Op verkenning 3 | Handleiding | Straffe kost | les 6

Page 1

3. 4

handleiding

STRAFFE KOST

Jeroen Reumers Hendrik D’Hulster Jef Pazmany

Naam: ................................................................................................. Klas: ........................................... Nr.: ..............................................

1


Op verkenning – ‘Straffe kost’ – bestaat uit: • een themaschrift • een handleiding • een Mijn VAN IN bordboek Een volledig productoverzicht vind je op www.opverkenning.be. Auteur: Jeroen Reumers Coördinator Hendrik D'Hulster Doelencoördinator: Stefaan Casier Conceptcoördinator: Jef Pazmany

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken. In België beschermt de auteurswet de rechten van die mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hun dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. © Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2016 De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.

Eerste druk 2016 NUR 193

2

STRAFFE KOST

Cover en lay-outconcept: HarderBetterFasterStronger Opmaak: B.AD Verhaal: Rien Broere Tekeningen: Jonas Van de Vyver


Inhoud

INHOUD Lessenoverzicht

4

Themaplanner

6

LES 1

Ga je mee op verkenning?

10

LES 2

Allerlei uitvindingen

14

LES 3

Wat is het?

20

LES 4

Een probleem … een oplossing

26

LES 5

Minder schermtijd

32

LES 6

Beperkingen beperken

38

LES 7

Voorkomen is beter dan genezen.

44

LES 8

Yes, ik ben een uitvinder (1).

50

LES 9

Yes, ik ben een uitvinder (2).

54

SAMENVATTING

60

Inhoud

3


Lessenoverzicht Dit overzicht geeft kort de kern van alle lessen weer. Het laat je toe snel te beoordelen of je de door de auteurs gekozen volgorde van de lessen wilt aanhouden of een andere volgorde verkiest.

VERHAAL – Mevrouw de zeergeleerde uitvindster (Rien Broere) In het midden van het themaschrift zit een boeiend kortverhaal. Verhalen brengen het onderwerp van het thema tot leven en zorgen ervoor dat de leerlingen zich kunnen inleven in de wereld van de personages. Hoe en wanneer je het verhaal een rol laat spelen tijdens dit thema, bepaal je zelf. Lees je het bij het begin van het thema, tussendoor of achteraf? Je kiest zelf het gepaste moment en de geschikte plaats.

LES 1 – Ga je mee op verkenning? De leerlingen bekijken technische realisaties en maken kennis met het themaschrift ‘Straffe kost’. Ze achterhalen de werking en de naam van objecten en toestellen die de leerkracht meebrengt.

LES 2 – Allerlei uitvindingen In deze les leren de leerlingen om voorwerpen op hun manier te sorteren. Ze doen dat naar eigen goeddunken en beslissen zelf welke categorieën ze maken en hoe ze die categorieën noemen. Aan welke eigenschappen moeten voorwerpen voldoen? Een schooltas van wol of een broek van glas? En wat vinden ze van een hondenpoepopraper?

LES 3 – Wat is het? De leerlingen gebruiken een kijkwijzer om de eigenschappen van materialen te achterhalen. Ze demonteren en monteren een balpen en zoeken uit waarom er in een vliegenmepper tientallen gaatjes zitten.

LES 4 – Een probleem … een oplossing Een steviger ballenrek? Een oplossing voor de berg gevonden voorwerpen? Een scherm zodat ze bij veel zon het digibord nog kunnen zien? De leerlingen gaan op zoek naar een technisch probleem in de klas. Ze bedenken oplossingen, pakken het probleem concreet aan en lossen het op.

LES 5 – Minder schermtijd De leerlingen achterhalen hoe het leven er 70 jaar geleden uitzag. Welke toestellen mensen ter beschikking hadden en hoe ze met elkaar omgingen. Ze ontdekken hoe die toestellen evolueerden en hoe het leven mee verandert. Op het einde van de les engageren ze zich om een of meerdere dagen zonder tablet, smartphone of televisie door te brengen.

4

STRAFFE KOST


LES 6 – Beperkingen beperken De leerlingen zien in dat er tegenwoordig erg veel toestellen zijn die onze levenskwaliteit verbeteren. Ook voor mensen met een beperking is er veel op de markt om het leven aangenamer te maken. Hoe gaan blinden, doven of mensen met een mentale handicap daarmee om?

LES 7 – Voorkomen is beter dan genezen. De leerlingen leren hoe ze ongelukken kunnen vermijden, hoe ze brandwonden verzorgen, het noodnummer bellen en veilig een kaars aansteken.

