het verschil tussen foto’s A en C? c Schrijf nu een volledige zin bij elke afbeelding.

2 Bekijk bovenstaande afbeelding.

11.9.2

a Noteer enkele enkelvoudige zinnen, telkens met een ander werkwoord. Het onderwerp van de zinnen is ‘de vrouw’. b Omcirkel in je zinnen het zelfstandig werkwoord. c Bekijk onderstaande zinnen. Noteer welke zinnen grammaticaal niet correct zijn. 1 Ze praat. 2 Ze praat iets. 3 Ze praat de man iets.

e8 Redekundig ontleden

4 Ze zegt. 5 Ze zegt iets. 6 Ze zegt de man iets.

7 Ze vertelt. 8 Ze vertelt iets. 9 Ze vertelt de man iets.

10 Ze legt uit. 11 Ze legt iets uit. 12 Ze legt de man iets uit.

13 Ze lacht. 14 Ze lacht iets. 15 Ze lacht de man.

365


onthouden

Rollen en valentiemogelijkheden 1 Uiteraard kun je aan de zinnen nog van alles toevoegen.

N

2

IN

Elk zelfstandig werkwoord roept op grond van de betekenis rollen op die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de handeling. We spreken hier van valentie. Het werkwoord ‘voorlezen’ roept automatisch de volgende rollen op: - Wie leest er voor? (= onderwerp) - Wat leest die voor? (= lijdend voorwerp) - Aan wie leest die iets voor? (= meewerkend voorwerp)

ie

©

VA

a Zoek in de volgende zinnen de rollen die het werkwoord oproept: onderwerp – lijdend voorwerp – meewerkend voorwerp. b Zoek welke zinsdelen eraan werden toegevoegd. c Benoem die zinsdelen ook. 1 Op maandag moest ze de werking van het bedrijf uitleggen aan haar nieuwe collega. 2 Met veel gebaren vertelde ze hem het verhaal. 3 Ze praat de hele dag door. 4 Ze lachte de hele tijd. 5 Hij luistert heel aandachtig.

onthouden

fv e

rs

Als je meer informatie aan je zin wilt toevoegen, is dat in de vorm van een bepaling. Er kunnen meerdere bepalingen in een zin staan, terwijl er in principe slechts één lijdend of meewerkend voorwerp per zin voorkomt.

2* Je leerkracht geeft je een werkwoord dat jullie per twee uitbeelden.

pr oe

a Probeer te raden welk werkwoord de andere duo’s uitbeelden. b Maak een zin met het werkwoord dat uitgebeeld wordt. Stel jezelf daarbij de vraag welke rollen het werkwoord vanuit zijn valentie oproept. 3 Bekijk de volgende zinnen. a b c d

366

Zoek het zelfstandig werkwoord. Zoek de noodzakelijke rollen. Zoek de bepalingen. Benoem alle zinsdelen. 1 De leerlingen hebben dit jaar drie boeken gelezen. 2 Hij voetbalt graag in open lucht. 3 Mijn grootvader maakt de beste spaghetti. 4 Hij geeft zijn vriend een verlovingsring. 5 De jeugd van tegenwoordig kan niet meer schrijven. 6 Ze schreef haar geliefde een mooie liefdesbrief. 7 Hij heeft haar zusje beloofd om haar te helpen bij haar huiswerk. 8 Zij stuurde haar vriendin een berichtje om haar te bedanken voor haar hulp. 9 De piloot stuurde het vliegtuig de verkeerde kant op. 10 In de winter gaan we graag schaatsen. 11 Het regent al de hele dag.

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


4 Orden de zelfstandige werkwoorden uit de vorige opdracht in vier kolommen volgens hun rol. a Noteer zelf een titel voor elke kolom. b Bedenk nog eigen voorbeelden waarmee je de tabel kunt aanvullen. 5 We bekijken nog even de afbeeldingen uit lesdeel 1. a Wat is het verschil in beide afbeeldingsparen? b Schrijf bij elke afbeelding een zin. B

C

D

ie

©

VA

N

IN

A

rs

onthouden

fv e

Hoewel een werkwoord vanuit zijn valentie bepaalde rollen oproept, kan het zijn dat sommige rollen verzwegen worden. In dat geval denk je het verzwegen voorwerp erbij, maar je benoemt het niet omdat het bv. te evident is. In de zin Ze schrijft een liefdesbrief is aan haar geliefde misschien overbodig omdat die informatie te evident is. Het meewerkend voorwerp kan dan verzwegen worden.

6 Welk zinsdeel wordt verzwegen in onderstaande zinnen?

pr oe

a Verzin zelf extra informatie en benoem het zinsdeel dat je toegevoegd hebt. b* Bespreek mondeling waarom je het zinsdeel hier kunt verzwijgen. c Wat valt je op? Welk zinsdeel / welke zinsdelen worden verzwegen?

Ik kocht een mooi boeket voor Moederdag.

De leerkracht gaf een moeilijke leesopdracht.

De trainer gaf tips om mijn prestaties te verbeteren.

De ober serveerde de drankjes voordat hij het eten bracht.

e8 Redekundig ontleden

367


1 2 3 4 5 6 7

Wat is valentie? Wat is een lijdend voorwerp? Wat is een meewerkend vorwerp? Wat is het verschil tussen voorwerpen en bepalingen? Wat zijn de valentiemogelijkheden van het werkwoord ‘drinken’? Wat is het verschil in valentie tussen ‘lezen’ en ‘voorlezen’? Maak een zin waarin een rol verzwegen wordt.

IN

Wat heb je geleerd?

valentie

3

1* Beantwoord deze vragen mondeling zonder naar de les te kijken. Werk per twee.

VA

pr oe

fv e

rs

ie

©

2 Op iDiddit staan extra oefeningen op valentie.

N

a Kies om beurten een vraag en leg het antwoord uit aan elkaar. b Konden jullie samen alle vragen beantwoorden? Of bleef er een vraag onbeantwoord? Roep in dat geval de hulp van je leerkracht in.

368

TRAJECT NEDERLANDS   E Taal als systeem bestuderen en onderzoeken


f taal analyseren en beschrijven

Taalverwerving 1 2 3 4

1 Je hoort duidelijk een verschil tussen de taal van kinderen en die van volwassenen. Als je luistert naar het taalgebruik van je kleine broer, zus, neef, nicht … wat valt je dan op?

©

Taalverwerving verloopt in stapjes 1 Orden de volgende woorden in vier groepen.

ie

woorden die ik nog nooit heb gehoord woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken

rs

A B C D

fv e

redupliceren – holofrase – onomatopee – imperatiefzin – fronting – vocaal – lingua – gliding – associatie – eenwoordzin – tateren – brabbelen – bijvoeglijk naamwoord – assimilatie – contaminatie – etymologie

2 Vergelijk jouw ordening met die van een medeleerling. Je bekijkt een videofragment van baby’s in de prelinguale/voortalige fase.

pr oe

2

N

Inleiding

VA

1

Je kent de verschillende fases van moedertaalverwerving. Je kent de kenmerken van babytalk. Je kent de voorwaarden voor succesvolle moedertaalverwerving. Je kent de verschillen tussen moedertaalverwerving en vreemdetaalverwerving.

IN

f1

3 Je ziet hieronder enkele kenmerken. Bepaal op basis van je observaties welke kenmerken bij de prelinguale fase (0-12 maanden) horen.

Fase 1: prelinguale/voortalige fase 0-12 maanden

a ontwikkeling klankherkenning en klankproductie → tateren, schreien, variëren in toonhoogte en volume b start vervoeging enkelvoudige werkwoorden c eenwoordzinnen = holofrasen d kind ontdekt wat het allemaal kan met klanken en mond: is eigenlijk een beetje spelen e vanaf 4 à 6 maanden: brabbelfase, imiteren, redupliceren (tatata, papapa …), meer variatie f woorden worden aan begrippen gelinkt g kinderen imiteren de klanken van volwassenen

f1 Taalverwerving

369


Je bekijkt zo dadelijk een videofragment van enkele baby’s in de vroegtalige fase. 4 Ken je deze termen nog? Verbind de begrippen met de juiste verklaring en een voorbeeld. 1 onomatopee

a l/r glijdt naar j/w

I

Eet!

2 reduplicatie

b vermenging van verschillende uitdrukkingen of begrippen

II

wawa voor water

3 imperatief

c bevelende wijs

III

kippehaan i.p.v. kip of haan

4 gliding

d klanknabootsing

IV joop voor loop

5 contaminatie

e herhaling van een woord(deel)

V

IN

waf voor hond

Je leerkracht laat je nu het fragment zien.

N

5 Vul op basis van dat fragment op p. 179 de kenmerken van de vroegtalige fase (12-24 maanden) verder aan met de woorden hieronder.

VA

progressieve assimilatie – betekenisvolle, identificeerbare woorden – reduplicaties – fronting – imperatiefzinnen – onomatopeeën – holofrasen – woorden uit directe omgeving – gliding – regressieve assimilatie – met één woord alles zeggen 6 Bekijk onderstaand woordraster. Welke woorden horen samen?

fronting

vooral onomatopeeën j

rs

medeklinker schuift op

c

ruree i.p.v. puree

g

f

e

i

toettoet i.p.v. auto

©

b

assimilatie

dant u i.p.v. dank u

ie

a

s wordt f

k

progressief of regressief

fv e

7 Lees de onderstaande korte dialoogjes. Welke fouten maakt het kind? a Waarmee eet je soep? Pepel!

pr oe

b Wat wil je graag eten? Koekoek.

c Oei, wie heeft dat nu kapot gedaan? Tapot! d Welke kleur heeft die boom? Gjoen! e Flink zo, Sofie, heb jij alles opgegeten?! Babo fifi.

370

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven

d

eenwoordzinnen

h

medeklinker vooraan i.p.v. achteraan in de mond uitspreken l

holofrasen


Fase 2: vroegtalige fase 12-24 maanden a eigenlijke taalgebruik begint: herkenbare en betekenisvolle klanken en woorden … (a)

Stap 1

vooral zelfstandige naamwoorden

klanken en betekenissen verbinden: start opbouw woordenboek

IN

• … (b) mama, papa, dieren … … (c) (= eenwoordzinnen)

Stap 2

N

• … (d) Mama. voor Mama, help mij. of Mama, kom naar hier. of Daar is mama.

VA

• hoofdzakelijk … (e) en … (f) brommer → tutuut, hond → wafwaf tweewoordzinnen

Stap 3

• meestal … (g): Papa doen!

hoofzakelijk zelfstandige naamwoorden, soms ook werkwoord of bijvoeglijk naamwoord

woordvorming onvolledig

ie

b nog veel fouten

©

rs

• … (h): bepaalde medeklinkers worden i.p.v. achteraan in de mond, vooraan uitgesproken k → t, dank u → dant u • … (i): liquidae (l, r) worden semivocalen of glides (j, w)     loop → joop assimilatie • … (j): medeklinker aan begin woord schuift op naar het midden

fv e

tafel → tatel •

… (k): medeklinker midden woord gaat naar begin

pr oe

gordijnen → dordijnen

In een volgend filmpje zie je een peuter die zich in de differentiatiefase bevindt. 8 Welke fouten hoor je? Bespreek klassikaal. 9 Kijk naar de volgende fouten. Waar zouden die vandaan komen? 1 mijn kleren aandoenen

a foute associatie

2 klein meisje, grote meis

b etymologiseren

3

Een pollepel heet zo omdat je hem in je pol (= hand) moet vasthouden.

4 Mama zijn haar is geknipt. 5 Ik eten pap.

f1 Taalverwerving

c foute contaminatie d

ongekende woorden vervangen door bekende woorden

371


10 Bekijk onderstaande tabel met kenmerken van de differentiatiefase. Duid aan wat een kenmerk is.

Fase 3: differentiatiefase/verrijkingsfase 24 maanden-5 jaar a (juiste én foute) contaminaties en associaties worden gemaakt mijn kleren aandoenen voor mijn kleren aandoen/aantrekken

IN

b er worden nog veel gliding-fouten gemaakt c de zinnen zijn vaak nog niet te begrijpen

d ongekende woorden/woorddelen worden vervangen door woorden/woorddelen die fonologisch vertrouwder zijn e kinderen praten voornamelijk met imperatiefzinnen

etymologiseren = bepaalde fonologische vormen drukken bepaald begrip uit: zelf verklaring voor zoeken

VA

f

N

apotheker → appeltheker

g overregularisatie: het gebruik van regelmatige regels voor onregelmatige vormen

11 Benoem de fout.

ie

a Ben jij op het springkasteel geweest? Ja, ik heb gespringt.

©

Ik glijdde uit.

b *Mama geeft het kind een kussen voor een te diepe zetel.* Een hoofdkussen, dat is om hoger te liggen hé?

rs

c Wat heb je gedaan gisteren? Ik ben geverjaardagd.

fv e

Je bekijkt nu een laatste videofragment van enkele kinderen in de voltooiingsfase. 12 Wat zou je op basis van het videofragment zeggen over hoe de leerlingen verder bijleren, hun grammaticale kennis en hun woordenschatkennis? Geef drie kenmerken van de voltooiingsfase.

pr oe

Fase 4: voltooiingsfase vanaf lagere school

a … b … c …

372

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


3

Babytalk Je bekijkt een videofragment uit Man over woord over brabbeltaal.

ONDERWEG

IN

Man over woord was een televisieprogramma op Canvas. Het is een taalprogramma, gepresenteerd door Pieter Embrechts, gemaakt door productiehuis Het Televisiehuis. Er werden twee seizoenen van telkens zes afleveringen uitgezonden. Het bracht verschillende informatieve en luchtige rubrieken over de Nederlandse taal. Pieter Embrechts ging niet op zoek naar de regeltjes, maar naar de schoonheid en de geheimen van onze taal.

N

Bron: www.wikipedia.be

1 Hieronder zie je vijf kenmerken van babytalk. Verklaar waarom volwassenen dat specifieke kenmerk toepassen.

VA

a hogere toon b onomatopeeën c herhalen d zelfstandig naamwoord + ‘doen’

©

e vragen stellen en zelf beantwoorden

Wat gebeurt er als je nooit babytalk hoort?

rs

4

ie

2 Hoe belangrijk is taalaanbod?

Je leest nu Genie, een wild kind op p. 182.

fv e

1 Beantwoord onderstaande vragen. Maak daarbij gebruik van de ingevulde kaders met de verschillende fasen van taalverwerving. a Waarom is Genie mishandeld? Beschrijf in je eigen woorden. b Heeft Genie de brabbelfase gekend? Hoe weet je dat?

pr oe

c In welke fase zat Genie toen ze in het ziekenhuis terechtkwam? Hoe weet je dat? d Welke fase(s) in de taalontwikkeling zal Genie nooit halen? e Was het onderzoek op Genie ethisch verantwoord? Met andere woorden: vind jij dat de wetenschappers een stap te ver zijn gegaan of niet? Waarom?

5

Verwerkingsopdracht taalverwerving

De leerkracht verdeelt de klas in groepen. Elke groep krijgt een tekst over taalverwerving. Wanneer je die hebt gelezen, los je samen met je groepsgenoten de bijhorende vragen op. Let zeker goed op, want je presenteert de resultaten aan de rest van je klas!

f1 Taalverwerving

373


GENIE, EEN WILD KIND

IN

Op 4 november 1970 werd er in Los Angeles een meisje ontdekt. Ze was dertien en een half jaar oud, maar zag er niet ouder uit dan zes jaar. Daarbij kon ze niet lopen, vast voedsel eten of praten. Toen ze twintig maanden oud was, werd ze vastgebonden aan een pipistoel door haar vader en werd ze mishandeld. Verder had ze geen menselijk contact. Haar ontwikkeling begon dan ook pas op het moment dat haar moeder hulp zocht. Genie is een voorbeeld van een wild kind, of wolfskind.

Genie, de eerste dertien jaar

Ook haar woordenschat bleef groeien, maar het lukte haar niet om normale zinnen te maken. Wetenschappers vroegen zich af of ze misschien zwakbegaafd was, maar uit de tests bleek dat dat niet het geval was. Ze zou dus normaal gezien perfect in staat moeten zijn om volzinnen de vormen.

fv e

De redding

rs

ie

©

In april 1957 werd Genie geboren. Haar moeder was gedeeltelijk blind, en haar vader depressief. Na twintig maanden begon ze te praten. Een arts vertelde haar ouders dat ze zich traag ontwikkelde en dus misschien mentaal gehandicapt was. Haar vader maakte hiervan dat ze achterlijk was, zonderde haar af van de buitenwereld. Vanaf dat moment zat Genie vastgebonden aan een stoel. ’s Nachts werd ze eraf gehaald om aan een bed vastgebonden te worden. Haar ouders praatten niet met haar, maar haar vader mishandelde haar wel regelmatig. Genie leerde niets. Ze kon niet lopen, praten of zelfs normaal eten toen ze gered werd.

VA

Wolfskinderen zijn kinderen die opgroeien zonder of met zeer weinig menselijk contact. Er zijn twee types wolfskinderen: kinderen die echt opgevangen worden door wilde dieren, of kinderen die thuis opgroeien in totaal isolement. Vaak gaat dat gepaard met fysieke mishandeling. Wolfskinderen ontwikkelen door dat gebrek aan menselijk contact niet zoals andere kinderen.

N

Wat is een wolfskind?

pr oe

4 november 1970, Genie is 13 jaar en 7 maanden oud wanneer haar moeder besluit haar vader te verlaten. Ze gaat naar een instantie voor maatschappelijk werk om hulp voor blinden te krijgen en neemt haar dochter mee. De maatschappelijk werker schatte Genie ongeveer zes jaar in en dacht dat ze zwaar autistisch was. Toen Genies moeder haar de werkelijkheid vertelde, werden zij en haar man onmiddellijk gearresteerd. Genie werd naar een kinderziekenhuis gebracht.

Genies ontwikkeling

De ‘echte’ ontwikkeling van Genie begon eigenlijk op de dag dat ze in het kinderziekenhuis terechtkwam. Genie leerde snel woorden en vroeg van elk voorwerp hoe het heette. Op een paar maanden tijd leerde ze zo honderden woorden, maar ze correct uitspreken bleef moeilijk. Haar geluiden waren piepend en moeilijk te verstaan. Dat kwam waarschijnlijk doordat ze altijd bang was geweest om geluid te maken door de mishandelingen. Genie leerde veel bij, en niet alleen op taalvlak. Ze werd zindelijk, leerde zichzelf aankleden, begon te rennen en te giechelen. Ze groeide in die tijd op tot een kind van twintig maanden: Genie had dus nog steeds een grote achterstand.

374

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven

Hersenontwikkeling

Met hersenscans werd aangetoond dat Genies linkerhersenhelft vrijwel niet ontwikkeld was. Die helft is onder andere verantwoordelijk voor taal. Jarenlang werd Genie gestimuleerd, maar de hersenhelft kon niet verder ontwikkelen. Door het gebrek aan stimulatie op een jonge leeftijd kon Genie dus later niets meer leren.

Hoe gaat het verder?

Het verhaal van Genie liep niet goed af. Vijf jaar lang zorgde een speciaal team van wetenschappers voor haar: ze leerden haar dingen bij en legden haar ontwikkeling vast. Daarna stopte de overheid de subsidies. Genies moeder klaagde de wetenschappers aan voor slechte behandeling van Genie. Ze zei dat Genie veel te veel getest werd, en dat de wetenschap belangrijker werd geacht dan Genies vooruitgang. De wetenschappers mochten nu niet meer in de buurt van Genie komen, maar Genies moeder kon nog steeds niet voor haar zorgen. Genie werd vervolgens van pleeggezin naar pleeggezin gestuurd. In een daarvan werd ze weer mishandeld, hierna sprak ze niet meer. Ondertussen woont ze in een verpleegtehuis voor volwassen in het zuiden van Californië. Met de wetenschappers heeft ze geen contact meer.

Bron: wetenschap.infonu.nl


f taal analyseren en beschrijven

Taalvariatie

f2

IN

1 Je leert hoe gesproken en geschreven taal iets vertelt over iemands identiteit. 2 Je maakt kennis met enkele begrippen uit de sociolinguïstiek.

Wie is het? 2

3

©

VA

1

N

1

5

pr oe

fv e

rs

ie

4

A Uw voedselallergie kan een jeukend exantheem veroorzaken. Ik denk hier niet meteen aan constitutionele eczeem.

B Dat hondje heeft zo’n schattig snoetje. Ik wil hem wel een aaike geven.

C Ok boomer.

f2 Taalvariatie

D Dat vind ik hartstikke geinig.

E Ik wil gaarne enkele woorden wisselen met u over uw verkering me die deerne.

375


1 Beluister enkele fragmenten. Maak een fictief paspoort van wie er aan het woord is. a Zoek een foto van een persoon die bij dat fragment past. b Wat voor iemand is er volgens jou aan het woord? Hoe ziet die persoon eruit, denk je? Is het een man of een vrouw? Waar woont hij/zij? Hoe oud is hij/zij ongeveer? Welk beroep zou hij/zij uitoefenen? 2* Vergelijk nu jouw paspoorten met die van een medeleerling. Welke overeenkomsten en verschillen zie je? 3 Op basis waarvan heb je de paspoorten gemaakt? 4 Bekijk de uitspraken en foto’s op p. 183.

IN

a Bij wie zou je elke uitspraak plaatsen? b* Leg telkens uit waarom je dat denkt.

5 Geef enkele voorbeelden van woorden of uitdrukkingen die eigen zijn aan een bepaalde groep mensen.

N

a Waarom zouden mensen woorden of uitdrukkingen gebruiken die eigen zijn aan een bepaalde groep?

c Gebruik je die woorden in elke context? Licht toe

VA

b* Gebruik je zelf woorden of uitdrukkingen binnen een bepaalde groep, bijvoorbeeld een sportclub, jeugdbeweging, vriendengroep …?

ie

©

6 Niet alleen in gesproken taal, maar ook in geschreven taal is er heel wat variatie. Waarin verschillen de gps-berichten hieronder?

rs

Als TomTom-meldingen geschreven werden door een jurist …

We staan voor een ingrijpende veranderopgave. Willen we een succesvolle transitie naar de afslag maken, dan moeten we over 300 meter de regie pakken, het beleid uitlijnen en ons naar rechts herpositioneren.

pr oe

fv e

TomTom streeft naar correcte en actuele route-informatie maar kan niet garanderen dat de informatie juist is op het moment waarop zij wordt ontvangen of dat de informatie na verloop van tijd nog steeds juist is. Daarom kunt u aan de informatie op deze TomTom geen rechten ontlenen. TomTom aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de schade als gevolg van onjuistheden en/ of gedateerde route-informatie. TomTom is niet verantwoordelijk voor de staat van de route waarnaar wordt verwezen. Na 300 meter, sla rechtsaf.

Als TomTom-meldingen geschreven werden door een lokale politicus …

*TomTom: Na 300 meter, sla rechtsaf

376

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven

*TomTom: Na 300 meter, sla rechtsaf


Wat verraadt taal over jou?

onthouden

IN

Met taal kun je in de eerste plaats communiceren. Maar taal heeft nog een tweede functie: je kunt ook je identiteit uitdrukken. Je kunt met taal aanduiden dat je tot een bepaalde groep behoort of dat je je met een bepaalde groep wilt identificeren. Via taal kun je dus ook anderen van jouw wereld uitsluiten (exclusie) of erin toelaten (inclusie).

N

Elke persoon behoort tot verschillende groepen (familie, stad, streek, land, religie, filosofie, vriendengroep, beroep …). En elke groep heeft de neiging taalvariaties te ontwikkelen die hen afbakenen van andere groepen. Taal is dus een middel waarmee mensen zich kunnen onderscheiden van anderen die niet tot hun groep behoren.

VA

Daarom gebruikt elke spreker in de praktijk veel taalvariëteiten of registers, zelfs al is die er zich niet van bewust. Mensen zijn dus van nature meertalig. Sociolinguïstiek is een tak van de taalwetenschap die het verband tussen de taal en een sociale groep bestudeert (zie ook E1).

©

1 Weet je wat de volgende begrippen betekenen? a Verbind het begrip met de juiste betekenis.

2 sociolect

een mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijks leven spreken

b taal die gebruikt wordt binnen een vakgebied of een groep mensen; vaktaal die voor buitenstaanders vaak moeilijk te begrijpen is c

ouderwetse taal die niet vaak meer als spreektaal wordt gebruikt

fv e

3 archaïsch taalgebruik

a

rs

1 jargon

ie

b Twee betekenissen kun je niet linken aan een begrip. Welk begrip beschrijven ze?

4 formeel taalgebruik

d geen dialect, maar ook geen standaardtaal; een taalvariëteit die daar ergens tussenin ligt

5 informeel taalgebruik

e

taalvariëteit die als norm geldt en bv. in het journaal wordt gebruikt

6 tussentaal

f

taalgebruik in een zakelijke, officiële context

7 jongerentaal

g taalgebruik in een ongedwongen context die tot de privésfeer behoort

8 straattaal

h taal die jongeren spreken; verandert heel snel

pr oe

2

f2 Taalvariatie

i

taalvariant die typerend is voor een bepaalde sociale groep

j

variëteit die gesproken wordt in een bepaalde stad of dorp

377


Voor het luisteren Friet, patat of petat. Je hebt maar één woord nodig om te horen of de persoon met wie je spreekt een Vlaming of een Nederlander is. Maar je woordgebruik en je uitspraak verklappen nog méér dan alleen je woonplaats. Hoe dat komt en hoe dat werkt, legt sociolinguïst Rik Vosters je haarfijn uit. 2 Orden de volgende woorden in vier groepen. woorden die ik nog nooit heb gehoord woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken

IN

A B C D

N

sociolinguïst – pedant – aanname – boutade – courant – gestigmatiseerd – norm – etniciteit – verloedering – taalpuristen – flexibel – formeel – informeel

VA

3 Bespreek jouw rangschikking met een medeleerling. Kunnen jullie elkaar helpen om de betekenis van woorden te vinden? 4 Kies ten slotte drie woorden en zoek daarvan de betekenis op.

Tijdens het luisteren

©

5 Beluister de uiteenzetting van professor Vosters en noteer tijdens het luisteren de relevante informatie.

rs

Waarom doet de spreker zo zijn best om zijn taal te verzorgen? Geef een antwoord op de centrale vraag: ‘Wat verraadt taal over jou?’ Som vijf zaken op. ‘Binnen taalgebruik heeft elke variëteit zijn functie of een plaats.’ Leg uit en geef een voorbeeld. Wat is hypercorrectie? Leg uit en geef een voorbeeld. Komt hypercorrectie vooral voor in formele of in informele taal? ‘Taal is geen statisch gegeven.’ Leg uit en geef een voorbeeld.

fv e

a b c d e f

ie

6 Leg je notities naast die van een medeleerling en probeer nadien samen de volgende vragen te beantwoorden.

Na het luisteren

In de Trajectwijzer vind je een korte tekst waarin alles wat je tot nu toe in deze les leerde, nog eens wordt samengevat. Neem deze tekst door en ga na of je alle onderdelen begrepen hebt.

pr oe

8.1.10

3

Leesoefening: een sociolinguïstisch onderzoek

Lees op de volgende pagina een voorbeeld van een sociolinguïstisch onderzoek en beantwoord de vragen. 1 Vat in een zin de conclusie van het onderzoek samen. 2 Welke vier factoren beïnvloeden of iemand ‘eh’ of ‘ehm’ zegt? 3 Welke twee oorzaken haalt Wieling aan voor zijn resultaten? 4 In welke alinea vind je een antwoord op deze vragen? a Welke methode gebruikte de onderzoeker? b Wat waren de resultaten van het onderzoek?

378

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


Zeg eens ‘ehm’ U zoekt even naar uw woorden en daar is hij al: de ‘eh’. Steeds vaker komt daar nog een ‘m’ achter. Bent u jong, hoogopgeleid, vrouw en Vlaming, dan wordt de kans alleen maar groter dat u vaak aarzelt met een ‘ehm’. Dat blijkt uit een studie in het tijdschrift Language Dynamics and Change. De taalkundige Martijn Wieling (Rijksuniversiteit Groningen) bestudeerde daarvoor tweets van Vlamingen en Nederlanders en opnames van gesproken Nederlands. Daaruit bleek dat het tussenwerpsel ‘ehm’ de laatste jaren in opmars is, ten nadele van ‘eh’.

IN

Jonge mensen bleken relatief meer ‘ehm’ te gebruiken dan oudere mensen. Ook vrouwen zeggen relatief vaker ‘ehm’ dan mannen. ‘Vrouwen nemen sneller veranderingen in taal over dan mannen, ze praten moderner’, vertelt Wieling. Jonge vrouwen gebruiken ongeveer 20 procent ‘ehm’ (tegenover 80 procent ‘eh’), terwijl dat bij jonge mannen 13 procent is. Bij oudere mannen is ‘ehm’ slechts goed voor een aandeel van 5 procent. Bij Vlamingen en hoogopgeleiden is het ‘ehm’-effect sterker dan bij Nederlanders en laagopgeleiden.

N

Maar hoe komt het dat we in het Nederlands vaker ‘ehm’ in de mond nemen? Daar hebben de onderzoekers geen pasklaar antwoord op. ‘Eén verklaring is de invloed van het Engels, waar de variant met “m” relatief al meer ingeburgerd is dan in het Nederlands’, zegt Wieling. ‘Omdat we vaker met het Engels in contact komen, zouden we sneller geneigd zijn om “ehm” te zeggen.’

VA

Een andere verklaring voor de opmars is de veranderende etiquette. ‘“Eh” spreek je uit met open mond, bij “ehm” sluit je aan het einde je mond’, zegt Wieling. ‘Daardoor vinden we “eh” beleefder dan “ehm”.’

©

Toch denkt Wieling niet dat ‘eh’ ooit zal verdwijnen. ‘Zijn populariteit kalft dan misschien af, “eh” wordt nog altijd het meest gebruikt’, zegt hij. ‘De verwachting is wel dat we “ehm” in de toekomst nog veel meer zullen horen.’

Kan de taalkunde een misdaad oplossen?

rs

4

ie

Bron: standaard.be - 06/01/2017

fv e

1 Je leerkracht vertelt je het verhaal van de dood van Paul Harland. Luister goed en achterhaal de leugens. 2 Lees nu de tekst op p. 188. Welke leugens heeft je leerkracht verteld? 3 De tekst bevat enkele moeilijke woorden. Orden onderstaande woorden in vier groepen. A woorden die ik nog nooit heb gehoord

pr oe

B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken relevant – geschil – beslechten – toxicologisch – recent – hiv – dat valt (niet) te rijmen met – in schril contrast – steenkolenengels – negatie

4 Maak met de volgende woorden telkens een zin waaruit blijkt dat je het woord goed begrepen hebt: niet of moeilijk rijmen met – geschil – in schril contrast

4.6

5 Vat de tekst samen met behulp van de onderzoeksstructuur. Zorg ervoor dat iemand die de tekst niet gelezen heeft, de tekst vlot begrijpt door jouw samenvatting. Beperk je dus tot de belangrijkste informatie uit de tekst.

f2 Taalvariatie

379


Kan de taalkunde misdaden oplossen? Over forensische taalkunde Een bijzondere tak van de toegepaste taalkunde is de forensische taalkunde. Forensisch taalkundigen doen onderzoek naar taaluitingen die relevant zijn voor het feitenonderzoek bij rechtspleging of geschillenbeslechting. Het gaat hierbij dus om ‘taal als bewijs’. Is het werkelijk mogelijk om aan de hand van taaluitingen misdaden op te lossen?

VA

N

IN

Ton Broeders Op 17 juni 2003 werd de 42-jarige Nederlandse sciencefictionschrijver Paul Harland (pseudoniem voor Paul Smit) dood aangetroffen in zijn huis in Tiel. De schrijver lag in bed, met een plastic zak over zijn hoofd. Toxicologisch onderzoek wees op de recente inname van acht à negen slaappillen. Naast zijn bed lag een Engelstalig afscheidsbriefje, gericht aan zijn man Tarik D., met wie hij eerder dat jaar was getrouwd. Uit het briefje viel af te leiden dat de schrijver zelfmoord had gepleegd omdat hij met hiv geïnfecteerd was. Dat laatste leek te worden bevestigd door twee ter plaatse aangetroffen (eveneens Engelstalige) e-mailberichten, waarin ene Dave uit Liverpool de schrijver verweet hem met hiv te hebben besmet. Toch werd er al snel getwijfeld aan het zelfmoordscenario. Die twijfel werd vooral gevoed door de tekst van de afscheidsbrief. Was die wel geschreven door Harland zelf? Een mooie vraag voor de forensisch taalkundige. (…)

pr oe

fv e

rs

ie

©

De zaak Harland Hoewel uit de inhoud van het afscheidsbriefje viel op te maken dat de schrijver zelfmoord had gepleegd, leek de vorm ervan toch moeilijk met dat scenario te rijmen. Vrienden van de schrijver wezen erop dat het briefje vol Engelse taalfouten stond. En dat terwijl Harland nog kort voor zijn dood een Engelstalig boek had gepubliceerd. Het Openbaar Ministerie gaf het Nederlands Forensisch Instituut (het NFI) opdracht te onderzoeken of Harland inderdaad de schrijver van het briefje was. Als vergelijkingsmateriaal voor dat onderzoek stelde het OM een groot aantal Engelstalige e-mailberichten ter beschikking, afkomstig van de computer van de schrijver. Daaruit bleek dat de schrijver beschikte over een uitzonderlijk goede beheersing van het Engels. Dat stond in schril contrast met het steenkolenengels van het afscheidsbriefje, waarvan het taalgebruik sterk overeenkwam met dat van de weinige Engelstalige vergelijkingsteksten die beschikbaar waren voor de verdachte Tarik D. Zo bevatte het briefje dubbele persoonsvormen in negaties, zoals ‘I didn’t believed’, ‘I didn’t suspected’, ‘they didn’t knew’. Daarnaast ontbrak veelal het lidwoord, zoals in ‘we went for check-up’, ‘for last few months’, ‘with better guy’, ‘made mistake’. Een type fout dat vaak voorkomt bij sprekers met een Slavische moedertaal. De bevindingen van het onderzoek waren daarom volgens het NFI zeer veel waarschijnlijker onder de aanname dat Tarik D. het briefje geschreven had dan onder de aanname dat Harland de schrijver was. Wel wees de onderzoeker erop dat juist iemand met de taalkundige vaardigheden van Harland in staat kon zijn een briefje op te stellen met daarin het type taalfouten dat voorkwam in het Engels van Tarik D., zeker wanneer wordt aangenomen dat hij vertrouwd is met het schriftelijk taalgebruik van D. Anderzijds moest het omgekeerde, en foutloos Engels briefje geschreven door Tarik D. dat door zou moeten gaan voor een briefje afkomstig van Harland, uitgesloten worden geacht. Het scenario van de in scène gezette zelfmoord die voor moord zou moeten doorgaan, is door advocaat Spong in hoger beroep inderdaad opgevoerd. Hij verwees daarbij naar de plot van het laatste, Engelstalige, boek dat Harland schreef. Daarin beneemt de minnaar van de hoofdfiguur zichzelf het leven op een wijze die op moord lijkt. Het Arnhemse gerechtshof verwierp dit scenario en veroordeelde Tarik D. op 7 maart 2006 wegens moord tot twaalf jaar gevangenisstraf. Bron: www.taalcanon.nl

380

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


f taal analyseren en beschrijven

Taalvariatie: mijn talen 1 2 3 4

Taalkasten

VA

N

Stel: er liggen drie kledingstukken van medeleerlingen voor jou. Zou je de kledingstukken bij de juiste persoon kunnen plaatsen? De kans is groot. Iedereen heeft nu eenmaal zijn eigen stijl. Kleren dienen niet enkel om je te beschermen tegen de koude of de regen, je verklapt er ook een stukje van je identiteit mee.

©

Dat is net zo met taal: in het vierde jaar leerde je al dat iedereen een eigen spreek- en schrijfstijl heeft. Je taal kan verraden waar je vandaan komt, wat je leeftijd is, of je een man of vrouw bent ... Taal dient uiteraard om te communiceren, om een boodschap over te brengen, maar net zoals kledij is taal ook een manier om je identiteit uit te drukken.

ie

Je kunt de vergelijking nog verder doortrekken: je zou aan kleding ook kunnen zien wat iemand gaat doen: zijn het kleren om naar een feestje te gaan? Of eerder voor een kamp met de jeugdbeweging? In short en slippers leg je geen mondeling proefwerk af. En in je feestjurk en hoge hakken lig je niet te chillen op je bed.

fv e

rs

Net zoals je kledij is ook je taal aangepast aan de situatie: afhankelijk van de context, zul je eerder jongerentaal, standaardtaal of dialect gebruiken.

pr oe

1

Je leert welke taalvariëteiten er bestaan en hoe divers ons taallandschap is. Je ziet gelijkenissen en verschillen tussen taalvariëteiten en toont respect voor verschillen. Je leert dat talen mensen kunnen insluiten of uitsluiten. Je leert dat taal dynamisch is.

IN

f3

f3 Taalvariatie: mijn talen

381


Dit is de taalkast van Ilias. Ilias groeide op in een Franstalige wijk in Brussel, maar volgde op school altijd les in het Nederlands. Zijn vader is van Marokkaanse afkomst; zijn moeder is een Franstalige Brusselse. Na zijn studies in Leuven verhuisde hij naar Antwerpen waar hij ook werkt.

ILIAS

in de voetbalclub in Antwerpen: tussentaal met Antwerps accent + voetbaljargon

met zijn vrienden uit Leuven: tussentaal met Brabants accent

VA

met zijn vrienden van de wijk in Brussel: Frans, jongerentaal

met zijn moeder: Frans

rs

ie

©

met zijn collega’s: tussentaal

N

als advocaat aan de balie: Standaardnederlands + beroepsjargon met zijn broer: Frans en Berbers door elkaar

IN

met zijn vader en grootouders: Berbers

1 Ken je alle taalvariëteiten? Leg de begrippen in je eigen woorden uit.

fv e

9

standaardtaal

tussentaal

accent

jargon

2* Kun je nog meer rollen of situaties bedenken waarin Ilias een andere taalvariëteit zal spreken?

pr oe

3* Zal Ilias ook kunnen lezen en schrijven in al die taalvariëteiten? Waarom (niet)? Spreek jij ook zoveel taalvariëteiten als Ilias? Misschien niet, maar iedereen heeft verschillende taaloutfits in de kast hangen. 4 Teken je eigen kast naar het voorbeeld van Ilias. 5* Bespreek jouw taalkast met die van een medeleerling. a Heb je veel of weinig taaloutfits? Hoe verklaar je dat? b Welke taalvariëteit gebruik je het vaakst? c Welke taalvariëteit spreek je het liefst? d In welke taalvariëteit lees en/of schrijf je het liefst? e Maak je bewust de keuze voor een bepaalde variëteit of gebeurt dit eerder spontaan?

382

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


2

Gezinsjargon Er zijn kleren die je enkel thuis draagt. En er zijn ook woorden die je enkel in je gezin gebruikt. Hebben jullie misschien zelf een woordje verzonnen voor een van je grootouders? Of wordt een van jouw versprekingen nog steeds gebruikt?

Beluister het interview met sociolinguïst Eline Zenner en beantwoord de vragen. 2 Ook Zenner vergelijkt taal met kleren. Welke vergelijking gebruikt ze? En wat wil ze daarmee zeggen?

N

3 Hoe ontstaan woorden in een gezinsjargon? Geef twee manieren.

IN

1* Heb je zelf voorbeelden van woorden of uitdrukkingen die enkel in jouw gezin gebruikt worden?

4 Gezinsjargon toont aan dat taal dynamisch is en voortdurend verandert. Leg uit.

VA

5 Voor welke woorden ontstaan nieuwe woorden binnen families?

6 Niet alleen in een familie kan een jargon ontstaan, ook in andere kleine groepen. Geef drie voorbeelden van zo’n microgemeenschappen.

©

7 Een gezinsjargon maakt het gezin als groep hechter. Maar je kunt mensen ook uitsluiten via taal. Met welk voorbeeld legt Zenner dat uit?

ie

8 Hoe kun je reageren op de nieuweling zodat je hem niet uitsluit?

woord

Wat je moet weten over taalvariatie

fv e

3

rs

de sociolinguïst: bestudeert de relatie tussen taal en de sociale factoren die de taalbeïnvloeden (zie ook Trajectwijzer 8.1.10)

Je beluistert een fragment waarin de theorie over taalvariatie samengevat wordt.

pr oe

1 Noteer de informatie in een volledig, overzichtelijk en aantrekkelijk schema.

4

Wat heb je al geleerd?

1 Leg aan een medeleerling de volgende zinnen in je eigen woorden uit. a Taal heeft een identitaire functie. b Er zijn heel wat situationele factoren die iemands taal beïnvloeden. c Soms zijn taalgebruikers zich niet bewust van de geografische en situationele gebruiksbeperking van hun dialect.

d

f3 Taalvariatie: mijn talen

383


5

Over jongerentaal en straattaal Beluister een paar voorbeelden van jongerentaal uit 2010. 1 Ken je die jongerenwoorden uit 2010 nog? Hoe komt dat?

3* Vergelijk jouw schema met dat van een medeleerling. Bespreek jullie schema’s aan de hand van de vragen. a Bevat het schema voldoende informatie? Kan iemand die de tekst niet gelezen heeft, begrijpen waarover het gaat?

IN

2 Lees de tekst Jongerentaal van Sterre Leufkens in de Trajectwijzer en maak een schema.

9.3

b Geeft het schema de informatie overzichtelijk weer? Is er een duidelijke structuur?

N

c Geeft het schema de informatie aantrekkelijk weer? Is het goed leesbaar? Gebruik je kleuren, pijlen, symbolen?

Dealen met je dialect

©

6

VA

4* Sommige mensen van de oudere generatie hebben vooroordelen bij jongerentaal en straattaal. Heb jij als jongere ook vooroordelen bij bepaalde taalvariëteiten?

ie

De Nederlandse tv-omroep NOS maakte drie filmpjes over dialectsprekers in Nederland. Bekijk de drie filmpjes en bespreek de vragen. 1* In het eerste filmpje ligt de focus op de negatieve reacties die taalvariëteiten kunnen uitlokken.

rs

a Over welke soort taalvariatie gaat het in dit filmpje?

b Is het al gebeurd dat je mensen anders bekeek omdat ze een andere taal(variëteit) spreken? Waarom (niet)?

fv e

c Heb je zelf al meegemaakt dat je werd uitgelachen om een accent of om een andere taal(variëteit)? Hoe voelde je je daarbij?

pr oe

2* Wat met dialect op het werk? Kijk even mee wat deze mensen erover zeggen. a Over welke soort taalvariatie gaat het in dit filmpje? b Vind je het terecht dat mensen opmerkingen krijgen als ze een accent hebben of dialect spreken op het werk? Is dat voor alle jobs hetzelfde? c Sommigen willen zich wel aanpassen en bijvoorbeeld logopedie volgen. Vind je dat een goed idee of eerder overbodig?

3* In het derde filmpje komen enkele mensen aan bod die trots zijn op hun dialect. a Wat vind je van de volgende uitspraken? Zijn ze herkenbaar voor jou? Waarom (niet)? – Als ik in mijn dialect praat of schrijf, blijf ik meer mezelf. – Thuis praten we dialect, maar als er bezoek komt, praten we standaardtaal. b Welke taalvariëteit ligt het dichtst bij jezelf?

384

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


7

Praten over taalvariatie 1* Welke taalvariëteit zou jij spreken in de volgende situaties? a Leg uit waarom.

VA

Verdieping: taalvariatie

Tijd om je nog wat meer in het onderwerp te verdiepen en een eigen mening te vormen.

©

Kies een onderwerp uit de lijst. De sterretjes duiden de moeilijkheidsgraad van de opdracht aan. Opdrachten met één sterretje zijn makkelijk te maken. Opdrachten met twee sterretjes zijn iets moeilijker. Word je graag uitgedaagd? Kies dan de opdracht met drie sterretjes. * 1 Dialect voor anderstaligen * 2 Een boekengeschenk voor asielzoekers * 3 Mogen VRT-presentatoren dialect spreken? * 4 Taalvarianten ondertitelen op tv ** 5 Alle talen zijn mengtalen ** 6 Kinderen opvoeden in het dialect (1) ** 7 Kinderen opvoeden in het dialect (2) *** 8 Dialect op het werk

STAP 2

STAP 3

fv e

rs

ie

STAP 1

De leerkracht geeft je een bron en de bijhorende vragen. Je krijgt twintig minuten om het onderwerp uit te pluizen. Noteer voor jezelf de antwoorden. Je krijgt een minuut de tijd om iets over jouw onderwerp te vertellen aan de klas. Je luistert op jouw beurt naar wat medeleerlingen te vertellen hebben.

pr oe

8

een leerling op een stageplaats iemand die de eerste keer ergens gaat babysitten een leerkracht in de klas een leerkracht op een oudercontact een verzorgende in een woonzorgcentrum

N

1 2 3 4 5

IN

b Gebruik in je argumentatie zo veel mogelijk begrippen uit het lijstje: formeel – informeel – situationele context – geografische verschillen – sociolinguïstisch – identitaire functie – taalvariëteit – status – jargon.

STAP 4

Samen met je leerkracht noteer je wat je van de opdrachten moet onthouden.

f3 Taalvariatie: mijn talen

385


f taal analyseren en beschrijven

f4 f1

Taalvariatie: culturele verschillen

Non-verbale communicatie interpreteren

N

1

IN

1 Je krijgt inzicht in culturele verschillen in verbale en non-verbale communicatie. 2 Je leert hoe die verschillen de communicatie kunnen beïnvloeden. 3 Je selecteert relevante informatie uit luister- en leesfragmenten.

©

VA

Als je aan de kant van de weg je duim omhoogsteekt, geef je aan dat je graag een lift wilt. Maar in verschillende Afrikaanse landen is het gebaar met de duim omhoog zo obsceen dat de lifter geen lift kan verwachten, maar wel een pak slaag.

pr oe

fv e

rs

ie

Iemand die lacht met open mond, misschien word jij daar vrolijk van. Nochtans zien niet alle mensen dat als iets positiefs. Een Japanner bijvoorbeeld vindt zo’n wijdgeopende mond in veel situaties ongepast. Binnen de Japanse cultuur is bescheidenheid de belangrijkste voorwaarde voor welgemanierdheid. Daarbij hoort ook het onderdrukken van de emoties.

386

Nee schudden en ja knikken; het zijn voor ons evidente gebaren. Een westerling kan er dan ook maar moeilijk aan wennen dat mensen uit Griekenland of India nee schudden als ze ja bedoelen en ja knikken als ze nee bedoelen.

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


1* Soms worden gebaren fout begrepen, zoals blijkt uit de tekstjes hierboven. Is het jou al eens overkomen dat je een gebaar maakte dat verkeerd begrepen werd? 2 Hoe zou jij de volgende voorbeelden van non-verbale communicatie interpreteren? a Bedenk eerst zelf wat het gebaar voor jou betekent en zoek daarna op welke andere betekenissen het gebaar nog kan hebben. Noteer je bevindingen.

Verbale communicatie

©

1 In het vorige lesdeel maakte je kennis met voorbeelden van culturele verschillen op non-verbaal niveau. Maar ook op verbaal niveau, in de taal zelf, zitten er verschillen.

rs

b* Hoe vraag je hetzelfde aan de ouders van een vriend als je er nooit eerder geweest bent? c Zijn er verschillen? Hoe kun je die verklaren?

© VRT

ie

a* Hoe vraag jij thuis aan tafel om de boter door te geven?

fv e

Je beluistert een interview met Katarzyna Wiercińska van de Universiteit van Poznan. Zij legt uit waarom sommige mensen het Pools een botte taal vinden. 2 Waarom vonden Wiercińska’s Vlaamse vrienden haar te bot? 3 Wat bedoelt Wiercińska met de volgende uitspraken? Leg ze uit in je eigen woorden. a ‘Onze moedertaal is ons referentiepunt.’

pr oe

2

VA

N

IN

b* Ken je zelf nog voorbeelden van gebaren die niet universeel zijn?

b ‘de gewenste communicatiestijl’

4 Wiercińska’s vriend noemt haar stijl ‘telegrafisch’. Wat bedoelt hij daarmee? 5 In het interview komen ook verschillen tussen Vlamingen en Nederlanders aan bod. Welke verschillen stelt Wiercińska vast? 6 Sluit het Pools eerder aan bij het Nederlands van de Nederlanders of dat van de Vlamingen?

f4 Taalvariatie: culturele verschillen

387


3

Wat heb ik al geleerd? Is (non-)verbale communicatie universeel? 1 Noteer wat je geleerd hebt uit de voorbije opdrachten volgens de Cornell-methode.

5.3.2

a Gebruik in je samenvatting zeker de volgende woorden: non-verbale communicatie – verbale communicatie – emoji’s – culturele verschillen – universeel. b Vermeld in je samenvatting ook voorbeelden, dat maakt het veel makkelijker om de leerstof te onthouden.

Communicatie analyseren

IN

4

N

Ken je het communicatieschema van Jakobson nog? Roman Jakobson (1896-1982) was een Russische taalkundige en een van de grondleggers van de moderne taalwetenschap. Hij heeft een communicatiemodel ontwikkeld dat nog steeds in de communicatiewetenschappen gebruikt wordt.

VA

1 Je leerkracht geeft uitleg over het communicatiemodel. Terwijl je luistert, maak je notities. a Maak van het model een overzichtelijk Cornell-schema.

b De volgende begrippen moeten zeker in jouw schema voorkomen: zender – boodschap – ontvanger – intentie/tekstdoel – code – medium – context/referentiekader – ruis.

©

pr oe

fv e

rs

ie

Je leerde dat communicatie tot misverstanden (ruis) kan leiden. Die ruis heeft vaak te maken met een verschillende culturele achtergrond. In 2005 publiceerde een cartoonist in een Deense krant enkele spotprenten die betrekking hadden op Mohammed of op de islam. Die cartoons hebben wereldwijd tot verontwaardiging geleid en zelfs tot protesten waarbij naar schatting 100 mensen om het leven kwamen. Volgens sommige moslims verbiedt de Koran het immers om de profeet Mohammed af te beelden. Andere moslims waren vooral verbouwereerd omdat de cartoons de profeet in verband brachten met terrorisme.

3 Bespreek voor deze cartoons enkele elementen van het communicatiemodel. Geef – genuanceerd en objectief – uitleg bij zender, ontvanger, tekstdoel, code, medium en ruis. 4* Het voorbeeld dateert van 2005. Vijftien jaar later, in 2020, werd in Frankrijk een leerkracht vermoord omdat hij de bewuste cartoons had getoond in een les maatschappelijke vorming. Denk je dat zoiets vandaag nog mogelijk is? Waarom (niet)?

5 Hoe zouden we ruis kunnen vermijden?

388

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven

© CurvaBezier - stock.adobe.com / ImageSelect

2 Controleer je antwoord in de Trajectwijzer. Welk verschil zie je in het communicatieschema in de Trajectwijzer?

1.1


Dankjewel: geen woorden, maar daden

IN

Zeg jij altijd netjes ‘dankjewel’ als iemand je iets aangeeft? Uit een groot wereldwijd onderzoek blijkt dat we dit met zijn allen veel minder vaak doen dan je zou verwachten. Sommige talen hebben zelfs geen woord voor ‘dankjewel’. Dat is volgens de onderzoekers ook prima te verklaren. Erica Renckens

N

75%

50%

25%

0%

Cha’palaa

Siwu

Lao

Polish

Russian Murrinhpatha Italian

English

Gemiddeld voeren mensen zeven van de acht verzoeken ook daadwerkelijk uit. Het gaat hier om verzoeken in alledaagse, huiselijke situaties, zoals ‘Wil je X even aangeven/vasthouden/ wegleggen?’ Floyd et al (2018)

ie

©

Een fictief voorbeeld, dat toch niet helemaal uit de lucht blijkt gegrepen. In werkelijkheid bestaan er namelijk verschillende talen waarin een woord om je dankbaarheid te uiten ontbreekt, waaronder het Cha’palaa in Ecuador en het Murrinhpatha in Australië. Dit is echter geen teken van onbeschaafdheid, zo blijkt uit onderzoek van een internationaal team van taalkundigen.

100%

VA

In de hitserie Game of Thrones krijgt de beeldschone Daenerys Targaryen van haar kersverse echtgenoot een prachtig wit paard cadeau. Ze wil hem bedanken, maar is nog niet zo bekend met het Dothraki, de taal van zijn strijdende nomadenvolk. Uit navraag blijkt dat zijn taal geen woord kent voor ‘dankjewel’ – wat karakteristiek lijkt voor zijn barbaarse volk.

pr oe

fv e

rs

‘Het is helemaal niet onbeleefd; het past juist binnen de verwachting dat je wordt geholpen als dat nodig is’, aldus Nick Enfield, hoogleraar Taalwetenschap aan de universiteit van Sydney en een van de hoofdonderzoekers. En aan die verwachting wordt meestal ook voldaan, zo laten zijn onderzoeksgegevens zien. Samen met collega’s die veldwerk doen in acht verschillende talen en culturen verspreid over de wereld, speurde hij in filmopnames van alledaagse, informele situaties naar fragmenten met verzoeken om hulp. Meestal vroeg iemand hier aan een ander om even iets aan te geven, vast te houden of weg te leggen. Van de 1057 van dit soort verzoeken die ze vonden in hun archieven, werden er 928 ingewilligd (87,8 procent). Dit toont volgens de onderzoekers een algemene, cultuuroverstijgende norm voor hulp en samenwerking.

f4 Taalvariatie: culturele verschillen

‘DANKJEWEL’ IS GOEDKOOP Van deze 928 ingewilligde verzoeken gingen de onderzoekers vervolgens na hoe vaak de helper expliciet werd bedankt met een woord of een gebaar. Dit gebeurde in slechts 5,5 procent van de gevallen: 51 keer. In het eerder genoemde Cha’palaa gebeurde het helemaal niet en zelfs in het Engels, dat toch bekendstaat om zijn soms wat overdreven beleefdheid, kwam de meter niet verder dan 14,5 procent. Die uitkomst is minder vreemd dan ze misschien lijkt, aldus Enfield. ‘Woorden als “dankjewel” zijn eigenlijk maar goedkoop. Ze hebben niet dezelfde waarde als een oprechte verbinding, waarin je weet dat de ander hetzelfde voor jou zou doen als dat nodig is. Een samenleving wordt niet bijeen gehouden door gemakkelijke aardigheden, maar door de oprechte wederkerigheid die aan sociale relaties ten grondslag ligt.’ In zulke gemeenschappen is dankjewel zeggen dus niet nodig om de onderlinge verstandhoudingen gezond te houden.

389


100%

English

75%

Cha’palaa

50%

0,8% (1/125)

Cha’palaa

Siwu

Lao

Polish

Russian Murrinhpatha Italian

English

4,5% (3/67)

In alledaagse, informele situaties worden mensen maar zelden expliciet bedankt voor hun hulp. In formele situaties, zoals in winkels of met vreemden, zal dit percentage naar verwachting hoger liggen. Enfield: ‘Daar is geen sprake van een persoonlijke relatie waarin hulp later als wederdienst geboden kan worden.’ Floyd et al (2018)

Dit onderzoek laat zien dat we het Engels niet moeten zien als het uitgangspunt in onderzoek naar talen. Op basis van die taal zou je verwachten dat het vrij normaal is om je dankbaarheid te uiten in informele situaties. Enfield: ‘We gaan er automatisch van uit dat onze eigen taal het referentiepunt is, een soort “gemiddelde”. Maar wetenschappers hebben al vaak laten zien dat talen als het Engels en Nederlands in veel opzichten juist buitenbeentjes zijn.’ In de psychologie en taalwetenschap staan deze talen en culturen dan ook inmiddels bekend als WEIRD (Western, Educated, Industrialized, Rich, Democratic) – en dus niet representatief voor ‘de mens’. ‘De talen van kleine gemeenschappen die in dorpen leven, zoals het Siwu, het Cha’palaa of het Murrinhpatha, zijn waarschijnlijk veel representatiever voor de mens als soort. Zij leven nog zoals de mens bijna zijn hele geschiedenis heeft geleefd: in kleine groepen en met weinig contact buiten die groep.’ Die talen laten hier duidelijk zien dat daden luider spreken dan woorden. Naar: www.nemokennislink.nl

pr oe

fv e

rs

ie

©

NIET REPRESENTATIEF Er zijn zelfs culturen die ‘dankjewel’ zeggen overdreven en onbeleefd vinden. ‘Sommige taalgemeenschappen, bijvoorbeeld het Hindi in Zuid-Azië, kijken zo naar het Engels’, vertelt Enfield. ‘Volgens hen benadrukt “dankjewel” de onderlinge schulden te veel en maakt het een big deal van de gunsten die we elkaar continu verlenen. Je doet alsof iemand je leven heeft gered, terwijl hij je alleen een glaasje water heeft aangereikt.’

De acht onderzochte talen in het onderzoek. Floyd et al (2018)

IN

0% (0/97)

3,1% (4/129)

13,5% (20/148)

14,5% (18/124)

2,2% (3/139)

Murrinhpatha

N

0%

2% (2/99)

Lao

Siwu

VA

25%

Polish Russian Italian

Leesopdracht

Lees de tekst Dankjewel: geen woorden, maar daden en beantwoord de vragen.

1.1

6 Bespreek bij deze tekst enkele elementen van het communicatiemodel: zender, code, context en tekstdoel.

4.6

7 Vat de tekst in enkele zinnen samen. Gebruik daarvoor de vragen van de onderzoeksstructuur. 8 Leg de volgende zinnen in je eigen woorden uit. a Een fictief voorbeeld, dat toch niet helemaal uit de lucht blijkt gegrepen. b Volgens hen benadrukt ‘dankjewel’ de onderlinge schulden te veel en maakt het een big deal van de gunsten die we elkaar continu verlenen.

390

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


f taal analyseren en beschrijven

f5

Syntaxis: soorten zinnen

12.1.7

1

IN

1 Je kunt actieve en passieve zinnen van elkaar onderscheiden. 2 Je kent het verschil tussen een nevengeschikte en een ondergeschikte zin. 3 Je kent het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin.

De taal in interviews bestuderen Lees de interviews op p. 190 en los de bijhorende vragen op.

N

12.1.8

2 Hoe komt dat, denk je? 3 Wat valt er op aan de zinnen in de tweede tekst?

VA

1* Welke tekst kon je het vlotst lezen? Welke tekst vind je het best geschreven?

4 Zoek in de eerste tekst drie samengestelde zinnen met nevenschikking. 5 Wat zijn typische nevenschikkende voegwoorden?

©

6 Zoek in de eerste tekst drie samengestelde zinnen met onderschikking. 7 Wat zijn typische onderschikkende voegwoorden?

pr oe

fv e

rs

ie

8 Samengestelde zinnen zijn vaak langer dan enkelvoudige zinnen. Hoe weet je welke zinsoort je het best gebruikt?

f5 Syntaxis: soorten zinnen

391


2

Interview met een psycholoog

Interview met een psycholoog

Waarom ben jij psycholoog geworden? Om ondersteuning te geven aan mensen die psychische hulp vragen. Mijn missie is: vanuit een oplossingsgerichte benadering onderzoek en behandeling bieden met een hoge kwaliteit, zodat iemand op eigen kracht weer verder kan. Naast een uitdagende job voor mezelf, waarin ik al mijn kennis kan gebruiken, wilde ik dus ook een baan waarin ik anderen kan helpen.

Waarom ben jij psycholoog geworden? Om ondersteuning te geven aan mensen die psychische hulp vragen. Ik heb een missie. Vanuit een oplossingsgerichte benadering bied ik onderzoek en behandeling met een hoge kwaliteit. Zo kan iemand op eigen kracht weer verder. Ik wou altijd een uitdagende job voor mezelf. In die job kan ik al mijn kennis gebruiken. Daarnaast wilde ik ook een ander soort baan. Een baan waarin ik anderen kan helpen.

Kun je een gemiddelde werkdag beschrijven? Elke cliënt wordt goed voorbereid. Zo lees ik het volledige klantendossier en bekijk ik eventueel gemaakte testen. Ook bekijk ik meteen wat het probleem zou kunnen zijn. Aan de hand van het specifieke probleem en met de vakliteratuur in de aanslag, kies ik voor de meest geschikte behandelvorm of therapie. Dankzij het gesprek met de cliënt ontvang ik nog meer informatie door te luisteren.

Kun je een gemiddelde werkdag beschrijven? Elke cliënt wordt goed voorbereid. Zo lees ik het volledige klantendossier. Ook bekijk ik eventueel gemaakte testen. Tot slot graaf ik ook dieper. Wat zou het probleem kunnen zijn? Aan de hand van het specifieke probleem en met de vakliteratuur in de aanslag, kies ik voor de meest geschikte behandelvorm of therapie. Dankzij het gesprek met de cliënt ontvang ik nog meer informatie door te luisteren.

N

VA

Ik heb verschillende kwaliteiten. Ik toon veel empathie. Daarbovenop bied ik handvaten. Met die handvaten kan men met bepaalde situaties omgaan. Ook toekomstgericht denken en perspectief bieden is wat ik doe. Na elk gesprek wordt het klantendossier natuurlijk bijgewerkt.

ie

©

Mijn kwaliteiten zijn vooral empathie tonen, handvaten bieden voor hoe men met bepaalde situaties kan omgaan, toekomstgericht denken en perspectief bieden. Na elk gesprek wordt het klantendossier natuurlijk bijgewerkt want er is vaak verder onderzoek nodig.

IN

1

Wat is de grootste uitdaging in je werk? Ik wijs mensen de weg. Op die weg leren ze met bepaalde situaties omgaan. Dat blijft een uitdaging. Zelfs al is het mijn specialiteit. Dat is immers niet altijd even gemakkelijk.

Wat geeft jouw baan de meeste voldoening? Een klant zodanig begeleiden dat mijn hulp niet meer nodig is.

Wat geeft jouw baan de meeste voldoening? Een cliënt volledig begeleiden. Net totdat mijn hulp niet meer nodig is.

pr oe

fv e

rs

Wat is de grootste uitdaging in je werk? Hoewel mensen de weg wijzen in hoe ze met bepaalde situaties moeten omgaan een van mijn specialiteiten is, blijft het ook een uitdaging. Dat is immers niet altijd even gemakkelijk.

392

Wat zijn de minder leuke kanten van je baan? Ik kan te maken krijgen met deprimerende omstandigheden. In gesprek gaan met cliënten vraagt daarnaast ook een langdurige concentratie, wat erg vermoeiend kan zijn.

Wat zijn de minder leuke kanten van je baan? Ik kan te maken krijgen met deprimerende omstandigheden. In gesprek gaan met cliënten vraagt daarnaast ook een langdurige concentratie. Dat kan erg vermoeiend zijn.

Welk advies zou jij mensen die psycholoog willen worden geven? Kies de studie niet omdat je zelf het nodige hebt meegemaakt en denkt dat je hierdoor je beter in een ander kunt verplaatsen. Bereid je voor op keiharde concurrentie. Maar volg je hart en ga ervoor.

Welk advies zou jij mensen die psycholoog willen worden geven? Er is een foute manier om je studiekeuze te maken. Je hebt zelf het nodige meegemaakt. Daardoor denk je verkeerd. Namelijk dat je je beter in een ander kunt verplaatsen. Bereid je voor op keiharde concurrentie. Maar volg je hart. Ga ervoor.

Naar: www.nationaleberoepengids.nl

Naar: www.nationaleberoepengids.nl

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


Samengestelde zinnen: nevenschikking en onderschikking 1 Je vond in het interview drie samengestelde zinnen met onderschikking. Zoek daarin de bijzin. 2 Lees de onderstaande zinnen uit Het wordt spectaculair, beloofd van Zita Theunynck.

het tomatensausje dat jullie klaarmaakten.

E

niet van afhangt, maar ik wil het zo graag weten.

Mijn mama maakte me soms voor school heel vroeg wakker en dan reden we naar het kanaal en we zwommen daar.

Ik was er zeker van dat je al urenlang niets meer gegeten had.

N

D Ik weet dat mijn leven er

C

IN

B Je liet haar wijn gieten in

Wat is het leukste dat jij ooit al gedaan hebt?

a Zoek de onderwerpen en pv’s.

VA

A

b Hieronder staan de zinnen zonder hun voegwoorden. Er werd niets aan de woordvolgorde veranderd. Welke zinnen zijn correct? A1 Wat is het leukste A2 Jij ooit al gedaan hebt

©

B1 Je liet haar wijn gieten in het tomatensausje B2 Jullie klaarmaakten

rs

ie

C1 Mijn mama maakte me soms voor school heel vroeg wakker C2 Dan reden we naar het kanaal C3 We zwommen daar D1 Ik weet dat mijn leven er niet van afhangt D2 Ik wil het zo graag weten

fv e

2

E1 Ik was er zeker van E2 Je al urenlang niets meer gegeten had c Vul op basis van oefeningen a en b het Onthouden-kader in.

pr oe

12.1.8

onthouden

In samengestelde zinnen met nevenschikking •  staan het onderwerp en de … (a) altijd naast elkaar, •  kun je de zin splitsen in twee correcte, … (b) zinnen, •  kun je het voegwoord vervangen door een … (c) en de zinnen blijven correct.

In samengestelde zinnen met onderschikking •  verandert de woordvolgorde als je een … (d) toevoegt, •  krijg je een … (e) zin als je de zin opsplitst in twee enkelvoudige zinnen.

f5 Syntaxis: soorten zinnen

393


12.1.6

3

Actieve en passieve zinnen Belga Photo Jonas Roosens

Vijf verdachten gearresteerd na steekpartij in Antwerpen

IN

De politie van Antwerpen heeft vijf mensen gearresteerd voor hun mogelijke betrokkenheid bij een steekpartij eerder zaterdagmorgen in de Bisschopstraat in Antwerpen. Daar werd een man zwaargewond door verschillende steekwonden aangetroffen.

VA

N

Kort na 11 uur zaterdagvoormiddag stuurde de centrale de hulpdiensten naar de Bisschopstraat in Antwerpen. (1) werden de hulpdiensten naar de Bisschopstraat in Antwerpen gestuurd. Daar troffen ze een zwaargewonde man aan die verschillende steekwonden had. ‘De ambulance bracht de man zwaargewond naar het ziekenhuis’, (2) ‘De man werd zwaargewond naar het ziekenhuis overgebracht’, zegt Lieselotte Claessens van het Antwerpse parket. ‘Hij heeft levensbedreigende letsels.

rs

Bron: standaard.be - 15/05/2021

ie

©

Korte tijd later werden vijf verdachten in de buurt gearresteerd. Eén van hen is minderjarig. De onderzoeksrechter werd gevorderd en er werd een onderzoek naar poging tot moord gestart door de onderzoeksrechter. (3) de onderzoeksrechter startte een onderzoek naar een poging tot moord. De onderzoeksrechter ging meteen na de feiten ter plaatse om de juiste omstandigheden van de feiten te kunnen onderzoeken. In de loop van de namiddag en avond werden de vijf verdachten verhoord. In de loop van de avond of morgen wordt er door de onderzoeksrechter beslist of de verdachten aangehouden blijven of niet. (4) De onderzoeksrechter zal in de loop van de avond of morgen beslissen of de verdachten aangehouden blijven of niet.

a b c d e

Waarom veranderde de eindredacteur zinnen (1) en (2)? Hoe noem je de zinsoort die de eindredacteur bij (1) en (2) gebruikte? Waarom veranderde de eindredacteur zinnen (3) en (4)? Hoe noem je de zinsoort die de eindredacteur bij (3) en (4) gebruikte? Bestaat een tekst het best uit vooral actieve of uit vooral passieve zinnen?

pr oe

12.2.8

fv e

1 Lees nu hierboven de tekst van een journalist. De eindredacteur heeft enkele aanpassingen aangebracht. Los de bijhorende vragen op.

4

12.1.6

Helder schrijven (en spreken)

1 Lees de tekst Weg met het passief in de Trajectwijzer. Los de bijhorende vragen op. a Wanneer gebruik je het best de actieve zinsvorm? b Waarom wordt de actieve vorm in het algemeen als de betere zinsvorm aanzien? c Schrijf bij elke zin hieronder waarom er toch voor de passieve vorm is gekozen. 1 2 3

394

De man die door de buitenwipper was geslagen, moest een nacht in het ziekenhuis blijven. De vrouw is rond 10u30 gisterenavond vermoord. De kerstboom op het Rockefeller Center in New York wordt ieder jaar mooi versierd.

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


f taal analyseren en beschrijven

Taalverandering: hoe een pandemie het Nederlands beïnvloedt 1 2 3 4 5

Voor het lezen

N

1

Je kunt een informatief artikel lezen en begrijpen. Je kunt via lees- en woordenschatstrategieën de betekenis van onbekende woorden achterhalen. Je kunt inschatten hoe ons Nederlands gaat evolueren na de pandemie. Je kunt leenwoorden van bastaardwoorden onderscheiden. Je kunt nieuwe woordenschat gebruiken.

IN

f6

VA

In maart 2020 stond de wereld plots stil. Het coronavirus schopte stevig om zich heen en veel mensen raakten besmet, werden ziek, of erger nog, overleden ten gevolge van dit virus. Landsgrenzen gingen dicht, regeringen namen drastische maatregelen zoals het inperken van onze bewegingsvrijheid, het afstand houden van familieleden en vrienden, het sluiten van de horeca, scholen … Enkel noodzakelijke boodschappen konden nog. Ieder land nam andere maatregelen, afhankelijk van de ernst van de situatie aldaar. Al snel domineerde covid-19 de hele media en beïnvloedde het langs die weg zelfs ons dagelijks taalgebruik.

©

De krant De Standaard staat in een uitgebreid artikel stil bij de invloed die de pandemie had op ons dagelijks taalgebruik. Lees de tekst op p. 194-195 een eerste keer globaal en bespreek klassikaal volgende vragen.

ie

1 Als je de titel en de tussentitels bekijkt, kun je dan besluiten waarover de tekst gaat? 2 Wat is het hoofddoel van de tekst?

3 Wat verwacht je dat een journalist denkt over de Engelse woorden in het Nederlands?

rs

4 De auteur van het artikel behandelt de taal Nederlands op een bijzondere manier. Leg dit uit aan de hand van de titels en tussentitels.

fv e

5 In de tekst verwijst de auteur naar het woordenboek Van Dale. Wat is volgens jou de betrouwbaarheid van deze bron? 6 Hoeveel woorden zijn er bijgekomen in het Nederlands naar aanleiding van de pandemie? 7 In de tweede graad leerde je al heel wat over hoe woorden uit andere talen het Nederlands beïnvloeden. Geef een definitie van de volgende termen en bedenk ook een voorbeeld: leenwoorden – vreemde woorden – bastaardwoorden.

pr oe

2.8

8 In de tekst staan verschillende moeilijke woorden. Je vindt hieronder een selectie. Orden die woorden in vier groepen. A woorden die ik nog nooit heb gehoord B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken

nestelen – pandemie – gissen – kruisbestuiving – sociolinguïst – iets duiden – vakjargon – alternatief – krakkemikkig – concurreren – territorium– stoutmoedig – corpus – tsunami – kosmopolitisch – potsierlijk – elitair

f6 Taalverandering: hoe een pandemie het Nederlands beïnvloedt

395


AL S B ESCH E R M I NG TEG E N AL DAT CO RO NA- E N G E L S:

IN

MOET ONS NEDERLANDS EEN MONDMASKER AAN?

ie

©

VA

N

‘Alle “preteaching”, “videocalls”, “home working” en “contact tracers” ten spijt, als we ons niet massaal aan de “social distancing” houden, raken we nooit uit deze “lockdown”.’ Het ene virus moet een ander hebben voortgebracht: samen met de verspreiding van sars-CoV-2 heeft zich een hardnekkig corona-Engels genesteld in ons Nederlands. Sommigen zullen het niet eens opgemerkt hebben, maar heel wat mensen krijgen er eczeemachtige jeuk van aan hun taalgevoel. Een lezer gist naar het waarom van al dat Engels: zijn journalisten ‘te lui, willen ze geleerd overkomen of zijn ze onbekwaam als slachtoffer van de verengelsing van het hoger onderwijs’? ‘Ze zijn ook niet meer fier op hun taal.’

rs

Nu kan men veel van journalisten zeggen, – onder andere dat ze geleerd willen overkomen – maar niet dat ze niet gehecht zijn aan ons Nederlands. Als er één gilde is die taal en stijl hoog in het vaandel draagt, dan wel die van de journalisten. Wat is er dan aan de hand met dat Engels in de krant en daarbuiten? Gaat het om een pandemie?

fv e

Engels - Nederlands: een kruisbestuiving? Eerste geruststelling. Met het coronavirus is niet alleen een bataljon Engels onze taal ingeslopen. Hoofdredacteur van Van Dale Ton den Boon verzamelde in zijn online Coronawoordenboek heel wat termen, waarvan de meeste Nederlandstalig.

pr oe

‘Een maatschappelijke verandering brengt nu eenmaal nieuwe termen mee. Gaat het daarbij om een internationale crisis, zoals deze, dan volgen er automatisch internationale termen, zoals “lockdown” of “flatten the curve”. Als er voor een concept een gat is in onze taal, dan moet dat gevuld’, verklaart sociolinguïste Eline Zenner (KU Leuven). ‘Maar volgens mij storen mensen zich er meer aan dat er vaker vakjargon gebruikt wordt, dan dat het om Engels gaat. Belangrijk is dat de media zulke nieuwe woorden goed duiden. Dat er eerst wat terughoudendheid is om zo’n vakterm naar het Nederlands te vertalen, is begrijpelijk: dekt de vertaling de lading nog wel? Je wilt niet nog méér verwarring zaaien.’ ‘De toegankelijkheid van een tekst kan alleen maar winnen bij een goed Nederlands alternatief’, vindt taalkundige Johan De Caluwe (UGent). ‘Op voorwaarde dat de remedie niet erger is dan de “kwaal”. Liever een Engels woord dat internationaal circuleert dan een geforceerd, krakkemikkig Nederlands alternatief.’ Soms zijn er zoveel varianten dat ze over elkaar heen buitelen. Neem de term “lockdown”, met Nederlandse vertalingen als (land) op slot, onder een stolp, ophokplicht, sociale afsluiting, vergrendeling, in een bubbel, opsluiting, thuisisolatie. Of ook: social (of physical) distance (of distancing), waarvoor vertalingen als sociale

396

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


afstand, fysieke afstand, sociale onthouding, anderhalvemeteren en anderhalvemeterplicht met elkaar concurreren. ‘Hoe langer het duurt voor je een krachtige vertaling te pakken hebt, hoe meer kans dat de Engelse term al zowat het hele territorium heeft ingepalmd’, zegt De Caluwe. ‘Zeker als die kort en krachtig is, en zijn succes in de brontaal al heeft bewezen, is de Nederlandse term op achtervolgen aangewezen.’ Daar lijkt het, althans wat “lockdown” en “social distance” betreft, voor het Nederlands wel naar uit te zien, anders trouwens dan het Frans, dat meteen “le confinement” en “la distanciation” paraat had.

Nederlands als overwinnaar?

N

IN

Nederlanders staan erom bekend dat ze vrijpostiger met onze taal durven om te gaan dan Vlamingen. Maar of ze daarom stoutmoediger corona-Engels in Nederlands durven om te zetten, of omgekeerd, zonder wroeging meer Engels gebruiken? De Nederlandse historisch taalkundige en leenwoordspecialiste Nicoline van der Sijs (Radboud Universiteit Nijmegen) ziet weinig verschil. Ons gesprek brengt vooral nog meer gemoedsrust. ‘Bij een nieuw fenomeen zie je eerst meer leenwoorden, maar als de coronacrisis nog lang duurt, zul je merken dat we vanzelf naar meer Nederlands gaan.’

©

VA

En of journalisten over het algemeen meer Engels gebruiken dan vroeger? Van der Sijs haalt er de cijfers bij. Zij legde samen met Marten van der Meulen twee immense krantencorpora, uit 1950 en 2002, naast elkaar. ‘In vijftig jaar tijd is het aantal Engelse leenwoorden in die corpora slechts met 5 procent toegenomen tot 12 procent van het totale aantal leenwoorden. Het aandeel Engelse leenwoorden in krantenteksten ten opzichte van álle – dus ook de niet-geleende – woorden bedroeg in 2002 slechts 1,1 procent. Er is dus hoegenaamd geen sprake van een tsunami aan Engelse leenwoorden.’

rs

ie

Van der Sijs breit er nog een paar geruststellingen aan vast: ‘Engelse woorden in onze taal zijn erg vluchtig, want ze hangen vaak samen met nieuwigheden. Na dertig jaar is een derde weer verdwenen. Nu stikt het van de coronawoorden, maar daar zullen er weinig van overblijven. Bovendien, zodra je een Engels leenwoord gebruikt, is het gewoon Nederlands: je spreekt het vaak op zijn Nederlands uit, je geeft het een meervoud en verkleinwoord en je vervoegt het volgens de regels van het Nederlands – “kom je mee hangouten?”’

fv e

Overdrijven irriteert

pr oe

Het loopt dus wel los met ons Nederlands en het corona-Engels. Althans volgens de taalkundigen. Leenwoorden zijn er altijd geweest – eerst uit het Latijn, dan het Frans en nu vooral het Engels. Toch vindt historisch taalkundige Freek Van de Velde (KU Leuven) dat er ook redenen te bedenken zijn waarom we voorzichtig moeten omspringen met al dat Engels. ‘Taal dient niet alleen om info helder over te brengen, je drukt er ook mee uit wie je bent. En dan kan overdreven gebruik van Engels – bijvoorbeeld om te tonen dat je kosmopolitisch bent – mensen irriteren.’ Een kamerbreed advies om zo veel mogelijk Engels te vermijden, vindt Van de Velde dan weer ‘stompzinnig’. ‘Dat moet je geval per geval afwegen. Maar er is een belangrijk verschil tussen stad en platteland, tussen de hippe, bakfietsrijdende, noedelsslurpende stedeling die al eens graag een Engels woord gebruikt en de aardappeletende plattelander. (lacht) Steden zijn altijd de aanjagers van taalverandering geweest, dat is al honderden jaren zo. Maar als je alleen voor hippe stedelingen schrijft, loop je het risico dat het doorslaat: dan wordt het potsierlijk en elitair. De taak van een journalist bestaat er net in dat hij begrepen wordt door mensen buiten de vakgebieden die hij verslaat. En trouwens, wat is erop tegen om iets langer te zoeken naar een treffend Nederlands alternatief? Een beeldrijke formulering overstijgt de dagelijkse brij van fantasieloze formuleringen. Overdreven gebruik van Engels – bijvoorbeeld om te tonen dat je kosmopolitisch bent – kan mensen irriteren.’ Bron: standaard.be - 11/05/2020

f6 Taalverandering: hoe een pandemie het Nederlands beïnvloedt

397


Tijdens het lezen

2

Lees het krantenartikel nu grondig. 1 Bekijk opnieuw de woorden uit opdracht 8 op p. 193. Welk woord past in onderstaande contexten? a In 2020 legde een … de hele wereld stil. Covid-19 schreef geschiedenis met verstrekkende gevolgen. b Je hoeft niet steeds met je auto naar school te rijden, de fiets is een milieubewust … .

IN

c Jarenlang … Lionel Messi en Cristiano Ronaldo elkaar op het voetbalveld. d De modeontwerper werd heel beroemd dankzij zijn … klantenbestand van gravinnen, baronessen en zelfs leden van het koningshuis. e Wist je dat een appelboom meer appelen oplevert als hij een … met een andere boom heeft gehad? Toen de dokter me zei dat ik een angina had, wist ik niet meteen wat er mis met mij was. Toen ik om opheldering vroeg, bleek dit … voor keelontsteking.

N

f

Maak een woordenlijst met de moeilijke woorden uit de tekst. Op iDiddit vind je nog enkele oefeningen op de woordenschat uit dit artikel.

3

De auteur laat een aantal mensen aan het woord. a Wie komt er vooral aan het woord in de tekst?

VA

2

b Waarom laat de auteur net die mensen aan het woord?

De gewone taalgebruiker heeft soms het gevoel dat er vooral nieuwe woorden uit andere talen komen. Klopt dat gevoel?

5

Er werden veel Engelstalige coronaleenwoorden in het Nederlands opgenomen.

ie

©

4

a Welke verklaring geeft het artikel hiervoor?

b Waarom worden de Engelse termen niet gewoon naar het Nederlands vertaald?

rs

c Zijn die Engelse leenwoorden blijvertjes?

ONDERWEG

pr oe

fv e

In E1 ontdekte je al heel wat woordenschat van de taalkunde. - Een taalkundige of linguïst benadert de taal vanuit een wetenschappelijke benadering. - Een sociolinguïst bestudeert de relatie tussen taal en een sociale groep. - Een historisch of diachroon taalkundige bestudeert de verandering van taal in de loop der tijd. - Een synchroon taalkundige bestudeert de taal op een bepaald moment. - Een leenwoordspecialist heeft zich gespecialiseerd in leenwoorden. - Een etymoloog bestudeert de herkomst van woorden.

6

Welk talig verschil valt op bij de coronawoordenschat van stedelingen tegenover plattelanders? Hoe komt dat?

7

Hoe staat de journalistiek tegenover de overvloed aan Engelse leenwoorden?

8

In de tekst staat een ander opvallend leenwoord dat zijn opname in onze dagelijkse woordenschat verwierf na een eerdere ramp in 2004 in Thailand. Om welk woord gaat het?

9

De auteur gebruikt verschillende personificaties in de tekst. Geef een aantal voorbeelden.

10* Wat heb je op dit moment geleerd over de link tussen maatschappelijke veranderingen en ons taalgebruik?

398

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


Onthouden Een maatschappelijke verandering heeft een onmiddellijke invloed op ons taalgebruik. Waar aanvankelijk vooral Engelse leenwoorden in de berichtgeving worden gebruikt, verliezen die nadien aan belang en kiezen taalgebruikers voor Nederlandse alternatieven.

Op taalonderzoek

N

1 Je leerkracht deelt een reeks woorden met de klas. Ontdek samen welke coronatermen de pandemie hebben overleefd.

quarantainebubbel

vast aantal personen

live herhalen

contact tracers

opzettelijk negeren

opsporen

PPT of filmpjes

nieuwe leerstof

eigen gezin

afstandsmaatregelen

preteaching

besmet persoon

contacten

onbelemmerd zien

puberopa

©

zestigplusser

VA

2 Welke woorden of zinsdelen houden verband met elkaar? Als je vier goede combinaties maakt, krijg je meteen ook vier ‘coronawoorden’ verklaard.

a Welke link zoeken we?

skypen

fv e

rs

bubbels

ie

3 Hieronder zie je drie klavertjes. Drie woorden hebben telkens een link.

me n

fa

zo o

n ime cet

am us e

line on

pr oe

3

IN

Bij de berichtgeving is het essentieel dat de boodschap begrepen wordt. Soms is een leenwoord gewoon beter, vollediger, maar toch worden ook deze al gauw ‘vernederlandst’.

b In deze klaver is de link gegeven. Welke woorden kun je hieraan verbinden?

f6 Taalverandering: hoe een pandemie het Nederlands beïnvloedt

feesten en bezoeken op afstand

399


4 Ga in de woordpuzzel op zoek naar de woorden die cryptisch omschreven staan. p

l

e

x

i

s

c

h

e

r

m

c

o

r

o

n

o

m

i

e

i

h

l

o

o

v

n

c

a

h

l

v

b

o

r

n

r

c

b

k

q

o

j

a

d

i

o

e

s

o

e

s

d

f

d

c

p

n

e

j

v

n

w

c

o

f

c

n

a

t

e

i

f

a

o

p

w

i

m

k

n

p

d

n

b

k

p

u

a

a

o

i

c

j

l

i

e

p

r

c

o

v

i

d

h

s

a

e

o

v

i

r

o

e

u

s

t

r

a

n

d

l

q

u

a

r

a

n

t

IN

q

r

c

n

l

b

a

c

l

p

j

p

l

o

o

g

p

a

s

u

a

i

n

e

ie

VA

n

©

N

a

pr oe

fv e

rs

a naam van de ziekte b maatregel waarbij je een gebouw of stad niet mag betreden of verlaten vanwege een gevaar c gewichtstoename tijdens de coronaperiode d periode waarin je verplicht of vrijwillig een tijdje in afzondering leeft e wetenschapper die virussen bestudeert f onverzorgd kapsel omdat je niet naar de kapper kon gaan g staafje waarmee in de neus of keel een test wordt afgenomen h economische activiteiten komen tot stilstand en dat heeft een invloed op de economie i scherm aan de kassa dat bescherming biedt j tiener die in quarantaine moet blijven k bewijs dat je je plaats op het strand gereserveerd hebt l iemand die bewust de afstandsmaatregelen niet respecteert m medicatie waardoor een mens antistoffen kan aanmaken

400

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


B

C

D

VA

N

A

IN

5 Welke woorden herken je in de afbeeldingen?

©

6 In de tekst op p. 194-195 wordt vermeld dat de Engelse leenwoorden al snel vernederlandsen. Vervoeg de werkwoorden op de juiste manier.

rs

ie

a Sinds de leerkracht Nederlands … (preteachen) in 2020 heeft ze dé manier gevonden om extra in te zetten op ondersteuningsoefeningen. b Heeft onze poetshulp de keuken vanmiddag … (dettollen)? c Oma … (facetimen) morgen nog even met mijn zusje dat op scoutskamp vertrekt. d Nadat de regering de lockdown had … (unlocken), bleek dat ze opnieuw maatregelen diende te verstrengen. e … (Skyperitieven) je nog steeds met je vrienden uit Australië?

fv e

7 Hoeveel procent van de woorden uit opdracht 5 wordt nog effectief gebruikt? 8 Hoe komt het dat bepaalde woorden verdwenen zijn? 9 Kun je kort samenvatten wat je in deze les over taalevolutie geleerd hebt?

pr oe

Onthouden

Zoals in de tekst beweerd wordt, zal een groot deel van de in 2020 actief gebruikte coronawoordenschat inmiddels verdwenen zijn. Dat kan gaan om woorden waarvan het gebruik verdwenen is of omdat er nieuwe woorden voor in de plaats gekomen zijn. Taal is dus erg onderhevig aan maatschappelijke veranderingen. Nieuwigheden vragen nu eenmaal om nieuwe woorden en aangezien een maatschappij steeds verandert, vaart taal mee in dit kielzog.

f6 Taalverandering: hoe een pandemie het Nederlands beïnvloedt

401


f taal analyseren en beschrijven

Pragmatiek

f7 f1

Direct en indirect taalgebruik

rs

ie

moet die jas daar hangen? ach, moeten is dat een kapstok? nee, dat is nou een stoel je loopt er verdomme langs, langs de kapstok ja, ik weet het, je hoeft mij niet te vertellen wat een kapstok is waarom hang je je jas er dan niet aan? mijn jas hangt al ergens maar niet aan de kapstok nee, niet aan de kapstok, hij hangt over een stoel, dat is een stoel, geen kapstok dat bedoel ik mooi, dan zijn we het eens mooi (stilte) nou, komt er nog wat van? waarvan? die jas, de kapstok, ik dacht dat we het eens waren waren we ook juist, en waarover waren we het dan eens? dat een stoel geen kapstok is juist, nou? nou? nou? wat wil je nou van me? dat je je jas aan de kapstok hangt! zeg dat dan meteen

pr oe

fv e

VADER ZOON VADER ZOON VADER ZOON VADER ZOON VADER ZOON VADER ZOON VADER

©

VA

N

1

IN

1 Je analyseert hoe de context de betekenis van een taaluiting beïnvloedt 2 Je ziet in dat vorm, context en betekenis met elkaar verbonden zijn

ZOON VADER ZOON VADER ZOON VADER ZOON VADER ZOON VADER ZOON

402

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


1* Lees de scène uit Is dat een kapstok? van Esther Gerritsen. a Wat loopt er fout in de communicatie tussen vader en zoon? b Is de situatie herkenbaar voor jou? Waarom (niet)? c Ken je nog voorbeelden van zinnen die fout begrepen kunnen worden? 2 Neem de vraag ‘Is dat een kapstok?’ onder de loep en pas het communicatiemodel erop toe. a b c d e f

Wie is de zender? Wie is de ontvanger? Wat is de letterlijke boodschap? Wat is de onderliggende boodschap (de subtekst)? Wat is het doel van de boodschap? Welk effect heeft de boodschap op de ontvanger?

IN

1.1

Onthouden

VA

N

Bij direct taalgebruik zegt de spreker letterlijk wat hij bedoelt. Bij indirect taalgebruik heeft een boodschap een onderliggende betekenis. We noemen dat de subtekst. Een subtekst is dus de impliciete betekenis van een geschreven of gesproken tekst: datgene wat niet wordt uitgesproken, maar uit de tekst kan worden opgemaakt.

3* Neem je eigen voorbeeld uit opdracht 1c erbij. Wat was daar de boodschap? En wat was de subtekst?

ie

rs

De maximes van Grice

1* In de kapstok-scène uit het vorige lesdeel loopt de communicatie fout omdat de vader zijn boodschap niet duidelijk genoeg verwoordt. Waarom loopt het in de voorbeelden op p. XXX fout?

fv e

Onthouden

De filosoof Paul Grice stelde dat sprekers moeten samenwerken om de communicatie te laten slagen. Hij noemde dat het coöperatieprincipe. Het idee is dat het voor de zender én de ontvanger goed is om samen te werken omdat zij dan een gemeenschappelijk doel kunnen bereiken. Het gemeenschappelijke doel is: elkaar begrijpen.

pr oe

2

©

4 Bedenk een situatie waarin ‘Is dat een kapstok?’ wel een gewone vraag zonder subtekst zou kunnen zijn.

Grice zag vier maximes waaraan communicatie moet voldoen om succesvol te zijn. 1 Maxime van kwantiteit: geef niet te veel en niet te weinig informatie. 2 Maxime van kwaliteit: zeg alleen wat waar is en onderbouw je uitspraken met voldoende bewijs. 3 Maxime van wijze: wees duidelijk, helder en vermijd dubbelzinnigheid of vaagheid. 4 Maxime van relevantie: zeg alleen dingen die relevant zijn voor het gesprek en de huidige context.

2 Bekijk opnieuw de voorbeelden op p. XXX. Welke maximes worden geschonden?

woord het maxime: principe, grondstelling, beginsel

f7 Pragmatiek

403


B

Jakub behaalt altijd schitterende punten voor Nederlands, maar hij kan wel eens rebels zijn en onbeleefd uit de hoek komen tegenover de leerkracht. Als hij weigert een taak in te dienen omdat hij het nut ervan niet inziet, wordt de leerkracht boos en zegt: ‘Als je de taak nu niet onmiddellijk indient, zul je dit jaar niet slagen voor mijn vak.’ Jakub kijkt hem aan, haalt zijn schouders op en dient de taak niet in.

Tijdens de wiskundeles vraagt Adam aan Grace om hem wat te helpen bij een moeilijke oefening, waarop Grace antwoordt: ‘Pff, ik vind wiskunde zo een overschat vak. Wat heb je nu aan functies en afleidingen in het dagelijkse leven? Ik ga later nooit iets met wiskunde doen en toch moet ik dit leren.’

Oma maakt zich boos op haar kleindochter Jun: ze vindt dat zij wel wat meer rekening kan houden met haar leeftijd en haar beperkingen. Jun snapt niet helemaal wat haar oma bedoelt, maar oma zegt: ‘Doe gewoon wat nodig is.’

rs

Omaima vraagt Sophia hoe laat het is, waarop die antwoordt: ‘Goh, ik heb echt al honger.’

pr oe

F

Stevie heeft een verstopte neus, ze moet niezen en hoesten en heeft lichte koorts. Aan de uitleg van de dokter heeft ze echter niet erg veel: ‘De nasale congestie en sternuatie zijn symptomen van een acute virale nasofaryngitis. Het best haalt u wat antipyretica, antitussiva en expectorantia in huis.’

fv e

E

ie

©

D

VA

N

C

Noa gaat voor de eerste keer babysitten op Robyn. Als Noa binnenkomt, vraagt Robyns vader beleefd hoe het met zijn vriendin gaat. Die antwoordt dat alles goed gaat, maar dat ze wel wat buikpijn heeft van haar maandstonden. Robyns vader kijkt even gegeneerd weg en zegt dan: ‘Oké, ik leg je nog even uit waar de flesjes en het verzorggerief van Robyn staan’.

IN

A

G

404

Meneer Maes van natuurwetenschappen vraagt Evy hoe het komt dat de toets zo’n tegenvaller was. Evy vertelt daarop een minutenlang verhaal van de avond daarvoor: de hond van de buren was verloren gelopen en ze was even mee gaan zoeken, haar kat had overgegeven op haar bed, haar kleine broer maakte een crisis omdat hij niet meer mocht gamen, haar moeder hing met haar beste vriendin aan de lijn over de moeilijke situatie op het werk en toen wou ze echt even een paar afleveringen van haar favoriete serie bekijken om wat te ontspannen, waardoor ze dan niet meer kon slapen omdat in de laatste aflevering haar favoriete personage doodging.

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


De context is alles A

B

Het is hier koud.

C Ik heb nog maar 2 euro.

E

F

Niet bewegen!

Ben jij de oudste hier?

Trek je dat aan?

Duurt het nog lang?

H Ik heb genoeg gezien.

I

N

G

D

Goed gedaan!

IN

3

1* Speel nu zelf een scène waarbij een taaluiting verschillende betekenissen kan hebben.

rs

ie

©

VA

a Maak groepjes van drie personen. Elk groepje krijgt een zin of een teken. Bedenk in jullie groepje minstens twee contexten waarin die zin gebruikt kan worden. Let op: afhankelijk van de context moet de zin een andere betekenis krijgen. b Voer beide scènes op voor je medeleerlingen. Let daarbij op een aantal basisregels: spreek duidelijk en articuleer goed. Spreek niet met je rug naar je publiek. c Als alle scènes getoond werden, bespreek je de zinnen. Welke betekenissen zijn mogelijk? d Bespreek volgende vragen. • In welke scène(s) heeft de boodschap een subtekst? Leg uit. • In welke scène(s) is de taaluiting ongepast in die context? Leg uit. • In welke scène(s) wordt voldaan aan het coöperatieprincipe? Leg uit. • In welke scène(s) is de betekenis van de taaluiting afhankelijk van de culturele achtergrond van de spreker?

fv e

2 Lees dit voorbeeld van David Pinto (professor interculturele communicatie aan de Universiteit van Amsterdam) waaruit blijkt hoe de culturele achtergrond van de spreker de communicatie kan beïnvloeden.

pr oe

Een Amerikaanse zakenman informeert tijdens zijn bezoek aan een Japanse zakenrelatie, geheel volgens zijn eigen normen handelend, beleefd hoe het met de echtgenote van de Japanner ging. ‘Goed, dank u’, was het antwoord van de Japanner, waarop de Amerikaan lovende woorden sprak over het kapsel en de kleding van de vrouw. Dit gesprek verliep in voor beiden perfect verstaanbaar Engels, maar de emotionele betekenis was zeer verschillend. De Japanner was namelijk geheel niet gediend van deze Amerikaanse ‘beleefdheden’ en verbrak dan ook de relatie.

a Is er in dit voorbeeld ook sprake van indirect taalgebruik? b Herken je het coöperatieprincipe in dit voorbeeld? c* Ken je zelf nog voorbeelden waarbij de culturele achtergrond een invloed heeft op de betekenis van een taaluiting? Het voorbeeld mag zowel verbaal als non-verbaal zijn.

Onthouden Pragmatiek bestudeert hoe de betekenis van taal afhankelijk is van de context waarin deze wordt gebruikt. Pragmatiek onderzoekt onder andere indirecte taal, non-verbale communicatie, culturele invloeden op taalgebruik en beleefdheidsconventies.

f7 Pragmatiek

405


De vorm doet ertoe

4

Je leerkracht geeft per twee een kaartje waarop een korte scène omschreven staat. 1 Speel de scène en bespreek nadien volgende vragen.

IN

a In welke scène(s) heeft de boodschap een subtekst? Leg uit. b In welke scène(s) is de taaluiting ongepast in die context? Op welke manier? c In welke scène(s) wordt voldaan aan het coöperatieprincipe? In welke niet? Leg uit.

