Optellen en aftrekken tot 100 met brug 46 + 25 = 66
20
5
Tips om vol te houden (ook als het wat moeilijker gaat ...)
66 + 5 = 71 70
4
1
Werkschrift A
Ik splits 25 in 20 en 5. 46 plus 20 is 66. Daar tel ik nog 5 bij. Eerst vul ik aan tot een tiental. Ik splits 5 in 4 en 1. 66 plus 4 is 70 en 70 plus 1 is 71.
17
50
9
dit werkschrift is van:
67 − 59 =
17 − 9 = 8 10
7
2
Ik splits 59 in 50 en 9. 67 min 50 is 17. Daar trek ik nog 9 af. Eerst trek ik af tot een tiental. Ik splits 9 in 7 en 2. 17 min 7 is 10 en 10 min 2 is 8.
10 × en 100 ×
: 10 en : 100
10 × 7 = 70 10 × 13 = 130 10 × 50 = 500
60 : 10 = 6 250 : 10 = 25 300 : 10 = 30
100 × 2 = 200 100 × 10 = 1 000 100 × 0 = 0
3
Ik maak eerst de oefeningen die wél lukken.
Ik denk na: hoe lukte het de vorige keer?
Ik zoek hulp. Ik vraag hoe de juf, de meester, een vriend ... het zou oplossen.
400 : 100 = 4 1 000 : 100 = 10 0 : 100 = 0 Ik verdeel het probleem in stapjes en los ze een voor een op.
Delen met rest
www.vanin.be ISBN 978-90-306-8146-5
568876
(16) 19 : 4 = quotiënt 4 rest 3
Meer tips vind je in je groeiboekje!
9 789030 681465