LES 8 – Yes, ik ben een uitvinder (1). De leerlingen denken na over uitvindingen en uitvinders. Waaraan moet een goede uitvinding voldoen? En welke eigenschappen zijn van toepassing op een goede uitvinder?

LES 9 – Yes, ik ben een uitvinder (2). De leerlingen maken watervoertuigen. In vier categorieën. Ze stellen een materiaallijst op, maken een stappenplan, voeren het plan uit en evalueren het ontwerp aan de hand van vooropgestelde criteria. Bovendien is het de bedoeling dat ze zich amuseren.

SAMENVATTING De leerlingen herhalen de leerstof.

Lessenoverzicht

5


Themaplanner Lestitel

Voorbereiding

Inhouden

Les 1: Ga je mee op verkenning?

Voor de leerkracht Breng enkele voor de leerlingen onbekende voorwerpen mee.

• Ontdekken waarover het thema gaat. • Filosoferen over uitvindingen.

Les 2: Allerlei uitvindingen

Voor de leerkracht Breng een stapel voorwerpen (uitvindingen) mee.

• Onderzoeken hoe een wasknijper wordt gemaakt. • Uitvindingen ordenen en de categorieën benoemen. • Eigenschappen van voorwerpen benoemen.

Les 3: Wat is het?

Voor de leerkracht Breng extra balpennen met drukknop mee.

• Balpennen demonteren en monteren. • Een kijkwijzer leren gebruiken. • De elasticiteit, de oplosbaarheid en het absorptievermogen van voorwerpen testen.

Voor de leerlingen Balpennen met drukknoppen.

6

Les 4: Een probleem … een oplossing

Voor de leerkracht Materiaal in functie van de voorstellen.

• Een technisch probleem opsporen. • Oplossingen bedenken en uitvoeren. • Ons werk testen en evalueren.

Les 5: Minder schermtijd

Voor de leerkracht Ga op zoek naar een grootouder die in de klas komt spreken.

• Voorwerpen rangschikken volgens hun ontstaansdatum. • Een grootouder interviewen. • Zich engageren om enkele dagen zonder laptop, iPad of tv te leven.

Les 6: Beperkingen beperken

• Ontdekken hoe de televisie, het fotokopieertoestel en de koelkast ons leven hebben veranderd. • Kennismaken met hulpinstrumenten voor mensen met een beperking.

Les 7: Voorkomen is beter dan genezen.

• Leren om ongelukken te vermijden, brandwonden te verzorgen en veilig een kaars aan te steken.

STRAFFE KOST


Media

Andere materialen

Lesduur

• themaschrift p. 2-3 • PowerPoint 1 – 3 • kopieerbladen p. 1-2

• Enkele voor de leerlingen onbekende voorwerpen.

50'

• • • • •

themaschrift p. 4-5 bingeloefening dvd 1 nr. 35 PowerPoint 4 kopieerblad p. 3

• • • •

wasknijpers een hele stapel uitvindingen lege woordkaarten stiften

50’

• • • •

themaschrift p. 6-7 PowerPoint 5 en 6 dvd 1 nr. 36 kopieerblad p. 4

• • • •

rare voorwerpen drie glazen: suiker, zand en bloem drie verschillende stukken stof drie verschillende sponzen, een emmer en drie lege glazen of maatbekers

50’

• themaschrift p. 8-9

• materiaal in functie van de voorstellen. • plakband, lijm, touw …

75’ tot 100’

• themaschrift p. 10-11 • kopieerbladen p. 5-8

• een cadeautje voor de spreker • kladbladen

50’

• • • •

• papier en stiften

50’

• kaarsen • een paar doosjes lucifers • (brandwondenzalf)

50’

themaschrift p. 14-15 PowerPoint 7 kopieerbladen p. 9-10 dvd 1 nr. 37

• themaschrift p. 16-17 • kopieerbladen p. 11-12

Themaplanner

7


Lestitel

8

Voorbereiding

Inhouden

Les 8: Yes, ik ben een uitvinder (1)

• Nadenken over eigenschappen van goede uitvindingen en goede uitvinders.

Les 9: Yes, ik ben een uitvinder (2)

• Ideeën uittekenen. • Materiaallijsten en stappenplannen maken. • Uitwerken, evalueren en bijsturen.

Samenvatting:

• Gemaakte keuzes verdedigen. • Opmerken dat heel wat uitvindingen toevallig gebeurden. • Welke Belgische uitvinding vindt onze klas de beste uitvinding?

Leren Leren

• De leerstof instuderen. • Vaardigheden en attitudes controleren.