Onthouden

N

Bij communicatie speelt ook de relatie tussen taalgebruikers een rol: hoe verhouden zij zich tot elkaar? Is er sprake van hiërarchie? Hoe groter de sociale afstand tussen de taalgebruikers, hoe belangrijker beleefdheidsconventies worden. context

VA

Beleefdheidsconventies zijn alle (impliciete) afspraken die horen bij het taalgebruik in bepaalde contexten. het gepaste stemvolume gebruiken, op een geschikt moment het woord nemen, eufemismen gebruiken

vorm

betekenis

rs

Spek en bonen

5

ie

©

Behalve de context bepaalt ook de vorm welke betekenis de ontvanger aan een boodschap geeft.

fv e

Je leest een fragment uit het kortverhaal Spek en bonen van Tom Lanoye dat in B3 aan bod kwam.

pr oe

Tanya leest. Tegenover haar heeft een kerel ongevraagd plaatsgenomen. Hij lijkt op die ene, die blonde, uit dat feuilleton op woensdagavond. Hij drinkt een biertje en kauwt op een tandenstoker en houdt geen moment zijn mond. 110

115

120

MARCO: Ik begrijp dat niet. Iedere avond moet ze overwerken. Zegt ze. Overwerken? In een boetiek! Snap jij het? Ik niet. Ik kom dan altijd naar hier om iets te eten. Moederziel alleen thuis aan een keukentafel zitten, dat is niets voor mij. En jij, kom jij hier veel? TANYA: (leest) Af en toe. MARCO: We moeten elkaar al die tijd misgelopen zijn, dat kan niet anders. Ik zou mij jou herinneren. Direct. Zo veel volk komt hier nu ook weer niet. En jij springt nogal in het oog. Echt waar. Ben je altijd zo aan het lezen? TANYA: (leest) Nee. MARCO: Als je liever voort leest, moet je het zeggen. TANYA: (leest) … MARCO: Zeg het maar. Lees je liever verder? Of mag ik je op een koffietje trakteren? Wat denk je? Tanya legt haar boek terzijde en drinkt drie koffies en een milkshake op kosten van Marco.

406

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


1 Analyseer dit gesprek tussen Tanya en Marco aan de hand van de vragen.

IN

a Wat wil Marco met zijn woorden bereiken? (= beoogd efect) b Wordt dat effect ook bereikt: reageert Tanya zoals hij wil? Waarom (niet)? c Hoe reageert Marco op het feit dat ze blijft lezen? d* Hoe zou jij in zijn plaats reageren? Zou het gesprek anders verlopen? Waarom (niet)? e Wat wil Tanya met haar houding en woorden bereiken? (= beoogd efect) f Wordt dat effect ook bereikt: reageert Marco zoals ze wil? Waarom (niet)? g Hoe reageert Tanya op het feit dat hij blijft praten? h* Hoe zou jij in haar plaats reageren? Zou het gesprek anders verlopen? Waarom (niet)? i Waarom zou Tanya haar boek uiteindelijk toch wegleggen, denk je? 2 We zoomen dieper in op de dialoog.

N

MARCO: Ben je altijd zo aan het lezen?

VA

a Heeft deze zin een subtekst? Zo ja, welke? TANYA: (leest) Nee.

©

b Is hier sprake van coöperatie? Waarom (niet)? c Pas het antwoord van Tanya aan zodat duidelijker wordt wat ze bedoelt. Welk effect zou de aangepaste zin op de rest van het gesprek kunnen hebben?

ie

MARCO: Als je liever voort leest, moet je het zeggen. TANYA: (leest) …

rs

d Tanya reageert hier niet verbaal. Maar ook non-verbaal uit ze een boodschap. Welke? e Welk maxime van Grice wordt hier geschonden?

fv e

Je speelt nu zelf de scène tussen Tanya en Marco. Je start met het begin van het gesprek, maar jullie verzinnen zelf een vervolg.

pr oe

MARCO: Ik begrijp dat niet. Iedere avond moet ze overwerken. Zegt ze. Overwerken? In een boetiek! Snap jij het? Ik niet. Ik kom dan altijd naar hier om iets te eten. Moederziel alleen thuis aan een keukentafel zitten, dat is niets voor mij. En jij, kom jij hier veel? TANYA: (leest) Af en toe.

3* Bespreek de verschillende scènes aan de hand van volgende vragen. a In welke scène(s) kwam het tot een succesvolle communicatie? Welke zinnen droegen daar dan toe bij? b In welke scène(s) kwam het niet tot een succesvolle communicatie? Welke zinnen droegen daar toe bij? Welke maximes van Grice werden geschonden? c In welke scène(s) was er sprake van indirect taalgebruik? Welk effect had dat op de toehoorder? d In welke scène(s) werden beleefdheidsconventies geschonden? Welk effect had dat op de toehoorder?

4 In het jaar 2360 zijn alle dialecten zo goed als vergeten … Speel Schoon Schip en red de laatste dialecten van hun ondergang.

f7 Pragmatiek

407


f taal analyseren en beschrijven

Communicatie analyseren: chattaal 1 2 3 4

Inleiding

fv e

rs

ie

©

VA

N

1

Je leert kenmerken van chattaal kennen Je leert hoe chattaal zich verhoudt tot gesproken taal Je reflecteert over je eigen (on)bewuste taalkeuzes Je leert je eigen taalgebruik analyseren met behulp van een begrippenapparaat (verdieping)

IN

f8 f1

1 Schrijf de volgende zinnen op alsof je ze naar je beste vriend(in) zou sturen via een chat-app zoals WhatsApp, Messenger of Snapchat.

pr oe

‘Eigenlijk heb ik het niet meer nodig. Je mag het hebben als je wilt. Misschien ben jij er iets mee.’

2* Vergelijk jouw versie met die van een medeleerling. Welke woorden en/of leestekens hebben jullie anders geschreven? Kun je de verschillen verklaren? 3 Eerder leerde je al over verschillende varianten van het Nederlands. Vind je kenmerken van die varianten in de zinnen terug? 4 Welke kenmerken van chattaal kun je afleiden uit de (verschillen tussen) zinnen?

408

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


Maak er geen punt van! 1* Bekijk de volgende, bijna identieke chatconversaties. a Op welk vlak vind je vormelijke verschillen? b Wat is volgens jou de betekenis van die verschillen? Ge waart zo kort vandaag, scheelt er iets ?

Ge waart zo kort vandaag, scheelt er iets ?

Nee hoor!

Nee hoor.

Nee hoor

N

IN

Ge waart zo kort vandaag, scheelt er iets ?

VA

Een punt is een neutraal leesteken dat we in schriftelijke taal gebruiken om een mededelende zin af te sluiten. In een chatconversatie kan een punt echter plots een emotionele betekenis krijgen. Hoe komt dat? Je luistert naar een interview met taalkundige Lauren Fonteyn (Universiteit Leiden). 2 Wat bedoelt de radiopresentator met ‘een punt is bijna een emotioneel mijnenveld geworden’? 3 Hoe verschilt, volgens Fonteyn, mondelinge van geschreven communicatie?

Onthouden

ie

©

4 Hoe komt het dat een punt in korte berichten een dalende intonatie uitdrukt, maar in lange berichten niet?

fv e

rs

In gesproken taal kunnen we gebruikmaken van non-verbale communicatie om onze boodschap duidelijk te maken. Om gesproken taal zo dicht mogelijk te benaderen, maakt chattaal gebruik van compensatiestrategieën.

Niet alleen met behulp van leestekens kun je non-verbale communicatie tijdens het chatten ‘compenseren’. 5 Bestudeer de volgende berichten en probeer minstens drie andere compensatiestrategieën te vinden. Voeg ook telkens een mogelijke betekenis van die strategie toe.

pr oe

2

WHIEHOEE, happy birthday my friend! Maak er iets moois van & hopelijk kunnen we snel vieren miss you xxx

Ik zag in de advertentie van star dat modern family enkel s1-10 op disney uitkomt

Pfff kheb altijd pech hé ik snap dat ge u zo voelt maar gewoon effe doorzetten en ni opgeven xxx

OMG NOOOO SAD HE

f8 Communicatie analyseren: chattaal

409


3

Kenmerken van chattaal

IN

Eerder zagen we dat compensatiestrategieën een belangrijk en opvallend kenmerk van chattaal zijn. Onderzoekers onderscheiden nog zes andere belangrijke kenmerken van deze taalvariant.

N

compensatiestrategieën

asynchroniciteit: uitgesteld lezen

VA

afkortingen

©

Chattaal

asynchroniciteit: organisatie bericht

rs

ie

multimediale toevoegingen

realtime asynchroniciteit

pr oe

fv e

spel- en tikfouten

1* Drie kenmerken hebben te maken met het fenomeen ‘asychroniciteit’. Wat zou dat wetenschappelijke begrip kunnen betekenen als je de verschillende elementen van het woord bestudeert? 2 Elk kenmerk hoort bij een andere onderzoeksfiche, die je op de volgende pagina’s vindt. Plaats elk kenmerk bij de juiste fiche door telkens de stelling, de chatberichten en het artikel aandachtig te lezen. 3 Stel per kenmerk een goede beschrijving van het kenmerk op. Baseer je voor die beschrijving op de stelling, de chatberichten en het artikel. 4* Ga per kenmerk met een medeleerling in gesprek over de volgende vragen. a Herken je je in deze eigenschap? b Chat je op een soortgelijke manier? c Ga je akkoord met de stelling? d Kun je zelf een extra voorbeeld bedenken? e Wat zijn de positieve en negatieve gevolgen van dit kenmerk op de communicatie tussen de chatters?

410

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


Fiche 1 kenmerk beschrijving STELLING

IN

Ik bel liever.

Ik sta voor uw deur

Hoe zegt ge evil en francais??

Komt ge open doen? Halloooooo?

Ah ja oke haha

ie

©

Oww shit ik zie dit nu pas, maar ge zijt dus binnen geraakt

ARTIKEL

Oke laat maar is al in orde!

VA

Oei sorry was hier duidelijk op vergeten te antwoorden haha

Wilt gij iets doen voor mij?

N

CHATBERICHTEN

Michel van ‘t Klaphek

rs

WhatsApp brengt ‘Later lezen’-functie uit voor meer rust aan je hoofd

fv e

WhatsApp rolt ‘Later lezen’ uit. Met deze functie worden gebruikers niet gestoord door meldingen van nieuwe berichten, maar kun je wel direct verder lezen vanaf het punt waar je was gebleven.

pr oe

De functie, die momenteel nog in ontwikkeling is, werd opgemerkt door WABetaInfo. De website duikt regelmatig in de broncode van WhatsApp-testversies en weet zo als eerste welke nieuwe functies toegevoegd gaan worden. Later lezen laat je, zoals je op basis van de naam kunt verwachten, chats op een later moment lezen en vervangt de huidige mogelijkheid om gesprekken te archiveren. Je gebruikt ‘Later lezen’ op het moment dat je wel op de hoogte wilt blijven van een WhatsApp-gesprek, maar niet nu. Zodra je de functie aanzet, ‘legt’ de app een virtuele boekenlegger zodat je weet waar je was gebleven. Vervolgens komt de desbetreffende chat bovenaan de chat-app te staan en krijg je geen notificaties van nieuwe berichten in het gesprek. In plaats daarvan wordt de chat waarvoor je ‘Later lezen’ hebt aangezet naar de bovenkant van WhatsApp verplaatst. Zodra je tijd hebt, kun je op het gesprek tikken en verder lezen vanaf waar je was gebleven. De functie werkt volgens WABetaInfo zowel voor individuele als groepsgesprekken. Uiteraard kun je ‘Later lezen’ te zijner tijd ook weer uitzetten. Zodra je dat doet, komt het (groeps)gesprek weer in de ‘normale’ chatlijst van WhatsApp te staan. Bron: www.androidplanet.nl

f8 Communicatie analyseren: chattaal

411


Fiche 2 kenmerk beschrijving

Jongeren kunnen tegenwoordig niet meer spellen.

Het is wel mooi!! Die assymetrie moogt ge zeker hebben

We zijn weg van zaterdagavond tot maandagochtend

Did deed pijn op een heela nder niveau

N

CHATBERICHTEN

IN

STELLING

Dat moest met één -s haha, nu ziet het er vreemd uit

VA

Dit* wat the fak

amai blitsbezoek blitzbezoek

©

blitzkrieg

Heel ander niveau van dt-fouten ook blijkbaar

ie

rip spelling *2020

CULTUUR & MEDIA

rs

ARTIKEL

fv e

‘Nice, nie zo veel spelfouten in chats als ged8’ De taal die Vlaamse tieners hanteren als ze chatten of sms’en, bevat minder spel- of tikfouten dan vaak wordt gedacht. Dat blijkt uit onderzoek aan de Universiteit Antwerpen van 28 000 chatconversaties van Vlaamse jongeren. Sms- of chattaal verschilt ook sterk per regio en zelfs per individu.

pr oe

Sara Van Poucke

Voor zijn doctoraatsthesis bestudeerde Benny De Decker van de Universiteit Antwerpen spontane en informele chatconversaties van zowat 28 000 Vlaamse jongeren tussen 13 en 20 jaar. De Decker merkte dat nogal wat stereotiepe denkbeelden over chattaal niet kloppen. Leetspeak, zoals ‘w8’ of ‘suc6’, komen nauwelijks voor, net zoals typische spellingswijzen zoals ‘nix’ in plaats van ‘niks’. In tegenstelling tot wat wordt gedacht, zijn spel- en tikfouten relatief zeldzaam, met één woord op vijftig onbewust foutief gespeld. ‘Daar staat wel tegenover dat Vlaamse tieners voor zowat een kwart van de woorden bewust van de standaardspelling afwijken, met de bedoeling spreektaal of regionaal taalgebruik in geschreven vorm om te zetten’, zegt De Decker.

>

412

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


©

VA

N

IN

Het is dan ook niet verwonderlijk dat regiolecten zich ook vertalen in de sms- en chattaal. De onderzoeker trof sterke taalverschillen per regio en zelfs per chatter aan. Algemeen Vlaams bleken wel ‘gij’ in plaats van ‘jij’ en eind-t-weglating in woorden zoals ‘dat’ of ‘niet’. Niettemin blijkt dat voornamelijk de standaardtaal en tussentaal worden gebruikt en in mindere mate dialect.

ie

‘Chatten heeft schrijftaalrevolutie teweeggebracht’ De Decker onderzocht ook de invloed van het Engels, die zoals verwacht groot is. In één post op acht komt ten minste één woord uit het Engels – met voorop de woorden ‘nice’, ‘sucken’ en ‘dude’. Wel gaat het vaak om woorden uit de wereld van ICT, games en muziek, waar vaak geen Nederlands alternatief voor bestaat. Bovendien worden woorden soms ook vernederlandst, zoals de schrijfwijze ’olraajt’ in plaats van ‘allright’ aantoont.

rs

Volgens De Decker laat tienerchattaal zich het best omschrijven als een genre op zich, met inherent variabele variëteiten waarin elementen uit zowel standaardtaal, tussentaal, chatspeak (zoals de afkortingen ‘mss’ en ‘idd’) en Engels vloeiend gecombineerd worden.

fv e

‘De aantrekkingskracht bestaat er vooral in dat jongeren naar hartenlust van de schools aandoende taalnormen kunnen afwijken, kunnen experimenteren met creatief en innovatief taalgebruik en zo het geschreven Nederlands sterk kunnen personaliseren. Chatten heeft dus absoluut een schrijftaalrevolutie teweeggebracht’, besluit De Decker.

pr oe

Bron: vrt.be/vrtnws

f8 Communicatie analyseren: chattaal

413


Fiche 3 kenmerk beschrijving

Je lief dumpen is gemakkelijker via chat.

414

Gisteren was een topavond, het was echt super leuk en alles is netjes verlopen en zo maar deze morgen wel iets minder. Ik vind het bijzonder jammer dat ik vandaag (van kwart na 10 tot 4(!)) helemaal alleen alles heb kunnen opruimen zonder dat iemand hulp heeft aangeboden laat staan heeft gevraagd of het wel lukte. Ik wil hier ook geen verontschuldigingenforum of blokexcuses mee uitlokken want daar ben ik bitter weinig mee. Ik heb namelijk zelf ook blok en obligate familiebezoekjes. Dat wou ik gewoon even gezegd hebben. Het was leuk geweest om wat hulp aangeboden te krijgen maar bon het is wat het is.

VA

©

pr oe

fv e

rs

Ik ben gewoon na onze breakup veel gaan wandelen met iemand en ja, ik voel me daar gewoon slecht over tegenover u omdat ik me echt heel goed voel bij die persoon en dat dat dan gewoon meer werd dan wandelen Ik heb dit ook nog tegen bijna niemand gezegd omdat ik vond dat jij dit eerst moest weten, maar de timing is gewoon echt verschrikkelijk. Ik wil gewoon niet dat je denkt dat hierdoor het voor mij wilt zeggen dat wij niks betekend hebben want dat is absoluut niet het geval! Soms hebt ge gewoon een klik en valt die niet te onderdrukken en is dat gewoon voor niemand gezond om te Ik had onderdrukken dit nooit zien aankomen en ook nooit de bedoeling gehad om al verder te kijken na ons, maar dat is nu gebeurd en ik kan er echt niks aan veranderen

En ja ik hoop gwn dat ik binnenkort eens opsta met een positieve mindset en ik eens zin heb in een dag want ik ben da zo fucking beu om mijn enthousiasme te faken :’) dat klinkt zo dramatisch haha en ik weet dat ik lang niet de enige ben dus ik moet echt kalmeren want ik ken letterlijk niemand in Leuven met wie het goed gaat – het is gewoon het alledaagse dat een sleur is en als er ook maar iets negatiefs bijkomt zakt alles ineen haha – ik vergeet 1000 dingen, ik kan niet beginnen aan schoolwerk, ik ben superveel bijgekomen ook.. gewoon effe te veel

ie

Ik zou eigenlijk iets moeten vertellen.

N

CHATBERICHTEN

IN

STELLING

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven

OMG sorryyyy!!!


© BigTunaOnline

©

VA

N

IN

ARTIKEL

ie

Je kunt nu je WhatsAppberichten bewerken

rs

Op de momenten dat je een fout maakt of gewoon van gedachten bent veranderd, kun je je verzonden berichten nu bewerken.

fv e

Of je nu een typfoutje wilt corrigeren of extra context wilt toevoegen aan je bericht: we geven je graag meer controle over je chats. Binnen vijftien minuten na verzending van je bericht hoef je het bericht alleen maar lang ingedrukt te houden en Bewerken te kiezen in het menu.

pr oe

Naast bewerkte berichten staat ‘bewerkt’, zodat de ontvangers weten dat het bericht is gecorrigeerd zonder de hele bewerkgeschiedenis te zien. Zoals bij alle persoonlijke berichten, media en gesprekken worden je berichten en de bewerkingen die je uitvoert, beschermd door end-to-end versleuteling. Bron: blog.whatsapp.com

f8 Communicatie analyseren: chattaal

415


Fiche 4 kenmerk beschrijving STELLING

IN

Ik heb graag dat mensen mij laten uitspreken. CHATBERICHTEN

Snel vraagje

Bij mij ma ge moogt al komen ze

ie

Allez in mijn hoofd zijn ze al af

Omg das kei romantisch Cute Ja I know we zeiden het tegen elkaar Goe travakken op de bday

fv e

ARTIKEL

rs

Aaaah super! Gaat ge mee?

©

Nee waarom? Want we dachten morgen te gaan boiten dus als ge moest kunnen kunt ge altijd mee?

Sebiet terug wa taakjes doen rip

VA

Hebt gij morgen iets te doen?

Snel vraagje: bij wie is het straks?

We zijn bij u thuis!!

N

Jow hebt gij al drank voor straks?

Seg

pr oe

Smartphones en relaties? It’s complicated! Eva Berghmans

Het allerergste wat er kan gebeuren als je via Facebook Messenger of WhatsApp een bericht stuurt naar iemand op wie je een oogje hebt? ‘Dat je ziet dat hij je bericht gelezen heeft en een antwoord begint te tikken, maar er uiteindelijk niets komt. Dat is nog erger dan wanneer hij niet meteen reageert. Al denk je dan ook wel: dit wordt niets.’ Voor de leerlingen uit het zesde jaar humane wetenschappen van het Hasseltse Kindsheid Jesu komt bij een afwijzing nog altijd flink wat stress kijken, ook al is een njet in het onlinetijdperk lang niet meer de sociale beschadigingsoperatie die ze vroeger was. Een afwijzing gebeurt niet face to face en evenmin publiek. Het is veel makkelijker om op Instagram ‘in de dm’s te sliden’ dan om iemands telefoonnummer te vragen. Je hoeft zelfs geen openingszin meer te bedenken. Bovendien riskeer je nog zelden een klap in het gezicht, als je al te voortvarend bent. Een prille relatie kan best deugd hebben van wat extra communicatie via de computer. ‘Als je al een paar geslaagde

416

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


dates hebt gehad, dan kan het goed zijn voor de ontwikkeling van de relatie dat je ook eens kunt texten: hey, ik denk aan je. Alleen als je dat obsessief gaat doen of je zit de hele tijd naar je telefoon te staren in de hoop dat er een tekstbericht komt, is het niet erg gezond’, aldus een leerlinge van Kindsheid Jesu. (Laten) wachten, een kunst Zodra je een beetje zeker bent van elkaar, is de grote stress eraf. Niemand vindt het een probleem als zijn vriend of vriendin niet meteen op een gezien bericht antwoordt – ‘die heeft dan vast iets anders te doen’, klinkt het op Kindsheid Jesu. Helaas, zegt een leerlinge, gaat niet iedereen in een relatie zo relaxed met de smartphone om.

N

IN

‘Het hangt erg af van welk hechtingstype je bent. Als je in je prille kindertijd, tussen nul en twee jaar, een goede band hebt gehad met je ouders, ben je wellicht goed met relaties en hoeft er geen probleem te zijn. Maar als je last hebt met je hechtingsgedrag, dreigt de smartphone een bron van extra stress te worden. Dat is zo voor wie bang en onzeker is in relaties en het geldt nog meer voor de gepreoccupeerde types. Het zijn die mensen die je als clingy ervaart, die aan je lijken te kleven. Ze verwachten dat er voortdurend contact is, want ze hebben constant bevestiging nodig. Als er geen antwoord komt, interpreteren ze het negatief. En dat werkt dan weer argwaan en jaloezie in de hand.’

VA

Zou het kunnen dat we ons, als we verliefd zijn, min of meer als het gepreoccupeerde type gedragen? Waarom doet het zo’n zeer als een potentiële geliefde onze zorgvuldig opgestelde – bijna nonchalant, maar net dubbelzinnig genoeg – berichten niet meteen beantwoordt? En was dat dan zo anders in het tijdperk van de liefdesbrieven en vaste telefoontoestellen?

rs

ie

©

Sinds de uitvinding van de romantische liefde is de kunst van het wachten en laten wachten een essentieel onderdeel van de hofmakerij. Je legde je ziel en je zaligheid in een liefdesbrief, deed hem op de post en wachtte met een bang hart af of er reactie kwam. De Canadese schrijver Michael Harris, die in The End of Absence onderzoekt of we iets essentieels verliezen als we continu online zijn, was de gemakzucht van het online flirten zo beu dat hij een strook liefdesgedichten van Pablo Neruda naast zijn computer hing, en daaroverheen de boodschappen die hij van mogelijke online lovers kreeg toegestuurd.

fv e

Natuurlijk is die vergelijking oneerlijk. Ook in het werkelijke leven zijn niet alle mannen en vrouwen begiftigd met Neruda’s, Dante’s of Petrarca’s talent. Maar het contrast zit niet alleen in de woordkeuze en zinslengte van de boodschap. De snelheid waarmee berichten tegenwoordig verstuurd en beantwoord worden, knaagt ook aan de intentie ervan. Verlangen groeit en bloeit bij gratie van de afwezigheid van de ander. Als we niet meer kunnen verdragen dat we afwezig zijn in elkaars leven, verandert het flirten ten gronde. Playing hard to get bestaat niet meer. Wie een Messengerbericht twee dagen onbeantwoord laat, is geen geraffineerde casanova, maar een onbeleefde botterik – en meteen afgeschreven als potentieel liefje.

pr oe

Bron: www.standaard.be

f8 Communicatie analyseren: chattaal

417


Fiche 5 kenmerk beschrijving STELLING

IN

Chatten moet snel gaan. CHATBERICHTEN

HAHA wie weet op een PS eh

Wat is de occasionele paper plane transition

OMG kent ge dat niet??

VA

Sad

Wanneer gaan wij beste vriendinnen worden?

N

Oke ik ben eig mega moe rip

Dus mss moet ik in mijn bed gaan liggen

Das een overgang tussen slides

©

Tragic

ie

Ikr

van ppt

rs

ARTIKEL

pr oe

fv e

Ook neurolinguïstisch onderzoek laat zien dat onze hersenen zich bij het verwerken van taal vooral concentreren op de woordgrenzen. Bij de gesproken klankreeksen letten we vooral op het begin en het einde van een woord. Dat blijkt uit onderzoek onder volwassenen waarbij hun hersenactiviteit werd gemeten tijdens het luisteren naar taal. Maar ook bij pasgeboren baby’s hebben taalwetenschappers inmiddels aangetoond dat ze op deze manier naar taal luisteren. We zien dat ook weer terug in de articulatie: wat in ieder geval wordt uitgesproken, zijn het begin en het eind van het (beklemtoonde deel van het) woord en de beklemtoonde klinkers. De rest kun je net zo goed een beetje inslikken zonder aan verstaanbaarheid in te boeten. Uit onderzoek van de Kadboud Nijmegen blijkt dat de meeste Nederlanders ‘eigenlijk’ en ‘ongeveer’ niet met drie lettergrepen uitspreken, maar eerder als [eik] en [offeer]. Nieuwe studies laten bovendien zien dat onze hersenen bij het verwerken van taal continu bezig zijn te voorspellen wat komt en gaat. Dus bij elke combinatie van klanken in het geval van gesproken taal, of letters in het geval van geschreven taal, worden er al woorden geactiveerd. Op die manier kunnen we razendsnel begrijpen wat iemand zegt of wat we aan het lezen zijn. Het biedt bovendien een verklaring voor het feit dat mensen afkortingen – in de juiste context – heel snel begrijpen. Eigenlijk denken we de hele dag door in afko’s. Bron: Atlas van de Nederlandse taal - editie Vlaanderen, Lannoo, Tielt, 2017, blz. 164

418

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


Fiche 6 kenmerk beschrijving

Een beeld zegt meer dan duizend woorden.

––––––––

‣ 0:00 / 0:02

––––––––

‣ 0:00 / 0:07 Zijn eerste outfit ooit

zou mss zelf weer de sessie van Engels 4-9juli doen Oooh ja amai leuk per week netto 425 euro en er wordt niks van afgehouden

fv e

rs

https://www.youtube. com/watch?v=b1guA6NH5eKmKxAuBe-U58DWcC4jk080OP1Gj9Ma-0M

ie

heeft uw katje fashionambities?

––––––––

©

Amai

niks voor u? er zijn Nederlandse sessies in Rotselaar hehe https:// ruysschaert.be/nl/aanbod/ engels

VA

‣ 0:00 / 0:01

N

CHATBERICHTEN

IN

STELLING

ARTIKEL

pr oe

Toen de gsm ontstond, kwam ook de voicemail, een uitermate vervelend spraakbericht waar op den duur quasi niemand nog naar luisterde. Daar zijn we nu stilaan van af, want een geschreven berichtje bleek veel makkelijker. Maar tot mijn ontzetting krijg ik nu vaak via WhatsApp weer ellenlange spraakberichten toegestuurd. Waarom doen mensen dat toch? En hoe geraak je daarvan af zonder (al te veel) te schofferen? Spraakberichten zijn een echte trend geworden. Te pas en te onpas duwen jongeren het microfoontje op WhatsApp in om hun vrienden of familie te vertellen over bezorgdheden, gevoelens, anekdotes, et cetera. Ook boomers gebruiken het icoontje geregeld, maar hun boodschap blijft meestal beperkt tot: ‘Op wat heb ik hier nu weer gedrukt?’

f8 Communicatie analyseren: chattaal

419


We vroegen een aantal specialisten waar die evolutie vandaan komt. Door het gebrek aan wetenschappelijke studies kunnen ook zij niet anders dan hypotheses geven vanuit hun eigen ervaring en expertise. Michel Walrave, professor communicatiewetenschappen aan de UAntwerpen, vermoedt bijvoorbeeld dat de spraakberichttrend een soort reactie is op ‘een overload aan geschreven tekstberichten’. ‘De afgelopen jaren krijgen we via sociale media en e-mail zo veel tekstberichten dat het soms interessanter is om te kiezen voor een ingesproken bericht in plaats van voor de zoveelste keer iets te moeten typen.’

IN

Hij ziet daarvoor twee belangrijke redenen: ‘Ten eerste is het vaak gewoon praktischer om een berichtje in te spreken dan om ellenlange berichten te typen. Dat is veel sneller gedaan en bovendien moet je dan ook niet nadenken over spelling of welke woorden je wel of niet mag afkorten. Een soort gemakkelijkheidsoplossing, dus.’ ‘Ten tweede is een spraakbericht ook een meer persoonlijke vorm van communicatie dan een tekstbericht. Je kunt niet alleen informatie doorgeven, maar ook emoties. Via intonatie of het gebruik van stiltes bijvoorbeeld. Hoe vermijden?

VA

N

Voor wie die spraakberichten niet graag krijgt, heeft Walrave een paar tips: ‘Je kunt een eerste subtiel signaal geven door een spraakbericht te beantwoorden met een tekstbericht. Dan maak je aan je gesprekspartner al duidelijk dat dat jouw voorkeur heeft. Een tweede manier is om de persoon op te bellen. Dan kun je hem/haar een antwoord geven op het spraakbericht. En kun je ineens ook zeggen dat je het liever via een telefoongesprek bespreekt als er in de toekomst nog iets is, omdat je dan in dialoog kunt gaan over de verschillende aspecten van de vraag.’

Verdieping: analyseer je eigen chattaal

rs

4

ie

©

Bron: www.nieuwsblad.be

fv e

In het eerste deel van deze les leerde je hoe chattaal enerzijds zo dicht mogelijk aanleunt bij gesproken taal, maar anderzijds ook unieke kenmerken vertoont.

pr oe

In de taalkundige discipline van de conversatieanalyse maken onderzoekers een onderscheid tussen aan de ene kant text-based CMC (computer-mediated communication), wat we in deze les chattaal hebben genoemd, en aan de andere kant traditional FtF (face to face) communication, oftewel gesproken taal. Wetenschappers zijn geïnteresseerd in de verschillen tussen beide vormen van communicatie, bijvoorbeeld om AI-toepassingen te ontwikkelen die kunnen converseren met menselijke gebruikers. Nu is het aan jou om zelf een fragment chattaal te analyseren met de principes van CMC en te onderzoeken hoe chattaal overeenkomt met of afwijkt van gesproken taal. Jouw onderzoeksmateriaal is een fragment uit een chatgesprek dat je zelf voerde. De voorwaarden voor dit fragment: • het moet de start van een conversatie tussen twee of meer mensen inluiden; • het bevat minstens tien ‘berichten’; • het mag geen privacygevoelige informatie bevatten; • alle namen moeten geanonimiseerd worden met de letters A, B, C … voor de deelnemers van de chat en X, Y, Z voor externe personen. STAP 1

420

Transfereer de tekst. Bekijk daarvoor het voorbeeld op p. XXX. • Met ‘chatter’ wordt de deelnemer van de chat bedoeld (A, B, C …). • In ‘message’ worden het chatbericht en de eventuele emoji’s letterlijk (inclusief alle taalfouten) overgenomen.

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


STAP 2

Onder ‘features’ geef je de codes (zie het onderstaande kader) van alle kenmerken van chattaal die in de ‘message’ op dezelfde ‘line’ voorkomen. Markeer de woorden waarnaar je verwijst. Bekijk daarvoor het voorbeeld op p. XXX. text-based CMC (computer mediated conversation) = chattaal

N

IN

In FtF is non-verbale communicatie een belangrijk onderdeel van de communicatie.

VA

1 In CMC zijn er geen visuele/auditieve aanwijzingen om berichten te interpreteren. Dat wordt gecompenseerd door: 1a emoji’s; 1b extra hoofdletters; 1c leestekens; 1d gifs; 1e extra accenten; 1f symbolen (x = kusje); 1g onomatopeeën ( ‘bah’, ‘pffffff’).

traditional FtF communication (face to face) = spreektaal

FtF is synchroon. Taalgebruikers reageren snel en spontaan op elkaar.

3 CMC kan spel- en tikfouten bevatten: 3a fouten veroorzaakt door afwezigheid van aandacht voor taalzorg (werkwoordspelling); 3b (tik)fouten door autocorrectie; 3c taal- en spelfouten waarbij de taalgebruiker de chattaal meer op mondelinge taal doet lijken.

FtF kan per definitie geen spelen tikfouten bevatten.

4 In CMC wordt vaker gebruikgemaakt van afkortingen (cf. beknoptheidsprincipe).

In FtF wordt slechts zelden gebruikgemaakt van (een beperkt aantal) afkortingen.

5 Multimediale toevoegingen zoals afbeeldingen, links, filmpjes … zijn deel van CMC.

Taalgebruikers kunnen elkaar ook zaken tonen, maar dat valt niet onder FtF.

pr oe

fv e

rs

ie

©

2 2a CMC verloopt in principe asynchroon. Taalgebruikers hebben tijd om hun bericht te plannen, te bedenken, te schrijven en aan te passen, ook als de ander bv. niet online is. 2b MAAR in de realiteit vindt de communicatie vaak synchroon plaats: taalgebruikers sturen meerdere berichten die één boodschap moeten vormen en die dus ook ‘onderbroken’ kunnen worden. 2c Als er door die snelheid (storende) fouten gemaakt worden, kunnen taalgebruikers zich verbeteren, al dan niet met het *-symbool. 2d Door de opeenvolging van berichten kunnen parallelle conversaties ontstaan. 2e M.b.v. de aanspreek- (@naam van de aangesproken persoon) en quotefuncties in chatapps kunnen taalgebruikers in (groeps)chats onduidelijkheden vermijden.

f8 Communicatie analyseren: chattaal

421


STAP 3

Vervolgens pas je de theorie over ‘adjacency pairs’ toe op de taaluitingen. Adjacency pairs, ofwel te verwachten responsieve taaluitingen, voltrekken zich volgens typische, te verwachten patronen. Let bij je analyse op het volgende: meerdere ‘lines’ kunnen één boodschap vormen (zie ook het voorbeeld op p. XXX). Die boodschappen kunnen door elkaar lopen doordat de communicatie asynchroon gebeurt. voorbeelden (in CMC)

greeting

greeting

Heyyyyy – hallo :)

question

answer

Heb ge al honger? – Jaaaaa wtf enorm haha

apology

acceptance/ rejection

Sorry voor daarstraks he – Geen probleem :)

compliment

acknowledgement/ rejection

Wajoooo ge ziet er op die foto’s echt keiknap uit – hahahahaha ma nee gij die zijn schraal

offer

acceptance/ rejection

request

acceptance/ refusal

opinion

agreement/ disagreement

Taylor Swift is overrated toch?? – Cultuurbarbaar!!! ze moesten u opsluiten

invitation

acceptance/ rejection

Hey straks mee naar de cinema – jaaaa keileuk

comment/ statement

acknowledgement

weet je heel deze situatie is gewoon kuuuuut – ja ik snap dat dat echt niet leuk is voor jou

blame

denial/ admittance

gij hebt mij gisteren echt voor schut gezet weet ge – sorry ma ik vind dat ge nu echt effe overdrijft

VA

N

IN

second pair parts

zal ik u komen helpen morgen met de verhuis? – ooh keilief ma dat ga wel lukken zenne hahah

fv e

rs

ie

©

kunt gij die taak efkens voor mij printen aub :)))) – ja geen probleem!

Nu je het volledige schema hebt ingevuld, is het tijd om de chattaal te analyseren. Beantwoord volgende vragen (schrijf minstens drie zinnen per vraag). a Hoe toont het geanalyseerde fragment dat chattaal zo nauw als mogelijk aanleunt bij gesproken taal? b Op welke momenten en waarom kunnen er in het geanalyseerde fragment communicatieproblemen ontstaan?

pr oe

STAP 4

first pair parts

Als je de vragen beantwoord hebt, dan analyseer je ook de chatconversatie van een medeleerling. Doe dit zonder eerst naar zijn of haar analyse te kijken. Vergelijk vervolgens jullie analyses.

422

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


Voorbeeld Oké klaar Kan het nie inschatten hmm ja

nie moeilijk nie gemakkelijk? Heb geen kei slecht gevoel ofzo Het was euhm ja

N

Toch redelijk moeilijk

IN

Als in

VA

Maar heb wel veel ingevuld

Maar weet dus gewoon niet of dat juist is Dus kan nog best een cava examen zijn

©

Ofja echt randje idk dus

ja i see

ie

ma ja bon

line

A

1

Oké klaar

A

2

Kan het nie inschatten

3c

B

3

hmm ja

1g

acknowledgement

4

Als in

2b

statement

5

nie moeilijk nie gemakkelijk?

3c

question

6

Heb geen kei slecht gevoel ofzo

2b, 3c

statement

7

Het was euhm ja

2b, 1g

B A

pr oe

A

fv e

A

message

rs

chatter

features

A

8

Toch redelijk moeilijk

2b

A

9

Maar heb wel veel ingevuld

2b

A

10

Maar weet dus gewoon niet of dat juist is

2b

A

11

Dus kan nog best een cava examen zijn

2b, 3c

A

12

Ofja echt randje idk dus

2b, 3c, 4

B

13

ja i see

3c

B

14

ma ja bon

3c

adjacency pair parts statement

answer

acknowledgement

Creatieve verwerkingsopdracht: spelen met registers en media In deze les heb je kenmerken van authentieke chatconversaties geanalyseerd. Je leerde hoe chattaal enerzijds zo dicht mogelijk aanleunt bij gesproken taal, en anderzijds ook wezenlijk van gesproken taal verschilt. In de creatieve verwerkingsopdracht op iDiddit is het de bedoeling dat je speelt met deze kenmerken door het register en/of het medium van de communicatie te veranderen.

f8 Communicatie analyseren: chattaal

423


f taal analyseren en beschrijven

f9 f1

Metonymie

IN

1 Je weet wat metonymie betekent. 2 Je kent verschillende soorten metoniemen. 3 Je kunt metoniemen herkennen en benoemen.

pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

N

Je kunt iets rechttoe, rechtaan verwoorden. Een kat een kat noemen. Meteen zeggen waarop het staat. Maar … soms is het leuker, verrassender, origineler om je gedachten en de jouw omringende werkelijkheid via beeldspraak te beschrijven. In het verleden maakte je al kennis met enkele vormen van beeldspraak. Een andere mogelijke vorm is metonymie. Dat woord komt oorspronkelijk uit het Grieks en betekent ‘een verandering van naam’. Je gaat dus niet meteen zeggen of schrijven wat je ziet, maar een beeld of woord gebruiken dat ermee samenhangt om bijvoorbeeld het voorwerp te benoemen.

1 Bekijk bovenstaande cartoon. Wat valt je op bij de bewoordingen in deze zin? Wat wordt er concreet bedoeld met de vetgedrukte woorden? 2 Op de volgende pagina staan enkele afbeeldingen. Kun je de link vinden? Welke afbeeldingen horen bij elkaar en kun je ook verklaren waarom?

424

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


© Shawshots

pr oe fv e ©

ie

rs

D

f9 Metonymie

N

VA

C

I

IN

B

A

E

G

F

H

J

425


onthouden Een metoniem is een vorm van beeldspraak waarbij een woord vervangen wordt door een ander woord op basis van een gemeenschappelijk verband. Dat is geen gelijkenis (zoals bij de metafoor); bij een metoniem hebben de woorden een relatie. Er bestaan verschillende soorten metonymie:

Je gebruikt de naam van het deel, maar je bedoelt het geheel. Op de markt kon je over de koppen lopen. de mensen totum pro parte

N

Je gebruikt de naam van het geheel, maar je bedoelt het deel. Heel België stond in rep en roer toen Lukaku zijn wereldgoal maakte. alle Belgische voetbalfans

IN

pars pro toto

eponiem

VA

Je geeft de naam van de uitvinder, de maker, de ontdekker … Ik zou wel eens een echte Van Gogh van dichtbij willen bekijken. een schilderij van Vincent Van Gogh

©

Tijdens de koers negeerde een toeschouwer een nadar en veroorzaakte zo een vreselijke valpartij. dranghek, vernoemd naar de dranghekken die speciaal voor fotograaf en ballonvaarder Nadar werden gemaakt om bij zijn ballonvaart de massa op afstand te houden aanvangswoorden

rs

merknaam

ie

Je geeft de eerste woorden van een tekst, gedicht, gebed … om naar het geheel te verwijzen. Snel zei ze nog een weesgegroetje alvorens ze zich naar binnen begaf. een gebed dat begint met de woorden ‘Wees gegroet’

fv e

Je geeft de merknaam voor gelijkaardige producten. Zijn colgateglimlach deed alle vrouwenharten sneller slaan. een stralend, witte glimlach verwijzend naar het tandpastamerk oorzaak voor gevolg

pr oe

Je gebruikt de naam van de oorzaak, maar je bedoelt het gevolg. Zijn vuile voeten op de mat zorgden voor een zoveelste discussie. doordat de voeten of schoenen vuil zijn (= oorzaak) laat dit sporen van vuile voeten achter op de mat (= gevolg) opvallende eigenschap

Je verwijst naar een opvallende of typische eigenschap van iets of iemand. Camille is toch een echt lachbekje, hé! iemand die steeds lacht plaats van herkomst

Je geeft de naam van de plaats waarvan het product of voorwerp oorspronkelijk afkomstig is. Toch vreemd dat zo’n stinkende camembert zo heerlijk smaakt op vers stokbrood! een kaassoort uit de Franse gemeente Camembert materiaal waaruit het gemaakt is Je geeft de naam van het typische materiaal waaruit het voorwerp of product gemaakt is. Heb je nog een elastiekje voor mijn haar? een elastisch, rubberen ringetje om je haar bij elkaar te houden

426

TRAJECT NEDERLANDS   F Taal analyseren en beschrijven


3 Bekijk de afbeeldingen uit de vorige opdracht opnieuw. Om welke vorm van metonymie gaat het telkens? 4 Hieronder vind je verschillende zinnen. Om welke vorm van metonymie gaat het telkens?

ie

©

VA

N

IN

a We moeten onze taak in een plasticje steken. b Ken jij dat blondje op de eerste rij daar? c Er zitten vuile vingers op het glas. d Ben je dat nu weer vergeten? Heb jij alzheimer misschien? e Als cadeau breng ik Antwerpse handjes mee, die koekjes lust iedereen. f Na de rust zette Barcelona 2-1 op het scorebord. g Jouw abc is toch uitgebreider dan wat je hier neerschrijft. h Wow! Heb je de laatste Brusselmans al gelezen? i Wat denk je van een glaasje champagne? j Heeft de baby al een verse pamper aan? k Ik drink niet graag uit een smal glas. l In China zag ik een man die op een saxofoon speelde. m Let op, er steekt een ijzer uit het beton! n Hij verdient goed zijn boterham! o Goh, wat ligt die chaumes hier te stinken! p Dommerik! q Wie heeft er een groene bic? r Geef mij maar een frisse cola! s Talloze vrolijke kinderstemmetjes vulden na de vakantie opnieuw het klaslokaal. t Wat kan die Bowie mij steeds weer ontroeren. u Als het Nederlandse nationale elftal speelt, dan hoor je telkens het Wilhelmus in het stadion klinken. v De remsporen op het asfalt gaven de buurtbewoners een onveilig gevoel. w Na drie uur was de hele kamer behangen. x Nog even mijn hoge hakken nemen en ik ben klaar!

rs

5 Zoek de metoniemen in de volgende tekst en plaats ze in de juiste categorie.

pr oe

fv e

Mijn zus wordt volgende week achttien en mijn mama en ik willen haar verrassen met een dinerparty. Gelukkig staan de neuzen van alle familieleden in dezelfde richting en steekt iedereen een handje toe. Al heel de week staat het hele huis in rep in roer. Het beste porselein en de mooiste glazen worden bovengehaald en mijn broer probeert al een hele week de vuile voeten op de rode loper te verwijderen. De gerechten zijn besteld, evenals de fijnste pralines en uiteraard staat de champagne reeds gekoeld. Nu nog een weesgegroetje dat onze verrassing niet vroegtijdig uitlekt.

f9 Metonymie

427


g taalinzicht oefenen en uitbreiden

Taalbeschouwing en spelling – begintest 1 2 3 4

1

Je herhaalt de woordsoorten. Je herhaalt de zinsdelen. Je herhaalt enkele belangrijke spellingregels (samenstellingen en werkwoordspelling). Je herhaalt de soorten zinnen.

IN

g1

Mijn voorkennis? Ik en taalbeschouwing?

N

Hoe zit het met jouw kennis over zinsdelen, woordsoorten en spellingkwesties? In deze les ga je de leerstof van de voorbije jaren even opfrissen.

Oh nee! Stress! Alleen maar slechte herinneringen aan taalbeschouwings­ oefeningen. Ik ken er niks van!

Hoe zat het ook weer met die zinsdelen, die woordsoorten? En euhm … spellingkwesties? Toch best even opfrissen. Het zit allemaal erg ver.

fv e

rs

Feest! Waar zijn die oefeningen? Ik wil er het liefst meteen aan beginnen. Taalbeschouwing heeft geen geheimen voor mij!

ie

©

VA

1 Welk gevoel komt spontaan bij jou op?

Je vindt op de volgende pagina’s een aantal oefeningen. Je leerkracht geeft je achteraf een verbetersleutel.

Begintest

pr oe

2

1 Groepeer dezelfde woordsoorten en benoem ze.

vandaag

eerste want

uw mijn

terwijl

428

behalve

onze

sinds

ergens

TRAJECT NEDERLANDS   G Taalinzicht oefenen en uitbreiden

altijd

hoewel

via

derde veertiende


2 Vorm een correcte zin door de zinsdelen in de juiste volgorde te plaatsen en benoem de zinsdelen. a een kaarsje  mijn oma  brandt  als ik een proefwerk heb  altijd b wordt

van mijn berichten

ze

blij

c ze  in hogere krachten  gelooft d boeken over astrologie

graag

mijn opa    leest

e kunnen  oma en opa  uren  over kosmische krachten  praten f

drieduizend jaar geleden  sterrenbeelden  werden  in beeld gebracht  voor het eerst

g is   veranderd   intussen   de stand van de maan en de zon i

worden  door wetenschappers  horoscopen  in twijfel getrokken

N

3 Welke woorden zijn fout gespeld in de volgende berichten?

Buiten band kopen... Binnen band gratis

VA

BEJAARDE VERZORGSTER

ie

©

ZOEK T WERK Intern, goede referenties

IN

h hierdoor  nu  86 procent van de mensen  leest  de verkeerde horoscoop  iedere ochtend

rs

4 In elke rij is er een woord fout gespeld.

a Zoek het woord dat fout gespeld is en verbeter het. b Leg ook uit waarom het fout is.

fv e

reuzehonger – reuzenleuk – reuzenrad eendenei – eendenest – eendenjong gevarendriehoek – gevaren zone – gevarensymbolen klasseraad – klassespeler – klassement apenstaartje – wolvenbos – berenleuk

pr oe

1 2 3 4 5

5 Vul het ontbrekende werkwoord in en zet het in de gevraagde tijd. a  racen

De hond … (ott) door het bos. Vroeger … (ovt) ik met mijn auto door de straten.

b  beweren

De dierenarts … (ott) dat dat goed is voor hem. Vorig jaar heeft hij nochtans het tegenovergestelde … (vd).

c  geloven

Thuis … (ott) niemand mij. We hebben lang genoeg in sprookjes … (vd).

d  melden

Hij … (ovt) zich aan het onthaal. Ik heb die diefstal bij de politie … (vd).

g1 Taalbeschouwing en spelling – begintest

429


6 Lees onderstaande zinnen over slangen. a Zijn de zinnen enkelvoudig (E) of samengesteld (S)? b Bepaal ook of de zinnen mededelend (M) , vragend (V), bevelend (B) of uitroepend (U) zijn.

IN

1   Is slangen houden een dure hobby? 2   Wie met slangen wil beginnen, doet er goed aan dit eerst met de andere huisbewoners te bespreken. 3   Een koren- of rattenslang koop je bij een kweker, dierenwinkel of gespecialiseerd opvangcentrum. 4   Plaats het terrarium op een stevige ondergrond en op een rustige plaats, want trillingen kunnen voor stress zorgen. 5   Koop geen zwakke of zieke dieren. 6   Help, ik ben bang van slangen!

7 Los nu ook deze gemengde oefening op die de spellingregels uit voorgaande opdrachten combineert.

N

a Hoe noem je iemand die lange afstanden loopt? 1 lange afstand loper 2 lange afstandsloper 3 langeafstandsloper

VA

b In welke zin is het onderstreepte zinsdeel een meewerkend voorwerp? 1 Aan het einde bleken ze weer allemaal vrienden te zijn. 2 Aan mijn meter kan ik echt alles vertellen. 3 Aan de horizon fonkelen de lichtjes van de stad.

ie

©

c In welke zin is ‘beantwoord’ fout gespeld? 1 Het is zo typisch dat ze die mail niet beantwoord. 2 Het is echt ergerlijk dat hij mijn bericht nu nog altijd niet beantwoord heeft. 3 Beantwoord jij de vraag van de directie?

rs

d Welke van deze zinnen is een bevelende zin? 1 Wat een weer! 2 Het gaat echt zwaar onweren! 3 Maak dat je wegkomt!

In welke zin staat een betrekkelijk voornaamwoord? 1 Dat zou ik nooit durven te zeggen! 2 We gingen even plonsen in het zwembad dat onlangs bij de buren werd geplaatst. 3 Dat meisje ging gelukkig ook mee.

pr oe

f

fv e

e Welke zin bevat een handelend voorwerp? 1 Door het slechte weer moest het festival stopgezet worden. 2 Het festival werd stopgezet door de organisatoren. 3 Daardoor konden we onze favoriete groep niet zien optreden.

g In welke zin is ‘hebben’ het hoofdwerkwoord? 1 Hij heeft een nieuwe fiets. 2 Hij heeft er al veel op gereden. 3 Hij heeft er zijn voeten aan geveegd.

h In welke zin is er inversie? 1 Ik begrijp wel dat hij zenuwachtig is want dat soort opdracht heeft hij nooit eerder gedaan. 2 Wie kan er nu niet begrijpen dat hij dat moeilijk vindt? 3 Dat is toch voor iedereen hetzelfde!

430

TRAJECT NEDERLANDS   G Taalinzicht oefenen en uitbreiden


j

Welke zin telt twee lijdende voorwerpen? 1 In de vakantie bakt ze de hele tijd koekjes voor iedereen die zin heeft in zoetigheid. 2 Als ze tijd heeft, gaat ze skateboarden in het park. 3 Ze heeft veel hobby’s, maar ze heeft te weinig tijd.

IN

In welke zin is ‘en’ een voegwoord? 1 Het regent pijpenstelen en toch gaat ze met de fiets. 2 En wat gaat ze dan doen? 3 Ze gaat naar haar vriendje? Zij en haar vriendje; ze zijn onafscheidelijk.

Reflectie

N

1 Als je klaar bent met de oefeningen uit het vorige lesdeel, verbeter je ze met behulp van de verbetersleutel.

Hmmm, bijna goed. Sommige dingen moet ik nog eens herhalen, maar ik kan mijn plan wel trekken.

ie

Oeps, dat was Ik moet wat hulp moeilijker dan inroepen. Er zijn ik gedacht had. een paar dingen Ik heb toch nog die ik nog een paar vragen. niet helemaal begrijp.

rs

HELP! Ik snap er nog steeds niets van.

©

VA

2 Welke emoji past er nu het best bij jou?

Makkie! Dat ging vlot. Ik maakte nauwelijks fouten. Heeft er iemand uitleg nodig? Ik kan zeker helpen.

fv e

Als je voor sommige zaken nog wat meer oefeningen kunt gebruiken, vind je op iDiddit oefeningen per onderdeel.

pr oe

3

i

g1 Taalbeschouwing en spelling – begintest

431


H woordenschat oefenen en uitbreiden

Waarom woordenschat belangrijk is 1 2 3 4

1

Je weet hoe jouw brein woorden opslaat. Je krijgt tips om nieuwe woorden te studeren. Je weet hoe priming inspeelt op het netwerk van woorden in ons brein. Je krijgt inzicht in de morfologie van woorden.

IN

H1

Mentaal lexicon

N

1 Bekijk de vragen en beantwoord ze snel, zonder er lang over na te denken.

VA

Er staan drie witte koelkasten. Wat is de kleur van de eerste koelkast? En de tweede? En de derde?

©

En wat drinkt een koe?

ie

Het is een bekend mopje. De meeste mensen antwoorden op de laatste vraag dat een koe melk drinkt, wat natuurlijk niet klopt. Maar als je net drie keer ‘wit’ gezegd hebt, zullen onze hersenen bij ‘koe’ sneller ‘melk’ zeggen dan ‘water’.

rs

onthouden

fv e

Elke mens heeft een mentaal lexicon. Alle woorden die we ons vanaf onze babytijd eigen maken, worden erin opgeslagen. Binnen het mentaal lexicon hangen woorden en hun eigenschappen onderling samen. Zo ontstaat er een soort netwerkje waarbij woorden (door hun betekenis, klank of een andere relatie) aan elkaar vasthangen.

pr oe

In zo’n netwerkje zal ‘wit’ sterk verbonden zijn met ‘melk’, vandaar dat veel mensen zo snel ‘melk’ antwoorden als ze eerst aan een witte koelkast dachten. koe hagel sneeuw

melk

wit ijskast

winter

herfst

432

regen

zomer

lente

TRAJECT NEDERLANDS   H Woordenschat oefenen en uitbreiden

ijsjes

diepvriezer


2 Teken nu een netwerk met woorden die je met ‘rood’ associeert. 3 Vergelijk jouw netwerk met dat van een medeleerling. Wat stellen jullie vast? 4 Zijn de volgende uitspraken waar of niet waar? a Het Nederlands telt ongeveer één miljoen woorden. b Een volwassen spreker beschikt normaal gesproken over een mentaal lexicon van ongeveer 50 000 woorden. c Om een tekst goed te begrijpen, moet je minimaal 98% van de woorden begrijpen.

IN

d Kinderen met een grote woordenschat doen het beter op school en komen vaak in het hoger onderwijs terecht. Je leerkracht kan extra uitleg geven bij de stellingen of je kunt het juiste antwoord opzoeken op het internet.

N

Je woordenschat uitbreiden

VA

onthouden

ie

©

Als nieuwe woorden deel gaan uitmaken van je mentale lexicon, dan ben je je woordenschat aan het uitbreiden. Met die nieuwe woorden ga je immers netwerkjes bouwen: je verbindt nieuwe woorden aan woorden die je al kent. En als zo’n verbinding een aantal keren gelegd kan worden en vervolgens ook nog onderhouden wordt, dan mag je aannemen dat het woord onderdeel is geworden van je mentale lexicon. De woordenschat in jouw mentale lexicon kunnen we verder opdelen in passieve en actieve woordenschat.

fv e

rs

Via kun je synoniemen opzoeken voor woorden. De synoniemen kunnen ook grafisch voorgesteld worden. Je vindt hieronder een voorbeeld van zo’n grafische voorstelling.

pr oe

2

1 Vind je die grafische voorstelling goed gekozen? Waarom (niet)? a Leg je antwoord duidelijk uit in correcte volzinnen. b Verwijs in je antwoord naar de geziene leerstof en gebruik ook de juiste termen. H1 Waarom woordenschat belangrijk is

433


2 Bekijk het filmpje van Hasan. Wat vind je van zijn manier om nieuwe woorden te leren? Zou het voor jou ook werken? Waarom (niet)? 3 Bespreek nog enkele manieren om nieuwe woorden te leren. Welke manieren vind jij zinvol? Waarom?

IN

nieuwe woorden leren

©

VA

inschrijven op de nieuwsbrief van Taalpost: zo ontvang je wekelijks nieuwe woorden

N

kranten, tijdschriften of boeken lezen

fv e

rs

ie

de betekenissen van de woordenschatlijsten uit het hoofd leren

nieuwe woorden proberen te koppelen aan een ander woord of aan een beeld

pr oe

4 Op welke manier studeer jij woordenschat voor andere talen (Frans, Engels …)? Werkt die methode ook voor Nederlandse woordenschat? Waarom (niet)?

3

Priming

1 Met welke woorden verbind jij ‘parachutespringen’ in je mentale lexicon? a Teken een netwerkje met minstens vijf woorden. b Vergelijk jouw netwerk met dat van enkele medeleerlingen. Komen er dezelfde woorden in voor? Hoe zou je dat verklaren? c Als je weet dat mensen bepaalde woorden met ‘parachutespringen’ associëren, wat kun je als reclamemaker dan doen in een spot voor parachutespringen?

2 Lees op p. 207 de tekst die gepubliceerd werd op een website voor communicatiespecialisten. a Wat is het verband tussen priming en het mentale lexicon? b Welke tips geeft men hier aan communicatiespecialisten?

434

TRAJECT NEDERLANDS   H Woordenschat oefenen en uitbreiden


S TEL

IN

Je schrijft een verkooptekst voor parachutespringen

Dan kies je voor woorden die passen bij dit product en deze doelgroep. Denk bijvoorbeeld aan woorden als: ‘actie’, ‘spectaculair’, ‘kick’, ‘adrenaline’ en ‘yolo’.

VA

N

Daarmee beïnvloed je het onbewuste brein van je lezer en vergroot je de kans op het gewenste gedrag: het boeken van de parachutesprong. Tegelijkertijd is het minstens zo belangrijk om woorden te vermijden die niet goed bij het product en de doelgroep passen. In dit voorbeeld gebruik je dus geen woorden als: ‘vroeger’, ‘grijs’, ‘opa’, ‘ziek’ en ‘moe’. Bij het opslaan van dat soort woorden moet de lezer er (onbewust) immers niet aan dénken om zo’n parachutesprong te boeken …

ie

©

We noemen deze truc van communicatieprofessionals ‘priming’: je moet je lezer eerst op een bepaald spoor zetten. Dat doe je door in je tekst woorden te gebruiken die de lezer associeert met het product dat je verkoopt.

rs

Bron: tekstschrijver.blog

3 Onderstaande campagnes zijn ook mooie voorbeelden van priming.

fv e

a McDonald’s veranderde jaren geleden hun logo van rood-geel naar groen-geel. Kun jij uitleggen waarom? b Ook Coca-Cola wil graag dat je hun producten associeert met bepaalde waarden. Welke?

pr oe

c Ken je zelf nog reclames waarbij men jou het merk wil laten associëren met bepaalde waarden?

gebruikt met toestemming van McDonald's Corporation

H1 Waarom woordenschat belangrijk is

435


4 Maak nu zelf een mini-campagne waarbij je uitgaat van priming. STAP 1 Kies een product dat je aan de man wilt brengen.

IN

STAP 2 Maak rond het product een netwerk van woorden en beelden die je met dat product associeert.

Morfologie van woorden

©

4

ie

Morfo wat?

8.1.4

VA

N

STAP 3 Zoek een origineel beeld en/of schrijf een creatieve slogan/tekst waarbij je (een van) de woorden uit stap 2 gebruikt.

rs

1 Wat betekent het woord morfologie? Welke woordleerstrategie zou je gebruiken om de betekenis van het woord te achterhalen?

fv e

2 Je leerkracht geeft je drie opdrachten. Probeer ze mondeling te maken en noteer de leerstof die je daaraan koppelt. Welk woord past niet in het rijtje en waarom? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.    poolster – dwaalster – monster

pr oe

Bekijk de sketch van Herman Finkers. a Wat is de betekenis van ‘gijzelaar’? b Ken je nog woorden op ‘-aar’? c Wat is de betekenis? d Wat is de betekenis van het achtervoegsel ‘-aar’?

Is ‘driewieler’ een samenstelling of een afleiding? Verklaar je antwoord.

3 Welke betekenis heeft het voorvoegsel ‘wan-’ in bijvoorbeeld ‘wanvoeding’?

436

TRAJECT NEDERLANDS   H Woordenschat oefenen en uitbreiden


4 Controleer je antwoord bij vraag 3 in onderstaande tekst.

Groeiachterstand

IN

De meeste mensen associëren ondervoeding met honger, ondergewicht en groeiachterstand. Maar volgens het Global Nutrition Report 2016 moet die definitie herzien worden. In China zien we bijvoorbeeld dat ze er de afgelopen tien jaar in geslaagd zijn om 400 miljoen mensen uit de armoede te tillen. Maar waar de welvaart toeneemt, komt ook obesitas op. Mensen kunnen nu niet alleen méér eten, maar ze gaan ook van zware industrie naar zittend werk en moeten minder uren kloppen. Zowel onder- als overvoeding zijn dus gevaarlijk. Het nieuwe probleem is dus niet zozeer ondervoeding, maar wanvoeding.

N

Bron: www.radio1.be

5 Is een afleiding met ‘wan-’ een productief procedé? Waarom (niet)? Toon aan met een voorbeeld.

VA

6 ‘Verreizen’? Is dat een woord? Geef een ander voorbeeld van een reëel woord met het voorvoegsel ‘ver-‘ en een gelijkaardige betekenis.

©

7 Welke woordsoort combineer je met ‘ver-’ om welke woordsoort te vormen en betekenis te verkrijgen? Pas dit toe op ‘verreizen’.

Door dat voortdurende heen en weer rijden, verreis je wel veel kostbare tijd.”

ie

In de krant Trouw verscheen de volgende lezersvraag.

rs

Taalvragen van lezers

fv e

‘Als men lange tijd blijft diëten ...’, staat er op mijn scheurkalender. Kan diëten een werkwoord zijn?

Bron: www.trouw.nl

pr oe

De woordenboeken heeft het nog niet gehaald, maar als het kortst mogelijke woord voor ‘op dieet zijn/gaan, een dieet volgen’ hoor en lees je ‘diëten’ wel vaker. Een vermoedelijk wat

zeldzamere concurrent is ‘diëteren’ (‘29 procent van de Nederlanders diëteert nooit’). Beide lijken te voldoen aan de Nederlandse regels voor woordvorming. In andere talen kom je overeenkomstige vormen tegen: ‘to diet’ (Engels), ‘régimer’ (Frans, afgeleid van ‘régime’) en ‘diätieren’ (Duits).

8 ‘Diëteren’ is een geldig gevormd werkwoord in het Nederlands. Beschrijf het woordvormingsproces dat hier werd toegepast zo volledig mogelijk. 9 Geef een voorbeeld van een ander werkwoord dat volgens hetzelfde woordvormingsproces is gevormd. 10 Wordt ‘vereren’ op dezelfde manier gevormd als ‘diëteren’?

H1 Waarom woordenschat belangrijk is

437


Taalonderzoek: methodes

8.2

Je kunt op verschillende manieren aan taalonderzoek doen. In de volgende oefeningen maak je kennis met drie manieren.

BRONNEN

ONDERZOEK 1

• •

Vraag  In welke betekenis komen de woorden ‘gijzelaar’ en ‘martelaar’ het vaakst voor? Methode  corpusonderzoek Uitwerking  Presenteer het onderzoek met onderzoeksstructuur aan de klas.

IN

VA

Vraag  In 2013 verving de Orde van Geneesheren het woord ‘geneesheer’ door ‘arts’. Omdat het merendeel van de afgestudeerde huisartsen vrouwelijk is, vond de Orde dat men die vervrouwelijking ook taalkundig moest doortrekken. Maar hoe zit het met andere beroepsnamen zoals ‘directeur’, ‘coördinator’ en ‘agent’? En hoe zit het in andere talen? Methode  Informeer je over de regels aangaande vrouwelijke beroepsnamen en zoek ook eens uit hoe het in een andere taal zit, bijvoorbeeld het Frans. Uitwerking  Informeer de klas over de regels in het Nederlands en in minstens één andere taal.

pr oe

©

5

ONDERZOEK 3

ie

rs

Vraag  Is ‘rotweer’ een samenstelling of een afleiding? Methode  een artikel lezen Uitwerking  Presenteer de samenvatting van het artikel en verduidelijk met voorbeelden.

fv e

N

ONDERZOEK 2

Taalonderzoek: nieuwe woorden

Als we ervan uitgaan dat de Nederlandse taal ongeveer een miljoen woorden kent en het mentale lexicon van een volwassene 50 000 woorden, dan betekent dat dat we nog voortdurend in aanraking komen met nieuwe woorden.

ONDERWEG

Elk jaar, elke week, zelfs elke dag komen er nieuwe woorden bij. Sommige van die woorden worden verankerd in onze taal, andere verdwijnen weer. •   Team Taaladvies post elke week ‘Woorden van de week’. •   Van Dale kiest elk jaar een ‘Woord van het jaar’. Op hun website vind je welke woorden de voorbije jaren gewonnen hebben. •   Ook Onze Taal selecteert enkele woorden van het jaar.

438

TRAJECT NEDERLANDS   H Woordenschat oefenen en uitbreiden


1 Bekijk het filmpje Wat als Dikke Van Dale een dikke klootzak was. 2 Ga in groepen na welke woorden het voorbije jaar op belangstelling konden rekenen. a Welke woorden kende je al? Welke woorden wekken je nieuwsgierigheid? c Kies drie woorden uit die jullie aan de klas voorstellen. Bespreek van elk woord: • waarom jullie voor dat woord gekozen hebben; • op welke manier jullie de betekenis konden achterhalen; • wat de betekenis van het woord is; • of het woord volgens jullie zal blijven bestaan.

IN

b Van welke woorden kun je de betekenis gemakkelijk achterhalen? Hoe komt dat?

3 Om de betekenis van nieuwe woorden te achterhalen, kun je de woordleerstrategieën inzetten. Welke van de vijf woordleerstrategieën werd het vaakst gebruikt bij de vorige opdracht?

2.4

4 Verdeel de woorden over vier groepen.

N

woorden die ik nog nooit heb gehoord woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken

VA

A B C D

privatiseren – empathisch – cognitief – bagatelliseren – filantroop – aflaat – impliciet – descriptief – xenofobie – opportunist – theocentrisme – doctoraat – prescriptief

©

5 Vergelijk jouw indeling met die van een medeleerling. Welke woorden hebben jullie anders ingedeeld? Kun je aan elkaar de betekenis van een woord uitleggen? Is dat moeilijk? Waarom (niet)?

ie

6 Kies vijf woorden uit waarvan je de betekenis onvoldoende kent om het woord zelf correct te gebruiken. Probeer eerst de betekenis te achterhalen door het woord op te splitsen of door het woord te vergelijken met andere talen.

rs

7 Welke bronnen kun je gebruiken om de betekenis van een woord op te zoeken? 8 Zoek de vijf woorden op die je gekozen hebt bij opdracht 6 en noteer ze. Gebruik telkens twee verschillende bronnen.

fv e

9 Welke bron geniet jouw voorkeur? Waarom? 10 Begrijp je de betekenis? Waarom (niet)?

pr oe

11 Raad jij snel het gezochte woord? Of schud jij nieuwe woorden zomaar uit je mouw? Bewijs jezelf in Begrippen wie beschrijven kan.

6

2.3

SPELREGELS

Lezen: Van Dale

1 Lees de tekst Veelgestelde vragen aan de redactie in de Trajectwijzer en beslis of onderstaande woorden in de volgende Van Dale zullen komen. Geef argumenten op basis van de informatie uit de tekst. a een vloek b een woord dat uiting geeft aan weinig respect voor bv. vrouwen c een zelfbedacht woord

H1 Waarom woordenschat belangrijk is

439


H woordenschat oefenen en uitbreiden

Griekse en Latijnse bestanddelen in Nederlandse woorden

h3 h1

IN

1 Je herkent Griekse en Latijnse bestanddelen in Nederlandse woorden. 2 Je kent de betekenis van deze bestanddelen. 3 Je kent de betekenis van een aantal frequente woorden met Griekse en Latijnse woordstammen.

Het Nederlands bevat veel Griekse en Latijnse woordstammen. Als je die goed beheerst, kun je je woordenschat flink uitbreiden.

Grieks

betekenis

Nederlands woord

on-, niet

asociaal = niet sociaal

anti

tegen, tegenover

antithese = tegenstelling

foob

angst

agorafobie = pleinvrees

graaf, gram

schrijven

fotografie = schrijven met licht

homo

gelijkaardig

homogeen = van dezelfde oorsprong

loog

woord, leer, wetenschap

mono

enkel, alleen

noom

wet, kennis

psyche

geest, ziel

scoop

kijken

telescoop = toestel om ver te kijken

tele

ver

telepathie = geestestoestand waarbij je over een afstand voelt

©

VA

a, an

genealogie = stamboom­onderzoek

ie

monotoon = eentonig

astronomie = kennis van de sterren psychologie = leer van de geest, zielkunde

rs

fv e Latijn

betekenis

Nederlands woord

ante

voor

ante meridiem (a.m.) = voor de middag

aqua

water

aquarel = schilderij in waterverf

co, con, com

samen met

coördinatie = het in samenwerkend verband brengen

e, ex

uit, buiten

extract = uittreksel

in

niet in

inadequaat = ongeschikt injectie = inspuiting

inter

tussen

interlinie = tussenregel

intro

naar binnen

introvert = naar binnen gekeerd

multi

veel

multipel = veelvoudig

omni

alles

omnivalent = voor alles geldig

post

na

postscriptum = naschrift

pre

voor

preventie = het voorkomen

re

terug

reageren = iets terugdoen

terra

aarde

territorium = grondgebied

visie

kijken

televisie = op afstand kijken

pr oe 440

N

1 Neem de lijst door en zoek bij elke stam nog minstens een ander woord waarin de stam voorkomt.

TRAJECT NEDERLANDS   H Woordenschat oefenen en uitbreiden


cratie

geo grafie

theo

fiel niem

logie

xeno

fobie

N

pseudo

IN

2 Maak drie woorden met volgende (verbasterde) Griekse woordstammen. Schrijf met elk woord een zin waaruit blijkt dat je weet wat het woord betekent. Opgelet: Je mag elke woordstam maximaal twee keer gebruiken.

biblio

VA

woord: geoniem  z in: Het woord ‘hamburger’ is een geoniem, want het woord is afgeleid van een plaatsnaam, namelijk van de Duitse stad Hamburg.

ie

… is een irrationele en/of obsessieve angst voor vreemden, buitenlanders of buitenlandse voorwerpen/zaken.

… is een huwelijksvorm waarbij één persoon tegelijkertijd gehuwd is met twee of meer personen.

d

… is een tak van de wetenschap die de mens in al zijn aspecten, zowel fysiek als cultureel, bestudeert.

fv e

c

b

… is een wetenschap die als studieobject het crimineel gedrag heeft en de maatschappelijke reactie hierop.

rs

a

©

3 Welk woord met een Griekse of Latijnse woordstam ontbreekt in deze Wikipediadefinities?

… betekent letterlijk ‘godsleer’. De term is afkomstig uit de christelijke traditie en wordt daarom overwegend gebruikt voor de (studie van de) geloofsinhoud van het christendom.

pr oe

e

4 Maak op iDiddit een aanvullende oefening op de geziene woordstammen.

h3 Griekse en Latijnse bestanddelen in Nederlandse woorden

441


H woordenschat oefenen en uitbreiden

Spreekwoorden en zegswijzen

h4 h1

1 Je kent de Vlaamse variant van Nederlandse uitdrukkingen.

IN

Woordenschat 1 Bekijk volgende uitdrukkingen. Je krijgt de Nederlandse versie, maar kun je ook de Vlaamse versie aanvullen? in … schoentjes zitten

b Die spoort niet helemaal.

Daar is een … af.

c aan dezelfde kwaal lijden

in hetzelfde … ziek zijn

d het moeilijk hebben

het niet onder de … hebben … zijn

D’n … loopt niet door uw gat.

De wereld draait niet om jou.

VA

e zware pech hebben f

Daar komen … van.

h een brok in de keel hebben

een … in de keel hebben

i

met je neus in de boter gevallen zijn

met je … in de boter gevallen zijn

j

Dat kost een rib uit m’n lijf!

Dat kost … van …!

©

g Daar komt ruzie van.

dubbel en … verdiend

l

De kat bij de … ….

De kat op het spek binden.

ie

k dubbel en dwars verdiend m een zwak voor iemand hebben

een … voor iemand hebben

n uitgeput zijn

je … is af

een … schieten

rs

o een bok schieten

Het … van de beer niet verkopen voor hij geschoten is.

q op een steenworp

op een …

fv e

p De huid van de beer niet verkopen voor hij geschoten is. r

iemand voor de gek houden

iemand voor de … houden

s

Dat zet geen zoden aan de dijk.

Dat zet geen … aan de dijk.

t

Opzouten!

… het af!

u in je vuistje lachen

in je … lachen

v mosterd na de maaltijd

vijgen na …

w uit de school klappen

uit de … klappen

x wat anders aan zijn hoofd hebben

andere katten te … hebben

y Dat is andere koek.

Dat is een ander paar ….

z ten einde raad zijn

niet meer weten van welk hout … te maken

pr oe 442

N

a in de problemen zitten

TRAJECT NEDERLANDS   H Woordenschat oefenen en uitbreiden


H woordenschat oefenen en uitbreiden

h5

Leenwoorden in een column over taal Je denkt na over het gebruik van leenwoorden in het algemeen en in specifieke taalsituaties. Je onderzoekt de herkomst van die leenwoorden. Je linkt leenwoorden aan specifieke historische periodes. Je breidt je woordenschat uit.

IN

1 2 3 4

ie

©

VA

N

Wouter Deprez is een komiek en cabaretier. Hij is bekend door zijn zaalshows waarin hij op een ludieke manier lijkt te vertellen over zijn vader, zijn roots, zijn gezin, zichzelf. In die shows speelt hij met gevoelens, maar zeker ook met taal. Of zoals hij het zelf zegt: ‘Wat heeft Wouter na al die jaren begrepen van het instrument waar hij mee werkt? Wat doet hem lachen in taal? Wat ontroert Wouter in taal, nog meer dan vroeger? Welke dringende aanpassingen in taal wil Wouter doorvoeren? En waarom worden vraagtekens zo vaak gebruikt om u nieuwsgierig te maken?’ In De lettervreter in De Standaard verkent Wouter Deprez tweewekelijks de veelheid aan vormen waarin taal zich aandient. Hij wordt hiertoe getriggerd door het taalgebruik van anderen en in de media. In de manier waarop hij dat doet, herken je de cabaretier in hem!

ID/ Fred Debrock ID Photo Agency: ID: 561749

onderweg

Lees de eerste paragraaf van de column op p. XXX en beantwoord de volgende vragen.

rs

1* De column is voor de lezers van De Standaard. Maar wie spreekt tegen wie in de column? 2* Wat verwijt hij zijn zoon?

fv e

3* Wat doet Wouter Deprez vervolgens in zijn column? 4* Wat is het effect daarvan? Welke vorm en techniek van humor ontdek je hier? 5* Wat voorspelt Wouter Deprez dat er misschien met hem gaat gebeuren?

pr oe

Je leest nu het vervolg van de column. 6

De vader heeft niet enkel woorden uit het Engels ontleend. Uit welke talen heeft hij nog woorden/ uitdrukkingen ontleend?

7

De tekst bevat heel wat moeilijke woorden. Op iDiddit staat een opdracht om de taal van oorsprong en de betekenis van de woorden te achterhalen.

h5 Leenwoorden in een column over taal

443


DE LETTERVRETER

LEENWOORDEN Wouter Deprez Toen ik nog maar eens een ‘Oh, my God’ van mijn 5 Het was op dat moment dat ik een aha-erlebnis kreeg. Gedecideerd nam ik een ad hocbeslissing. jongste zoon moest incasseren, begon ik stante Ik poneerde dat ik zijn vocabularium voortaan pede te fulmineren over de anglificatie van zijn zou controleren en proberen te eleveren. Vanaf nu vocabulaire. Ik confirmeerde wat ik hem al vaker werd eliminatie van het Engels chefsache, terwijl had gecommuniceerd over mijn allergie aan zijn een crescendo van het gebruik van leenwoorden culturele coup. Zijn Engels manoeuvreerde me uit andere talen zou accumuleren met een richting een attackske. Als hij mij in een Spaanse maximalisering van zijn zondagse alimentatie. furie wou laten exploderen, moest hij vooral op Mijn fingerspitzengefühl voorspelde me dat deze deze manier continueren. Na mijn explosie zou werkwijze in domo propria sowieso ook extra een ambulance me dan naar het hospitaal brengen, muros een effect zou sorteren. Maar mijn belhamel waar een plastisch chirurg alle partjes terug tot vond het duidelijk zum kotzen. Met veel drama één persoon zou moeten assembleren. stortte hij hyperventilerend neer. ‘Please, please’, piepte hij. Ik persisteerde dat hij moest stoppen Op dit gejeremieer repliceerde mijn zoon met een met herrie te maken en amok. Ik expliceerde ‘What the fuck!’. Uit deze frase probeerde ik zelf dat ik niet mesjogge was geworden. Dat ik niet een diepere betekenis te distilleren. Vond mijn de ambitie had om de punaise in zijn humeur te benjamin mijn uitval ad hominem? Realiseerde hij constitueren. Dat het überhaupt niet mijn bedoeling zich dat hij mij al deze argumenten al ad infinitum was om al zijn communicatie als een Gestapo te had horen declareren, misschien zelfs ad nauseam? gaan controleren. Dat het Engels an sich niet het Waarom is die senior toch zo conservatief, welk probleem vormde, dat ik ook wel snapte dat hij ressentiment koestert hij tegen dat Engels? het enigszins moest blijven gebruiken, om geen fremdkörper te worden tussen zijn copains. Dat Ik persisteerde en accelereerde nog. Dat ik zijn ik de controle op Engelse leenwoorden thuis zou contaminatie met het Engels niet zomaar wou injecteren met een bepaalde gemütlichkeit, zonder zien als juveniele spielerei. Dat ik van al dat evenwel de gründlichkeit uit het oog te verliezen. Engels sowieso wanderlust kreeg. Hoe kon het toch dat anno domini 2022 die Angelsaksen in het Nederlands quasi alle leenwoorden uit andere 6 Zijn gelamenteer ging daarop gelukkig pianissimo. Zou ik nu zijn alter ego zien verschijnen? Een talen in het defensief hadden gedrongen? Ik jeune premier, een uomo universalis, die voortaan zei hem dat ik de huidige situatie een complete copieuze frasen zou larderen met leenwoorden uit calamiteit vond. Ik smeekte hem om dat Engels de lingua franca’s van alle grote civilisaties uit de toch niet zo rücksichtslos over te nemen. En ik gaf geschiedenis? toe dat ik hoopte de controle over zijn taalgebruik nog te kunnen accapareren. Dat ik hoopte nog een wende te kunnen forceren, dat hij die met zijn 7 Hij pacifeerde zichzelf en zei sotto voce, maar gedecideerd ‘Go fuck yourself’. In plaats van talent voor taal zeker nog kon incorporeren. agree to disagree met de angry young man ben ik toen inderdaad ontploft. Een dokter op intensive Mijn captatio benevolentiae eindigde in een total care is as we speak cut and paste aan het doen loss, kon ik concluderen uit zijn ‘Shit!’. Dat ik met al mijn shrapnels, waarna hij mij helaas zal zelf toch voortdurend woorden uit andere talen retourneren naar home sweet home. gebruikte, beet junior me toe. Ik argumenteerde dat de leenwoorden uit het Engels zich tot mijn leenwoorden uit andere talen verhielden als een Bron: standaard.be schlager tot een chanson.

pr oe

fv e

3

rs

ie

©

2

VA

N

IN

1

4

444

TRAJECT NEDERLANDS   H Woordenschat oefenen en uitbreiden


8

Oefen even met de nieuwe woorden. Lees de korte tekstjes en beantwoord de vragen met woorden uit de keuzelijst hieronder.

IN

intensive care – spielerei – crescendo – as we speak – frase – wanderlust – stante pede – cut and paste – pianissimo – shrapnel – Gestapo – total loss – gejeremieer – uomo universalis – benjamin – fingerspitzengefühl – mesjogge – amok – shit – fremdkörper – sotto voce – go fuck yourself – ad hominem – vocabulaire – zum kotzen – Gestapo – Javaans – wende – manoeuvreren – chefsache – ambulance – ad infinitum – hospitaal – anno domini – gemütlichkeit – captatio benevolentiae – distilleren – hyperventileren – jeune premier – gründlichkeit

In de middeleeuwen is de katholieke Kerk dominant in alle aspecten van de samenleving. Ze ligt ook aan de basis van het onderwijssysteem. De onderwijstaal is het Latijn. Denk maar aan de septem artes liberales.

N

a Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?

©

VA

In de renaissance blijft men de klassieke oudheid bestuderen, maar die aandacht voor de taal, literatuur en wetenschap van de oudheid stimuleert ook de belangstelling voor de natuur en de werkelijkheid waarin men leeft. Waar de middeleeuwse wetenschap gebaseerd is op de autoriteit van gezaghebbende teksten, baseert de wetenschap zich meer en meer op persoonlijk en kritisch onderzoek. Belangrijk is ook dat wetenschap en cultuur niet langer alleen Latijnse teksten bestuderen, maar ook teruggrijpen naar de andere klassieke taal, het Grieks en zelfs naar de nationale talen.

ie

b Welke woorden uit een andere klassieke taal zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?

fv e

rs

In West-Europa krijgen jonge mannen uit de rijke, goed opgeleide elite privéonderwijs in die natuurwetenschappen, kunst en talen. De klassieke talen behoren tot het standaardpakket, samen met andere vreemde Europese talen en gebruiken. Die jongeren moeten tijdens hun grand tour ter plaatse ervaren wat ze hebben geleerd. Die grand tour is een rondreis langs de klassieke monumenten in Italië en Frankrijk en een afsluitend onderdeel van de opvoeding. Ze hebben geen probleem met Italiaanse woorden, omdat ze al een goed idee hebben van de taal van een van de grootste landen van die tijd en haar aanzienlijke invloed op religie, kunst en wetenschappen in heel Europa. Het Italiaans en het Frans waren toen de dominante talen in West-Europa, maar bij ons ontwikkelde ook het Nederlands zich.

pr oe

c Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands opgenomen zijn? In de 18e en 19e eeuw komt er een reactie tegen de verlichtingsideeën van Descartes, Voltaire, Montesquieu, Rousseau, Locke, Spinoza, Kant. De stelling van die grote verlichtingsdenkers dat alleen het gebruik van de rede en het gezond verstand tot de waarheid kan leiden, wordt onderuitgehaald door de terreur van de Franse Revolutie en de napoleontische oorlogen. Daarom keren de romantici zich ook af van Frankrijk. Ze grijpen terug naar de Kerk en de middeleeuwen, de Oudgermaanse en oriëntaalse wereld.

In Duitsland breekt de Sturm-und-Drangperiode aan. De briefroman van Goethe, Die Leiden des jungen Werthers is typisch hiervoor. De protagonist laat zich in zijn handelen volledig leiden door zijn gevoelens, wat tragisch eindigt. Die stroming leidt in dat land ook tot een sterk doorgedreven nationalisme en het ontstaan van het Duitse Keizerrijk in 1871, maar in de 20e eeuw krijgt het een pejoratieve betekenis door het nationaalsocialisme. In Engeland zetten de romantic poets zoals Wordsworth, Keats, Byron en Shelley de toon.

h5 Leenwoorden in een column over taal

445


d Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn? In de 19e eeuw worden ook de koloniale rijken verder uitgebouwd. In de vorige eeuwen waren Spanje en Portugal de grote koloniale mogendheden, maar in de 19e eeuw worden het Verenigd Koninkrijk en het Koninkrijk der Nederlanden de twee grootste.

e Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?

N

amok, Javaans

IN

De grondslag van het Nederlandse koloniale rijk wordt tijdens de Gouden Eeuw gelegd door de VOC en de WIC, of voluit de Verenigde Oost-Indische Compagnie en de West-Indische Compagnie. De VOC is actief in Zuid-Afrika en het Verre Oosten (India, Sri Lanka, Indonesië, Maleisië) en de WIC aan de westkust van Afrika (de Nederlandse Goudkust of Ghana én de Slavenkust of Benin, Togo en Nigeria), de Golf van Mexico en Latijns-Amerika (o.a. de Nederlandse Antillen, Guyana en Suriname).

VA

Even ingrijpend in diezelfde eeuw is de industriële revolutie. Voor 1800 bestonden er natuurlijk al machines, maar deze worden aangedreven door de kracht van mens of dier, soms door water of wind. Revolutionair is het massale gebruik van nieuwe energiedragers en -bronnen, zoals stoom, elektriciteit, olie, gas en in de 20e eeuw ook kernenergie.

©

Moderne machines zorgen voor een snellere en grootschalige productie van bv. stoffen en ijzer. Ook komen er nieuwe reis- en vervoersmogelijkheden door de auto, de trein, het schip en het vliegtuig.

ie

Er wordt ook vooruitgang geboekt op wetenschappelijk gebied. Uitvindingen zoals de telefoon, de radio, de microscoop en de telegraaf dragen bij aan veranderingen in de maatschappij. De ontdekking van de röntgenstraal en de komst van de röntgenfoto, samen met de antibiotica (zoals penicilline) en nieuwe chirurgische technieken zorgen voor een omwenteling in de medische wereld.

fv e

rs

Engeland is de voortrekker in de eerste industriële revolutie, maar al vlug volgen België, later ook Frankrijk en Pruisen. Op het einde van de eeuw pompen de VS de eerste aardolie op en leggen zo de basis voor de ontwikkeling van de automotor, de uitvinding van kunststoffen en de petrochemische industrie.

pr oe

Met de opkomst van de computer in de jaren 50 en de doorbraak van het internet vanaf de jaren 70 is de digitale revolutie ingezet, waar de klemtoon vooral ligt op de diensteneconomie en de globalisering. De VS geven oorspronkelijk de richting aan, maar geleidelijk nemen Japan, Zuid-Korea en nu ook China het over.

f

Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?

g Welke woorden hebben vandaag een pejoratieve betekenis en gebruik je dus beter niet in een alledaags gesprek? h Welke woorden verwijzen naar de recente Duitse politiek? i

Vreemd genoeg blijven er nog enkele woorden over. Hoe verklaar je die?

9* Leg nu kort uit waarom Wouter Deprez met het overwicht van Engelse woorden/uitdrukkingen in de laatste alinea van zijn column de tijdsgeest correct weergeeft.

446

TRAJECT NEDERLANDS   H Woordenschat oefenen en uitbreiden


H woordenschat oefenen en uitbreiden

h6

Spreekwoorden en zegswijzen: oudheid / Latijn 1 Je kent de betekenis van spreekwoorden en zegswijzen uit de oudheid / het Latijn.

a Link ze aan de juiste betekenis.

IN

1 Bekijk volgende uitdrukkingen uit de oudheid. b Link de bekende Latijnse vormen op de volgende pagina aan hun Nederlandse vertaling. uitdrukking

N

1 De teerling is geworpen. 2 Verdeel en heers.

VA

3 onder het juk doorgaan 4 Geld stinkt niet. 5 met een korreltje zout nemen

7 draconische maatregelen treffen

9 Pluk de dag. 10 Ik denk, dus ik ben.

rs

11 een leugentje om bestwil

ie

8 een pyrrusoverwinning behalen

©

6 in Charons boot treden

12 De wet is hard, maar het is de wet.

fv e

13 Haast en spoed is zelden goed.

14 De mens (is) voor de mens een wolf. Terentius of Plautus 15 De tijd vliegt snel (, gebruik hem wel). 16 Het venijn zit in de staart.

pr oe

17 In wijn zit waarheid. Plinius de Oudere 18 Gedenk je sterfelijkheid.

19 Wat een tijden, wat een zeden! Cicero 20 Overeenkomsten moeten nagekomen worden.

h6 Spreekwoorden en zegswijzen: oudheid / Latijn

447


betekenis a een overwinning die zo kostbaar is dat het eigenlijk een nederlaag is b (letterlijk) In wat voor tijden leven we toch, met wat voor gewoonten! = Waar moet het heen met de wereld? c De wet moet gehoorzaamd worden, want het is nu eenmaal de wet. d overlijden

Dronken mensen zeggen vaak waar het op staat.

g Een leugentje kan wanneer de bedoeling goed is. h Iets te snel doen, resulteert vaak in iets dat slecht gedaan is. Het gevaar zit pas aan het einde; het boosaardige zit in het slot.

j

harde maatregelen treffen

k Denk eraan dat je ooit zult sterven. l

Wat me tot mens maakt, is het feit dat ik denk.

m zich moeten onderwerpen aan iemand n iets niet helemaal voor waarheid aannemen

©

o Gemaakte afspraken moeten worden nagekomen.

VA

i

N

f

IN

e Hoe je je geld verdient, speelt geen rol.

p wanneer iemand een besluit heeft genomen waarop die later onmogelijk kan terugkomen

ie

q De tijd gaat snel voorbij; zorg ervoor dat je die goed gebruikt.

je concurrenten tegen elkaar uitspelen door de ene meer rechten te geven dan de andere om zo zelf de macht te behouden

s

De mens is hard voor de andere; de mens is zelfzuchtig.

t

Stel niet uit als je iets leuk vindt.

fv e

rs

r

O tempora, o mores! Homo homini lupus (est). Memento mori. Cogito ergo sum. Divide et impera.

pr oe

A B C D E

448

F G H I J

Carpe diem. Alea iacta est. Dura lex, sed lex. In vino veritas. Pacta sunt servanda.

TRAJECT NEDERLANDS   H Woordenschat oefenen en uitbreiden


H woordenschat oefenen en uitbreiden

h7

Spreekwoorden en zegswijzen: Bijbel 1 Je kent de betekenis van spreekwoorden en zegswijzen uit de Bijbel.

betekenis

uitdrukking

IN

1 Bekijk volgende uitdrukkingen uit de Bijbel. Link ze dan aan de juiste betekenis.

a iets dat stiekem of oneerlijk wordt gedaan

2 in adamskostuum rondlopen

b een teken van naderend onheil of een aankondiging dat er iets belangrijks of ergs gaat gebeuren

3 de schellen die van de ogen vallen 4 steen des aanstoots

c je tijd en energie niet verspillen aan wie het niet waard is

VA

d iemand die anderen niet op hun woord gelooft

5 een ongelovige Thomas

e Loop niet te koop met je goedheid.

6 het land van melk en honing

f

7 Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.

ineens begrijpen hoe iets in elkaar steekt

g helemaal in de rats of in de put zitten; het niet meer zien zitten

©

8 de zondebok zijn

h de kleine fouten van een ander opmerken, maar je eigen grote fouten niet zien

i

Vel geen oordeel over iemand anders, want we hebben allemaal onze fouten.

j

Wat je bezighoudt, daar praat je over.

ie

9 een teken aan de wand 10 Abraham (of Sara) zien

N

1 in zak en as zitten

rs

11 Laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet. 12 Hoogmoed komt voor de val. 13 met je talenten woekeren

fv e

14 met dezelfde maat meten

15 parels voor de zwijnen gooien

16 de hand in eigen boezem steken

pr oe

17 Waar het hart van vol is, loopt de mond van over. 18 de handen in onschuld wassen 19 de (drink)beker aan je voorbij laten gaan

20 Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen. 21 het daglicht niet verdragen 22 zeven vette en zeven magere jaren

23 een wolf in schaapskleren 24 de splinter in andermans oog zien, maar niet de balk in eigen oog 25 de zwaarden omsmeden tot ploegscharen

h7 Spreekwoorden en zegswijzen: Bijbel

k Kwaad dat je een ander wilt berokkenen, overkomt jezelf. l

mensen gelijk en dus eerlijk behandelen

m Iemand met een grote mond moet spoedig inbinden. n een periode van voorspoed die wordt gevolgd door een tijd van tegenspoed o de oorzaak of schuld bij jezelf zoeken p een huichelaar; iemand die zich anders voordoet dan hij in werkelijkheid is q het geweld laten volgen door vrede r

een moeilijke klus of taak ontlopen

s

vijftig jaar worden

t

met het blote lichaam, naakt

u terecht of onterecht de schuld krijgen voor alles wat fout gelopen is, terwijl ook anderen mee verantwoordelijk waren v een hinderlijk/ergerlijk iets of iemand w een prachtig oord, het ‘beloofde land’ x je talenten goed gebruiken y benadrukken dat je nergens schuld aan hebt

449


H woordenschat oefenen en uitbreiden

Voornamen in uitdrukkingen: Nederland vs. Vlaanderen

h8 h1

1 Je kunt de ontbrekende voornamen in uitdrukkingen aanvullen.

IN

1 In heel wat Nederlandse uitdrukkingen vind je voornamen. Vul telkens de juiste voornaam in op basis van de context. aagje – Abraham – benjamin – casanova – frans – harry – Hein – hendrik – jakob(a) – jantje – joost – klaas – lolita – lotje – Mina – nestor – piet (2x) – Sara – thomas – xanthippe

N

a De overbuur smakte met zijn brommer tegen het asfalt. In plaats van te helpen, stonden de meeste omstaanders erbij voor … snot.

VA

b De jongste van de familie wordt ook de … genoemd; de oudste is de ….

c Buitenshuis is hij altijd de vrolijke …, maar eens hij thuis is, zeurt hij op alles. d Na een verloving van drie jaar trouwde Nina met haar ware …. e De eerste feministen werden ook Dolle … genoemd.

Voor die kerel moet je oppassen; hij verleidt als een ware … iedere vrouw die hij tegenkomt.

©

f

ie

g Laat Michel gerust je schilderwerken uitvoeren. Hij is zo’n … secuur, dat je zeker tevreden zult zijn met het resultaat. h Zo’n turnoefeningen zijn niet aan mij besteed. Ik ben echt een houten … als het op dansen en radslagen aankomt. Met hoeveel bewijzen dien ik nog af te komen voor je me gelooft, jij ongelovige ….

j

Ik had me een leuke wandeltweedaagse met Ilyas voorgesteld, maar die brave … liep keurig het parcours af zonder maar even van de route af te wijken.

rs

i

l

fv e

k Jouw vader heeft heel wat invloed in dit bedrijf; ik wist niet dat hij zo’n hoge … was. Gelukkig passeerde je zus toen ik daar met mijn platte band langs de weg stond. Ik wist niet dat zij zo’n handige … was.

m In Japan lopen heel wat …’s in opvallende outfits rond. n Als een man of vrouw 50 jaar wordt, dan heeft hij … en zij … gezien.

pr oe

o Zij wil steeds alles weten, wat een nieuwsgierig …. p Waar mijn laarzen naartoe zijn, geen idee. Dat mag … weten. q Dat magere … nog maar heel wat jaartjes wegblijft; ik wil zeker 100 jaar worden. r

Die man heeft ze niet alle vijf. Die is duidelijk van … getikt.

s

Ai, ai … ik heb mijn taak van Nederlands te laat ingediend. Mijn leerkracht zal mij weer als een ware … de les spellen.

onthouden

Krijgen de namen in de uitdrukkingen een hoofdletter? De regel is dat (eigen)namen die een algemene betekenis hebben gekregen en niet meer als naam fungeren, een kleine letter krijgen. Maar … soms blijft de hoofdletter wél behouden. Naar: onzetaal.nl

450

TRAJECT NEDERLANDS   H Woordenschat oefenen en uitbreiden


H woordenschat oefenen en uitbreiden

Griekse en Romeinse namen in productnamen: voornamen

h9

1 Je weet welke Griekse en Romeinse voornamen gebruikt worden in bekende productnamen.

IN

1 Veel fabrikanten zochten voor hun producten inspiratie in de Griekse of Romeinse godenwereld. Geef de naam van het omschreven product. Een verwijzing naar de mythische godenwereld zal je op weg helpen. Ajax – Bacchus – Cupido – Giant – Helios – Hermes – Hypnos – Leonidas – Mars – Minerva – Minotaure – Neptunus – Nike – Pegasus – Poseidon – Venus

N

a Kun je je de godin van de schoonheid al voorstellen met haar op haar benen en onder haar oksels? Dit scheerapparaatje brengt de oplossing!

VA

b Dit gevleugelde paard brengt menig toerist op zijn gewenste bestemming.

c Deze god van de zon kan toch ook zijn muzikale naam aan zonnemelk schenken?

d Deze sterke krijger verleent zijn naam aan een al even sterk schoonmaakmiddel. Hij was onkwetsbaar, behalve op schouders, oksels en taille, de delen van zijn lichaam die door de pijlenkoker bedekt waren.

