Sample - Camino 5 - Werkschrift

Page 1


Camino

Auteurs: Mirjam Dierick, Ilse Jonkers, Lien Pelgrims, Geert Speelman, Daan Van Op den Bosch Coördinator: Colin De Pelsmaker

Opgelet: dit is voorlopig proefmateriaal.

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën.

Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken.

In België beschermt de auteurswet de rechten van deze mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hun dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen.

Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. Ook voor het onlinelesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden.

© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, (2026). Alle rechten voorbehouden. Tekst- en datamining (TDM) niet toegestaan.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.

Dit leermiddel is onderdeel van de lesmethode Camino van Uitgeverij VAN IN. Het is ontwikkeld met de intentie dat iedere leerling zich herkent en thuis voelt in beeld en tekst. Heb je op- of aanmerkingen, dan kun je contact opnemen met Uitgeverij VAN IN.

Eerste druk 2026

XXX-XX-XXX-XXXX-X

D/2026/XXXX/X

Art. XXXXXX

NUR XXX

Lay-outconcept: Shtick en PPMP

Coverontwerp en opmaak: Kolos en PPMP

Illustratie cover: Goed Blauw

Illustraties: Koen Aelterman, Flor Aguilar, Julie Vangeel

Camino

Gastvrijheid

Noteer na elke les één gedachte of zin die je is bijgebleven.

LES 1 p. 6-8

LES 2 p. 9

Open of gesloten?

Een koffer vol verhalen

LES 8 p. 17-18

Hier te gast

LES 7

Dat heb je voor Mij gedaan

LES 9

Welkom met je verhaal

LES 3 p. 10-11

Zachte sporen van samen

LES 6 p. 15-16

Wie mag jij zijn?

LES 10 p. 19-20

Terugblik

LES 4 p. 12-14

Onverwacht bezoek

LES 5

Welkom of niet?

Teken hier je eigen symbool van gastvrijheid.

Een koffer

1 Lees het verhaal.

De rugzak van Ezra

Ezra heeft lang en ver gevlogen. Zijn rugzak weegt op hem. Er zit zoveel in.

Dingen die hij onderweg heeft verzameld.

Dingen die hij kreeg.

Wat er niet meer in zit, gaf hij weg. Gooide hij weg.

Raakte hij kwijt.

Zijn rugzak werd er lichter van. En leger. Er kwam plaats voor iets nieuws.

Maar nu is Ezra moe. Hij strekt zijn poten uit om te landen. Zijn klauwen grijpen een tak. Zijn vleugels vouwen zich dicht als een paraplu. Zijn kuif waaiert uit.

Ezra draait zijn kop om en met zijn bek maakt hij de rugzak open.

‘Hop, hop,’ zegt hij.

Zijn snavelpunt tikt zachtjes op de schelp van Ona.

‘Binnen!’ grapt Ona vrolijk.

Ze klautert uit de rugzak en grijpt zich vast aan Ezra’s kuif.

Ona is een Sint-Jacobsschelp. Ze is altijd onderweg.

Maar ze heeft iemand nodig die haar draagt.

Pelgrims hangen haar om hun hals of maken haar vast op hun hoed.

Dat gaat al eeuwen en eeuwen zo.

‘Ben ik een pelgrim, Ona?’ vraagt Ezra zomaar opeens.

‘Is niet iedereen dat?’ geeft Ona als antwoord.

‘Zijn we niet allemaal op weg van hier naar daar?

Van begin naar einde, van oorsprong naar doel?’

Het zijn diepe gedachten waar Ezra niet bij kan. Zijn kuif gaat op en neer, op en neer.

Dan schudt hij zijn kop.

‘Wat is het doel dan? Hoe weet ik waar ik heen moet? Weet jij het?’

Ona laat zich naar beneden glijden. Ezra vangt haar met zijn vleugels op.

Voorzichtig zet hij haar naast zich op de tak.

‘Alles wat je nodig hebt, zit in je rugzak,’ zegt Ona terwijl ze met haar beentjes wiebelt.

‘Ho ho,’ lacht Ezra. ‘In mijn rugzak zit jij! Daar zal altijd een plekje voor je zijn, dat weet je.’

‘O, maar dat is niet alles. Er zit nog veel meer in je rugzak dan ik alleen,’ zegt Ona.

‘Denk aan de dingen die je hebt opgeraapt om te bewaren. De dingen die je hebt meegemaakt. De dingen die je hebt gehoord en gelezen. En alle plaatsen waar je welkom was. Ja, vooral die plekken! Je bent de kaart toch niet vergeten? Daar staan die welkomplekken op.’