STRAFFE KOST


Media

Andere materialen

• themaschrift p. 18-19

• themaschrift p. 20-21 • PowerPoints 8-11

Lesduur 50’

• scharen, niettangen, plakband, touw, perforators • materiaal voor de boten: A3-papier, lege brikverpakkingen, gekleurd papier, botervlootjes, satéprikkers, elastiekjes, petflessen, brede plakband

50’

• themaschrift p. 22-23 • PowerPoint 12 • achtergrondinformatie

50’

• themaschrift p. 24

25’

Themaplanner

9


LES 6

Beperkingen beperken Domein(en): mens & maatschappij / techniek Onderwerp: voorwerpen verbeteren de kwaliteit van het leven Lesduur: 50 minuten

LEERPLANDOELEN Bij het onlinelesmateriaal vind je een overzicht met alle leerplandoelstellingen per activiteit.

MATERIAAL Voor elke leerling • themaschrift p. 14-15

Het doel van de les In deze les: -- leer ik dat ons leven verandert als we nieuwe technieken leren kennen. -- leer ik welke hulpinstrumenten er bestaan voor mensen met een beperking. -- leer ik hoe je het best praat met mensen met een beperking.

Start

Voor de leerkracht

Wat is het voordeel van …

• bordboek • PowerPoint 7 • dvd 1 nr. 37

Sta met de leerlingen stil bij een aantal recente uitvindingen. Laat hen ontdekken welke voordelen deze uitvindingen hebben. (PowerPoint 7) • Een elektrische poort? Onze rug minder belasten. • Een stofzuiger? Tijdwinst. • Een bankkaart? Veilig over straat, je moet immers niet veel geld meenemen. • Een kopieermachine? Elk blad is identiek / snel vermenigvuldigen. • Een broedmachine? Een moedereend of een kip vervangen. • Een hoofdtelefoon? Muziek beluisteren zonder anderen te storen. • Een een microgolfoven, een strijkijzer, robotstofzuiger, een robotgrasmachine, een elektrische fiets, een schroevendraaier op batterijen?

Voor de klas • kopieerbladen p. 9-10 • papier en stiften

De leerlingen maken in groep opdracht 1 en gebruiken daarbij kopieerblad p. 9.

Kern en verwerking TIP: Bezorg de stellingen aan elke groep. En laat hen zelf kiezen wanneer ze een volgende stelling willen aanpakken.

38

STRAFFE KOST

Filosoferen in groep Maak groepen van drie, duid in elke groep een gespreksleider en een secretaris aan. Bezorg elke groep (parallel) een van onderstaande vragen op kopieerblad p. 10 en laat hen daarover tien minuten discussiëren. Aan het eind brengt de secretaris verslag uit van het groepsstandpunt. Mogelijke vragen: • Welke uitvinding was het belangrijkst: de fiets, de stoel of de tandenborstel? • Welke uitvinding is het meest veranderd door de jaren heen? • Wat kan nog uitgevonden worden? • Welke uitvinding kun je niet meer missen? • Welke toestellen werden misschien per ongeluk uitgevonden? • Hoe zou de wereld eruitzien als het wiel nooit was uitgevonden? En ook: • Zijn uitvinders slim? Vertel. • Welke uitvinding heeft de wereld meer slecht dan goed gedaan?


• Waar moet je goed in zijn om iets te kunnen uitvinden? • Zouden de meeste dingen al uitgevonden zijn of nog uitgevonden moeten worden? Leg uit.

Hulpmiddelen voor dieren Bekijk de website http://www.petorthopedics.be/NL/index.html en laat de leerlingen ontdekken welke hulpmiddelen er voor dieren bestaan. Laat de leerlingen vrij reageren. Bespreek nadien aan de hand van de vragen: • Is het wel nodig dat we voor dieren zoveel hulpmiddelen voorzien? Waarom? • Zouden alle hulpmiddelen de levenskwaliteit van de dieren verbeteren? Hoe? • Heb jij ooit een dier met zo’n hulpmiddel gezien? Vertel. Besluit: uitvinders maken niet enkel het leven van mensen boeiender en gemakkelijker. Er zijn ook allerlei uitvindingen voor dieren. Zijn er die ook voor planten? Welke?

Mensen met een beperking Bekijk op dvd 1 nr. 37 het filmpje over mensen met een beperking. Mensen die vertellen over welke (technische) hulpinstrumenten er voor hen bestaan. In hoeverre maken deze hulpmiddelen hun leven aangenamer? • Welke hulpmiddelen zag je voor blinde mensen? een geleidehond / een witte stok / sprekende toestellen / een speciale computer met loep … • Welke hulpmiddelen zag je voor mensen die doof zijn? een hoorapparaat of een implantaat / Vlaamse gebarentaal … • Welke hulpmiddelen zag je voor mensen die niet kunnen lopen? een looprek / een rolstoel / een stapmachine / een kunstbeen (prothese) … Neem opdracht 2 en bekijk de tekeningen. De leerlingen noteren op de schrijflijnen welke hulpmiddelen voor zorgbehoevenden er al zijn uitgevonden.