P. Picasso noemde zijn bekende aftershave naar het onoverwinnelijke monster half stier / half mens.

ie

f

©

e Deze Romeinse godin van de kunsten en de wetenschappen verleende haar naam aan een motor-, fiets- en automerk. Dit Belgische bedrijf kende zijn hoogtepunt in de jaren 20 en telde toen koningen en filmsterren onder zijn klanten.

rs

g Deze salade zit boordevol zeevruchten, daarom is het een verwijzing naar de god van de zee. (Latijnse benaming)

Deze hamburger smaakt hemels … Toch kan hij ook verwijzen naar reuzen met slangen in hun haren en met een lichaam dat eindigde in een drakenstaart. Hun aanblik was ondraaglijk en ze konden enkel overmeesterd worden indien ze tegelijkertijd door een god en een sterveling aangevallen werden. Ze streden vooral tegen de goden op de Olympusberg.

pr oe

i

fv e

h Is het om dieven te ontmoedigen om de bezittingen van reizigers weg te nemen, dat dit dure handtassenmerk naar de god van de handel genoemd is? Of zou hij als boodschapper van de goden misschien hun namen kunnen doorgeven?

j

Dit visrestaurant heeft een logische naamkeuze, want het is vernoemd naar de god van de zee. (Griekse benaming)

k Kan een sportmerk een betere naam kiezen dan die van de godin van de overwinning? l

Deze zaak gespecialiseerd in de gezonde slaap van haar klanten is vernoemd naar de god van de slaap. Een hele geruststelling als je naar bed gaat!

m Eén candybar en je kunt alle oorlogen aan. n Dit bier is genoemd naar de god van de wijn. Is dit een eerder ongelukkige keuze? Niet wanneer je weet dat deze god ook staat voor vreugde en losbandigheid.

o Het schattige zoontje van Aphrodite doet deze geschenkhandel alle eer aan. p Deze Griekse koning verwierf een ware heldenstatus door heel wat Spartanen te verslaan in een oorlog. Nu verovert hij met zijn chocolade in gouden dozen de hele wereld.

h9 Griekse en Romeinse namen in productnamen: voornamen

451


H woordenschat oefenen en uitbreiden

Oordelen

h10 h1

1 xxx

a

B

U

E

c B

C

e f g

B

O

C

O

J

R

V

D

K

E h

i

P

E

ie

S

U

©

L

H

VA

d

O

N

b

IN

1 Vul onderstaand kruiswoordraadsel aan met synoniemen voor het woord beoordelen. Enkele letters zijn reeds gegeven.

j

N

U

J

U

W

P

I

R

A

T

E

R

I

J

N

G

I

Q

Y

A

I

L

K

X

Q

O

U

D

I

O

N

N

G

G

K

Y

E

L

F

B

M

F

L

S

P

V

U

A

J

Y

W

W

E

N

N

I

Y

R

D

T

K

N

I

C

P

E

I

E D E

452

fv e

W

pr oe

rs

2 Zoek negen woorden in de woordzoeker. Verbind ze met de correcte definitie.

a zonder toestemming het werk van een auteur kopiëren en/of verspreiden b opsplitsen van een element in verschillende delen c verstandig, scherpzinnig

L

O

C

J

O

T

R

S

M

O

L

O

L

P

d om te lachen, niet ernstig

T

V

H

D

Z

H

U

T

H

K

S

O

D

F

N

E

T

Y

A

C

O

S

K

Y

X

L

S

G

e lange reeks van overwinningen of successen

O

B

Z

O

I

O

C

G

A

S

V

M

P

D

P

Y

I

K

S

T

T

G

I

D

I

O

R

Q

Q

R

N

H

C

E

U

I

H

D

X

Y

A

S

H

D

N

K

H

G

O

M

C

W

E

R

A

O

U

Q

I

P

Q

E

T

B

O

F

O

N

K

J

N

M

G

Z

D

Z

O

P

C

O

E

P

S

A

TRAJECT NEDERLANDS   H Woordenschat oefenen en uitbreiden

f

zonder ernst of nadenken

g alledaags, helemaal niet bijzonder h figuurlijk taalgebruik dat niet letterlijk genomen moet worden i

zonder omwegen, eenvoudigweg


3 Onderstaande zinnen zijn afkomstig uit recensies. Geef een correcte omschrijving voor de onderstreepte bijvoeglijke naamwoorden. a

Met haar romandebuut Identitti bewijst de Duitse cultuurwetenschapster Mithu Sanyal dat je over een polariserend thema als identiteit ook met humor kunt schrijven. Bron: www.standaard.be

b

Lach en traan verzekerd in spraakmakend verbouwprogramma Extreme makeover Vlaanderen.

c

Fatwa snijdt een gewichtig onderwerp aan, maar verveelt geen moment.

d

N

Bron: www.demorgen.be

Of is in dit boek het romaneske juist het medium van de waarheid en de filosofie dat van de fictie?

VA

Bron: www.knack.be

e

Existentieel in de verte staren met George Clooney.

ie

De abominabele Vlaamse slasherfilm FOMO, met tien irritante influencers, heeft helemaal niets te bieden. Bron: www.humo.be

Vooral in die laatste akte ontpopt Nightmare Alley zich tot een onverholen hommage aan de klassieke Amerikaanse film noir.

rs

g

©

Bron: www.trouw.nl

f

IN

Bron: www.nieuwsblad.be

h

fv e

Bron: www.volkskrant.nl

Ik ben zo integer mogelijk te werk gegaan; dat zal mijn enige wapen zijn mocht ik me moeten verdedigen.

pr oe

Bron: www.demorgen.be

i

Totaal onbevangen slaat hij de wereld gade, niet met een ‘verwend, verstopt hoofd’. Bron: www.demorgen.be

j

Enigszins uit haar lood geslagen, maar erg ad rem vraagt Mirren hem om te verduidelijken wat hij bedoelt met ‘gereedschap’. Bron: www.demorgen.be

h10 Oordelen

453


H woordenschat oefenen en uitbreiden

h11 h1

Taal van het nieuws

©

VA

N

IN

1 Je breidt je woordenschat over het nieuws uit. 2 Je kunt de verschillende onderdelen van een krantenartikel herkennen en benoemen.

ie

In I4 sta je stil bij het nieuws. Bij het nieuws op televisie, in kranten en op websites hoort een bepaalde woordenschat. 1 Orden onderstaande woorden in vier groepen.

rs

A woorden die ik nog nooit heb gehoord

B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp

fv e

C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken

pr oe

oorlogSjournalist – peRsconferentie – Autocue – duidIngsprogramma – bEtaalmuur – proDuctiehuis – sItcom – realiTyprogramma – Freelancer – Voice over 2 Op de pagina hiernaast vind je een afbeelding of omschrijving bij de woorden uit opdracht 1. a Noteer het juiste woord bij elke afbeelding/omschrijving. b Noteer daarnaast ook een omschrijving van het woord.

3 Als je alle woorden uit opdracht 1 op de juiste plaats hebt gezet in opdracht 2, plak je de vetgedrukte letters aan elkaar. Welk woord bekom je? Weet je ook wat het betekent?

454

TRAJECT NEDERLANDS   H Woordenschat oefenen en uitbreiden


C

D

IN

B

VA

N

A

F

rs

ie

©

E

H

pr oe

fv e

G

I

h11 Taal van het nieuws

De eerste 5 artikelen hebben we u cadeau gedaan. Ook dit artikel lezen? Neem nu een abonnement bij NRC. Dat is in een paar minuten geregeld.

J

455


4 Bekijk onderstaande woorden en omschrijvingen. a Verbind de woorden met de juiste omschrijving. Opgelet: twee omschrijvingen kun je niet gebruiken. b Welk woord heb je gevormd als je alle letters op de juiste plaats zet? Weet je ook wat het betekent? c Voor twee omschrijvingen was er geen woord. Kun je zelf het bijhorende woord raden? s

Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie

2 eindredacteur

d

tijdens de zomer, als het parlement niet aan het werk is en er weinig politiek nieuws te rapen valt

3 komkommertijd

v

tijdstip waartegen een journalist zijn artikel klaar moet hebben

4 persagentschap

o

verantwoordelijke voor het eindproduct

5 scoop

c

bedrijf dat nieuws verzamelt van over de hele wereld en dat tegen betaling doorstuurt naar nieuwskanalen zoals kranten, nieuwsredacties

6 VRT

a

als eerste een nieuwtje brengen; synoniem voor ‘primeur’

7 VMMa

t

Vlaamse Mediamaatschappij (met o.a. VTM en Q-Music)

i

informatie overbrengen op een entertainende manier

p

het hoofd van de nieuwsdienst, die bepaalt welk nieuws er in het journaal, de krant of het tijdschrift komt en die de taken tussen de journalisten verdeelt

VA

N

IN

1 hoofdredacteur

5 Plaats de definitie bij de juiste term.

a de hoofdtekst, de hele tekst van het krantenartikel, zonder koppen, quotes …

2 credit

b titeltje bij een deel van het artikel

3 lead

c een ingevoegde tekst bij een groter artikel

4 streamer

d inleiding tot het artikel

5 broodtekst

e de naam van een fotograaf of een andere bronvermelding

6 tussenkopje

f quote die vergroot tussen de tekst staat om de aandacht te trekken

rs

ie

©

1 inzettekst

6 Bekijk het artikel op de volgende pagina.

a Benoem de verschillende onderdelen van het krantenartikel uit opdracht 5.

fv e

4.4.1

pr oe

b Welk van de begrippen uit opdracht 5 zie je niet in het artikel?

ONDERWEG

Ken je deze fait divers? Het woord krant is afgeleid van het Franse courant, dat ‘gangbaar, actueel, lopend’ betekent.

456

TRAJECT NEDERLANDS   H Woordenschat oefenen en uitbreiden


MEDIAHUIS EN VRT PRATEN OVER ‘STREAMZ VOOR AUDIO’

N Debat op het podcastfestival in Oostende. D  Foto: Christophe De Muynck

zit. We moeten kijken hoe we die podcastbeleving in Vlaanderen houden.’ Ook voor Verwee is het ‘cruciaal dat alle mediabedrijven, zeker de VRT, van bij de start van de onderhandelingen aan de tafel zitten over een gezamenlijk podcastplatform’. De CEO van Mediahuis ziet brood in een hybride model voor zo’n platform met zowel advertenties als abonnementen. ‘Het is een utopie te denken dat reclame alleen genoeg inkomsten zal opleveren’, aldus Verwee.

fv e

rs

ie

©

Verwee benadrukte in Oostende dat er nog geen uitgewerkt plan op tafel ligt. Maar de openbare omroep, die de laatste tijd ook fors inzette op podcasts, bevestigt wel al dat het over zo’n platform met Mediahuis in gesprek is. ‘Net zoals bij video zijn we op zoek naar slimme manieren om samen te werken rond audio en de markt te versterken’, zegt VRT-woordvoerder Bob Vermeir.

VA

B  Een ‘Streamz voor audio’, dat idee lanceerde Koen Verwee, de CEO van Mediahuis (De Standaard, Het Nieuwsblad) op de eerste dag van het allereerste podcastfestival in Oostende. ‘Moeten we als Vlaamse mediapartners niet nadenken over een Vlaams podcastplatform?’, opperde hij tijdens een debat over podcasts in Vlaanderen. ‘Belangrijk is dat we het platform zelf controleren. Alleen zo vermijden we dat advertentie-inkomsten naar het buitenland vloeien. Tijdens het debat gaf de Vlaamse minister van Media, Benjamin Dalle (CD&V), meteen aan ‘positief te staan tegenover zo’n initiatief’.

IN

A  PODCAST Er lopen gesprekken tussen de VRT en Mediahuis (De Standaard en Het Nieuwsblad) over een gezamenlijk platform voor Vlaamse podcasts. Ook DPG Media toont interesse.

‘Het is cruciaal dat alle mediabedrijven, en zeker de VRT, van bij de start mee aan tafel zitten’ 

pr oe

C

Koen Verwee, CEO Mediahuis

Voorlopig zit DPG Media – het moederbedrijf van onder meer HLN, De Morgen, VTM en Qmusic – nog niet mee aan tafel. Al lijkt het een kwestie van tijd vooraleer dat bedrijf ook mee aan tafel schuift. Iedereen lijkt ervoor open te staan. Om te beginnen DPG Media zelf. In Oostende reageerde Steve Van den Audenaerde van DPG Media alvast enthousiast op het voorstel. ‘Wij zijn zeker bereid om te bekijken of een gezamenlijk podcastplatform, mét de steun van de VRT, mogelijk is. We willen mee aan tafel gaan zitten’, zei hij. Na het debat voegde Van den Audenaerde daar nog aan toe dat ‘80 tot 95 procent van de consumptie van podcasts bij Apple en Spotify

h11 Taal van het nieuws

E  Deadline Het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) kent vanaf dit jaar subsidies toe voor de ontwikkeling en productie van podcasts. ‘Audiocreaties zijn de laatste jaren aan een stevige opmars bezig. De podcastsector wordt stilaan volwassen’, zegt de minister van Media Benjamin Dalle (CD&V). ‘Momenteel luistert al één Vlaming op de vier minstens één keer per maand naar een podcast’, voegt directeurintendant van het VAF Koen Van Bockstal daaraan toe. Dit jaar kan het VAF 250 000 euro aan de ondersteuning van podcasts besteden, vanaf 2023 wordt dat 340 000 euro. De mediaminister kondigde dat nieuws in december 2021 al aan, maar vestigde er in Oostende nog eens de aandacht op. Verhalende audiocreaties – zowel fictie als non-fictie – met een langetermijnwaarde komen in aanmerking. De eerste deadline voor projecten die VAF-steun willen, valt al op 12 mei. Cathérine De Kock Valerie Droeven Bron: standaard.be - 02/04/2022

457


H woordenschat oefenen en uitbreiden

Taal in vacatures

h12 h1

Gezocht: management assista

nt

Floormanager gezocht!

IN

1 Je kunt het juiste beroep aan jobtitels linken.

Word jij onze front office assistant?

N

accountant

VA

Je hebt al gemerkt dat de taal in vacatures en jobaanbiedingen ietwat anders is dan je gewoon bent te spreken. Met ronkende functietitels proberen bedrijven toekomstige werknemers te overtuigen. Twee Gentse studenten onderzochten beroepsnamen in vacatures. En ja hoor, heel wat beroepsnamen werden wel eens fraaier voorgesteld, vooral als er meer jobaanbiedingen dan werknemers zijn. 1 Waarom doen bedrijven dat, denk je?

b floormanager

c maintenance engineer

d HRM (human resources manager)

e recruiter

f

management assistant

g digital expert

h front office assistant

i

sanitair manager

management consultant

k penitentiair assistent

l

sales engineer

n sales representative

o foreman

rs

j

ie

a CEO (chief executive officer)

fv e

©

2 Welke functie gaat schuil achter deze ronkende jobtitels?

m accountant Naar: www.hln.be

pr oe

3 Van welke van die jobtitels heb je wel eens gehoord? 4 Wat valt je op als je de fraaiere jobtitels bekijkt?

458

TRAJECT NEDERLANDS   H Woordenschat oefenen en uitbreiden


informatie & communicatie XXX

I1 I2 I3 I4 I5 I6 I7 I8 I9 I10

XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX

j samenvatten

©

Samenvatten en schematiseren Een schriftelijke en een mondelinge bron samenvatten Een samenvatting met informatie uit verschillende bronnen

k receptieve vaardigheden

fv e

rs

Leesvaardigheid – begintest Leesvaardigheid en luistervaardigheid – balanstest Leesvaardigheid - eindtest Lezen: Waarom pubers opstandiger en creatiever zijn Luisteren: Ben je soms zo lui omdat je te slim bent? Lezen: Nee, je kunt er niets aan doen dat je dt-fouten schrijft Lezen – Tienertaal: divers of tribaal? Luisteren: Zit de levensstijl van jouw opa in jouw genen? Lezen: Lees dan toch, beste jongeren! Luisteren: hoe overleef je als introvert persoon in een extraverte wereld?

pr oe

K1 K2 K3 K4 K5 K6 K7 K8 K9 K10

ie

J1 J2 J3

l argumenteren L1 L2 L3 L4 L5 L6

N

Formuleren Professioneel communiceren: een zakelijke mail Tabellen en grafieken Het nieuws De infographic Het interview Reclame: direct marketing De column De documentaire Solliciteren

IN

professionele en hedendaagse communicatie

VA

i

Argumenteren. Argumentatieve en opiniërende teksten Het debat De discussie De probleemoplossende discussie De recensie

XXX XXX XXX XXX 283 XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX


m academische vaardigheden en verder studeren

XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX

fv e

rs

ie

©

VA

N

IN

Hoe studeer je voor een mondeling examen? Academische woordenschat – begin- en eindtest Informatie beoordelen en ordenen: hedendaagse informatiebronnen Een onderzoeksvraag formuleren Verantwoord gebruik van Generatieve Artificiële Intelligentie Verder studeren: wie ben ik? Verder studeren: kennismaken met het landschap van het hoger onderwijs Verder studeren: heeft het hoger onderwijs een eigen taal?

pr oe

M1 M2 M3 M4 M5 M6 M7 M8

XXX


i Professionele en hedendaagse communicatie

Formuleren

Antwoorden vergelijken

VA

N

1 Stel je voor dat jij de leerkracht bent. Tijdens de les hebben drie leerlingen onderstaande antwoorden ingediend. Geef ze telkens een score en beargumenteer waarom je die score geeft.

Leerkracht Waarvoor staat de afkorting PIE? Leg het begrip kort uit in je eigen woorden.

Leerling 2

ie

Leerling 1

rs

Taal. PIE = Proto-IndoEuropees

fv e

hypothetische voorouder van meerdere talen  IndoEuropese talen /3

De afkorting PIE staat voor Proto-Indo-Europees. Dit is een hypothetische taal die de voorouder is van de IndoEuropese taalfamilie. /3

pr oe

1

Je kunt een duidelijk en goed geformuleerd antwoord geven op een vraag. Je maakt correct gebruik van signaal- en verwijswoorden. Je kunt een goed opgebouwde alinea schrijven. Je kunt een goed opgebouwde tekst schrijven. Je kunt een tekst herformuleren voor een ander doelpubliek.

IN

1 2 3 4 5

©

i1

Leerling 3 De hypothetische voorouder van de Indo-Europese talen is het Proto-Indo-Europees. Deze gereconstrueerde taal wordt afgekort als PIE. De Indo-Europese talen zijn een taalfamilie. De talen die tot die familie behoren, worden gesproken over de hele wereld. Het is een hypothetische taal omdat er geen bronnen in deze taal zijn overgeleverd, ze werd dus gereconstrueerd. /3

i1 Formuleren

461


2

Een goed antwoord formuleren Uit onderzoek van de hogeschool Odisee blijkt dat de taalvaardigheid van hogeschoolstudenten achteruit is gegaan. Naar aanleiding van deze onderzoeksresultaten belt Radio 1 met An De Moor, uitvoerder van het onderzoek en talenbeleidcoördinator aan Odisee.

ONDERWEG

IN

Radio 1 wil samen met zijn luisteraars interessante ontwikkelingen in de samenleving, politiek, cultuur, wetenschap en sport opvolgen en daarrond ook het maatschappelijke debat mee vorm laten krijgen.

N

5.3.2

1 Maak bij het beluisteren van het interview met An De Moor schematische notities. Je mag daarvoor twee keer naar het fragment luisteren.

VA

2 Vergelijk jouw notities met die van een medeleerling. Vul aan met wat jij denkt dat ontbreekt in jouw notities. Probeer op die manier tot notities te komen die volgens jou alle belangrijke en geen overbodige informatie bevatten. 3 Beantwoord nu onderstaande vragen over het interview met An De Moor. Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden die de leerkracht deelt.

©

a Wat doet de presentator om zijn onderwerp in te leiden? Waarom doet hij dat volgens jou? b Is An De Moor een autoriteit op vlak van dit thema? Kan zij beschouwd worden als een betrouwbare bron? Verklaar.

ie

c Wat waren de aanleidingen voor het onderzoek?

rs

d Verklaar het belang van taalvaardigheid in het hoger onderwijs.

Tip

pr oe

fv e

Tips bij het formuleren van een goed antwoord 1 Analyseren van de vraag: lees de vraag grondig en markeer eventuele deelvragen. 2 Voorbereiden van het antwoord: denk na over wat je in je antwoord moet verwerken om het volledig te maken. Noteer dit eventueel in kernwoorden zodat je alle informatie hebt alvorens een samenhangend antwoord te formuleren. 3 Formuleren van een samenhangend en gestructureerd antwoord: gebruik volzinnen, geen telegramstijl in je uiteindelijke antwoord. Schrijf zakelijk en vermijd overbodige informatie. Maak bij een tekstvraag gebruik van een IMS-structuur met een duidelijke alineaopbouw en signaalwoorden.

4 Schrijf een gestructureerd antwoord waarin je de antwoorden op de deelvragen verwerkt. Maak bij het formuleren van je antwoord gebruik van de tips.

‘Het onderscheid tussen formeel en informeel taalgebruik is blijkbaar ook niet meer zo helder.’ a Wat wordt daarmee bedoeld? b Hoe kunnen media daarin een rol spelen?

462

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


Een goede alinea schrijven/formuleren

onthouden

De taalvaardigheid van studenten aan hogescholen gaat erop achteruit. T A S

IN

Een alinea is een thematisch afgebakend onderdeel van een tekst dat bestaat uit een kernzin en uitwerkingszinnen. Een kernzin wordt doorgaans opgesteld aan de hand van het TAS-principe, waarbij TAS staat voor: thema (T), afbakening (A), standpunt (S).

N

De alinea wordt afgesloten met een slotzin of een overgangszin die zorgt voor een vlotte overgang naar de volgende alinea. Om verbanden tussen verschillende alinea’s te leggen, maak je gebruik van signaalwoorden.

VA

1 Lees de volgende alinea uit het krantenartikel Academici luiden alarmbel over desastreuze vaardigheden in hoger onderwijs en zoek de kernzin.

©

De nadruk leggen op communicatief taalonderwijs kan volgens Valcke gerust ook leiden tot een betere schrijfvaardigheid. ‘Het hangt er maar van af hoe je dat als school invult. Zie je dat enkel als converseren, of lees je samen teksten? Laat je de leerlingen die teksten analyseren, er opdrachten over schrijven en ze presenteren in de klas? Dan werk je wel degelijk aan een betere taalbeheersing. In sommige scholen wordt in het zesde middelbaar amper nog een boek gelezen.

ie

Bron: demorgen.be - 16/08/2010

2 Waarom is deze zin de kernzin en de rest van de alinea de uitwerking?

rs

3 Wat is de relatie tussen de kernzin en de rest van de alinea?

fv e

4 Zoek de kernzin in onderstaande tekst.

De hedendaagse samenleving vraagt daarnaast ook nieuwe vaardigheden: zogenaamde ‘21st century skills’. Meer dan ooit moeten we kunnen samenwerken, creatief zijn, beschikken over digitale geletterdheid, problemen kunnen oplossen, kritisch kunnen denken, onszelf kunnen sturen én sociaal en cultureel vaardig zijn. In het verwerven en versterken van die vaardigheden is taalvaardigheid – en schrijfvaardigheid als belangrijk onderdeel daarvan – een vereiste.

pr oe

3

Bron: fragment uit het adviesrapport Schrijfonderwijs in de schijnwerpers van de Nederlandse Taalunie uit 2015, taalunie.org

5 Wat is de relatie tussen de kernzin en de rest van de alinea? 6 Onderstaande alinea uit het opiniestuk We kunnen dalend taalniveau bij jongeren weer opkrikken werd door elkaar gehaald. Zet de zinnen opnieuw in de juiste volgorde en zoek de kernzin. a Veel andere nuttige en nodige vaardigheden – zoals kennis van specifieke technologische tools – kun je relatief snel en eenvoudig bijspijkeren terwijl je al aan de slag bent. b In bijna elke functie kan enkel wie voldoende taalvaardig is, een duidelijke meerwaarde betekenen voor een organisatie. c Taal biedt ook een economisch toegangsticket. d Inzicht in hoe je een tekst ontrafelt of opbouwt, hoe (interculturele) communicatie verloopt, hoe je dubbele bodems in een boodschap herkent … kun je niet op een-twee-drie verwerven. Naar: tijd.be - 21/05/2019

i1 Formuleren

463


7 Onderstaande alinea komt uit het artikel OESO waarschuwt: studenten doen te lang over studie hoger onderwijs, maar de kernzin werd weggelaten. Bedenk een goede kernzin voor deze alinea.

(...) Zo kondigde diezelfde KU Leuven midden augustus aan de deliberatie van studenten terug meer in eigen handen te nemen, de Gentse universiteit wil studenten sneller heroriënteren als het moeilijk loopt en de Antwerpse en Brusselse universiteit nodigen studenten dan weer uit voor een begeleidingsgesprek als de resultaten tegenvallen.

IN

Bron: demorgen.be - 10/09/2019

8 Vergelijk onderstaande alinea’s. Welke alinea leest vlotter volgens jou? Beargumenteer. B

N

Uit onderzoek van An De Moor blijkt dat de taalvaardigheid van studenten aan de hogeschool daalt. De Moor geeft daarvoor meerdere oorzaken. Eerst wijst ze naar de diverse instroom van hogescholen in vergelijking met universiteiten. Daarnaast speelt de schoolachtergrond van de studenten volgens haar ook een belangrijke rol. Ten slotte is ook de gedaalde leesvaardigheid van de studenten volgens De Moor een oorzaak van de gedaalde taalvaardigheid. Met andere woorden, er ligt meer dan één oorzaak aan de grondslag van dit probleem.

rs

ie

©

Uit onderzoek van An De Moor blijkt dat de taalvaardigheid van studenten aan de hogeschool daalt. An De Moor geeft hiervoor meerdere oorzaken. An De Moor spreekt over een diverse instroom in vergelijking met universiteiten. De schoolachtergrond van de studenten is ook een oorzaak. Gedaalde leesvaardigheid is ook een oorzaak. Dit zijn, volgens De Moor, de oorzaken van de gedaalde taalvaardigheid van de studenten aan de hogeschool. Er is meer dan één oorzaak voor dit probleem.

VA

A

onthouden

Verwijswoorden voorkomen herhalingen omdat ze verwijzen naar iets wat eerder gezegd werd of naar iets wat nog komt. Lucy heeft een verjaardagscadeau gekocht voor Kevin. Ze wil het morgen graag aan hem geven.

pr oe

4.5.5

fv e

Een tekst leest doorgaans vlotter wanneer er gebruik wordt gemaakt van signaal- en verwijswoorden. Die woorden zijn structuuraanduiders.

4.5.4

Signaalwoorden geven aan welk verband er tussen zinnen en/of tekstdelen bestaat. Kevin wil geen huisdieren omdat hij hun appartement te klein vindt. (= reden)

woord OESO: Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling; samenwerkingsverband van 38 landen om sociaal en economisch beleid te bespreken, te bestuderen en te coördineren

464

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


4

Zelf een alinea schrijven

©

VA

N

IN

1 Schrijf een alinea die als verduidelijking bij onderstaande grafiek geplaatst kan worden.

ie

Bron: Gezondheidsenquête, Sciensano, bewerking Statistiek Vlaanderen

2 Bekijk je eigen alinea kritisch aan de hand van onderstaande criteria.

3 Je leerkracht verdeelt de klas in groepen. Schrijf nu een volledige tekst bij de grafiek. Maak daarbij gebruik van het stappenplan Schrijven in stappen in de Trajectwijzer. 4 Evalueer nu de eerste versie van jullie tekst met behulp van volgende criteria.

pr oe

6.1

fv e

rs

✓ Mijn alinea bevat een kernzin. o ✓ Ik maak correct gebruik van signaalwoorden. o ✓ Ik maak correct gebruik van verwijswoorden. o ✓ Mijn alinea vormt een thematisch geheel. o ✓ Mijn alinea vormt een afgerond geheel of heeft een vlotte overgang naar een volgende alinea. o

inhoud

✓ De alinea's van onze tekst zijn thematisch afgebakend. o ✓ We maken correct gebruik van signaalwoorden. o ✓ We hebben de relevante informatie uit de grafiek verwerkt in onze tekst. structuur o ✓ We maken correct gebruik van verwijswoorden. o ✓ We hebben een duidelijk(e) inleiding, midden, slot. o ✓ We hebben onze tekst grondig nagelezen op spel- en typfouten. spelling o ✓ Onze zinnen zijn niet te lang of te kort. zinsbouw o ✓ We hebben onze tekst grondig nagelezen en er ontbreken geen woorden / er staan o geen overbodige woorden in de zinnen.

5 Formuleer twee werkpunten waar jullie groep extra op wil focussen tijdens het schrijven van de definitieve versie. 6 Je krijgt een voorbeeldtekst van je leerkracht. Vergelijk die met je eigen tekst. Wat valt je op?

i1 Formuleren

465


Herformuleren A

B

Helder communiceren is belangrijk. Je communicatie hangt af van je doelpubliek. Het hangt ook af van het gebruikte medium. Denk daarom goed na. Woordkeuze is belangrijk. Een duidelijke structuur is essentieel. Helder communiceren is belangrijk, maar niet altijd makkelijk, hoe je moet communiceren wordt door veel factoren bepaald, zoals bijvoorbeeld je doelpubliek en het medium dat wordt gebruikt; ook je woordkeuze en een duidelijke structuur zijn elementen waar je aandacht moet aan besteden bij het schrijven van een tekst. Ik vind het belangrijk om helder te communiceren en ik besteed daarom veel tijd aan het schrijven van een tekst. Ik denk voor ik begin te schrijven na over mijn doelpubliek en het medium dat ik wil gebruiken. Ik besteed daarnaast ook veel aandacht aan de juiste woordkeuze en ik zorg ervoor dat mijn tekst een duidelijke structuur heeft.

Een tekst redigeren

ie

©

D

VA

N

C

Het is belangrijk om aandacht te besteden aan hoe je je teksten formuleert. Afhankelijk van je doelpubliek en medium kan dit verschillen. Daarom is het belangrijk om altijd goed na te denken alvorens je begint te schrijven. Het is belangrijk om te bepalen wie je wilt bereiken en wat het doel is van je tekst. Verder is het ook belangrijk om aandacht te besteden aan woordkeuze en is het belangrijk om een duidelijke structuur te hanteren.

IN

5

rs

1 Een medeleerling heeft jou gevraagd om zijn/haar tekst na te lezen en feedback te formuleren. Hierboven kun je enkele alinea’s terugvinden die hij/zij wil gebruiken in zijn/haar tekst. a Lees de alinea’s grondig na.

fv e

b Geef bij elke alinea aan of je deze goed geformuleerd vindt of niet. Geef telkens een reden waarom je dat denkt.

pr oe

c Schrijf zelf een alinea waarin je een van de alinea’s herformuleert.

woord redigeren: herwerken of herschrijven van een tekst. Bij bv. een krant doet de eindredactie dit. Na het redigeren is een tekst klaar om gedrukt te worden.

466

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


Robotjournalistiek: zijn menselijke journalisten nog nodig? Robotjournalistiek houdt in: het automatisch genereren van nieuwsartikelen door middel van computersoftware. Er is hierbij geen directe bemoeienis van journalisten van vlees en bloed nodig. Deze vorm van journalistiek wordt de afgelopen jaren steeds meer ingezet voor artikelen waarbij veel feitelijke gegevens gemoeid zijn, zoals sportuitslagen, financieel nieuws en het weer. Tijdens de verkiezingen maakte de NOS bijvoorbeeld gebruik van robotjournalistiek [voor het weergeven van de uitslagen].

IN

Door een robot in te zetten, kan tijd bespaard worden. Een robot verzamelt data veel sneller dan een menselijke journalist. Bovendien bleek uit onderzoek dat lezers van financiële artikelen meer vertrouwen hebben in het woord van de computer dan in dat van een menselijke journalist.

N

Bij sportverhalen zijn lezers dan weer minder enthousiast over de robotschrijver. Tekst die gemaakt is door een robot kan namelijk geen échte emotie bevatten. Daarnaast zijn robots niet in staat tot het maken van gedachtesprongen en het afnemen van interviews. Robotjournalistiek zal de menselijke journalist voorlopig dus nog niet kunnen vervangen.

VA

Bron: TechPulse.be / Blue Pixl Media b.v.

©

Juristen in actie voor genderneutrale overheidstaal

‘Goed huisvader’, ‘raadsheer’, ‘raadsman’: het is hoog tijd dat zulke termen in de Nederlandse overheidstaal plaats maken voor moderne, inclusievere formuleringen. Dat stellen acht juristen

ie

in een oproep op sociale media, waarin zij aandacht vragen voor overheidstaal die toe is aan modernisering. Met de hashtag ‘mannelijketaalisnietneutraal’ roepen de acht juristen op om overheidstaal op te sporen die inclusiever geformuleerd zou kunnen worden. Zij kregen al snel

rs

tientallen reacties en er volgde een levendige discussie.

Overigens is het initiatief niet helemaal nieuw. Zo riepen twee van de betrokken advocaten de

fv e

Hoge Raad in 2019 al op om in zijn rechtspraak voortaan vrouw-inclusieve taal te gebruiken. De Hoge Raad liet daarop in een reactie weten ‘aangenaam verrast’ te zijn en zegde toe de aangereikte suggesties te zullen bespreken. Maar tot op heden heeft de Hoge Raad het nog steeds over ‘raadsheren’.

pr oe

Bron: eerder verschenen op www.mr-online.nl © Uitgever Mr. bv

Een tekst herformuleren voor een ander doelpubliek 2 Kies een van bovenstaande teksten. Herformuleer die tekst zodat een twaalfjarige de tekst vlot kan begrijpen. a Zoek woorden en uitdrukkingen die moeilijk te begrijpen zijn voor een twaalfjarige. b Ga op zoek naar een synoniem. c Als je geen bruikbaar synoniem kunt bedenken, schrijf je een verklaring van het woord of de uitdrukking op.

i1 Formuleren

467


i Professionele en hedendaagse communicatie

Professioneel communiceren

IN

1

Je kunt het verschil tussen informeel en formeel taalgebruik herkennen. Je kunt een correct taalregister kiezen voor een bepaalde situatie. Je kunt een zakelijke e-mail schrijven. Je kunt een zakelijke brief schrijven.

Inleiding Je bekijkt een fragment uit Zonde van de zendtijd.

2 Is dat terecht volgens jou? Waarom wel/niet? 3 Wat maakt dit fragment humoristisch?

ONDERWEG

Taalregister

pr oe

2

fv e

rs

ie

©

Zonde van de zendtijd was een humorprogramma met Bert Gabriëls en Henk Rijckaert dat wekelijks werd uitgezonden op Canvas.

VA

1 Bepaalde politici antwoorden niet op bepaalde vragen. Waarom?

© Christophe Ketels / Alamy

1 2 3 4

N

i2 i1

In de les over formuleren luisterde je naar een interview met An De Moor over de achteruitgang van de taalkennis van hogeschoolstudenten. Ze sprak over thema’s als begrijpend lezen en woordenschat, maar ze zei ook het volgende:

Bovendien hebben meer en meer studenten ook een probleem met taalregisters, ze kunnen het onderscheid niet maken tussen een formeel academisch register en een informele taal zoals die gebruikt wordt om te chatten.

1 Wat wordt er volgens jou bedoeld met ‘taalregister’? Leg die term in je eigen woorden uit.

468

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


onthouden Een taalregister is een stilistische taalvariant waarbij de taalgebruiker zijn taalgebruik aanpast aan een sociale situatie. Taalregisters vormen een continuüm met aan het ene uiteinde zeer informeel taalgebruik en aan het ander uiteinde zeer formeel taalgebruik. auto – vehikel

VA

N

IN

2 Welk taalregister gebruik je in de volgende situaties? Rangschik de verschillende voorbeelden volgens het onderstaande continuüm.

a

Je legt je oma uit hoe ze een smartphone moet gebruiken.

b

Je opent een nieuwe rekening bij de bank.

d

c

e

Je solliciteert voor een vakantiejob.

f

Je vraagt naar een bepaald h product in de winkel.

Je gaat in gesprek met je leerkracht tijdens je mondelinge examen.

i

rs

Je spreekt af met enkele vrienden om iets te gaan drinken.

g

pr oe

fv e

Je maakt een afspraak om een studentenkamer te bezoeken.

zeer formeel

Je vraagt je leerkracht om een toets uit te stellen.

©

Je telefoneert naar een mogelijke stageplaats.

ie

zeer informeel

Je knoopt een gesprek aan j met je leerkracht wanneer je hem/haar tegen het lijf loopt in de winkel.

3 Vergelijk jouw bevindingen met die van een medeleerling en bespreek eventuele verschillen. 4 Welke factoren hebben in deze situaties een invloed gehad op jouw keuze? Leg uit waarom.

i2 Professioneel communiceren

469


Invloed van het gebruikte medium

3

A

Beste leerlingen

B

C

ie

20-05-23

©

Filip Ali Bloemekensstraat 45 1770 LIEDEKERKE T.a.v. de laatstejaars Schoolstraat 245 1770 LIEDEKERKE

N

VA

Geef een seintje voor 30 mei of je aanwezig zult zijn of niet. ______________________ Met vriendelijke groeten De klastitularis

IN

Wie wil de laatste zaterdag van juni het schooljaar samen afsluiten met een teambuilding en pizza? :) We vertrekken om 8.30u aan het station. Ieder betaalt zelf zijn eigen activiteit en pizza.

Ik contacteer u naar aanleiding van de activiteiten die georganiseerd worden om het schooljaar af te sluiten. De laatste zaterdag van het schooljaar wordt er een teambuilding georganiseerd, gevolgd door een lunch. We vertrekken om 8.30u aan het station. Zowel de activiteit als de pizzalunch dient door uzelf bekostigd te worden.

pr oe

Beste heer / mevrouw

fv e

rs

Afsluiter van het schooljaar: lunch en teambuilding

Gelieve voor 30 mei uw aanwezigheid te bevestigen.

Met vriendelijke groeten Filip Ali Klastitularis

1 Welke van de uitnodigingen vind je de meest gepaste? Verklaar je keuze. Om formeel (zakelijk) te communiceren, moet je je taalgebruik, maar ook het medium aanpassen aan de context. Een bepaald medium zorgt ervoor dat je communicatie als (in)formeler wordt beschouwd. 2 Welke media worden het best gebruikt voor formele communicatie?

470

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


Formeel taalgebruik 1 Je bekijkt een filmpje dat ingezet werd als promomateriaal voor een campagne. Waarover gaat de campagne volgens jou? 2 Probeer nu zelf het citaat uit het gemeentereglement te verwoorden in helder taalgebruik. 3 Vind je de regel nog steeds even krachtig wanneer die verwoord is in helder taalgebruik? Waarom (niet)?

IN

4 Lees onderstaande uitspraken grondig. Welke uitspraken passen bij jou? Noteer vervolgens hoeveel procent van jouw medeleerlingen de uitspraak bevestigde.

a Ik heb al ooit gebruikersovereenkomsten geaccepteerd zonder ze te lezen (bv. bij het installeren van een applicatie).

N

b Ik heb al ooit gebruikersovereenkomsten geaccepteerd waar zaken in vermeld werden die ik niet (volledig) begreep (bv. bij het installeren van een applicatie).

VA

c I k heb al ooit gebruikersovereenkomsten geaccepteerd waar zaken in vermeld werden waar ik het niet mee eens was (bv. bij het installeren van een applicatie). d Ik heb al ooit een contract/overeenkomst ondertekend waar zaken in vermeld werden die ik niet (volledig) begreep (bv. abonnement van een telecomoperator, een arbeidscontract, een huurcontract). e Ik heb al ooit een contract/overeenkomst ondertekend waar zaken in vermeld werden waar ik het niet mee eens was (bv. abonnement van een telecomoperator, een arbeidscontract, een huurcontract). Ik heb al ooit een contract/overeenkomst ondertekend zonder het volledig te lezen (bv. abonnement van een telecomoperator, een arbeidscontract, een huurcontract).

©

f

ie

5 Werd jij al ooit geconfronteerd met informatie die op een onnodig ingewikkelde manier geformuleerd werd? Zo ja, licht jouw voorbeeld kort toe.

rs

6 Waarom zijn bepaalde documenten/toespraken zo moeilijk geformuleerd volgens jou? 7 Geef een definitie van ‘vakjargon’.

fv e

8 Zijn er bepaalde situaties waarin een bepaald vakjargon volgens jou noodzakelijk is? Geef minstens één argument.

pr oe

4

i2 Professioneel communiceren

Algemene n voorwaarde

471


5

Woordenschat in formele communicatie In officiële documenten wordt nog vaak gebruikgemaakt van moeilijke taal. Veel taalconstructies kunnen eenvoudiger geformuleerd worden en veel moeilijke woorden kunnen vervangen worden door een helderder synoniem. 1 Verbind onderstaande woorden met hun duidelijkere variant. Opgelet: één verklaring moet je twee keer gebruiken.

Het huurcontract Inhoud

VA

N

IN

echter ongeldig net als op voorwaarde dat over deze brief zodat, met de bedoeling dat zie hieronder/hierboven wat betreft, op vlak van heeft te maken met

k in het belang van

rs

6

a b c d e f g h i j

©

11 12

met betrekking tot dit schrijven evenwel ten behoeve van opdat inzake nietig dienaangaande evenals confer/conferatur intra/supra (afgekort als: cf., cfr. of conf. supra) behoudens betreffende

ie

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

fv e

1 Lees op p. 232-233 de clausule over het opzeggen van het huurcontract uit het modelcontract van de huurdersbond en beantwoord de bijhorende stellingen en vragen.

pr oe

a Ik zeg mijn huurcontract op via een aangetekend schrijven dat ik verzend op 30 april. 1 Mijn opzeggingstermijn start op 1 mei en loopt zes maanden, mijn opzeggingstermijn loopt dus tot 1 oktober. 2 Mijn opzeggingstermijn start op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de verhuurder mijn opzegging ontvangt, dit betekent dat de opzeggingstermijn start op 1 juni en loopt tot 1 november. 3 Mijn opzeggingstermijn start de volgende dag en loopt drie maanden, mijn opzeggingstermijn eindigt dus op 1 augustus. b In welke omstandigheden kan de huurovereenkomst niet vroegtijdig door de verhuurder worden opgezegd? 1 Tijdens de renovatiewerken aan hun eigen woning willen de kinderen van de verhuurder het pand betrekken. Na een jaar willen ze opnieuw intrekken in hun gerenoveerde woning. 2 De verhuurder wil het pand zelf betrekken en zegt daarom de huurovereenkomst op met een opzeggingstermijn van zes maanden. 3 De broer van de vader van de verhuurder wil het pand betrekken, de verhuurder zegt daarom de huurovereenkomst op met een opzeggingstermijn van zes maanden. 4 De verhuurder wil renovatiewerken laten uitvoeren in het gedeelte van het pand dat de huurder nu twee jaar huurt. De kosten van deze werken bedragen meer dan drie jaar huur.

472

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


IN

c Wat betekent de volgende zin: ‘Die vergoeding is gelijk aan drie maanden, twee maanden of één maand huur naargelang de huurovereenkomst een einde neemt gedurende het eerste, het tweede of het derde jaar’? 1 Wanneer de huurder de huurovereenkomst opzegt in het eerste jaar van de huurovereenkomst, dient deze een schadevergoeding van één maand huur te betalen, in het tweede jaar is deze schadevergoeding gelijk aan twee maanden huur en in het derde jaar is deze schadevergoeding gelijk aan drie maanden huur. 2 Wanneer de huurder de huurovereenkomst opzegt in het eerste jaar van de huurovereenkomst, dient deze een schadevergoeding van drie maanden te betalen, in het tweede jaar is deze schadevergoeding gelijk aan twee maanden huur en in het derde jaar is deze schadevergoeding gelijk aan één maand huur.

N

Artikel 4: Opzeggingsmodaliteiten

VA

Iedere opzegging die te allen tijde kan gegeven worden, kan ten vroegste ingaan op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de opzegging wordt aangeboden aan de post. Artikel 5: (Vervroegde) Opzeggingsmogelijkheden voor de verhuurder 1.A. OPZEGGING VOOR EIGEN BETREKKING

©

De verhuurder kan op elk ogenblik met een opzeggingstermijn van zes maanden de huurovereenkomst opzeggen om de woning persoonlijk en werkelijk te betrekken.

fv e

rs

ie

De verhuurder kan met een opzeggingstermijn van zes maanden de huurovereenkomst opzeggen om de woning persoonlijk en werkelijk te laten betrekken door zijn echtgenoot of wettelijk samenwonende partner of de afstammelingen, aangenomen kinderen, bloedverwanten in de opgaande lijn of bloedverwanten in de zijlijn tot in de derde graad van de verhuurder of van zijn echtgenoot of wettelijk samenwonende partner. Dit zijn kinderen, kleinkinderen, ouders en grootouders, broers, zussen, schoonbroers en schoonzussen, ooms en tantes, neven en nichten. De opzeggingstermijn kan in dit geval niet verstrijken vóór het einde van de eerste driejarige periode vanaf de aanvang van de huurovereenkomst.

pr oe

De opzegging vermeldt de identiteit van de persoon die het goed zal betrekken en de band van verwantschap met de verhuurder. Op verzoek van de huurder moet de verhuurder deze band van verwantschap bewijzen. De verhuurder moet aan dit verzoek voldoen binnen een termijn van twee maanden te rekenen van het verzoek van de huurder, zo niet kan de huurder de nietigverklaring van de opzegging vorderen. Die vordering moet op straffe van verval uiterlijk twee maanden vóór het verstrijken van de opzeggingstermijn worden ingesteld. Binnen het jaar na het verstrijken van de opzeggingsperiode, of als de teruggave door de huurder later plaatsvindt, na de teruggave van het goed door de huurder, moet de woning gedurende minstens twee jaar werkelijk en doorlopend worden betrokken. Indien de verhuurder zonder het bewijs te leveren van buitengewone omstandigheden, binnen de gestelde termijn en voorwaarden de betrekking van het goed niet verwezenlijkt, heeft de huurder recht op een vergoeding gelijk aan achttien maanden huur. 2.A. OPZEGGING VOOR GRONDIGE RENOVATIEWERKEN * De verhuurder kan te allen tijde de huurovereenkomst beëindigen met een opzeggingstermijn van zes maanden indien hij voornemens is het onroerend goed of een gedeelte ervan weder op te bouwen, te verbouwen of te renoveren.

i2 Professioneel communiceren

473


De werken moeten: • worden uitgevoerd met eerbiediging van de decretale en verordeningsbepalingen over de ruimtelijke ordening; • worden uitgevoerd aan het door de huurder bewoonde gedeelte; • meer kosten dan drie jaar huur van het gehuurde goed. Indien het gebouw waarin de woning gelegen is uit verscheidene verhuurde woningen bestaat, toebehorend aan dezelfde verhuurder, volstaat het dat de kosten van de werken meer dan twee jaar huur bedragen van alle betrokken woningen.

IN

De opzeggingstermijn bedraagt zes maanden, tenzij de opzegging wordt gedaan tijdens de eerste driejarige periode. In dat geval kan de opzeggingstermijn niet verstrijken vóór het einde van de eerste driejarige periode vanaf de inwerkingtreding van de huurovereenkomst.

N

De opzegging moet vergezeld zijn van een kopie van de omgevingsvergunning (vroeger stedenbouwkundige vergunning genoemd) indien deze vereist is en een omstandig bestek of een beschrijving van de werkzaamheden samen met een gedetailleerde kostenraming, of een aannemingsovereenkomst.

VA

De werken moeten worden aangevat binnen een termijn van zes maanden en beëindigd zijn binnen een termijn van vierentwintig maanden na het verstrijken van de opzegging door de verhuurder of, in geval de teruggave door de huurder later plaatsvindt, na de teruggave van het goed. Na de beëindiging van de werken vraagt de verhuurder een conformiteitsattest aan.

ie

©

Op verzoek van de huurder is de verhuurder verplicht hem kosteloos de documenten inclusief het conformiteitsattest mede te delen waaruit blijkt dat de werken, zoals beschreven, zijn uitgevoerd. Indien de verhuurder, zonder het bewijs te leveren van buitengewone omstandigheden, binnen de gestelde termijn en voorwaarden de werken niet heeft uitgevoerd, heeft de huurder recht op een vergoeding die gelijk is aan achttien maanden huur.

rs

3.A. ONGEMOTIVEERDE OPZEGGING MITS BETALING VAN EEN SCHADEVERGOEDING *

fv e

Tegen het verstrijken van de eerste en de tweede driejarige periode kan de verhuurder de huurovereenkomst beëindigen met een opzeggingstermijn van zes maanden, zonder motivering, maar met betaling van een vergoeding. Deze vergoeding is gelijk aan negen dan wel aan zes maanden huur naargelang de overeenkomst een einde neemt bij het verstrijken van de eerste of de tweede driejarige periode. Artikel 6: Opzeggingsmogelijkheden voor de huurder

pr oe

De huurder kan de huurovereenkomst altijd beëindigen met een opzeggingstermijn van drie maanden. Indien de huurder de huurovereenkomst beëindigt tijdens de eerste driejarige periode, heeft de verhuurder recht op een vergoeding. Die vergoeding is gelijk aan drie maanden, twee maanden of één maand huur naargelang de huurovereenkomst een einde neemt gedurende het eerste, het tweede of het derde jaar. De huurder kan de huurovereenkomst op ieder moment tegenopzeggen met één maand, doch enkel indien de verhuurder de huurovereenkomst vervroegd beëindigt voor eigen betrekking, verbouwingswerken of ongemotiveerd mits betaling van een schadevergoeding. De huurder is dan geen vergoeding verschuldigd. Zolang op het moment van de opzegging de huurovereenkomst niet tijdig geregistreerd is na de termijn van twee maanden na de ondertekening, zijn de opzeggingstermijn en eventuele opzeggingsvergoeding niet van toepassing. Wel dient de huurder de verhuurder best aangetekend op de hoogte te brengen van de opzegging en kan die ten vroegste een einde nemen op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin is opgezegd.

474

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


De betekenis van onbekende woorden achterhalen 2 Bekijk de vetgedrukte woorden in hun context en zoek de zin(nen) met een correct synoniem.

N

IN

a De verhuurder kan te allen tijde de huurovereenkomst beëindigen met een opzeggingstermijn van zes maanden indien hij voornemens is het onroerend goed of een gedeelte ervan weder op te bouwen, te verbouwen of te renoveren. 1 De verhuurder kan te allen tijde de huurovereenkomst beëindigen met een opzeggingstermijn van zes maanden indien hij voornemens is het onroerend goed of een gedeelte ervan opnieuw op te bouwen, te verbouwen of te renoveren. 2 De verhuurder kan te allen tijde de huurovereenkomst beëindigen met een opzeggingstermijn van zes maanden indien hij voornemens is het onroerend goed of een gedeelte ervan grondig op te bouwen, te verbouwen of te renoveren. 3 De verhuurder kan te allen tijde de huurovereenkomst beëindigen met een opzeggingstermijn van zes maanden indien hij voornemens is het onroerend goed of een gedeelte ervan weer op te bouwen, te verbouwen of te renoveren.

VA

b Ongemotiveerde opzegging mits betaling van een schadevergoeding. 1 Ongemotiveerde opzegging ondanks betaling van een schadevergoeding. 2 Ongemotiveerde opzegging op voorwaarde van betaling van een schadevergoeding. 3 Ongemotiveerde opzegging zonder betaling van een schadevergoeding.

rs

ie

©

c Indien de verhuurder zonder het bewijs te leveren van buitengewone omstandigheden, binnen de gestelde termijn en voorwaarden de betrekking van het goed niet verwezenlijkt, heeft de huurder recht op een vergoeding gelijk aan achttien maanden huur. 1 Indien de verhuurder zonder het bewijs te leveren van buitengewone omstandigheden, binnen de gestelde termijn en voorwaarden de betrekking van het goed niet waarmaakt, heeft de huurder recht op een vergoeding gelijk aan achttien maanden huur. 2 Indien de verhuurder zonder het bewijs te leveren van buitengewone omstandigheden, binnen de gestelde termijn en voorwaarden de betrekking van het goed niet realiseert, heeft de huurder recht op een vergoeding gelijk aan achttien maanden huur. 3 Indien de verhuurder zonder het bewijs te leveren van buitengewone omstandigheden, binnen de gestelde termijn en voorwaarden de betrekking van het goed niet mogelijk maakt, heeft de huurder recht op een vergoeding gelijk aan achttien maanden huur.

fv e

3 Welke afbeelding beschrijft ‘bloedverwanten in de opgaande lijn’ en welke afbeelding beschrijft ‘bloedverwanten in de zijlijn’?

pr oe

vader van verhuurder

verhuurder

zoon van verhuurder

vader van verhuurder

broer van verhuurder

dochter van verhuurder

A

neef van verhuurder

kleinzoon van verhuurder

nicht van verhuurder

verhuurder

zus van verhuurder

nicht van verhuurder

neef van verhuurder

B

4 Bekijk volgende woorden/uitdrukkingen en probeer hun betekenis af te leiden aan de hand van hun componenten: te allen tijde – opzeggingsvergoeding – nietigverklaring. 5 Zoek de betekenis van volgende woorden/uitdrukkingen online op en vermeld telkens de bron die je hebt gebruikt: modaliteiten – verordeningsbepalingen – conformiteitsattest – eigen betrekking – op straffe van verval – omstandig bestek.

i2 Professioneel communiceren

475


7

6.3

Zelf aan de slag: een zakelijke e-mail/brief schrijven Voor het luisteren 1* Je luistert straks naar een fragment uit Hautekiet, een programma op Radio 1. Zoek op welk soort programma dat is. Wat voor een fragment verwacht je? 2* Geef de, volgens jou, drie belangrijkste ‘do’s-and-don’ts’ bij het opstellen van een zakelijke e-mail.

IN

Tijdens het luisteren Beluister nu het fragment.

N

3 Welke verschillen tussen een zakelijke brief en een zakelijke e-mail worden er aangehaald? 4 Welke drie factoren bepalen hoe formeel je je communicatie opstelt?

VA

5 Noteer voor volgende onderdelen van een zakelijke e-mail kort enkele aandachtspunten: onderwerpregel – aanhef/aanspreking – slotformule.

Na het luisteren

©

6* Geef opnieuw de drie belangrijkste ‘do’s-and-don’ts’ bij het opstellen van een zakelijke e-mail.

Schrijven: voornemens voor het nieuwe jaar

ie

De start van een nieuw jaar is het moment om je leven onder de loep te nemen en voornemens te formuleren.

rs

7 Stel voor jezelf enkele doelen op waar je naartoe wilt werken en bedenk hoe je dat concreet gaat aanpakken. Je deelt die voornemens vervolgens via e-mail met je leerkracht.

fv e

Volgende richtvragen kunnen je helpen bij de uitwerking van je tekst: • Zijn er succesvolle voornemens uit voorgaande jaren die je wilt verderzetten? • Waar wil je dit jaar graag aan werken (al dan niet op vlak van school)? Waarom is dat voor jou belangrijk? • Hoe ga je dat aanpakken?

pr oe

Voorbereiding • Wie is de ontvanger van je tekst (= je doelpubliek)? • Wat is het doel van je e-mail? • Welke taalregister gebruik je?

✓ Mijn tekst sluit aan bij de opdracht: ik bespreek de voornemens waaraan ik dit jaar wil werken, ik geef o aan waarom ik die voornemens belangrijk vind en bespreek hoe ik dat wil aanpakken. ✓ Mijn alinea’s zijn thematisch afgebakend en bestaan uit een kernzin en de uitwerking daarvan. o ✓ Mijn taalregister is afgestemd op de opdracht. o ✓ Ik blijf steeds beleefd en respectvol in mijn e-mail. o ✓ Mijn opmaak komt overeen met de opmaak van een zakelijke e-mail. o ✓ Mijn e-mail is bondig. o ✓ Ik heb mijn tekst nagelezen op taal- en typfouten. o

476

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


Uitbreiding: kenmerken van een zakelijke brief 8 Je verzamelde de kenmerken een zakelijke e-mail. Beschrijf aan de hand daarvan de inhoudelijke kenmerken van de aanhef, de eerste alinea, het midden, de afsluitende alinea, de slotgroet.

IN

-

Tip

Voornaam en naam afzender Straat en huisnummer Postcode en GEMEENTE Telefoonnummer afzender E-mailadres afzender

VA

N

De gemeente wordt volgens de NBN-normen in hoofdletters geschreven, zowel in het adres van de afzender als dat van de geadresseerde.

Voornaam en naam ontvanger (functie en afdeling) (bedrijf/organisatie) Straat en huisnummer Postcode en GEMEENTE

Tip

©

De referentieregels kunnen ook bestaan uit enkel de datum en de plaats.

uw kenmerk

datum van eerdere communicatie

kenmerk van het bericht waarop deze brief een reactie is

ons kenmerk

datum

kenmerk van afzender van deze brief

- voluit geschreven - DD-MM-JJJJ (nationale communicatie) - J JJJ-MM-DD (internationale notatie)

rs

ie

uw bericht van

fv e

Onderwerpregel: een duidelijke omschrijving van het onderwerp, zonder het woord ‘onderwerp’ Aanhef

Eerste alinea

pr oe

Midden

Afsluitende alinea Slotgroet

Handtekening Voornaam Naam Bijlage

i2 Professioneel communiceren

477


Schrijven: stopzetten van een huurcontract Sinds 12 mei vorig jaar huur je een appartement van Elif Demir (Bloemekesstraat 6, 1000 Brussel). In de huurovereenkomst werd volgend artikel opgenomen: Iedere opzegging die te allen tijde kan gegeven worden, kan ten vroegste ingaan op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de opzegging wordt aangeboden aan de post.

start van de huurovereenkomst; adres van het pand in kwestie; start en einde van de opzeggingstermijn.

N

• • •

IN

9 Schrijf een zakelijke brief waarin je het huurcontact van jouw appartement vandaag opzegt. Let erop dat je in de brief onderstaande elementen vermeldt:

VA

Checklist

ie

©

✓ I k heb de NBN-normen correct toegepast. o ✓ Ik heb alle noodzakelijke informatie vermeld. o ✓ Mijn alinea’s zijn thematisch afgebakend en bestaan uit een kernzin en de uitwerking daarvan. o ✓ Mijn taalregister is afgestemd op de opdracht. o ✓ Ik blijf steeds beleefd en respectvol in mijn brief. o ✓ Ik heb mijn tekst nagelezen op taal- en typfouten. o

Peerevaluatie

rs

10 Laat jouw brief nu nalezen door één van je medeleerlingen en laat hem/haar een peerevaluatie maken op basis van de onderstaande checklist.

pr oe

fv e

✓ J e hebt de NBN-normen correct toegepast. o ✓ Je hebt alle noodzakelijke informatie vermeld. o ✓ Je alinea’s zijn thematisch afgebakend en bestaan uit een kernzin en de uitwerking daarvan. o ✓ Je taalregister is afgestemd op de opdracht. o ✓ Je blijft steeds beleefd en respectvol in je brief. o ✓ Er staan weinig/geen spellingfouten in je brief. o Aanvullende commentaar: …

478

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


i Professionele en hedendaagse communicatie

Tabellen en grafieken 1 2 3 4

Grafieken en tabellen interpreteren

N

Je bekijkt twee fragmenten uit Het Journaal en Klasse over scholen die algemene vakken aanbieden in een vreemde taal.

VA

1 Op de volgende pagina staan vier grafieken en een tabel die de situatie van CLIL duiden bij 23 scholen. Bekijk grafiek 1, grafiek 2, grafiek 3 en tabel 1 aandachtig. 2 Bepaal of de stelling waar is en noteer in welke grafiek of tabel je deze informatie vond. a Het aantal CLIL-lesuren in de tweede en derde graad verschilt minder dan 10%.

b Er zijn meer tso-scholen die CLIL-lessen in het Engels organiseren dan in het Frans.

©

c In de eerste graad blijkt aardrijkskunde het vak bij uitstek voor CLIL.

d Er zijn meer dan dubbel zo veel aso-scholen die het Engels gebruiken als CLIL-taal dan tso-scholen. f

ie

e In het schooljaar 2015-2016 waren er 41 CLIL-scholen in Vlaanderen. CLIL-onderwijs wordt voornamelijk aangeboden in talenrichtingen.

g In de tweede graad tso wordt CLIL het vaakst aangeboden tijdens de lessen geschiedenis.

rs

h Natuurwetenschappen worden enkel in het aso als CLIL-vak aangeboden. In het schooljaar 2017-2018 was er in Brussel slechts één CLIL-school.

j

In de basisoptie Moderne Wetenschappen worden er 32 lesuren per week gegeven. 10 lesuren daarvan per school zijn CLIL-uren.

fv e

i

3 Bespreek je antwoorden bij opdracht 2 met een medeleerling. a Komen jullie tot dezelfde conclusies?

b Op welk gebied ondervond je moeilijkheden bij het lezen en interpreteren van de gegevens? c Zijn er cijfers die je verbazen?

pr oe

1

Je kunt tabellen en grafieken correct interpreteren. Je herkent verschillende soorten tabellen en grafieken. Je herkent misleidende tabellen en grafieken. Je kunt zelf tabellen en grafieken maken.

IN

i3

4 CLIL wordt aangeboden in verschillende graden en in verschillende onderwijsvormen. Bekijk grafiek 4. Welke drie verschillen merk je op tussen de grafiek en de bespreking? Zoek ze in de tekst en verbeter ze.

In de scholen waar de inspectie voor de evaluatie op bezoek ging, volgen 4 044 leerlingen een CLILtraject. Meer dan de helft van deze jongeren zit in de A-stroom in de eerste graad van het secundair onderwijs. Ook het aso tweede en derde graad is met 35% leerlingen goed vertegenwoordigd. Met 6,2% van de leerlingen in CLIL heeft het tso eerder een bescheiden aandeel.

5 Bekijk grafiek 1 opnieuw. Schrijf er een korte bespreking bij. • •

Wat zijn de belangrijkste gegevens en welke conclusies kun je hieruit trekken? Welke tendensen zijn merkbaar?

i3 Tabellen en grafieken

479


Grafiek 2 Aantal CLIL-lesuren aangeboden in de scholen per graad en studierichting

3 1

4

11

6

graad 1

graad 2 aso

BEDRIJFSECONOMIE 5

10

BIOLOGIE

10

Engels

Frans

3

4

1

6

graad 3 tso graad 2 tso

1

1

CHEMIE

11

4

LO

10

5

NATUURWETENSCHAPPEN

6

10

SEI

2 2

WISKUNDE

4 6

1 2 1 5

3

1

1 1 10 9

1

6,2% 3,8%

1

©

2 2 1 1

A-stroom

16,5%

2 4 2

aso tweede graad

45,2%

aso derde graad

ie

10

tso tweede graad

11

6

2

tso derde graad

11

28,2%

rs

1

1

Grafiek 4 Percentage CLIL-leerlingen per onderwijsvorm

STUDIERICHTING

4

1

N

3

4

VA

Grafiek 3 PER BASISOPTIE EN CLIL-vakkenCLIL-AANBOD per onderwijsvorm en graad BASISOPTIE TECHNIEK WETENSCHAPPEN BASISOPTIE SOCIAAL TECHNISCHE VORMING BASISOPTIE MODENRE WETENSCHAPPEN BASISOPTIE LATIJN BASISOPTIE HOTEL-VOEDING BASISOPTIE HANDEL BASISOPTIE GRIEKS-LATIJN TWEEDE GRAAD TECHNIEK-WETESCHAPPEN TWEEDE GRAAD HOTEL TWEEDE GRAAD HANDEL-TALEN TWEEDE GRAAD HANDEL TWEEDE GRAAD BIO-ESTHETIEK TWEEDE GRAAD WETENSCHAPPEN TWEEDE GRAAD LATIJN TWEEDE GRAAD HUMANE WETENSCHAPPEN TWEEDE GRAAD GRIEKS-LATIJN TWEEDE GRAAD GRIEKS TWEEDE GRAAD ECONOMIE DERDE GRAAD TECHIEK-WETENSCHAPPEN DERDE GRAAD SECRETARIAAT-TALEN DERDE GRAAD SCHOONHEIDSVERZORGING DERDE GRAAD ONTHAAL EN PUBLIC RELATIONS DERDE GRAAD INFORMATICA-BEHEER DERDE GRAAD HANDEL DERDE GRAAD BOEKHOUDEN-INFORMATICA DERDE GRAAD WETENSCHAPPEN-WISKUNDE DERDE GRAAD MODERNE TALEN-WETENSCH. DERDE GRAAD LATIJN-WISKUNDE DERDE GRAAD LATIJN-WETENSCHAPPEN DERDE GRAAD LATIJN-MODERNE TALEN DERDE GRAAD HUMANE WETENSCHAPPEN DERDE GRAAD GRIEKS-WETENSCHAPPEN DERDE GRAAD GRIEKS-LATIJN DERDE GRAAD ECONOMIE-WISKUNDE DERDE GRAAD ECONOMIE WETENSCHAPPEN DERDE GRAAD ECONOMIE-MODERNE TALEN

1

3 3

GODSDIENST

graad 3 aso

3 1 4

GESCHIEDENIS

graad 2 domeinoverschrijdend

2

3 3

2

FYSICA

graad 1

graad 3 tso

4

3 2

ESTHETICA

graad 2 tso

6 2

2

ECONOMIE

6 1 Duits

graad 3 aso

AARDRIJKSKUNDE

4

IN

Grafiek 1 Aantal CLIL-scholen per taal, graad en onderwijsvorm

2

1 1 1

fv e

3 3

9

5

4 4

3

6

1 1

6

1

6

pr oe

0

2

4

6

8

10

12

Tabel 1 Aantal scholen die CLIL aanbieden per provincie schooljaar

480

WestOostAntwerpen Vlaanderen Vlaanderen

Limburg

VlaamsBrabant

Brussel

TOTAAL

2014-2015

7

7

3

5

1

1

24

2015-2016

6

2

4

2

3

0

17

2016-2017

7

8

1

2

1

0

19

2017-2018

7

7

3

0

3

1

21

2018-2019

7

6

4

2

1

0

20

TOTAAL

34

40

15

11

9

2

101

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


ONDERWEG

Soorten grafieken

VA

N

1 Er bestaan heel wat types grafieken en elk type drukt andere informatie uit. Door het type grafiek te analyseren, kom je dus al heel wat te weten over de boodschap die de grafiek wil overbrengen. Op de volgende pagina krijg je een reeks grafieken te zien. Bekijk ook de grafieken 2, 3 en 4 op p. 239 nog eens. a Bepaal de naam van de grafiek. Kies uit: staafdiagram – gestapeld staafdiagram – lijndiagram – spreidingsdiagram – taart- of cirkeldiagram – donutdiagram.

©

b Bepaal de functie van de grafiek: vergelijking – evolutie – correlatie.

Tip

rs

ie

Correlatie betekent niet hetzelfde als causaliteit. • Er is sprake van correlatie wanneer er een samenhang is tussen twee variabelen. Bij een hoge correlatie komen beide verschijnselen relatief vaak samen voor. • Bij causaliteit is er een oorzakelijk verband. Dat betekent dat beide variabelen in een ­oorzaakgevolgverhouding tegenover elkaar staan.

fv e

Correlatie is zeker geen bewijs voor causaliteit. Het verband kan toevallig zijn of beïnvloed worden door een externe factor. Er blijkt bijvoorbeeld samenhang te bestaan tussen de verkoop van roomijs en de toenemende kans op overlijden door verdrinking (correlatie). Dat betekent echter niet dat het verkopen of het eten van roomijs de verdrinking veroorzaakt (geen causaliteit). In werkelijkheid is het de warmte die enerzijds een invloed heeft op de verkoop van roomijs en anderzijds op de toename van het aantal mensen die verdrinken, gewoon omdat bij warmer weer meer mensen gaan zwemmen.

pr oe

2

IN

Op 1 september 2019 vond een modernisering van het secundair onderwijs plaats. Sindsdien wordt het studieaanbod voorgesteld als een matrix met finaliteiten en studiedomeinen. Voorheen werden studierichtingen onderverdeeld in vier onderwijsvormen: aso, bso, kso en tso. Toch gebruiken veel scholen nog steeds die afkortingen.

i3 Tabellen en grafieken

481


Grafiek A Verband tussen vreemdetaalangst en vreemdetaalplezier

Grafiek B Welke opleidingsinitiatieven omtrent CLIL heb je in het verleden bijgewoond?

10,3%

postgraduaat georganiseerde cursus op opleiding

13,4% 43,3%

informele online groepen (bv. Facebookgroepen)

IN

8,2%

seminar of webinar met experten anders

N

24,7%

VA

© Masterproef: Vergelijkend onderzoek naar vreemdetaalangst en vreemdetaalplezier in de CLIL-les en reguliere Engelse taalles door Yana Van de Casteele

©

Grafiek C GCSE-examens voor Frans, Spaans en Duits 400000 350000 300000

ie

250000 200000 150000 100000 0

2002

2003

2004

rs

50000 2005

2006

2007

2008

2009

fv e

Frans

2010

2011

Spaans

2012

2013

Duits

Grafiek D PISA-scores bij 15-jarigen per domein

pr oe

2003

2006

2009

2012

2015

2018

600

493

508

499

400

200

0 Leesvaardigheid

482

Wiskundige geletterdheid

Wetenschappelijke gele�erdheid

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie

2014

2015

2016

2017

2018

2019


Misleidende grafieken Grafiek A Gemiddelde huur per maand gereguleerde sector

Grafiek B Uitslag Nederlands referendum over de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne

€ 550

IN

Uitslag

61,1%

€ 520

N

€ 490

38,8%

€ 430

€ 400 2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

VA

€ 460

voor

tegen

©

© Niederlande Referendum 2016.svg door Furfur, CC BY-SA 4.0

Grafiek D Aantal geslaagde leerlingen per school

ie

Grafiek C Favoriete sport in vrije tijd handbal 20%

1200

rs

hockey 10%

fv e

kor�al 20%

anders 7%

voetbal 3%

tennis 40%

1000 800 600 400 200 0 school A

school B

school C

pr oe

3

Grafiek E Woninginbraken in Gent tijdens de eerste 6 maanden

650 600 550 500 450 400

i3 Tabellen en grafieken

2017

2018

483


Aan de ene kant hoor je wel eens vertellen dat cijfers niet liegen, maar vaak genoeg is al aangetoond dat cijfers slechts een deel van de waarheid vertellen. Godfried Bomans verwoordde het mooi: ‘Een statisticus waadde vol vertrouwen door een rivier die gemiddeld één meter diep was. Hij verdronk.’

Ook Winston Churchill geloofde niet in de kracht van statistieken:

IN

‘Ik geloof alleen de statistieken die ik zelf vervalst heb.’

1 Je leerkracht toont je een beeldfragment. Daarin worden verschillende manieren aangehaald waarop grafieken gemanipuleerd worden. a Neem notities.

N

b Bekijk de notities van een medeleerling. Vul elkaars notities aan of verbeter ze.

Een grafiek opstellen

©

4

VA

2 Leg kort uit op welke manier de grafieken op p. 242 misleidend zijn. Benoem eveneens het type grafiek.

Grafieken zijn onontbeerlijk om cijfermateriaal duidelijk weer te geven.

ie

1 Werk tabel 1 op p. 239 uit tot een overzichtelijke en correcte grafiek. Je kunt deze opdracht op papier of digitaal maken.

pr oe

fv e

rs

2 Welke soort grafiek kies je om deze gegevens te verduidelijken?

484

Tip Je kunt in een spreadsheetprogramma (bv. Excel of Numbers) heel gemakkelijk zelf grafieken genereren. Kies bij ‘Invoegen’ de optie ‘Grafiek’. Overweeg eerst nauwkeurig welk type grafiek je selecteert en vul de gegevens in de tabel in. Proberen maar!

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


i Professionele en hedendaagse communicatie

Het nieuws 1 2 3 4

N

Nieuws

VA

Elke dag gebeurt er van alles over de hele wereld. Naast historische gebeurtenissen halen sommige andere, ogenschijnlijk onbelangrijke gebeurtenissen het nieuws. Wat nieuws is, is moeilijk definieerbaar. Toch is het voor velen van levensbelang.

©

Journalist en filosoof Rob Wijnberg vertelt in De nieuwsfabriek: hoe media ons wereldbeeld vervormen welke mechanismen mediavoorziening in stand houden. Hierin beschrijft hij een opmerkelijke gebeurtenis.

rs

ie

Toen de Amerikaanse senator en voormalige Republikeinse presidentskandidaat John McCain tijdens de oorlog in Vietnam vijf jaar opgesloten zat in de bunker van zijn gijzelnemers en hem nadien werd gevraagd wat hij al die tijd het meest had gemist, antwoordde hij niet voor niets: ‘Het nieuws.’ Hij zei niet: mijn familie, mijn vrienden of de buitenlucht. Nee, hij zei: het nieuws. Dat klinkt misschien vreemd, maar geeft precies aan welke cruciale functie het in onze samenleving vervult. Nieuws is onze belangrijkste verbinding met de wereld om ons heen.

fv e

Rob Wijnberg filosofeert over het begrip ‘nieuws’ en komt tot het besluit ‘dat nieuws niet simpelweg een weergave is van wat er gebeurt in de wereld […]: nieuws is een selectieve (want uit uitzonderingen opgebouwde), conservatieve (want op het negatieve gerichte) en repetitieve (want eindeloos herhaalde) uitsnede van de wereld.’ 1 Wijnberg kent hier drie kenmerken toe aan nieuws. Koppel de kenmerken aan de gegeven voorbeelden. 1 Nieuws is selectief.

a

Jaarlijks worden er reportages gemaakt over de volgeboekte hotels aan zee tijdens de zomermaanden.

2 Nieuws is conservatief.

b

Hooliganisme wordt voorgesteld als een voetbalprobleem, maar slechts 1 op 1000 supporters is ooit betrokken geweest bij voetbalgeweld.

3 Nieuws is repetitief.

c

De Belgische belastingdruk is bij de hoogste van Europa.

d

Regelmatig worden nieuwsberichten de wereld ingestuurd over de toenemende agressie in centrumsteden.

e

Sinds de kredietcrisis heerst de perceptie (indruk) dat alle bankiers hebzuchtige graaiers zijn. Nochtans heeft het gros van de bankbedienden nog nooit een bonus gekregen of een dubieuze hypotheek verkocht.

f

Leg verschillende kranten naast elkaar en de kans is heel groot dat de voorpagina erg gelijkaardig is.

pr oe

1

Je kunt de nieuwswaarde van een gebeurtenis bepalen. Je kunt nepnieuws en framing definiëren en herkennen. Je kunt vragen over een tekst beantwoorden. Je kunt gericht onderzoek uitvoeren in het kader van nepnieuws en framing.

IN

i4

i4 Het nieuws

485


Wijnberg is niet de enige die onderzoek deed naar de nieuwswaarde van gebeurtenissen.

onthouden

IN

Twee Noorse onderzoekers, Johan Galtung en Mari Holmboe Ruge, voerden in de jaren zestig van de vorige eeuw onderzoek naar wat bepaalt welke gebeurtenissen nieuws worden en welke niet, met andere woorden wat een gebeurtenis nieuwswaardig maakt. Ze stelden een taxonomie op die bepaalt hoeveel nieuwswaarde een gebeurtenis heeft. Hoe meer factoren aangevinkt kunnen worden, hoe nieuwswaardiger de gebeurtenis. Galtung en Ruge onderscheiden twaalf factoren die in drie categorieën geplaatst kunnen worden. 2 Verbind de verklaring met de correcte factor.

N

verklaring

drempelwaarde

a

Gebeurtenissen die onverwacht, buitengewoon of zeldzaam zijn, worden eerder nieuws dan routines of weinig verrassende gebeurtenissen.

2

frequentie

b Journalisten zijn meer bereid te rapporteren over gebeurtenissen die binnen hun eigen verwachtingspatroon liggen.

3

negativiteit

c

4

onverwachtheid

d Verhalen over wereldgrootmachten worden eerder nieuws dan soortgelijke verhalen over minder invloedrijke landen.

5

duidelijkheid

e

6

personalisatie

f

7

betekenisvolheid

g De media besteden eerder aandacht aan bekende dan aan onbekende mensen. Mensen identificeren zich graag met bekende mensen.

8

elitelanden

h Redacteurs zoeken naar een balans in het nieuws (bv. binnenlands en buitenlands nieuws). Bij een overdaad aan buitenlands nieuws zal het minst belangrijke buitenlandse verhaal moeten wijken.

VA

1

©

Gebeurtenissen die plotseling plaatsvinden, zijn nieuwswaardiger dan gebeurtenissen die zich geleidelijk aan ontwikkelen. Langetermijntrends krijgen weinig aandacht.

rs

ie

Nieuws waarin één of enkele mensen centraal staan, zijn sneller nieuwswaardig omdat mensen zich beter kunnen identificeren met wat er gebeurt. Een verhaal dat al in het nieuws is, is nieuwswaardiger dan andere gelijkaardige gebeurtenissen. Mediaorganisaties zijn al aanwezig om dit nieuws te rapporteren.

mediumgerelateerde factoren

pr oe

fv e

identificatie met doelgroep

impact

factor

9

elitemensen

i

Hoe grootser qua schaal of reikwijdte of hoe intenser de gebeurtenis, hoe nieuwswaardiger.

10

consonantie

j

Hoe minder vaag een gebeurtenis is, hoe nieuwswaardiger.

11

continuïteit

k

Wanneer een gebeurtenis als cultureel nabij wordt ervaren, wordt het sneller nieuwswaardig. Buitenlandse rituelen die wij niet begrijpen, zullen minder snel in het nieuws komen.

12

samenstelling

l

Slecht nieuws is nieuwswaardiger dan goed nieuws.

woord de taxonomie: de wetenschap van het indelen van individuen of objecten in groepen

486

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


3 De Amerikaanse journalist Charles Anderson Dana deed onderstaande uitspraak al in de negentiende eeuw. Op welke nieuwsfactoren van Galtung en Ruge heeft die uitspraak betrekking?

‘When a dog bites a man that is not news, but when a man bites a dog that is news.’ 4 Bekijk de krantenkoppen aandachtig. Welke nieuwsfactor komt hier het duidelijkst aan bod?

HET WAS EEN TITANENWERK, MAAR HET IS GELUKT: GENT KRIJGT MAANDAG EEN BELANGRIJKE, NIEUWE BRUG

B

JAREN NA HET DODELIJKE ONGEVAL VAN DE NEDERLANDSE PRINS FRISO: ZE LEVEN DOOR, ZO GOED EN ZO KWAAD ALS HET GAAT

C

MINSTENS 98 INDONESIËRS OMGEKOMEN NA AARDSCHOK OP LOMBOK

VA

N

IN

A

5 Waarom zouden de volgende gebeurtenissen niet snel in het nieuws komen? Verwijs daarvoor naar de nieuwsfactoren van Galtung en Ruge.

©

a In Mexico wordt jaarlijks gedurende twee weken in juli Guelaguetza gevierd. Tijdens dit feest geven de Zapoteken producten uit de regio aan anderen door middel van een speciale dans.

rs

Nepnieuws

fv e

‘Nieuws’ is duidelijk een erg breed begrip en het vertrouwen in nieuwsleveraars blijkt niet altijd even groot. Ook het onderstaande citaat toont dat aan.

‘If you don’t read the newspaper, you’re uninformed; if you do read the newspaper, you’re misinformed.’

pr oe

1 Wie denk je dat die uitspraak deed? b  Donald Trump, president van de VS (°1946)

c  Jonathan Safran Foer, auteur (°1977)

d  Mark Twain, auteur (1835-1910)

© Alpha Historica / Alamy

a  Socrates, Grieks filosoof (470-399 v.C.)

© Cheese Scientist / Alamy

2

ie

b Na zestien jaar dakloos te zijn geweest, heeft de Brit Robert Douglas, genoeg kapitaal verzameld om zich een dak boven het hoofd te kunnen veroorloven.

2* Wat denk je dat er bedoeld wordt met die uitspraak? Ben je het daarmee eens?

i4 Het nieuws

487


NEPNIEUWS LEIDT TOT SCHIETPARTIJ IN RESTAURANT VS

IN

Een nepnieuwsbericht op internet was aanleiding voor een schietpartij bij een restaurant in de Amerikaanse hoofdstad Washington. Een 28-jarige man uit North Carolina wilde zelf onderzoeken wat er waar was van de wilde verhalen over pizzeria Comet Ping Pong. De man kwam het restaurant rond 15.00 uur binnen, toen er veel gezinnen zaten te eten. Hij richtte een geweer op een werknemer, die weg kon duiken. De man schoot daarna op de vloer. De politie kon de dader snel overmeesteren. Hij had twee vuurwapens bij zich en nog een derde in zijn auto. Er raakte niemand gewond.

Pizzagate

VA

N

Bij zijn verhoor zei de man, die bijna 600 kilometer had gereisd, dat berichten op internet aanleiding waren voor zijn bezoek. Volgens die nepberichten runde Hillary Clinton een kinderseksnetwerk vanuit het restaurant. Het verhaal kwam bekend te staan onder de naam Pizzagate en werd een voorbeeld van de uitwassen van nepnieuws. Getuigen meldden aan The Washington Post dat de man op zoek was naar tunnels onder het restaurant, waar het misbruik zou plaatsvinden. De politie benadrukt dat er geen enkel bewijs is voor de bizarre claims. Desalniettemin heeft de eigenaar van de zaak doodsbedreigingen ontvangen.

Tegenmaatregelen

ie

©

Nepnieuws werd veelvuldig gedeeld bij de afgelopen verkiezingen. Onzinberichten zijn voor de schrijvers een makkelijke manier om aan reclamegeld te komen. Socialemediabedrijven hebben recentelijk afgesproken paal en perk te stellen aan dit soort berichten.

rs

Bron: NOS - 05/12/2016

pr oe

fv e

Op deze foto lijkt het alsof Donald Trump op heldhaftige wijze een drenkeling helpt in de nasleep van orkaan Florence in 2018. In werkelijkheid was president Trump helemaal niet te zien op deze foto. Het was een reddingswerker die de man in nood uit het water haalde in Texas. Een knap staaltje Photoshop dus.

ONDERWEG

De pizzagate was zeker niet het eerste schandaal in de recente geschiedenis. Sinds het Watergateschandaal wordt het lexeem ‘-gate’ regelmatig gebruikt om schandalen aan te duiden. Watergate ging over de verrassende verkiezing van Richard Nixon in 1972. Nadien bleek dat afluisterapparatuur werd geplaatst en belangrijke politieke documenten werden gefotografeerd in het Watergatecomplex, het hoofdkantoor van de Democratische Partij en tegenstander van Nixon. Nadien is er nog sprake geweest van onder andere de nipplegate (Janet Jacksons tepel was te zien tijdens een optreden van de Superbowl in 2004), de dieselgate (Volkswagen manipuleerde aan de hand van sjoemelsoftware het verbrandingsgedrag van dieselmotoren in 2015) en de Ibizagate (Oostenrijkse politici raakten in diskrediet na een uitgelekte video opgenomen op Ibiza in 2019).

488

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


De term ‘fake news’ of nepnieuws is zeker niet nieuw, maar sinds de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 is dit begrip alomtegenwoordig. 40% van de kiezers zou daarmee in contact zijn gekomen. Het ging vooral om de beïnvloeding van de Amerikaanse verkiezingen vanuit Rusland ten voordele van de Amerikaanse president, aan de hand van betaalde Facebookadvertenties onder de vorm van nepnieuws. Het artikel op p. 247 geeft aan waartoe nepnieuws kan leiden. 3 Definieer het begrip ‘nepnieuws’ aan de hand van dit artikel.

VA

Je bekijkt enkele fragmenten uit een Pano-reportage over fake news.

N

Kijk- en luisteroefening: nepnieuws

ONDERWEG

Pano is een duidingsprogramma met reportages over levensverhalen en onderzoeksjournalistiek.

ie

©

1 Link de onderstaande uitspraken uit de reportage aan de persoon die ze deed. Elke persoon deed slechts een van de uitspraken. a

Ik schrijf wat mensen willen horen.

2 Donald Trump

b

Toen we zagen wat voor chaos het in de wereld creëerde en dat de mensen er kwaad om waren, besloten ik en twee vrienden met alles te stoppen.

3 Ristan

rs

1 geïnterviewde

c

Het is heel moeilijk om genuanceerd te zijn in één zin van vier of vijf woorden.

d

Wat je hoort als je hier rondloopt, is dat die honderden fakenieuwswebsites in se eigenlijk maar gerund worden door een tien-, vijftiental topfiguren, jongeren van 18, 19, 20 jaar.

5 Ish Ait Hamou

e

De headlines zijn vaak niet representatief voor het artikel.

6 Boris

f

We wilden eigenlijk onderzoeken hoe gemakkelijk het is om de Vlaamse en Nederlandse media om de tuin te leiden en blijkbaar gaat dat heel makkelijk.

g

Maar we zitten ook meer dan ooit in een wereld waarin het echte nieuws plots wordt bestempeld als nepnieuws, waarin de geloofwaardigheid van journalisten wordt onderuitgehaald.

h

Ze behoren tot de oneerlijkste mensen die ik ken.

fv e

4 voice-over

pr oe

3

IN

4 Waarom zou nepnieuws verspreid worden? Eén reden kun je in het artikel terugvinden, maar als je de context van het artikel mee in rekening neemt, kun je ook een tweede reden achterhalen.

2 Wat is de vertrouwensindex? Leg de positie van journalisten hierin uit.

3 Wat doet Ish Ait Hamou om zijn wantrouwen in de media in te perken? 4 Hoe hadden de Vlaamse media gemakkelijk kunnen achterhalen dat het filmpje met de vallende koets nep was?

i4 Het nieuws

489


5 Geef twee voorbeelden van nepnieuws tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016. 6 Leg het principe van ‘clickbait’ uit. 7 Op een gegeven moment, tijdens een treinrit, wordt de reportagemaker Tim Verheyden ietwat emotioneel wanneer het gaat over het wantrouwen in de journalistiek. Verliest hij daardoor zijn journalistieke objectiviteit? 8 Wanneer Tim in Veles arriveert, wordt de reportage ondersteund door dreigende achtergrondmuziek. Waarom zou daarvoor gekozen worden?

IN

9 Je leerkracht deelt nu enkele stellingen met de klas. Wat is jouw mening? Bespreek klassikaal.

N

10 Nu is het aan jou om je klas in de val te lokken. Je presenteert mondeling twee nieuwsberichten over een gelijkaardig onderwerp aan je medeleerlingen. Eén bericht is waarheidsgetrouw, het andere is nepnieuws. Aan de rest van de klas om het fake news te herkennen. Heb je weinig inspiratie? Kijk zeker eens op de satirische websites rechtzetting.be en speld.nl.

©

VA

Luchtfoto’s tonen villawijk die nooit in contact kwam met buitenwereld

ie

KABINET: MAXIMUMSNELHEID OP SNELWEG NAAR 30 KM/U OM STIKSTOFUITSTOOT TE BEPERKEN

Bron: speld.nl

Bron: rechtzetting.be

Framing

pr oe

4

fv e

rs

De maximumsnelheid op de snelweg gaat omlaag naar 30 kilometer per uur. Lees verder 

Ambtenaren van het departement Inheemse Volkeren hebben spectaculaire foto’s genomen van een wijk die nooit eerder contact had met de buitenwereld. De stam woont diep verscholen in de bossen van SintMartens-Latem.

1 Hoe positief of negatief komen deze beelden en krantenkoppen op jou over? Beoordeel ze aan de hand van een score tussen 1 (= zeer negatief) en 5 (= zeer positief). A

B

C

Vakbonden Proximus vrezen dat Leroy met KPN ‘telecomaanval op België gaat lanceren’ D

Fortis gaat niet failliet 490

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie

E


2 Nepnieuws gaat hand in hand met ‘framing’. Je krijgt vier bronnen. Definieer op basis daarvan het begrip ‘framing’. A

C fragment uit De afspraak waarin Thierry Baudet reageert op de introductie door Bart Schols

N D

fragment van Lars Duursma uit zijn ondernemerscollege over framing

©

Bron: www.trouw.nl

VA

Een tegenstander van abortus noemt de ingreep bij voorkeur ‘babymoord’. De hypotheekrenteaftrek heet bij sommigen steevast ‘villasubsidie’. Wie mededogen met migranten ongewenst vindt, zal ze bestempelen als ‘gelukszoekers’. Sommige Amerikaanse Republikeinen vallen zelden ‘our government’ aan, de instantie die de straten reinigt en de brandweer betaalt, maar wel ‘Washington’, met zijn onverzadigbare honger naar hun belastinggeld.

IN

B

rs

Leesoefening: duiding

fv e

Je kwam al te weten dat Rob Wijnberg een kritische kijk heeft op de media. Naar aanleiding van zijn boek De nieuwsfabriek richtte hij het journalistieke onlineplatform De Correspondent op. Hij vond dat de traditionele media er niet in slagen om voldoende duiding bij het nieuws te geven. Wijnberg stoort zich aan het feit dat er te veel mening en te weinig duiding in de kranten komt.

pr oe

5

ie

3 Bekijk opnieuw afbeelding A uit opdracht 1. Wat zou het effect zijn als er niet ‘65% minder vet’ zou staan, maar wel ‘10% vet’? Kun je dat verklaren nu je weet wat framing is en hoe het werkt?

1 Geef een definitie van ‘duiding’. Vergelijk ze met de definitie van je leerkracht. Om je definitie te formuleren, maak je gebruik van een webpagina waarin de VRT uitleg geeft bij een aantal programma’s. WEBSITE

i4 Het nieuws

491


Lees het eerste fragment uit De nieuwsfabriek op p. 252. 2* Wat moet de korpschef antwoorden volgens jou? 3* Wat vind je van de aanpak van de host? Geeft hij zijn mening of zorgt hij voor duiding? Lees nu het tweede fragment uit De nieuwsfabriek. 4* Wat heb je geleerd na deze korte schets van de context? 5* Wat zou het gevolg zijn voor het ‘nieuws’ als de journalisten die context hadden bestudeerd?

IN

6* Bespreek vooraleer je verder leest kort de betekenis van de onderstaande woorden.

Lees het derde fragment uit De nieuwsfabriek.

VA

7 Wat verwijt de auteur Rob Wijnberg de journalistiek?

N

karakteristiek – compilatie – relateren – staven – consequent – hypothetisch – dogmatisch – relatief – absoluut – ambiguïteit

8 Wat is het effect daarvan op de mens en de maatschappij? 9* Ben jij het daarmee eens?

©

10 ‘Door tijdsdruk én een onbewuste angst om het nieuws dood te checken komt zo’n afweging vaak maar al te oppervlakkig tot stand.’ a Wie staat er onder tijdsdruk en wie heeft een onbewuste angst?

ie

b Wat bedoelt Wijnberg eigenlijk met een ‘angst om het nieuws dood te checken’. 11 De tekst bevat een aantal moeilijke woorden. Vul de zinnen aan met de woorden uit opdracht 6. a Door het amendement te steunen, is het Parlement … met zichzelf.

rs

b Landduinen zijn een voor de continentale regio … habitat. Je ziet ze hier op regelmatige basis. c De onvoltooid verleden toekomende tijd wordt gebruikt voor … situaties, bijvoorbeeld ‘hij zou het doen’.

fv e

d Iedere economische regel moet met verstand en niet … en bureaucratisch toegepast worden. Flexibiliteit moet dus mogelijk zijn. e Er lijkt een … te zitten in uw antwoord op de vraag. Uw antwoord is me niet helemaal duidelijk. f

Bij een … toepassing van de wetgeving zou hij nu een serieuze boete moeten krijgen.

g Olifanten waren de enige dieren waaraan hij zich kon … . Hij voelde meteen een band met die dieren.

pr oe

h Er zijn twee soorten maatstaven: … maatstaven en … maatstaven. i

Deze … bevat alle basisteksten die de grondslag vormen van het beleid.

j

Al die beweringen zul je zeer grondig met bewijzen moeten … .

k Of iemand oud is of niet, dat is een … begrip. l

Wat is een betere verkiezingsstrategie: duidelijk positie kiezen in maatschappelijke thema’s of … creëren door de boodschap steeds aan te passen aan doelgroepen met verschillende voorkeuren?

m Het voorbeeld dat ik je gaf, was louter … . Het is helemaal niet echt gebeurd.

n De politie kon het voorval niet … aan eerder gebeurde feiten.

492

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


De nieuwsfabriek – fragment 1

IN

Laat ik dat illustreren met een klein, maar karakteristiek voorbeeld. In september verscheen een rapport waaruit bleek dat de Nederlandse politie in twee jaar tijd betrokken was bij 19 363 verkeersongelukken. De kranten brachten dit nieuws onder de kop ‘Politieagenten enorme brokkenpiloten’, geïllustreerd met een foto van een verkreukelde politieauto. Diezelfde avond opende een populaire talkshow op soortgelijke wijze de uitzending, met een compilatie van drie ernstige ongevallen waarbij een politieagent betrokken was, gevolgd door de talkshowhost die het aantal van 19 363 ongelukken noemde en daarna tegen de korpschef die aanwezig was in de studio zei: ‘Wij konden het eigenlijk niet geloven, wat een ongelooflijk aantal.’

De nieuwsfabriek – fragment 2

ie

De nieuwsfabriek – fragment 3

©

VA

N

Terwijl dat nu juist nog maar de vraag is. Is 19 363 ongelukken in twee jaar inderdaad veel? Die vraag is niet te beantwoorden zonder context: om wat voor soort ongelukken gaat het, hoeveel rijdt de politie per jaar en in welke omstandigheden? Wie die context in ogenschouw neemt, ziet dat 95 procent van de 19 363 eenzijdige aanrijdingen betrof (dus zonder andere weggebruikers) en dat de politie met circa tienduizend dienstauto’s ruim 180 miljoen kilometer per jaar aflegt (vaak in bijzondere omstandigheden, zoals achtervolgingen of in enorme haast). Dat noopt tot de conclusie dat de politie gemiddeld dus veiliger rijdt dan de doorsneeweggebruiker. Zonder context lijkt 19 363 een ongelofelijk aantal dat de conclusie rechtvaardigt dat politieagenten enorme brokkenpiloten zijn, maar met context blijkt juist het tegenovergestelde het geval.

fv e

rs

Dit voorbeeld laat zien dat het oordeel vaak al besloten zit in het nieuws zelf. Iets wordt als een ongelofelijk aantal, een enorme toename of een groeiend probleem gepresenteerd zonder het te relateren aan een context die noodzakelijk is om zo’n conclusie te staven. Zou dat wel consequent worden gedaan, dan is het nieuws in veel gevallen verdwenen. ‘Politie rijdt relatief veilig’ wordt immers niet als nieuws gezien. Door tijdsdruk én een onbewuste angst om het nieuws dood te checken komt zo’n afweging vaak maar al te oppervlakkig tot stand. Als iets groot, veel, problematisch of uitzonderlijk oogt, wordt het doorgaans al tot nieuws verheven. Zoals de beroemde Amerikaanse journalist Walter Lippmann eens stelde: nieuws ‘verandert het complexe in het simpele, het hypothetische in het dogmatische en het relatieve in het absolute.’

pr oe

Het voornaamste probleem van dit mechanisme achter het nieuws is dat de morele ambiguïteit van de wereld grotendeels verloren gaat. Terwijl gebeurtenissen, ontwikkelingen en problemen in werkelijkheid bijna altijd complex en moreel meerduidig zijn, doet nieuws de wereld voortdurend voorkomen als – in de woorden van Lippmann – simpel, dogmatisch en absoluut: het verdeelt haar onder in winnaars en verliezers, in daders en slachtoffers, in verantwoordelijken en gedupeerden, kortom, in goed en fout. Daardoor wordt bij het publiek de neiging aangewakkerd om de wereld zwart-witter te zien dan ze werkelijk is. Al die stellige meningen onder nieuwsberichten op het web zijn geen toeval: nieuws stimuleert dat soort stelligheid door de wereld consequent af te schilderen als moreel eendimensionaal. Media dringen er zo onbewust op aan om in conflicten altijd onmiddellijk een kant te kiezen, om politiek als een wedstrijd te zien, om toeval en ongeluk aan een systeem of persoon toe te schrijven, kortom, om primair te oordelen over de wereld om ons heen.

i4 Het nieuws

493


i Professionele en hedendaagse communicatie

De infographic

i5 i1

1 Je kunt een infographic lezen en juist interpreteren. 2 Je kunt de kenmerken van een infographic opnoemen. 3 Je kunt een infographic beoordelen.