‘De kaart…’ knikt Ezra dromerig.

Hij haalt de kaart tevoorschijn en vouwt ze open. Op de kaart staat in stippellijntjes de weg die hij al heeft afgelegd. Samen met Ona. Die was er overal bij. Ze zijn op zoveel plekken geweest! Overal waar ze welkom waren, leerde Ezra iets. Soms was dat iets kleins. Soms leek het klein, maar was het eigenlijk veel groter. Soms leek het heel groot en moeilijk, maar viel het toch mee. En altijd was het genoeg om verder te trekken.

Verder en verder en verder, van de ene welkomplek naar de andere.

‘Kijk, Ona. Hier zijn we geweest,’ wijst Ezra aan. ‘En daar, en daar, en daar.’

De herinneringen maken hem warm.

Midden op de kaart houdt het stippellijntje op. Dat is waar ze nu zijn.

‘Morgen gaan we …’ begint Ezra.

‘Naar de volgende welkomplek,’ vult Ona aan.

Ezra knikt. Hij vouwt de kaart op en stopt ze terug in de rugzak.

‘Een pelgrim leert de weg al doende, stap voor stap,’ zegt Ona wijs.

‘En af en toe door een stukje te vliegen,’ knipoogt Ezra.

2 Lees de drie vragen bij elk blok.

a Kies bij elk blok één vraag die jou het meest aanspreekt.

b Beantwoord die vraag met een korte tekst of met een tekening.

Wat zie je in de wereld?

Welke gastvrije gewoonte ken jij?

Ken jij mensen zonder een thuis? Hoe worden zij hier ontvangen?

Wat maakt dat iemand zich (niet) welkom voelt?

Wat raakt jou?

Wanneer voelde jij je al eens echt welkom? Welk gevoel gaf je dat?

Wat zou jij in je rugzak steken als je op reis ging? Waarom?

Ezra laat zijn gevoelens zien met zijn kuif. Hoe laat jij je gevoelens zien?

Wat zou God dromen?

Ezra maakt een kaart van welkomplekken. Hoe ziet zo’n welkomplek eruit volgens jou?

Hoe kan jouw klas een gastvrije plek zijn voor iedereen?

Wat wil jij zelf doen om gastvrijer te zijn?

Ik vind mijn weg.

• Ik kan vertellen hoe je iemand zich welkom kunt laten voelen in de klas of op school.

• Ik kan vertellen hoe ik me voel als ik (niet) welkom ben.

Open of gesloten?

1 Noteer je antwoorden in de vakken.

Waarom koos je die foto?

Herken je iets uit je eigen leven?

Wat voel je bij deze foto?

Wil je iets tekenen of kleuren dat bij dat gevoel past?

WELKOM OF NIET?

Waar vind je iets van God op deze foto?

Ik vind mijn weg.

Wil je daar een wens of een gebed bij schrijven?

• Ik kan vertellen waar ik me (niet) welkom voel.

• Ik kan uitleggen wat iemand of wat een plek gastvrij maakt.

• Ik leer open kijken naar verschillen in hoe mensen gastvrij zijn.

Wil je daar iets over vertellen?

Wat denk je bij de foto?

Zachte sporen van samen

1 Lees de teksten. Markeer de gebaren die jou aanspreken.

Begroetingsgebaren

Hallo, ik ben Minato uit Japan. Als ik iemand begroet, maak ik een lichte of diepe buiging om mijn beleefdheid en respect te tonen naar die persoon. Zo’n buiging maak je alleen om iemand te begroeten, maar ook als afscheid, als dank of bij een verontschuldiging.

Hoi, ik ben Maia. Ik ben een Maori en woon in Nieuw-Zeeland.

Mijn begroeting heet hongi, waarbij we meestal het voorhoofd en de neus zacht tegen elkaar brengen. Het is een symbool van verbondenheid en de ‘adem van het leven’ delen.

wereldwijd

Hallo, ik ben Neema uit India. Ik begroet de mensen met een namasté. Ik plaats daarvoor de handpalmen tegen elkaar voor de borst, met een lichte buiging van het hoofd. Dat betekent: ‘Het goddelijke in mij groet het goddelijke in jou.’

Hallo, ik ben Shelly, ik ben 11 jaar en woon in de Filipijnen.

Als ik oudere personen begroet, dan breng ik hun hand naar mijn voorhoofd.