Afronding Stel dat jij … Leg in de klas vier grote stukken papier en een paar stiften klaar. Noteer op het papier de woorden ‘blind’, ‘doof’, ‘minder mobiel’ en ‘verstandelijke beperking’. Vraag aan de leerlingen om op elk blad te noteren wat ze niet leuk zouden vinden als zij die handicap zouden hebben. Geef enkele voorbeelden en laat hen nadenken, discussiëren en noteren. • Als ik blind ben, zou ik het niet leuk vinden dat iemand de woorden ‘hier’ en ‘daar’ vaak gebruikt. • Als ik doof ben, zou ik het niet leuk vinden als iemand op een kauwgom kauwt als hij met me spreekt. • Als ik in een rolstoel zit, zou ik het niet leuk vinden als mensen op me neerkijken als ze met me praten. • Als ik een verstandelijke beperking heb, zou ik het niet leuk vinden als ze me als een klein kind behandelen. Bespreek de antwoorden klassikaal (zie achtergrondinformatie) en werk aan opdracht 3. LES 6 Beperkingen beperken

39


Achtergrondinformatie Algemene tips voor het omgaan met personen met een handicap -- Spreek over personen met een handicap, niet over gehandicapten. Altijd eerst de persoon benoemen. De persoon is belangrijker dan zijn of haar handicap. Noem hen liever niet ‘mindervaliden’ of ‘andersvaliden’. -- Een rolstoel is een hulpmiddel, geen beperking. We spreken over rolstoelgebruikers, niet over rolstoelpatiënten, rolstoelgebonden of nog erger: ‘aan de rolstoel gekluisterd’. Voor een rolstoelgebruiker maakt zijn/haar rolstoel deel uit van de persoonlijke ruimte. Heb er respect voor. -- Heb geduld. Soms gaan bepaalde handelingen wat trager. Toon daar begrip voor. -- Heb geen medelijden met personen met een handicap. Medelijden en overmatige bezorgdheid (betutteling) worden door heel wat personen met een handicap niet aanvaard. -- Spontane hulp bieden kan in slechte aarde vallen, hoe goed je bedoelingen ook zijn. Mensen die hulp nodig hebben, zullen dat wel vragen. Je kunt wel altijd vragen of jouw hulp gewenst is. -- Als je iemand met een handicap iets wilt vragen, richt je dan tot die persoon zelf, niet tot een eventuele begeleider, vriend of tolk.

Tips voor de omgang met een slechthorende ---------

Spreek traag en duidelijk, articuleer duidelijk. Roep niet en vermijd achtergrondlawaai. Spreek Standaardnederlands (geen dialect). Kauw niet op een kauwgom. Maak oogcontact. Herhaal indien nodig, gebruik andere woorden. Het is moeilijk om groepsgesprekken te volgen, 1 op 1 is beter. Schrijf belangrijke informatie op (adressen, telefoonnummer).

Tips voor de omgang met een slechtziende --------

Zeg, voor je begint te praten wie je bent. Als je een hand wilt geven, raak dan zelf even de hand aan, of waarschuw ‘ik ga u een hand geven’. Kijk naar de persoon terwijl je praat. Vermijd storende omgevingsgeluiden. Ondersteun je spontane gebaren met woorden (bv. gelaatsuitdrukkingen, knikken, glimlachen). Richt je altijd tot de persoon zelf en praat niet via een eventuele begeleider. Om iemand te begeleiden bied je het best je arm aan. De persoon die moet begeleid worden, kan je arm vastnemen boven je elleboog of inhaken. Het is niet nodig om te zeggen of je naar links of rechts draait, dat voelt die persoon wel. -- Aan trappen of obstakels kun je beter even stilstaan en zeggen wat er komt (bv. trap naar boven, roltrap naar beneden). -- Om een zitplaats aan te wijzen is het voldoende de hand van de persoon op de rugleuning van de stoel te brengen. 40

STRAFFE KOST


-- De woorden ‘hier’ en ‘daar’ betekenen voor een persoon met visuele handicap niets. -- De woorden ‘zien’, ‘kijken’, ‘lezen’… zijn geen taboewoorden. Je kunt bijvoorbeeld gerust aan een blinde persoon vragen: ‘Wil je dit even zien?’ -- Verwittig als je weggaat. -- Zorg ervoor dat een deur ofwel helemaal open, ofwel helemaal dicht is. Een halfopen deur is een gevaarlijk obstakel.