1

De infographic

IN

4.4.5

N

1* Denk na over je eigen toekomst. Wat zou jij willen bereiken voor de leeftijd van 18, 25 en 34 jaar? Som minstens twee dingen op per leeftijd.

2* Bespreek je antwoorden met die van een medeleerling en identificeer de grootste gelijkenissen en verschillen.

VA

3 Lees het artikel uit Ze willen allemaal hetzelfde op p. 254.

a Rond welke leeftijd hopen tieners voor het eerst moeder of vader te worden? b Welke andere droom hebben ze voor diezelfde leeftijd uit vraag a?

c Welke meningen hebben verschillende leeftijden over de ideale pensioenleeftijd?

©

4 Bestudeer de infographic over hetzelfde onderzoek op p. 254. Beantwoord onderstaande vragen in sleutelwoorden. a Wanneer denken jongeren het hoogtepunt van hun carrière te beleven?

ie

b Welke plannen hebben veel jongeren tussen hun 23e en 25e levensjaar? c Hoeveel jaren zitten er ongeveer tussen het eerste kind en het laatste kind?

rs

5 Vergelijk het artikel Ze willen allemaal hetzelfde met de infographic. Benoem een sterkte en een zwakte voor ieder teksttype.

fv e

6 Bestudeer de infographic Voorlezen aan de allerjongsten op p. 255 en beantwoord de bijhorende vragen. a Combineer de stukken tekst uit de infographic met de juiste titels. Kies uit de volgende mogelijkheden: 1 Slimme investering

2 Welzijn van ouder en kind

pr oe

3 Gereedschap voor later 4 Uniek taalaanbod

5 Ieder kind gelijke kansen 6 Het talige brein: volop in ontwikkeling 7 Uitnodiging tot interactie

b Wie is het doelpubliek van de infographic? Waarom? c Waar zou je deze infographic kunnen terugvinden? 1 socialemedia-account van een moeder 2 lokale bibliotheek 3 artikel in De Standaard 4 website van een boekenwinkel

d Leg de afbeelding bij punt 1 in je eigen woorden uit. e Leg de afbeelding bij punt 7 in je eigen woorden uit. f

494

Hoe zou je deze infographic beter kunnen maken? Formuleer minstens twee suggesties.

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


Ze willen allemaal hetzelfde

17 jaar

60

Eerste seksuele contact

VEERLE BEEL

Toppunt van carrière Gaan stemmen

N Eerste kind

22 Eerste werkervaring

Kopen van Stoppen een woning met studeren

Huwelijk 25

Financieel op eigen benen staan

©

het eerste kind (26 jaar) en een trouwpartij (ook 26 jaar). Dat blijkt uit een grootschalige enquête van het Jeugdonderzoeksplatform (JOP), een samenwerkingsverband tussen diverse disciplines van de Universiteit Gent, de Vrije Universiteit Brussel en de KU Leuven. (…)

23 Het ouderlijk huis verlaten

Samenwonen met een partner

ie

© De Standaard infografiek, Reinout Bossuyt, Bron: Jeugdonderzoeksplatform

Jongens zijn haantje-de-voorste wat betreft het eerste seksuele contact en het autorijbewijs halen. Maar het verschil is niet erg groot met meisjes: bijna iedereen ziet de ideale leeftijd voor de eerste seks rond 17,5 jaar en het rijbewijs behalen op 18 jaar of iets later. (…)

pr oe

fv e

rs

Jongens zijn haantje-devoorste wat betreft het eerste seksuele contact en het autorijbewijs halen.

34

VA

Of het nu om meisjes of jongens gaat, om hoog- of om laaggeschoolde jongeren: bijna allemaal willen ze dezelfde toekomst, waarin op relatief jonge leeftijd plaats wordt geruimd voor het samenwonen met een partner (24 jaar), de aankoop van een huis of appartement (25 jaar),

Laatste kind

IN

18 Rijbewijs halen

Opvallend is dan weer dat de jonge mannen en vrouwen in deze enquête de ideale pensioenleeftijd gelijktijdig situeren. Gemiddeld ziet men die rond de leeftijd van 60 jaar. Dat is twee jaar later dan de ideale pensioenleeftijd die jongeren in ander onderzoek, uit 2005, naar voren schoven. De aanhoudende berichten in de media dat we langer moeten werken, blijken dus impact te hebben.

Wie jonger is, denkt er wel anders over dan de wat oudere jongeren: op 14-jarige leeftijd wil men werken tot zijn 61ste. Op 30-jarige leeftijd, als men al enkele jaren werkervaring heeft, oordeelt men dat het op 58- of 59-jarige leeftijd welletjes zal zijn geweest. Jongere tieners denken ook dat ze het toppunt in hun carrière al heel vroeg zullen bereiken: al op de leeftijd van 33 jaar. Wie tegen de 30 aanloopt, schuift dat hoogtepunt op naar de leeftijd van 38 jaar. Maar dat is dan ook zowat het enige grote verschil in de ideale levensloop.

Bron: standaard.be - 25/03/2010

i5 De infographic

495


7 Analyseer enkele voorbeelden van infographics hieronder. a Vat in maximum twee zinnen samen waarover ze gaan. b Zijn het goede of slechte voorbeelden? Geef minstens twee argumenten. Gebruik volledige zinnen. Voorlezen aan de allerjongsten

Baby’s, peuters en kleuters komen via boekjes in aanraking met woorden die in alledaags taalgebruik niet zoveel voorkomen.

INFOGRAPHICS

Ouders praten tijdens het voorlezen meer met hun kinderen dan tijdens andere (spel)activiteiten.

.!!!!!!!.

Kinderen verschillen sterk in het taalaanbod dat zij van huis uit meekrijgen. Voorlezen kan kinderen uit taalarme gezinnen helpen om de woordenschatkloof te dichten.

VA

Voorlezen is goed voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Ook is het een fijn moment tussen ouder en kind.

na school

school

voor- en vroegschools

Rendement van investeren

Investeren in de vroege ontwikkeling van kinderen levert meer op dan investeren op latere leeftijd. Elke euro voor vroege leesbevordering is dus goed besteed.

N

Hoe eerder en vaker ouders voorlezen, hoe groter de woordenschat van hun kinderen wordt. Hierdoor vergroot de kans dat zij later goed leren lezen en goed kunnen meekomen op school.

IN

In de eerste levensjaren komt het talige brein van kinderen tot rijping. In deze gevoelige periode zijn zij daardoor het ontvankelijkst voor taalstimuli uit de omgeving.

Diabetes in cijfers

pr oe

Diabetes is een ziekte waarbij het lichaam de bloedsuikerwaarden niet meer in evenwicht kan houden. Het hormoon insuline regelt dit evenwicht. Als het lichaam niet meer goed op insuline reageert of helemaal geen insuline meer maakt, dan heb je diabetes.

Meer dan 1,1 miljoen Nederlanders hebben diabetes*

Type 1

Type 2

9,6 %

90,4 % type 2

Stijging ziekte:

+20 %

2019

Aantal nieuwe diagnoses:

type 1

+30 %

per DAG

type 2

2040

131.200 1.332.700

109.100 1.028.700

Meer kans op aandoeningen waaronder deze:

140

per JAAR per WEEK

52.000

1000

Leeftijd diagnose: Gemiddeld

35 jaar

61 jaar

type 1

type 2

Oogaandoeningen

33 % 25 %

Hart- en vaatziekten

34 % 49 %

33 % Aandoeningen aan luchtwegen

Aandoeningen aan nier- en urinewegen

17 % 17%

26% Stofwisselingsaandoeningen 45 %

Bij de meeste mensen die een aandoening krijgen, is dit binnen 10 jaar na diagnose diabetes type 1

type 2

* Cijfers van 2019 uitgevoerd door Nivel, het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg en RIVM in opdracht van het Diabetes Fonds

496

Negen van de tien mensen met diabetes heeft type 2: het lichaam maakt te weinig insuline aan en/of reageert hier niet meer op.

19% 21 %

Spijsverteringsaandoeningen

© Diabetesfonds

Een op de tien mensen met diabetes heeft type 1: het afweersysteem valt de cellen aan die insuline aanmaken. Hun lichaam kan hierdoor zelf geen insuline aanmaken.

© Cantilis © Create your own at Storyboard That https://www.storyboardthat.com/

fv e

rs

ie

©

Periode

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


Een infographic opstellen 1* Lees jij wel eens digitale boeken? Wat zijn mogelijke voor- en nadelen van digitale boeken? 2* Luister jij wel eens naar luisterboeken? Wat zijn hiervan mogelijke voor- en nadelen? Lees de tekst Digitale boeken voelen anders dan fysieke boeken op deze en volgende pagina.

IN

3 Markeer belangrijke informatie. 4 Bekijk je gemarkeerde informatie in de tekst. Bepaal welke informatie je onder dezelfde thema’s of categorieën kunt onderbrengen. Werk met sleutelwoorden in de plaats van volledige zinnen. 5 Maak een eerste basisversie van je infographic op een apart blad. Denk eerst na over de juiste indeling. Vervolledig vervolgens de infographic met de informatie uit opdracht 4.

N

6 Bepaal voor elke categorie welke informatie je kunt vervangen door een pictogram of afbeelding.

VA

7 Werk vervolgens een gedetailleerde infographic uit. Je kunt een infographic in posterformaat op papier maken. Nog handiger is om een digitale infographic op te stellen.

ie

©

Digitale boeken voelen anders dan fysieke boeken

rs

E-boeken ontberen de tastzin en het knispergenot van papier. Dit lijkt nadelen te hebben voor de verwerking van de tekst. Dit speelt minder bij de e-readers dan bij de tablet.

fv e

Papier bezit volgens Mangen (2008) fysieke eigenschappen die helpen bij het lezen en interpreteren van de tekst. De pagina’s van het gedrukte boek zijn tastbaar, ze knisperen tussen de vingers, de lezer slaat ze om en ruikt ze zelfs. Het gevoel dat papier geeft, helpt zodoende om een relatie met de tekst op te bouwen. Daarnaast maakt de fysieke vorm (lengte, breedte, dikte) van een boek, magazine of krant het eenvoudig om de resterende leestijd in te schatten. Tot slot is een tekst op papier stabiel ten opzichte van de pagina. Dit helpt om de informatie te onthouden aan de hand van het visuele tekstbeeld (Mangen, 2008).

pr oe

2

E-readers, tablets, computers en smartphones bieden volgens Mangen (2008) een andere tactiliteit. In plaats van de wereld achter de tekst zichtbaar te maken, vestigen het scherm en de muis de aandacht op zichzelf. De handeling van het surfen en klikken treedt op de voorgrond, wat onze relatie met de inhoud van de tekst en de wereld van het verhaal verbreekt.

i5 De infographic

Lezers van e-boeken voelen en zien bovendien enkel de pagina die ze op dat moment aan het lezen zijn. Ze ontberen een indruk van de omvang en de lengte van de tekst, wat het inschatten van de leestijd en de oriëntatie in de tekst bemoeilijkt. Tot slot laten lettergrootte en -type in e-boeken zich eenvoudig aanpassen. Het gevolg is dat het tekstbeeld verschuift en de tekst instabiel wordt ten opzichte van de drager. Hierdoor is de informatie minder makkelijk te onthouden (Mangen, 2008). Empirisch onderzoek levert voorzichtig bewijs voor deze ideeën. Lezers van een e-boek of kort verhaal op de tablet gaan minder diep op in de verhaalwereld (Van Gils, Bakker & Evers-Vermeul, 2020; Mangen & Kuiken, 2014). Hiernaast blijken ze het verhaal minder grondig te onthouden (Mangen & Kuiken, 2014). Vergelijkbare verschillen zijn gevonden bij jongeren: 15-jarigen die een kort verhaal lezen op papier, begrijpen het diepgaander dan op de personal computer (Mangen,

497


IN N VA

verschillen gevonden tussen papier en scherm in het inschatten van de prestatie op de taak. Digitale lezers denken sterker te presteren dan dat ze in werkelijkheid doen, investeren hierdoor waarschijnlijk minder energie in het lezen, en begrijpen de tekst als gevolg minder diepgaand (Singer, Alexander & Berkowitz, 2019).

ie

©

Walgermo & Brønnick, 2013). Bovendien boeken 15-jarigen die gedrukte boeken lezen sterkere leesprestaties dan leeftijdgenoten die digitale boeken lezen (OECD, 2021). Deze resultaten suggereren dat de eigenschappen van digitale tekstdragers inderdaad minder gunstig zijn voor de leeservaring en het tekstbegrip dan die van het papieren boek.

pr oe

fv e

rs

Tegelijkertijd wijst onderzoek onder basisscholieren uit dat zij de tekst even diepgaand begrijpen van papier en van het scherm (Nielen, 2016). Hiernaast zijn de verschillen bij de e-reader geringer dan bij de tablet en personal computer. Zowel de leeservaring als het tekstbegrip blijken nagenoeg gelijk tussen het gedrukte boek en de e-reader (Schwabe et al., 2019; Mangen, Olivier & Velay, 2019; Bakker, 2021). Lezers van de e-reader zijn wel minder sterk in staat om de gebeurtenissen in het verhaal in de volgorde te zetten waarin deze zich hebben voorgedaan. Dit duidt mogelijk op uitdagingen met het zich kunnen oriënteren (Mangen, Olivier & Velay, 2019). Tekstlengte, zelfinschatting en ervaring Verschillen in begrip tussen papier en scherm treden in het bijzonder aan het licht bij teksten die langer zijn dan ongeveer een pagina in een tekstverwerkingsprogramma. Dit komt mogelijk doordat er in langere teksten meer scrollen plaatsvindt, met hogere cognitieve eisen tot gevolg (Singer & Alexander, 2017). Tevens zijn er

498

Het zou kunnen dat de leeservaring en het tekstbegrip groeien naarmate de ervaring met lezen van het scherm groeit. Empirisch onderzoek laat voor deze voorspelling uiteenlopende resultaten zien. Aan de ene kant blijkt een sterke bedrevenheid in het lezen van e-boeken positief samen te hangen met een prettige en optimale leeservaring (Bakker, 2021). Aan de andere kant leidt bij brugklassers die ervaring hebben met lezen van de tablet, het lezen van een kort verhaal op de tablet tot minder onderdompeling dan het lezen van hetzelfde verhaal van papier (Van Gils, Bakker & Evers-Vermeul, 2020). Bovendien blijkt het verschil in tekstbegrip tussen de beide media, in het nadeel van het scherm, groter voor meer recente onderzoeken. Dit suggereert dat meer ervaren schermlezers de tekst minder diepgaand begrijpen (Delgado et al., 2018). Tot slot hangt het frequent lezen van korte teksten van het scherm negatief samen met de aandacht voor en onderdompeling in een literair verhaal (Hakemulder & Mangen, 2021). Bron: Stichting Lezen - www.lezen.nl

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


i Professionele en hedendaagse communicatie

Het interview 1 2 3 4

Je leest de tekst Als een warme bakker in de Trajectwijzer. 1 Geef het stappenplan voor een goed interview (drie stappen). 2 Hoe bereid je je goed voor op een interview? 3 De Ceulaer vergelijkt een journalist-interviewer met een bakker.

©

a Wat is de basis van die vergelijking?

N

7.8.1

Hoe begin je aan een interview?

VA

1

Je kent verschillende soorten interviews. Je weet hoe een goed interview eruitziet. Je kent verschillende soorten interviewvragen en kunt zelf ook goede interviewvragen opstellen. Je kunt zelf een interview afnemen en het ook uitschrijven.

IN

i6

b Wat probeert hij daarmee duidelijk te maken?

rs

ie

4 In onderstaand kader vind je de zeven grootste valkuilen voor een interview. Geef voor elke valkuil een tip om het beter te doen.

Interviewen? Dit zijn de 7 grootste valkuilen

fv e

1 Je gaat slecht voorbereid het gesprek in. 2 Je let niet op lichaamstaal.

3 Je laat je vragenlijst niet meer los.

4 Het interview schiet alle kanten op.

pr oe

5 Jouw persoonlijke mening schittert door het interview heen.

6 Je hebt te weinig informatie.

7 Je aantekeningen zijn niet te ontcijferen. Bron: Babbage Company/De Redactie (www.babbage.nl)

7.8.1

Ook je vraagkeuze bepaalt het resultaat van je interview. In de Trajectwijzer lees je hoe je het best je vragen opstelt. 5 Noteer drie dingen die je hieruit geleerd hebt.

i6 Het interview

499


2

Vragen opstellen 1 Bekijk een interview uit De Meiden van Halal met Hans Teeuwen. Wat gaat hier mis? 2 Hoe had dit interview beter kunnen verlopen? 3 Bekijk een interview uit KLAAR. Analyseer het fragment aan de hand van de volgende vragen. a Wat zijn het doel en het onderwerp van dit interview? b Hoe wordt het gesprek geopend?

1 2 3 4 5

VA

N

Marie Curie kan toch niet de enige vrouwelijke wetenschapper zijn? Hoe komt dat eigenlijk? Hoe kunnen we meisjes warmer maken voor wetenschapsrichtingen? Waarom moet je vrouwelijke wetenschappers hebben? Zijn er nog van die voorbeelden?

IN

c Welke soort vragen hoor je vooral in dit gesprek? Noteer voor elke vraag hieronder of het gaat over een open of gesloten vraag – een neutrale of suggestieve vraag – een directe of indirecte vraag – een hoofdvraag of een doorvraag.

7.8.1

4 Vergelijk dit interview met het interview van De Meiden van Halal. Vind je dit interview beter? Waarom wel/niet?

ie

©

Ook de Meiden van Halal beseffen dat hun gesprek met Hans Teeuwen niet het beste interview was. Dat lees je kort in onderstaand artikel.

rs

MEIDEN VAN HALAL HEBBEN SPIJT VAN INTERVIEW MET HANS TEEUWEN

fv e

De zussen Esmaa, Jihad en Hajar Alariachi, ook wel bekend als de Meiden van Halal, kijken met wroeging terug op het veel besproken tv-gesprek dat ze in 2007 hadden met cabaretier Hans Teeuwen in het eenmalige programma Bimbo’s & Boerka’s.

‘I

pr oe

k heb spijt van dat gesprek’, De zussen zouden het ondanks zegt Jihad maandag in de de pijnlijke ervaring toch leuk Volkskrant. Zij wist voor vinden om Teeuwen weer te mogen hun discussie naar eigen zeggen spreken, al is het nog onduidelijk of niet eens wie Hans Teeuwen was. dat gaat lukken. ‘Hans heeft het heel ‘Ik heb vooral spijt van de manier druk in Londen, maar we houden waarop we de discussie voerden. contact’, zegt Esmaa. ‘We hopen dat We luisterden niet’, voegt Hajar hij in ons programma in gesprek wil © Christophe Ketels / Alamy daar aan toe. Volgens Jihad zijn de over vrijheid van meningsuiting, meiden, die inmiddels als ‘Mama’s van Halal’ een mocht hij binnenkort weer in Nederland zijn en tv-comeback maken, daarin gegroeid. ‘In onze tijd hebben. Hij is inmiddels natuurlijk ook vader nieuwe serie zijn we minder uit op confrontaties geworden, misschien hebben we nu iets meer en discussies en zijn we meer op zoek naar met elkaar gemeen.’ gesprekken en overeenkomsten.’ Bron: hln.be - 05/12/2016

500

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


Tip

IN

Wanneer je een interview afneemt, is het belangrijk dat je een aantal interviewtechnieken respecteert. • Laat de geïnterviewde uitspreken. • Let op je lichaamstaal: neem een open houding aan. • Toon dat je luistert: knik af en toe en herhaal soms wat de geïnterviewde zegt. • Toon respect voor de geïnterviewde. • Stel interessante bijvragen. • Blijf rustig.

N

Interviewtechnieken

VA

1 Bekijk de interviews en bespreek op de volgende pagina voor elk interview onderstaande vragen. a Wat is het gespreksonderwerp? b Wie wordt geïnterviewd? c Welke soort vragen worden er gesteld?

©

d Hoe reageert de geïnterviewde?

INTERVIEWS

e Hoe zou je de toon van het interview omschrijven? Wat is de bedoeling van het vraaggesprek?

fv e

rs

ie

f

pr oe

3

© DUTCHPRESSPHOTO

© BELGA © BELGA

2 Naargelang het doel van een interview kun je drie vormen onderscheiden: het humaninterest­ interview (of portretinterview), het informatieve interview en het confronterende (of harde) interview. Geef van elke soort een definitie. 3 Los onderstaande vragen op. a Wat voor soort interview is dat van De Meiden van Halal in lesdeel 2? b Wat voor soort interview is dat van KLAAR in lesdeel 2?

i6 Het interview

501


4

Zelf interviews afnemen Nu is het aan jou! Je bent door de hoofdredacteur van Humo uitgekozen om een interview te schrijven. En het is een leuke opdracht: je bent helemaal vrij om te kiezen we je gaat interviewen! Een familielid, een band die je graag hoort, de burgemeester … Zolang je er maar een interessant artikel van maakt, is de hoofdredacteur tevreden. Kies een gesprekspartner die je leuk en interessant vindt.

IN

STAP 1

Lees je in over je gesprekspartner. Schrijf dat op in puntjes. Wat weet je al over hem/haar? Heeft hij/zij al andere interviews gedaan? Wat wil je nog te weten komen?

STAP 3

Bereid je vragen voor. Noteer de tien vragen die je zeker wilt stellen. Houd rekening met de volgorde en de vraagsoorten. Wissel voldoende af!

STAP 4

Neem het interview af. Vergeet het niet te filmen of op te nemen. Let zeker op je lichaamstaal en openheid, zodat je gesprekspartner zich niet ongemakkelijk voelt.

STAP 5

Schrijf je interview uit. Je mag zelf kiezen of je een vraag-antwoordartikel schrijft of het interview liever in een tekst verwerkt.

STAP 6

Laat je tekst een nachtje liggen en lees hem opnieuw na. Houd daarbij zeker rekening met:

STAP 7

©

Laat je tekst nalezen. Geef je medeleerling een van de drie aandachtspunten uit stap 6. Zorg dat hij/zij daarvoor bijzondere aandacht heeft. Zorg voor een leuke lay-out zodat je artikel meteen in het magazine gepubliceerd kan worden. Denk aan fotomateriaal, quotes, woorden vet of cursief …

pr oe

STAP 8

fv e

ie

de spelling –   Gebruik je voldoende leestekens? –   Begint elke zin met een hoofdletter? –   Heb je elk woord juist geschreven? de zinsbouw –   Gebruik je geen te lange zinnen? –   Gebruik je genoeg actieve zinnen? –   Gebruik je voldoende signaalwoorden? de structuur –   Zit er een logische opbouw in je tekst? –   Begint je tekst met een inleiding? –   Gebruik je voldoende tussentitels? –   Eindig je met een duidelijk slot?

rs

VA

N

STAP 2

502

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


i Professionele en hedendaagse communicatie

i7

Reclame: direct marketing

N

Inleiding

VA

1   Hoe promoot je het ecologische bewustzijn van je bedrijf via direct mail? Door het papier nuttig te maken natuurlijk. Honda drukte zijn brief op gerecycleerd papier met milieuvriendelijke inkt. Bovendien zaten er bloemzaadjes in verwerkt.     Wie de brief plantte, kon enkele weken later van prachtige bloemetjes genieten.

ie

©

2   Wanneer de postbode bij jou thuis een pakketje komt afleveren, maar je bent niet thuis, dan krijg je een klein briefje waarmee je naar het postkantoor kunt gaan. KitKat bedacht deze direct mail die lijkt op het briefje van de postbode, maar met een lichtjes aangepaste boodschap.

rs

3   Ook een 'saaiere', regelmatige oproep kun je leuk brengen. Zoals de oproep van een tandarts om op jaarlijks onderzoek te komen. Geen fijne boodschap, maar wel één waarbij er hier op creatief vlak een tandje bijgestoken werd waardoor de ontvanger op zijn minst ging glimlachen.

fv e

4   De makers van wasproduct Breeze Excel verstuurden een staaltje van hun wasmiddel niet in een traditioneel postpakket, maar in een witte T-shirt. Door de verzending werd het T-shirt zo vuil dat de ontvangers meteen het product konden testen.

5   Wat thermische inkt en haarscherpe copy. Meer was er niet nodig om deze uitnodiging voor een exclusief event over de kapperstongen te laten gaan. En een haardroger natuurlijk, maar dat was voor de doelgroep geen probleem.

pr oe

1

IN

1 Je leert aan de hand van voorbeelden direct marketing kennen. 2 Je leert hoe je een direct mail kunt analyseren qua structuur en schrijfstijl. 3 Je leert hoe je zelf een wervende brief kunt opstellen.

6   Jeroen Meus is niet de enige die met worsten uitpakt. Het Canadese WVRST stuurde bloggers, influencers en voedingsrecensenten een T-shirt verpakt als roze worst. Wie het T-shirt droeg op de opening van het restaurant kreeg een gratis maaltijd aangeboden.

7   Een plooibare platenspeler in karton? Die dan nog eens echt werkt? GGRP Sound stuurde deze direct mail naar enkele creatieve directeurs om te tonen hoe goed zij met geluid om kunnen.

8   In China krijgen de ontvangers van de IKEA-catalogus er nog een klein extraatje bij. Wie het kleine pakketje opent, wordt verrast op een onmiddellijk openpoppend LACK-tafeltje.

i7 Reclame: direct marketing

503


IN D

rs

F

© Ontwikkeld door Hannibal.be

pr oe

fv e

E

ie

©

VA

C

B

N

© Ontwikkeld door Hannibal.be

A

G

H

504

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


1 Bekijk de afbeeldingen op p. 263 aandachtig en ga op zoek naar de bijhorende tekst op p. 262. 2* Welke reclamestunt vind jij het meest geslaagd? Waarom? 3* Heb je zelf wel eens originele reclame ontvangen? Hoe zag die eruit? 4 Bij dit soort reclame richt de afzender zich vaak tot een bewust gekozen doelgroep. Bij welke voorbeelden is dat het geval en wie is de doelgroep?

onthouden

IN

We noemen dit soort reclame direct marketing. Direct omdat je als ontvanger rechtstreeks/ persoonlijk wordt aangesproken én omdat je vaak aangespoord wordt tot een (kleine) handeling of actie. Direct marketing gebeurt vaak via post, mail, telefoon of sociale media.

Voorbeelden verder verkennen

ie

©

Direct marketing gebruikt vaak heel wat tekst omdat de afzender (potentiële) klanten probeert te overtuigen met welgekozen woorden. Je leerkracht verdeelt de klas in groepen. Iedere leerling van de groep leest een andere brief/mail en beantwoordt de vragen. Daarna bespreken jullie de antwoorden. Ontdek samen welke slimme en sluwe trucs worden toegepast om lezers te overtuigen en beïnvloeden. 1 Lees de brief door.

rs

a Op welke manier probeert men in de brieven meteen de aandacht van de ontvanger te trekken? b* Welke strategie zou bij jou het best werken?

fv e

2 Bekijk de aanspreking.

a Hoe wordt de lezer letterlijk aangesproken? b Welke aanspreking werkt het best om de aandacht te grijpen, denk je? 3 Bekijk de opmaak van de tekst.

a Omschrijf de lay-out (afbeeldingen, tussentitels, kleur). b* Welke tekst vind jij het meest geslaagd qua lay-out? c Op welke manier wordt het bedrijf / de organisatie / de zaak zichtbaar gemaakt?

pr oe

2

VA

N

Een ander belangrijk aspect van direct marketing is het meten van het gedrag van de klant. Op basis van individuele gegevens kan men inzicht krijgen in de voorkeuren van de klant, om zo in te spelen op de vragen van de klant en het kopen van een product of dienst zo gemakkelijk mogelijk te maken. Op basis van die gegevens wordt dus de doelgroep bepaald.

4 Bestudeer de schrijfstijl van de tekst. a Beschrijf de schrijfstijl. Is er creatief met taal omgesprongen? b* Welke tekst vind jij het leukst geschreven? c Hoe noemen we de kunst van het schrijven van wervende teksten?

5 Tot welke actie wordt de ontvanger van de brief/mail aangezet? 6 Op welke manier probeert de tekst de lezer te overtuigen? 7 Ontvangt de lezer een concreet voordeel? Welk? 8* Welke mail/brief zou jou kunnen overtuigen?

i7 Reclame: direct marketing

505


Verwerking: schrijfopdracht

3

Je werkt als copywriter in een succesvol reclamebureau en je baas geeft je één van de volgende opdrachten, jij kiest zelf welke opdracht je aanneemt. Je stelt een originele direct mail op voor: • •

IN

een actie rond Valentijn bij een patisserie een nieuwe boekhandel die de deuren opent en de buurtbewoners warm wil maken om naar de opening te komen een goed doel dat mensen wil motiveren om maandelijks een bedrag te storten voor het onderwijs van meisjes in ontwikkelingslanden

N

In de vragen uit de vorige oefening zaten heel wat aandachtspunten over hoe je een geslaagde directe mail kunt opstellen. Je vindt hieronder een stappenplan dat je kunt volgen. Opgelet: je moet het stappenplan zelf nog verder aanvullen met de woorden die je hieronder krijgt. Drie woorden zijn overbodig.

VA

kop – call to action – slotzin – aanspreking – lay-out – afzender – formeel – zinnen – aandacht – tussentitels – woorden – doelgroep – slotformule – foutloos – voordelen – PS – informeel De voorbeelden die in het stappenplan gegeven worden, gaan over een mail die verzonden wordt voor Moederdag naar het klantenbestand van een parfumwinkel.

©

Voorbereiden Wie?

ie

1 W erk het basisidee uit: bedenk een antwoord op de topische vragen. Wat is de naam van de patisserie, de boekhandel of het goede doel? het lokale parfumzaakje Geur voor je humeur

Wat is de actie, promo, gebeurtenis, het goede doel precies? K lanten krijgen in het kader van Moederdag 10% korting op alle damesparfums in de winkel én een gratis bodylotion op vertoon van de mail.

fv e

Wat?

rs

Wat is de … ? Naar wie richt je je mail? het klantenbestand van de parfumwinkel

pr oe

Kun je iets origineels doen met (de vorm/inhoud van) je brief/mail? Kijk naar de voorbeelden in het boek. De brieven worden per post opgestuurd en zijn geparfumeerd.

Waar?

Bedenk een adres (en andere contactgegevens) voor de zaak. Kerkstraat 7, 3500 Hasselt 011475314 www.geurvoorjehumeur.be info@geurvoorjehumeur.be

Wanneer? Wat is de datum voor de actie, van de opening? de veertien dagen voor Moederdag (28 april 2029) Waarom? Waarom is dit interessant voor mensen? Bedenk sterke argumenten om klanten te overtuigen. Ze hoeven zelf geen cadeau meer te bedenken, krijgen korting én een gratis bodylotion.

2 P itch je basisconcept bij een medeleerling: je collega-copywriter. Zijn je ideeën leuk? Zijn er nog andere/betere voorstellen?

506

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


Schrijven 3 Open een Word-document en bekijk de voorbeeldmails/-brieven uit de les: zorg dat je de gegevens van de zaak duidelijk bovenaan en/of onderaan vermeldt, noteer rechtsboven de datum en plaats van het opstellen van de mail/brief. 4 Zorg voor een opvallende en originele … die meteen in het oog springt en je algemene boodschap kort en krachtig samenvat. Geen stank voor dank!

5 Kies voor een zo persoonlijk mogelijke … .

Beste zonen en dochters … (of de naam)

IN

Herken ook jij de vertrouwde zoete geur van je moeder uit de duizend?

VA

N

6 Grijp in de eerste alinea de … van de lezer door verrassend of origineel uit de hoek te komen. Zoek een interessante invalshoek, stel een vraag, ga in op een behoefte van de lezer, dompel de lezer onder in de wereld van het bedrijf … Bekijk zeker nog eens hoe er gestart werd in de voorbeeldbrieven.

©

7 I n de tweede alinea behandel je de topische vragen. Zorg dat de actie duidelijk is en waar, wanneer en door wie die georganiseerd wordt. Denk na over je taalgebruik, misschien kun je wel voor leuke woordspelingen zorgen?

ie

8 I n de derde alinea ga je in op de waaromvraag. Benadruk in deze alinea de … voor de klant, overtuig hem of haar van het nut om deel te nemen. Gebruik de argumenten die je op voorhand bedacht.

rs

10% korting op alle damesparfums, je hoeft zelf geen idee meer te bedenken of creatief te zijn, moeders zijn goud waard en verdienen het om eens goed bedankt te worden met een attentie. 9 Zorg in deze alinea ook voor een duidelijke … . Toon deze mail in de winkel en je krijgt er nog een gratis bodylotion van (merk) bovenop.

fv e

10 Sluit het geheel af met een pittige … die blijft nazinderen. Doe mee aan onze actie en je zorgt ervoor dat je moeder in geuren en kleuren kan vertellen over haar dag!

pr oe

11 Zorg voor een … en onderteken met je naam en functie. Lentefrisse groetjes,

Rita Winkels Zaakvoerder Geur voor je humeur

i7 Reclame: direct marketing

507


Reflecteren 12 Werk daarna je brief/mail af aan de hand van de volgende checklist. Laat nadien een medeleerling of collega-copywriter controleren of je aan alles gedacht hebt en tips/ opmerkingen noteren.

Checklist

ie

Herschrijven

©

VA

N

IN

✓ Heeft je mail een verzorgde en heldere structuur met alinea’s? Voeg eventueel nog o passende tussentitels toe, dat zorgt ervoor dat de ontvanger de tekst vlot kan lezen. ✓ Is je tekst opgesteld in korte, duidelijke zinnen? o Lange zinnen schrikken de lezer af. ✓ o Is de schrijfstijl van je tekst niet te formeel, maar fris en catchy? Tover je met woorden? De ontvanger mag niet in slaap vallen tijdens het lezen. ✓ Gebruik je niet te vaak het werkwoord ‘worden’? o ✓ Kun je nog een originele PS toevoegen onderaan je brief? o PS Ruik eens aan dit briefje! ✓ Heb je je brief/mail in foutloos Nederlands geschreven? o ✓ Heb je het geheel in een aantrekkelijke lay-out gegoten? Speel met kleuren, vormen en o afbeeldingen. Vergeet het logo en eventueel de slogan van je bedrijf/organisatie niet. ✓ o Herlees de brief/mail in zijn geheel: is de informatie volledig en duidelijk?

rs

13 Herschrijf je brief op basis van de tips van je collega. Voeg toe wat je eventueel vergat.

fv e

14 Lees je tekst nog eenmaal zeer grondig na en bekijk ook de evaluatiematrix op iDiddit om het resultaat in te schatten.

pr oe

15 Plaats je mail in de uploadzone of bezorg de brief aan je leerkracht.

508

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


i Professionele en hedendaagse communicatie

De column 1 2 3 4

1

Je herkent de kenmerken van een column. Je diept enkele typische stijlelementen van de column uit. Je let bewust op je uitspraak, tempo, pauzes en intonatie bij het inlezen van je gesproken column. Je past de theorie toe in een creatieve schrijf- en spreekopdracht.

IN

i8 i1

Wat is een column?

1* Bekijk de afbeelding en beantwoord volgende vragen.

N

Algemene kenmerken van het genre

4.4.2

VA

a Verwacht je een subjectieve of net een objectieve tekst? b Voorspel drie elementen (argumenten, situaties, emoties) die Aya Sabi aan bod zal laten komen. c Wat verwacht je van de schrijfstijl van deze tekst? Lees vervolgens de tekst Het Nederlands is andermans bezit, ik heb de taal in bruikleen in de Trajectwijzer op p. 47. 2 Wat wil de auteur bereiken met deze tekst?

©

3* Zoek twee passages in de tekst waar Aya Sabi duidelijk haar emoties laat doorschemeren.

ie

4 Pas de definitie van de column die je in de Trajectwijzer vindt toe op deze tekst. Verwijs bij elk kenmerk naar het fragment.

rs

Stijlelementen van de column uitdiepen Op p. XXX staat een column van Stijn Meuris uit De Morgen. 5* Lees de titel die Stijn Meuris aan zijn column gaf.

fv e

a Verwacht je een positief-waarderende, een neutrale of een negatief-kritische tekst? b Beargumenteer je mening. Lees nu de hele tekst aandachtig door.

6 In een column wil de auteur zijn emoties overbrengen en de lezer raken.

pr oe

a Zoek het woord dat dit aanduidt in de volgende zinnen. 1 Non-Fungible Tokens zijn al maandenlang the next big thing in patserland. 2 Dus snoeven over ‘iets’ dat hij heeft gekocht, niet fysiek in zijn bezit heeft, maar waaraan hij wel een klein fortuin gespendeerd heeft.

b* Deed je een correcte voorspelling in opdracht 5 of moest je je mening bijstellen?

7 Welke soort humor vind je terug in de volgende zin?

Of vooruit, maak er twee extra nullen van, nu we toch bezig zijn. Probeer te wennen aan dat concept, en het bestaan ziet er plotseling helemaal anders uit.

2.13.1

8 Een column gebruikt vaak een aantal stijlfiguren. Benoem de stijlfiguren in de volgende voorbeelden. a Geloof me, ik lees álle artikelen over NFT’s en val van de ene verbazing in de andere. b Lang verhaal kort. c Mijn conclusie na het lezen van alweer een nieuw NFT-avontuur is doorgaans: ik ben een idioot, een neanderthaler. Een aap uit de vorige eeuw. d Julian Lennon wil dan weer de oude jas van zijn vader John verkopen via een NFT-platform. Niet de jas zelf, maar een afbeelding van de jas. De ‘gedachte aan de jas van Lennon’, zeg maar. i8 De column

509


DE MENING Stijn Meuris

Stijn Meuris is muzikant. In De mening geven gastschrijvers een week lang hun visie op een actueel thema.

N

Ik moet nog ergens een kladje hebben liggen waarop de eerste zinnetjes van oude Noordkaap-songs gekribbeld staan, nog net leesbaar onder een wazige biervlek van begin jaren negentig. Vast wel, als ik goed zoek. Ik ga heel erg rijk worden. Toch?

IN

Koop eens de gedachte aan de jas van John Lennon

VA

Dat is zo’n beetje samengevat de manier waarop het hele NFT-gebeuren verloopt. Non-Fungible Tokens zijn al maanden the next big thing in patserland, waarbij het vooral zaak is een zogenaamd unieke, exclusieve afbeelding waarvan u de rechten bezit te verkopen aan iemand die daar a) geen verstand van heeft, b) daar wel veel geld voor over heeft en c) – niet onbelangrijk in de berekening – daar geweldig mee wil stoefen in zijn vriendenkring. Dus snoeven over ‘iets’ dat hij heeft gekocht, niet fysiek in zijn bezit heeft, maar waaraan hij wel een klein fortuin gespendeerd heeft.

fv e

rs

ie

©

Geloof me, ik lees álle artikelen over NFT’s en val van de ene verbazing in de andere. Ik zal niet de enige zijn. Mijn conclusie na het lezen van alweer een nieuw NFT-avontuur is doorgaans: ik ben een idioot, een neanderthaler. Een aap uit de vorige eeuw.

pr oe

© mundissima

Dat van die apen is niet toevallig gekozen. Het hele NFT-ding is zowat afgetrapt doordat iemand een hele reeks Bored Apes had getekend, telkens net iets anders van uiterlijk en uitstraling, maar hoe dan ook plagiaat van de brutale apen die opduiken in clips van de Britse band Gorillaz en die door graficus Jamie Hewlett werden bedacht. Lang verhaal kort: die Bored Apes zijn nu overal. Er werden tienduizend stuks gefabriceerd, samen vormen ze de Bored Ape Yacht Club.

Je kunt dus anno 2022 geweldig rijk worden door pixels te kopen en weer te verkopen. Julian Lennon wil dan weer de oude jas van zijn vader John verkopen via een NFT-platform. Niet de jas zelf, maar een afbeelding van de jas. De ‘gedachte aan de jas van Lennon’, zeg maar. Ik probeer te volgen, ik klamp aan, maar het lukt me niet. Mensen die er verstand van hebben, zeggen me dan dat ik het klassieke model van kopen en verkopen, van eigendom en producten, moet loslaten. Dat het zo niet langer werkt. En dat de digitale cijfers op je bankapp eigenlijk ook maar virtueel zijn en dat je hele leven – je welvaart, je status en je huis – in zekere zin gebaseerd is op niet-bestaande getallen. Die je desgewenst gewoon zou kunnen aanpassen. Een extra 0 achter een rekeningstand zetten maakt een wereld van verschil. Of vooruit, maak er twee extra nullen van, nu we toch bezig zijn. Probeer te wennen aan dat concept en het bestaan ziet er plotseling helemaal anders uit. Wankel vooral. Vanavond ga ik dus in de kelder op zoek naar dat kladje van een songtekst. Ik open een account op een van de talrijke NFT-platformen (eentje in Nederland maakt reclame met de woorden ‘Je moet er niks van kennen en er is geen product!’) en ik ga aan de slag. Tot nooit meer. Of tot morgen, indien het toch zou tegenvallen. Bron: De Standaard

510

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


2

Een bijzonder genre: de gesproken column Je beluistert nu de column van Johan Terryn. Je vindt ook een transcriptie van de column op p. XX.

onderweg

ID/ Frank Bahnmuller

N

©

VA

Daarnaast is hij ook acteur: gastrollen in films en tv-reeksen, maar ook in theatervoorstellingen. De laatste jaren trekt hij zelfs rond met solovoorstellingen, telkens gebaseerd op een eigen podcastreeks. Al die bagage zet hij ten slotte ook in als media- en sprekerscoach.

IN

Johan Terryn brak als improvisator door in het legendarische tv-programma Onvoorziene omstandigheden van Mark Uytterhoeven. Sindsdien maakt en presenteert hij heel wat radio- en tv-programma’s voor de openbare en commerciële omroepen.

ie

1 Je herhaalt hier kort de kenmerken van de column en gaat gericht op zoek naar voorbeelden in de transcriptie.

rs

a Toon aan dat Johan Terryn op een persoonlijke manier zijn visie over een onderwerp uit de actualiteit geeft. b Een column bevat stijlfiguren. Zoek een voorbeeld van een hyperbool in deze tekst.

1.9

c Deze tekst bevat ironie en woordspelingen als voorbeelden van humor. Geef telkens één voorbeeld.

fv e

2.13.1

2 Johan Terryn beschrijft zijn eigen emotie. a* Herken je het gevoel dat Johan Terryn beschrijft? b Hoe typeert hij de Vlamingen?

pr oe

3 Audio-columns komen geregeld voor op radiostations. Zeker op Radio 1 is dit een veelgebruikt genre. a In welk type programma verwacht je dit fragment? b* Wat vind je van de manier waarop de column ingelezen is? c* Zijn er dingen die jij anders zou doen? d Som voor jezelf drie aandachtspunten op bij het inlezen van een column.

onthouden

Een column is een heel persoonlijke tekst waarin de auteur gebruikmaakt van stijlfiguren en humor om een boodschap duidelijk en met emotie naar de lezers te brengen.

i8 De column

511


Beste luisteraar, Nu de voetbalgekte weer even in het land is, of beter in het continent, drijf ik weer even mee op de rodeduivelsflow die hopelijk zal eindigen op de Grote Markt in Brussel. Maar dat is ver vooruit kijken. Ondertussen is er weer een voetbalsupporter in mij wakker die maar om de twee jaar ontwaakt. Tussendoor interesseert voetbal mij namelijk geen fluit.

VA

N

IN

Ik herinner mij nog exact het moment dat ik besloot te stoppen met het Belgisch voetbal te volgen. Ik zat in de lagere school toen ik vaststelde dat al mijn klasgenootjes een favoriete voetbalploeg hadden en ik besloot dat het voor mezelf dringend tijd was om ook een geliefde club uit te kiezen. Mijn oudere broer supporterde al voor Berchem Sport, het dichtst bij huis gelegen stadion, ikzelf wierp een blik op het klassement en koos voor de ploeg die op dat moment aan de leiding stond. Dat leek mij de beste keuze, degene die mij de minste ontgoochelingen ging opleveren. Het werd Club Brugge. Een tijd lang las ik de sportpagina’s in de krant om mijn clubgevoel aan te dikken met weetjes over al die blauwzwarte sjotters. Dat ze Jan Ceulemans de Caje noemden en dat Leo Van der Elst de plezantste was, herinner ik me nog. Supporteren voor een ploeg die in een andere stad gelegen was, was niet evident. Je bleef het allemaal een beetje op afstand beleven als kind. Bovendien voelde het soms aan als verraad in een stad waar toen nog drie clubs eersteklassevoetbal speelden. Dat kon mijn broer me wel eens aanwrijven.

rs

ie

©

Maar op een dag was het zover. Ik had zo veel tijdens Sportweekend in mijn vaders oor staan juichen dat hij me meenam naar ‘den Antwerp’ toen Club Brugge op bezoek kwam. Het was putje winter in de Bosuil en mijn vingers vroren eraf. Halverwege de match zat Jan Ceulemans net even rustig zijn veters te knopen midden op het veld toen hij de bal hard kreeg toegespeeld en die tegen zijn onderrug knalde. De Caje viel lomp omver en de tegenstander uit mijn eigen stad nam zo op lullige wijze de wedstrijd in handen. Ik stond in het supportersvak van Antwerp en kon op gevaar van eigen leven niet eens luidop mijn ontgoocheling uitroepen. Meer nog, de Caje, mijn held uit de krant, werd er uitgelachen. Club Brugge verloor en precies dat is het moment dat ik gestopt ben met voetbal te volgen. Een groot clubsupporter ging er niet aan mij verloren.

pr oe

fv e

Maar het EK of het WK, dat kijk ik dus wel. Geen haar op mijn hoofd dat dan nog zou verzinnen om voor Oranje of Les Bleus te juichen. Laat die maar hun veters knopen tijdens de match. Anders dan toen kies ik nu wél gewoon voor de dichtstbijzijnde ploeg. Een ploeg die nu net zoals toen ook de ranglijst aanvoert. Uiteindelijk krijgen we op dit kleine lapje grond ook maar een maand om de twee jaar de kans om ons als hardwerkende Vlaming complexloos Belg te mogen voelen zonder daar verder over te moeten nadenken. Daar hoort een vlag bij en een volkslied waar niemand de tekst van kent. Heerlijk.

512

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


Zelf een column maken De meeste mensen posten af en toe hun mening en emotionele reacties op sociale media. Voor deze opdracht deel je ook je mening of een emotionele reactie, maar je gebruikt daarvoor het genre van de column.

1

Kies een onderwerp dat je raakt. • Reageer je op iets uit de actualiteit of uit je eigen leefwereld? • Heeft iets je verbaasd, ontroerd of boos gemaakt?

IN

Voorbereiden

VA

N

Enkele suggesties voor onderwerpen: • de te softe of net te harde aanpak van jongeren op school, in de jeugdvereniging, sportclub • de te hoge verwachtingen over jongeren • het onverantwoorde drank- en rijgedrag in Vlaanderen • de eenzijdige berichtgeving over buitenlandse problemen

TIP

fv e

rs

ie

©

Ambrassade, een organisatie die zich inzet voor sterk jeugdwerk, kwaliteitsvolle jeugdinformatie en stevig jeugdbeleid, zocht uit welke thema’s kinderen en jongeren belangrijk vinden: • goed in je vel: meer info en hulp voor mentale gezondheid • mobiliteit: vlot, betaalbaar openbaar vervoer, veilig fietsen en wandelen • klimaat: meer actie tegen klimaatverandering • armoede: minder (kans)armoede, voldoende geld en meer ondersteuning • cultuur en identiteit: meer respect voor ieders cultuur, geloof, waarden en normen • gelijke kansen: gelijke kansen, ongeacht leeftijd, gender, geaardheid en afkomst; geen discriminatie Bron: ambrassade.be

pr oe

3

Plannen

2 Formuleer voor jezelf wat je precies aan bod wilt laten komen. a Welke deelaspecten wil je behandelen? b Wat zijn heel concrete onderdelen die jou raken? c Welke emotie voel je bij elk onderdeel?

3 Verzamel gegevens (feiten, citaten, argumenten) die jouw mening kracht bijzetten.

i8 De column

513


TIP

Schrijven

VA

5 Lees de evaluatiecriteria bij ‘persoonlijkheid’ en ‘correctheid’ in de evaluatiematrix op iDiddit en herschrijf je column waar nodig.

IN

Reflecteren

De voorbeelden die in deze les aan bod kwamen, kunnen je inspireren. Koppel tijdens het schrijven terug aan de kenmerken van de column op p. 47 van de Trajectwijzer. Zo weet je of je resultaat de goede richting uitgaat.

N

4 Breng de gegevens die je tot hier toe verzamelde nu samen in een geheel. Focus in deze fase vooral op de inhoud. a Zorg dat de lezer een duidelijk beeld krijgt van je emotie. Geef voorbeelden en probeer het gevoel naar de lezer te brengen. b De lezer moet bij de start een duidelijke aanleiding in je tekst terugvinden. Maak duidelijk wat jou raakt, ontroert of boos maakt. c Denk na over een krachtige afsluiter.

©

Herschrijven

Lees je column na en beoordeel het eindresultaat aan de hand van de evaluatiematrix op iDiddit.

fv e

7

rs

ie

6 Je zag dat een column meer is dan een mening. Het eindresultaat moet plezierig zijn om te lezen. In deze stap focus je op de schrijfstijl van de column. Voeg volgende elementen aan je tekst toe: a stijlfiguren (herhaling, hyperbool …) b beeldend taalgebruik (vergelijking, gekleurd taalgebruik, uitdrukkingen …) c humoristische elementen (ironie, woordspelingen …)

Spreken

pr oe

8 Lees je tekst hardop en neem die op. 9 Beluister je opname en beoordeel die met behulp van de evaluatiecriteria bij ‘presentatie’ in de evaluatiematrix op iDiddit. a Maak aantekeningen waarmee je rekening moet houden bij het opnieuw inlezen van je column. b Vraag eventueel een beoordeling of advies van een medeleerling. c Neem het opnieuw op en beoordeel het opnieuw.

514

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


i Professionele en hedendaagse communicatie

De documentaire 1 2 3 4 5 6 7

N

Een genre apart

VA

De tijd dat je een documentaire enkel op National Geographic of Canvas kon bekijken in de late uren is voorgoed voorbij. Streamingplatformen als Netflix en Streamz staan er vol van. Maar wat is een documentaire eigenlijk? Welke soorten bestaan er en met welk doel worden ze gemaakt? Je ontdekt het in deze les.

fv e

rs

ie

©

1* Welke onderstaande documentaires ken je of heb je al bekeken?

Dat er ook andere soorten documentaires zijn, ontdek je hier. 2* Bekijk de trailer van de populaire Netflix-documentaire Don’t f**k with cats.

pr oe

1

Je ontdekt waarom documentaires zo populair zijn Je leert wat de basiskenmerken van een documentaire zijn Je bekijkt en analyseert enkele bekroonde documentaires Je leert hoe een documentaire de werkelijkheid kan beïnvloeden en vice versa Je ontdekt dat er binnen het genre veel variatie bestaat Je ontdekt het subgenre true crime, verwante fictiereeksen en reality genres Je analyseert een documentaire die je interesseert

IN

i7 i1

a Zou je deze documentaire willen zien? Waarom wel/niet? b Waarom denk je dat ze zo’n succes was?

onderweg

In Don’t f**k with cats – hunting an internet killer verleiden de gruwelijke video’s van een gestoorde crimineel een groep amateurwebdetectives tot een gevaarlijke klopjacht die hen naar een duistere onderwereld leidt. Bron: netflix.com

i7 De documentaire

515


3* Waarom worden er de laatste jaren zo veel documentaires gemaakt, denk je? 4* Waarom kijken mensen graag naar documentaires, denk je? Wat is het tekstdoel van een documentaire? In deze les gaan we op zoek naar een goede definitie van een documentaire. We beginnen daarbij bij het woord ‘documentairemaker’.

2

IN

5 Wat doet een documentairemaker?

De kenmerken van een goede documentaire

N

‘Documentary is the creative treatment of actuality’

VA

1 Bovenstaande uitspraak is van John Grierson (Schotland, 1878-1972), één van de eerste documentairemakers. Welk ‘gevaar’ houdt die stelling in? Hieronder vind je enkele basiskenmerken van een goede documentaire.

Documentaire

fv e

rs

ie

©

1 Een documentaire is gebaseerd op de werkelijkheid. Eerlijkheid en betrouwbaarheid zijn noodzakelijk. Feiten of gebeurtenissen verdraaien of ondeugdelijke bewijzen fabriceren is uit den boze. 2 Een documentaire is een voltooid audiovisueel product. De vele mogelijkheden van de filmtaal worden slim toegepast. 3 Alle personen in de documentaire zijn echt, authentiek, zichzelf. Een persoon wordt niet gespeeld door een ander. Daarmee onderscheidt de documentaire zich van de speelfilm. Toch zijn er documentairemakers die enscenering en effectieve vormgeving als waardevolle bouwstenen zien. 4 De documentaire behandelt een duidelijk afgebakend onderwerp op basis van diepgravend onderzoek of langdurige observatie. Het is geen snelle reportage op basis van de actualiteit. 5 Een documentaire moet begrijpelijk, boeiend, overtuigend en emotioneel zijn. Niet te moeilijk, geen vreemde hiaten, geen saaie uitweidingen waarbij de kijker zijn aandacht verliest. Naar: meop.nl

pr oe

2* Zaten die basiskenmerken ook in jouw definitie (zie lesdeel 1 – opdracht 5)? Welke wel/niet? 3 Je bekijkt op de volgende pagina enkele fragmenten uit bekroonde documentaires. a Ga bij elk fragment op zoek naar de basiskenmerken. b Denk ook na over het doel van de makers en over het effect op het publiek.

516

eerlijk en betrouwbaar Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke gebeurtenissen komen aan bod?

filmtaal Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?

betrokkenen Wie wordt er geïnterviewd?

doel van de makers Wat was het doel van de makers, denk je?

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie

effect Hoe komt de documentaire over bij het publiek? ¡ begrijpelijk ¡ moeilijk ¡ boeiend ¡ saai ¡ overtuigend ¡ vrijblijvend ¡ emotioneel ¡ gevoelloos ¡ spannend ¡ voorspelbaar


DOCU 1 Kinderen van de collaboratie – de oorlog VIDEO

IN

Tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerden tienduizenden Belgen met het naziregime. Hun kinderen blikken terug en getuigen over de oorlogsperiode.

N

domein geschiedenis

VA

DOCU 2 Amy in Nederland

VIDEO

©

Een reconstructie met de mensen die Amy hebben ontmoet, haar concerten hebben bezocht en op wie haar muziek een diepe indruk heeft nagelaten ...

domein muziek

rs

ie

© Kristoffer Tripplaar

fv e

DOCU 3 Het leven in kleur

pr oe

VIDEO Racisme in Vlaanderen, valt dat wel mee of niet? De vijfdelige reeks zoekt het uit en peilt zonder taboes naar het racisme in onderwijs, justitie, media en in ons allemaal.

domein maatschappij

© VRT

DOCU 4 Het Scheldepeloton Zesdelige docureeks over vijf jonge wielrenners uit het Gentse die samen vechten voor dezelfde droom: profwielrenner worden.

domein sport

i7 De documentaire

VIDEO

© VRT

517


Documentaires helpen ons vaak om de werkelijkheid beter te begrijpen. Soms kan een documentaire ook de werkelijkheid beïnvloeden. 4* Welke documentaires uit de vorige opdracht zouden de werkelijkheid kunnen beïnvloeden, denk je? Ook de volgende documentaire zorgde voor heel wat maatschappelijke ophef. 5* Bekijk de trailer van The Tinder Swindler en lees het onderstaande artikel. b Zou een documentaire als deze jouw gedrag online kunnen beïnvloeden?

Jozefien Wouters

N

Veel klanten zal hij niet meer over de vloer krijgen. The Tinder Swindler is intussen een druk bekeken fenomeen geworden en dat lijkt gevolgen te hebben. Tinder bevestigde dat Leviev voorgoed van de app werd verbannen, net als van andere datingapps zoals Match, Plenty of Fish en OkCupid. De slachtoffers zijn op vraag van kijkers een crowdfunding gestart om hun schulden af te lossen. Leviev heeft intussen zijn Instagramaccount verwijderd, nadat hij eerst nog alles heeft ontkend, zijn volgers ‘voor alle steun’ bedankt heeft en gevraagd heeft om de hashtag #SimonTruth te gebruiken. The Tinder Swindler heeft zo’n grote impact dat zelfs Vincent Van Quickenborne zich genoodzaakt zag om te waarschuwen voor oplichters op datingapps. Dan weet je dat het menens is. Bron: focus.knack.be

pr oe

fv e

rs

ie

©

Eerder deze maand verscheen op Netflix The Tinder Swindler, een truecrimedocu van de makers van het al even verbazingwekkende Don’t F**k with cats. Deze keer proberen ze de wanpraktijken van Shimon Hayut te ontrafelen, een oplichter die enkele jaren geleden door Europa trok onder de naam Simon Leviev. Hij deed zich voor als zoon van een Russisch-Israëlische diamantmogul om zo via Tinder vrouwen te verleiden. Eerst overlaadde hij zijn slachtoffers met liefdevolle aandacht en decadente uitstapjes met zijn privéjet, vervolgens vroeg hij om hem grote sommen geld te lenen om zich te beschermen tegen louche vijanden in de diamantsector. Naar schatting heeft hij op die manier verschillende vrouwen in totaal zo’n tien miljoen dollar afgetroggeld. Catch Me If You Can, maar dan op Tinder.

Noorse krant werd Leviev veroordeeld tot vijftien maanden cel, maar na vijf maanden was hij alweer op vrije voeten en startte hij een consultingbedrijf dat ‘business and personal success workshops’ aanbiedt.

VA

THE TINDER SWINDLER, DE TRUECRIMESERIE WAAR ZELFS VAN QUICKENBORNE OP MOEST REAGEREN

The Tinder Swindler laat drie van zijn slachtoffers hun hallucinante verhaal doen. Cecilie Fjellhøy mocht na de eerste date meteen mee op zakenreis en was van plan met Leviev te gaan samenwonen toen ze ontdekte dat hij er met haar geld vandoor was. Pernilla Sjoholm reisde een zomer met hem mee door Europa. En Ayleen Charlotte besloot hem na een relatie van een dik jaar als wraak zélf op te lichten. De details gaan we niet verklappen, maar één spoiler kunnen we alvast kwijt: The Tinder Swindler krijgt geen happy end. Met de hulp van zijn slachtoffers en een uitgebreid artikel in een

518

IN

a Heb je deze documentaire gezien? Indien niet, zou je ze graag zien? Waarom wel/niet?

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


Een bijzonder genre: true crime Truecrimedocumentaires als The Tinder Swindler zijn een zeer populair subgenre binnen de documentaire. 1* Waarom is dit soort documentaire zo populair, denk je? 2 Lees het artikel uit De Morgen waarin (andere) verklaringen staan voor de populariteit.

N

b Wat vindt Laura Scheerlinck het moeilijkst bij het maken van documentaires?

IN

a Vat ze samen.

©

VA

Lawine aan podcasts en series: de ontembare fascinatie voor true crime uitgelegd

ie

Met True Crime Belgium zet nu ook Streamz volop in op documentaires over waargebeurde moordverhalen, nadat het genre de laatste jaren streamingdiensten en podcastkanalen overstelpt. Waarom is misdaad in de mode? Maakt dat ons pervers? Elmo Lê van

fv e

rs

Bij de lancering van Serial in 2014 werd de podcast waarin onderzoeksjournalist Sarah Koenig zich tot 2018 over waargebeurde moordzaken boog in geen tijd vijf miljoen keer beluisterd via iTunes. Serial zette zo een medium dat in de kinderschoenen stond op de kaart en effende tegelijkertijd het pad voor een genre dat intussen niet meer van het scherm weg te denken is. In het bloedspoor van Serial volgden gesmaakte podcasts als Dirty John en My Favorite Murder. Netflix had in 2015 zijn eerste truecrimehit te pakken met Making a Murderer. Sindsdien is het aantal producties dat inzoomt op misdaadverhalen die onze innerlijke Sherlock Holmes prikkelen amper bij te houden. Een zwak hebben voor tragische levenseindes – hoe verbazingwekkender de verhaallijn, hoe aantrekkelijker – blijkt een universeel fenomeen te zijn. We zijn allemaal een béétje sadist.

pr oe

3

Waarom kruipen wij graag in het hoofd van iemand die gruwelijke dingen heeft uitgevreten? ‘In elk van ons zit een stukje geweld’, vertelde Ariane Bazan, doctor in de neuropsychoanalyse, tegenover Vice. ‘Een van de manieren om daaraan te voldoen – zonder schade te veroorzaken aan de samenleving – is door je te verdiepen in true crime. Je kunt het zien als een beschaafde uitlaatklep voor je interne agressie.’

Je kunt true crime zien als een beschaafde uitlaatklep voor je interne agressie Ariane Bazan, doctor in de neuropsychoanalyse

Voyeurisme Laura Scheerlinck van de Belgische misdaadpodcast De volksjury wijst het succes van true crime toe aan een vorm van voyeurisme. ‘Sinds er nieuws wordt gemaakt, zijn moordverhalen in trek. We spreken nu van een hype, maar dit is geen nieuw verschijnsel. Het zit in onze natuur om alles over een spraakmakende zaak te weten te willen komen. Het verschil tussen de dader en jij is dat de ene een moordenaar is en jij niet. Je wilt begrijpen waarom mensen in staat zijn tot moord.’

i7 De documentaire

519


Moordzaken prikkelen bovendien de verbeelding en gaan in je hoofd een eigen leven leiden, aldus Scheerlinck. ‘Je wilt een inkijk krijgen in het brein van een moordenaar. Wanneer een onrustwekkende verdwijning het nieuws haalt, speculeert iedereen erop los. Iedereen meent te weten wat er is gebeurd of wat iemands motief is. Dat merken we aan de theorieën die onze luisteraars met ons delen. Wanneer de moordenaar gevat is, gaat onze interesse stilaan liggen, maar alles wat aan een moord voorafgaat, zet onze fantasie in gang.’

IN

‘We zijn collectief vatbaar voor ramptoerisme. Bij een ongeval op de autosnelweg leidt onze nieuwsgierigheid tot kijkfiles. Moorden zijn niet anders dan verkeersongevallen, treincrashes of natuurrampen’, aldus Scott Bonn, criminologieprofessor en auteur van het boek Why We Love Serial Killers. ‘De fascinatie met moordenaars kan worden gezien als een uiting van de menselijke fixatie met geweld en rampspoed’, schreef hij in het tijdschrift Time. ‘Met andere woorden: de daden van een seriemoordenaar mogen dan wel gruwelijk zijn, maar een groot deel van het publiek kan simpelweg niet wegkijken, door de spektakelwaarde.’

fv e

rs

ie

©

VA

N

De spektakelwaarde van true crime is te voelen in de cijfers, waardoor een subgenre mainstream werd. Met duizenden titels is podcastland bezaaid met crimishows. Een onderzoek van Parrot Analytics – in opdracht van de Amerikaanse website The Ringer – naar het aantal truecrimereeksen op streamingdiensten spreekt van een toename van 63 procent tussen januari 2018 en maart 2021.

Docu’s en podcasts over waargebeurde moordverhalen waren nog nooit zo succesvol. © rv

pr oe

De wereldvermaarde Netflix-reeks Tiger King, over een excentrieke dierentuinuitbater en de verdwijning van de echtgenoot van diens vijand, was tien dagen na de release al goed voor 34 miljoen unieke kijkers. Een zwak voor misdaad bindt de mensheid over de grenzen heen. Een absolute minderheid hoort het bij de naam Madeleine McCann – het Britse meisje dat in 2007 verdween uit een Portugese vakantieflat – donderen in Keulen. Je moet bovendien geen Amerikaan zijn om Conversations with a Killer te bingen, waarin Ted Bundy, een van ’s werelds beruchtste seriemoordenaars, aan het woord komt. De aantrekkingskracht van waargebeurde verhalen die de wereldbevolking beroert, is enorm. Nu pas in België In de criminaliteitsstatistieken van de Federale Politie van 2020 staan 1 143 gevallen van moord of doodslag genoteerd. Hoewel België niet gespaard blijft van ophefmakende moordzaken claimen Streamz en Play 4 met True Crime Belgium ‘de eerste Belgische truecrimeserie’ te lanceren. Hoe komt het dat wij nu pas op de kar springen?

‘Er zijn al veel zaken aan bod gekomen op televisie’, countert Laura Scheerlinck van De volksjury. In het laatste seizoen van De rechtbank stonden drie afleveringen in het teken van de assisenzaak tegen Alinda Van der Cruysen voor de moord op haar grootoom en -tante. De kroongetuigen belicht sinds 2013 spraakmakende misdaaddossiers en met De verdwijning van Britta Cloetens reconstrueerden

520

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


gerechtsjournalisten het onderzoek naar de twintiger van wie ieder spoor ontbrak nadat ze een garage in Antwerpen was binnengestapt. Momenteel loopt De kasteelmoord op VTM, over de moord op kasteelheer Stijn Staelens.

IN

‘Het is een uitdaging om rond Belgische zaken te werken’, vindt de podcastmaakster en tv-producer. ‘Ik snap dat je als tv-maker liever je handen van bepaalde zaken houdt, waardoor sommige dossiers geen documentaire krijgen. Als reportagemaker ben je al gauw geneigd een kant te kiezen in het verhaal, terwijl het de kunst – maar vooral een moeilijke evenwichtsoefening – is om de waarheid in het midden te laten. Je mening voor jezelf houden, maar toch boeiende televisie maken of voor een doorbraak in het dossier zorgen: dat is de uitdaging.’

N

Het parket is meestal beschermend over dossiers die de ether halen, om zo inmenging en fouten in het onderzoek te vermijden. De relatie tussen onderzoeksjournalistiek en het gerecht verloopt wel vaker stroef, al zijn journalistieke producten in het verleden al belangrijk geweest voor cold cases. In 2017 werd het onderzoek naar de moord op Sally Van Hecke heropend, mede dankzij het werk van journalist Kurt Wertelaers voor het VTM-programma Cold Case.

VA

Een Australische journalist maakte een podcast over onze landgenoot en rugzaktoerist Théo Hayez, in de hoop zijn verdwijning – Hayez is sinds mei 2019 vermist – op te klaren. ‘Journalisten blijken goede speurders’, zei Ine Van Wymersch, toen nog parketwoordvoerder, in 2019 op Radio 1. ‘Ze kijken soms met een andere blik, een open vizier, naar een dossier. Het gebeurt dat ze met interessante pistes komen die dan door het gerecht onderzocht worden.’

ie

©

‘Wanneer De volksjury rond een Belgische zaak werkt, is dat steeds met een klein hartje,’ vertelt Laura Scheerlinck, ‘omdat niet alleen de slachtoffers, maar ook de daders een familie hebben’. In het tijdschrift Time uitte iemand haar ongenoegen over hoe zonder haar medeweten een boek werd uitgebracht over de moord op haar moeder. ‘We worden als familieleden als veevoer behandeld’, zei ze. ‘We zijn de brandstof die de fantasie van mensen draaiende moet houden’.

fv e

rs

‘Het heeft iets pervers om je entertainment te halen uit waargebeurd drama’, liet de Nederlandse schrijver Joost de Vries vorig jaar optekenen in De Groene Amsterdammer. In het geval van onopgeloste zaken krijgen de makers van De volksjury regelmatig positieve berichten van betrokken partijen, uit dank om een ondergesneeuwde zaak nog eens in de aandacht te brengen. Bij tegenwind zouden ze een aflevering uit respect voor de betrokkenen offline halen. ‘Maar verder denk ik niet dat true crime veel schaden kan berokkenen’, besluit Laura Scheerlinck. ‘Sommigen beweren dat bepaalde games een gewelddadige kant bij kinderen kunnen aanwakkeren. Ik denk niet dat true crime de kijker moordlustig maakt. Het kan je fantasie zeker op hol doen slaan, maar het is geen gevaarlijk genre.’

pr oe

Bron: demorgen.be

4

Grensgevallen

Je bekijkt twee trailers.

i7 De documentaire

521


IN N

1 Waarom zijn dit geen documentaires? Verwijs naar de basiskenmerken van de documentaire.

rs

ie

©

VA

2 Op televisie kun je ook heel wat programma’s zien over misdaad en criminaliteit. Waarin verschillen zij van een documentaire?

Spreken: de documentaire

pr oe

5

fv e

3* Kijk nog eens terug naar jouw definitie van de documentaire aan het begin van deze les. Welke elementen ontbraken er in jouw definitie?

Voor deze opdracht selecteer je zelf een documentaire en probeer je je medeleerlingen te overtuigen om jouw documentaire aan te kopen voor het streamingplatform / de online bibliotheek van de school. STAP 1 STAP 2

7.6 7.7

7.5

STAP 3

7.4

522

Noteer tijdens/na het kijken de basiskenmerken van een goede documentaire (zie p. XXX).

Maak de presentatie. • Kies een presentatievorm. • Vul de informatie uit stap 1 aan met foto’s en filmpjes. • Zet de informatie in een logische volgorde. Oefen jouw presentatie enkele keren. • Let op je taal, intonatie, tempo en non-verbale communicatie.

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


i Professionele en hedendaagse communicatie

i10

Solliciteren Je kunt een motivatiebrief schrijven. Je kunt een curriculum vitae (cv) schrijven. Je herkent de specifieke taal in jobadvertenties. Je bent voorbereid op een sollicitatiegesprek.

IN

1 2 3 4

Op zoek naar werk?

©

Spontaan solliciteren

rs

ie

Je kunt het heft volledig zelf in handen nemen. Misschien heb je er altijd al van gedroomd om aan de slag te gaan in een specifiek bedrijf of instelling. Ga je cv hier afgeven, wie weet zoeken ze net iemand die beantwoordt aan jouw profiel. Heel wat bedrijven schrijven nooit of erg weinig vacatures uit. Bovendien toon je meteen dat je bereid bent om zélf initiatief te nemen en dat je interesse hebt in het bedrijf, iets wat bedrijfsleiders zeker waarderen. 1* Kun je enkele bedrijven of instellingen opsommen waar je sowieso graag aan de slag zou willen gaan?

fv e

2* Zou je hier spontaan contact mee opnemen? Waarom (niet)?

Netwerken

Meer dan de helft van de vacatures wordt nooit gepubliceerd, dat kost immers geld en extra inspanningen van bedrijven. Daarom proberen ze sommige vacatures binnen het bedrijf ingevuld te krijgen. Ze vragen aan de eigen werknemers of ze van job willen veranderen en of ze iemand kennen met het juiste beroepsprofiel dat het bedrijf zoekt.

pr oe

1

VA

N

In deze les ga je op zoek naar werk. Weet dat er geen toverformule bestaat die jou instant aan het werk stelt. Wie wacht tot hij wordt opgebeld, zal weinig succes boeken. Solliciteren vraagt namelijk extra inspanningen en (veel) tijd. Maar langs de andere kant, een bedrijf is op zoek naar jou en wil een openstaande vacature zo snel mogelijk ingevuld krijgen. Waag dus je kans. Misschien leidt je eerste sollicitatiepoging niet meteen tot het verhoopte succes. Weet dan dat iedere poging die je onderneemt, je zelfstandiger, rijker aan ervaringen en dus beter maakt.

Heel wat mensen in je omgeving zijn reeds actief op de arbeidsmarkt. Dat zijn allemaal mogelijke ‘werkgevers’. Denk daarbij aan je ouders, familie, ouders van je vrienden, je leider in de jeugdbeweging, je coach op het sportveld, je huisarts, je pianoleraar, je leerkracht … Vraag hen of ze een vacature weten openstaan die jou kan interesseren. Hou zeker contact met die mensen via sociale media als Facebook, LinkedIn … Misschien doen ze zelfs een goed woordje voor je. Ook als je al aan het werk bent, kunnen ze je nog van pas komen en je misschien de sleutel tot je droomjob aanreiken. Als je je cv ingeeft bij de VDAB zullen werkgevers die interesse hebben in jouw profiel, zeker ook langs deze weg contact met je opnemen. Je kunt ook een jobbeurs bezoeken en daar je eerste contacten leggen met de bedrijfswereld.

i10 Solliciteren

523


Jobadvertenties

A G E L HT L CO ZOC GE

Je vindt tal van jobadvertenties in kranten, in regionale weekbladen, bij de VDAB, op LinkedIn, op jobsites … 3 Ga op zoek naar drie jobadvertenties die jou aanspreken en bezorg ze aan je leerkracht. a Noteer voor elke advertentie of de job je aanspreekt. Vind je alle nodige informatie? Wil je solliciteren? Staaf je mening telkens met drie argumenten. b Wissel nu jouw bevindingen uit met een medeleerling.

a Zoek nu op een jobsite twee vacatures die bij die opleiding passen.

takenpakket

VA

b Vergelijk de vacatures aan de hand van onderstaande checklist.

N

5 In M8 ben je op zoek gegaan naar een studierichting die bij je past.

IN

4 De leerkracht herverdeelt de jobadvertenties.

startmoment

Is het duidelijk welke taken je moet doen?

Kun je meteen aan de slag?

Begrijp je de functie?

Wanneer kun je aan de slag gaan?

Weet je exact wat er van jou verwacht wordt? Zie je dit takenpakket zitten?

Heb je nog een opzegperiode op je huidige job?

vaardigheden

Kun je je vinden in het voorgestelde startmoment? werkplek

ie

Is het duidelijk welke vaardigheden van jou verwacht worden?

©

Had je nog vakantiedagen gepland?

rs

Vermeldt de werkgever met welke machines je aan de slag moet? Welke computerprogramma’s moet je kennen? Welke talen moet je kunnen spreken/lezen? Krijg je opleidingen binnen het bedrijf?

fv e

Kun je alles wat er van je gevraagd wordt? kwaliteiten

Zoekt de werkgever een punctueel persoon? Zoekt de werkgever een zelfstandig persoon?

pr oe

Zoekt de werkgever een sociale teamspeler? Zoekt de werkgever een … ? Herken je jezelf in die kwaliteiten?

tevredenheid

Hoeveel ga je verdienen? Welke legale voordelen worden er geboden?

Hoe geraak je op je werk? Hoelang doe je erover om op je werk te geraken? Heb je een rechtstreekse verbinding naar je werk? Hoe vaak dien je dat traject per week af te leggen? Valt je reistijd te combineren met je gezin, hobby’s? diploma Beschik je over het vereiste diploma? Heb je extra ervaring die je kunt inzetten? Ben je bereid om bij te leren? Ben je bereid om extra cursussen te volgen in je vrije tijd? Wat kun je allemaal voorleggen?

Naar: www.vdab.be

Op hoeveel vakantiedagen heb je recht? Komt dat overeen met je verwachtingen?

524

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


Dit ben ik en dat wil ik! In deze samenvattende spreekopdracht ga je jezelf voorstellen als toekomstige student én werknemer.

Voorbereiden Bereid jezelf voor door de vragen te beantwoorden.

IN

1

Hier wil ik verder studeren!

• •

• •

N

fv e

Plannen

• • • • • • • • •

VA

• • • •

Welke vacature heb je gevonden? Waar ga je spontaan solliciteren? Wat houdt de job van je keuze in? Welke taken dien je uit te voeren? Welke vaardigheden worden van jou verwacht? Krijg je extra ondersteuning zoals opleidingen binnen het bedrijf? Welke van jouw kwaliteiten worden vermeld? Hoeveel ga je verdienen? Krijg je extralegale voordelen? Hoe ziet je werkweek eruit? Geraak je vlot op je werkplek? Hoe ziet je werkomgeving eruit? Beschik je (na je studies) over het vereiste diploma? Ben je bereid om vervolgcursussen te volgen? Ben je bereid om eventueel in het buitenland cursussen te volgen?

©

ie

Welke opleiding wil je volgen? Wat houdt die opleiding precies in? Wat wordt er van je verwacht? Hoeveel jaar dien je te studeren? Waar kun je die opleiding volgen? Waarom kies je precies voor die hogeschool of universiteit? Wat trekt je aan in die studie? Waarom ben jij geschikt voor die opleiding?

rs

Hier wil ik werken!

2 Schrijf het middenstuk van je presentatie uit. Daarin ga je gestructureerd de vragen bij stap 1 beantwoorden. Dat doe je in een doorlopende tekst, dus niet in losse antwoorden op de vragen. Je motiveert waar nodig. 3 Zorg voor een boeiende inleiding waarin je de structuur van je presentatie kort voorstelt.

pr oe

2

4 In het slotdeel vat je het geheel kort samen. 5 Maak er een boeiende, verrassende presentatie van.

Uitvoeren en reflecteren 6 Je presenteert jezelf in een ingesproken filmpje of via een ingesproken PowerPointpresentatie. a Zorg voor een goede geluids- en beeldkwaliteit. b Zorg ervoor dat je presentatie maximaal drie minuten duurt. c Beantwoord niet enkel de vragen, maar zorg voor een boeiende presentatie.

7

Beoordeel je eigen filmpje met behulp van de evaluatiecriteria op iDiddit. Stuur je presentatie bij waar nodig en spreek het filmpje opnieuw in.

i10 Solliciteren

525


3

De motivatiebrief Je hebt de vacature gevonden waar je volledig voor wilt gaan, maar hoe begin je er nu aan? Ook in deze tijden van visuele en sociale media schrijven heel wat mensen nog steeds een motivatie- of sollicitatiebrief mét curriculum vitae naar bedrijven. Met beide brieven maak je je eerste indruk en je weet: ‘You never get a second chance to make a first impression!’

IN

Ondernemer David Silverman koos als beste motivatiebrief een brief die bestond uit … één zin! De zin luidde als volgt:

N

Ik kan u zeven jaar ervaring in communicatiemanagement aanbieden bij de beste bedrijven in de retailsector, uitstekende projectmanagementvaardigheden en een goed oog voor detail, alles samen ruim voldoende om van mij de ideale kandidaat voor die vacature te maken.

VA

Deze ene zin omvat alles wat een motivatiebrief moet doen: interesse opwekken om het curriculum vitae te lezen én uitgenodigd worden voor een gesprek.

Onthouden

©

De motivatiebrief Inhoud

ie

Een motivatiebrief moet drie dingen bevatten: het moet duidelijk zijn voor welke job je solliciteert, waarom jij de geschikte kandidaat bent en je moet jezelf uitnodigen voor een gesprek.

fv e

rs

Stem je brief steeds af op de vacature die je gevonden hebt. Als je dus voor verschillende vacatures schrijft, dien je ook je brief inhoudelijk aan te passen. Dat is een eerste stap om een werkgever te overtuigen en je uit te nodigen voor een gesprek. Je moet de aandacht van de lezer trekken en hem overtuigen dat jij de persoon bent die hij nodig heeft en dat kan al in de eerste zin. In het briefonderwerp geef je aan voor welke job je solliciteert en waar je die vacature vond.

In de eerste alinea komt het erop aan de aandacht te trekken van je lezer en hem te imponeren.

In de volgende alinea’s licht je toe wat jouw motivatie is voor de functie en welke troeven in jouw voordeel spelen. Denk daarbij aan je opleiding, persoonlijkheid en ervaring. Je speelt dus al je sterktes uit.

In de slotalinea nodig je jezelf uit voor een gesprek. Tijdens een gesprek kun je dan al je sterke punten extra toelichten.

pr oe

Lay-out

✓ Je brief is nooit langer dan een A4. Je schrijft je brief enkel met de hand als de werkgever o daar uitdrukkelijk om vraagt. ✓ De alinea’s zijn overzichtelijk verdeeld over het blad. o ✓ Je respecteert de NBN-normen. Het Belgisch Bureau voor Normalisatie stelde die normen o op en ze worden algemeen gehanteerd in officiële briefwisseling.

526

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


Taalgebruik

1 Hieronder vind je enkele openingszinnen uit motivatiebrieven.

N

IN

✓ Hou je stijl zakelijk, maar enthousiast. Overdrijf echter niet. o ✓ Gebruik hoofdzakelijk korte en bondige zinnen. Begin niet steeds met ‘ik’. o ✓ Zorg voor actieve formuleringen zoals ‘Samen met X organiseerde ik …’ of ‘Ik was o verantwoordelijk voor…’. ✓ Vermijd de formulering ‘Ik moest …’. Gebruik eerder ‘Ik kreeg de kans om …’. o ✓ Vermijd taalfouten. Iedere taalfout vermindert de kans dat je brief verder gelezen wordt. o Zet je spelcontrole aan en zoek woorden waaraan je twijfelt op. Een taalfout laten staan wordt gezien als de moeite niet nemen om je degelijk voor te bereiden. ✓ Laat je brief nalezen op inhoud en taal. o

a Welke zinnen slagen erin de aandacht van de lezer te trekken en hem te imponeren? 1 2

Jouw ideale kandidaat leer je nu pas kennen. Na mijn telefoongesprek van … met … is mijn interesse voor een baan in uw bedrijf alleen maar toegenomen. Ik ben XY, woon te Z en wil graag solliciteren voor … Op … bezocht ik de jobbeurs in … Tijdens het gesprek met een medewerker van … vernam ik dat … Daarom solliciteer ik hierbij voor de functie … De Heer Ickx, directeur van bedrijf Why en klant van uw bedrijf, wees mij in een gesprek op de vacature die u aanbiedt. Uw vacature voor een onderwijzer maakte meteen de docent in mij wakker. Toen ik op de sponsoravond van de atletiekclub … met een medewerker van uw bedrijf sprak, viel me op hoe enthousiast hij vertelde over uw firma. Nadien las ik eerder toevallig dat u … Al heel mijn leven droom ik van een job in uw bedrijf. Hebt u eraan gedacht dat een verkoper met een technische vooropleiding misschien wel de ideale kandidaat is voor deze job? Uw vacature sluit perfect aan bij mijn kwaliteiten: ik ben net afgestudeerd als … en spreek bovendien vloeiend Frans. Naar aanleiding van uw vacature in … wil ik solliciteren naar de functie van … Ondanks alle crisissen die ons land moest doorstaan, gaan mensen nog steeds graag op reis naar het buitenland. Daarbij doen ze liefst een beroep op een reisorganisator bij wie ze waar voor hun geld krijgen. Graag wil ik in uw reisbureau mee instaan voor de tevredenheid van uw klanten. Daarom solliciteer ik naar de functie van … Sinds mijn stage ben ik ervan overtuigd dat een job als … me wel ligt en daar bent u nu net naar op zoek. Uw vacature klinkt me als muziek in de oren.

©

3 4

VA

b Welke troeven kun je hieruit filteren?

ie

5

rs

6 7

fv e

8 9 10

pr oe

11 12

13

14

2 Je hebt intussen al wel een idee van wat je volgend jaar wilt studeren. Stel nu dat je een motivatiebrief dient op te stellen voor een plekje in de studierichting van jouw keuze. Schrijf die motivatiebrief, het sjabloon op de volgende bladzijde kan je daarbij helpen. Let zeker op het gebruik van de hoofdletters.

i10 Solliciteren

527


Voornaam Naam Plaats jjjj-mm-dd Straat nummer postcode GEMEENTE

VA

Sollicitatie voor een studieplek in de richting XXX

N

IN

Naam hogeschool of universiteit Straat nummer postcode GEMEENTE

Geachte mevrouw, heer

Je schrijft voor welke studierichting je solliciteert en hoe je daarbij komt. Gebruik een originele openingszin.

§2

Je toont aan dat jij de meest geschikte persoon voor deze studierichting bent. Je beschrijft welke opleiding je gevolgd hebt. Verder noteer je welke extra’s (stage, geïntegreerde proef, onderzoekscompetenties, vrijwilligerswerk, werkervaring, hobby’s …) jou zeker in aanmerking doen komen.

§3

Wat hoop je met de nieuwe studierichting te bereiken en waarom? Zet je interesses, je persoonlijkheid, je talenten en je sterke punten in de verf.

§4

Je verwijst naar je curriculum vitae. Je zegt hoe en wanneer men jou het best kan bereiken voor een gesprek.

fv e

rs

ie

©

§1

Met beleefde groeten

pr oe

Je handtekening Voornaam Naam

Bijlage: curriculum vitae

TIP Respecteer de NBN-normen bij het opstellen van je brief. • Zet het onderwerp vetgedrukt. • Noteer de gemeente in drukletters. • Schrijf geen komma na de aanspreking.

528

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


Het curriculum vitae (cv) Rekruteerders hechten meer belang aan je curriculum vitae dan aan een motivatiebrief als ze op zoek zijn naar een geschikte kandidaat. En dan nog … gemiddeld besteden ze hier 7,4 seconden aan. Letterlijk vertaald betekent curriculum vitae ‘levensloop’, het is dus een opsomming van de belangrijkste elementen. Stuur je cv mee met elke motivatiebrief; een cv maakt je brief immers korter. Wil je een goed cv schrijven, dan besteed je het best aandacht aan drie zaken: inhoud, taalgebruik en lay-out.

IN

Onthouden

Het cv

N

Inhoud

VA

Een goed cv bestaat uit verschillende rubrieken en is aangepast aan de job waarvoor je solliciteert. Zorg ervoor dat je cv up-to-date is. Je cv mag maximaal twee pagina’s in beslag nemen.

©

1 Persoonlijke gegevens • Plaats al je persoonlijke gegevens bij elkaar (naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres). • Vermeld daarna pas de andere persoonlijke informatie (geboortedatum en -plaats, nationaliteit, rijbewijs, eventueel burgerlijke staat).

rs

ie

2 Studies en opleidingen • Vermeld je hoogst behaalde graad (lager, middelbaar, hoger onderwijs …). Maak duidelijk dat je een diploma behaald hebt (welk diploma, wanneer en waar). Heb je geen diploma behaald, dan vermeld je tot welk studiejaar je school gevolgd hebt. • Noteer ook andere relevante opleidingen (volwassenonderwijs, avondschool, bijscholingen …).

fv e

3 Ervaring In deze rubriek som je je ervaring op. Dat kan gaan over jobs, maar ook over stages, vakantiewerk, vrijwilligerswerk … • Vermeld de periode, het bedrijf, je functie en omschrijf je taken als ze relevant zijn. Zo kan een werkgever sneller inschatten of je de juiste ervaring hebt voor de job. • Als schoolverlater kun je nog niet veel ervaring voorleggen, vermeld daarom ook je geïntegreerde proef of onderzoekscompetenties als die in verband gebracht kunnen worden met de job waarvoor je solliciteert.

pr oe

4

4 Kennis en vaardigheden Verkoop jezelf door die competenties te benadrukken die relevant zijn voor de job waarvoor je solliciteert. • Vermeld je computerkennis (Word, Excel, Autocad, Bluebits …). • Geef je talenkennis aan (moedertaal, (zeer) goede kennis van … , vlot mondeling in …). • Geef concrete voorbeelden en feiten om vaardigheden te illustreren die je nodig hebt voor de job waarvoor je solliciteert (Ik ontwierp … voor mijn eindproject; Ik was topverkoper van gadgets voor mijn sportclub; Met veel geduld en aandacht voor alle kinderen begeleidde ik kleutertjes tijdens de openspeeldag …).

i10 Solliciteren

529


IN

5 Hobby’s • Vermeld die enkel als ze relevant zijn voor de job of een meerwaarde kunnen betekenen. Je bent lid van een jeugdbeweging of sportclub en je solliciteert voor een baan waarin je moet aantonen dat je teamspirit hebt. Je bent dj en solliciteert voor een job in de elektronicabranche. • Je kunt je hobby’s ook als relevante ervaring neerschrijven. Je nam deel aan een uitwisselingsproject op school en houdt nog contact met een buitenlandse leerling. Je mailt en chat daarbij in het Engels.

VA

N

6 Referenties Referenties zijn mensen voor wie jij gewerkt hebt en met wie een toekomstige werkgever contact kan opnemen als hij meer over jou te weten wil komen. Vermeld de functie van die personen, hun telefoonnummer en het bedrijf waar ze werken. Zorg ervoor dat je enkel referenties noteert die positief zijn en een meerwaarde betekenen voor je sollicitatie. Vraag hen ook altijd op voorhand of ze ermee akkoord gaan dat je hen in je cv vermeldt. Het bedrijf kan die personen immers bellen voor extra informatie over jou. Belangrijk is dat ze zich hierop hebben voorbereid.

©

7 Bijkomende informatie Vermeld hier alle overige informatie die nog belangrijk of interessant kan zijn voor je sollicitatie (wanneer je kunt starten, een cv-filmpje …). Taalgebruik

fv e

rs

ie

Een cv is beknopt en in concrete taal geschreven. ✓ Vermijd woorden zoals ‘men’ en ‘worden’. Gebruik enkel actieve zinnen en korte, o dynamische omschrijvingen. ‘Ik werkte als …’ en niet ‘Ik werd tewerkgesteld als …’ ✓ Plaats hoofdletters en leestekens waar nodig. o ✓ Vermijd taalfouten en ongebruikelijke afkortingen. o Lay-out

pr oe

Een goed cv oogt overzichtelijk en verzorgd. ✓ Maak duidelijke rubrieken, werk eventueel met kaders, zorg voor een goede bladschikking. o ✓ Laat belangrijke zaken duidelijk in het oog springen: onderstreep ze, zet ze in het vet of o cursief. Maar overdrijf niet, maak geen combinatie van alles en hou het sober. ✓ Voeg een zakelijke pasfoto toe als de werkgever dat vraagt: gebruik gerust een gescande o foto van een goede kwaliteit, maar vermijd vakantiefoto’s! Voor bepaalde jobs kan het zinvol zijn een foto toe te voegen, ook al vraagt de werkgever dat niet expliciet in de vacature (bv. in de verkoopsector), maar doe dat niet als je al een cv-filmpje toevoegde.

530

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


TIP

1* Bekijk de Word-sjablonen.

ie

©

VA

N

IN

Een mooie lay-out voor je motivatiebrief en cv kun je bekomen via de sjablonen in Word. 1 Klik in de menubalk bij ‘Bestand’ op ‘Nieuw’. 2 Typ in de zoekbalk ‘cv’s en sollicitatiebrieven’. 3 Kies een sjabloon dat bij jou past.

a Welke lay-out past het beste bij jouw jobkeuze?

rs

b Waarom kies je voor een bepaalde lay-out of kleur? c Hoe zou je de sjablonen zelf een upgrade geven?

pr oe

fv e

2 Stel nu je eigen cv op die bij je motivatiebrief aansluit. Laat je creativiteit de vrije loop, maar weet dat eenvoud siert! Maak gebruik van de evaluatiematrix op iDiddit om je brief aan te passen waar nodig.

i10 Solliciteren

531


5

Originele manieren om te solliciteren Een sollicitatiefilmpje

Wat is belangrijk bij video solliciteren? Wen eerst aan de camera

Gebruik geen script Maatwerk

Neem een goede houding aan

Kwalitatief goed beeld en geluid

Maak het persoonlijk

Nette kleding TIPS

Focus je beeld

VA

Wees enthousiast

N

Kom snel tot de kern

IN

Zoals je reeds weet, dien je bij een sollicitatie vooral op te vallen, je te onderscheiden van de anderen. Waarom maak je geen sollicitatiefilmpje? Let wel op of jouw boodschap bij het bedrijf en je functie past. Deze vorm van solliciteren is nog niet echt gangbaar, maar kan bijvoorbeeld in de entertainmentsector misschien wel het verschil maken. Maar ook in de marketing is het belangrijk dat een bedrijf meteen een beeld op iemand of op iemands creativiteit kan plakken. Hoe pak je dat aan? Op het internet vind je heel wat instructiefilmpjes met tips en tricks.

Laat je video maken door iemand anders

Zorg voor een mooie compositie

Naar: www.beaks.nl

©

Een voorbeeld van een sollicitatievideo is die van Laura Kopczinski.

ie

1 Beoordeel haar sollicitatie aan de hand van onderstaande tabel. a Geef suggesties hoe je de sollicitatie sterker kunt maken.

rs

b Motiveer onder de tabel waarom je haar al dan niet zou aannemen. criterium

a Je krijgt haar persoonsgegevens.

fv e

b Het is duidelijk voor welke functie Laura solliciteert. c Je krijgt info over haar opleiding en extra troeven. d Je weet waar Laura’s interesse naar uitgaat en kent haar talenten.

pr oe

e Het getoonde beeld komt overeen met de functie die ze ambieert. f

De video is creatief.

g De video heeft een juiste duur.

532

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie

TIP Deze filmpjes geven je nog enkele tips voor een geslaagde videosollicitatie.

VIDEOSOLLICITATIE


Andere moderne vormen van solliciteren

IN

Waarom maak je geen webpagina of website over jezelf? Daar kruipt heel wat tijd in, maar je kunt onbeperkt creatief en origineel aan de slag gaan. Max Gadeyne ging via zijn website wel heel creatief te werk om zijn droomjob van Assistant Promotor bij Ancienne Belgique te bemachtigen. Hij organiseerde een heus festival Levitate in de AB … nep weliswaar, maar hij trok wél de aandacht.

©

VA

Je kunt gebruikmaken van sociale media zoals X, Facebook, Instagram, Snapchat … Maar je kunt ook een billboard langs de weg plaatsen. Te gek idee? Adam nam het risico. De Brit wou aan de slag in de mediasector en kreeg talloze reacties op zijn stunt. Vooral toen die viraal ging, werd hij overstelpt met jobaanbiedingen en vond zo daadwerkelijk zijn job.

N

SOLLICITATIE AB

Originele cv’s

ie

Wanneer je solliciteert, heb je vaak heel wat concurrentie, het is dus belangrijk om ‘eruit te springen’. Zorg ervoor dat jouw cv of sollicitatie opvalt! Op de volgende pagina vind je een aantal voorbeelden van hoe je dat origineel kunt aanpakken.

rs

2 Plaats de afbeeldingen op p. XXX bij de juiste omschrijving. a Zorg voor een origineel en lekker geschenkje mét taalmopje bij je sollicitatie.

fv e

b Steek je cv en je motivatiebrief in een gesloten kistje en geef dat af bij het bedrijf. Verstuur een of twee dagen later de sleutel om het kistje te openen. Laat wel duidelijk blijken dat het om een sollicitatie gaat zodat de ontvangers niet bang hoeven te zijn voor de inhoud. c Maak van je cv een spel in de vorm van een soort ganzenbord of levensweg.

pr oe

d Zorg ervoor dat werkgevers jou kunnen vinden door je gegevens te drukken op een alledaags object waar iedereen mee in contact komt. e Laat je gegevens als een lunchbestelling afleveren in bv. een pizzadoos.

f

Maak van je motivatiebrief/cv een soort vragenlijstje dat via alle antwoorden naar jou toe leidt.

g Vervang je sollicitatiebrief door een videofragment waarin je het bedrijf overtuigt om jou aan te nemen. Film enkel je mond. Bezorg die video via een QR-code met een foto van jezelf. Ter hoogte van je mond plaatst de ontvanger dan zijn of haar smartphone.

3* Bespreek met een medeleerling: welke vind je leuk? Welk idee kan werken, denk je? Welk concept vind je minder geslaagd? 4* Kunnen jullie zelf ook een origineel idee bedenken? Brainstorm even en pitch het daarna bij de hele klasgroep.

i10 Solliciteren

533


2

VA

3

N

IN

© Fosbury - www.fosbury-digital.at

1

rs

ie

©

4

pr oe

fv e

5

bierviltje in een bar

534

7

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie

6


Het sollicitatiegesprek

6

Het is je gelukt de rekruteerder te overtuigen via je motivatiebrief en cv! In een volgende fase word je uitgenodigd voor een gesprek. Dat is hét moment om je sterke kanten nog eens extra in de verf te zetten. Een goed sollicitatiegesprek is geen eenzijdig interview, maar een dialoog. Het is een absolute must om je goed op dit gesprek voor te bereiden. B

©

VA

N

IN

A

D

pr oe

fv e

rs

ie

C

1 Bekijk de cartoons.

a Wat zeggen ze over de sollicitant? b Hoe kan dit beter?

i10 Solliciteren

535


Onthouden Het sollicitatiegesprek Inhoud

©

VA

N

IN

De vraagstelling tijdens een sollicitatiegesprek verloopt meestal volgens een vast stramien. Je mag haast altijd de volgende vraagtypes verwachten. Zelfs de volgorde ligt min of meer vast. • inleidende vragen om je gerust te stellen Heb je de weg goed gevonden? Ben je hier al eens geweest? • vragen die inspelen op je cv Wat heb je tijdens je stage geleerd? Wat voor werk deed je daar? Had je op je stageplek definitief aan de slag willen gaan? Waarom ben je er gestopt? • vragen die dieper ingaan op je persoonlijkheid Wat zijn je sterke en je zwakke kanten? Vertel eens iets over jezelf. Waarom zouden we jou aannemen en niet de persoon die voor je kwam solliciteren? • vragen die peilen naar je motivatie en bereidwilligheid Waarom wil je hier aan de slag? Wil je overuren presteren? Wat spreekt je minder aan in deze job? • vragen die peilen naar je verloning Hoeveel zou je willen verdienen? • De rekruteerder vraagt jou of je nog vragen hebt. Probeer dan minstens één vraag te stellen. Zo toon je dat je wel degelijk geïnteresseerd bent. Je vraag kan gaan over de jobinhoud of de verdere sollicitatieprocedure.