Als eerbetoon aan ouderen.

Die begroeting heet mano po.

Ivalu hier! Ik ben Inuit en leef in het noorden van Canada. Dit is een muurschildering van mijn grootouders. We begroeten onze familie en geliefden met de kunik: neus tegen neus (en soms bovenlip). Het drukt tederheid en verbondenheid uit.

Teken van eerbied en verbondenheid

Ik vind mijn weg.

sommige mensen uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten het als een belediging kunnen opvatten als je handen schudt met de linkerhand? Je linkerhand zou je namelijk vaker gebruiken bij een toiletbezoek.

Dagboek p. 21

• Ik ontdek hoe mensen in andere landen of godsdiensten gastvrij zijn.

• Ik gebruik mijn vijf zintuigen om te voelen, te ruiken, te proeven, te horen en te zien wat ‘welkom zijn’ betekent.

• Ik denk na over wat ik zelf belangrijk vind bij gastvrijheid en ik kies iets dat ik wil onthouden of meenemen.

Onverwacht bezoek

Onverwacht bezoek voor Abraham en Sara

Jaren later hadden Abraham en Sara hun tentenkamp weer opgeslagen bij de eik van Mamre. Ze waren bezig met het gewone werk van elke dag: de dieren verzorgen, eten koken, water halen. Op het heetst van de dag zat Abraham even te rusten.

Opeens stonden er drie mannen bij de ingang van de tent. Abraham had ze niet zien aankomen.

Abraham sprong meteen op. Gastvrij zijn was heel belangrijk in zijn familie.

Hij begroette de mannen en heette hen welkom.

‘Blijf toch even rusten onder de boom’, zei hij. ‘Ik zal water halen en brood. U kunt ook uw voeten wassen.’

Snel liep hij de tent binnen.

‘Gauw, Sara, bak drie koeken van fijn meel voor onze gasten!’

Voordat Sara kon antwoorden, liep hij alweer naar buiten, naar de kudde.

Even later kwam hij terug met een mals kalf, dat hij aan zijn helper Eliëzer gaf om klaar te maken.

Toen alles klaar was, bracht hij melk, het gebraden vlees en de koeken naar de drie mannen en bleef bij hen terwijl ze aten.

Sara keek naar hen door een smalle spleet in het tentzeil. Er was iets vreemds met die mannen, maar ze wist niet wat.

Een van hen vroeg opeens aan Abraham: ‘Waar is uw vrouw, Sara?’

Hoe kende die man haar naam?

‘Daar, in de tent’, antwoordde Abraham.

‘Over een jaar kom ik weer bij u terug’, ging de man verder. ‘Dan zal Sara, uw vrouw, een zoon hebben.’

Sara schoot in de lach, ze kon het niet helpen. Al die jaren had ze zitten wachten op een kind, maar daar was ze mee opgehouden. Al een hele tijd kreeg ze geen bloedingen meer elke maand en ze wist dat haar tijd om kinderen te krijgen voorbij was. Haar vel zat vol rimpels en haar rug deed vaak pijn en ook Abraham was niet meer van de jongsten. En nu beweerde die man, dat ze op hun oude dag nog een kind zouden krijgen! Ze kon er niets aan doen, daar moest ze echt wel om lachen.

De man had haar gehoord. ‘Waarom lacht Sara?’ vroeg hij. ‘Gelooft ze niet dat God haar nog een kind kan laten krijgen? Ik meen het echt: over een jaar zal ze een zoon hebben.’

Boos en verlegen stak Sara haar hoofd naar buiten. ‘Ik heb niet gelachen!’ loog ze.

‘Jawel, je hebt wel gelachen’, glimlachte de man. ‘Je hebt gelachen omdat je het niet kunt geloven. Maar volgend jaar zul je lachen van geluk.’

Sara lachte niet meer. Stel je eens voor dat het waar zou zijn, dacht ze. Ook al kon het natuurlijk niet. Dan zou ze nooit meer ophouden met lachen.

1 Duid de woorden of zinnen aan die je aandacht trekken. Wat vind je mooi, belangrijk, bijzonder of vreemd?

2 Beantwoord de vragen.

a Omkring het personage in wie jij je het meest herkent: Abraham – Sara – een van de gasten – de helper Eliëzer

b Noteer waarom je dat personage hebt gekozen.

3 Vervolledig de zin door in de koffer te tekenen of te noteren.

Dit verhaal toont ons een wereld waarin ...