Tips voor de omgang met iemand met een fysieke beperking ------

Raak de hulpmiddelen (bv. rolstoel) niet aan. Aai nooit een geleidehond. Neem geen beslissingen in plaats van de persoon met een fysieke beperking. Spreek de persoon in een rolstoel op ooghoogte aan (ga zitten, of buk je een beetje). Als iemand moeilijk spreekt, tracht dan zo aandachtig mogelijk te luisteren. Als je het niet begrijpt, vraag dan om het te herhalen. Doe zeker niet alsof je het verstaan hebt.

Tips voor de omgang met iemand met een verstandelijke beperking -------

Zorg voor een omgeving met niet te veel afleiding. Laat de persoon niet alleen in een ruimte achter (sporthal, kleedkamer, …). Gebruik eenvoudige taal. Probeer zoveel mogelijk moeilijke woorden en lange zinnen te vermijden. Behandel volwassen mensen met een verstandelijke beperking niet als kleine kinderen. Bied duidelijkheid en structuur: tijdsschema, niet te veel informatie ineens. Maak duidelijk wat er gaat gebeuren en wanneer zodat de persoon met een verstandelijke beperking weet wat hij kan verwachten. -- Houd er rekening mee dat zij niet altijd oogcontact maken. -- Houd rekening met spontaan, vrij direct gedrag. -- Houd rekening met het feit dat niet iedereen met een verstandelijke beperking kan lezen en/of schrijven.

LES 6 Beperkingen beperken

41


NOTITIES

LES 6

Beperkingen beperken In deze les ... leer ik dat ons leven verandert als we nieuwe technieken leren kennen. leer ik welke hulpinstrumenten er bestaan voor mensen met een beperking. leer ik hoe je het best praat met mensen met een beperking.

1

Bekijk de tekeningen. Bespreek en vergelijk met de tekeningen die je van de leerkracht krijgt. 1

2

2

3

Met een gps-toestel raak ik

Met een kopieermachine

Met een wekker regel ik zelf

de weg niet kwijt.

maak ik snel veel kopieën.

wanneer ik moet opstaan.

Noteer welke hulpinstrumenten voor mensen met een beperking je op de tekening ziet. 

alarmknop

inzetstoel voor het bad

 rolstoel

rollator

14

42

STRAFFE KOST

STRAFFE KOST


NOTITIES

steunkousen

ziekenhuisbed

 pillendoos voor elke dag

bestek met extra dikke handvatten

3

Lees de getuigenissen van Evy, Roel, Fahd en Hazel. Markeer in de tekst hoe je hen het best aanspreekt. Roel, doof sinds zijn geboorte Als je traag en duidelijk spreekt, kan ik best wel volgen. Zeker als je in mijn richting spreekt. Als je op een kauwgom kauwt is het voor mij veel lastiger om je te begrijpen. Vaak heb ik ook een hekel aan mensen met een onverzorgde snor of baard. Een gesprek van man tot man, vind ik makkelijker dan een groepsgesprek.

Evy, sinds 2015 in een rolstoel Door een fietsongeval kan ik mijn benen niet meer bewegen. Ik vind het niet leuk als je mijn rolstoel aanraakt. Die maakt immers deel uit van mijn lichaam. Ik vind het wel aangenaam als je hurkt of gaat zitten als je met me praat. Denk ook maar niet dat ik dom ben. Ik heb een diploma van ingenieur, hoor.

Hazel, verstandelijke beperking Laat je op voorhand even weten wat je van plan bent, waar en hoe. Als ik dat allemaal weet, voel ik me al een stuk beter. Gebruik eenvoudige woorden. Oh ja, ik kan lezen en schrijven. Maar bij veel van mijn vrienden lukt dat niet. Houd je daar rekening mee?

Fahd, blind sinds hij twee is Vaak stellen mensen zich niet voor als ze beginnen te spreken, daar heb ik een hekel aan. En wil je alsjeblief naar me kijken als je met me spreekt. Ik hoor dat hoor. Als ik wil dat je me begeleidt, dan vraag ik dat wel even. Ik houd je dan graag net boven je elleboog vast. Oh, ja de woorden ‘zien’, ‘kijken’ en ‘lezen’ zijn voor mij helemaal geen probleem. Laat maar komen.

LES 6 Beperkingen beperken

15

LES 6 Beperkingen beperken

43


www.vanin.be

a Sanoma company


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.