TIP

pr oe

fv e

rs

ie

Bereid je gesprek goed voor. • Lees de vacature grondig door. • Rijd al eens langs het bedrijf. Zo leer je de omgeving kennen. • Bekijk de website van het bedrijf. Lees de bedrijfsinfo goed door, zo weet je wat het bedrijf produceert en waarvoor het bedrijf staat. Je kunt eventueel naar onderscheidingen of prijzen van het bedrijf verwijzen of hoe ze positief in het nieuws kwamen. • Zoek op voorhand op wat het beginnersloon voor de functie is. • Bekijk opnieuw je materiaal uit M7, zo kun je concrete voorbeelden geven als er gevraagd wordt naar jouw talenten, je persoonlijkheid, je interesses. Via de site van de VDAB kun je een voorbereidende oefening maken die je zeker zal helpen. Klik zeker ook door naar de voorgestelde links.

SOLLICITEREN

Na het gesprek

Neem gerust initiatief om te weten te komen of het gesprek goed verlopen is en wanneer je meer nieuws mag verwachten. Er zijn verschillende mogelijkheden. • Proficiat! Je wordt meteen aangenomen. • Je wordt geselecteerd voor een volgende ronde. Daar krijg je dan bijkomende (praktische) proeven. • Je komt in een wervingsreserve terecht. Een andere kandidaat is beter geschikt voor de job, maar het bedrijf neemt opnieuw contact met je op bij een andere vacature die beter bij jouw capaciteiten aansluit. • Je wordt niet weerhouden. Je kunt met andere woorden niet in het bedrijf aan de slag gaan. Ook dan is het belangrijk om extra uitleg te vragen, daar kun je immers uit leren.

536

TRAJECT NEDERLANDS   I Professionele en hedendaagse communicatie


j samenvatten

Samenvatten en schematiseren 1 2 3 4

VA

Kun jij samenvatten? Doe de test!

N

Schematiseren. Waarom? Hoe?

1

Wanneer ik informatie in een tekst aanduid,

2

Ik heb bij het lezen/beluisteren van een bron

3

Wanneer ik een tekst lees,

4

Wanneer ik studeer,

©

a vind ik het moeilijk om niet alles / te veel informatie aan te duiden. b duid ik vaak te weinig informatie aan. c slaag ik erin om enkel de belangrijke informatie te selecteren.

rs

ie

a vaak moeite om de hoofd- en bijzaken en voorbeelden van elkaar te onderscheiden. b soms moeite om de hoofd- en bijzaken en voorbeelden van elkaar te onderscheiden. c geen moeite om de hoofd- en bijzaken en voorbeelden van elkaar te onderscheiden.

fv e

a zie ik zelden of nooit de verbanden tussen de verschillende tekstonderdelen. b zie ik soms de verbanden tussen de verschillende tekstonderdelen. c zie ik meestal de verbanden tussen de verschillende tekstonderdelen.

a maak ik nooit een schema van de leerstof. b maak ik soms een schema van de leerstof (dat is bijvoorbeeld afhankelijk van het type of de hoeveelheid leerstof). c maak ik altijd een schema van de leerstof.

pr oe

1

Je kunt de relevante informatie in een bron selecteren. Je kunt de hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden. Je kunt relevante informatie uit een bron schematisch weergeven. Je kunt de kenmerken van een goede samenvatting achterhalen aan de hand van een voorbeeld.

IN

j1

5

Een doorlopende tekst schematiseren

a is voor mij een uitdaging. b lukt me soms goed, maar is afhankelijk van het soort tekst. c lukt me meestal goed. Antwoordde je voornamelijk c? Een bron schematiseren lukt je al aardig. Gebruik het stappenplan om na te gaan wat je nog kunt verbeteren.

Antwoordde je voornamelijk a of b? Het schematiseren van een tekst is nog moeilijk voor jou. Ga aan de slag met het stappenplan om zo stapsgewijs de relevante informatie te selecteren en op een overzichtelijke wijze weer te geven. j1 Samenvatten en schematiseren

537


1 Doe de test op p. 268 en ontdek wat je al weet over schematiseren. 2 Geef twee voordelen van het schematiseren van een bron. 3 Hoe begin jij aan het schematiseren van een tekst? Bespreek met een medeleerling hoe jullie dat zouden aanpakken en maak een kort stappenplan. 4 Vergelijk nu jouw stappenplan met dat van de Trajectwijzer. Vul je stappenplan indien nodig aan.

5.10.2

Afhankelijk van het doel van je schema en van de bron waarop het schema is gebaseerd, kun je kiezen voor verschillende schematiseringsmethodes.

©

Op de volgende pagina’s vind je de tekst Dt-fouten maak je in je hoofd, waarvan je een schema zult maken. Voor je aan zo’n schema kunt beginnen, is het steeds belangrijk om je bron aandachtig te bestuderen.

rs

6.8.2

De bron bestuderen

ie

2

VA

N

IN

6.8.2

Onderweg

fv e

Eos is een Nederlandstalig maandblad met toegankelijke artikels over wetenschap en technologie.

pr oe

1 Achterhaal aan de hand van jouw stappenplan alle relevante informatie over de tekst. Die kennis zul je vervolgens inzetten om zelf een schema van de tekst te maken.

tip Uit onderzoek blijkt dat jezelf vragen stellen een uitstekende methode is om leerstof beter te leren en te onthouden. Het zorgt ervoor dat je de leerstof actief verwerkt. Bedenk tijdens het bestuderen van de bron al enkele vragen om de informatie tussendoor of later op alinea- of tekstniveau te herhalen. Beantwoord vervolgens die vragen op basis van wat je je nog kunt herinneren.

538

TRAJECT NEDERLANDS   J Samenvatten


Dt-fouten maak je in je hoofd

IN

Iedereen maakt dt-fouten, zelfs wie de spellingregels perfect beheerst. Psycholinguïst Dominiek Sandra onderzocht waarom dt-fouten zo hardnekkig zijn. Je trapt in een spellingval omdat je ‘werkgeheugen’ vol zit.

VA

N

De meeste mensen storen zich niet echt aan een occasionele spelfout. Als je applaudisseren, elektronisch of pyjama fout spelt, liet je geheugen je even in de steek. Voor zulke moeilijke woorden bestaan geen spellingregels, je moet hun spelling memoriseren. Regels zijn er wel om de woorden hanenkam, ge-sms’t of gedeletet correct te spellen. Ook spelfouten tegen zulke woorden leiden zelden tot ergernis. De regels zijn te complex of je gebruikt ze te weinig om ze te onthouden. Helemaal anders is het gesteld met dt-fouten. Geen andere spellingfout krijgt op school zo veel aandacht van leerkrachten, doet de emoties zo hoog oplaaien en veroorzaakt zo veel frustraties bij schoolgaande jongeren. ‘Hoe is het mogelijk dat de schrijver een fout maakt tegen zulke eenvoudige spellingregels’, is je eerste reflex als je een dt-fout ziet in de krant of in de ondertiteling van een tv-programma.

©

In tegenstelling tot veel spellingregels zijn de regels voor het spellen van de Nederlandse werkwoorden gemakkelijk uit te leggen. Daarom vinden de meeste mensen het onaanvaardbaar dat je die regels vergeet toe te passen.

rs

ie

Mentale processen De onderzoeksgroep psycholinguïstiek van de Universiteit Antwerpen heeft veel onderzoek verricht naar de oorzaken van dt-fouten. Dat heeft niets te maken met taalpurisme. Wij voeren geen kruistocht tegen deze fouten. Wij zoeken geen excuses om dt-fouten goed te praten. We willen ook niet onderzoeken hoe slecht het gesteld is met de spellingvaardigheid van de jongeren.

fv e

Wij gaan na waarom dt-fouten zo hardnekkig zijn. Zelfs herhaaldelijke opmerkingen van leerkrachten maken weinig indruk. Hoe komt het dat veel spellers zo veel moeilijkheden ondervinden als ze zulke eenvoudige regeltjes toepassen? Wij wilden de mentale processen ontrafelen waardoor we fouten maken als we werkwoordsvormen spellen. Daarmee bevinden we ons op het terrein van de psycholinguïstiek of de experimentele taalpsychologie.

pr oe

Voor we het mysterie konden oplossen, vroegen we ons af welke werkwoordsvormen de dt-val openzetten. De meeste Nederlandse werkwoordsvormen leveren bij het spellen geen problemen op. Spelfouten doen zich zelden voor op vormen als loopt en voelt. Het zijn klankzuivere vormen, waarvan de schrijfwijze getrouw hun uitspraak weerspiegelt. De overgrote meerderheid van dt-fouten maak je op homofonen. Homofonen zijn niet klankzuiver, want met één uitspraak corresponderen meerdere spellingvormen, elk met hun grammaticale functie. Voorbeelden van homofoonparen zijn: word-wordt en gebeurt-gebeurd. Die homofonen zijn de gevaarvormen. Veel zijn er niet. Hun aantal bedraagt slechts 5 tot 10 procent van alle Nederlandse werkwoordsvormen. Ook hun frequentie in teksten bedraagt maar 5 tot 10 procent van alle voorkomende werkwoordsvormen. Die kleine groep veroorzaakt veel problemen, bij iedereen, ook als je er rotsvast van overtuigd bent dat je nooit een dt-fout maakt. Zelfs als je je teksten grondig naleest, is het onwaarschijnlijk dat je nooit een dt-fout maakt of laat staan.

j1 Samenvatten en schematiseren

539


Dat is de vraag van dit onderzoek. Welke mentale processen doen je zo snel een dt-fout maken? Hoe onderzoek je welke mentale processen dt-fouten laten ontstaan bij het schrijven? Zeker niet door proefpersonen te vragen hoe ze werkwoordsvormen spellen. Onze intuïtie kan zulke complexe en snelle processen niet identificeren. De enige methode is proefpersonen laten schrijven en hun fouten analyseren.

IN

Schrijven onder tijdsdruk We gaven leerlingen uit de derde graad van de middelbare school (aso/vwo) een dictee waarin voldoende probleemgevallen voorkwamen en gingen na of er een systematiek in hun fouten zat. In een gatentekst moesten ze af en toe een ontbrekend woord invullen: een homofone werkwoordsvorm of een moeilijk woord dat de aandacht van de werkwoorden afleidde, zoals parallellogram of sms’je.

N

De proefpersonen kregen weinig tijd. Door hen veel bedenktijd te geven, zouden we enkel te weten komen hoe goed ze de regels beheersen. Wij wilden weten wat er gebeurt als ze de regels niet kunnen toepassen, hoe het foutmechanisme achter dt-fouten eruitziet. We wilden ook dat ze voldoende fouten maakten om een patroon in die fouten te ontdekken. Door hen snel te doen schrijven en daardoor fouten uit te lokken, kregen we een zicht op het foutmechanisme.

©

VA

De basis voor deze methode is een hypothese. De meeste dt-fouten ontstaan onder tijdsdruk of omdat we gefocust zijn op de tekstinhoud en onvoldoende aandacht overhouden om spellingregels toe te passen. In een iets technischer jargon: dt-fouten liggen op de loer als de capaciteit van ons werkgeheugen overschreden wordt. In ons werkgeheugen herhalen we bijvoorbeeld een onbekend telefoonnummer, doen we aan hoofdrekenen of identificeren we het onderwerp van een werkwoordsvorm. In een dictee onder tijdsdruk is het moeilijk om de operaties in het werkgeheugen tot een goed einde te brengen.

fv e

rs

ie

Belang van het werkgeheugen Naast tijdsdruk manipuleerden we een factor die rechtstreeks met het werkgeheugen in verband staat: het aantal woorden tussen de homofone vorm en het onderwerp. De proefpersonen maakten significant meer dt-fouten in zinnen waar onderwerp en werkwoordhomofoon niet naast elkaar stonden, bijvoorbeeld ‘Omdat ik nu wel erg moe word, wil ik zo snel mogelijk gaan slapen’. Dat onderstreept het belang van het werkgeheugen. Hoe verder het onderwerp in het werkgeheugen verwijderd is van het homofone werkwoord, hoe tijdrovender het zoekproces naar het onderwerp. Een te hoge belasting van het werkgeheugen eist duidelijk zijn tol en dat uit zich in dt-fouten.

pr oe

Daarmee hebben we een van de mentale componenten geïdentificeerd waarnaar we zochten: het werkgeheugen. De rol van ons werkgeheugen is misschien niet opzienbarend. We ondervinden in veel domeinen problemen als dat geheugensysteem onder druk staat. Het is bijvoorbeeld niet gemakkelijk om een tekst hardop te lezen en tegelijk rekensommen in ons werkgeheugen te maken. Het belang van het werkgeheugen bij het maken van dt-fouten onderstreept dat we de regels voor de werkwoordspelling bewust moeten oproepen, dat ze niet geautomatiseerd zijn. Homofoondominantie Een overbelast werkgeheugen is een voorwaarde voor dt-fouten. We onderzochten ook of er een systematiek in die fouten zat, en die vonden we. De proefpersonen hadden een sterke neiging om de homofoon met de hoogste frequentie op te schrijven. Dit noemden we het effect van homofoondominantie: een voorkeur voor de homofoon die het meest voorkomt. Aangezien wordt vaker voorkomt dan word, schreven proefpersonen vaker wordt als het word moest zijn. Als de d-vorm dominant was, deden de meeste fouten zich voor op de dt-vorm. Homofoondominantie is het tweede mentale proces dat een rol speelt als je dt-fouten maakt, maar het geeft niet altijd aanleiding tot een foute spelling. Aangezien de dominante homofoon het vaakst voorkomt, leidt homofoondominantie in de meeste gevallen niet tot een dt-fout. Die statistische overweging is een schrale troost bij een nultolerantie voor dt-fouten.

540

TRAJECT NEDERLANDS   J Samenvatten


IN N VA

©

Het effect van homofoondominantie zie je ook in de analyse van de werkwoordsvormen in een verzameling chatsessies. Wie chat, staat altijd onder tijdsdruk, want hij moet zijn boodschap ingetikt hebben voor z’n gesprekspartner iets doorstuurt. In zulke omstandigheden correspondeerden de meeste dt-fouten met de hoogstfrequente homofoon. De conclusies uit ons experimenteel taalonderzoek gelden dus ook in de ‘echte wereld’.

rs

ie

Ook als je leest In het tweede deel van ons onderzoek stelden we de vraag of homofoondominantie ook een rol speelt als je leest. Die vraag onderzocht ik samen met Nina Verhaert. Ze verdedigde begin dit jaar haar doctoraalstudie. Onze hypothese was dat sommige dt-fouten minder opvallen dan andere. De meest voorkomende homofoonvorm zou vaker aan de aandacht ontsnappen omwille van onze sterkere vertrouwdheid met dat spellingbeeld.

pr oe

fv e

In één experiment moesten proefpersonen onder tijdsdruk beslissen of tweewoordcombinaties correct klonken. De kritieke items waren de correcte en foutieve spellingen van de twee werkwoordhomofonen van een reeks werkwoorden, bijvoorbeeld: ik word, hij wordt, ik wordt en hij word. Alle combinaties vereisten een ja als antwoord, want de uitspraak klinkt correct. Hoewel de spelfouten de reacties vertraagden, was die vertraging minder sterk als de fout correspondeerde met de dominante homofoon. Het dominante patroon kwam vertrouwd over, zodat het er minder fout uitzag en de fout minder goed opgemerkt werd. Ook als proefpersonen een hele zin moesten verwerken, vonden we een duidelijk effect van homofoondominantie. In één experiment moesten de deelnemers een van twee woorden kiezen om een zin compleet te maken. Als proefpersonen voor een fout gespelde werkwoordhomofoon moesten kiezen, konden ze dat sneller bij de dominante homofoon, bijvoorbeeld in ‘Omdat ik nu wel erg moe komt/wordt’. Een dt-fout die overeenstemde met de dominante homofoon viel ook hier minder op. Dat stelden we ook vast in een naleestaak, waarin proefpersonen alle soorten spelfouten in zinnen moesten opsporen. Zelfs terwijl ze expliciet op de spelling focusten, lazen ze vaker over een dt-fout heen als die fout overeenstemde met de spelling van de dominante homofoon. Onze leesexperimenten lieten een consistent patroon zien: een dt-fout valt minder op als het spellingbeeld dat van de dominante homofoon is. Het effect van homofoondominantie doet zich dus ook voor tijdens het nalezen.

j1 Samenvatten en schematiseren

541


Hoe nonchalanter, hoe fouter Ons onderzoek heeft de mentale processen blootgelegd die een specifiek foutenpatroon doen ontstaan tijdens het spellen. We vonden ook de processen die ervoor zorgen dat sommige fouten minder sterk opvallen tijdens het lezen. Merkwaardig genoeg zijn het dezelfde mentale processen die tijdens het spellen en het lezen een rol spelen.

IN

Ons werkgeheugen is nodig om dt-regels toe te passen, vooral omdat er maar 5 tot 10 procent werkwoordhomofonen zijn en de regels daardoor niet geautomatiseerd raken. Als de capaciteit van dat werkgeheugen overschreden wordt, ontstaat een voorkeur voor de dominante spelling. Tijdens het schrijven resulteert dat in de neiging om die vorm op te schrijven.Tijdens het lezen of nalezen blijkt dit uit de neiging om die vertrouwde vorm als correct te accepteren. Onze mentale software spant twee keer dezelfde valkuil en verklaart de hardnekkigheid van dt-fouten.

VA

N

Met dezelfde terminologie vonden we ook een antwoord op de vraag wat het verband is tussen dt-fouten en een nonchalante schrijfattitude. Nonchalante schrijvers maken per definitie veel dt-fouten omdat ze geen moeite doen om de spellingregels in hun werkgeheugen op te roepen. Daardoor vallen ze vaak ten prooi aan het effect van homofoondominantie. Het omgekeerde geldt niet. Niet elke dt-fout is een gevolg van een nonchalante schrijfhouding.

ie

©

Het effect van homofoondominantie komt ook voor bij vervoegde vormen waar niet het hele woord homofoon is. Proefpersonen in leesexperimenten zagen sneller een fout van het type traptte dan van het type wastte. Dat is wellicht het gevolg van het bestaan van vormen als tastte, vastte, twistte … waar de letterreeks ‘stte’ in de verleden tijd wel correct is en van het ontbreken van vormen waar de letterreeks ‘ptte’ correct is. Het effect van homofoondominantie is duidelijk een heel sterke stoorzender in het Nederlands.

De bron in een schema gieten

fv e

3

rs

Bron: eoswetenschap.eu

onthouden

pr oe

Het doel van een schema is het verkort weergeven van de inhoud van een bron. Daarnaast verduidelijkt een schema ook de verbanden tussen tekstdelen.

Voorbereiden

1 Wat zijn volgens jou de vormelijke en inhoudelijke kenmerken van een goed schema?

Plannen 5.10.2

2 Bekijk de verschillende schematiseringsmethodes in de Trajectwijzer. a Welke methode verkies jij om de tekst schematisch weer te geven? b Waarom verkies je die methode?

542

TRAJECT NEDERLANDS   J Samenvatten


Schrijven 3 Maak een schema van de tekst aan de hand van de door jou gekozen methode.

Reflecteren

IN

4 Laat jouw schema door een medeleerling beoordelen aan de hand van de evaluatiematrix op iDiddit.

Herschrijven

VA

N

5 Maak een nieuwe versie van jouw schema aan de hand van de feedback die je kreeg.

Verwerken

6 Beantwoord onderstaande vragen. Je mag daarvoor jouw schema gebruiken. Zo test je of alle relevante informatie uit het artikel in je schema staat en of je die informatie vlot terugvindt.

fv e

rs

ie

©

a Wat zijn homofonen? Geef een voorbeeld van een homofoon. b Welke twee mentale componenten spelen een rol bij het maken van dt-fouten? c Leg uit wat het aantal woorden tussen de homofone vorm en het onderwerp als impact had op het aantal dt-fouten. Hoe komt dat? d Zijn de regels voor de werkwoordspelling geautomatiseerd? Hoe weet je dat? e Waarom valt een fout als ‘traptte’ sneller op dan een fout als ‘wastte’? f Welke invloed heeft homofoondominantie op het schrijfproces? Welke invloed heeft homofoondominantie bij het (na)lezen?

pr oe

Terugblikken

7 Beoordeel je schema van de tekst. a Kon je aan de hand van jouw schema alle vragen beantwoorden? b Zou je na deze oefening nog extra informatie toevoegen aan jouw schema? Zo ja, welke?

j1 Samenvatten en schematiseren

543


4

Van schema naar samenvatting Een goed schema is de basis voor een goede samenvatting van een tekst. Hieronder kun je drie samenvattingen van de tekst Dt-fouten maak je in je hoofd terugvinden.

Samenvatting 1

IN

Onlangs werd er onderzoek gevoerd naar de mentale processen die verscholen zitten achter het maken van een bepaald type spellingfouten, dt-fouten.

VA

N

In dit onderzoek werden er verschillende dingen onderzocht door proefpersonen opdrachten te laten uitvoeren onder tijdsdruk. Daaruit bleek dat het werkgeheugen een belangrijke component is wanneer het gaat over het maken van dt-fouten. Ook wanneer het onderwerp en de homofone werkwoordsvorm verder uit elkaar stonden, maakten de proefpersonen meer dt-fouten. Door naar de fouten te kijken, bleek dat ook homofoondominantie een belangrijk rol speelt bij het maken van dt-fouten. Uit het tweede deel van het onderzoek, bleek dat homofoondominantie ook een rol speelt bij het (na) lezen van teksten.

ie

©

Beide componenten blijken een rol te spelen bij het schrijven van dt-fouten en bij het (na)lezen van teksten. Deze componenten verklaren ook het verband tussen het maken van dt-fouten en een nonchalante schrijfattitude.

Samenvatting 2

fv e

rs

Ondanks de eenvoudige spellingregels voor het spellen van Nederlandse werkwoorden, blijven dt-fouten veel voorkomen. Psycholinguïst Dominiek Sandra onderzocht de achterliggende mentale processen die mee aan de basis van deze fouten liggen. Het onderzoek bestaat uit twee delen: het schrijven van dtfouten en de rol die homofoondominantie speelt bij het (na)lezen van teksten. Hoewel homofonen slechts 5 tot 10 procent van de Nederlandse werkwoordsvormen bedragen, gebeuren de meeste dt-fouten toch bij het spellen van deze vormen. Homofonen zijn vormen waarbij de uitspraak correspondeert met meerdere spellingvormen (bijvoorbeeld word en wordt).

pr oe

In het eerste deel van het onderzoek werd er onderzocht welke achterliggende mentale processen mee aan de oorzaak liggen van het schrijven van dt-fouten. Om dit te onderzoeken, kregen leerlingen uit de derde graad (aso/vwo) een dictee met voldoende probleemgevallen. Ze moesten een gatentekst aanvullen met een homofone werkwoordsvorm of een moeilijk woord. Om de capaciteit van het werkgeheugen te overbelasten werd de opdracht uitgevoerd onder tijdsdruk en werd het aantal woorden tussen het onderwerp en de homofone vorm gemanipuleerd. Door het gebrek aan bedenktijd, werden de foutenmechanismen achter de fouten (en niet de kennis van de regels) in kaart gebracht. Uit deze experimenten kwamen twee mentale componenten naar voren die een invloed hebben op het maken van dt-fouten. De eerste mentale component is het werkgeheugen. De proefpersonen maakten significant meer dt-fouten in de zinnen waar het onderwerp en de homofone vorm niet naast elkaar stonden. Hoe verder beide zinsdelen uit elkaar staan, hoe hoger de belasting van het werkgeheugen, wat resulteert in dt-fouten. Dit benadrukt ook dat dt-regels bewust opgeroepen moeten worden en niet geautomatiseerd zijn. Het tweede mentale proces dat een rol speelt bij het maken van dt-fouten is homofoondominantie. De proefpersonen neigden ernaar om de meest frequente vorm van een homofoon op te schrijven.

544

TRAJECT NEDERLANDS   J Samenvatten


In het tweede deel van het onderzoek onderzocht Dominiek Sandra samen met Nina Verhaert of homofoondominantie ook een rol speelt tijdens het lezen, met als hypothese dat sommige dt-fouten minder opvallen dan andere. Om dit te onderzoeken moesten de proefpersonen onder tijdsdruk beslissen of tweewoordcombinaties correct klonken (bijvoorbeeld ik word – ik wordt), een zin compleet maken door te kiezen voor een van de twee gegeven woorden en alle spellingfouten uit zinnen halen.

IN

Uit dit deel van het onderzoek bleek dat spellingfouten voor een vertraging zorgden bij het aangeven of een woordcombinatie correct klonk. Deze vertraging was echter minder wanneer de fout correspondeerde met de dominante homofoon. Ook bij het compleet maken van een zin bleek dat een fout die overeenstemde met de dominante homofoon minder opviel. Hetzelfde bleek ook wanneer de proefpersonen alle spellingfouten uit zinnen moesten halen.

VA

N

Uit dit onderzoek kunnen verschillende conclusies getrokken worden. Ten eerste zijn de achterliggende mentale processen dezelfde bij het maken en het niet opmerken van dt-fouten. Ten tweede speelt het werkgeheugen een essentiële rol bij het toepassen van de dt-regels: wanneer het werkgeheugen overbelast wordt, gaat de voorkeur uit naar de dominante spelling. Dit resulteert in het schrijven van deze vorm of in het accepteren van deze vorm als de correcte vorm bij het (na)lezen van een tekst. Hiermee wordt ook het verband tussen dt-fouten en een nonchalante schrijfattitude verklaard: nonchalante schrijvers roepen de dt-regels niet op in hun werkgeheugen waardoor zij meer dt-fouten maken.

©

Samenvatting 3

rs

ie

Ondanks de eenvoudige spellingregels voor het spellen van Nederlandse werkwoorden, blijven dt-fouten veel voorkomen. Zelfs wie de spellingregels perfect beheerst, maakt af en toe dt-fouten. Psycholinguïst Dominiek Sandra onderzocht de achterliggende mentale processen die mee aan de basis van deze fouten liggen.

fv e

Occasionele spelfouten worden door velen niet als iets storend beschouwd, het kan soms gebeuren dat je geheugen je even in de steek laat bij het spellen van complexe woorden waarvoor geen spellingregels bestaan. Dt-fouten daarentegen zijn een ander verhaal, de spellingregels voor het spellen van Nederlandse werkwoorden zijn eenvoudig en net dat zorgt ervoor dat dt-fouten veel frustraties teweegbrengen.

pr oe

De meeste dt-fouten gebeuren bij het spellen van homofonen, vormen waarbij de uitspraak correspondeert met meerdere spellingvormen (bijvoorbeeld: word – wordt). Hoewel deze groep werkwoorden slechts 5 tot 10 procent van de Nederlandse werkwoordsvormen bedraagt, zorgt ze voor veel problemen. Om de mentale processen achter het maken van dt-fouten in kaart te brengen, gingen de onderzoekers als volgt te werk: leerlingen uit de derde graad (aso/vwo) kregen een dictee met voldoende probleemgevallen om te kijken of er een systematiek in hun fouten zat. Ze moesten een gatentekst aanvullen met een homofone werkwoordsvorm of een moeilijk woord. De moeilijke woorden dienden om de aandacht af te leiden van de werkwoorden. Voor deze opdracht kregen de proefpersonen weinig tijd. Veel bedenktijd zou in kaart brengen hoe goed ze de regels beheersten, het onderzoek wilde echter nagaan hoe het foutenmechanisme achter dt-fouten eruitziet wanneer proefpersonen de regels niet kunnen toepassen. Door hen snel te laten schrijven en zo fouten uit te lokken, konden de onderzoekers zicht krijgen op het foutenmechanisme. De hypothese voor deze methode is dat de dt-fouten ontstaan wanneer de capaciteit van ons werkgeheugen overschreden wordt. Een dictee onder tijdsdruk maakt het dus moeilijker om de operaties in het werkgeheugen tot een goed einde te brengen. Ons werkgeheugen gebruiken we voor meerdere dingen, zoals onbekende telefoonnummers herhalen of hoofdrekenen.

j1 Samenvatten en schematiseren

545


Naast tijdsdruk werd ook het aantal woorden tussen het onderwerp en de homofone vorm gemanipuleerd, bijvoorbeeld: Omdat ik nu wel erg moe word, wil ik zo snel mogelijk gaan slapen. Door meerdere woorden tussen het onderwerp en de homofone vorm te plaatsen, wordt het proces om het onderwerp te zoeken tijdrovender. Deze (te) hoge belasting van het werkgeheugen kan zich uiten in dtfouten. Ook in andere domeinen ondervinden we problemen wanneer dit geheugensysteem onder druk staat.

IN

Uit bovenstaande experimenten bleek dat proefpersonen significant meer dt-fouten maken in de zinnen waarin het onderwerp en de homofone vorm niet naast elkaar staan. Hoe verder beide zinsdelen uit elkaar staan, hoe hoger de belasting van het werkgeheugen, wat zich uiteindelijk uit in dt-fouten. Er kan dus geconcludeerd worden dat het werkgeheugen een van de mentale componenten is die een invloed hebben op het maken van dt-fouten. Dit benadrukt dat de dt-regels bewust opgeroepen moeten worden en niet geautomatiseerd zijn.

VA

N

Naast de voorwaarde van een overbelast werkgeheugen, werd er ook een systematiek in de dt-fouten teruggevonden: homofoondominantie. De proefpersonen neigden ernaar om de homofone vorm met de hoogste frequentie op te schrijven. Zo schreven proefpersonen bijvoorbeeld vaker wordt als het word moest zijn omdat wordt vaker voorkomt dan word. Homofoondominantie is het tweede mentale proces dat een rol speelt bij het maken van dt-fouten. Het effect van de homofoondominantie komt ook naar voor in de analyse van werkwoordsvormen in chatsessies.

ie

©

In het tweede deel van het onderzoek werd er nagegaan of homofoondominantie ook een rol speelt wanneer je leest. De hypothese is in dit geval dat sommige dt-fouten minder opvallen dan andere, zo zou de meest frequente homofoonvorm vaker aan de aandacht ontsnappen. Dit onderzocht Dominiek Sandra samen met Nina Verhaert.

rs

Voor dit experiment moesten de proefpersonen onder tijdsdruk beslissen of tweewoordcombinaties correct klonken (bijvoorbeeld ik word en ik wordt). Het antwoord op deze vraag was altijd positief want de spelling van deze vormen heeft geen invloed op de uitspraak en klank. De spelfouten zorgden voor een vertraging, maar deze vertraging was minder wanneer de fout correspondeerde met de dominante vorm.

fv e

Ook bij het verwerken van hele zinnen was het effect van homofoondominantie duidelijk. Bij het kiezen voor een van twee woorden om een zin compleet te maken, viel het op dat een fout die overeenstemde met de dominante homofoon minder opviel. Hetzelfde bleek ook wanneer proefpersonen alle soorten spelfouten in zinnen moesten opsporen.

pr oe

Uit dit onderzoek kunnen we concluderen dat de mentale processen die een specifiek foutenpatroon doen ontstaan, dezelfde zijn bij het spellen en het lezen. Ons werkgeheugen is noodzakelijk om de dt-regels toe te passen, want door enkele werkwoordhomofonen raken de regels niet geautomatiseerd. Wanneer het werkgeheugen overbelast wordt, gaat de voorkeur uit naar de dominante spelling. Bij het spellen, schrijven mensen deze vorm, tijdens het lezen of nalezen blijken mensen deze vorm als correct te accepteren. Dit biedt ook een antwoord op de vraag wat het verband is tussen dt-fouten en een nonchalante schrijfattitude: nonchalante schrijvers roepen de dt-regels niet op in hun werkgeheugen waardoor ze meer dt-fouten maken.

1 Bekijk de drie samenvattingen. Welke samenvatting vind jij de beste samenvatting? Motiveer. 2 Maak, aan de hand van de vorige opdracht, een checklist van de vormelijke en inhoudelijke kenmerken van een goede samenvatting.

546

TRAJECT NEDERLANDS   J Samenvatten


j samenvatten

Een schriftelijke en een mondelinge bron samenvatten 1 2 3 4 5

Je kunt de relevante informatie uit een bron halen. Je kunt de relevante informatie uit een bron schematisch weergeven. Je kunt een samenvatting schrijven over een schriftelijke bron. Je kunt gekregen feedback verwerken in een definitieve versie. Je kunt een mondelinge bron samenvatten.

IN

j2

Soorten samenvattingen

N

1

VA

Afhankelijk van het doel van je samenvatting, kun je kiezen voor een erg beknopte of een erg gedetailleerde variant. 1 Orden onderstaande situaties volgens het continuüm. Plaats uiterst links de situatie waarvoor je een zeer beknopte samenvatting zou gebruiken en uiterst rechts de situatie waarvoor je een zeer gedetailleerde samenvatting zou gebruiken. zeer beknopt

zeer gedetailleerd

©

a Ik wil een samenvatting maken om mijn examen van geschiedenis grondig voor te bereiden.

ie

b Ik moet een presentatie geven en wil een duidelijk overzicht van de structuur zodat ik weet welke onderdelen ik in welke volgorde moet bespreken. c Ik wil enkele ideeën uit een ander onderzoek integreren in mijn eigen presentatie.

rs

d Ik wil een verslag schrijven over een theatervoorstelling waarin ik zowel achtergrondinformatie als mijn eigen bevindingen wil verwerken.

fv e

e Ik wil een boek samenvatten voor een literatuuropdracht. 2* Vergelijk met een medeleerling. Maakten jullie dezelfde keuzes? Beargumenteer waarom je die keuzes hebt gemaakt.

pr oe

In de vorige lesdelen heb je zelf ondervonden wat de kenmerken zijn van een goede (gedetailleerde) samenvatting. 3 Welke kenmerken herinner je je nog? Bespreek zowel de inhoud als de vorm.

j2 Een schriftelijke en een mondelinge bron samenvatten

547


2

Een tekst samenvatten In E2 leer je over de geschiedenis van het Nederlands. Aan de hand van stappenplannen ga je nu een gedetailleerde samenvatting maken van de tekst Zo d’ouden zongen, zo piepen de jongen uit Atlas van de Nederlandse taal. 1 Haal de relevante informatie uit de tekst met behulp van het stappenplan in de Trajectwijzer.

6.9

2 Gebruik het stappenplan in de Trajectwijzer om de inhoud schematisch weer te geven en de informatie in een doorlopende tekst met een duidelijke IMS-structuur samen te vatten.

IN

6.8.2

3 Neem jouw samenvatting grondig door en beoordeel je eigen werk aan de hand van de evaluatiematrix op iDiddit.

N

4 Laat jouw samenvatting beoordelen door een medeleerling aan de hand van diezelfde evaluatiematrix. Verwerk de gekregen feedback in een tweede versie.

VA

Vragen bedenken en beantwoorden over nieuwe leerstof of informatie is een uitstekende methode om nieuwe kennis actief te verwerken. Je onthoudt niet enkel de nieuwe informatie beter, je bedenkt ook al een antwoord op mogelijke toetsvragen.

ie

©

5 Bedenk vijf quizvragen over de informatie uit Zo d’ouden zongen, zo piepen de jongen. Maak minstens één meerkeuzevraag, één juist-foutvraag en één open vraag. Formuleer bij elke vraag ook het correcte antwoord.

Zo d’ouden zongen, zo piepen de jongen

rs

HOE OUDNEDERLANDS NIEUWNEDERLANDS WERD

pr oe

fv e

‘Hebban alla uogala nestas hagunnan hinase hic anda thu uuat unbidan we nu …’ Is er een zinnetje dat veel meer bekendheid geniet als het om ‘oud Nederlands’ gaat? Vast staat dat het omstreeks 1100 is opgeschreven in een Engels klooster, vermoedelijk door een West-Vlaamse monnik, en dat het zoveel betekent als ‘Alle vogels zijn met hun nesten begonnen, behalve ik en jij, waar wachten we nog op?’ Taalkundigen waren het er lange tijd over eens dat dit ‘s Nederlands oudste literaire zinnetje was en misschien wel het oudste Nederlandse liefdesversje. De monnik zou het zinnetje, in zijn moedertaal, op een schutblad neergeschreven hebben als een soort pennen­probeersel terwijl hij Latijnse en Oudengelse teksten zat te kopiëren. Mooie liedjes duren niet lang: recent gaan er stemmen op dat het zinnetje Oudengels zou zijn. Hoe dan ook, het oudere Nederlands is zoveel méér dan Hebban olla uogala ... Hoe zag dat oudste Nederlands eruit? En hoe evolueerde het tot het Nederlands dat we nu kennen? Een overzicht in tekstfragmenten. 1 Oudnederlands vanaf 700 n.C. Taalkundigen laten het Oudnederlands, een verzameling van dialecten die op dat moment in de Lage Landen worden gesproken, beginnen vanaf ongeveer de achtste eeuw. Vanaf dan is er genoeg taalmateriaal voorhanden waaruit historisch taalkundigen hebben kunnen afleiden dat het Oudnederlands eigen kenmerken ging ontwikkelen en dus ging verschillen van de overige West-Germaanse talen, waar dan het Fries, het Duits, het Engels en de Scandinavische talen uit zouden groeien. Echt omvangrijk is dat overgeleverde materiaal tegelijk niet: er werden wel verhalen verteld en gezongen in het Oudnederlands,

548

TRAJECT NEDERLANDS   J Samenvatten


maar in de vroege middeleeuwen was Latijn de schrijftaal. Taalkundigen moeten zich dus behelpen met oude persoonsnamen of plaatsnamen die zijn overgeleverd uit de achtste eeuw, of soms zelfs nog vroeger. Of met glossen: losse, verklarende woorden en zinnetjes in de volkstaal die kopiisten in de marge van Latijnse teksten of tussen de regels in noteerden. TYPISCH OUDNEDERLANDS Al kun je Oudnederlandse teksten min of meer herkennen als ‘Nederlands’, héél vlot lezen ze niet. Het helpt wel als je je van een paar belangrijke kenmerken bewust bent.

©

VA

N

IN

• Het Oudnederlands had klinkerkleuring, dat wil zeggen: het had nog volle klinkers in onbeklemtoonde lettergreep, zoals in uogala (in oude teksten wordt de ‘v’ vaak als een <u> gespeld en de ‘w’ als <uu>). In het Middelnederlands zwakte die a-klank in de tweede (onbeklemtoonde) lettergreep af tot een doffe ‘e’. Mensen spraken niet langer van vogala, maar van vogele en gingen dat ook zo schrijven; in het Nederlands van nu: vogels. • De uitgang -a van uogala is een naamvalsuitgang. Met naamvallen kan een taal aangeven welke functie een woord in de zin heeft. Aan de -a konden ‘Oudnederlanders’ zien dat vogala een nominatiefvorm was en dus het onderwerp van de zin. Of dat onderwerp nu aan het begin, in het midden of het einde van de zin staat, maakt dan niet uit. Door zijn naamvallensysteem kom je in het Oudnederlands meer variatie in de woordvolgorde tegen dan in het moderne Nederlands. Voor ontkennende zinnen gebruikt het Oudnederlands meestal het partikel en of ne voor het werkwoord: • een eenledige ontkenning dus. Omdat dit kleine woordje tot onduidelijkheden kon leiden, werd soms ook een ander ontkennend woord toegevoegd. Zo ontstond sporadisch al een tweeledige ontkenning: thich neminnot nieman (‘jou bemint niemand’). 2 Middelnederlands vanaf ongeveer 1150 tot 1500

fv e

rs

ie

‘Tesi samanunga was edele unde scona’ (‘Deze gemeenschap was edel en schoon’): dat zinnetje werd omstreeks 1130 gevonden in het klooster in Munsterbilzen en wordt als het laatst teruggevonden zinnetje in het Oudnederlands beschouwd. Opvallend is dat edele (met een doffe ‘e’ aan het eind) er naast scona (nog met volle klinker ‘a’ aan het eind) staat. Het toont het Oudnederlands in volle overgang naar het Middelnederlands, waar de volle klinkers in onbeklemtoonde lettergrepen als een doffe ‘e’ worden uitgesproken, ook wel klinkerreductie genoemd. Scona is in het Middelnederlands dus scone geworden.

pr oe

Doorgaans laten taalkundigen het Middelnederlands omstreeks 1150 starten en rond 1500 eindigen. Naast flink wat ambtelijke teksten zijn er ook vele bekende en minder bekende literaire werken uit die tijd overgeleverd: met een religieuze inslag als Marialegenden (Beatrijs) en heiligenlevens (Sente Servaes) of een werelds karakter als ridderromans (Walewein), dierenepossen (Van den vos Reynaerde) en geschiedkundige werken (Spiegel historiael), om er maar een paar uit het weelderige aanbod te noemen. Daardoor hebben we een goed beeld van het Middelnederlands. TYPISCH MIDDELNEDERLANDS Middelnederlands leest voor hedendaagse lezers al minder stroef dan Oudnederlands. Toch zijn er enkele opvallende verschillen met modern Nederlands die een echt vlotte leesbeurt in de weg staan. Omdat er nog geen Nederlandse eenheidstaal is, is de taal in Middelnederlandse teksten sterk regionaal • gekleurd, bijvoorbeeld door het Vlaamse, Brabantse, Limburgse of Hollandse dialect van de auteur. Lees je een Middelnederlandse tekst, dan is het dus handig om te weten waar die auteur vandaan kwam. Helemaal mooi is het dan als je zijn of haar dialect deelt en zo een en ander makkelijker herkent. • Zonder eenheidstaal geen eenheidsspelling! In het Middelnederlands worden dezelfde woorden vaak uiteenlopend gespeld. In modern Nederlands spellen we boos altijd met dubbele <oo> om aan te duiden dat het om een lange ‘o’ gaat. In het Middelnederlands lees je naast boos en base ook boes en bois. Met de verlengingstekens <e> en <i> gaven scribenten aan dat je de ‘o’ lang moest uitspreken. • Het Middelnederlands heeft de naamvallen uit het Oudnederlands bewaard:

j2 Een schriftelijke en een mondelinge bron samenvatten

549


naamval

functie in de zin

voorbeeld

vertaling

onderwerp

die coninc wart herdegram

de koning werd erg boos

lijdend voorwerp

hi sach den coninc

hij zag de koning

genitief

bezittelijk voorwerp

des coninx sone levede .xl. iaren

de zoon van de koning leefde veertig jaar

datief

meewerkend voorwerp

den coninge hulde brengen hulde brengen aan de koning

IN

nominatief accusatief

3 Nieuwnederlands vanaf ongeveer 1500

VA

N

• Door de naamvallen was er meer woordvolgordevariatie mogelijk. Het is altijd even uitzoeken welke functie een woord in de Middelnederlandse zin heeft, voor je die kunt hertalen naar een modern Nederlandse zin met vastere woordvolgorde. In de Middelnederlandse zin Den coninc riep die dienaer staat dienaer in de nominatief en coninc in de accusatief. Je moet hem dus verstaan als ‘De dienaar riep de koning’, niet: ‘De koning riep de dienaar’. • Het Middelnederlands gebruikt steevast een tweeledige ontkenning: een combinatie van het partikel en of ne, vlak voor de persoonsvorm, met een ander negatief element als niet of ghene als in Si het oc dat si nehebben no wif no kind (‘Mocht het zo zijn dat ze noch vrouw noch kind hebben’).

Tot slot: zo omstreeks 1500 heeft het Middelnederlands een aantal evoluties doorgemaakt die onze taal in een volgende fase, het Nieuwnederlands, hebben gebracht. Deze bijvoorbeeld:

pr oe

fv e

rs

ie

©

• De naamvalsuitgangen slijten af in de gesproken taal. Net als in het moderne Nederlands worden in plaats daarvan veel vaker voorzetsels gebruikt, bijvoorbeeld voor of aan om een meewerkend voorwerp aan te geven. Alleen een paar versteende uitdrukkingen als de dag des oordeels (‘de dag van het oordeel’) verraden ons naamvallenverleden. De plaats van de woorden in de zin wordt nu belangrijker om hun functie aan te duiden en de woordvolgorde wordt vaster. • Het ontkennende partikeltje en of ne, dat in het Middelnederlands wordt gecombineerd met een tweede negatief element als niet, niemand of geen tot een tweeledige ontkenning, boet aan kracht in. In het Nieuwnederlands neemt dat tweede negatieve element de ontkennende functie helemaal over: Ik heb niemand gezien. Net als in het Oudnederlands gebruiken we dus opnieuw een eenledige ontkenning. In vele dialecten is de tweeledige ontkenning bewaard gebleven: Ik en verstaan da nie. • Vanaf de zestiende eeuw ontstaan een overkoepelende standaardtaal en een eenheidsspelling, die de regionale eigenaardigheden uit het Middelnederlands overstijgen - wat de geschreven taal betreft tenminste. De gesproken eenheidstaal liet wat langer op zich wachten: in de zestiende en zeventiende eeuw en tot vroeg in de twintigste eeuw vertoonde de uitspraak van het Nederlands nog veel dialectvariatie. • Toch voltrok er zich, bij de overgang van het Middelnederlands naar het Nieuwnederlands, wel een belangrijke algemene klankverandering: het ontstaan van de tweeklanken of diftongen [ε.i] als in wijf of eis en [Œ.y] als in tuin. Dat verliep in twee fasen. De Middelnederlandse klanken [i:] (als in het Middelnederlandse wief) en [y:] (als in het Middelnederlandse tuun) werden langzamerhand uitgesproken als de tweeklanken [ai] en [oi]. Tot op vandaag weten taalkundigen nog altijd niet hoe die spontane klankverandering er precies gekomen is. • Hoe dan ook: die tweeklanken [ai] en [oi] werden in het Hollands van de hogere kringen uitgesproken als [ε.i] als en [Œ.y], want dat vonden ze minder volks en onbeschaafd klinken. Door de toenemende invloed van het gewest Holland verspreidden de [ε.i] en [Œ.y] zich naar andere gebieden van de Lage Landen. Uiteindelijk zouden de tweeklanken deel gaan uitmaken van de Nederlandse standaardtaal, zowel in Vlaanderen als in Nederland. De taalkundige Gesinus Kloeke gaf het verschijnsel de toepasselijke naam Hollandse expansie. En ook in dit geval vinden we de oudste taaltoestand - van vóór de diftongering dus nog terug in een aantal dialecten: in het West-Vlaams is het nog altijd wien en bruun voor wijn en bruin. Die evoluties zorgden uiteindelijk voor een Nieuwnederlands dat al vrij dicht aanleunt bij het moderne Nederlands. Als ze nog leefden, traag zouden spreken en goed articuleren, zou je de ‘Nieuwnederlanders’ uit pakweg de zeventiende eeuw min of meer kunnen verstaan! Bron: Atlas van de Nederlandse taal - editie Vlaanderen, Lannoo, Tielt, 2017, blz. 45-46

550

TRAJECT NEDERLANDS   J Samenvatten


Uitbreiding: een mondelinge bron samenvatten

Voor het luisteren 2 Wat voor fragment verwacht je?

Tijdens het luisteren

©

3 Wat weet je al over het onderwerp?

VA

1 Wat weet je al over de bron van deze informatie?

N

IN

Je luistert naar de reportage van Man over woord waarin Pieter Embrechts met Marc Van Oostendorp spreekt over het Nederlands van de toekomst. Volg onderstaand stappenplan om relevante informatie uit dit videofragment schematisch te noteren en nadien samen te vatten in een doorlopende tekst.

ie

4 Noteer de belangrijkste informatie tijdens het luisteren. Houd de volgende tips in het achterhoofd: a Noteer enkel relevante informatie en relevante voorbeelden.

rs

b Schrijf geen volzinnen.

c Maak gebruik van duidelijke symbolen en afkortingen.

fv e

d Laat voldoende ruimte om later eventueel aan te vullen.

Na het luisteren

5 Vul je notities verder aan met de extra relevante informatie die je je kunt herinneren.

pr oe

3

Voor het schrijven 6 Zet je notities om in een schrijfplan. Geef in dit schrijfplan aan welke informatie je in de inleiding, de conclusie en in elke alinea wilt vermelden.

Na het schrijven 7 Neem jouw samenvatting grondig door en beoordeel je eigen werk aan de hand van de evaluatiematrix op iDiddit.

j2 Een schriftelijke en een mondelinge bron samenvatten

551


j samenvatten

Een samenvatting met informatie uit verschillende bronnen 1 2 3 4

1

Je kunt de relevante informatie met betrekking tot een bepaald (sub)thema in een bron selecteren Je kunt verbanden leggen tussen informatie uit verschillende bronnen Je kunt relevante informatie uit verschillende bronnen samenbrengen in een duidelijk schema Je kunt een synthese schrijven waarin je informatie uit verschillende bronnen met elkaar in verband brengt

IN

j3

Wat weet je over het Afrikaans?

1 Wat weet je over het ontstaan van het Afrikaans?

©

2 Wat weet je over het Afrikaans van vandaag?

VA

N

Je bekijkt en leest verschillende bronnen over het Afrikaans. Vervolgens krijg je enkele vragen waarbij je zo veel mogelijk verworven kennis over het onderwerp moet reproduceren. • Lees alvast de vragen. • Noteer de informatie die je nodig hebt om de vragen te beantwoorden. • Geef de relevante informatie per vraag schematisch weer.

3 Wat zijn valse vrienden? Geef een voorbeeld.

BRON 2   #Weetikveel: De Zuid-Afrikaanse taal

ie

BRON 1   Man over woord: Het Afrikaans

Wie in Zuid-Afrika begroet wordt met ‘Goeiemôre! Hoe gaan dit?’ denkt al snel dat ook Zuid-Afrikanen Nederlands spreken. Dat klopt niet. Ook de term ‘ZuidAfrikaans’, naar analogie met de naam van het land, is geen juiste benaming. De taal die – naast andere talen – in Zuid-Afrika en in Namibië wordt gesproken en erg op het Nederlands lijkt – maar dat dus niet is – heet Afrikaans.

Afrikaans is niet de enige taal van Zuid-Afrika. Het land kent 11 officiële talen: 9 Bantoetalen, 1 koloniale taal, het Engels en 1 inheemse taal van Europese oorsprong, het Afrikaans. Daarnaast worden er nog heel wat andere Europese (bv. Duits) of Aziatische (bv. Hindi, Gujarati) talen gesproken, maar die hebben geen statuut als officiële taal. De oorspronkelijke Khoisan-talen zijn in Zuid-Afrika uitgestorven.

pr oe

fv e

rs

Verspreiding van het Afrikaans In Zuid-Afrika

Afrikaans is een (en ook de enige) dochtertaal van het Nederlands. Dat betekent dat de taal afstamt van het Nederlands en er nog steeds nauw aan verwant is, maar ondertussen is uitgegroeid tot een afzonderlijke standaardtaal. Het Afrikaans is dus niet zoals het Surinaams Nederlands of het Belgisch Nederlands een nationale variëteit, maar wel een eigen, aparte taal, naast het Nederlands. Toch begrijpen sprekers van het Afrikaans en het Nederlands elkaar doorgaans zonder veel problemen, hoewel de verschillen tussen beide talen ook wel tot hilarische situaties kunnen leiden: kale mannen lopen beter niet op straat in Zuid-Afrika (‘kaal’ = naakt); het woord ‘poes’ is in het Afrikaans een erg vulgair, seksueel geladen woord. Als je een Afrikaner uitnodigt om te blijven logeren (Afr. ‘loseer’), kan die denken daarvoor te moeten betalen.

552

BRON 3

Afrikaans, Zuid-Afrikaans of Nederlands?

TRAJECT NEDERLANDS   J Samenvatten

• • • • • •

Zoeloe: 22,7% Xhosa: 16,0% Afrikaans: 13,5% Engels: 9,9% Noord-Sotho: 9,1% Tswana: 8,0%

• • • • • •

Zuid-Sotho: 7,6% Tsonga: 4,5% Swati: 2,5% Venda: 2,4% Ndebele: 2,1% andere: 1,7%

Bron: Volkstelling 2011 Veel van die Afrikaanse talen zijn kliktalen. ‘Xhosa’ wordt dan uitgesproken als ‘klik-osa’.


Een stukje geschiedenis

IN

Bron: www.dialectloket.be

BRON 4

een lingua franca gecommuniceerd worden. Daarvoor kwamen ook het Portugees en Maleis in aanmerking, maar uiteindelijk werd toch het Nederlands de contacttaal tussen de verschillende bevolkingsgroepen.

©

Om te begrijpen hoe het Afrikaans is kunnen ontstaan uit het Nederlands, moeten we eerst begrijpen hoe het Nederlands in het zuidelijkste land van Afrika is terechtgekomen. De oorspronkelijke inwoners van Zuid-Afrika, de San (Bosjesmannen), de Khoi (Hottentotten) en de Bantoevolkeren, spraken veel verschillende talen. Het Nederlands was niet de taal van de Europeaan die op weg naar India voor het eerst helemaal rond het land voer: in 1488 rondde de Portugees Bartolomeu Dias Kaap Agulhas, het ‘Suidpunt’ van Afrika.

Sinds het verdwijnen van de apartheid in Zuid-Afrika, heeft het Afrikaans ontegensprekelijk een groot deel van zijn status verloren. Tijdens de apartheid was Afrikaans immers naast Engels, één van de twee officiële talen van het land. Hoewel het Afrikaans strikt genomen niet enkel de taal is van de ‘blanke onderdrukker’, maar ook van de slachtoffers van het apartheidsregime, werd (en wordt) de taal toch met de apartheid geassocieerd. Die historische stempel en de toenemende druk van het Engels, maken dat de Afrikaanstaligen, zowel blanken als kleurlingen, zich zorgen maken over de toekomst van de taal.

N

Zuid-Afrika is door de turbulente geschiedenis van het land een multiculturele gemeenschap. In 2011 telde de staat 51,7 miljoen inwoners, waarvan ongeveer 79% zwarten, 9% blanken, 9% gekleurden (‘bruinmense’) en 3% van Indische/Aziatische afkomst. Afrikaans is vooral de taal van de kleurlingen en (in mindere mate!) van de blanken, en kent ook bij de zwarte bevolking een

lichte opmars. Dat laatste is waarschijnlijk te danken aan de betere scholing van de zwarten, die zowel met het Afrikaans als het Engels de weg naar meer jobmogelijkheden zoeken.

VA

Alle officiële talen worden over het hele land gesproken, maar er zijn wel geografische zwaartepunten. Ongeveer 40% van de Afrikaanstaligen woont in de Westkaap, ongeveer 20% in Gauteng; Afrikaans is de belangrijkste taal van de (dunbevolkte) Noordkaap. In een veeltalig land als Zuid-Afrika beheersen echter veel mensen meer dan één taal. Naast de moedertaalsprekers van het Afrikaans, zijn er nog evenveel tweede- of derdetaalgebruikers. Meer dan 13 miljoen mensen kunnen dus Afrikaans praten en begrijpen.

rs

ie

Alle contacttalen kwamen in de kolonie vooral in hun volkstalige vorm voor, terwijl de Nederlandse standaardtaal voor officiële gelegenheden werd gebruikt. De meeste Nederlandse immigranten in de 17e eeuw spraken Zuid-Hollandse (en Zeeuwse) dialecten. Hun verkleinwoorden op -ie (zoals in ‘bakkie’, ‘boompie’) en de e voor de lange aa (zoals in ‘pers’ voor paars) hoor je bijvoorbeeld ook in het Afrikaans. De taal onderging ook veel invloed van de aanleerdersvariëteiten van het Nederlands die in de kolonie ontstonden. Ook de inheemse Khoi-bevolking moest immers communiceren met de anderstalige immigranten en ontwikkelde daarvoor een soort vereenvoudigde versie van het Nederlands. Dat pidgin werd overgenomen door de andere slaven en groeide uiteindelijk uit tot een gecreoliseerde variëteit van het Nederlands, gesproken door de gekleurde bevolking. Ook typische kenmerken daarvan zie je nog steeds in het Afrikaans, vooral in de vereenvoudigingen die de taal laat zien in vergelijking met het Nederlands (bv. wegvallen van vervoegingen: ek loop, jy loop, hy loop, ons loop, julle loop …).

pr oe

fv e

Sindsdien werd het wel steeds drukker aan de kusten van Zuid-Afrika. Met de route naar het Oosten open, was het er een komen en gaan van Portugese, maar ook van Nederlandse handelsschepen. Om die Nederlandse schepen op weg naar het Oosten te bevoorraden, beslisten de bestuurders van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (de VOC) aan Kaap de Goede Hoop een verversingsstation op te richten. Dat verversingsstation, in 1652 gesticht door Nederlander Jan van Riebeeck, is de kern van de latere Kaapkolonie. De oorspronkelijk kleine landbouwgemeenschap bleef groeien en tussen 1658 en 1807 werden er ongeveer 60 000 slaven ingevoerd uit andere delen van Afrika en uit Azië. Vermenging van de blanke heersers, de aangevoerde slaven en de inlandse bevolking deden een ‘gekleurde’ bevolking ontstaan in de Kaapkolonie.

Ontstaan van het Afrikaans De Kaapkolonie was een veelkleurige en veeltalige maatschappij: kolonisten spraken er Nederlands of andere Europese talen; de aangevoerde slaven spraken Portugees, Bantoetalen en Maleis en de inheemse bevolking behield lang de eigen Khoisan-moedertalen. In zo’n gemeenschap kon er niet anders dan met

j3 Een samenvatting met informatie uit verschillende bronnen

Het Standaardafrikaans zoals we het nu kennen, is een versmelting van het Kaaps-Hollands van de blanke kolonisten en het Khoi-Afrikaans van de gekleurde bevolking. Dat eerste heeft ervoor gezorgd dat het Afrikaans zo goed op het Nederlands is blijven lijken; het tweede verklaart vooral de vereenvoudigingen in de taal. Bron: www.dialectloket.be

553


2

Een samenvatting met informatie uit verschillende bronnen Vorige jaren heb je geleerd hoe je informatie uit een bron kunt schematiseren en hoe je die informatie vervolgens kunt weergeven in een goede samenvatting.

onderweg

N

IN

De termen ‘samenvatting’ en ‘synthese’ worden vaak door elkaar gebruikt. In dit boek gebruiken we die termen als volgt: een samenvatting is een heldere en duidelijk gestructureerde weergave van de belangrijkste informatie van één bron. Een synthese is een samenvatting waarbij informatie uit verschillende bronnen wordt samengebracht en waarin de verbanden tussen de verschillende bronnen ook duidelijk zijn.

VA

1 Noteer de stappen en tips die je je herinnert voor het maken van een goede samenvatting. Aan de hand van enkele tips en tricks kun je snel nagaan of je relevante informatie over je onderwerp kunt terugvinden in een bron. Titel, tussentitels en inhoudstafel spelen daarbij een zeer belangrijke rol. 2 Op deze en volgende pagina’s vind je enkele bronnen.

©

a Bekijk de titels en tussentitels van die verschillende bronnen.

BRON 1

ie

b Geef op basis van die (tussen)titels aan welke bronnen volgens jou geschikt zijn om te gebruiken voor een synthese over onderstaande onderwerpen.

Lezen is goed voor ons welzijn – Simon Bequoye (2020)

a

BRON 2

rs

zie p. XXX

Dankzij literatuur het leven negeren? Hoe lezen onze geest sust – Leesmonitor, Stichting Lezen (2023)

Lezen is een asociaal tijdverdrijf dat een isolerend effect heeft. b

Lezen kan mensen meer empathisch maken.

fv e

zie p. XXX

BRON 3

Waarom lezen goed is voor ons – Simon Bequoye (2017)

c

zie p. XXX

Je wordt een beter mens van literatuur – Nieuwe feiten, Radio 1 (2020)

pr oe

BRON 4

d

luisterfragment

554

TRAJECT NEDERLANDS   J Samenvatten

Lezen helpt om je persoonlijkheid te ontwikkelen.

LUISTERFRAGMENT

Er is een nauw verband tussen lezen en welzijn.


BRON 1

Lezen is goed voor ons welzijn Simon Beqouye – 2020

N

Reading Well – een initiatief van het Britse The Reading Agency – verzamelt op haar site leeslijstjes met boekentips om je veerkracht of mentale gezondheid te verhogen. Bij The School of Life – die een Vlaamse tak hebben in Antwerpen – richtten sommige workshops zich ook tot de helende kracht van literatuur, en werd The Novel Cure gepubliceerd als een boekendokter die je bij verschillende klachten een boek voorschrijft. ‘Vaak zegt een roman meer dan welke universitaire studie of welk psychiatrisch rapport dan ook’, oordeelt relatie-experte Rika Ponnet in de reeks Leeswereld. Klinisch psycholoog Paul Verhaeghe gelooft ook in de kracht van verhalen en tipt in een eigen boekenblog dan ook titels die volgens hem de mens beter kunnen maken. Bij De Boekendokter kun je dan weer telefonisch of per mail terecht met vragen of problemen. Je krijgt dan een voorschrift met leesadvies op maat.

fv e

rs

ie

©

Antigif Uit onderzoek van Sussex University blijkt dat zes minuten lezen per dag al helpt om stress met meer dan 68 procent te reduceren. Als je leest, ben je tegelijkertijd gefocust en ontspannen. Je vergeet even alles rondom je waardoor je ook fysiek ontspant. Dergelijke rustmomenten zorgen dat andere delen van onze hersenen geactiveerd worden, delen die ons helpen met emoties of besluitvaardigheid, zo getuigt gezondheidseconoom Lieven Annemans in Nieuwe Feiten op Radio 1. Dat we zo geconcentreerd zijn tijdens onze lectuur, is ook een verademing in een wereld vol (digitale) prikkels. ‘Een boek is een medicijn geworden, een antigif. Wie leest, gebruikt het brein waarvoor het is gemaakt. Je doet je brein een enorm plezier met een boek’, verklaart neuropsychologe Elke Geraerts in haar Leeswereld.

BBC stelde ook een playlist samen met enkele video’s rond textual healing over hoe fictie ons leven en welzijn kan bevorderen. Een (Engelstalige) podcast van het Britse MARCH network gaat ook dieper in op hoe lezen ons veerkracht geeft.

VA

Lezen is goed voor je zelfbewustzijn, het verhoogt je empathisch en concentratievermogen … Er lijkt geen eind te komen aan de vele voordelen van lezen. In tijden van quarantaine blijkt dan nog eens dat mensen massaal naar boeken grijpen die ze thuis geleverd krijgen dankzij bibliotheken en boekhandels. Maar ook internationale onderzoeken en gezondheidsexperts wijzen op een positief effect van lezen op je welbevinden.

IN

Gezondheidsexperts en internationale onderzoeken leggen een positief verband tussen verhalen en het mentale welbevinden van personen. Ook in de praktijk zijn veel organisaties actief om onze mentale veerkracht te verhogen via verhalen.

pr oe

Bibliotherapie Met bibliotherapie – internationaal vaak omschreven als textual healing – worden verhalen dan weer ingezet om therapeutische effecten te behalen bij mensen die het even moeilijk hebben door ziekte, eenzaamheid, verlies of verslaving. Zelfhulpboeken zijn er over alle denkbare onderwerpen, maar ook romans, poëzie en andere fictie kunnen een hulpmiddel zijn. BBC Culture stelt het als volgt: – ‘They may not promise transformation in seven easy steps, but gripping novels can inform and motivate, short stories can console and trigger self-reflection, and poetry has been shown to engage parts of the brain linked to memory.’ –

j3 Een samenvatting met informatie uit verschillende bronnen

Preventief De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van de Verenigde Naties bracht eind 2019 een rapport uit getiteld What is the evidence on the role of the arts in improving health and well-being? Deze reviewstudie toont het positieve effect op welzijn en gezondheid aan van zowel actieve als passieve kunst- en cultuurparticipatie – dus van luisteren naar muziek en een boek lezen tot een museum bezoeken of dansen. Opvallend: het rapport ziet niet enkel dat cultuurparticipatie goed is voor ons welzijn, maar dat het ook preventief werkt om bepaalde mentale en fysieke klachten te voorkomen.

555


Verder hebben enkele literaire erfgoedorganisaties al enkele piloottrajecten lopen waar kwetsbare mensen via verhalen bouwen aan hun herstel. Zo werkte Het Letterenhuis aan de hand van haar literaire archief een reeks workshops uit waarbij deelnemers – herstellende van verlies of verslaving – kennismaken met literaire archiefstukken en nadien met begeleiding hun eigen verhaal schrijven. Ook in programma’s van de HerstelAcademie is er dankzij dit piloottraject ook meer aandacht voor lezen.

– ‘Soms reik ik hen letterlijk een boek aan. Een young adult-verhaal. Dan praten we samen over herkenbare thema’s uit het boek: groeipijnen, keuzes maken, ouderrelaties, vriendschappen … Jongeren zijn vaak heel gevoelig voor de “stempels” van de buitenwereld.’ –

– ‘Libraries are lifelines, life savers. I know this because they saved my life. A deeply troubled queer teen who left school at 15, who had no stable support structure […]. A kid who was smart but had nowhere to turn smart into a future. Nowhere, that is, except libraries, where I was always welcomed. Where no one asked anything of me. Where the books on the shelves provided portals to other worlds that might be mine if I just held on.’ –

IN

Verder benadrukt WHO dat voorschoolse interventies bij kwetsbare baby’s en peuters – een voorbeeld van zo’n interventie is Boekstart – op latere leeftijd positieve effecten hebben op vlak van educatie en economie, maar dat dergelijke interventies later ook impact hebben op de mentale gezondheid. Nieuwe onderzoeksresultaten van de studie Health Behaviour in School-aged Children (HBSC) – een studie in samenwerking met WHO Europa – tonen dat één op vijf Vlaamse jongeren meermaals per week meerdere mentale gezondheidsklachten heeft zoals zenuwachtig zijn of slaapmoeilijkheden ervaren. Ook bij deze leeftijdsgroep zou lezen preventief ingezet kunnen worden. Kinder- en jeugdpsychiater Winny Ang getuigt in haar Leeswereld hoe zij boeken inzet om de veerkracht van jongeren te vergroten:

pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

N

Ten slotte hebben openbare bibliotheken doorgaans een heel brede maatschappelijke functie, maar ook zij fungeren als belangrijke toegankelijke instellingen die een impact kunnen hebben op een mensenleven. Brits auteur Kerry Hudson omschrijft bibliotheken als reddingsboeien:

Van samenleesorganisaties tot bibliotheken In Vlaanderen zijn er verschillende samenleesgroepen – georganiseerd door Het Lezerscollectief, DE DAGEN, Vormingplus-centra, openbare bibliotheken … – waarbij deelnemers vertrekken van verhalen en vertellen over de emoties of herinneringen die bij hen opkomen. Er bestaan leesgroepen voor iedereen, sommige richten zich tot gedetineerden of mensen met dementie. Volgens recent onderzoek van Liverpool University zou samenlezen effect hebben op patiënten met een chronische aandoening. Met anderen praten over verhalen en boeken kan ook een therapeutisch effect hebben, zo stelt het Britse The Reader Organisation.

556

TRAJECT NEDERLANDS   J Samenvatten

In 2019 doorliep de bibliotheek van Zelzate een pilot voor kwetsbare mensen. Tijdens de workshops werkten ze aan de hand van lokale verhalen en erfgoedobjecten aan hun eigen verhaal met video’s en individuele creaties. De bib speelt met dit traject in op haar ontmoetingsfunctie en de verbindende kracht van verhalen. Internationale conferentie cultuur en welzijn Op 10 en 11 december 2020 bracht de conferentie Cultural Heritage for Mental Health in Gent experten uit heel de wereld en verschillende sectoren samen om in te zoomen op de rol van cultuur en literatuur bij het welzijn van personen. Samen met organisatoren FARO en Museum Dr. Guislain coördineerde Iedereen Leest het programmaonderdeel textual healing, over het effect van verhalen op ons welzijn. Bron: www.iedereenleest.be


BRON 2

©

VA

N

IN

L E E S M O N I T O R • 15

ie

4 | DANKZIJ LITERATUUR HET LEVEN NEGEREN?

rs

HOE LEZEN ONZE GEEST SUST Tot nu toe hebben we het gehad over hoe het lezen van verhalen en romans vastge-

De meeste mensen

fv e

roeste gedachten loswrikt en gevoelens voor anderen oprekt. Hoe lezen de horizon verbreedt, kortom. Maar dat is niet waarom de meeste lezers een boek oppakken. In de eerste plaats lezen mensen voor plezier en ontspanning (zie kader: ‘Redenen

lezen voor plezier en

om te lezen’).

ontspanning, om de

Een van de belangrijkste redenen om te lezen die mensen noemen, zowel in enquêtes

pr oe

als in focusgroep-studies, is tot rust komen (BookTrust, 2013; Howard, 2011). Maar liefst 85% van de Nederlanders die weleens lezen vond zijn of haar laatste leeservaring

alledaagse werkelijk-

ontspannend en 43% kon hierbij de eigen zorgen vergeten (Stichting Marktonderzoek Boekenvak & GfK, 2016). Voor lezers van sciencefiction en fantasy gold dat nog sterker:

zij vergaten hun zorgen in 58% van de gevallen (Stichting Marktonderzoek Boekenvak & GfK, 2016). Als je opgaat in een andere wereld, verdwijnt de hectiek van de werkelijke wereld. ‘De literatuur is de prettigste manier om het leven te negeren,’ aldus de

heid te ontvluchten. Dit escapisme blijkt

Portugese dichter Fernando Pessoa. Dat is natuurlijk niet het hele verhaal. Sommige mensen lezen om het leven te negeren

en aan zichzelf te ontsnappen, anderen juist om hun leven weerkaatst te zien. Lezen biedt zowel afleiding als herkenning (Koopman, 2014). Afleiding sluit herkenning niet

al te vaak een manier om dichter bij jezelf

per se uit: juist de afstand tot de directe werkelijkheid die een meeslepend fictieverhaal biedt, kan ervoor zorgen dat je op je eigen leven gaat reflecteren. Herkenning kan bovendien plaatsvinden zonder dat je dat van tevoren verwacht.

j3 Een samenvatting met informatie uit verschillende bronnen

te komen.

557


18

• LEESMONITOR De behoefte om je te herkennen in personages en gebeurtenissen zit diep. Peuters en kleuters voelen zich al aangetrokken tot verhalen die een gelijkenis vertonen met hun eigen leven, en hun verbondenheid met de personages uit die verhalen is vaak intens (Alexander, Miller, & Hengst, 2001). Het is niet ongebruikelijk dat jonge kinderen maandenlang hetzelfde verhaal willen horen en het zelfs gaan naspelen. Deze identificatie met personages helpt kinderen om hun eigen emoties te verkennen en ermee

IN

om te gaan (Alexander et al., 2001). Dergelijke identificaties houden we ons leven lang.

Het verlangen naar herkenning groeit als we het zelf moeilijk hebben. Dit is bijvoor-

beeld terug te zien in de lezersreacties op A.F.Th. Van der Heijdens Tonio. Op de lezersF OTO B E RT N I E N H U I S

website Goodreads schreef een vrouw over deze requiemroman: ‘Het gevoel van her-

N

kenning in dit boek als je zelf een kind verloren hebt is overweldigend. (…) Een boek waarbij ik op sommige momenten wenste dat het in godsnaam “uit” was zodat ik kon stoppen met lezen, maar waar ik me tegelijkertijd als een drenkeling aan een boei aan

VA

vasthield.’ Herkenning kan duidelijk een gevoel van troost geven: ik sta niet alleen met mijn pijn. Daarnaast hangt herkenning samen met het opdoen van nieuwe inzichten, zoals onder meer bleek uit een enquête-onderzoek van Koopman (2014). ‘De troost die psychotherapie kan bieden

Dit geldt niet alleen voor volwassenen; ook kinderen halen troost en inzicht uit

Bij psychotherapie gaat het om het verhaal

fictieverhalen (Bernstein & Rudman, 1989; Alexander et al., 2001). De schrijver weet

van de patiënt. Dat hoeft geen mooi verhaal

verdriet vaak op een kundigere manier te verwoorden dan dat mensen zelf hadden

©

is heel anders dan de troost van literatuur.

gekund, en zij kunnen hun eigen reacties vergelijken met die van de personages

mag het eindelijk zelf zeggen. Het gaat dan

(Bernstein & Rudman, 1989; Koopman, 2014). Van Joost van den Vondels ‘Kinder-lyck’

wel om het vinden van de juiste woorden,

(1632) tot John Greens The Fault in Our Stars (2012): de aanhoudende populariteit

maar wat “juist” is in die context is anders

ie

te zijn, als het maar van die persoon is, die

dan de juistheid van een woord in een gedicht.

hebben aan herkenbare verhalen en troostende woorden. •••

rs

In een gedicht is de esthetica cruciaal: de

van poëzie en romans over ziekte, sterven en rouw toont hoezeer mensen behoefte

ritmiek, de klankkleur. Een gedicht is een soort muziekstukje.

Redenen om te lezen – voor volwassenen en kinderen In een voor Nederland representatief consumentenonderzoek van Stichting Marktonder-

of roman precies zagen staan wat zij voelen,

zoek Boekenvak en onderzoeksbureau GfK (2016) noemen volwassenen deze vijf zaken

fv e

Lezers vertellen me vaak dat zij in een gedicht

maar waar zij moeilijker woorden voor konden

als de belangrijkste redenen om te lezen:

vinden. Naar aanleiding van Contrapunt heb

1) ontspanning, 2)plezier, 3) spanning, 4) fantasie prikkelen, 5) in het hoofd van een

ik heel veel brieven gekregen van ouders die

ander kruipen

ook een kind hadden verloren. Die vinden het

heel prettig om dat zo verwoord te zien. Ik zie

Uit een recent grootschalig onderzoek van Stichting Lezen en onderzoeksbureau duo (2017a; 2017b) blijkt dat 8- tot 18-jarige kinderen lezen om vergelijkbare redenen.

tjes uit een gedicht van mij zijn overgenomen.

De vraagstelling in het DUO-onderzoek was anders dan in het GfK-onderzoek, dus de

pr oe

ook weleens rouwadvertenties waarin regel-

Dat vind ik wel een eer, dan beleven mensen

uitkomsten kunnen niet direct vergeleken worden. Kinderen onderschrijven het vaakst

kennelijk iets belangrijks aan je werk.

de volgende redenen om te lezen:

Voor mijzelf is lezen vooral afleiding, dat je

1) interesse in een bepaald onderwerp, 2) fantaseren / avonturen beleven in mijn hoofd

meegesleept wordt in een tekst. Dat is voor

3) in de hoofdpersoon verplaatsen, 4) plezier / vrolijk worden, 5) tegen verveling

mij belangrijker dan herkenning. Als je een-

maal leest, kun je je altijd bezighouden.’

Basisschoolleerlingen zijn blijkens het onderzoek veel positiever over lezen dan middel-

Anna Enquist, schrijver, dichter en psycho-

bare scholieren. Met de overgang van de basisschool naar de middelbare school neemt

analyticus

het leesplezier bij veel leerlingen af (Nielen & Bus, 2016). Het hoeft niet te verbazen dat basisschoolleerlingen op elk van de aparte redenen om te lezen hoger scoren. Ook lezen meisjes liever dan jongens. Vooral lezen om hun stemming te reguleren (om vrolijk te worden, maar ook om te helpen bij verdriet) en lezen om op te gaan in een ander leven of andere wereld, zijn redenen die meisjes aanzienlijk vaker geven dan jongens.

558

TRAJECT NEDERLANDS   J Samenvatten


BRON 3

Waarom lezen goed is voor ons Simon Beqouye – 2023

VA

N

Voorlezen is dé uitgelezen manier om taalontwikkeling te stimuleren bij baby’s en peuters. De Nederlandse Stichting Lezen stelde vast dat kinderen die als baby worden voorgelezen, later hoger scoren op taal. Tijdens het voorlezen horen ze nieuwe woorden en structuren, wat hen op latere leeftijd stimuleert om actief met taal aan de slag te gaan. Ook voor kinderen die zelf al kunnen lezen, blijft voorlezen en lezen belangrijk voor hun taalontwikkeling, aldus Stichting Lezen.

©

Een lezende maatschappij Om te beginnen heeft lezen een belangrijke plaats in onze kennismaatschappij. Dagelijks worden we geconfronteerd met tekst: op verkeersborden, via e-mail, in de krant, vacatures, programmaboekjes van het cultureel centrum of de bijsluiter van een medicijn. Op het werk bestaat 80 procent van onze bezigheden uit lezen en schrijven. Geletterd zijn betekent dat je geen problemen ondervindt om teksten te lezen, te begrijpen en te verwerken. Eén op zeven volwassen Vlamingen is laaggeletterd, ofwel meer dan een half miljoen. Dat blijkt uit een grootschalig PIAAConderzoek in verschillende OESO-landen.

IN

‘Lezen is goed voor je’ – het is een vaak herhaalde boodschap die je als kind van ouders, leerkrachten en bibliothecarissen meekreeg. Ook vanuit wetenschappelijke hoek onderstrepen veel onderzoeken het belang van lezen op verschillende vlakken: van een rijkere woordenschat tot sociale ontwikkeling en misschien zelfs tot langer leven. Een overzicht van de belangrijkste bevindingen.

rs

ie

– ‘Kunnen lezen is een basiscompetentie om deel te nemen aan de maatschappij.’ –

Ontdek de wereld, maar ook jezelf Via lezen slaan we kennis en informatie op. Educatieve boeken hebben voornamelijk dat doel voor ogen, maar ook fictieve verhalen brengen inzichten bij. Via verhalen verruimen we ons denken en wereldbeeld. Een boek over Amerikaanse slavernij in de 19e eeuw geeft andere perspectieven dan de directe omgeving die jij gewoon bent. Een verhaal over gender dat stereotypen doorbreekt, doet je misschien anders denken over seksuele geaardheid en identiteit. Lezen helpt om de wereld en de ander te ontdekken. Lezen stelt vooroordelen in vraag, zo stellen een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Science en een onderzoek van de Washington en Lee University.

pr oe

fv e

Een goede leesvaardigheid verhoogt zelfs de kansen op de arbeidsmarkt. Een studie gepubliceerd in Psychological Science besloot dat vaardige lezers sneller werk vinden dan laaggeletterden en tot 16 procent meer verdienen. Ander onderzoek van Oxford University stelt dat 16-jarigen die frequent en graag lezen later dikwijls een job met meer verantwoordelijkheden krijgen. Daarnaast hebben boeken in huis ook impact op de onderwijskansen van een kind. Kinderen die opgroeien in een huis met meer dan 500 boeken volgen gemiddeld drie jaar langer onderwijs en werken vaker een universitaire opleiding af dan zij die opgroeien in een boekarme omgeving, zo blijkt uit een studie van University of Nevada. Hogere concentratie, rijkere taal Naast een goede leesvaardigheid helpt lezen ook om ons concentratievermogen te trainen. Neurologische studies van o.a. Stanford University concluderen dat lezen een cognitief proces is waarbij hersenen de gelezen tekst omzetten in betekenis en informatie, wat concentratie vereist. Hoe vaker je dus leest, hoe meer je dit proces herhaalt. Hierdoor kun je ook andere taken geconcentreerder uitvoeren. Dat effect op het concentratievermogen is ook aanwezig bij baby’s en peuters die worden voorgelezen.

j3 Een samenvatting met informatie uit verschillende bronnen

Al lezend ontdekken we ook onszelf. In sommige personages herken je jezelf, bij andere neem je net afstand omwille van een botsend karakter. Onderzoek leert dat lezers vaak verbanden leggen tussen het gelezen boek en hun eigen identiteit. Verhalen kunnen op die manier helpen in de ontwikkeling van je persoonlijkheid en zelfbewustzijn. Ze functioneren niet enkel als vensters op de wereld, maar ook als spiegels die we onszelf voorhouden. ‘Lezen verruimt ons denken’, zo omvat Stichting Lezen de opbrengsten van lezen in een literatuurstudie. De sociale lezer Soms wordt lezen eerder als een asociaal tijdverdrijf gezien of als ‘tijd stelen voor jezelf’. Lezen is dan misschien een erg individuele bezigheid, toch hebben frequente lezers niet meteen een kleinere vriendengroep. De Liverpool University stelde zelfs vast dat lezers sneller bereid zijn

559


om onbekenden aan te spreken. Ze voelen zich meer op hun gemak bij vreemden en knopen makkelijker een gesprek aan. Lezers zijn meer betrokken bij de eigen vrienden en gemeenschap dan zij die weinig of niet lezen. Bovendien zouden lezers zich sneller sociaal engageren via vrijwilligerswerk of donaties, aldus een Canadees onderzoek.

verhalen en vertellen over de emoties of herinneringen die bij hen opkomen. Er bestaan verschillende leesgroepen voor iedereen, sommige richten zich tot gedetineerden of mensen met dementie. Volgens onderzoek van Liverpool University uit 2017 zou samenlezen effect hebben op patiënten met een chronische aandoening.

N

IN

– ‘Als je leest, ben je tegelijkertijd gefocust en ontspannen. Je vergeet even alles rondom je – taken die je nog moet doen of andere bekommernissen – waardoor je ook fysiek ontspant.’ –

VA

©

– ‘Lezers begrijpen de gevoelens van anderen beter. Wie veel leest, ziet hoe personages zich gedragen in verschillende situaties of hoe ze met anderen omgaan.’ –

Lezen als medicijn Boeken kunnen een middel zijn tegen stress. Als je leest, ben je tegelijkertijd gefocust en ontspannen. Je vergeet even alles rondom je – taken die je nog moet doen of andere bekommernissen – waardoor je ook fysiek ontspant. Dat gebeurt minder als je bijvoorbeeld tv-kijkt of op je smartphone bezig bent – hier sluit je jezelf niet volledig af van de wereld rondom je.

ie

Lezen kan tot slot helpen om het risico op dementie te verminderen. Verschillende mentale bezigheden zoals schaken of lezen zorgen ook voor een verminderd risico op dementie op latere leeftijd. Volgens een studie van Yale University uit 2016 zouden frequente lezers tot 23 maanden langer leven dan niet-lezers – al is vervolgonderzoek aangewezen om deze bevindingen verder te onderbouwen. In het Verenigd Koninkrijk ontstonden al enkele initiatieven die ervoor ijveren dat artsen niet voortdurend medicatie voorschrijven, maar patiënten eerder stimuleren om musea te bezoeken of in een boek te duiken.

pr oe

fv e

rs

Daarnaast bevestigen verschillende studies, zoals onderzoek van de Universiteit Amsterdam, hoe lezen ons empathisch vermogen vergroot: lezers begrijpen de gevoelens van anderen beter dan niet-lezers. Wie veel leest, ziet hoe personages zich gedragen in verschillende situaties of hoe ze met anderen omgaan. Verhalen beschrijven naast dat gedrag ook vaak wat een personage denkt of voelt. Een lezer observeert dat denkproces en sociale gedrag. Dat strookt misschien niet met wat hijzelf denkt of doet. Zo tonen lezers sneller begrip voor personen die ze in het echte leven ontmoeten.

Genezing van de ziel De oude Grieken waren al overtuigd van het spirituele belang van boeken. Boven de nis van de bibliotheek van Alexandrië was de tekst ‘plaats ter genezing van de ziel’ gebeiteld. Verhalen hebben een troostend effect in tijden van verlies of rouw. Onderzoek bevestigt dat literatuur – dus niet enkel zelfhulpboeken – ons welbevinden en gezondheid positief beïnvloedt. Ook als we lezen om even te ontsnappen aan de dagelijkse realiteit, helpen verhalen om zaken uit ons eigen leven in perspectief te zetten en om anders over onze eigen situatie na te denken. Met anderen praten over verhalen en boeken kan ook een therapeutisch effect hebben, zo stelt The Reader Organisation. In Vlaanderen zijn er verschillende samenleesgroepen waarbij deelnemers vertrekken van

560

TRAJECT NEDERLANDS   J Samenvatten

Meer empathie, een hoger concentratievermogen en misschien zelfs langer leven: de voordelen van lezen zijn oneindig. Al hoeven die effecten uiteraard niet de drijfveer te zijn. Je kunt ook lezen omdat het gewoon leuk is. Bron: www.iedereenleest.be


3

Een synthese schrijven In deze les ga je een synthese schrijven waarin je aan de hand van de gegeven bronnen beargumenteert dat lezen een positieve invloed heeft op het welzijn. Maak daarvoor gebruik van minstens twee verschillende bronnen.

IN

De informatie verzamelen en gestructureerd weergeven

1 Maak gebruik van de bronnen op p. XXX-XXX. Bepaal welke bronnen – volgens jou – relevant zijn voor jouw synthese door te kijken naar de titels en tussentitels. 2 Lees of beluister de bronnen en selecteer er twee die je wilt gebruiken.

N

3 In tegenstelling tot wanneer je een samenvatting maakt, ga je voor een synthese niet de hele bron samenvatten, maar enkel de informatie die je nodig hebt. Bekijk de bronnen kritisch en denk na over de verschillende deelaspecten die je in je synthese wilt verwerken.

©

5 Lees de teksten opnieuw door en markeer de informatie over de deelaspecten die je wilt gebruiken in jouw synthese. Denk eraan dat hoofdzaken vaak terug te vinden zijn in de kernzin van een alinea (zie ook ‘Tijdens het lezen’ in de Trajectwijzer op p. 90).

ie

6 Vul je schema aan met de relevante informatie over de verschillende deelaspecten uit de verschillende bronnen.

rs

Een synthese schrijven

fv e

7 Stel een schrijfplan op waarin je nadenkt over de opbouw van jouw synthese. Werk in elke alinea een deelaspect (subthema) uit. 8 Schrijf een synthese aan de hand van je schrijfplan. Hou tijdens het schrijven rekening met de volgende aandachtspunten: • schrijf een doorlopende tekst met een IMS-structuur; • zorg voor een logische opbouw binnen elke alinea (kernzin + uitwerking); • maak gebruik van duidelijke signaal- en verwijswoorden.

pr oe

6.8.2

VA

4 Maak een schema met elk deelaspect als tussentitel. Voorzie voldoende ruimte zodat je bij elk deelaspect de informatie uit de verschillende bronnen kunt noteren.

j3 Een samenvatting met informatie uit verschillende bronnen

TIP Een synthese is een doorlopende tekst waarin de informatie uit verschillende bronnen wordt samengebracht. Dat wil zeggen dat het geen opeenvolging van samenvattingen van verschillende teksten is, maar een tekst waarin de verbanden tussen de informatie duidelijk zijn. Het is dus belangrijk om de informatie te ordenen per (sub)thema en niet per bron.

561


Bronnen vermelden Wanneer je een synthese schrijft waarin je informatie uit verschillende bronnen samenbrengt, mag je niet vergeten om op een correcte manier te verwijzen naar de bronnen waarop je je baseert. Lees in de Trajectwijzer hoe je een correcte bibliografie opstelt.

5.9

IN

9 Achteraan de tekst maak je een bibliografie van de gebruikte bronnen en in de tekst zelf verwijs je naar de gebruikte werken door de naam van de maker en het jaartal van de bron te vermelden.

Reflecteren

pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

N

10 Beoordeel zelf je synthese aan de hand van de evaluatiematrix op iDiddit. Herwerk je tekst vervolgens tot een tweede versie waarin je rekening houdt met je werkpunten.

562

TRAJECT NEDERLANDS   J Samenvatten


K receptieve vaardigheden

k1

Leesvaardigheid – begintest Je test hoe goed je leesvaardigheid is. Je herkent tekstdoel, tekstsoort en teksttype. Je haalt het onderwerp, de hoofdgedachte en de kernzinnen uit een tekst. Je gebruikt woordleerstrategieën om de betekenis van onbekende woorden te vinden.

IN

1 2 3 4

N

LEESVAARDIGHEID VLAAMSE JONGEREN GAAT VERDER ACHTERUIT

VA

Simon Grymonprez

fv e

rs

ie

©

De leesvaardigheid van de Vlaamse vijftienjarigen is er ten opzichte van 2015 ‘aanzienlijk’ op achteruitgegaan. Dat blijkt uit de nieuwste Pisaresultaten, die de Oeso vandaag publiceert. Voor wetenschappen en wiskunde is de daling sinds 2015 verwaarloosbaar.

3 Voor wetenschappen en wiskunde laat Vlaande-

voornamelijk rijke industrielanden, de resultaten van het Pisa-onderzoek, dat de leesvaardigheid en wiskundige en wetenschappelijke geletterdheid van vijftienjarigen test. Bij Pisa 2018, waarvan de resultaten dinsdag zijn bekendgemaakt, waren in Vlaanderen 4 882 leerlingen uit 172 scholen betrokken.

ren sinds 2015 een lichte, maar niet-significante daling optekenen. Voor deze domeinen scoren de jongeren dus hetzelfde. Ze behoren ook nog steeds tot de Europese subtop. Tussen 2003 en 2018 daalde het aantal toppresteerders voor wiskunde wel in geen enkel land zo sterk (-15%) als in Vlaanderen.

pr oe

1 Elke drie jaar publiceert de Oeso, de denktank van

2 Voor leesvaardigheid is de achteruitgang ten op-

zichte van 2015 ‘aanzienlijk’, zegt minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). Voor de eerste keer sinds het begin van de tests in 2000 vallen de Vlaamse vijftienjarigen voor leesvaardigheid uit de top tien van de Oeso-landen. Binnen Europa moet Vlaanderen voor leesvaardigheid Ierland, Estland, Letland en Polen laten voorgaan. Een op de vijf Vlaamse leerlingen haalt het minimumniveau niet: ze kunnen teksten niet goed gebruiken en ze kunnen er de belangrijkste elementen niet uithalen.

k1 Leesvaardigheid – begintest

4 Minister Weyts maakte dinsdagochtend bekend

dat hij Oeso-topman Dirk Van Damme heeft gevraagd om een expertengroep samen te stellen. Die moet maatregelen voorstellen om de neerwaartse trend terug om te buigen. Onvoldoende voortgang Pisa-resultaten voor leesvaardigheid baren dus zorgen. Vandaag werden ook de resultaten van Pirls Repeat voorgesteld, een vervolgstudie

5 De

563


op de leesvaardigheidstest Pirls uit 2016. Toen kende Vlaanderen een dramatische daling. Pirls Repeat testte dezelfde groep leerlingen, die op dat moment dus in het zesde leerjaar zaten.

die de slechte resultaten relativeren, maar ik wil dat uitdrukkelijk níet doen. Zeker de evolutie op lange termijn kunnen we niet naast ons neerleggen. We moeten nú ingrijpen en de kwaliteit opkrikken.’

6 Uit de vervolgstudie blijkt dat er tussen het vierde

7 Uit het Pisa-onderzoek blijkt dat de negatieve trend

N

IN

zegt Weyts, ‘want taal is de sleutel tot alle andere kennis. Ten tweede moeten we de lat hoger leggen, met aangescherpte eindtermen die focussen op Nederlands en wiskunde. Ten derde moet ons onderwijs meer in de spiegel kijken, met in heel Vlaanderen dezelfde proeven die meten of we erin slagen om leerwinst te boeken. Het zal zeker tien jaar duren voor we effecten van die aanpak zien. Op korte termijn zullen er niet meteen meetbare resultaten zijn, maar we moeten de tanker wel keren’.

10 Vlaanderen is overigens niet de enige regio die

©

zichtbaar is in alle onderwijsvormen, ook in het aso (domeinoverschrijdende doorstroomfinaliteit, n.v.d.r.). Vroeger was amper één procent van de ‘laagpresteerders’ voor leesvaardigheid een aso-leerling: nu vind je al zeven procent van die laagpresteerders in het aso. De Vlaamse leerlingen geven overigens amper blijk van leesplezier: de helft van de Vlaamse vijftienjarigen bestempelt lezen zelfs als tijdverlies.

9 ‘Ten eerste moeten we focussen op Nederlands,’

VA

en het zesde leerjaar onvoldoende leerwinst geboekt werd voor begrijpend lezen. De leerlingen halen in het zesde leerjaar het niveau van de best presterende landen uit de test voor het vierde leerjaar: ze doen er dus twee jaar langer over om het topniveau te bereiken. Volgens vier van de vijf gebruikte maatstaven is de leerwinst tussen het vierde en het zesde leerjaar duidelijk kleiner dan verwacht.

rs

ie

achteruitgang boekt. Zo is de wiskundeknobbel van Finse en Duitse leerlingen er ook significant op achteruitgegaan. Wat leesvaardigheid betreft, valt vooral de dramatische achteruitgang in Nederland op. Daar is bij een kwart van de leerlingen de leesvaardigheid onvoldoende om ‘goed mee te kunnen doen in de samenleving’. Ten slotte blinken Duitse, Finse en Nederlandse leerlingen ook steeds minder uit in weten­ schappen.

pr oe

fv e

‘Moeten de tanker keren’ 8 ‘Deze resultaten kun en mag je niet wegwuiven’, zegt Ben Weyts. ‘Jaar na jaar zijn er wel experts

Bron: standaard.be, 03/12/2019, Simon Grymonprez

564

TRAJECT NEDERLANDS   K Receptieve vaardigheden


1 Lees de tekst op p. 283-284 een eerste keer globaal. a Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst? b Geef de hoofdgedachte van de inleiding in één zin weer. c Met welk tekstdoel schreef de auteur deze tekst, denk je? d Welk type tekst is dit?

a Bedenk een alternatieve titel die goed de kern van het artikel weergeeft. b Zoek in alinea’s 5, 6 en 7 telkens de kernzin. c Noteer per alinea een vraag waarop de alinea een antwoord geeft.

IN

2 Lees de tekst een tweede keer. Je leest nu het geheel en dringt door tot de volledige boodschap van de tekst.

VA

N

d Wat is de juiste conclusie van het PISA-onderzoek? 1 De belangrijkste oorzaak voor de ondermaatse leesvaardigheid ligt in de lagere school. 2 De negatieve trend valt het meest op in het aso. 3 De Vlaamse leerlingen scoren steeds slechter voor leesvaardigheid. 4 Alle landen gaan erop achteruit, dus Vlaanderen doet het zo slecht nog niet.

‘Een op de vijf Vlaamse leerlingen haalt het minimumniveau niet: ze kunnen teksten niet goed gebruiken en ze kunnen er de belangrijkste elementen niet uithalen.’ (alinea 2) Waarom is dat zo’n probleem, denk je?

ie

f

©

e Welke stelling is fout? 1 Er zijn steeds minder Vlaamse leerlingen die het topniveau halen voor wiskunde. 2 Lezen is voor 50% van de jongeren eerder een verplichting dan een hobby. 3 Dankzij enkele maatregelen van minister Weyts zal het leesvaardigheidsniveau van de Vlaamse jongeren snel weer stijgen. 4 Het aantal laagpresteerders in het aso stijgt.

rs

3 Bij de volgende vragen focus je op een specifiek woord of verband in de tekst.

fv e

a Hoe verhoudt alinea 8 zich ten opzichte van alinea 9? 1 oorzaak – gevolg 3 opeenvolging 2 doel – middel 4 vergelijking b Waarvan is alinea 9 een voorbeeld? 1 reden 2 voorwaarde

3 opsomming 4 tegenstelling

pr oe

c Welk verband legt het bindwoord ‘wel’ in alinea 3? 1 voorwaarde 3 toegeving 2 opsomming 4 tegenstelling

d Wat betekent ‘niet-significante daling’ in alinea 3? 1 een daling die niet betekenisvol is 3 een onverwachte daling 2 een belangrijke daling 4 een daling die niemand had zien aankomen

4 Je hebt zonet een informatieve tekst besproken en bestudeerd. Slaag je erin om zelfstandig zo’n tekst te verwerken? Je leerkracht zet online een zelftest voor je klaar.

k1 Leesvaardigheid – begintest

565


K receptieve vaardigheden

Lees- en luistervaardigheid – balanstest 1 2 3 4 5 6 7

1 Weet je waarvoor het letterwoord AI staat? 2 Weet je wat AI precies inhoudt en/of ken je voorbeelden? 3 Bekijk de aflevering AI van Kennismakers en neem notities volgens de Cornell-methode.

©

5.3.2

N

Luisteren: Gaan slimme computers de wereld veroveren?