4 Welke (kleine) stap zou jij zetten om de droom eerder te bereiken?

Ik vind mijn weg.

Samenvatting p. 13

• Ik ontdek hoe de mensen in de tijd van Abraham leefden en waarom gastvrijheid zo belangrijk was.

• Ik herken gevoelens uit het verhaal bij mezelf en denk na over mijn eigen manier van gastvrij zijn.

• Ik laat zien welke droom, hoop of gedachte ik wil meenemen uit dit verhaal.

• Ik ontdek wat het verhaal in mij heeft veranderd en hoe ik daardoor anders naar mezelf of naar anderen kijk.

Wie mag jij zijn?

1 Beantwoord de vragen in het kader.

Wat verwacht de samenleving Wat hebben migranten van migranten? echt nodig?

2 Markeer in het groen waarmee je het eens bent in jouw antwoord.

3 Markeer in het blauw waarmee je het oneens bent in jouw antwoord.

4 Beantwoord de vragen in de kaders.

Wat verwachten anderen

Wat heb ik echt nodig? soms van mij?

Wat verwacht ik soms van Wat zou een ander nodig hebben? een ander?

Ik vind mijn weg.

• Ik kan vertellen hoe migratie het leven van mensen verandert.

Dagboek p. 21

• Ik kan uitleggen waarom mensen soms anders denken over migranten.

• Ik kan het onderscheid maken tussen wat mensen verwachten van migranten en wat migranten echt nodig hebben.

1 Denk na over het lied ‘Hier te gast’.

a Welk moment of welke zin uit het lied blijft je het meest bij?

b Wat dacht je terwijl je naar het lied luisterde?

c Hoe voel jij je als je ergens niet welkom bent? Beschrijf dat met drie woorden.

d Wat herken je van jezelf in het lied?

2 Teken een deur. Lees de opdrachten en vervolledig je schets.

a Aan de ene kant staat de zanger van het lied. Aan de andere kant sta jij. Schets wat jij ziet.

b Wat voelt de ander? Noteer dat naast de zanger.

c Noteer kort onder je tekening wat jij zou doen als de deur opengaat.

3 Wat zegt jouw blik? Lees de opdrachten. Voer ze uit.

a Teken je oog of je gezicht en stel daarbij deze vraag: Hoe zie jij eruit als je kijkt naar iemand die hier te gast is? Maak dat duidelijk in je schets.

b Noteer naast je schets wat die persoon zou voelen als jij ernaar kijkt. ‘Als ik naar jou kijk, zie ik ... .’

c Hoe kijk jij? Hoe zou je met woorden beschrijven wat jouw blik zegt? Vul aan onder je schets. ‘Mijn blik zegt ... .’

Ik vind mijn weg.

• Ik kan vertellen dat mensen verschillend denken over wat gastvrij is of niet.

• Ik kan voorbeelden geven van hoe je tegelijk gastvrij kunt zijn én grenzen kunt stellen.

• Ik kan uitleggen wat mensen soms verwachten van een gast, en waarom dat niet altijd gemakkelijk is.

• Ik kan aanvoelen hoe het voor iemand is om zich niet welkom te voelen.

Terugblik

1 Bekijk de foto’s.

a Omkring de foto’s die voor jou passen bij gastvrijheid.

b Doorstreep de foto’s die voor jou niet passen bij gastvrijheid.

c Zet een kruisje bij de foto’s waarin je God of Jezus ziet.

2 Maak een collage over gastvrijheid.

Ik vind mijn weg.

• Ik vertel bij gegeven voorbeelden wat gastvrij of niet gastvrij is.

• Ik leg uit wanneer het voor mij makkelijk of moeilijk is om iemand welkom te heten, en wat me daarbij helpt of tegenhoudt.

• Ik toon op mijn eigen manier (met woorden, een tekening, een symbool …) wat gastvrijheid voor mij betekent.

BEKENDBENIEUWD BENIEUWD BENIEUWDBEWAARD BEWAARDBEWAARDBEWAARD

Wat zit er al in mijn koffer? Wat wil ik nog ontdekken? Wat neem ik mee uit dit terrein?

Op deze plek heb ik gastvrijheid ervaren:

Dit gaf mij toen het gevoel van gastvrijheid:

Dit zou ik aan iemand willen vragen over gastvrijheid:

datum:

Op deze plek hoop ik ooit gastvrijheid te ervaren, omdat:

Dit was mijn mooiste ervaring van gastvrijheid:

Wat heb jij geleerd over gastvrijheid in deze lessenreeks?

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.