VA

1

Je herkent tekstdoel, tekstsoort en teksttype. Je haalt het onderwerp, de hoofdgedachte en de hoofdpunten uit een bron. Je gebruikt woordleerstrategieën om de betekenis van onbekende woorden te vinden. Je kunt de betrouwbaarheid van een bron beoordelen. Je kunt de relevante informatie in een bron selecteren. Je kunt inhoudelijke vragen bij een tekst oplossen. Je kunt een tekst schematiseren.

IN

k2 k1

Lezen: Taal is sleutel tot artificiële intelligentie

rs

2

ie

4 Je leerkracht geeft je nu enkele vragen over het luisterfragment.

fv e

We vertrekken van het artikel Taal is sleutel tot artificiële intelligentie. Je krijgt een aantal vragen bij de tekst. Als slotvraag krijg je een korte schrijfopdracht. Lees het artikel Taal is sleutel tot artificiële intelligentie op p. 288-289 een eerste keer globaal. 1 Wat is het tekstdoel van de tekst?

pr oe

2 Geef de tekstsoort en het teksttype. 3 Wat is het onderwerp van de tekst?

4 Is het een betrouwbaar artikel? Verwijs in je antwoord naar de bron. 5 Je wierp al een eerste blik op de tekst. Kun je voorspellen waarover de tekst meer in detail zal gaan? Lees het artikel nu grondig. 6 Vat in enkele zinnen de hoofdgedachte van de tekst samen. 7 Beschrijf in je eigen woorden wat de volgende woorden betekenen: a escaleren c   fungeren b operationeel d  modelleren 8 Zoek in de tekst naar een ander woord / een andere beschrijving voor: a artificiële intelligentie b een onderzoeker c wat te maken heeft met ons brein / onze hersenen

566

d   vrolijk e   de studie van taal

TRAJECT NEDERLANDS   K Receptieve vaardigheden


9 Verklaar de tussentitel ‘Bitch = stom wijf’. 10 Verklaar het belang van context bij artificiële intelligentie. 11 Leg de volgende zin uit in je eigen woorden: ‘Het is ironisch dat het een computer vergt om het belang van taal voor ons mens-zijn aan te tonen.’ 12 Is er iets opmerkelijks aan de plaats van de tussentitel 'Bitch = stom wijf'? 13 Waarom staat er bij de tekst een foto van een zorgrobot? 14 Kies telkens het juiste antwoord.

IN

a Alinea 2 verhoudt zich tot alinea 1 als … 1 oorzaak – gevolg 2 probleem – oplossing 3 vraag – antwoord 4 voordeel – nadeel

©

c In alinea 7 krijgen we … 1 een tegenstelling met alinea 6. 2 voorbeelden in verband met alinea 6. 3 kritische bedenkingen over alinea 6. 4 oplossingen voor alinea 6.

VA

N

b In alinea 4 … 1 krijg je voorbeelden van hoe een computer online pesten herkent. 2 lees je meer specifiek hoe een computer seksueel overschrijdend gedrag herkent. 3 lees je hoe het Clips-project deel uitmaakt van een groter project. 4 ontdek je hoe men een computer leert schelden.

Schrijven: Geen AI zonder taal

fv e

3

rs

ie

d In alinea 9 lezen we dat computers … 1 even sterk zijn in taal als mensen. 2 soms een betere intuïtie hebben dan mensen. 3 alle reacties in onze hersenen kunnen nabootsen.

pr oe

1 Wat is jouw mening over de gevaren en mogelijkheden van artificiële intelligentie? Gebruik de informatie uit de aflevering AI van Kennismakers en uit het artikel uit Eos en schrijf een korte, beargumenteerde reactie op de volgende stelling:

‘Artificiële intelligentie vormt een bedreiging voor onze taal en voor ons voortbestaan als mens.’

4

Lezen: Artificiële intelligentie vreet te veel energie

Op iDiddit vind je het artikel Artificiële intelligentie vreet te veel energie. Lees het artikel grondig en schematiseer de informatie volgens de meest geschikte tekststructuur.

k2 Lees- en luistervaardigheid – balanstest

567


te maken met de enorme rekenkracht van spelconsoles? Kort en krachtig: ze leren computers aan hoe menselijk gedrag werkt.

Meer over de volgende onderwerpen: Technologie

supercomputer

Artificiële intelligentie

taal

Dit is een artikel van: UAntwerpen

VA

‘Taal weerspiegelt het wezen van wie we als

Meer artikels van deze auteur

IN

Wat hebben drie germanisten van UAntwerpen

UAntwerpen

N

Taal is sleutel tot artificiële intelligentie

mensen zijn.’

Gepubliceerd op: 29 september 2017

Hoe kan de beheerder van een online chatforum weten of er in een van de talloze gesprekken die hij moet overzien een chatter over de schreef gaat en de anderen de huid vol scheldt? Of hoe kunnen ouders merken dat hun tiener zwaar gepest wordt op sociale media, die zoon- of dochterlief net zorgvuldig afschermt voor hen? En in navolging van dat laatste: hoe weten deze ouders dat cyberpestgedrag niet escaleert, in die mate dat hun kind met zelfmoordgedachten kampt, en dat online ook laat merken?

2

Dergelijke situaties komen steeds vaker voor, en telkens vallen ouders en leerkrachten uit de lucht over de ernst van de situatie. Terwijl het antwoord op de drie vragen eenvoudig is: vraag het aan de computer. Althans, dat vinden toch de vorsers van onderzoekscentrum CLiPS. Die naam staat voor Computational Linguistics and Psycholinguistics, een groep opgericht in 2003. Zij ontwikkelen vandaag een tool die ‘cyberbullying’ herkent, en zelfs uit iemands online posts kan opmaken of die persoon depressief gedrag vertoont. Eens operationeel kan de tool fungeren als een filter voor chatboxen of sociale media, bijvoorbeeld als deel van een antivirusprogramma, en bij problemen een waarschuwing sturen naar moderatoren, ouders of leerkrachten.

3

Bitch = stom wijf Het onderzoek maakt deel uit van het AMiCA-project, dat samen met UGent en de KULeuven ontwikkeld wordt, en waarmee ook seksueel overschrijdend gedrag op sociale media kan worden herkend en gemeld. Niet doordat de tool elke keer als het over seks gaat een waarschuwing stuurt naar de ouders. Maar door te controleren of iemand die bijvoorbeeld in haar profiel zegt een 15-jarig meisje te zijn, niet in werkelijkheid een 50-jarige pedofiel is. Hoe? Door te analyseren wat die persoon schrijft en hoe die zijn of haar taal gebruikt.

pr oe

fv e

rs

ie

©

1

568

4

Dat laatste geeft aan hoe complex de wetenschap achter deze toepassingen wel is. En wat taal in hemelsnaam met computers en dataonderzoek te maken heeft, zoals de ‘computational linguistics’ in CLiPS aangeven. Dit gaat over artificiële intelligentie. Over een computer die uit taalgebruik begrijpt dat iemand een man is, van middelbare leeftijd, of een depressieve tiener.

5

‘Het begint met een hele reeks woorden en teksten die, in ons project, als pestgedrag kunnen worden omschreven, en waarmee we de computer als het ware voeden’, begint Walter Daelemans, hoofd van CLiPS. ‘Dat was een hele opdracht’, gaat collega Guy De Pauw verder. ‘We zijn zelf een tiental scholen afgegaan, waarbij we jongeren een rollenspel rond pesten hebben laten spelen, om de juiste scheldwoorden te leren kennen.’ Met die data kan een computer perfect reageren wanneer een van de ingevoerde woorden en uitdrukkingen gebruikt wordt. Maar dan wordt het pas interessant.

6

Herken de kat ‘Iemand een klootzak noemen kan ook plagerig bedoeld zijn’, merkt Daelemans op. ‘Kortom, de computer moet de context van een bepaald gesprek vatten, om uit te maken of het om een belediging

TRAJECT NEDERLANDS   K Receptieve vaardigheden


© Foto UAntwerpen

N

Een computer die leert, en die een context interpreteert? Bestaat dat dan? ‘Absoluut’, knikt een merkelijk enthousiaste Kestemont. ‘Een aantal jaar geleden verscheen een paper over een onderzoek waarbij een computer een week lang YouTubefilmpjes heeft gekeken. Nadien genereerde hij zelf een beeld van onder meer een kattenkop. Een wezen dat hij niet kende, maar dat hij door de talloze kattenfilmpjes op YouTube wel was gaan herkennen als iets wat hetzelfde was. Een later onderzoek deed iets soortgelijks met Google News. Een computer die geen taal kende, kon na een periode van het scannen van al die berichten woordenwolken maken die uiteenvielen in onder meer de maanden van het jaar, landen, steden, voorzetsels … Hij wist nog steeds niet wat die woorden betekenden, maar door de context waarin ze gebruikt werden, kon hij wel opmaken dat ze wat met elkaar te maken hadden.’

VA

7

IN

of een plaagstoot ging.’ ‘En meer nog’, valt Mike Kestemont bij. ‘De computer moet ook weten dat als “bitch” een scheldwoord is, wat we hem hebben geleerd, “stom wijf” vaak in dezelfde context gebruikt wordt en dus ook een belediging is.’

Spelconsoles ‘Computers kunnen dat slechts door een grote sprong in rekenkracht’, legt De Pauw uit. ‘En dat gebeurde opvallend genoeg met de grafische processors die ook in spelconsoles gebruikt worden. Die berekenen in enkele milliseconden enorm ingewikkelde matrixen vol data, op een manier die vergelijkbaar is met de werking van ons brein. We weten al tientallen jaren dat dergelijke zogenaamde neurale netwerken theoretisch zouden kunnen, maar het is maar door de huidige rekenkracht dat we ze ook kunnen toepassen. Op die manier kan de computer triljoenen connecties maken, meer dan onze hersenen.’

9

Het grote woord is gevallen: een computer die werkt zoals onze hersenen, en situaties kan inschatten, vertoont die menselijke eigenschappen? ‘We modelleren het brein, en daarmee de mens’, bevestigt Daelemans. ‘Al blijft dat beperkt. De elektrische impulsen in een brein kunnen we nabootsen – in de mate dat we ze al kennen – maar de chemische reacties natuurlijk niet. Toch kunnen we bij een computer al spreken van een vorm van intuïtie, van gezond verstand. Een grote doorbraak op dat vlak zagen we onlangs: voor de eerste keer won een computer van een topspeler in het Aziatische bordspelletje Go. Schaakcomputers zijn al een tijdje beter dan mensen, maar Go is een spel dat veel meer intuïtie vereist dan schaak. Door rekenkracht kunnen computers steeds vaker situaties en gesprekspartners inschatten. We werken hier bijvoorbeeld met robots, waarvan we weten dat autistische kinderen er goed op reageren. Maar dan moet die computer wel weten wie hij voor zich heeft natuurlijk. Zo’n kind heeft niets aan een jolige robot die danst en zingt.’

pr oe

fv e

rs

ie

©

8

10

Google Assistant ‘Volgens alle grote spelers is tekst wel degelijk de toekomst’, menen Kestemont, Daelemans en De Pauw. Het is ironisch dat het een computer vergt om het belang van taal voor ons mens-zijn aan te tonen. Alleen op het eerste gezicht is de combinatie van taal- en letterkunde en computers opvallend. ‘Taal is wat ons onderscheidt’, glimlacht Daelemans. ‘Al onze emoties worden erin weerspiegeld. Al zijn er meer taalkundigen die dat doorhebben en in deze sector werken, dan informatici.’ ‘Het was dan ook stevig studeren nog’, herinnert Kestemont zich. ‘Maar volgens alle grote spelers is tekst wel degelijk de toekomst. Bedrijven als Google pompen miljarden in het onderzoek rond computerlinguïstiek. Opvallend toch: twintig jaar na de spraaktechnologie van het West-Vlaamse bedrijf Lernout & Hauspie zijn taal en spraak opnieuw dé uitdaging.’ Bron: www.eoswetenschap.eu

woord modelleren: zie antwoord opdracht 7

k2 Lees- en luistervaardigheid – balanstest

569


K receptieve vaardigheden

Leesvaardigheid – eindtest 1 2 3 4

Je test hoe goed je leesvaardigheid is, Je herkent tekstdoel, tekstsoort en teksttype, Je haalt het onderwerp, de hoofdgedachte en de kernzinnen uit een tekst, Je gebruikt woordleerstrategieën om de betekenis van onbekende woorden te vinden.

IN

k3 k1

Je leest het artikel uit Onze Taal op p. XXX.

1 Zoek het antwoord op onderstaande vragen. Je vindt de antwoorden letterlijk in de tekst.

N

a Kan een individu een nieuwe officiële spelling lanceren? Motiveer je antwoord. b Hoe reageert een taalgebruiker doorgaans op een nieuw spellingsvoorstel? c Waarmee houdt/hield men rekening bij de spelling van het Nederlands?

VA

d Welk essentieel verschil bestaat er tussen een beginnende en een geoefende lezer? e Waarom kreeg ‘yu’ de spellingsvoorkeur in Suriname? f

Welke beweringen in de spellingshervorming werden nooit wetenschappelijk aangetoond?

©

g Waarom gaan mensen op sociale media opzettelijk anders spellen?

2 De volgende vragen gaan iets dieper in op aangereikte thema’s uit de tekst. Let op: de antwoorden staan niet expliciet in de tekst.

ie

a In de tekst is er vooral sprake van de maakbaarheid van de spelling. Toon aan dat er nog andere aspecten aan een taal maakbaar zijn. Geef één aspect dat je illustreert met een voorbeeld.

rs

b Waarom heeft het Nederlands niets te zeggen over volgende woorden: Häagen Dazs, Uniqlo, Huawei …?

fv e

3 Welke van de besproken spelfouten ergert jou het meest? Geef drie argumenten die je mening ondersteunen. De volgende oefeningen focussen op de woordenschat die in de tekst aan bod komt. 4 Wat hoort bij elkaar? De woorden kun je in de tekst terugvinden. Je zult merken dat er in de rechterkolom drie verklaringen overblijven. weerbarstig

a

vooruitstrevend, modern

2

etymologie

b

kleine groep van voorname mensen

3

analogie

c

teruggrijpen naar het verleden

4

elite

d

oplossing voor een probleem waarbij alle partijen iets toegeven

5

fonetiek

e

naar verhouding, beperkt, eerder

6

variabel

f

overeenkomstig, in navolging van andere(n)

7

relatief

g

iemand die zich dwars, anders gedraagt; iemand die moeilijk te veranderen is

8

progressief

h

je mening geven in een persoonlijk gesprek

9

ironie

i

veranderlijk, wisselend, wisselvallig

10 confronteren

j

taalwetenschap die de herkomst van woorden onderzoekt

11 compromis

k

op iets (negatiefs) de aandacht vestigen

l

het tegendeel zeggen van wat je bedoelt, lichte spot

pr oe

1

m iets wat niet helemaal duidelijk is n

570

taalwetenschap die spraakklanken bestudeert

TRAJECT NEDERLANDS   K Receptieve vaardigheden


5 Welke woorden uit de linkerkolom van de vorige opdracht passen in deze nieuwe context? Sommige woorden dien je enigszins aan te passen.

VA

N

IN

Mileva Marić was aanvankelijk een … (a) onbekende Servische hoogbegaafde wis- en natuurkundige. In 1896 trad zij als vijfde vrouwelijke studente ooit toe tot de mannelijke universitaire … (b) in Zürich. Naar … (c) met enkele andere universiteiten werd toen stilaan een handvol vrouwen toegelaten op de Polytechnische School van Zürich, al was dit geen evidentie. Ook al stonden de mannelijke professoren niet meteen te springen om aan een vrouw les te geven, zij was … (d) en ging voluit voor haar studies. Deze … (e) houding trok de aandacht van een medestudent, namelijk Albert Einstein. Zij studeerden samen en Einstein raakte geïnteresseerd in Marićs wetenschappelijke ideeën die de eerste bouwstenen vormden voor zijn relativiteitstheorie. Ze werden verliefd op elkaar, trouwden en kregen samen drie kinderen. In 1921, twee jaar na hun scheiding, ontving Einstein de Nobelprijs voor Wetenschappen voor zijn bijdrage aan het foto-elektrisch effect, maar oh … (f), Marić werd hierbij niet gehuldigd. Zoals eerder afgesproken bij de scheiding en mede als dank voor haar bijdrage aan zijn wetenschappelijk werk schonk de wereldberoemde wetenschapper als … (g) zijn prijzengeld aan de moeder van zijn kinderen. Mileva Marić wordt nog steeds gezien als een van de vrouwelijke wetenschapsters in de schaduw van een mannelijke Nobelprijsdrager.

©

Naar: nl.wikipedia.org

ie

6 Je leest opnieuw de tekst Niets maakbaarder dan spelling! (Toch?). Hoe verwoordt de auteur de onderstreepte uitdrukkingen in zijn tekst? a Hij prutst en werkt constant aan zijn elektrische fiets om die nóg beter te krijgen.

rs

b Op vastgestelde tijdstippen worden de straten in de gemeente schoongeveegd. c Nadat hij de bal bewust tegen de nieuwe auto van de buurman schopte, geraakten de emoties al snel verhit.

fv e

d Haar starre, koppige houding belemmerde een sereen en open gesprek.

pr oe

e Na vele inspanningen en massa’s remediëringsoefeningen gingen zijn punten er danig op vooruit.

k3 Leesvaardigheid – eindtest

571


Maakbaarheid

Niets maakbaarder dan spelling! (Toch?) Berthold van Maris

IN

Aan de spelling kun je net zo lang sleutelen tot die perfect is, toch? Waarom is er dan altijd zo veel gedoe over?

ie

©

VA

N

met een d omdat je in het meervoud ‘honderden’ ook een d hoort. Etymologische principes en analogieën spelen dus ook mee. In het onderwijs kost het leren van de bestaande spellingsregels veel tijd – tijd die je misschien liever aan andere dingen zou willen besteden. Al zijn er in datzelfde onderwijs ook mensen die vinden dat het juist prima is als leerlingen ergens heel veel moeite voor moeten doen. De culturele elite, zoals schrijvers en uitgevers, is waar het om spelling gaat, meestal voor behoud van de traditie. In feite staan hier de belangen van jonge kinderen die met lezen en schrijven beginnen en de belangen van geoefende lezers en schrijvers tegenover elkaar. Voor de beginners geeft de spelling klanken weer. Zij zijn dus gediend bij een zo fonetisch mogelijke spelling. Voor de geoefende lezers en schrijvers gaat het vooral om het woordbeeld; zij vinden het vervelend als dat wordt veranderd. Die belangen kunnen niet goed met elkaar verenigd worden en dat staat de maakbaarheid, of zo je wilt de veranderbaarheid, van de spelling behoorlijk in de weg.

rs

Niet zóó maar zó – Boekje bij de nieuwe spelling door Klaas Heeroma

pr oe

fv e

Als er iets maakbaar is aan taal, is het de spelling, zou je denken. Er is in Nederland en Vlaanderen, maar ook in onze buurlanden, de nodige ervaring met officiële commissies die op gezette tijden veranderingen voorstellen. In principe kan de overheid zo een ideale spelling afdwingen. Maar de praktijk is natuurlijk veel weerbarstiger. We hebben in de jaren negentig mogen meemaken hoe lastig het is om zelfs maar een paar heel kleine dingetjes in de spelling (wordt het ‘pannenkoek’ of blijft het ‘pannekoek’) te veranderen. Want er ontstaat meteen veel verzet. ln Duitsland en Frankrijk deden zich rond diezelfde tijd vergelijkbare discussies voor. Is ‘der Fluss’ misschien beter dan ‘der Fluß’? Gaan we voortaan ‘maitresse’ schrijven in plaats van ‘maîtresse’? Bij al die spellingsdiscussies liepen de gemoederen hoog op en dan ging het daarbij niet altijd meer om die letters alleen. De discussies kregen al snel een sociale en ideologische lading. Fonetisch of woordbeeld? Het Nederlands heeft een spelling die ‘zeekur niet voor hondert prosent un weergaavu is van hoe ut wort uitgusprooku’. We schrijven ‘procent’ omdat we het Latijnse woord ‘cent’ erin willen laten terugkomen, en ‘honderd’

572

TRAJECT NEDERLANDS   K Receptieve vaardigheden

‘Joe’, ‘you’ of ‘yu’? Hoe gaat dat dan bij de talen die nog geen standaardspelling hebben? Dit speelt overal in de wereld, want er zijn nog ongelooflijk veel talen die geen standaardspelling hebben. In landen die ooit Europese koloniën waren, is de vraag bijvoorbeeld meestal: wil je de inheemse taal spellen op een manier die op de spelling van de taal van de kolonisator lijkt, of wil je het juist heel anders doen? Zo ging het in Suriname de afgelopen eeuw om dit soort keuzes: wil je in het Sranantongo het woord voor ‘jij’ op zijn Nederlands spellen: ‘joe’? Of op zijn Engels: ‘you’? Of geen van beide en kies je voor ‘yu’? In Suriname is gekozen voor die laatste mogelijkheid – een ideologische keuze, waarmee benadrukt wordt dat Sranantongo een zelfstandige taal is. En ook in het Nederlands en Vlaamse dialecten is het steeds de vraag: blijf je dicht bij de spelling van het Standaardnederlands of niet? Cruesli In de discussies over spellingshervormingen worden vaak beweringen gedaan die niet wetenschappelijk kunnen worden onderbouwd. Bijvoorbeeld dat een grillige, etymologische spelling, zoals die van het Engels of het Frans, lastiger te lezen zou zijn dan een meer fonetische


IN

N

Spelling, het lijkt misschien een technische kwestie. Maar vrijwel iedere keuze heeft sociale of ideologische implicaties. Dat staat de maakbaarheid van die spelling enorm in de weg. Het is met ‘de beste spelling’ net zoals met ‘het beste gezondheidssysteem’. Wat voor de ene groep het beste is, is dat voor de andere groep niet per se of juist helemaal niet. Het hoogst haalbare is een compromis tussen al die voorkeuren en belangen. Bron: Onze Taal

pr oe

fv e

rs

ie

©

Kultuur Wat we wel weten en wat in de taalwetenschap wel goed bestudeerd en beschreven is: als er verschillende mogelijkheden zijn om iets te spellen, dan zal elk van die mogelijkheden al gauw een bepaalde sociale lading krijgen. Dat zie je voortdurend gebeuren. Veertig jaar geleden mocht je volgens de officiële spelling zowel ‘cultuur’ als ‘kultuur’ spellen. ‘Cultuur’ was de voorkeursspelling, ‘kultuur’ de toegelaten spelling. De spelling met k werd relatief vaker gebruikt door Vlamingen en mensen die progressief waren, de spelling met c vaker door mensen die behoudend waren ingesteld. In de jaren zeventig werd er door sommigen bewust vereenvoudigd gespeld: ‘aksie’, ‘socialisties’, ‘kommunikaasie’ ... Als iemand dat deed, wist je: die is links, die is anti-autoritair.

Ouderwets Het bewust afwijkend spellen heeft natuurlijk met de moderne communicatiemedia een enorme vlucht genomen. In apps en teksten op de sociale media wordt nogal eens vrij ondeugend gespeld: ‘nix’, ‘ut is erg dat ik ut zeg’, ‘ff wachtuh’, ‘sgool’, ‘okeej’, en ‘eik’ (eigenlijk). Wat betekent zo’n afwijkende spelling? Die vormen benadrukken dat die teksten informeel bedoeld zijn, meer als spreektaal dan als schrijftaal. Soms is het ironisch bedoeld. Of bedoeld om andere mensen belachelijk te maken: ‘heaumeaux’ in plaats van ‘homo’s’. Maar het is vooral ook een manier om erbij te horen. Iets sociaals dus. Wie oude teksten leest, wordt ook met afwijkende spelling geconfronteerd. Verouderde spelling, zoals die van een eeuw geleden: ‘zoo’, ‘mensch’, ‘oogen’, ‘tusschen’ ... Lezers klagen nog weleens dat teksten door die verouderde spelling ouderwets overkomen, minder aantrekkelijk zouden zijn. Ook hier zit een sociologisch kantje aan. Want is dat niet gewoon een vooroordeel over mensen die vroeger leefden?

VA

spelling, zoals die van het Spaans of het Italiaans. Het zou kunnen zijn dat dat zo is, maar het is nooit wetenschappelijk aangetoond, althans niet voor geoefende lezers. Over wat makkelijker of moeilijker geleerd kan worden weten we natuurlijk wel het een en ander, want we weten wat kinderen lang fout blijven doen en ook wat volwassenen nog altijd vaak fout doen: de d’s en de t’s bijvoorbeeld. Wat ook nooit is bewezen: dat een taal met een variabele spelling (bijvoorbeeld het Nederlands van de 17e eeuw) lastiger te lezen zou zijn dan een taal met een vaste spelling (bijvoorbeeld het Nederlands van nu). Dit soort dingen is ook maar moeilijk te onderzoeken, want er zijn in het dagelijks lezen heel veel verschillende vormen van lezen en schrijven, met heel uiteenlopende spellinggewoontes. Wie een Nederlandse roman leest, leest waarschijnlijk op een heel andere manier dan wie in een supermarkt inkopen doet en bijna onbewust allerlei woorden tot zich neemt waar de spellingsregels van het Nederlands niets over te zeggen hebben: Unox, earl grey, cruesli, penne tradizionali, Kleenex, Becel, Oral-B, La Chouffe en Vedett.

k3 Leesvaardigheid – eindtest

573


K receptieve vaardigheden

Lezen: Waarom pubers opstandiger én creatiever zijn 1 2 3 4 5

Je herkent tekstdoel en teksttype. Je haalt het onderwerp, de hoofdgedachte en de hoofdpunten uit een bron. Je kunt de betrouwbaarheid van een bron beoordelen. Je kunt de relevante informatie in een bron selecteren. Je kunt inhoudelijke vragen bij een tekst oplossen.

IN

k4 k1

1* De tekst die je gaat lezen, gaat over pubers. a Welke connotatie (= gevoel) roept het woord ‘pubers’ bij je op? b Welke clichés over de puberteit ken je?

N

c Was (of ben) je zelf een ‘lastige puber’?

VA

2 Beoordeel de volgende stellingen: zijn ze volgens jou waar of niet? Licht je keuze nadien mondeling toe. b

c

d

e

Het is normaal dat jongeren zich vaak wat depressiever voelen dan volwassenen.

Jongeren zijn doorgaans wat luier dan volwassenen.

Een planning maken heeft voor de meeste jongeren geen zin.

Na een toets zeg je aan jongeren beter wat goed ging, dan wat slecht ging.

Bingedrinking hoort bij het opgroeien.

ie

©

a

rs

3 Lees nu de titel, de inleiding en de bronvermelding bij het artikel Waarom pubers opstandiger én creatiever zijn op p. 291-293. Bepaal het onderwerp, het tekstdoel, de betrouwbaarheid en het teksttype. 4 Wat vind je niet terug in de inleiding?

fv e

a een anekdote

b een korte samenvatting van het artikel c een retorische vraag (= een vraag waarop geen antwoord verwacht wordt) 5 Je merkt dat niet elke tussenkomst van de interviewer een vraag is. Wat is dan de bedoeling, denk je?

pr oe

6 Hieronder vind je omschrijvingen van negen woorden die je in de tekst terugvindt. a Zoek het woord telkens in het vermelde stukje tekst. b Het woord staat telkens centraal in dat stukje tekst, het maakt deel uit van de hoofdgedachte. Schrijf telkens de hoofdgedachte van dit stuk op en gebruik het woord. Let op: schrijf in je eigen woorden!

1 extreem vrolijk 2 hormoon dat een rol speelt in ons slaapritme 3 zelfstandigheid

4 iets wat je aanspoort, motiveert 5 ingewikkeld 6 verkennend

7 automatisch, sowieso onderdeel van 8 ranking, plaats in de hiërarchie 9 vernieuwing

7 Bekijk opnieuw de stellingen uit opdracht 2. Beoordeel ze nu op basis van de inhoud van het artikel en verklaar je antwoord.

574

TRAJECT NEDERLANDS   K Receptieve vaardigheden


WAAROM PUBERS OPSTANDIGER ÉN CREATIEVER ZIJN Sofie Mulders

B

ie

©

VA

N

IN

ingedrinking, sexting, gaming: alarmberichten over pubers zijn er genoeg, maar hoe komt het dat ze zich zo gedragen? ‘Het ligt aan de ontwikkeling van hun hersenen’, zegt Eveline Crone van de Universiteit Leiden. ‘Het is een misverstand dat de jeugd van tegenwoordig moeilijker in de hand te houden is dan vroeger.’

rs

Van uw boek zijn inmiddels 100 000 exemplaren verkocht. Afgelopen zomer bracht u een herziene versie uit van de bestseller. Wat was daar de reden voor?

pr oe

fv e

Eveline Crone: ‘De hersenwetenschap is in sneltempo veranderd. Zo dachten we tot vijftien jaar geleden nog dat hersenen klaar waren met hun ontwikkeling als een mens tien jaar is, omdat de hersenen van een adolescent ongeveer even groot zijn als die van een volwassene.’ ‘Intussen is gebleken dat hersenen ons hele leven veranderen en dat er met name tussen 10 en 22 jaar een groeispurt plaatsvindt. In die periode hebben hormonen vrij spel. Zij zorgen niet alleen voor seksuele interesse, maar ook voor snellere en fellere stemmingswisselingen. Jongeren zijn vaak neerslachtiger dan volwassenen, maar ook uitzinniger of euforischer. Onder invloed van die hormonen kennen ze meer pieken en dalen in hun emoties.’

Ook het feit dat adolescenten niet uit hun bed kunnen ‘s morgens wordt vanuit de hersenen aangestuurd, zegt u.

Crone: ‘Melatonine, een van de hormonen die in de adolescentie worden vrijgegeven, zorgt ervoor dat jongeren op een later tijdstip moe worden, ongeveer gelijktijdig met volwassenen. Maar ze hebben wel nog meer slaap nodig dan volwassenen. Met andere woorden: ‘s avonds kunnen ze niet inslapen en ‘s morgens raken ze niet uit hun bed. Wat later met school beginnen, zou dus helpen voor jongeren. Negen uur zou ideaal zijn. Tegelijk moeten we niet te veel meegaan in het idee dat adolescenten ‘s nachts leven en volwassenen overdag. Jongeren moeten ook leren om mee te draaien in de maatschappij. Pas ‘s middags met school beginnen lijkt me dus niet wenselijk, maar we kunnen wel een beetje rekening houden met die periode van veranderingen. Want net omdat er van alles in hun lichaam gebeurt, hebben ze hun slaap hard nodig. Anders kunnen er problemen ontstaan. Er is meermaals aangetoond dat een slaaptekort leidt tot meer depressieve gevoelens.’

k4 Lezen: Waarom pubers opstandiger én creatiever zijn

575


U schrijft ook dat we nog geen volledige zelfstandigheid van leerlingen kunnen verwachten. Maar net die zelfstandigheid zou jongeren motiveren om te leren, beweren onderwijskringen.

IN

Crone: ‘Jongeren kunnen wel plannen, maar ze kunnen zich niet goed aan die planning houden, omdat je daarvoor allerlei dingen moet kunnen combineren: je moet je kunnen blijven focussen en je gedrag kunnen afremmen. Dat zijn allemaal processen waar de frontale cortex belangrijk voor is, maar die moet gedurende de hele adolescentie nog rijpen. Tegelijk hebben jongeren een grote behoefte aan autonomie en zijn ze inderdaad meer gemotiveerd als ze het gevoel hebben eigenaar te zijn van hun eigen leerproces. Kijk maar naar wat ze allemaal weten over hun favoriete popgroep en hoe goed ze dat allemaal kunnen onthouden. Ik denk dus dat je moet zoeken naar een vorm van onderwijs waarbij je wel monitort en bijstuurt, maar waarbij jongeren tegelijk die autonomie ervaren. Dat zou een heel waardevolle combinatie zijn.’

N

Er is ook aangetoond dat de hersenen van adolescenten beter reageren op positieve feedback dan op negatieve.

VA

Crone: ‘Volwassenen leren meer van negatieve commentaar, omdat die meer informatie geeft: wat heb ik niet goed gedaan, waarom niet, hoe moet ik het anders aanpakken ... Jongeren daarentegen blijken minder hersenactiviteit te tonen na negatieve feedback en meer na positieve feedback. Blijkbaar zijn de hersenen van jongeren dus meer gericht op stimulans en bevestiging.’

©

De hersenen evolueren niet bij elke adolescent op dezelfde manier. Daar moeten we over nadenken, zegt u, bijvoorbeeld als er niveautests worden afgenomen.

fv e

rs

ie

Crone: ‘Er kunnen inderdaad grote verschillen zijn tussen kinderen in de periode waarin de hersenen nog aan het rijpen zijn. Het ene kind van 13 kan bijvoorbeeld al complexere rekenopdrachten aan dan het andere kind van 13. Dat hoeft niet te betekenen dat het eerste kind slimmer is. Het is best mogelijk dat ze op 18-jarige leeftijd even intelligent zullen zijn. Alleen is het probleem dat sommige tests waarop toekomstige schooltrajecten worden gebaseerd, zoals de Cito-toets (een soort centraal examen waar ook in Vlaanderen sommigen voor pleiten, n.v.d.r.), altijd op een vast tijdstip worden afgenomen, zodat kinderen of jongeren naar een verkeerd niveau worden gestuurd enkel omdat ze laatbloeiers zijn en hun hersenen wat langer tijd nodig hebben om te rijpen.’ Laten we het eens hebben over het emotionele brein. Dat zou verantwoordelijk zijn voor het roekeloze gedrag dat pubers soms vertonen, zoals bingedrinking.

pr oe

Crone: ‘Pubers verkennen hun grenzen. Dat zien we ook in dierenstudies. Ratten die in de puberteitsfase zitten, gaan hun nest verlaten. Hoewel het veiliger is om in het nest te blijven – en ze dat eigenlijk rationeel wel weten – zoeken ze toch gevaar op omdat ze aangestuurd worden door hun hormonen. En ook omdat het goed is voor het overleven van de soort. Voor dat explorerende gedrag zijn bepaalde emotionele kernen in de hersenen verantwoordelijk die zich sneller ontwikkelen dan de hersengebieden die instaan voor controle en remming. Ze zijn bovendien vooral actief als er op korte termijn een beloning is, zoals geld winnen met een gokspel, als er invloed van vrienden is en als het spannend is. Jongeren drinken dus omdat het spannend is, en als er nog niet veel controle gebeurt vanuit de hersenen, kan dat wel eens leiden tot bingedrinking. Maar dat komt bij een héél klein percentage van de jongeren voor. In de media zien we altijd absolute getallen, maar de percentages zijn extreem laag. Er is trouwens ook een positieve kant aan die emotionele gevoeligheid, want ze kan er ook toe leiden dat jongeren iemand helpen die in de problemen zit of opkomen voor hun vrienden, ook al lopen ze daarbij mogelijk zelf gevaar.’

576

TRAJECT NEDERLANDS   K Receptieve vaardigheden


In Nederland is de leeftijd om alcohol te drinken tien jaar geleden verhoogd tot 18 jaar. In België mogen jongeren vanaf 16 jaar bier, wijn of schuimwijn drinken. Want als je het verbiedt, wordt het extra aantrekkelijk, zegt onze minister van Volksgezondheid. Hoe kijkt u daarnaar?

IN

Crone: ‘Laat ik eerst het misverstand uit de wereld helpen dat de jeugd van tegenwoordig moeilijker in de hand te houden is dan vroeger. Roekeloos gedrag, een grote invloed van vrienden en het afzetten tegen ouders is inherent aan de jeugd, al eeuwenlang. In de tijd van Socrates werd al geklaagd over de jeugd. En Romeo en Julia gingen ook in tegen het gezag van hun ouders. Elke generatie rebelleert wel op een andere manier. Ik denk dat roken en alcohol niet meer zo heel spannend zijn en jongeren dus risicogedrag vertonen op andere domeinen: online challenges, sexting, gaming. Ik weet dus niet of het optrekken van de leeftijdsgrens een rechtstreeks effect heeft gehad op het dalen van het alcoholgebruik bij Nederlandse jongeren.’

N

Tieners en sexting, dan zitten we in het sociale brein. Het probleem is dat zulke naaktfoto’s dan niet enkel bij het lief, maar ook bij de vrienden van het lief belanden, wat tot dramatische toestanden kan leiden.

rs

ie

©

VA

Crone: ‘Bepaalde hersengebieden die ervoor zorgen dat je het vermogen hebt om je te verplaatsen in iemand anders, zijn nog niet volledig ontwikkeld bij adolescenten. Als een jongen zo’n naaktfoto krijgt van zijn vriendinnetje en hij stuurt dat door naar zijn vrienden, heeft hij alleen maar voor ogen hoe het zijn status zal verhogen. Dat is dan belangrijker voor hem dan hoe verschrikkelijk zijn vriendinnetje zich daarbij zal voelen. Eigenlijk denkt hij er gewoon niet bij na. Wat niet wil zeggen dat we het maar moeten laten betijen. Ouders moeten blijven wijzen op de gevolgen die zulke daden kunnen hebben. Want jongeren blijven de mening van hun ouders erg belangrijk vinden tijdens de hele adolescentie. We hebben studies gedaan naar hoe de emotionele kernen in de hersenen reageren op het nemen van een risico, bijvoorbeeld hard rijden tijdens een virtueel autospelletje. Als er vrienden bij zijn, worden die emotionele kernen veel actiever. Maar als er een ouder bij is die de adolescent in de gaten houdt, worden de emoties gedempt. Ouders denken weleens: ik wacht wel tot ze twintig zijn om met mijn kinderen te praten, want nu willen ze mijn advies toch niet. Dat blijkt dus niet te kloppen.’

fv e

Dat een tiener een naaktfoto van zichzelf doorstuurt, heeft dan weer te maken met de hang naar erkenning?

pr oe

Crone: ‘Precies. Het puberende brein is heel gevoelig voor beloning. Niet voor niets hunkeren jongeren zo naar likes op sociale media. Ze zitten jarenlang met alleen maar leeftijdsgenoten op school. Sociale goedkeuring is voor hen heel belangrijk. Tegelijkertijd kunnen adolescenten van 16, 17 dingen ontdekken die wij niet kunnen. Of kijk naar hoe bedreven jongeren kunnen zijn in muziek, of kunnen uitblinken in sport. Het vernieuwen, het ergens gaan waar anderen nog niet zijn geweest, dat hangt inherent samen met de adolescentie. Het kan tot prachtige dingen leiden. Veel innovaties gebeuren door mensen die jonger zijn dan 25 jaar.’

Eveline Crone – 43 jaar, geboren in Schiedam (Nederland) – studeerde aan de Universiteit Amsterdam en de Universiteit Pittsburgh – hoogleraar neurocognitieve ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Leiden – hoofd van de afdeling Ontwikkelings- en Onderwijspsychologie van het Instituut Psychologie – lid van de European Research Council, de onderzoeksraad van de EU

Bron: Knack, 2019

k4 Lezen: Waarom pubers opstandiger én creatiever zijn

577


k receptieve vaardigheden

Luisteren: Ben je soms zo lui omdat je te slim bent?

k5 k1

1 Je bekijkt een lezing en neemt hierbij notities. 2 Je oefent bewust je manier van noteren zodat je vlotter leert noteren. 3 Je leert de witruimtes in je notities onmiddellijk bij te werken vanuit je geheugen en door zaken op te zoeken op het internet.

ie

©

Je kijkt straks naar de lezing Ben je soms zo lui omdat je te slim bent? van professor doctor Tessa Kieboom en neemt notities tijdens het kijken. Zo oefen je bewust je manier van noteren. Dat is een belangrijke vaardigheid die je nog dikwijls nodig zult hebben, bijvoorbeeld wanneer je een college in het hoger onderwijs of aan de universiteit volgt. Op basis van je notities zul je ook een aantal testvragen moeten beantwoorden.

N

Voor het kijken

VA

1

IN

4 Je maakt notities die je toelaten om (eventueel) achteraf een test succesvol af te leggen.

1 Lees in de Trajectwijzer hoe je je kunt voorbereiden en wat de beste aanpak is.

5.3

rs

2 Onderstaande woorden en uitdrukkingen komen aan bod in de lezing. Vul de zinnen correct aan. Kies uit: cognitief – het antwoord schuldig blijven – iemand achter de veren zitten – het hek is van de dam – selffulfilling prophecy – doemscenario – potentieel.

fv e

a Bij het verwerken van informatie heb je je geheugen nodig, maar ook taal, oriëntatie, aandacht en het vermogen om problemen op te lossen, concepten te vormen en dingen voor je te zien. Daarnaast zijn redeneren, rekenen, lezen en schrijven, plannen maken en initiatieven nemen … functies. Je gebruikt je … . vaardigheden dus voortdurend.

pr oe

b Het spijt mij. Ik weet het gewoon niet. Ik moet u … c Als je wilt dat die karwei in huis nog voor de zomer afgewerkt is, dan moet je de aannemer … . Anders zul je nog lang kunnen wachten.

d Toen de scheidsrechter die zware tackle niet bestrafte met een rode kaart, was … . De spelers haalden elkaar voortdurend zwaar onderuit. e Je kent het moment wel dat je wakker wordt uit een vervelende droom en denkt: ‘Ik heb het gevoel dat dit een slechte dag zal worden’. Aan het eind van de dag blijkt je voorspelling uitgekomen doordat je onderbewustzijn zijn acties erop gaat aanpassen. Je lette vooral op de dingen die misliepen, en zag niet meer dat er ook fijne momenten waren. We noemen dit – in het Engels – een … . f

In rampenfilms gaan de scenaristen vaak uit van een … of de slechtst denkbare loop van de gebeurtenissen tot net voor het einde, want een happy end verkoopt beter.

g Er zit veel … in die jongeren, maar ze moeten het leren gebruiken.

578

TRAJECT NEDERLANDS   K Receptieve vaardigheden


2

Tijdens het kijken 1 De lezing Ben je soms zo lui omdat je te slim bent? werd ook als podcast gedeeld. Beluister de inleiding.

Een podcast is een audiobestand dat je kunt beluisteren via het internet op je smartphone, tablet of computer. Het bevat dus geen beeld, maar het voordeel is dat je om het even waar en wanneer kunt luisteren naar nieuws, entertainment of persoonlijke verhalen.

VA

N

Meer en meer podcasts worden door de klassieke media (televisie, radio, kranten) specifiek gemaakt om on demand, wanneer jij het wilt, te beluisteren.

IN

onDERWEG

Maarten & Dorothee, foto: DPG Media

ie

Na het kijken

Hoe heet de spreker? En wat zijn haar functies? Wat bedoelt de spreker met ‘de selffulfilling prophecy komt uiteindelijk uit’? Voor de ouders? Voor het kind? Wat is het zwaard van Damocles? Leg uit wat huis-tuin-en-keukenmiddeltjes zijn en geef een voorbeeld. Leg uit wat ‘labelen’ betekent.

fv e

a b c d e

rs

1 Een aantal vragen hieronder gaan dieper in op enkele specifieke termen en begrippen uit het fragment. Daarnaast worden ook de naam en functie van de spreker bevraagd. De functie geeft namelijk de graad van betrouwbaarheid aan.

2 Antwoord op de volgende vragen. Soms zijn verschillende antwoorden mogelijk, maar kies telkens het antwoord dat het beste weergeeft wat de spreekster zei en bedoelde. De verschillen tussen de gesuggereerde antwoorden zijn soms klein. Je moet dus ook de nuances leren zien.

pr oe

3

©

2 Bekijk nu het volledige fragment. Neem notities tijdens het kijken.

a Hoeveel hoogbegaafden zijn er? 1 55 000 volwassenen in België 2 55 000 in Vlaanderen, Brussel en Wallonië samen 3 minimaal 1 kind per klas in Vlaanderen 4 maximaal 1 kind per klas in België

b Bij wie veroorzaakt hoogbegaafdheid problemen? 1 alleen kinderen 2 alleen kinderen en tieners 3 alle leeftijdsgroepen 4 jongeren in Vlaanderen

c De spreekster mag zich een experte noemen want … 1 ze is professor aan een universiteit. 2 ze is al 22 jaar bezig in Vlaanderen. 3 ze is al 22 jaar bezig in Vlaanderen en Nederland. 4 ze heeft al meer dan 10 000 hoogbegaafden met problemen begeleid. k5 Luisteren: Ben je soms zo lui omdat je te slim bent?

579


d Hoogbegaafden krijgen normaal pas problemen … 1 vanaf de derde graad van het lager onderwijs. 2 na de eerste graad van het middelbaar onderwijs. 3 in de loop van het middelbaar onderwijs. 4 in het hoger onderwijs.

Waarom heeft de spreekster het over Jef en Stan? 1 Ze wil duidelijk maken dat je als ouder beter een sportief kind hebt dan een hoogbegaafd kind. 2 Ze wil duidelijk maken dat ouders hun hoogbegaafd kind moeten aanmoedigen om te sporten. 3 Ze wil duidelijk maken dat je als ouder de aanpak van een sportief kind moet aanpassen aan dat van een hoogbegaafd kind. 4 Ze wil duidelijk maken dat je als ouder de aanpak van een hoogbegaafd kind moet aanpassen aan dat van een sportief kind.

VA

N

f

IN

e Het zwaard van Damocles hangt boven het hoofd van … 1 de ouders, want zij vragen zich voortdurend af of ze genoeg doen. 2 de hoogbegaafden, want die beseffen al heel lang dat ze te weinig doen. 3 de scholen, want die moeten uiteindelijk toegeven dat ze de hoogbegaafden niet kunnen helpen. 4 de ouders en de hoogbegaafden, want beide groepen grijpen te laat in.

©

g Heb je een hoogbegaafd kind, dan kun je als ouder best … 1 achter de vodden van je kind zitten. 2 hem/haar zo snel mogelijk doorverwijzen naar het expertisecentrum. 3 vertrouwen hebben in zijn/haar potentieel. 4 hem/haar niet laten afhaken.

ie

h Wat zijn de tips die de spreekster aan ouders meegeeft? 1 Hoogbegaafde kinderen moeten leren doorgaan, ook als het niet onmiddellijk lukt. 2 Hoogbegaafde kinderen moeten leren tennissen, dan komt alles in orde. 3 Hoogbegaafde kinderen zijn lui, dus je moet ze voortdurend aanporren. 4 Hoogbegaafde kinderen moeten leren falen, dus geef ze opdrachten boven hun niveau. Labelen doe je volgens de spreekster best … 1 niet, want er zijn te weinig onderzoeken en die spreken elkaar ook nog tegen. 2 wel, want dan kunnen ouders correct inspelen op de noden van hun kind. 3 alleen met hoogbegaafde kinderen. 4 met alle kinderen.

j

Voor wie is haar lezing vooral bedoeld? 1 Voor de jongeren, ze zitten in de zaal. 2 Voor de jongeren en de ouders, ze zitten in de zaal. 3 Voor de ouders van hoogbegaafde kinderen, zij krijgen de meeste tips. 4 Voor iedereen die iets wil weten over hoogbegaafdheid.

pr oe

fv e

rs

i

3 Bespreek klassikaal volgende vragen. a ‘No sweat, no glory’ is de slogan van Club Brugge, maar pushen sporttrainers, leerkrachten en bedrijven jongeren niet te veel?

b Je potentieel ten volle benutten doe je niet alleen door voluit te focussen op het cognitieve, maar ook door tijd te maken voor ontspanning en creativiteit. Moeten volwassenen meer rekening houden met die drie tips?

580

TRAJECT NEDERLANDS   K Receptieve vaardigheden


k receptieve vaardigheden

Lezen: Nee, je kunt er niets aan doen dat je dt-fouten schrijft 1 2 3 4 5

Voor het lezen Je leest zo dadelijk de tekst Nee, je kunt er niets aan doen dat je dt-fouten schrijft in de Trajectwijzer. 1 Ken jij de dt-regels op je duimpje? Doe de test.

TEST

VA

4.4.3

N

1

Je herkent tekstdoel, tekstsoort en teksttype. Je haalt het onderwerp, de hoofdgedachte en de hoofdpunten uit een bron. Je kunt de betrouwbaarheid van een bron beoordelen. Je kunt de relevante informatie in een bron selecteren. Je kunt inhoudelijke vragen bij een tekst oplossen.

IN

k6

2* Je krijgt nu een minuut om de tekst globaal te lezen, beantwoord dan vraag 3.

3 Juist of fout? Geef aanvullende informatie/argumenten. b Dit is vooral een opiniërende tekst.

©

a De schrijvers van het artikel zijn betrouwbaar. c Het gaat hier om een wetenschappelijk artikel.

ie

d De aanleiding voor het artikel was de hoeveelheid dt-fouten die nog steeds gemaakt worden in kranten en op nieuwssites.

Tijdens het lezen

fv e

2

rs

e In de inleiding staat een paradox (= een schijnbare tegenstelling).

Lees nu de tekst grondig en beantwoord de volgende vragen. 1 In de tweede alinea lezen we dat ‘de Nederlandse spelling is gebaseerd op twee grote principes: het fonologische en het morfologische principe’ (zie ook E1). Om welk principe gaat het bij de spelling van:

pr oe

14.1

‘dorpsschool’ (met een tussen-s)?

‘raaf’ versus ‘raven’

2 Waarom maken we eigenlijk zo vaak dt-fouten? Geef de twee oorzaken uit de tekst. 3 Welke twee signaalwoorden (of signaalwoordgroepen) worden er gebruikt om die redenen aan te kondigen? 4 In de achtste alinea lezen we: ‘Jammer voor ons worden we relatief weinig met een dt-probleem geconfronteerd’. Waarom is dat jammer volgens de auteurs? 5 Welke stelling omschrijft het best de hoofdgedachte van de tekst? a De dt-regels maken het ons moeilijk aangezien we ze in de praktijk niet vaak moeten toepassen. b We zouden beter de dt-regels afschaffen, iedereen blijft ze maken. c De dt-regels zijn eenvoudig, maar er zijn redenen waarom we toch zo vaak fouten maken. d We schrijven het vaakst zoals we het horen, daarom maken we vaak dt-fouten.

k6 Lezen: Nee, je kunt er niets aan doen dat je dt-fouten schrijft

581


3

Doordringen tot de tekst

Vandaag in De Standaard: ‘Zoon van Pedro Elias hersteld van kanker’ Ik bedacht dat dit toch een totaal andere betekenis heeft dan: ‘Zoon van Pedro Elias herstelt van kanker’ Dus die dt-regels afschaffen?????

VA

N

1

IN

Naar aanleiding van dit artikel verschenen de onderstaande berichten op sociale media.

2

rs

ie

©

Iedereen maakt fouten. Maar om daarom meteen te concluderen dat we wat moeilijk(er) is niet eens meer moeten proberen goed te doen, vind ik toch wat vreemd. Wat is het alternatief trouwens? Fonetisch? Iedereen kiest zelf?

pr oe

fv e

De mensen zijn zo gemakzuchtig tegenwoordig … Persoonlijk vind ik het heel knap als iemand deftig kan schrijven en de dtregels kent. Daarnaast kan ik me ergeren dat mensen woorden ‘vervormen’, bv. in plaats van mijn of m’n gebruiken ze men … Daar krijg ik echt rillingen van!

3

Gisteren zei mijn dochter (derde middelbaar, goed paasrapport) in een gesprek ‘ik ga er met volle tuigen van genieten’. Toen we haar erop wezen dat het ‘teugen’ was, kregen we het antwoord dat iedereen wel begrijpt wat ze wilt zeggen, dat spelling er de dag van vandaar niet meer toe doet. En net nu, nu de jeugd zich meer en meer van slang en sms-taal bedient, bevestigen dat ‘inhoud belangrijker is dan vorm’, ‘je er niet aan kunt doen dat je -dt fouten maakt’, is wat mij betreft gevaarlijk. Want uiteindelijk gaat het niet over foutloos … 4

1 Welke berichten vind je terecht, welke niet? Kies één bericht uit om een reactie van ongeveer vijftig woorden te schrijven. Verwijs in je reactie naar de tekst uit de Trajectwijzer. Doe dit in je eigen woorden, parafraseer!

582

TRAJECT NEDERLANDS   K Receptieve vaardigheden


k Receptieve vaardigheden

Lezen – Tienertaal: divers of tribaal?

k7

1 Je haalt het onderwerp, de hoofdgedachte en de kernzinnen uit een tekst, 2 Je kunt een artikel parafraseren in een doorlopende tekst.

IN

Lees het artikel Tienertaal: divers of tribaal?. 1 Parafraseer de visie van de auteur in een doorlopende tekst zodat die visie duidelijk is voor iemand die het artikel niet gelezen heeft. Je moet ook de nuances van de auteur in jouw formulering weergeven! De volgende vragen helpen je daarbij, maar je hoeft die niet in dezelfde volgorde te beantwoorden. b Is dit idioom moeilijk om te leren voor andere generaties? d Zou dat geapprecieerd worden? Waarom (niet)?

VA

c Kun jij het idioom van je jongere broers of zussen leren gebruiken?

N

a Komen kinder- en jongerentaal alleen voor in de generaties na 2000?

e Hebben we die woorden nodig om te communiceren? f

Waar halen die kinderen en jongeren die woorden?

©

g Wijzen die varianten niet op een groeiende openheid tegenover de toenemende maatschappelijke diversiteit?

rs

ie

h Is er een andere verklaring voor het gebruik van dat idioom?

fv e

Tienertaal: divers of tribaal?

pr oe

‘Tieners bewaken zorgvuldig de buitengrenzen van hun kliek’, schrijft Freek Van de Velde. Als u ‘sheesh’, ‘drip’ of ‘fissa’ niet kent, dan bent u niet welkom.

Zeg niet capuchontrui, zeg hoody.

Het kinderwoord van het jaar is ‘ma stobbe’, het tienerwoord ‘bestie’. Ik ben aan de universiteit zo’n zeven uur per dag met taal bezig – inbegrepen: zouteloze kletspraat verkopen in aanpalende koffietentjes over de middag – maar ik moet u

k7 Lezen – Tienertaal: divers of tribaal?

bekennen dat ik van de geshortliste woorden een minderheid met argeloze souplesse in een volzin zou kunnen gebruiken. Ik moet me daar niet schuldig over voelen, want ik ben in de ogen van het jonge grut veels te bejaard om me überhaupt te mogen vergrijpen aan hun idioom. Als ik het over ‘sheesh’, ‘drip’ of ‘fissa’ zou hebben, dan sorteert dat hetzelfde effect als wanneer ik een even krampachtige als vruchteloze poging zou ondernemen om met een hoody (heette vroeger: ‘capuchontrui’) op afgetrapte sneakers (voor de ouderen: ‘gympen’) met de vrienden van mijn tienerzoon samen te ontsnappen uit een escaperoom (vroeger bekend als: Fort Boyard): ronduit gênant.

583


N

IN

Dat de woorden uit zo’n divers taalpalet betrokken worden, met invloeden uit het Engels en het Sranantongo, heeft een evolutionaire reden. Zoals geldt voor het overdreven gevarieerde gezang van vogels, is een grotere variatie nuttig om buitenstaanders te laten denken dat het territorium bevolkt wordt door een grote groep, en niet door een eenzaam mannetje. Er is geen reden om aan te nemen dat de homo sapiens niet voor een stuk door dezelfde territoriale driften beheerst wordt.

rs

ie

©

Anders dan veel taalkundigen geneigd zijn te denken, dient taal niet in de eerste plaats om op een zakelijke manier nuttige info over te dragen. Wie weleens geprobeerd heeft instructies voor een zelfbouwpakket door te telefoneren, weet dat zoiets moeizaam verloopt. Roddelen en ouwehoeren gaan vanzelf. Daar haal je sociale banden mee aan en sluit je ongewenste sujetten mee uit. Door je tongval geef je te kennen tot welke subgroep je wilt behoren. Uit onderzoek blijkt dat mensen instinctief mensen met hetzelfde accent sneller vertrouwen. ‘Crossing’ en ‘passing’ zijn termen uit de sociolinguïstiek voor het fenomeen dat mensen hun best doen om door te gaan voor iemand uit een andere taalcultuur. Dat wordt vaak ervaren als een schending van impliciete grenzen. Imiteer als Antwerpenaar een West-Vlaming en je bevindt je binnen de kortste keren in balkanoïde schermutselingen.

betekent niet dat ze een open, diversiteitslievende houding uitdrukken. Ze dienen juist om de eigen groep af te perken. De obscure woorden zijn als een wachtwoord aan het schuifluikje van een speakeasy in de jaren 20. In die zin bevorderen ze de diversiteit juist níét.

VA

Vijandige linie Leeftijd speelt een sterke onderscheidende rol in sociaal contact. Als u een 35-jarige uit Mechelen bent, dan is de kans groter dat u een 35-jarige uit Gent kent dan een 20-jarige uit Mechelen zelf. Leeftijdscohortes, en zeker tieners, bewaken zorgvuldig de buitengrenzen van hun kliek. Te jonge broertjes en oude viespeuken komen er niet in. Moeder is niet welkom in de repetitieschuur van de garageband. Taal is een stuurse grenswachter aan een vijandige linie.

pr oe

fv e

‘Kinder- en jongerentaal ontstaan in de wereld van TikTok, Instagram en straattaal. Die wereld bulkt van de diversiteit en taalvariatie’, zegt Geertje Slangen, taaladviseur van de VRT. Het klopt dat de woorden uit een grootstedelijke scène komen, maar dat

584

Freek Van de Velde, taalwetenschapper (KU Leuven)

Bron: www.standaard.be

woord argeloos: zonder zich van mogelijk gevaar bewust te zijn de souplesse: buigzaamheid, flexibiliteit, soepelheid het grut: hier: kleine kinderen het idioom: eigenaardigheden van een taal de cohort: groep uit de samenleving die een gemeenschappelijk kenmerk bezit stuurs: onvriendelijk, nors het sujet: schoft, verachtelijk iemand balkanoïde: afleiding die verwijst naar de Balkanoorlogen, de aanzet tot WO I de schermutseling: onbeduidend gevecht de speakeasy: bar die illegaal alcohol verkoopt

TRAJECT NEDERLANDS   K Receptieve vaardigheden


k Receptieve vaardigheden

Luisteren: Zit de levensstijl van jouw opa in jouw genen?

k8

VA

Op basis van je notities zul je ook een aantal testvragen moeten beantwoorden. Voor je aan de opdracht begint, lees je in de Trajectwijzer hoe je je kunt voorbereiden en wat de beste aanpak is.

1 Vul de volgende zinnen aan met een van de volgende woorden of zegswijzen die ook in de podcast gebruikt worden.

©

impact – genetische code – mechanisme – tot expressie brengen – regelpaneel – metabolisme – evidentie

ie

a Ieders keuzes en acties – hoe groot of hoe klein ook – hebben een aanzienlijke … op het grotere geheel. b In de jaren zestig hebben wetenschappers de …– de vertaling van DNA naar eiwitten – gekraakt.

rs

c In een auto opent een … de ramen en doet een ander de ruitenwissers heen en weer gaan. Maar … betekent ook aanpak, methode, procedure, werking.

fv e

d Elke mens zoekt een manier om zijn eigen unieke zijn … te …; voor de ene is dat via meditatie, voor een ander via kunst ... e Via een warmwatersonde controleert het … of de temperatuur van het cv-water hoog genoeg ligt om de gewenste binnentemperatuur te bekomen. f

Het … verwijst naar een reeks van chemische processen in elke cel van het lichaam, zodat de calorieën die iemand eet, omgezet worden in brandstof om in leven te blijven.

g Lopen zwangere vrouwen meer risico op een burn-out? Daar bestaat weinig wetenschappelijke … voor. Er is te weinig onderzoek naar gedaan.

pr oe

5.3

N

Je luistert straks naar een podcast en neemt notities tijdens het luisteren. Zo oefen je bewust je manier van noteren. Dat is een belangrijke vaardigheid die je nog dikwijls zult nodig hebben, bv. wanneer je een college in het hoger onderwijs of aan de universiteit volgt.

IN

1 Je kunt schematisch noteren tijdens een luisteropdracht. 2 Je kunt inhoudelijke vragen bij een luisterfragment oplossen. 3 Je kunt een luisterfragment schriftelijk samenvatten.

Je beluistert nu de podcast en neemt notities. 2 Beantwoord kort volgende inhoudsvragen. a Hoe heet de spreker? En wat zijn zijn functies?

b Hoe heet het vakgebied van de spreker? c Hoe heet het proces waarbij een gen niet tot expressie kan komen? d Hoe heten de factoren die het gen normaal uitlezen? e Welke groep is een uitgelezen onderzoeksgroep voor zijn team? Geef ook aan waar en wanneer die groep tot stand is gekomen.

k8 Luisteren: Zit de levensstijl van jouw opa in jouw genen?

585


3 Beantwoord de meerkeuzevragen. a Wat onderzoekt het team precies? 1 hoe kankercellen groeien 2 hoe elementen op het werk en uit onze omgeving kunnen bijdragen tot ziektes 3 hoe cellen blijven delen 4 hoe cellen blijven delen en stoppen

IN

b Het onderzoek spitst zich specifiek toe op … 1 fouten in de uitlezing van de genen. 2 de genen. 3 fouten in de genetische code.

N

c De boosdoeners zijn … 1 de methylgroepen. 2 de genetische code. 3 de transcriptiefactoren.

©

VA

d Welke omschrijving beschrijft het probleem het best? 1 Externe factoren beschadigen de genetische code waardoor allerlei ziektes zich manifesteren. 2 Genetische factoren dragen allerlei ziektes over. 3 De genetische code is niet beschadigd, maar de expressie ervan door de transcriptiefactoren wordt door methylgroepen bemoeilijkt. 4 De genetische code is niet beschadigd, maar de uitlezing ervan door de transcriptiefactoren wordt door methylgroepen onmogelijk gemaakt.

Het onderzoek dat in deze podcast besproken wordt, bewijst dat onze gezondheid volledig bepaald wordt door … 1 de genen van onze ouders. 2 de genen van onze ouders en grootouders. 3 de genen van onze ouders, grootouders en externe factoren op hun werk. 4 de genen van onze ouders, grootouders en externe factoren op hun werk en in onze huidige omgeving. 5 de genen van onze ouders, grootouders en externe factoren op hun werk en in hun omgeving. 6 de genen van onze ouders, grootouders en externe factoren op hun werk en in hun omgeving én op ons werk en in onze omgeving. 7 alle voorgaande factoren én onze levensstijl.

pr oe

f

fv e

rs

ie

e De meest precieze reden waarom zo veel baby’s die verwekt werden tijdens de winter van 1944-1945, later meer kans op hart- en bloedvataandoeningen hadden, is … 1 dat ze voorgeprogrammeerd waren om te overleven in moeilijke tijden. 2 dat hun ouders honger geleden hadden, waardoor de baby’s genetisch geprogrammeerd werden om moeilijke tijden te overleven, maar hun werkelijkheid later het tegenovergestelde was. 3 dat ze veel te veel aten en dronken als tieners en volwassenen. 4 dat hun genen geprogrammeerd waren om moeilijke tijden te overleven, terwijl ze later een overvloed aan alles kenden.

4

Je hebt de podcast beluisterd. Leg nu in je eigen woorden uit wat het onderzoek juist inhield en welke inzichten het opleverde. Je doelpubliek is een geïnteresseerd publiek zonder specifieke wetenschappelijke voorkennis, zoals je vrienden of familie.

5* Bespreek klassikaal. a Nu je deze podcast beluisterd hebt, wat zou jij in je levensstijl aanpassen in functie van je nageslacht? b Als je naar de levensstijl van je ouders en ooms/tantes kijkt, wat zou je daar graag anders zien?

586

TRAJECT NEDERLANDS   K Receptieve vaardigheden


k Receptieve vaardigheden

k9

Lees dan toch, beste jongeren!

IN

1 xxx 2 xxx 3 xxx

Het artikel Léés dan toch, beste jongeren! van Gaea Schoeters op p. XXX is gepubliceerd in De Standaard in de rubriek ‘Vraagstuk’. Je zoekt uit wat de auteur met haar titel bedoelt, maar ook waarom de krant dit publiceerde onder ‘Vraagstuk’.

N

onderweg

VA

Jeanette Winterson is een Britse auteur. Haar debuutroman Oranges are not the only fruit is ook haar bekendste werk.

1 Lees alinea 1.

©

a ‘Thank God her name was Austen.’ Waarom zegt Jeanette Winterson dat? Tip: Jane Austen is de auteur van o.a. Pride and Prejudice, Emma en Sense and Sensibility. b Een andere klassieker die Jeanette Winterson las, was Jane Eyre. Wie was daarvan de auteur?

ie

c Hoe spoorden die twee auteurs haar aan?

d Wat is de link tussen Andrew Carnegie en Jeanette Winterson?

rs

e Is de bibliotheek in Accrington nog altijd afhankelijk van die stichting?

onderweg

fv e

Édouard Louis – oorspronkelijke naam Eddy Bellegueule – is geboren en opgegroeid in het noorden van Frankrijk, wat tevens de achtergrond is van zijn eerste roman En finir avec Eddy Bellegueule (Weg met Eddy Bellegueule). Hij was de eerste van zijn familie die naar de universiteit ging. Zijn boek kreeg veel media-aandacht en werd geprezen om zijn literaire verdiensten en het meeslepende verhaal.

pr oe

Naar: nl.wikipedia.org

2 Lees alinea 2.

a In welk opzicht lijkt het verhaal van Édouard Louis sterk op dat van Jeanette Winterson? Gebruik daarvoor het beeld van ‘het boek als deur’. b Waarom zou de Nederlandse titel de lezer op het verkeerde been kunnen zetten?

3 Lees alinea 3. a Hoe illustreert het leven van Édouard Louis perfect de zin ‘Lezen empowert en emancipeert, is statusverhogend en verrijkend’? b Hoe drukt de zin ‘Tegenwoordig ontlezen steeds meer jongeren zich regelrecht de armoede in’ toch het idee van Andrew Carnegie uit?

k9 Lees dan toch, beste jongeren!

587


4 Lees alinea 4. a Waarom is er sprake van paniek in ‘Pirls- en Pisa-paniek’? b Welke belangrijke/kapitale/cruciale fout maken die cultuurcynici hier? En veel jongeren en volwassen ook vandaag nog? c Hier vind je opnieuw een pleidooi voor de visie van Andrew Carnegie. Leg uit. d ‘Frustratietolerantie’ is een term uit de psychologie en betekent ‘de mate waarin een persoon teleurstellingen of belemmeringen voor het bereiken van zijn doel aankan, kan verwerken’. Aan welke andere termen uit diezelfde zin kun je dit linken?

IN

5 Lees alinea 5. a Is die trend van ontlezing overal merkbaar?

b Wat is/zijn de oorzaak/oorzaken van die ontlezing in Vlaanderen volgens de auteur? d Waarom moet die verandering gebeuren? e Waarom schrijft de auteur ‘(des)informatiemaatschappij’?

VA

6 Lees alinea 6.

N

c Wat moet dringend veranderen om die ontlezing te stoppen?

a Wat bedoelt de auteur met de ‘verkleuteringsreflex’?

b Hoe kunnen auteurs voor de klas helpen volgens haar? c Wat bedoelt ze met ‘kilometers maken’?

©

7 Lees alinea 7. Hoe zijn ‘alles heeft de waarde die je eraan geeft, The best for the most en maatschappelijk en economisch een dure vergissing’ aan elkaar gelinkt?

ie

8 Lees alinea 8. Lezen en schrijven onderscheiden ons van dieren. Leg uit. 9 Lees alinea 9. Hoe staat ze tegenover ‘sensitivityreaders’? Waarom?

rs

10 Lees alinea 10.

a Leg uit waarom Foucaults ‘heterotopie’ overeenkomt met wat Andrew Carnegie wou bereiken met zijn bibliotheken.

fv e

b Leg uit waarom de zin ‘je bibliotheekkaart is je democratie’ haar bijblijft. 11 Lees alinea 11. Waarom is lezen lastig en moeten we het daarom trainen? 12 Lees alinea 12.

a Waarom moeten leerlingen ‘moeilijke’ boeken lezen?

pr oe

b Volstaat het om leerlingen een lijst met ‘moeilijke’ boeken te geven die ze dan verplicht moeten lezen?

13 Lees alinea 13. Hoe komt het idee van ‘een boek als deur’ uit alinea 1 in deze alinea aan bod?

588

TRAJECT NEDERLANDS   K Receptieve vaardigheden


VRAAGSTUK

Léés dan toch, beste jongeren! Gaea Schoeters ‘Thank God her name was Austen’, schrijft Jeanette Winterson in haar lezing voor het leesbevorderingsproject The Reading Agency. Want ten huize Winterson was elk boek des duivels (enige uitzondering was de Bijbel) en dus wist de kleine Jeanette niet waar te beginnen toen ze de bibliotheek van Accrington ontdekte. Ze las de Engelse klassiekers dan maar van a tot z: gelukkig stond Jane Eyre niet bij romantiek, maar bij literatuur geklasseerd, en was ook Brontë in de juiste alfabethelft geboren. De openbare bibliotheek die Wintersons wereld opende, is gebouwd door de Carnegie Foundation. Andrew Carnegie was een keuterboer die zwoer bij zelfeducatie door lezen en bibliotheken zag als universiteiten voor iedereen. Nadat hij fortuin had gemaakt in Amerika stichtte hij er dan ook tweeduizend.

2

Ook Édouard Louis vertelt in Weg met Eddy Bellegueule hoe hij met het boek als deur ontsnapt aan het rechtse denken van het achterstandsgezin waarin hij opgroeit en zich een uitweg leest naar Parijs. En door dat lezen tegelijkertijd de empathie en het begrip ontwikkelt om zijn afkomst nadien te omhelzen en er zelf over te schrijven.

©

ie

Wie laaggeletterd is, is armer en ongezonder en sterft jonger. Wie Ulysses durft te lezen, is op z’n minst moedig.

VA

N

IN

1

3 Lezen empowert en emancipeert, is statusverhogend en verrijkend. Dus lezen mensen overal ter wereld

rs

zich al eeuwenlang uit de armoede en naar een betere toekomst. Of beter: lazen. Want tegenwoordig ontlezen steeds meer jongeren zich regelrecht de armoede in. Niet alleen intellectueel, maar ook economisch. 4 In het Nederlandstalige taalgebied is de situatie nog dramatischer dan in de rest van Europa, bleek

pr oe

fv e

uit de Pirls- en Pisa-paniek: in beide statistieken bungelen onze tieners onderaan. Vlaamse kinderen en jongeren scoren steeds slechter op begrijpend lezen en ook hun leesmotivatie en leesplezier gaan achteruit. So what, denken cultuurcynici, who cares als jongeren geen romans meer (kunnen) lezen. Maar in Nederland is 25 procent van de volwassenen niet meer in staat een overheidsbrief te lezen. In Vlaanderen is 15 procent van de volwassenen laaggeletterd en daar komen alsmaar meer jongeren bij. Dat tieners niet langer in staat zijn het dagboek van Anne Frank te lezen op de leeftijd dat zij het schreef, is erg genoeg, maar de consequenties beperken zich niet tot de fictie. Wie laaggeletterd is, is armer en ongezonder en sterft jonger. Omgekeerd zijn mensen die veel en vlot lezen niet alleen fysiek en mentaal gezonder, ze hebben ook meer zelfkennis, focus en frustratietolerantie, functioneren beter en nemen actiever deel aan de maatschappij. Ze zijn empathischer en denken kritischer. Wat houdt ons dan tegen?

5 Over de oorzaken van de ontlezing is al veel inkt gevloeid. Letterkundige Yra van Dijk en docent

Nederlands Marie-José Klaver bogen zich over de leescrisis in het Nederlandse onderwijs. Want in landen als het Verenigd Koninkrijk en Duitsland lezen jongeren wel, terwijl het leesniveau bij ons soms zelfs nog daalt op school. Literatuur krijgt te weinig aandacht, veel leraren lezen zelf nauwelijks. Hun eigen leesniveau is al even slecht: ook in de lerarenopleiding wordt literatuur vanuit de eigen leefwereld of in spelvorm benaderd, zonder deep reading of analyse. Het is precies daarop dat jongeren sneuvelen: teksten interpreteren of informatie uit meerdere bronnen samenbrengen lukt niet meer. Dat zijn nochtans levensnoodzakelijke vaardigheden in onze huidige (des)informatiemaatschappij. En om te presteren op andere schoolvakken waarvoor begrijpend lezen ook de sleutel is.

k9 Lees dan toch, beste jongeren!

589


6 Alleen wie liefde voelt, kan passie overbrengen. Literatuur Vlaanderen zet auteurs voor de klas

en zij krijgen jongeren wél aan het lezen, al leidt het weleens tot conflict over methodiek – de verkleuteringsreflex zit er diep in. Nochtans is downlevelen contraproductief: leesniveau én motivatie gaan net omhoog als kinderen boven hun niveau lezen. En kilometers maken: wie een uur per dag leest, ziet per jaar vier miljoen woorden voorbijkomen. 7 Alles heeft de waarde die je eraan geeft. In 1944, toen in het naoorlogse Engeland het voedsel nog

IN

gerantsoeneerd was, boog de Arts Council zich al over een cultureel toekomstplan. Want geletterdheid is geen luxe. ‘The best for the most’ was het motto, en cultuur en onderwijs verpersoonlijkten dat ‘beste’. Ons 21e-eeuwse neoliberalisme daarentegen zag literatuur als ‘nutteloze cultuur’ en knikkerde lezen uit het onderwijs. Maatschappelijk én economisch een dure vergissing, blijkt nu. 8 Opslagplaats

N

We vergeten het soms, maar dat we kunnen lezen en schrijven is wat ons tot mens maakt. Wat ons van dieren onderscheidt, is dat wij kunnen vooruitblikken naar wat er nog niet is. Een dier kan alleen reageren op wat gebeurt. Een mens kan reageren op wat nog moet gebeuren en in dat voorstellingsvermogen schuilt de macht om de toekomst om te buigen.

VA

9 Doordat we in staat zijn tot communiceren over concepten, kunnen we onze gedachten ook

©

koppelen aan die van anderen, zelfs van mensen die lang voor ons leefden, en zo verleden en heden aaneenschakelen tot één groot bewustzijn. Dat is onze menselijkheid, en die zit verankerd in taal. Boeken zijn de opslagplaats van het menselijk denken door de eeuwen heen. Daarom alleen al mogen we ze niet censureren of aanpassen, alle sensitivityreaders ten spijt, omdat ze de blijvende getuigen zijn van wat mensen, meerderheden en maatschappijen ooit hebben gedacht. Hoe kwetsend ook, dat het is neergeschreven voorkomt dat we het vergeten, uitwissen of onder de mat moffelen. 10 In Public library and other stories vraagt Ali Smith mensen wat bibliotheken voor hen betekenen. Een

rs

ie

bibliotheek, zegt iemand, is Foucaults heterotopie: een van het dagelijks leven afgescheiden ruimte waarin verleden en heden samenkomen en waar iedereen met andere doeleinden naartoe komt (om te leren, te ontspannen of troost te zoeken) maar verbinding vindt via boeken. Lezen, zegt iemand anders, biedt ons niet alleen herkenning en helpt ons zo ontkomen aan onze eenzaamheid, maar toont ons ook een wereld buiten de onze, waardoor het mogelijk wordt te ontsnappen aan wat ons verstikt. Ik onthoud de zin ‘ je bibliotheekkaart is je democratie’.

fv e

11 Woorden zijn magisch. Ze vertellen niet alleen wat en hoe de mens denkt en dacht, ze veranderen ook

mee met de veranderende wereld. Soms zijn ze niet eens eenduidig of zelfs ronduit tegenstrijdig: Ali Smith leerde me dat het Engelse ‘last’ zowel eindigheid als bestendiging kan betekenen, zowel ‘laatst’ als ‘blijvend’. Een getrainde menselijke geest struikelt niet over die complexiteit, maar kan daar dankzij context betekenis in lezen. Als we die vaardigheid verliezen, gaat onze taal ten onder. En wij met haar.

pr oe

12 Vijf jaar geleden schreef ik een open brief aan de schoolgaande jeugd waarin ik hen ertoe aanmaande

beter literatuuronderwijs te eisen, incluis ‘moeilijke’ boeken. Omdat iedereen recht heeft op de complexe ervaring die literatuur biedt. ‘Als het te moeilijk is,’ schreef ik, ‘eis dan dat ze jullie tools aanreiken om het te begrijpen. Als je het lelijk vindt, eis dan dat ze jullie helpen de schoonheid ervan te zien. En als het te saai is, vraag hen dan jullie het geduld bij te brengen ervan te genieten. Want ik geloof niet dat jullie onwetend en on(der)ontwikkeld willen zijn en willen blijven.’

13 Aanstaande maandag, op de Dag van de Europese Auteurs, lezen in de hele EU schrijvers voor op scholen,

want niks zet zo aan tot lezen als voorgelezen worden. Daarom wil ik graag afsluiten met een oproep aan alle leraars die dan voor een klas staan: welk vak je ook geeft, neem je lievelingsboek mee naar school, lees een paar pagina’s voor en praat er een kwartiertje over. Met passie. Je kunt er levens mee veranderen. Verlengen. En zelfs redden.

Bron: www.standaard.be

590

TRAJECT NEDERLANDS   K Receptieve vaardigheden


k Receptieve vaardigheden

k10

Luisteren: hoe overleef je als een introvert persoon in een extraverte wereld?

1

IN

1 xxx 2 xxx 3 xxx

Inleiding

ie

©

VA

Interne Keuken is een Vlaams programma op Radio 1 dat gepresenteerd werd door Koen Fillet en Sven Speybrouck. Zij interviewden wekelijks vier gasten tijdens een tafelgesprek naar aanleiding van een nieuw verschenen (non-fictie)boek of een markante gebeurtenis. Het programma was heel populair en werd uitgezonden van 2010 tot 2022.

N

onderweg

rs

Straks beluister je (een deel van) de aflevering Hoe overleef je als introvert persoon in een extraverte wereld?. 1 Kun je alvast de volgende zaken bepalen voor het beluisteren van de aflevering?

fv e

a tekstdoel b doelpubliek c teksttype

d betrouwbaarheid

pr oe

e onderwerp

2* Denk even na over de volgende vragen en overleg eventueel met een medeleerling. a Zou je jezelf eerder een introverte of een extraverte persoon noemen? Plaats een kruisje op een continuüm van 'introvert' naar 'extravert' en geef een drietal argumenten voor je keuze. introvert

4.6

extravert

b Welke tekststructuur zal deze aflevering hebben, denk je?

c Kun je zelf een aantal redenen bedenken waarom het moeilijk is om als introvert te overleven in een extraverte maatschappij? d Kun je zelf een aantal antwoorden bedenken op de vraag uit de titel?

k10 Luisteren: hoe overleef je als een introvert persoon in een extraverte wereld?

591


2

Luisteren Het is de bedoeling dat je na het luisteren de belangrijkste elementen uit het interview kunt reconstrueren. Denk daarbij aan de topische vragen. 1 Denk na over je luisterstrategie. Hoe wil je dit aanpakken?

IN

onmiddellijk een schema maken (tabel, mindmap, losse woorden … achteraf een schema maken de tekststructuur uitwerken m.b.v. de verschillende deelvragen voor die tekststructuur aantekeningen maken tijdens het luisteren (bv. Cornell-methode) het interview gewoon beluisteren, eventueel verschillende keren tekeningen maken eerst luisteren, dan opschrijven wat je er nog van weet ander: ...

N

1 2 3 4 5 6 7 8

VA

2 Beluister nu het interview en pas je geselecteerde luisterstrategie toe. 3 Schrijf tijdens het luisteren ook de moeilijke woorden op die je hoort.

Je leerkracht stelt je nu een aantal vragen om na te gaan of de luisteroefening gelukt is.

©

4 Hoe is deze opdracht volgens jou verlopen? Duid aan op een continuüm van 'slecht' naar 'zeer goed'. zeer goed

ie

slecht

Luisteren en schematiseren

fv e

3

rs

5* Als je ontevreden was over de opdracht, wat zou je de volgende keer dan anders willen doen? Omschrijf kort.

pr oe

1 Scan de pagina en klik op de thema’s die jou interesseren of bekijk eens een thema dat je normaal niet zou kiezen. Lees de introtekstjes en/of beluister het begin van de aflevering. Maak dan je keuze.

kunst

cultuur (eten)

biologie

wetenschaps­ kritiek

592

THEMA’S

global warming

geschiedenis

filosofie

cultuur (landen)

radicalisering

TRAJECT NEDERLANDS   K Receptieve vaardigheden

taal

technologie

geneeskunde


2 Bepaal eerst je luisterstrategie. Ga je op dezelfde manier te werk als vorige keer? onmiddellijk een schema maken (tabel, mindmap, losse woorden … achteraf een schema maken de tekststructuur uitwerken m.b.v. de verschillende deelvragen voor die tekststructuur aantekeningen maken tijdens het luisteren (bv. Cornell-methode) het interview gewoon beluisteren, eventueel verschillende keren tekeningen maken eerst luisteren, dan opschrijven wat je er nog van weet ander: ...

IN

       

3 Noteer ook deze keer de woorden die je moeilijk vindt of niet begrijpt. Kies woorden die relevant zijn voor een goed begrip van het interview. Maak een woordenlijst en verklaar de woorden aan de hand van de context van het interview. Lukt dat niet, zet dan een andere woordleerstrategie in.

2.4

N

4 Maak een schema van het interview. De vorm van het schema kies je zelf.

5.10.2

a Denk na over de eventuele tekststructuur die in het interview vervat zit.

VA

b Pak je dit nu anders aan dan vorige keer?

Samenvatting van een interview

ie

4

©

5 Leg je schema naast dat van een medeleerling die hetzelfde interview beluisterde. Bespreek het fragment samen. Ga na of je je schema eventueel nog wilt aanvullen.

Nu schrijf je een samenvatting van het beluisterde interview. Ga als volgt te werk.

STAP 2

Het midden bestaat uit verschillende alinea’s die het gesprek samenvatten. Baseer je op je schema (tekststructuur). Gebruik voldoende signaal- en verwijswoorden (binnen en tussen alinea’s).

4.5.4

In je laatste alinea geef je zelf commentaar op het fragment: wat vond jij ervan? Je kunt opnieuw nadenken over de volgende items: • intonatie en/of accent van de interviewer(s) • intonatie en/of accent van de geïnterviewde • de manier waarop een antwoord geformuleerd wordt op de vraag in de titel • de vraagstelling van de interviewer • de structuur of de opbouw van het interview

pr oe

STAP 3

rs

In de inleiding vat je kort samen waarover het fragment gaat. Vermeld zeker belangrijke namen (de geïnterviewde!) en titels (van bv. het boek waarover het interview gaat).

fv e

4.6

STAP 1

STAP 4

Zorg dat het geheel een bladzijde lang is. • Bekijk zeker vooraf de evaluatiematrix op iDiddit. • Je leerkracht deelt een voorbeeldsamenvatting van het interview over introversie om je op weg te zetten.

k10 Luisteren: hoe overleef je als een introvert persoon in een extraverte wereld?

593


l argumenteren

Argumentatieve en opiniërende teksten

l2 l1

IN

1 Je kunt argumentatieve en opiniërende teksten herkennen. 2 Je kunt argumentatieve en opiniërende teksten kritisch lezen. 3 Je kent enkele soorten argumentatieve en opiniërende teksten.

2

ie rs

Bron: www.hln.be

@FransF Als et maar gemakkelijk wordt, vergeet de inspanningen om de taal correct te gebruiken. Ook DT wordt onbelangrijk. #Luiheid en #Taalverloedering!

pr oe

fv e

3

5

Kristien Hemmerechts ‘Ons onderwijs heeft een enorme focus op die spelling, het is meetbaar en daar houden we van (...) Er zijn ook zo veel studenten die onze taal pas op latere leeftijd geleerd hebben, natuurlijk hapert er dan wat aan’, aldus Hemmerechts. Maar moet ‘hij word’, in plaats van ‘hij wordt’ dan gewoon kunnen? ‘Ik zeg niet dat de regel moet verdwijnen’, onderstreept Hemmerechts. ‘Maar ik zie het gewoon verdwijnen, voor veel jonge mensen is die dt-regel geen punt meer.’

VA

pietje aalbers Zo wordt een taal kapotgemaakt door zgn deskundigen. Het engels is nooit verandert van spelling en gramatica sinds Shakespeare. Nederlands van 100 jaar geleden is daarentegen al moeilijk leesbaar geworden. Als we onze taal willen koesteren en niet compleet willen ver-engelsen, dan moet je ervanaf blijven

©

1

N

Argumentatieve teksten gedefinieerd

1

Bron: www.vrt.be/nws

4 ‘Vooral in Vlaanderen denken we namelijk nog vaak dat we enkel Standaardnederlands mogen gebruiken in formele situaties. Maar we kunnen ons ook wat informeler uitdrukken in Standaardnederlands en dan kunnen we ook vormen gebruiken, die we misschien niet zouden gebruiken als we een formele tekst zouden schrijven’, aldus Colleman, linguïst aan de UGent. Bron: www.vrt.be/nws

Modern rederijker Stijn De Paepe becommentarieerde dagelijks het nieuws in versvorm. Eindtermen 2.0 Schoon schip met d/t? Uitstekend idee! Geen hond die het snapt en wat ben je ermee? En leestekens, och, wie bezigt ze nog? Die kunnen we net zo goed weglaten. Toch?

En rekenen doet je smartphone zo goed dat jij je er niet meer mee pijnigen moet. Wat moeite kost, landt voorgoed aan de kant en wég is bij dezen de leerachterstand! Bron: www.demorgen.be

594

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren


1* Bestudeer onderstaande zinnen. Overleg met een medeleerling of je deze zinnen zou gebruiken in een schrijf- of spreekoefening. a Ik heb nooit geen contant geld op zak. b Hij heeft echt wel meer in zijn leven bereikt als jou! c Wordt jij ook wel wakker van straatlawaai? d Zal ik voor hun een aperitief voorzien?

3 Bekijk de teksten op p. 299. a Wat is het onderwerp van de tekstfragmenten? b Wat hebben de tekstfragmenten nog gemeenschappelijk?

IN

2* Zou je bovenstaande zinnen in een bericht naar een vriend gebruiken? Overleg opnieuw met een medeleerling.

N

c Rangschik de teksten van betrouwbaar naar minder betrouwbaar. Verduidelijk welke criteria je daarbij in acht hebt genomen.

d Kies een tekst waar je het (on)eens mee bent. Schrijf op die tekst een korte reactie van vijf zinnen waarin je jouw visie weergeeft.

VA

onthouden

©

Argumentatieve en opiniërende teksten hebben als doel een mening te geven of een idee te ondersteunen of te weerleggen. De schrijver van dergelijke teksten wil de lezer overtuigen door middel van sterke argumenten. Voorbeelden van dit soort teksten zijn reacties op een forum, een column in de krant of een televisiedebat.

rs

ie

Argumentatieve en opiniërende teksten verschillen echter op een aantal gebieden van elkaar. In argumentatieve teksten wordt een stelling of standpunt ondersteund of weerlegd. Dat gebeurt door middel van feiten en degelijk bewijsmateriaal, vaak in een eerder formele stijl. In opiniërende teksten komt de mening of het standpunt van de auteur aan bod. Die wordt ook met argumenten ondersteund, maar die zijn eerder persoonlijk en in een meer informele stijl.

fv e

4 Deze soorten argumentatieve teksten kunnen voorkomen in een tijdschrift of krant. Verbind de tekstsoort met de juiste definitie. a

vaste rubriek waarin een auteur (op vaak humoristische wijze) zijn/haar mening weergeeft

2 opiniestuk

b

uitgebreide tekst waarin een onderwerp uit een specifiek vakgebied wordt ondersteund met aantoonbare feiten

3 column

c

artikel waarin de auteur zijn/haar mening uitgebreid en eerder zakelijk uitlegt

4 lezersbrief

d

orale argumentatieve tekst waarin een controversieel onderwerp vanuit allerlei standpunten wordt belicht door verschillende sprekers

5 wetenschappelijke tekst

e

persoonlijke reactie op een artikel uit een krant of tijdschrift

6 opinieforum

f

tekst die potentiële klanten overtuigt om een product te kopen

7 mondeling debat

g

digitale ruimte waarin gebruikers informatie en meningen over een onderwerp uitwisselen

8 advertentie

h

kritische bespreking van een cultureel product, zoals een toneelvoorstelling, boek of muziekuitvoering

pr oe

1 recensie

l2 Argumentatieve en opiniërende teksten

595


5 Zoek voor elk van deze argumentatieve tekstsoorten minstens één voorbeeldartikel op een nieuws­ website. Geef titel en auteur en vat vervolgens de inhoud van het artikel in maximum twee zinnen samen.

Tip Het doel van een argumentatieve tekst is om de lezer te overtuigen. Het is dan ook belangrijk dat je dergelijke teksten kritisch leest. Daarom is het slim om met enkele aspecten van de tekst rekening te houden.

Bron of medium: artikels in kwaliteitskranten of -tijdschriften kunnen vaak als betrouwbaarder beschouwd worden dan bijvoorbeeld een tweet of reactie op een internetforum. Kijk dus steeds vanwaar de tekst afkomstig is.

Kwaliteit van de argumenten: auteurs van bijvoorbeeld opiniestukken of columns zullen jouw mening proberen te beïnvloeden met argumenten. Wees kritisch en onderzoek de sterkte van hun onderbouwing. Is de informatie juist? Wordt het probleem voldoende uitgelegd?

VA

N

IN

Autoriteit van de schrijver: ga steeds na of de auteur van het artikel kennis van zaken heeft over het aangehaalde onderwerp. Dat kan bijvoorbeeld vanwege zijn/haar functie of affiniteit met bepaalde instituten of onderwijsinstellingen.

Een argumentatieve tekst bestuderen: een tekst over taalkunde

©

2

Welke soort argumentatieve tekst is dit? Waarom denk je dat? Welke problematiek bespreekt de auteur? Wat is zijn mening over de problematiek? Wat is de e-ANS?

rs

a b c d

ie

1 Bekijk de tekst op p. 302-303 globaal en los onderstaande vragen op.

fv e

2 Lees de volledige tekst en zoek per alinea maximum vier kernwoorden die een goed beeld geven van de inhoud van de alinea. 3 Vat elke alinea samen in een zin die de inhoud van dat onderdeel weergeeft. Schrijf de tekst niet over, maar stel zinnen in je eigen woorden op.

pr oe

4 Vergelijk je zinnen uit opdracht 3 met die van een medeleerling. Hebben jullie de tekst op dezelfde manier opgevat? Vul aan en pas aan waar nodig. 5 Beantwoord onderstaande vragen over de tekst. a Hebben volgens Delarue de media een positieve of negatieve invloed op het debat? Leg uit. b Leg de metafoor van de hardlopers in je eigen woorden uit. c Wat denk je dat de auteur van het artikel vindt van de zinnen uit opdracht 1 op p. 300? Leg uit.

6 Onderzoek de betrouwbaarheid van het artikel aan de hand van onderstaande vragen. a Is auteur Delarue een expert op het vlak van de problematiek die hij aankaart? Leg uit. b Wat kun je besluiten over de bron waaruit het artikel afkomstig is? Leg uit. c Kies een alinea uit de tekst die jij een grote meerwaarde vindt voor het artikel. Kies vervolgens ook een alinea die volgens jou minder goed is. Motiveer voor beide alinea’s je keuze in minstens twee zinnen.

7 Ga op zoek naar een betrouwbaar, kwaliteitsvol artikel van iemand die het waarschijnlijk niet eens is met Steven Delarue.

woord

de affiniteit: verwantschap, verbondenheid

596

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren


IN

‘Versoepelde’ grammaticaregels? Stop taal in te zetten als een wapen om verdeeldheid te zaaien

N

OPINIE

VA

‘We moeten dringend af van die typisch Vlaamse, zeer gecrispeerde houding ten aanzien van (taal)regels’, schrijft Steven Delarue. Hij plaatst een aantal kanttekeningen bij de commotie die ontstond bij de publicatie van de vernieuwde Algemene Nederlandse Spraakkunst.

‘ Zelden zoveel taalkundigen op één plek samen gezien!’, schreef iemand op Twitter, na de voorstelling van de nieuwe e-ANS, de Algemene Nederlandse Spraakkunst die dus sinds deze week in een gloednieuw jasje zit. De lancering van zo’n vernieuwde grammatica van het Nederlands, dat is voor een neerlandicus een beetje als de nieuwe PlayStation voor een verstokte gamer: je kijkt er reikhalzend naar uit, en je kunt niet wachten om eens op alle knopjes te gaan drukken en te kijken wat er gebeurt.

fv e

rs

ie

1

heet het dat allerlei grammaticaregels ‘versoepeld’ worden en bepaalde ‘taalfouten vanaf nu wel juist zijn’. Dat is niet alleen luie journalistiek, het is ook het bewust verdraaien van een boodschap om er meer lezers en reacties mee aan te trekken. Dat soort gestook is uiteraard verre van nieuw, maar maakt me extra kwaad als het over taal gaat.

©

Steven Delarue

Feest voor de taalkundige

Op dat vlak stelt de nieuwe e-ANS trouwens niet teleur, want hoewel de meeste hoofdstukken nog steeds in revisie zitten en dus nog vernieuwd moeten worden, blijkt uit de vernieuwde stukken alvast dat er veel verrijkingen zijn toegevoegd: overal krijg je extra informatie, je kunt voorbeelden aanklikken, en begrippen worden meteen verklaard zodra je er even boven gaat hangen. Een feest voor de taalkundige dus, al maakte niemand zich bij de lancering illusies over bredere persaandacht voor die nieuwe grammatica. Toch een beetje niche en ‘incrowd’ allemaal, nee?

pr oe

2

3

Maar nadat Radio 1 in een (vrij genuanceerd) item dan toch aandacht besteedde aan de nieuwe e-ANS, waarin Timothy Colleman (UGent) een en ander in de juiste context wist te plaatsen, ging de bal al snel aan het rollen. Een stukje van VRT NWS werd omgewerkt in een clickbait-artikel op HLN. be, dat intussen het internet - en Twitter - rondgaat. Opeens

l2 Argumentatieve en opiniërende teksten

Want wat is een grammatica eigenlijk? Het is geen taalwetboek, 4 geen prescriptief iets. Grammatica’s schrijven niet voor wat je moet gebruiken of wat je niet mag gebruiken. Ze beschrijven het reële taalgebruik van de modale moedertaalspreker. Dat ze als dusdanig ook worden gebruikt in het onderwijs, met name voor wie de taal aan het verwerven is, is in dat opzicht logisch: wie een taal leert, moet ook inzicht leren krijgen in wat de gemiddelde spreker van die taal als correct of fout aanvoelt. De moeilijkheid is alleen dat grammatica’s moeten evolueren met de tijd, aangezien ook de inschatting van taalgebruikers over wat wel of niet kan in een taal evolueert. De grammatica volgt die evolutie op, zij het met enige vertraging.

Breder licht op taal Maar in het geval van de e-ANS is meer aan de hand. Het is 5 immers helemaal niet zo dat de ANS in 1997 schreef dat iets ‘niet mocht’, en nu besluit dat het ‘wel mag’. De nieuwe e-ANS is, veel meer dan de vorige versie, gebaseerd op allerlei soorten teksten in het Nederlands. Daar vallen dus ook allerlei tekstgenres onder die informeler van aard zijn dan wat in de vorige ANS beschreven zou zijn, waardoor logischerwijze ook constructies aan bod komen in de nieuwe versie die in de vorige niet aanwezig waren

597


of onderbelicht waren gebleven. Alleen: daar staan dan wel labels bij, en vaak wordt er ook extra toelichting voorzien. 6

I n het geval van de ‘groter dan / als’-discussie, die vandaag het sterkst in de media komt, staat er in de e-ANS bijvoorbeeld het volgende bij:

taalkundigen’ omdat ze proberen de taalvormen te beschrijven en te verklaren die we zélf gebruiken in ons eigen taalgebruik, omdat we vinden dat we ze eigenlijk niet zouden mogen gebruiken. De taalkunde is niet prescriptief, en hoort dat ook niet te zijn.

Hardlopers

7

pr oe

fv e

rs

ie

Steven Delarue is beleidsmedewerker taal en diversiteit bij Onderwijscentrum Gent en is hoofdredacteur van Fons, het tijdschrift en de lerarenvereniging voor didactiek Nederlands. Hij schrijft deze bijdrage in eigen naam.

Bron: www.knack.be

woord gecrispeerd: krampachtig, gespannen de niche: exclusief, deel van een bepaalde sector het sjibbolet: taalvorm die verraadt welke taal of welke taalvariant iemand spreekt of tot welke groep iemand behoort

598

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren

8

IN

©

staan, en al helemaal om te concluderen dat de e-ANS daarmee aan ‘versoepeling’ zou doen. De nieuwe Spraakkunst beschrijft vooral ook nieuwe teksten en genres, en werpt daardoor een breder, uitgebreider licht op taalkundige fenomenen die vroeger onderbelicht waren gebleven. Dat is goed nieuws, bijvoorbeeld ook voor het onderwijs, waar reflecteren over taalvariatie en nadenken over grammaticale fenomenen interessante en belangrijke aspecten van de vakstudie Nederlands (kunnen) zijn. Het houdt dan ook weinig steek om kwaad te worden op ‘de

N

J e moet al van erg kwade wil zijn om daaruit te concluderen dat ‘als’ en ‘dan’ daardoor op exact dezelfde hoogte komen te

Taal wordt steeds vaker ingezet als een wapen om verdeeldheid te zaaien. Dat is een kwalijke evolutie, die ervoor zorgt dat mensen zich niet op hun gemak voelen in hun eigen taal, maar er ook toe leidt dat nieuwkomers en niet-moedertaalsprekers van het Nederlands het steeds moeilijker krijgen om in onze taal thuis te komen. Als je dat combineert met een steeds feller discours rond het belang van taalverwerving en Nederlands leren en je krijgt het beeld van hardlopers die steeds harder moeten rennen, terwijl de finishlijn nog nét een tikkeltje sneller van hen wegschuift. Een race zonder einde, waar niemand beter van wordt. En dat voor iets als taal, een instrument dat we elke dag opnieuw gebruiken, en waar we liefst toch ook wat plezier zouden aan mogen beleven.

VA

Het voegwoord ‘als’ is in deze functie niet voor alle taalgebruikers aanvaardbaar. Voor velen is ‘dan’ zelfs een sjibbolet voor correct Nederlands. Wie moeilijkheden op dit gebied wil vermijden, kan zich daarom beter van het gebruik van ongelijkheid-aanduidend ‘als’ - waar op zichzelf beschouwd geen enkel bezwaar tegen bestaat onthouden.


l argumenteren

Het debat Je kunt standpunten en argumenten van elkaar onderscheiden. Je kunt deugdelijke argumenten herkennen en zelf formuleren. Je kunt een argumentatieve tekst schrijven. Je kunt drogredenen herkennen. Je kunt een goed debat voeren.

IN

1 2 3 4 5

B

A

C

©

VA

‘Sinds 2018 is een alcoholslot verplicht voor bestuurders die betrapt werden met meer dan 1,8 promille in hun bloed. Er worden dus al maatregelen genomen om het alcoholgebruik van bestuurders te verminderen. Je moet niet iedereen straffen omdat sommige mensen hun eigen grenzen niet kennen.’

‘Mijn beste vriendin werd aangereden door een dronken autobestuurder. Als er al eerder een nultolerantie was ingevoerd, was dit misschien nooit gebeurd.’

N

l3

D

rs

ie

‘Volgens de website van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde speelt alcohol een rol in 1 op 4 van de ongevallen. Ze stellen dat vanaf een alcoholpercentage van 0,5 promille in het bloed, het risico op een ongeval met 40% stijgt. Het risico op een ongeval bij jonge bestuurders met hetzelfde alcoholpercentage in het bloed, ligt volgens het VSV zelfs nog hoger. Op basis van die cijfers kan er enkel gezegd worden dat een nultolerantie een goed idee is.

F

pr oe I

‘Nultolerantie voor alcohol in het verkeer hanteren, gaat in tegen elke erkende logica van verkeersveiligheid. Bijna overal in Europa geldt er een limiet van 0,5 promille. In Engeland, Ierland en Malta ligt de grens zelfs wat hoger met 0,8 promille. Wat blijkt? Die landen scoren veel beter op vlak van verkeersveiligheid. Dat bewijst dat er geen link is tussen het aantal en het type ongevallen in een land, en de toegelaten alcohollimiet.’

Naar: www.hln.be

l3 Het debat

E

Een nultolerantie is te gek voor woorden. We verbieden iemand toch ook niet om een dessert te eten omdat dit gevaarlijke gevolgen kan hebben?’

G

fv e

‘Op de website van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde hebben ze een overzicht van wat alcohol met je lichaam doet. Alcohol vertraagt je reactietijd van ongeveer 1 seconde of minder tot 2 of 3 seconden en het zorgt ervoor dat je meer moeite hebt om te focussen op de weg waardoor je mogelijk gaat slingeren over de baan. Wanneer iemand alcohol drinkt en vervolgens de fiets naar huis neemt, kan die een gevaar vormen voor zichzelf, maar ook voor anderen op de weg. Het is dus nodig om een nultolerantie voor fietsers in te voeren.’

‘De lever heeft gemiddeld 1,5 uur nodig om een doorsnee glas alcohol af te breken. Een nultolerantie is dus noodzakelijk.’

‘Mogen we nog iets hebben in ons leven? Dit is de zoveelste pestactie van politici, ze willen enkel een nultolerantie zodat ze extra boetes kunnen uitschrijven om zo de door hen gecreëerde staatsschuld te verminderen.’

H

‘In 1 op 4 van de ongevallen is er sprake van alcoholmisbruik, in de andere 3 op 4 gevallen liggen slechte wegen en gsm-gebruik mogelijk aan de oorzaak van het gevaar. Het is belangrijker om op die factoren te focussen.’

J ‘Het is moeilijk in te schatten wanneer iemand de toegestane limiet van alcoholgehalte in het bloed heeft bereikt. Hoeveel kan iemand drinken alvorens een bepaald promille te hebben? De enige manier om daar duidelijkheid over te krijgen, is om een nultolerantie in te voeren.’

599


1

Een nultolerantie voor automobilisten 1 Op de vorige pagina lees je enkele reacties van mensen op de vraag of er een nultolerantie voor alcohol zou moeten komen in het verkeer. Rangschik die reacties volgens het continuüm op basis van hun argumentatie. 2 Vergelijk jouw rangschikking met die van twee medeleerlingen. Hadden jullie hetzelfde idee? Beargumenteer telkens je keuze.

IN

3 Wie heeft jou het meest van zijn/haar standpunt kunnen overtuigen? Waarom? zwak argument

sterk argument

2

VA

N

Om iemand te kunnen overtuigen, is een goede argumentatie onontbeerlijk. Dat is ook zeker het geval in een debat. Alvorens de argumentatie van een partij te kunnen beoordelen, is het belangrijk om de argumenten en het standpunt van een partij van elkaar te kunnen onderscheiden.

Standpunt, argument, voorbehoud, feit en mening

©

Standpunt, argument en voorbehoud

ie

1 Wat is het verschil tussen een standpunt, een argument en een voorbehoud? 2 Zoek het standpunt van de spreker en het argument dat gebruikt wordt om het standpunt te verdedigen. Noteer ook het voorbehoud, indien dit aanwezig is.

rs

a In het verkeer is een nultolerantie voor verdovende middelen noodzakelijk, want elk jaar worden er meerdere ongelukken veroorzaakt door autobestuurders die rijden onder invloed.

fv e

b Omwille van het toenemende hitte-eilandeffect overal in de binnensteden, behalve in de parken, is het belangrijk om in binnensteden extra bomen te planten. c Ik ga liever met de trein op vakantie, omdat het vliegtuig veel schadelijker is voor het milieu. d Om de begrijpbaarheid van dialogen te garanderen, is het belangrijk dat acteurs steeds Algemeen Nederlands spreken.

pr oe

e Omdat de boekentassen van de schoolgaande jeugd te zwaar zijn, pleit ik voor het gebruik van digitale schoolboeken op tablets, tenzij het gaat om leerwerkboeken waarin leerlingen moeten noteren.

Signaalwoorden die vaak gebruikt worden in combinatie met een argument zijn omdat, doordat, aangezien en want.

600

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren

Tip


Feit of mening? 3 Wat is het verschil tussen een feit en een mening? 4 Bepaal of het om een feit of een mening gaat.

d

Water kookt bij 100°C. b

In België wordt de lekkerste chocolade gemaakt.

Het c praktische rijexamen is te moeilijk.

Tijdens een voetbalwedstrijd begint elke ploeg met elf spelers op het veld.

e

IN

a

Er zou geen huiswerk gegeven mogen worden tijdens een vakantie.

rs

ie

Drogredenen

1 Bekijk in de Trajectwijzer het overzicht van veelvoorkomende soorten drogredenen. a Zijn onderstaande argumenten volgens jou deugdelijke argumenten of drogredenen? b Vermeld ook telkens over welke soort het gaat. c Geef bij een drogreden telkens aan waarom het volgens jou om een drogreden gaat.

fv e

4

©

1 In de Trajectwijzer vind je een overzicht van soorten deugdelijke argumenten die gebruikt kunnen worden wanneer je iemand wilt overtuigen. Probeer samen met een medeleerling telkens een voorbeeld te bedenken of op te zoeken.

3.7

A Een kind kan zo’n beslissing niet nemen omdat het nog niet volwassen is.

B

Alcohol in het verkeer blijft een probleem. In 2017 gebeurden er nog 4 210 ongevallen waarbij een chauffeur onder invloed betrokken was.

pr oe

3.8

Deugdelijke argumenten

VA

3

N

5 Is een goed argument volgens jou doorgaans gebaseerd op een feit of een mening? Waarom?

C Waarom vertrouwt niemand politici?

E

Het ministerie van Volksgezondheid raadt mensen die werken in de gezondheidssector aan om zich te laten vaccineren tegen griep.

F

D Een week na het krijgen van een griepvaccin werd hij ziek, je wordt dus ziek van het griepvaccin.

Omdat te snel rijden een probleem blijft in Vlaanderen, zijn er volgend jaar vier extra trajectcontroles gepland.

onthouden Een deugdelijk argument is een argument waarop niets aan te merken valt, een goed argument. ↔

Een drogreden is een argument dat gebaseerd is op een foutieve redenering.

l3 Het debat

601


5

De overtuigingskracht van de hoogleraar 1* Is er volgens jou een cultureel verschil tussen welke argumenten als betere argumenten beschouwd worden? Waarom wel/niet? Je leest nu de tekst De overtuigingskracht van de hoogleraar.

IN

Bron en structuur 2 Wie is de auteur van de tekst? Wat is de bron van de tekst? 3 Volgens welke tekststructuur is de tekst opgebouwd?

4.6

4 Geef de deelvragen van die structuur en beantwoord ze schematisch aan de hand van de tekst.

N

Inhoud 6 Geef van elke soort een eigen voorbeeld.

VA

5 Welke vier hoofdsoorten argumenten worden er volgens de tekst van elkaar onderscheiden?

7 Leg in je eigen woorden uit, met behulp van een voorbeeld uit het onderzoek van Hornikx, wat een ‘drogreden op basis van een valse autoriteit’ inhoudt.

rs

ie

©

8 Kun je zelf nog een ander voorbeeld bedenken?

fv e

De overtuigingskracht van de hoogleraar

pr oe

Hoe overtuig je mensen ervan dat ze misselijk worden als ze iedere dag sherry drinken? Je kunt ze bijvoorbeeld vertellen over je oom Herman, die zo’n naar gevoel kreeg toen hij enkele maanden twee glazen per dag had gedronken. Je kunt erop wijzen dat in een experiment met 267 volwassen mannen 78% van de proefpersonen misselijkheid rapporteerde nadat ze een week lang dagelijks een glaasje oloroso voorgezet hadden gekregen. Of je kunt aanvoeren dat alcoholdeskundige prof. dr. F. Klassen van de Universiteit Utrecht deze opvatting al jarenlang verdedigt. Niet al deze argumenten werken even sterk. Bovendien zijn er culturele verschillen in de kracht van argumenten. Een Frans publiek raakt eerder overtuigd door de mening van de – overigens fictieve – hoogleraar Klassen dan een Nederlands publiek. Dat blijkt uit het proefschrift waarop

602

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren

communicatiedeskundige Jos Hornikx (27) onlangs aan de Radboud Universiteit Nijmegen promoveerde en waarin hij toetste hoe geloofwaardig Fransen en Nederlanders stellingen vonden nadat hij er verschillende argumenten voor gegeven had. Postbus 51 De overtuigingskracht van beweringen is een van de oudste onderwerpen van onderzoek in de westerse wetenschap: de Griekse wijsgeer Aristoteles dacht er al over na. Toch zijn er allerlei zaken nog niet bekend; hoe verschillende culturen argumenten beoordelen, is bijvoorbeeld nog nauwelijks bestudeerd. Hornikx’ onderzoek voorziet in een deel van die leemte. Er worden doorgaans vier hoofdsoorten argumenten van elkaar onderscheiden. Het argument van oom Herman heet ‘anekdotisch’, dat van de 267 proefpersonen ‘statistisch’, en dat van professor


VA

N

IN

Frankrijk wordt nu eenmaal veel waarde gehecht aan autoriteit en experts, meenden zij. Maar wat is er voor Fransen nu precies zo waardevol aan het oordeel van die hoogleraren? Daarover deed Hornikx nóg een opmerkelijke ontdekking. Hij gebruikte in zijn onderzoek namelijk twee vormen van het autoriteitsargument: een waarbij de geciteerde hoogleraar zich bevond op een vakgebied dat duidelijk verband hield met het onderwerp in kwestie – de alcoholdeskundige die zich uitlaat over het drinken van sherry – maar ook een waarbij de hoogleraar een heel ander vakgebied bestreek – de marketing bijvoorbeeld, of de oogheelkunde. Als lezers waarde hechten aan deskundigheid, zou je verwachten dat ze eerder naar de eerste zouden luisteren dan naar de tweede. Maar de Franse studenten bleken, anders dan de Nederlanders, de professor in de marketing vrijwel even overtuigend te vinden als zijn collega in de alcohol. Het was nog vreemder: ze bleken beide hoogleraren zelfs ongeveer even deskundig te vinden op het gebied van de stelling.

Misselijkheid Wat is er aan de hand? Denken Fransen dat een professor bij uitstek overal evenveel verstand van heeft? Ook dat bleek niet het geval: in een vervolgonderzoekje voerde Hornikx deskundigen op die geen hoogleraar waren, maar ook daarbij bleken de Franse proefpersonen nauwelijks verschil te maken tussen mensen die over hun eigen of juist over een heel ander vakgebied spraken. Wat de precieze verklaring voor het verschil tussen Nederlanders en Fransen is, weet Hornikx niet. Misschien heeft het te maken met een verschil in leescultuur, denkt hij. Franse scholieren en studenten zijn eerder geneigd om een aangeboden tekst ter kennisgeving aan te nemen; het verschil tussen een geneeskundige en een marketingspecialist valt hun daarbij dan nauwelijks op. Nederlandse leerlingen is beter geleerd teksten kritisch te benaderen. Hen krijg je niet zo gemakkelijk overtuigd van het feit dat sherryconsumptie misselijkheid veroorzaakt op basis van enkel de overtuigingskracht van een professor.

ie

©

Klassen een ‘autoriteitsargument’. Het vierde type is ‘oorzakelijk’: je beweert dat alcohol in het bloed komt en zo de maag en het evenwichtsorgaan aantast, en daarmee maak je het verband tussen drankconsumptie en misselijkheid aannemelijker. Voor schrijvers is het nuttig om te weten welke argumenten het best aanslaan bij hun publiek. Wie een brochure moet schrijven over bijvoorbeeld de effecten van alcohol, heeft waarschijnlijk een arsenaal aan argumenten tot zijn beschikking, die niet allemaal in de tekst verwerkt kunnen worden. Dan is het volgens Hornikx zaak om de trefzekerste argumenten te kiezen. Hornikx’ belangstelling ging vooral uit naar het autoriteitsargument. Hoe vaak wordt dat argument precies gebruikt? Om dat te weten te komen verzamelde hij zowel in Nederland als in Frankrijk een groot aantal folders die als doel hadden de mening of het gedrag van de lezer te beïnvloeden. In Nederland ging het bijvoorbeeld om overheidsbrochures van Postbus 51, maar ook om informatiemateriaal van ideële instellingen als Amnesty International. Er bleek inderdaad verschil te zijn tussen de twee landen: de Nederlandse schrijvers verwezen zo goed als nooit naar autoriteiten, terwijl hun Franse collega’s dat wel af en toe deden.

pr oe

fv e

rs

Marketing Nu zeggen zulke verschillen tussen bestaande brochures niet noodzakelijkerwijs iets over de verschillen in overtuigingskracht. Misschien hebben de schrijvers tijdens hun opleiding wel geleerd om argumenten te gebruiken die bij nadere beschouwing geen enkel effect hebben op hun publiek. Daarom onderzocht Hornikx ook hoe lezers erover dachten. Zo ging hij in Nederland en in Frankrijk universiteiten langs om groepen studenten zijn stellingen en bijhorende argumenten voor te leggen. De studenten kregen de opdracht om de verschillende argumenten te rangschikken naar de mate van overtuigendheid. Ook uit dit onderzoek kwam naar voren dat Fransen iets meer waarde hechten aan autoriteitsargumenten dan Nederlanders. Franse collega’s aan wie de onderzoeker de resultaten voorlegde, waren niet verbaasd. In

l3 Het debat

Bron: Onze Taal

603


6

Debatteren 1 Je bekijkt drie fragmenten. Zijn die volgens jou een voorbeeld van een (goed) debat? Geef telkens een argument waarom je dat wel of niet vindt. a fragment uit Volt over frisdranken op school b fragment uit Koppen over een aanrijding c fragment uit Volt over standaardtaal

IN

2 Formuleer zelf een definitie voor de term ‘debat’. 3 Wat zijn belangrijke kenmerken van een goed debat volgens jou?

Een debat bestuderen: het debat over immersieonderwijs/CLIL

VA

7

N

4 Wat is het doel van een debat?

1* In I3 maakte je al kennis met CLIL. Wat weet je nog over CLIL?

©

Je bekijkt een aflevering van Volt over het debat rond immersieonderwijs.

Vorm

ie

2 Hoe vaak komen de sprekers aan het woord? Krijgt elke spreker gelijke spreekkansen volgens jou?

rs

3 Hoe wordt er bepaald wie aan het woord komt? 4 Wie is/zijn de debatleider(s)?

a Wat is de functie van de debatleider?

fv e

b Vind je de debatleider neutraal of partijdig? Beargumenteer met een voorbeeld uit het fragment. c Is dat volgens jou belangrijk? Waarom? 5 Hoe is de opstelling (wie zit waar)? Waarom is dat, denk je?

pr oe

6 Wie heeft gelijk volgens jou? Beargumenteer. 7 Er worden meer argumenten aangehaald dan enkel die van de gasten. a Hoe doet het programma dat? b Heeft dat volgens jou een invloed op de neutraliteit van het programma? Beargumenteer.

Inhoud

8 Wie zijn de deelnemers aan dit debat? Geef ook telkens hun standpunt. 9 Wat zijn immersiescholen? 10 Wat is volgens jou het verschil tussen CLIL en immersie? 11 Welk argument haalt de leerkracht media uit Maldegem aan? 12 Met welk tegenargument weerlegt Peter De Roover dat argument? 13 Noteer telkens twee argumenten pro en contra immersieonderwijs die in het fragment gegeven worden. 14 Zoek in het artikel op p. 310 de argumenten die gegeven worden pro en contra CLIL.

604

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren


Stadsscholen hebben moeite met meertalig onderwijs Stijn Cools

N

Professor Struys stipt dat inderdaad aan als een barrière. ‘Terwijl in andere landen je als leerkracht al in een andere taal op B2-niveau mag lesgeven, zolang je drie jaar later maar op het niveau van C1 zit.’

©

Dat blijkt toch uit onderzoek van de VUBprofessoren Esli Struys en Jill Surmont. Ze hebben de profielen van secundaire scholen met en zonder meertalig onderwijs naast elkaar gelegd. Wat bleek: scholen met meer kansrijke leerlingen varen vaker onder de meertalige CLIL-vlag – voluit Content and Language Integrated Learning.

Nog een moeilijk punt: het diploma van de leerkrachten. Om een vak te geven in een andere taal moeten ze het taalniveau C1 halen, wat niet al te ver onder het niveau van de moedertaal ligt. Directeur van het Meertalig Atheneum: ‘Dat is echt heel hoog. Misschien zelfs te hoog. Ik denk dat het belangrijk is dat de leerkrachten de taal goed spreken en het vakjargon kennen, maar dat hoeft geen BBC-Oxford-Engels te zijn voor ons.’

VA

De lessen aardrijkskunde gebeuren er in het Frans, de vijfde- en zesdejaars krijgen er chemie in het Engels. Op het Meertalig Atheneum in SintPieters-Woluwe kiezen ze volop voor CLIL, waarbij niet-taalvakken in het Frans, Engels of het Duits gegeven worden. Toch is de school daarmee een uitzondering in Brussel.

IN

Grootstedelijke scholen vinden het moeilijker dan plattelandsscholen om meertalig onderwijs (CLIL) aan te bieden. Ze hebben andere prioriteiten, onvoldoende materiaal en vaker leerkrachten zonder het juiste diploma.

Op de school in Sint-Pieters-Woluwe lopen veel nationaliteiten rond. ‘Meertalig onderwijs sluit aan bij de Brusselse leefwereld, maar het is ook handig voor later om makkelijk te kunnen switchen tussen Nederlands, Engels en Frans. Sommige van onze leerlingen studeren bijvoorbeeld verder aan de VUB, waar ze papers in het Engels moeten schrijven.’

rs

ie

Regionaal zijn er grote verschillen. Slechts twee scholen van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel zijn bezig met CLIL, terwijl er dat in WestVlaanderen 42 zijn. In totaal bieden 126 scholen in Vlaanderen CLIL aan.

fv e

‘Het zijn niet zozeer de grote steden zoals Brussel of Antwerpen en Gent met veel meertalige scholieren die meertalig onderwijs aanbieden, maar veeleer de andere regio’s’, zegt professor Struys.

pr oe

Dat vindt hij een spijtige zaak. ‘CLIL is een succesverhaal, blijkt uit diverse onderzoeken. Voor het inoefenen van de taal zelf uiteraard, maar leerkrachten gaan ook meer activerend lesgeven. Daardoor gaat de kennis over het vak zelf – zoals aardrijkskunde – er ook op vooruit. Leerlingen voelen zich bovendien meer uitgedaagd.’ BBC-Engels Dat scholen met meer kansarme leerlingen minder vaak voor meertalig onderwijs kiezen, wijt de professor onder meer aan ‘andere prioriteiten’. Bijvoorbeeld omdat de zorgnoden op dergelijke scholen veel groter zijn.

Communautaire context ‘De leerlingen appreciëren het ook, ons meertalig onderwijs, en zullen zich daardoor zelf ook meer inzetten om hun Nederlands te verbeteren. Maar gezien de communautaire context in Brussel ligt meertalig onderwijs niet overal even voor de hand.’ Vlaams minister van Onderwijs laat weten dat ze CLIL op een ‘doordachte en duurzame manier’ verder wil uitbouwen. Niet alleen in het aso en tso, maar ook in het bso.’ Ze wijst er nog op dat een niet-taalvak in een andere taal leren het zelfvertrouwen en de spreekdurf van een leerling versterkt, en dat het ook de concentratie en de motivatie doet toenemen. Bron: standaard.be - 05/09/2017

‘De financiële middelen zijn ook niet altijd beschikbaar en niet al het lesmateriaal is even goed aangepast aan les krijgen in een andere taal.’

l3 Het debat

605


8

Walking debate / stellingenspel 1 Je leerkracht leest enkele stellingen voor. Ga naar de linkerkant van het lokaal als je het eens bent met de stelling. Ga naar de rechterkant van het lokaal als je het oneens bent met de stelling. 2 Kies een stelling, neem daarover een standpunt in en verdedig die in een argumentatieve tekst. Gebruik daarvoor ten minste drie goede argumenten en weerleg één tegenargument.

IN

Tip

Lees in de Trajectwijzer hoe je een argumentatieve tekst opbouwt.

9

Het debat

N

6.10

VA

1 Jullie gaan nu zelf een debat voeren. De leerkracht geeft je drie stellingen die je moet voorbereiden. 2 Je zoekt zowel argumenten pro als contra. Een minuut voor de start van het debat krijg je pas te horen welke kant jij moet verdedigen.

©

Tip

Maak gebruik van de geleerde zoekstrategieën en let op de betrouwbaarheid van je gebruikte bron.

ie

5.8

3 Elke partij bestaat uit drie leerlingen, elk debat duurt drie minuten. a Je staat recht wanneer je het woord wilt.

rs

b Je mag pas spreken wanneer de debatleider jou het woord geeft.

Tip

pr oe

fv e

• Debatteer niet naast de kwestie. • Val niemand aan. • Let zowel op je taalgebruik als op je lichaamstaal. • Om een goed debat te voeren, is het belangrijk om ook op de tegenpartij in te spelen en te reageren op eerder gegeven argumenten (het is niet louter een opsomming van je eigen argumenten, maar een wisselwerking tussen beide partijen).

Stellingen

1 De studiekeuze in het hoger onderwijs moet beperkt worden door de behaalde resultaten en de huidige knelpuntberoepen. 2 Alle steden moeten autovrij gemaakt worden. 3 Het vak Nederlands moet een minimum aantal lesuren per maand spenderen aan literatuur. 4 Ook niet-taalvakken moeten quoteren op spelling. 5 Er moet een instaptoets Nederlandse taalvaardigheid georganiseerd worden: grammatica en spelling met verplichte remediëring voor alle richtingen in het hoger onderwijs. 6 Vlaanderen moet centrale examens/staatsexamens inlassen. 7 Elke schooldag moet er minstens één lesuur ‘bewegen’ op het programma staan. 8 De dienstplicht moet opnieuw ingevoerd worden in België voor zowel mannen als vrouwen. 9 Er moet een Europees leger opgericht worden. 10 Het uitrusten van identiteitskaarten met vingerafdrukken is een schending van de privacy.

606

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren


l argumenteren

l4

De discussie

1

IN

1 Je herhaalt de kenmerken van sterke argumenten en drogredenen. 2 Je leert hoe je met online `hate speech’ kunt omgaan. 3 Je kunt een kwadrantendiscussie voeren.

De internetdiscussie

N

1* Ongetwijfeld kwam je al eens een internetdiscussie tegen. Misschien zat je er zelfs middenin? Vertel over je ervaring aan je medeleerlingen.

Riadh Bahri wordt journaalanker bij VRT NWS

©

n: zet je PLAYLIST. Van Mariah tot Elto stmuziek ker e feestdagen goed in met dez

VA

2 Bekijk de onderstaande reacties die te vinden zijn op de website van hln.be. Wat vind je van de inhoud en het taalgebruik? Vind je de reacties typerend voor de commentaar die je tegenkomt op sociale media?

Beste Riadh ‘100’ jaar geleden was ik t eerste gekleurde gezicht op (toen) de BRT. Een echte stunt heette dat toen. Wat zijn de tijden- langzaam maar zeker- veranderd. Vanuit Suriname kijk ik goedkeurend toe : je vader zou zéker trots zijn! Ik wens je t allerbeste!! Een ouwe Surivlaamse

ie

t die uit ik kan dat Als mevr Carey op de radio is gaa gedrocht niet meer aanhoren !

rs

Lotus zegt vaarwel tegen ‘speculoos’ en kiest voor internationale naam

fv e

Ik koop dit dus NOOIT meer!

pr oe

Als het geen speculoos is moet ik het niet meer hebben.

Ik val nog liever dood dan dat er hier ooit Biscoff in huis komt! Nooit!

Klaasje Meijer laat voor het eerst in vijf jaar K3 in haar hart kijke n: ‘Mijn vriend probeerde me te overtuig en bij K3 te blijven’ Vooral je har t volgen! Niet

de room en het geld!

Achter de schermen van Snackmasters: ‘Nee, er zit geen karton in een Viandel’ Steekt afval in,maar geen probleem. De mens kan streken verkopen met zijn vlees Franse namen te geven en zijn eten lunch of diner noemen,maar wat je eet blijft een lijk.En wat dood is,is in ontbinding. En dat mooie rode kleurtje is om die lijkkleur te verbergen,simpel. En dan neer kijken op aaseters zoals gieren en hyena’s. Die maken zich niet druk om dat rottend dier Tournedos of Chateau Briand heet. Smakelijk !

3 Je leerkracht toont je een nieuwsbericht. Vat het bericht samen aan de hand van de topische vragen. 5.2.4

l4 De discussie

607


Op dit nieuwsbericht kwamen zo veel racistische reacties dat de politie een onderzoek startte. We lezen het volgende op standaard.be:

IN

‘We hebben daarop de internetrecherche van de federale politie gecontacteerd met de vraag om een onderzoek te starten naar inbreuken op de antiracismewet’, aldus Johan Lescrauwaet van het parket van Ieper. ‘Het is een belangrijk signaal om aan te tonen dat dit niet getolereerd wordt.’ De gespecialiseerde federale dienst zal nagaan of bepaalde personen in hun bericht aanzetten tot haat. Als er sprake is van strafbare feiten, zal de politie een pv opstellen. ‘Als we beslissen om die personen te vervolgen, riskeren ze celstraffen van een maand tot een jaar en een boete tot 8 000 euro. Dat is in het verleden al gebeurd met online boodschappen van negationisme’, aldus Lescrauwaet.

N

Bron: standaard.be

VA

4 Wat betekenen ‘federale’ en ‘negationisme’? Leg uit in je eigen woorden. Welke woordleerstrategie gebruikte je om de betekenis te achterhalen? 5* Hoe zou jij reageren als je aan het roer stond van een sociaal medium? Zou je actie ondernemen? Zo ja, hoe?

H

rs

ie

©

Op die racistische opmerkingen kwam dan weer veel reactie, zeker vanuit politieke zijde werd deze ‘hate speech’ veroordeeld. Maar, we lezen:

fv e

oe kwetsend online haatberichten voor sommige mensen ook kunnen zijn, in België is de vrijheid van meningsuiting wettelijk vastgelegd. Iemand verbaal kwetsen is niet verboden. Wat niet mag, is in het openbaar aanzetten tot geweld of oproepen tot discriminatie en haat. En dat kan dan weer strafbaar zijn op basis van de antiracismewet of de algemene antidiscriminatiewet. Als er iemand een klacht indient tenminste, of als het gerecht beslist om een onderzoek in te stellen.

pr oe

‘Wat hate speech betreft, is het steeds een uitdaging om te bepalen waar de grens ligt tussen de vrijheid van meningsuiting en het aanzetten tot haat en geweld. Er is daar een grijze zone die mee bewaakt wordt door het maatschappelijk debat en de reactie vanuit de samenleving. In onze rechtstaat bepaalt de rechter wanneer men kan spreken van strafrechtelijke misdrijven en dat is maar goed ook’, zei Bart Somers vandaag nog in de Commissie Binnenlands Bestuur in het Vlaamse Parlement over online hate speech.

Bron: vrt.be/nws

6 Welke berichten uit opdracht 2 vallen volgens jou onder ‘hate speech’? Kies er twee om te herschrijven tot een meer positieve of onderbouwde boodschap.

608

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren


2

Oorzaken en oplossingen Internetdiscussies monden dus vaak uit in verbale agressie. In de artikels op p. XXX-XXX wordt ingegaan op de oorzaken (tekst 1) en eventuele oplossingen (tekst 2). 1 Maak eerst de woordenschatoefening. Verbind het woord met de correcte omschrijving. controversieel

a boodschap die je overbrengt zonder taal te gebruiken

2

solidair

b samenhang

3

non-verbaal

c tegenovergestelde meningen oproepend

4

responsief

d gezag

5

drogreden

e slecht argument, denkfout

6

retorica

7

correlatie

f iemand die niet uit eigen naam handelt (in argumentatie een drogreden waarbij je een karikaturale versie van iemands argument weerlegt)

8

autoriteit

g eensgezind, voor elkaar zorgend

9

stroman

h welsprekendheid, de kunst van het redeneren i veralgemening j antwoordend

N

VA

10 generalisatie

IN

1

©

2 Lees nu de teksten per twee, je neemt elk een tekst voor je rekening.

a Noteer de oorzaken en de oplossingen voor agressieve online discussies.

rs

De kwadrantendiscussie

fv e

Een discussie ‘in het echt’ lijkt dus (voorlopig) zinvoller dan een online discussie. Als opdracht voeren we een zogenaamde ‘kwadrantendiscussie’. De leerkracht geeft je instructies.

pr oe

3

ie

b Bespreek jullie antwoorden.

l4 De discussie

overtuigd PRO

gematigd PRO

gematigd CONTRA

overtuigd CONTRA

609


Tekst 1

‘Online lijkt niet naar elkaar te worden geluisterd’

VA

N

IN

Hoe zorgen we voor een constructieve discussie onder onze bezoekers?

©

© Britte voor NEMO Kennislink via Canva

Britte Schilt

fv e

rs

ie

Een glimlach, een ‘hmm’, of een bevestigend knikje zijn in chatgesprekken onzichtbaar. Dit maakt het moeilijker om een goede discussie te voeren. NEMO Kennislink-stagiaire Britte Schilt sprak met Carla Roos, promovendus aan Rijksuniversiteit Groningen, over het belang van vaagheid, aanmoediging en subtiele sociale interacties.

Auteur:

pr oe

Discussies over controversiële onderwerpen lijken online vaak sneller uit de hand te lopen dan als ze face-to-face plaatsvinden. Ook op NEMO Kennislink zie ik dat discussies onder artikelen soms snel in een negatieve spiraal terechtkomen. Hierover interviewde ik sociaal psychologe Carla Roos. Zij onderzoekt de verschillende manieren waarop mensen zich on- en offline uiten en wat de gevolgen hiervan zijn voor het voeren van een online discussie. Roos vroeg de proefpersonen in haar onderzoek om te discussiëren over controversiële onderwerpen. Dit deden ze zowel face-to-face als in een chatroom. Wanneer de proefpersonen een online discussie voerden, drukten ze zich helder en concreet uit. Er werden vooral duidelijke standpunten verkondigd, er werd weinig inhoudelijk op elkaar ingegaan en meer langs elkaar heen gepraat. Er ontstond een minder goed lopend gesprek dan in een mondelinge discussie en tussen proefpersonen minder solidariteit en begrip. ‘Als je een mondeling gesprek voert, doe je bepaalde dingen die in tekst veel moeilijker zijn’, vertelt Roos. ‘Mensen worden in lastige mondelinge discussies al snel een beetje vaag in hun uitingen. Er wordt hardop nagedacht en gestrooid met “misschien”, “oh, ik denk dat” en “ik ben niet zeker hoor, maar”. Door deze vaagheid komen dingen veel minder hard over dan in een chatgesprek.’ Ook speelt verbale en non-verbale aanmoediging binnen een gesprek een grote rol. ‘Bevestigend knikken, “ja” zeggen, glimlachen, aanmoedigingen geven. Laten zien dat je er bent, dat je luistert en open staat voor een discussie. Al deze gedragingen worden moeilijker in een online omgeving, waar je alleen tekst tot je beschikking hebt. Het medium beperkt je in het gedrag dat je kunt vertonen.’

610

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren


IN

Daarnaast onderzocht Roos wat er gebeurt als je zowel een online discussie als een uitgetypte mondelinge discussie aan proefpersonen voorlegt. Lachend: ‘Je ziet eigenlijk pas hoe ontzettend veel van die vaagheid mensen gebruiken als je het letterlijk uitschrijft.’ Het bleek dat de proefpersonen bij deze uitgeschreven mondelinge discussies vooral de indruk kregen dat mensen ontwijkend gedrag aan het vertonen waren en zich niet helemaal op hun gemak voelden. Het een-op-een toepassen van deze “mondelinge” vaagheid in een chatgesprek is dus niet de oplossing. ‘Maar het reageren, het aanmoedigen en “ja, ja” zeggen, lijkt wél te werken’, vertelt Roos. ‘Als mensen responsief zijn naar elkaar en laten weten dat ze elkaar gehoord hebben, kan dat heel waardevol zijn in een chatgesprek.’

N

‘Normaal krijgen mensen online eerder het gevoel dat anderen alleen met zichzelf bezig zijn en er niet naar elkaar geluisterd wordt’, legt Roos uit. Iemand in een online gesprek echt gehoord en gerespecteerd laten voelen, is in de praktijk moeilijk. Voor NEMO Kennislink dus een behoorlijke uitdaging. ‘In online reacties zouden mensen eigenlijk moeten bevestigen dat ze hebben gelezen en begrepen wat ervoor gezegd is. Zo kan voor alle betrokkenen het gevoel ontstaan dat er naar elkaar geluisterd wordt. En als daarnaast meningen als meningen verkondigd worden, in plaats van als feiten, geeft dat veel meer ruimte voor discussie.’

VA

In online gesprekken tussen mensen die elkaar niet kennen en tussen wie er dus ook geen bestaande sociale banden zijn om op terug te vallen, is het belangrijk dat er op een goede manier een discussie kan worden gevoerd. Want als het eenmaal hard tegen hard gaat, is het heel moeilijk om dat weer terug te draaien.

Tekst 2

rs

Bron: www.nemokennislink.nl

ie

©

Dus misschien ehm, ik weet niet hoor. Maar dan denk ik dat we ons een stuk bewuster moeten zijn van de sociale interacties die in communicatie zó belangrijk zijn, maar die verloren gaan in een online gesprek, of zo?

Ook online geldt: ‘Wie stelt, moet bewijzen’

pr oe

fv e

Hoe zorgen we voor een constructieve discussie onder onze bezoekers?

© Britte voor NEMO Kennislink via Canva Auteur:

In een goede discussie klopt de gebruikte argumentatie – ook online. Maar een denkfout is zo gemaakt. Voor haar stage bij NEMO Kennislink sprak Britte Schilt met filosoof Jean Wagemans over argumentatievalkuilen en drogredenen. l4 De discussie

Britte Schilt

611


Ik sprak Jean Wagemans, gespecialiseerd in argumentatieleer en retorica aan de Universiteit van Amsterdam, over dergelijke argumentatiefouten. De kwaliteit van een discussie – of deze zich nu online afspeelt of niet – is voor een groot deel afhankelijk van de kwaliteit van argumenten. Deze argumenten kun je op verschillende manieren beoordelen. Het herkennen van drogredenen, bij jezelf én bij anderen, is hier een belangrijk onderdeel van. Maar dat is soms niet zo makkelijk als het lijkt.

IN

Allereerst gaat het vaak mis bij het herkennen van oorzakelijke verbanden. Stel dat je een proefpersoon een IQ-test laat doen, je haar vervolgens een jaar lang elke dag een reep pure chocola laat eten en haar dan weer een IQ-test laat doen. En stel, ze scoort de tweede keer hoger dan de eerste keer. Dan kun je niet zomaar concluderen dat chocola slimmer maakt: ze is namelijk ook gewoon een jaar ouder geworden, heeft les gehad op school of geleerd op werk en heeft misschien wel geoefend met het doen van IQ-tests. Hoewel dit een eenvoudig voorbeeld is, is het ten onrechte karakteriseren van de samenhang tussen twee zaken als een oorzaak-gevolgrelatie een veelvoorkomende redeneerfout.

©

VA

N

Onderzoekers zijn doorgaans voorzichtig in het toekennen van zo’n verband. Wetenschappelijk onderzoek vindt vaak plaats in gereguleerde condities, bijvoorbeeld in laboratoria of botanische tuinen. Alle andere meespelende factoren of mogelijke oorzaken van een bepaalde waarneming, kunnen op deze manier zo veel mogelijk worden uitgesloten. Soms wordt echter op basis van een bepaalde samenhang (een correlatie), een oorzakelijk verband (causatie) beredeneerd. ‘Dat is natuurlijk soms het geval,’ zegt Wagemans, ‘maar daar gaat veel meer aan vooraf. Andere factoren die de situatie óók kunnen beïnvloeden, moeten altijd meegenomen worden in de analyse.’ Wetenschappers kunnen die fout maken, maar zeker bij de vertaling van wetenschappelijk onderzoek naar een pakkend nieuwsartikel of persbericht kan dit voor journalisten een valkuil zijn. De nieuwskop Gezond eten maakt kinderen slimmer bijvoorbeeld, is gewoonweg te kort door de bocht.

fv e

rs

ie

Daarnaast is er de kwestie van autoriteit. ‘Er zijn allerlei criteria waar je gebruik van kunt maken om het autoriteitsargument te beoordelen. Kijk bijvoorbeeld allereerst of het wel een echte expert is in dat specifieke vakgebied.’ Vaak zijn iemands opleiding, ervaring en onderzoeksgroep eenvoudig te achterhalen. Als die achtergrond niet klopt of onduidelijk is, kan dit al een aanwijzing zijn om beweringen niet zomaar aan te nemen. Zijn daarnaast andere experts het met deze expert eens en wat is dan hun achtergrond? En is er verder sprake van eigenbelang of belangenverstrengeling? Als publicaties bijvoorbeeld nooit door de toetsing van collega-experts zijn gekomen, kun je hier al vraagtekens bij zetten. Als experts zich wél kunnen wapenen tegen dergelijke kritische vragen, kun je met grotere zekerheid een beroep doen op hun autoriteit.

pr oe

Ook andere huisregels zijn denkbaar. Het niet vervormen van iemands standpunt bijvoorbeeld, om de drogreden van de stroman te voorkomen. Generalisaties, onjuiste autoriteiten, het koppelen van gevolgen aan verkeerde oorzaken, al deze zaken zijn soms heel eenvoudig, maar vaak ook best moeilijk te herkennen in een discussie. Door te leren drogredenen te herkennen, geef je mensen een middel in handen om zich hiertegen te verdedigen. Bron: www.nemokennislink.nl

612

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren


l argumenteren

l1

De probleemoplossende discussie

Reduce, reuse, recycle

N

Vuilnisbelt of rivier? 10 000 kubieke meter afval belandt in het water

Vlaming produceerde vorig jaar gemiddeld 471 kilogram afval

VA

Bron: www.standaard.be

ie

©

Bron: www.nieuwsblad.be

rs

Kapot, afgedankt, afval: op markten in Kenia is men vaak niets met tweedehandskledij uit Europa

fv e

Bron: www.demorgen.be

Volgende generaties zullen niet langer gebukt gaan onder plastic Bron: www.standaard.be

pr oe

1

IN

1 Je weet wat een probleemoplossende discussie is. 2 Je kunt op verschillende manieren meningen van mensen verzamelen. 3 Je kunt constructief deelnemen aan een probleemoplossende discussie.

Europese Commissie wil verbod op 10 000 schadelijke en amper afbreekbare stoffen Bron: www.demorgen.be

Statiegeld op blikjes is ‘onvermijdelijk’: minister is zwerf vuil op stranden en evenementen beu Bron: www.nieuwsblad.be

De probleemoplossende discussie

613


1 Lees de krantenkoppen en bekijk de afbeeldingen. Welk gevoel roepen ze bij jou op? Noteer vijf woorden waaraan jij denkt. Je bekijkt zo meteen enkele fragmenten uit de Pano-reportage Hoera, recyclage! 2* Beantwoord voor het kijken eerst de vragen hieronder.

3 Bekijk nu de reportage. Neem notities van wat je ziet en hoort. 4 De leerkracht geeft je na het kijken enkele vragen over het fragment.

IN

a Vind jij correct sorteren en recycleren belangrijk? Waarom wel/niet? b Denk je dat er in België goed gesorteerd en gerecycleerd wordt? Waarom denk je dat? c Wat verwacht je te zien in een reportage met de naam Hoera, recyclage!?

N

Afval en milieu zijn prangende thema’s die velen aangaan. Daarom wordt hierover ook regelmatig online van gedachten gewisseld.

Noteer de elementen die je interessant vindt. Reageer zelf op de topicstarter in een vijftal zinnen. Schuif jouw reactie door aan de leerling links van jou. Reageer nu op de comment die je kreeg van je medeleerling. Doe dit opnieuw in een vijftal zinnen.

pr oe

fv e

rs

ie

©

a b c d

VA

5 Lees op p. XXX een bijdrage van topicstarter Woopdedooo en enkele reacties.

614

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren


Topicstarter

Fly-Guy

Sinds ik een presentatie op een catamaran in het Great Barrier Reef heb bijgewoond, ben ik me steeds meer bewust gaan worden van het milieu (op dat moment specifiek plastic). Sindsdien probeer ik zo veel mogelijk plastic te voorkomen. Dat gaat met ups en downs. Ik heb Plastic Free gelezen van Beth Terry, National Geographic Planet or Plastic van 06/2018 en heel veel artikelen over plastic en zero waste. Ik woon (op dit moment nog) in ZuidLimburg en hier zijn geen verpakkingsvrije winkels, dus is het met name veel zoeken waar je verpakkingsvrij kunt winkelen. De stappen als herbruikbare flessen, herbruikbare groente-/ fruitzakjes en bijenwasdoek heb ik al genomen, maar ik zou graag jullie tips of ervaringen over het vermijden van plastic willen horen. Oprechte vraag: is het in ons land niet beter om te strijden voor een betere inzameling/ scheiding van plastic in combinatie met het minderen van overdadig gebruik, in plaats van het geheel te bannen?

IN

Woopdedooo

N

Plastic heeft immers ook voordelen voor het milieu, sowieso scheelt het enorm veel gewicht ten opzichte van glas, wat voordelen biedt in transport en bederf van voedsel tegengaat.

Onbekend

VA

Plastic is tegenwoordig een beetje de antichrist van de verpakkingen geworden, maar dat imago lijkt mij een beetje overdreven. Plastic verpakkingen mogen wat mij betreft inderdaad minder. Veel kan ook in papier worden verpakt, zoals groenten en fruit.

Veel plastic is niet nodig. Ik haal bijvoorbeeld groenten en vis/vlees op de markt. Daardoor vermijd je al een heleboel plastic verpakkingen die niet nodig zijn. Mijn vriendin heeft net twee netjes gekocht voor haar fruit in de supermarkt, dat scheelt ook twee zakjes per week.

rs

418O2

ie

©

Waarom zitten de drie kleuren paprika’s in plastic i.p.v. papier? Ook bananen kunnen gewoon in papier/karton worden verpakt.

fv e

Het probleem ligt alleen niet in West-Europa, maar in Azië. Ik ben er twee keer op vakantie geweest en in Indonesië bijvoorbeeld kan het mensen geen reet schelen en al zou dat wel zo zijn, ze kunnen het afval nergens kwijt. Resultaat is dat het gewoon op straat of in de rivier wordt gegooid. Volgens mij komt 90% van het oceaanplastic uit twee rivieren in Azië.

418O2

@Uffje In vergelijking met Java is Bali netjes ...

pr oe

Wij doen het hier al prima. Ik geloof niet in gescheiden inzameling, ik hoorde te vaak van mensen die erbij betrokken zijn dat het geen klap uitmaakt hoe je afval inzamelt, omdat het alsnog gesorteerd moet worden. Als Azië het deed zoals wij, dan was er geen probleem. Ik heb het daar met locals wel over gehad. Ze hebben iets andere dagelijkse zorgen, bijvoorbeeld of ze wel te eten hebben en of er een school voor hun kinderen is. Ze kijken echt niet verder dan een jaar vooruit, die luxe hebben ze niet.

Naar: gathering.tweakers.net

De probleemoplossende discussie

615


2

Ideeën, ideeën en nog meer ideeën

5.2.4

1 Om een duidelijk zicht te krijgen op de problematiek die er heerst op school, ga je op onderzoek. Op die manier kun je je grondig inwerken in het onderwerp. Formuleer daarvoor een antwoord op de topische vragen.

IN

Op school is de afvalproblematiek ook duidelijk merkbaar. De speelplaats ligt bezaaid met plastic verpakkingen, blikjes en ander afval. De directie wil het probleem verhelpen door alle wegwerpverpakkingen op school te verbieden. Misschien zijn er ook andere oplossingen?

VA

3 Het is belangrijk om verschillende opinies en ideeën te verzamelen. Aan jullie om ze in kaart te brengen. Je neemt deel aan een brainstormsessie en stelt een enquête op om zo veel mogelijk oplossingen te verzamelen om de afvalberg op school te verkleinen.

N

2 Je hebt je nu een beeld gevormd van het probleem dat aangepakt moet worden. Bepaal nu klassikaal op welke vragen jullie een antwoord willen geven.

Tip

rs

ie

©

Tips voor een geslaagde brainstormsessie • Brainstorm in een kleine, gevarieerde groep (vier tot tien deelnemers). • Baken het onderwerp duidelijk af door bijvoorbeeld een concrete vraag te stellen. • Brainstorm eerst alleen, daarna in groep. • Gebruik post-its om snel ideeën te kunnen noteren en in kaart te brengen. • Het doel is om zo veel mogelijk ideeën op papier te krijgen. In deze fase vindt er geen discussie of waardeoordeel plaats.

Tip

pr oe

fv e

Tips voor een goede enquête • Maak je enquête niet langer dan nodig. Stel relevante vragen. • Start niet met te gevoelige of persoonlijke vragen. Dat kan respondenten afschrikken. • Hou de vragen neutraal. Stel dus geen suggestieve vragen. • Stel concrete vragen die telkens slechts betrekking hebben op één idee. • Zorg ervoor dat vragen en antwoorden niet op meerdere manieren geïnterpreteerd kunnen worden. • Vermijd ja-neevragen. • Open vragen kunnen erg inzichtrijk zijn, maar stel er niet te veel. • Zorg ervoor dat vragen niet te veel op elkaar lijken.

4 Je verzamelde klassikaal heel wat ideeën. Breng al die ideeën nu samen en bekijk ze grondig. Dat doe je individueel. a Noteer de ideeën die jij interessant vindt en waarmee jij het eens bent. b Noteer de ideeën die jij interessant vindt, maar waarmee jij het niet eens bent.

616

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren


Aan de slag 1 Je bent nu helemaal vertrouwd met alles wat afval en verpakkingsmateriaal op school betreft. a Formuleer op basis van de ideeën één mogelijke oplossing die jij verder wilt uitwerken.

IN

b Ga op onderzoek en formuleer aan de hand van objectieve informatie twee relevante argumenten om je oplossing kracht bij te zetten. c Zorg er eveneens voor dat je bedenkt welke tegenargumenten aan bod kunnen komen en hoe je die zult weerleggen. Denk aan tegenargumenten van de directeur, medeleerlingen, leerkrachten ...

N

2 Je voert zo meteen een probleemoplossende discussie om als groep een voorstel te kunnen formuleren.

a* Bekijk dit fragment uit Loslopend Wild & Gevogelte. Is hier volgens jou sprake van een probleemoplossende discussie? Bespreek dit klassikaal.

ie

©

VA

b Lees deze kenmerken. Welke behoren tot een probleemoplossende discussie? 1 Het doel is om de verschillende meningen aan bod te laten komen. 2 De focus ligt op het vinden van een oplossing die door iedereen aanvaard wordt. 3 Je wilt anderen overtuigen van jouw visie of jouw oplossing voor het probleem. 4 Je vertrekt vanuit de mening van de deelnemers, niet vanuit het probleem. 5 De focus ligt op het overtuigen van de anderen. 6 Aan het einde van de discussie kom je tot een oplossing voor het probleem. 7 De deelnemers zijn erop uit deze discussie te ‘winnen’. 8 Je vertrekt vanuit een probleem, niet vanuit een mening.

Onthouden

fv e

rs

Bij een probleemoplossende discussie is het de bedoeling om samen met de andere deelnemers en de moderator tot een algemeen gedragen oplossing voor een probleem te komen. Het is niet de bedoeling, in tegenstelling tot het debat, dat een van de deelnemers aan het einde ‘wint’. Een probleemoplossende discussie doorloopt verschillende fases. 1 Het probleem wordt geschetst. 2 De verschillende oplossingen worden voorgesteld en beargumenteerd. 3 De deelnemers reageren op en stellen kritische vragen over de aangereikte oplossingen. 4 De deelnemers komen gezamenlijk tot een besluit.

pr oe

3

c In deze les doorliep je ook al enkele fases van een probleemoplossende discussie. Geef per fase aan in welke opdracht (vermeld ook het lesdeel) je dieper inging op die fase. d Bij een probleemoplossende discussie kom je aan het einde tot een compromis of een consensus. Wat is het verschil tussen beide? Bekijk de cartoons op de volgende pagina en achterhaal op basis daarvan de betekenis van beide woorden. e Wat is de optimale uitkomst bij een probleemoplossende discussie: een compromis of een consensus?

De probleemoplossende discussie

617


IN N VA

©

3 Nu is het aan jullie. Verzamel alle ideeën uit de brainstormsessie en uit de enquête en leg ze voor aan de directie van je school en de andere leerlingen. Welke oplossingen vinden zij ideaal?

• •

Opent de discussie door het probleem te schetsen. Bewaakt het verloop en de duur van de discussie. Benoemt expliciet wanneer wordt overgeschakeld naar een andere fase. Zorgt ervoor dat iedereen de kans krijgt het woord te nemen. Zorgt ervoor dat er een consensus bereikt wordt.

• • •

Brengen hun oplossing naar voren en beargumenteren ze. Reageren op de voorstellen van andere deelnemers. Komen gezamenlijk tot een besluit.

• •

Observeren de moderator en de deelnemers. Geven feedback.

fv e

deelnemers

• •

rs

moderator

ie

a Je krijgt een rol toegewezen. Bereid je verder voor door je oplossing en je rol op elkaar af te stemmen.

pr oe

observatoren

b Na de probleemoplossende discussie geven de observatoren relevante feedback.

TIP

Tips voor een geslaagde discussie • Hou pen en papier bij de hand. Je komt niet altijd meteen aan het woord en zo onthoud je wat je wilt zeggen. • Neem initiatief om het woord te nemen, maar luister ook aandachtig naar anderen en laat hen uitspreken. • Speel op de bal, niet op de man. Blijf dus respectvol. Uiteindelijk moet je samen een beslissing nemen. • Beoordeel de andere oplossingen objectief. Zijn ze haalbaar? Durf bovendien van mening te veranderen.

618

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren


Verdieping: dialoog, debat of deliberatie? 1 What’s in a name? De woorden dialoog, debat en deliberatie worden vaak door elkaar gebruikt. Toch zijn er opmerkelijke verschillen. Bespreek het doel en de focus van elke gespreksvorm. a Bespreek het doel en de focus van elke gespreksvorm.

VA

Door Ilona Lodewijckx Burgerparticipatie

N

Wat is het verschil tussen dialoog, debat en deliberatie?

IN

b Waar situeert de probleemoplossende discussie zich volgens jou? Leg uit.

©

Het is deel van ons mens-zijn om informatie te verwerken en eigen meningen te vormen. Deze ideeën worden beïnvloed door onze achtergrond, opleiding, toegang tot relevante informatie en wel honderden andere elementen. Het spreekt dan ook voor zich dat er zo veel meningen zijn als mensen en dat is net goed. Een verscheidenheid aan ideeën en standpunten zorgt voor meer evenwichtige gemeenschappen.

rs

ie

Maar als het gaat over besluitvorming is het wél van vitaal belang om consensus te bereiken. Steun vinden voor beleidsvoorstellen of anderen van bepaalde projecten overtuigen, is de enige manier om onze gemeenschappen te sturen en te doen groeien. Daarvoor moeten we onze argumenten met elkaar kunnen delen en op zoek gaan naar oplossingen die ons allemaal ten goede komen. En, zo blijkt, zijn er heel wat manieren om het met elkaar eens of oneens te zijn.

fv e

De bekendste manieren om onze standpunten met elkaar te delen, zijn de 3 D’s: dialoog, debat en deliberatie. Maar wat zijn nu precies de verschillen? En hoe kunnen we ze online organiseren? Dialoog, debat en deliberatie hebben stuk voor stuk andere doelen, dus laten we wat dieper graven.

Dialoog: meningen delen in naam van het gesprek De eenvoudigste van de 3 D’s kennen we allemaal: de dialoog. We hebben allemaal wel eens een gesprek gevoerd over een onderwerp dat ons na aan het hart lag met iemand die er een heel ander standpunt op nahoudt. Discussies zijn eenvoudige uitwisselingen van informatie, ervaringen en overtuigingen die niet per se leiden tot een oplossing of overeenstemming.

pr oe

4

In geval van een dialoog is de actie van het converseren belangrijker dan de punten die je maakt of de thema’s die je aansnijdt. De focus ligt op connecties bevorderen, relaties versterken en een wederzijds gevoel van begrip bereiken.

Debat: twee tegengestelde standpunten gaan voor de winst In een debat proberen twee partijen met tegengestelde ideeën elkaar te overtuigen. De focus ligt hier niet op het gesprek zelf, zoals bij een dialoog, maar op de uitkomst. Aan een debat hangt namelijk altijd een connotatie van winnen of verliezen vast: de partij met de meest overtuigende argumenten wint het debat door de argumenten van de ‘verliezende’ partij onderuit te halen. ‘De basis van debat is weerlegging’, zegt Julia Dhar, Gedragseconoom bij BCG (Boston Consulting Group). ‘Het is de bedoeling dat je een claim maakt, ik daarop een antwoord geef, en jij op mijn antwoord reageert. Zonder weerlegging is het geen debat, maar een preek.’

De probleemoplossende discussie

619


Maar volgens Dhar zijn debatten niet altijd zo polariserend als hun reputatie doet vermoeden. ‘Mensen die het op een productieve manier met elkaar oneens zijn, beginnen met het vinden van een gemeenschappelijke basis, hoe klein die ook is. Ze bepalen waar ze het wél over eens zijn en gaan van daaruit verder, of dat nu het recht op onderwijs, gelijkheid tussen alle mensen of het belang van veiligere gemeenschappen is. Die overlapping is onze gedeelde realiteit.’

Deliberatie: verschillende pistes ontdekken

IN

Het bekendste praktijkvoorbeeld van debatten zien we in verkiezingstijd. In de aanloop naar de verkiezingen worden kandidaten van verschillende partijen opgeroepen om over relevante maatschappelijke thema’s te debatteren, zodat het publiek hun respectievelijke argumenten en de verschillen tussen hun perspectieven begrijpt. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld, zijn de (vice-) presidentiële debatten langverwachte gebeurtenissen die de uitkomst van de verkiezingen kunnen sturen. Maar de meeste democratische landen hebben ook hun eigen versies. In onze contreien vinden debatten vaak op verschillende bestuursniveaus plaats, om bijvoorbeeld eerste minister of burgemeester te worden.

VA

N

Van Dale definieert delibereren als ‘(langdurig) beraadslagen, overleggen’. De Engelstalige Britannica gaat nog net iets verder in zijn definitie en stelt dat ‘er sprake is van deliberatie wanneer burgers argumenten uitwisselen en verschillende standpunten overwegen in naam van het algemeen belang.’ Dat doen ze om ‘tot een overeenkomst te komen over welke procedure, actie of beleidsvoering het algemeen belang ten goede zal komen.’

©

Een veelvoorkomende vorm van deliberatie is de burgerraad. We spreken van een burgerraad wanneer een groep mensen geselecteerd wordt om zich over een bepaalde beleidsuitdaging te informeren, verschillende mogelijke acties te onderzoeken en uiteindelijk een beleidsadvies te formuleren. Afhankelijk van het onderwerp wordt deze groep meestal zorgvuldig geselecteerd om de bredere bevolking te representeren op vlak van leeftijd, woonplaats, afkomst, opleidingsniveau en gender.

pr oe

fv e

rs

ie

Naar: www.citizenlab.co

620

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren


l argumenteren

l6 l1

De recensie

Het genre verkennen

N

1* Beantwoord onderstaande vragen individueel. Bespreek vervolgens je antwoorden met een medeleerling en sluit af op klasniveau.

VA

a Welk(e) film, televisieserie, boek, tentoonstelling, game heb je recent ontdekt en zou je aanraden aan je medeleerlingen? Bedenk minstens drie opties. b Kies een van de opties uit opdracht 1a. Bedenk twee duidelijke argumenten waarom je die optie zou aanraden. c Waar vind jij tips voor nieuwe films, televisieseries, boeken, tentoonstellingen of games?

©

2* Lees hieronder de inleiding van een artikel uit De Standaard.

ie

a Volgens de auteur stond de recensie twee dagen later in De Standaard in vergelijking met andere kranten ‘uit respect voor de artiest en de lezer’. Wat bedoelt de auteur daarmee volgens jou?

rs

b Lees op de volgende pagina de rest van het artikel globaal op zoek naar het antwoord bij opdracht 2a.

JOURNALISTIEK JAARVERSLAG

fv e

Zo luister je niet naar Adele

pr oe

1

IN

1 Je kunt kritisch kijken naar een cultureel product. 2 Je kunt je mening over een cultureel product gepast onderbouwen. 3 Je kunt een cultureel product recenseren.

© Fred Duval

Waarom stond de recensie van de nieuwe Adele twee dagen vroeger in andere kranten dan in De Standaard? De voornaamste reden daarvoor is, om het met Aretha te zeggen: respect. Voor de artiest, en voor de lezer. Inge Schelstraete

l6 De recensie

621


Uit ervaring weet ik dat ik een plaat zeker vijf keer beluister voor een grote recensie zoals die van Adele. Geen vijf keer na elkaar. Eén of twee keer volledig beluisteren, dan een halve dag of een nacht laten liggen, opnieuw beluisteren, en dan de dingen die je zijn bijgebleven, beluisteren en herbeluisteren – zitten daar nu drie lagen keyboards onder? Wát zingt ze? Dat is een sample – maar van welk nummer ook weer?

N

IN

Voor de meeste recensies heb je die tijd, voor grote commerciële releases minder. Uit angst voor piraterij hebben artiesten de laatste jaren de gewoonte aangenomen om onverwacht te ‘droppen’ op de streamingdiensten, of stellen platenfirma’s alles in het werk om lekken te vermijden. Voor 30 van Adele waren er geen luisterlinks naar beveiligde sites, laat staan dat journalisten de plaat vooraf kregen. Wel werd er een luistersessie georganiseerd, enkele dagen voor de plaat verscheen. Platenfirma’s hebben uiteraard overweldigend goede geluidsinstallaties: alles klinkt er beter op dan wat u op de trein in uw oortjes hoort of op uw autostereo.

VA

Twee keer luisteren en de dag nadien terugkeren, is dan uiteraard niet mogelijk. En dat is te weinig om iets te beoordelen waar de artiest soms een jaar of langer aan heeft gewerkt. Waar ruzies over zijn gemaakt en lang over is getwijfeld. Het zou lichtzinnig zijn om daar snel snel iets over neer te pennen. Muziek laat zich ook niet altijd meteen vatten en ontleden. De plaat die op het eerste gehoor helemaal niks was, blijkt bij de vierde beluistering een briljante gok.

ie

©

Een recensie is een vreemde eend in een krant. Nieuwsberichten zijn objectief. De vraag die lezers soms stellen, hoe je iets objectief kunt recenseren, is in één woord te beantwoorden: niet. Je zou de songtitels kunnen opsommen, vertellen hoeveel minuten en seconden de plaat duurt en welke muzikanten, schrijvers en producenten eraan hebben meegewerkt. Maar dat is statistiek, geen recensie. Die is per definitie subjectief en persoonlijk. Zoals een van onze redactiechefs zegt: een recensie is geen democratie.

pr oe

fv e

rs

Blijven hangen Maar persoonlijk is niet hetzelfde als willekeurig. Het waardeoordeel dat je velt, moet met argumenten gestaafd worden. Dat is moeilijker dan het lijkt, weet iedereen die in zijn enthousiasme niet verder raakte dan ‘de beats zijn geweldig, de melodieën ook, de zangeres fantastisch’. Een fan is niet noodzakelijk een betere recensent dan iemand die ‘koud’ luistert, misschien zelfs een slechtere: een recensie is geen reclame. Al zal een artiest of een platenfirma er wel mee uitpakken als ze lovend was. Het verwijt ‘als je geen fan bent van x, waarom recenseer je zijn plaat dan?’, slaat ook nergens op: artiesten of genres die je niet lust, ga je niet recenseren. Alleen mag een recensent niet bang zijn te vertellen waarom het werk van een gewaardeerde artiest dit keer tegenvalt.

De Standaard is noch een literair blad waarin we een essay kwijt kunnen over de emoties die een plaat bij ons oproept, noch een publicatie voor muziekstudenten vol technische info over toonaarden. Onze recensies zijn prozaïscher, een service aan de lezer. De tijd kruipt in vragen die de luisteraar zich ook zal stellen. Klinkt de nieuwe Adele zoals de vorige, of totaal anders? Wat is er nieuw aan? Wordt de vernieuwing voorzichtig doorgevoerd, of geloof je amper dat zij het is? Wij beoordelen daarbij songs, eerder dan productie die moet verbergen dat sommige nummers geen sterke hook, melodie of zanglijn hebben. Als het een nieuwe artiest is: zijn er voor de hand liggende vergelijkingspunten en volgt hij die slaafs of gaat hij er creatief mee aan de slag? Dé vraag op het einde van de rit is of de songs blijven hangen. Dat houdt al in dat je er voldoende tijd mee doorbrengt voor je oordeelt. Bron: www.standaard.be

622

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren


3 Lees nu het volledige artikel grondig. a Waarin verschilt een recensie van andere journalistieke stukken?

IN

b Verklaar onderstaande citaten uit de tekst in je eigen woorden. A ‘Een recensie is geen democratie.’ B ‘Een recensie is geen reclame.’ C ‘Persoonlijk is niet hetzelfde als willekeurig.’ c Verklaar onderstaande woorden uit de tekst. Geef een synoniem of stel een definitie op. A piraterij B lichtzinnig C staven D lovend E prozaïsch

VA

Muziekrecensie

Je leest zo meteen een recensie over het nieuwste album van Adele.

©

1 Beantwoord onderstaande vragen zonder de recensie te lezen.

ie

a Welke feiten verwacht je te lezen in deze muziekrecensie? b Waarover verwacht je meningen te lezen in deze muziekrecensie? 2 Lees de tekst.

rs

a Welke feiten en meningen uit opdracht 1 heb je gevonden in de tekst? Markeer ze in je antwoord. Vul eventueel aan met andere elementen die je in de recensie vond. b Wat valt je op over de balans tussen feit en mening in deze recensie?

fv e

3 Lees de inleiding van de recensie opnieuw. Welke soorten informatie krijg je al? 4 Lees de rest van de tekst opnieuw. Zoek positieve en negatieve meningen over het album. a Wat valt je op? b Welk effect heeft de ordening van positieve en negatieve meningen? c Hoe zou je die verschillende meningen op een andere manier kunnen ordenen in de tekst?

pr oe

2

N

4 Welke tips leid je uit dit artikel af voor het schrijven van een goede recensie? Formuleer die tips in de gebiedende wijs.

Ook een verrassing is Oh my God. Met zijn handclaps en rare funkritme klinkt het bij eerste beluistering als het verplichte dansbare nummer tussen de ballads. Maar het groeit heel snel, en in de strofen gebruikt Adele een lichte, hoge stem die we nog niet eerder hoorden. Can I get it wordt dan weer bij elke beluistering een grotere stinker. Max Martin jatte de gitaarintro van Oasis’ Wonderwall en plakte er een vaag hiphopachtige beat achter – was dit bedoeld voor Ed Sheeran? De nekslag is zo’n olijke fluitsolo die in horrorfilms steevast door de seriemoordenaar wordt gefloten.

5 Analyseer bovenstaande alinea uit het artikel. a Leg onderstaande zinnen/zinsdelen uit in je eigen woorden. A ‘… het verplichte dansbare nummer tussen de ballads.’ B ‘De nekslag is zo’n olijke fluitsolo die in horrorfilms steevast door de seriemoordenaar wordt gefloten.’ b Zoek alle meningen en bijhorende argumenten in deze alinea. c Met veel verschillende meningen in deze alinea valt de auteur graag terug op signaalwoorden die een contrast of tegenstelling uitdrukken. Zoek ze in de tekst. d Welke signaalwoorden voor contrast of tegenstelling zouden ook gebruikt kunnen worden in deze alinea? l6 De recensie

623


6 Herlees de laatste alinea van de tekst. Hoeveel sterren (maximaal vijf) zou de auteur aan dit album geven, denk je? Motiveer je antwoord aan de hand van twee duidelijke argumenten.

RECENSIE MUZIEK

IN

7 Heeft de auteur een goede recensie geschreven? Schrijf een korte ‘recensie’ over deze recensie. Herbekijk de tips voor een goede recensie op p. XXX en analyseer of de auteur die goed heeft opgevolgd. Ook andere elementen mogen in je recensie aan bod komen.

© Jeppe Gustafsson

rs

ie

©

VA

N

Adele de langverwachte

fv e

Op 30 verbreedt Adele haar geluid, en dat verrast aangenaam. Maar de ballads wentelen eindeloos voort in somberheid: veel snedige hits hoorden we niet. Inge Schelstraete

pr oe

Bijna dag op dag zes jaar nadat Adele 25 heeft uitgebracht, is 30 uit. Het is een plaat over haar echtscheiding. Dat moet u al gehoord, gelezen of gezien hebben, want de drie interviews die ze voor de plaat gaf en de tv-special met Oprah gingen er bijna volledig over. Net als de plaat dus. Uiteraard is Adele niet de eerste die een liefdesbreuk uitzweet op een album. Maar haar teksten, die altijd al wat lijden onder letterlijkheid, lijken nu vaak recht uit haar dagboek te komen. De plaat opent met de loodzware beeldspraak ‘I’ll be taking flowers to the cemetery of my heart’. In I drink wine zingt ze over ‘fighting fire with fire’, en dat soort clichés komt te vaak langs. We zetten in een hoekje van ons notitieblok streepjes voor elke keer dat Adele ‘I cried’ zingt, maar moesten opgeven: het hoekje was vol lang voor de plaat uit was. Babbelend zoontje Op het eind van My little love barst Adele echt in snikken uit, en de luisteraar voelt zich een voyeur. Zal haar negenjarige zoon, die je in het nummer met zijn moeder hoort babbelen, zich daar niet voor schamen, als hij gaat puberen? Het is bovendien niet nodig: zonder die cinéma vérité was de song een behoorlijk stukje laatavondsoul met zijn zachte percussie en zoete fifties-koortje.

624

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren


De single Easy on me was een geruststelling voor de fans: Adele zingt nog steeds emotionele ballads waarin ze breed kan uithalen boven een piano die zijn plaats kent. Maar op 30 verbreedt ze voorzichtig haar geluid. Cry your heart out, het beste nummer van de plaat, begint bijvoorbeeld als een meidengroepje uit de sixties, met van die schelle Lolitastemmetjes, en schuift mooi op naar zomerse reggaepop. In All night parking zingt Adele kittig boven een sample van jazzpianist Erroll Garner, en dat werkt wonderwel. Flirterige regels als ‘I know you’ve got things to do (I do, too) / I just wanna spend all my time with you (It feels so good)’, zijn trouwens een welkome afwisseling in de poel van miserie.

IN

Ook een verrassing is Oh my God. Met zijn handclaps en rare funkritme klinkt het bij eerste beluistering als het verplichte dansbare nummer tussen de ballads. Maar het groeit heel snel, en in de strofen gebruikt Adele een lichte, hoge stem die we nog niet eerder hoorden. Can I get it wordt dan weer bij elke beluistering een grotere stinker. Max Martin jatte de gitaarintro van Oasis’ Wonderwall en plakte er een vaag hiphopachtige beat achter – was dit bedoeld voor Ed Sheeran? De nekslag is zo’n olijke fluitsolo die in horrorfilms steevast door de seriemoordenaar wordt gefloten.

VA

N

Hese Doris Day De andere acht nummers zijn wel ballads. Strangers by nature is ondanks zijn sombere tekst een aantrekkelijke opener: Adele klinkt als een hese Doris Day, de strijkers zijn weggelopen uit een van de romantische komedies die Day in de jaren 50 maakte. Woman like me, een van de drie songs die Adele schreef met Inflo, de drijvende kracht achter het überhippe Sault, zingt ze zwoel boven een lui getokkeld bossanova-gitaartje. ‘It is so sad a man like you could be so lazy’, klinkt het, ‘how can you not see just how good for you I am?’ Auw! Maar 30 is geen afrekening met haar ex: de helft van de tijd kastijdt Adele zichzelf.

©

Inflo scheef en produceerde ook de afsluiter Love is a game. Dat heeft weer die leuke strijkers, terwijl de Lolita-meisjes spottend stukjes tekst als ‘fooling’ en ‘cruel thing’ herhalen, wat de song ondanks zijn bittere tekst een zeker I will survive-gehalte geeft. Inflo had ook de hand in Hold on, dat duidelijk indruk moet maken. Een orkest met blazers valt in, het koor – ‘Adeles crazy friends’, volgens de hoesnotities – bezweert: ‘hold on’, terwijl zij even hardnekkig ‘I hate being me’ zingt. Zes minuten duurt dat, en nog is er geen refrein te horen. En tijdens de stemoefeningen van To be loved sneuvelde onze pathosmeter helemaal.

fv e

rs

ie

Geen vuile nagelrandjes Wat vooral bijblijft van 30 is zijn retroklank, met de Hollywoodstrijkers, sixties-soul en -meisjesgroepen. Die laatste recycleerde Amy Winehouse beter, met energie en vuile nagelrandjes die meer bij deze eeuw passen. We zouden welwillend kunnen zeggen: Adele is meer een oude ziel dan Amy was. Maar 30 mist ook de killerrefreinen van haar grote hits, of snedige songs tout court. Fijn om laat op de avond op te zetten, maar de radio maandenlang gijzelen zit er dit keer niet in.

pr oe

Bron: www.standaard.be

l6 De recensie

625


3

Recensies van boeken en tv-series 1* Bekijk de trailer van de tv-serie Little Fires Everywhere. a Welke vijf woorden associeer jij met deze tv-serie? b Zou je de tv-serie willen kijken? Motiveer je antwoord met een krachtig argument.

IN

Je leest zo meteen een recensie van de roman Little Fires Everywhere van Celeste Ng. Die bestseller vormde de basis voor de gelijknamige tv-serie en werd onder andere vertaald naar het Nederlands: Kleine brandjes overal. Hieronder lees je de korte inhoud van het verhaal.

VA

N

Wanneer alleenstaande moeder en kunstenares Mia Warren met haar dochter Pearl naar Shaker Heights verhuist, een rustige wijk in Cleveland bevolkt door progressieve geesten, wordt het leven van de voorbeeldige familie Richardson danig op zijn kop gezet. Pearl kijkt op naar het gezin en brengt er steeds meer tijd door. Ook Mia gaat er als huishoudster aan de slag. Een adoptiekwestie in hun omgeving zorgt er echter voor dat Mia en mevrouw Richardson in een vete belanden. Met grote gevolgen ... Ng neemt je moeiteloos mee in dit boeiende verhaal van twee zeer verschillende families die je stukje bij beetje meer doorgrondt. Gaandeweg komen er geheimen naar boven die ook ethische vraagstukken triggeren.

rs

ie

©

Bron: www.boekenzoeker.be

Little Fires Everywhere

fv e

Door Johnny Nys

pr oe

Het boek draait rond de familie Richardson, die in een Amerikaanse gemeenschap woont zoals wij die hier in België niet echt kennen: een wijk die eigenlijk bij de stad Cleveland hoort, maar die een beetje op zichzelf staat, met een eigen school, eigen bewaking ... Celeste Ng heeft ooit in die wijk gewoond. De Richardsons zijn een welgestelde familie die een woning verhuren aan Mia en Pearl, moeder en dochter van lagere stand. Pearl wordt snel vrienden met de Richardson-kinderen en Mia wordt ingehuurd als hun poetsvrouw. Met deze setting is het duidelijk waar het boek vooral over gaat: de kloof tussen kinderen en volwassenen. Ouderschap. Rechten en plichten. Hoe kleine daden grote gevolgen hebben en hoe je verder moet leven met je beslissingen.

626

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren

Hoewel het boek één groot verhaal is, bevat het een heleboel miniverhalen. Het gaat de hele tijd over iets anders, alle personages spelen wel eens hoofdpersonage. Wat mij wel stoort, is dat het vertelperspectief constant verspringt. Je begint een hoofdstuk bij een bepaald personage, dan komt die iemand tegen en dan lees je opeens wat dat tweede personage allemaal denkt. Dingen die het eerste personage, vanuit wiens perspectief het hoofdstuk eigenlijk verteld wordt, helemaal niet kan weten. Bij ons in de les Creatief Schrijven zijn dat dan de stukken die we altijd moeten schrappen, omdat ze niet passen bij de vertelstem. Het is dus geen typische verteller. De schrijfstijl is heel economisch, geen enkel overbodig woord. Het hele boek leidt naar iets toe, maar het einde blies me helemaal niet van mijn sokken zoals ik verwachtte. Maar de personages en hun persoonlijke reis doorheen dit verhaal maken het wel goed. Bron: www.langzullenwelezen.be


2 Lees een recensie van de roman op p. XXX. a Welke feiten komen in deze recensie aan bod? Zoek ze in de tekst en lijst ze op. Vul aan met feiten die nog in een recensie over een boek aan bod zouden kunnen komen. b Welke meningen komen in deze recensie aan bod? Zoek ze in in de tekst en lijst op over welk aspect van het boek het gaat. Vul aan met andere elementen die je in een boekrecensie zou kunnen beoordelen. c Herlees de recensie en onderstreep alle signaalwoorden. Welke tips zou je de auteur geven om zijn tekst beter te structureren? d Schrijf zelf een inleiding die bij de tekst zou kunnen passen. Schrijf minstens drie zinnen.

IN

3 Lees nu een recensie van de tv-serie.

a Welke feiten komen in deze recensie aan bod? Zoek ze in de tekst en lijst ze op. Vul aan met feiten die nog in een recensie over een tv-serie aan bod zouden kunnen komen.

N

b Welke meningen komen in deze recensie aan bod? Zoek ze in de tekst en lijst op over welk aspect van de tv-serie het gaat. Vul aan met andere elementen die je in een recensie over een tv-serie zou kunnen beoordelen.

VA

c Herlees de recensie en onderstreep alle signaalwoorden. Heeft de auteur de tekst goed gestructureerd? Vermeld een positief en een negatief aspect van de structuur van de tekst.

©

d Schrijf zelf een inleiding die bij de tekst zou kunnen passen. Schrijf minstens drie zinnen.

fv e

rs

ie

Little Fires Everywhere:

pr oe

‘Heeft u deze Crocs ook in een maatje 42,5?’ ‘Doe mij maar de quinoasalade.’ […] ‘Ik ben eigenlijk best wel fan van die Reese Witherspoon.’ Zomaar wat dingen waarvan ik me had voorgenomen om die gedurende mijn leven nooit hardop uit te zullen spreken. Hád voorgenomen, want afgelopen week betrapte ik mezelf erop dat ik opeens geheel vrijwillig het recente werk van Reese Witherspoon stond aan te prijzen. Het kan verkeren. Witherspoon was voor mij een beetje de verpersoonlijking van nietszeggende komedies als Legally Blonde, Hot Pursuit en This Means War, maar je kunt moeilijk ontkennen dat ze de laatste tijd – als het op series aankomt – de ene na de andere homerun slaat. Wel steevast getypecast als de in white privilege badende, progressieve Republikeinse vrouw, maar goed, je kunt niet alles hebben. De zegetocht van Witherspoon begon in 2017 met het heerlijk beklemmende Big Little Lies, kreeg afgelopen jaar een vervolg met het verrassend sterke The Morning Show en nu is er Little Fires Everywhere. In de verfilming van Celeste Ng’s gelijknamige boek laat Witherspoon opnieuw zien dat ze met televisie maken misschien wel haar warme bad heeft gevonden. Elena Richardson – gespeeld door Reese Witherspoon – woont in een welgestelde, ordelijke buitenwijk waar je van de lokale buurtwacht de doodstraf krijgt als het gras van je gazon de drie centimeter ontstijgt. Ze runt een godvrezend huishouden met kledingkasten die alleen maar lijken te bestaan uit pastelkleurige polo’s en is de moeder van kinderen met typisch Amerikaanse namen als Trip, Lexie en Isabel-Marie. Een gezin waar de gemiddelde Republikeinse president trots op zou zijn.

l6 De recensie

627


Ingefluisterd door haar white savior syndrome besluit Elena hun tweede huis te verhuren aan de vrijzinnige kunstenares en alleenstaande moeder Mia Warren. De twee vrouwen blijken absolute tegenpolen en dat zorgt al snel voor vuurwerk. Letterlijk. Het huis van de Richardsons gaat in vlammen op en de vraag rijst: wie heeft er met lucifers lopen spelen?

© Hulu originals / Album

rs

ie

©

VA

N

IN

Little Fires Everywhere is een beetje Hulu‘s versie van Big Little Lies, maar dan minder goed. Het is een optelsom van geheimen, onderhuidse gevoelens en persoonlijk drama. Het gaat dus niet alleen om brandjes in de slaapkamer, gang en bijkeuken, het is ook alle hens aan dek in de levens van de verschillende hoofdpersonen. Het gras is niet altijd groener bij de buren en achter de voordeur van een ogenschijnlijk perfect gezin liggen de lijken misschien wel vijf hoog opgestapeld in de kast. Daar waar Big Little Lies dit scenario tot in de perfectie uitwerkt, krijgt Little Fires Everywhere – naarmate de afleveringen volgen – toch steeds meer weg van een uit de kluiten gewassen soapserie. Nog steeds vermakelijk, maar duidelijk van een ander niveau dan haar voorganger.

fv e

Witherspoon stelt niet teleur als licht neurotische control freak met wat low key racistische trekjes en het is leuk om Kerry Washington – verantwoordelijk voor de rol van Mia Warren – eens in een wat minder gepolijste rol te zien. Het gaat haar goed af, al kan ik nog steeds niet goed naar haar kijken als ze op standje intens gaat. Ze begint dan rare trekjes in haar gezicht te vertonen en dat was destijds ook één van de (vele) redenen om Scandal na een seizoen of vier aan de kant te schuiven.

pr oe

Ja, Little Fires Everywhere is een serie met gebreken, maar het kijkplezier is er onderaan de streep niet minder om. Prima serie voor tijdens een potje Candy Crush, webshoppen of de voorjaarsschoonmaak. Bron: npo.nl

628

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren


Een recensie schrijven Schrijf een recensie van een tv-serie of boek. Volg onderstaand stappenplan.

Voorbereiden

IN

Ben je meer een boekenmens of tv-mens? Kies een boek of tv-serie om te recenseren. Neem daarbij zeker de tips van opdracht 4 op p. XXX in acht.

Plannen

N

1

2 Lijst de belangrijkste personages en gebeurtenissen uit het verhaal kort op.

VA

3 Zoek enkele belangrijke feiten op over je boek of tv-serie.

4 Selecteer minstens drie aspecten uit opdrachten 2b of 3c op p. XXX die je wilt bespreken in je recensie. Beoordeel die aspecten met minstens twee bijvoeglijke naamwoorden. Vul eveneens aan met een argument waarin je je beoordeling verduidelijkt. argument

overdadig, experimenteel …

Door de moeilijke woordkeuze is het verhaal soms moeilijk te volgen.

rs

ie

schrijfstijl

Schrijven

beoordeling

©

aspect

fv e

5 Maak een selectie uit de informatie die je verzameld hebt in stappen 2 en 3. Verwerk alles in een alinea. Gebruik voldoende signaalwoorden om je zinnen met elkaar te verbinden. 6 Verwerk de beoordelingen die je gaf in stap 4 in een doorlopende tekst. Behandel één aspect per alinea. Gebruik voldoende signaalwoorden om je zinnen met elkaar te verbinden. 7

Schrijf een gepaste inleiding en slot voor je recensie. Voorzie eveneens een prikkelende titel.

pr oe

4

Reflecteren 8 Raadpleeg de evaluatiematrix op iDiddit om te controleren of je recensie aan alle criteria voldoet.

l6 De recensie

629


Videorecensies

N

IN

@Averagerob @Arnothekid en @milancools

5

1 Bekijk een video van Average Rob.

©

VA

a Wat recenseert Average Rob precies in deze video? b Hoe doet hij dat? c Welke argumenten worden in de video vermeld? Wat valt je op? d* Welke frituursnack en -saus zijn jouw favoriet? Onderbouw je mening voor beide met een gefundeerd argument. 2 Stel zelf een ‘tier list’ op. Volg onderstaande stappen.

categorie A

fv e

categorie B

rs

ie

a Wat wil je recenseren? Denk na over een overkoepelende categorie. Dat kan gaan over literaire personages, dieren, plaatsen … Lijst minstens acht objecten, personen … binnen die categorie op die je wilt recenseren. b Stel je tier list op. Bedenk minstens vijf categorieën en geef ze passende namen. Rangschik ze in je lijst. c Verdeel jouw acht objecten, personen … over de lijst. Onderbouw alle keuzes met een gepast argument. Onderstaand schema kan je op weg helpen.

categorie C

categorie D

pr oe

categorie E

3 Verwerk jouw tier list in een videorecensie. Volg onderstaande stappen. a Zorg voor een interessante opener. Zo heb je je publiek mee vanaf de eerste seconde. b Visualiseer je tier list in je video. Dat kan op papier, in de achtergrond … Je kunt ook een foto van je lijst toevoegen na het afwerken van je video. c Leg je tier list uit en verdeel alle elementen onder de categorieën. Vergeet zeker niet je argumenten te vermelden. d Sluit je video op gepaste wijze af.

• •

630

TIP

Gesproken taal is heel anders dan geschreven taal. In een mondelinge bespreking heb je meer vrijheid in verband met zinsbouw, woordkeuze … Kies echter steeds voor Algemeen Nederlands. Wees creatief. Film je video op een interessante locatie, voeg leuke effecten toe … Alles kan.

TRAJECT NEDERLANDS   L Argumenteren


m Academische vaardigheden en verder studeren

m1

Hoe studeer je voor een mondeling examen?

©

VA

N

IN

1 Je kunt gericht dingen opzoeken op internetbronnen (zoekend lezen). 2 Je leert hoe je op een goede manier leerstof verwerkt voor een (mondeling) examen. 3 Je leert hoe je een mondeling examen moet afleggen (via een oefenexamen).

1* Heb je al eens een mondeling examen gehad?

ie

a Hoe is dat verlopen?

b Wat vind je positief of negatief aan mondelinge examens?

© Neil Slorance

pr oe

fv e

rs

2 Bekijk het beeldfragment uit De ideale wereld over mondelinge examens. Welke clichés over mondelinge examens komen hier terug? Welke dingen vind je herkenbaar?

De examenperiode kan erg stresserend zijn, en mondelinge examens dragen daar zeker aan bij. Daarom gaan we op zoek naar tips, niet alleen om de volgende examenperiode zonder kleerscheuren door te komen, maar hopelijk verzamel je een aantal tips die je de rest van je studieloopbaan zult kunnen gebruiken! Je werkt in duo’s. Een van jullie focust op tips voor examens in het algemeen, de andere gaat aan de slag met tips voor mondelinge examens. 3 Neem alle bronnen door en noteer de tips die jij waardevol vindt (maximum tien). Na de zoekopdracht wissel je tips uit met elkaar.

m1 Hoe studeer je voor een mondeling examen?

631


Tips voor examens (algemeen)

Tips voor mondelinge examens

Bron 1 Tips voor de komende examenperiode

Bron 4 Mondelinge examens

Bron 2 Hoe kan ik mijn examen goed leren? Examentips!

Bron 5 Studielicht: mondeling examen

BRONNEN

Naast de algemene tips, maak je nu kennis met een aantal specifieke leerstrategieën.

N

Probeer de term te koppelen aan de omschrijving. a

Leg je studiemateriaal aan de kant en noteer alles wat je nog weet. Controleer daarna en vul aan.

2 retrieval practice

b

Verzamel de voorbeelden uit de lessen en zoek zo veel mogelijk voorbeelden in je studiemateriaal.

3 elaborate interrogating

c

Spreid je studeermomenten in plaats van te werken in grote blokken.

4 interleaving

d

Wissel verschillende onderwerpen af tijdens het studeren.

5 concrete voorbeelden

e

Zoek in je studiemateriaal naar beeldmateriaal dat aansluit bij het tekstmateriaal en probeer je studiemateriaal visueel voor te stellen.

6 dual coding

f

Stel jezelf vragen tijdens het studeren en zoek vervolgens de antwoorden in je studiemateriaal.

g

Bewerk je bronmateriaal: onderstreep zaken en markeer stukjes van je tekst – maar niet te veel!

ie

©

VA

1 spaced practice

rs

4

IN

Bron 3 EXAMENTIPS – Slagen voor je examens met 10 tips!

fv e

5* Welke van die strategieën pas je al toe, of wil je al dan niet leren toepassen? In de volgende opdrachten gaan we aan de slag met de tips voor een mondeling examen.

pr oe

6* Tijdens een van de lessen Nederlands volgende week krijg je een ‘spottoets’: je zult een vraag trekken en een kwartier voorbereidingstijd krijgen. Daarna ga je de vraag mondeling toelichten bij je leerkracht of een medeleerling. 7

Neem opnieuw een kijkje bij de tips voor mondelinge examens. a Wat zal volgens jou goed lukken, wat minder? Vul telkens twee criteria aan.

b Een medeleerling zal de criteria bij jou in de gaten houden en een korte beoordeling noteren na de spottoets. Noteer de feedback.

632

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


m Academische vaardigheden en verder studeren

Academische woordenschat – begin- en eindtest 1 2 3 4

Meningen over talenkennis

N

1 Hoe zou jij je kennis van (vreemde) talen inschatten? Zet elke taal op een continuüm van ‘ondermaats’ naar ‘uitstekend’.

VA

Kies uit: Nederlands – Frans – Engels – Duits … ondermaats

uitstekend

ie

©

2* Bespreek met een medeleerling de volgende stellingen. Ga je akkoord of niet?

Het is gemakkelijker om altijd Engels te gebruiken als we met Duitsers of Fransen spreken.

fv e

rs

Chinees, Spaans of Arabisch zijn nuttigere talen om te leren op school.

pr oe

1

Je test hoe goed je leesvaardigheid is Je herkent tekstdoel, tekstsoort en teksttype Je haalt het onderwerp, de hoofdgedachte en de kernzinnen uit een tekst Met behulp van woordleerstrategieën breid je je academische woordenschat uit

IN

m2 m1

Onze cultuur is te gefocust op de Angelsaksische wereld. Zo leren we veel culturele producten uit andere taalgebieden nooit kennen.

Frans en Duits zal ik echt niet meer nodig hebben in mijn studie of beroepsleven.

m2 Academische woordenschat – begin- en eindtest

Dankzij artificiële intelligentie zullen we in de toekomst geen vreemde talen meer moeten leren.

633


3 Lees de tekst op p. XX globaal en beantwoord onderstaande vragen. a Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst? b Met welk tekstdoel schreef de auteur deze tekst, denk je? c Wat is de tekstsoort? d Wat is het teksttype? 4 Lees de tekst aandachtig en beantwoord volgende vragen.

IN

a ‘Gescinska is van mening dat wie Duitse filosofen bestudeert, zijn Engels moet perfectioneren.’ Juist of fout? Verantwoord je keuze. b Ga je akkoord met Gescinska’s argumenten tegen verengelsing? Waarom wel/niet? Kun je een tegenargument bedenken?

Academische taal – begintest

N

2

VA

1 Lees de tekst op p. XX nogmaals aandachtig. Er komen academische woorden in voor. Kun je hun betekenis afleiden uit de context?

ie

©

a vicieuze cirkel 1 situatie waarbij mensen oorzaak en gevolg door elkaar halen 2 situatie waarbij een verschijnsel een bepaald gevolg heeft, terwijl dat gevolg het eerstgenoemde verschijnsel in stand houdt of versterkt 3 meetkundige term om oneindigheid aan te duiden 4 situatie waarbij een verschijnsel onveranderlijk blijkt te zijn en dus hopeloos is

fv e

rs

b peerreviewed tijdschriften 1 tijdschriften die recensies van wetenschappelijke artikels bevatten 2 tijdschriften waarin de bijdragen door collega-wetenschappers uit een bepaalde wetenschappelijke discipline getoetst zijn 3 tijdschriften die tot de wereldtop van een wetenschappelijk vakgebied behoren 4 wetenschappelijke tijdschriften die ook voor een breder publiek toegankelijk zijn

pr oe

c gerenommeerd 1 bekend, beroemd 2 controversieel, omstreden 3 succesvol 4 met een goede naam, reputatie

d baat hebben bij 1 talent hebben om iets te doen 2 gelegenheid hebben om iets te doen 3 voordeel hebben bij iets 4 nadeel hebben bij iets

e zonder weerga 1 het is nog nooit voorgekomen, het is zonder precedent 2 het is onherroepelijk, er kan niets meer aan worden veranderd 3 het is verschrikkelijk, een ramp 4 niemand bekommert zich erom, het laat mensen onverschillig

634

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


f

integraal 1 bijkomstig, minder belangrijk 2 talig, literair 3 wiskundig, rekenkundig 4 op zichzelf bestaand

IN

g funderend 1 uitermate belangrijk, niet weg te denken 2 invloedrijk, machtig 3 de basis leggend 4 veelbelovend

N

h condition humaine 1 menselijke staat, hoe we leven en denken als mens, met bijhorende beperkingen 2 menselijke conditie, hoe we gezond zijn en waartoe we fysiek in staat zijn 3 menselijk potentieel, waartoe we intellectueel in staat zouden kunnen zijn 4 menselijke voorwaarde, onder welke voorwaarden we een goed mens kunnen worden disproportioneel 1 oneerlijk, schandalig 2 buiten verhouding 3 tegen iemands wil 4 onterecht, onverdiend

j

schone letteren 1 poëzie 2 hoogstaande literatuur 3 populaire, veelgelezen literatuur; lectuur 4 al wat geschreven of voorgedragen wordt, inclusief liedjesteksten

rs

ie

©

VA

i

fv e

Je leerkracht deelt een correctiesleutel uit. Ga na hoeveel antwoorden je juist hebt. Proficiat! Je hebt al een uitgebreide academische woordenschat, of je zet de juiste strategieën in om de betekenis van academische woorden te achterhalen. Om te slagen in het hoger onderwijs, moet je de woorden ook in je actieve taalgebruik (schrijven, spreken) kunnen integreren. Probeer nieuw verworven woordenschat uit in schrijfopdrachten en (formele) presentaties.

pr oe

9-10/10

6-8/10

Goed! Je hebt al een behoorlijke academische woordenschat. Misschien kun je nog meer inzetten op woordleerstrategieën om de betekenis van woorden te achterhalen. Lees in het komende jaar veel artikels uit kwaliteitskranten en -tijdschriften als De Morgen, De Standaard, De Tijd, Humo en Knack, en hou pen en papier in de aanslag om nieuwe academische woorden te noteren en zo te onthouden. Op die manier bereid je je optimaal voor op de taal van het hoger onderwijs.

5/10 of minder

Je hebt nog moeite met academisch taalgebruik, maar laat de moed niet zakken: met behulp van strategieën voor leesvaardigheid en woordenschatverwerving kun je je in het komende schooljaar voorbereiden op de taal van het hoger onderwijs. Zo is het belangrijk om dagelijks taalrijke teksten te lezen en stil te staan bij woorden die je nog niet kent of die je nog niet zelfstandig in een andere context kunt gebruiken.

m2 Academische woordenschat – begin- en eindtest

635


N

VA

Wie snoeit in het taalonderwijs, sluit steeds meer vensters op de wereld

IN

Alicja Gescinska

Alicja Gescinska is schrijfster en filosofe verbonden aan de Universiteit van Buckingham. Ze is voorzitter van PEN Vlaanderen en VUB Fellow.

H

rs

ie

©

ervormingsplannen in het universitair onderwijs zorgen voor onrust bij taalminnend Nederland. De opleidingen Nederlands, Duits en Frans zijn in een vicieuze cirkel beland. Alsmaar minder studenten kiezen voor een taalopleiding. Daardoor zijn er te weinig leerkrachten in de scholen. En daardoor kiezen wederom minder jongeren later voor een universitaire taalopleiding. Een nieuw voorstel ligt nu op tafel om nog slechts landelijke bachelors aan te bieden voor ‘kleine talen’ (!) als Duits en Frans. Individuele opleidingen aan de afzonderlijke Nederlandse universiteiten worden ‘niet bijzonder doelmatig en op termijn onhoudbaar’ geacht.

fv e

Volgens hoogleraar Nederlandse literatuur en cultuurgeschiedenis Lotte Jensen heeft men aan de universiteiten een Engelstalig universum gecreëerd dat geen ruimte meer laat voor andere talen. Vanuit mijn eigen ervaring kan ik dat alleen maar bevestigen én betreuren.

pr oe

De versmachtende dominantie van het Engels heeft tot een intellectuele en geestelijke verarming geleid. In mijn eigen discipline – de filosofie – is dat heel merkbaar. De kwaliteit van een academisch filosoof wordt bepaald door zijn publicaties in peerreviewed tijdschriften van bepaalde rang. Die zijn overwegend Engelstalig en gericht op specifieke onderzoeksgebieden die aan de Angelsaksische universiteiten belangrijk worden geacht. Dat weegt op de kwaliteit van het academische schrijven én denken. Het systeem benadeelt de niet-Engelstalige academische tijdschriften en geschriften. En een opvallende tendens, die zeker niet bijdraagt tot de kwaliteit van het geleverde werk, is dat de academische studie van bijvoorbeeld Duitse filosofen door academici wier moedertaal Engels is, meer gewaardeerd wordt en belangrijker wordt geacht, ook al stelt de kennis van de Duitse taal van die academici niets voor. Toen ik in de VS woonde, heb ik meermaals zelfverklaarde specialisten van Hegel en Schopenhauer ontmoet, wier Duits zo slecht was dat ze niet eens een biertje zouden kunnen bestellen tijdens de oktoberfeesten in München. Het is wrang, maar zo is de werkelijkheid: als je een internationaal gerenommeerd expert van Nietzsche of Kant wilt worden, heb je vandaag meer baat bij het perfectioneren van je Engels dan bij het leren van de Duitse taal.

636

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


Culturele verarming Over heel Europa zijn de voorbije jaren faculteiten en departementen in taal en cultuur gesloten. De universitaire opleidingen Duits en Frans lijken hetzelfde lot beschoren als bijvoorbeeld de studies Oost-Europese talen en culturen. Het gevolg is een culturele en intellectuele verarming zonder weerga.

N

IN

Met het verlies van de talenstudie gaat immers veel meer verloren dan enkel talenkennis. De studie van talen werd ooit gestimuleerd als integraal onderdeel van de studie van de mens. Filologie was een van de funderende disciplines van de menswetenschappen. Dat lijken we vergeten te zijn, of we lijken er niet meer om te geven. De menswetenschappen zijn gegroeid uit de Duitse filologiedepartementen en -faculteiten. De menswetenschappen kwamen tot bloei tijdens de verlichting, dankzij het besef dat woorden waardevol zijn, dat vreemde talen schatten bevatten en inzicht verschaffen in de mens en het leven. Betere kennis van talen is een voorwaarde voor een betere kennis van de mens en onze condition humaine.

©

VA

De ontwikkelingen in de academische wereld zijn deel van een groter probleem: het hele geestelijke, culturele, intellectuele leven is gedomineerd door Engelstaligen. Een derderangsschrijver en -kunstenaar uit de VS of Engeland geniet disproportioneel veel meer erkenning dan een grootmeester van de ‘kleine talen’. Dat zie je in de populaire cultuur en hitlijsten evenzeer als in de schone letteren. De Nobelprijs Literatuur is deze eeuw al acht keer aan een Engelstalige schrijver toegekend en één keer zelfs aan een Engelstalige zanger.

pr oe

fv e

Bron: demorgen.be

rs

ie

De grote Frans-Amerikaanse cultuurfilosoof, essayist en polyglot George Steiner waarschuwde er in zijn essay De idee Europa (2004) voor dat er in de naoorlogse periode niets zo bedreigend en ondermijnend is geweest voor de Europese cultuur en identiteit als ‘Amerikanisering’ en de verstikkende aanwezigheid van de Angelsaksische cultuur op het wereldtoneel. Ook stelde Steiner dat elke taal die men kent een venster op de wereld is. Door de eenzijdige focus op het Engels dreigen we de horizon van onze geestelijke wereld alsmaar te vernauwen; verenging door verengelsing. Wie snoeit in het taalonderwijs, sluit steeds meer vensters op de wereld.

m2 Academische woordenschat – begin- en eindtest

637


Ga naar iDiddit en oefen verder op academische woordenschat. Heb je de academische woordenschat onder de knie? Maak de woordpuzzel die je leerkracht met je deelt!.

TIP

Moeten alle studenten in het hoger onderwijs weten wat ‘commensalisme’, een ‘interlocutoir appel’ of ‘illuminantie’ is? Nee, zulke woorden zijn slechts relevant binnen het vakgebied van respectievelijk biologen, juristen en fysici. Het leren van academische vakterminologie maakt integraal deel uit van elke opleiding in het hoger onderwijs.

Met apps als Quizlet kun je zelf woordenschatlijsten opstellen.

N

IN

Naast vakterminologie onderscheiden we algemene academische woordenschat. Woorden zoals die uit de tekst kom je niet alleen tegen in (kwaliteits)kranten, maar ook in alle wetenschappelijke disciplines. Om je goed voor te bereiden op het hoger onderwijs, is het van belang dat je je academische woordenschat uitbreidt.

DELENDERWIJS

fv e

rs

ie

©

VA

Het is aan te raden om jezelf elke week actief enkele nieuwe academische woorden aan te leren. Zo breid je je woordenkennis dit jaar uit. Lees bijvoorbeeld kwaliteitsmedia en noteer de woorden of abonneer je op Delenderwijs en leer zo elke dag een nieuw academisch woord.

Onderweg

pr oe

Onderzoek van prof. Lieve De Wachter en dr. Jordi Heeren (KU Leuven) toonde aan dat een goede taalbeheersing academisch Nederlands een noodzakelijke, maar niet de enige voorwaarde tot studiesucces is. ‘Academische taal’ behelst in deze definitie meer dan spelling en grammatica: ook tekstinzicht en woordenschat zijn essentieel in de nieuwe context van het hoger onderwijs. De onderzoekers lieten eerstejaars van verschillende universiteitsrichtingen een taalvaardigheidstest maken en legden de resultaten van die test vervolgens naast de examenresultaten van de studenten. Daaruit bleek dat wie niet goed scoort op de taalvaardigheidstest, zo goed als altijd ook slechtere examenresultaten behaalt. Taalvaardigheid is dus een noodzakelijke voorwaarde om te slagen. Toch betekent dat niet dat je automatisch slaagt als je goed bent in (academische) taal: andere factoren, zoals goed studeren, tellen uiteraard ook mee. Taal is dus niet de enige voorwaarde voor studiesucces. Aan de verschillende Vlaamse universiteiten en hogescholen bestaan initiatieven om de academische taalvaardigheid van studenten te remediëren en zo de slaagcijfers op te krikken. Ook bieden ze voor abituriënten – zesdejaars op de secundaire school – online gratis oriëntatieen taaltesten aan die je taalniveau in kaart brengen en je tips aanreiken om je op het hoger onderwijs en op academische taal voor te bereiden.

638

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


Academische taal – eindtest

fv e

rs

ie

©

VA

N

IN

Beheers je na al dat oefenen de academische woordenschat? Test je kennis over academisch taalgebruik op iDiddit.

pr oe

3

m2 Academische woordenschat – begin- en eindtest

639


m Academische vaardigheden en verder studeren

Informatie beoordelen en ordenen: hedendaagse informatiebronnen 1 2 3 4

Introductie

VA

Nog nooit eerder kon je zo snel informatie over een bepaald onderwerp vinden als in onze huidige maatschappij. Kennis over elk onderwerp is maar een klik van ons verwijderd.

N

1

Je kunt de betrouwbaarheid en de bruikbaarheid van een bron beoordelen. Je kunt bruikbare informatie uit bronnen selecteren. Je kunt relevante informatie uit verschillende bronnen samenbrengen. Je kunt correct verwijzen naar bronnen.

IN

m3 m1

1 Je krijgt een minuut de tijd om informatie op te zoeken over het informatietijdperk. Noteer de belangrijkste kenmerken.

ie

©

Vorig jaar leerde je de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van een bron te beoordelen. In de les over het debat (K3) ga je actief met die kennis aan de slag. Om op een gefundeerde wijze te debatteren over een onderwerp is het belangrijk om relevante en betrouwbare informatie te verzamelen. In deze les frissen we op hoe je dat kunt aanpakken.

Het onderwerp verkennen

fv e

2

rs

Je beoordeelt de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van een bron door een aantal stappen te doorlopen. Daarna leer je hoe je correct naar een bron verwijst. In de les over het debat (K3) ga je zelfstandig met die vaardigheden aan de slag.

pr oe

Alvorens je naar informatie op zoek gaat, is het belangrijk om te weten met welk doel je die informatie verzamelt. Zo gebruik je andere bronnen om een algemeen beeld te krijgen over een – voor jou onbekend – begrip dan om een literatuurstudie over een bepaald onderwerp te schrijven. In dit lesdeel consulteer je verschillende bronnen om je voor te bereiden op een fictief debat over de volgende stelling:

Een gezondheidstaks is een goede zaak voor België!

Je wilt debatteren over een bepaald thema? Dan is het belangrijk dat je weet waarover je spreekt. Je kunt de volgende vragen stellen. 1 Wat is een gezondheidstaks volgens jou? 2* Zoek het correcte antwoord op en pas jouw antwoord aan indien nodig. 3 Is er momenteel een gezondheidstaks in België?

640

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


3

Informatie beoordelen en selecteren Bekijk de bronnen op deze en volgende pagina's. 1 Beoordeel de betrouwbaarheid en de bruikbaarheid van de bronnen aan de hand van het kader in de Trajectwijzer.

3 Selecteer informatie uit de bronnen.

N

a Noteer belangrijke, algemene informatie over het onderwerp in het blauw. b Noteer argumenten pro een gezondheidstaks in het groen. c Noteer argumenten contra een gezondheidstaks in het rood.

IN

2 Beoordeel welke informatie nuttig is voor jouw doel: een debat over de stelling ‘Een gezondheidstaks is een goede zaak voor België!’.

VA

Bron 1

ie

©

SUIKERTAKS EN ANDERE PRIJSSTRATEGIEËN

Een vet-, suiker- en/of frisdranktaks, ook wel ‘gezondheidstaks’ genoemd, is een belasting op ongezonde voeding zoals vetrijke snacks, snoep en suikerhoudende dranken. Doel van zo’n taks is mensen

rs

gezonder te laten eten en zo een halt toe te roepen aan het stijgende aantal mensen met overgewicht of zwaarlijvigheid.

fv e

Hoewel enkele vragen over de gezondheids- en socio-economische effecten van een gezondheidstaks nog open blijven, pleiten almaar meer wetenschappers en gezondheidsorganisaties voor zo’n taks. Ook het aantal landen waar men een taks succesvol invoerde, groeit. Het Vlaams Instituut Gezond Leven is daarom voorstander van de invoering. Al zijn er wel voorwaarden: de opbrengsten van een taks moeten worden ingezet om gezonde voeding goedkoper te maken of voor andere sociale programma’s. Daarnaast moet de gezondheidstaks kaderen binnen een breder preventief gezondheidsbeleid. Tot slot moeten de socio-economische effecten van de frisdranktaks continu worden opgevolgd.

pr oe

5.8

Gezondheidstaks: wat en waarom? ‘In de jaren vijftig besteedden we zo’n 30 procent van ons inkomen aan voedsel, nu is dat nog maar 13 procent. Tegelijkertijd geven we miljarden euro’s méér uit aan gezondheidszorg en sociale zekerheid als gevolg van onze ongezonde levensstijl’, berekende Olivier De Schutter, voormalig VN-rapporteur rond voeding. Hij stelt in de Volkskrant dat we af moeten van onze verslaving aan goedkoop en ongezond voedsel: De prijs van ons eten in de supermarkt is volgens hem misleidend, omdat die vaak niet incalculeert wat het effect is op de leefomgeving en onze gezondheid. Uiteindelijk betalen we die prijs alsnog via de belasting. ‘Het zou veel efficiënter zijn als de prijs in de supermarkt niet langer zou liegen’, aldus De Schutter. Een duidelijk pleidooi voor productprijzen die rekening houden met mogelijke gezondheidskosten van die producten op de langere termijn. Een suikertaks kan hier soelaas bieden.

Bewezen effectief Ook voedingsexperten prof. Martijn Katan en prof. Jaap Seidell (Vrije Universiteit Amsterdam) pleiten vóór een belasting op suikerhoudende dranken. Het is volgens hen een bewezen effectieve strategie in de strijd tegen obesitas. In de krant NRC omschreef Katan obesitas als een politiek probleem, geen voedingswetenschappelijk probleem. De oplossing, aldus Katan, ligt in ‘fietsen bevorderen, geen vergunning geven voor een Dunkin’ Donutswinkel, frisdrankautomaten verbannen uit scholen (…) én een belasting op frisdrank.’ lees verder

m3 Informatie beoordelen en ordenen: hedendaagse informatiebronnen

➡ 641


Economische logica Een frisdranktaks is perfect logisch, zeker vanuit economisch standpunt, beklemtoont gezondheidseconome Rachel Griffith. Hij brengt toekomstige kosten, verbonden met de consumptie van suikerrijke producten, mee in rekening. Wie vandaag veel junkfood eet, doet dat goedkoop, maar dreigt daar later een dure ziekenhuisrekening voor te moeten betalen. Op het moment van aankoop houden we daar (te) weinig rekening mee. Een taks kan de consument extra bewust maken van dat gevaar. Dan moet voor de consument wel duidelijk zijn waarom product x of y duurder geworden is. Goede kadering van een taks is m.a.w. belangrijk.

Strategie tegen obesitas

Mexico en het Verenigd Koninkrijk tonen de weg

IN

Ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is gewonnen voor een frisdrank-, suiker- en in het ideale scenario brede gezondheidstaks. Gezondheidstaksen kunnen volgens de WHO een strategische sleutelrol spelen in de strijd tegen welvaartsziekten die wortelen in ongezonde voedingskeuzes. En, belangrijk voor beleidsmakers: het is zeer waarschijnlijk dat een frisdrank- of ruimere gezondheidstaks zichzelf ruimschoots terugbetaalt. In extra gezonde levensjaren voor de burger, én maatschappelijk dankzij uitgespaarde medische kosten.

N

Een interessant praktijkvoorbeeld is de Mexicaanse taks op gesuikerde dranken, ingevoerd in januari 2014. Na invoering van de taks (10% prijsstijging), daalde de consumptie van gesuikerde dranken er met 7,6%. Opvallend: bij kwetsbare groepen daalde het verbruik zelfs met 11.7%. Een taks lijkt de gezondheidsongelijkheid dus niet te versterken, integendeel.

©

VA

Onder grote belangstelling lanceerde het Verenigd Koninkrijk dit voorjaar een graduele productietaks op gesuikerde dranken. De last ligt daarbij in de eerste plaats bij producenten en niet per se bij de consumenten. Bij een productietaks betalen producenten meer naarmate hun dranken meer suiker bevatten. Vanaf 5 gram suiker per liter betalen fabrikanten in de UK 18 pence (€0,20) extra per liter, vanaf 8 gram is dat 24 pence (€0,27). Het vooruitzicht van de taks miste in de UK zijn effect niet. Om de belasting te vermijden, pasten vele frisdrankproducenten hun recept aan. 50% van de dranken werd daardoor minder gesuikerd. De WHO toont zich voorstander van zo’n graduele productietaks. Het belast alle gesuikerde dranken op een gelijke manier en het motiveert producenten om hun recepten aan te passen.

Minstens 20%

ie

Wetenschappers ijveren voor een taks van 20% of meer. Een belasting aan dat percentage vermindert de consumptie van belaste producten meer dan evenredig. Om grensshoppen te vermijden, geldt een taks bovendien best in een zo groot mogelijk gebied. Een taks op EU-niveau biedt in die zin de beste garantie op succes. Zeker nu Belgen steeds vaker hun inkopen in de buurlanden doen (jaarcijfers Fevia).

fv e

rs

Toch hoeft onze federale overheid niet te wachten op Europa. In Amerikaanse steden zoals Berkeley en Philadelphia bleek een frisdranktaks prima te werken, ook al geldt die in een klein gebied. Bovendien kan men, zoals in het Verenigd Koninkrijk, kiezen voor een graduele productietaks. Die voelen consumenten niet per se in hun portemonnee, wat ook de motivatie tot grensshoppen kan verminderen. Willen beleidsmakers een taks met maximale gezondheidsvoordelen? Dan focussen ze best op een zo breed mogelijke groep van (ongezonde) voedingsmiddelen. Suiker alleen in dranken duurder maken, voedt immers het risico dat producenten hun focus verleggen naar andere suikerrijke voedingsmiddelen of vetrijke producten. Hetzelfde substitutierisico speelt ook bij consumenten. Als de prijs van één productgroep, bijvoorbeeld frisdranken, stijgt in de winkel, grijpen ze misschien naar ongezonde alternatieven die niet extra belast worden.

pr oe

Algemene gezondheidstaks?

Om substitutiegedrag te vermijden, pleit de WHO voor een algemene gezondheidstaks, op basis van een ‘nutrient profile model’. In zo’n model scoort men alle voedingsmiddelen op (on)gezondheid. Die score kan bepalen of en in welke mate een product extra belast wordt. Eén toepassing van zo’n score is de Franse Nutri-Score, waarbij voedingsproducten een kleurenlabel krijgen op basis van hun gezondheidsscore. Het Vlaams Instituut Gezond Leven schreef dit advies over het gebruik van voedingslabels. Op langere termijn pleit het Vlaams Instituut Gezond Leven voor een breed geldende, algemene gezondheidstaks. Een ‘nutrient profile model’ zoals Nutri-Score is daarvoor een goede, wetenschappelijke basis.

Hongarije

Hongarije bewijst dat zo’n bredere gezondheidstaks mogelijk is. Het land dankt er positieve, blijvende gezondheidsresultaten aan. Mensen consumeren bv. minder (voorverpakte) gesuikerde en overdadig zoute producten. Bovendien oogstte de taks ook enkele onbedoelde resultaten zoals toegenomen kennis over gezonde voeding en toegenomen kookvaardigheden. Tot slot had de Hongaarse taks verhoudingsgewijs méér effect bij lager opgeleide groepen.

Eerst frisdranktaks Recent Brits onderzoek bevestigt het potentieel van een frisdranktaks, voornamelijk bij jongeren. Rachel Griffith stelde vast dat jongeren (13-21jaar) de grootste suikerverbruikers zijn én dat ze de meeste van die toegevoegde suikers uit frisdranken halen. Het goede nieuws is dat jongeren ook zeer gevoelig zijn voor een taks op suikerrijke dranken. Bij zo’n taks daalt hun suikerverbruik 80% meer dan het verbruik van de gemiddelde consument. lees verder

642

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


Ook de WHO beschouwt suikerrijke dranken als ideale eerste target voor een heffing. Het zijn immers producten met een hoge prijselasticiteit, wat betekent dat prijsveranderingen relatief snel de consumptie beïnvloeden.

Ook gezond aanbod ondersteunen Het potentieel van een taks blijkt nog groter als men terzelfdertijd ook gezonde voeding ondersteunt. In 2018 analyseerden Amerikaanse wetenschappers uitgebreid het effect van taksen op ongezonde voeding en subsidies voor gezonde voeding. Men ging aan de slag met de consumptie- en gezondheidsgegevens van meer dan 200 000 Amerikanen. Een combinatie van een taks en subsidie leverde met voorsprong de grootste gezondheidsbonus op.

IN

Tienduizenden vermeden overlijdens 10% extra betalen voor suikerhoudende dranken en bewerkte vleeswaren in combinatie met een subsidie van 10% voor groenten, fruit en volle granen, voorkomt volgens de Amerikaanse studie elk jaar 33 700 overlijdens door welvaartsziekten. Een taks of subsidie afzonderlijk invoeren, genereert ook positieve effecten, maar vooral de combinatie van de twee blijkt succesvol. Ongezonde voeding belasten is dus één kant van de medaille, gezonde voeding toegankelijker maken de andere kant.

Positieve maatregelen

Effect op kwetsbare groepen?

VA

N

Gezond gedrag stimuleren met positieve maatregelen is van onschatbare waarde. Zorg ervoor dat gezonde voeding betaalbaar is en (letterlijk) voor de hand ligt. Maak bijvoorbeeld volkorenbrood of groenten en fruit goedkoper. Of installeer als overheid meer (gratis) drinkwaterfonteintjes in de publieke ruimte. Gezond Leven pleit ervoor om die maatregelen deels of helemaal te financieren met de opbrengsten van een frisdrankentaks.

Tegenstanders van een taks op ongezonde voeding gebruiken vaak het argument dat een taks regressief is en de meest kwetsbaren het hardst treft in hun portemonnee. Maar er is ook een andere interpretatie mogelijk. Als een voedingstaks financieel zwaarder doorweegt, zal die vermoedelijk ook een groter effect hebben op het gedrag.

©

Belgische suikertaks 2015 onvoldoende

ie

De versnipperde bevoegdheden binnen ons land bemoeilijken de zaak: het laten doorstromen van de inkomsten van de gezondheidstaks op federaal niveau naar preventieve gezondheid op Vlaams niveau is geen evidentie. In 2015 voerde België al een ‘suikertaks’ in. Die belasting lag echter veel te laag om een positief gezondheidsverschil te kunnen maken. Het ging over 3 eurocent per liter suikerhoudende drank.

Bron 3

pr oe

fv e

Bron 2

rs

Naar: Gezond Leven: 2022, Vlaams Instituut Gezond Leven

© AlexSava

Overgewicht en obesitas in België Uit de Gezondheidsenquête 2018 blijken volgende cijfers: •  Gemiddelde BMI bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder): 25,5 •  Percentage van de volwassen bevolking met overgewicht (BMI ≥ 25): 49,3% •  Percentage van de volwassen bevolking dat obees is (BMI ≥ 30): 15,9% •  Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met overgewicht: 19,0% •  Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met obesitas: 5,8% Bron: www.sciensano.be

m3 Informatie beoordelen en ordenen: hedendaagse informatiebronnen

643


Bron 4 ANDREAS TIREZ Kernlid Liberales, economieblog.be

SUIKER- EN VETTAKS ZIJN EFFICIËNTE BELASTINGEN

N

De vraag is echter hoe belangrijk dit fenomeen is, ook in relatie met de positieve effecten van lagere arbeidslasten. Betrouwbare cijfers worden dan erg belangrijk. Fevia zegt dat het grensshoppen voor niet-alcoholische dranken in 2016 met 12 procent gestegen is tegenover het jaar ervoor en het zou in 2016 90 miljoen euro bedragen. Die cijfers zijn gebaseerd op steekproeven, uitgevoerd door GfK, een marktonderzoeksbureau, aan de hand van de kastickets van een vast panel gezinnen. Het is niet duidelijk of die cijfers ook rekening houden met wat buitenlanders bij ons komen grensshoppen of enkel wat Belgen over de grens kopen.

fv e

rs

ie

©

Een taks op ongezonde voeding is volgens Fevia onrechtvaardig, omdat vooral de lagere inkomensklassen proportioneel meer spenderen aan ongezonde voeding. Zij zouden dus relatief het meeste verliezen door een dergelijke extra belasting. En dat klopt. Maar de belasting geldt voor alle inkomensklassen. De opbrengst van de belasting is dus vele malen groter dan het verlies voor de lagere inkomensklassen (ook omdat rijkere mensen in absolute zin meer consumeren en dus meer extra belasting zullen betalen). Het is dus in principe makkelijk om het verlies voor lagere inkomensklassen financieel te compenseren. Dat wordt met de suikertaks overigens gedaan, omdat de laagste lonen door de taxshift ̶ waar de suikertaks een deel van is ̶ het meeste winnen. En ook de uitkeringen zouden stijgen met het recente Zomerakkoord.

Het laatste argument van Fevia is volgens mij het beste. Fevia beweert dat een extra belasting op ongezonde voeding in België mensen aanzet om over de grens te shoppen. België is een klein land en men zit al snel over de grens. Als grensshoppen belangrijk wordt door de suiker- of vettaks, dan misloopt de regering een deel van de geplande belastinginkomsten en worden de grensshoppers niet gezonder. Bovendien kunnen er op termijn jobs verdwijnen.

VA

Fevia, de federatie van de Belgische voedselindustrie, reageerde al negatief. Fevia onderschrijft het doel om mensen aan te sporen gezonder te eten, maar wil dit niet via een extra belasting. Ze geeft daarvoor drie redenen, waarvan er volgens mij slechts een eventueel terecht is, afhankelijk van de impact.

IN

De Gezinsbond pleit voor de invoering van een extra belasting op ongezonde voeding zodat mensen aangespoord worden om gezonder te eten. Daarmee wil de Gezinsbond verder gaan dan de suikertaks die vorig jaar in het leven geroepen werd en die frisdranken viseert.

pr oe

Een tweede argument van Fevia is dat consumenten de prijsstijging kunnen vermijden door te kiezen voor de goedkopere, maar even ongezonde producten. Dan werkt de belasting niet. Althans niet om mensen gezonder te laten eten. Maar als financiering van de taxshift werkt de belasting dan wel. De reden voor de taxshift zijn de hoge arbeidslasten in België, waarvan nagenoeg iedereen overtuigd is dat ze zeer verstorend zijn. De taxshift moet die arbeidslasten verlagen, met meer jobs en welvaart als gevolg. Het is een oefening in optimale taxatie. De kunst is dan om de taxshift te financieren met nieuwe belastingen die minder verstorend zijn, wat er in economische zin op neerkomt dat mensen hun gedrag minder laten beïnvloeden door de nieuwe belasting. Als mensen hun gedrag nauwelijks aanpassen bij een suikerof vettaks, werkt de taks dus ook, maar dan op het domein van de optimale taxatie. Daarom werkt een suiker- of vettaks altijd, ook als mensen hun gedrag niet zouden aanpassen.

644

Ook is het niet zeker of de stijging wel veroorzaakt wordt door de suikertaks. Zo zou grensshoppen voor voeding en drank in 2015 met 40 procent zijn toegenomen sinds 2008. Ruim vóór de suikertaks in voege trad. Een van de redenen hiervoor is wellicht dat de hogere loonkosten in België consumentengoederen duurder maken (niet enkel voeding en drank). En net dat probleem pakt de taxshift aan. Misschien is het totale grensshoppen wel aan het verminderen door de taxshift? Er bestaan hier blijkbaar geen publiek beschikbare cijfers over. En het is begrijpelijk dat GfK deze cijfers niet publiek wil maken, aangezien dat hun businessmodel zou kunnen ondermijnen. Maar het is moeilijk discussiëren over partiële cijfers. Het is volgens mij geen overbodige luxe dat een overheidsinstelling zich hierover zou buigen. Mensen aanzetten tot gezonder eten kan wellicht ook op andere manieren dan met een suiker- of vettaks. Maar de beste prikkels zijn vaak financiële prikkels. Bron: www.tijd.be

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


Bron 5

Bron 6

De ideale wereld Vettaksen

Panorama Gemakkelijk gezond VIDEO

VIDEO

Relevante informatie uit verschillende bronnen samenbrengen

IN

4

1 Noteer op basis van de bronnen op p. 315-319 de argumenten pro en contra een gezondheidstaks.

N

a Plaats de tegenargumenten naast elkaar, zo heb je een duidelijk overzicht van welke argumenten de tegenpartij kan aanhalen en weet je snel hoe je die kunt weerleggen. b Noteer ook telkens de bijhorende bron.

VA

c Probeer zelf een tegenargument te bedenken indien je er geen kunt terugvinden in de bronnen.

Tip

Correct verwijzen naar bronnen

fv e

5

rs

ie

©

Heb je nog extra bronnen nodig? Ga zelf op zoek naar een extra bron. 1 Gebruik verschillende zoekmachines. 2 Denk na over wat je wilt weten over dit onderwerp en formuleer gerichte zoektermen. Zoek algemener indien je onvoldoende resultaten vindt. 3 Google Scholar legt de focus op wetenschappelijke literatuur. 4 Vertaal je zoekterm indien je onvoldoende resultaten vindt. 5 Door dubbele aanhalingstekens rond je zoekopdracht te plaatsen, zoek je naar de exacte combinatie van die woorden. 6 Je kunt je zoekresultaten filteren op taal, land en periode.

1 Waarom is het belangrijk om correct te verwijzen naar je bronnen?

pr oe

Er zijn verschillende stijlen om correct naar je bronnen te verwijzen. Een van die stijlen is de APA-stijl; een set van referentieregels opgesteld door de American Psychological Association. 5.9.3

2 In de Trajectwijzer vind je de richtlijnen voor het opstellen van een bibliografie. Neem die richtlijnen grondig door en stel een bibliografie op van de bronnen die je leerkracht met je deelt.

onthouden

Soms is het gebruik van generatieve AI op school toegelaten. Dan moet je daar uiteraard correct naar verwijzen. • in de tekst: (auteur van het model, jaar van het gebruikte model) (OpenAI, 2022) • in de referentielijst: Auteur van het model. (jaar van het gebruikte model). Naam van het gebruikte model (versie van het gebruikte model). [Large language model]. webadres OpenAI. (2022). ChatGPT (versie 3.5) [Large language model]. https://chat.openai.com/ Bij niet-standaard bronnen zoals AI-tekstgeneratoren of andere software voegt APA tussen vierkante haakjes toe om welk type bron het gaat. Zo’n AI-tekstgenerator noemen we ook wel een 'large language model' en daarom staat het doorgaans als ‘[Large language model]’ in de referentie.

m3 Informatie beoordelen en ordenen: hedendaagse informatiebronnen

645


m Academische vaardigheden en verder studeren

m4 m1

Een onderzoeksvraag formuleren 1 Je kunt onderzoeksvragen kritisch beoordelen. 2 Je kunt een onderzoeksvraag opstellen. 3 Je kunt informatie selecteren (zoekend lezen) om een onderzoeksvraag te beantwoorden.

IN

Binnenkort verlaat je het secundair onderwijs en waag je je eerste stappen in het hoger onderwijs. Verder in dit leerwerkboek vind je nog heel wat informatie over verder studeren. In het hoger onderwijs zul je een onderzoeksgerichte houding moeten aannemen. Je zult immers papers en een scriptie moeten schrijven. Die teksten vertrekken altijd vanuit een goede onderzoeksvraag. Wat dat precies is en hoe je die moet opstellen, leer je in dit lesdeel.

N

onthouden

VA

Een scriptie is een geschreven werkstuk waarin je de resultaten neerschrijft van een eigen onderzoek. Meestal doe je daar meerdere maanden over, vooral tijdens het laatste jaar van je opleiding.

©

Een paper is een wetenschappelijke tekst van beperkte lengte, meestal geschreven als opdracht (bijvoorbeeld om een vak af te ronden).

ie

1 Er zijn verschillende soorten onderzoeksvragen. Verbind die met de deelvragen en het voorbeeld. a Wat zijn de positieve/negatieve punten? Wat is de waarde?

I

2 vergelijkend

b Wat zijn de verschillen en de overeenkomsten?

II Hoe komt het dat stof H smelt in een omgeving van 170 graden?

3 evaluerend

c Waar zal dit toe leiden? Zal in de toekomst …?

III Hoe kan het ministerie van Onderwijs ervoor zorgen dat analfabetisme in België tegen 2030 met 50% daalt?

4 verklarend

d Hoe kunnen we dit oplossen?

IV Is het openbaar vervoer in België tegen 2050 goedkoper dan met de auto rijden?

5 voorspellend

e Wat zijn de kenmerken?

V Wat is de meerwaarde van een gezonde lucht in de schoolomgeving voor jongeren?

6 ontwerpend

f

VI Wat is het beleid in Vlaamse scholen voor kinderen met dyslexie?

pr oe

fv e

rs

1 beschrijvend

Wat zijn de oorzaken en de gevolgen?

Wat zijn de verschillen tussen Vlaamse en Nederlandse gebarentaal?

2* Een goede onderzoeksvraag opstellen is niet eenvoudig. De afbeelding toont de criteria waaraan een onderzoeksvraag moet voldoen. Begrijp je alle criteria?

646

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


3 Lees nu de onderstaande onderzoeksvragen. Zijn dit goede voorbeelden? • •

Indien de vraag goed is, noteer dan om welke soort onderzoeksvraag het gaat. Indien de vraag niet goed is, schrijf dan op aan welk(e) criterium/criteria ze niet voldoet.

a Hebben jongens meer talent voor techniek dan meisjes en speelt opvoeding daarbij een rol? b Wat is de Industriële Revolutie? c Wat zijn de hygiënische gevaren van zwerfkatten in stedelijke gebieden? d Hoe kun je de Tweede Wereldoorlog verklaren? f

Hoe kan de armoede in België verminderd worden?

g Welk effect hebben gewelddadige films en games op het gedrag van kinderen?

IN

e Hoe kan de begeleiding rond seksuele gezondheid in wijk XXX verbeterd worden?

h Welk effect heeft het afnemen van preventieve alcoholcontroles op het aantal mensen dat dronken achter het stuur zit?

N

Bron: www.scribbr.nl

VA

Het belang van scripties wordt onderstreept door de jaarlijkse Vlaamse Scriptieprijs. Uit duizenden inzendingen uit alle mogelijke afstudeerrichtingen wordt de beste scriptie beloond met een geldprijs en promotie via verschillende mediakanalen. 4 Lees en bekijk de bronnen op de volgende pagina’s over genomineerde of winnende kandidaten. a Kun je een mogelijke onderzoeksvraag formuleren voor elke scriptie?

©

b Bepaal ook steeds welke soort onderzoeksvraag je opstelde.

ie

Als je je onderzoeksvraag hebt opgesteld, begint de zoektocht naar bruikbaar bronmateriaal. Ter illustratie vertrekken we vanuit het thema ‘klimaat’.

rs

5 Welke van de onderstaande onderzoeksvragen is de beste? Welke soort onderzoeksvraag is het?

fv e

1 Kunnen we samen een groenere toekomst maken? 2 Is het mogelijk om enkel op technologie te steunen om de opwarming van de aarde tegen te gaan? 3 Welke technologische ontwikkelingen kunnen ervoor zorgen dat we de klimaatdoelstellingen van 2050 halen? Op p. XXX vind je een aantal mogelijke bronnen bij de bovenstaande onderzoeksvraag. 6 Lees de bronnen beoordelend en zoekend. a Ga na of de bronnen betrouwbaar en bruikbaar zijn.

pr oe

5.8

b Zo ja, noteer informatie die de onderzoeksvraag kan beantwoorden.

7 Als slotopdracht ga je nu in groepjes aan de slag met een eigen onderzoeksvraag. STAP 1

Kies een van de volgende thema’s: economie, taal, cultuur, wetenschap, wiskunde.

STAP 2

Probeer nu voor jezelf een specifieker subthema te bepalen.

STAP 3

Binnen je groep overloop je nu de subthema’s. Kies het subthema van de groep.

STAP 4

Iedereen denkt individueel na over een onderzoeksvraag. Denk aan de criteria waaraan die moet voldoen! Vul ook aan welke soort onderzoeksvraag je opstelde.

STAP 5

Ga nu verder met een onderzoeksvraag die een goede beoordeling kreeg. Iedereen gaat op zoek naar een bron (geschreven of audiovisueel) waarin je een (gedeeltelijk) antwoord vindt op de onderzoeksvraag. Beoordeel de betrouwbaarheid van je bron en selecteer de info die de vraag beantwoordt. Vat je bron samen in een tiental zinnen.

m4 Een onderzoeksvraag formuleren

647


BRON 1 De toestand van bijen gaat al enkele decennia achteruit. Sinds 1990 zijn al meer dan 25% van alle wilde bijensoorten ter wereld verloren gegaan door het verlies van hun habitat, pesticidengebruik, ziektes en invasieve soorten … De mens is verantwoordelijk voor deze negatieve trend. Het verlies van bijen heeft verstrekkende gevolgen aangezien ze als bestuivers een belangrijke taak vervullen in het ecosysteem. Ze zijn essentieel in de voortplanting van talloze plantensoorten, waaronder veel belangrijke gewassen in onze voedselindustrie zoals koffie, cacao, tomaten, sojabonen en nog veel meer. Deze zouden van ons menu kunnen verdwijnen als bestuivende insecten niet langer in staat zijn ons een handje te helpen.

IN

Gelukkig kunnen we de dalende trend nog keren: een strenger beleid rond het gebruik van pesticiden, bloemenstroken aan de rand van landbouwgrond aanleggen, maaien van het gras een keertje overslaan … acties in de goede richting, maar er is meer gericht wetenschappelijk onderzoek naar het foerageergedrag van bestuivers noodzakelijk.

VA

N

Om tot gecontroleerde, experimentele proefopstellingen te komen, kwamen wetenschappers doorheen de jaren met verschillende oplossingen zoals simpele artificiële bloemen die makkelijk te manipuleren zijn. Hierbij bleef observatie van het gedrag van bijen door een wetenschapper nog steeds nodig. Een video-opname zou soelaas kunnen bieden, maar het achteraf bestuderen van uren en uren aan beeldmateriaal blijft een werk van lange adem. De Finse onderzoekers Kuusela en Lämsä (2016) bedachten een artificiële bloem die bezoekjes van bijen automatisch registreert met behulp van sensors. Zij bouwden een robotbloemenveld, met kabels verbonden aan hun computer. Al een flinke verbetering, maar mijn promotor en ik dachten: het kan nog beter.

ie

©

De opdracht voor mijn masterthesis biologie was de robotbloem volledig draadloos maken waardoor deze veel breder inzetbaar is, ook zonder computer of elektriciteit in de buurt. De robotbloemen kregen daarvoor elk hun eigen minicomputer en een batterij. Voor de dataoverdracht gebruikte ik ‘Internet of Things’ (IoT), waarbij de gegevens van bezoekende bijen via radiosignalen worden doorgegeven aan een antenne. De robotbloem kan in een stad in een straal van 2 tot 5 kilometer rond een IoT-antenne geplaatst worden, in open gebied is de reikwijdte tot wel 15 kilometer.

Time is (t)issue

BRON 3

Rouwtool na zelfdoding

fv e

BRON 2

rs

Bron: scriptieprijs.be

De startende leraar in Brussel

BRONNEN

BRON 4

pr oe

Nergens anders in ons land beginnen er jaarlijks meer startende leraren met lesgeven dan in Brussel. Er is een grote doorstroom van de lerarenopleiding naar de Brusselse scholen. Dit is op zich wel logisch, door de vele vacatures kunnen starters redelijk vlot aan de slag. Brussel is goed bereikbaar en de meeste starters zien de uitdaging van lesgeven in een grootstad wel zitten. Helaas stopt bijna de helft van de startende leraren binnen een periode van vijf jaar met lesgeven in Brussel. Een deel gaat op een andere plaats lesgeven, een ander deel keert het onderwijs definitief de rug toe. Dit heeft een grote negatieve impact op het lerarentekort. Wanneer de uitstroomcijfers bij startende leraren zo dramatisch zijn, rijst de vraag ‘Wat houdt de ervaren Brusselse leraren gemotiveerd?’. Brussel heeft immers ook een grote groep leraren die al vele jaren lesgeven in Brussel en dit waarschijnlijk tot het einde van hun carrière zullen blijven doen. Om te weten te komen wat ervaren Brusselse leraren motiveert, werden negen leraren, met meer dan twintig jaar ervaring op de teller, geïnterviewd. Zij werden bevraagd over hun loopbaan, de hindernissen die zij ervaren hebben, wat hen motiveert en over de context Brussel. Niet alleen deelden zij hun verhaal, ze gaven ook concrete tips voor startende leraren over klasmanagement, organisatie, je inwerken in een schoolcultuur en taalontwikkelend lesgeven. Al deze informatie werd samengevoegd in een brochure die kan gebruikt worden bij de aanvangsbegeleiding van startende leraren in Brussel. Deze brochure kreeg de naam Lesgeven in BXL. Negen leraren betekent negen verschillende manieren van lesgeven, elke starter zal zich met een van de leraren kunnen identificeren. Ze kunnen zichzelf herkennen in de moeilijkheden die ervaren leraren beschrijven en motivatie putten uit hun succesverhalen. Bron: scriptieprijs.be

648

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


BRON A

Technologie als klimaatredder

Mariska Van Sprundel – 13 oktober 2022

Bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’ in de Studio van NEMO Science Museum, tekenen hoe zij de toekomst zien in het licht van klimaatverandering. NEMO Kennislink maakt een selectie uit de tekeningen en verkent de kunstwerkjes met een deskundige. In deze aflevering: technologie als magic bullet.

IN

Zonnepanelen die als een schild rond de aarde liggen en spinnende katten die met hun trilling stroom opwekken. Tekeningen over de toekomst, gemaakt door bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’, laten veel technologische oplossingen voor de klimaatcrisis zien. ‘Op veel vlakken kunnen we met techniek ver komen.’

VA

N

‘In een film over de toekomst horen gewoon vliegende auto’s te zitten’, zei Bob Gale, scenarioschrijver van de eighties klassieker Back to the Future, eens in een interview. Datzelfde geldt ook voor tekeningen over de toekomst, moeten sommige bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’ hebben gedacht. Op de vraag hoe zij de toekomst zien in het licht van klimaatverandering tekenden zij vliegende auto’s en stepjes. Ook zelfrijdende auto’s die voortrazen over een wegdek met zonnepanelen, spinnende poezen die met hun trilling stroom opwekken, kernfusie en mannetjes die naast een CO2-neutrale vleesfabriek staan te barbecueën, zijn op de tekeningen te zien. Favoriet op de redactie is een netwerk van zonnepanelen dat als een schild rond de aarde ligt.

rs

ie

©

Die tekeningen lijken stuk voor stuk te zeggen: technologie is de sleutel. Er spreekt optimisme uit: met vergroening van de energieproductie komen we er wel. Is het mogelijk? Een toekomst waarin energie zo schoon en ruim voorhanden is dat de consumptie beperken volstrekt onnodig is? ‘Als het gaat over klimaat, dan is technologie zowel een oorzaak als een groot deel van de oplossing’, zegt hoogleraar Floor Alkemade van de Technische Universiteit Eindhoven. Zij doet onderzoek naar technologische innovaties die nodig zijn voor duurzame energie en mobiliteit en hoe we die technologie snel en eerlijk kunnen inzetten in de samenleving.

pr oe

fv e

Vergroenen en besparen Technologische vernieuwing heeft de mensheid veel gebracht. De menselijke evolutie hangt er zelfs nauw mee samen. Wat 2,5 miljoen jaar geleden begon met handgemaakte gereedschappen om de wereld naar onze hand te zetten, is uitgegroeid tot de productie van auto’s, smartphones en operatierobots. In dat opzicht is het niet vreemd dat veel mensen hun geld inzetten op technologie om uit de klimaatcrisis te komen. ‘Het internationale klimaatpanel IPCC van de Verenigde Naties noemt technologie ook in het rijtje met mogelijke oplossingen’, licht Alkemade toe. ‘Het IPCC geeft aan dat, hoewel de situatie zorgelijk is, we door snelle en grootschalige toepassing van schone technologieën die nu al bestaan, de opwarming van de aarde kunnen beperken tot een aanvaardbaar niveau.’ Met technologie komen we inderdaad een heel eind, meent Alkemade, maar om de klimaatdoelen te halen moeten we niet alleen vergroenen, maar ook besparen. Wat volgens haar niet betekent dat we karig hoeven te leven. ‘Er wordt gewoon veel te veel energie verspild.’ Het feit dat iedereen een eigen auto heeft, raakt ook aan die verspilling. ‘Voor mobiliteit kunnen we betere systemen bedenken die het aantal auto’s per persoon naar beneden brengen. Dat hoeft geen opoffering in comfort te zijn. Ga je naar zelfrijdende auto’s die je met elkaar deelt, dan betekent het veranderen, niet per se inleveren.’ Achterover leunen en youtuben tijdens de autorit wordt gewoon een nieuw criterium voor comfort. Onderweg lekker kattenfilmpjes op je telefoon! Vliegen is daarentegen moeilijk te verduurzamen op korte termijn. Accu’s zijn groot en zwaar, daarmee komt een vliegtuig niet van de grond. Biobrandstof als alternatief voor kerosine is ook geen oplossing, vanwege de botsing met voedselproductie. Verbouwen we maïs om de wereld te voeden of om naar een zonnige vakantiebestemming te vliegen? Het eerste is een basisbehoefte, het tweede niet. ‘Op veel vlakken kunnen we met technologie ver komen. Maar op de plekken waar vergroening moeilijk is, moeten we het toch met minder of fundamenteel anders gaan doen.’

m4 Een onderzoeksvraag formuleren

649


IN

Niet afwachten De keerzijde van vol inzetten op zonnepanelen, windmolens en elektrische auto’s is dat het nieuwe problemen met zich meebrengt. Voor de productie ervan zijn mineralen als kobalt, lithium en koper nodig, waarvan de voorraden op aarde niet eindeloos zijn. Schaarste is niet eens het grootste probleem. De huidige lithiummijnen zijn vooral problematisch vanwege schade aan ecosystemen en schending van mensenrechten. ‘De vraag is hoe we die grondstoffen op een nette en verantwoorde manier kunnen winnen’, zegt Alkemade. ‘Het valt overigens te verwachten dat de prijzen van grondstoffen gaan stijgen, wat de zoektocht naar alternatieven aanzwengelt. Kunnen we batterijen maken zonder lithium, die op zout werken? Of het lithium uit batterijen beter recyclen? Naar recyclen van zonnepanelen doet bijvoorbeeld TNO veel onderzoek.’

VA

N

Op een van de toekomsttekeningen staat een nog uit te vinden, revolutionaire machine: aan de ene kant gaat er CO2 in, aan de andere kant komt er schone energie uit. Dat zou wat zijn! Is het mogelijk dat wetenschappers iets uitvinden waardoor het opwekken van groene stroom sneller en makkelijker gaat? Alkemade denkt het wel. ‘Maar we moeten er niet op wachten. De geschiedenis heeft laten zien dat we nieuwe technologieën en de impact ervan slecht kunnen voorspellen. We moeten er niet op rekenen dat we over tien, twintig jaar iets geweldigs uitvinden wat het klimaatprobleem oplost. Onderzoek naar technologische innovaties moet zeker doorgaan, maar we moeten vooral ook nú aan de slag.’ Wachten op die magic bullet maakt de sociale en financiële kosten van klimaatverandering alleen maar hoger.

©

Bron: www.nemokennislink.nl

BRON B

rs

ie

Ik wil geen generatie die gedeprimeerd is door de klimaatreligie Jean-Marie Dedecker – 13 oktober 2019

fv e

D

pr oe

e OVDS, de lerarenorganisatie Oproep voor een Democratische School, deed een klimaatenquête bij 3 259 leerlingen. Ze kwam tot de onthutsende vaststelling dat amper 13% van de 17- en 18-jarige spijbelende beugelbekjes het mechanisme van de klimaatopwarming kent. Negen op de tien zijn quasi klimaatanalfabeet. Tien procent gelooft zelfs dat steenkool een hernieuwbare energiebron is. Bij de jongere vitabishummeltjes ligt de klimaatkennis zelfs onder de graad van debiliteit. Zes op de tien gelooft zelfs dat kerncentrales grote hoeveelheden CO2 uitstoten.

Pensée unique Onze leerkrachten natuur- en scheikunde zouden hun discipelen beter kunnen leren dat er naast de alarmerende wetenschappelijke pensée unique van Greta & co ook natuurkundigen (zelfs van het IPCC) bestaan die beweren dat het klimaat chaotisch, niet lineair en dynamisch is, dat het CO2-gehalte in de atmosfeer amper 0,04 % is en dat de hoeveelheid daarvan die uitgestoten wordt door de mens, ongeveer 5% bedraagt of nauwelijks 0,0002% (cero, cero, cero, cero, dos). Dat de temperatuur van de atmosfeer lineair afneemt met de toenemende hoogte, the adiabatic laps rate. Dat een hoger elementair volumetje atmosfeer, waaronder CO2, steeds kouder is dan een zich iets lager bevindend elementair volumetje en dus kouder dan het aardoppervlak. Dat de tweede wet van de thermodynamica beschrijft dat warmte, ook in de vorm van straling, steeds stroomt van een object met een hogere temperatuur naar een object met lagere temperatuur en dat een hoger gelegen en per definitie kouder elementair volumetje atmosfeer, met daarin CO2, de aarde derhalve niet zou kunnen opwarmen.

650

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


IN

Japanse en Finse wetenschappers zoals Jyrki Kauppinen en Peka Malmi, evenals de NASAklimaatwetenschapper Rex Flemming beweren dat kosmische stralen zorgen voor lage wolken en klimaatopwarming. Of CO2 heeft zo veel te maken met de klimaatverandering als een ooievaar met de geboorte van kinderen. Dat water, zonlicht en CO2 noodzakelijk zijn voor het leven op aarde en dat het leven stopt als je één van de drie wegneemt. Dat elke plant sterft als het CO2gehalte daalt onder de 0,016%. Dat de aarde de laatste decennia vergroend is door de toename van CO2, enzovoort.

Of die wetenschappers gelijk hebben of niet, weet ik niet, want ze worden in de media gemuilkorfd en uitgesloten van elk debat

VA

N

Of die wetenschappers gelijk hebben of niet, weet ik niet, want ze worden in de media gemuilkorfd en uitgesloten van elk debat. In de lessen biologie zouden de studenten kunnen leren dat er in het Eemien, zo’n 120 000 geleden, al ijsberen op de pool rondliepen en het overleefd hebben zonder ingesmeerd te zijn met Nivea, niettegenstaande het er toen vijf graden warmer was dan vandaag.

rs

ie

©

Apocalyps Ik ben echter te oud geworden om nog klakkeloos te geloven in de apocalyps en de zondvloed. In 1972 voorspelde de Club van Rome de instorting van de productie en de consumptie door uitputting van de grondstoffen tegen het einde van de 20e eeuw. Op 28 april 1975 schreef de wetenschappelijke editor Peter Gwynne in Newsweek nog naar aanleiding van rapporten van de NOAA-NASA: ‘Scientists are almost unanimous that global COOLING was underway’. Ondertussen hebben we ook het verdwijnen van al onze bossen overleefd door de zure regen en is het gat in de ozonlaag nagenoeg gedicht. Een kleine 20 jaar geleden vielen duizenden wetenschappers over elkaar heen met apocalyptische voorspellingen rond de Millenniumbug of de Millenniumbom. In de Verenigde Staten werd zelfs een heuse ‘Centre for Y2K stability’ opgericht. Maar toen de klok op 31 december 1999 om middernacht twaalf keer sloeg, vielen de vliegtuigen niet uit de lucht: ‘fake science’.

fv e

Het is de taak van het onderwijs om kinderen op te voeden tot kritische geesten

pr oe

Het is de taak van het onderwijs om kinderen op te voeden tot kritische geesten in plaats van hun vleugels te kortwieken en hun beugelbekjes aan te draaien tot groene papegaaien. We hebben geen nood aan een generatie die gedeprimeerd is door de donderpreken van de klimaatreligie. How dare you! In zijn nieuwste boek Geen blad voor de mond kunt u meer bijdragen lezen van Jean-Marie Dedecker over klimaat en onderwijs. Het boek is ook verkrijgbaar in onze webwinkel.

Bron: doorbraak.be

m4 Een onderzoeksvraag formuleren

651


m Academische vaardigheden en verder studeren

m5 m1

Verantwoord gebruik van Generatieve Artificiële Intelligentie 1 Je kent de voor- en nadelen van generatieve AI. 2 Je kunt generatieve AI correct gebruiken voor schoolwerk. 3 Je kunt correct verwijzen naar generatieve AI.

IN

1 Vandaag is generatieve AI niet meer uit ons leven weg te denken. a Wat is generatieve AI volgens jou? b Welke generatieve AI-programma’s ken jij? c Wat zijn volgens jou de voordelen van generatieve AI?

N

d En de nadelen?

VA

2 Lees het artikel We leven in een nieuw tijdperk, dat van ‘generatieve’ AI op p. XXX en beantwoord de vragen. a In welke mate ben jij het eens met deze stellingen? Bespreek dit klassikaal.

©

Generatieve AI-technologieën, zoals deepfakes, vormen een ernstige bedreiging voor de privacy en kunnen misbruikt worden voor frauduleuze doeleinden.

ie

Generatieve AI kan de creativiteit van kunstenaars versterken en nieuwe mogelijkheden bieden voor artistieke expressie.

Generatieve AI vormt een bedreiging voor de tewerkstellingsgraad. Veel jobs zullen AI-gestuurd zijn.

rs

Het gebrek aan transparantie in generatieve AI-algoritmen maakt het moeilijk om de verantwoordelijkheid vast te stellen wanneer er fouten optreden.

fv e

Generatieve AI kan menselijke vooroordelen versterken en ongelijkheid vergroten. Generatieve AI vervaagt de grens tussen menselijkheid en wetenschap door het humaniseren van computersystemen (bv. chatbots).

pr oe

b Bekijk de drie afbeeldingen op p. XXX. Welke werden volgens jou gecreëerd door AI? Waarom denk je dat? c* Maak jij zelf gebruik van generatieve AI? Wanneer? Hoe ga je daarmee om?

3 De helft van de klas schuimt het internet af naar informatie over de recordhouder van het werelduurrecord wielrennen bij de mannen. De andere helft genereert informatie via ChatGPT. Vergelijk die informatie. a Tot welk besluit kom je? b Wat is de oorzaak van dit verschil in informatie? c Welk effect heeft dit op jouw zoektocht naar informatie?

652

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


We leven in een nieuw tijdperk, dat van ‘generatieve AI’ Dominique Deckmyn

Dall-E doet illustrators huiveren, ChatGPT leerkrachten en journalisten. Tech-watchers hebben de mond vol van ‘generatieve artificiële intelligentie’, zoals de nog vrij nieuwe term luidt. Maar wat is dat eigenlijk, waar komt het plots vandaan en hoe zal het ons leven veranderen?

IN

ChatGPT kan haast elke vraag beantwoorden, haast elke tekst schrijven – zelfs een computerprogramma. Dall-E kan bijna elk beeld dat u bedenkt, creëren. ‘Generatieve artificiële intelligentie’, zoals de nog vrij nieuwe verzamelterm luidt, is plots overal het onderwerp van gesprek.

©

VA

N

De komende maanden en jaren zal de technologie steeds vaker opduiken. Als u binnenkort een e-mail stuurt aan uw energieleverancier, dan zult u ogenblikkelijk een antwoord krijgen. Een gedetailleerd antwoord op uw vraag, rekening houdend met uw specifieke situatie. En uiterst vriendelijk geformuleerd. Dat antwoord zal geschreven zijn door ChatGPT, of door heel gelijkaardige technologie. Misschien heeft een personeelslid van uw leverancier er nog even naar gekeken, of zelfs dat niet. Het merendeel van de sollicitatiebrieven zal geschreven zijn door een tekstgenerator. En de verhandelingen. En de bedrijfsnota’s. En de PowerPointpresentaties (Microsoft zou daar al aan werken). En wellicht ook, hier en daar, een artikel in de media. Is dat erg? Tja, het wordt in ieder geval wennen. Maar het einde van de wereld is het niet – en van uw job hoogstwaarschijnlijk ook niet. Al zal die zeker veranderen. Scholen in New York beslisten vorige week alvast inderhaast om de toegang tot ChatGPT te blokkeren op hun schoolnetwerken.

rs

ie

Dat is de nieuwe wereld waarin we wakker zijn geworden op 30 november 2022, bij de lancering van ChatGPT. Voordien beschouwden we AI-systemen als fantastische patroonherkenners of klasseerders. Heel goed om, bijvoorbeeld, een kwaadaardig van een goedaardig gezwel te onderscheiden op een radiografie, of te horen dat u geen willekeurige zin, maar ‘Hey, Google’ hebt gezegd. Maar beeldgenerators Dall-E en Stable Diffusion maken zelf geheel nieuwe beelden op basis van een beschrijving in tekst (‘een hond met een hoed op, in de stijl van Van Gogh’).

pr oe

fv e

Naar: www.standaard.be

A

Paus Franciscus

m5 Verantwoord gebruik van Generatieve Artificiële Intelligentie

B

C

giraf

schilderij op doek door Paul Notelteirs

653


4 Generatieve AI heeft dus ook nadelen. Bekijk de voorbeelden op p. XXX. Link de tekst aan het probleem. 5 Bekijk de cartoon hiernaast aandachtig. a Wat wordt hier aangegeven? b Wat zijn de implicaties van het feit dat ChatGPT niet menselijk is volgens jou? Bedenk klassikaal minstens vier implicaties.

IN

Op de sites van universiteiten en hogescholen vind je informatie over hoe studenten, docenten en professoren omgaan met generatieve AI. Je verkent hier een aantal voorbeelden en je trekt conclusies voor de manier waarop jij dit schooljaar met generatieve AI kunt omgaan.

6 Lees de tips en tricks voor een verantwoord gebruik van GenAI op p. XXX en ga op zoek naar de tip die linkt aan onderstaande situaties. Let op: deze situaties tonen aan hoe je ChatGPT niet gebruikt.

N

a Ik vraag aan ChatGPT hoe de vaatwasser hersteld moet worden. Ik krijg onder andere als antwoord dat ik hulp moet vragen aan een man.

VA

b Ik gebruik ChatGPT om mijn werkstuk over een opiniërende tekst voor zedenleer te schrijven. ChatGPT kan beter informatie bundelen en verwoorden dan ik. Bovendien ben ik het helemaal eens met wat ChatGPT schrijft. c Ik vind het fijn om vragen te stellen aan ChatGPT. Het is voor mij eerder een soort game. Elke vraag die in mij opkomt, stel ik dan ook.

©

d Ik gebruik ChatGPT voor mijn taak van biologie. De chatbot kan mooie, gestructureerde antwoorden formuleren en dat is voor mij vaak een uitdaging. Ik neem de voorgestelde antwoorden van de chatbot dan ook integraal over.

ie

e Om te bepalen welke oud-studenten de leerlingenraad uitnodigt voor de jaarlijkse reünie, gooi ik alle adressen in ChatGPT en vraag op te lijsten welke oud-studenten op dit moment op maximaal 20 km afstand van de school wonen. f

rs

Wanneer ik een vraag stel over Bing aan ChatGPT, krijg ik als antwoord dat de chatbot de Bingmedewerkers bespioneert en verliefd is op de gebruikers. Uiteraard is deze informatie niet correct en was de chatbot aan het ‘hallucineren’.

fv e

Soms is het gebruik van generatieve AI toegelaten. Dan moet je daar uiteraard naar verwijzen. 7 Bekijk dit voorbeeld aandachtig en link de elementen aan het voorbeeld.

5.9

tip

elementen

jaar van het gebruikte model naam van het gebruikte model toevoeging voor niet-standaard bronnen auteur van het model webadres versie van het gebruikte model

pr oe

1 2 3 4 5 6

voorbeeld

Bij niet-standaard bronnen zoals AItekstgeneratoren of andere software voegt APA tussen vierkante haakjes toe om welk type bron het gaat. Zo’n AI-tekstgenerator noemen we ook wel een ‘large language model’ en daarom staat het doorgaans als `[Large language model]’ in de referentie.

verwijzing in de tekst: (OpenAI, 2022) referentielijst: OpenAI. (2022). ChatGPT (versie 3.5) [Large language model]. https://chat.openai.com/

654

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


C

A ••• ChatGPT told me about this book i’d never heard of. I pressed for more info and it went on for several paragraphs describing the contents of the book in extensive detail.

IN

ChatGPT made it all up, there is no such book.

In april bleek dat personeel van Samsung interne broncodes van software naar ChatGPT had gestuurd, waardoor die AI de gevoelige codes in handen kreeg. Waarschijnlijk had een Samsung-medewerker aan de AI gevraagd iets met de broncodes te doen, maar werd er niet bij stilgestaan dat ChatGPT-maker OpenAI hierdoor diezelfde codes in handen kon krijgen. Nu verbiedt Samsung het werkgerelateerde gebruik van ChatGPT voor het personeel.

B

VA

D

N

Bron: www.rtlnieuws.nl

©

Een machine die je boekbespreking van Le petit prince maakt of de inleiding van een thesis over biotechnologie schrijft: de lancering van ChatGPT kondigt een revolutie aan in het onderwijs.

ie

Bron: www.nieuwsblad.be

rs

1

2

fv e

Het gebruik van generatieve AI in het onderwijs roept morele vragen op. Papers, werkstukken e.d. die jij indient, hebben tot doel jouw capaciteiten en vaardigheden te evalueren. Dit wordt ondermijnd wanneer je tekst geschreven werd door generatieve AI.

pr oe

Hoewel het regelmatig geven van feedback helpt om huidige en toekomstige tools te verbeteren, is het nog steeds belangrijk dat gebruikers zich bewust zijn én blijven dat er biases (vooroordelen) in hun AI-gegenereerde output kunnen voorkomen. Bron: www.deptagency.com

3

Gevoelige informatie is niet veilig bij ChatGPT aangezien het op basis van jouw input allerlei taken kan uitvoeren en bijvoorbeeld teksten of websites kan schrijven.

4 Soms verzint GenAI informatie zoals bronvermeldingen. Dit worden hallucinaties genoemd.

m5 Verantwoord gebruik van Generatieve Artificiële Intelligentie

655


Tips & tricks voor een verantwoord gebruik van GenAI

door persoonlijke ervaringen of hun nabije omgeving. Ze kunnen wel via data ethische principes aangeleerd worden. Het is belangrijk je te allen tijde bewust te zijn dat de AI-applicaties slechts technologische hulpmiddelen zijn. 5 Wees bedacht op biases door GenAI

2 Verifieer GenAI

IN

6 Voer nooit (privacy)gevoelige informatie in GenAI in

Er is weinig transparantie over wat ontwikkelaars hier verder mee doen. Voer geen persoonsgegevens of vertrouwelijke informatie in deze GenAI-applicaties in. Ga na of je beschikt over de nodige toestemming of licentie voor het ingeven van auteursrechtelijk beschermd materiaal. Indien je twijfelt over het al dan niet vertrouwelijke karakter van informatie, kun je dit navragen bij de verstrekker van de informatie.

pr oe

fv e

rs

ie

©

Maak gebruik van GenAI indien toegelaten, maar vertrouw technologie niet blindelings. Hoe meer verantwoordelijkheid je bij het systeem legt, des te meer verificatie, controle en verantwoording nodig is bij het resultaat. Soms lijkt AI-output heel overtuigend, maar het is perfect mogelijk dat het antwoord niet correct of zelfs verzonnen is (‘hallucinating AI’). In de meeste gevallen is het niet mogelijk te achterhalen hoe de algoritmes tot een bepaald resultaat zijn gekomen en er is geen transparantie over gebruikte bronnen (‘black box’). Controleer goed wat je gebruikt en ga zelf op zoek naar bestaand bronmateriaal om naar te refereren. Je blijft namelijk inhoudelijk verantwoordelijk voor het afgeleverde werk.

AI-applicaties zijn getraind met bepaalde datasets die soms niet representatief zijn. Er is geen transparantie over de filtering die ze toepassen. Dit doet heel wat ethische vragen rijzen. Bij blindelings gebruik loop je het risico op verder verspreiden van incorrecte informatie, bepaalde stereotypen of vooroordelen.

N

GenAI-applicaties kunnen soms een hulpmiddel zijn voor werkstukken (visuele, schrijf- en programmeeropdrachten). Van studenten verwachten we dat ze er nog een extra laag aan toevoegen: qua argumentatie of onderbouwing, kritische analyse, volledige en correcte bronvermelding, creatieve inbreng, persoonlijke insteek of reflectie, vernieuwend karakter, connectie met maatschappelijke context … Zorg ervoor dat je als student zelf het gesprek of debat kunt voeren over je werkstuk.

VA

1 Overtref GenAI

3 Vermijd plagiaat door GenAI

Het is van ChatGPT en andere tekst genererende AI-tools geweten dat de gegenereerde referenties soms fictief zijn. In de output van GenAI ontbreekt soms transparantie over de gebruikte bronnen, waardoor de kans toeneemt dat je plagiaat pleegt. Ook het risico op inbreuken op het auteursrecht is reëel. GenAI bouwt voort op andermans werk en daar hoort altijd een correcte bronvermelding bij.

7 Beperk het energieverbruik door GenAI

Weet dat de energiekost van de servers voor AI-applicaties heel hoog is, gebruik ze dus alleen wanneer ze meerwaarde kunnen bieden. 8 Mogelijke specifieke regels voor je scriptie Ook voor onderzoekers zijn er richtlijnen voor het gebruik van GenAI. Meer specifieke bepalingen daarvan kunnen van toepassing zijn in het kader van je scriptie. Als je GenAI gebruikt in je onderzoek, bespreek dit dan met je begeleider en promotor. Bron: kuleuven.be

4 Vermenselijk GenAI niet AI-applicaties (chatbots in het bijzonder) zijn niet menselijk, ook al lijkt dat soms zo omdat ze heel interactief reageren. Ze worden niet beïnvloed

656

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


m Academische vaardigheden en verder studeren

m6

Verder studeren: wie ben ik? Je ontdekt jezelf en ook hoe je overkomt bij anderen. Je kent de vaardigheden en kennisdomeinen waarin je goed bent. Je weet wat je graag doet in het leven. Je kent de waarden die jij belangrijk vindt in het leven.

IN

1 2 3 4

N

In deze en volgende tussenstops sta je stil bij jouw leven na het secundair onderwijs. Hoe bepaal je jouw studiekeuze? Welke factoren hebben daarbij een invloed? Wat na je hogere studies? Hoe zet je je eerste stappen op de arbeidsmarkt?

pr oe

fv e

rs

ie

©

VA

Op iDiddit vind je oefeningen waarin je op zoek gaat naar jezelf. Je krijgt een beter zicht op je persoonlijkheid, de vaardigheden en kennisdomeinen waarin je goed bent, wat je graag doet in het leven en welke waarden je belangrijk vindt. Dat is een eerste stap richting je studiekeuze na het secundair onderwijs.

m6 Verder studeren: wie ben ik?

657


m Academische vaardigheden en verder studeren

m7 m1

Verder studeren: kennismaken met het landschap van het hoger onderwijs Je weet hoe het onderwijslandschap er na het secundair onderwijs eruitziet. Je kent het verschil tussen studiepunten en leerkrediet. Je kent handige tools die jouw studiekeuze en opleidingsstart mee kunnen ondersteunen. Je weet wat er extra van je verlangd wordt bij de start van je opleiding.

IN

1 2 3 4

Hoe ziet het onderwijslandschap er na je secundaire studies uit?

VA

1

N

In M6 heb je jezelf onder de loep genomen. Je hebt ontdekt wat je goed kunt, zeker wilt, graag doet en belangrijk vindt. Allemaal elementen die het je makkelijker maken om een studierichting te kiezen. Je zult merken dat het keuzeaanbod groot is, het is dus niet altijd even evident om meteen te beslissen wat, waar en hoe je gaat studeren. Enkele ondersteunende tools kunnen je daarbij helpen.

©

Nog even en je slaat de deur van het middelbaar onderwijs achter je dicht. Je maakt in je hoofd waarschijnlijk al heel wat plannen rond je nieuwe studieloopbaan. Maar welke kant ga je uit? Hoe pak je dat efficiënt aan? Hoe maak je een goede keuze?

dr.

rs

Doctor

ie

Onderstaand schema geeft een overzicht van de mogelijke opleidingsniveaus na het secundair onderwijs.

Master-na-master

OPLEIDINGEN

fv e

manama – minstens 60 sp

Master

pr oe

ma – minstens 60 sp

Bachelor-na-bachelor

Schakelprogramma

banaba – 60 sp Verkorte bachelor

45 tot 90 sp

Academische bachelor

Professionele bachelor

Graduaatsopleiding

ABA – 180 sp (universitair niveau)

PBA – 180 sp (hogeschoolniveau)

90-120 sp (hogeschoolniveau)

Naar: www.onderwijskiezer.be

Hieronder vind je een toelichting bij bovenstaand schema. Scan de pagina en je ziet meteen welke opleidingen hierbij van toepassing zijn.

658

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


Graduaatsopleiding In deze opleiding word je voorbereid op het uitoefenen van een beroep. Je gaat meteen deels aan de slag op de werkvloer en doet dus ineens praktijkervaring op. Dankzij deze praktische invalshoek is de opleiding theoretisch minder zwaar.

N

IN

Bacheloropleidingen Deze opleiding doorloopt drie academiejaren. Er bestaan twee vormen van bacheloropleidingen: • De professionele bachelor (PBA) is gericht op de beroepspraktijk. Dus na het behalen van dit diploma kom je op de arbeidsmarkt terecht. • De academische bachelor (ABA) richt zich op wetenschappelijk onderzoek en is veel theoretischer van aard. Je wordt hier immers voorbereid op een masteropleiding.

VA

Masteropleiding (ma) Masteropleidingen kunnen zich zowel richten op de beroepspraktijk als strikt theoretisch gericht zijn. Na deze universitaire studie volgt steeds een masterproef.

rs

ie

©

Na een van de vorige opleidingen kun je je verder verdiepen in: • een bachelor-na-bacheloropleiding (banaba): je kiest een nieuwe, verdiepende, aansluitende bacheloropleiding. • een master-na-masteropleiding (manama): je kiest een nieuwe, verdiepende, aansluitende masteropleiding. • een educatieve opleiding: na een eerdere studie kun je kiezen voor een lerarenopleiding. • een postgraduaat en na- en bijscholing: deze opleiding volgt op een bachelor- of masteropleiding en verdiept of verbreedt de reeds verworven competenties. • een doctoraatopleiding (dr.): dit is de hoogste graad die je op universitair niveau kunt behalen. Je doet vier tot zes jaar lang wetenschappelijk onderzoek aan de universiteit of een wetenschappelijke instelling. Na de verdediging van je proefschrift – een origineel wetenschappelijk werk – behaal je dan de titel doctor of dr.

fv e

Je hebt je bachelordiploma behaald, maar je wilt nu een masteropleiding volgen, dan doorloop je eerst een schakelprogramma. Je academische vaardigheden en wetenschappelijke basiskennis worden hier verder op punt gesteld. Dit doe je in aanloop naar een masteropleiding.

pr oe

Als je al een bachelor of master behaalde, kun je soms vrijstellingen krijgen bij aanvang van een nieuwe bachelor- of masteropleiding. Je behaalt je diploma dus op een kortere termijn, vandaar ook de benaming verkorte bachelor of master. Bepaalde opleidingen volgen sowieso verkorte programma’s. Naar: www.onderwijskiezer.be

m7 Verder studeren: kennismaken met het landschap van het hoger onderwijs

659


2

Wat zijn studiepunten? Wat is leerkrediet? In het algemene schema vind je steeds een verwijzing naar het aantal studiepunten (sp) dat je opleiding je kost. Maar wat zijn nu precies die studiepunten? En wat is het verschil met leerkrediet? STUDIEPUNTEN

1 Bekijk het fragment en vul onderstaand schema in.

• • • • •

Als je verder studeert, dan betaal je … (i) + … (j). Afstuderen aan een secundaire school levert je gratis … (k) punten leerkrediet op. Een vak van 3 studiepunten kost je … (l) leerkredietpunten. Je kunt je leerkrediet terugverdienen als je … (m). De eerste 60 punten krijg je … (n) terug als een soort van bonus. Als je niet slaagt, dan … (o). Als je leerkrediet op is, … (p) of … (q). Hoe kun je bijsturen? Als je je voor 1 december uitschrijft of van opleiding verandert, dan … (r). Doe je hetzelfde tussen 1 december en 15 maart, dan … (s). Advies vraag je aan je … (t).

N

Worden per … (a) aangegeven. Geven aan … (b). Eén studiepunt staat gelijk aan … (c) + … (d). Gemiddeld nemen studenten … (e) studiepunten per jaar aan vakken op. Het staat je vrij om … (f) of … (g) studiepunten in te zetten. Een 3-jarige opleiding kost je … (h) studiepunten.

VA

• • • •

leerkrediet

IN

studiepunten

©

• • •

ie

rs

2 Even toepassen op de praktijk. Scan de pagina en probeer te achterhalen welke opleidingsvorm deze personen kunnen volgen. Geef ineens ook het aantal studiepunten.

TIP

OPLEIDINGEN

pr oe

fv e

Hoe begin je aan je zoektocht tussen de vele opleidingen? Ga naar ‘Zoeken via alfabet’ en geef hier een trefwoord in. Zo krijg je een gepaste opleiding voorgesteld. Bekijk even de info per voorgestelde opleiding en maak dan je keuze.

Emilie wil leerkracht Frans worden in de eerste graad.

660

Rueben wil musicalster worden.

Younes wil journalist worden op een nieuwssite.

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren

Dries is gefascineerd door China en de Chinese cultuur.

Theresa wil scripts schrijven voor films.


Hoe kies je nu een opleiding die bij je past? Veel studenten kiezen een opleiding omdat de inhoud ervan hen interesseert. Logisch, niet? Iets wat je graag doet, daar wil je immers veel tijd en moeite in steken. Maar wat als je een heel brede interesse hebt? Wat als je bedolven geraakt onder de keuze van uiteenlopende opleidingen?

IN

1 Denk eens terug aan vroeger. Wat wilde je als kind later worden? Misschien sta je nog steeds achter de keuze van die kinderdroom, misschien weet je inmiddels beter … a Noteer je huidige droomberoep en die uit je kindertijd. Geef telkens de reden van je keuze, de opleiding die erbij hoort, het opleidingsniveau, de kenmerken van de opleiding, het aantal studiepunten en waar je de opleiding kan volgen.

N

b Vraag nadien aan personen die dicht bij je staan (= bestie) welke job zij jou later zien uitoefenen en vanwaar die keuze komt. Zoek voor dat beroep alle nodige opleidingsinformatie op via de onderwijskiezer.

©

VA

c Stel de vraag opnieuw aan personen die jou op professioneel vlak beter kennen (= profie). Denk hierbij aan je coach, leider van de jeugdbeweging … Zoek opnieuw alle nodige opleidingsinformatie op via de onderwijskiezer.

ie

Ben je wel iemand die nog enkele jaren achter de studieboeken wil zitten? Of kies je liever voor een praktische opleiding? Scan de pagina en gebruik I-Study van Onderwijskiezer om meer inzicht in je studiemethode en -motivatie te krijgen. I-STUDY

STUDIEVAK

fv e

2 Scan de pagina.

rs

Ben je er nog niet helemaal uit welke opleiding je voorkeur geniet? Je kunt op velerlei manieren een studierichting kiezen, bv. op basis van je favoriete studievak.

a Kies je favoriete studievak.

b Noteer per onderwijsniveau (PBA, ABA en MA) minstens één opleiding die je kunt volgen. Heb je veel belangstelling in heel wat zaken? Dan kun je ook de I-Prefertest invullen en zo tot een aantal studierichtingen in het hoger onderwijs komen.

pr oe

3

I-PREFER

3 Welke opleidingen worden je voorgesteld? a Kun je je in de voorstellen vinden? b Welke voorstellen verrassen je? c Van welke opleidingen heb je nog nooit gehoord?

Je kunt de resultaten eventueel voorleggen aan enkele leerkrachten, vrienden, je ouders … mocht je keuzestress nog toegenomen zijn. Richt je interesse zich op een specifiek studiegebied, maar je weet niet welke opleidingen hier concreet aan gekoppeld zijn? Dan kun je kiezen op studiegebied. STUDIEGEBIED

Hoe meer je weet, hoe groter de keuze … Misschien ben je inmiddels op heel wat nieuwe opleidingen gestoten die je keuzestress alleen maar doen toenemen. Om je te helpen richting een definitieve keuze kun je het keuzerooster invullen. KEUZEROOSTER

m7 Verder studeren: kennismaken met het landschap van het hoger onderwijs

661


4

Hoe weet ik of ik succesvol kan starten in mijn hogere studies? Niemand kan de toekomst voorspellen. En ook al staat alles in de sterren geschreven, toch kom je wel eens voor verrassingen te staan. Weet vooral: wie de wil heeft om iets te bereiken, heeft de belangrijkste stap al gezet, namelijk willen. 1 Scan de pagina. b Bekijk of de opleiding van jouw keuze goed aansluit bij je vooropleiding.

IN

a Lees de voorbeelden hieronder. Past de studiekeuze goed bij hun vooropleiding? SLAAGKANS

TIP

Maité volgt de richting ‘Kantooradministratie en gegevensbeheer’. Zij wil zich inschrijven voor de opleiding ‘Communicatie: commerciële communicatie’.

©

A

VA

N

De namen van de studierichtingen in het secundair onderwijs zijn aangepast in september 2023. Vraag aan je leerkracht met welke richting je ze kunt vergelijken.

B

Edo volgt de richting ‘Humane wetenschappen’ en wil volgend jaar ‘Oosterse talen en culturen Japan’ studeren. Hoe hebben zijn voorgangers het ervan afgebracht? Is het een zekerheid dat Edo zijn eerste jaar vlotjes zal halen? jouw vooropleiding: jouw studiekeuze:

pr oe

C

fv e

• •

ie

Hoeveel slaagkans hadden studenten gemiddeld met eenzelfde vooropleiding? Welke vooropleiding had de grootste slaagkans? Kan het zijn dat Maité tegen alle verwachtingen in tóch slaagkansen heeft?

rs

• • •

662

Hoeveel slaagkans heb je?

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


5

Mijn keuze staat vast … Kan ik meteen met de opleiding van start gaan? Niet iedere studie is vrij toegankelijk, ook al behaalde je probleemloos een diploma secundair met de beste cijfers. Voor sommige opleidingen moet je eerst nog een test of zelfs ingangsexamen afleggen voor je aan de opleiding kunt starten.

INSTAPTOETS

IN

Alvorens aan de slag te kunnen gaan in een lerarenopleiding ben je verplicht een instaptoets af te leggen. Het bewijs van deelname heb je immers nodig om je te kunnen inschrijven. Dankzij die test heb je meteen een zicht op je sterktes en zwaktes. Wil je studies op universitair niveau starten, dan kun je je startniveau bepalen met behulp van de ijkingstoets. Voor sommige opleidingen is die zelfs verplicht.

IJKINGSTOETS

ZELFTEST

Hoe kies je de juiste hogeschool of universiteit? Eens je studiekeuze min of meer bepaald is, is het de bedoeling een onderwijsinstelling te vinden die aan jouw behoeften voldoet. Belangrijk is daar je tijd voor te nemen. Ook daarbij biedt de onderwijskiezer je ondersteuning. Zo vind je vrij makkelijk een hogeschool of universiteit in jouw provincie. Klik zeker door naar de websites van de verschillende onderwijsinstellingen, die zijn een onuitputtelijke bron van informatie.

pr oe

6

fv e

rs

ie

©

VA

N

Je vindt allerlei zelftests die je met een gerust gevoel aan een opleiding laten starten.

ONDERWIJSINSTELLINGEN

Vergelijk zeker het aanbod van de verschillende hogescholen of universiteiten. Hoe worden de examens geregeld? Hoe vaak heb je examens? Dat heeft uiteraard een invloed op de te verwerken hoeveelheid leerstof. Ga de sfeer op de campus al eens opsnuiven op infodagen en blader er de cursussen eens door. Informeer je op de SIDinbeurs, neem contact op met studenten die de opleiding van jouw keuze reeds volgen, neem deel aan een openlesdag of practicum om de leerstof en lesmethode al eens in de vingers te krijgen … In deze les kreeg je allerlei tools om je weg in het onderwijsveld na je secundaire studies te vinden. Je hebt de verschillende opleidingsniveaus en bijhorende studierichtingen leren kennen. Je kreeg ook inzicht in de studieopleiding van jouw keuze. Je werd gewezen op de slaagkansen, evenals op ingangstesten die je misschien eerst verplicht nog moet afleggen. Je weet nu ook dat iedere hogeschool of universiteit een eigen manier van toetsen en examens heeft én een eigen cultuur en sfeer. Je kunt nu een weloverwogen studiekeuze maken. Veel succes!

m7 Verder studeren: kennismaken met het landschap van het hoger onderwijs

663


m Academische vaardigheden en verder studeren

m8 m1

Verder studeren: heeft het hoger onderwijs een eigen taal? 1 Je kent typische woordenschat die gebruikt wordt op hogescholen en aan universiteiten. 2 Je kent typische woordenschat die gebruikt wordt bij opleidingen in hogescholen en aan universiteiten.

3 Je kent het verschil tussen de taken van een tolk tegenover een vertaler.

Even opfrissen

VA

1

N

IN

Aan de universiteit en op de hogeschool wordt een andere taal gehanteerd dan die je gewoon bent in het secundair onderwijs. Je zult al snel verschillen opmerken als je de infobrochures erop naslaat, je gaat inschrijven, je werkelijk van start gaat … Deze les kun je als een starterskit beschouwen. Aan de hand van allerlei opdrachten word je even ondergedompeld in deze specifieke woordenschatwereld.

©

1 In M8 maakte je kennis met het onderwijslandschap na het secundair onderwijs. Daar ben je met heel wat termen in aanraking gekomen. Plaats de opgegeven termen in de juiste context. Sommige woorden gebruik je verschillende keren.

ie

academische bachelor (ABA) – banaba – doctoraat – educatieve opleiding – ijkingstoets – instaptoets – leerkrediet – manama – master – professionele bachelor (PBA) – schakelprogramma – studiepunten – studierendement – vrijstellingen

fv e

rs

Lies volgt de richting Sociaal Technische Wetenschappen. Zij slaagde met glans in het zesde jaar en wil volgend jaar verder studeren aan de hogeschool in de richting Sociaal werk: Kunst- en Cultuurbeleving. Ze volgt een driejarige opleiding als … (a). Die opleiding heeft een … (b) van 180 punten. Tijdens het eerste jaar doet ze veel algemene kennis op, bijvoorbeeld in het vak Sociaal Werk. Met dit vak realiseert ze 6 … (c). Tijdens het vak Sociaal Werk Lab proeft ze van de praktijk. Ze realiseert met dit vak in totaal 30 … (d). Volgens het gemiddelde … (e) slagen 64,06% van de eerstejaarsstudenten uit de richting STW. Ze kan dus vol vertrouwen aan de opleiding beginnen. Na die driejarige opleiding kan ze via een … (f) vlot met een … (g) Sociaal Werk aan de universiteit van start gaan.

pr oe

Stef behaalde zijn bachelor Communicatie. Hij genoot enorm van die opleiding en krijgt niet genoeg van het studeren en vooral ook niet van het studentenleven. Hij besluit na de vakantie een vervolgopleiding te volgen. Hij dacht aan de richting Journalistiek. Deze … (h) levert hem bovendien enkele … (i) op. Extra vrije tijd om zich in te zetten voor zijn studies … of een extra studente(njob) te versieren. Maar ook Nederlands geven in het middelbaar onderwijs lijkt hem wel iets. Alvorens hij met de … (j) van start kan gaan, dient hij eerst een … (k) af te leggen. Zo kent hij ineens zijn sterktes en ook de zwaktes waarop hij zich extra moet toeleggen. Sam wil in de voetsporen van zijn grootvader treden en de richting Farmaceutische wetenschappen volgen. Hij start met een driejarige opleiding als … (l). Die opleiding bestaat uit 180 … (m). Alvorens hij zich aan de universiteit kan inschrijven, is hij verplicht een … (n) af te leggen. Via die test wordt er gepeild of hij het verwachte niveau van de universitaire opleiding aankan. Als hij de drie academiejaren succesvol aflegt, kan hij zich inschrijven voor de opleiding … (o) in de geneesmiddelenontwikkeling. Die opleiding veronderstelt 120 … (p). Als hij dezelfde bolleboos als zijn grootvader is, kan hij zich daarna op een zelfstandig wetenschappelijk onderzoek richten en eventueel nog voor een … (q) gaan. Uiteraard kan hij dan nog een extra masteropleiding volgen. Maar over een eventuele … (r) heeft hij nog lang niet nagedacht.

664

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


2

Zeg niet schooljaar, maar wel academiejaar Woorden die je de afgelopen jaren vlotjes gebruikte in het secundair onderwijs gebruik je niet meer tijdens je hogere studies. 1 Verbind de woorden met elkaar. De oplossing vormt een woord. Wat is de betekenis?

schooljaar

d

paper

2

afgestudeerden

m

zittijd

3

les

a

academiejaar

4

schrijfopdracht, schrijftaak

c

docent, professor

cursusmateriaal

s

campus

examenperiode

c

alumni

7

herexamen, bijkomende proef

i

tweede zit

8

leerkracht

e

syllabus

9

mededelingenbord

a

college

10

schoolterrein

u

valve, ad valvas

ie

©

Vormen van lesgeven

VA

5 6

IN

1

rs

Tijdens de corona-epidemie vond er bij veel leerkrachten een belangrijke verschuiving plaats in de manier waarop er lesgegeven werd. Veel leerkrachten dienden namelijk plots te schakelen van boek, krijt en bord naar de digitale wereld. Veel van die lesmethodes wierpen hun vruchten af en bleven behouden. Daarnaast vind je hieronder nog andere vormen van lesgeven, die bijvoorbeeld in hogescholen of aan universiteiten van toepassing zijn.

fv e

1 Koppel de naam van de methode aan de juiste omschrijving. 1 afstandsonderwijs

b Leerlingen krijgen op bepaalde dagen les en gaan tijdens de andere dagen werken.

pr oe

3

hogeschool of universiteit

N

secundair onderwijs

e De docent doceert en de student luistert en neemt de leerstof op.

a De docent geeft op een vast tijdstip les met onmiddellijk contact met de leerlingen.

2 immersieonderwijs

c lesgeven en les krijgen via het internet

5 hoorcollege

6 duaal leren

7 practicum

8 e-learning

f Onderwijs waar leerlingen niet fysiek aanwezig moeten zijn.

g Een niet-taalvak wordt in een andere taal onderwezen, bv. aardrijkskunde in het Engels.

m8 Verder studeren: heeft het hoger onderwijs een eigen taal?

3 contactonderwijs

4 blended learning

d De studenten krijgen les, maar maken ook praktische oefeningen onder begeleiding.

h Dit is de combinatie van les op school of de campus en de cursus die via het internet wordt aangereikt.

665


4

Het hoger onderwijs heeft een eigen taal 1 In dit deel focussen we op specifieke woordenschat uit de wereld van hogescholen en universiteiten.

IN

a Orden onderstaande woorden in vier groepen. . A woorden die ik nog nooit heb gehoord B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken afstudeerrichting – aula – campus – curriculum – faculteit – hogeschool – modeltraject – semester – studentenportaal – universiteit b Plaats de woorden nu in onderstaande tekst. Sommige woorden dien je meermaals te gebruiken.

N

c Ken je de volledige benamingen van de gebruikte afkortingen?

VA

d Kun je de namen daarna in de juiste provincie zetten?

Na je middelbare studies ga je werken of verder studeren. Voor je verdere studies schrijf je je in aan een … (a) of … (b). In België heb je een ruime keuze aan 16 … (c), enkele voorbeelden hiervan zijn AP (= … (d)), Artevelde, Erasmus, Howest (= … (e)), KdG (= … (f)), Odisee en UCLL (= … (g)).

3

6

rs

1

ie

©

België telt daarnaast in totaal 5 universiteiten, meer bepaald KUL (= … (h)), UA (= … (i)), UGent, UHasselt en VUB (= … (j)).

fv e

2

4

5

pr oe

Christelle heeft zich ingeschreven aan de Universiteit Gent voor de opleiding Bachelor of arts in de Afrikaanse talen en culturen. Als zij het … (k) vlot doorloopt, kan ze na 3 jaar academische bachelor aan haar … (l) Master African Studies beginnen. De UGent telt 11 universiteitsterreinen, voor deze studie volgt Christelle de lessen op de … (m) in Gent. De universiteit telt 11 hoofdafdelingen, onderverdeeld in 85 vakgroepen. De studierichting behoort tot de … (n) Letteren en Wijsbegeerte. Het vak Inleiding tot de voornaamste moderne literatuur wordt in het Nederlands onderwezen. In het … (o) kan Christelle nalezen welke andere vakken zij in haar opleiding zal volgen met telkens de vermelding van het aantal studiepunten. Tweemaal per jaar worden er examens georganiseerd. Na het eerste … (p) kan Christelle haar resultaten bekijken op het … (q). Ook haar lesrooster, afspraken, opdrachten … kan ze hier terugvinden. Ze vindt er eveneens in welke … (r) de lessen doorgaan.

666

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


Talen studeren Benieuwd of taal jouw ding is? Heb je het ideale profiel om verder te studeren in een talenrichting? Doe de test op iDiddit en ontdek hoe sterk de match tussen jou en taal is!

IN

In dit deel gaan we inzoomen op de drie onderstaande studierichtingen. Centraal daarbij staat de gehanteerde woordenschat.

N

Op universitair niveau kun je kiezen tussen de richtingen Communicatiewetenschappen, Taal- en Letterkunde en Toegepaste Taalkunde. Afhankelijk van de talen die je interesseren, kun je een kijkje nemen op de websites van de verschillende universiteiten. Ook de masteropleidingen bieden andere afstudeerrichtingen. Dat alles kan een invloed hebben op de universiteit van je keuze. Wat is het wezenlijke verschil tussen die opleidingen?

VA

Communicatiewetenschappen Ben je nieuwsgierig naar de wereld om je heen? Kennen de nieuwssites geen geheimen voor je? Ben je mee met de laatste trends op sociale media? Neem je een kritische houding aan tegenover berichtgeving in het algemeen? Wil je eerst meer weten alvorens je je mening over een bepaald topic geeft? Dan is deze opleiding misschien wel het pad dat je kunt kiezen. Kort gezegd bestudeert deze opleiding de invloed van de media en de communicatie op onze en andere samenlevingen.

ie

©

Taal- en Letterkunde Hier leer je twee talen of een taal in combinatie met de theater-, film- en literaire wereld door en door kennen, spreken, schrijven, lezen, beluisteren. Je dompelt je onder in de cultuur en geschiedenis van de gebieden waar die talen gesproken en geschreven worden. De grammatica wordt onder de loep genomen in contrast met andere talen, daarnaast krijgt ook literatuur veel aandacht.

fv e

rs

Toegepaste Taalkunde Jij wordt de expert in twee vreemde talen. Die leer je even vlot te gebruiken als je eigen moedertaal. Met jouw expertise ga je nadien verder aan de slag als vertaler of tolk.

pr oe

5

1 Hieronder vind je tekstmateriaal van de officiële website van de Universiteit Antwerpen. Wat wordt er precies bedoeld? In de opleidingsonderdelen over taalverwerving leer je de Franse taal op een uitstekende manier te beheersen op het vlak van lees-, luister-, spreek- en schrijfvaardigheid. Naarmate je vordert in de bachelor, verschuift de focus van algemene naar academische taalvaardigheid. Zo word je goed voorbereid op het schrijven van je bachelorproef. Alle lessen Frans worden in het Frans gedoceerd, dus je krijgt elke dag je portie gesproken Frans. De professoren ondersteunen je persoonlijk in je studie.

gedoceerd

1 Je gaat in kleine groepjes in discussie. 2 Je krijgt onder begeleiding van je professor grammaticaoefeningen. 3 Je professor legt uit en jij noteert. Er is geen dialoog tussen jullie beiden.

m8 Verder studeren: heeft het hoger onderwijs een eigen taal?

667


In de opleidingsonderdelen letterkunde komt niet alleen de Duitse canon aan bod (Goethe, Schiller, Kafka …), maar besteden we heel bewust aandacht aan literatuur buiten de mainstream. Zo lezen we vrouwelijke auteurs, hedendaagse werken, Duits-joodse literatuur (door een intensieve samenwerking met het Instituut voor Joodse Studies) en auteurs uit Oostenrijk.

de mainstream 1 bestemd voor het grote publiek 2 bestemd voor enkele ingewijden 3 bestemd voor de studenten

IN

Duitse canon 1 belangrijke Duitse schrijvers 2 schrijvers die tot de wereldliteratuur behoren 3 schrijvers die in Duitse scholen besproken worden

©

masterscriptie 1 eindwerk 2 eindwerk waarmee je je universitaire studie afrondt 3 laatste versie van je eindwerk

adagium 1 kernachtige zin 2 motto 3 spreuk

ie

copywriter 1 schrijver gespecialiseerd in hertalen van teksten 2 schrijver gespecialiseerd in handleidingen 3 schrijver gespecialiseerd in reclameteksten

VA

N

In hoeverre beheers je de finesses en ken je de rijkdom van het Nederlands? Na je studies moet je aan de slag kunnen als professionele taal- en tekstverwerker: (eind)redacteur, copywriter of corrector in uitgeverijen, marketingbureaus en redacties; leerkracht, journalist, radio- of tv-presentator, (pers) woordvoerder, communicatieadviseur ... In de 3 modules taalbeheersing willen we zowel je lees- en luister- als spreek- en schrijfvaardigheden naar een hoger niveau tillen. We hebben aandacht voor uitspraak en presentatietechnieken, maar leren je ook de kneepjes van de journalistiek en zorgen ervoor dat het schrijven van die masterscriptie in het laatste jaar een eitje wordt. ‘Als je iets niet helder en eenvoudig kunt uitleggen, heb je het zelf niet begrepen’: hét adagium voor deze module.

fv e

rs

In de bacheloropleiding Spaans maak je kennis met de rijke literatuur, taal en cultuur van de Spaanstalige wereld. De bacheloropleiding Spaans combineert een persoonlijke aanpak met een internationaal profiel. Je krijgt in kleine groepen zowel les van native speakers als van Belgische hispanisten. Zij moedigen je aan om in je laatste jaar een onvergetelijke uitdaging aan te gaan: een semester studeren in Spanje, Mexico, Argentinië of Puerto Rico. De ambitie van de bacheloropleiding Spaanse taal- en letterkunde is om je te vormen tot een kritische, creatieve en taalvaardige wereldburger, zodat je tegelijk klaar bent voor de masterprogramma’s en sterk staat op de arbeidsmarkt.

pr oe

native speakers 1 moedertaalsprekers 2 mensen die de taal bijzonder goed beheersen 3 mensen die een universitair diploma in die taal hebben

hispanisten 1 afgestudeerde Spaans sprekende cursisten 2 kenners van het Spaans 3 liefhebbers van het Spaans

De opleidingsonderdelen taalbeheersing zijn erop gericht je lees-, luister-, spreek- en schrijfvaardigheid te verhogen zodat je op het moment dat je afstudeert een Engels hanteert dat mooi in de buurt komt van moedertaalsprekers. Je start meteen met een academisch schrijftraject dat ook in andere cursussen wordt uitgewerkt waardoor je geleidelijk wordt voorbereid op het schrijven van papers en uiteindelijk een scriptie.

academisch schrijftraject 1 Basisengels 2 moeilijker Engels 3 mix van eenvoudig en moeilijker Engels

668

papers 1 notities bij je cursus 2 eindwerk waarmee je je universitair diploma behaalt 3 schriftelijk verslag van een onderzoek

TRAJECT NEDERLANDS   M Academische vaardigheden en verder studeren


2 Wat doet een vertaler of tolk? Tip: niet alle stellingen zijn van toepassing.

tolk

N

IN

vertaler

a Je vertaalt een recept van rijstpap van het Nederlands naar het Chinees. b Je geeft meteen een vertaling zonder extra hulpmiddelen.

VA

c Je herschrijft een brochure die oorspronkelijk bedoeld is voor professoren, voor studenten. d Je kunt gebruikmaken van verschillende vertaalsystemen.

e Tijdens een persconferentie vertaal je de uitleg van de Franse minister live naar het Nederlands. f

Tijdens een toneelvoorstelling zeg je de tekst voor.

©

g Je vertaalt een moeilijke Latijnse juridische tekst naar het Nederlands.

h Je noteert tijdens een persconferentie en werkt de vertaling later verder uit. In het Europees Parlement vertaal je wat er gezegd wordt via een oortje.

j

Je toont met gebaren wat de premier uitlegt tijdens een briefing.

ie

i

2 gesprekstolken

fv e

1 fluistertolken

rs

3 Wat doet een tolk allemaal? Kun je de juiste omschrijving bij de juiste term plaatsen?

pr oe

a De gespreks­ partners praten ieder in hun eigen taal. De tolk vertaalt via een internetof telefonische verbinding.

b De tolk vertaalt terwijl de spreker spreekt. Er treedt nauwelijks een pauze op.

e De tolk zegt in een live-uitzending de vertaling voor. Er is namelijk geen tijd om ondertitels te voorzien.

3 afstandstolken

4 simultaantolken

c Je vertaalt wat een beperkt aantal mensen tegen elkaar zeggen.

d Je fluistert wat er gezegd wordt naar de luisteraar toe.

5 sociaal tolken

6 live subtitling

f Binnen de dienst- of hulpverlening gaat een tolk via een telefoon, video of internetverbinding een gesprek vertalen. Het gaat niet om politieke, religieuze, commerciële of private gesprekken.

4 Maak de aanvullende woordenschatoefening op iDiddit.

m8 Verder studeren: heeft het hoger onderwijs een eigen taal?

669


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.